Plan van Aanpak. Aanvraag VRIS-certificaat

Plan van Aanpak Aanvraag VRIS-certificaat 26-1-2010

Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Inleiding Missie en Visie Organisatie Begeleiding en zorg Veiligheid en welzijn Analyse Speerpunten Schoolveiligheid Lokale speerpunten Algemene gegevens

Plan van Aanpak Aanvraag certificaat VRIS

2

1. Inleiding In september 2006 is op initiatief van de gemeente het project ‘Veilig Rond en In School’ (VRIS) gestart. De kern van het VRIS is een gestandaardiseerde veiligheidsbeleidcyclus. Dit betekent dat de school: • analyseert welke (fysieke en sociale) veiligheidsproblemen spelen op school en in de directe omgeving en welke achtergrond die problemen hebben (wie, wat, waar, waardoor, etc.); • een actieplan opstelt om die problemen aan te pakken; • vervolgens de maatregelen uitvoert; • na een bepaalde periode opnieuw de veiligheidssituatie onderzoekt (evaluatie) om te kijken in hoeverre de problemen uit de eerdere analyse zijn opgelost, de gestelde doelen (dus) bereikt zijn en of er nieuwe problemen zijn bijgekomen. Na deze evaluatie wordt het actieplan (indien nodig) bijgesteld, worden de maatregelen uitgevoerd, na een tijd weer geëvalueerd, enzovoort. Uiteraard staat een school niet op zichzelf. Zeker als het gaat om de omgeving van de school, is samenwerking met bijvoorbeeld gemeente, politie, openbaar vervoer en andere partners onmisbaar. Hierbij biedt de methode van VRIS een handvat. Het project is gestart met de 3 vestigingen van ‘De school’ en heeft o.a. bestaan uit een aantal onderdelen zoals een schouw van de scholen en begeleiding bij het formuleren van prestatie eisen. Hierbij zijn leerlingen, ouders en medewerkers betrokken geweest. Voor het verkrijgen van het VRIS-certificaat zal ‘De school’ het stappenplan opstellen aan de hand van genomen maatregelen ter bevordering van de veiligheid en bestaande procedures. De aanvraag wordt ingediend voor de drie vestigingen van ‘De school’ omdat het veiligheidsbeleid ‘breed’ wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Er zal opnieuw een inventarisatie worden gemaakt zodat er een beeld wordt verkregen van zaken op lokaal niveau waarvoor maatregelen getroffen moeten worden. Deze maatregelen worden in dat geval per locatie beschreven.


3

2. Missie en visie ‘De school’ koestert een lange traditie van goed onderwijs en culturele en godsdienstige vorming, in een beschaafde sfeer, waarin leerlingen en personeel in harmonie samenwerken. Dat betekent dat we van onze leerlingen verwachten dat ze zich loyaal opstellen, zich aan de regels en aanwijzingen van de medewerkers houden en zich er op school, in de sportzalen, de wijk (en waar dan ook) van bewust zijn dat ze deel uitmaken van een traditie. De algemene schoolregels en de rechten en plichten van medewerkers en leerlingen staan beschreven in een algemeen schoolreglement. Missie Het college is er de afgelopen decennia in geslaagd om, op basis van de missie en de daaruit voortvloeiende visie, een goed functionerende, prettige scholengemeenschap op te bouwen waar leerlingen en personeelsleden graag deel van uitmaken. We realiseren ons dat we een hoog niveau en een brede opleiding willen aanbieden en dat we ons onderwijs willen verrijken met vormende elementen. Daarbij besteden we bewust veel aandacht aan de menselijke verhoudingen Onze visie • ‘De school’ streeft een hoog onderwijsniveau na, teneinde de leerlingen alle kans te geven zich optimaal te ontwikkelen (dit blijkt uit het personeelsbeleid, het niveau van de lessen, het voortdurende monitoren van de resultaten en het vertalen daarvan naar relevante activiteiten). • ‘De school’ streeft ernaar een breed onderwijsaanbod te bieden met veel keuzemogelijkheden en goede doorstroomkansen, teneinde de leerlingen de kans te geven zich optimaal te ontwikkelen. • ‘De school’ verrijkt het reguliere onderwijsaanbod met breed vormende elementen van levensbeschouwelijke, culturele en sociale aard. Voor de in de visie vervatte doelstellingen gelden de volgende randvoorwaarden: • Degenen die werkzaam zijn in ‘de school’, streven ernaar om een goede opleiding voor de leerlingen te bewerkstelligen. Daartoe wordt aantrekkelijk onderwijs geboden op goed niveau, gebruik makend van relevante onderwijskundige, didactische en pedagogische inzichten en van adequate materiële voorzieningen. • Degenen die werkzaam zijn aan ‘de school’, werken adequaat samen in een collegiale sfeer van veiligheid, vriendschap en samenwerking (zorg voor elkaar, zorg voor de zwakkeren en aandacht voor de menselijke verhoudingen zijn van groot belang.) • ‘De school’ wil voor medewerkers – zoals ook voor leerlingen – een gemeenschap zijn waarin men in een sfeer van vertrouwen en solidariteit al zijn talenten kan ontplooien. • Zij die leiding geven aan ‘de school’, doen dat op basis van die collegiale verhoudingen en met respect voor overleg, besluitvormingsprocedures en communicatie. Om de doelstellingen van de school te bereiken bezitten de medewerkers de volgende kerncompetenties: vakmanschap; voorbeeldfunctie; ontwikkelingsgerichtheid; zorgvuldigheid.


4

3. Organisatie De globale schoolstructuur, d.w.z. de structuur waarin het beleid voor de locaties gezamenlijk wordt ontwikkeld en vastgesteld, is in onderstaand schema weergegeven. De formele beleidsvaststelling berust bij het Bevoegd Gezag (BG). Het Bevoegd Gezag heeft de meeste bevoegdheden gemandateerd aan de Centrale Directie (CD). De leden van de CD zijn verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling en ‐uitvoering. In het directeuren-overleg (DIO) worden de locatieoverstijgende besluiten genomen na afweging van de voorstellen van de beraden. In het DIO hebben de leden van de CD en de locatiedirecteuren zitting. Voor de bepaling en uitvoering van het 'lokale' beleid (binnen het kader van het 'globale beleid') hebben de locaties een eigen organisatiestructuur.


5

4. Begeleiding en zorg Het zorgteam (intern) Het zorgteam is samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende disciplines waaronder o.a. een psycholoog,een orthopedagoog, een maatschappelijk werker en een RT ‐docent. De zorgcoördinator is de voorzitter van het team. Het interne zorgteam is inzetbaar voor: • ondersteuning en advisering bij de aanpak van zorgleerlingen; • ondersteuning bij de opzet van de handelingsplannen; • ondersteuning bij verwijzingen; • diagnostisch onderzoek; • trainingen: Sociale vaardigheid, Faalangstreductie, Denkstimulering; • coaching van docenten en of klassen; • individuele begeleiding van leerlingen. Zorgleerlingen worden door de teamleider aangemeld. Tevens bestaat er extra (interne)begeleiding op het gebied van: • Remedial Teaching (RT) en dyslexiecoaching • Leerlingbegeleiding • Studiekeuze begeleiding (decaan) • Faalangstreductietraining • Flextraining • Begeleiding van Rugzakleerlingen Zorg‐ en Adviesteam (extern) Soms ontstaan situaties waarin de aandacht die de school kan bieden niet meer toereikend is. Op die momenten kunnen leerlingen met toestemming van de ouders/verzorgers ingebracht worden in het Zorg‐ en Adviesteam. Daarin is een aantal hulpverlenende instanties vertegenwoordigd zoals: Zorgcoördinator, Leerplicht, Bureau Jeugdzorg, Algemeen Maatschappelijk Werk Rijswijk, GGD. Zij bespreken met elkaar de situatie, adviseren de school, de ouders en de leerling hoe te handelen en nemen indien nodig en gewenst de begeleiding over. Natuurlijk gaat dit altijd in overleg met de ouders en worden adviezen en informatie teruggekoppeld naar de ouders door de mentor of teamleider. Het Zorg‐ en Advies team komt één keer in de zes weken bijeen.


6

5. Veiligheid en welzijn Reglementen van de school De school streeft naar een prettige sfeer waarin leerlingen en medewerkers zich veilig en geaccepteerd voelen. De directie en medewerkers hebben het standpunt dat onacceptabel gedrag aangepakt en bijgestuurd dient te worden. In de lokale schoolgidsen wordt uitvoerig aandacht besteed aan de huisregels. Vanaf schooljaar 2009 wordt het Algemeen Schoolreglement/Leerlingenstatuut gehanteerd. In deze gids staan de belangrijkste regels betreffende het onderwijs. Leerlingen, medewerkers en ouders kunnen het volledige document raadplegen via de website. Het Algemeen Schoolreglement is bindend voor leerlingen, ouders, medewerkers en schoolleiding.

Klachten Wanneer een leerling een klacht heeft, gaat hij bij voorkeur eerst naar de betrokken docent. Als de klacht niet naar tevredenheid wordt opgelost dan gaat de leerling naar de mentor en/of teamleider. Mocht er toch een verschil in inzicht blijven bestaan, dan legt de leerling de klacht voor aan de locatiedirectie. Als dat geen bevredigend resultaat oplevert, wendt de leerling zich tot de voorzitter van de Centrale Directie en in de laatste instantie tot de geschillencommissie inzake het Algemeen Schoolreglement. Er is een klachtenregeling seksuele intimidatie.

Schoolveiligheidsplan Het schoolveiligheidsplan is een bundeling van procedures die gelden binnen de school. Het is een document dat door alle locaties wordt gebruikt. De bijbehorende stappenplannen geven handvatten hoe te handelen in bepaalde situaties. De procedures zijn gerelateerd aan de veiligheid rond en in school. Daar waar overlapping bestaat met opgestelde procedures van andere afdelingen wordt naar de desbetreffende documenten verwezen. Dit komt met name voor bij onderwerpen die invloed hebben op het personeelsbeleid dat wordt ontwikkeld op de afdeling Personeelszaken.


7

Gebouwen Elke locatie beschikt over een goed getraind BHV team. De BHV’ers volgen naast de jaarlijkse herhaling een tweetal trainingen van 2 uur waarbij men extra oefent op het gebied van EHBO. Iedere BHV’er traint op de eigen locatie. Risico’s binnen de gebouwen worden in kaart gebracht d.m.v. een Risico- Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). Hiervoor maakt men gebruik van Arboscan. In 2010 vinden op de locaties de RI&E’s plaats door de preventiemedewerker in samenwerking met de hoofdconciërges en locatiedirecties. Tevredenheidmeting Werkbeleving, gevoel van veiligheid en tevredenheid worden in 2010 gemeten door een zogenaamd Tevredenheidonderzoek. Medewerkers, leerlingen en ouders worden uitgenodigd om te reageren. Incidentenregistratie Voor het registreren van incidenten wordt sinds het schooljaar 2007 – 2008 gebruik gemaakt van het web-based systeem IRIS. Teamleiders en locatiedirecteuren hebben inzicht in de statistieken en bespreken incidenten tijdens teamvergaderingen. De preventiemedewerker beheert het systeem, maakt autorisaties aan en rapporteert resultaten van geregistreerde incidenten aan de Centrale Directie. Op het moment dat er veel dezelfde incidenten voorkomen, worden er voorstellen gedaan ter verbetering van de situatie. Op ‘de school’ wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk registreren van incidenten. Bij incidenten waarbij sprake is van een strafbaar feit wordt aangifte gedaan bij de politie.


8

6. Analyse Gebouwen Op dit moment is de huisvestingssituatie onduidelijk. Men spreekt over verhuizing naar een andere locatie. Hierdoor is er de afgelopen jaren weinig geïnvesteerd in onderhoud van de gebouwen. Dit heeft geleid tot achteruitgang van de gebouwen hetgeen ook het uiterlijk van de gebouwen heeft aangetast. Hoewel er geen concrete plannen zijn voor de verhuizing is ‘de school’ van mening dat een aantrekkelijke (leer)omgeving medewerkers en leerlingen ten goede komt. Er zijn stappen gezet om het aanzien van de gebouwen te verbeteren. Ook de fysieke inrichting is aangepakt. Zo zijn de lokalen voorzien van beamers ter ondersteuning van het onderwijsproces en zijn computervoorzieningen verbeterd. Het hoofd van de Facilitaire Dienst houdt zich bezig met de staat van de gebouwen en meubilair. Hij geeft opdrachten voor werkzaamheden en onderhoudt contacten met bedrijven en leveranciers als het gaat om zaken m.b.t. de fysieke inrichting. Er is wekelijks overleg tussen het Hoofd Facilitaire Dienst en conciërges over ontstane gebreken en werkzaamheden die moeten plaatsvinden aan het gebouw. Werkzaamheden aan het gebouw worden in eerste instantie door de conciërges gedaan. ‘De school’ beschikt over een Technische Dienst (TD) die conciërges kan ondersteunen bij herstelwerkzaamheden. De TD voert in opdracht van het Hoofd Facilitaire Dienst werkzaamheden uit op de locaties. Voor ‘grote’ klussen en ingrijpende verbouwingen worden gespecialiseerde bedrijven ingehuurd. Er zijn jaarlijks inspecties van de Brandweer. De gebouwen beschikken over een bedrijfsnoodplan (2005 – 2006). In 2009 is er een start gemaakt om deze plannen te actualiseren en om een goede informatievoorziening voor medewerkers op te stellen in geval van een calamiteit. Eens per jaar vindt er een ontruimingsoefening plaats.


9

7.

Speerpunten Schoolveiligheid/Plan van Aanpak

In de komende tijd is er een aantal onderwerpen die ‘de school’ aan wil pakken (zie ook matrix maatregelen veiligheid). Hierbij zullen de locatiedirecteuren, arbo-contactpersonen, (hoofd)conciërges, Hoofd Facilitaire Dienst en Preventiemedewerker betrokken zijn. Onderstaande punten worden centraal aangepakt. De voortgang van de te nemen maatregelen wordt besproken met de locatiedirecteuren. Gebouw/ fysieke inrichting Ondanks de onduidelijkheid over huisvesting streeft ‘de school’ ernaar om de staat van de gebouwen op een dusdanig niveau te brengen dat leerlingen en medewerkers in een prettige en veilige sfeer kunnen verblijven. Het hoofd van de Facilitaire Dienst werkt nauw samen met de conciërges van de locaties. Hij coördineert werkzaamheden t.a.v. het gebouw. Vernieuwing noodplan De huidige noodplannen worden vernieuwd in 2010. Er zal een kleine wijziging plaatsvinden op het gebied van informatievoorziening naar medewerkers. Deze zullen een Calamiteitenplan ontvangen met alle procedures die gelden in geval van een calamiteit. Voor leerlingen staan de aanwijzingen in de schoolgids. Medewerkers geven extra aanwijzingen aan leerlingen tijdens een calamiteit. Het calamiteitenplan wordt i.s.m. met de arbocontactpersonen, conciërges en locatiedirecteuren opgesteld door de Preventiemedewerker. RI&E De RI&E zal worden uitgevoerd en risico’s zullen in kaart worden gebracht. Afhankelijk van de uitkomsten van de inventarisatie zullen maatregelen worden getroffen t.a.v. de veiligheid in de gebouwen. Het inventariseren van de risico’s zal i.s.m. locatiedirecteuren, arbocontactpersonen, en voorzitters van vakgroepen gebeuren. Tevredenheidmeting In 2010 wordt een algemeen tevredenheidonderzoek gehouden. Hierin worden ook onderwerpen m.b.t. veiligheid en gevoel van veiligheid verwerkt. Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal worden bepaald of er op beleidsniveau voorstellen moeten worden geformuleerd voor verbetering. Verantwoordelijk voor dit project is de beleidsmedewerker. Deze zal onderzoeksresultaten analyseren en voorleggen aan de Centrale Directie. Voor het uitvoeren van vervolgtrajecten zullen functionarissen van verschillende afdelingen worden benaderd.


10

Incidentenregistratie Het registreren van incidenten moet worden gestimuleerd in verschillende lagen van het medewerkersteam. Er moeten afspraken gemaakt worden met de locale directies over het uitgeven van meer autorisaties. Tevens zal er bepaald moeten worden op welk gebied de prioriteit ligt. De IRIS rapportage zal worden gebruikt om procedures te verbeteren in het geval van veel voorkomende incidenten. Hierbij kan worden gedacht aan het aanscherpen van bestaande reglementen en deze meer en/of beter onder de aandacht te brengen. Locatiedirecteuren hebben een belangrijke taak bij het stimuleren tot registreren.


11

8. Lokale speerpunten Locatie 1 In verband met capaciteitsproblemen op is hier tijdelijk de afdeling LWOO gevestigd. Deze afdeling maakt gebruik van de hoofdingang zodat men de lokalen kan bereiken, maar opereert verder zelfstandig binnen het gebouw. Zo heeft men bijvoorbeeld aparte pauzes. Het delen van de ingang levert veel onrust op. Er zijn veel opstootjes en leerlingen dagen elkaar uit. Door een andere ingang te creëren wordt dit probleem grotendeels opgeheven. Er is een begin gemaakt met het opknappen van de kantine. De nooduitgangen zijn vernieuwd en beveiligd. Deze kunnen alleen open in geval van nood. Het uiterlijk van de kantine moet worden aangepakt. Er is i.s.m. leerlingen al het een en ander verbeterd. De bedoeling is om de kantine in het schooljaar 2010/2011 gezelliger te maken. Er is een overschot aan kluisjes. Er wordt gekeken naar een andere plek voor de kluisjes die op dit moment in gebruik zijn zodat er meer toezicht ontstaat. Na het scheiden van de ingangen kan het grote hek afgesloten worden tijdens schooltijden en kan het plein volledig worden ingericht voor het verblijf van leerlingen. Op het plein zijn op dit moment weinig faciliteiten voor leerlingen. Men onderzoekt het plaatsen van extra zitjes op het schoolplein. Locatie 2 De fietsenstalling onder het gebouw is grauw en donker. Deze is toe aan een opknapbeurt waarbij bijvoorbeeld wordt gekeken naar het uitbreiden van het aantal lichtpunten. Er wordt onderzocht of cameratoezicht in en rond de fietsenstalling gewenst/nodig is. Er vinden met regelmaat opstootjes en vechtpartijtjes plaats. Schoolregels dienen constant onder de aandacht te worden gebracht. Instructies voor surveillerende medewerkers zullen worden geëvalueerd en zo nodig aangescherpt. Er wordt gedacht aan het verlengen van de leerlijn ‘toezichthouder’: leerlingen van de bovenbouw kunnen zo in de toekomst worden ingezet als toezichthouder. Het is druk en onrustig in de aula tijdens de pauzes. Onderzocht wordt in hoeverre er andere plekken gecreëerd kunnen worden waar leerlingen kunnen zitten tijdens de pauzes. Hierbij kan gedacht worden aan sport- en spelactiviteiten op het schoolplein en extra zitjes. De gemeente zal worden betrokken bij deze plannen want accommodaties op het schoolplein kunnen overlast voor de buurt geven buiten schooltijden. Tevens wordt de kans op vandalisme aan het gebouw groter op het moment dat er geen toezicht is. Plan van Aanpak Aanvraag certificaat VRIS

12

Locatie 3 De pauzes zijn erg druk op deze locatie. Hierdoor ontstaan met regelmaat kleine opstootjes en vechtpartijen. Men streeft ernaar om voorzieningen voor leerlingen zo te creëren dat de druk op het gebouw (vooral bij slecht weer) verspreid wordt. Ook zal er constant aandacht moeten zijn voor het toezicht. Er surveilleren gemiddeld acht medewerkers per pauze. De surveillancetaken worden regelmatig geëvalueerd. Men is ook gestart met een Schoolwacht. Dit betreft voorlopig leerlingen van de bovenbouw. In de toekomst worden leerlingen van alle leerlagen ingezet. Door de complexiteit van het gebouw is het nodig om cameratoezicht uit te breiden. De camera’s dienen voor toezicht op kluisjes en zijn een middel bij het opsporen van daders bij incidenten. Camera’s schrikken ook af dus in dat opzicht werken zij ook preventief tegen bijvoorbeeld diefstal en vernielingen. Aandacht voor pesten moet incidenten voorkomen. Het hebben van respect voor elkaar en elkaars spullen zal regelmatig onder de aandacht worden gebracht tijdens mentorlessen. Het project ‘Gezonde School’ zal worden uitgebreid. Niet alleen is het assortiment van de catering aangepast maar men wil ook kijken in hoeverre het gebruik van bijvoorbeeld energiedranken beperkt kan worden. Het gebruik van deze dranken is in de loop der tijd behoorlijk toegenomen en het drukke, soms agressieve gedrag kan wellicht te wijten zijn aan de samenstelling van deze dranken. Conciërges zullen regelmatig worden ingezet bij de inspectie van het gebouw. Het verwijderen van graffiti of het repareren van schade die is ontstaan door bijvoorbeeld vernieling, kan hierdoor sneller worden ingepland.


13

9. Algemene contactgegevens Postadres: Telefoon Email Web

: : :

Voorzitter Centrale Directie Lid Centrale directie Lid Centrale Directie

: : :

Hoofd Facilitaire Dienst Preventiemedewerker Beleidsmedewerker Personeelsfunctionaris

: : : :

Betrokken medewerkers Locatie 1

Locatie 2

Locatie 3

Locatiedirecteur Arbocontactpersoon Hoofdconciërge Zorgcoördinator Vertrouwenspersoon Extern vertrouwenspersoon Schoolmaatschappelijkwerk Jeugdarts Jeugdverpleegkundige Bureau jeugdzorg Wijkagent Leerlingenraad Medezeggenschapsraad Ouderraad


14

Plan van Aanpak. Aanvraag VRIS-certificaat

Recommend Documents