Plan van aanpak Standaardisatie Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving (PIM)
Auteur
Marco Aarts
Versie
1.0
Status
Concept
Datum
april 2012
Opdrachtgever: Ministerie van I&M (mede namens V&J), Inspecteur Generaal, Jenny Thunnissen, namens deze Titia van Leeuwen (programmamanager PIM)
Management samenvatting Dit document beschrijft het plan van aanpak voor de (door)ontwikkeling van gegevens- en berichtenstandaarden ten behoeve van uitwisseling van informatie over toezicht en handhaving voor de sector milieu, als onderdeel van het Programma Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving (PIM). Het bouwt voort op het rapport ‘Voorstel Standaarden PIM’ dat in oktober 2011 is voorgelegd aan en akkoord bevonden door de PIM begeleidingscommissie. De volgende activiteiten worden benoemd, en uitgewerkt qua planning en resources: • Aanpassen bestaande informatiemodellen o RSGB (Referentiemodel Stelsel Gemeentelijke Basisgegevens) o RGBZ (Referentiemodel Gemeentelijke Basisgegevens Zaken) • Opstellen zaaktypecatalogus voor toezicht & handhaving/milieu • Aanpassen bestaande berichtstandaarden o StUF-BG (Standaard Uitwisselingsformaat basisgegevens) o StUF-ZKN (Standaard Uitwisselingsformaat basisgegevens) • Doorontwikkelen informatiemodel RIHa • Invullen RIHa (Referentie Informatiemodel Handhaving) voor milieuwetgeving (basistakenpakket RUD) • Ontwikkelen berichtstandaard StUF-RIHa (Standaard Uitwisselingsformaat voor RIHa) • Landelijke objectidentificatie • Begeleiden standaardisatietraject Forum Standaardisatie • Overdracht naar beheer • Algemeen: coördinatie, rapportage De werkzaamheden worden uitgevoerd door: • • • • •
PIM/ICTU: team standaardisatie Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten KING Werkgroep Integraal Toezichtprotocol iTP + achterban Inspectie Leefomgeving en Transport XML/StUF expert
Tot eind 2012 wordt voornamelijk gewerkt aan de aanpassing van bestaande standaarden en totstandkoming van nieuwe standaarden. In 2013 vindt overdracht naar een beheerorganisatie plaats en wordt de procedure doorlopen om de standaarden te laten opnemen op de ‘pas toe of leg uit’ lijst van het College Standaardisatie. Gedurende de gehele looptijd van het project wordt nauw afgestemd en samengewerkt met belanghebbenden uit het toepassingsgebied, andere sporen binnen PIM, gerelateerde trajecten buiten PIM, de leveranciers van Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH)-systemen, de beoogde beheerorganisatie en het forum standaardisatie.
2
Documenthistorie Versie Datum
Auteur
Opmerking
Status
0.1
29-11-2011
MFA Aarts
Initiële versie; activiteiten uitgewerkt
Concept
0.2
30-11-2011
MFA Aarts
Aanvullingen activiteiten n.a.v. overleg met KING en Concept Bureau Forum Standaardisatie; project chart toegevoegd, activiteit ‘algemene werkzaamheden’ toegevoegd
0.3
2-12-2011
MFA Aarts
Aanscherping n.a.v. reviewcommentaar; beperkt tot activiteiten; paragraaf resources toegevoegd
0.4
5-12-2011
MFA Aarts
Reviewcommentaar IB, RB, PL verwerkt; risico’s Concept verwerkt in de tekst; bemensing naar externe bijlage verplaatst; wisselwerking structuur RIHa/invullen RIHa expliciet gemaakt; naam activiteit ZTC aangepast; planning en afhankelijkheden in kaart gebracht; proces wijzigingsvoorstellen KING aangescherpt; link spoor thema-specifiek aangevuld; div. tekstuele aanpassingen
0.5
8-12-2011
MFA Aarts
Reviewcommentaar TB, MvdB verwerkt; activiteiten iTP werkgroep bijgevoegd; planning activiteiten i.s.m. KING aangepast; planning invullen RIHa aangepast; handhaving 2.0 toegevoegd aan activiteit ‘invullen RIHa’; afhankelijkheid activiteiten RSGB/RGBZ en RIHa aangepast; afhankelijkheid RSGB/RGBZ en ZTC toegevoegd
Concept
1.0
April 2012
MFA Aarts
Actualisatie; planning structuur RIHa en invullen RIHa aangepast; interne mijlpalen weggehaald; bijlage communicatiemomenten toegevoegd
Definitief
3
Concept
Inhoudsopgave Management samenvatting .................................................................................................2 1
Inleiding...................................................................................................................5
2
Projectdefinitie ........................................................................................................6
2.1
Opdracht...................................................................................................................6
2.2
Projectafbakening / Scope .........................................................................................6
2.3
Relaties met andere projecten ...................................................................................6
3
Aanpak en planning.................................................................................................8
3.1
Aanpassen bestaande informatiemodellen .................................................................8
3.2
Zaaktypecatalogus Toezicht & handhaving/milieu.......................................................9
3.3
Aanpassen bestaande berichtstandaarden ............................................................... 10
3.4
Doorontwikkelen informatiemodel RIHa.................................................................... 10
3.5
Invullen RIHa .......................................................................................................... 11
3.6
Ontwikkelen berichtstandaard StUF-RIHa-milieu ...................................................... 12
3.7
Landelijke objectidentificatie .................................................................................... 13
3.8
Begeleiden standaardisatietraject Forum Standaardisatie......................................... 14
3.9
Overdracht naar beheer........................................................................................... 15
3.10
Algemene werkzaamheden ...................................................................................... 16
4
Planning ................................................................................................................ 17
4.1
Doorlooptijd ............................................................................................................ 17
4.2
Mijlpalen ................................................................................................................. 17
4.3
Afhankelijkheden..................................................................................................... 18
Bijlage: Communicatiemomenten..................................................................................... 19
4
1
Inleiding
Eind 2010 verscheen het VIM-rapport (Verkenning Informatie-uitwisseling Milieuhandhaving), waarin aanbevelingen worden gedaan voor het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen organisaties die zich bezig houden met de handhaving van milieuwetgeving. Het VIM rapport beveelt onder andere aan gegevensstandaarden op dit gebied te gebied, omdat deze, daar waar al informatie wordt uitgewisseld, grotendeels ontbreken. Naast het VIM-rapport is een tweede belangrijke basis voor dit rapport het onderzoek (op verzoek van IPO gefinancierd door I&M en uitgevoerd door ICTU) dat begin 2011 werd afgerond en resulteerde in het rapport “Regionale Uitvoeringsdiensten Informatiearchitectuur (RUDI) 'Op weg naar een informatiemodel'”. In dit rapport is, vanuit het perspectief van de Regionale Uitvoeringsdiensten, geïnventariseerd welke standaarden toepasbaar zijn in de informatie-uitwisseling tussen de RUD en zijn omgeving. Niet alleen vanuit de decentrale overheden (provincies, gemeenten en RUD’s) wordt nagedacht over informatie-uitwisseling, ook de Rijksinspecties zijn hiermee bezig. Zo verscheen in 2011het Referentie Informatiemodel Handhaving (RIHa), waarin een model wordt gepresenteerd voor handhaving-specifieke informatie zoals handelingen, gestelde eisen en naleefgedrag, waarvoor nog weinig of geen standaarden voorhanden zijn. Dit model blijkt ook goed toepasbaar te zijn op de decentrale inspecties. In het rapport ‘voorstel standaarden PIM’ (oktober 2011) wordt op basis van bovenstaande ontwikkelingen geschetst hoe de informatiebehoefte er uit ziet en in hoeverre daar al standaarden voor beschikbaar zijn. Voor het invullen van de ‘witte vlekken’, daar waar nog geen of onvoldoende standaardisatie heeft plaatsgevonden, werd een aantal concrete voorstellen gedaan . De PIM begeleidingscommissie heeft zich op 4 november 2011 uitgesproken voor het opvolgen van deze voorstellen. In dit plan van aanpak wordt de (door)ontwikkeling van deze standaarden concreet uitgewerkt. Zaken als achtergronden, ‘waarom standaarden’ en doelgroepen zijn in het eerste rapport reeds verwoord en worden in dit rapport daarom niet herhaald. Dit plan is oorspronkelijk begin 2012 opgesteld, maar in april aangepast tot een actuele, definitieve versie. In het volgende hoofdstuk worden de kaders van het spoor standaardisatie geschetst. Hoofdstuk 3 gaat over de aanpak en planning. Hier worden tien ‘activiteiten’ gepresenteerd: concrete afgebakende stukken werk. Per activiteit wordt een beeld geschetst van de werkzaamheden, doorlooptijd, mijlpalen en eventuele risico’s. In hoofdstuk 4 worden de planning, de mijlpalen en de afhankelijkheden tussen de activiteiten in een overzicht gepresenteerd.
5
2
Projectdefinitie
2.1
Opdracht
Het spoor Standaardisatie van PIM heeft als doel het ontwikkelen van standaarden voor: • de gegevens die worden uitgewisseld tussen ketenpartners (informatiestandaarden) • het berichtenverkeer (berichtenstandaarden). De standaarden dienen niet alleen ontwikkeld te worden, ook moeten afspraken worden gemaakt over het beheer en onderhoud ervan.
2.2
Projectafbakening / Scope
Binnen het project standaardisatie vallen: • Opstellen informatiemodellen (structuur) • Vulling van de informatiemodellen (inhoud), bijvoorbeeld met waardenlijsten • Opstellen berichtspecificaties voor uitwisseling • Zorgen voor voldoende draagvlak voor de standaarden • Afspraken maken over beheer van de standaarden (informatiemodellen, waardenlijsten en protocollen, berichtformaten) Niet tot het project behoren: • Implementatie van de standaarden in de voorziening Inspectieview Milieu • Implementatie van de standaarden in de systemen van de ketenpartners De te ontwikkelen informatiemodellen hebben betrekking op het vakgebied Toezicht & Handhaving en kunnen in principe ingevuld worden voor elke sector. Binnen dit project zal echter uitsluitend invulling voor de sector Milieu plaatsvinden. Meer specifiek beperkt de scope zich tot het basistakenpakket van de RUD’s, zoals aangegeven in het PIM programmaplan.
2.3
Relaties met andere projecten
De te ontwikkelen standaarden staan niet los van ontwikkelingen elders. Zowel binnen als buiten het programma PIM zijn raakvlakken te onderscheiden. Binnen PIM zijn dat: • Sporen Implementatie Inspectieview Milieu / nieuwe functionaliteiten: in deze sporen wordt voor de gegevensuitwisseling aangesloten bij de gedachten uit het spoor Standaardisatie. Zolang de standaarden nog niet gereed zijn, wordt wel de globale lijn aangehouden (de informatiestructuur, met name de modellering van handhavingsobjecten en basisobjecten) en daar waar mogelijk ook al de gegevensdefinities (bijvoorbeeld de lengte van een veld of identificerende kenmerken). Hierbij speelt wel mee dat er al diverse Inspectieviews in gebruik zijn (o.a. Inspectieview Bedrijven) waar ook qua model op wordt voortgebouwd, wat het lastig maakt om daar nu fundamentele wijzigingen in aan te brengen. Anderzijds gebruikt het spoor Standaarden de bevindingen van de Inspectieview sporen als input, zoals de informatiebehoefte en beschikbaarheid van gegevens in bronsystemen; • Spoor Implementatie & Communicatie: voor het daadwerkelijk in gebruik nemen van de standaarden door ketenpartners, uitdragen van de kernboodschappen en het betrekken van specifieke doelgroepen bij de ontwikkeling van standaarden wordt ondersteuning gezocht in het spoor Implementatie & Communicatie. In de bijlage is een overzicht opgenomen van voorziene communicatiemomenten; 6
•
Spoor thema-specifieke informatie: het is belangrijk dat de ontwikkelingen binnen het thema-specifieke spoor aansluiten bij het gedachtengoed dat in het spoor Standaardisatie wordt ontwikkeld. Voor risicogestuurd handhaven, ook in specifieke ketens, is standaardisatie van groot belang. Een (risico)analyse over de systemen van verschillende toezichthouders kan pas plaatsvinden als deze informatie gestandaardiseerd is. Vanuit die gedachte trekken de sporen themaspecifiek en standaarden daar waar mogelijk samen op, zoals bij het standaardiseren van controlelijsten in de asbestketen (“ondersteuning uitvoering toezicht”).
Buiten PIM zijn dat: • Overige projecten binnen het programma PUMA, waaronder het inrichten van de RUD’s en het project kennismanagement. Voor een succesvolle adoptie van de standaarden is het van belang dat de RUD-vorming voorspoedig verloopt, met name op het gebied van informatievoorziening. Daarnaast is het van belang dat er een centraal punt komt om de inhoudelijke (i.t.t. technische) standaarden te beheren, waarbij ook gedacht wordt aan een ‘RUD beraad’ of community, dat eventueel als onderdeel van het project kennismanagement kan worden opgepakt; • (stelsel van) inspectieviews: het spoor standaardisatie raakt aan het spoor Inspectieview Milieu, en daarmee aan het stelsel van inspectieviews. Omdat IV-Milieu moet passen binnen dit stelsel en deels gebruik maakt van informatie en uitwisseltechnieken uit andere inspectieviews, bestaat een afhankelijkheid. Anderzijds zullen de resultaten van het spoor Standaardisatie effect hebben op de informatie die omgaat in het stelsel van inspectieviews, wat inhoudt dat ‘rework’ noodzakelijk zal zijn. Voor wat betreft gebruik van basisgegevens (veplichte afname van de basisregistraties) zal, los van de standaardisatie binnen PIM, toch op enig moment rework moeten plaatsvinden. • In een aan PIM voorafgaand project van I&M, ICTU en IPO is het RUDI-rapport opgeleverd, waarin een opzet wordt gepresenteerd voor de informatiearchitectuur van de RUD’s. RUDI is vooral gebaseerd op het zaakgericht werken, aansluiten op de basisregistraties en de bijbehorende referentiemodellen van KING. Hoewel RUDI, in tegenstelling tot PIM, gaat over de interne informatievoorziening en de relatie met de opdrachtgevers, zijn de achterliggende gedachten hetzelfde en sluiten de PIM standaarden naadloos aan op RUDI.
7
3
Aanpak en planning
Globaal gezien bestaat het project Standaardisatie uit de volgende onderdelen: • Aanpassen bestaande informatiemodellen o RSGB o RGBZ • Opstellen zaaktypecatalogus voor toezicht & handhaving/milieu • Aanpassen bestaande berichtstandaarden o StUF-BG o StUF-ZKN • Doorontwikkelen informatiemodel RIHa • Invullen RIHa voor milieuwetgeving (basistakenpakket RUD) • Ontwikkelen berichtstandaard StUF-RIHa • Landelijke objectidentificatie • Begeleiden standaardisatietraject Forum Standaardisatie • Overdracht naar beheer • Algemeen: coördinatie, rapportage In dit hoofdstuk worden deze onderdelen verder toegelicht en uitgewerkt.
3.1
Aanpassen bestaande informatiemodellen
De structuur van de bestaande referentiemodellen RSGB en RGBZ schiet op sommige punten tekort waar het de informatiebehoefte voor milieuhandhaving betreft, zoals beschreven in het ‘Voorstel standaarden’ en het eerder RUDI-rapport. Het betreft dan generieke modelconstructies rondom basisgegevens en procesgegevens, zoals relaties tussen natuurlijke personen onderling of de wijze waarop zaakobjecten zijn gedefinieerd. Ook de aanbevelingen uit het RUDI-rapport worden hierin meegenomen. Ook bij het uiwerken van de zaaktypecatalogus (zie 3.2) kan blijken dat aanvullingen of aanpassingen in RGBZ nodig zijn. Dat betekent dat via KING de volgende wijzigingen/aanvullingen op de door hen beheerde standaarden moeten worden doorgevoerd: • Aanpassen RSGB aan ontwikkelingen rondom NHR (generiek, voor rekening van KING) • Aanvulling RSGB/RGBZ met constructies die niet binnen RIHa passen (te bepalen in later stadium), bijvoorbeeld het ‘ander zaakobject’ • Toevoegen relaties tussen natuurlijke en niet-natuurlijke personen • Toevoegen ‘zaakeigenschap’ en ‘zaakeigenschaptype’ (slechts na impactanalyse door KING) • Toevoegen ‘resultaat’ en ‘resultaattype’ (slechts na impactanalyse door KING) • Eventuele aanpassingen n.a.v. bevindingen bij het ontwikkelen van de zaaktypecatalogus. Voor wat betreft het laatste punt geldt dat er een afhankelijkheid is van de activiteit ‘zaaktypecatalogus’ (3.2). Voor wat betreft het tweede punt is er een wederzijdse afhankelijkheid met de activiteit ‘doorontwikkelen RIHa’. Mocht blijken dat bepaalde oplossingen beter in RIHa kunnen worden verwerkt dan in RSGB/RGBZ dan wordt dit daar opgepakt, en vice versa. Deze twee activiteiten worden parallel uitgevoerd, waarbij in RIHa eerst de constructies m.b.t. basisgegevens worden onderzocht zodat eind maart een duidelijk beeld bestaat van wat er in RIHa en wat er in RSGB moet worden opgelost. De twee referentiemodellen zijn in beheer bij KING en gewenste wijzigingen kunnen via een formele procedure worden doorgevoerd. Het daadwerkelijk aanpassen van de standaarden en het uitbrengen van een nieuwe versie zijn werkzaamheden die door KING worden uitgevoerd, en er bestaat dus een afhankelijkheid van de releasekalender van KING en beschikbaarheid van resources daar. Werkzaamheden voor PIM zijn het opstellen van de wijzigingsvoorstellen (tot in detailniveau) en het zorgen dat zij worden doorgevoerd. Dat vereist afstemming met de juiste personen, creëren van draagvlak voor de wijzigingen en de wenselijkheid van de aanpassingen op bestuurlijk niveau op de kaart zetten. De aanpassingen hebben namelijk
8
impact op alle gebruikers van de modellen en zouden dus op enige weerstand kunnen stuiten. Het voordeel is dat het vermoedelijk alleen aanvullingen zal betreffen. De exacte inhoud van de wijzigingsvoorstellen is bepaald op basis van de bestaande behoefte, zoals deze kenbaar is gemaakt in het RUDI-rapport, een analyse door KING van bepaalde probleemgebieden (zie het bovenstaande) en hetgeen uit de doorontwikkeling van RIHa als behoefte naar voren komt. Op het moment van schrijven zijn de wijzigingsvoorstellen m.b.t. RGBZ kenbaar gemaakt aan KING. Met betrekking tot RSGB zijn geen PIM-specifieke wijzigingen voorzien, en sluiten wij aan bij de lopende ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van NHR. KING verwacht deze zomer de wijzigingen in RGBZ afgerond te hebben. Eind september lijkt daarom een haalbare einddatum voor deze activiteit. Activiteit: opstellen wijzigingsvoorstellen; draagvlak scheppen en begeleiden implementatie door KING Periode: november 2011-september 2012 Resultaat: set wijzigingsvoorstellen bij KING; uiteindelijk aangepaste versies RSGB/RGBZ Mijlpalen: • 30 maart 2012: wijzigingsvoorstellen RSGB + RGBZ uitgewerkt en ingediend bij KING • 30 juni 2012: nieuwe conceptversie RSGB + RGBZ gereed • 30 september 2012: nieuwe release RSGB + RGBZ
3.2
Zaaktypecatalogus Toezicht & handhaving/milieu
Naast de structurele wijzigingen aan de RGBZ-standaard zal deze ook specifiek voor de sector milieuhandhaving moeten worden ingevuld of geconfigureerd. Het betreft het kader voor de ‘procesgegevens’ zoals beschreven in het ‘voorstel standaarden PIM’. Het RGBZmodel wordt middels ‘zaaktypen’ in de GEMMA zaaktypecatalogus geconfigureerd. Deze is momenteel echter beperkt tot gemeentelijke zaaktypen, en dan met name uit de front-office; toezicht en handhaving ontbreekt hierin vrijwel geheel. De zaaktypen voor toezicht en handhaving zullen moeten worden opgesomd en aangevuld met kenmerken, zoals bijbehorende resultaat- en documenttypen. De GEMMA zaaktypecatalogus is in beheer bij KING, en momenteel wordt gewerkt aan een 2.0 versie. Dat biedt kansen voor PIM, omdat eventuele aanpassingen qua structuur hierin nog kunnen worden meegenomen. De contacten tussen PIM/ICTU en KING zijn uitstekend en er zijn kansen om hier vanuit PIM invloed op uit te oefenen. Omdat de nieuwe GEMMA zaaktypecatalogus nog niet voltooid is, en omdat sommige zaaktypen het gemeentelijk niveau zullen ontstijgen, wordt in eerste instantie gewerkt aan een eigen catalogus (losstaand van de GEMMA ZTC), die echter wel dezelfde structuur gebruikt en op termijn met de GEMMA ZTC kan worden geïntegreerd. Over standaardisatie van zaaktypen is al enkele malen overleg geweest met de drie grote leveranciers van VTH-systemen, die alle drie het zaakgericht werken in hun systemen hebben geïmplementeerd. Ook bij (in ieder geval) de milieudiensten DCMR en RUD Haaglanden wordt gewerkt aan een zaakgerichte oplossing. Hoewel er verschillen tussen deze oplossingen bestaan, lijkt het komen tot een gedeelde oplossing haalbare kaart. De zaaktypen die voor RUD Haaglanden worden ontwikkeld zijn volledig in lijn met de gedachtengang uit het PIMstandaardisatietraject en kunnen vermoedelijk zonder al te veel werk worden overgenomen. Vervolgens is het een kwestie van afstemmen en de wensen van andere partijen zoveel mogelijk verwerken. De werkzaamheden vanuit PIM voor deze activiteit zullen dus ook beperkt zijn. Mocht blijken dat specifiek voor PIM aanpassingen aan het zaakmodel RGBZ nodig zijn, dan kunnen deze met in wijzigingsvoorstel aan KING worden aangeboden (zie 3.1). Op het moment van schrijven is de lijst met zaak- en documenttypen reeds opgeleverd en voorgelegd aan het werkveld, via de PIM begeleidingscommissie en de community in het standaardisatieplatform op Pleio. In de naamgeving wordt benadrukt dat het gaat om gedeelde waardenlijsten bij uitwisseling; de daadwerkelijke catalogi zijn specifiek voor de individuele organisaties. De lijsten zijn redelijk definitief, maar bijschaven naar aanleiding van de praktijk blijft, ook na definitieve vaststelling, uiteraard mogelijk. Activiteit: inventariseren zaaktypen toezicht & handhaving en opstellen zaaktypecatalogus Periode: november 2011-maart 2012
9
Resultaat: lijst zaaktypen toezicht & handhaving; zaaktypecatalogus toezicht & handhaving conform structuur GEMMA ZTC. Mijlpalen: • 31 december 2011: overzicht uniforme zaaktypen VTH • 30 maart 2012: uniforme zaaktypecatalogus VTH
3.3
Aanpassen bestaande berichtstandaarden
Voor zowel de referentiemodellen RGBZ als RSGB kent KING een bijbehorende berichtstandaard (StUF-ZKN resp. StUF-BG). Aanpassingen in de modellen betreft daarom ook een corresponderende aanpassing in de berichtstandaard. De berichtstandaarden zijn in beheer bij KING, en ook het change management vindt daar plaats. PIM zal zich dus moeten conformeren aan het releasebeleid. Er bestaat een afhankelijkheid met het aanpassen van RSGB en RGBZ (zie 3.1); deze zullen eerst volledig gespecificeerd moeten zijn voordat aanpassingen aan de berichtstandaarden kunnen worden doorgevoerd. Tevens bestaat een afhankelijkheid van de releasekalender van KING. doorgevoerd. Naast de onder 3.1 genoemde wijzigingen wordt in het RUDI-rapport ook een aanbeveling gedaan m.b.t. het uitwisselen van documenten in RGBZ. Deze aanbeveling zal door KING worden onderzocht, mede in het licht van de ontwikkelingen bij KING op het gebied StUF en koppeling met DMS-en. Omdat het change management bij KING plaatsvindt kan PIM volstaan met een ondersteunende en begeleidende rol Activiteit: meekijken met implementatie door KING, werkzaamheden KING m.b.t. uitwisselen van documenten Periode: juni 2012 – maart 2013 Resultaat: Aangepaste versies berichtstandaarden StUF-BG en StUF-ZKN Mijlpalen: • 30 september 2012: wijzigingsvoorstellen StUF-BG en StUF-ZKN gereed • 31 december 2012: conceptversie StUF-BG en StUF-ZKN gereed • 30 maart 2013: nieuwe release StUF-BG en StUF-ZKN
3.4
Doorontwikkelen informatiemodel RIHa
Zoals aangegeven in het rapport ‘voorstel standaarden PIM’ is het Referentie Informatiemodel Handhaving (RIHa), ontwikkeld door Bureau Inspectieraad, een goed startpunt voor een standaard die past in het geheel van bestaande standaarden (RSGB, RGBZ) in de e-overheid. De standaarden voor met name voor handelingen/activiteiten, objecten van toezicht en de link met de wetgeving (gestelde eisen) ontbreken momenteel, en daar waar ze er wel zijn, kunnen ze moeilijk in combinatie met andere standaarden gebruikt worden. RIHa is echter een model ‘op hoofdlijnen’ en zal uitgewerkt moeten worden tot op hetzelfde detailniveau als de informatiemodellen RSGB en RGBZ, zodat deze naadloos in elkaar passen. Voor sommige problemen is nog niet duidelijk of deze in het RIHa model moeten worden opgelost of in de meer generieke RSGB en RGBZ modellen; denk hierbij bijvoorbeeld aan de modellering van het object (van toezicht). De doorontwikkeling van RIHa wordt uitgevoerd binnen PIM, en daar waar het raakt aan RSGB en RGBZ wordt afgestemd met KING. KING wordt indien noodzakelijk benaderd voor ondersteuning hierbij, waarvoor kosten in rekening kunnen worden gebracht. Voor wat betreft activiteiten en de link naar de wetgeving is er al een gedetailleerd model in de vorm van het Integraal Toezichtprotocol (iTP), ontwikkeld door o.a. Bouw- en Woningtoezicht (BWT) en Platform Milieuhandhaving Grote Gemeenten (PMGG). Het iTP is weliswaar niet breed geïmplementeerd, maar kent wel een groot draagvlak bij lokale overheden. Het gedachtengoed wordt dan ook breed gedragen, en kan gebruikt worden voor de verdere detaillering van RIHa. Bij het nader uitwerken van RIHa worden ook de rijksinspecties betrokken, waar het model oorspronkelijk vandaan komt. Via deze weg kan een breed gedragen model tot stand worden gebracht. Hoewel inhoudelijk de scope van de standaarden zich zal beperken tot het basistakenpakket van de RUD’s is wel van belang dat het model zich ook leent voor het
10
werkgebied van de rijksinspecties. Naast de Rijksinspecties zullen ook één of meer RUD’s betrokken moeten worden bij de doorontwikkeling van RIHa. Er bestaat een wederzijdse afhankelijkheid van de activiteit onder 3.1, het wijzigen van de bestaande standaarden RSGB en RGBZ. Afhankelijk van welke wijzigingen daarin worden doorgevoerd, zal ‘de rest’ als onderdeel van RIHa moeten worden meegenomen; anderzijds kan bij het doorontwikkelen van RIHa blijken dat sommige constructies beter op hun plaats zijn in het meer generieke RSGB of RGBZ. Om dit te faciliteren lopen beide activiteiten parallel, en wordt allereerst dat deel van RIHa uitgewerkt dat raakt aan de basisgegevens (d.w.z. niet de meer specifieke delen als handeling, gestelde eisen en wettelijk kader). Eventuele aanpassingen aan RSGB en RGBZ kunnen zo in een vroeg stadium boven water komen en meegenomen worden richting KING. Het doorontwikkelen van RIHa hangt nauw samen met de activiteit onder 3.5, het ‘invullen’ van RIHa met content voor de sector milieu. Het uitwerken van deze content kan echter grotendeels parallel gebeuren aan het ontwikkelen van het model. Daarbij zal wel sprake zijn van een intensieve wisselwerking tussen de twee activiteiten. Op het moment van schrijven is de doorontwikkeling van RIHa reeds in volle gang. Het invullen daarvan (zie de volgende paragraaf) is echter nog niet begonnen, wat mogelijk ook een vertraging met zich meebrengt voor deze activiteit. Activiteit: opstellen detailmodel RIHa Periode: februari 2012-juli 2012 Resultaat: referentiemodel RIHa (document) op hetzelfde detailniveau als RSGB/RGBZ Mijlpalen: • 31 april 2012: eerste uitgewerkte versie RIHa, met focus op basisgegevens • 31 juli 2012: definitieve versie RIHa, inclusief gegevens specifiek voor T&H
3.5
Invullen RIHa
Om tot succesvolle informatieuitwisseling te komen is het overeenkomen van een informatiestructuur niet voldoende. Ook inhoudelijk is standaardisatie gewenst; het RIHa informatiemodel zal daarom van een basisvulling t.b.v. de toepassing in het milieuveld moeten worden voorzien. Dit betreft de ‘sectorale gegevens’ zoals beschreven in het rapport ‘voorstel standaarden’: een uitgewerkte representatie van het vakgebied milieu: welke wetgeving is er op milieugebied, welke activiteiten worden daarin benoemd en wat wordt daarin gezegd over het betreffende toezicht en handhaving? RIHa leent zich als generiek model voor toezicht en handhaving in alle sectoren, en kan desgewenst in een later stadium ook worden ingevuld voor bijvoorbeeld bouw of horeca. In het iTP is reeds een groot deel van de milieuwetgeving – het activiteitenbesluit – tot op detailniveau uitgewerkt, waar eenieder zijn voordeel mee kan doen, of het nu gaat om een toezichthouder die een checklist nodig heeft of een planner die toezichtcapaciteit verdeelt of een analist die een prioriteitenmatrix opstelt. Het iTP model leent zich goed voor verdere invulling met de overige milieuwetgeving, zoals het landbouwbesluit of de wet geluidshinder. Ook de vergunningplichtige activiteiten die voortkomen uit de IPPC-richtlijnen zijn hierin te vangen. Conform het PIM programmaplan zal deze uitwerking zich in eerste instantie (waarover dit plan van aanpak gaat) beperken tot de activiteiten en de wetgeving zoals opgesomd in het basistakenpakket van de RUD’s. Technisch gezien is er echter geen reden om het daartoe te beperken, en in de toekomst ligt aanvulling met bijvoorbeeld de volledige WABO of Bouw- en Woningtoezicht voor de hand. Naast iTP biedt ook het forum ‘handhaving 2.0’ en de bijbehorende ‘digitale checklisten’ een schat aan (gestructureerde) informatie over controles, gerelateerd aan wetgeving. De vulling van handhaving 2.0 is groter, en het kent een meer organische manier van beheer (vanuit de community). iTP en handhaving 2.0 zijn niet per definitie strijdig en staan samen garant voor een grote achterban van mensen uit de praktijk. Om te voorkomen dat er meerdere oplossingen naast elkaar gaan lopen is samenwerking gewenst; dit wordt door beide partijen onderschreven. Voor handhaving 2.0 ligt het accent dan op verzamelen van content uit de community, voor iTP ligt dat op het gebied van sturing en monitoring. Bij deze activiteit bestaat het risico dat de andere wetgeving zich in mindere mate leent voor structurering dan het – relatief eenvoudige – activiteitenbesluit. Gedacht kan worden aan
11
lokale regelgeving, plaatselijke invulling van Europese richtlijnen en ‘maatwerk vergunningen’. Mocht dit blijken, dan wordt getracht dit op te lossen door in het RIHa model voor deze situaties een vrijheidsgraad in te bouwen zodat de informatie toch op een eenduidige kan worden uitgewisseld. In deze activiteit wordt het volgende uitgewerkt: • Activiteiten zoals vermeld in de wetgeving; • Controle-elementen bij deze activiteiten; • Links naar wetgeving, gebruik makend van de Juriconnect standaard • Links naar een kennisbank; ofwel zelf in te richten (zie onder), ofwel door hergebruik van bestaande kennisbank zoals Handhaving 2.0.nl Voor deze activiteit wordt de werkgroep iTP ingezet, bestaand uit mensen uit de (met name gemeentelijke) handhavingspraktijk. De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht zal hierbij als intermediair optreden en een offerte uitbrengen op basis van de bovenstaande werkzaamheden. Ook stemt de werkgroep iTP af met ‘de achterban’, bestaand uit gemeenten en VTH-leveranciers, plus vertegenwoordigers vanuit de provincies voor de IPPC activiteiten, om te zorgen voor een breed gedragen standaard. Voor de wetgeving die binnen de scope van dit project zal worden uitgewerkt, zie het door de werkgroep iTP opgeleverde plan van aanpak. De inzet vanuit PIM bij deze activiteit blijft beperkt tot begeleiding, afstemming met de andere activiteiten (met name het doorontwikkelen van het RIHa model) en bewaking van de voortgang. Aan het eind van de rit zal de gegevensset in ontvangst worden genomen en in samenwerking met de werkgroep iTP in het RIHa model worden ondergebracht. Het optuigen van een eigen kennisbank is op dit moment nog buiten scope van deze activiteit; allereerst zal gekeken worden naar de mate waarin bestaande informatiebronnen met een bestaande community, zoals handhaving 2.0.nl, hergebruikt kunnen worden. Activiteit: invullen RIHa voor het basistakenpakket van de RUD’s Periode: onbekend Resultaat: gegevensset wetgeving/activiteiten/controle-elementen voor de sector milieu, scope conform basistakenpakket Er bestaat een afhankelijkheid van de activiteit ‘doorontwikkeling RIHa’ (3.4); de werkzaamheden aan beide activiteiten kunnen grotendeels parallel worden uitgevoerd en kennen een grote wisselwerking, maar komen aan het eind samen. Inventarisatie van wetgeving en bijbehorende activiteiten kan al direct van start gaan; het onderbrengen daarvan in het nieuwe RIHa model kan uiteraard pas als dat model voltooid is. Het plan van aanpak van de werkgroep iTP is op het moment van schrijven nog onderwerp van discussie binnen I&M, met name vanwege de borging en de precieze vorm van opdrachtverlening. De begindatum en doorlooptijd zijn daarom vooralsnog blanco gelaten. Het is echter wel zeer wenselijk om zo spoedig mogelijk met deze activiteit te beginnen, met name vanwege de afhankelijkheid met de voorgaande activiteit (RIHa structuur) én de actuele behoefte aan een dergelijke gegevensset vanuit de praktijk van de RUD’s. De kans om op dit vlak eenduidigheid te bereiken wordt steeds kleiner naarmate de RUD’s hun informatievoorziening op eigen wijze inrichten. Mijlpalen: • (onbekend) : concrete opdracht aan Vereniging BWT • (onbekend): eerste versie gegevensset uitgewerkt conform huidige iTP model • (onbekend): gegevensset conform het RIHa model
3.6
Ontwikkelen berichtstandaard StUF-RIHa-milieu
De specifieke Toezicht en Handhaving informatie uit het RIHa model kan met de bestaande berichtstandaarden STUF-ZKN en STUF-BG niet worden uitgewisseld. In de visie van KING kan voor dit soort specifieke domeinen een ‘verticaal sectormodel’ worden ontwikkeld, dat ruimte biedt voor zaak- en basisgegevens, aangevuld met sector-specifieke gegevens. Dit sectormodel kan dan ook grotendeels gebruik maken van die elementen uit de bestaande berichtstandaarden die binnen het T&H domein van toepassing zijn. Daarnaast worden nieuwe elementen geïntroduceerd zoals deze voorkomen in RIHa, en wordt verwezen naar de waardenlijsten en catalogi die binnen PIM worden ontwikkeld; een sector-specifiek model voor 12
toezicht en handhaving dus. Het RIHa-model is in principe generiek, en wordt door de waardenlijsten en catalogi geconfigureerd voor de sector milieu. Ook de berichtstandaard wordt op deze manier generiek (sector-onfhankelijk) gehouden, waardoor het ontwikkelen van berichtstandaarden voor toezicht en handhaving in andere sectoren (buiten PIM) eenvoudig zal zijn. Het gebruik van StUF berichtenverkeer sluit aan bij andere ontwikkelingen waar overheidsorganisaties mee worden geconfronteerd binnen de e-overheid, wat hergebruik van bestaande koppelvlakken betekent. De technische koppelvlakken in de vorm van een aansluiting op digikoppeling zijn in veel van de gangbare systemen al geïmplementeerd, en er hoeft dus niet opnieuw geïnvesteerd te worden in een nieuw koppelvlak. KING laat het ontwikkelen van verticale sectormodellen over aan de betreffende sector, maar biedt wel ondersteuning daarbij en toetst of het uiteindelijke model als StUF-berichtstandaard mag worden uitgebracht. Het optuigen van het sectormodel zal dus vooral aan de kant van PIM inspanning vergen, met een beroep op ondersteuning door KING, waarvoor kosten in rekening kunnen worden gebracht. Deze activiteit kent uiteraard een afhankelijkheid van de activiteit ‘doorontwikkelen RIHa’ (3.4) en kan pas daarna worden opgestart. Ook is er een afhankelijkheid van de aanpassingen aan de bestaande berichtstandaarden STUF-ZKN en STUF-BG (3.3). Hoe meer functionaliteit generiek door deze twee standaarden wordt afgedekt, hoe minder er specifiek in het sectormodel ondergebracht hoeft te worden. Activiteit: ontwikkelen StUF-RIHa-milieu Periode: juli 2012-december 2012 Resultaat: Verticaal sectormodel StUF-RIHa-milieu Mijlpalen: • 30 september 2012: eerste conceptversie StUF-RIHa-milieu • 31 december 2012: definitieve versie StUF-RIHa-milieu, bekrachtigd door KING
3.7
Landelijke objectidentificatie
Een van de suggesties in het rapport ‘voorstel standaarden PIM’ betrof een (landelijk uniek) identificerend kenmerk voor een ‘object van toezicht’. Deze objecten zijn heel divers van aard en worden op tal van manieren in evenzoveel systemen opgenomen. Niet alleen voor toezicht en handhaving is dit een probleem; ook op andere gebieden kampen overheidsorganisaties met een breed spectrum aan object- en adresbestanden. De basisregistraties dekken hiervan slechts een gedeelte af, daar waar het heel concrete entiteiten als panden en percelen betreft. Vergunningverlening, toezicht, wetgeving en dienstverlening beperken zich hier echter niet altijd toe. Dit alles maakt uitwisseling van informatie over deze objecten lastig. Het komen tot een unieke identificatie van objecten (van toezicht) is ambitieus. Er zal een plan moeten komen voor uitgifte van ID’s en decentraal beheer daarvan, en in vrijwel alle systemen zal een extra kenmerk toegevoegd moeten worden. Toch schatten de grote leveranciers van VTH-systemen in dat dit haalbaar is, verwijzend naar een soortgelijke operatie die in het kader van bodembeheer (SIKB) heeft plaatsgevonden. Daarnaast lijkt de RUD-vorming een kans bij uitstek om dit vorm te geven: op RUD-niveau zullen sowieso objectgegevens moeten worden samengevoegd om te komen tot een integraal beeld. De exacte vorm die het implementatietraject zal aannemen zal in het beheerplan worden uitgewerkt, waarbij de ervaringen vanuit SIKB worden meegenomen. De werkzaamheden voor deze activiteit bestaan vooral uit overleg met betrokkenen – zij die de systemen bouwen en gebruiken waarin objecten en adressen worden geregistreerd. Zij zijn degenen die het best kunnen inschatten wat zij in huis hebben, en degenen die de benodigde aanpassingen moeten doorvoeren. Daarnaast moet er een beheerplan worden geschreven waarin is uitgewerkt hoe en door wie sleutels worden bepaald en kenbaar gemaakt. Mocht een landelijke objectidentificatie niet haalbaar blijken dan kan gezocht worden naar alternatieve, minder ingrijpende oplossingen. Zo wordt in het informatiemodel voor Inspectieview Milieu een vrijheid toegestaan in de identificatie van objecten en objecttypen, en is het aan de gebruiker (zoals de toezichthouder, handhaver, analist of planner) om te bepalen of de verschillende objecten in de praktijk hetzelfde object zijn. Deze ‘handmatige’ matching van gegevens vermindert de mogelijkheden voor geautomatiseerde verwerking echter sterk.
13
Activiteit: landelijke objectidentificatie Periode: december 2011-juni 2012 Resultaat: Gedragen visie op landelijke objectidentificatie Mijlpalen: • 30 juni 2012: beheerplan onderschreven door RUD’s en rijksinspecties
3.8
Begeleiden standaardisatietraject Forum Standaardisatie
Formeel is een standaard pas een standaard als deze door een autoriteit tot standaard is verklaard. In Nederland bestaat voor standaarden met de overheid als toepassingsgebied het forum en college standaardisatie. Het forum standaardisatie neemt aanvragen nieuwe standaarden in behandeling, toetst of zij aan de criteria voldoen, raadpleegt belanghebbenden en brengt advies uit aan het college, dat vervolgens al dan niet bepaalt of de standaard bekrachtigd wordt. Het college kent twee soorten lijsten met standaarden: de lijst met gangbare standaarden (‘de facto’, die ‘slechts’ worden aanbevolen) en de zogenaamde ‘comply or explain’ lijst, waarop standaarden staan die door organisaties zouden moeten worden toegepast, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen. Hierbij geldt dat de standaarden slechts toegepast dienen te worden door organisaties binnen een bepaald (functioneel en organisatorisch) toepassingsgebied. Binnen PIM is in feite geen sprake van één standaard. Er wordt gewerkt aan uitbreiding van bestaande standaarden als RSGB, RGBZ, StUF-ZKN en StUF-BG (die al erkend zijn), en er wordt aan diverse andere zaken gewerkt. Daarnaast wordt aan de volgende te standaardiseren onderdelen gewerkt: • Referentiemodel RIHa (generiek voor Toezicht & Handhaving) • RIHa-milieu (invulling RIHa voor sector milieu) • Zaaktypecatalogus toezicht & handhaving • Sectormodel StUF-RIHa-milieu • Landelijke objectidentificatie voor objecten van toezicht In overleg met het forum standaardisatie zal nagegaan worden welke van deze standaarden in aanmerking komen voor erkenning door het college, en in hoeverre zij als één standaard (of meerdere sets samenhangende standaarden) aangeboden kunnen worden. Standaardisatie is een zaak van lange adem; het standaardisatieproces bij het forum standaardisatie kent dan ook een vrij lange doorlooptijd. Bovendien geldt als één van de criteria dat de standaard al een zekere mate van implementatie kent en er al een beheerproces is ingericht. Formeel kan het proces dus ook pas gestart worden zodra de standaarden her en der toegepast worden en zij actief worden beheerd. De exacte planning hiervoor zal dan ook in overleg met het forum standaardisatie worden bepaald. Verwacht wordt dat de standaarden niet eerder zullen worden erkend dan eind 2013, aangezien zij in de loop van 2012 nog worden ontwikkeld. De planning van de aanmeldingsprocedure bij Bureau Forum Standaardisatie voor 2013 is op het moment van schrijven nog niet bekend, maar doorgaans zijn er twee ‘ronden’ per jaar. In het standaardisatieproces wordt onder andere getoetst bij belanghebbenden of de standaarden in hun optiek realistisch en toepasbaar zijn; zij zijn immers degenen die erdoor geraakt worden en die ze zullen moeten implementeren. De kans bestaat dat er onvoldoende draagvlak onder belanghebbenden bestaat en het forum daarom een negatief advies uitbrengt aan het college. Het is daarom zaak om enerzijds te zorgen dat de standaarden realistisch en toepasbaar zijn en anderzijds dat de belanghebbenden in de loop van 2012 nauw betrokken worden bij de ontwikkelingen. Activiteit: begeleiden standaardisatieproces forum standaardisatie Periode: december 2011-december 2013 Resultaat: set PIM-standaarden erkend door college standaardisatie Mijlpalen: • 31 december 2012: set standaarden voorgelegd aan forum standaardisatie; draagvlak onder belanghebbenden in het toepassingsgebied • 31 december 2013: set standaarden erkend door college standaardisatie
14
3.9
Overdracht naar beheer
Standaarden zoals die van PIM zullen mee moeten bewegen met ontwikkelingen, zoals wetswijzigingen, veranderingen in techniek en veranderende informatiebehoeften. Daarom is het belangrijk dat ze in beheer wordt gegeven bij een organisatie die eventuele doorontwikkeling in goede banen leidt. Daarnaast kan een beheerorganisatie hulp verlenen bij implementatie van de standaarden of antwoord geven op vragen. Zoals in de voorgaande paragraaf aangegeven betreft het niet één PIM-standaard maar een aantal standaarden van verschillende aard: een berichtstandaard, een catalogus, een sectorale gegevensset, een referentiemodel en een identificatiemechanisme. Hoewel al deze standaarden in elkaar passen is niet gezegd dat zij daarom allemaal door dezelfde beheerpartij zouden moeten beheerd. Ook voor de bestaande standaarden die niet PIMspecifiek zijn, zullen afspraken over beheer moeten worden gemaakt, aangezien de standaarden wel van elkaar afhankelijk zijn. KING voert beheer over de referentiemodellen RSGB en RGBZ en de bijbehorende horizontale sectormodellen StUF-BG en StUF-ZKN. KING trekt echter principieel de lijn tussen generieke en specifieke standaarden, en is dus niet zonder meer de aangewezen partij om een sector-specifiek model als RIHa en de bijbehorende berichtstandaard in eigen beheer te nemen. Daarnaast speelt de scheidslijn tussen gemeentelijke en landelijke standaarden een belangrijke rol: KING is er in de eerste plaats voor gemeenten en heeft ook voor het beheer een focus op gemeentelijke standaarden. Standaarden als die van PIM ontstijgen het gemeentelijk niveau en passen dus niet in het pakket van KING. Dat geldt in toenemende mate ook voor de bestaande standaarden als RSGB en RGBZ, die ook steeds meer buiten de gemeentewereld worden gebruikt. Een beheerpartij als Logius richt zich nadrukkelijk wel op de gehele overheid, maar heeft op het gebied van standaarden en referentiemodellen niet veel ervaring. Het is daarom de vraag of de PIM standaarden in het takenpakket van Logius passen. Aan de andere kant heeft het Bureau Forum Standaardisatie (ook onderdeel van Logius) aangegeven geïnteresseerd te zijn in het zelf in beheer nemen van standaarden die door het college zijn erkend. Dat biedt ook mogelijkheden voor PIM. Tussen KING en Logius vindt op het moment van schrijven overleg plaats over de bovenstaande problematiek, wat het moeilijk maakt om nu al in te schatten bij wie de PIM standaarden zullen landen. Ook de sector-specifieke (milieu) standaarden zoals de invulling van RIHa-milieu en de landelijke objectidentificatie, moeten in beheer worden genomen. Juist hier is actief beheer nodig, omdat zowel wetgeving als objecten aan verandering onderhevig zijn. Een organisatie als KING of Logius is hiervoor vermoedelijk niet de juiste partij, aangezien het grotendeels erg specifieke, sectorale materie betreft. Er moet dan ook worden gezocht worden naar een organisatie of gremium dat diep in deze materie zit en de belanghebbenden kan vertegenwoordigen, zoals een Inspectieraad of RUD-beraad. Dat laatste is er op het moment van schrijven nog niet, maar het ligt in de lijn der verwachting dat een dergelijk forum zich in de loop van 2012 zal vormen. De overdracht naar beheer zal pas plaatsvinden zodra zij volledig zijn ontwikkeld en bij voorkeur zodra de eerste implementaties gedaan zijn. Wel is het zaak dat de beheerpartij(en) in een zo vroeg mogelijk stadium onderkend en betrokken worden om een soepele overgang mogelijk te maken. Voor het gehele jaar 2012 geldt daarom dat de werkzaamheden voor deze activiteit bestaan uit het zoeken van een geschikte beheerpartij en vervolgens het actief betrekken van die partij. In 2013 kan vervolgens, parallel aan het standaardisatieproces met forum standaardisatie (3.8) de daadwerkelijke overdracht naar beheer plaatsvinden Activiteit: overdracht naar beheer Periode: december 2011-juli 2013 Resultaat: alle PIM-standaarden ondergebracht bij een beheerpartij Mijlpalen: • 30 juni 2012: beheerplan gereed en afgestemd met beheerpartijen • 1 januari 2013: begin overdracht naar beheer • 30 juni 2013: standaarden belegd bij beheerpartij
15
3.10
Algemene werkzaamheden
Naast de ‘inhoudelijke’ activiteiten zoals in de voorgaande paragrafen opgesomd, zullen over de gehele levensduur van het project werkzaamheden plaatsvinden met een meer algemeen karakter. Daaronder zijn inbegrepen: • Projectmanagement • Architectuur (PIM en e-Overheid algemeen) • (Voortgangs)rapportage • Afstemming met andere sporen van PIM, met name Inspectieview Milieu • Afstemming met externe partijen met gerelateerde ontwikkelingen zoals e-Inspecties en PUMA/RUD-vorming • Communicatie, o.a. via online community • Netwerken De projectleiding en rapportage liggen hoofdzakelijk bij één projectleider/trekker. Afstemming met architecten, andere sporen en andere partijen, communicatie en netwerken zijn voor alle projectmedewerkers van toepassing. Voor wat betreft de online community: op het moment van schrijven is op het overheidsplatform Pleio ( www.pleio.nl ) een groep Standaardisatie Toezicht & Handhaving Milieu ingericht, waarvoor zich steeds meer betrokkenen aanmelden. Hier worden (concept)stukken gedeeld en bediscussieerd om tot een open, gedragen set standaarden te komen. Activiteit: algemene werkzaamheden Periode: december 2011-december 2013 Resultaat: actief projectmanagement, ontwikkelingen standaardisatie afgestemd intern en extern en passend binnen architectuur; community betrokken.
16
4
Planning
4.1
Doorlooptijd
De activiteiten, zoals geschetst in hoofdstuk 4, zijn als volgt in de tijd gepland:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Activiteit Aanpassen bestaande informatiemodellen Opstellen zaaktypecatalogus Aanpassen bestaande berichtstandaarden Doorontwikkelen informatiemodel RIHa Invullen RIHa Ontwikkelen berichtstandaard StUF-RIHa-milieu Landelijke objectidentificatie Begeleiden standaardisatietraject forum standaardisatie Overdracht naar beheer Algemene werkzaamheden
4.2
Periode Nov 2011 tm sep 2012 Nov 2011 tm mrt 2012 Jun 2012 tm mrt 2013 Feb 2012 tm jul 2012 Onbekend Jul 2012 tm dec 2012 Dec 2011 tm jun 2012 Dec 2011 tm dec 2013 Dec 2011 tm jun 2013 Dec 2011 tm dec 2013
Mijlpalen
In chronologische volgorde worden de volgende mijlpalen voorzien binnen dit project: 31 december 2011: • Overzicht uniforme zaaktypen VTH 30 maart 2012: • Wijzigingsvoorstellen RSGB en RGBZ uitgewerkt en ingediend bij KING • Uniforme zaaktypecatalogus VTH 31 april 2012: • Eerste uitgewerkte versie RIHa, met focus op basisgegevens 30 juni • • •
2012: Nieuwe conceptversie RSGB + RGBZ gereed Beheerplan landelijke objectidentificatie onderschreven door RUD's en rijksinspecties Beheerplan gereed en afgestemd met beheerpartijen
31 juli 2012: • Definitieve, afgestemde versie RIHa, inclusief gegevens specifiek voor T&H 30 september 2012: • Nieuwe release RSGB + RGBZ • Wijzigingsvoorstellen StUF-BG en StUF-ZKN gereed • Eerste conceptversie StUF-RIHa-milieu 31 december 2012: • Conceptversie StUF-BG en StUF-ZKN gereed • Definitieve versie StUF-RIHa-milieu, bekrachtigd door KING • Set standaarden voorgelegd aan forum standaardisatie; draagvlak onder belanghebbenden in het toepassingsgebied 1 januari 2013: • Begin overdracht naar beheer 30 maart 2013: • Nieuwe release StUF-BG en StUF-ZKN
17
30 juni 2013: • Standaarden belegd bij beheerpartij 31 december 2013: • Set standaarden erkend door college standaardisatie Overige mijlpalen, datum vooralsnog onbekend: • Eerste versie gegevensset uitgewerkt conform huidige iTP model (bij voorkeur najaar 2012) • Uitgewerkte, breed gedragen gegevensset conform RIHa (bij voorkeur eind 2012)
4.3
Afhankelijkheden
In de onderstaande figuur is de planning weergegeven inclusief de afhankelijkheden tussen de activiteiten.
18
Bijlage: Communicatiemomenten In het onderstaande staan de communicatiemomenten die voorzien zijn voor 2012; ze zijn gerelateerd aan de mijlpalen uit dit plan van aanpak. Deze momenten zijn uiteraard aanvullend op de ad-hoc contacten en het gebruik van het Pleio-forum, en hebben als doel informeren en samen uitvoeren, om te komen tot open, gedragen standaarden. • • • • • • • • • •
april: sessie/workshop over integrale borging van het iTP (I&M, omgevingsrecht, WWI, EB, ICTU) begin mei: communicatie over de conceptversie van RIHa mei: diverse workshops met inspectiediensten en leveranciers over deelgebieden van RIHa mei: communicatie over zaak- en documenttypen eind mei: workshop(s) RUD's en rijksinspecties over landelijke objectidentificatie begin juni: lunchsessie I&M/ICTU en eventueel begeleidingscommissie/PUMA over beheerplan PIM standaarden juli: communicatie over het voorziene beheer juli: communicatie over landelijke objectidentificatie richting RUD's//rijksinspecties augustus/september: communicatie over definieve versie RIHa oktober: leveranciersworkshop(s) over StUF-RIHa-milieu
19