Plan van aanpak ‘historische verhalen’ Stageverslag Eugenie van Heijgen
Eugenie van Heijgen
[email protected] studentnummer s2419246 MA Kunst en Cultuurwetenschappen, programma Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen Stagebegeleider: Aafke Kylstra Stagedocent: Prof. dr.ir. Theo Spek Stageperiode 24-02-2015 / 24-05-2015 1
2
Inhoudsopgave Introductie ............................................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 1 Inleiding .............................................................................................................................. 7 1.1 Aanleiding tot het onderzoek ........................................................................................................ 7 1.2 Probleemstelling en onderzoeksvragen ........................................................................................ 9 1.3 Theorie en achtergrond ............................................................................................................... 10 1.4 Verkenning wensen Park ............................................................................................................. 12 1.5 Doelstelling .................................................................................................................................. 13 1.5.1 Historische verhalen als bijdrage aan doelstellingen van het Park ...................................... 13 1.5.2 Doelstelling onderzoek ......................................................................................................... 16 Hoofdstuk 2 Structureren en prioriteren van historische verhalen ...................................................... 17 2.1 De 4 dimensies ............................................................................................................................ 17 2.2 Het ‘labelen’ van je informatie .................................................................................................... 21 Hoofdstuk 3 Opslaan en verzamelen van historische verhalen ............................................................ 25 3.1 Database ...................................................................................................................................... 25 3.2 Hoge Veluwe Wiki als Kennisbank............................................................................................... 26 3.3 Het verzamelen van verhalen...................................................................................................... 29 Hoofdstuk 4 Toepassen van historische verhalen ................................................................................. 35 4.1 Toepassingsmogelijheden plekgebonden verhalen .................................................................... 35 4.1.1 ‘Buiten’ ................................................................................................................................ 38 4.1.2 ‘Binnen’................................................................................................................................. 39 4.1.3 Plekgebonden software........................................................................................................ 40 4.2 Andere toepassingsmogelijkheden ............................................................................................. 47 Hoofdstuk 5 Aanbevelingen en advies .................................................................................................. 49 5.1 Historische verhalen .................................................................................................................... 49 5.2 Database opzetten ...................................................................................................................... 51 5.3 Kennisbank opzetten in de vorm van een Wiki ........................................................................... 51 5.4 Verzamelen van verhalen ............................................................................................................ 53 5.5 Toepassingsmogelijkheden ......................................................................................................... 53 5.6 Conclusie ..................................................................................................................................... 55 Bronnen ................................................................................................................................................. 57 Bijlage 1: Oriënterende gesprekken ...................................................................................................... 59 Bijlage 2: Uitgewerkte draaischijf met alle tijden, thema’s, personen en plekken ............................... 62 3
Bijlage 3: MT Vergadernotite 13 april en bijlage raamwerk voor historische verhalen (niet ingebracht) ............................................................................................................................................................... 63 Bijlage 4: Gestructureerde data in Excel of Access ............................................................................... 69 Bijlage 5: Format Kennisbank artikelen Gemeente Ede ........................................................................ 73 Bijlage 6: Voorbeelden van plekgebonden verhalen ............................................................................ 74 Bijlage 7 : Plekgebonden verhalen gekoppeld aan deelgebieden......................................................... 76 Bijlage 8: Opties van kaarten Storymaps............................................................................................... 88 Bijlage 9: Het Logo van de Hoge Veluwe ............................................................................................... 92 Bijlage 10: Vergadernotitie 18 mei en bijlagen plan van aanpak, gevisualiseerd stappenplan en format historische verhalen .............................................................................................................................. 96
4
Introductie In het kader van de Master Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, heb ik drie maanden stage gelopen bij het Nationale Park de Hoge Veluwe. Na een interview met Seger van Voorst tot Voorst voor mijn masterscriptie raakte ik geïnteresseerd in de organisatie en wilde ik graag de mogelijkheden verkennen voor een stage. Hier werd gehoor aan gegeven en met behulp van Theo Spek en Aafke Kylstra werd mijn stageopdracht vormgegeven. Ik wil graag Aafke en Theo bedanken voor hun hulp en enthousiasme, en ook alle medewerkers van het Park bedanken voor het warme welkom. Tijdens mijn stage heb ik gefocust op het Park als een ‘landschap van verhalen’. Het Park heeft een rijke geschiedenis en vanuit het Park bestaat de wens om dit ook zichtbaar te maken. Niet iedereen kan het landschap ‘lezen’ zoals een landschapshistoricus dat doet: een historische context door middel van communicatie is hier voor nodig om dit ook kenbaar, beleefbaar of zichtbaar te maken aan het publiek. Historische verhalen lenen zich hier uitstekend voor. In dit onderzoek zal verder besproken worden hoe historische verhalen hier een rol in kunnen spelen, door het schrijven van een plan van aanpak. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijkheden om historische verhalen te structureren en tastbaar te maken. Daarnaast wordt besproken op welke manier historische verhalen verzameld en opgeslagen kunnen worden. Verder worden verschillende toepassingsmogelijkheden besproken. In het laatste hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelen naar aanleiding van dit onderzoek kenbaar gemaakt.
5
6
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek De missie van het Nationale Park De Hoge Veluwe is als volgt te omschrijven: ‘I. Het duurzaam beheren en openstellen van het Park en het aanbieden en organiseren van een brede diversiteit aan eigentijdse activiteiten en faciliteiten.
Het Park is een ‘landschap van verhalen’
II. Vanuit onze gedrevenheid zo veel Parkbezoekers als mogelijk inspireren en onbekommerd laten genieten van de eenvoud en authenticiteit van zijn natuur & landschap, zijn kunst & architectuur en zijn historische verhalen (het unieke drieluik) III. Duurzaam investeren in het behouden, versterken en vernieuwen van het unieke drieluik.’1 Dit drieluik wordt gezien als het fundament van de missie en positionering dat het Park extra interessant en onderscheidend maakt. Dit drieluik bestaat uit: ‘1. Natuur en landschap 2. Kunst en architectuur 3. Historische verhalen’2 ‘Historische verhalen’ is dus in combinatie met de andere pijlers datgene waarmee het Park zich onderscheidt van anderen. Vanuit deze missie wordt het belangrijk gevonden dat de historische verhalen verteld worden, omdat ze het product (het Park) als het ware meer waarde geven.3 Als doelstelling van het Park wordt in het concept Algemeen Beleidsplan 2015-2020 het volgende genoemd, wat ook het belang van historische verhalen onderstreept: ‘Het in zelfstandigheid in stand houden en versterken van het drieluik van natuur & landschap, kunst & architectuur en historische verhalen en zoveel bezoekers als mogelijk hiervan laten genieten.’4 Hierbij is het volgende volgens het Totaalplan 2010-2020 van belang: ‘Het Park is een ‘landschap van verhalen’; de cultuurhistorische waarden in het landschap vertellen over het ontstaan van het landschap en de ontwikkeling van het landgoed. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de algemene historische ontwikkeling van het landschap die op de gehele (zuid-) Veluwe plaatsvond en de voor het Park zo kenmerkende periode van het echtpaar KröllerMüller tussen 1909-1935. Zij hebben vanuit hun visie op natuur, kunst en architectuur bijzondere
1
Missie en Positionering (2013) p.13 Missie en Positionering (2013) p.13 3 Gesprek Dorien de Jonge-van Zwijnsbergen 4 Concept Algemeen Beleidsplan 2015-2020 (2015) p. 2 2
7
culturele waarden toegevoegd. Zonder het gebied vol te zetten met informatieborden is het mogelijke deze verhalen wel ‘levend’ en ‘beleefbaar’ te maken voor de geïnteresseerde bezoeker’5 Uit het stage-onderzoek van Oscar Borsen, Joanneke Smalbraak en Dennis Worst waarin zij in ArcGIS een cultuurhistorische database hebben gemaakt is gebleken dat: ‘Vanuit het NPHV bestaat ook behoefte aan waardering van de cultuurhistorische relicten. Wij hebben ons daar niet mee bezig gehouden. Het is een vak apart, en de systematiek is voor het cultuurhistorische landschap nog in ontwikkeling. Waardering hangt niet alleen af van de bekende criteria gaafheid, kenmerkendheid en (nationale en internationale) zeldzaamheid. Het heeft ook alles te maken met het verhaal dat je wilt vertellen.’6 Charlotte Witte heeft met haar onderzoek over Oral history in het Park al aangekaart dat het gebruik van Oral history een methode is om historische verhalen te verzamelen, maar dat het geheel van historische verhalen nog weinig concreet is. In haar onderzoek over Oral history heeft ze daarmee bijgedragen aan een specifiek onderdeel van ‘historische verhalen’, namelijk het opzetten van een stappenplan hoe persoonsgebonden verhalen verzameld kunnen worden.7 Daarnaast biedt haar onderzoek naar veldnamen een aanzet tot het verzamelen van plek gebonden verhalen. Op 5 november 2014 was er een overleg tussen Dorien de Jonge, Monique Kokke, Henk Beukhof en Henk Ruseler om te verkennen welke verhalen het Park wil gebruiken bij Marketing & Communicatie en in welke vorm. De basis van dit overleg was een overzicht van thema’s en tijdlagen. Toen is geconcludeerd dat het wenselijk is om zoveel mogelijk informatie aangaande Historische verhalen te verzamelen en deze te structureren. Aafke Kylstra heeft hier verder een voorzet voor gemaakt met mogelijk onderwerpen en thema’s. De Raad van Toezicht heeft bij de bespreking van de concept beleidsplannen specifiek gevraagd om nadere uitwerking van ‘Historische Verhalen’. Naar aanleiding daarvan zijn de volgende projecten opgenomen in het Algemeen Beleidsplan 2015-2020:
‘Opzetten van een raamwerk voor het verzamelen, ordenen en gebruik van de rijkdom van historische verhalen’; ‘Plan van aanpak historische verhalen opstellen: bijeenbrengen van verhalen en uitwerken hoe deze verhalen te benutten en in te zetten per doelgroep’.
5
Totaalplan 2010-2020 (2009) p. 18 Borsen, O., Smalbraak J., Worst, D. (2010) p. 73 7 Charlotte Witte, "Stageverslag Landbouwenclave De Pampel, Veldnamen En Oral History," (Hoenderloo: Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe, 2014). 6
8
Het doel van het project ‘historische verhalen’ heeft twee kanten: enerzijds interne afstemming hoe het Park historische verhalen kan gebruiken en anderzijds het uitdragen van verhalen naar verschillende doelgroepen.
1.2 Probleemstelling en onderzoeksvragen Het centrale probleem dat Charlotte al naar voren liet komen is dat het beleid met betrekking tot historische verhalen in het NPHV nog niet geconcretiseerd is. Dat er belang gehecht wordt aan de historische verhalen van het Park komt duidelijk naar voren in de hierboven beschreven citaten. Echter, wat zijn historische verhalen eigenlijk? En welke verhalen wil het Park vertellen? Aangegeven wordt dat er al veel bekend is over het Park, maar wat wordt er vervolgens met deze informatie gedaan? Wordt dit ook uitgedragen? En welke informatie mist er? Daarnaast zijn ‘historische verhalen’ deel van de positionering van het Park. Het doel van het project ‘historische verhalen’ heeft dan ook twee kanten: enerzijds interne afstemming hoe het Park historische verhalen kan gebruiken en anderzijds het uitdragen van verhalen naar verschillende doelgroepen. Intern gezien moeten verhalen op elkaar afgestemd zijn zodat het Park een uniforme boodschap naar buiten kan dragen. Het zorgt als het ware voor een rode draad in de communicatie naar buiten toe, maar moet binnen het Park wel op elkaar afgestemd zijn. De verhalen die extern verteld worden zijn afhankelijk van de beoogde doelgroep. Voorbeelden van doelgroepen zijn wetenschappers, beleidsmakers, collega organisaties, de consument en bezoekers van het Park. Per doelgroep zijn andere verhalen interessant of van belang, maar hierbij is wel een consistent verhaal noodzakelijk. Verhalen bestemd voor de laatste twee doelgroepen zijn interessant voor het M&C (Marketing & Communicatie) en het BM (Bezoekersmanagement). Hierbij vormt educatie een belangrijk middel voor het vertellen van historische verhalen.8 Het opzetten van een raamwerk is hierbij van belang om een eerste aanzet te geven tot het concretiseren en structureren van dit beleidspunt, waarbij de volgende onderzoeksvragen als richtlijn zullen dienen: 1. Op welke wijze kan het begrip ‘historische verhalen’ binnen het Park het beste worden gedefinieerd? 2. Welke boodschap wil het Park uitdragen? - Wat zijn de belangrijkste verhaallijnen van het Park? - Wat zijn effectieve manieren om een verhaal te vertellen? - Op welke manier zorg je voor een consistent verhaal? 3. Op welke manier kunnen deze verhalen gestructureerd, verzameld en opgeslagen worden zodat ze toegankelijk worden voor gebruik? 4. Welke toepassingsmogelijkheden zijn er voor historische verhalen? 8
Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe, "Concept Algemeen Beleidsplan 2015-2020," (2015).
9
- Welke mogelijkheden zijn er om deze historische verhalen te delen met de verschillende doelgroepen? - Hoe belangrijk zijn plekgebonden verhalen in het toepassen van historische verhalen?
1.3 Theorie en achtergrond Wat is een historisch verhaal nu eigenlijk? Een verhaal heeft te maken met interactie: er is altijd een verzender en een ontvanger. Iemand vertelt, maakt of verzint een verhaal dat De rol van de verhalenverteller is cruciaal in altijd wordt geïnterpreteerd door de luisteraar of lezer. Verhalen kunnen ook de vorming van een verhaal. intentioneel of juist niet intentioneel zijn: een verhaal dat door iemand uitgedragen wordt kan in een zekere mate van sturing een bepaalde waarde, visie of doel operationaliseren, terwijl iemand dit verhaal misschien anders interpreteert en hier alsnog een andere betekenis aan geeft. Verhalen hebben daarom ook geen eenduidige betekenis: het is afhankelijk van de interpretatie van de ontvanger.9 Aan de andere kant speelt de verzender van het verhaal een belangrijke rol, waarbij de manier waarop een verhaal wordt overgebracht een grote invloed heeft op de interpretatie van het verhaal op de ontvanger. De verzender neemt daarmee ook automatisch een actieve plek in bij het overbrengen van een verhaal. De rol van de verhalenverteller is cruciaal bij de vorming van een verhaal. Dit uit zich in het verschil tussen een verhaal en de ‘werkelijke’ wereld. Een verhaal heeft een begin, een midden en een eind terwijl het leven zelf veel chaotischer is.10 De wereld komt niet naar je toe in de vorm van een goed verteld verhaal. Mensen maken zelf deze verhalen en koppelen het hiermee aan hun eigen omgeving, door te verbeelden dat in die verhalen de wereld voor zichzelf spreekt.11 Daarom spreken we hier ook van een verschil: terwijl historische verhalen ons zouden informeren over het verleden, is het ook een creatie van de verhalenverteller.12 Verhalen worden daarom altijd verteld vanuit iemands perspectief en kunnen een bepaalde onderliggende boodschap met zich meebrengen. In theorie zijn verhalen automatisch historisch: zodra het verhaal verteld is wordt het deel van ons conceptueel geheugen waarmee het logischerwijs geschiedenis wordt. Ook als iets opgeschreven is, wordt het nog duidelijker deel van de geschiedenis. Zodra het is opgeschreven is het ‘gedateerd’: het is gisteren, vorige maand of vorig jaar geschreven. Een verhaal is daarom ook tijdsgebonden. Echter, een verhaal hoeft niet altijd in dezelfde vorm te bestaan. Een primaire bron uit een archief waarin de grondeigendommen van een gebied in beschreven staan is nog geen verhaal: wat de historicus vervolgens doet met deze informatie kan wel uitmonden in een verhaal of een vertelling. Er zijn dus twee mogelijke vormen van historische verhalen: het kan een verhaal zijn dat uit een bepaalde periode stamt, zoals gesproken verhalen door iemand uit de 20e eeuw of een vertelling uit een 9
William Cronon, "Storytelling," The American Historical Review 118, no. 1 (2013). Eileen H. Tamura, "Narrative History and Theory," History of Education Quarterly 51, no. 2 (2011). 11 Louis O. Mink, "Critical Response; Everyman His or Her Own Annalist," Critical Inquiry 7, no. 4 (1981). 12 Tamura, "Narrative History and Theory." 10
10
bepaalde periode (een primair historisch verhaal als het ware), en een verhaal dat over een bepaalde periode gaat, maar wel geschreven is in een later tijdperk (secundaire of tertiaire bron). Verhalen worden dus geproduceerd door een persoon en onder invloed van de tijd. Echter, verhalen hebben ook een onderwerp; ze gaan over iets. Het kan over personen of thema’s gaan, maar ook over niet tastbare zaken. Het historisch verhaal gaat Sommige verhalen vinden ergens plaats. Ze zijn ergens over. Dit kan over plaatsgebonden. In het geval van het National Park De Hoge Veluwe is dit ook vanzelfsprekend; het is een plek die je aan een persoon zijn, over een kunt wijzen op de kaart. Echter, een verhaal hoeft niet altijd bepaalde tijd, over een plaatsgebonden te zijn. De plek kan een thema of onderwerp bepaald thema en over een zijn in een verhaal, maar kan ook ontbreken. Bijvoorbeeld bepaalde plek. Dit noemen wanneer er over een persoon of instantie gesproken wordt, kan de locatie van ondergeschikt belang zijn. we de 4 dimensies van historische verhalen
Vanuit een sociaal geografisch en constructivistisch perspectief worden verhalen gezien als een raamwerk waardoor situaties, objecten, actoren en instituties met elkaar kunnen omgaan.13 Ze spelen daarom een belangrijke rol bij het vormen van een brug tussen deze verschillende domeinen. Voor het Nationale Park De Hoge Veluwe kunnen verhalen dus niet alleen belangrijk zijn als middel van communicatie naar haar bezoekers toe, het kan ook dienen als interne verbindende factor tussen afdelingen en medewerkers. Ook moeten we kijken naar de inhoud van een verhaal; waar het over gaat. In onderstaand figuur (1) is dit schematisch weergegeven. Ten eerste wordt een verhaal door een verzender overgebracht. Deze verzender kan een persoon of een instantie zijn. De manier van verzenden kan door middel van geschreven tekst en gesproken tekst, maar ook beeldmateriaal kan een verhaal vertellen. Het historisch verhaal gaat vervolgens ergens over. Dit kan over een persoon zijn, over een bepaalde tijd, over een bepaald thema en over een bepaalde plek. Dit noemen we de 4 dimensies van historische verhalen. Dit betekent echter niet dat alle verhalen in één dimensie passen. Zo zijn er bijvoorbeeld verhalen die over een persoon uit een bepaalde tijd gaan, waardoor het twee dimensies raakt. Daarom is dit model een conceptueel raamwerk voor historische verhalen. Deze 4 dimensies worden in het volgende hoofdstuk verder uitgewerkt.
13
Kristof van Assche, Raoul Beunen, and Martijn Duineveld, "Evolutionary Governance Theory," (Springer International Publishing, 2014).
11
Figuur 1: Schematisch raamwerk voor historische verhalen
1.4 Verkenning wensen Park ‘Historische verhalen’ is tot dusver een veelomvattend en daarom ook nog onbestemd begrip. In deze paragraaf wordt getracht antwoord te geven op de vraag: ‘Op welke wijze kan het begrip ‘historische verhalen’ binnen het Park het beste worden gedefinieerd?’ Hierbij wordt gekeken naar de invalshoeken die binnen het Park aanwezig zijn, en hoe die geïnterpreteerd kunnen worden in een eenduidige definitie. Vanuit het Totaalplan komt naar voren dat het Park een ‘landschap van verhalen’ is en doelt hierbij vooral op de cultuurhistorische waarden in het landschap die vertellen over het ontstaan van het landschap en de ontwikkeling van het landgoed.14 Echter, uit gesprekken met het MT blijkt dat onder de pijler ‘historische verhalen’ niet alleen de landschappelijke cultuurhistorische waarden van het Park worden verstaan. De meningen zijn uiteenlopend, waarbij het concept soms wordt gezien als een paraplubegrip van alle verhalen over het Park15 (van flora, gebruik, huidig beheer, geschiedenis etc), terwijl anderen een duidelijk verschil aangeven tussen historische verhalen en verhalen (bijvoorbeeld verschil tussen vroeger en huidig beheer). 16 Over het algemeen zien de meeste mensen het concept ‘historische verhalen’ veel breder, waarbij de term niet alleen op de cultuurhistorie van het Park slaat.17 De preselectie uit het Totaalplan wordt hiermee eigenlijk teniet gedaan. Ook komt uit de gesprekken naar voren dat de historische verhalen zeker niet alleen landschap gerelateerd zijn, hoewel het Totaalplan dat wel impliceert. De definiëring van ‘historische verhalen’ wordt hierdoor echter alleen maar moeilijker. Verhalen zouden dan namelijk allesomvattend zijn, en over alles kunnen gaan. Hier schuilt een gevaar in, omdat je daarmee een soort ‘alles is alles’ in werking zet, waar weinig touw aan vast te knopen is.
14
Het Nationale Park De Hoge Veluwe, Totaalplan 2010-2020; Investeren in Ruimtelijke Ontwikkeling En Kwaliteit (2009), p. 18. 15 Gesprek Henk Beukhof, gesprek Jacob Leidekker 16 Gesprek Monique Kokke 17 Zie voor meer enkele uitgewerkte gesprekken bijlage 1.
12
Een herdefiniëring van het concept ‘historische verhalen’ is daarom noodzakelijk voor verdere interne communicatie. Eén optie is om ervoor te kiezen ‘historische verhalen’ wel vanuit het Totaalplan te bekijken. Door het Park als ‘landschap van verhalen’ te zien breng je al enige structuur in het concept. Je voegt zo namelijk de dimensie plek en het thema cultuurhistorie hier aan toe. Dit is al een zekere vorm van afbakening en maakt het verzamelen van verhalen gestructureerd. Echter, een nadeel is wel dat je op die manier verhalen over een ander thema of een andere plek buitensluit. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van de familie Müller die niet plaatsgebonden is, of het verhaal van de huidige vlinderpopulatie in het Park wat niet direct in het thema cultuurhistorie past. Historische verhalen horen dan in ‘Een historisch verhaal is deze zin bij erfgoed en minder bij ecologie (met uitzondering van een non-fictief verhaal, historische ecologie). waarin een tijdperk uit de Een andere optie is om historische verhalen wel te zien als een geschiedenis, historische breder begrip. Dit vereist enige aanpassing in de definiëring van personen of bepaalde het concept ‘historische verhalen’, want zonder structuur kan het begrip alles betekenen. Afbakening is daarom nodig. Hier plekken en thema’s het lenen de hiervoor genoemde dimensies zich uitstekend voor, onderwerp vormen. Het waardoor historische verhalen als volgt gedefinieerd kunnen gaat over een periode die, worden: vanuit het standpunt van ‘Een historisch verhaal is een non-fictief verhaal, waarin een de auteur gezien, is tijdperk uit de geschiedenis, historische personen of bepaalde afgesloten.’ plekken en thema’s het onderwerp vormen. Het gaat over een periode die, vanuit het standpunt van de auteur gezien, is afgesloten.’
1.5 Doelstelling In deze paragraaf worden doelstellingen beschreven die over het Park bepaald zijn in beleid, maar ook naar voren zijn gekomen in gesprekken. Daarnaast wordt de doelstelling van dit onderzoek beschreven. 1.5.1 Historische verhalen als bijdrage aan doelstellingen van het Park Bewust maken van boodschap van het Park Bij het overbrengen en selecteren van welke verhalen in het Park verteld zouden moeten worden, is identificatie van de boodschap van het Park van groot belang. Elk verhaal heeft een boodschap, en vooral vanuit het perspectief van het NPDHV komt naar voren dat het nodig is dat de juiste boodschap overgedragen wordt.18 Het definiëren van een centrale boodschap helpt dan ook bij het selecteren van verhalen, omdat niet alle verhalen over het Park vertelt kunnen worden. Het is dus zaak om deze rode draad die door de verhalen loopt te definiëren. Aan de hand van persoonlijke gesprekken met het MT en literatuuronderzoek komen de volgende boodschappen die het Park wil uitdragen naar voren: 18
Gebleken uit persoonlijk gesprek met Henk Beukhof en Monique Kokke
13
Het verhaal van de invloed van de mens op het landschap.19 Het verhaal van het verband tussen natuur en cultuur. Het verhaal van menselijk beheer in een landschap als beeld van het verleden. Het verhaal van het bevorderen van activiteiten die de biodiversiteit versterken en verhogen.20 5. Het Park is onderscheidend door haar natuur, landschap, kunst, architectuur en historische verhalen.21 6. De vervlechting van het Veluwse verhaal met dat van het echtpaar Kröller-Müller.22 1. 2. 3. 4.
Uit deze boodschappen komt een bepaalde focus naar voren waar verhalen over zouden moeten gaan, en kunnen we als volgt definiëren: 1. Hoge Biodiversiteit: Overbrengen dat het Park bijzondere flora en fauna huisvest wat door middel van beheer in stand gehouden wordt. 2. Gesamtkunstwerk: Overbrengen dat het Park bijzonder is door het gesamtkunstwerk, tot stand gekomen door het echtpaar Kröller-Müller. 3. Cultuurlandschap: Overbrengen dat het landschap een verhaal van het verleden vertelt. Ondanks dat het belang van historische verhalen al is onderstreept in de Missie en Positionering van het Park23, is het goed om even een verdieping te maken naar de mogelijkheid van historische verhalen als profileringsmethode van het Park. Voor de komende jaren wordt er namelijk gestreefd naar het verder opvoeren van de marktbekendheid en merkwaardering.24 Het vertellen van verhalen wordt gezien als een manier waarin een emotionele band opgebouwd tussen de mensen waarmee een bedrijf communiceert: de bezoekers/consumenten en werknemers.25 Het vertellen van historische verhalen is niet alleen van belang voor de interne communicatie binnen het Park. Het gaat ook over wat het Park naar buiten uitdraagt. Het vertellen van historische verhalen kan hierbij dienen als communicatiemiddel. Verhalen richten zich tot onze emoties en vormen een middel om waardes uit te dragen. Daarmee helpen ze om te communiceren wie we zijn.26
Figuur 2 Vier elementen van verhalen vertellen (uit: Fog et.al. 2005)
19
Gesprek Monique Kokke; Theo Spek, "Landschap Als Verhaal Van Het Verleden," in Jaarverslag 2013, ed. Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe (Hoenderloo: 2013). 20 Seger van Voorst tot Voorst, "Het Park Staat Stevig Op De Kaart," ibid., ed. Het Nationale Park de Hoge Veluwe. 21 Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe, Tot Nut En Genot Der Gemeenschap Bijeengebracht: Missie En Positionering (23 april 2013), p. 13. 22 Ibid., p. 27. 23 Ibid. 24 Afdelingsoverleg Stafdiensten en Marketing & Communicatie, maandag 13 april 2015. 25 Klaus Fog, Christian Budtz, and Baris Yakaboylu, Storytelling: Branding in Practice (Berlin: Springer, 2005). 26 Ibid.
14
Bij het gebruiken van verhalen als marketing en communicatie strategie worden vier elementen onderscheiden27: 1. Door de meeste bedrijven worden verhalen gebruikt om Uit deze boodschappen komt een op een positieve manier een boodschap te communiceren over het bedrijf. Het wordt geadviseerd om één boodschap bepaalde focus naar voren: per verhaal te gebruiken, omdat het risico op een 1. Hoge Biodiversiteit onduidelijke boodschap dan groter wordt. 2. Een ander element waar een ‘goed’ verhaal aan zou 2. Gesamtkunstwerk: moeten voldoen, is de aanwezigheid van conflict. Te veel 3. Cultuurlandschap harmonie in een verhaal met te weinig conflict maakt een verhaal saai. Een goed verhaal heeft een held, maar ook een schurk. 3. Karakters maken een verhaal levendig en maken het mogelijk voor luisteraars om zich te identificeren met de karakters. Dit gebeurt wanneer mensen sommige dingen van zichzelf herkennen in het karakter. 4. Het plot van het verhaal gaat over de vordering van het verhaal. Het heeft een begin, een midden en een einde, waarin verschillende elementen aan bod komen: - Opening; - Introductie van het conflict; - Geen weg meer terug; - Stijgend conflict; - Climax; - Verhaal vervaagt. Bewust maken van cultuurhistorische waarden van het Park De vervlechting met van het Veluwse verhaal met dat van het echtpaar Kröller-Müller is in detail uitwerkt in de cultuurhistorische visie van het Park, en is gebaseerd op de volgende argumenten28: -
-
-
-
De compleetheid van een relatief gaaf en samenhangend beeld van (oud) Veluwse cultuurlandschappen uit het begin van de 20e eeuw; De vervlechting van het algemene Veluwse verhaal met het unieke verhaal van het echtpaar Kröller-Müller, waardoor het Veluwse landschap van rond 1900 als het ware is ‘bevroren’ en vervolgens is verrijkt met een uitgestrekt 20e eeuws landgoed waarin natuur, kunst en architectuur verenigd zijn; Grote contrasten tussen enerzijds grote open landschappen en anderzijds besloten gebieden als landgoederen en bossen, maar ook de contrasten tussen natuur en cultuur zoals het monument van Generaal de Wet midden op het Otterlose Zand; Locaties van objecten zijn heel zorgvuldig ingepast in het bestaande landschap, met als voorbeeld de ligging van het Grote Museum op de zuidflank van de Franse Berg; Bouwwerken en sculpturen van grote waarde met erkenning als rijks-of gemeentelijk monument, ontworpen en gerealiseerd door internationaal erkende architecten en beeldend kunstenaars; Het Kröller-Müller museum met een kunstcollectie van wereldfaam;
27
Ibid. Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe, Cultuurhistorische Visie Het Nationale Park De Hoge Veluwe: Aanbevelingen Voor Beleid (2010), p. 41. 28
15
-
De rijke cultuurhistorische gelaagdheid vanaf de ijstijden, via de middeleeuwse agrarische landschappen, naar de vroegmoderne heidelandschappen tot aan het uiteindelijke landschap van het Park, is redelijk afleesbaar.
Historische verhalen voor educatieve erfgoedbeleving Met betrekking tot erfgoed educatie, losstaande verhalen spreken nooit voor zich. Wel wil het Park dat bezoekers iets mee krijgen tijdens hun bezoek.29 Het is daarom noodzakelijk om te contextualiseren en erfgoedobjecten en verhalen te verbinden aan historische processen en perioden om er betekenis aan te geven. Bij erfgoed vindt dit contextualiseren het beste plaats vanuit de ruimtelijke dimensie. Veel erfgoed is namelijk sterk verbonden met een specifieke plaats. Dit erfgoed krijgt meer betekenis wanneer je ze in de context van regionale, nationale of globale historische ontwikkelingen plaatst.30 Historische gebouwen worden hierbij geschikt gevonden om leerlingen historisch te laten contextualiseren, omdat er vaak sporen van verschillende historische perioden zichtbaar zijn.31 Als we dit interpreteren naar het Park, zijn ruimtelijke plekken met verhalen heel belangrijk, omdat ze de historische gelaagdheid van het Park tastbaar maken. Dit is voor educatieve en informatieve doeleinden heel bruikbaar. Naast contextualiseren is het belangrijk dat bezoekers en kinderen zich kunnen identificeren met verandering en continuïteit. Tastbare sporen uit het verleden kunnen hierbij helpen. Door vergelijkingen te maken tussen het heden en het verleden kan men verandering identificeren en zichzelf hierin spiegelen. Ook kan je een zekere continuïteit laten zien, door bijvoorbeeld te vertellen dat heidelandschap nog steeds bestaat in het Park.32 Tot slot wordt kritisch omgaan met historische bronnen gezien als een belangrijk onderwerp in erfgoededucatie. Door onderscheid te maken tussen feiten en meningen en naar de maker van een bepaalde bron kunnen mensen zich inleven in een periode wat historisch besef creëert.33 1.5.2 Doelstelling onderzoek Centraal staat in dit onderzoek het landschap als verhaal van het verleden te zien. Hierbij zijn plaatsgebonden verhalen van het grootste belang. Het Park kan gezien worden als een ‘museum van landschappen’.34 De onderzoeksvragen vertalen zich in een doelstelling, die met andere woorden de stageopdracht genoemd kan worden: Het Park adviseren middels een beleidsadvies over historische verhalen in de vorm van een plan van aanpak en het opzetten van een raamwerk voor, en het leveren van een bijdrage aan het verzamelen, ordenen en gebruiken van historische verhalen in het Nationale Park De Hoge Veluwe.
29
Gesprek Marieke Ankone, Educatie medewerker Maria Grever and Carla van Boxtel, Erfgoed, Onderwijs En Historisch Besef: Verlangen Naar Tastbaar Verleden (Verloren, 2014). 31 Christine Baron, "Understanding Historical Thinking at Historic Sites," Journal of Educational Psychology 104 (2012). 32 Grever and Boxtel, Erfgoed, Onderwijs En Historisch Besef: Verlangen Naar Tastbaar Verleden. 33 Ibid. 34 Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe, De Hoge Veluwe: 60 Jaar Natuur, Cultuur En Architectuur (Hoenderloo1995). 30
16
Hoofdstuk 2 Structureren en prioriteren van historische verhalen Het is noodzakelijk om ‘historische verhalen’ als geheel tastbaar te maken. In de huidige situatie zijn verhalen overal opgeslagen: ze staan in boeken, audiomateriaal, beeldmateriaal, rapporten en ga zo door. Dit is lastig voor het gebruik van historische verhalen. Als er bijvoorbeeld een vraag binnenkomt van iemand die wil weten wat er bekend is over het Fazanten Park waar Helene graag langs liep, is dit nu arbeidsintensief om dit op te zoeken, en is grotendeels afhankelijk van de aanwezige kennis in het Park om zoekmogelijkheden te opperen. Op de lange termijn is dit niet wenselijk. Ten eerste omdat de kans groter wordt dat niet digitaal opgeslagen kennis verloren gaat. Ten tweede kan er geen inzicht verkregen worden in welke informatie het Park al wel heeft, en welke informatie nog verkregen moet worden door bijvoorbeeld onderzoek. Tot slot wordt de hoeveelheid informatie alleen maar meer door huidig onderzoek en nieuw vergaarde kennis, waardoor het steeds moeilijker wordt om verhalen te vinden en te gebruiken. Om dit In de huidige situatie zijn proces van ‘verzanding’ te stoppen is het nodig om historische verhalen the structuren, prioriteren, verzamelen en op te slaan. verhalen overal Zo kan er uiteindelijk gewerkt worden aan de gewenste situatie opgeslagen: ze staan in waarin historische verhalen op een toegankelijke wijze voor boeken, audiomateriaal, intern en extern gebruik ‘van de plank’ getrokken kunnen beeldmateriaal, rapporten worden. De eerste stap in het concretiseren van de pijler ‘historische verhalen’, is het structureren en daarmee tastbaar en ga zo door. maken van deze historische verhalen.
2.1 De 4 dimensies Zoals in het vorige hoofdstuk al kort is beschreven, gaan verhalen altijd ergens over. Anders is het simpelweg geen verhaal. Om het concept historische verhalen tastbaar en begrijpelijk te maken, is een zekere structuur nodig. Daar lenen de 4 dimensies van verhalen zich goed voor. Verhalen kunnen namelijk gaan over een persoon, over een plek, over een thema, en over een tijd. Deze maken het mogelijk om een zekere mate van prioritering aan te houden in je verhalen, maar ook om verhalen te structureren en een verhaallijn op te bouwen. Per dimensie worden die hieronder verder besproken.
Thema De dimensie ‘thema’ gaat over verhalen die in een bepaalde categorie te verdelen zijn. Denk bijvoorbeeld aan verhalen gerelateerd aan de jacht, of verhalen gerelateerd aan fauna. Het identificeren van thema’s kan drie doelen dienen: 1. informatie beschikbaar maken voor bezoekers, 2. een structuur aanbrengen aan historische verhalen en 3.het prioriteren van historische verhalen. Door verhalen te thematiseren kunnen bezoekers wijs worden uit de hoeveelheid informatie. Mensen kunnen niet zomaar informatie opslaan in hun hersenen: door het vormen van mentale concepten maken we de wereld om ons heen begrijpelijk.35 Thema’s kunnen hierbij helpen. 35
M. Jacobs, "The Production of Mindscapes : A Comprehensive Theory of Landscape Experience" (s.n.], 2006).
17
Logischerwijs helpt het thematiseren van historische verhalen bij het structureren, waarmee je direct een bepaalde prioritering weergeeft (welke thema’s zijn bijvoorbeeld belangrijk en welke niet). Deze kunnen gekoppeld worden aan de centrale boodschap. Na bestudering van verschillende documenten van het Park, de bibliotheek, de Vrienden van de Hoge Veluwe, de beeldbank, de GIS thema’s en andere literatuur, komen de volgende thema’s naar voren: -
Bosbouw;36 Historische ecologie;37 Grondeigendom; Infrastructuur; Jacht en wildbeheer;38 Recreatie; Fauna; Flora; Landbouw; Sociale relaties; Kunst; Architectuur; Defensie; Geologie; Bewoning.
Natuurlijk kunnen thema’s eindeloos doorgaan. Je kunt verhalen onderverdelen met thema’s, subthema’s, sub-sub thema’s enzovoort. Afhankelijk van het doel van de historische verhalen kan er gekozen worden voor subthema’s. De hierboven beschreven thema’s kunnen gezien worden als hoofdthema’s waar andere onderwerpen aan gelinkt kunnen worden. Tijd Omdat het Park zich onderscheidt door middel van ‘historische verhalen’ naast de pijlers ‘natuur en landschap’ en ‘kunst en architectuur’, spreken we automatisch van een tijdbepaling. Anders zouden we simpelweg spreken van ‘verhalen’ in plaats van ‘historische verhalen’. Omdat in de naam ‘historische verhalen’ al een tijdsbepaling voorkomt, is het nuttig om deze verdeling ook te gebruiken. In de cultuurhistorische visie van Het National Park de Hoge Veluwe is de landschapsbiografie van het Park beschreven, met als doel een samenhangend beeld te geven van de ontwikkeling van het landschap vanaf zijn ontstaan tot het heden.39 Om een ontwikkeling in kaart te brengen heb je een tijdsdimensie nodig: alleen zo kan er een oorzaak-gevolg relatie ontstaan waarin je een ontwikkeling kan analyseren.
36
Verslag overleg Historische verhalen met Monique Kokke, Dorien de Jonge Zwijnsbergen, Henk Beukhof en Henk Ruseler, woensdag 5 november. 37 Oscar Borsen, Joanneke Smalbraak, and Dennis Worst, "De Hoge Veluwe: Een Gelaafd Landschap: De Landschapsgeschiedenis Van De Hoge Veluwe Is Een Geografisch Informatiesysteem (Gis): Handleiding En Projectverslag," (Hoenderloo: Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe, 2010). 38 Verslag overleg Historische verhalen met Monique Kokke, Dorien de Jonge Zwijnsbergen, Henk Beukhof en Henk Ruseler, woensdag 5 november. En uit Stichting het Natiole Park de HogeVeluwe, "Cultuurhistorie Het Nationale Park De Hoge Veluwe, Werkdocument," (17 december 2010). 39
G.J.M. Derks et al., Cultuurhistorische Analyse Het Nationale Park De Hoge Veluwe: Een Aesthetisch Beeld Van Ons Moderne Nederland (Zwolle: Waanders, 2007).
18
In de Cultuurhistorische Visie wordt van deze benadering gebruik gemaakt middels het onderscheiden van zeven tijdlagen. Deze tijdlagen zijn gebaseerd op kenmerkende perioden die het landschap gevormd hebben. In figuur 3 zijn deze lagen gevisualiseerd. De eerste twee tijdlagen zijn geologisch en archeologisch van aard, waarna de invloed van de mens op het landschap meer op de voorgrond treedt. Per tijdlaag zijn kenmerkende sporen geïdentificeerd, wat ook een zekere prioritering weergeeft. Echter, vanuit het Park is beoogd de nadruk te leggen op de ontwikkelingsgeschiedenis van het Park maar ook speciaal op de periode van Kröller-Müller. Dit draagt zo bij aan de twee doelen die in het begin van dit verslag geïdentificeerd zijn: het verhaal van het Gesamtkunstwerk, tot stand gebracht door het echtpaar Kröller-Müller en het verhaal over het cultuurlandschap waarbij centraal staat dat het landschap een verhaal van het verleden verteld.
Figuur 3: Tijdlagen van het Nationale Park de Hoge Veluwe
Plaats De derde dimensie, plaats, is van belang voor het Park. Het Nationale Park de Hoge Veluwe is namelijk een fysieke omgeving waarin Verhalen die over een plaats gaan worden tastbaar omdat ze de verhalen plaats vinden. zintuigen prikkelen: je kunt de plek voelen, zien, horen en De plek waar een misschien wel proeven en ruiken. verhaal plaatsvindt of over gaat maakt daarmee deel uit van de ‘setting’ van het verhaal: het geeft context. Verhalen die over een plaats gaan worden daarmee tastbaar omdat ze de zintuigen prikkelen: je kunt de plek voelen, zien, horen en misschien wel proeven en ruiken. Dit maakt ‘plaats’ een belangrijke dimensie. In de Cultuurhistorische Visie komt dit naar voren door naast tijd, ook belang te hechten aan de plaats. Hierin zijn verschillende deelgebieden aangewezen met elk hun eigen cultuurhistorische karakteristieken. Door GIS te gebruiken zijn sporen per tijdlaag op een kaart weergegeven. Deze sporen geven als het ware een plaatsaanduiding van waar een cultuurhistorisch verhaal te vertellen is. De hoeveelheid aanwezige objecten in een bepaald gebied bepalen ook de intensiteit waarin verhalen verteld kunnen worden. Zoals we later zullen zien heeft het Park verschillende ‘hotspots’ waar veel tijdlagen door elkaar heen zichtbaar en beleefbaar in het landschap zijn, of waar veel objecten van een bepaald thema of persoon aanwezig zijn. Deze plaatsten zijn dus erg geschikt om
19
de gelaagdheid van het landschap kenbaar aan publiek te maken. In hoofdstuk 4 wordt hier verder op ingegaan. Persoon Verhalen die over een persoon gaan maken een verhaal persoonlijk. Dit klinkt logisch, maar het belang ervan moet niet onderschat worden. Personen geven een historisch verhaal inzicht in het menselijk aspect, waardoor het dichter bij de ontvanger van de informatie komt te staan. Het brengt ons in staat om ons te identificeren met bepaalde karaktereigenschappen van personages, waardoor er een zekere mate van persoonlijke herkenning kan plaatsvinden. Neem als voorbeeld dat ieder van ons gezichten in objecten ziet die niet menselijk zijn (dit verschijnsel wordt ook wel Pareidolia genoemd). Iedereen kent wel een voorbeeld: auto’s met wimpers, toast die lijkt op Madonna, wolken die lijken op een bekend iemand en ga zo maar door. Het menselijk brein is gefocust op het herkennen van personen. Deze theorie geeft ook inzicht in waarom persoonlijke verhalen belangrijk zijn: door de koppeling met een ‘bekend’ persoon wordt het leven en het karakter van iemand inzichtelijk gemaakt. Op deze manier worden historische verhalen weer gekoppeld aan het nu. Zo kunnen mensen zich identificeren en inleven met bijvoorbeeld de karaktertrekken van Helene Müller als vastberaden moderne vrouw. De verhalen die zijn vastgelegd in de bibliografie van Helene Müller40 en de verhalen die worden vastgelegd in de bibliografie van Anton Kröller41, lenen zich erg goed als basis voor de historische verhalen aangaande deze personen. Met betrekking tot de prioritering van verhalen over personen zijn verschillende keuzes te maken. Binnen het Park staat het echtpaar Kröller-Müller centraal. Deze personen spelen dan ook een belangrijke rol binnen ‘historische verhalen’. Echter, dit zijn niet de enige belangrijke karakters. Personen als Sam van Deventer, Henry van de Velde en H.P. Berlage zijn architecten en vrienden van het echtpaar die een interessante historische relatie met het Park hebben. Andere historisch bekende personages die gelinkt zijn aan het Park zijn bijvoorbeeld Prins Hendrik en andere belangrijke bezoekers uit de periode van het echtpaar Kröller-Müller. Naast ‘bekende’ personages, zijn er natuurlijk ook andere personen boeiend. Het verzamelen van ervaringen van oud bewoners en oud-medewerkers van het Park kan hierbij interessant zijn.42
Samen: de draaischijf De hierboven beschreven vier dimensies kunnen bijdragen aan het prioriteren en het structureren van historische verhalen. Door ze samen te integreren kan er een overzicht verkregen worden in de variaties waarin historische verhalen kunnen voorkomen. Zoals al beschreven zijn plekken en personen in een historisch verhaal belangrijk: ze maken het verhaal tastbaar en beleefbaar. Tijd zorgt voor een historisch besef, wat niet mag ontbreken in een historisch verhaal. Verder zijn thema’s nodig om informatie gestructureerd en begrijpelijk aan mensen over te brengen. Daarom kunnen we hier zeggen dat verhalen die de 4 dimensies bestrijken het waard zijn om kenbaar te maken, omdat ze de meeste kans op een beleefbaar historisch verhaal bieden. Deze mogelijkheden zijn gevisualiseerd in een ‘draaischijf’ die in bijlage 2 te vinden is. Als voorbeeld is in figuur 4 de structuur
40
Eva Rovers, De Eeuwigheid Verzameld: Helene Kröller-Müller (1869-1939) (Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2010). 41 Het boek van Ariëtte Dekker over Anton Kröller komt binnenkort uit (05-06-2015) 42 Zie voor meer informatie hierover het stageverslag plan van aanpak ‘Oral History’ van Charlotte Witte
20
van tijd gebruikt. Deze keuze is gemaakt omdat een verhaal altijd over een bepaalde periode gaat. Elke tijdlaag, die is gebaseerd op de CHV, heeft bepaalde thema’s, personen en plekken. Hieronder is het voorbeeld van de tijdlaag Kröller-Müller afgebeeld. Het geeft een overzicht van belangrijke plekken, thema’s en personen. Als draaischijf moet je het kunnen draaien naar gelang de interesse, maar het kan ook voorkomen dat er bij een bepaalde dimensie geen verhaal hoort. Dit laat meteen zien hoe complex ‘historische verhalen’ eigenlijk (kunnen) zijn.
Figuur 4: Historische verhalen draaischijf van de periode Kröller-Müller (1909-1935)
2.2 Het ‘labelen’ van je informatie Het is gebleken dat de 4 dimensies van Historische verhalen bruikbaar zijn voor het tastbaar maken en prioriteren van historische verhalen. Natuurlijk hangt prioritering altijd af van het doel van je verhaal. Daarom Het labelen van de moeten historische verhalen aan bepaalde eisen voldoen. Niet historische verhalen kan elk verhaal is bijvoorbeeld geschikt voor iedereen. Er zijn namelijk verschillende soorten verhalen, met een verschillend helpen om ze bruikbaar en doel. Zo kan je educatieve verhalen, maar ook informerende toepasbaar te maken voor verhalen hebben. Dit is voornamelijk afhankelijk van je Marketing & doelgroep: aan kinderen vertel je een ander verhaal dan aan Communicatie en bijvoorbeeld volwassenen. Daarom moeten we categorieën aanbrengen die niet alleen over de inhoud van het verhaal Bezoekersmanagement. gaan, maar ook over het proces waarin het verhaal van de beoogde verzender naar de beoogde ontvanger gaat. Het labelen van de historische verhalen kan daarmee helpen om ze bruikbaar en toepasbaar te maken voor Marketing & Communicatie en Bezoekersmanagement.43 Het labelen van informatie is overigens iets anders dan gebruiken van zoektermen. Labels kunnen gaan over alle informatie die je
43
Gesprek Dorien de Jonge Zwijnsbergen 16-03-2015 en uit Verslag overleg Historische verhalen met Monique Kokke, Dorien de Jonge Zwijnsbergen, Henk Beukhof en Henk Ruseler, woensdag 5 november. Gesprek Monique Kokke 16-04-2015.
21
een verhaal wilt toekennen naast het inhoudelijke verhaal. Deze kunnen vertaald worden in zoektermen, maar dit hoeft niet. Doelgroep Om historische verhalen toepasbaar te maken is het nuttig om de label ‘doelgroep’ te gebruiken. Dit is vooral bruikbaar wanneer er snel en gemakkelijk geselecteerd moet worden op de beoogde doelgroep. Er zijn geen specifieke voor-gedefinieerde doelgroepen van het Park, maar voor historische verhalen is het voldoende om doelgroepen uit te splitsen tot maximaal twee niveaus. Als de groepen te ver uitgesplitst worden wordt het namelijk steeds moeilijker om verhalen in te delen omdat je zo mensen uitsluit. In overleg met M&C is gekozen voor de volgende doelgroepen44: -
Wetenschappers Consument/bezoeker: o Kinderen o Volwassenen
Het onderscheid tussen kinderen en volwassenen is nodig, omdat we met historische verhalen het automatisch hebben over een verleden. De ‘tijd’ van een kind is anders dan dat van een ouder persoon, waardoor de beleving van het verhaal anders is. Een volwassene zal niet een plek kennen zoals een kind dat doet en andersom. Dit komt omdat de sensorische en mentale capaciteiten van kinderen en volwassenen verschillen, en omdat ze een ander tijdsgevoel hebben.45 Status De status heeft alles te maken met de betrouwbaarheid van het verhaal. Vragen die daarbij een rol spelen zijn: 1. Is het een waargebeurd verhaal/geverifieerd? De vraag die vanuit het Park veel naar voren komt is in hoeverre historische verhalen geverifieerd zijn. Een voorbeeld is het graf van het hondje ‘Schuftrl’. Het is altijd gezien als het graf van één van Helene Müller haar favoriete hondjes. Later is gebleken dat dit niet het geval is geweest, maar dat het misschien een hondje was van Sam van Deventer. Geschiedenis werkt wat dat betreft hetzelfde als wetenschappelijke theorievorming: het is niet statisch, de ‘waarheid’ verandert continu. Nieuwe inzichten worden verkregen waardoor onze informatie veranderd. Is dit erg? Fouten in fundamentele verhalen die de kernboodschappen van het Park aantasten zijn niet gewenst, maar ook deze boodschappen zijn flexibel. Daarom moet niet te veel belang gehecht worden aan het actief verifiëren van verhalen. Neem als extreem voorbeeld het monster van Loch Ness, we weten zo goed als zeker dat het een verzonnen verhaal is, maar het is één van de meest bezochte attracties van Schotland. Wel is het belangrijk dat er uniformiteit bestaat van de beschikbare kennis. Verhalen moeten namelijk consistent zijn. Bezoekers maar ook interne medewerkers zijn niet gebaat bij verhalen waarbij het niet duidelijk is welke waar zijn of verteld mogen worden. Voor Marketing & Communicatie en voor Bezoekersmanagement is het daarom belangrijk dat verhalen geverifieerd zijn, omdat er zo beter een consistent verhaal vertelt kan worden aan bezoekers en consumenten. Verhalen labelen met ‘geverifieerd’ kan dus bijdragen aan de consistentie van deze verhalen. 44 45
Gesprek Dorien de Jonge Zwijnsbergen Y. F. Tuan, Space and Place : The Perspective of Experience (London: Arnold, 1977), p. 197.
22
2. Strookt het verhaal met de centrale boodschap die het Park wil uitstralen? Zoals in hoofdstuk 1 al is vermeld, kunnen er drie centrale boodschappen gedefinieerd worden: 1. Hoge Biodiversiteit: Overbrengen dat het Park bijzondere flora en fauna huisvest wat door middel van beheer in stand gehouden wordt. 2. Gesamtkunstwerk: Overbrengen dat het Park bijzonder is door het gesamtkunstwerk, tot stand gekomen door het echtpaar Kröller-Müller. 3. Cultuurlandschap: Overbrengen dat het landschap een verhaal van het verleden vertelt. Deze centrale boodschappen kunnen gezien worden als richtlijnen waar historische verhalen aan kunnen bijdragen. Daarmee kunnen ze de boodschappen versterken. Door verhalen te labelen met of ze bijdragen aan één of meerder van deze boodschappen en op welk niveau, zijn ze sneller toegankelijk voor gebruik: het geeft namelijk de mate van prioritering weer. 3. Mag de informatie gebruikt worden voor publicaties? Een ander belangrijk punt heeft betrekking op het labelen van historische verhalen met betrekking tot publicatie rechten. Dit heeft dan vooral betrekking op verhalen die vanuit een persoonlijk perspectief verzameld zijn, zoals het verzamelen van audiomateriaal van interviews maar ook beeldmateriaal. Dit kunnen persoonlijke gegevens zijn die alleen met bepaalde gelegenheden gebruikt mogen worden. Daarom moeten verhalen hiermee gelabeld worden om ze toepasbaar te maken voor gebruik. Bron Bij elk historisch verhaal is het noodzakelijk om de bron te vermelden. Dit is heel belangrijk, omdat anders het niet te achterhalen is waar het verhaal vandaan komt en of dit betrouwbaar is. De bron moet hier niet verwijzen naar de locatie van de bron, maar naar de bron zelf. Hierbij is het wenselijk om een wetenschappelijk format te gebruiken.46 Hierbij kan ook bronnenkritiek worden aangegeven, namelijk in hoeverre de informatie als vertrouwelijk wordt beschouwd. Suggesties Aan het eind van het verhaal kunnen suggesties aangegeven worden van andere verhalen die ook interessant zijn om te lezen. Suggesties kunnen dan op de vier dimensies slaan. Dus zo krijg je
46
Het APA-systeem is hiervoor geschikt. Bijvoorbeeld: Voor een boek: Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het boek. Plaats: Uitgeverij. Voor een hoofdstuk uit boek: Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van hoofdstuk. In A. Redacteur (Red.), Titel van het boek (pp. xx-xx). Plaats: Uitgeverij. Voor een tijdschriftartikel: Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het artikel. Naam tijdschrift, jaargang(nummer), xx-xx. Voor een krantenartikel: Auteur, A. (datum). Titel van het artikel. Naam krant, p. xx-xx. Voor een internetbron: Auteur, A. (jaar van uitgave). Titel van het document. Geraadpleegd op dag maand jaar, van http://url Zie http://specials.han.nl/themasites/studiecentra/verwerken-en-delen/bronnen-vermelden/apa-normen/ voor meer informatie.
23
gerelateerde artikelen over plaats, tijd, thema en persoon. Dit is vooral gemakkelijk voor gebruikers van de informatie.
24
Hoofdstuk 3 Opslaan en verzamelen van historische verhalen Een wens die vanuit het Park naar voren komt, is om zoveel mogelijk informatie aangaande historische verhalen te verzamelen.47 De reden hiervoor is dat er veel verhalen in verschillende vormen over het Park aanwezig zijn op verschillende locaties. Verhalen zijn vastgelegd in boeken, tijdschriften, op video, op luisterapparatuur en ga zo maar door. Hierdoor is er geen duidelijk beeld van waar deze verhalen zich bevinden, maar ook welke verhalen er al over het Park zijn, en welke verhalen er nog ontbreken. De toepassing van historische verhalen is daarom in de huidige vorm nog niet gebruiksvriendelijk. Vanuit Marketing & Communicatie bestaat de wens om historische verhalen op een snelle en makkelijke manier toegankelijk te maken voor het gebruik door medewerkers. Wanneer bijvoorbeeld een Marketing & Communicatie medewerker over een bepaald onderwerp iets op de website wil plaatsen, bijvoorbeeld over de jacht, moet hij/zij in staat zijn om via een makkelijke manier te achterhalen welke verhalen hierover beschikbaar zijn.
3.1 Database Als we praten over het opslaan en verzamelen van verhalen hebben we te maken met data. Data is in dit geval het verhaal zelf, of de fundering (bron) van het verhaal. Een verhaal kan namelijk gebaseerd zijn op verschillende bronnen, en veel verhalen zullen nog geschreven moeten worden. Om een link te kunnen leggen met het uiteindelijke geschreven verhaal en de herkomst van deze informatie, is een database nodig. In Om een link te kunnen vergelijking met de relatief ouderwetse manier van het leggen met het verzamelen van data in bijvoorbeeld kaartenbakken, is het uiteindelijke geschreven tegenwoordig gebruikelijk om deze data op te slaan in een database op de computer. Dit wordt gedaan door middel van verhaal en de herkomst ‘knowledge based software’ (NL: Kennis relateerde software). van deze informatie, is een database nodig.
Bij het kiezen van een bepaalde manier om de data te beheren is het van belang om te kijken naar welke eisen gesteld worden aan de data. Willen we alleen de data opslaan? Willen we dat het toegankelijk is voor intern gebruik? Willen we het gebruiken voor het inzamelen/verzamelen van alle historische verhalen? Willen we deze data ook delen buiten het Park door het bijvoorbeeld toegankelijk te maken voor verschillende doelgroepen? Verschillende antwoorden zijn mogelijk, waardoor automatisch andere systemen bruikbaar worden. Daarom is het belangrijk om doelen vast te stellen wat er van het systeem verwacht wordt. Data kan op twee verschillende manieren voorkomen en gearchiveerd worden. Je kunt spreken van gestructureerde data en ongestructureerde data. Bij gestructureerde data heb je te maken met variabelen of ‘meta-data’, die de informatie kunnen beschrijven. Veel databases maken hier gebruik van bij bijvoorbeeld het bijhouden van personeelsgegevens waarbij je te maken hebt met de variabelen voornaam, achternaam, geboortedatum, BSN, adres enzovoort. Ongestructureerde data is 47
Verslag overleg Historische verhalen met Monique Kokke, Dorien de Jonge Zwijnsbergen, Henk Beukhof en Henk Ruseler, woensdag 5 november.
25
alle informatie die niet direct als veld in een database te gebruiken is. Hier kan het gaan om bepaalde office documenten zoals Word, PDF en Excel, maar ook andere informatie zoals afbeeldingen, video’s en geluidsfragmenten. Op het eerste gezicht lijkt het bij historische verhalen dus te gaan om ongestructureerde data. Er zijn al verschillende databases aanwezig in het Park. Een voorbeeld is de Bibliotheek, maar ook de Beeldbank is hiervan een voorbeeld. Echter, niet al het materiaal dat input kan geven voor historische verhalen is opgeslagen in een database. Neem bijvoorbeeld audiomateriaal: hier is geen database voor, waardoor het niet duidelijk is wat er wel of niet aanwezig is in het Park. Ook de beeldbank functioneert niet naar behoren en is nog niet gebruiksvriendelijk.48 Omdat deze informatie de fundering vormt voor je historisch verhaal, is het noodzakelijk om deze al bestaande databases nader te bestuderen. Deze moeten dienst doen als locatie waar de bronnen aanwezig zijn van het verhaal, dus mogen ook niet veranderen van structuur. Wat er dan kan gebeuren is dat er verwezen wordt in je historisch verhaal naar een bron in de bibliotheek, die ineens niet meer vindbaar is. Dit wil je voorkomen. Dit betekent dat sommige databases in het Park verbeterd moeten worden, maar ook dat bepaalde informatie, zoals audiomateriaal, ook opgeslagen moet worden in een database. Als dit niet gebeurt, dreigt deze informatie verloren te gaan. De bestaande databases kunnen aangepast en aangevuld worden waarbij een structuur vastgelegd moet worden. Geadviseerd wordt om een student die bekend is met Archiveren hiervoor in te zetten, zodat alle databases eens goed bekeken kunnen worden en waar nodig nieuwe databases gemaakt worden. Het beheer zelf van de databases is niet arbeidsintensief: alleen bij nieuwe publicaties of nieuw materiaal is het nodig om de database aan te vullen. Over de vormgeving en het gebruik van software kan een archivering student meer over zeggen, maar in bijlage 3 en 4 is een poging gedaan de voor en nadelen van verschillende software te beschrijven.
Dit betekent dat sommige databases in het Park verbeterd moeten worden, maar ook dat bepaalde informatie, zoals audiomateriaal, ook opgeslagen moet gaan worden in een database. Als dit niet gebeurt, dreigt deze informatie verloren te gaan.
3.2 Hoge Veluwe Wiki als Kennisbank Naast het opslaan van je bronnen of informatie in databases, is het nodig om alle relevante data per verhaal bijeen te brengen in een bepaalde vorm: namelijk als historisch verhaal. Omdat dit om ongestructureerde data gaat, waar je snel in moet kunnen zoeken, is een bepaalde kennisbank nodig. In deze kennisbank worden dan historische verhalen opgeslagen en beheerd. Verschillende organisaties maken hier ook gebruik van, met als voorbeeld gemeentearchief Ede.49 Ook de Vrienden van de Hoge Veluwe maken gebruik van een eigen website met daarop een ‘Hubertipedia’.50 Een dergelijke kennisbank komt voor in de vorm van een zogeheten ‘Wiki’. Dit is als het ware een online encyclopedie over een bepaald onderwerp. De Vrienden van de Hoge Veluwe maken al in zekere
48
Gesprek Dorien de Jonge Zwijnsbergen https://www.ede.nl/gemeente/gemeentearchief/geschiedenis-van-ede/artikelen-op-alfabet/ 50 Gesprek met Marry Woudenberg, coördinator van de Vrienden van het Jachthuis. 49
26
mate gebruik van een dergelijke Wiki, waarbij de rondleiders van het jachthuis gebruik maken van een ‘Hubertipedia’. Initiële doelen Een Wiki kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Ten eerste kan het gebruikt worden voor het opslaan van historische verhalen. Deze verhalen moet gedigitaliseerd worden wil het van nut zijn voor een Wiki. Ten tweede fungeert een Wiki als een digitale ‘plank’ van historische verhalen, waar wie daar toestemming voor heeft, verhalen kan plaatsen. Het heeft de potentie om een volledige kennisbank te worden van historische verhalen waarbij nieuwe informatie vergaard kan worden. Op deze manier wordt ook inzicht verkregen in niet alleen de bestaande en bekende verhalen, ook nieuwe verhalen kunnen zo toegevoegd worden. Gebruiksgemak Als een Wiki eenmaal is opgezet is het gebruiksvriendelijk. Data kan makkelijk gevonden worden middels een zoekfunctie, maar ook thema’s kunnen bijdragen aan een overzichtelijke databank. De mate waarin een Wiki is ontsloten voor publiek bepaald ook hoe gebruiksvriendelijk dit systeem is. Afspraken moeten gemaakt worden over wie toegang heeft tot de Wiki en wie niet. Omdat alle verhalen in een digitale website omgeving worden opgeslagen, zijn ze ook heel makkelijk te gebruiken voor onder andere de koppeling met GIS en andere toepassingen. Dit maakt het systeem heel gebruiksvriendelijk. Beheergemak Een Wiki moet opgezet worden naar de wensen van het Park. Aansluiten bij bestaande Wiki’s zoals Hubertipedia biedt mogelijkheden, maar is in de huidige vorm nog niet heel bruikbaar voor het Park. Andere labels moeten o.a. aangemaakt worden voor de structurering van de historische verhalen, en om ze vindbaar te maken. Een specialist, student of websitebouwer is nodig om verder na te denken over het format van de Wiki (in het verslag is hier een aanzet voor gegeven, zoals later duidelijk wordt). Hier kunnen de vier dimensies en de geïdentificeerde labels voor gebruikt worden. Dus het beginstadium zal door externe expertise moeten worden opgezet. Echter, zodra de structuur eenmaal is opgezet en getest, is het vrij gemakkelijk om de gewenste geselecteerde groep mensen toe te staan op de Wiki zodat het gevuld kan worden met informatie. In principe kan iedere medewerker (M&C) of vrijwilliger (rondleiders, natuurgidsen) die ‘verhalen vertelt’ zelf zijn ‘eigen verhaal’ in een format zetten.51 Een mogelijkheid is ook dat de portiers in rustige uurtjes verhalen gaan invullen. Aafke kan starten met verhalen die eenvoudig uit literatuur over te nemen zijn. In samenwerking met vrijwilligers of stagiaires kan de verhalenbank de komende jaren verder aangevuld worden. De coördinatie en eindredactie horen Marketing & Communicatie. Zij moeten checken of elk verhaal de juiste boodschap bevat, door de verhalen te labelen. Historische verhalen moeten ook geverifieerd (kunnen) worden. Bronvermelding is daarbij van groot belang. Voor het verifiëren van historische verhalen kan mogelijk (afhankelijk van het verhaal) een klankbord gevonden worden bij de gemeentearchivaris van gemeente Ede, Bas Mühren van het KMM en/of Elio Pelzers van het Gelders Archief. Die coördinatie kan bij Aafke liggen. Toepassingsmogelijkheden Het gebruiken van een Wiki kan goed dienen voor de digitale opslag van de historische verhalen van het Park. Het is een moderne manier om informatie vast te leggen en biedt een toekomstperspectief 51
Zie de volgende paragraaf waar dit verder wordt uitgewerkt.
27
waarin verhalen steeds meer digitaal beschikbaar worden. De toepassingsmogelijkheden van dit systeem zijn dan ook heel groot. Omdat dit een digitale verhalen kennisbank is, kan het gekoppeld worden aan bijvoorbeeld GIS toepassingen, en is het ook makkelijk in het gebruik wanneer Marketing & Communicatie en Bezoekersmanagement over een bepaald onderwerp een verhaal wil hebben. Daarnaast is het een dynamisch proces waarin steeds meer historische verhalen toegevoegd kunnen worden. Het voordeel hiervan, is dat er niet alleen verhalen in komen te staan die het Park al weet: ook nieuwe nog voorheen onbekende verhalen kunnen mogelijk toegevoegd worden. In het Het gebruiken van een Wiki kan goed volgende hoofdstuk wordt specifieker uitgelegd dienen voor de digitale opslag van de welke toepassingsmogelijkheden er zijn. historische verhalen van het Park. Financiën Het opzetten van een Wiki zal ongeveer € 5.000 kosten (ca. vijf dagen door professional van € 800,- / dag). Wanneer een stagiair hiervoor ingezet wordt kan dit goedkoper uitpakken middels stagevergoeding. De software is vaak gratis voor een Wiki. Wel betaal je, afhankelijk van je hoeveelheid informatie, voor de website hosting. Dit is ongeveer € 350,- per jaar. Wanneer de Wiki is opgezet, zal het gevuld en beheerd moeten worden. Het beheer kan intern gebeuren, maar het vullen kan ook met behulp van vrijwilligers of stagiaires plaatsvinden. Het voordeel hiervan is dat de Wiki dan relatief snel gevuld is met verhalen. De kosten hiervoor zijn dan ook stagevergoeding. Implementatie Ten eerste moet er een besluit gemaakt worden over het te wensen format van de Wiki. Aan het eind van dit hoofdstuk vind je een voorbeeld van hoe een dergelijke Wiki eruit zou kunnen komen te zien. Vervolgens moet de Wiki gevuld gaan worden in een bepaald format(zie volgende paragraaf). Gestart kan worden met verhalen die al verteld worden, zoals informatiepanelen, de website, bezoekersgidsen en informatie van de Vrienden van de Hoge Veluwe). Voordelen: - Het kan dienen als een uitgebreide kennisbank waarbij alle kennis kan worden opgeslagen en geen informatie verloren gaat; - De toepassingsmogelijkheden zijn heel divers; - De eindredactie ligt in handen van het Park, waardoor er grip is op welke informatie er naar buiten gebracht wordt; - Het is een moderne manier van dataopslag en biedt mogelijkheden voor de toekomst; - Al het gedigitaliseerde materiaal kan je erin kwijt, dus ook beeldmateriaal en audiomateriaal; - Omdat de informatie online gestructureerd is, is er bij verschillende toepassingen een koppeling met GIS mogelijk. Nadelen: -
Het is arbeidsintensief; Er worden kosten gemaakt aan het begin van het proces; Je hebt te maken met digitale data: wanneer informatie niet digitaal is zal het gedigitaliseerd moeten worden; Het opzetten van het systeem kost tijd. 28
3.3 Het verzamelen van verhalen Nadat een Wiki is opgezet, zullen er verhalen verzameld moeten worden. De volgende stappen moeten hierbij ondernomen moeten worden. Stap 1: Bepalen wie er gaat verzamelen. Er zijn verschillende constructies te bedenken waarin mensen verhalen gaan verzamelen. Het uiteindelijke doel hiervan is dat ze op een correcte manier ingedeeld worden in het systeem. Er zijn verschillende opties mogelijk. Een eerste optie zou zijn dat één of twee personen aangesteld worden die die verhalen gaan verzamelen. Dit kunnen vrijwilligers zijn, bijvoorbeeld de vrijwilligers die nu al de bibliotheek beheren, maar ook bijvoorbeeld één of twee studenten. Kennis van de inhoud is hierbij een pré, omdat dit uiteindelijk invloed heeft op het verzamelen van de verhalen. Een andere optie is om alle medewerkers van het Park toegang te geven tot het systeem, waarin iedereen verhalen die hij/zij tegenkomt in het systeem zet. Zo heb je minder snel een eindproduct, maar kunnen er wel steeds nieuwe verhalen ingevoerd worden. De laatste, meest ideale optie, is om deze twee mogelijkheden te combineren: een aanzet wordt gegeven door een paar speciaal aangestelde mensen waardoor er al snel een bruikbare kennisbank is, maar ook (enkele) medewerkers van het Park krijgen toestemming om verhalen zelf toe te voegen. Zo wordt de database langzaam steeds vollediger en blijft het een dynamisch proces. Geadviseerd wordt om de coördinatie van het verzamelproces bij Stafdiensten te leggen, omdat daar veel inhoudelijke kennis aanwezig is.52 Stap 2: Waar ga je zoeken? Wanneer besloten is wie de verhalen gaat verzamelen is het van belang om vast te stellen hoe het zoekproces in zijn werk gaat. Nu zijn historische verhalen namelijk erg verspreid aanwezig in het Park maar ook daarbuiten. Intern zijn verhalen aanwezig in: -
Stageverslagen; Wetenschappelijke artikelen; Publicaties van het Park; Interviews in audiomateriaal; Tijdschriften; Publicaties van de Vrienden van de Hoge Veluwe zoals ‘de Schouw’; Boeken; De ‘hoofden’ van medewerkers.
Extern zijn verhalen aanwezig in: -
52
Archief Kröller-Müller museum; Nationaal Archief; Gelders Archief; De ‘hoofden’ van omwonenden; Het internet; Externe publicaties (wetenschappelijk of anders).
Bijvoorbeeld Henk Beukhof en Aafke Kylstra
29
Dit overzicht zal zeker nog aangevuld kunnen worden gedurende het verzamel proces. Dit geeft al wel aan dat het verzamelen van verhalen een intensieve klus is: verhalen bevinden zich overal. Stap 3: Schrijven Het schrijven van een historisch verhaal moet aan bepaalde eisen voldoen. Alleen zo kan er een consistent verhaal geschreven worden. Daarom is er een format nodig waar iedereen gebruik van kan maken bij het schrijven van een verhaal. De kennisbank van de gemeente Ede is op dezelfde manier opgezet.53 Met enige aanpassingen kan dit format ook bruikbaar gemaakt worden voor het Park en ziet er als volgt uit:
Het schrijven van een historisch verhaal moet aan bepaalde eisen voldoen. Alleen zo kan er een consistent verhaal geschreven worden.
Doel: informatie verstrekken over Hoge Biodiversiteit: Overbrengen dat het Park bijzondere flora en fauna huisvest wat door middel van actief beheer in stand gehouden wordt. Gesamtkunstwerk: Overbrengen dat het Park bijzonder is door de unieke combinatie van natuur en cultuur bijeen gebracht door het echtpaar Kröller-Müller. Cultuurlandschap: Overbrengen dat het landschap een verhaal van het verleden vertelt. Doelgroep Wetenschappers Consumenten/bezoekers Kind Volwassene Vorm • • • •
Beschrijving vanuit historisch perspectief Bondige samenvatting van het onderwerp Taalgebruik aangepast op doelgroep Met vermelding van bronnen, literatuur en foto’s
Opbouw artikel • Titel • Plaats, periode, thema, persoon • Historische (korte) inleiding • Een aantal alinea’s inhoud met tussenkopjes • Gebruikte bronnen • Gerelateerde pagina’s van de Kennisbank aangeven Opmaak • •
Tussen de 700 en 1000 woorden Per artikel 2 á 3 afbeeldingen met kort onderschrift; tekst hiervoor wordt door de auteur aangeleverd
Stap 4: Labelen Wanneer een verhaal gelokaliseerd is, zal de informatie gelabeld moeten worden om het toepasbaar voor gebruik te maken. Hierbij is het van belang de labels te gebruiken die in paragraaf 2.1 genoemd zijn. Ten eerste kunnen de vier dimensies gebruikt worden door de volgende vragen te stellen:
53
Zie bijlage 5 voor het format verkregen van Marjo van den Berg van gemeentearchief Ede.
30
1. 2. 3. 4.
Is het verhaal plekgebonden? Zo ja, waar? Aan welke tijd(en) is het verhaal gebonden? Welke thema(‘s) heeft het verhaal? Is het verhaal persoonsgebonden? Zo ja, wie?
Voor het beantwoorden van deze vragen kan de draaischijf gebruikt worden die in 2.1 aan bod kwam en te vinden is in bijlage 2. Ook de andere labels moeten ingevuld worden: 5. Bij welke doelgroep hoort dit verhaal? (wetenschapper, consument/bezoeker en/of kinderen of volwassenen) 6. Wat is de status van het verhaal? - Is het een waargebeurd verhaal/geverifieerd? - Strookt het verhaal met de centrale boodschap die het Park wil uitstralen? 7. Wat is de bron van het verhaal? De eerste vier labels kunnen de mensen die de verhalen verzamelen prima zelf koppelen. Ook heeft hij/zij als taak om het 7e label eraan te koppelen, namelijk waar de informatie vandaan komt: de bron. Het redactieteam zal antwoord moeten geven op label 5 en 6. Het is namelijk belangrijk dat de tekst geschreven is in het juiste format voor de juiste doelgroep, en dat de status gecontroleerd wordt. Stap 5: Digitaliseren Het schrijven van verhalen moet digitaal gebeuren. Idealiter gebeurd dit in Word waarna het als PDF opgeslagen kan worden. Zo is de tekst al digitaal aanwezig en kan het snel in het systeem gezet worden. Bestaande tekst uit literatuur kan al in het juiste format staan, waarbij het historisch verhaal nog wel gedigitaliseerd moet worden eer het in een digitaal systeem geplaats kan worden. Alleen het inscannen van verhalen is niet voldoende: op deze manier is het nog steeds moeilijk te doorzoeken en staan verhalen door elkaar. Met een programma kan gescande tekst wel automatisch gedigitaliseerd worden, maar het zal verder uitgezocht moeten worden hoe dit precies werkt. Stap 6: In het systeem zetten Als laatste stap moeten de historische verhalen in het digitale systeem gezet worden. Dit is simpelweg het knippen en plakken van het in Word geschreven digitale bestand in de Wiki. In samenwerking met de bouwer van de Wiki kan er gekozen worden voor een systeem wat makkelijk te beheren is.
31
Een Hoge Veluwe Wiki kan er als volgt uit zien met als startscherm:
Figuur 5: Visualisatie van een mogelijk startscherm van een Wiki
32
En het zoekresultaat zou er zo uit kunnen zien:
Figuur 6: Visualisatie van een mogelijk zoekresultaat van een Wiki
33
34
Hoofdstuk 4 Toepassen van historische verhalen Hier gaan we verder in op de toepassingsmogelijkheden wanneer historische verhalen verzameld en geïmplementeerd zijn in een kennismanagement systeem. Inzicht hierin kan het belang van een dergelijk systeem onderstrepen en geeft ook een beter idee van de meer specifieke toepassingsmogelijkheden van verschillende historische verhalen. Met behulp van de 4 dimensies worden de toepassingsmogelijkheden verder uitgewerkt, waarin vooral aandacht wordt besteed aan plekgebonden verhalen. Plekgebonden verhalen bieden namelijk de mogelijkheid om alle 4 de dimensies van historische verhalen aan elkaar te verbinden.
4.1 Toepassingsmogelijkheden plekgebonden verhalen Vanuit Bezoekersmanagement wordt er belang gehecht aan gebieden met een interessante historie.54 De naam zegt het al: plekgebonden verhalen zijn historische verhalen die gerelateerd zijn aan een specifieke Eigenlijk zijn we dus op zoek omgeving. Waarom zijn plekgebonden verhalen voor het naar manieren om van een Park zo belangrijk? Hier moeten we even een stap terug ‘space’, een betekenisloze nemen en uitwijken naar de cultureel geografisch theoretische concepten ‘space’ (NL: ruimte) en ‘place’ (NL: plek).55 ‘Space’ is de ruimte waarin mensen leven. Het is een abstractere term. Wat vaak begint als ongedifferentieerde ruimte (‘space’) veranderd langzaam in een plek (‘place’) als we het beter leren kennen en er waarde aan gaan verbinden.56 Een plek is daarmee een betekenisvolle omgeving.
ruimte, een ‘place’ te maken, waarin mensen door middel van interactie met hun omgeving betekenisvolle ervaringen op kunnen doen. Plekgebonden verhalen zijn
hier uitermate geschikt voor. Met betrekking tot toerisme, en daarmee het vermarktbaar maken van een ‘space’ zoals het Nationale Park de Hoge Veluwe, is het wenselijk om toe te werken naar een positieve beleving van een plek. Het is namelijk de inherente waarde van deze plekken, de waarde die mensen toekennen aan activiteiten die ondernomen worden in dergelijke plekken en de service die wordt geassocieerd met deze omgeving wat de omgeving een vermarktbaar product maakt.57 Op welke manier kunnen de onderwerpen tijd, thema, persoon en hier een rol in spelen? De koppeling van de vier dimensies aan elkaar bieden de meeste mogelijkheden om historische verhalen beleefbaar te maken. Historische verhalen in de vorm van plekgebonden verhalen lenen zich hier uitstekend voor. Ten eerste kan er een relatie gelegd worden met de tijdlagen van het landschap, die een historisch bewustzijn creëren. Daarnaast kunnen plekgebonden verhalen makkelijk aan een thema verbonden worden. Ook kunnen plekgebonden verhalen verweven zijn met personen:
54
Verslag overleg Historische verhalen met Monique Kokke, Dorien de Jonge Zwijnsbergen, Henk Beukhof en Henk Ruseler, woensdag 5 november 55
Tuan, Space and Place : The Perspective of Experience. Ibid., p. 27. 57 K. Meethan, A. Anderson, and S. Miles, Tourism Consumption and Representation: Narratives of Place and Self (Wallingford: CABI, 2006). 56
35
bepaalde gebeurtenissen die iemand heeft meegemaakt kunnen op een plek plaatsgevonden hebben. En vanzelfsprekend zijn plekgebonden verhalen plaats gerelateerd. Eigenlijk zijn we dus op zoek naar manieren om van een ‘space’, een betekenisloze ruimte, een ‘place’ te maken, waarin mensen door middel van interactie met hun omgeving betekenisvolle ervaringen op kunnen doen. Plekgebonden verhalen zijn hier uitermate geschikt voor. Plekgebonden verhalen kunnen in verschillende vormen bestaan. Een voorbeeld zijn veldnamen. Deze zijn niet altijd tastbaar in het veld, maar bieden wel veel mogelijkheden om de beleving van het landschap te verdiepen, tastbaar te maken en te verbeelden.58 Plekgebonden verhalen kunnen ook gerelateerd zijn aan objecten: tastbare en zichtbare elementen in het landschap die een specifiek verhaal aan zich verbinden. Afhankelijk van het schaalniveau kunnen deze objecten ingedeeld worden. Als startpunt kunnen we de schaal ‘het Nationale Park’ nemen. Dit zijn historische verhalen die verbonden zijn aan het Park over bepaalde objecten. Neem bijvoorbeeld de edelherten: hier kunnen veel verhalen over verteld worden, maar zijn geen statische objecten. Ze bewegen zich namelijk over het hele Park. Dit is echter niet erg: plekgebonden verhalen kunnen heel goed flexibel zijn, zolang het schaalniveau maar gedefinieerd is. In dit geval is dat dus het Nationale Park. Voorbeelden van enkele historische verhalen vind je in bijlage 6. Een ander schaalniveau is de opdeling in deelgebieden. In de Cultuurhistorische Visie zijn deelgebieden geïdentificeerd die elk hun eigen karakter hebben (figuur 7). In bijlage 7 is verder uitgewerkt in tabellen hoe bepaalde objecten gelinkt kunnen worden aan dit schaalniveau, waarmee ze direct op een nog kleiner schaalniveau toepasbaar zijn: dit zijn de ‘punten’ op een plek. Aan de hand van deze tabellen zijn dominante thema’s en tijdlagen geïdentificeerd per plek, zoals zichtbaar in figuur 8. Dit is tot stand gekomen met behulp van het werkdocument van de CHvisie waarin ook al een dominante voorselectie is gegeven. Deze tabel is echter ietwat anders, omdat de dominante tijdlagen op een andere manier zijn geselecteerd: namelijk op tijd en thema. Deelgebieden zoals beschreven in de Cultuurhistorische Visie van het NP de Hoge Veluwe A Open landschappen A1. Otterlose Zand A2. Reemster Zand A3. Reemsterveld A4. Deelense Veld B Besloten landschappen B1. De Pampel en de Franse Berg B2. Everwijnserf B3. Hoenderloo B4. De Bunt B5. Kemperberg B6. Otterlose Bos en ’t Rieselo B7. Eikehoutbergen en Deelense Start Figuur 7: Deelgebieden zoals beschreven in de Cultuurhistorische Visie van het NP de Hoge Veluwe
58
Elerie en Spek, Jeruzalem tot Ezelakker, 16. In: Witte, "Stageverslag Landbouwenclave De Pampel, Veldnamen En Oral History."
36
Deelgebieden Tijdlagen IJstijden Pre-en protohistorie Middeleeuwenvroegmoderne tijd Ontginningen en landgoederen Kröller-Müller WO II Nationaal Park Thema Infrastructuur Bosbouw Historische ecologie Grondeigendom Jacht & wildbeheer Recreatie Fauna Sociale relaties Kunst Architectuur Defensie Bewoning Geologie Flora Landbouw
A1
A2
A3
A4
B1
B2
X
X
B3
B4
B5
B6
B7
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X
X
X
X X X
X X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
Figuur 8: Dominante tijdlagen en thema's van de in de Cultuurhistorische Visie beschreven deelgebieden
Nu de dominante thema’s en tijdlagen zijn geïdentificeerd, kunnen centrale boodschappen geformuleerd worden per deelgebied (die afkomstig zijn uit de CHV). Deze moeten nog zeker worden herzien willen ze toepasbaar gemaakt worden, maar geven wel een goed inzicht waar historische verhalen over verteld kunnen gaan worden per deelgebieden. Het geeft op deze manier een zekere focus weer, in plaats van overal alle verhalen te willen vertellen. Ze helpen namelijk bij het selecteren van historische verhalen die het meest beleefbaar zijn voor het publiek. In figuur 9 zijn deze centrale boodschappen geformuleerd.
Deelgebied A1. Otterlose Zand
A2. Reemster Zand A3. Reemsterveld A4. Deelenseveld
Boodschap Plek waar het Gesamtkunstwerk zichtbaar wordt: het monument van Generaal de Wet en het stuifzandlandschap eromheen. Strijd tegen stuivend zand Agrarische bewoning in relatie met heide en stuifzand: een oud Veluws landschapstype. Nat gebied voor Veluwse begrippen vanwege de 37
B1. De Pampel en de Franse Berg
B2. Everwijnserf B3. Hoenderloo
B4. De Bunt
B5. Kemperberg
B6. Otterlose Bos en ’t Rieselo
B7. Eikehoutbergen en Deelense start
geologie; het was een verbindende plek met verschillende gebruiksfuncties. Gebied waar 3 tijdlagen dominant aanwezig zijn, dit komt door de ligging van de Franse Berg. De Franse berg is het centrale verhaal en werkt als verbindende factor tussen verhalen. Agrarische bewoning met al haar landschappelijke facetten. Verhaal van Kröller-Müller. Landgoed Hoenderloo was de basis voor verdere uitbreiding van wat later ‘de Hooge Veluwe’ zou gaan heten. Bewoning met een keuterboeren bestaan, waarna het naastgelegen bos later is gaan ontwikkelen als centrumgebied van het Park. Landgoederen landschap met heideontginningsbos, waarin meerdere tijdlagen aanwezig zijn. Bossen staan centraal: markebossen als bewijs van de relaties tussen bewoning en gebruik van bossen. Eikenhakhout als vorm van een specifieke veluwse gebruiksgeschiedenis. Relatie met vliegveld Deelen die werd gebruikt in de WOII.
Figuur 9: Centrale boodschappen te vertellen per deelgebied
4.1.1 ‘Buiten’ Er zijn verschillende manieren om historische verhalen te ‘vertellen’ of over te brengen aan de bezoeker of consument. Informatie in de vorm van plekgebonden verhalen, beelden en geluiden stellen de bezoeker in staat het gebied beter te ontdekken en te beleven. Bezoekers willen steeds vaker ‘het verhaal’ van de locatie horen, waarbij de bezoeker zich wilt kunnen identificeren met de informatie die hij/zij krijgt.59 Het verbinden van historische verhalen aan locaties ter plekke kan de beleving van de bezoeker daarom versterken. Er zijn talloze opties te bedenken, en dit is maar een geringe lijst van de opties: -
Route app; Borden; Schatkaart; Gaming; Rondleiders/natuurgidsen; QR-codes; Educatieve programma’s voor scholen.
De pitch presentatie van Smart Designed Solutions in samenwerking met AertEZ Art Business Centre, Platform Creative Technologie, RCT de Vallei en Food Valley.NL heeft
59
Het verbinden van historische verhalen aan locaties ter plekke kan de beleving van de bezoeker versterken.
R. van Lammeren et al., "Digitale Wichelroede: Ontdek De Verhalen Van Het Landschap," Vi Matrix2007.
38
ook inzicht gegeven in de moderne informatie mogelijkheden die bezoekers van het Park kunnen beleven.60 Hier is uitgekomen dat er goede mogelijkheden zijn om een historische verhalen App te maken waarin bezoekers als ze rondlopen in het Park een melding krijgen van een plek waar iets over te vertellen is. In combinatie met ‘Augmented reality’ kunnen plekken die niet meer bestaan ook vorm krijgen. Bijvoorbeeld het Groot Museum kan ingetekend worden waarbij mensen kunnen zien hoe het museum ontworpen is (figuur 10).
Figuur 10 Voorbeeld van Geo Located Augmented Reality uit Pitch Presentatie Luuk Wiehink & Roel Oortgiesen
4.1.2 ‘Binnen’ Plekgebonden verhalen hoeven niet altijd ter plekke verteld te worden. Ze kunnen ook dienen als een manier om bezoekers aan te trekken en te laten zien dat er veel in het Park te beleven valt. Wanneer mensen zich al in het Park bevinden kunnen historische plekgebonden verhalen bij voorbaat ook helpen bij het bepalen van een route. Plekken als het Museonder of het bezoekerscentrum kunnen daarnaast ook dienen als centrale plek waar historische verhalen worden verteld. Mogelijke toepassingen zijn: -
Een interactieve kaart op de website met video’s, audiomateriaal en beeldmateriaal Publicaties als boeken Tentoonstellingen Museonder als plek om historische verhalen te vertellen. Sociale media Ede op de Kaart
60
30 april 2015, Pitch presentatie Smart Designed Solutions in samenwerking met AertEZ Art Business Centre, Platform Creative Technologie, RCT de Vallei en Food Valley.NL. Designers Martijn Mellema & Lilian Bosch, Luuk Wiehink & Roel Oortgiesen, Kevin Kuijpers.
39
4.1.3 Plekgebonden software Er zijn verschillende manieren om plekgebonden verhalen te ‘vertellen’. Met het oog op de moderne technieken en de mogelijkheid om digitale data te verbinden met toepassingsmogelijkheden, worden hieronder 2 mogelijke scenario’s uitgewerkt. De reden om scenario’s toe te spitsen op plaats gerelateerde verhalen, is omdat dit in zekere mate de kracht is van de historische verhalen over het Park. Om dit te vergelijken met bijvoorbeeld een museum, daar worden historische verhalen over een object verteld: echter ze zijn vaak geheel ontsloten van hun context, namelijk de omgeving waar ze vandaan komen. Om de bezoekers de idylle van het Park te laten beleven, zijn historische verhalen in combinatie met de plek van groot belang. Op deze manier worden namelijk verhalen niet alleen kenbaar, maar ook tastbaar en beleefbaar. Verhalen die op een bepaalde plek hebben afgespeeld spreken ook tot de verbeelding: het prikkelt het inlevingsvermogen van individuen en stimuleert het historisch besef.61 Doel van deze scenario’s is (het letterlijk en figuurlijk) in kaart brengen van de historische verhalen omtrent het Nationale Park de Hoge Veluwe.
Scenario 1: Aanhaken op ‘Ede op de kaart’ Het initiatief van de gemeente Ede ‘Ede op de kaart’ beoogt onderzoekers, toeristen, scholen en eigenaren en beheerders van het Edese landschap van informatie te voorzien op het gebied van archieven, archeologie, monumenten, landschap, stedenbouw, kunst en cultuur.62 De gemeente Ede maakt gebruik van ‘erfgoed op de kaart’, een programma wat google maps koppelt met informatie. Dit systeem wordt al door meerdere gemeenten gebruikt: ook de gemeente Apeldoorn heeft een dergelijke website opgezet genaamd ‘geheugen van Apeldoorn’.63 ‘Ede op de kaart’ is een website waarin een scherm van google maps zichtbaar wordt. Aan de hand van thematisch ingedeelde categorieën kunnen verschillende vormen van informatie weergegeven worden op de kaart.64 Aanhaken bij het programma vanuit Ede biedt veel mogelijkheden. Het is bijvoorbeeld heel interessant dat locaties gekoppeld kunnen zijn aan de historische archieven en databanken van de gemeente. Zo kunnen er krantenartikelen of oud beeldmateriaal aan een punt op de kaart gekoppeld worden. Door de al bestaande link met ‘mijn-Gelderland.nl’ krijg je automatisch toegang tot Collectie Gelderland, Google, de Koninklijke Bibliotheek en Wikipedia. Tijdens een gesprek met de gemeente Ede, vertegenwoordigd door Charlotte Peen, Marjo van de Berg en Peter van Beek, zijn de mogelijkheden verkend. Initiële doelen Instappen bij het programma wat de gemeente Ede heeft geïnitieerd, genaamd ‘Ede op de Kaart’65 kan voor verschillende doelen gebruikt worden vanuit het Park. Ten eerste kan dit systeem gebruikt worden als overzicht voor plaatsgebonden verhalen. Het heeft namelijk de mogelijkheid om een volledig overzicht te creëren van alle bijzondere plekken in het Park. Ten tweede kan het dienen als uitwerking van de kennisbank voor plaatsgebonden verhalen in de vorm van tekst, beeldmateriaal en 61
Grever and Boxtel, Erfgoed, Onderwijs En Historisch Besef: Verlangen Naar Tastbaar Verleden. https://www.ede.nl/gemeente/actueel/nieuwsbericht/ede-op-de-kaart/ 63 http://www.geheugenvanapeldoorn.nl/ 64 Zie voor een idee van de kaart http://www.edeopdekaart.nl/ 65 http://www.edeopdekaart.nl/over-deze-site/colofon/ 62
40
audiomateriaal. Op deze manier wordt bepaalde informatie uit de Kennisbank visueel gemaakt voor consumenten en bezoekers: dit noemen we een Viewer, omdat het je data (in dit geval de historische verhalen) zichtbaar maakt.66 Dit betekent dat ook de daadwerkelijke data in het systeem geïntegreerd kan worden, middels een URL. Dit kan omdat in een Wiki de historische verhalen digitaal en online opgeslagen worden. Dit scenario kan voor dienen voor het delen van historische verhalen met de buitenwereld. De website van Ede kan voor drie toepassings-doeleinden gebruikt worden: een interactieve kaart voor op de website van het Nationale Park de Hoge Veluwe, gebruik op de mobiele telefoon, of een multi-touch tafel in bijvoorbeeld het Museonder of het bezoekerscentrum. Een interactieve kaart op de website kan een meerwaarde zijn als het gaat om informatievoorziening over het Park, maar moet wel bezoekers genereren. Mensen moeten als het ware ‘geprikkeld’ worden om meer te willen gaan ontdekken. Volgens gemeente Ede zijn hierin zijn twee opties mogelijk.67 Ten eerste zou het Park haar historische verhalen kunnen toevoegen aan de al bestaande ‘Ede op de kaart’. Het Park krijgt dan een eigen ‘kopje’ waarin de verhalen gezet kunnen worden. Een andere optie is om zelf gebruik te maken van het programma ‘erfgoed op de kaart’. In dat geval krijgen de historische verhalen van het Park een eigen website. In beide gevallen dragen de opties bij aan het profileren van het Park als ‘landschap van verhalen’. Toepassingsmogelijkheden Er zijn verschillende toepassingsmogelijkheden met ‘Ede op de kaart’. Ten eerste kan er een online digitale website gemaakt worden. Hierbij maakt het Park dan gebruik van ‘erfgoed op de kaart’ en kan heeft meer vrijheden om het format zelf te bepalen. Je krijgt dan als het ware een ‘Hoge Veluwe op de kaart’. Ten tweede kan er aangehaakt worden op ‘Ede op de kaart’ door een extra kopje bijgevoegd te krijgen waarin het Park haar verhalen kwijt kan. Zie figuur 13 voor een voorbeeld hiervan. Ten derde kan er een de website als webapplicatie toegankelijk gemaakt worden voor mobiel gebruik. Dit is voor het Park echter niet gewenst, omdat er Figuur 11 multitouch tafel Drenths archief https://www.youtube.com/watch?v=YYSDi5m-2gE tot dusverre nog niet overal in het Park verbinding is met het internet. Tot slot is het mogelijk om de historische verhalen op de kaart te verbinden met een multi-touch tafel (figuur 11). Dit zou heel goed in het nieuwe bezoekerscentrum geplaatst kunnen worden. Gebruiksgemak Gebruik maken van de kaart van Ede heeft veel voordelen. Het gebruiksgemak is echter nog niet optimaal. Via de website van Ede op de kaart (http://www.edeopdekaart.nl/) kan je hier het beste een beeld van krijgen. Er staat ontzettend veel informatie op deze kaart. Het is daarom heel erg leuk
66
Uitleg van Charlotte Peen, gemeentelijk archeoloog afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling - gemeente Ede, tijdens gesprek op 29 april samen met Marjo van de Berg, gemeentearchief Ede en gemeentearchivaris Peter van Beek 67 gesprek op 29 april samen met Charlotte Peen, gemeentelijk archeoloog afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling gemeente Ede, Marjo van de Berg, gemeentearchief Ede en gemeentearchivaris Peter van Beek
41
voor mensen die echt meer van de geschiedenis van het Park willen weten, en die er dan ook actief op zoek naar gaan. Het systeem is namelijk niet bedoeld voor mensen de vluchtig even een beeld willen krijgen van het Park: daar is de hoeveelheid aan informatie simpelweg te groot voor. Het is daarom in deze vorm nog niet geheel gebruiksvriendelijk voor mensen die snel een beeld willen krijgen van het Park om geprikkeld worden om het Park daadwerkelijk te gaan bezoeken. Het is vooral gebruiksvriendelijk voor mensen die thuis de tijd willen nemen om de geschiedenis van de omgeving te gaan onderzoeken. Om dit probleem op te lossen adviseer ik om naast gebruik te maken van ‘Ede op de kaart’ voor deze doelgroep ‘Storymaps’ te gebruiken (zie volgende paragraaf). Samengevat moeten de volgende zaken meegenomen worden om de gebruiksvriendelijkheid van het systeem te vergroten: -
-
De kaart zelf bevat erg veel informatie. Dit is voor onderzoekers, Vrienden van de Hoge Veluwe en andere geïnteresseerden erg interessant, maar de vraag is of de gemiddelde bezoeker gebruik zal maken van de kaart in huidige vorm door de grote hoeveelheid aan informatie; Van het uitwerken van een dergelijke kaart tot op zakformaat via een App is tot dusverre nog geen voorbeeld van beschikbaar. Wel is er van ‘Ede op de Kaart’ een mobiele website beschikbaar. Hierin kan je door middel van GPS direct zien welke objecten er in de nabije omgeving aanwezig zijn. Dit maakt dit systeem ook zeer bruikbaar binnen het Park. Een nadeel is wel dat je altijd internet verbinding nodig hebt om dit te kunnen doen: niet overal in het Park is er ontvangst mogelijk. Het ontwikkelen van een aparte App biedt hierin meer mogelijkheden, omdat het systeem dan op je mobiel gezet wordt en zo offline werkt.
Beheergemak Een systeem moet niet alleen gebruiksvriendelijk zijn; de data die het systeem opslaat moet ook makkelijk te beheren zijn. Vanuit het Park bestaat de wens om op de informatie die in het systeem staat wel enig vat te hebben. Door gebruik te maken van een Wiki is dit systeem heel makkelijk te beheren: er komt zelfs geen verder beheer aan te pas. Als je in de Wiki aangeeft welke verhalen geschikt zijn worden ze automatisch gelinkt via een URL met de Wiki en de kaart. Op deze manier is het dus zo: als je de Wiki beheert, beheer je automatisch de inhoud van de kaart. Dit geld dan vooral bij de optie om mee te doen met ‘Ede op de kaart’ als subkopje op die website. Bij het opzetten van een eigen ‘Hoge Veluwe op de Kaart’ is wel meer beheer vereist, omdat er dan direct contact moet bestaan met de makers van de website (erfgoed op de kaart). Nog steeds hoeft de website niet veel beheerd te worden; vooral de inhoud (in de Wiki) vergt het meeste beheer. Wel kan iedereen reageren op verhalen die geplaatst worden op ‘Ede op de kaart’. Volgens de Gemeente Ede gebeurt dit niet heel vaak, maar als er suggesties gedaan worden voor een nieuw verhaal moet hier wel iets mee gedaan worden. Idealiter gaat deze informatie naar het redactieteam van de Wiki, zodat de eindredactie van nieuwe verhalen ook bij het Park blijft. Financiën Verschillende toepassingsmogelijkheden brengen verschillende kosten met zich mee. Tijdens een gesprek met de gemeente Ede met Peter van Beek, Marjo van de Berg en Charlotte Peen kwam naar 42
voren dat er veel mogelijkheden zijn. Ten eerste is er de mogelijkheid om deel te worden van de website ‘Ede op de kaart’. Hierbij zal dan het Park één van de thema’s worden in die website. Dit is de meest goedkope oplossing (voor een exacte indicatie is een verder gesprek nodig, maar de kans is aanwezig dat dit weinig tot niks zal kosten). Ook is het mogelijk om zelf een website ‘dehogeveluweopdekaart.nl’ op te zetten. Deze kosten zal het Park dan zelf moeten dragen en komt, afhankelijk van de eisen, uit op een eenmalig bedrag van 1000 euro, en een jaarlijks bedrag van 1000 euro.68 Het koppelen van de kaart aan een aantal collecties kost extra 1000 euro per collectie, maar gemeente Ede heeft aangegeven dat er wel aangehaakt kan worden op bestaande collecties waar Ede op de kaart ook gebruik van maakt. Idealiter zouden er collecties van het Park aan toegevoegd moeten worden, maar het maken van een dergelijke collectie is waarschijnlijk kosten intensiever. Implementatie Zodra de Wiki enigszins gevuld is met interessante verhalen voor publiek kan direct aangehaakt worden met ‘Ede op de kaart’. Dit kan snel gaan, maar voor gebruik in en door het Park, zal er met enkele vraagstukken rekening gehouden moeten worden: - Voorlopig werkt de kaart van Ede alleen nog met puntelementen. Wanneer je bijvoorbeeld de veldnamen van een weideveld of van een weg wilt beschrijven wordt dit met een punt aangegeven. Daarbij moeten we ons afvragen of dit is wat het Park daadwerkelijk wilt. ‘Storymaps’ biedt in dit geval meer mogelijkheden. - Uitvoerigere gesprekken met de Gemeente Ede zullen nodig zijn om verdere implementatie te verkennen.
Voordelen:
Nadelen:
Extra informatie door aansluiting op collecties van andere instanties
Omdat het Park inkomsten genereerd uit bezoekers, moet het primaire doel zijn om bezoekers te trekken naar het Park. Volledige informatievoorziening via het internet lijkt hier niet mee te stroken.
Het kan vrij snel geïmplementeerd worden zodra er een Wiki is.
De kaart is misschien overcompleet voor de mogelijke bezoeker. Hier moet een alternatief voor gevonden worden (bijvoorbeeld Storymaps, zie volgende paragraaf).
Het is goedkoop afhankelijk van de gekozen optie
Je zit vast aan een bepaald format met Google Maps. Dit is enigszins weinig sprekend69. Als er een subkopje bij ‘Ede op de kaart’ komt is dit nog meer het geval
68
Voor een uitgebreider overzicht van de kosten, zie de website van erfgoed op de kaart: http://www.erfgoedopdekaart.nl/files/informatie%20Erfgoed%20op%20de%20kaart%20(v2).pdf 69 Eigen mening
43
De mogelijkheid om mensen zelf verhalen te laten opschrijven kan heel waardevol zijn voor het Park, omdat er nog meer kennis verzameld kan worden. Ook de Vrienden van het Park zouden hier aan kunnen bijdragen.
Bij een eigen gebruik van ‘Erfgoed op de kaart’ zullen kosten verbonden zijn
Het is mogelijk voor het Park om de eindredactie te hebben van de verhalen. Daarnaast kan het Park zelf besluiten om reacties van bezoekers toe te laten op de site.
Koppeling aan GIS is tot dusverre nog niet mogelijk
Figuur 12: Schematische weergave van de voordelen en nadelen van aanhaken bij de gemeente Ede op ‘Ede op de kaart’
Figuur 13: Wanneer het Park besluit om als 'kopje' in Ede op de Kaart mee te doen, kan het er als volgt uitzien.
Scenario 2: Opzetten eigen ‘Storymaps’ in GIS Het Park beschikt over toegang op Arcgis Online. Er zijn zogeheten ‘Apps’ in beschikbaar waar het Park gratis en automatisch gebruik van kan maken. Deze ‘apps’ zijn als het ware een format waarin verhalen op verschillende manieren op een kaart geprojecteerd kunnen worden. Er zijn 11 van deze ‘apps’ beschikbaar, in bijlage 8 tref je een uitwerking van de verschillende formats. Voor nu wordt gekozen om de opzet van ‘Story Map Series Tabbed Layout’ verder uit te werken, omdat deze de meeste toepassingsmogelijkheden biedt.
Initiële doelen Het gebruik van ‘Storymaps’ dient voornamelijk het doel om bezoekers van het Park middels historische verhalen het Park te laten ontdekken. Storymaps haalt net als ‘Ede op de kaart’ zijn informatie ergens anders vandaan, waardoor je eerst een database en Wiki nodig hebt om de informatie er in te zetten. Het kan voornamelijk als doel dienen om bezoekers van interessante informatie te voorzien of consumenten te prikkelen voor een bezoek aan het Park. Dit kan het deel 44
van het drieluik, namelijk historische verhalen, beleefbaar maken voor publiek. Omdat het Park beschikking heeft over alle formats van ‘Storymaps’ kan altijd besloten worden afhankelijk van het doel van de kaart andere formats te gebruiken.
Gebruiksgemak ‘Storymaps’ is voor de gebruiker, wat in dit geval de consument zal zijn, heel gebruiksvriendelijk. Met behulp van voor gedefinieerde thema’s kunnen mensen zelf kiezen welke informatie ze zouden willen zien. Dit is ook weer op te delen in thema’s, maar kan ook over personen en verschillende tijden gaan. Omdat we hier spreken over een kaart, zit de ruimtelijke dimensie hier automatisch bij. Een dergelijke kaart zou op de website geplaatst kunnen worden met de belangrijkste historische verhalen over het Park, maar ook toepassing in de vorm van een mobiele App is mogelijk. Deze maakt gebruik van GPS waardoor internetverbinding niet nodig is.
Beheergemak Het beheren van dit systeem is wat lastiger. Omdat het een GIS systeem is, moet degene die het beheert hier ook wat vanaf weten. Ook kan je niet alle data die je hebt erin kwijt: afhankelijk van het doel van de kaart kan je aparte ‘Storymaps’ aanmaken. Daarom is het beheergemak ook afhankelijk van de database waar je gebruik van maakt. Is er geen Wiki, dan zal handmatig de tekst gemaakt moeten worden en dit handmatig in de kaart gezet moeten worden. Dit is een stuk arbeidsintensiever dan als je een Wiki hebt en dit koppelt door middel van een URL met Storymaps. Dan is het namelijk een kwestie van de informatie in een bestand zetten die het automatisch in ‘Storymaps’ zet. Nog steeds is dit een vrij technische applicatie en de beheerder zou dit systeem wel goed in de vingers moeten hebben.70 Toepassingsmogelijkheden De toepassingsmogelijkheden van ‘Storymaps’ zijn anders dan bij bijvoorbeeld de ‘Kaart van Ede’. De inhoud van kaart kan geheel naar eigen inzicht van het Park worden ingevoerd. De structuur is in zekere mate zelf te bepalen, waardoor het Park verschillende informatie kan weergeven.71 Wanneer er bijvoorbeeld een bepaald onderwerp belangrijk gevonden wordt in een bepaalde periode, bijvoorbeeld de bibliografie van Helene Müller, dan kan er voor gekozen worden om de route van Helene die ze graag liep vast te leggen in ‘Storymaps’. Zo zijn er veel verschillende opties mogelijk omdat er verschillende formats aanwezig zijn. Voor een dergelijke route zou bijvoorbeeld dit geïntegreerd kunnen worden in een App, die mensen een route kan geven, maar ook gewoon een melding kan maken van als een bezoeker een ‘point of interest’ nadert.72 Doordat het Park zelf de regie in handen kan houden bij dit scenario, is de toepassing ervan erg dynamisch. Financiën Het toepassen van dit systeem is kosteloos. Het programma is gratis. Wel zou het ideaal zijn als één medewerker gespecialiseerd is in het maken van een dergelijke kaart, zodat het niet te veel tijd kost om het systeem te beheren. Wanneer er gekozen wordt voor het opzetten van een geheel eigen 70
Tot dusverre heeft intern Gabriel Verheijen hier het meest naar gekeken. Er wordt wel gebruik gemaakt van standaard formats. Mocht er behoefte zijn aan een ander format is dit aan te passen. Wel moet hier een programmeur of iemand van ESRI voor ingezet worden. 72 De mogelijkheden zijn tot dusverre nog beperkt. Gabriel Verheijen heeft hier contact over gehad met mensen van ESRI, en zij geven aan dat het wel mogelijk moet zijn. Hier zullen waarschijnlijk extra kosten aan verbonden zijn. 71
45
kaart in een zelf gekozen format zullen hier wel meer kosten aan verbonden zijn omdat hier externen voor ingehuurd moeten worden. Implementatie Idealiter zou dit de uitwerking zijn van een Wiki waarin alle historische verhalen van het Park zijn verzameld. Op deze manier kan je direct selecteren op plekgebonden of plek gerelateerde verhalen en heb je snel en gemakkelijk het verhaal gevonden wat je wilt vertellen. Het implementeren van dit systeem is dus vooral afhankelijk van de aanwezige data: het systeem zelf is al aanwezig op het Park, dus het is alleen een kwestie van de data in het systeem zetten. Er zijn dus verschillende stappen noodzakelijk om uiteindelijk tot een kaart te komen. Als de database is opgezet, moet deze dus gevuld worden met verhalen. Dan moet er nagedacht worden over de structuur die wenselijk is voor de kaart, wat grotendeels afhankelijk is van de doelen van de kaart. De tekst, afbeeldingen en andere informatie moeten wel online beschikbaar zijn om ze op de online GIS Storymaps te kunnen integreren (wat automatisch het geval is wanneer er een Wiki is opgezet). Daarna moet deze informatie in een CSV-file gestopt worden om het uiteindelijk op de kaart te kunnen projecteren. Hier is enige technische kennis voor nodig om dit te maken.
Voordelen
Nadelen
Goed toepasbaar om bezoekers en consumenten plaatsgebonden verhalen te vertellen
Mensen van buiten het Park kunnen hier geen informatie op kwijt, waardoor er geen extra informatie verzameld kan worden
Het Park heeft de regie over de inhoud zelf in handen.
Het is een enigszins ingewikkeld systeem
Het is een gratis systeem
Is afhankelijk van andere scenario’s voor het invoeren van data in ‘Storymaps’
De manier hoe de kaart wordt ingedeeld is gedeeltelijk door het Park zelf te bepalen Dit systeem kan voorkomen dat mensen ‘ongewenste’ informatie op de kaart zetten Figuur 14 Schematische weergave van de voordelen en nadelen van GIS online ‘Storymaps’
46
Figuur 15: Visuele weergave van hoe het format eruit zou kunnen zien met gebruik van 'Storymaps'.
4.2 Andere toepassingsmogelijkheden In de voorgaande toepassingen is vooral gefocust op plekgebonden verhalen. Echter, historische verhalen hoeven niet altijd plekgebonden te zijn. Hoewel plekgebonden verhalen volgens de 4 dimensies wel het meest toepasbaar zijn om de beste belevingswaarde voor bezoekers naar boven te halen, kunnen ook verhalen verteld worden op andere manieren. Historische verhalen kunnen ook vooral over een bepaald persoon gaan, en dan spreken we voornamelijk over karaktereigenschappen. Zodra een historisch verhaal namelijk gaat over een bepaalde gebeurtenis die een persoon heeft meegemaakt, wordt dit automatisch weer een plekgebonden verhaal. Iets gebeurt namelijk altijd ergens. Op welke manier kunnen deze historische verhalen verteld worden? Veel verhalen kunnen op dezelfde manier verteld worden als plekgebonden verhalen. Neem bijvoorbeeld het kleine deelonderzoekje over de ontstaansgeschiedenis van het Logo van het Nationale Park de Hoge Veluwe (zie bijlage 9).73 Het verhaal speelt zich niet zozeer ergens af, maar gaat wel over het Park. Omdat het over de ontstaansgeschiedenis van het Park gaat is het een interessant verhaal. Deze verhalen kunnen overal verteld worden: op de website, in folders, boekjes etc., maar ook door rondleiders.
73
Klein historisch onderzoek naar het Logo ‘embleem’ van het Park. Gegevens zijn verzameld uit literatuur en archiefonderzoek in het Kröller-Müller Museum archief.
47
48
Hoofdstuk 5 Aanbevelingen en advies De wens bestaat binnen het Park om historische verhalen te verzamelen. Bijvoorbeeld verhalen van oud-medewerkers moeten verzameld en opgeslagen worden: anders gaat deze kennis verloren. Het simpelweg opslaan van deze verhalen in een Word bestand op iemands computer volstaat niet: voordat je het weet is deze informatie niet meer te vinden. Dit is zonde. Zo gaat er veel waardevolle kennis verloren en kan het Park zich moeilijk onderscheiden door de ‘historische verhalen’: als ze niet vastgelegd worden zijn de verhalen niet toegankelijk voor medewerkers, en daarom onmogelijk toegankelijk voor bezoekers. Een nieuwe aanpak en visie op de pijler ‘historische verhalen’ is daarom noodzakelijk. Het verzamelen van verhalen is één ding, maar net zo belangrijk (en misschien wel belangrijker) is het opslaan van deze historische verhalen. Dit moet op een goede en consistente manier gebeuren, omdat anders ook kennis verloren kan gaan. Daarom spreken we hier van kennismanagement. Er zijn verschillende manieren om Een nieuwe aanpak en het kennismanagement op het Park te verbeteren. Ten eerste visie op de pijler moet de ongewijzigde data opgeslagen worden. Dit is al het ‘historische verhalen’ is materiaal wat in ongewijzigde vorm is opgeslagen: denk hierbij aan boeken in de bibliotheek, of foto’s van aktes in een archief. noodzakelijk. Ten tweede moet deze informatie vertaald worden in historische verhalen: dit is de interpretatie van de ongewijzigde bronnen. Beide stappen zijn essentieel om te doorlopen. Ten eerste sla je de data op zodat er geen informatie verloren gaat, en ten tweede zorg je ervoor dat vervolgens de historische verhalen ook bruikbaar en tastbaar worden voor verschillende toepassingen. Waarom deze stappen doorlopen terwijl ze tijd en energie (en daarmee geld) kosten? Kortgezegd: de toepassingsmogelijkheden zijn enorm. Een voorbeeld is de mogelijkheid om aan te haken bij andere organisaties die werken met historische verhalen. Het Park is namelijk zeker niet de enige die hier mee bezig is. Veel gemeenten (Ede, Apeldoorn etc.) en musea (Openluchtmuseum etc.) zijn bezig om verhalen te verzamelen en in kaart te brengen en koppelen dit aan andere databases zoals ‘Collectie Gelderland’ of ‘Canon van …’(bv Ede). De gemeente Ede bijvoorbeeld combineert al deze archieven in ‘Ede op de kaart’: een interactieve kaart waar erg veel informatie te vinden is over plekken in de gemeente. Door de koppeling met nationale en regionale archieven is er een schat aan informatie beschikbaar.
5.1 Historische verhalen Vanuit het Park bestaat de wens om historische verhalen verder op te pakken. Als één van de drie pijlers waar het Park zich in onderscheid van anderen, zal het belang van historische verhalen hier niet verder onderstreept hoeven worden. Wel zijn er verschillende manieren om deze pijler daadwerkelijk op te pakken. Er bestaan namelijk twee vraagstellingen: hoe kunnen we een historische verhalen zo structureren dat je ze zo ‘uit de kast’ kan halen voor intern gebruik, en hoe kan je deze verhalen vervolgens toepassen? Het is gebleken dat historische verhalen complexer zijn dan voorheen aangenomen. Verhalen zijn niet statisch: zodra je een paar woorden aanpast kan de gehele boodschap van een verhaal veranderen. Daarom is het belangrijk om historische verhalen tastbaar te maken. De vier dimensies van historische verhalen lenen zich hier goed voor: 49
Figuur 16: Schematisch raamwerk voor historische verhalen
Deze zijn vervolgens uitgesplitst op bepaalde onderwerpen die ook een zekere vorm van prioritering weergeven. Dit is gevisualiseerd in de draaischijf, waarin tijd, thema, persoon en plek dienen als leidraad voor het structureren van historische verhalen.
Figuur 17 Historische verhalen draaischijf met alle tijden, thema’s, personen en plekken
50
Er moeten verschillende stappen ondernomen worden om echt iets te kunnen gaan doen met historische verhalen. Die worden hieronder beschreven. Voor een visueel overzicht zie bijlage 10.
5.2 Database opzetten Het is nodig dat alle informatie waar historische verhalen zich in bevinden op een goede manier opgeslagen gaan worden. Nu is de informatie overal verspreid en is het lastig om te vinden waar je naar op zoek bent. Een voorbeeld van een database is de De informatie in het Park bibliotheek of de beeldbank. Echter, de beeldbank functioneert niet naar behoren en ook voor data zoals is heel verspreid aanwezig. audiomateriaal is nog geen database. Dit betekent dat Daarom moet de informatie heel verspreid aanwezig is. Daarom moet de broninformatie (data) van broninformatie (data) van historische verhalen in een historische verhalen in een database met een vaste structuur opgeslagen worden. Een student Archivering of Communicatie kan in samenwerking database met een vaste met de afdeling Marketing & Communicatie alle databases op structuur opgeslagen orde brengen en waar nodig, nieuwe opzetten. GIS data is van worden een ander kaliber, waardoor het beste altijd een andere databank kan bestaan met GIS gegevens (neem bijvoorbeeld Geovisia wat door gemeente Ede wordt gebruikt). Daarom kunnen verschillende databases naast elkaar bestaan, zolang ze maar in een logisch format opgezet zijn. Werkwijze: de bestaande databases in het Park in kaart brengen en waar nodig aanvullen of herstructureren. NB de structuur moet vastgelegd worden, om te zorgen dat bronverwijzingen blijven kloppen. Later beheer van de database is niet nodig: het kan wel aangevuld worden met nieuwe publicaties. Wie: Student Archivering i.s.m. afdeling Marketing & Communicatie Tijd: Afhankelijk van de expertise van de student kan dit tussen de 2-6 maanden duren Kosten: stagevergoeding (afhankelijk van opleidingsniveau) Kanttekening: Omdat er al verschillende databases aanwezig zijn in de vorm van een bibliotheek en beeldbank kan het een kwestie zijn van enkel informatie aanvullen en de structuur vaststellen.
5.3 Kennisbank opzetten in de vorm van een Wiki Het verzamelen van verhalen is niet voldoende om aan de vraag van het Park te kunnen voldoen. Ze moeten namelijk ergens opgeslagen en beheerd worden. Een database bevat nog geen kant en klare verhalen. Je kunt wel informatie van een database bijeenbrengen tot een historisch verhaal en dat in een online beheerssysteem zetten. Nu maken medewerkers nog gebruik van eigen kennis om informatie aan te leveren, dit vervolgens op te zoeken en in het juiste format te schrijven. Dit is heel arbeidsintensief. Om te kunnen zoeken in databases, heb je een beheerssysteem nodig. Beheerssystemen zijn toepassingen waarin je databases als het ware beheert. Afhankelijk van de 51
data en gebruikersbehoeften zijn er verschillende soorten beheerssystemen. Omdat we met historische verhalen met tekst en ongestructureerde data, zijn niet alle beheerssystemen bruikbaar. Een specialist kan hier meer duidelijkheid over geven, maar een belangrijke eis vanuit het Park is dat het systeem een zoekfunctie bevat waarin je snel en gemakkelijk de informatie kan vinden die je nodig hebt. Er zijn verschillende opties mogelijk om data te beheren. In een online beheerssysteem en Een database bevat nog geen kant kennisbank kan je tijd besparen door verhalen te en klare verhalen. Je kunt wel structureren en door middel van een zoekfunctie informatie van een database verhalen op te vragen en te vinden. De beste mogelijkheden biedt een Wiki. Daarmee kan je bijeenbrengen tot een historisch verhalen online of offline zetten, hebt je kant en klare verhaal en dat in een online verhalen opgeslagen die meteen via een URL te linken beheerssysteem zetten: een Wiki zijn aan verscheidene toepassingen. Bovendien heb je de mogelijkheid om gebruik te maken van externe databases. Hierin kunnen historische verhalen in gewijzigde en aangepaste vorm worden opgeslagen. Wat wel belangrijk is bij het opzetten van een Wiki, is dat de aardigheid van het systeem zit in de dynamiek. Mensen die toegang hebben tot het systeem kunnen, zodra ze weer een nieuw verhaal gevonden hebben, dit op de Wiki neerzetten. Hier schuilt echter ook een gevaar in: wanneer het vullen van de Wiki een aparte taak is van medewerkers, is de kans groot dat er uiteindelijk geen gebruik gemaakt gaat worden van het systeem. Als niemand dit als taak heeft zal het heel lastig zijn om het te vullen wegens onduidelijke verantwoordelijkheden. Daarom adviseer ik dan ook dat er eerst een Wiki opgezet wordt door een specialist/student, waarna het gevuld kan worden door iemand die hier in samenwerking met enkele vrijwilligers een tijd mee bezig gaat. Zo is de Wiki snel gevuld en in gebruik, en is de start voor continuïteit gemaakt en gewaarborgd. Werkwijze: Een Wiki is niet heel anders dan een simpele website. Wel moet er nagedacht worden over een format. Dit kan in gedaan worden door het Park (Aafke en/of M&C) en met behulp van de geïdentificeerde 4 dimensies en labels). Wie: Wijnand heeft geen tijd voor het opzetten van een Wiki, dus moet er een externe professional of stagiair aangetrokken worden om in overleg een Wiki te maken. Ook Gabriel heeft aangegeven dit niet te kunnen. M&C krijgt de regie welke verhalen online of offline gezet worden. Tijd: Het advies is om dit systeem snel op te zetten. Zodra het is opgezet kan hij gevuld worden met verhalen. Kosten: -
Opzetten Wiki: € 5.000 (ca. vijf dagen door professional à € 800,- / dag) of met stagiair. Software: € 350 per jaar (website hosting)
Kanttekening: Een Wiki moet beheerd worden. Dit lijkt arbeidsintensief, maar bespaard uiteindelijk tijd omdat verhalen heel makkelijk te vinden zijn.
52
5.4 Verzamelen van verhalen Als een Wiki eenmaal is opgezet kan het verzamelen van verhalen beginnen. Deze verhalen kunnen al opgeschreven zijn, waardoor ze alleen opgetypt hoeven te worden. Echter, in de meeste gevallen zullen verhalen nog geschreven moeten worden. Dit moet in een Word bestand gebeuren. Alle verhalen worden in een bepaald format gezet (zie hfst. 3) De rol die vrijwilligers kunnen spelen in dit deel van het proces moet niet onderschat worden. Zij hebben al veel kennis in huis en zijn ook vaak de ‘verhalenvertellers’ van het Park.74 Ook medewerkers kunnen een rol spelen bij het verzamelen van historische verhalen door ook verhalen in het format te zetten. Aafke heeft aangegeven de coördinatie samen met M&C wel op zich te willen nemen. Sommige beslissingen moeten echter door M&C gemaakt worden. Zoals het goedkeuren van een verhaal, maar ook het labelen van een verhaal. M&C moet bijvoorbeeld beslissen welk verhaal geschikt is voor welke doelgroep. Werkwijze: We kunnen starten met verhalen die al verteld worden (op informatiepanelen, website, bezoekersgidsen). Op basis van een tevoren vast te stellen format. Wie: In principe kan iedere medewerker (M&C) of vrijwilliger (rondleiders, natuurgidsen) die ‘verhalen vertelt’ zelf zijn ‘eigen verhaal’ in het format zetten. Mogelijk dat ook de portiers in rustige uurtjes verhalen kunnen invullen? Aafke kan starten met ‘rijp fruit’: verhalen die eenvoudig uit literatuur over te nemen zijn. In samenwerking met vrijwilligers of stagiaires kan de verhalenbank de komende jaren verder aangevuld worden. Het voorstel is om de coördinatie en eindredactie bij Marketing & Communicatie te leggen. Zij moeten checken of elk verhaal de juiste boodschap bevat, door de verhalen te labelen. Tijd: afhankelijk van prioriteit. Het streven is om in ca. zes maanden een brede basis te hebben van historische verhalen voor diverse toepassingen. Daarna kan de Wiki steeds bijgevuld worden. Kosten: stagevergoeding (afhankelijk van opleidingsniveau) Kanttekening: Historische verhalen moeten ook geverifieerd (kunnen) worden. Bronvermelding is daarbij van groot belang. Voor het verifiëren van historische verhalen kan mogelijk (afhankelijk van het verhaal) een klankbord gevonden worden bij de gemeentearchivaris van gemeente Ede, Bas Mühren van het KMM en/of Elio Pelzers van het Gelders Archief. Die coördinatie kan bij Aafke liggen.
5.5 Toepassingsmogelijkheden Wanneer de historische verhalen opgeslagen zijn in een Wiki kunnen deze vrij eenvoudig gebruikt worden voor diverse toepassingen: -
Route apps; Informatiepanelen;
74
Dit blijkt uit een gesprek met Marry Woudenberg, coördinator van de rondleiders van het Jachthuis St. Hubertus.
53
-
Rondleiders/natuurgidsen; QR-codes; Educatieve programma’s voor scholen; Een interactieve kaart op de website met video’s, audiomateriaal en beeldmateriaal; Als informatiemodule op de website; Publicaties als boeken; Tentoonstellingen; Museonder als plek om historische verhalen te vertellen; Sociale media (Twitter, Facebook); Erfgoed op de Kaart (zoals Ede op de Kaart, het Geheugen van Apeldoorn); Storymaps (via eigen GIS).
Het is duidelijk dat de toepassingsmogelijkheden van historische verhalen enorm zijn, en het is voor een later stadium om besluiten te nemen welke toepassingen voor het Park van belang zijn. Eerst moeten de bronnen van historische verhalen in een database gezet worden. Zo kan er voorkomen worden dat belangrijke historische verhalen verdwijnen, kwijtraken of in de vergetelheid raken. Ook kan er op deze manier gezorgd worden voor een consistent verhaal. Op dit moment worden natuurlijk al veel historische verhalen ‘verteld’. Denk aan de verschillende boeken (landschapsbiografie in de Cultuurhistorische Visie, de Cultuurhistorische Analyse, diverse biografieën, jubileumuitgaven van het Park, bezoekersgidsjes; Hoge Veluwereeks); informatiepanelen in het Park; balie Bezoekerscentrum; in het Museonder; tijdens safari’s, excursies (natuurgidsen) en rondleidingen in het Jachthuis (rondleiders). Wanneer de historische verhalen opgeslagen worden in een Wiki kan het al deze gebruiksdoelen dienen. Geadviseerd wordt om voornamelijk te focussen op plekgebonden verhalen: deze versterken de beleving voor de bezoekers en bieden ook de meeste toepassingsmogelijkheden. Eén van deze toepassingen is ‘Ede op de Kaart’. De Hoge Veluwe staat nu nog vrij leeg op de website ‘Ede op de kaart’. Het is heel eenvoudig om hier een deel van het Park haar eigen verhalen aan toe te voegen. Het opzetten van een beheerssysteem zoals een Wiki is wel een vereiste. Voordeel is dat de eindredactie bij gemeente Ede blijft liggen (in goed overleg met het Park). Ook de gemeente Apeldoorn maakt gebruik van ‘Erfgoed op de Kaart’ waar het Park misschien dezelfde informatie mee kan delen. De gemeente Ede is in ieder geval erg positief en zoekt samenwerking met gemeente Apeldoorn en Arnhem. Werkwijze: Het Park levert de historische verhalen aan die op ‘Ede op de kaart’ moeten komen. Deze verhalen kunnen geput worden uit de Wiki. Omdat M&C de betreffende verhalen op Wiki online zet, kunnen deze heel simpel door middel van een URL gelinkt worden aan de website. Wie: Gemeente Ede. Het Park, als de Wiki gevuld is, hoeft hier verder weinig aan te veranderen. In het geval van nieuwe informatie kan het Park in overleg met de Gemeente Ede nieuwe informatie op de site plaatsen. Tijd: Het kost weinig tijd. Als de Wiki is opgezet en gevuld is koppeling erg snel mogelijk. Kosten: Geen
54
Kanttekening: Een andere optie is het opzetten van een eigen ‘Hoge Veluwe op de kaart’. In dat geval moet het Park zelf een redactieteam opzetten om de website te beheren, omdat dit concept websitebezoekers de mogelijkheid biedt om zelf verhalen op de kaart te zetten. Een nadeel is dat ‘Ede op de kaart’ tot dusverre nog geen GIS informatie koppelen. Hier zijn ze wel druk mee bezig. Het Park kan zelf wel de GIS informatie koppelen aan een kaart, middels het al beschikbare programma GIS Online Storymaps. Samen met Gabriel is gekeken naar de mogelijkheden van dit systeem. Op dit moment kan het gebruikt worden voor een kaart op de website. Dit kan naast Ede op de kaart bestaan, omdat het verder geen beheer nodig heeft als het is gemaakt. In de toekomst zijn er mogelijkheden om Storymaps te koppelen met Apps.
5.6 Conclusie Mijn advies is om ‘Historische verhalen’ kordater op te pakken dan nu het geval is. Een historisch verhaal is een non-fictief verhaal, waarin een tijdperk uit de geschiedenis, historische personen of bepaalde plekken en thema’s het onderwerp vormen. Het gaat over een periode die, vanuit het standpunt van de auteur gezien, is afgesloten. Door gebruik te maken van de vier dimensies tijd, plek, persoon en thema, kunnen historische verhalen gestructureerd worden. Op deze manier kan er gezorgd worden voor een consistent verhaal. Historische verhalen moeten verzameld en opgeslagen worden en hier ligt dan ook de prioriteit. Het is duidelijk dat de toepassingsmogelijkheden van historische verhalen enorm zijn, en het is voor een later stadium om besluiten te nemen in welke toepassingen voor het Park van belang zijn. Eerst moeten de bronnen van historische verhalen in een database gezet worden. Zo kan er voorkomen worden dat belangrijke historische verhalen verdwijnen, kwijtraken of in de vergetelheid raken. Ook kan er op deze manier gezorgd worden voor een consistent verhaal. Als het Park meer wilt doen met historische verhalen is het daarom noodzakelijk om kennismanagement uit te voeren op de informatie aanwezig in het Park. Er valt veel te halen uit historische verhalen, maar omdat ze slecht opgeslagen zijn, zijn ze in de huidige staat moeilijk te vinden en te gebruiken. Aanbevolen wordt om met het gebruik van een Wiki (ook wel kennisbank genoemd) historische verhalen digitaal op te slaan. Alleen zo is de continuïteit gewaarborgd van wat het Park nu juist zo bijzonder maakt voor haar bezoekers: haar natuur& landschap, kunst & architectuur, en haar historische verhalen.75
75
De aanbevelingen en advies zijn verwerkt in een MT notitie. Zie bijlage 10.
55
56
Bronnen Assche, Kristof van, Raoul Beunen, and Martijn Duineveld. "Evolutionary Governance Theory." Springer International Publishing, 2014. Baron, Christine. "Understanding Historical Thinking at Historic Sites." Journal of Educational Psychology 104 (2012): 135-62. Beukenkamp, Pim, and Jan Sevink. "Natuur En Landschap." In Natuur En Kunst: De Hoge Veluwe. Zwolle: Uitgeverij Waanders, 2005. Borsen, Oscar, Joanneke Smalbraak, and Dennis Worst. "De Hoge Veluwe: Een Gelaafd Landschap: De Landschapsgeschiedenis Van De Hoge Veluwe Is Een Geografisch Informatiesysteem (Gis): Handleiding En Projectverslag." Hoenderloo: Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe, 2010. Cronon, William. "Storytelling." The American Historical Review 118, no. 1 (February 1, 2013 2013): 1-19. Derks, G.J.M., R.J.A Crols, J.C. Hoendelaars, and H.M.P. Bouwmeester. Cultuurhistorische Analyse Het Nationale Park De Hoge Veluwe: Een Aesthetisch Beeld Van Ons Moderne Nederland. Zwolle: Waanders, 2007. Deventer, Sam van. Kröller-Müller. De Geschiedenis Van Een Cultureel Levenswerk. edited by J.S.R. van Deventer1956. Elmar. "Rondleiding Jachthuis St. Hubertus (3)." http://www.elmarswereld.nl/st-hubertus/rondleiding-jachthuis-sthubertus-3/. Fog, Klaus, Christian Budtz, and Baris Yakaboylu. Storytelling: Branding in Practice. Berlin: Springer, 2005. Grever, Maria, and Carla van Boxtel. Erfgoed, Onderwijs En Historisch Besef: Verlangen Naar Tastbaar Verleden. Verloren, 2014. Griffioen, P., and A. Ohmstede. "De Hoge Veluwe in Beeld 'De Vijf Woningen'." De Schouw, 1991. HogeVeluwe, Stichting het Natiole Park de. "Cultuurhistorie Het Nationale Park De Hoge Veluwe, Werkdocument." 17 december 2010. Jacobs, M. "The Production of Mindscapes : A Comprehensive Theory of Landscape Experience." s.n.], 2006. Lammeren, R. van, M. Berkers, R. Lenz, and P. Roncken. "Digitale Wichelroede: Ontdek De Verhalen Van Het Landschap." Vi Matrix, 2007. Meethan, K., A. Anderson, and S. Miles. Tourism Consumption and Representation: Narratives of Place and Self [in English]. Wallingford: CABI, 2006. doi:10.1079/9780851996783.0000.
57
Mink, Louis O. "Critical Response; Everyman His or Her Own Annalist." Critical Inquiry 7, no. 4 (1981): 777-83. "Nieuwsbrief Jachthuis St. Hubertus." De Schouw, juni 2002. Ohmstede, A. "Kunstwerken in Het Nationale Park 'De Hoge Veluwe'." De Schouw, 2003. Rovers, Eva. De Eeuwigheid Verzameld: Helene Kröller-Müller (1869-1939). Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2010. Spaander, Melgert, and Roelof Siegers. "De Klokken Van Sint-Hubertus (2)." De Schouw, Winter 2005. Spek, Theo. "Landschap Als Verhaal Van Het Verleden." In Jaarverslag 2013, edited by Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Hoenderloo, 2013. Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Totaalplan 2010-2020; Investeren in Ruimtelijke Ontwikkeling En Kwaliteit. 2009. Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe. "Concept Algemeen Beleidsplan 2015-2020." 2015. Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe. Cultuurhistorische Visie Het Nationale Park De Hoge Veluwe: Aanbevelingen Voor Beleid. 2010. Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe. De Hoge Veluwe: 60 Jaar Natuur, Cultuur En Architectuur. Hoenderloo1995. Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe. Tot Nut En Genot Der Gemeenschap Bijeengebracht: Missie En Positionering. 23 april 2013. Tamura, Eileen H. "Narrative History and Theory." History of Education Quarterly 51, no. 2 (2011): 150-57. Tuan, Y. F. Space and Place : The Perspective of Experience. London: Arnold, 1977. Veldpape, Elsbeth. "Kunst in De Natuur." In Natuur En Kunst: De Hoge Veluwe. Zwolle: Drukkerij Waanders, 2005. Voorst, Seger van Voorst tot. "Het Park Staat Stevig Op De Kaart." In Jaarverslag 2013, edited by Het Nationale Park de Hoge Veluwe. Hoenderloo, 2013. Witte, Charlotte. "Stageverslag Landbouwenclave De Pampel, Veldnamen En Oral History." Hoenderloo: Stichting het Nationale Park de Hoge Veluwe, 2014.
58
Bijlage 1: Oriënterende gesprekken Visie Bedrijfsvoering Jacob Leidekker (Hoofd Bedrijfsvoering) ziet beheer als de kernwaarde van het Park. Zaken als cultuurhistorie hangen in zijn optiek daaromheen. Verder geeft Jacob aan dat historische verhalen niet alleen gaan over het naar buiten brengen van je informatie: ook intern is het nodig om een overkoepelende visie hierover te hebben. Hij adviseert vooral de beleidsdocumenten er goed op na te slaan.
Visie Stafdiensten Henk Beukhof (Hoofd Stafdiensten) geeft aan dat er geen duidelijk verschil is tussen historische verhalen en verhalen. Elk verhaal is in zekere zin historisch. Wat betreft de doelgroepen geeft mr. Beukhof duidelijk aan dat hij niet op bepaalde doelgroepen focust: hij wil het respect voor het Park bij iedereen vergroten en niet een specifieke doelgroep. Wel geeft hij later aan dat er wel verschil is tussen de boodschap naar consumenten en naar vakgenoten en wetenschap. Sommige verhalen zijn interessanter voor consumenten waarbij ‘Willem Wever vragen’ soms beter passen, terwijl wetenschappers of vakgenoten andere dingen interessanter vinden. Een thema wat hij aankaart is bijvoorbeeld de kennis van de bosbouw. Hij geeft aan dat die bijna aan het verdwijnen is, maar vraagt zich wel af voor wie dit interessant is. Vakgenoten vinden dit wel interessant, terwijl aan de consument andere verhalen vertelt moeten worden. Thema’s die hij aankaart zijn: -
Valkerij Jacht Natuurbranden Koolmezenonderzoek Urnen Kunst en Cultuur Hertengeweien Levensverhaal Helene Verhalen over wild Bosbouw
Verder vindt hij het van belang dat er juiste verhalen verteld worden en geen ‘gossip’. Hij wil kwaliteitsborging, waarbij in het verhaal niet teveel oordelen verteld moeten worden. Een perspectief vanuit een persoon helpt hierbij. Als het gaat om keuzes maken over welke verhalen wel of niet te vertellen, oppert mr. Beukhof om een groep van mensen uit verschillende doelgroepen bijeen te zetten om te laten bepalen of het waardevolle verhalen zijn of niet.
59
Verder noemt hij verschillende soorten verhalen: - Educatieve verhalen - Geschiedenis verhalen. Hierbij is het van belang te kijken naar wat een dergelijk verhaal bijdraagt aan het imago van het Park. Een andere vraag die naar boven komt in het gesprek is dat hij zich afvraagt wie die verhalen gaat bewaken. Er moet namelijk wel een haalbaar en toepasbaar plan liggen. Verhalen moeten gefundeerd zijn wat hem betreft en dit moet ook gewaarborgd worden.
Visie Bezoekersmanagement Monique Kokke geeft aan dat ze baat heeft bij het inzichtelijk maken van verhalen. Hierbij geeft ze aan dat ze een tijdlijn hierbij erg nuttig vindt. Doelstelling wat haar betreft: het inzichtelijk maken van de invloed van de mens op het Park, en mensen bewust maken van de ontstaansgeschiedenis van het Park het de nalatenschap van de familie Kröller-Müller. Hierbij zijn de verhalen van een latere periode het interessantst, omdat ze een relatie met het nu hebben. Voor kinderen en leken zijn ‘weetjes’ het leukste, terwijl voor wetenschappers meer een oorzaak-gevolg verhaal interessant is. Monique vindt het net als Henk belangrijk om iedereen te raken met de verhalen, en een belangrijk aspect hiervan is het visualiseren van deze verhalen. De vraag moet wel gesteld worden waarom je dingen verzameld. Niet alles zal interessant zijn, en daarom moeten er wel keuzes gemaakt worden. Hierbij speelt ook de rol in hoeverre verhalen echt of niet echt zijn. Thema’s die in het gesprek naar voren kwamen zijn: - Natuur - Veldnamen - Familie - Tijdperiodes - Ontstaan van het Park - Flora en Fauna
Wat ook belangrijk is om te realiseren wie de verhalen verteld. Je hebt onder andere het internet, natuurgidsen, boekjes en lezingen. De natuurgidsen kunnen een belangrijke rol spelen in het overbrengen van verhalen door onder andere thema rondleidingen of het vertellen van veldnamen. Dit belang komt nog duidelijker naar voren in een gesprek met Marry Woudenberg.
Visie Coördinator rondleiders Jachthuis Op 11 maart heb ik samen met Aafke een gesprek gehad met Marry Woudenberg. Zij coördineert de vrijwilligers die de rondleidingen op het jachthuis verzorgen. Zij hebben hun eigen opleiding voor de gidsen en Marry coördineert dit. Wat opvalt, is dat eigenlijk de rondleiders de ‘verhalenvertellers’ 60
zijn. Daarom zijn ze ook erg belangrijk. De rondleiders maken gebruik van een eigen ‘Hubertipedia’. Hier staan enkele verhalen in. Verder staan de cursusmappen ook vol met informatie en verhalen. Ze vertelde dat er ook wel eens in het jachthuis evenementen zijn waarbij de vrijwilligers zich omkleden alsof ze uit de tijd van de Kröller-Müller familie kwamen. Dit is een kinderactiviteit en dan vertellen de rondleiders ook verhalen in de ‘ik’ persoon.
61
Bijlage 2: Uitgewerkte draaischijf met alle tijden, thema’s, personen en plekken
62
Bijlage 3: MT Vergadernotitie 13 april en bijlage raamwerk voor historische verhalen (niet ingebracht) Vergadernotitie Voor de vergadering van het managementteam op 13 april 2015
Onderwerp: Raamwerk voor historische verhalen Bijlagen: Notitie Toelichting: In onze Missie en Positionering staat het drieluik: natuur & landschap, kunst & architectuur en historische verhalen. In het Algemeen Beleidsplan staat dat het Park de komende periode uitwerking geeft aan het luik: Historische verhalen. Eugenie van Heijgen is als stagiaire via Theo Spek gestart om voor het Park een advies cq. Plan van aanpak voor historische verhalen op te stellen a.d.h.v. drie onderzoeksvragen: 1. Wat zijn historische verhalen (definitie en afbakening van haar onderzoek) 2. Wat wil het Park met historische verhalen (doel, doelgroep, boodschap) 3. Op welke manier kunnen deze verhalen gestructureerd verzameld en opgeslagen worden, zodanig dat ze toegankelijk worden voor gebruik? In bijgaande notitie heeft Eugenie haar conclusies en voorlopig advies ten aanzien van het structureren van verhalen verwoord. Gaande het project blijkt de structurering van ‘historische verhalen’ complexer te zijn dan verwacht en stuiten we op een informatisering vraagstuk. Daarom willen wij graag deze conclusies met het MT delen om jullie te attenderen op dit knelpunt. In de tweede fase van haar stage gaat Eugenie verder met plaatsgebonden verhalen.
Aafke Kylstra, 8 april 2015
63
Raamwerk voor historische verhalen Voorlopige conclusies en advies Definitie ‘historische verhalen’ Een verhaal heeft een verzender en een ontvanger. Daarmee is de informatie van een verhaal onderhevig aan interpretatie van verzender én ontvanger. Historische verhalen vertellen over het verleden. In feite is elk verhaal dat verteld is of opgeschreven inmiddels gedateerd, dus historisch. Voorgesteld wordt om ‘historische verhalen’ te definiëren als verhalen die zich afspelen in het verleden, vóór 2000. Doel, doelgroep, boodschap In het Totaalplan komt naar voren dat het Park een ‘landschap van verhalen’ is, doelend op de cultuurhistorische waarden in het landschap, die vertellen over het ontstaan van het landschap en de ontwikkeling van het landgoed. Door het vertellen van verhalen kan een emotionele band worden opgebouwd met de ontvanger. Verhalen richten zich tot onze emoties en vormen een middel om waardes uit te dragen. Ze kunnen helpen bij interne communicatie. Voor externe communicatie kunnen historische verhalen helpen om te communiceren wie we zijn (profilering). Historische verhalen kunnen bijdragen aan erfgoedbeleving en erfgoededucatie. Ze kunnen bezoekers helpen om zich te oriënteren in het identificeren met het landschap. Daarnaast kunnen historische verhalen ons laten leren uit het verleden (oorzaak en gevolg). Dit is met name interessant voor beleid en beheer (monitoring en evaluatie), zowel intern als extern (wetenschappers, beleidsmakers en collega-organisaties). Aan de hand van gesprekken met MT-leden en literatuuronderzoek komen als belangrijkste boodschappen die het Park met historische verhalen wil uitdragen naar voren: 1. 2. 3. 4.
Het Park als rijk gelaagd landschap (het verhaal over het ontstaan van het Park) Het verhaal van de invloed van de mens op het landschap, De vervlechting van het Veluwse verhaal met dat van het echtpaar Kröller-Müller Het Park met de unieke combinatie van natuur en cultuur.
Raamwerk historische verhalen Om een boodschap over te brengen, is het van belang om te komen tot een consistent verhaal, een verhaallijn en een rode draad. We onderscheiden vier dimensies om verhalen te vertellen. Er kan verteld worden vanuit een tijdlijn (zoals de landschapsbiografie in de Cultuurhistorische Visie), op basis van de locatie, op basis van een personage (bijvoorbeeld de biografie van Anton of Helene) of op basis van een thema (bijvoorbeeld Natuur&landschap of Kunst&architectuur). Verhalen die deze vier dimensies combineren kunnen gezien worden als het waardevolst, omdat deze de emotionele band van bezoekers met het Park het meest kan versterken (gebaseerd op interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek). Toepassing van historische verhalen
64
Op dit moment worden natuurlijk al veel historische verhalen ‘verteld’. Denk aan de verschillende boeken (landschapsbiografie in de Cultuurhistorische Visie, de Cultuurhistorische Analyse, diverse biografieën, jubileumuitgaven van het Park, bezoekersgidsjes; Hoge Veluwereeks); informatiepanelen in het Park; balie Bezoekerscentrum; in het Museonder; tijdens safari’s, excursies (natuurgidsen) en rondleidingen in het Jachthuis (rondleiders). We willen meer doen met historische verhalen, bijvoorbeeld door plaatsing op de website, het maken van educatiemateriaal, activiteiten planning maar ook samenwerking met andere vormen van media. Inmiddels worden er ook nieuwe informatiemodules ontwikkeld, waarmee historische verhalen ter plekke ‘verteld’ kunnen worden. Het tweede deel van de stage zal deze mogelijkheden verder verkennen. Ordening van verhalen Om verhalen te kunnen vertellen of toepassen in een informatiemodule moet je wel weten waar ze zich bevinden. Om verhalen te vertellen is het prettig als ze eenvoudig ‘te vinden’ zijn. Op dit moment liggen er geen kant en klare verhalen op de plank, ze zijn verspreid aanwezig in literatuur, wetenschappelijke artikelen, de beeldbank, Parkboeken, interviews (audio-opnames), bij vrijwilligers, overheidsarchieven, het internet en ga zo maar door. Wanneer we praten over historische verhalen, hebben we het dus over verschillende vormen van data/informatie. Deze data moet opgeslagen en verzameld worden. Daarom heeft het Park behoefte aan een soort kaartenbak, een database met een keuzemenu, met daarin een representatief palet van verhalen. Hoe kunnen we deze verhalen categoriseren? Op welke manier kan een dergelijke database opgezet worden om verhalen toepasbaar en bruikbaar te maken? We spreken hier over een informatisering-vraagstuk, en het is noodzakelijk om meer inzicht hierin te verkrijgen omdat dit om meer gaat dan enkel ‘historische verhalen’: het gaat over de informatisering en/of archivering van data in het Park. Voor eenvoudige toepassing is het handig als je verhalen in een database kan zoeken, selecteren of ordenen op elke dimensie (plek, tijd, thema of plaats). Zo voorkom je een rangorde tussen dimensies. Ook kunnen de ‘labels’ bron, vorm, status (geverifieerd, concept), geschiktheid voor (doelgroep) helpen bij het structuren van verhalen. Software voor het structureren van historische verhalen Er zijn verschillende opties mogelijk om historische verhalen te structureren. Verhalen worden in essentie gezien als ongestructureerde data. Eén scenario is om deze data gestructureerd te maken in een Excel of Access bestand. Deze biedt vooral mogelijkheden om als inventaris te dienen voor historische verhalen. Een ander scenario is om een Wiki-pagina op te zetten, zoals de Vrienden (rondleiders, natuurgidsen) ook gedaan hebben. Het opzetten van een Wiki biedt met het oog op de toekomst de meeste mogelijkheden. Van bovenstaande systemen biedt Wiki de meeste mogelijkheden en verdient de voorkeur. Voor alle scenario’s, maar met name voor de Wiki is het echter wel noodzakelijk om expertise in te zetten van bijvoorbeeld de Vrienden of specialisten. Het inzetten van een specialist in informatisering, zoals een adviseur/stagiair Informatievoorziening die zich kan buigen over dit
65
vraagstuk, kan zeer waardevol zijn. Een overzicht van de voor en nadelen van beide scenario’s is te vinden in de bijlage.
Eugenie van Heijgen, 8 april 2015
66
Voordelen
Excel - Het is een vrij eenvoudig en snel toepasbare methode; - Geeft een beginformat wanneer je wilt weten welke data er ongeveer aanwezig is; - Het is makkelijk te gebruiken; - Niet alle informatie hoeft gedigitaliseerd te worden.
Acces - Het is een vrij eenvoudig en snel toepasbare methode; - Geeft een beginformat wanneer je wilt weten welke data er ongeveer aanwezig is; - Je kunt ongestructureerde data kwijt in dit programma: er kan dus tekst (het verhaal) in deze database gezet worden; - Niet alle informatie hoeft gedigitaliseerd te worden.
Wiki - Het biedt mogelijkheden voor de koppeling met Online GIS. - Het kan dienen als een uitgebreide databank waarbij alle kennis kan worden opgeslagen en geen informatie verloren gaat; - In een later stadium biedt het goede ontsluiting mogelijkheden voor het publiek, het is echter ook mogelijk dit niet te doen; - De toepassingsmogelijkheden zijn heel divers; - De eindredactie ligt in handen van het Park, waardoor er grip is op welke informatie er naar buiten gebracht wordt; - Het is een moderne manier van dataopslag en biedt mogelijkheden voor de toekomst; - Al het gedigitaliseerde materiaal kan je erin kwijt, dus naast het verhaal ook beeldmateriaal en audiomateriaal; - Omdat de informatie online gestructureerd is, is er een koppeling met GIS mogelijk; - De vrienden van het Park maken al gebruik van een eigen opgezette Wikipedia.
67
Nadelen
- Het is moeilijk te beheren wanneer metadata toegevoegd moet worden; - Je kunt geen ongestructureerde data kwijt in Excel. Bijvoorbeeld het verhaal als zijnde tekst kan niet in het bestand gestopt worden, waardoor je altijd een verwijzing naar de locatie nodig hebt. Op lange termijn perspectief is dit echter niet toepasbaar, omdat binnen organisaties locaties van zaken veranderen wat de lijst onbruikbaar maakt; - Excel is alleen voor intern gebruik en is daarom slecht te ontsluiten; - Door meta-data toe te voegen aan een verhaal kunnen bepaalde zaken buiten de boot vallen. Dit geldt vooral wanneer je door middel van een zoekterm een verhaal wilt zoeken: afhankelijk van de variabelen die zijn ingevoerd kan het juiste verhaal gevonden worden; - Het biedt weinig mogelijkheden om de bibliotheek, beeldbank en wetenschaps-database aan elkaar te koppelen.
- Het is slecht te beheren. Wanneer er na een tijdje extra metadata toegevoegd moet worden, zal dit aangepast moeten worden voor de gehele lijst wat erg arbeidsintensief is; - Access is alleen voor intern gebruik en is daarom slecht te ontsluiten; - Door meta-data toe te voegen aan een verhaal kunnen bepaalde zaken buiten de boot vallen. Dit geldt vooral wanneer je door middel van een zoekterm een verhaal wilt zoeken: afhankelijk van de variabelen die zijn ingevoerd kan het juiste verhaal gevonden worden; - Omdat het programma niet standaard in het computersysteem van het Park staat, is deze oplossing duurder.
- Het is arbeidsintensief (iemand moet data beheren en verifiëren); - Mogelijk zullen er kosten gemaakt worden in het begin van het proces - Je hebt te maken met digitale data: wanneer informatie niet digitaal is zal het gedigitaliseerd moeten worden; - Het opzetten van het systeem kost tijd.
68
Bijlage 4: Gestructureerde data in Excel of Access Eén van de mogelijkheden voor het Park is om historische verhalen te gaan verzamelen in een Excel of Access bestand. Deze systemen zijn echter alleen toepasbaar voor gestructureerde data. Historische verhalen, neem bijvoorbeeld het verhaal van ’t Bosje van Staf, zijn op zichzelf niet gestructureerd: het kan een tekst met woorden zijn waar misschien ook nog wel foto’s en geluidmateriaal bij hoort. Om een dergelijk verhaal gestructureerd te maken is het dus nodig om bepaalde variabelen toe te voegen. In het voorgaande hoofdstuk heb ik al laten zien dat je een verhaal kan opsplitsen in 4 dimensies: persoon, thema, tijd en plaats. Echter, om deze dimensies toepasbaar te maken bijvoorbeeld in een Excel bestand moeten hier meer variabelen aan toegevoegd worden. De keuze voor deze variabelen zijn afhankelijk van de behoefte en het doel van de database. Deze kunnen naar gelang de behoefte zelf toegevoegd worden.76 Excel Initiële doelen Excel kan gebruikt worden wanneer het doel is om de historische verhalen over het Park in kaart te brengen. Het verhaal zelf kan er niet aan toegevoegd worden, wat het minder gebruiksvriendelijk maakt voor als het doel is om de historische verhalen op een overzichtelijke manier op te slaan. Excel kan dus voornamelijk gebruikt worden als inventaris. Wanneer het doel is om de informatie te ontsluiten is Excel niet geschikt. Gebruiksgemak Excel is vrij makkelijk in het gebruik. In het Park wordt veel gebruik gemaakt van Excel met betrekking tot archiveren, zoals voor de bibliotheek. Het is gebruiksvriendelijk omdat er ook een zoekfunctie op zit, en je bepaalde variabelen kan selecteren. Het nadeel hiervan is wel dat je zoekt op de voor gedefinieerde variabelen en niet zozeer op woorden in de tekst. De kans is hierbij aanwezig dat de zoekfunctie niet volledig weergeeft welke verhalen er ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Beheergemak Het systeem is in zekere zin makkelijk te beheren, omdat er vrij snel nieuwe data toegevoegd kan worden. Echter, er ontstaan moeilijkheden zodra de meta-data of variabelen aangepast moeten worden. Zeker wanneer je een lange inventarislijst van verhalen hebt en je voegt hier een nieuwe variabele aan toe, bijvoorbeeld ‘toepasbaarheid voor doelgroep x’ dan zal je voor elk individueel verhaal dit moeten toetsen en invullen. Dit is redelijk arbeidsintensief. Toepassingsmogelijkheden De toepassingsmogelijkheid van een Excel bestand blijft beperkt. Het is alleen te gebruiken als overzicht of inventarisatielijst voor historische verhalen intern. Voor extern gebruik is een Excel document niet in die vorm bruikbaar. Natuurlijk is het wel mogelijk om een dergelijk Excel bestand op te zetten als aanleiding voor één van de volgend te noemen scenario’s. Financiën Aan het gebruik van Excel zijn geen extra kosten verbonden. Implementatie 76
Voor inzicht in deze software is Senior adviseur Informatievoorziening Henk Volbeda van de Gemeente Amsterdam geraadpleegd.
69
Om een dergelijk systeem in elkaar te zetten moet het doel ervan duidelijk zijn. In dit geval zal van Excel gebruik gemaakt kunnen worden als het gewenst is om een inventarisatielijst te maken waarin staat welke verhalen er aanwezig zijn over het Park, in welke vorm en met welke status. Bij een inventaris is het van belang dat de inhoud accuraat en volledig wordt weergeven, zodat bij raadpleging het zoekresultaat betrouwbaar is. Bij de implementatie van dit systeem, zal eerst het format zelf opgezet moeten worden waar de data in ingevoerd gaat worden. Het is hierbij van belang dat het format alle informatie weergeeft die nodig is voor het gebruik van de data. Een voorbeeld van variabelen zijn onder andere: Object Thema Subthema Plaats Persoon Deelgebied CHV Tijd Tijd CHV Verteller Mogelijke locatie vertelling Ontvanger/doelgroep Status Bron Bronnenkritiek Bij een dergelijke lijst moeten de verwijzingen kloppen. Of dit nu om digitaal materiaal of documenten gaat, zal het systeem moeten verwijzen naar de locatie waar deze bestanden zich bevinden. Het is daarom wenselijk dat dit systeem correspondeert met bijvoorbeeld de bibliotheek en de beeldbank. Dit zal wel verder uitgedacht moeten worden. Daarna moeten de verhalen verzameld gaan worden. Hier is het ook van belang na te denken over beoogde methode. Verhalen zijn nu verspreid aanwezig in het Park in de vorm van boeken, krantenartikelen, foto’s, audiomateriaal enzovoort. Ook buiten het Park is relevante informatie aanwezig zoals in het Gelders Archief en in het Nationaal Archief. Dit gaat in dit geval over gedocumenteerde informatie. Echter vanuit het Park bestaat ook de wens om verhalen te verzamelen via Oral History.77 Deze moeten nog opgeschreven en verzameld worden. Het opslaan van informatie is echter niet mogelijk in Excel. Daarom dient het programma in dit geval puur om een idee te krijgen van de verscheidenheid aan verhalen en om als database te dienen waarin je je bronnen kan opslaan. Hoe deze verhalen in het Excel bestand geregistreerd moeten worden is lastig vast te stellen. Een student kan de lijst compleet maken, maar ook medewerkers zouden de mogelijkheid kunnen krijgen om continu nieuwe onderwerpen toe te voegen aan het bestand. Op deze manier kan de lijst uiteindelijk steeds groter worden. Voordelen - Het is een vrij simpel en snel toepasbare methode - Geeft een beginformat wanneer je wilt weten welke data er ongeveer aanwezig is - Het is makkelijk te gebruiken - Niet alle informatie hoeft gedigitaliseerd te worden Nadelen - Het is moeilijk te beheren. Wanneer er na een tijdje extra metadata toegevoegd moet worden, zal dit aangepast moeten worden voor de gehele lijst wat erg arbeidsintensief is.
77
Witte, "Stageverslag Landbouwenclave De Pampel, Veldnamen En Oral History."
70
- Je kunt geen ongestructureerde data kwijt in Excel. Bijvoorbeeld het verhaal als zijnde tekst kan niet in het bestand gestopt worden, waardoor je altijd een verwijzing naar de locatie nodig hebt. Op lange termijn perspectief is dit echter niet toepasbaar, omdat binnen organisaties locaties van zaken veranderen wat de lijst onbruikbaar maakt. - Excel is alleen voor intern gebruik en is daarom slecht te ontsluiten. - Het is ouderwets - Door meta-data toe te voegen aan een verhaal kunnen bepaalde zaken buiten de boot vallen. Dit geldt vooral wanneer je door middel van een zoekterm een verhaal wilt zoeken: afhankelijk van de variabelen die zijn ingevoerd kan het juiste verhaal gevonden worden. - Het biedt weinig mogelijkheden om de bibliotheek, beeldbank en wetenschaps-database aan elkaar te koppelen: dit blijven losstaande systemen. Het nadeel hiervan is weer dat het niet heel gebruiksvriendelijk is. Access Access is als het ware een uitgebreidere versie van Excel. Sommige voor-en nadelen zullen dus overeen komen met Excel. Initiële doelen Access kan gebruikt worden wanneer het doel is om de historische verhalen over het Park in kaart te brengen net als Excel, maar heeft als extra mogelijkheid om tekst toe te voegen aan het bestand. Daarmee kan het ook fungeren als gedeeltelijke data opslag. Wanneer het doel is om de informatie te ontsluiten is Access niet geschikt. Gebruiksgemak Access heeft hetzelfde format als Excel. Excel is vrij makkelijk in het gebruik, maar omdat Access er toch iets anders uitziet is het wel minder gebruiksvriendelijk: werknemers zouden zich eerst moeten verdiepen in het programma. Verder heeft het dezelfde gebruiksgemakken als Excel, maar is uitgebreider. Zo kunnen er bijvoorbeeld meerdere variabelen bij één rij en kolom horen, wat betekend dat het zoeken in het document makkelijker en completer is. Wel blijft het probleem dat je zoekt op voor gedefinieerde variabelen en niet zozeer op woorden in de tekst. De kans is hierbij aanwezig dat de zoekfunctie niet volledig weergeeft welke verhalen er ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Er is wel een zoekfunctie waarbij je ook zoekt op woorden in de tekst, maar hier kan je niet een lijst die bijvoorbeeld uitgeprint kan worden genereren. Het is dus mogelijk om te zoeken in tekst, maar minder gebruiksvriendelijk. Beheergemak Het gebruik van Access heeft hetzelfde beheer als Excel. Het systeem is in zekere zin makkelijk te beheren, omdat er vrij snel nieuwe data toegevoegd kan worden. Echter, er ontstaan moeilijkheden zodra de meta-data of variabelen aangepast moeten worden. Zeker wanneer je een lange inventarislijst van verhalen hebt en je voegt hier een nieuwe variabele aan toe, bijvoorbeeld ‘toepasbaarheid voor doelgroep x’ dan zal je voor elk individueel verhaal dit moeten toetsen. Daarbij is Access wel minder bekend dan Excel, wat het moeilijker maakt in het beheer. Als één persoon de data moet beheren is dit echter nog steeds wel te overzien. Toepassingsmogelijkheden De toepassingsmogelijkheid van een Access bestand blijft beperkt. Het is alleen te gebruiken als overzicht of inventarisatielijst voor historische verhalen intern. Voor extern gebruik is Access, net als een Excel document, niet in die vorm bruikbaar. Natuurlijk is het wel mogelijk om een dergelijk Access bestand op te zetten als aanleiding voor één van de volgend te noemen scenario’s. Financiën
71
Aan het gebruik van Access zijn extra kosten verbonden. Omdat Access niet in het standaard Windows Office pakket op het computersysteem van het Nationale Park de Hoge Veluwe staat, zal de aanschaf ervan bekostigd moeten worden. Implementatie De implementatie zal op dezelfde manier uitgevoerd kunnen worden als in Excel. Voordelen: - Het is een vrij eenvoudig en snel toepasbare methode - Geeft een beginformat wanneer je wilt weten welke data er ongeveer aanwezig is - Je kunt ongestructureerde data kwijt in dit programma; er kan dus tekst in deze database gezet worden - Niet alle informatie hoeft gedigitaliseerd te worden Nadelen: - Het is slecht te beheren. Wanneer er na een tijdje extra metadata toegevoegd moet worden, zal dit aangepast moeten worden voor de gehele lijst wat erg arbeidsintensief is. - Access is alleen voor intern gebruik en is daarom slecht te ontsluiten. - Door meta-data toe te voegen aan een verhaal kunnen bepaalde zaken buiten de boot vallen. Dit geldt vooral wanneer je door middel van een zoekterm een verhaal wilt zoeken: afhankelijk van de variabelen die zijn ingevoerd kan het juiste verhaal gevonden worden. - Omdat het programma niet standaard in het computersysteem van het Park staat, is deze oplossing duurder.
72
Bijlage 5: Format Kennisbank artikelen Gemeente Ede78 Doel: informatie verstrekken over • Personen • Gebeurtenissen • Voorwerpen • Gebouwen • Bedrijven • Plaatsen • Etc. Doelgroep • Bezoekers met een zoekvraag • Toevallige ‘passanten’ • Scholieren en studenten Vorm • • • •
Beschrijving vanuit historisch perspectief Bondige samenvatting van het onderwerp Toegankelijk taalgebruik Met vermelding van bronnen, literatuur en foto’s
Opbouw artikel • Titel • Plaats, periode • Historische (korte) inleiding • Een aantal alinea’s inhoud met tussenkopjes • Gebruikte bronnen aanwezig in Gemeentearchief Ede O archief O documentatie O bibliotheek O tijdschriften O fotocollectie • Auteur, jaartal • Gerelateerde pagina’s van de Kennisbank aangeven Opmaak • Bij lettertype Aria 10 ongeveer 1 á 1 ½ A-4 maximaal, dat zijn • Tussen de 700 en 1000 woorden • Per artikel 2 á 3 afbeeldingen met kort onderschrift; tekst hiervoor wordt door de auteur aangeleverd
78
Verkregen van Marjo van de Berg van Gemeentearchief Ede
73
Bijlage 6: Voorbeelden van plekgebonden verhalen Titel: Plek: Tijd: Persoon:
Thema:
Generaal de Wet Otterlose Zand Periode Kröller-Müller Helene Müller Joseph Mendes da Costa Christiaan de Wet Kunst Flora Geologie
Een opvallend gedenkteken op De Hoge Veluwe is het standbeeld van de Zuid-Afrikaanse generaal Christiaan de Wet, in 1917 ontworpen door Joseph Mendes da Costa (1863-1939). Mendes da Costa beeldde de Wet af met een geconcentreerde blik; de hand op het hart en een gebalde vuist. Op de sokkel zijn andere belangrijke personen uit de Boerenoorlog afgebeeld, zoals Paul Krüger, president Steyn en een reeks soldaten. Het beeld werd geplaatst in het Otterlose Zand. Helene had deze plaats aangewezen omdat de generaal tijdens een bezoek aan de Hoge Veluwe had opgemerkt dat de vlakte hem deed denken aan de droge vlakten van Zuid-Afrika met door de wind vervormde bomen en duinen.79 Die vergelijking was zo gek nog niet, want de stuifzandgebieden van Nederland worden vanwege de enorme temperatuurfluctuaties en het extreme klimaat wel beschreven als ecologische woestijnen.80 Reemster veld ‘Agrarische enclave Oud-Reemst’ Oud-Reemst is al ontstaan in de late Middeleeuwen en behoorde tot het kerspel Otterlo. Oud Reemst ontstond op een oude stuwwal, waar de grond vruchtbaarder was dan de daaromheen gelegen armere zandgronden. Om boekweit en rogge te kunnen verbouwen was echter verdere bemesting van de grond nodig. Dit gebeurde door het typische ‘potstalsysteem’, waarmee Veluwse boeren hun akkers bemestte met mengsels van schapenmest en heideplaggen. Deze mest werd verzameld in schaapskooien waar het gemengd werd met heideplaggen van het Reemsterveld. De schapen graasden overdag op het Reemsterveld die toen tot de hertogen van Gelre behoorden, waarna ze ’s nachts werden ondergebracht in de schaapskooi. Doordat de schapen graasden op de heide werden de nutriënten uit de grond gehaald waardoor het landschap langzaam verschraalde. Zo veranderden heidevelden in stuifzanden. Het akkerland werd beschermd door een houtwal, die nog steeds te zien is als een aarden wal om de enclave heen.81
79
Elsbeth Veldpape, "Kunst in De Natuur," in Natuur En Kunst: De Hoge Veluwe (Zwolle: Drukkerij Waanders, 2005). 80 Pim Beukenkamp and Jan Sevink, "Natuur En Landschap," in Natuur En Kunst: De Hoge Veluwe (Zwolle: Uitgeverij Waanders, 2005). 81 Derks et al., Cultuurhistorische Analyse Het Nationale Park De Hoge Veluwe: Een Aesthetisch Beeld Van Ons Moderne Nederland.
74
Deelenseveld ‘Deelense Was’ Op deze plek werden in het voorjaar door de schapenhouders schapen gewassen voordat ze geschoren werden. De naam ‘Deelense Was’ verwijst hier nog naar. Door het zure venwater liet het vet in de schapenvacht goed los, waardoor de schapen na gewassen te zijn in een schone schaapskooi gedreven werden. Toen de kunstmest in de twintigste eeuw in gebruik werd genomen verdween het potstalsysteem op de Veluwe, en daarmee ook de grootschalige schapenteelt op de Veluwe. De Deelense Was vormt één van de vele vennen op het Delense Veld. Vanwege een ijzeroerlaag blijft het regenwater op het Delense Veld liggen, en zakt het niet de ondergrond in. Op het Delense Veld komen daarom veel beschermde dier- en plantsoorten voor. ‘Koningswegen en koningsbeuken’ Als een rechte lijn door het Deelense Veld loopt de ‘Koningsweg’. Deze weg werd gebruikt door Koning-Stadhouder Willem III (1650-17020). Hij was fervent jager en liet over de hele Veluwe kaarsrechte wegen aanleggen om zich zo snel te kunnen verplaatsen naar zijn jachthuizen. Deze Koningsweg loopt van Doorwerth naar Het Loo in Apeldoorn.
75
Bijlage 7 : Plekgebonden verhalen gekoppeld aan deelgebieden Dit is enkel een opzet van hoe je plekgebonden verhalen kan structureren. De tabellen zijn nog niet volledig ingevuld, en dus nog niet compleet. A1. Otterlose zand Karakteristiek: Klassieke stuifzandheide. Onderdeel van het CultuurPark Visie: Open landschap open houden. Openheid wordt geaccentueerd door het monument Generaal de Wet. Ruimte voor (tijdelijke) culturele toevoegingen. Sporen Tijdperk Personen Thema’s Boodschap Punt Lijn Vlak Monument de Wet KröllerGeneraal de Kunst Müller Wet Architectuur Boerenoorlog Het wetbos Generaal de Natuur Wet Stuifzandheidelandschap Landschap Geitenspoor KröllerKunst Müller Schuilkelder NP Kunst Vuursteenvindplaats Prehistorie Bewoning
A2. Reemster zand Karakteristiek: Stuifzand en stuifzandheiden. Grootschaligheid. Relatie droge heide. Visie: Alle successiestadia behouden, inclusief leven stuifzand. Relatie met droge heidelandschap visueel versterken. Sporen Tijdperk Personen Thema’s Punt Lijn Vlak Stuifzand De Pollen Grondgebruik Stuifzandheide Grondgebruik Spontaan Flora
Boodschap
76
vliegendennenbos Jeneverbessenbos
Flora Flora
Bosjes op overgang stuifzandheidelandschap Oude heiningen
Grondeigendom
Banscheidingen
Grondeigendom Vlechtwerkraster
Bewoning Het Bosje van Staf
Kröller-Müller
Stralen Berkenrij grensmarkering Beukenlaan grensmarkering
Strijd tegen het stuifzand Strijd tegen het stuifzand Strijd tegen het stuifzand Strijd tegen het stuifzand
Flora, Jacht Grondeigendom Grondeigendom
Nederzetting Reemst
Uitkijktoren Kompagnieberg Nederzettingsporen en een akkercomplex op Oud-Reemster Zand
Middeleeuwen Boeren en Vroegmoderne tijd Kröller-Müller Helene Müller Prehistorie
Bewoning
Zwaar bestaan
Recreatie Bewoning
A3. Reemsterveld Karakteristiek: Excellent voorbeeld van vroeg modern (droog) heidelandschap Visie: Mooi voorbeeld van historische samenhang tussen agrarische ontginning Oud-Reemst en het gebruik van heide. Sporen Tijdperk Perso Thema’s Boodschap nen 77
Punt
Lijn
Vlak Agrarische enclave Oud Reemst Bouwland
Houtwal
Bakhuis Toegangshekken Reemsterweg
Landbouw
Oud Veluws landschapstype met agrarisch gebruik heide/stuifzand
Landbouw Flora, Landbouw, grondeigendo m
Ter begrenzing bouwlanden
Kröller-Müller Koningsweg
Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd
Meidoornrestanten Schaapskooi Schaapsdrift FLAK stellingen Plekken bemanningsonderkomen Stuwwal Spoelzandvlakte oudReemsterveld Sneeuwsmeltwaterdal Oud-Reemster zand Archeologische vindplaats op en rond stuwwal Oud-Reemst
Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd
Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd WO II WO II
Infrastructuur Flora Landbouw Landbouw Defensie Defensie
IJstijd IJstijd
Geologie Geologie
IJstijd
Geologie
Prehistorie
Bewoning
78
A4: Deelenseveld Karakteristiek: Ecologisch zeer waardevolle vochtige heide Visie: Verschillende successiestadia, door een dynamische beheerscyclus, beleefbaar houden Objecten Tijdperk Personen Thema’s Punt Lijn Vlak Wolfskuilen Toponiem Deelensche was Middeleeuwen Boeren Landbouw en Vroegmoderne tijd Lijkweg Infrastructuur Koningsweg Infrastructuur Koningsbeuken Infrastructuur Historische ecologie Sneeuwsmeltwaterdalen IJstijd Geologie
Boodschap Mysterieuze naam Schapen wassen of drenken
B1: De Pampel en de Franse Berg Karakteristiek: Omsloten agrarische enclave met Museum. 3 krachtige lagen: landbouwontginning de Pampel, de periode Kröller-Müller en de periode van het Nationale Park. Visie: Voortzetten van de traditie van het echtpaar in de manier van omgaan met contrasten in het landschap. Historisch-ecologisch waardevol bos ‘Franse Berg’ beschermen. Ontwikkeling van het Museum binnen perceel oude enclave. Objecten Tijdperk Personen Thema’s Boodschap Punt Lijn Vlak De Pampel agrarische 17e eeuw Landbouw ontginning in stuifzandgebied binnen een Sikkelduin Sikkelduin met 17e eeuw Geologie ingestoven eikenhakhout 79
Sparrenla antje
Kröller-Müller
Groot Museum Graven Steijnbank Kröller-Müller Museum Beeldentuin
Kröller-Müller Kröller-Müller NP
Historische ecologie
Anton-Helene
NP
Architectuur, Kunst Kunst Kunst Kunst, Architectuur Kunst, Architectuur Toponiem Jacht
De Franse Berg Jachthut de Pampel Houtkamp weg
Infrastructuur
Voorheen boerderij nu gebruikt als jachthut Kröller heeft dit historisch tracé tussen Hoenderloo en Otterloo laten verleggen
Lijkweg Stenen tafel Europhammer Trowel Uitzichtpunt Franse Berg Three upright motives Graven KröllerMüller
Kröller-Müller NP NP NP
Kunst Kunst Kunst Kunst
NP
Anton-Helene, nabestaanden
B2: Everwijnserf Karakteristiek: Agrarische enclave lanen, bospercelen en landbouwgronden Visie: Oude grenzen agrarische ontginning opzoeken en uitlichten Objecten Tijdperk Personen Punt Lijn Vlak
Kunst, Architectuur
Thema’s
Boodschap
80
Boerderij Everwijnserf Oude akkers Oude huisplaats waterput Houtwallen Locatie schaapskooi Landbouwpercelen
Landbouw, Bewoning Landbouw Bewoning Bewoning Historische ecologie Landbouw, bewoning Landbouw
Koetshuis Slingervijver
B3: Hoenderloo Karakteristiek: Landgoederen-structuur uit diverse delen en perioden. Jachthuis Sint Hubertus als ‘Gesamtkunstwerk’ Visie: Traditie van het echtpaar Kröller-Müller doorzetten in de instandhouding van het landschapsbeeld. Jachthuis Sint Hubertus met Parkaanleg en dienstgebouw beschermen. Objecten Tijdperk Personen Thema’s Boodschap Punt Lijn Vlak Jachthuis SintKröller-Müller Architectuur Hubertus Tuin jachthuis Kröller-Müller Architectuur Parkaanleg Kröller-Müller Architectuur Brug Kröller-Müller Architectuur Pompgebouw Kröller-Müller Architectuur De fazanterie Kröller-Müller Jacht Dienstgebouw Kröller-Müller Architectuur Wachtruimte Kröller-Müller Architectuur, Infrastructuur Schurftl graf Kröller-Müller 81
Toegangspoort De Vijf Woningen Het Stenen hert Dienstwoningen Woning de Zwarte Berg
Kröller-Müller Kröller-Müller Kröller-Müller Kröller-Müller Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen
Historische lanen Voormalige kwekerij Westerflier Prins Hendriklaan De Lange Laan De Houtkampweg Bunterbos met oude verkavelingsstructuur Sterrenbos Landgoed Hoenderloo met oude lanen structuur, houtsingels, bouwlandontginningen, voormalige boerenerven en productiebossen. Landgoed Hoog Baarlo met oude lanenstructuur, houtsingels, bouwlandontginningen, een voormalige boerenerf en
Bewoning Kunst Bewoning Bewoning Infrastructuur Bosbouw
Ontginning en landgoederen
Infrastructuur, sociale relaties Infrastructuur Infrastructuur
Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen
Ontginning
Ontginning en landgoederen
Bewoning
Bewoning Bewoning
82
productiebossen.
B4: De Bunt Karakteristiek: Heideontginningsbos met Centrumplein. Verwevingsgebied EHS. Visie: Functionaliteit als centrumgebied en herkenbaarheid als Heideontginningsbos versterken. Centrumplein vormgeven als ‘Open plek in het bos’. Objecten Tijdperk Personen Thema’s Boodschap Punt Lijn Vlak Heideontginningsbos Ontginning en Bosbouw landgoederen Oude laan Ontginning en Infrastructuur langs landgoederen Houtkampweg Grove dennenaanplant Ontginning en Bosbouw landgoederen Keuterontginning de Ontginning en Bewoning Bunt en landgoederen Keuterboerderijplaatsen Ontginning en Bewoning landgoederen Oude bomen Ontginning en Bewoning landgoederen Kavelgrenzen Ontginning en Bewoning landgoederen Landschappentuin NP Recreatie Wildobservatie NP Fauna Koeverbos Millelamel NP Fauna Het Marchantplein NP Recreatie Museonder NP Recreatie Bezoekerscentrum NP Recreatie De NP Recreatie 83
fietsenherstelwerkplaats Restaurant de Koperen Kop
NP
B5: De Kemperberg Karakteristiek: Heideontginningsbos met bosbouwcultuur uit verschillende tijdlagen. Visie: Voorbeelden van bostypen en de historie van de bosbouwcultuur behouden Objecten Tijdperk Persone n Punt Lijn Vlak Heideontginningsbos Ontginning en landgoederen Eikenhakhoutpercelen Ontginning en landgoederen Grenspalen Koningsweg Toegangspoort Portierslodge Schaarsbergen Herberg Rijzenburg
Kröller-Müller NP
Bommenlijntje
WOII Everwijnserf
Koetshuis Zwanenvijver
Middeleeuwen en vroegmoderne tijd Ontginning en landgoederen Ontginning en
Recreatie
Thema’s
Boodschap
Bosbouw Bosbouw Grondeigendom Jacht, Infrastructuur Park Park
Infrastructuur, WOII
Bewoning Bewoning 84
landgoederen Ontginning en landgoederen
Oude lanenstructuu r Oude beuken en linden houtsingels Bouwlandontginningen Productiebossen Bunkers Spoelzandvlakte Sikkelduin
Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen Ontginning en landgoederen WOII IJstijd IJstijd
Bewoning, Infrastructuur Bewoning Bewoning, infrastructuur
Bosbouw WOII Geologie Geologie
B6: Otterlose Bos en ’t Rieselo Karakteristiek: Oude markebossen rond enclave Otterloo Visie: Historie van gebruiksbossen (boerengeriefhout) in relatie tot de agrarische enclave zichtbaar maken. Objecten Tijdperk Personen Thema’s Punt Lijn Vlak Eikenhakhout Middeleeuwen en Bosbouw Vroegmoderne tijd Wilde Historische appel ecologie Bomenrijen als Grondeigendom grensmarkering Portierslod NP ge Otterlo Dekzandrug Otterlose IJstijd Geologie
Boodschap
85
Bos
B7: ‘Eikehoutbergen’ en ‘Deelense Start’ Karakteristiek: Oud boslandschap met oude bosbodem. Sterke invloed WO II Visie: Historisch-ecologisch zeer waardevol bos beschermen. Selectief behoud van zichtbare overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog en deze beleefbaar maken. Objecten Tijdperk Personen Thema’s Boodschap Punt Lijn Vlak Stralen Middeleeuwen en Bosbouw, Het verhaal van eikenhakh Vroegmoderne tijd historische eikenhakhout als vorm out: ecologie, van een specifieke Eikenhout landgebruik Veluwse bergen, gebruiksgeschiedenis Deelense zoals eekschillen, Start, geriefhout en Deelense brandhout. Straal Trace WOII Infrastructuur vliegtuigrolbanen Vliegtuigopstelplaats WOII Infrastructuur en en hanars Perron WOII Infrastructuur bommenlijntje Tracé WOII Infrastructuur bommenlijntje Kleine bunkers WOII Het WOII zinkgat Contouren WOII munitieopslagplaats 86
Inschietheuvel Diogenes Locaties FLAK stellingen Plekken bemanningsonderko mens
WOII WOII WOII WOII
87
Bijlage 8: Opties van kaarten Storymaps Met ArcGis online met het gebruik van ‘Storymaps’ verschillende mogelijkheden om historische verhalen te implementeren in een kaart.82
Geselecteerde ‘apps’ Er zijn zogeheten ‘apps’ gecreëerd waar het Park gratis en automatisch gebruik van kan maken. Deze ‘apps’ zijn als het ware een format waarin verhalen op verschillende manier op een kaart geprojecteerd kunnen worden. Er zijn 11 van deze ‘apps’ beschikbaar. Hieronder beschrijf ik kort de mogelijkheden voor het Park: Story Map Tour83
Voordeel: Dit format is voor het Park heel bruikbaar als er een bepaalde ‘verhalen route’ gemaakt moet worden. Deze app presenteert plaatsgebonden verhalen in de vorm van een reeks foto’s en teksten als interactieve kaart (zodra je als gebruiker op een kaart kan klikken en er iets opspringt, noem je dit interactief).Het is ideaal voor wandeltochten voor een reeks van locaties, waarvan je wilt dat gebruikers het in een bepaalde volgorde volgen. Nadeel: - Thema’s zijn alleen te categoriseren door middel van bullets in verschillende kleuren. Om 10 wandelroutes op één kaart aan te geven is voor dit programma te groot. 4 verschillende thema’s is nog wel mogelijk, neem bijvoorbeeld de 4 pijlers. Je zou een natuurroute, een landschaproute, een architectuurroute en een kunstroute kunnen toevoegen. - Je kan één kaartachtergrond gebruiken Story Map Shortlist84
82
storymaps.arcgis.com/en/ storymaps.arcgis.com/en/app-list/map-tour/ 84 http://storymaps.arcgis.com/en/app-list/shortlist/ 83
88
Voordeel: Dit is een wat minder gecompliceerd format, en is te gebruiken voor het organiseren van bezienswaardigheden in tabbladen. Het kan gebruikt worden door bezoekers om kijken wat er in een gebied te ontdekken valt. Omdat dit format vooral met beeldmateriaal werkt, en weinig met informatie, is het heel bruikbaar als het Park op de website niet teveel informatie wilt weggeven. Het gebruiken van beeldmateriaal kan helpen om toekomstige bezoekers te ‘prikkelen’ om de bezienswaardigheden in ‘levende lijve’ te gaan ontdekken. Nadeel: Je kunt er aanzienlijk minder informatie in kwijt en is daarom niet heel bruikbaar in het kader van historische verhalen. Story Map Countdown85
Voordeel: Dit format stelt gebruikers in staat om een lijst van plaatsen te verkennen in een bepaalde volgorde. Het geeft een overzicht van een grote kaart en de gedetailleerde kaart tegelijkertijd. Deze optie biedt mogelijkheden voor het maken van een tijdlijn waarbij er ingezoomd kan worden op verschillende punten die ook informatie verstrekken. De tijdlijnen zelf zouden misschien verweven kunnen worden met vertellers die gekoppeld zijn aan een bepaalde periode om het meer levend te maken. Maar het is nog niet duidelijk of dit mogelijk is met het format van de App. Nadeel: 85
http://storymaps.arcgis.com/en/app-list/countdown/
89
De exacte mogelijkheden zijn nog onduidelijk, omdat er geen vergelijkbare voorbeelden beschikbaar zijn die toepasbaar zijn voor het Park. Story Map Series Tabbed Layout86
Voordeel: Dit is de meest complete kaart waar de meeste informatie in verwerkt kan worden. Dit komt omdat je hier verschillende kaart achtergronden kan gebruiken die andere informatie weergeven. Voor het gebruik van deelgebieden in combinatie met lijn en punt-elementen is deze optie daarom heel bruikbaar. Voor het historische verhalen aspect lijkt dit format het meest bruikbaar, omdat je hier de meeste informatie in kwijt kan. Het zal vooral bruikbaar kunnen zijn wanneer mensen op thema punten willen vinden, en daar een route op willen selecteren. Via GPS is dit ook te incoöpereren via mobiele apps. Nadeel: Omdat er zo veel informatie op past kan je je afvragen of dit bruikbaar is voor op de website.
Een zelf geprogrammeerde kaart Naast de mogelijkheden die de voor gedefinieerde formats/ apps bieden, is het ook mogelijk om zelf kaarten te programmeren. Hier zouden dan ook externen en/of vrijwilligers met programeer ervaring voor nodig zijn. Enkele mogelijkheden zijn op de volgende websites te vinden: http://www.umbriapaesaggio.regione.umbria.it/RepertorioPaesaggi/ Dit is een voorbeeld van een kaart waarin deelgebieden en vlakken samen komen. Voordeel: de centrale boodschap kan je goed overbrengen. http://storymaps.esri.com/stories/2014/nuclear-moonscape/ Hierin word een tijdlijn aangegeven, waarin je per periode, verschillende punten aangewezen krijgt. Voordeel: het tijdsbesef komt heel duidelijk naar voren, waarin je de gelaagdheid van het landschap goed kan communiceren. Nadeel: je kunt minder goed laten blijken welke geschiedenis je het belangrijkst vindt, tenzij je meer punten aan kan wijzen. Lastig om deelgebieden aan te wijzen. De
86
http://storymaps.arcgis.com/en/app-list/map-series/
90
ideale situatie zou zijn om beide kaarten samen te voegen waarin én een tijdlijn zichtbaar is, én deelgebieden gebruikt kunnen worden.
91
Bijlage 9: Het Logo van de Hoge Veluwe
Het logo van de Hoge Veluwe Eugenie van Heijgen Het logo zoals we dat van De Hoge Veluwe kennen is door de jaren heen tot stand gekomen. Berlage gaf het Jachthuis Sint Hubertus de vorm van een hertengewei.87 Toen het ontwerp definitief was in 1916 kreeg het een meer spirituele en ideologische verantwoording.88 In 1919, toen Berlage een punt
zette achter de samenwerking met het echtpaar, werd Henry van de Velde aangetrokken als architect. Hij was een allround vormgever: schilder, affiche ontwerper, architect en grafisch kunstenaar. Sam van Deventer schreef in zijn biografie van Kröller-Müller: ‘Henry van de Velde ontwierp voor het echtpaar Kröller-Müller reclamemateriaal, kaften van boeken, ex-librissen en het embleem voor de Hoge Veluwe’.89 In de periode 1920-1926 ontwierp hij het Groot Museum – in verschillende, steeds goedkopere, versies. Eén van de detailtekeningen van het ontwerp betreft een ‘deurmat’, plaveisel voor een deur, met daarin het (huidige) symbool voor de Hoge Veluwe.90 Volgens Eva Rovers is het embleem in 1926 door Henry van de Velde ontworpen.91 Bij de oprichting van de Stichting Kröller-Müller in 1928 had dit embleem waarschijnlijk de functie als logo voor de Stichting. Rond 1930 werd het namelijk in gebruik genomen op boekwerken van de stichting. Zo schrijft Sam van Deventer in een brief naar Henry van de Velde over het ontwerp van het embleem voor het 87
Rovers, De Eeuwigheid Verzameld: Helene Kröller-Müller (1869-1939), 279. Ibid., 282. 89 Sam van Deventer, Kröller-Müller. De Geschiedenis Van Een Cultureel Levenswerk, ed. J.S.R. van Deventer (1956), p. 100. 90 KM126.451. KMM Hoofddepot Kelder, 17,03,06. 91 Rovers, De Eeuwigheid Verzameld: Helene Kröller-Müller (1869-1939), p. 409. 88
92
‘Hubertus-Verlag’ dat ‘Nu zei mevrouw Kröller, of het niet raadzaam zou zijn, het kruis ook uit te laten komen onder het hoogste gewei…Zou het plastisch duidelijker uitkomen, vraagt Mevrouw Kröller, wanneer ook het kruis uitkomt onder het bovenste gewei?’92 Echter, vraagtekens moeten gezet worden bij de datering van het logo op 1926. Het embleem zien we namelijk in de architectuur terug komen op plaatsen die eerder zijn gemaakt. Zo is er bijvoorbeeld het Pomphuisje (ook wel de ‘Watertoren’ genoemd), waarbij in de muren van het voetstuk boven de ingang het logo (toen ‘embleem’ genoemd) is aangebracht. Dit Pomphuisje is door Henry van de Velde ontworpen in 1923, en is ook direct een aanwijzing voor het in gebruik nemen van het embleem vóór 1926.93 Ook is het embleem gebruikt bij de ‘Vijf Woningen’. In opdracht van Mevrouw Kröller heeft de architect A.J. Kropholler bij de ‘Vijf Woningen’ een watervoorziening aangebracht, die in de Schouw ‘hondendrinkplaats’ genoemd wordt.94 Op de achterkant van deze drinkplaats bevond zich een zuil waarop ‘Maulbronner Zandsteen’ werd geplaatst. In het midden hiervan was het embleem uitgehouwen waar ook het jaartal 1922 staat vermeld (zie foto). Op deze foto staan de Heer en Mevrouw Presscher met hun dochter Mary. De Heer Presscher was chaffeur bij de fam. Kröller. De foto is gemaakt in 1930.95 Op de foto is het embleem goed zichtbaar, maar ziet er anders uit in vergelijking met het huidige logo. In deze afbeelding is de gehele kop van het hert zichtbaar in plaats van enkel de stangen en het kruis. Omdat dit embleem ook gedateerd is, is dit heel betrouwbare informatie dat het embleem al in 1922 in gebruik genomen is. Dit zal waarschijnlijk is samenwerking met van de Velde en Kropholler gegaan zijn, omdat we aannemen dat van de Velde het logo heeft ontworpen, en Kropholler de ‘hondendrinkplaats’ aangelegd heeft. We zien hierbij dat het embleem uniformer gebruikt gaat worden in de architectuur.
92
HA377994 datum 03-04-1930. Brief van Sam van Deventer naar Henry v.d. Velde. A. Ohmstede, "Kunstwerken in Het Nationale Park 'De Hoge Veluwe'," De Schouw2003, p. 9. 94 P. Griffioen and A. Ohmstede, "De Hoge Veluwe in Beeld 'De Vijf Woningen'," ibid.1991. 95 Ibid., p. 137. 93
93
Niet alleen buiten wordt dit logo geïntegreerd in bepaalde objecten als de waterpomp en de ‘hondendrinkplaats’. Ook binnen wordt dit logo gebruikt. Een voorbeeld is de kast in de bibliotheek van het jachthuis, waar sigaren in bewaart werden. Dit heet een ‘humidor’. Boven op deze kast staat een klok met een klokkast van Belgisch hardsteen die ontworpen is door Henry van der Velde.96 Ook hier is het logo in verwerkt. Het is echter onduidelijk wanneer deze klok is ontworpen en in gebruik genomen is. M. Spaander en R. Siegers nemen aan dat het embleem in 1934 is ontworpen, waardoor ze ook aannemen dat de klok pas later in het huis is komen te staan.97 Omdat hier aan duidelijk wordt dat dit waarschijnlijk niet correct is, kunnen we niet uitsluiten dat de klok van een oudere datering is. In het jachthuis bevindt zich ook een kussen met daarop het logo. Het is mogelijk dat Helene Müller het kussen heeft geborduurd.98 Verder wordt in 2002 nog melding gemaakt van een oorspronkelijk kussen van zijde met het Hoge Veluwe embleem er op in het jachthuis. Deze is echter niet meer te herstellen omdat het zo vergaan is.99 Wanneer we praten over het logo, hebben we het over de vorm, maar ook over de kleur. Tegenwoordig zijn de kleuren geel en blauw, maar wanneer deze kleuren in gebruik zijn genomen is onduidelijk. In de Schouw wordt verwezen naar de ‘Vijf Woningen’ die in 1919 in zijn gebouw door A.J. Kropholler. Hier wordt vermeld dat deze ‘Vijf Woningen’ als groep ook wel de ‘Blauwe Huizen’ heetten. Als reden wordt hier genoemd dat dit zo was omdat de luiken in de kleuren blauw en geel geschilderd waren en omdat de binnenkant blauw was.100 Of deze kleurensamenstelling toen al uitgekozen was als link met het embleem, is moeilijk te zeggen. Het is namelijk ook mogelijk dat deze kleuren pas later zijn geïntegreerd in het logo. In het begin van de jaren 20 zien we namelijk geen voorbeelden van het embleem die in deze kleur opgetekend of afgebeeld is. Later zien we op etiketjes het logo in kleur pas terugkomen. Een voorbeeld is het figuur uit vermoedelijk 19401945 in de boeken van HKM en Sam van Deventer.101 Aan de hand van dit korte onderzoek kunnen we stellen dat het logo waarschijnlijk voor of vanaf 1922 en niet in 1926 is ontworpen zoals eerder aangenomen. Het logo zoals we het nu kennen heeft verschillende transformaties doorgemaakt. Dit is zichtbaar in een brief van Thylla van de Velde
96
Elmar, "Rondleiding Jachthuis St. Hubertus (3)," http://www.elmarswereld.nl/st-hubertus/rondleidingjachthuis-st-hubertus-3/. 97 Melgert Spaander and Roelof Siegers, "De Klokken Van Sint-Hubertus (2)," De SchouwWinter 2005. 98 Elmar, "Rondleiding Jachthuis St. Hubertus (3)". 99 "Nieuwsbrief Jachthuis St. Hubertus," De Schouwjuni 2002. 100 P. Griffioen and A. Ohmstede, "De Hoge Veluwe in Beeld 'De Vijf Woningen'," ibid.1991. 101 Bibliotheek Kröller-Müller Stichting. Boeken HKM en Sam van Deventer.
94
naar haar vader Henry van de Velde uit 1942.102 Hier staat de spreuk ‘spiritus et materia unum’ in, wat ‘het geestelijke en materiële zijn één’ betekend. Dit stond symbool voor het levensmotto van Helene Müller.103 Wel is het opvallend dat deze spreuk in het beginstadium van het embleem nog niet in gebruik is geweest. De kans is groot dat ook deze spreuk pas later aan het logo is toegevoegd.
102 103
HA502707 datum 22-10-1942. Brief van Thylla v.d. Velde aan Henry v.d. Velde. Rovers, De Eeuwigheid Verzameld: Helene Kröller-Müller (1869-1939), p. 409.
95
Bijlage 10: Vergadernotitie 18 mei en bijlagen plan van aanpak, gevisualiseerd stappenplan en format historische verhalen Vergadernotitie voor de vergadering van het managementteam op 18 mei (niet ingebracht)
Onderwerp: Historische Verhalen Bijlagen:
Plan van aanpak Historische verhalen Gevisualiseerd stappenplan
Gevraagde beslissing: instemmen met advies Voorstel voor verdere procedure: 1. 2. 3. 4.
Databases op orde brengen m.b.v. archiveringsstudent ; Opzetten van een ‘verhalenbank’ in de vorm van een Wiki; Historische verhalen op basis van een format bijeenbrengen in deze ‘verhalenbank’; Nadenken over toepassingsmogelijkheden, zoals ‘Ede op de kaart’ en Apps.
Toelichting: zie bijlage
Aafke Kylstra en Eugenie van Heijgen 12 mei 2015
96
Plan van Aanpak Historische verhalen
Inleiding Een verhaal heeft een verzender en een ontvanger. Daarmee is de informatie van een verhaal onderhevig aan interpretatie van verzender én ontvanger. Historische verhalen vertellen over het verleden en worden steeds meer erkend als een manier om verbonden te raken met het verleden. Andere organisaties zoals het Openluchtmuseum Arnhem, maken al gebruik van historische verhalen en slaan deze ook digitaal op. Ook het Park wil hier meer mee gaan doen. Op 5 november 2014 was er een overleg tussen Dorien de Jonge, Monique Kokke, Henk Beukhof en Henk Ruseler om te verkennen welke verhalen het Park wil gebruiken in de Marketing & Communicatie en in welke vorm. De basis van dit overleg was een overzicht van thema’s en tijdlagen. Toen is geconcludeerd dat het wenselijk is om zoveel mogelijk informatie aangaande Historische verhalen te verzamelen en deze te structureren. In overleg met Dorien, Theo Spek en Aafke heeft Eugenie de afgelopen maanden gewerkt aan een verdere uitwerking van c.q. een Plan van Aanpak voor historische verhalen. Beleidskader In de missie en positionering van het Nationale Park De Hoge Veluwe staat het drieluik van Natuur & landschap, Kunst & architectuur en Historische verhalen centraal. In het Algemeen Beleidsplan 2015-2020 staat als doelstelling: Het in zelfstandigheid in stand houden en versterken van het drieluik van natuur & landschap, kunst & architectuur en historische verhalen en zoveel bezoekers als mogelijk hiervan laten genieten. De Raad van Toezicht heeft bij de bespreking van de concept beleidsplannen specifiek gevraagd om nadere uitwerking van ‘Historische Verhalen’. Naar aanleiding daarvan zijn de volgende projecten opgenomen in het Algemeen Beleidsplan 2015-2020: ‘Opzetten van een raamwerk voor het verzamelen, ordenen en gebruik van de rijkdom van historische verhalen’; ‘Plan van aanpak historische verhalen opstellen: bijeenbrengen van verhalen en uitwerken hoe deze verhalen te benutten en in te zetten per doelgroep’. Waarvoor zijn historische verhalen inzetbaar? Voor externe communicatie: Historische verhalen kunnen helpen om te communiceren wie we zijn (profilering). Ook kunnen ze bijdragen aan erfgoedbeleving en erfgoededucatie. Ze kunnen bezoekers helpen om zich te oriënteren in en te identificeren met het Parklandschap. Het Totaalplan 2010-2020 zegt hierover het volgende: ‘Het Park is een ‘landschap van verhalen’; de cultuurhistorische waarden in het landschap vertellen over het ontstaan van het landschap en de ontwikkeling van het landgoed. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de algemene historische ontwikkeling van het landschap die op de gehele (zuid-) Veluwe plaatsvond en de voor het Park zo kenmerkende periode van het echtpaar KröllerMüller tussen 1909-1935. Zij hebben vanuit hun visie op natuur, kunst en architectuur bijzondere
97
culturele waarden toegevoegd. Zonder het gebied vol te zetten met informatieborden is het mogelijke deze verhalen wel ‘levend’ en ‘beleefbaar’ te maken voor de geïnteresseerde bezoeker’. Daarnaast kunnen historische verhalen ons laten leren uit het verleden (oorzaak en gevolg). Dit is met name interessant voor beleid en beheer (monitoring en evaluatie). Op dit moment worden er al historische verhalen ‘verteld’ in verschillende (jubileum)boeken en biografieën, op onze website, op informatiepanelen in het Park, in het Museonder, tijdens excursies (natuurgidsen) en rondleidingen in het Jachthuis (rondleiders). De vraag is echter of er hierbij sprake is van een gerichte communicatie om een boodschap uit te dragen. Aan de hand van gesprekken met MT-leden en literatuuronderzoek komen als belangrijkste boodschappen die het Park met historische verhalen wil uitdragen naar voren: Hoge Biodiversiteit: Overbrengen dat het Park bijzondere flora en fauna huisvest wat door middel van actief beheer in stand gehouden wordt. Gesamtkunstwerk: Overbrengen dat het Park bijzonder is door de unieke combinatie van natuur en cultuur bijeen gebracht door het echtpaar Kröller-Müller. Cultuurlandschap: Overbrengen dat het landschap een verhaal van het verleden vertelt. Om een boodschap goed over te brengen, is het van belang om te komen tot een consistent verhaal met een verhaallijn, een rode draad. We onderscheiden vier dimensies om verhalen in de vorm van een verhaallijn te vertellen: 1. Vanuit een bepaalde tijd (zoals de landschapsbiografie in de Cultuurhistorische Visie) 2. Vanuit een persoon (zoals de biografie van Anton en Helene) 3. Op basis van een locatie (plekgebonden verhalen, dit kunnen ook veldnamen zijn) 4. Op basis van een thema (bijvoorbeeld: natuur, kunst, architectuur, recreatie) Verhalen die deze vier dimensies combineren kunnen worden gezien als het waardevolst, omdat deze de emotionele bank van bezoekers met het Park het meest kan versterken.
Daarnaast zijn er ook verschillende toepassingen om verhalen te vertellen. Een voorbeeld is het concept ‘Erfgoed op de kaart’, zoals de websites ‘Ede op de kaart’ en het ‘Geheugen van Apeldoorn’. Monique heeft met subsidie van de provincie drie Pitches ontvangen voor de ontwikkeling van een interactieve informatiemodule om historische verhalen in het Park te vertellen. Via het Programma GIS online beschikt het Park inmiddels over de mogelijkheid om via ‘storymaps’ verhalen te vertellen.
98
Wat is daarvoor nodig? Om verhalen te kunnen vertellen of toepassen is het handig als er verhalen ‘op de plank liggen’. Op dit moment liggen er geen kant en klare verhalen klaar. Historische verhalen zijn wel samen te stellen uit informatie die verspreid aanwezig is in literatuur, wetenschappelijke artikelen, de beeldbank, Parkboeken, interviews (audio-opnames), bij vrijwilligers, overheidsarchieven, het internet etc. We hebben het dus over verschillende vormen van informatie (data). Daarnaast is er veel informatie aanwezig bij andere organisaties in externe databases (bijvoorbeeld collectie Gelderland, oude krantenartikelen etc), waar tot nu toe nog geen gebruik van wordt gemaakt. Het verzamelen van verhalen is één ding, maar net zo belangrijk (en misschien wel belangrijker) is het structureren en opslaan van deze historische verhalen. Dit moet op een goede en consistente manier gebeuren, omdat anders kennis verloren kan gaan. Er zijn enkele stappen nodig om data (broninformatie) om te zetten in historische verhalen, zodanig dat deze gebruiksklaar zijn (zie bijlage 1) .
Stap 1: Databases opzetten en structuur vaststellen. De broninformatie (data) van historische verhalen moet in een database met een vaste structuur opgeslagen worden. Een voorbeeld van zo’n database is de bibliotheek. Er zijn al veel databases aanwezig in het Park. Er is nu echter nog geen vaste plek voor bijvoorbeeld audiomateriaal (interviews) en de gebruikers zijn nog niet tevreden over de structuur van bijvoorbeeld de beeldbank. Werkwijze: de bestaande databases in het Park in kaart brengen en waar nodig aanvullen of herstructureren. NB de structuur moet vastgelegd worden, om te zorgen dat bronverwijzingen blijven kloppen. Later beheer van de database is niet nodig: het kan wel aangevuld worden met nieuwe publicaties. Wie: Student Archivering i.s.m. afdeling Marketing & Communicatie Tijd: Afhankelijk van de expertise van de student kan dit tussen de 2-6 maanden duren Kosten: stagevergoeding (afhankelijk van opleidingsniveau) Kanttekening: Omdat er al verschillende databases aanwezig zijn in de vorm van een bibliotheek en beeldbank kan het een kwestie zijn van enkel informatie aanvullen en de structuur vaststellen.
Stap 2: Beheerssysteem opzetten in de vorm van een Wiki als kennisbank Een database bevat nog geen kant en klare verhalen. Je kunt wel informatie van een database bijeenbrengen tot een historisch verhaal en dat in een online beheerssysteem zetten. Nu maken medewerkers nog gebruik van eigen kennis om informatie aan te leveren, dit vervolgens op te zoeken en in het juiste format te schrijven. Dit is heel arbeidsintensief. In een online beheerssysteem kan je tijd besparen door verhalen te structureren en door middel van een zoekfunctie verhalen op te vragen en te vinden. De beste mogelijkheden biedt een Wiki. Daarmee kan je verhalen online of offline zetten, hebt je kant en klare verhalen opgeslagen die meteen via een URL te linken zijn aan verscheidene toepassingen. Bovendien heb je de mogelijkheid om gebruik te maken van externe databases. Werkwijze: Een Wiki is niet heel anders dan een simpele website. Wel moet er nagedacht worden over een format. Dit kan in gedaan worden door het Park (Aafke en/of M&C?) en met behulp van de 4 dimensies en labels (informatie die je aan je verhalen wilt koppelen). Wie: Wijnand heeft geen tijd voor het opzetten van een Wiki, dus moet er een externe professional of stagiair aangetrokken worden om in overleg een Wiki te maken. M&C krijgt de regie welke verhalen online of offline gezet worden.
99
Tijd: Het advies is om dit systeem snel op te zetten. Zodra het is opgezet kan hij gevuld worden met verhalen. Kosten: - Opzetten Wiki: € 5.000 (ca. vijf dagen door professional à € 800,- / dag) of met stagiair. - Software: € 350 per jaar (website hosting) Kanttekening: Een Wiki moet beheerd worden. Dit lijkt arbeidsintensief, maar bespaard uiteindelijk tijd omdat verhalen heel makkelijk te vinden zijn. Stap 3: Het vullen van de ‘verhalenbank’ (Wiki) Vervolgens moet de ‘verhalenbank’ gevuld worden. Daarmee bedoelen we dat verhalen geschreven gaan worden. Elk verhaal wordt uitgeschreven in een bepaald format en gelabeld (zie bijlage 2). Werkwijze: We kunnen starten met verhalen die al verteld worden (op informatiepanelen, website, bezoekersgidsen). Op basis van een tevoren vast te stellen format . Wie: In principe kan iedere medewerker (M&C) of vrijwilliger (rondleiders, natuurgidsen) die ‘verhalen vertelt’ zelf zijn ‘eigen verhaal’ in het format zetten. Mogelijk dat ook de portiers in rustige uurtjes verhalen kunnen invullen? Aafke kan starten met ‘rijp fruit’: verhalen die eenvoudig uit literatuur over te nemen zijn. In samenwerking met vrijwilligers of stagiaires kan de verhalenbank de komende jaren verder aangevuld worden. Het voorstel is om de coördinatie en eindredactie bij Marketing & Communicatie te leggen. Zij moeten checken of elk verhaal de juiste boodschap bevat, door de verhalen te labelen. Tijd: afhankelijk van prioriteit. Het streven is om in ca. zes maanden een brede basis te hebben van historische verhalen voor diverse toepassingen. Daarna kan de Wiki steeds bijgevuld worden. Kosten: stagevergoeding (afhankelijk van opleidingsniveau) Kanttekening: Historische verhalen moeten ook geverifieerd (kunnen) worden. Bronvermelding is daarbij van groot belang. Voor het verifiëren van historische verhalen kan mogelijk (afhankelijk van het verhaal) een klankbord gevonden worden bij de gemeentearchivaris van gemeente Ede, Bas Mühren van het KMM en/of Elio Pelzers van het Gelders Archief. Die coördinatie kan bij Aafke liggen.
Stap 4: Toepassingen Wanneer de historische verhalen opgeslagen zijn in een Wiki kunnen deze vrij eenvoudig gebruikt worden voor toepassingen, zoals: - Route apps - Informatiepanelen - Rondleiders/natuurgidsen - QR-codes - Educatieve programma’s voor scholen - Een interactieve kaart op de website met video’s, audiomateriaal en beeldmateriaal - Als informatiemodule op de website - Publicaties als boeken - Tentoonstellingen - Museonder als plek om historische verhalen te vertellen. - Sociale media (Twitter, Facebook) - Erfgoed op de Kaart (zoals Ede op de Kaart, het Geheugen van Apeldoorn) - Storymaps (via ons eigen GIS) Het is duidelijk dat de toepassingsmogelijkheden van historische verhalen enorm zijn, en het is voor een later stadium om besluiten te nemen welke toepassingen voor het Park van belang zijn. Eerst moeten de bronnen van historische verhalen in een database gezet worden. Zo kan er voorkomen
100
worden dat belangrijke historische verhalen verdwijnen, kwijtraken of in de vergetelheid raken. Ook kan er op deze manier gezorgd worden voor een consistent verhaal.
Ede op de kaart Eén van de eenvoudigste toepassingen is samenwerking met gemeente Ede in ‘Erfgoed op de Kaart’. De Hoge Veluwe staat nu nog vrij leeg op de website ‘Ede op de kaart’. Het is heel eenvoudig om hier een deel van onze eigen verhalen aan toe te voegen. Het opzetten van een beheerssysteem zoals een Wiki is wel een vereiste. Voordeel is dat de eindredactie bij gemeente Ede blijft liggen (in goed overleg met het Park). Ook de gemeente Apeldoorn maakt gebruik van ‘Erfgoed op de Kaart’ waar het Park misschien dezelfde informatie mee kan delen. De gemeente Ede is in ieder geval erg positief en zoekt samenwerking met gemeente Apeldoorn en Arnhem. Werkwijze: Het Park levert de historische verhalen aan die op ‘Ede op de kaart’ moeten komen. Deze verhalen kunnen geput worden uit de Wiki. Omdat M&C de betreffende verhalen op Wiki online zet, kunnen deze heel simpel door middel van een URL gelinkt worden aan de website. Wie: Gemeente Ede. Het Park, als de Wiki gevuld is, hoeft hier verder weinig aan te veranderen. In het geval van nieuwe informatie kan het Park in overleg met de Gemeente Ede nieuwe informatie op de site plaatsen. Tijd: Nauwelijks, als de Wiki is opgezet en gevuld is koppeling erg snel mogelijk. Kosten: Geen Kanttekening: Een andere optie is het opzetten van een eigen ‘Hoge Veluwe op de kaart’. In dat geval moet het Park zelf een redactieteam opzetten om de website te beheren, omdat dit concept websitebezoekers de mogelijkheid biedt om zelf verhalen op de kaart te zetten. NB. ‘Ede op de kaart’ kan tot dusverre nog geen GIS informatie koppelen. Hier zijn ze wel druk mee bezig. Het Park kan zelf wel de GIS informatie koppelen aan een kaart, middels het al beschikbare programma GIS Online Storymaps. Samen met Gabriel is gekeken naar de mogelijkheden van dit systeem. Op dit moment kan het gebruikt worden voor een kaart op de website. Dit kan naast Ede op de kaart bestaan, omdat het verder geen beheer nodig heeft als het is gemaakt. In de toekomst zijn er mogelijkheden om Storymaps te koppelen met Apps. Conclusie Als het Park meer wilt doen met historische verhalen is het noodzakelijk om kennismanagement uit te voeren op de informatie aanwezig in het Park. Er valt veel te halen uit historische verhalen, maar omdat ze slecht opgeslagen zijn, zijn ze in de huidige staat moeilijk te vinden en te gebruiken. Het advies is om historische verhalen kordater op te pakken dan nu het geval is. Historische verhalen moeten eerst verzameld, gestructureerd en opgeslagen worden en hier ligt dan ook de prioriteit. Het is duidelijk dat de toepassingsmogelijkheden van historische verhalen enorm zijn, en het is voor een later stadium om besluiten te nemen welke toepassingen voor het Park van belang zijn. Wel moet duidelijk zijn dat een Wiki de beste manier is om historische verhalen op te pakken. Zo kan er voorkomen worden dat belangrijke historische verhalen verdwijnen, kwijtraken of in de vergetelheid raken. Ook kan er op deze manier gezorgd worden voor een consistent verhaal. Met het oog op de toekomst zal het Park haar verhalen digitaal moeten gaan opslaan. Alleen zo is de continuïteit gewaarborgd van wat het Park nu juist zo bijzonder maakt voor haar bezoekers: haar natuur& landschap, kunst & architectuur, en haar historische verhalen
Eugenie van Heijgen & Aafke Kylstra 12-05-2015
101
102
Bijlage 2: format historische verhalen
Labels - Doelgroep (geschreven voor: Wetenschappers, Consument/bezoeker >kind, volwassene) -Status 1. Is het verhaal geverifieerd? 2. Strookt het verhaal met de centrale boodschap die het Park wilt uitstralen? 3. Mag de informatie gebruikt worden voor publicaties? - Bron (koppeling aan database, waar komt het verhaal vandaan?) - Suggesties (verhalen die in dezelfde verhaallijn passen of lijken op dit verhaal) Format Vorm • beschrijving vanuit historisch perspectief • bondige samenvatting van het onderwerp • toegankelijk taalgebruik • met vermelding van bronnen, literatuur en foto’s Opbouw artikel • Titel • Plaats, tijd, persoon, thema (dimensies) • Historische (korte) inleiding • Een aantal alinea’s inhoud met tussenkopjes • Gebruikte bronnen • Auteur, jaartal • Gerelateerde pagina’s van de Kennisbank aangeven Opmaak • Bij lettertype Arial 10 ongeveer 1 á 1 ½ A-4 maximaal, dat zijn • Tussen de 700 en 1000 woorden • Per artikel 2 á 3 afbeeldingen met kort onderschrift; tekst hiervoor wordt door de auteur aangeleverd
103
104