Concept Beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Projectgroep AntiDiscriminatieVoorziening Limburg (ADV-Limburg) in opdracht van Provincie Limburg en de Gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo Maastricht, 4 juli 2008 Beleidsvoorstel ADV-Limburg, versie 1.1
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
2
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ......................................................................................................................................... 5 1
Inleiding .................................................................................................................................... 7
2
Functies en taak ......................................................................................................................... 9 2.1
Discriminatie ................................................................................................................... 9
2.2
Klachtmelding en klachtbehandeling .............................................................................. 9
2.3
Registratie en monitoring ................................................................................................ 11
2.4
Voorlichting en (beleids)advies ...................................................................................... 12 2.4.1 Voorlichting .......................................................................................................... 12 2.4.2 (Beleids)advies ..................................................................................................... 14 2.4.3 Signalering en toeleiding ...................................................................................... 14
3
4
2.5
Overleg ........................................................................................................................... 15
2.6
Kenniscentrum Discriminatie ......................................................................................... 15
2.7
PR en communicatie ....................................................................................................... 16
Organisatie ................................................................................................................................ 17 3.1
Organisatiestructuur ........................................................................................................ 17
3.2
Aansturing en personele bezetting .................................................................................. 18
3.3
Relatie met gemeenten en provincie ............................................................................... 20
3.4
Relatie met maatschappelijke instellingen en organisaties ............................................. 20
Financiën en subsidies .............................................................................................................. 21 4.1
Financiering ADV-Limburg ........................................................................................... 21
4.2
Subsidiëring ADV-Limburg ........................................................................................... 21
Bijlagen I
Stappenplan ADV-Limburg ...................................................................................................... 25
II
Overzicht vestigingsplaatsen ADV-Limburg ............................................................................ 26
III
(Concept) Implementatieplan ADV-Limburg ........................................................................... 27
IV
Landelijke kengetallen ADV .................................................................................................... 28
V
Kort verslag Startconferentie 27 september 2007 ..................................................................... 29
VI
Kort verslag Klankbordbijeenkomst 13 december 2007 ........................................................... 30
3
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
4
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
VOORWOORD Voor u ligt het concept beleidsvoorstel voor de totstandkoming en implementatie van een provinciale antidiscriminatievoorziening voor de gehele provincie Limburg, namelijk de AntiDiscriminatieVoorziening Limburg (ADV-Limburg). Uitgangspunten voor dit concept beleidsvoorstel zijn de landelijke ontwikkelingen, de concept wetgeving van het Rijk, landelijke protocollen en natuurlijk de provinciale startnotitie 1 en de uitkomsten van de daarover gehouden startconferentie 2 en klankbordbijeenkomst 3 . De verschillende partijen in Limburg onderschrijven de inhoud en richting van de startnotitie en zijn akkoord met de uitwerking daarvan in dit concept beleidsvoorstel. De ADV-Limburg beoogt een provinciaal dekkende voorziening en daarmee een structureel dekkend netwerk op het gebied van antidiscriminatie. Dit concept beleidsvoorstel is tot stand gekomen in samenwerking met de gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen, Venlo en de Provincie Limburg. Het eerste inleidende hoofdstuk gaat in op de aanleiding om te komen tot de ADV-Limburg op basis van de landelijke impuls van het Rijk om te komen tot een landelijk dekkend netwerk van antidiscriminatievoorzieningen en daarmee dus een structureel dekkend provinciaal netwerk in Limburg op het gebied van antidiscriminatie. Tevens wordt kort weergegeven wat de stand van zaken is in de provincie Limburg op dit vlak. Hoofdstuk twee gaat in op wat discriminatie is en wat de functies van de ADV-Limburg zullen zijn. Deze betreffen klachtmelding en klachtbehandeling, registratie en monitoring, en voorlichting en (beleids)advies. Het derde hoofdstuk behandelt de organieke structuur, de aansturing en personele bezetting en de relatie tussen enerzijds de ADVLimburg en anderzijds de gemeenten en de provincie. Tot slot beschrijft hoofdstuk vier de financiële aangelegenheden en de wijze van subsidiëring. Dit concept beleidsvoorstel ligt nu voor aan alle gemeenten in Limburg ter accordering medio september - oktober 2008. Op basis van deze besluitvorming zal medio juli 2008 gestart worden met de implementatie van de ADV-Limburg. Planning is om per 1 januari 2009 de ADV-Limburg operationeel te hebben. De bestaande tijdelijke voorzieningen zullen per deze datum worden of zijn afgebouwd. Tot slot nog het volgende. Dit concept beleidsvoorstel is opgesteld uitgaande van de huidige kennis en inzichten van het huidig en toekomstig landelijk, regionaal en lokaal beleid zoals dat nu bekend is. En daarbij is er tevens van uitgegaan dat alle gemeenten in Limburg een positief besluit zullen nemen omtrent dit concept beleidsvoorstel. Komt daar verandering in, dan zou het kunnen zijn dat delen van dit concept beleidsvoorstel op basis van andere of nieuwe inzichten of keuzes moeten worden aangepast.
Maastricht, maart 2008.
1
Startnotitie Antidiscriminatievoorziening Limburg, werkgroep ADV-Limburg in opdracht van de gemeenten Heerlen, Maastricht, SittardGeleen en Venlo en de provincie Limburg, 25 september 2007 en vastgesteld door de portefeuillehouders van deze overheden. 2 Startconferentie ADV-Limburg, d.d. 27 september 2007 te Weert, alwaar de startnotitie met vertegenwoordigers van gemeenten, OM en Politie is besproken. Het verslag van deze bijeenkomst is opgenomen in Bijlage IV. 3 Klankbordbijeenkomst ADV-Limburg, d.d. 13 december 2007 te Maastricht, alwaar de startnotitie met vertegenwoordigers van allerlei diverse maatschappelijke instellingen en organisaties is besproken. Het verslag van deze bijeenkomst is opgenomen in Bijlage V.
5
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
6
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
1
INLEIDING
In het hoofdlijnenakkoord 2003 heeft het Rijk het belang van gelijke behandeling benadrukt door aan te geven dat respect, tolerantie en het bestrijden van discriminatie essentieel zijn om de samenhang in onze maatschappij te behouden. Dat heeft de nieuwe regering nog eens bevestigd in haar coalitieakkoord dat zij onlangs heeft gesloten 4 . In het Nationaal Actieplan tegen Racisme heeft het Rijk vervolgens aangegeven dat het noodzakelijk is te investeren in het stroomlijnen van de infrastructuur met betrekking tot antidiscriminatie / antiracisme. Een versterking van de samenwerking en afstemming op dit terrein tussen organisaties en instanties is gewenst. De registratie van discriminatievoorvallen zal moeten worden geprofessionaliseerd. In de nota “Weerbaarheid en Integratiebeleid (2005)” werd gesteld dat antidiscriminatiebeleid kan bijdragen aan de weerbaarheid van de samenleving of specifieke groepen. Met de afloop van de Stimuleringsregeling in 2004 werden de bestaande Antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) vanwege gebrek aan financiële ondersteuning in hun voortbestaan bedreigd. Omdat het belang van ADV’s door de Rijksoverheid en lagere overheden wordt onderkend heeft het Ministerie van Justitie in 2005 een regiegroep ingesteld om een advies c.q. plan van aanpak op te stellen over de verdere ontwikkeling van de antidiscriminatievoorzieningen. De regiegroep adviseerde vervolgens om prioriteit te geven aan een landelijk dekkend netwerk van voorzieningen waar burgers laagdrempelig, onafhankelijk en efficiënt advies en bijstand kunnen krijgen als zij zich gediscrimineerd voelen, c.q. gediscrimineerd worden. Discriminatie raakt alle facetten van de samenleving. En daar waar mensen of groepen van mensen worden gediscrimineerd wordt hen een belemmering opgeworpen om aan de samenleving deel te nemen en in de maatschappij te integreren, op welk vlak dan ook. Het voorkomen en de aanpak van discriminatie is dan ook van wezenlijk belang. Alleen dan is het mogelijk dat iedere (toekomstige) inwoner van Limburg de kans creëert, krijgt en neemt om op een gelijkwaardige en evenredige wijze te participeren, de samenleving met anderen vorm te geven, en zich individueel te ontplooien en ontwikkelen. Ook in Limburg staat discriminatie al gedurende jaren op de agenda. Zowel in de regio Noord- en Midden-Limburg als in de regio Zuid-Limburg bestaan voorzieningen op het terrein van antidiscriminatie. Diverse gemeenten, provincie, politie, justitie en maatschappelijke organisaties hebben geïnvesteerd in het opzetten van een goed functionerend netwerk op dit vlak. Daarbij hebben zij vanaf 2001 tot 2004 gebruik gemaakt van de landelijke “stimuleringsregeling professionalisering” om hieraan een impuls te geven. Hoewel in 2006 er nog geen sprake was van een volledig provinciaal dekkend netwerk, is het komen tot een provinciaal breed dekkend netwerk wel altijd de uiteindelijke doelstelling geweest. Eind 2006 werden provincies en gemeenten geïnformeerd door het Rijk over de uitvoering van bovengenoemd advies van de regiegroep. Het Rijk geeft aan dat zij als verantwoordelijke voor het beleid ten aanzien van antidiscriminatie, wil komen tot een landelijk dekkend netwerk van Antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s). Vooruitlopend op wettelijke regelgeving op dit gebied (vanaf 2009) worden de jaren 2006, 2007 en 2008 aangemerkt als een overbruggingsperiode. Hiervoor heeft het Rijk een tijdelijke regeling getroffen waarbij de gemeenten die al een ADV hebben extra middelen krijgen en de provincies middelen krijgt om tevens de witte vlekken in hun provincie op te pakken. Voor Limburg betreft dat de gemeenten Heerlen, Maastricht (incl. Sittard-Geleen), Venlo en de provincie en hebben zij elk daartoe met het Rijk een convenant gesloten. Middels de huidige tijdelijke regeling en de wettelijke regeling per 01-01-2009 kan een verdere verdiepingsslag worden gemaakt in de provincie Limburg. Op dit moment wordt door zowel de 4 “Discriminatie is strafbaar, grievend en kwetsend, belemmert het proces van integratie en emancipatie van nieuwkomers in onze samenleving en zet de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen op scherp. De aanpak van discriminatie zal de komende jaren een speerpunt zijn.”, Coalitieakkoord tussen de Tweede Kamerfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie, d.d. 7 febr. 2007, pag. 28.
7
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
provincie als de gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo op een voortvarende manier ingezet op het creëren van een provinciale antidiscriminatievoorziening met een brede provinciale dekking. In dit beleidsvoorstel wordt hiervoor de eigen gezamenlijke provinciale en gemeentelijke koers beschreven. Uitgangspunt bij de totstandbrenging van een dergelijke voorziening is het creëren van een zo groot mogelijk draagvlak, samenwerking met andere maatschappelijke organisaties, krachtenbundeling van alle Limburgse gemeenten en het zoveel mogelijk gebruik maken en inzetten van bestaande expertise. In de werkwijze naar de burger toe moet sprake zijn van laagdrempeligheid en toegankelijkheid. Uiteindelijk moet dit ertoe leiden dat uiterlijk op 1 januari 2009 de Antidiscriminatievoorziening Limburg (ADV-Limburg) een feit is en van start is gegaan.
8
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
2
FUNCTIES EN TAAK
2.1
Discriminatie
Wat is eigenlijk discriminatie? Hiervoor wordt landelijk de volgende omschrijving gehanteerd: Discriminatie betreft het achterstellen of ongelijk behandelen van mensen of groepen mensen op basis van gronden die in de betreffende situatie geen aanvaardbaar motief daartoe vormen, oftewel er wordt onterecht onderscheid gemaakt tussen mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen. Discriminatie heeft alles te maken met gedrag en uitlatingen in de omgang met anderen. Als uitgangspunt wordt de in Nederland geldende wetgeving op antidiscriminatie en gelijke behandeling gebruikt. Artikel 1 van de grondwet geeft aan dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk moeten worden behandeld. Daarbij bestaan de volgende gronden voor nondiscriminatie, oftewel criteria waarop niet mag worden gediscrimineerd 5 : • leeftijd • sekse • seksuele gerichtheid • ras / afkomst / nationaliteit • godsdienst / levensbeschouwing • gezondheid / handicap • burgerlijke staat / leefvorm • combinatie van gronden. Naast deze non-discriminatiegronden worden er landelijk werkgebieden gehanteerd waar discriminatie voorkomt. Deze werkgebieden zijn5: • arbeid • onderwijs • geld en goederen • sport en uitgaan • politie en justitie • gezondheidszorg • huisvesting en woonomgeving • media De ADV-Limburg zal de taak hebben om discriminatie in Limburg te voorkomen en te bestrijden. Daarvoor zal zij een drietal hoofdfuncties gaan uitoefenen, namelijk: 1. klachtmelding en klachtbehandeling 2. registratie en monitoring, en 3. voorlichting en (beleids)advies en signalering en toeleiding In de volgende drie paragrafen wordt ingegaan op de hoofdfuncties van de ADV-Limburg. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt tot slot kort het gezamenlijk overleg met Justitie en Politie besproken.
2.2
Klachtmelding en klachtbehandeling
De eerste functie die de ADV-Limburg zal hebben is de klachtmelding en klachtbehandeling van voorvallen van discriminatie in Limburg. Onder een melding wordt verstaan een incident die bij de 5
www.art1.nl; website van de landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie op alle gronden, zijnde het landelijke expertisecentrum op het vlak van discriminatie.
9
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
ADV-Limburg onder de aandacht wordt gebracht. Een klachtbehandeling houdt in dat op basis van de melding een vervolgtraject ter afhandeling wordt ingezet. Daarbij gaat een melding vooraf aan een behandeling. Niet elke melding zal ook daadwerkelijk tot een klachtbehandeling leiden. Dat is aan degene die de melding doet om te bepalen. Klachtmelding Alvorens een klacht behandeld kan worden dient hij eerst gemeld te worden. Onder een melding wordt verstaan een incident dat bij een ADV onder de aandacht wordt gebracht door slachtoffer(s), getuige(n) of intermediairs. Melden kan telefonisch, per mail, persoonlijk bij een ADV of per post. Meldingen met een spoedeisend karakter dienen per ommegaande (binnen 3 werkdagen) in behandeling te worden genomen. Bij een eerste contact wordt bepaald of de cliënt bij de ADV-Limburg aan het juiste adres is. Indien dit niet het geval is wordt doorverwezen. Indien er mogelijkheden voor behandeling zijn dan volgt een vervolgtraject. Klachtbehandeling Klachtbehandeling houdt in dat op basis van de melding een vervolgtraject ter afhandeling wordt ingezet. Doelen van een klachtbehandeling kunnen zijn: • ondersteuning van slachtoffers van discriminatie • bevorderen van zelfredzaamheid van slachtoffers van discriminatie • signaleren van structurele patronen van discriminatie • gedrags- en of beleidsbeïnvloeding van personen of organisaties die zich bedoeld of onbedoeld schuldig hebben gemaakt aan discriminatie, gericht op voorkomen van herhaling • toetsen van wetgeving • ontwikkeling van jurisprudentie. Alvorens tot klachtbehandeling wordt overgegaan vindt eerst een intake plaats 6 . Doel daarvan is: • de cliënt zijn of haar verhaal en gevoelens te laten uiten • inzicht te krijgen in de aard van de klacht • te bepalen wat de verwachtingen zijn van de cliënt t.a.v. verdere behandeling van de klacht • de cliënt te informeren over de werkwijze bij het behandelen van klachten • afspraken te maken over het verdere verloop Na een intake wordt de werkwijze en het in te zetten traject doorgesproken. Het gaat hierbij om: principe van hoor en wederhoor, vormen van ondersteuning, beperkingen van de ADV, procedure behandeling klacht, klachtenreglement, eigen verantwoordelijkheid cliënt, kostenaspect, registratie en privacybescherming. Daarbij bestaan voor een klachtbehandelingstraject vier opties: • het bieden van een luisterend oor en registratie van de melding • eenmalige verstrekking van informatie en advies n.a.v. de melding • ondernemen van actie door ADV-Limburg zelf n.a.v. de melding • het bieden van ondersteuning en begeleiding aan de cliënt die de melding heeft gedaan • het zonodig (begeleid) doorverwijzen naar een externe klachtbehandelaar (bijv. advocaat, ombudsman, vertrouwenspersoon, mediator, etc.) Middels een vooronderzoek wordt aanvullend feitenmateriaal verkregen. Een plan van aanpak wordt opgesteld en vervolgens uitgevoerd. De klacht wordt afgesloten indien: • de cliënt geen verdere behandeling meer wenst • de cliënt, na een keer rappel, niets meer van zich laat horen • de ADV-Limburg vindt dat op grond van haar professionele expertise er niets meer te bereiken valt. De ADV zal dan tegenover de cliënt motiveren waarom dit het geval is en wijzen op de mogelijkheid een beroep te doen op de klachten procedure 6 Een klacht wordt in eerste instantie gemeld. Bij de melding wordt meteen aan de melder gevraagd of deze de klacht in behandeling wil laten nemen dan wel het bij een melding wil laten. Wil de melder dat behandeling plaatsvindt, dan wordt het vervolgproces gestart met een intake. Op basis van de intake wordt een plan van aanpak van de behandeling gezamenlijk opgezet.
10
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
• •
de ADV-Limburg op grond van haar professionele expertise het niet eens is met de wijze van klachtbehandeling die de cliënt voorstaat het doel van de klachtbehandeling is bereikt
Nadat de klacht is afgesloten vindt altijd een evaluatie plaats. Doel hiervan is enerzijds de benodigde signalerende werking en anderzijds de kwaliteit van de klachtafhandeling te bewaken en zonodig te verbeteren. Kwaliteit Ter waarborging van een kwalitatief zo optimaal mogelijke klachtmelding en klachtbehandeling zal de ADV-Limburg gebruik maken van landelijk ontwikkelde richtlijnen en protocollen en op basis daarvan maatwerk bieden in de Limburgse situatie. Op deze manier behoeft de ADV-Limburg niet steeds zelf het wiel uit te vinden, maar kan ze gebruik maken van landelijke kennis en expertise. De ADV-Limburg zal zich bij landelijke netwerken zoals Artikel 1 (voormalig LBR en landelijke vereniging ADV’s) aansluiten.
2.3
Registratie en monitoring
De tweede functie van de ADV-Limburg behelst de registratie en monitoring. Registratie houdt in dat alle voor het voorkomen en bestrijden van discriminatie relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens worden verzameld. Monitoring gaat verder dan registratie. Onder monitoring wordt verstaan de registratie en de rapportage daarover. Registratie Uitgangspunt voor de te registreren kwantitatieve en kwalitatieve gegevens is het landelijk (in ontwikkeling zijnde) beleid en provinciale en lokale informatie behoefte. Op basis daarvan zal de ADV-Limburg in ieder geval de volgende gegevens structureel moeten registreren: • soort melding (discriminatiegrond, maatschappelijk terrein, aard) • wijze van melding (e-mail, telefoon, fysiek, anoniem, etc.) • oorsprong van de melding (unieke klager c.q. dezelfde) • geografische spreiding (locatie delict en woonplaats) • de beklaagde (uniek vs. herhaling, leeftijd, geslacht, etniciteit, etc.) • het slachtoffer (uniek vs. herhaling, leeftijd, geslacht, etniciteit, etc.) • wijze van behandeling (melding / doorverwijzing / intake / vervolgtraject / klacht) • resultaat van de klachtbehandeling • doorlooptijd van dag van melding tot einde klachtafhandeling • tijdsinvestering personeel per melding, etc. Monitoring Zoals hierboven aangegeven bestaat de monitor uit de registratie en de rapportage daarover. De monitor moet tenminste betrekking hebben op de omvang en aard van discriminatie en de wijze waarop discriminatie het meest effectief kan worden voorkomen en bestreden. Dat betekent dat bovenstaande te registreren gegevens daarin worden opgenomen en dat aan de hand van deze gegevens een analyse plaatsvindt op basis waarvan tendensen en signalen aan de betrokken overheden worden gemeld. De ADV-Limburg zal daarbij op basis van de monitoring jaarlijks een rapportage opstellen ten behoeve van enerzijds haar eigen organisatiebeleid en uitvoering en anderzijds het gemeentelijk en provinciaal beleid (zie paragraaf 2.4.2). Kwaliteit Net als bij de klachtmelding en klachtbehandeling geldt dat voor registratie en monitoring eveneens gebruik zal (moeten) worden gemaakt van landelijk ontwikkelde richtlijnen, protocollen en (digitale) monitoren. Enerzijds kan zo gebruik worden gemaakt van landelijke expertise en landelijk aan te
11
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
leveren gegevens 7 , anderzijds wordt zo lokaal op een eenduidige wijze gegevens en rapportages aangeleverd en bestaat tevens de mogelijkheid om te benchmarken.
2.4
Voorlichting en (beleids)advies
De derde en laatste functie die de ADV-Limburg dient uit te oefenen is het geven van voorlichting en (beleids)advies en signalering en toeleiding. In de volgende drie paragrafen wordt achtereenvolgens ingegaan op respectievelijk voorlichting, (beleids)advies en de signalering en toeleiding door derden.
2.4.1
Voorlichting
Het geven van voorlichting over discriminatie, en het voorkomen en bestrijden hiervan, vormt een belangrijke taak van de ADV-Limburg. Hierbij zijn drie vormen te onderscheiden, namelijk: • voorlichting aan iedereen, oftewel de algemeen publiekgerichte voorlichting • voorlichting themagericht • voorlichting aan scholen en hun leerlingen Belangrijk aandachtspunt daarbij is de samenwerking van het ADV-Limburg met partners in het veld. Voorlichting voor iedereen De algemeen publieksgerichte voorlichting bestaat uit voorlichting over wat gelijke behandeling inhoudt, wat discriminatie is, wat wel en niet kan, wat daar (juridisch) aan kan worden gedaan en hoe daar mee om te gaan. Zoals gezegd moet deze voorlichting bijdragen aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie. Aan de ADV-Limburg zal daarom de opdracht worden gegeven om jaarlijks diverse keren algemene campagnes te houden ter informatie en bewustwording. Om dit te kunnen realiseren zal het ADV-Limburg de verschillende mogelijkheden van communicatie en publicatie (fysiek en telefonisch spreekuur, infobalie, publicaties/folders, advertenties in dag- en weekbladen, internet, posters/affiches, etc.) zo effectief mogelijk gaan inzetten. Dat zal zowel passief als actief plaatsvinden. Passief door voor iedereen zo laagdrempelig mogelijk bereikbaar te zijn, actief door gerichte campagnes via verschillende media. Ook de inzet van bestaande lokale netwerken van politie, justitie, onderwijs, welzijn, belangenorganisaties, etc. is daarbij een belangrijk instrument. Voorlichting themagericht De themagerichte voorlichting is eigenlijk een verbijzondering van de algemeen publieksgerichte voorlichting. In dit geval wordt aan de hand van verschillende thema’s specifiek gefocust op bepaalde doelgroepen, maar is deze tevens ook voor een breed publiek. Themagerichte voorlichting is aanvullend op de algemeen publieksgerichte voorlichting. Met betrekking tot de themagerichte voorlichting zijn aan de hand van de dimensies van diversiteit de volgende thema’s te noemen: • sekse, huidskleur (etniciteit), leeftijd, gezondheid, seksuele gerichtheid (primaire dimensie diversiteit), en • religieuze overtuiging, burgerlijke staat, opleiding, arbeid, etc. (secundaire dimensie diversiteit) Voor al deze thema’s zouden voorlichtingsmogelijkheden aanwezig moeten zijn. Geen standaard pakketjes maar gemakkelijke aan de actualiteit aan te passen informatiemateriaal. Tevens is het wezenlijk dat zich daarbij ervaringsdeskundigen vanuit verschillende achtergronden en ervaringen beschikbaar willen stellen om aan voorlichtingsactiviteiten hun medewerking te verlenen. Ook zal op 7
De verwachting is dat landelijk gegevens zullen moeten worden aangeleverd ten behoeve van rijksbeleid en ten behoeve van aan Europa aan te leveren gegevens. Op dit moment wordt landelijk gewerkt aan een nieuwe landelijke monitor die voor alle bestaande en nieuwe ADV’s van toepassing zal zijn. De verwachting is dat medio 2008 hierover meer bekend is.
12
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
deze thema’s consequent actueel informatie en voorlichtingsmateriaal voorhanden moeten zijn dat door iedereen geraadpleegd of opgevraagd kan worden. Daarbij dient tevens op de landelijke, regionale en lokale actualiteit te worden ingespeeld. Themagerichte voorlichting is er voor een breed publiek en specifiek voor de aan het thema verwante doelgroep. Regelmatig dienen daarom ook themagerichte voorlichtingscampagnes plaats te vinden. Daarnaast is het wenselijk dat een bepaald thema jaarlijks in de picture staat. Als er landelijk bepaalde thema’s spelen dan wel dat op welk vlak dan ook landelijk aandacht wordt gegeven aan een bepaald onderwerp, zou het ADV-Limburg haar themagerichte voorlichting daarop kunnen en moeten laten aansluiten. Wel is het belangrijk om daarbij te bekijken of deze thema’s in (delen van) Limburg daadwerkelijk spelen of niet aan de orde zijn. De ADV-Limburg zal jaarlijks actuele thema’s als speerpunt oppakken. Daarbij kunnen deze thema’s ook meerdere jaren actueel en dus prioritair zijn. Voor de komende jaren zal in ieder geval aandacht worden gegeven aan de thema’s “stage- en arbeidsplaatsen voor minderheden 8 (werving en selectie)” en “toegankelijkheid horeca en uitgangsgelegenheden voor minderheden”. Net als bij de algemeen publieksgerichte voorlichting zal bij de themagerichte voorlichting de verschillende mogelijkheden van communicatie en publicatie zo effectief mogelijk moeten worden ingezet. Voorlichting voor scholen Specifieke aandachtsgroep binnen de voorlichting betreffen de scholen. Het gaat dan om zowel de scholieren als de docenten. Vanuit preventief oogpunt kun je er niet vroeg genoeg bij zijn om te werken aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie. Voor scholen zullen daarom gerichte voorlichtingscampagnes en informatiepakketten worden gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Ook zal daarbij worden ingespeeld op de diverse niveaus en belevingswerelden binnen het (voortgezet) onderwijs. Voor de scholen zijn er aparte voorlichtingspakketten ingedeeld in lagere en middelbare scholen en op verschil van niveau. Er is ontzettend veel materiaal al aanwezig dat speciaal voor scholen gemaakt is: Grensgevallen: waar sta jij? Dit ben ik, School zonder Racisme, Discriminatievrije school etc. etc. Het bureau heeft als taak alle beschikbare voorlichtingsmaterialen te screenen en dan keuzes te maken over welke passen in de Limburgse situatie. Dit in overleg met de scholen en hun diverse partners. Waar is behoefte aan en wat past binnen de planning van de scholen. Behalve te wachten op aanvraag van de scholen voor infomateriaal kan de voorziening ook informatie aanbieden. Behalve informatie materiaal kunnen medewerkers, al dan niet samen met ervaringsdeskundigen, ook gastlessen verzorgen in het primair en voortgezet onderwijs (zowel voor leerlingen als voor docenten). In de lessen worden zware thema’s als discriminatie en vooroordelen voor kinderen en jongeren herkenbaar gemaakt. Centraal thema daarbij is “respect” voor en “waardering” van het andere. Aansluiting bij en afstemming met de aanpak “veilige school”is eminent. Van belang is om samen met het onderwijs vooraf een en ander goed af te stemmen en te organiseren. De ADV-Limburg zal samen met de scholen kijken op welke wijze voorlichting over discriminatie structureel ingebed kan worden in het onderwijsprogramma en welke organisaties zij daarbij nodig hebben. De lead ligt hiervoor bij de scholen zelf. Relaties met de veilige school, weerbaarheidsprojecten, etc. zijn natuurlijk logisch en wenselijk. Samenwerking met partners in het veld Op gebied van voorlichting is enorm veel materiaal voorhanden. Het is niet de bedoeling dat de ADVLimburg het wiel opnieuw gaat uitvinden. Behalve het verzamelen van informatie die voor handen is (en dit aanpassen aan de Limburgse behoefte) zal zij de samenwerking moeten zoeken met 8 Onder minderheden wordt hier verstaan: iemand die op basis van een van de kenmerken/dimensies van diversiteit – sekse, huidskleur (etniciteit), leeftijd, gezondheid, seksuele gerichtheid, religieuze overtuiging, burgerlijke staat, opleiding, arbeid, etc. – tot een minderheidsgroepering kan behoren.
13
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
kennispartners in het veld (o.a. Artikel 1, Vluchtelingenwerk, COC, Mondiale Centra, Centra voor Diversiteit, Gehandicaptenorganisaties, Migrantenzelforganisaties, Vrouwenorganisaties, Politie, Justitie, Sportbonden, Belangenorganisaties, Koninklijke Horeca, werkgevers- en werknemersorganisaties, etc., etc., etc.). Naast voorlichtingspakketten zijn via partners in het veld vrijwilligers (“ervaringsdeskundigen”) te vinden die op vrijwillige basis ingezet kunnen worden bij de diverse voorlichtingsactiviteiten. De ADV-Limburg dient een voortrekkersrol op zich te nemen om zo te komen tot een samenhangend integraal voorlichtings- en informatiepakket, als ook een samenhangend en integraal voorlichtingsprogramma dat de ADV-Limburg samen met en door bovengenoemde partners kan laten verzorgen.
2.4.2
(Beleids)advies
De ADV-Limburg beschikt over informatie over tendensen, richtingen op gebied van discriminatie door hun contact met melders en burgers die bereikt worden via voorlichtingsactiviteiten. Het is de taak van de ADV-Limburg om eens per half jaar met de gemeenten het gesprek aan te gaan over de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen en signalen die zij opvangt en de adviezen die zij daarbij heeft. Vanuit pragmatisch oogpunt volstaat gezamenlijk overleg met de centrumgemeenten samen met enkele andere gemeenten. De gesprekken dienen gericht te zijn op het voorkomen van discriminatie in de regio en eventueel in specifieke gemeenten binnen deze regio en het aan de hand daarvan eventueel bij te stellen beleid. De ADV-Limburg geeft de gemeenten daarnaast advies over de richting waarin de voorziening zich verder dient te ontwikkelen, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Deze taak zal expliciet worden opgenomen in het jaarlijkse programma en subsidiecontract (zie paragraaf 4.2). Hiervoor zal de jaarlijkse monitor als basis dienen (zie paragraaf 2.3). Behalve het halfjaarlijks geplande overleg staat het de voorziening vrij om gevraagd en ongevraagd advies te verstrekken indien zij dit nodig achten. De gemeenten in Limburg hebben namelijk veel profijt van advies uit de praktijk. De ADV-Limburg kan daarnaast advies geven aan individuen en organisaties over het voorkomen en bestrijden van discriminatie. Met betrekking tot organisaties kan dit tevens gericht zijn op het organisatiebeleid of een algemeen advies over discriminatiezaken. Vanuit de opgedane ervaring legt de ADV-Limburg contact en gaat de discussie aan daar waar nodig. Ook advisering en ondersteuning van management of bestuur bij het opstellen van een gedragscode of protocol rond het voorkomen en bestrijden van discriminatie behoort tot de mogelijkheden
2.4.3
Signalering en toeleiding
Naast de actieve rol die de ADV-Limburg heeft met betrekking tot klachtmelding en –behandeling, registratie en monitoring en voorlichting en (beleids)advies is de ADV-Limburg mede afhankelijk van een goede signalering en toeleiding vanuit de samenleving. En daar ligt een belangrijke rol voor allerlei maatschappelijke instellingen, organisaties en het bedrijfsleven. Deze instellingen, organisaties en het bedrijfsleven worden in de praktijk geconfronteerd met voorvallen van (sluimerende) discriminatie. Voorvallen die uiteenlopen van gevoelens die leven tot daadwerkelijke discriminatiezaken. Om te zorgen dat deze (sluimerende)voorvallen goed in beeld komen is het zeer wenselijk dat deze maatschappelijke instellingen en organisaties en het bedrijfsleven een pro actieve houding aannemen met betrekking tot het signaleren en toeleiden van deze voorvallen naar het ADV-Limburg. Maar zij kunnen meer dan dat. Door in hun dagelijks werk bewust te zijn van mogelijke voorvallen van discriminatie kunnen zij eveneens preventief optreden. Van bijvoorbeeld docenten, welzijns-
14
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
werkers en politieagenten mag worden verwacht dat zij in dergelijke gevallen niet alleen signaleren en toeleiden maar dit ook ter plekke oppakken en in goede banen leiden. Samen met de provincie en de gemeenten zal worden gekeken in hoeverre het mogelijk c.q. noodzakelijk is om binnen de bestaande subsidierelaties en werkplannen met maatschappelijke instellingen en organisaties deze een actieve rol en taak te geven op het vlak van het voorkomen en bestrijden van discriminatie in afstemming met de taak en rol van de ADV-Limburg.
2.5
Overleg
Het Rijk heeft in de tijdelijke regeling voor 2007 een aanvullende voorwaarde opgenomen, namelijk dat een structureel overleg tot stand komt met Justitie en Politie. Meer concreet wenst het Rijk dat de afstemming van strafrechtelijk en bestuursrechtelijk (uitvoering van) antidiscriminatiebeleid binnen het driehoeksoverleg van OM, bestuur en politie zal plaatsvinden. Belangrijk daarbij is dat tevens een goede samenwerking ontstaat tussen de regionale ketenpartners voor een effectieve aanpak van discriminatie. Deze aanvullende voorwaarde van het Rijk sluit aan bij de aanwijzing die de Procureur Generaal heeft uitgebracht aan alle Openbaar Ministeries. Kern van deze aanwijzing is dat antidiscriminatie speerpunt van beleid is en dat naast repressie en strafrechtelijke vervolging trends dienen te worden gesignaleerd. Met betrekking tot de ADV-Limburg stellen wij voor dat dit binnen beide veiligheidsregio’s wordt opgepakt en vormgegeven. Zowel in de regio Zuid-Limburg als in de regio Noord- en MiddenLimburg dient discriminatie en het voorkomen en de aanpak daarvan structureel op de agenda van het driehoeksoverleg te komen. Daarbij dient voor dit onderwerp de ADV-Limburg bij dat overleg aan tafel te zitten en dus op agendabasis aan te schuiven. Ten behoeve van een goede afstemming tussen Justitie, Politie en het ADV-Limburg zal tevens op uitvoeringsniveau een regionaal discriminatieoverleg (RDO) worden ingericht vanuit het OM. In deze RDO’s zal de afstemming plaatsvinden tussen de strafrechtelijke aanpak en de bestuursrechtelijke aanpak. De wens is dat, ongeacht waar instroom plaatsvindt, te allen tijde wordt bekeken of sprake is van een bestuursrechtelijke en/of een strafrechtelijke procedure dan wel dat het een signalering betreft en dat degene die melding doet altijd een bericht krijgt wat de verdere gang van zaken is. Deze ontwikkeling vergt tevens dat binnen de gemeentelijke overheden discriminatie op de bestuurlijke agenda dient te staan. Een goede afstemming tussen de verantwoordelijk portefeuillehouder discriminatie en de burgemeester van de betreffende centrumgemeente is een must. Zij dienen dan te zorgen voor een goede afstemming met hun collega’s van de andere gemeenten in de betreffende regio.
2.6
Kenniscentrum Discriminatie
Nu duidelijk is welke functies de ADV-Limburg dient uit te voeren en wat deze functies inhouden wordt gesteld dat de ADV-Limburg de rol van een Kenniscentrum Discriminatie voor Limburg op zich dient te nemen. Een kenniscentrum waar allerlei organisaties, instellingen, verenigingen, stichtingen, burgers, overheden, etc., terecht kunnen voor informatie, gegevens, adviezen, etc., op het vlak van discriminatie en de aanpak daarvan. In andere woorden maar met dezelfde betekenis als in de vorige paragrafen is toegelicht, houdt de rol van kenniscentrum het volgende in: • registratie van klachtmeldingen en klachtbehandelingen naar aard, soort, afhandeling, etc. • registratie van signaleringen en toeleidingen • het geven van informatie en advies met betrekking tot discriminatie • coördinatie, communicatie en informatie met betrekking tot voorlichtingsprogramma’s en voorlichtingsactiviteiten op het vlak van discriminatie in de provincie Limburg
15
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
• • •
zorgdragen voor een sociale kaart Limburg op het vlak van discriminatie zorgdragen voor een provinciale database op het vlak van discriminatie etc.
Om deze rol van kenniscentrum waar te kunnen maken zal de ADV-Limburg een directe informatie uitwisseling met allerlei relevante maatschappelijke instellingen en organisaties moeten opzetten. Dat vergt niet alleen iets van de ADV-Limburg. Ook de diverse overheden en de instellingen en organisaties zullen hierin een pro actieve houding in moeten aannemen. De kwaliteit en het succes van de rol van een kenniscentrum staat of valt met de aangeleverde informatie.
2.7
PR en communicatie
Naast de inhoudelijke communicatie en voorlichting is het van wezenlijk belang dat de ADV-Limburg vanaf de start (en het liefst eerder) een actieve informatiecampagne organiseert over het bestaan van de ADV-Limburg en waar deze voorziening voor staat. Wat betreft deze voorlichting over het bestaan van de voorziening dient iedere inwoner, vereniging, maatschappelijke instelling, organisatie en het bedrijfsleven in Limburg op de hoogte te kunnen zijn dat het ADV-Limburg bestaat, wat haar functie is, welke informatie en voorlichting zij daar kunnen krijgen, wat burgers van het ADV-Limburg aan dienstverlening kunnen verwachten, en wanneer, hoe en waar het ADV-Limburg te bereiken is. De ADV-Limburg dient dit niet alleen bij de start van de voorziening te doen. Deze voorlichting en PR over de voorziening zelf dient regelmatig (geactualiseerd) plaats te vinden. Dit moet ertoe bijdragen dat de ADV-Limburg een bekende en gekende voorziening wordt in het Limburgse.
16
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
3
ORGANISATIE
De ADV-Limburg is een nieuw op te richten organisatie op provinciaal niveau met een inhoudelijke verankering op provinciaal en lokaal niveau. Belangrijke uitgangspunten met betrekking tot de organisatie zijn o.a.: • laagdrempelig en toegankelijk, zowel geografisch als in tijd • flexibel • effectieve en efficiënte bedrijfsvoering • slagvaardige platte organisatie • professioneel en kwalitatief deskundig personeel • aansluiting bij de twee veiligheidsregio’s in Limburg, te weten 1.) Noord- en MiddenLimburg, en 2.) Zuid-Limburg In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens ingegaan op de organisatiestructuur, de personele bezetting en de relatie tussen enerzijds de ADV-Limburg en anderzijds de gemeenten en de provincie.
3.1
Organisatiestructuur
Structuur Uitgaande van bovengenoemde uitgangspunten zal de ADV-Limburg op verschillende schaalniveaus haar organisatie moeten inrichten in relatie tot beide veiligheidsregio’s. Derhalve wordt voorgesteld om de organisatie als volgt vorm te geven: • twee Regionale Steunpunten, waarvan een in de regio Noord- en Midden-Limburg en een in de regio Zuid-Limburg, waarin in een van beide steunpunten het Centraal Bureau wordt ondergebracht dat op provinciaal niveau een overkoepelende taak heeft • Lokale Meldpunten in de overige gemeenten per regio, laagdrempelig en dicht bij de burger, ondergebracht in de regionale steunpunten en in bestaande fysieke balies/loketten van lokale (welzijns)instellingen Vanuit de Lokale Meldpunten zal uitvoering worden gegeven aan klachtmelding en klachtbehandeling. Ook kan men daar terecht voor individuele voorlichting en advies. De Lokale Meldpunten zullen fysiek met een eigen gezicht worden ondergebracht bij locaties van lokale (welzijns)instellingen. Deze meldpunten zullen op vaste tijden in de week open zijn. Daarbij zal met deze lokale (welzijns) instellingen afspraken moeten worden gemaakt over de samenwerking in deze meldpunten. Daarbij kan de eerste melding gerust plaatsvinden bij een medewerker van deze lokale (welzijns)instelling. Ook kunnen deze algemene aanwezige informatie verstrekken en zorgen voor een afspraak met een van de medewerkers van de ADV-Limburg. Intake, klachtbehandeling, (specifieke) voorlichting en advisering zijn taken die aan de medewerkers van de ADV-Limburg zijn en blijven voorbehouden. Dit in verband met de landelijke protocollen en kwaliteitswaarborging. Daarnaast zullen zij dagelijks bereikbaar zijn via de telefoon (evt. doorgeschakeld), per e-mail en via de website (24 uur per dag). De Regionale Steunpunten zijn in principe de standplaatsen per regio. Alle drie de hoofdfuncties van de ADV-Limburg worden vanuit het regionale steunpunt uitgevoerd ten behoeve van de eigen regio. De regionale steunpunten zijn dagelijks geopend op vaste tijden in de week en daarnaast bereikbaar via de telefoon (evt. doorgeschakeld), per post, per e-mail en via de website (24 uur per dag). Het Centraal Bureau is de backoffice van de ADV-Limburg waarin de directie/coördinatie en de (financieel) administratieve ondersteuning wordt ondergebracht. Tevens is dit de locatie van waaruit de Raad van Toezicht van de ADV-Limburg en de Raad van Advies (RvA) hun werkzaamheden verrichten. Het Centraal Bureau verzorgt tevens de (fysieke) invulling van de kenniscentrumfunctie.
17
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Vestigingsplaatsen Voor de vestiging van de verschillende onderdelen zijn enkele criteria opgesteld. Wat betreft de vestigingsplaats van het regionaal steunpunt wordt de aansluiting gezocht bij de vestiging van het Openbaar Ministerie in de betreffende regio. In Limburg zijn de beide Openbaar Ministeries gevestigd in respectievelijk Maastricht en Roermond. Dit betekent dus dat ervoor wordt gekozen het regionaal steunpunt Zuid-Limburg te vestigen in Maastricht en het regionaal steunpunt Noord- en MiddenLimburg te vestigen in Roermond. Voor de vestiging van de lokale meldpunten is uitgegaan van een adequate spreiding over de beide regio’s en de grootte van de gemeenten. Hiervan uitgaande is voor de regio Zuid-Limburg gekozen om lokale meldpunten te vestigingen in de steden Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen. Het lokale meldpunt in Maastricht is daarbij uiteraard onderdeel van het regionaal steunpunt. Op vergelijkbare basis is voor de regio Noord- en Midden-Limburg ervoor gekozen de lokale meldpunten te vestigingen in de gemeenten Roermond, Venlo, Venray en Weert. Evenals in Maastricht zal in Roermond het lokale meldpunt onderdeel zijn van het regionaal steunpunt. Wat betreft de vestiging van het Centraal Bureau wordt, net als bij de regionale steunpunten, gekeken naar de plaatsen waar de Openbaar Ministeries zijn gevestigd en welk Openbaar Ministerie de lead heeft bij de aanpak van discriminatie. Voor Limburg heeft het Openbaar Ministerie van Maastricht van het Rijk de opdracht gekregen om voor heel Limburg deze rol te vervullen. Hiervan uitgaande is het voorstel om het Centraal Bureau van de ADV-Limburg in Maastricht te vestigen. In Bijlage II is een overzicht opgenomen van de vestigingsplaatsen. Raad van Advies De ADV-Limburg is een nieuw op te richten organisatie die voor en namens de provincie en gemeenten in Limburg zal worden belast met de uitvoering van het provinciale en lokale antidiscriminatiebeleid. Gezien de landelijke impuls en de lokale betrokkenheid is het gewenst om in de eerste twee jaren een tijdelijke Raad van Advies (RvA) in te stellen. Deze RvA heeft tot taak de ADV-Limburg te adviseren over de hoofdlijnen van het beleid en in alle andere gevallen waarin de Raad van Toezicht van de ADV-Limburg dit wenselijk acht. Vooralsnog zal de RvA tenminste twee keer per jaar samenkomen. Voorgesteld wordt om de RvA samen te stellen uit: • de betreffende gedeputeerde van de provincie of diens vertegenwoordiger; • de betreffende wethouders van de gemeenten Heerlen, Maastricht, Sittard-Geleen, Roermond en Venlo (of diens vertegenwoordigers); • de officieren van justitie uit de regio’s Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg; • vertegenwoordigers (van het management) van de politiekorpsen uit de regio Noord- en Midden-Limburg en regio Zuid-Limburg. Indien gewenst kunnen in de RvA nog maximaal 2 wethouders plaatsnemen uit andere Limburgse gemeenten. RvA heeft met name een taak in de opstartfase van de ADV-Limburg. Zij dient ervoor te zorgen dat de ADV-Limburg zo optimaal en adequaat mogelijk op provinciaal, regionaal en lokaal niveau in Limburg wordt gepositioneerd en de continuïteit van de inbedding wordt gewaarborgd. Daarom is het voorstel om de RvA in eerste instantie voor maximaal twee jaar in te stellen vanaf de start van de ADV-Limburg (01-12-2008 t/m 31-12-2010). Aan het eind van deze periode zal het functioneren en de positionering van de ADV-Limburg worden geëvalueerd waarbij expliciet wordt gekeken naar de noodzaak en/of wenselijkheid van de RvA voor na 2010. Deze evaluatie zal gezamenlijk door de ADV-Limburg en de centrumgemeenten worden uitgevoerd. Op basis van de evaluatie worden aanbevelingen gedaan aan de RvA en de Raad van Toezicht (zie paragraaf 3.2.) van de ADV-Limburg.
18
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
3.2
Aansturing en personele samenstelling
Raad van Toezicht Ten behoeve van de aansturing wordt voorgesteld uit te gaan van het “Raad van Toezicht”- model. Dit betekent dat de directeur/coördinator statutair eindverantwoordelijk wordt voor de inhoudelijke, financiële en organisatorische aangelegenheden en daarover verantwoording aflegt aan een bestuur op afstand, de “Raad van Toezicht”. De directeur/coördinator vertegenwoordigt daarbij de ADV-Limburg naar buiten toe op landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal niveau. De taak van de Raad van Toezicht is dan (op afstand) te adviseren over en het bewaken van de afgesproken beleidslijnen en ambities. Met betrekking tot de raad van toezicht wordt gedacht aan een omvang van minimaal 3 en maximaal 7 leden, waaronder een voorzitter en een secretaris. Het bestuur wordt samengesteld uit professionals met de volgende achtergronden: • kennis/ervaring op gebied van discriminatiezaken, justitie, politie, financiële dienstverlening, onderwijs, juridische zaken • bij voorkeur een grote diversiteit in de samenstelling van de raad van toezicht • bestuurlijke ervaring • inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen • bij voorkeur een politiek netwerk • relaties met bedrijfsleven, justitie, maatschappelijke organisaties en/of onderwijs De leden van de Raad van Toezicht zullen à titre personnel worden benoemd zonder last en ruggespraak. De brede diversiteit in de samenstelling zal waarborgen dat alle belangen op de een of andere manier in de raad van toezicht worden behartigd. Kwaliteitszetels in de raad van toezicht zijn derhalve niet noodzakelijk en ook niet wenselijk. Personele samenstelling Met betrekking tot de personele bezetting zijn er landelijke normen ontwikkeld (zie Bijlage IV). Deze landelijke normen zijn landelijk als uitgangspunt gebruikt voor de berekening van de normbezetting van een ADV. Daarbij gaat men uit van een personele bezetting van een directeur/coördinator, klachtenbehandelaars/voorlichters en (financieel) administratieve ondersteuning. Op basis van de besprekingen met de diverse gemeenten en de klankbordbijeenkomst met de maatschappelijke instellingen en organisaties is gekozen om met een groeimodel te starten voor de ADVLimburg. Op basis van de praktijk wordt de komende twee jaren nauwgezet gevolgd of en in welke mate doorgroei naar de normbezetting noodzakelijk en/of wenselijk is. Dit betekent dat in Limburg niet wordt gestart met een personele bezetting op basis van de landelijke normen, maar dat de ADVLimburg met een lager aantal start op basis van een ingroeimodel Consequentie is tevens dat de ADV-Limburg voorlopig zal starten met een personele samenstelling passend binnen de financiële kaders van het ingroeimodel. Met andere woorden, binnen de financiële grenzen van de in het Gemeentefonds te storten Rijksmiddelen (zie paragraaf 3.1). Concreet bestaat de personele samenstelling uit een directeur/coördinator, klachtbehandelaars / voorlichters verdeeld over beide regio’s, administratieve ondersteuning en financieel administratieve ondersteuning. De omvang wordt op een later tijdstip nader ingevuld mede in relatie tot de omvang en verdere uitwerking van de werkzaamheden van de ADV-Limburg zoals in dit beleidsvoorstel opgenomen. De directeur/coördinator zal daarbij zijn werkzaamheden uitvoeren vanuit het Centraal Bureau. Daar is ook de financieel administratieve ondersteuning gevestigd. De klachtbehandelaars/voorlichters zullen in principe werken vanuit de regionale steunpunten en lokale meldpunten per regio, wat dan ook hun standplaats is. Van daaruit wordt ook zorggedragen voor de spreekuurfunctie in de ambulante meldpunten in de kleinere gemeenten.
19
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Vanuit pragmatisch en flexibel oogpunt zullen de klachtbehandelaars/voorlichters uit beide regio’s over en weer in de andere regio actief kunnen zijn. De administratieve ondersteuning zal flexibel over beide regio’s verdeeld worden ingezet. Wat betreft de deskundigheid zal worden gebruik gemaakt van de landelijk ontwikkelde en geïmplementeerde protocollen en werkwijzen. De ADV-Limburg zal daarom ook aansluiting zoeken bij de landelijke organisatie “ Artikel 1”. Op deze manier kan tevens de professionaliteit, deskundigheid en bijscholing van het personeel van de ADV-Limburg worden gewaarborgd.
3.3
Relatie met gemeenten en provincie
Het ADV-Limburg zal voor en binnen de gehele provincie actief zijn. Dat betekent dat er een relatie zal ontstaan tussen de ADV-Limburg en de gemeenten in Limburg en de Provincie Limburg. Waar het in deze paragraaf over gaat is hoe deze relatie ook formeel te kunnen vormgeven. Uitgangspunten daarbij zijn zekerheid voor alle partijen, flexibiliteit in de omgang, duidelijke communicatieve lijnen, eenduidige aanspreekpunten, zo min mogelijk bureaucratie en aansluiting bij de vormgeving in de twee regio’s. Hiervan uitgaande wordt voorgesteld om te kiezen voor een model van centrumgemeenten waarbij per veiligheidsregio een gemeente als centrumgemeente zal fungeren. De taak van de centrumgemeente zal onder andere bestaan uit het inhoudelijke en financiële accountmanagement namens de deelnemende gemeenten uit haar regio naar de ADV-Limburg en vice versa. Ook zal de centrumgemeente als trekker fungeren met betrekking tot het te voeren beleid en dat met de andere gemeenten afstemmen. Van groot belang bij het bepalen welke gemeente centrumgemeente zal worden zijn de vestiging van de beide regionale steunpunten. Het is namelijk het meest logisch dat gemeenten waar deze steunpunten zullen worden gevestigd ook zullen fungeren als centrumgemeente voor de betreffende veiligheidsregio. Zoals in paragraaf 3.1 is aangegeven zullen beide regionale steunpunten respectievelijk in Maastricht en Roermond hun domicilie hebben. De gemeente Maastricht zal derhalve de centrumgemeente zijn voor de regio Zuid-Limburg en de gemeente Roermond voor de regio Noord- en Midden-Limburg. Het model van een centrumgemeente vereist dat er heldere afspraken worden gemaakt tussen de centrumgemeente en de overige deelnemende gemeenten in de regio. Deze afspraken betreffen zowel de inhoudelijke als de financiële kant. Daarvoor zou tussen de gemeenten en het ADV-Limburg gezamenlijk een convenant moeten worden gesloten waarin dit wordt geregeld. De status van dit convenant wordt een resultaatverplichtende, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is en wat van hem of haar wordt verwacht.
3.4
Relatie met maatschappelijke instellingen en organisaties
De relatie van de ADV-Limburg met de diverse maatschappelijke instellingen en organisaties is uitgebreid beschreven in de verschillende paragrafen van hoofdstuk 2. Voor deze relatie wordt dan ook verwezen naar die betreffende paragrafen.
20
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
4
FINANCIËN EN SUBSIDIES
4.1
Financiering ADV-Limburg
Zoals het er nu uitziet zal in de aankomende wetgeving medio 2008-2009 worden opgenomen dat elke gemeente de verplichting krijgt om de toegang te verschaffen tot een antidiscriminatievoorziening. Uitgaande van de in deze notitie opgenomen lijn om te komen tot een ADV-Limburg voor de gehele provincie Limburg betekent dit dat de gemeenten in Limburg toegang zouden moeten gaan verschaffen tot deze voorziening dan wel een eigen voorziening. Deze verplichting kan betekenen dat de gemeenten gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor de (co-)financiering van het ADVLimburg. Genoemde wettelijke verplichting zou gaan gelden per januari 2009. De aankomende wetgeving zal uiterlijk eind 2008 zijn beslag krijgen. Ook het Rijk draagt bij in de financiering van de ADV’s in Nederland. De middelen die het Rijk nu inzet voor de tijdelijke regeling zullen, zoals het er nu naar uitziet, met ingang van invoering van wetgeving overgaan in een wettelijke financiering, uitgaande van mogelijke co-financiering door de gemeenten. Vooralsnog is het Rijk voornemens deze financiering via een algemene uitkering in het Gemeentefonds te verstrekken alle gemeenten. Op basis van de huidige informatie zal het Rijk een bedrag van ongeveer € 0,35 per inwoner in het Gemeentefonds storten. en de hoogte van de reeds ingezette eigen middelen door enkele gemeenten Het jaarlijkse budget voor de ADV-Limburg ziet er dan als volgt uit (prijspeil 2006): Peildata 2006
Bedrag in €
Rijksbijdrage o.b.v. € 0,35 per inwoner (1.131.938 inw.)
€ 396.000,--
Totaal
€ 396.000,--
Dit budget is ten behoeve van startniveau van de ADV-Limburg. Dat wil zeggen, met dit budget wordt de jaarlijkse exploitatie van het ingroeimodel gedekt. Mocht de komende jaren blijken dat het ingroeimodel verder dient te worden uitgebouwd dan zal tevens worden bekeken op welke wijze deze uitbouw kan worden gefinancierd.
4.2
Subsidiëring ADV-Limburg
Voor de ADV-Limburg wordt voorgesteld de stichtingsvorm te hanteren. Dit betekent dat de financiering van de ADV-Limburg zal plaatsvinden via het verstrekken van subsidies. De basis voor de subsidiëring vormt het jaarlijks door de ADV-Limburg op te stellen prestatieplan. Dat zou moeten plaatsvinden op grond van een productbegroting met integrale kosten per product of dienst. Uitgaande van de functies die de ADV-Limburg gaat uitvoeren zouden de volgende producten/diensten kunnen worden onderscheiden: • functie klachtmelding en –klachtbehandeling: klachtmelding klachtbehandeling (“traject”) • functie registratie en monitoring: registratie en monitoring • functie voorlichting en (beleids)advies: voorlichtingsbijeenkomsten/-presentaties informatieverstrekking en advisering • functie kenniscentrum
21
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
De ADV-Limburg stelt jaarlijks een programma op voor enerzijds de regio Noord- en MiddenLimburg en anderzijds de regio Zuid-Limburg. In deze programma’s wordt de jaarlijkse productie opgenomen en voorzien van een kostenberekening op basis van de prijzen per product/dienst. Uitgangspunt moet zijn dat in beide regio’s een vergelijkbaar programma wordt opgesteld, maar dat per regio mogelijkheden zijn voor maatwerk. Dit maatwerk betreft onder andere de dienstverlening in de meldpunten en de specifieke inhoud van het voorlichtingsprogramma. Met betrekking tot de subsidiering wordt voorgesteld te gaan werken met subsidiecontracten. Subsidiecontracten vormen een onderdeel van de beschikking waarin de wederzijdse rechten en plichten worden opgenomen. Qua inhoud zou in het subsidiecontract het volgende moeten worden geregeld: de te leveren diensten/producten (kwalitatief en kwantitatief, de financiën, de wijze van rapportage en evaluatie, overige contractverplichtingen als wijzigingsafspraken e.d.) en de daarmee te bereiken prestaties. Uitgaande van het voorgestelde centrumgemeente model wordt de centrumgemeente, namens alle gemeenten in hun regio, verantwoordelijk voor het jaarlijks kortsluiten van de programma’s en de subsidiebeschikkingen met bijbehorende subsidiecontracten. Consequentie is dat de ADV-Limburg en alleen de centrumgemeenten de contractpartners zijn. Dit houdt tevens in dat de centrumgemeenten zelf de financiering regelen met de andere gemeenten op basis van het te sluiten convenant (zie paragraaf 3.3).
Op basis van dit beleidsvoorstel zal de ADV-Limburg worden vormgegeven en worden geïmplementeerd. Om deze implementatie in goede banen te leiden is een concept implementatieplan opgesteld. Dit concept plan is opgenomen in Bijlage III.
22
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
BIJLAGEN
23
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
24
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Bijlage I
Stappenplan ADV-Limburg
Wat
Wie
Wanneer
Startconferentie
Gemeenten, Provincie, OM, Politie, instellingen, belangenorganisaties
Schriftelijke informatieronde: • verslag startbijeenkomst • brief provincie • startnotitie • stappenplan • informatiepunt
Door provincie te versturen aan: • deelnemers startbijeenkomst • gemeenten en overige relevante instanties die niet hebben deelgenomen aan startbijeenkomst
Bespreking ontwikkelingen antidiscriminatie en startnotitie in betreffende regionale overleggen (ambtelijk en bestuurlijk)
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo met de betreffende gemeenten in de verschillende regio’s
November – December 2007
Klankborden (landelijke) ontwikkelingen antidiscriminatie en startnotitie met relevante instanties, instellingen en belangenorganisaties in Limburg
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo
November – December 2007
O.b.v. besprekingen en klankbordbijeenkomst uitwerken startnotitie tot concept beleidsvoorstel ADV-Limburg incl. concept implementatieplan
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo ingestelde projectgroep
Januari – Februari 2008
Antiracisme dag: Publicitair aandacht geven aan de ontwikkeling van de ADV-Limburg
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo ingestelde projectgroep
21 maart 2008
Klankborden concept beleidsvoorstel ADVLimburg incl. concept implementatieplan met gemeenten en relevante instanties, instellingen en belangenorganisaties in Limburg
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo
April – Juni 2008
O.b.v. besprekingen en klankbordbijeenkomst Door Provincie en gemeenten Heerlen, opstellen definitief beleidsvoorstel ADV-Limburg Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo incl. concept implementatieplan ingestelde projectgroep
Mei – Juni 2008
27 september 2007
Oktober 2007
Besluitvorming definitief beleidsvoorstel ADVLimburg incl. concept implementatieplan
Provincie en gemeenten in Limburg
Juli - Oktober 2008
Schriftelijke reacties besluitvorming ADVLimburg per gemeente
Gemeenten in Limburg
Bijstellen en vaststellen definitief implementatieplan o.b.v. besluitvorming beleidsvoorstel ADV-Limburg
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Augustus - September Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo 2008 ingestelde projectgroep
Op basis van besluitvorming over definitief beleidsvoorstel ADV-Limburg opstellen en uitgeven publieksversie beleidsnota ADVLimburg
Door Provincie en gemeenten Heerlen, Maastricht, Roermond, Sittard-Geleen en Venlo ingestelde projectgroep
Vormgeving en implementatie ADV-Limburg
Door ADV-Limburg i.o. samen met de Provincie en gemeenten Venlo, Heerlen, Sittard-Geleen en Maastricht
Start uitvoering
ADV-Limburg
Voor 1 november 2008
Oktober – November 2008
Juni – December 2008
1 januari 2009
25
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Bijlage II
Overzicht vestigingsplaatsen ADV-Limburg
Onderdeel
Noord- en Midden-Limburg
Zuid-Limburg
Centraal Bureau incl. Regionaal Steunpunt en incl. Lokaal Meldpunt
Maastricht
Regionaal Steunpunt incl. Lokaal Meldpunt
Roermond
-
Lokaal Meldpunt ondergebracht in lokale (welzijns)instellingen
Arcen en Velden, Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Helden, Horst a/d Maas, Kessel, Leudal, Maasbree, Maasgouw, MeerloWanssum, Meijel, Mook en Middelaar, Nederweert, Roerdalen, Sevenum, Venlo, Venray en Weert
Beek, Brunssum, Eijsden, GulpenWiitem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Margraten, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg a/d Geul, Voerendaal
26
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Bijlage III
(Concept) Implementatieplan ADV-Limburg
Nr.
Onderwerp
1.
Organisatie
2.
3.
4.
5.
6.
7.
•
opstellen en vastleggen Statuten ADV-Limburg
•
personeelsbeleid incl. profielschetsen personeel, profielen leden raad van toezicht
•
taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden raad van toezicht, directie en personeel, incl. reglement raad van toezicht, directiereglement en mandaatregeling, reglement Raad van Advies
Personeel •
werven voorzitter raad van toezicht en deze werft overige leden van de raad van toezicht
•
voorbereiden wervingscampagne personeel, uitvoering geschiedt door (voorzitter) raad van toezicht
Kwaliteit •
implementatie protocollen klachtmelding, klachtbehandeling, registratie en monitoring
•
implementatie en op maat maken relevante landelijke, regionale en/of sectorale ontwikkelde instrumenten en methoden
•
opzetten deskundigheidsbevordering en bewaking conform landelijke richtlijnen
•
een en ander uitwerken in kwaliteitsbeleid(splan)
Huisvesting, ICT, telefonie, etc. •
verwerven en inrichten vestiging Centraal Bureau en regionale steunpunt Maastricht en regionaal steunpunt Roermond
•
realiseren lokale meldpunten bij lokale (welzijns)instellingen
•
vormgeven en implementeren informatie en communicatie infrastructuur, zowel hardware (telefonie, ICTnetwerk, etc.) als software (diverse pakketten financieel, administratief, werkinhoudelijk, website, etc.)
Financiële bedrijfsvoering •
opstellen en uitwerken startbegroting ADV-Limburg
•
startbegroting vertalen in inhoudelijke productbegroting
•
opzetten financieel beleid en financiële administratie
Formele (subsidie)relatie met gemeente(n) en maatschappelijke instellingen en organisaties •
convenant tussen gemeenten
•
vormgeven overlegstructuur met (centrum)gemeenten
•
subsidiecontract centrumgemeenten – ADV-Limburg
•
informatie & rapportageprotocol ADV-Limburg - centrumgemeente
•
vormgeven driehoek OM – Politie – Overheid – ADV-Limburg
•
vormgeven samenwerkingsnetwerk met maatschappelijke instellingen, organisaties, bedrijfsleven
PR en Communicatie •
communicatie + PR plan
•
publieksversie beleidsplan ADV-Limburg
27
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Bijlage IV
Landelijke kengetallen ADV
Met betrekking tot de personele bezetting zijn er landelijke normen ontwikkeld. Deze landelijke normen zijn als uitgangspunt gebruikt voor de berekening van de normbezetting van de ADV-Limburg. De landelijke normen zijn als volgt:
Landelijke normering Kengetal
Gemiddeld
- normaantal klachten
0,75 ‰ per inwoner
- tijdsduur per klacht
5,5 uur per klacht
- voedingsgebied ADV
400.000 inwoners
- normbezetting ADV per voedingsgebied
1 fte directeur/coördinator 3 fte klachtbehandelaars/voorlichters 1fte administratieve ondersteuning
Limburg op basis van landelijke normering Kengetal - aantal inwoners Limburg (CBS 2006)
Gemiddeld 1.131.938 inwoners
- factor Limburg : norm voedingsgebied
2,83
- aantal klachten Limburg o.b.v. landelijke norm
850
- aantal benodigde productieve uren klachtbehandeling o.b.v. landelijke normering (excl. coördinatie, preventie, voorlichting en informatie, en administratie) - normbezetting ADV-Limburg o.b.v. landelijke norm
28
4.675 uur per jaar
1,0 fte directeur/coördinator 8,5 fte klachtbehandelaars/voorlichters 2,8 fte administratieve ondersteuning
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Bijlage V
Kort verslag Startconferentie 27 september 2007
Op 27 september 2007 vond in Weert de startconferentie plaats om te komen tot een Provinciale Antidiscriminatie Voorziening. Een 37-tal gemeenten en organisaties was aanwezig op uitnodiging van gedeputeerde Odile Wolfs. Na een woord van welkom door dagvoorzitter Simone van Trier en een korte inleiding van mevrouw Wolfs volgde een aantal sprekers. De heer Ralf Krooshof van het ministerie van VROM bracht het advies van de Commissie Borst over de infrastructuur van de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) in herinnering. Er zou een landelijk dekkend netwerk moeten komen met in elke gemeente een meldpunt. De voorziening zou laagdrempelig en onafhankelijk moeten zijn. Het ministerie gaat uit van rijksmiddelen voor de taken klachtenmelding en –afhandeling en registratie en monitoring. Preventie en voorlichting ziet het ministerie als een autonome taak van de gemeenten en wordt daarom ook niet opgelegd. Een en ander wordt in de nieuwe wettelijke regeling vastgelegd. Deze regeling zal zoals het er nu naar uitziet op 1-1-2009 in werking treden. Tot die tijd wordt de overgangsregeling voortgezet. Voor de uitvoering van de wet zal een bedrag van 6 miljoen Euro niet geoormerkt in het Gemeentefonds worden gestort. De tweede spreker is de heer Gé Grubben van Artikel 1. Hij geeft aan dat discriminatiezaken vaak als incident worden afgedaan, echter discriminatie is gebaseerd op structurele misstanden. Er dient dan ook één loket te komen waar mensen terecht kunnen met hun klachten. Voorlichting en preventie zijn zeker noodzakelijk. Een ADV moet ook beleidsadviezen kunnen geven aan overheden en relevante organisaties. Een ADV is tenslotte ook kennismakelaar. Door training en deskundigheidsbevordering wordt deze kennis verspreid. In verband met deze taken dienen aan ADV’s de volgende eisen te worden gesteld: deskundig en professioneel, toegankelijk en afgestemd op de landelijke normen. Derde spreker is de heer Peter Jager als afgevaardigde van de werkgroep ADV-Limburg. Hij legt uit hoe de startnotitie tot stand is gekomen, wat de inhoudelijke afwegingen zijn geweest voor de gemaakte keuzes. Een laagdrempelig, provinciaal bureau dat voor een ieder bereikbaar is, is het te bereiken doel. Behalve de taken opgelegd vanuit de Rijksoverheid benadrukt de werkgroep expliciet het belang om ook aandacht te besteden aan voorlichting en preventie. Na de sprekers en een korte pauze volgt een discussie met de zaal. De volgende zaken komen daarbij aan de orde: De aanwezigen gaan akkoord met de hoofdlijnen van de Startnotitie. Gekozen wordt voor een groeimodel: starten op basis van de middelen die beschikbaar zijn, waarbij ook preventie als kerntaak moet worden meegenomen. Er zal voor gewaakt moeten worden dat de ADV Limburg een zware, bureaucratische organisatie wordt. Om te kunnen voldoen aan de eis van professionaliteit is wel een minimale schaal noodzakelijk. Bij de organisatorische vormgeving is ook de eis van onafhankelijkheid een randvoorwaarde. Betreurd wordt dat waarschijnlijk geen rijksmiddelen beschikbaar komen voor preventie en voorlichting. Dat dit ook een kerntaak is van een ADV zou in ieder geval wel in de wet vastgelegd moeten worden. Preventie en voorlichting zullen vooral op lokaal niveau vorm en inhoud moeten krijgen. Gemeenten dienen hiervoor beleid te ontwikkelen, dat vervolgens door lokale organisaties op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs en sport moet worden uitgebouwd in samenwerking met de ADV. De Startnotitie dient ook in het driehoeksoverleg (gemeente, OM en politie) besproken te worden. Bij de voorbereiding waren deze partijen reeds betrokken als klankbord; bij de uitwerking zullen zij via het driehoeksoverleg structureel betrokken worden. Omdat het algemeen rijksbeleid is om het aantal doeluitkeringen terug te brengen, heeft de rijksoverheid bewust niet gekozen voor geoormerkte middelen. Wel zullen de gemeentelijke verplichtingen ten aanzien van een antidiscriminatievoorziening heel duidelijk vastgelegd worden in de wet en zal daarop toezicht gehouden worden via de algemene verantwoording. Een praktische werkwijze voor de inzet van de rijksmiddelen is via het centrumgemeentenmodel, zoals wordt voorgesteld in de Startnotitie. Afsluitende conclusie: De aanwezigen zijn positief over de voorgenomen koers. Het basisdocument kan verder uitgewerkt worden. Hiervoor zal een informatie- en bespreekronde georganiseerd worden voor alle gemeenten en andere betrokken partijen.
29
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
Bijlage VI
Kort verslag Klankbordbijeenkomst 13 december 2007
Op 13 december 2007 vond een klankbordbijeenkomst voor geheel Limburg plaats in Maastricht met betrekking tot de te ontwikkelen AntiDiscriminatieVoorziening Limburg (ADV-Limburg). Er zou ook een bijeenkomst plaatsvinden in de regio Noord en Midden Limburg, maar gezien het zeer gering aantal aanmeldingen is het 1 bijeenkomst geworden. De bijeenkomst werd georganiseerd voor allerlei maatschappelijke instellingen en organisaties. Ook het OM en de politie waren uitgenodigd. Op de bijgevoegde presentielijst zijn de organisaties en instellingen die aanwezig waren terug te vinden. De ministerraad heeft op voorstel van minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie ingestemd met het wetsvoorstel om te komen tot een landelijk netwerk van antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s). Dit betekent dat vanaf 1 januari 2009 iedere burger in zijn of haar woonplaats terecht moet kunnen bij een Anti-discriminatievoorziening voor bijvoorbeeld bijstand en advies als sprake is van discriminatie, op welke grond dan ook. Nadat in 2006 bovenstaande informatie bekend werd hebben een aantal Limburgse gemeenten en de Provincie Limburg de hoofden bij elkaar gestoken en een werkgroep opgericht. In de loop van de tijd hebben zich nog meer gemeenten gemeld waardoor de werkgroep momenteel bestaat uit de gemeenten Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen, Venlo en Roermond en de provincie Limburg. De werkgroep neemt het voortouw om te komen tot een provinciaal antidiscriminatievoorziening. Mw. Simone van Trier was de dagvoorzitter en informeerde naar de verwachtingen van de aanwezigen en de punten waar men nog aandacht voor wil vragen. Alle aanwezigen hebben de conceptstartnotitie ontvangen en zijn geïnformeerd over de rol van Rijksoverheid, Provincie en gemeenten in deze. Hieronder een bundeling van de op- en aanmerkingen: •
Er blijven nu kansen liggen op gebied van aanpak van discriminatie. Het voorgestelde tijdspad (start 1 januari ‘09) duurt te lang: er moet zo snel mogelijk een voorzienig komen waarbij discriminatie op basis van diversiteit aandacht verdient. Zo moet er aandacht zijn voor discriminatie o.g.v. sekse, leeftijd, afkomst en voorkeur van partner.
•
Er bestaat discriminatie op institutioneel niveau die moeilijk te herkennen is. Van belang is daarom het juridisch uit te werken wat e.e.a. inhoudt. Omdat niet altijd duidelijk is wat discriminatie is en wat eraan gedaan kan worden, is voorlichting belangrijk. Tevens behoeft de informatievoorziening aandacht. Zo dient de achterban van alle organisaties geïnformeerd te worden. Het is belangrijk aan publiek duidelijk te maken wat ze kunnen doen en waar ze dat kunnen op gebied van discriminatie.
•
De aanwezigheid van veel meldpunten is belangrijk voor de laagdrempeligheid van de voorziening. Hierbij speelt tevens een goede toegankelijkheid een rol. De voorziening dient persoonlijk en in de buurt te zijn i.v.m. bekendheid en zichtbaarheid. De voorziening dient tevens Laagdrempelig beschikbaar te zijn voor alle gemeenschappen.
•
Er moet aandacht komen voor discriminatie bij o.a. werving en selectie op de arbeidsmarkt.
•
Mensen die komen willen vaak hun verhaal kwijt en hier moet in de nieuwe organisatie ruimte voor zijn.
•
Het is duidelijk dat een goede voorziening momenteel gemist wordt.
•
Er moet aandacht zijn voor de relatie die de voorziening heeft en moet hebben met het welzijnswerk. Er moet een goede afstemming en samenwerking zijn tussen beide organisaties.
•
Voor jongeren op scholen is de voorlichting een belangrijk punt. Er zijn verschillende soorten pakketten en het is zaak dat de school aandacht voor discriminatie inbed en integreert in het totale handelingsarsenaal. Onderwerp van aandacht moet respect zijn.
•
Voor justitie is de komst van de anti-discriminatievoorziening erg belangrijk. De procureur generaal heeft een aanwijzing uitgebracht waarin vermeld wordt dat antidiscriminatie een speerpunt van beleid dient te worden. Er dienen trends te worden gesignaleerd, naast repressie. Het aantal discriminatiezaken bij justitie is (lijkt) momenteel erg laag, nu de zaken onder een andere noemer worden geschoven. Voor de toekomst dient de noemer juist te zijn en worden daders zwaarder gestraft indien het om discriminatie gaat.
•
Een “stevige” raad van Toezicht is belangrijk voor het slagen van de nieuwe organisatie.
•
Het moet duidelijk zijn wat wel en wat geen discriminatie is op gebied van de arbeidsmarkt.
•
Hoe wordt de bemensing van de meldpunten geregeld. Hoe wordt de deskundigheid gewaarborgd?
Peter Jager, lid van de werkgroep, geeft aan de alle punten serieus meegenomen worden door de werkgroep. Voorlichting is een groot aandachtspunt van de werkgroep. Heel Limburg moet weten: - dat er een discriminatievoorziening is - wat de anti-discriminatievoorziening voor staat en inhoudt De antidiscriminatievoorziening moet daarbij een kenniscentrum zijn voor organisaties die iets willen op het gebied van discriminatie. Daarna gaat Peter Jager middels een power point presentatie in op de aanleiding van het op te richtten bureau zien, de noodzaak en de inhoud van de startnotitie en wat de overheden kunnen bieden en wat de vragen zijn die aan de aanwezige
30
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
instellingen en organisaties worden voorgelegd. Ook werd ingegaan op het te doorlopen proces en tijdpad om tot een ADVLimburg te komen. De sheets van de presentatie zijn als bijlage bij dit verslag gevoegd. Tijdens de presentatie is voor zover mogelijk antwoord gegeven op de gestelde vragen en ingegaan op de punten van aandacht. Gedurende de presentatie en de aansluitende discussie met de zaal zijn verschillende aspecten besproken. Deze zijn hieronder weergegeven: •
Fysiek is het de bedoeling dat er 1 Provinciaal bureau komt onderverdeeld in 2 regionale centra. De bemensing van het bureau dient vanuit de voorziening waar het bureau aan gekoppeld is geregeld te worden. Waar ze komen is nog niet op voorhand aan te geven. Dit kan verschillen van stad tot stad of van gebied tot gebied. Maatwerk en flexibiliteit zijn geboden.
•
Bijscholing en deskundigheidsbevordering is onder andere te regelen via de landelijke organisatie artikel 1.
•
Er worden afspraken met instellingen en organisaties gemaakt over telefonische melding.
•
Het is niet de bedoeling op allerlei plekken structurele plekken in te richten, bereikbaarheid is uitgangspunt, maar de invulling wordt flexibel en betreft maatwerk per gebied.
•
Groot punt van aandacht voor de werkgroep is de BEKENDHEID van de voorziening. Hier dient vooral in de opstartfase veel aandacht aan gegeven te worden.
•
Er wordt zeker aandacht besteed aan moderne communicatiemiddelen zoals internet (website).
•
De organisatie wordt bottum up georganiseerd. Geen duur bureau maar gebruik maken van de contacten die er al zijn. Idee vanuit de zaal is om een vertrouwenspersoon van een deelnemende organisatie te koppelen aan iemand vanuit het ADV. Hierdoor worden signalen van binnen uit afgegeven. De relatie en samenwerking met andere organisaties kan veel tijdwinst opleveren.
•
Het nieuwe bureau heeft een taak om discriminatie bespreekbaar te maken, het taboe er af te halen. Voorlichting en preventie dienen stevig neergezet te worden. Een outreachende campagne voor bekendheid, om herkennen en erkennen te verhogen moet worden uitgezet.
•
Er komen meerdere meldpunten omdat laagdrempelige bereikbaarheid noodzaak is en het wenselijk kan zijn dat men een keuze heeft waar men wil melden (anonimiteit).
•
Er dient bij de politie een mentaliteitsverandering op te treden om discriminatie te bestrijden. Nu wordt nog vaak gezegd dat er niets gedaan kan worden. Door het bureau goed, duidelijk en herkenbaar neer te zetten wordt de politie ook handvaten verstrekt om te zorgen dat er wel iets aan gedaan wordt. De politie heeft de opdracht om meldingen te registreren en te bespreken. Aangifte moet tot vervolging leiden. Er zou een standaard halfjaarlijks overleg moeten zijn tussen politie, OM en gemeenten voor afstemming. De politie dient één portefeuillehouder discriminatie te komen om te komen tot meer deskundigheid en verantwoordelijkheid.
•
De status van de Anti discriminatievoorziening moet er een worden van een onafhankelijke organisatie. Dit vraagt de wet ook.
•
Signaleren en toeleiden vanuit organisaties naar het bureau is van groot belang. Daar moet het ADV het van hebben. Het gaat om het leggen van verbindingen, een sluitend netwerk en een structurele aanpak.
•
Grote vraag is wie voorlichting en advies gaat betalen? Vanuit de Rijksoverheid komt hier geen extra geld voor vrij. Er moet dus gebruik gemaakt worden van bestaande middelen. Alle organisaties zijn er mee bezig, iedereen besteed er wel aandacht aan. Als al die inzet verbonden wordt kan een sluitend netwerk gemaakt worden zonder heel veel extra middelen. Voor de verbinding zijn concrete afspraken nodig. Om hier toe te komen dienen gemeenten een rol te spelen.
•
De opzet van het Netwerk Millenniumdoelen kan gebruikt worden als een voorbeeld van opzet.
•
De rol van het kenniscentrum is concreet: informatie over wie, wat en waar. Er is nu veel informatie voorhanden maar zeer gefragmenteerd. Velen bieden veel aan zonder dat ze dat altijd van elkaar weten. Het kenniscentrum moet een rol spelen in de ordening en structurering hiervan.
•
Er kan worden ingespeeld op actuele thema’s in het onderwijs. Zo zijn onderwerpen als actief burgerschap en sociale integratie verplicht in het basisonderwijs en hier kan bij aangehaakt worden. Voorlichting naar scholen toe moet gericht zijn op integratie.
•
Het kenniscentrum kan ook een rol spelen bij discriminatie in de regelgeving die er is. Kenniscentrum moet een rol spelen op regionaal en lokaal gebied. Er zou een landelijk kenniscentrum moeten zijn voor landelijke zaken. Eigenlijk is dat Artikel 1.
•
Kortom het kenniscentrum: verstrekt informatie en adviseert over wat er speelt op gebied van discriminatie verstrekt informatie en adviseert over voorlichtingsmogelijkheden zorgt voor coördinatie en afstemming is een provinciale database op gebied van discriminatie weet welke organisaties wat doen op welk moment en waar
31
Concept beleidsvoorstel AntiDiscriminatieVoorziening Limburg
-
maakt gebruik van ervaringsdeskundigen al dan op basis van inhuur
•
Werkgevers en werknemers zijn vandaag niet aanwezig. Het is bekend dat er op de werkvloer ook gediscrimineerd wordt en dat daar niets aan gedaan wordt en zelfs vaak nauwelijks op gereageerd.
•
Problemen dienen inzichtelijk gemaakt te worden. Bekendheid is nodig. Voor volgende bijeenkomsten zullen werkgeversorganisaties expliciet worden uitgenodigd.
•
Er moet outreachend gewerkt worden om inzichtelijk te maken wat er daadwerkelijk speelt. Nu weten we eigenlijk niets. Er zijn wel vermoedens maar echt concreet is niets.
•
Een kwaliteitslabel is absoluut noodzakelijk. Professionaliteit en deskundigheid is nodig om de laagdrempeligheid van het frontoffice te waarborgen. Medewerkers moeten een goed analytische vermogen hebben en weten wanneer doorverwijzen aan de orde is. Dit wordt niet eenvoudig, vergelijkbaar voorbeeld is het WMO loket.
•
De anti discriminatie voorziening valt niet onder een van de prestatievelden van de WMO maar heeft wel met alle prestatievelden te maken in de zin dat op elk maatschappelijk terrein sprake kan zijn van discriminatie.
•
Er is een pleidooi om Burgemeesters op een lijn te zetten. Er moeten goede afspraken gemaakt worden. Vanuit de werkgroep is het advies om wethouders te betrekken. Via de officier staat het onderwerp sowieso op de agenda bij de Burgemeester.
•
Er moet nog aandacht besteed worden aan de relatie met de pers. Ook deze tussentijdse ontmoetingen zijn belangrijk om naar buiten te communiceren. Wordt opgepakt voor de volgende bijeenkomst.
•
21 maart is anti racisme dag. Een goed moment op ook nog eens de ontwikkeling van de ADV-Limburg onder de aandacht te brengen.
•
Conclusie is dat de neuzen van de aanwezigen allemaal dezelfde kant uitstaan. Iedereen is blij met de komst van de toekomstige voorziening. Ook is men zeer tevreden dat de overheid nu echt werk maakt van de aanpak van discriminatie en dat in Limburg dat samen met instellingen en organisaties wordt opgepakt. .
Aan het eind van de bijeenkomst wordt nog eens expliciet gemeld dat de volgende klankbordbijeenkomst op woensdag 2 april 2008 zal plaatsvinden in de Oranjerie in Roermond. Deze bijeenkomst zal op provinciale schaal zijn en heeft het beleidsvoorstel ADV-Limburg als hoofdonderwerp. Uitnodiging, programma en stukken volgen uiteraard op een later tijdstip. Aan de organisaties en instellingen in de zaal wordt nu al meegegeven deze datum te reserveren.
32