VERSIE 12-12-2008 (Update leden stuurgroep, pag. 2) (Update Thema-Coördinatoren en Programma-Directeuren, pag. 5) (Update FES-criteria, pag. 7)
PLAN VAN AANPAK FES-VOORSTEL NANOTECHNOLOGIE
1. Inleiding De nanotechnologie is door de regering gekwalificeerd c.q. genomineerd voor de FES-ronde 2009. FES-voorstellen worden in procedure gebracht door departementen; voor nanotechnologie is het Ministerie van Economische Zaken (samen met OCW) de trekker. De overheid beschikt omstreeks 1 februari 2009 graag over een businessplan dat de hoofdmoot van het in te dienen FES-voorstel moet omvatten. Essentiële onderdelen zijn: doel, inhoud, belang, middelen, commitment en draagvlak. Deze notitie beschrijft het plan van aanpak voor een efficiënte, effectieve en tijdige totstandkoming van het businessplan naar het inzicht van dit moment. Diverse onderdelen behoeven nog nadere uitwerking. Bovendien kunnen (nieuwe) inzichten van belangrijke sectoren aanleiding geven zaken in dit document te wijzigen. Dit plan van aanpak is dus nadrukkelijk een levend document dat nog volop in ontwikkeling is.
2. Kader Voor de totstandkoming van het businessplan zijn in essentie twee kaders: a. voor de inhoud zijn de prestaties van het Bsik-programma NanoNed en de plannen in de Strategische Research Agenda (SRA) Nanotechnologie leidend. De SRA is op verzoek van de regering opgesteld door STW, FOM en NanoNed (verenigd in het Nederlands Nano Initiatief (NNI)) en op 30 september aangeboden aan minister Van der Hoeven van Economische Zaken. Een digitale versie is te downloaden vanaf de Nanoned website. b. voor de procedure wordt het kader gegeven door de kabinetsbeslissing van 17 oktober 2008. Daarbij gaat het om beoordelingscriteria, de inrichting van het beoordelings- en besluitvormingsproces, tijdschema etc. Er mag voor maximaal M€ 1.250 aan aanvragen worden ingediend, die door het kabinet, op advies van de zgn. Commissie van Wijzen, uiteindelijk wordt teruggebracht tot de beschikbare M€ 500. Er worden door de regering bij de aansturing van het FES-proces 8 rubrieken onderscheiden. Voor elke rubriek zouden de departementen één of hooguit twee geïntegreerde voorstellen mogen indienen. Richtlijn is dat per voorstel ten hoogste voor een bedrag van circa M€ 150 kan worden aangevraagd. NanoNed zit samen met het Holst Centre en MicroNed in de rubriek High Tech Systems en Materialen. In november zal door of namens de betrokken ministeries een nieuwsbrief worden uitgegeven waarin de FES-procedure nader wordt toegelicht en meer uitleg wordt gegeven over wat er van het trio STW, FOM en NanoNed wordt verlangd.
3. Businessplan De ambitie van het businessplan is een samenhangend geheel van onderzoekactiviteiten uit te voeren in de periode 2009-2013/14 in laboratoria van (para-)academische instellingen, technologische instituten en industriële bedrijven voor een bedrag van in totaal circa M€ 300. Het plan omvat ongeveer 25 onderzoekprogramma's verdeeld over 9 thema's (waarvan 4 met een wetenschappelijke invalshoek, 4 ingestoken vanuit een toepassings-
gebied en het thema Impact op samenleving en risicoanalyse). Per thema is het aantal programma's gemiddeld circa 3. De helft van het budget (te baseren op integrale kosten1) moet uit het FES-budget van de overheid komen en de andere helft moet door instellingen en bedrijfsleven worden opgebracht. De karakteristieke omvang van een programma is M€ 7,5 à 15 (10 à 20 onderzoeksprojecten). Naast het onderzoek moeten in het businessplan ook valorisatie en educatie alsmede de uitvoeringsorganisatie (inclusief governance) uitgebreid aandacht krijgen.
4. Organisatie Voor de verwezenlijking van het businessplan wordt uitgegaan van een organisatiestructuur waarin de volgende actoren een rol spelen. Opdrachtgever De gezamenlijke leidinggevenden van de drie partners in het NNI: - Eppo Bruins, directeur STW; - Hans Chang, directeur FOM; - David Reinhoudt, voorzitter NanoNed. De opdrachtgever biedt omstreeks 1 februari 2009 het businessplan aan de indienende departementen (zie hierna) aan. Stuurgroep Deze is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het businessplan en belast met de algehele leiding van het proces dat daartoe moet leiden. In voorkomende gevallen van tweedracht tussen participanten in het proces heeft de stuurgroep het laatste woord. De stuurgroep bestaat uit: - Dave Blank (UT), voorzitter; - Jos Benschop (ASML); - Reinder Coehoorn (Philips); - Albert Polman (AMOLF); - Ernst Sudhölter (TUD); - Jaap Lombaers (Holst Centre);
Secretariaat Staat de stuurgroep en alle participanten in het proces met raad en daad bij. Bestaat uit: - Léon Gielgens (STW); - Hendrik van Vuren (FOM); - Floor van de Pavert (FOM); - Marjan Fretz (STW). Het secretariaat is per email te bereiken via
[email protected].
1
Richtlijnen hieromtrent van de overheid zijn nog niet bekend, zie ook §9.
-2-
Overheid/indienende departementen De uiteindelijke afnemers van het businessplan zijn de departementen die het FESvoorstel op 1 maart 2009 in procedure brengen. De spreekbuis van deze departementen wordt gevormd door de volgende personen: - Fred Couzy (EZ); - Lianne Doeswijk (SenterNovem); - Jacqueline Mout (OCW); - Tom van Teunenbroek (VROM). De wensen van de indienende departementen worden rechtstreeks met stuurgroep en/of secretariaat besproken. Programmadirecteur Is belast met de uitwerking van een onderzoekslijn en rapporteert over inhoudelijke aangelegenheden (incl. samenstelling van het consortium dat dat programma moet gaan uitvoeren en gerichtheid op wensen van het bedrijfsleven en de betrokken departementen) aan de themacoördinator; over andere aspecten rapporteert de programmadirecteur rechtstreeks aan de stuurgroep. Draagt een integrale verantwoordelijkheid voor inhoud op te stellen onderzoekprogramma en de bijdragen daarin van participanten uit publieke en private sector (zowel programmatisch als financieel). Laat zich bijstaan door het secretariaat. Het eindproduct van de programmadirecteur is een paragraaf voor het businessplan. Zie ook verderop. Themacoördinator Voor elk van de 9 thema's wordt een coördinator aangesteld die tot taak heeft door overleg met de desbetreffende programmadirecteuren de tot het thema te rekenen onderzoekprogramma's op elkaar af te stemmen. Deze coördinatoren zijn in het algemeen afkomstig uit de kring van de industrie c.q. gebruikers van onderzoekresultaten, beschikken over een 'helicopter view' en zijn in staat verbanden te zien en te leggen met andere belanghouders, FES-plannen, innovatieprogramma's en tevens verbanden met overige thema's binnen het businessplan te signaleren. De themacoördinator fungeert als eerste adviseur van en geeft zo nodig aanwijzigen aan de betrokken programmadirecteuren, adviseert en rapporteert aan de stuurgroep (in het bijzonder over de inhoud van de programma's) en roept voor een goede voortgang van de werkzaamheden zo nodig de hulp in van de stuurgroep. Laat zich bijstaan door het secretariaat. Zie ook verderop.
-3-
opdrachtgever
secretariaat
themacoördinator
programmadirecteur
stuurgroep
themacoördinator
programmadirecteur
indienende departementen
themacoördinator
programmadirecteur
organisatieschema voor inhoudelijke aangelegenheden De organisatie voor de totstandkoming van het businessplan c.q. FES-voorstel is tijdelijk en wordt na voltooiing van de taak en het verlenen van eventuele nazorg in het voorjaar van 2009 weer opgeheven.
5. Opstellen programma's c.q. detailinvulling onderzoekslijnen In de SRA van het NNI worden vier generieke thema's genoemd (beyond Moore, nanomaterialen, bio-nano en nano-fabricage) en vier applicatiegbieden (nanomedicine, voeding, energie en schoon water). Daarnaast is als overkoepelend thema 'impact op de samenleving en risico-analyse' gedefinieerd. Per thema worden in de SRA enkele onderzoekslijnen genoemd. Per in de SRA aangegeven onderzoekslijn (incl. herschikking en/of nadere invulling daarvan) worden programmadirecteuren gevraagd om de onderzoekslijn in meer detail uit te werken. Hierbij moet ook worden bepaald welke partners aan de diverse projecten binnen de onderzoekslijn willen/kunnen deelnemen. Dat gebeurt in nauw overleg met de themacoördinatoren, die de interactie en samenhang tussen de thema's, i.e. goede invulling van de kruispunten van de matrix, moeten bewaken. Alle actoren dienen zich voortdurend rekenschap te geven van de FES-criteria. De ultieme bewaking van de kwaliteit van het eindproduct is de verantwoordelijkheid van stuurgroep en indienende departementen.
-4-
Zoals gezegd is het streven om de themacoördinatoren te benoemen uit de industrie en technologische instituten en de programmadirecteuren te rekruteren uit de (para-)universitaire sector (hier kan in voorkomende gevallen van worden afgeweken). In totaal zal er een goede balans gevonden moeten worden tussen het aantal betrokkenen uit de kennisinstellingen, technologische instituten en het bedrijfsleven. Onderstaand een overzicht van de themacoördinatoren en de programmadirecteuren die zich bereid hebben verklaard de aangegeven taak te vervullen. NN wil zeggen dat er nog geen kandidaten zijn. De stuurgroep behoudt zich het recht voor op goede gronden de programma-indeling hier en daar nog wat te herschikken (uitbreiden, schrappen, samenvoegen, hernoemen).
Beyond Moore: Bert Koopmans (TU/e) -verwerking en Kobus Kuipers (AMOLF) sensoren Serge Lemay (TUD) Paul Koenraad (TU/e) Paul Blom (Holst Centre)
Reinout Woltjer (NXP) en Derk Reefman (Philips) Elektronische en magnetisch informatietransport, -opslag, sensoren Optische informatietransport, -verwerking en -opslag, Nano-bio interfacing & devices Nanophotonic and nanopower devices (incl. LED's) Plastic Electronics
Nanomaterialen: Alan Rowan (RUN) Alfons van Blaaderen (UU) Guus Rijnders (UT)
Ardi Dortmans (TNO) Supramoleculaire en bio-geïnspireerde materialen Construeren van nano-architecturen Artificiele (an)organische dunne-film materialen
Bio-nano: Marileen Dogterom (AMOLF) Andreas Herrmann (RUG) Gijs Wuite (VU)
Menno Prins (Philips) Nanomoleculaire machines Synthetische biologie Bio-nano interaction for bio-sensing
Nano-fabricage: Joost Frenken (LEI) Pieter Kruit (TUD)
Frank de Jong (FEI) Nano-inspectie Nano-patroneren
Nanomedicine: Vinod Subramaniam (UT) Albert van den Berg (UT) Klaas Nicolay (TUe) Gert Storm (UU)
Hans Hofstraat (Philips) Nano-scale biomoleculaire interacties in ziekte Nanofluïdica en lab-on-a-chip voor medische diagnostiek Moleculaire imaging Drug delivery
Voeding: Frans Kampers (WUR) Mischa Bonn (AMOLF) Remco Boom(WUR)
Huub Lelieveld Process control and food quality assessment Molecular structure of food Novel food products and process innovation
Energie: Wim Sinke (ECN) Freek Kapteijn (TUD) energie Fokko Mulder (TUD)
Dirk Smit (Shell) Efficiënte opwekking van duurzame energie Efficiënt energiegebruik door secundaire conversie van en scheiding van stoffen Nanotechnologie voor energieopslag
-5-
Schoon water: Matthias Wessling (UT)
Gertjan Euvering (Wetsus) Nano-filtratie en Katalyse
Impact op samenleving en risicoanalyse: Han van de Sandt (TNO) Annemarie van Wezel (KWR) Lynn Frewer (WUR)
Adrienne Sips (RIVM) en Han van de Sandt (TNO) Humane risico's Milieu risico's Impact / Technology Assessment
6. Selectieprocedure stuurgroep De programmadirecteuren moeten de eerste versie van hun onderzoekprogramma's (inclusief een redelijk betrouwbare indicatie van de commitments van de partners) op donderdag 18 december 2008 vóór 15.00 uur per mail aanleveren bij de stuurgroep (
[email protected]). Deze eerste versie is geen uitgewerkte aanvraag, maar dient wel alle informatie te bevatten die de stuurgroep nodig heeft om de aanvraag te beoordelen. In principe heeft een programma een omvang van maximaal M€ 10. Een grotere omvang is mogelijk, mits beargumenteerd, en mits duidelijk aangegeven is wat de bestemming van het surplus is. De stuurgroep stelt per ingediend onderzoeksprogramma vast wat de definitieve omvang van het budget de uitgewerkte versie mag zijn. Belangrijke criteria in dit afwegingsproces zijn o.a. kwaliteit, coherentie en belang van het programma, toepassingsmogelijkheden, commiteringen van partners en relaties met andere innovatiepartners. De stuurgroep deelt voor elk programma uiterlijk 12 januari 2009 mee wat de definitieve omvang van het budget de uitgewerkte versie mag zijn.; ook kunnen dan andere aanwijzingen gegeven worden. De finale uitgewerkte versie moet uiterlijk maandag 26 januari 2009 15.00 uur bij de stuurgroep per mail worden aangeleverd (via
[email protected]) en dient de definitieve commitments van de partners te bevatten. De stuurgroep behoudt zich het recht voor om programma's niet op te nemen in het uiteindelijke businessplan, als deze te laat worden aangeleverd, van onvoldoende kwaliteit zijn of niet aan het gevraagde stramien (zie §8) voldoen.
7. Bijeenkomst stuurgroep met programmadirecteuren en themacoördinatoren Op maandag 10 november 2008 heeft in het bureau van STW en FOM een bijeenkomst plaatsgevonden van de stuurgroep met de themacoördinatoren en programmadirecteuren om de doelstellingen en randvoorwaarden (inclusief naar verwachting dan bekende FES-criteria en -procedure) waaraan een onderzoeksprogramma moet voldoen te bespreken. Een geupdate versie van het plan van aanpak is daarna gepubliceerd op de websites van de NNI-partners. Verder zal de Micro Nano Conference die medio november plaatsvindt, gebruikt worden om partijen bij te praten en bijeen te brengen. De programmadirecteuren en themacoördinatoren kunnen daarna zo nodig gerichte workshops organiseren.
-6-
8. Stramienen beschrijving onderzoekprogramma's BELANGRIJK: Naast de beschrijving van het programma volgens onderstaand format, dienen de programmadirecteuren apart een begrotingsoverzicht volgens het verstrekte Excel-template bij te voegen. Taal: Engels 1. Titel onderzoeksprogramma 2. Programmadirecteur: naam, affiliatie, contactgegevens 3. Partners: name projectleiders met steeds tussen haakjes instelling/bedrijf (gebruik afkortingen: UU, ASML, LEI, etc.) 4. Samenvatting (200 woorden) 5. Algemene beschrijving programma (600-700 woorden) Doelstelling, focus, wetenschappelijke uitdagingen, te ontwikkelen expertises, samenwerkingen, tijdsplanning (beoogde start is begin 2010), toepassingspotentieel, andere valorisatieaspecten. Van groot belang is dat expliciet de volgende FES-criteria worden geadresseerd: - impuls- en investeringskarakter - versterking van de economische structuur - wetenschappelijke excellentie - maatschappelijk- economische relevantie. 6. Beschrijving onderzoeksprojecten (100 woorden per project) Per project: Titel, naam projectleider (instelling/bedrijf) De tekst beschrijft projectdoel, beschrijving werkwijze, te ontwikkelen expertises, beoogde resultaten, toepassingspotentieel, interactie met industriële partners. 7. Kennisoverdrachtsplan (maximaal 100 woorden) Strategie voor een praktijk van kennisvergaring, -overdracht en –benutting, specifiek voor de kennis in het desbetreffende programma. 8. Investeringsplan per instelling (maximaal 100 woorden) Geef samenvattend aan welke investeringen in apparatuur per instelling/partner nodig zijn voor uitvoering van het programma.
9. Budget, kosten en commitment partners Voor het totale streefbudget van M€ 300 is M€ 270 bestemd voor projecten en M€ 30 voor investeringen in middelgrote apparatuur. Van belang hierbij is dat van het totale budget minimaal 15% worden besteed aan onderzoek naar risico, risicoanalyse, toxicologie en impact op de samenleving. Voor een gemiddeld programma is circa M€ 10 beschikbaar; bij een looptijd van 5 jaar dus zo'n M€ 2 per jaar. Het investeringsgeld wordt op een vergelijkbare manier tot besteding gebruikt als bij het WENA-programma van NanoNed. Aanvragen per instelling, naar rato van het aantal op die instelling gehonoreerde projecten. Vernieuwingen van de grote infrastructuren vinden plaats in het kader van NanoLab NL Uitgangspunt is dat daarvoor afzonderlijk middelen kunnen worden verworven. Meer informatie hierover via Léon Gielgens,
[email protected].
-7-
Partners die deelnemen aan de uitvoering van de onderzoeksagenda nanotechnologie zullen expliciet hun - schriftelijk - commitment moeten geven. Hierbij wordt zowel geduid op financieel commitment (partners dragen zelf ook bij aan de financiering van het onderzoeksprogramma) als inhoudelijk commitment (bereidheid om het programma zoals overeengekomen daadwerkelijk uit te voeren in samenwerking met de andere partners). Het is nadrukkelijk de bedoeling dat zowel kennisinstellingen, technologische instituten als bedrijven deelnemen. Voor de bepaling van de kosten van het onderzoek bepleit de stuurgroep het algemeen geaccepteerde EU-model voor integrale kostprijsberekening 1). Dit betekent dat alle reële kosten door participanten in rekening kunnen worden gebracht zoals - directe personeelskosten; - werkelijke materiële kosten (inc. of exc. BTW, afhankelijk van het type instelling); - kosten voor aanschaf en gebruik van apparatuur; - kosten voor verspreiding en overdracht van kennis; - algemene opslag voor de kosten van het gebruik van de lokale infrastructuur (begeleiding, huisvesting e.d.). Instellingen en bedrijven kunnen ook 'in kind' aan de uitvoering van programma's bijdragen. Voor de kostenberekening telt dit uiteraard slechts mee voor het gedeelte dat die activiteiten daadwerkelijk in het programma zijn betrokken. Bedrijven kunnen ook financieel bijdragen aan onderzoeksprojecten die in (para-)universitaire instituten worden uitgevoerd. Uitgangspunt is dat van de kosten (berekend volgens de hiervoor aangegeven methodiek) de helft uit het te verwerven FES-budget wordt gefinancierd en dat instellingen/bedrijven de andere helft moeten bijdragen ('matching'). Dit is een gemiddelde dat per programma moet worden gehaald; per project binnen een programma kan deze balans anders zijn. Omwille van de eenvoud kan er bij het opstellen van het plan in eerste instantie van worden uitgegaan dat een onderzoekproject dat wordt uitgevoerd in een (para-)universitair instituut circa k€ 650 kost. Dit is op basis van een 4-jarig onderzoekproject (promovendus, postdoc of senior onderzoeker), inclusief materieel budget, technische ondersteuning en begeleiding. Bij een bedrijf kost zo'n project circa k€ 900. 9. Afstemming met bestaande relevante innovatieprogramma's De invulling van de onderzoekslijnen moet aansluiten bij activiteiten van relevante andere innovatieprogramma's. Hierbij wordt met name gedacht aan: • Point-One (Beyond Moore, Nanofabricatie) • Holst Centre (Nanomaterialen, Nanofabricatie) • BMM (Nanomaterialen, bio-nano) • M2i (Nanomaterialen) • Top Instituut Pharma (NanoMedicine, bio-nano) • CTMM (NanoMedicine, bio-nano) • Nano4Vitality (Voeding) • Top Instituut Food & Nutrition (Voeding) • Watertechnologie • Chemie 1)
N.B.: De overheid kan ook andere regels vaststellen; hierover vindt nog overleg plaats.
-8-
De trekkers van deze initiatieven hebben de SRA reeds ontvangen. De afstemming wordt praktisch ingevuld door de themacoördinatoren, en kan plaatsvinden met betrokken aanspreekpunten van genoemde programma's. SenterNovem speelt hierbij een ondersteunende rol.
10. Samenvattend tijdschema kick-off meeting stuurgroep, themacoördinatoren en programmadirecteuren
10 november 2008
Micro Nano Conference '08 te Ede
17-19 november 2008 donderdag 18 december 2008 15.00 u
Deadline draft programmabeschrijving (aanleveren via
[email protected]) inclusief ingevuld excelbestand "Invulblad voor programmaleiders" stuurgroep geeft aanwijzingen aan programmadirecteuren voor afronding onderzoekprogramma's
≤ 8 januari 2009
inlevering finale programmabeschrijvingen (
[email protected])
26 januari 2009 15.00 u 2 februari 2009
overhandiging businessplan aan overheid stuurgroep en secretariaat assisteren overheid bij invullen FESraster
-9-
2-28 februari 2009