Plan van Aanpak Biogasveiligheid
Definitief concept 13 mei 2015
Inhoudsopgave Voorwoord.................................................................................................................................................. 3
Projectopdracht .......................................................................................................................................... 4 Aanleiding .............................................................................................................................................................. 4 Doelstelling en resultaat ......................................................................................................................................... 4 Afbakening ............................................................................................................................................................. 4 Randvoorwaarden .................................................................................................................................................. 4
Hoe het resultaat te boeken....................................................................................................................... 5 Technische veiligheid met administratieve borging van de installatie zelf .............................................................. 5 Duidelijkheid omtrent procedures en regelgeving .................................................................................................. 5 Organisatiecultuur waarin veiligheidsbewustzijn vanzelfsprekend is...................................................................... 6
Actieplan .................................................................................................................................................... 8 Indeling aanbevelingen .......................................................................................................................................... 8 Stand van zaken en acties - Willen ........................................................................................................................ 8 Stand van zaken en acties - Kunnen..................................................................................................................... 9 Stand van zaken en acties - Moeten ...................................................................................................................... 9 Stand van zaken en acties - Borging...................................................................................................................... 9 Wat is nodig om het resultaat te boeken .............................................................................................................. 11
Monitoren acties ...................................................................................................................................... 11
Bijlagen ............................................................................................................................................................ 12
2 | 12 Plan van Aanpak Taskforce Biogasveiligheid
Voorwoord
Geacht bestuur,
Naar aanleiding van de interne evaluatie ‘Risicobeheersing en bestuurlijke communicatie biogasveiligheid 2005-2014’ stelde u in maart jl. de Taskforce Biogasveiligheid in. U gaf de Taskforce de opdracht op basis van de aanbevelingen uit de interne evaluatie op korte termijn een Plan van Aanpak Biogasveiligheid te presenteren. Voor u ligt nu het Plan van Aanpak Biogasveiligheid van waterschap Vechtstromen. De conclusies van de interne evaluatie zijn met alle lagen van de organisatie gedeeld. Daarmee heeft het veiligheidsbewustzijn binnen Vechtstromen een eerste impuls gekregen en daarmee het besef dat voor een veilige toekomst voor en door ons bestuur, onze managers en medewerkers een aantal zaken moeten veranderen. De Taskforce doet in dit Plan van Aanpak aanbevelingen om verbeteringen door te voeren waarmee een veilige werkomgeving zo goed als mogelijk wordt geborgd én blijft geborgd. Naast verbeteringen in de installaties, veiligheidsbeleid, protocollen, procedures en middelen, is het verbeteren van onze houding en werkwijze cruciaal voor de veiligheid. In de organisatiecultuur van Vechtstromen moet veiligheidsbewustzijn vanzelfsprekend zijn. Om dat te bereiken is het belangrijk dat wij ons bewust zijn van risico’s, dat we beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om veilig te kunnen werken en dat we de ambitie hebben om veiligheid rond het werken met biogas prioriteit te geven. Het is mijn overtuiging dat de Taskforce met dit Plan van Aanpak een stevige aanpak presenteert om samen toe te werken naar een veilige werksituatie voor alle medewerkers die met biogasinstallaties te maken hebben, maar ook om als hele organisatie te werken aan een werkwijze en cultuur waarbij veiligheidsbewustzijn vanzelfsprekend is.
Marianne Langeslag-Linssen, Voorzitter Taskforce Biogasveiligheid.
3 | 12
Projectopdracht Aanleiding Onlangs is het evaluatierapport ‘Risicobeheersing en bestuurlijke communicatie Biogasveiligheid 2005-2014’ verschenen. De wens om nader onderzoek te doen naar de risico-beheersing en de bestuurlijke communicatie rondom het onderwerp biogasveiligheid ontstond tijdens het onderzoek in 2014 naar de technische, administratieve en organisatorische situatie op de vier biogaslocaties van waterschap Vechtstromen. Op basis van de constateringen in dit onderzoek is besloten de biogasproductie in Emmen direct stil te leggen en de geplande renovatie naar voren te halen. Tevens is besloten aanvullende maatregelen te treffen op de andere 3 biogasinstallaties. Het dagelijks bestuur heeft geconstateerd dat de organisatie deze maatregelen voortvarend oppakt. Volgens planning zijn eind 2015 alle technische en administratieve maatregelen bij de vier biogasinstallaties afgerond. Het dagelijks bestuur wil graag leren van het verleden en treft aan de organisatorische kant van biogasveiligheid maatregelen op het gebied van aandacht voor naleving en documentatie van procedures en betere borging in de organisatie. Verder treft het dagelijks bestuur maatregelen voor actuele, accurate en tijdige informatievoorziening en blijvende prioriteit voor biogasveiligheid. Het dagelijks bestuur heeft daarom op 17 maart 2015 besloten als reactie op het evaluatierapport een Taskforce in het leven geroepen. Deze Taskforce staat onder leiding van directeur mevrouw Marianne Langeslag. De eerste stap in de verdere verbetering van de biogasveiligheid is de formulering van een Plan van Aanpak op basis van een grondige analyse van het rapport en de aanbevelingen. In dit document wordt hier invulling aan gegeven. Doelstelling en resultaat De doelstelling luidt als volgt: Het opstellen van een Plan van Aanpak met de benodigde acties ter verbetering van de biogasveiligheid inclusief een planning en een inschatting van de benodigde middelen. Afbakening De opdracht heeft betrekking op alle aanbevelingen uit de rapportage ‘Risicobeheersing en bestuurlijke communicatie Biogasveiligheid 2005-2014’. Het Plan van Aanpak geeft een overzicht welke aanbevelingen al doorgevoerd zijn, welke al in gang zijn gezet en welke nog in gang gezet gaan worden. Randvoorwaarden Het opstellen van het Plan van Aanpak dient integraal aangepakt te worden volgens de systematiek van projectmatig werken, dat wil zeggen dat alle eenheden betrokken dienen te worden. Verder heeft het dagelijks bestuur aangegeven dat sprake is van een voldoende verbeterde situatie indien: •
Alle bestaande veiligheidseisen op het gebied van biogasveiligheid worden vertaald in beleid;
•
De uitvoering daarvan – inclusief onderhoud – is geborgd, met gebruikmaking van periodieke interne en externe audits;
4 | 12 Plan van Aanpak Taskforce Biogasveiligheid
•
Er effectief op biogasveiligheid wordt gestuurd door het management en er in het dagelijks handelen op de werkvloer voldoende aandacht is voor veiligheidsaspecten en eventuele knelpunten daarin.
Bovenstaande verbeterpunten zijn te zien als randvoorwaarden bij het opstellen van het Plan van Aanpak. Dit geldt eveneens voor de link met Waterkracht. In de informerende AB-bijeenkomst op 25 maart 2015 zijn verder diverse suggesties gedaan voor opname in het Plan van Aanpak. Het betreft hier onder andere opmerkingen over de inrichting van de BHV-organisatie, aanstellen van een veiligheidskundige en qua organisatie om mogelijk breder te kijken dan biogasveiligheid. Het Plan van Aanpak diende gereed te zijn voor bespreking in het MT van 12 mei 2015. Voor de bestuurlijke route gold dat het Plan van Aanpak besproken moest kunnen worden in het PO op 19 mei 2015, vervolgens in het DB op 26 mei 2015 en uiteindelijk besproken kon worden in de commissies Waterketen en Besturen en Organiseren op 10 juni 2015.
Hoe het resultaat te boeken Het bereiken van de gewenste resultaten qua veiligheid rondom werken met Biogas bestaat uit 3 pijlers: Technische veiligheid met administratieve borging van de installatie zelf Technische veiligheid is geen onderdeel van de rapportage ‘Risicobeheersing en bestuurlijke communicatie Biogasveiligheid’. Uit een eerdere inventarisatie op het gebied van biogasveiligheid zijn diverse knelpunten naar voren gekomen. Onderdeel van deze tekortkomingen is een (op onderdelen) niet adequaat systeem van vastlegging van de installaties, gecombineerd met een achterblijvende (registratie van) inspecties. Hierdoor kon niet op elk moment de goede werking van de installaties worden aangetoond. Om te komen tot een situatie die voldoende veilig is, is al in 2014 het project ‘Biogasveiligheid’ gestart voor technische en administratieve maatregelen. Als dit project eind 2015 ten einde is, is sprake van biogasveilige installaties. Fysiek houdt dit in dat de benodigde maatregelen aan de installaties zijn uitgevoerd en tevens dat een administratief systeem is beschreven hoe de veiligheid op het gewenste niveau kan blijven. Duidelijkheid omtrent procedures en regelgeving Veilig werken en (biogas) veiligheid is in Nederland verankert in diverse wet en regelgeving. Niet iedere medewerker binnen het waterschap zal evengoed op de hoogte zijn van de geldende wet en regelgeving omtrent specifieke veiligheidseisen. Daarom is het belangrijk dat het team Arbo en Milieu, de geldende wettige veiligheidseisen vertaalt in werkprocedures die specifiek gelden voor de werkzaamheden die bij een waterschap plaatsvinden. In het kader van dit rapport denken we dan met name aan werkprocedures met betrekking tot het werken bij en aan biogasinstallaties, maar er zijn veel meer veiligheidszaken die in procedures geregeld dienen te worden Het Waterschap werkt momenteel aan een Strategisch Arbo Beleid. In dit beleid worden diverse strategische keuzes omtrent Arbo en daarmee veiligheid uitgewerkt. De plaats van Arbo in de organisatie en de opzet van het veiligheidsmanagementsysteem is een onderdeel van deze keuzes. Voor wat betref het veiligheidsmanagementsysteem wordt gedacht aan een systeem dat de mogelijkheid biedt voor certificering, zodat er periodieke controle van het systeem door derden plaatsvindt.
5 | 12
De werkprocedures worden vastgelegd in het operationeel Arboplan van de organisatie. Hiermee geven we de werknemers inzicht hoe de geldende regels in de voor hun specifieke werksituatie gehanteerd dienen te worden. Omdat de procedures opgenomen worden in het Arboplan van de organisatie, wordt veilig werken geen vrijblijvende keuze, maar wordt iets waaraan een medewerker zich moet houden tijdens zijn werk. Het benadrukken en toezien op het naleven van de procedures dient een vast onderdeel van de reguliere overlegstructuren te worden. Organisatiecultuur waarin veiligheidsbewustzijn1 vanzelfsprekend is De ervaring leert dat gedrag en houding van de mens in de organisatie uiteindelijk bepalend is voor de veiligheidscultuur. Om de omslag te maken naar een organisatie waar aandacht voor veiligheid vanzelfsprekend is, zijn veranderingen nodig. •
Om een verandering te bewerkstellingen in de veiligheidscultuur is aandacht nodig voor de ambitie van medewerkers en management (hierna te noemen medewerkers) om veiligheid prioriteit te geven. Medewerkers die willen.
•
Daarnaast is aandacht nodig voor competenties en vaardigheden van medewerkers die benodigd zijn om veiligheid te kunnen herkennen en om te verbeteren. Medewerkers die kunnen.
•
En ook is aandacht nodig voor de externe motivatie op het gewenste gedrag. Medewerkers die moeten.
Deze drie samen vormen de motor voor verandering in gedrag en houding. De bollen beïnvloeden elkaar. Vechtstromen wil een lerende organisatie zijn en wil daarom actief inzetten op het kunnen. Vechtstromen is een organisatie die vertrouwt op de passie van medewerkers voor het werk en vertrouwt op hun inlevingsvermogen, realiteitszin en ondernemende eigenschappen (PRIO). We willen daarom ook inzetten op het willen werken aan een veiligheidscultuur. We moeten voldoen aan wettelijke voorschriften en procedures en scherpen die aan waar nodig. De drie velden, waarop verandering in gedrag zichtbaar wordt, krijgen in evenwicht aandacht in onze aanpak vanuit de overtuiging dat dit bijdraagt aan een organisatiecultuur waarin aandacht voor risico’s zichtbaar is in houding en gedrag. Willen Medewerkers die zich bewust zijn van de risico’s die zij zelf en die collega’s lopen als veiligheid niet wordt herkend en gestimuleerd zullen eerder actie ondernemen om veiligheid na te streven. Zij zullen bereid zijn zich te houden aan procedures en regelgeving en bereid zijn hiervoor elkaar, leidinggevenden en of de organisatie aan te spreken. Hiertoe is het nodig dat veiligheidsbewustzijn een terugkerend onderwerp is in werkbesprekingen en in de functioneringsgesprekcyclus. We verwachten verder dat leidinggevenden voorbeeldgedrag laten zien ten aanzien van veiligheid. Dit heeft een motiverende werking op medewerkers om zich in te zetten voor veiligheid.
1
In de veiligheidsleer ziet men een verschil tussen veiligheidsbewustzijn en risicobewustzijn. Risicobewustzijn wijst sterker op het belang van de inschatting van de individuele medewerker op de kans op dat een veiligheidsrisico ontstaat en niet alleen op veiligheid als een op zichzelf staand doel. Risicobewustzijn doet een groter beroep op de professionaliteit van de individuele medewerkers. Eerst dient een organisatie zich bewust te zijn van veiligheid vóórdat risicobewustzijn kan ontstaan.
6 | 12 Plan van Aanpak Taskforce Biogasveiligheid
Veiligheid verdient prioriteit te krijgen. Ook wordt deze motivatiebron versterkt door medewerkers te betrekken bij het nadenken over veiligheid en verbeteringen rondom veiligheid. Hiervoor gaan we dialoogsessies organiseren en interne communicatie rondom veiligheid/arbeidsrisico’s inzetten. Kunnen Het is belangrijk medewerkers voldoende kennis en vaardigheden mee te geven om veilig te werken met biogas. Dit betreft enerzijds de technische en vakinhoudelijke kennis. Anderzijds ook de vaardigheden en competenties om risicovolle situaties te herkennen en hierop te interveniëren. Zowel naar elkaar als naar de leidinggevende en of organisatie in zijn geheel. Ook leidinggevenden moeten we in de gelegenheid stellen vaardigheden en competenties te ontwikkelen om te sturen op veiligheidsbewustzijn. Het herkennen van veiligheidsrisico’s kun je leren. Ook bestuurders hebben handvatten nodig om op bestuurlijk niveau een antenne te ontwikkelen met betrekking tot veiligheidsbewustzijn. Vanuit de organisatie gaan we dit actief stimuleren. Moeten Om aan te geven hoe belangrijk veiligheid is in het werken met biogas is naleving van wettelijke regels en interne procedures van groot belang. Het niet naleven hiervan moet gecorrigeerd worden in de lijn. Dit onder andere door het nakomen van procedures van regelgeving als vast punt op te nemen in de beoordelingsgesprekken. Ook zijn leidinggevenden nodig die bij de constatering dat er procedures en regelgeving niet worden nageleefd hierop direct reageren. We streven naar een cultuur waarin medewerkers elkaar vanuit gedeelde verantwoordelijkheid aanspreken op het niet nakomen van veiligheidsvoorschriften. Veiligheid is niet vrijblijvend. Communicatie Voor het slagen van veranderingstrajecten is een goede interne communicatie essentieel om te zorgen voor commitment en vertrouwen. Medewerkers hebben het recht te weten waarom, en welke veranderingen er komen en welke effecten de veranderingen hebben op hun persoonlijke werksituatie. Interne communicatie kan het gat dichten tussen enerzijds de initiators van de veranderingen (bestuur, directie) en anderzijds de managers en medewerkers. Een andere belangrijke doelstelling van interne communicatie is het stimuleren van gedragsverandering door bewustwording en aandacht geven aan het gewenste veiligheidsbewustzijn. Alles wat je aandacht geeft groeit, is het uitgangspunt. Monitoring De mate waarin er sprake is van een veiligheidscultuur in een organisatie is moeilijk te meten omdat je een kwalitatief aspect, een waarde, kwantitatief probeert weer te geven. Toch willen we graag weten hoe het met de veiligheidsbeleving in de organisatie staat. We halen bij de medewerkers daarom op in welke mate zij veiligheidsbewust bezig zijn. Hiertoe wordt het onderwerp veiligheid opgenomen in het in het najaar 2015 te houden Medewerkeronderzoek. Ook de meer meetbare veiligheidsindicatoren die opgenomen zullen worden in de planning en controlcyclus worden jaarlijks aan control onderworpen. Waar nuttig zal dit gebeuren met behulp van erkende veiligheidmanagementsystemen. Aandachtspunten2 • Risico-regelreflex. We willen alert zijn op het vervallen in een risico-regelreflex. Hiermee wordt bedoeld de tendens om naar aanleiding van een (bijna) incident te besluiten tot extra
2
Handreiking Bestuurlijk Balanceren met risico's en verantwoordelijkheden
7 | 12
maatregelen, procedures, controles en administratieve transparantie. Dit gebeurt vaak vanuit de utopische gedachte dat veiligheidsrisico’s en incidenten 100% te voorkomen zijn. •
Proportionaliteit. We zetten proportionaliteit van maatregelen af tegen de risico’s en vertrouwen daarbij op de realistisch kijk van de medewerker op risico’s. Ook willen we blijven vertrouwen op het vakmanschap van onze medewerkers mits zij voldoende juist geïnformeerd zijn over risico’s. We moeten accepteren dat incidenten onvermijdelijk zijn en niet altijd het resultaat van falende organisatiesystemen zijn.
Actieplan Indeling aanbevelingen De Taskforce Biogasveiligheid is in de afgelopen weken voortvarend aan de slag gegaan met de aanbevelingen uit het rapport ‘Risicobeheersing en bestuurlijke communicatie Biogasveiligheid 2005-2014’. Alle aanbevelingen zijn beoordeeld en gerangschikt in de categoriën Willen, Kunnen, Moeten, Borgen en Overig (zie bijlage 1). Verder is ook input verkregen uit diverse andere bronnen zoals de rapportage van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het plan van aanpak van Groot Salland en rapportages van Waterkracht en RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Deze input is toegevoegd aan de (lopende) acties op de aanbevelingen. Ook de suggesties die gedaan zijn door de leden van het algemeen bestuur tijdens de bijeenkomst op 25 maart zijn verwerkt in de (lopende) acties. Zo is het onderdeel BHV meegenomen in aanbeveling 2.7 omtrent het oefenen met de brandweer. Het aanstellen van een veiligheidskundige wordt meegenomen in de aanbeveling 1.18 in de inbedding van de Arbo organisatie binnen Vechtstromen. Het breder kijken dan alleen biogasveiligheid is meegenomen in diverse acties (oa. Aanbevelingen 1.19, 2.1, 2.2, 3.1 en 3.2). Van de 44 aanbevelingen zijn op het moment van schrijven van dit Plan van Aanpak reeds 14 acties afgerond. Voor 24 aanbevelingen geldt dat deze door de organisatie zijn opgepakt en voor 6 aanbevelingen geldt dat deze nog moeten starten. Het betreft hierbij acties die pas kunnen starten in een volgend moment in de planning en controlcyclus of acties die pas kunnen starten nadat een andere aanbeveling is afgerond. Stand van zaken en acties - Willen Veiligheid is geen kwestie van alleen techniek en organisatie maar ook van cultuur binnen de organisatie. Vechtstromen wil het veiligheidsbewustzijn verbeteren. Dit geldt niet alleen voor de werkvloer maar ook voor leidinggevenden en bestuur. Het belangrijkste instrument hiervoor is het met elkaar open in gesprek gaan en blijven over (biogas)veiligheid. •
• •
Op bestuurlijk niveau zal door het beleggen van de bestuurlijke portefeuille (biogas)veiligheid bij de portefeuillehouder Waterketen van der Veen regelmatig over veiligheid gesproken worden. Bij Watersysteem zal veiligheid belegd worden bij portefeuillehouder Broeze. Op ambtelijk niveau geldt dit natuurlijk voor leidinggevenden richting de medewerkers, maar ook voor medewerkers onderling. Het aspect (biogas)veiligheid zal als structureel thema in de gesprekscyclus met medewerkers worden opgenomen. In het operationeel Arboplan zal verder worden opgenomen dat leidinggevenden (minimaal) jaarlijks de biogasinstallaties bezoeken/inspecteren en met betrokken medewerkers in gesprek gaan over (biogas)veiligheid. De uitkomsten hiervan zullen schriftelijk worden vastgelegd.
8 | 12 Plan van Aanpak Taskforce Biogasveiligheid
•
Om te stimuleren dat medewerkers elkaar ook (durven) aan (te) spreken op biogasveiligheid zullen medewerkers van de biogasinstallaties jaarlijks bij elkaar audits uitvoeren en de uitkomsten schriftelijk vastleggen. Bekeken wordt in hoeverre de door de NAM ontwikkelde systematiek SMAT (Spreek Mensen Aan Techniek) hiervoor bruikbaar is. Stand van zaken en acties - Kunnen
Met betrekking tot het aspect kunnen zijn er diverse aanbevelingen in het Evaluatierapport ‘Risicobeheersing en bestuurlijke communicatie biogasveiligheid 2005-2014’ gedaan. Deze hebben betrekking op het meegeven van voldoende kennis en vaardigheden aan alle betrokken medewerkers om veilig te kunnen werken op of nabij slibgistingsinstallaties: • •
• •
De acties met betrekking tot de benodigde opleiding voor alle betrokken medewerkers lopen cq zijn inmiddels deels afgerond. Jaarlijks zal worden geïnventariseerd of de betreffende medewerkers alle noodzakelijke opleidingen gevolgd hebben en of deze nog actueel zijn. Daarnaast worden er ook acties genomen om nadrukkelijk “bij elkaar in de keuken” of “bij een ander in de keuken” te kijken. Hierbij moet gedacht worden aan het over en weer geven van toolboxen bij de 4 slibgistingsinstallaties en aan het bezoeken van andere installaties buiten het waterschap waar (bio)gasveiligheid een belangrijk aspect is. Ook het handelen in calamiteitsituaties zal aandacht krijgen. Ter lering zullen er daarom oefeningen met hulpdiensten op de slibgistingsinstallaties plaatsvinden. De contacten hiervoor met de brandweer zijn inmiddels gelegd of zullen binnenkort gelegd worden. Voor keuringen en opleidingen zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de geboden handvatten vanuit Waterkracht.
De bovenstaande acties zijn in eerste instantie gericht op de bij de biogasinstallaties betrokken medewerkers en leidinggevenden. De verantwoordelijke portefeuillehouders Waterketen en Watersysteem zullen een bestuurlijke training inzake veiligheid volgen. Zij moeten namelijk wel op bestuurlijk niveau (kunnen) sturen op veiligheidsbewustzijn. Stand van zaken en acties - Moeten Om te voldoen aan wettelijke voorschriften en procedures worden er door het waterschap een aantal acties uitgevoerd. In het project ‘Biogasveiligheid’ wordt momenteel gewerkt aan het technisch en administratief op orde hebben van de vier slibgistingsinstallaties. Eind 2015 zal dit project geheel afgerond worden en zullen alle vier installaties voldoen. Voor eind 2015 zullen de deelprojecten die onderdeel uitmaken van dit project afgerond worden en zullen alle vier installaties voldoen aan de geldende voorschriften en procedures (Voor de rwzi Emmen geldt dat vanaf medio 2015). Eind 2015 zal het gehele project worden opgeleverd aan het primaire proces die zorg draagt voor het doorlopend technisch en administratief op orde houden van de installaties. • • •
Waterschap Vechtstromen zal voor 1 oktober 2015 het Strategisch Arbo Beleid vaststellen. Zie verder hiervoor $4.5 Borging beleid. Veiligheid is niet vrijblijvend. Voorschriften en procedures moeten natuurlijk door medewerkers nageleefd worden. De leidinggevenden zullen medewerkers daarom moeten aanspreken op het eventueel niet nakomen van veiligheidsvoorschriften. Voor de rwzi Tubbergen (“koude slibopslag”) zal onderzocht worden in hoeverre het opstellen van een EVD noodzakelijk is. Stand van zaken en acties - Borging
De borging van veiligheid zal op een aantal terreinen verbeterd worden:
9 | 12
Beleid In het in ontwikkeling zijnde Strategisch Arbo Beleid zal onder meer opgenomen worden dat middels procedures en werkinstructies gewaarborgd wordt dat het waterschap voldoet aan de vereisten uit de geldende wet en regelgeving. Hierbij moet gedacht worden aan de Arbowet, Besluit en - Regeling, maar ook aan de bindende sectorale afspraken die vermeld staan in de Arbocatalogus. We gaan hierbij het te kiezen Arbo- en / of veiligheidsmanagementsysteem tot een certificeerbaar niveau doorontwikkelen. Om dit periodiek te toetsen zal een auditsystematiek gekozen worden die zowel in- als extern uitgevoerd kan worden. Bestuurlijke informatievoorziening Het bestuur zal voldoende geïnformeerd en geëquipeerd worden om veiligheid mee te kunnen wegen in bestuurlijke keuzes die gemaakt worden. Hoewel de eerste stappen vorig jaar binnen Vechtstromen inmiddels zijn gezet, was op dit onderdeel nog verbetering mogelijk. De huidige herprogrammering is daarom nadrukkelijker gebaseerd op een integrale risicoafweging, waaronder ook veiligheidsrisico’s. De consequenties voor het risicoprofiel van de te maken keuzen zijn met het dagelijks bestuur gedeeld. Deze aanpak zal verder doorontwikkeld worden. De huidige organisatie heeft reeds, onder andere door het dossier biogasveiligheid, laten zien dat in bijzondere situaties het bestuur direct wordt betrokken. Hiermee is het bestuur in de gelegenheid gesteld haar verantwoordelijkheid te nemen en zelf de keuzes te maken die passen bij deze situaties. Om deze bestuurlijke verantwoordelijkheid verder te benadrukken is de portefeuille (biogas)veiligheid binnen de waterketen toebedeeld aan de portefeuillehouder Waterketen. In deze portefeuille zal in ieder geval terugkoppeling van audits en inspecties plaatsvinden, uiteraard met aanbevelingen voor verbeteringen. Met de verslaglegging van de portefeuille overleggen wordt de bestuurlijke aandacht voor het thema (biogas)veiligheid ook transparant gemaakt. In de loop van 2015 zal de organisatie nader invulling geven aan arbozorg in de volle breedte. In dit traject zal ook de wijze waarop het dagelijks bestuur haar bestuurlijke verantwoordelijkheid op dit thema kan nemen verder worden uitgewerkt en vastgelegd. Aandachtspunt is vooral of met de genomen maatregelen het bestuur de ontwikkelingen op dit thema kan volgen. Het algemeen bestuur zal via de reguliere verantwoordingscyclus op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken rond veiligheid. Hiervoor zal een aparte paragraaf in de betreffende documenten worden opgenomen. In bijzondere situaties zal het dagelijks bestuur uiteraard in alle gevallen afwegen of er reden is het algemeen bestuur direct of eventueel in een later stadium te informeren. Organisatie Een belangrijke voorwaarde voor het implementeren van veilig werken en veiligheidsbewustzijn is de invloed die de Arbo- en veiligheidsmedewerkers kunnen uitoefenen op de medewerkers en de organisatie. Deze invloed bestaat uit formele en informele invloed. De informele invloed is gerelateerd aan de persoon die de functie uitvoert. De formele invloed wordt mede bepaald door de plaats in de organisatie van de Arbo afdeling. Het in ontwikkeling zijnde Strategisch Arbo Beleid, waarvan de vaststelling uiterlijk 1 oktober 2015 voorzien wordt, wordt een duidelijke keuze gemaakt hoe de Arbo organisatie in de totale organisatie ingebed wordt. Procedures / systemen
10 | 12 Plan van Aanpak Taskforce Biogasveiligheid
Om te borgen dat de biogasinstallaties ook de komende jaren op het gewenste niveau blijven zal nog in 2015 onderzocht worden welk systeem als kapstok gebruikt kan worden om (zowel intern als extern) te toetsen of Vechtstromen nog steeds voldoet aan alle veiligheidseisen. Te denken valt aan een KIWA keurmerk, veiligheid certificaat aannemers (VCA) of een veiligheidsbeheersysteem (VBS). Verder wordt nog onderzocht of het wenselijk is de biogasinstallaties te vermelden op de risicokaarten van de veiligheidsregio’s. Middels een brief zal hiervoor aandacht gevraagd worden bij de veiligheidsregio. Middelen De (financiële) middelen die nodig zijn voor het in stand houden van een voldoende biogasveiligheidsniveau worden op meerdere manieren geborgd. Via het programmeren worden in de reguliere begrotingen en meerjarenramingen middelen gereserveerd voor grotere aanpassingen, die nodig zijn om de kwaliteit en veiligheid van de biogasinstallatie te borgen. De programmering wordt daarbij gevoed door het Onderhoudsbeheersysteem. Hierin worden op basis van technische afschrijvingstermijnen, storingsanalyses en een (middels bedrijfsdoelstellingen) nog vast te stellen bestuurlijke aanvaardbaar geacht risicoprofiel, herinvesteringsplanningen gemaakt. Naast het onderhoudsbeheersysteem zullen ook de resultaten van inspecties, risico-inventarisaties en evaluaties (RI&E’s) en audits gebruikt worden voor het opstellen van een adequaat vervangingsprogramma. Het onderhoudsbeheersysteem is tevens de basis voor het begroten van de middelen die nodig zijn voor het reguliere (preventieve) onderhoud. Met dit onderhoud wordt ervoor gezorgd dat de installaties continu op een adequaat (veiligheids-)niveau werken. Met het gebruik van deze systemen neemt het risico op onverwachte middelenbehoefte drastisch af. In geval zich alsnog een onverwachte situatie mocht voordoen, heeft de organisatie geleerd dit op ad hoc basis, vergezeld van een gedegen risico-inschatting (kosten/baten), aan het bestuur voor te leggen. Daarnaast zal bij het opstellen van het weerstandsvermogen structureel getoetst worden of de risico’s rond biogasveiligheid voldoende meegenomen zijn. Wat is nodig om het resultaat te boeken Bij elke aanbeveling is een inschatting gemaakt welke middelen nodig zijn om de aanbevelingen te implementeren. Naast interne uren is ingeschat dat hiervoor ongeveer 175 k€ aan externe kosten benodigd is. Te denken valt hierbij aan advieskosten, diverse cursussen en de invoering van het veiligheidsmanagementsysteem. Naar verwachting kunnen deze kosten vooralsnog opgevangen worden binnen de bestaande exploitatiebudgetten. Mocht dit niet mogelijk zijn, zal een apart voorstel aan het dagelijks bestuur worden voorgelegd.
Monitoren acties Bij het schrijven van het plan van aanpak zijn reeds 14 aanbevelingen (oftewel 33%) afgerond. Alle overige acties zijn belegd bij en zullen ondernomen worden binnen de reguliere organisatie. Volgens de planning zal 2/3 van de aanbevelingen rond begin oktober 2015 zijn afgerond en zal 90% van de aanbevelingen eind 2015 zijn afgerond. Om te monitoren of de acties genoemd in dit plan van aanpak in voldoende mate opgepakt en uitgevoerd worden blijft de Taskforce Biogasveiligheid operationeel tot minimaal eind 2015. De 11 | 12
taken van de Taskforce komen daarmee te liggen op het vlak van bewaking en signalering als adviesplatform van het management. Het algemeen bestuur krijgt via de reguliere verantwoordingslijnen een update met betrekking tot de realisatie van de aanbevelingen in de vergaderingen van de commissie Waterketen in september 2015 en november 2015. Begin 2016 zal door het bestuur een besluit genomen worden over het al dan niet opheffen van de Taskforce. Een belangrijke indicator hierbij zal zijn of er in de tweede helft van 2015 voldoende mogelijkheden zijn gerealiseerd voor het dagelijks bestuur om te kunnen sturen op veiligheid.
Bijlagen Bijlage 1: Implementatie van aanbevelingen
12 | 12 Plan van Aanpak Taskforce Biogasveiligheid