PI-XL
“BIM EN HET STRUIKELBLOK”
Tomas Ratelband | Louise Rogier | Maxime de Vos | Koen van Vuuren
BIM en het struikelblok Praktijk Case Versie 1.0
Hogeschool Rotterdam Bouwkunde, Facility Management en Vastgoed en Makelaardij Project PI XL Tamara Agatz
Tomas Ratelband Louise Rogier Maxime de Vos Koen van Vuuren
Managementsamenvatting Dit rapport is geschreven naar aanleiding van een actueel vraagstuk waar Het Nationaal BIM Platform zich mee bezig houdt. Het Nationaal BIM Platform heeft opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de struikelblokken van BIM, waarom BIM nog niet voldoende toegepast wordt in de bestaande bouw. Het rapport is bestemd voor Ed den Boer (Het Nationaal BIM Platform) en Christoph Maria Ravesloot (BIM lecture) en het project wordt begeleid door Tamara Agatz vanuit de Hogeschool Rotterdam. Praktijkvraag Wat is de toegevoegde waarde om een bestaand gebouw in BIM te hebben? Onderzoeksvraag Wat is de kosten en batenanalyse voor de Facilitair Manager om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben? BIM heeft de laatste jaren al zijn opkomst gedaan in de nieuwbouwsector maar laat nog op zich wachten bij de bestaande bouw. Hier wordt dit onderzoek op gefocust. Hoe worden mensen getriggerd om BIM ook in de bestaande bouw te gebruiken en is het wel verstandig om deze stap te zetten. Met dit onderzoek wordt dieper in dit probleem gekeken en wordt er een duidelijk beeld geschetst van de kosten die gemaakt zullen moeten worden om een bestaand gebouw in BIM te plaatsen en te behouden. Dit wordt afgewogen tegen de baten die een BIM model heeft voor een Facilitair Manager, door middel van een kosten/baten analyse. Doelstelling Het doel van dit project is om op 30 juni een praktijkcase aan Het Nationaal BIM platform te overhandigen door middel van onderzoek, waarin inzicht wordt gegeven over de kosten en baten voor de Facilitair Manager om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben. Conclusie Kosten Op basis van het gedane onderzoek kan er geconcludeerd worden dat het erg lastig is om de hoogte van kosten te noemen. De kosten zijn erg afhankelijk van het detailniveau en dit detailniveau is weer afhankelijk van de doeleinden waarvoor de resultaten gebruikt gaan worden. Baten Op basis van het gedane onderzoek is er een lijst samengesteld van de baten, welke voorkomen bij het implementeren van BIM in bestaande bouw. Deze zijn onder te verdelen in vijf onderdelen, namelijk kosten baten, tijd, samenwerking, proces en beheer en onderhoud. De kosten en batenanalyse om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben is visueel gemaakt door deze toe te passen op een praktijksituatie. Het project Couleur Locale is gebruikt als praktijkcase, omdat in dit project een bouwdeel van de Hogeschool Rotterdam werd verbouwd en een uitgelezen kans was om BIM in bestaande bouw toe te passen. Voor Couleur Local is een minimale investeringsbegroting gemaakt, welke naar wens is uit te breiden naar een meervoud van de producten.
Voorwoord Het rapport is geschreven naar aanleiding van het project PI-XL BIM en het Struikelblok, waar iedere student zich voor in kon schrijven. Binnen het project zijn er studenten van drie verschillende opleidingen, namelijk Bouwkunde, Facility Management en Vastgoed en Makelaardij. Het project richt zich op derde jaar studenten van alle opleidingen binnen het Instituut voor de Gebouwde Omgeving van de Hogeschool Rotterdam. De opdrachtgevers van onze opdracht zijn Ed den Boer en Christoph Maria van Ravesloot. Ed den Boer is oprichter van Het Nationaal BIM Platform, dit is een platform waar kennisdeling centraal staat. Dit platform is voor iedereen toegankelijk en hier zijn veel onderzoeken te vinden met betrekking tot BIM. Christoph Maria van Ravesloot is een BIM lector en stimuleert studenten om zichzelf uit te dagen om complexe onderzoeken te voltooien. Tevens is hij de enige BIM lector in Nederland. Graag willen wij Erik Jaspers, Thijs van der Linden, Piet Terlouw en Bas Wolse hartelijk danken voor de medewerking aan ons onderzoek. Voor de prettige en goede begeleiding willen we Tamara Agatz graag bedanken. Als laatst willen we Ed den Boer en Christoph Maria van Ravesloot hartelijk danken voor de interessante opdracht en de medewerking. Tijdens het werken aan het project hebben we al projectgroep de meeste opdrachten samen gemaakt en onderzocht. De taken die lastig samen te doen waren hadden we verdeeld en daarna individueel uitgevoerd. Rotterdam, 25 juni 2015. Tomas Ratelband Louise Rogier Maxime de Vos Koen van Vuuren
1 Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 5 2
3
4
5
6
7
Methode van onderzoek ................................................................................................................. 7 2.1
Data-analyse ............................................................................................................................ 7
2.2
Vaststellen kosten en baten .................................................................................................... 7
2.3
Interviews ................................................................................................................................ 8
2.4
Verificatie ................................................................................................................................ 8
2.5
Toepassing ............................................................................................................................... 9
Theoretisch kader .......................................................................................................................... 10 3.1
Building Information Modelling ............................................................................................ 10
3.2
Bestaande bouw .................................................................................................................... 10
3.3
Baten van BIM ....................................................................................................................... 11
3.4
Kosten/investeringen van BIM .............................................................................................. 11
3.5
Theoretisch model................................................................................................................. 12
Organisatieomschrijving ................................................................................................................ 13 4.1
Hogeschool Rotterdam.......................................................................................................... 13
4.2
Faciliteiten en Informatietechnologie (FIT), .......................................................................... 13
Kosten en Baten analyse ............................................................................................................... 15 5.1
Onderzoeksresultaten kosten ............................................................................................... 15
5.2
Onderzoeksresultaten baten ................................................................................................. 17
5.3
Kosten .................................................................................................................................... 18
5.4
Baten ..................................................................................................................................... 18
Praktijkcase Couleur Locale ........................................................................................................... 19 6.1
Plattegrond Couleur Locale ................................................................................................... 19
6.2
Kosten .................................................................................................................................... 20
6.3
Baten ..................................................................................................................................... 21
Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................ 22
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 23 Bijlagen .................................................................................................................................................. 24 Bijlage I
Interviewvragen............................................................................................................. 25
Bijlage II
Uitgewerkte interviews ................................................................................................. 26
Interview Breijer B.V...................................................................................................................... 26 Interview met ICN: ........................................................................................................................ 29 Interview Planon met Erik Jaspers. ............................................................................................... 52
Inleiding Dit rapport is geschreven naar aanleiding van een actueel vraagstuk waar Het Nationaal BIM Platform zich mee bezig houdt. Het Nationaal BIM Platform heeft opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de struikelblokken van BIM, waarom BIM nog niet voldoende toegepast wordt in de bestaande bouw. Het rapport is bestemd voor Ed den Boer (Het Nationaal BIM Platform) en Christoph Maria Ravesloot (BIM lecture) en het project wordt begeleid door Tamara Agatz vanuit de Hogeschool Rotterdam. BIM BIM wordt steeds bekender binnen de bouwsector. BIM is een manier om een gebouw te beheren en informatie van dit gebouw te verspreiden. Dit wordt gedaan door een 3D-model te tekenen en hierbij de relevante informatie per onderdeel te verschaffen. Omdat alle informatie in één model verwerkt wordt, kan er in één bestand gewerkt worden in plaats van tig verschillende bestanden. Hierdoor is er overzicht in het (ver)bouwproject en informatie over het complete gebouw. BIM heeft de laatste jaren al zijn opkomst gedaan in de nieuwbouwsector maar laat nog op zich wachten bij de bestaande bouw. Hier wordt dit onderzoek op gefocust. Hoe worden mensen getriggerd om BIM ook in de bestaande bouw te gebruiken en is het wel verstandig om deze stap te zetten. Met dit onderzoek wordt dieper in dit probleem gekeken en wordt er een duidelijk beeld geschetst van de kosten die gemaakt zullen moeten worden om een bestaand gebouw in BIM te plaatsen en te behouden. Dit wordt afgewogen tegen de baten die een BIM model heeft voor een Facilitair Manager, door middel van een kosten/baten analyse. Praktijkvraag Wat is de toegevoegde waarde om een bestaand gebouw in BIM te hebben? Onderzoeksvraag Wat is de kosten en batenanalyse voor de Facilitair Manager om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben? Deelvragen 1. Welke investeringskosten zijn er verbonden aan het inscannen van een bestaand gebouw in BIM? 2. Welke elementen in BIM zijn voor een Facilitair Manager van belang? 3. Wat is zijn de baten voor de Facilitair Manager? 4. Hoe kan BIM toegepast worden op Couleur Locale?
Subdoelen Inzicht in de te maken investeringskosten bij het inscannen van een bestaand gebouw in BIM Inzicht in de belangrijke elementen voor de Facilitair Manager Inzicht in de baten voor de Facilitair Manager Inzicht in de toepassing van BIM op een praktijkcasus
Doelstelling Het doel van dit project is om op 30 juni een praktijkcase aan Het Nationaal BIM platform te overhandigen door middel van onderzoek, waarin inzicht wordt gegeven over de kosten en baten voor de Facilitair Manager om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben. Wijze van onderzoek Er wordt literatuur-en praktijkonderzoek gedaan door middel van het internet, interviews met BIM gebruikers en daarnaast een praktijkcasus. De praktijkcasus wordt gebruikt als studie om te zien welke kosten en baten er zijn om een bestaand gebouw(deel) in een BIM te zetten.
Leeswijzer Het rapport wordt ingeleid door een hoofdstuk methode van onderzoek, waarin wordt toegelicht welke onderzoek stappen zijn gemaakt om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Vervolgens wordt er in hoofdstuk drie ingezoomd op de theoretische relevantie, waarin wordt beschreven wat BIM is, welke definitie eraan gekoppeld is, wat er onder bestaande bouw wordt verstaan, welke kosten en baten er vanuit de literatuur beschikbaar zijn en het theoretisch model wordt toegelicht. Opvolgend in hoofdstuk vier wordt er een korte omschrijving gegeven van de organisatie Hogeschool Rotterdam en haar facilitaire dienst (FIT). Hoofstuk vijf staat in het teken van de kosten en baten, welke kosten worden er gemaakt en hoe wegen deze op tegen de baten. Hier opvolgend wordt er in hoofdstuk zes een praktijkcase gepresenteerd, waarin de kosten en baten analyse van hoofdstuk vijf wordt gespecificeerd naar een praktijkcasus van project Couleur Locale. Tot slot worden in het laatste en zevende hoofdstuk een conclusie getrokken.
2 Methode van onderzoek In dit hoofdstuk wordt er ingegaan op de gebruikte onderzoeksmethoden, die nodig zijn om de deelvragen te beantwoorden. Verder worden de gekozen geïnterviewde nader toegelicht. Tot slot worden de bruikbaarheid en validiteit beschreven van de resultaten voor het onderzoek.
2.1 Data-analyse De geraadpleegde literatuur bestaat uit eerder gedane onderzoeken over BIM en de kosten en baten die hierbij komen kijken. Deze onderzoeken zijn gedaan door studenten en afstudeerders, verder is er veel informatie verkregen via BIM aanbiedende of informerende websites. Deze onderzoeken zijn afkomstig van de HBO Kennisbank (database) en van Het Nationaal BIM Platform en worden gebruikt voor het literatuuronderzoek, zodat er niet dubbel onderzoek wordt gedaan naar de bekende weg. Er is gebruikt gemaakt van de volgende studentenonderzoeken: BIM en monumenten BIM: de verbindende schakel tussen FM en de bouwwereld! De gehele life cycle met BIM BIM en FM samenwerken in de bouwkolom BIM, investeringen en effecten Beter beheer met BIM
2.2 Vaststellen kosten en baten Vanuit de hiervoor genoemde data-analyse zijn de kosten en baten vanuit deze literatuur vastgelegd en vormen een basis voor het onderzoek. De vooraf vastgestelde kosten en baten zijn omgezet in stellingen, waardoor er antwoord kan worden verkregen op de juistheid van deze informatie. Deze stellingen zijn de basis voor de interviews, welke zijn afgenomen.
2.3 Interviews De interviews zijn gebaseerd op stellingen, waarmee getoetst wordt of de data-analyse overeenkomt met de uitkomsten van de interviews. Dit kwalitatieve onderzoek is gedaan in de vorm van persoonlijke interviews. Er is gekozen om persoonlijke interviews te houden, omdat er een grote variatie mogelijk is in het soort antwoorden. De interviews zijn afgenomen bij drie bedrijven, welke allemaal een link hebben met BIM. De correspondenten zijn alle drie geselecteerd aan de hand van de respondentencriteria. De gestelde criteria zijn als volgt: De respondent werkt momenteel bij een bedrijf dat BIM gebruikt. Het bedrijf heeft minstens 2 jaar ervaring met BIM. Het bedrijf heeft als hoofdtaak het managen van faciliteiten in een gebouw. De respondent is momenteel minstens 32 uur in de week werkzaam bij dit bedrijf. De respondent werkt minstens al een half jaar aaneengesloten als volwaardig werknemer (dus geen stagiair) bij het bedrijf waar hij momenteel werkt. De respondent kwam minstens elke week in contact met BIM gedurende het afgelopen half jaar (onder contact wordt verstaan het eigenhandig tekenen, controleren of gegevens ophalen). De respondent heeft al 2 jaar ervaring met het werken in BIM (mag eventueel ook bij een ander bedrijf). Gedurende deze 2 jaar kwam hij minstens elke maand in contact met BIM (onder contact wordt verstaan het eigenhandig tekenen, controleren of gegevens ophalen). De respondent heeft ervaring met verschillende BIM - programma’s. De respondent heeft een cursus/opleiding gehad waarin een bij minimaal één module het hoofdonderwerp BIM was. De interviews vonden plaatst bij de bedrijven zelf. Vooraf zijn er een aantal stellingen opgesteld en deze zijn aan alle geïnterviewden voorgelegd, daarnaast is er veel doorgevraagd om antwoorden te verduidelijken. De duur van de interviews varieert tussen de 30 en 90 minuten. De respondenten Erik Jaspers; Thijs van der Linden Piet Terlouw; Bas Wolse;
Chief Technology Officer (CTO); BIM modelleur; Hoofdbedrijfsbureau; Accountmanager & Adviseur;
Planon Breijer Bouw en Installatie Breijer Bouw en Installatie ICN Solutions BV
2.4 Verificatie Na de gedane data-analyse, het vaststellen van de kosten en baten en het houden van de interviews, is er een verificatiesessie gehouden met de twee opdrachtgevers. Hierdoor krijgt de opdrachtgever tussentijds inzicht in het onderzoek en wordt er aanvullende informatie verkregen vanuit de opdrachtgevers. Verder is het onderzoek beoordeeld aan de hand van de onderzoek begrippen; representativiteit, onafhankelijkheid, bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit. Representativiteit Het onderzoek heeft betrekking op de kosten en baten van BIM in de bestaande bouw. De drie bedrijven hebben allemaal op een ander onderdeel invloed op BIM. De interviews zijn gehouden bij een aannemersbedrijf, een FMIS bedrijf en tot slot een bouwkundig bedrijf gespecialiseerd in het koppelen van data aan tekeningen. De samenwerking tussen deze drie bedrijven maken een BIM mogelijk. Door de tijdrovende onderzoeksmethode (persoonlijk interview) en de beperkte tijd van het onderzoek, is het niet haalbaar om van alle drie de soorten partijen interviewen af te nemen. Onafhankelijkheid Het onderzoek wordt onafhankelijk uitgevoerd, omdat er geen voordelen worden behaald uit vooroordelen en meningen van de opdrachtgevers en de onderzoekers zelf. De opdrachtgevers
hebben baat bij een onafhankelijk onderzoek, zodat het onderzoeksresultaat inzicht kan bieden aan potentiele klanten. Bruikbaarheid Het is een bruikbaar onderzoek, omdat het onderzoek inzicht geeft in welke kosten en baten er komen kijken bij het implementeren van BIM in de bestaande bouw. Door dit inzicht wordt mogelijk de drempel voor het implementeren van BIM verlaagd. Betrouwbaarheid De interviews voor het onderzoek zijn momentopnames en zijn daarom op dat moment erg betrouwbaar. Indien het onderzoek over een aantal maanden wordt overgedaan onder andere omstandigheden, is de kans aanwezig dat er andere resultaten uit het onderzoek komen. Het onderzoek rust op een opkomende trend, alle respondenten zijn daardoor druk bezig met de voorbereiding hierop. Het onderzoek zelf verandert niet maar de antwoorden wel, omdat er mogelijk veel nieuwe stappen zijn gezet in deze opkomende BIM trend. Doordat er stappen gezet worden naar de toekomstige/gewenste situatie, heeft steeds een nieuw aandachtspunt de prioriteit en verandert de uitkomst van de persoonlijke interviews deels. Des te meer tijd er zit tussen herhaling van het onderzoek, des te meer de onderzoeksresultaten gaan verschillen. Validiteit Door persoonlijke interviews af te nemen met de respondenten van de eerder genoemde bedrijven, wordt de validiteit van het onderzoek verhoogd. De validiteit wordt verhoogd doordat de kans op systematische fouten dan klein of zelfs uitgesloten is. Het onderzoek is afgebakend en richt zich op de kosten en baten bij het implementeren van BIM in bestaande bouw.
2.5 Toepassing Nadat de eerder genoemde onderzoek stappen doorlopen zijn, is het tijd voor de toepassing van al deze gegevens. Het toepassen maakt de onderzoeksresultaten tastbaar, doordat er direct resultaat is te zien op een echte praktijksituatie. De praktijksituatie is Couleur Locale, dit is een project over het verbouwen van een gebouwdeel. Dit gebouwdeel is onderdeel van de Hogeschool Rotterdam, locatie Academieplein en wordt toegewezen aan de opleiding Facility Management. “Couleur Locale” is het project dat deze verbouwing leidt en het gebouwdeel herontwerpt. Het betreft dus bestaande bouw en een uitgelezen kans om hier een kosten en batenanalyse voor te maken. Een kosten en baten analyse toegespitst op Couleur Locale.
3 Theoretisch kader Om onderzoek te doen naar de kosten en baten van een BIM model voor een Facilitair Manager moeten de begrippen geoperationaliseerd worden. De begrippen zijn dan meetbaar en verschillende bronnen worden op dezelfde methode en aan de hand van de zelfde criteria gemeten. Indien dit gedaan is, kan er een meting gedaan worden waaruit een legitieme uitslag komt.
3.1 Building Information Modelling Building Information Modelling of door vele ook wel Building Information management genoemd heeft volgens de literatuur vele beschrijvingen. De beschrijving van BIM (definitie BuildingSmart, 2012): “BIM is een aanpak voor het genereren en gebruiken van bouwwerkdata ter ondersteuning van het ontwerpen, realiseren en exploiteren van een bouwwerk gedurende zijn hele levenscyclus. BIM maakt het door uitwisselbaarheid van platformen mogelijk om toegang te hebben tot dezelfde informatie op hetzelfde tijdstip voor alle stakeholders. ” Binnen de fases van een bouwwerk is de beheerfase het langst. Verschillende partijen maken een bouwwerk en gebruiken daarvoor informatie voor die nuttig is voor de Facilitair Manager in de beheerfase. Bij de overdracht van een bouwwerk vindt echter niet vaak een overdracht van informatie plaats. Hierin kan BIM een grote rol spelen vooraf aan de beheerfase. Tevens kan BIM een tool zijn tijdens de levensduur van een gebouw. De rol van BIM tijdens de beheerfase (De gehele life cycle met BIM, 2012) “Het beheren van een gebouw is het belangrijkste onderdeel van de life cycle. Het daarom belangrijk dat dit aspect goed wordt opgenomen in de vastgoed- en de bedrijfsstrategie. Deze strategieën kunnen beide in BIM worden geprogrammeerd, waardoor het mogelijk is beide strategieën beoordelen en waar nodig aan te passen. Indien het BIM-model volledig en up-to-date is kunnen beslissingen gemaakt worden over de uit te voeren werkzaamheden en de te volgen strategie. Daarnaast kan BIM goed omgaan met scenarioanalyses die direct als input voor de strategieën kunnen dienen. Ook kunnen cross-functionele planningen bij uitstek in BIM bijgehouden worden. Doordat er een overzicht is van alle geplande en uitgevoerde werkzaamheden, is het mogelijk deze op elkaar af te stemmen.” Hieruit blijkt dat BIM op verschillende fronten van belang kan zijn voor de beheerfase: Het behouden van informatie tijdens de overdracht. Een centrale bron van informatie voor verschillende partijen. Een tool om scenario’s van je gebouw in te testen. Om een overzicht te bieden van geplande en uitgevoerde werkzaamheden die gekoppeld zijn aan onderdelen van het bouwwerk.
3.2
Bestaande bouw
BIM is al enkele jaren een term in de bouw en wordt tegenwoordig bij grote projecten een standaard. De tool is al overgeslagen naar de nieuwbouw en leveranciers spelen hier op in waardoor BIM in de toekomst ook voor kleine projecten rendabel zal worden. Na de ontwerp-, voorbereiding& uitvoeringsfase gaan de gegevens die aan het BIM-model gekoppeld zijn vaak verloren. Dit betekend dat in de exploitatiefase opnieuw gegevens worden verzameld en verwerkt. Deze gegevens zijn vaak ook verspreid over een organisatie en niet gelinkt aan elkaar waardoor er informatienesten ontstaan. Om de informatie en informatiestromen door één middel te beheren kunnen veel fouten en communicatieproblemen getackeld worden.
Een andere reden waarom bij de afbakening gekozen is om de bestaande bouw te onderzoeken is de mogelijkheden die er liggen. De beheer van bestaande bouw kampt met inefficiënt management en een verspreid informatiebeheer. Het beheer van gebouwen gebeurt vaak niet efficiënt en de exploitatiekosten zijn meestal te hoog. (BIM: De verbindende link tussen FM en de bouwwereld, 2013) Tevens is bij de bestaande bouw er geen visuele ondersteuning in de vorm van een model nodig om goed inzicht te krijgen in de technische aspecten van een gebouw. Dit is een belangrijke factor waar veel faalkosten getackeld kunnen worden. Is het daarom wel interessant om een bestaand gebouw in BIM te implementeren?
3.3
Baten van BIM
BIM heeft voor elke bouwfase specifieke voordelen. De baten worden daarom afgebakend tot de onderdelen die van toepassing zijn voor het beheer van een bouwwerk. Hiermee wordt voorkomen dat baten die niet van toepassing zijn voor een Facilitair Manager worden meegeteld in de afweging. Vanuit de literatuur komen de volgende baten ven een bestaand gebouw in BIM naar boven: Kortere doorlooptijden Efficiëntere processen Reductie van faalkosten Het verhogen van de kwaliteit Betere samenwerking met externe partijen Directe invloed op het bouwproces Inzicht in verrichte werkzaamheden Centrale bron voor informatie
3.4
Kosten/investeringen van BIM
Tot nu toe zijn er slechts enkele pogingen gedaan om inzicht te krijgen in de investeringen in BIM. Volgens BIM nu en BIM morgen zijn de investeringen op te delen in verschillende onderdelen: Personeel: het veranderen van de werkwijze van het bedrijf of extra functies toevoegen zoals een BIM manager en BIM modelleurs. Deze functies kunnen intern binnen het bedrijf worden aangenomen of extern worden aangetrokken. Faciliteiten: om modellen te bekijken en te modelleren zijn zware computers nodig. Deze kosten geld en is dus een investering. Deze investering wordt volgens te hoog ingeschat door bedrijven omdat deze kostenpost gemakkelijk inzichtelijk gemaakt kan worden terwijl de investering in personeel vele maten groter is. Software: Voor BIM zijn enkele programma’s ontwikkeld. De functies van deze programma’s zijn vaak gekoppeld aan een bepaalde markt of bouwfase. Zo is Autodesk Navisworks bedoeld voor de uitvoeringsfase. Voor de beheerfase zijn geen BIM programma’s ontwikkeld. Wel kunnen bestanden en programma’s gelinkt worden aan het BIM model. Hardware: Om de faciliteiten en de software te ondersteunen is een goede server nodig. Deze servers moeten vaak een upgrade krijgen voordat deze geschikt zijn voor de zware modellen en de informatiestromen die zich daar uit ontwikkelen. Opleidingen: om je personeel op niveau te brengen is een andere denkwijze nodig. Het personeel moet begrijpen dat een BIM model (zie paragraaf 3.1) meer is dan een 3D tekening. Ook zijn hiernaast trainingen nodig om het personeel om te laten gaan met de gewenste software. Het opleiden van personeel is alleen nodig bij het volledig implementeren van BIM binnen een bedrijf. Indien BIM alleen toegepast wordt bij één project is het verstandiger om externe krachten in te huren.
De mate van investeringen, zijn afhankelijk van verschillende randvoorwaarden zoals: De motivatie van het personeel om een wijziging van de bedrijfsstrategie te ondergaan. Faciliteiten die het bedrijf al bezit. Licenties die het bedrijf al bezit. De capaciteit van de server die het bedrijf in bezit heeft of in gebruik heeft. De scholing van de werknemers. De motivatie van het personeel om nieuwe vaardigheden te leren.
3.5
Theoretisch model
Om een meetbaar onderzoek te doen moeten de baten vergeleken kunnen worden met de investeringen/kosten. Om het proces van deze stappen inzichtelijk te maken is een theoretisch model samengesteld. De theoretische uitkomsten worden getest om te valideren dat de informatie uit de praktijk en literatuur correct is. Ook wordt doormiddel van een praktijkcase een duidelijke schets gegeven van de investeringen en baten die een project met zich mee brengt.
4 Organisatieomschrijving In dit hoofdstuk wordt een organisatiebeschrijving gegeven van de locatie waar de praktijkcase plaatsvind, evenals de facilitaire organisatie hiervan. Het project is in opdracht van het Nationaal BIM Platform en is door de Hogeschool Rotterdam aangenomen als een twee kwartaal durende praktijkintegratie project. De praktijkcase wordt gedaan van een gedeelte van de 2e verdieping van de B vleugel in de locatie Academieplein.
4.1 Hogeschool Rotterdam De Hogeschool Rotterdam is een grote Rotterdamse onderwijs organisatie met ruim 33.000 studenten en 3.000 medewerkers en veertien vestigingen verspreid door de stad Rotterdam. De praktijkcase richt zich alleen op het monumentale pand van Academieplein, dit is het oude HTS gebouw. Opleidingen in deze vestingen zijn onder meer technische opleidingen als; chemie, elektrotechniek, civiele techniek, bouwkunde en werktuigbouwkunde. En opleidingen met (lichte) raakvlakken met deze opleidingen als; vastgoed en makelaardij, facility management, watermanagement en logistiek en economie. Dit zijn slechts een aantal van de voltijd opleidingen in deze vestiging. Een aantal van deze opleidingen kunnen ook deeltijd worden genoten op deze vestiging. Op de begane grond is een grote mediatheek met veel computers en studieruimte voor alle studenten van deze en eventueel ook buur-vestigingen om samen of individueel te studeren. Opleidingen met groot aantal student-aanmeldingen hebben in deze vestiging een eigen gedeelte, verdieping of vleugel. Hier worden de meeste lessen ingeroosterd en zullen ook meestal de studenten van die opleiding in de buurt gaan zitten voor zelfstudie of een korte pauze.
4.2 Faciliteiten en Informatietechnologie (FIT), Faciliteiten en Informatietechnologie (FIT), voorheen FaDi. Over de huidige FIT is nog nauwelijks informatie beschikbaar. “De Facilitaire Dienst (FaDi) is één van de negen directies die de onderwijsinstituten in hun primaire onderwijstaken ondersteunen op een breed aantal centraal geregisseerde beleidsterreinen en rechtstreeks rapporteren van het College van Bestuur. Dienstverlening De dienstverlening van de FD is de afgelopen drie jaar sterk uitgebreid en geprofessionaliseerd waarbij met name is ingezoomd op de speerpunten kwaliteitsverbetering, integrale veiligheid, klanttevredenheid en gastvrijheid. Die dienstverlening bestrijkt op dit moment de volgende werkterreinen: vastgoed, huisvesting en ruimtebeheer, inkoop en logistiek, integrale veiligheid, schoonmaak en afvalbeheer, catering, postverzorging en energie- en waterbeheer. Het personeelsbestand van de FD bestaat uit 150 medewerkers (128 fte) verdeeld over alle 12 locaties, waarvan 6 hoofdlocaties, van de Hogeschool Rotterdam. Schoon, veilig en gastvrij De FD wil zich profileren als een professionele, betrouwbare en klantgerichte partner op het brede terrein van facilitaire dienstverlening. Zij wil in die rol een herkenbare en meetbare bijdrage leveren aan een veilige, gastvrije en inspirerende leer- en werkomgeving voor studenten en medewerkers, die vertaald is in de volgende missie van de Fadi: De Facilitaire Dienst ondersteunt de kernactiviteiten van de Hogeschool Rotterdam door het proactief en tijdig leveren van kwalitatief hoogwaardige facilitaire diensten tegen zo laag mogelijke kosten aan de instituten en diensten van de Hogeschool Rotterdam. Uitgangspunten daarbij zijn de wensen en behoeften van de klant.
Om deze missie te realiseren zijn voor de periode 2010-2013 de volgende speerpunten benoemd. Schoonmaak en netheid gebouwen Verhogen niveau veiligheid Professionaliseren dienstverlening Beheer, uitbreiding en onderhoud van de huisvestingsportefeuille”. (www.hint.hro.nl) Organigram voormalig FaDi
5 Kosten en Baten analyse In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten beschreven en getoetst en geverifieerd. Vervolgens worden deze kosten en baten in tabellen gesorteerd. Om de onderzoeksresultaten te verifiëren zijn de resultaten van de gehouden interviews voorgelegd aan de opdrachtgevers Ed den Boer en Christoph Maria Ravesloot. Om het onderzoek zo betrouwbaar mogelijk te maken is er gekozen om bij meerdere partijen interviews af te nemen. Deze partijen hadden elke een andere kijk op BIM en het gebruik daarvan. Hieronder de geïnterviewde partijen en vanuit welk oogpunt ze kijken: Erik Jaspers; Chief Technology Officer (CTO) bij Planon, bekijkt BIM vanuit de technologie. Thijs van der Linden; BIM modelleur en Piet Terlouw; Hoofdbedrijfsbureau bij Breijer Bouw en Installatie, bekijken BIM vanuit de bouw en beheer van gebouwen. Bas Wolse; Accountmanager & Adviseur bij ICN Solutions BV, bekijkt bekijkt BIM als software aanbieder. Er zijn een aantal stellingen voorgelegd en een aantal vragen gesteld. Deze vragen waren onder te verdelen in de categorie kosten en in de categorie baten. In bijlage I en II zijn de volledige interviews toegevoegd en uitgewerkt.
5.1 Onderzoeksresultaten kosten “Het is financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te maken”. Planon Het is niet financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben, maar er is nog veel onduidelijk zoals wat het gaat opleveren en voor wie het dan oplevert. Breijer Het is niet financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te maken, maar de hoogte van de kosten zijn afhankelijk het detailniveau van de BIM. ICN Niet mee eens. Het uitwerkingsniveau heeft effect op de manier waarop een gebouw in BIM komt. Je kan inmeten of inscannen. Er zijn daarbij geen standaarden om de kosten te berekenen. Ed den Boer Elke fase heeft een ander detailniveau nodig. Het is zeker niet onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te maken. Het moet duidelijk zijn wat er nodig is. Christoph Maria Ravesloot Het heeft veel te maken met het detail niveau. Maar ik snap dat ze het er niet mee eens zijn.
“Een bestaand gebouw in BIM heeft een hogere vastgoedwaarde”. Planon Wanneer de gebouwinformatie juist is in het BIM is ingevoerd dan heeft een BIM zeker een toegevoegde waarde voor het verhogen van de vastgoedwaarde, maar belangrijker is de invloed op het (facilitaire) proces. Breijer Uiteindelijk krijgt een gebouw in BIM een hogere vastgoedwaarde doordat er gerichter aanbesteed kan worden en alle informatie over het gebouw beschikbaar is. ICN De vastgoedwaarde heeft vaak te maken te maken met de locatie en kwaliteit van je gebouw. De meerwaarde van BIM is dat de vastgoedwaarde niet omhoog gaat maar de beheerskosten omlaag. Het is alleen niet bekend of lagere beheerskosten voor
Ed den Boer
Christoph Maria Ravesloot
een hogere vastgoedwaarde zorgen. Vastgoed stijgt niet in waarde omdat er BIM is maar de beheerkosten worden wel voor een groot deel naar beneden gebracht. Dus er zijn minder kosten dus wel een veel aantrekkelijker gebouw. Het is heel handig om alle informatie te hebben en dat heeft later dan zeker met de vastgoed waarde te maken.
“Het is duurder om BIM opgeleid personeel in te huren dan eigen personeel op te leiden”. Planon Het inhuren van BIM gespecialiseerd personeel is gunstiger dan het opleiden van eigen personeel. Breijer De afweging tussen het opleiden van BIM personeel en het inhuren van BIM personeel is afhankelijk van de mate waarop er ontworpen moet worden en het detailniveau. Indien het niet je core business is, dan is het inhuren verstandiger dan het opleiden van eigen personeel. ICN Dit hangt af van het bedrijf. Doe het bedrijf éénmaal een project waarbij BIM gebruikt wordt, dan is het goedkoper om personeel in te huren. Wil het bedrijf volledig over op BIM, dan is het goedkoper om het personeel op te leiden. Een goede tussenweg is een hybride oplossing waarbij ingehuurd personeel en opgeleid personeel samen optrekken. Dit werkt efficiënt en het eigen personeel krijgt minder druk. Ed den Boer Afhankelijk van de grote van de opdracht. Inderdaad als het binnen je core business valt moet je het zeker doen. Een specialist kan het beter. Net als met een auto en een autodealer. Christoph Maria Ravesloot Bij eigen personeel komen veel bijkomende kosten. Het handigste lijkt me om ZZPérs in te huren en het dan daarvan te leren .
Wegen de kosten op tegen de baten bij het implementeren van BIM in de bestaande bouw? Planon Het is niet duidelijk wat de kosten zijn om bestaande bouw in BIM te zetten en dit is ook nog eens afhankelijk van het detailniveau waarop dit gewenst is. Breijer BIM is interessant om toe te passen wanneer een ruimte meer dan één aanzicht heeft en dit heeft elke ruimte en gebouwen. ICN Dit ligt aan de status van je gebouw af. Indien je gebouw lang mee gaat is het een goed investering want je kosten worden uitgesmeerd. Indien een gebouw wordt opgeknapt (geheel) is dat een nulpunt en dan is het ook interessant Ed den Boer Zelf heb ik het nationaal BIM platform opgezet dus daar heb ik zeker vertrouwen in. Christoph Maria Ravesloot Je kan er nooit een vaste kostenpost voor hebben. Echter kan er wel een goede kosten en baten analyse gemaakt worden die per gebouw ingevuld kan worden.
5.2 Onderzoeksresultaten baten “FMIS en BIM zijn volledig met elkaar geïntegreerd”. Planon Er ontbreken veel dingen, vooral op technisch vlak om te kunnen zeggen dat FMIS en BIM volledig met elkaar geïntegreerd zijn Breijer FMIS is volledig geïntegreerd in BIM en in de toekomst wordt het mogelijk om op een website in te loggen en hier online meldingen te kunnen doorgeven. ICN Die zijn niet gekoppeld maar die moet je koppelen. FMIS is een informatiesysteem. Die soort informatie management is nog niet geïntegreerd in BIM. Zo ver zijn ze nog niet. Dit zal wel in opkomst zijn omdat het steeds vaker voor komt dat er BUILD & MAINTANE contracten zijn waarbij de aannemer de informatie die hij heeft gegenereerd/verzameld over het gebouw ook wil gaan gebruiken in de beheers fase. Ed den Boer Het is belangrijk om te kijken wie wat zegt. Er moet goed gekeken worden naar de belangen van de partijen Christoph Maria Ravesloot Nee het is zeker nog niet geïntegreerd, alleen een gebouw.
“BIM is voor de vastgoedbeheerder alleen van toegevoegde waarde tijdens de exploitatiefase”. Planon Een huurder van een gebouw heeft vooral gemak door een BIM, maar voor de eigenaar van het gebouw maakt het niet uit of het gebouw in BIM beschikbaar is. Breijer Voor de vastgoedbeheerder is BIM alleen van toegevoegde waarde in de exploitatiefase en eventueel tijdens een verbouwing. ICN De vastgoedbeheerder hoort al aan tafel te zitten tijdens de ontwerp/bouw fase. Nu zie je nog steeds een schutting. De aannemer gooit het over de schutting naar de Facilitair Manager. Deze moet daarna aan reverse engineering doen om aspecten van het gebouw te achterhalen. Vaak zie je ook dat dingen technisch voldoen maar dat niet nagedacht is over toekomstig onderhoudt. Indien de vastgoedmanager/technisch manager bij de ontwerpfase betrokken is zal het uiteindelijke niveau van het gebouw omhoog gaan. Ed den Boer zoals ICN zeg: De vastgoedbeheerder hoort al aan tafel te zitten tijdens de ontwerp/bouw fase. Nu zie je nog steeds een schutting. De aannemer gooit het over de schutting naar de Facilitair Manager. Deze moet daarna aan reverse engineering doen om aspecten van het gebouw te achterhalen. Vaak zie je ook dat dingen technisch voldoen maar dat niet nagedacht is over toekomstig onderhoudt. Indien de vastgoedmanager/technisch manager bij de ontwerpfase betrokken is zal het uiteindelijke niveau van het gebouw omhoog gaan. Christoph Maria Ravesloot Bevestigd de andere meningen.
5.3 Kosten
Kosten Hardware Werkstation Laptop Tablet Software Revit licentie Planon licentie Opleiden personeel Revit Basiscursus Revit Gevorderden cursus Planon Contractbeheer Planon Onderhoudsplanning Planon Volledig Inhuren personeel Inmeten Modelleren
Per stuk Per stuk Per stuk
€ € €
6.864,00 4.519,00 369,00
per account per account
€ €
2.668,00 1.640,00
Per persoon Per persoon Per persoon Per persoon Per persoon Per uur Per uur
€ 1.195,00 € 795,00 € 799,00 € 599,00 € 1.295,00 € €
36,00 76,00
5.4 Baten
Baten Kosten Lagere beheerskosten Gerichter aanbesteden Gratis IFC viewer. Tijd Reductie doorlooptijden Kortere zoektijd naar de juiste informatie Samenwerking Betere samenwerking met externe partijen Één centraal punt waar informatie verzameld wordt. Transparantie tegenover andere partijen Proces Onderhoudsplanning koppelen aan data uit BIMmodel Verbeteren van de procesgang Beheer en onderhoud Inzicht conditiescore gebouw Onafhankelijk uitwisselingsformaat Internationale standaard Intelligent, objectgeoriënteerd uitwisselingsformaat Beperken van gegevensverlies Verbeterde dataconsistentie
Weging 1-5 4 2 1 3 4 3 5 4
5 2 2 3 1 1 4 4
6 Praktijkcase Couleur Locale Het gaat om een verbouwing binnen de Hogeschool Rotterdam Academieplein. In het project Couleur Locale is er een ontwerp gemaakt met betrekking tot de nieuwe onderwijsruimtes voor de opleiding Facility Management. In dit ontwerp hebben studenten en docenten van de opleiding Facility Management een eigen plek hebben voor studie, studievoorbereiding, lessen en andere opleidingsgerichte bezigheden. Het project couleur wordt evenals dit project begeleid door Tamara Agatz wat de mogelijkheid bood om van dit project een praktijkcase te maken. Er is op deze manier een voorbeeld casus waarin een voorbeeld kosten en batenanalyse is gemaakt en door middel hiervan de onderzoeksresultaten kunnen worden toegepast.
6.1 Plattegrond Couleur Locale Hogeschool Rotterdam, locatie Academieplein, vleugel B, verdieping 2. Onderstaand de plattegrond van het betreffende gedeelte. Het gaat om 500-600 m2 functioneel vloeroppervlak. Met hierop alleen essentiële onderdelen, die constructief en monumentaal gezien en op het gebied van veiligheid, niet weg kunnen worden gehaald.
6.2 Kosten
Investeringsbegroting Couleur Locale Omschrijving Licentie Revit Licentie Planon Revit basiscursus Training Planon algemeen gebruik Training Onderhoudsplanning Planon Training Contractbeheer Planon Werkstation Laptop Tablet Inmeetkosten Modelleerkosten
Kosten per eenheid Aantal € 2.668,00 € 1.640,00 Software € 1.195,00 € 99,00 € 599,00 € 799,00 Opleiding € 6.864,00 € 4.519,00 € 369,00 Hardware € 36,00 € 76,00 Personeelskosten
Totale investering
Totaalprijs Levensduur Afschrijving 2 € 5.336,00 3 € 1.778,67 1 € 1.640,00 5 € 328,00 € 6.976,00 € 2.106,67 2 € 2.390,00 3 € 796,67 2 € 198,00 5 € 39,60 2 € 1.198,00 5 € 239,60 2 € 1.598,00 5 € 319,60 € 5.384,00 € 1.395,47 2 € 13.728,00 3 € 4.576,00 1 € 4.519,00 3 € 1.506,33 2 € 738,00 2 € 369,00 € 18.985,00 € 6.451,33 2 € 72,00 € 72,00 40 € 3.040,00 € 3.040,00 € 3.112,00 Eenmalig 3112 € 34.457,00 Jaarlijks € 13.065,47
Licenties Voor professioneel gebruik worden productlicenties van Revit (eventueel opnieuw) aangeschaft. Hierin kan de Facilitair Manager van de HRO bij de benodigde data. Om bij alle data te kunnen, zijn licenties nodig van Revit, zodat het 3D model gebruikt kan worden. Een 3D model wordt voor een Facilitair Manager pas bruikbaar als relevante data eraan hangt, om daarbij te kunnen is een licentie van Planon nodig, pas dan is het model bruikbaar. Er zijn twee licentie nodig van Revit ( één licentie per computer) Er is één licentie nodig van Planon (één licentie betekent één account, hier kan wel tegelijk en meerdere keren mee ingelogd worden. Indien dit niet gewenst is kan het aantal verhoogd worden.) Opleiden Facilitair Managers die op dit moment werkzaam zijn in de hogeschool zijn zelf opgeleid en gewend te werken op een traditionele manier. Allereerst moeten zij wegwijs worden gemaakt in het 3D model; dit model staat in Revit, hiervoor is een basiscursus vereist waarna er genoeg kennis is om het model te kunnen gebruiken en eventueel zichzelf zich zelf verder ontwikkelen hierin. Planon wordt gebruikt om de gekoppelde data in het 3D model te kunnen beheren. Met dit programma zal de Facilitair Manager zijn werk kunnen uitvoeren. Er zijn 3 cursussen van belang; een algemene cursus, een cursus voor de onderhoudsplanning en een voor het contractbeheer. Er zijn twee keer een basiscursus benodigd voor de Facilitair Manager en voor een tweede persoon, welke door de FIT aangewezen moet worden. (afdeling vastgoed). De drie soorten cursussen voor Planon worden aangeboden aan een selectie van de facilitaire organisatie. De kosten zijn nu begroot per twee personen, maar dit kan naar wens uitgebreid worden. Hardware In het kantoor van de Facilitair Manager moet ook de juiste werkstations aanwezig zijn om de programma’s in te kunnen en model en data kunnen beheren. Gebaseerd op de afstand binnen het gebouw, de gebruikspersonen en de data toch vertrouwelijk te houden en niet op te veel computers beschikbaar te hebben, is er gekozen voor 2 werkstations en een laptop. Uitsluitend voor gebruik van de Facilitair Managers van de Hogeschool Rotterdam. Tijdens werkuren zijn de Facilitair Managers niet alleen in een kantoor, maar door het gehele gebouw te vinden. Dan hebben zij een tablet ter beschikking vanaf waar het model te gebruiken is.
Inmeten/modelleren Voordat het gebouw op deze manier beheerd kan worden moet het model wel beschikbaar zijn in een relevant detailniveau met genoeg data gekoppeld. Inmeten kan op verschillende specifieke niveaus; van globaal (L.O.D. 100) tot detail niveau (L.O.D. 500). L.O.D.: Level Of Development of D.N.: Detail Niveau. Voor de Facilitair Manager zal een bestaand gebouw met een L.O.D. van 200 / 300 genoeg zijn. Inmeten met een 3D scanner zal L.O.D. niveau 400/500 behalen, de Point Cloud moet dan ook nog verwerkt worden en hiervoor is extra kennis nodig. Hoe meer details in het model moeten, hoe meer tijd het kost en dus hoe meer geld het kost. In dit geval kan er traditioneel worden ingemeten, dit duurt maximaal twee uur duren, waarna het modelleren en het koppelen van data een database aan het 3D model nog een goede veertig uur kan duren (schatting).
6.3 Baten Er komen veel toegevoegde waardes kijken bij het beheren van een gebouw vanuit een BIM model. In hoofdstuk 5.4 zijn baten genoemd in algemene zin, hiervan zijn veel ook relevant voor het gebruik van een BIM model voor het beheren van de verbouwde vleugel binnen de Hogeschool Rotterdam. Kosten Lagere beheerskosten Gratis IFC viewer Tijd Reductie doorlooptijden Kortere zoektijd naar de juiste informatie Samenwerking Betere samenwerking met externe partijen Één centraal punt waar informatie verzameld wordt Transparantie tegenover andere vestigingen Proces Onderhoudsplanning koppelen aan data uit BIM-model Verbeteren van de procesgang Beheer en onderhoud Inzicht conditiescore gebouw Onafhankelijk uitwisselingsformaat Internationale standaard Intelligent, object georiënteerd uitwisselingsformaat Beperken van gegevensverlies Verbeterde dataconsistentie
7 Conclusies en aanbevelingen Kosten Op basis van het gedane onderzoek kan er geconcludeerd worden dat het erg lastig is om de hoogte van kosten te noemen. De kosten zijn erg afhankelijk van het detailniveau en dit detailniveau is weer afhankelijk van de doeleinden waarvoor de resultaten gebruikt gaan worden. Baten Op basis van het gedane onderzoek is er een lijst samengesteld van de baten, welke voorkomen bij het implementeren van BIM in bestaande bouw. Deze zijn onder te verdelen in vijf onderdelen. Kosten Lagere beheerskosten Gerichter aanbesteden Gratis IFC viewer Tijd Reductie doorlooptijden Kortere zoektijd naar de juiste informatie Samenwerking Betere samenwerking met externe partijen Één centraal punt waar informatie verzameld wordt. Transparantie tegenover andere partijen
Proces Onderhoudsplanning koppelen aan data uit BIM-model Verbeteren van de procesgang Beheer en onderhoud Inzicht conditiescore gebouw Onafhankelijk uitwisselingsformaat Internationale standaard Intelligent, object georiënteerd uitwisselingsformaat Beperken van gegevensverlies Verbeterde dataconsistentie
Praktijkvraag Wat is de toegevoegde waarde om een bestaand gebouw in BIM te hebben? Onderzoeksvraag Wat is de kosten en batenanalyse voor de facility manager om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben? De kosten en batenanalyse om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben is visueel gemaakt door deze toe te passen op een praktijksituatie. Het project Couleur Locale is gebruikt als praktijkcase, omdat in dit project een bouwdeel van de Hogeschool Rotterdam werd verbouwd en een uitgelezen kans was om BIM in bestaande bouw toe te passen. Voor Couleur Local is een minimale investeringsbegroting gemaakt, welke naar wens is uit te breiden naar een meervoud van de producten. Investeringsbegroting Couleur Locale Omschrijving Licentie Revit Licentie Planon
Kosten per eenheid Aantal Totaalprijs Levensduur Afschrijving € 2.668,00 2 € 5.336,00 3 € € 1.640,00 1 € 1.640,00 5 € Software € 6.976,00 € € 1.195,00 2 € 2.390,00 3 € € 99,00 2 € 198,00 5 €
1.778,67 328,00 2.106,67 796,67 39,60
Training Onderhoudsplanning Planon Training Contractbeheer Planon
€ € Opleiding
Werkstation
€
Laptop Tablet
Revit basiscursus Training Planon algemeen gebruik
Inmeetkosten Modelleerkosten
599,00 799,00
2 2
€ € €
1.198,00 1.598,00 5.384,00
5 5
€ € €
239,60 319,60 1.395,47
6.864,00
2
€
13.728,00
3
€
4.576,00
€ 4.519,00 € 369,00 Hardware € 36,00 € 76,00 Personeelskosten
1 2
€ €
4.519,00 738,00 € 18.985,00 72,00 3.040,00 3.112,00 € 34.457,00
3 2
€ € € € €
1.506,33 369,00 6.451,33 72,00 3.040,00 3112 13.065,47
Totale investering
2 € 40 € €
Eenmalig Jaarlijks
€
Literatuurlijst Websites Hint.hro (z.d.) Facilitaire dienst. (geraadpleegd op 25-06-2015): http://hint.hro.nl/Templates/Hint/Pages/ContentPage.aspx?id=9132&epslanguage=nl&ticket =ST-22714662-TDx2xFChPegpIhjY1hK1K3AgNAbXykZouve-20 Cadaccent (z.d.) Algemeen. (geraadpleegd op 12-06-2015): https://www.cadaccent.nl/ Planon (z.d.) Algemeen. (geraadpleegd op 06-06-2015): http://planonsoftware.com/nl/ Het nationaal BIM platform (z.d.) Verslagen. (geraadpleegd op 20-06-2015): http://www.hetnationaalbimplatform.nl/actueel/verslagen/?page=1 Meet en tekenwerk (z.d.) diensten. (geraadpleegd op 25-06-2015): http://meet-tekenwerk.nl/voordelen-3d-scannen-het-totale-bouwproces/ Cadtraining center (z.d.) diensten. (geraadpleegd op 26-05-2015): http://www.cadtrainingcenter.nl/autodesk-trainingsaanbod/ Meet en tekenwerk (z.d.) diensten. (geraadpleegd op 25-06-2015): http://meet-tekenwerk.nl/specialisme/3d-inmeten-gebouwen/ IBA project bureau (z.d.) scannen. (geraadpleegd op 01-06-2015): http://www.lbaprojectbureau.nl/3d-scannen/leica-c10 Onderzoeksrapporten A.M.J.M. Bosch. (2014). Beheren van bouwwerken met BIM. Een onderzoek naar het informatiemanagement in de beheerfase en de mogelijke rol van BIM in de beheerfase bij organisaties in de publieke sector. D.W.P. Vollebregt & Y.R. Vos. (2012). De gehele lifecycle met BIM. Het echte ‘nieuwe werken’ J.B.F. Truijens. (2013). BIM nu en BIM morgen. Het resultaat van de effecten versus de investeringen in BIM. M. Wessling. (2013). BIM: De verbindende schakel tussen FM en de bouwwereld! De rol die Building Information Modeling speelt voor FM tijdens het exploiteren van kantoorgebouwen. R. van der Stap. (2012). BIM en Monumenten. Is BIM toepasbaar bij het restaureren van monumenten. M. Roosenburg & M. Nijhoff. (2014). Asset Management met BIM. Een onderzoek naar de toepasbaarheid van BIM in Asset Management. W. Verbaan, L. van der Voet, J. de Boer, E. Visser & D. de Koe. (2014) Beter beheer met BIM. Van Informatiemodel van Informatiemanagement.
Bijlagen
Bijlage I
Interviewvragen
Interview Introductie Kunt u een omschrijving geven van uw functie/werkzaamheden/verantwoordelijkheden? Welke ervaring heeft u met BIM? Wat verstaat u onder BIM? Stelling 1 “Het is financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te maken”. Stelling 2 “Een gebouw, welke beschikbaar is in BIM heeft een hogere vastgoedwaarde”. Stelling 3 “FMIS en BIM zijn volledig met elkaar geïntegreerd”. Stelling 4 “BIM is voor de vastgoedbeheerder alleen van toegevoegde waarde tijdens de exploitatiefase”. Stelling 5 “Het is duurder om BIM opgeleid personeel in te huren dan eigen personeel op te leiden”. Vraag 6 Wat is de toegevoegde waarde van BIM voor de vastgoedbeheerder? Vraag 7 Wegen de kosten op tegen de baten bij het implementeren van BIM in de bestaande bouw?
Bijlage II
Uitgewerkte interviews
Interview Breijer B.V. Piet Terlouw en Thijs van der Linden Introductie Kunt u een omschrijving geven van uw functie/werkzaamheden/verantwoordelijkheden? [Piet Terlouw] Ik ben hoofd bedrijfsbureau en onder mij heb ik een aantal modelleurs, waaronder ook BIM modelleurs. [Thijs van der Linden] Ik heb mijn afstudeeronderzoek in 3D gezet en dat was een theater en dat was er leuk. Daarna kwam ik hier bij Breijer B.V. terecht en ben hier inmiddels al een jaar bezig om het allemaal een beetje naar een ander niveau te tillen. [Piet] We zijn eigenlijk al een jaar bezig om de echte BIM te vinden. Presentatie BIM [Thijs] Ja en wat is dan de echte BIM he? Je hebt meerdere BIM’en, waarom begin je aan BIM? Omdat een bepaalde partij informatie niet beschikbaar heeft, omdat de partij niet bereikbaar is, de partij houdt informatie achter, de informatie is niet betrouwbaar of de informatie is gewoon niet beschikbaar en dit nooit geweest en dit kan door meerdere redenen. De gevolgen van het 3D model Het is een onderdeel van BIM Geeft een goed inzicht Interdisciplinair Snelle communicatie (samen en tegelijk werken in BIM) Import/export (naar IFC, PDF van de 3D modellen) Hoeveelheden Tekeningen Meer grip op de aanbesteding Verlaging van faalkosten (maar dit hoop je vooral en weet je niet precies) 3D toevoegen aan de informatie van verschillende partijen wordt BIM. [Piet] Dit allemaal is echt nog een 3D model en heeft nog niks met BIM te maken. Pas als er informatie aan gekoppeld kan worden, informatie toegevoegd kan worden en aangepast kan worden is dit een BIM. [Thijs] En hoe ziet dan zo’n BIM eruit: Wat je hier ziet is eigenlijk een soort database met allemaal documenten en reeksen gegevens uit een gebouw. Het is niks meer dan regels die informatie geven over het gebouw, zoals bijvoorbeeld de conditiemeting van een gebouw. Als je deze informatie koppelt aan het 3D model, dan pas hebben we het eigenlijk over een BIM. [Laat voorbeelden zien op zijn laptop] De integratie van de database in het 3D model is pas echt een BIM. [Laat voorbeeld zien over de conditiemeting van het gebouw] Welke ervaring heeft u met BIM? [Piet Terlouw] Hier bij Breijer B.V. wordt nu zo’n 5 á 6 jaar met BIM gewerkt. Voor ons is BIM niet alleen het 3D model, maar is het een combinatie van het 3D model en de informatie die eraan gekoppeld kan worden. En ja de toegevoegde waarde van BIM is toch de informatie over je gebouw, welke je er zo uit kan trekken en kan gebruiken voor andere doeleinden.
Kosten Stelling 1: “Het is financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM te zetten”. [Piet] Het is zeker niet waar. Je moet wel het niveau afspreken, naar welk niveau je het model wilt tillen. Wil je alleen de massa zien? Alleen de ruimten? Het is afhankelijk voor welk doel het 3D model gebruikt wordt en op welk detailniveau er getekend moet worden. Hoe gedetailleerder hoe duurder. Het is dus niet onmogelijk, maar de vraag is hoeveel wil je ervoor over hebben en op welk detailniveau. Verder doen wij zelf vooral aan generiek modelleren, dit is alleen maar op maatvoering vast modelleren. Bijvoorbeeld een leiding gemodelleerd moet worden, dan tekenen wij deze maar geven geen specificaties meer. Het model is generiek en bevat geen data, is dus puur een 3D model. Stelling 3: “Het is duurder om BIM opgeleid personeel in te huren dan eigen personeel op te leiden”. [Piet] Ik denk dat eigen personeel opleiden goedkoper is dan personeel inhuren, maar dat is afhankelijk van hoe ver je ze wilt opleiden. Bijvoorbeeld een autocad tekenaar tekent alles in autocad en met een simpele cursus zou hij dit ook in Revit kunnen doen, maar dan heb je nog steeds geen toegevoegde waarde en alleen een tekening. Dat hoeft allemaal niet veel te kosten. [Thijs] Iedereen heeft zijn eigen tekenstijl. Wil je een heel hoog detailniveau, dan kan het lastig zijn om iemand op te leiden en is het handiger om iemand in te huren die al wat kan. [Piet] Maar wat is het doel van je model he van je 3D model en je modelleur. Is het het doel om er een workmate van te maken of is het een doel om de opdrachtgever te overtuigen van joh dit heb je gevraagd en dit krijg je, als een praatplaatje.
Baten Stelling 5: “FMIS en BIM zijn volledig met elkaar geïntegreerd”. [Piet] Ja FMIS is volledig in BIM geïntegreerd en in de toekomst is het ook de bedoeling dat er via BIM meldingen gedaan kunnen worden van bijvoorbeeld gebreken in het gebouw. [Thijs] Via een website kunnen inloggen en melding kunnen maken. Vervolgens kan een huismeester bijvoorbeeld de kapotte lamp te vervangen. Hij komt dan direct met de juiste lamp naar de juiste plek waardoor je niet tijd reduceert doordat je niet meerdere lampen hoeft uit te proberen en niet hoeft te zoeken naar een ruimte. Stelling 6: “BIM is voor de vastgoedbeheerder alleen van toegevoegde waarde tijdens de exploitatiefase”. Ja voor de vastgoedbeheerder is het inderdaad alleen interessant tijdens de exploitatiefase, want dat is zijn business. Hij komt pas in beeld wanneer het gebouw er echt staat, tenzij er een verbouwing wordt gedaan. Maar eigenlijk vooral de exploitatiefase. Stelling 2: “Een bestaand gebouw in BIM heeft een hogere vastgoedwaarde”. [Piet] Uiteindelijk wel, maar nu nog niet. In de toekomst denk ik zeker dat de data van een gebouw van belang is, om te weten wat de conditie van het gebouw is en voor het meerjarenonderhoud. Verder kan er goedkoper worden aanbesteed om het gebouw te onderhouden, omdat er inzicht is in het gehele gebouw. Dit inzicht uit zich in m2, m3, soort vloeren, soort ruimten enzovoort. Hierdoor kan er gerichter en specifieker een goede offerte opgevraagd worden. Stelling 8: “Het is alleen voor grote gebouwen interessant om met BIM te werken”. [Thijs] Nee, voor de kleine gebouwen is het ook interessant. Het wordt eigenlijk al interessant wanneer een gebouw meer dan één aanzicht heeft en dat heeft ieder gebouw. Eén enkele kamer heeft al meerder doorsneden en deze veranderen allemaal mee wanneer er een aanpassing wordt gedaan.
Stelling 9: “Wegen de baten op tegen de kosten wanneer BIM geïmplanteerd wordt?” Als BIM gebruikt wordt waar deze voor bedoeld is dan rendeert dat uiteindelijk wel. Vastgoedbeheerders zullen dit in de toekomst verlangen, omdat de waarde van een gebouw wordt verhoogd en omdat de status van het gebouw heel specifiek is vastgelegd. Een gebouw waar veel facilitair management aan hangt dan heb ik een BIM nodig, want dan wil ik ook al die informatie hebben en de informatie compleet hebben. En het is logisch dat dat geld kost aan de voorkant, maar levert altijd wat op aan de achterkant. Ik denk dat het altijd rendeert. Er zijn nog geen standaarden of indicaties van de kosten van de investering, momenteel lezen wij handmatig gebouwen in met een laser. Software Revit 3D tekenen Solibri Clashcontrol en viewer Tekla Viewer tablet Artra BIM te bouwen
Interview met ICN:
[Koen van Vuuren, Interviewer] We hadden het al kort verteld, we doen een onderzoek naar de kosten en baten analyse van BIM in een bestaand gebouw. We interviewen hier meerdere partijen voor, we hebben nu al Brijer en andere partijen verspreid over heel Nederland ondervraagd. We hebben hiervoor een standaard interview opgesteld, met een daarin een paar stellingen en vragen. Indien u wat toe te voegen heeft mag dat natuurlijk altijd. Kunt u een introductie van uzelf geven en van het bedrijf? [Bas Wolse, ICN] Ik ben Bas, Ik ben opgeleid tot Facilitair Manager. Ik heb eerst Facility management op de MTS gedaan en daarna heb ik HBO fire safety engeneering gedaan oftewel brandveiligheid. Dat is mijn achtergrond Ik werk hier nu sinds begin vorig jaar. Alles wat ik doe benader ik eigenlijk altijd vanuit de gebruiker. Dat heb ik altijd al gedaan. Als je zegt dat je een gebouw gaat bouwen, doe je dat omdat er iemand gaat wonen of werken. Eerst bouwden mensen om het gebouw maar te bouwen maar het heeft ook een doel voor een gebruiker. Dat is een hele korte introductie van wat ik hier doe. Oja, ik hou mij hier bezig met het proces en projectinformatiemanagement. Eigenlijk de I van BIM en hoe je daar mee omgaat. [Louise Rogier, Interviewer] En het waar houdt het bedrijf zicht voornamelijk mee bezig? [Bas Wolse, ICN] Wij als ICN, wij houden ons bezig met alles wat met de bouwkolom te maken heeft. De ene kant zijn we softwareleverancier, alles van autodesk. Daarnaast doen we consultancy, eigenlijk advisering, en ook programmering voor sommige softwarepakketen zoals bijvoorbeeld Revit. Hier hebben wij eigen werkmethodieken zodat mensen makkelijk en efficiënt met dit product kunnen werken. Zodat het in de Nederlandse regelgeving gebruikt kan worden, dit heet het 3B werkmethodiek. Dat is wat we doen, de ene kant consultancy en aan de andere kant programmeren en het verkopen van software. Die drie takken van sport. Dat doen wij in de bouw, maak industrie en de infra. Best breed eigenlijk. We staan in de top 3 van Cad leveranciers. Dus we zijn één van de grotere eigenlijk. We hebben ook mooie klanten in onze portefeuille, de 5 grootste aannemers en ook hele grote architecten. We hebben 3 trainingscentra. Dat is eigenlijk wat we doen. Mensen ontzorgen, eigenlijk hun proces optimalisatie regelen van alles wat ze doen. Dat kan zijn van een project, autocad en tips & tricks en ook vragen beantwoorden zoals: "ik moet gaan Bimmen, wat is dat?". Dan doen we een BIM management training en we kijken
naar hun branche, moet je het echt zien als model of wordt het meer een management tool. Dan kijken we er nog bedrijfskundig naar, hoe ga je daar als bedrijf mee om? Echt advisering.
[Koen van Vuuren, Interviewer] U had het al over wat BIM is. Heeft u zelf ervaring met werken met BIM of eventueel met tekenen in BIM? [Bas Wolse, ICN] Met werken met BIM wel, maar met tekenen in BIM niet. Ik ben immers geen modelleur maar dat is niet erg. Tenminste dat vind ik dan. BIM is voor mij Building Information Management. Vaak hoor je dat het Building Information Modeling is. Dat is gewoon modeleren, dat is niet Bimmen. Het is volgens ons informatie management. Het beheren en beheersen van je gehele bouwwerk. Dat kan in elke fase van het bouwwerk zijn. Dat kan in de schetsfase zijn maar dat kan ook in de bouw, gebruiksfase tot ook zelfs de sloopfase. Echt alle vier de fases van een bouwwerk. En je moet dat managen. Dat kan je met een 3D model doen. Je moet daarin samenwerken dus krijg je ketensamenwerking, je krijgt tevens ook verschillende aspecten die met elkaar te maken hebben zoals bijvoorbeeld brandveiligheid maar ook gebruik, facility management. Die komen samen in een bouwwerk en uiteindelijk moet dat ook gebouwd worden. Eerst als model, ... zo gaan we of hebben we het gebouwd. Maar dan ..., nu hebben we een model met heel veel informatie en een gebouw. Dat hoort hetzelfde te zijn, daar gaan we tenminste vanuit. Wat heeft die persoon er eigenlijk dan aan, aan al die informatie die bij dat model hoort? Wat is de meerwaarde daarvan? Waarom zou je het doen? Dat is de centrale vraag volgens jullie als ik het goed heb. Ik heb daar persoonlijk een goede mening over maar veel mensen hebben het hier lastig mee. Die hebben een instelling van, ja... nu heb ik al een gebouw en waarom zou ik dat model gebruiken. Vandaar dat we dat hele informatie management, dat is de waar het om gaat. Je hebt dan een BIM model en je hebt informatie en je hebt het gebouw, hoe gaan we daar mee om? [Koen van Vuuren, Interviewer] We hebben nu een paar stellingen en geen vragen. Stelling 1 Het is financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te krijgen. [Bas Wolse, ICN] Nee, Als je uitgaat van een 3D model als BIM. Dan is het een kwestie van inscannen en daarmee alles uitwerken. Als je een relatief kleiner model/pand hebt kan je het gewoon weg opmeten. Je kan ook het 3D scannen met eventueel drones, om het gebouw geheel in te scannen. Dat gebeurd ook! Met een pointcloud is dat dan. Dan scan je hem in en daarna ga je hem verfijnen naar welk ontwerpniveau je hem wil hebben. Dus dat kan gewoon, dat is niet onmogelijk. Maar waarom zou je dat doen en waarom zou je het willen doen? Als je antwoord: ja ik wil het gedaan, puur om het feit dat ik al mijn panden in 3D wil hebben en ik het in eenheid wil hebben. Dat kan een argument zijn. Een ander argument kan zijn, ik moet hier wat mee, ik wil weten wat de effecten zijn van bepaalde handeling die ik doe. Ik ga een verbouwing doen en wat zijn nou de oorzaken daarvan. Dus als je een bestaand pand heb zoals hier. Hier hebben we geluk want we hebben recht toe recht aan een
systeemplafond dus ik kan kijken wat er allemaal boven zit. Dus dat kan je wel regelen. En vaak zie je ook wel dat installatietekeningen als die er goed zijn, die waren al redelijk 2 2 en een half D gemaakt. Daar kan je wel wat mee. Die kan je wel koppelen aan elkaar.
[Louise Rogier, Interviewer] En weet u een beetje de kosten, het financiële plaatje. Er zijn niet echt standaarden voor. [Bas Wolse, ICN] Nee die zijn er niet. [Louise Rogier, Interviewer] Ik heb toen gezocht maar niks gevonden. Dat is wel lastig. Doen jullie dat als bedrijf? [Bas Wolse, ICN] Wij doen dat fysiek niet , we hebben wel klanten die dat doen. Één daarvan zit in Haarlem dat bedrijf het Paardenstad, uit mijn hoofd. Die doen dat soort dingen. [Koen van Vuuren, Interviewer] Oké, die meten het in en die werken het ook gelijk uit? [Bas Wolse, ICN] Ja die werken het uit, met pointcloud en zo. [Koen van Vuuren, Interviewer] Is dat vooral voor kantoorbouw zodat de Facilitair Manager er baat bij heeft of is het meer voor woningcorporaties. [Louise Rogier, Interviewer] Dat maakt niet uit. [Bas Wolse, ICN] Nee, dat maakt niet uit. Bij woningcorporaties zie je dat ze dan heel hele woningvoorraad willen upgraden. Dus dan gaan ze kijken wat hebben ze nou eigenlijk. Dan hebben we het over 6 a 7000 woningen bij redelijk grote woningcorporaties. Dat is best kostbaar, want elke woning is uniek. Bij rijtjeshuizen 9 op een rij, elke is net iets anders, een hoekje net ff anders. Dat is best kostbaar want je hebt een grote woningvoorraad. Andere kant als je zegt van we gaan een wijk upgraden, hij bestaat nu 35 jaar, we moeten er wat mee. Dat kan een aanleiding zijn en neem je hem ook mee in je projectkosten. Dus dan kijk je naar de kosten en baten en welke kostenplaats kies je dan. [Koen van Vuuren, Interviewer]
Dan gaan we naar stelling 2: Een gebouw welk beschikbaar in BIM, heeft een hogere vastgoedwaarde. [Bas Wolse, ICN] Dat is een goede Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat de vastgoedwaarde heeft vaak te maken met de kwaliteit van je gebouw en van je locatie. Het is ook vaak de flexibiliteit dat het gebouw heeft als we uitgaan van utiliteitsbouw. De meerwaarde zit hem dan niet zozeer in dat de vastgoedwaarde omhoog gaat maar meer in dat de beheerskosten omlaag gaan. Dan is de vraag, kan je de beheerskosten koppelen aan de vastgoedwaarde? Dat is een goede vraag. Dat weet ik niet. Je zou het kunnen doen. Als je met punten gaat werken zou je het één of twee punten kunnen geven op 50. Maar is dat veel, ik denk dat dat wel verwaarloosbaar is. Ik denk dat je meer op operationeel vlak zou moeten gaan kijken, meer van: we moeten het gaan beheren, of we beheren het en dat willen we zo laag mogelijk houden, die kosten. Dat kan je als eigenaar doen of als beheersorganisatie. Het wordt natuurlijk ook uitbesteed, dat zie ook heel veel. Die kosten kan je dan omlaag brengen, en dan heb je het meer over de operationele kosten die je bespaard. [Koen van Vuuren, Interviewer] Ja dus meer het beheer. [Bas Wolse, ICN] Ja [Koen van Vuuren, Interviewer] Dan stelling 3, FMIS en BIM zijn volledig geïntegreerd. [Bas Wolse, ICN] FMIS, Facility management information systems en BIM zijn volledig geïntegreerd? [Koen van Vuuren, Interviewer] Ja, gekoppeld. [Bas Wolse, ICN] Die moet je koppelen. [Koen van Vuuren, Interviewer] Ja, want daar is geen standaard voor, toch? [Bas Wolse, ICN] Nee er is geen standaard voor. Er zijn weinig standaarden daarin. Zelfs in FMIS zijn er verschillende systemen, verschillende methodieken en verschillende gedachtes. In BIM natuurlijk ook. En als je
uitgaat van het modeleer gedeelte van BIM, dan zijn er best wel flink wat aantal pakketten. Je hebt Revit, je hebt Tekla. Je hebt van alles al. [Louise Rogier, Interviewer] Ja binnen BIM al. [Bas Wolse, ICN] Ja en binnen FMIS ook. Dus die koppeling kan je wel maken maar dan moet je kijken: gaan we dan meer naar het informatie management? Hoe ga ik daar mee om?. FMIS is eigenlijk een soort van informatiesysteem natuurlijk. BIM heb je de E. Dan zou FMIS de E van BIM moeten zijn. Dat is lastig. Zover zijn ze nog niet. [Koen van Vuuren, Interviewer] Oké, maar dat zit er de komende wel aan te komen volgens u? [Bas Wolse, ICN] Ja, en dat komt met name door de design, build en maintane contracten. Eigenlijk de build en maintane contracten. Als je daar in ziet dat bouwers die hadden eerst iets van: We hebben het gebouwd, we leveren het op, we hebben een schutting en we gooien het er overheen en succes ermee. En nu zie je: we moeten dat gaan bouwen maar we moeten het ook 30 jaar beheren. We moeten anders gaan denken en anders gaan kijken en we moeten nu al van te voren gaan nadenken over beheerskosten. Die moeten omlaag gaan. Nu zie je wel een tendence van bouwafdeling en de beheerafdeling bij aannemer, tot nu toe gescheiden werelden, die moeten gaan samenwerken. En dat is nu echt in beginnend stadium. Daar zijn we nog niet. Het zou wel heel mooi zijn. Je ziet wel dat de mogelijkheid er is. Maar het heeft echt met overdracht te maken van kennis en informatie, zoals waarom er ergens voor gekozen is. En wat je vaak ziet, tot nu toe was het je hebt faserapportages en een eindrapport. Dit is mijn gebouw en succes. En de gebruiker heeft dan iets van, bijvoorbeeld: deze deur is groen en de rest is blauw, waarom is dat? Die achtergrond die moet je weten. Vaak zien wij een traditionele setting. Er wordt gebouwd en daarna moet je een stukje reverse engineering gaan doen over hoe het is bedacht. De meerwaarde is voor een aannemer die ook onderhoud doet dat dat niet hoef omdat die kennis al in huis is. Dus je moet het gewoon weten. Dus je krijgt een betere samenwerking en dat is noodzakelijk, daar zijn we nog niet maar dat moet wel gebeuren, tussen de bouwtak en de beheerder. [Louise Rogier, Interviewer] Nu puur meestal uit eigen belang. En daarna is de volgende aan de beurt. [Bas Wolse, ICN] Ja en nu is het eigen belang hetzelfde bedrijf en dat zijn ze niet gewent. [Louise Rogier, Interviewer] Ze denken dus nu vooruit.
[Bas Wolse, ICN] Ze zouden al vooruit moeten denken.
[Louise Rogier, Interviewer] Het zou nu al moeten gebeuren ja, maar omdat je het over de schutting inderdaad gooit ... [Bas Wolse, ICN] Naja, nu hebben we een aantal grote aannemers die nu dit beginnen te merken. De eerst BIM projecten proberen ze dus nu ook in beheer te krijgen. Je merkt ook dat ze anders moeten gaan denken. Dat is leuk om te zien. Dat is iets waar ik zelf al 10 jaar tegen aan schop en dat beginnen ze nu te doen. [Koen van Vuuren, Interviewer] Waar is dat echt de drijfveer voor? Is dat omdat de opdrachtgever dat wil of om geld? [Bas Wolse, ICN] Geld. Er werd weinig gebouwd afgelopen jaren. Sinds 2008 staat de bouw eigenlijk redelijk stil. Dus je moet iets doen als bedrijf en daarom gaan ze richting de bestaande bouw. Dat gaan we onderhouden dus hebben we daar een tak voor opgezet of dat was er al en is verder uitgebreid. Nu begint dat weer aan te trekken en we moeten nu verder denken en lange termijn visie ontwikkelen. Dat hebben we nu gedaan. Die lange termijn visie houdt dus in dat we niet alleen maar zomaar iets neer zetten maar we willen een langdurige relatie met onze opdrachtgevers. Een opdrachtgever heeft iets van: ik heb een pand nodig om in te werken en ik wil geen gezeur hebben en ontzorgd worden. Wat eerst een facility managment afdeling deed of een real management bedrijf die dat gewoon voor je doet. Maar waarom moet dat een apart bedrijf zijn? Dat kan die aannemer net zo goed. Want die kan het bouwen en dus ook onderhouden. En je bouwkosten gaan omlaag want die worden uitgesmeerd over 30 jaar. Je mag voor weinig bouwen als je het 30 jaar onderhoudt. [Koen van Vuuren, Interviewer] Maar je hoort ook juist ook dat bouwkosten juist omhoog gaan omdat ze een kwalitatief product willen leveren om in beheer te besparen. [Bas Wolse, ICN] Ja, dat klopt. Dat is waar. Maar dan zijn je langdurige kosten lager. Dat is die koppeling tussen je bouwkosten en de beheerskosten. Ik heb een keer gesprek gehad jaren geleden bij een ontwikkelaar en dat ging over een koelinstallatie en welke die nou moest kiezen. Je bent een pand aan het bouwen maar wordt het je eigen pand? of ga je hem verkopen? Waarom? Nou deze koelinstallatie is goedkoop in aanschaf en duur en onderhoudt en deze is duur in aanschaf maar goedkoop in onderhoudt. [Louise Rogier, Interviewer]
Dat is puur inderdaad de overwegen die je nu dus doet bij bouwen [Bas Wolse, ICN] Ja. Hij zegt het wordt mijn pand en het blijft mijn pand. We gaan het exploiteren en beheren voor de komende 20 a 30 jaar. Dus ik zei dan moet je degene nemen die duur in aanschaf is en goedkoop in onderhoudt want als je onder de streep kijkt ben je uiteindelijk een stuk goedkoper uit. Echt, of dat hij water zag branden. Of dat hij iets voor het eerst hoorde. Maar zo moeilijk is dat volgens mij nou niet. Daar gaat het uiteindelijk om. [Louise Rogier, Interviewer] Zo simpel is het eigenlijk. [Bas Wolse, ICN] Ja, maar het is ook niet zo moeilijk. [Louise Rogier, Interviewer] Nee. Wat je merkt is dat tot een aantal jaar geleden men is opgeleid met het idee, het mag technisch, het kan technisch, we voldoet aan het bouwbesluit dus het is goed. Bouwbesluit is natuurlijk de ondergrens. Als je eraan voldoet is het net aan goed maar daar gaat het nu niet meer om. Je hebt tegenwoordig natuurlijk ook groen bouwen en hoe vaak je een gebouw kan hergebruiken en of het alleen voor één doel is gebouwd. Dat komt steeds meer aan bod. En ook daar moet je dus van te voren rekening mee houden. We gaan nu een kantoor pand neerzetten maar misschien zijn het over 5 jaar wel appartementen dus houden we er nu al rekening mee. En ook daar moet je van te voren al naar kijken. [Louise Rogier, Interviewer] En dan is inderdaad BIM een grote toegevoegde waarde. [Bas Wolse, ICN] Dan is BIM een hele grote toegevoegde waarde. Want dan weet je precies wat erin zit en ook waarom en hoe en wat. Dan weet je dat bepaalde dingen dragend zijn en weet je ook waar je installaties zit en weet je ook hoe het gebouw staat. Je kan overal naartoe en alles doen wat je wilt want je hebt het model en je hebt gewoon een fysiek gebouw. [Louise Rogier, Interviewer] En ook eerst alles in BIM gaan veranderen voordat je het in het echt gaat veranderen. [Bas Wolse, ICN] Dan doe je een clash control eroverheen en kijk je of er wat gebeurd. Simpel!
[Koen van Vuuren, Interviewer] Dan zijn we bij stelling 4, deze hebben we al een beetje behandeld, BIM is voor de vastgoedbeheerder alleen van toegevoegde waarde tijdens de exploitatiefase. [Bas Wolse, ICN] Ik vindt dat de vastgoedbeheerder al bij de bouwfase aan tafel moet zitten. Dat is echt de vraag achter die vraag volgens mij. Wat je nu nog steeds ziet is die schutting. Het is gebouwd we dragen het over en succes er mee. Dat we voor aannemers die nog niet de gedachte hebben dat het handig is in gebruik. Een voorbeeld is een brandklep die werd ergens achter een dichtgetimmerd plafond neergezet want ja het was een brandwerende scheiding. Maar dat kan helemaal niet. Hoezo dan niet? We hebben WBDO 60 en daar moet een brandklep in want daar hebben we een doorvoer. Dus ik zeg daar kan je niet meer bij. Technisch mag het, dat voldoet helemaal. Dus ik zeg: ja, maar je hebt je onderhoudsvoorschriften. 1 keer per jaar moet die gecontroleerd worden en daar kan je dan niet meer bij. Jaaaa ... Hallo, het is geen systeemplafond. Maak er dan een luik in. Dus hij zegt: ja maar dat ziet er helemaal niet uit. Ik zeg: wat wil je nou? Dan moet je hem anders regelen of je leidingschacht anders laten lopen. Dan moet je dat doen! Maar het moet wel gemakkelijk in gebruik zijn. Een vastgoedmanager of een technisch manager of stud manager hoe je het noemen wil. Ik vind dus dat die al bij het ontwerp betrokken moet zijn zodat die ook daar zijn mening over kan geven zodat uiteindelijk het niveau van het gebouw omhoog gaat. Zodat het beter exploitabel is. [Louise Rogier, Interviewer] Ja, dan kan je dingen gelijk tackelen natuurlijk. [Bas Wolse, ICN] Ja, dit soort dingen! [Louise Rogier, Interviewer] Ja dit soort dingen ja. [Bas Wolse, ICN] Want hij denkt eraan en een aannemer niet want die denkt in fases. Die denkt: we hebben nu een wand, daar zit een scheiding en daar zit een doorvoer in dus die moet dicht. Er zit een plafond, die moet ook dicht en zo onstaat dat. [Koen van Vuuren, Interviewer] Dan gaan we naar stelling 5, het is duurder om BIM opgeleid personeel in te huren dan eigen personeel op te leiden. [Bas Wolse, ICN] Dat hangt van het niveau van je BIM personeel af. Je hebt uitvoerend modeleurs en je hebt tekenaars. Je hebt 2D tekenaars die goed kunnen tekenen en je hebt modeleurs, die zijn een stapje hoger en dus wat duurder. Daarnaast heb je nog BIM projectleiders. Dat hangt van heel veel
randvoorwaardes af. Als je zegt ik wil nu operationeel zijn en ik heb nu iemand nodig want ik heb nu een project. Dan is het goedkoper om even iemand in te huren voor dat betreffende project. Als je op langer termijn wil kijken om een bedrijf volledig te laten Bimmen, dan moet je personeel opleiden. Maar goed dat moet je personeel kunnen en aan kunnen. De overgang van papier naar 2D Autocad was een hele grote stap. De overstap van 2D Autocad naar 3D BIM is een net zo grote stap. De mensen moeten anders gaan denken, ze moeten visueel gaan denken, ze moeten ruimtelijk gaan denken en dat zijn ze niet gewent. En ook het feit dat een lijntje gewoon een lijntje is in Autocad maar een lijntje is geen lijntje in Revit. Dat is heel anders. [Louise Rogier, Interviewer] Ja het is specifieker. [Bas Wolse, ICN] Ja en er hangen ook heel veel eigenschappen en kenmerken aan vast. En dat is nieuw en dat geeft niet, dat is goed en dat is mooi. Ik denk als je lange termijn gaat kijken dat het goed is om te investeren in je personeel. Doe dat dan goed want dat geeft een solide basis voor je bedrijf. Aan de andere kant op korte termijn is het handiger om mensen in te huren. Je kan ook een hybride oplossing doen, dus dat je een deel mensen inhuren en een deel leidt je op zodat ze samen op kunnen trekken. Of dat het duurder is hangt daarom af van heel veel randvoorwaarden. De huidige werknemers die snappen dit en die willen dit en die gaan er ook voor. Dan kunnen ze vrij vlot opgeleid zijn. Binnen 2 weken ben je redelijk op niveau en dan door. Maar als je redelijke conservatieve medewerkers hebt kost het je meer kruim. Dat is lastig. Het is niet de vraag wanneer BIM komt maar je BIM gaat implementeren in je bedrijf. [Louise Rogier, Interviewer] Het komt er zoiezo aan. [Bas Wolse, ICN] Het is al volop bezig [Koen van Vuuren, Interviewer] Daarom hadden we ook ons meer gefocust op de bestaande bouw omdat je daar nog niet veel over hoort. Wij hadden er eerlijk nog nooit van gehoord dat bestaande bouw ingemeten en 3D uitgetekend werd. [Bas Wolse, ICN] 2 of 3 jaar terug had een goede kennis van mij ongeveer het zelfde afstudeeronderzoek gedaan wat jullie nu doen bij BAM. Zelfde insteek. Zijn scriptie is beschikbaar op internet. Zijn naam is Maarten Nijhoff. Die is bij BAM afgestudeerd op HBO op dit onderwerp. Een goed voorbeeld dus. [Koen van Vuuren, Interviewer]
Bedankt, want het is moeilijk hierover veel literatuur te vinden. [Bas Wolse, ICN] Dat is er praktisch niet en als het er is, is het gedateerd. [Louise Rogier, Interviewer] Dat gaat heel snel natuurlijk. [Bas Wolse, ICN] Het gaat zoiezo snel, dat spreekt voor zich. Als het er wel is, dan is het geschreven door mensen die nog niet zo ver zijn. We moeten dan over gaan op 3D en dan bieden ze een oplossing aan, dat is dan 2 en een half D. Dat zijn platte vlakken en een klein beetje omhoog. En: ja, we moeten volledig in FMIS zetten. Terwijl dat helemaal niet hoeft. Koppel dat of leg het naast elkaar. 1 + 1 is 3. Dat idee. Dus dat is wel lastig. [Louise Rogier, Interviewer] Je ziet heel veel theoretische toekomst gedachtes. [Bas Wolse, ICN] Ja, en toch zie je wel, wat ik net ook zei, met name in de build en maintaine opdrachten dat het wel gebeurd. Huidige bestaande bouw om even terug te komen op je stelling, kan je geld opleveren als je je beheerkosten omlaag wil brengen daardoor. Dat betekent wel dat je andere technisch managers moet hebben en andere Facilitair Managers moet hebben. Die moeten ook op een andere manier gaan denken, andere manier opgeleid worden. Die worden nu niet zo opgeleid. [Koen van Vuuren, Interviewer] Op welke fronten bespaar je dan eigenlijk. Dat er sneller actie kan ondernomen worden omdat men weet waar het probleem zit of ... [Bas Wolse, ICN] Ja dat is één. Je kan ook dingen sneller terug vinden en je weet ook wat waar zit. Nu werkt het zo: een technisch manager of Facilitair Manager constateert iets zoals een lekkage, goh wat zit er achter? Het hele plafond moet open en de aannemer moet erbij komen. Het loopt daar, oh waar zou dat vandaan komen? We hebben afshot, oh dat komt daar vandaan? Nouja uiteindelijk blijkt dat er ergens een lek in de dakfolie zit. Dan is het meer van: oh we hebben hier een lek, het komt hier vandaan. Dan kijken we in het model. Wat zit daar allemaal? Waar zou het vandaan kunnen komen? Je kan veel sneller een oorzaak vinden. Goed, dat is dan reactief. Je hebt reactief en proactief beheer. Dit is dan reactief. Als je naar proactief beheer kijkt: we merken dat één koelunit steeds stuk gaat. We hebben er afgelopen jaar 10 klachten over gehad. Wat hebben we nou nog meer? Hoeveel koelers hebben we eigenlijk in beheer? We hebben er vijftig, misschien wel honderd. Alleen die ene gaat steeds stuk dus we moeten er wat mee. Hoe kunnen we dit op strategisch niveau kijken hoe we dat probleem kunnen aanpakken. Nog een proactieve stand is eigenlijk meer, we weten wat we moeten doen om te onderhouden. Je hebt natuurlijk op een gegeven moment vervangingen en
dergelijke. Waar zitten we precies en hoe kunnen we dat het beste aan gaan pakken? Dus dan ga je het BIM model ook gebruiken van te voren om al te kijken hoe je groot onderhoud moet plannen zodat er zo min mogelijk overlast is.
[Louise Rogier, Interviewer] Ja precies. [Koen van Vuuren, Interviewer] Dat is dus allemaal informatie die je dan koppelt aan die elementen. Je zei al eerder ook dat er dan bijvoorbeeld een logboek aan hangt. [Bas Wolse, ICN] Dan kan je zeggen: ik ga het fysiek aan mijn model koppelen maar daar wordt je model heel zwaar van. Daar zit je niet op te wachten. Dat kan men ook niet aan. Dat kan je hardware niet aan. Dat kan wel ..., maar dan moet je hele zware apparatuur kopen. Dus dan moet je echt zeggen: nee, ik heb een systeem die dat koppelt aan elkaar. Dus aan de ene kant heb je het model en aan de andere kant heb je logboeken, certificaten, onderhoudsvoorschriften, programma's van eisen, plannen van aanpak. Via dat systeem knoop je die aan elkaar zodat ik vanuit dat systeem kan kijken van: ik heb hier mijn model en ik heb daar mijn onderhoudscontracten, hoe zit dat precies? en waar zit hoe en wat? Als ik die in mijn onderhoudscontracten heb. Waar heeft dat betrekking op? Waar staat dat in het model? Dat ik gelijk naar het model kan gaan en dat die helemaal inzoomt en dat je die combinatie hebt. Dat lijkt naar mijn idee een hele goed oplossing. [Louise Rogier, Interviewer] Ja dat is denk ik de beste manier. [Bas Wolse, ICN] Ja dat vindt ik ook. En dat is ook één van de oplossingen die wij ook aandragen. Dat is een product, dat heet newforma. Die kan dat als één van de weinige die dat zo aan elkaar knoopt. Je kan alles terug vinden, dat is prettig. Je hebt je model en je hebt je andere informatie en je model is eigenlijk net zo belangrijk als je programma van eisen. Als je kijkt: je hebt een object, je hebt het niet over projecten in de vastgoed maar over objecten. Daar heeft alles mee te maken. Misschien, net zoals ik zei van die aanleiding waarom ergens voor gekozen is, dat weet je dan want het is dan gekoppeld aan dat ene element. Nou over die deuren, die ene groen en de rest blauw. Waarom is die ene blauw? Dan weet je dat er een aanleiding is en dat hangt eraan vast. Je kan het aan het element koppelen maar je kan ook denken: ik koppel dat element aan die data. Dat laatste dat is lichter en ook toegankelijker voor niet-modelleurs. Ik ben geen modelleur maar ik wil wel die informatie weten. Ik ben vastgoedmanager, je kan niet 3D tekenen en je hebt geen verstand van Revit maar je wil wel die informatie uit dat model hebben of koppelen aan je model. Dat wil je doen! [Koen van Vuuren, Interviewer] Dat is gewoon een soort hyperlink dan?
[Bas Wolse, ICN] Ja. [Koen van Vuuren, Interview] Dan nog een hele simpele vraag. We hebben hem nu eigenlijk al behandeld. Wat is de toegevoegde waarde voor BIM in vastgoed beheer? [Bas Wolse, ICN] Dat is dus je operationele kosten, je beheerskosten kunnen omlaag gaan als je het goed doet. [Louise Rogier, Interviewer] Ja als je het een beetje slim aanpakt en een beetje vooruit denkt. [Bas Wolse, ICN] Onder randvoorwaarden zoals we net al hadden besproken. [Koen van Vuuren, Interviewer] Het is natuurlijk een opkomend iets. Heeft u een punt gehad waarop de beheerder echt overgehaald werd over te gaan op BIM of is dat meer een visie op de toekomst dat dat ooit nodig is? [Bas Wolse, ICN] Hangt af van wie de beheerder is. Losse beheersorganisatie, dat gaat even duren. Die beheren al dertig jaar objecten. Voordat die overstappen van 2D naar 3D, dat kost gewoon heel veel tijd. Dat is een hele traditionele beroepsgroep. Organisatie zoals de aannemerij die beheer gaat doen, dat zal sneller gaan want die willen nu al in 3D gaan modeleren en ook echt een BIM traject ingaan tijdens de bouwfases, gaan ze dat sneller gebruiken. Dus je hebt eigenlijk een beetje een 2 sporen belijdt. En als je vraagt: hoe snel gaat dat dan? Wat verwacht je? Ik denk dat dat in de bouw best wel snel gaat. De eerste projecten komen nu al los. Die worden nu al in 3D beheerd. De eerste grotere projecten. Dat gaat alleen maar goed cumulatief. Ik denk bij vastgoedbeheerders gaat dat zeker wel 5 jaar duren voordat dat een beetje los begint te komen. [Louise Rogier, Interviewer] Komen bij u bedrijf ook echt vastgoedbeheerders die zeggen: we willen dit in BIM gaan beheren omdat ze zien dat het in de toekomst belangrijk is? [Bas Wolse, ICN] Ja, dat gebeurd. Een mooi voorbeeld is het terrein van Netstaal in Alblasserdam. Die richten zich nu meer op de corebusiness. Ze hebben nu natuurlijk 2 hele grote staalfabrieken op dat terrein staan en ze hadden iets van: we zijn geen vastgoedbedrijf, we zijn een staalfabriek! Dus dat hele terrein zelf hebben ze in een B.V. gestopt en dat deed dus de vastgoedbeheerder. Die zijn nu dat hele terrein in 3D aan het zetten om het dus ook in 3D te kunnen gaan beheren.
[Louise Rogier, Interviewer] De functie van ICN is dan zorgen dat .... Jullie modeleren dan niet zelf? [Bas Wolse, ICN] Nee, we modeleren niet zelf. Wij leveren softwaretooling en consultancy. Hoe ze het beste kunnen gaan doen. [Louise Rogier, Interviewer] Ja, dus een plan. [Bas Wolse, ICN] Ja een plan maar ook gewoon een knoppentraining. Ga maar eens zitten en klik daar maar eens op. Dat idee! [Louise Rogier, Interviewer] Oké, dat dat dan ook echt in 3D beheerd kan worden. [Bas Wolse, ICN] Ja, en daar ook advies in. Hoe kan je dat dan het beste doen? [Louise Rogier, Interviewer] Ja precies. [Bas Wolse, ICN] Ene kant van: oké, hoe ga jij met software pakketten om, die wij jullie verkopen? En aan de andere kant van: wat is je visie? Wat is je gedachte daar achter? Waarom wil je het doen? Wat is je meerwaarde daarvan? Een beetje de zachte kant van BIM. [Koen van Vuuren, Interviewer] Krijg je dan dat ze op een gegeven moment zo verdiept zijn dat ze nieuwe dingen tegen komen en denken: hé ik kom weer terug! [Bas Wolse, ICN] Ja, die brede werkmethodiek is daar eigenlijk een hele goede oplossing voor. We merken dat een aantal klanten zeggen: we missen dit/we willen dit ook kunnen doen! Dan kan je dat met Revit wel doen maar dat kost dan 20 klikken en dan zeggen wij: oké, als het dan in Revit kan in 20 klikken zorgen wij ervoor dat jij dat in 1 a 2 handelingen kan doen en dat het veel makkelijker en efficiënter kan. Dat gebeurd! [Koen van Vuuren, Interviewer] Hebben jullie in zo een situatie dan direct contact met Autodesk?
[Bas Wolse, ICN] Wij zijn natuurlijk Autodesk partner. Dus ja. Aan de andere kant, de 3B methodiek is echt van ons. Dat doen wij zelf op elke programmeurs. Computernerds hier die dat allemaal in codes programmeren. [Louise Rogier, Interviewer] Dus om dat aan de man te brengen. Dat is echt van ICN zelf. [Bas Wolse, ICN] Ja echt van onszelf. Maar Autodesk producten zoals Revit, Autocad dat soort dingen. Daar zijn meer bedrijven die dat doen maar die hebben niet zo een mooie tool zoals wij hebben. [Louise Rogier, Interviewer] Alleen hier! [Bas Wolse, ICN] Ja, alleen ICN! Dat is ook één van onze krachten. Nederlandse programmeurs, Nederlandse regelgeving, koppeling met het bouwbesluit, koppeling met STABU, koppeling met toeleveranciers. Dat zit er allemaal al in. Dat maakt het prettig om mee te werken. [Louise Rogier, Interviewer] Ja, precies. [Bas Wolse, ICN] Geld verdienen, daar gaat het ook uiteindelijk om. We zeggen altijd zo: als de klant van de klant tevreden is zijn wij ook tevreden. Een aannemer heeft een opdrachtgever die een mooi pand wil hebben. Die moet dus tevreden zijn. Als die aannemer dus goed zijn werk doet dan zijn wij ook tevreden. Dan heeft die aannemer goed onze materialen/tools kunnen gebruiken. [Louise Rogier, Interviewer] Ja en dat is heel de bedoeling van het bedrijf natuurlijk. [Bas Wolse, ICN] Ja uiteindelijk wel. Het is samenwerken. BIM is natuurlijk ook ketensamenwerking. Een BIM traject is niet van: ik heb een 3D model, succes ermee! Je wil je fases helemaal naar voren trekken. Wat je nu ziet, ik ga schetsen dus dat hoor je niet. [Louise Rogier, Interviewer] Dat geeft niet.
AFBEELDING
[Bas Wolse, ICN] Kijk, nu heb je de standaard bouwfases kwa bouwkosten. Dan wil je hem helemaal naar voren trekken. Als je vroeg je investering doet bespaar je in beheer. We hebben het nu niet over de bouw maar over gebruik. [Louise Rogier, Interviewer] Oh, dat is dat voorbeeld van het koelsysteem. [Bas Wolse, ICN] Ja inderdaad. [Louise Rogier, Interviewer] We hadden nog één stelling toch? [Koen van Vuuren, Interviewer] Ja, één vraag. Dus we hebben nu al de baten gehad en we doen natuurlijk onderzoek naar de kosten baten analyse dus bij deze: wegen de kosten op tegen de baten bij het implementeren van BIM in de bestaande bouw? [Bas Wolse, ICN] Nou jullie hebben een gesloten vraag, dus daar kan ik gewoon ja of nee op antwoorden. Maar dat zal ik niet doen want dat is flauw. Dat hangt van de status van je gebouw af. Als je een jong gebouw hebt of een gebouw hebt wat heel lang mee kan gaan, dan wekt dat zeker op. Want je investering smeer je dan uit over 10 a 20 jaar. Als je een gebouw hebt wat einde levensduur is dan niet. Dat is ook logisch denk ik want je investering moet je uitsmeren over een bepaalde periode. [Louise Rogier, Interviewer] Ja het is puur hoeveel je er nog mee wil. [Bas Wolse, ICN] Ja, kijk je hebt een auto. Die auto is een jaar oud. Dan investeer je nog als dat nodig is maar als je een auto hebt die 25 jaar oud is, dan doe je er niet zo veel mee. Zo simpel is het eigenlijk. Zo zie ik het hoor. Aan de andere kant, we pakken een winkelcentrum wat volledig uitgewoond is en daar moet
wat mee en we gaan het helemaal renoveren. Helemaal opnieuw opknappen. Dan kan je het beschouwen als een nieuw centrum/een nieuw pand. Dan kan je het gewoon meenemen. Dan is je investering gewoon goed maar dan kies je eigenlijk een nieuw nulpunt. Dan kan die weer 20 a 30 jaar mee. Dan is het een bestaand gebouw maar .... [Koen van Vuuren, Interviewer] Want wat zijn de grootste kostenposten. Is dat de verandering in je bedrijf. Dat je nu een BIM manager nodig hebt en daaronder mensen die ook een opleiding/cursus nodig hebben of is het de software of het inmeten? [Bas Wolse, ICN] Je hebt BIM managers, informatie managers. Die komen steeds meer naar boven toe. [Koen van Vuuren, Interviewer] Wat doen die precies? Die beheren alle word documenten die aan het model gelinkt zijn? [Bas Wolse, ICN] Die beheren alle informatie stromen. Dat is wat ze doen. Dat kan de zelfde persoon zijn want die denken ook op de zelfde manier maar soms niet. Soms zijn ze echt alleen informatie manager. Een informatiemanager opereert op het snijpunt tussen ICT en operations. Daar is waar ze werken. En die moet er voor zorgen dat iedereen in operations terug kan vinden wat die nodig heeft. Dat is die E binnen BIM van al die informatiestromen. Daar is hij verantwoordelijk voor, dus dat is een functie/ 1 FTE. Dat is 60 a 70 duizend euro per jaar. Dat zijn kosten. Een BIM manager. Dat kan iemand zijn die daarin doorgroeit. Je hebt BIM modelleurs, die zijn duurder dan tekenaars. Dat is ook een kostenpost. En jou vraag is wat is de grootste kostenpost? [Koen van Vuuren, Interviewer] We willen alle kosten in beeld brengen voor ons onderzoek. [Bas Wolse, ICN] Waarin moet je investeren eigenlijk. Dan heb je je softwarepakketen. [Louise Rogier, Interviewer] Licenties enzo? [Bas Wolse, ICN] Licenties daarin inderdaad. Dus dat kost geld maar ook workstations. Dus je computers waar je het op opslaat. Dus niet zomaar coolblue laptops. Daar kan je het gewoon niet mee doen. Je moet echte
harde workstations hebben die het echt aan kunnen en die kosten een paar duizend euro en dat geeft niet. Dat doen wij ook als bedrijf. We leveren ook hardware van een muis tot een serverpark en alles wat daar tussenin zit. Maar wel voor ons type klant. Dus niet voor een gewoon kantoor. Die kan gewoon een 300 euro laptop kopen. Dat maakt niet uit voor een kantooromgeving. Maar als je gaat modelleren of echt het hele proces moet pakken. Daar heb je gewoon zwaardere apparatuur voor nodig. Dat doen wij dus ook om een totaal pakket te kunnen doen. [Koen van Vuuren, Interviewer] Want als jullie de computers vervangen zal het vaak zijn dat jullie het hele systeem moet omgooien. [Bas Wolse, ICN] Nee, dat valt wel mee. Als je zegt: ik heb een server in huis en daar moet je iets mee doen. Maar het kan ook dat je dat ergens op een serverpark hebt staan en je huurt terabytes aan ruimte. Dan maakt dat niet uit en is dat de het probleem van degene die het serverpark beheerd. Dus het hangt af van hoe je het regelt. Je kan ook met een Revit server ergens werken en dan hoef je het alleen op te halen in je systeem, het te bewerken en weer terug te zetten. [Koen van Vuuren, Interviewer] Bij het project waar ik stage liep hadden ze problemen in de bouwkeet omdat ze daar geen goede verbindingen hadden en waardoor het verzenden van modellen heel lang duurde. [Bas Wolse, ICN] Dat kan je dus oplossen door niet heel je model te verzenden maar dat kan je eigenlijk op twee manieren oplossen. Één is: ik ga niet lokaal werken maar ik doe het met een virtual machine, dus ik ga niet in het kantoor werken terwijl ik daar wel inlog. Je kan ook zeggen dat je niet werkt met modellen maar je haalt modellen op. Een beetje zoals je met Wetransfer werkt. Newforma doet dat ook. Als je geen grote bestanden wil versturen kan je zeggen: pluk hem maar van mijn systeem af! Dat scheelt heel veel. [Koen van Vuuren, Interviewer] Om gelijk de overstap te maken. Indien je een lek hebt wil je als beheerder gelijk kunnen kijken waar het probleem zit. De tablet is natuurlijk heel erg in opkomst. Is daar ook software voor beschikbaar? [Bas Wolse, ICN] Je kan dat van 2 kanten bekijken. Als je je 3D model bij je wil hebben. Zo ver zijn we nog niet helemaal. Daar wordt wel aan gewerkt maar daar zijn we nog niet. Aan de andere kant is de vraag: Wil je dat? Wil je heel je 3D model bij je hebben als je op locatie loopt. Wat voor een beheerder praktischer zou zijn: ik heb mijn telefoon bij me en ik ben ergens en ik maak er een foto van en ik koppel dat aan het element van mijn BIM model. Want ik weet waar ik ben en ik weet waar ik zit. Ik koppel hem aan die ruimte. Ik zie hier de lekkage. Ik koppel hem daaraan en ik schiet hem terug in het systeem. Zodat je die koppeling weer krijgt zodat het model niet te zwaar wordt. Want als je door het gebouw loopt weet je toch wel waar je bent. Dat zou een mogelijkheid kunnen zijn.
[Koen van Vuuren, Interviewer] Een soort Ed Controls. [Bas Wolse, ICN] Als je in Ed Controls kijkt is het een los systeem wat in de cloud staat. Het zou goed zijn als het zou zijn: je hebt je opname apps en die horen bij je project en die horen bij je model. Dat hoor je dus in één systeem te zetten. [Louise Rogier, Interviewer] Zijn die er? [Bas Wolse, ICN] Ja, New Forma doet dat. Ik ben hier niet om New Forma te verkopen maar ik vindt wel dat het zo hoort te zijn. Je hebt anders op heel veel verschillende eilandjes je informatie staan. Dan staat op Ed Controls je informatie, en in de cloud heb je dan je BIM model en op de lokale server heb je dan je eigen info staan en op je mailomgeving heb je je email staan. Sorry hoor maar ... [Louise Rogier, Interviewer] Waar ga je het vinden? [Bas Wolse, ICN] Ja en dan wordt je helemaal gek. Want je beheerd niet 1 project maar je hebt er 10 of 20. En dan draai je door. Dus het liefst wil je eigenlijk een soort van dashboard hebben waar je al die informatie met elkaar koppelt en verbindt, dat is het prettigst. En dat is je BIM model inderdaad maar ook je opname, je foto's en je mail enz. Dat maakt uiteindelijk heel de I stroom binnen BIM behapbaar. Eigenlijk is dat eigenlijk een beetje: Getting Things Done, een boek van David Allen. Die gedachte zit daar eigenlijk achter. 1 plek 1 inbox daar vindt ik alles terug. [Louise Rogier, Interviewer] Wat ik moeilijk vindt bij dit project, is het zoeken naar standaarden. Bij Breijer hadden ze het over dat ze niets met een pointcloud kunnen omdat dat te specifiek is. En bij het inmeten kan je gewoon ongeveer de afmetingen bepalen van de leidingen en wanden. Zij hebben geen specifieke dingen nodig. In hoeverre je dat voor klanten specifiek hebt? [Bas Wolse, ICN] Ik snap je vraag niet? [Louise Rogier, Interviewer] Ik vind het lastig uit te leggen. [Koen van Vuuren, Interviewer] Is er een bepaald niveau van uitwerkingen?
[Bas Wolse, ICN] Ja dan heb je het over je LOD's, je level of development. [Louise Rogier, Interviewer] Oh, die zijn er? [Bas Wolse, ICN] Ja, je hebt LOD 100 tot 500. 100, 200, 300, 400 en 500. Ik heb het ook niet bedacht. Daarin geef je aan wat je ontwerpniveau is. LOD 100 is echt een blok wat een pand gaat worden. LOD 500 is geheel gemodelleerd met zelfs schroefjes en alles eraan. LOD 400 is het meest gebruikte als S beeld. Dus ook in je ontwerp zie je, nou goed: we beginnen met LOD 100, dit gaat het ongeveer worden. Een beetje je schetsontwerp. Dan heb je je VO, dat is dan ongeveer 200. En je DO is dan 300 en je UO is dan 400. Je moet het je zo ongeveer inbeelden. [Koen van Vuuren, Interviewer] Wanneer is dan 500? [Bas Wolse, ICN] 500 is echt bij je S beeld. [Louise Rogier, Interviewer] Hier hebben we veel aan. Deze standaarden. [Bas Wolse, ICN] Er zijn standaarden maar dat is het. Je maakt van te voren afspraken over het uitwerkingsniveau. Vaak zie je dat men de neiging heeft om alles tot in detail door te gaan modelleren. Daar zit je niet op te wachten. Je wil bij je schetsontwerp niet weten waar... [Louise Rogier, Interviewer] Waar het lichtknopje komt. [Bas Wolse, ICN] Juist! Of hoe het schroefje in je klink zit. Je wil weten dat er in het pand scheidingen zijn en hoe de looproute loopt. Dat is genoeg! Maar dat zijn afspraken die je van te voren maakt met elkaar. Daarin staat vast hoe ver je gaat. Wat je dan ziet is dat toeleveranciers hun eigen modelletjes hebben. De fout die je daar in ziet is dat ze die helemaal in detail gaan door modelleren. Als je naar de bibliotheek van een klink gaat kijken, vindt de toeleverancier het prachtig dat je het product ziet met lichtinval en helemaal perfect. Dat vinden ze mooi want het is hun product! Dat verkopen ze, dat vinden ze geweldig. Als je dat in je BIM model gaat zetten wordt het een heel log gebouw want de baksteenboer en de kozijnboer doen dat ook. Dan wordt het zwaar dus dat wil je dat eigenlijk niet. Lever het dan op verschillende niveau's aan! Hier hebben we een grof jouw product staan en dat linkt naar het model zodat als je gaat inkopen, beheren of moet onderhouden moet je wel weten wat
het echt is. De oorspronkelijke files kunnen dan gelinkt worden op bijvoorbeeld de site van de leverancier. [Louise Rogier, Interviewer] Dan kan je het wel weer specifieker zien. [Bas Wolse, ICN] Ja en dan kan de leverancier ook zeggen: nou, hier heb je een vliesgevel en daar hangen dus onderhoudsvoorschriften aan vast en dan kan je dat zelf beheren. Maar waarom zou je dat zelf willen beheren? Dat kan de leverancier ook en dan weet je waar je aan toe bent en het is ook altijd actueel want de leverancier heeft die info. En ook blijft je garantie 10 a 15 jaar staan. Want als je het verkeerd beheerd/ verkeerd onderhoudt dan vervalt je garantie en heb je een probleem. En dat gebeurd helaas! [Koen van Vuuren, Interviewer] Dan hadden we nog een punt. Dat is ook weer vanuit beheer gezien. Dat de onderhoudscontracten niet kloppen met het BIM model omdat die contracten gemaakt zijn na het exploiteren van het gebouw en er toen nog geen BIM was. De waardes uit die contracten kloppen dan niet indien het BIM model wordt gemaakt. Bijvoorbeeld bij een schoonmaakcontract. Heeft u dit meegemaakt? [Bas Wolse, ICN] Er worden andere normen gebruikt met schoonmaken met vierkante meters. Je hebt verschillende vierkante meters. Je hebt GO, VVO en nog meer. Simpel voorbeeld: bij schoonmaken heb je een open trap in een ruimte. Tot een meter onder die trap is geen verhuurbaar vloeroppervlak maar het is wel schoonmaakoppervlak. Dat moet je wel meenemen in de berekeningen. Dan is de vraag hoe je dat moet gaan meten. Daar zijn normen voor, en die zou je moeten koppelen aan je BIM model. Vaak zie je dat schoonmaakcontracten bij oplevering een rondje wordt gedaan met het schoonmaakbedrijf en die gaat het pand dan opnieuw inmeten en opnieuw bekijken. Terwijl je daar het BIM model voor kan pakken. Daar zijn ze nog niet denk ik. Ik ben ze nog niet tegen gekomen. Als je wilt kan ik je gegevens geven van een goed schoonmaakbedrijf die daar heel makkelijk over wil praten vanuit jullie kant. Ik zal jullie zo het mail adres geven. Als ze zeggen: daar zijn we helemaal niet bezig, dan weet je dat ook weer. [Louise Rogier, Interviewer] Fijn [Bas Wolse, ICN] Ja, je moet elkaar helpen. [Louise Rogier, Interviewer] Ja heel prettig. Wie kwam er met die LOD's?
[Bas Wolse, ICN] Als je kijkt op Nationaal BIM handboek dan staat daar wat over. Wij zijn er niet zelf mee gekomen, dat is gewoon vanuit BIM gekomen. [Koen van Vuuren, Interviewer] Het is geloof ik al bekend dat andere landen voorlopen op Nederland op het vlak van BIM. [Bas Wolse, ICN] Ja op sommige landen niet en op sommige landen wel. Engeland loopt voor op ons. Die hebben voorgeschreven richtlijnen vanuit de Britse overheid. Ik weet daar nog maar vrij weinig van. Die Maarten weet er wel veel van, want die heeft dat ook gebruikt in zijn onderzoek. Die werkt bij Razenberg, onderdeel van Strukton. Onderdeel van die club. Die heeft het meegenomen in zijn onderzoek. [Koen van Vuuren, Interviewer] Je zou denken dat vanuit die landen heel veel invloeden zouden komen over hoe je het beter kan doen. [Bas Wolse, ICN] Zo zitten wij hier niet in elkaar in Nederland. Als je naar het verschil kijkt tussen Nederland en België. In Nederland is het: oké we hebben een norm uit Engeland of Duitsland en daar moeten wij een Nederlandse norm van maken. In België doen ze dat niet. Daar zeggen ze: je hebt de Britse, Franse en Duitse norm. Je mag zelf kiezen welke je gebruikt als je die norm dan maar helemaal volgt. In België is daarom de norm over brandveiligheid heel weinig terwijl in Nederland dat een heel pakket is. Er is bij grote landen heel goed nagedacht dus België denkt: waarom zouden wij dat opnieuw bedenken? Terwijl Nederland dat niet doet. Wij willen het zelf bedenken en zelf ontwikkelen want wij zijn heeeel anders! Maar uiteindelijk nemen we het toch over maar moeten we het vernederlansen. Ja we hebben een bouwbesluit en ja de regelgeving is anders maarja ... We bouwen hier natuurlijk ook anders. En dat geeft niet want als je hier heel traditioneel een muur gaat metselen dan zakt die in dus je moet zoiezo een fundering hebben want we hebben hier geen rotsgrond. En ten tweede je pakt hier niet een paar stenen en gaat blind metselen. Hier moet je een lijntje spannen en dat soort dingen. Een leraar vroeger deed ooit aan een metselwedstrijd mee. Dat bestaat dus kennelijk. Die begon staanders neer te zetten en een lijn te spannen. En al die gasten uit de andere landen keken hun ogen uit en zeiden: we gaan metselen hé. Ja, ja en dan ging die vrolijk verder terwijl de rest lachend door ging met metselen. Hele andere manier van denken maar dat is niet erg maar dat heeft ook effect op het bouwproces. Als je hier kijkt naar beheren dat je ziet bij steigerbouwers dat ze steeds meer in BIM gaan werken. Dan weten ze precies per fase hoe ze hun steigers moet plaatsen. En in andere landen gaat dat toch geloof ik heel anders. [Louise Rogier, Interviewer] Wij denken dus van te voren heel veel. [Bas Wolse, ICN]
Als je wil weten hoe dat bijvoorbeeld in België gaat dan kan ik je verbinden met een paar klanten van ons? [Louise Rogier, Interviewer] Jahoor. [Bas Wolse, ICN] Dat wordt dan BIMplan, het bedrijf. Die werken ook bijvoorbeeld voor de NAVO. Die zijn volledig BIM. Een goede klant van ons. [Louise Rogier, Interviewer] ICN is dus internationaal? [Bas Wolse, ICN] De Benelux doen we, ja. [Louise Rogier, Interviewer] Als ik het goed begrijp is dit bedrijf de brug voor andere bedrijven naar daadwerkelijk BIM gebruiken. Alles wat er bij komt kijken van trainingen, hardware, software en ... Puur als een bedrijf niet weet wat die moet doen. [Bas Wolse, ICN] HELP! Dan komen ze naar ons. We hebben ook een detacheringstak voor bedrijven die niet weten wat ze moeten. Dan kunnen wij daar mensen neer zetten fysiek zodat die daar lekker aan de slag gaan. Dat kan op consultancy niveau doen maar dat is erg prijzig maar we kunnen ook BIM modelleurs neerzetten. Dat kunnen we ook, dus totale ontzorging van je proces. [Louise Rogier, Interviewer] Ik denk dat bedrijven dat wel nodig hebben omdat het nog niet geheel bekend is. Bedrijven willen het wel graag maar weten niet hoe. Er zit een groot grijs vlak en dat lossen jullie geheel op. [Bas Wolse, ICN] Ja wij lossen het op. Wij zijn geen dozenschuivers. Je ziet bij sommige bedrijven dat ze Revit aanbieden. Dan is het van: Wij hebben Revit nodig? Alsjeblieft, hier heb je het en succes! Zo zitten wij niet in elkaar. Hoezo heb je Revit nodig? Heb je Revit wel nodig? Heb je geen totaal pakket nodig? Heb je geen ander pakket nodig? Hoe loopt je proces? Hoe ga je ermee werken? Kun je er wel mee aan de slag? Heb je misschien nog andere dingen nodig? [Louise Rogier, Interviewer] Klantgericht
[Bas Wolse, ICN] Dat is wel de bedoeling. [Koen van Vuuren, Interviewer] Want jullie krijgen zeker heel veel klanten die het zelf geprobeerd hebben en die komen: het is toch niet gelukt. [Bas Wolse, ICN] Ja die naar concurrenten zijn gegaan van ons die alleen een pakketje aanbieden. En die klanten hebben: als ik moeilijke vraag stel, dan weten ze het niet! Dan komen ze vaak bij ons en dan vragen wij: Wat heb je? Wat wil je? en dan gaan we een traject in samen en dat is heel waardevol. Dat ontzorgt ze. We denken BIM, we ademen BIM. Twee van mijn collega's zijn ook TNO BIM gecertificeerd. Dat betekend dat ze gecertificeerd onderzoek mogen doen bij een bedrijf wat hun status is. Dus we geven niet gewoon advies maar we geven gecertificeerd advies. Dus we proberen ook op goed niveau te zijn en niet zomaar wat te roepen. We willen goed advies geven. Dat is je meerwaarde als bedrijf zijnde. [Louise Rogier, ICN] Nou dan is het helemaal duidelijk!
Interview Planon met Erik Jaspers. Door de vele informatie die we hebben gekregen, is de belangrijkste stof eruit gehaald. Introductie Wat verstaat u onder BIM? Erik: Er is niet een definitie van. Er zijn weinig afkortingen die op zo veel verschillende manieren gespeld kan worden als BIM. Het BIM verhaal is voor mij geen technologie maar een nieuw samenwerkingsmodel. Technologie is er wel voor nodig. Het gaat over het veranderen van het proces. Daar ligt de winst. Het herorganiseren is het lastigste. 80% van de markt zit nog op slot. Stelling 1 “Het is financieel onmogelijk om een bestaand gebouw in BIM beschikbaar te hebben”. Erik: Nee, Alleen er zitten veel haken en ogen aan, en ga je er geld aan verdienen? En wie gaat dat dan verdienen? Het is afhankelijk van het detailniveau(tot hoever alles in BIM staat en gebruik. Gebruik voor onderhoud of voor ruimtebeheer. En in sommige landen is het al een voorwaarde voor zaken doen. Wat het op gaat leveren is het grote punt. We werken allemaal vanuit geloof. Stelling 2 “Een gebouw, welke beschikbaar is in BIM heeft een hogere vastgoedwaarde”. Erik: Is de informatie die in het systeem ingevoerd staat correct? Zodra dit het geval is dan kan het zeker een toegevoegde waarde hebben. Echter wat mij betreft is de grootste winst te maken in het proces. Ik geloof wel in verhoogde waarde van het gebouw, alleen er kan geen hard onderzoek naar gedaan worden. Het meeste in geloofsgeld. Daarnaast is het voor taxateurs zeer moeilijk de meerwaarde te taxateren.
Stelling 3 “FMIS en BIM zijn volledig met elkaar geïntegreerd” Nee, er ontbreken een aantal zaken. Er is er nog geen een goede. Er ontbreken veel zaken. Vooral technisch. Het is allemaal nog niet goed op elkaar geïntegreerd. Stelling 4 “BIM is voor de vastgoedbeheerder alleen van toegevoegde waarde tijdens de exploitatie face” Stelling 5 “Het is duurder om BIM opgeleid personeel in te huren dan eigen personeel op te leiden”. De FM markt kwam CAT en daar werden speciaal mensen voor ingehuurd, dat was later een grote fout. Verder dan CAT konden ze niks. De grootste tip die ik kan geven is meteen personeel inhuren die gespecialiseerd is in BIM. Het is echter veel duurder om eigen personeel hiertoe op te leiden en die personen zijn daarna ook niet meer zo breed inzetbaar. Als het in je core-bussines ligt dan zou ik het wel zelf doen. Vraag 6 Wat is de toegevoegde waarde van BIM voor de vastgoedbeheerder? Voor de bezitter of voor de huurder is het anders. Voor de huurder is het alleen makkelijk en voor de bezitter maakt het niks uit. Zolang hij niks aan het onderhoud hoeft te doen. Het grote voordeel zit in het proces. Lagere voorbereidingskosten. Vraag 7 Wegen de kosten op tegen de baten bij het implementeren van BIM in de bestaande bouw? Dit is helemaal afhankelijk van het detailniveau. De kosten zijn niet helemaal bekent.