BIM en de projectmanager
BIM en de projectmanager Onderzoek naar de impact van het Bouw Informatie Model op de rol van de projectmanager
31 oktober 2012 Annieke Smith Technische Universiteit Delft
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | i
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | ii
BIM en de projectmanager
Colofon Document:
BIM en de projectmanager Onderzoek derzoek naar de impact van het Bouw B Informatie Model op de rol van de projectmanager
Versie: Datum:
P5 Masterthesis 31 oktober 2012
Naam: Studentnummer: E-mail: Telefoonnummer:
Annieke Smith 4022465
[email protected] +31 (0) 6 430 778 67
Universiteit: Faculteit: Cluster: Opleiding: Adres:
Technische Universiteit Delft Bouwkunde Master Architecture Urbanism and Building Science Real Estate and Housing Julianalaan 134, 2628 BL Delft
MSc. Afstudeerrichting:
Design and Construction Management
Eerste mentor: Afdeling: Domein:
Dr.ir. L.H.M.J. (Louis) Lousberg Real Estate and Housing, Housing Design and Construction Management Construction Process Innovation
Tweede mentor: Afdeling: Domein:
Dr.ir. A. (Alexander) Koutamanis Real Estate and Housing, Housing Design and Construction Management Computational Design
Afstudeerbedrijf: Adres: Telefoonnummer:
Stevens Van Dijck Boerhaavelaan 34, 34 2713 HX Zoetermeer +31 (0) 88 002 43 00
Praktijkbegeleider 1: E-mail:
Bram) Priem ir. B. (Bram
[email protected]
Praktijkbegeleider 2: E-mail:
ir. T. (Thomas Thomas) van Leeuwen
[email protected]
© Technische Universiteit Delft – A.W. Smith – oktober 2012
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | iii
BIM en de projectmanager
“The only true wisdom is knowing you know nothing” -Socrates-
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | iv
BIM en de projectmanager
Voorwoord Voor u ligt het afstudeeronderzoek ‘BIM en de projectmanager: Onderzoek naar de impact van het Bouw Informatie Model op de rol van de projectmanager’. Dit rapport is het resultaat van mijn afstudeeronderzoek binnen de afdeling Real Estate & Housing aan de Technische Universiteit Delft. Dit onderzoek is uitgevoerd binnen het afstudeer lab Design & Construction Management van de Master Real Estate & Housing. Het afstudeeronderzoek is uitgevoerd bij het afstudeerbedrijf Stevens Van Dijck, bouwmanagers en adviseurs te Zoetermeer. De keuze voor het onderwerp van het onderzoek is een combinatie van actualiteit en persoonlijke interesse. Een bouwproces is meer dan boeiend en vaak ook zeker complex. Vooral voor grote bouwprojecten heb je tientallen verschillende teams nodig die met elkaar moeten samenwerken om hetzelfde doel te bereiken, namelijk de realisatie van een gebouw met kwaliteit, binnen het budget en binnen de tijdsplanning. In april 2011 kreeg ik voor het eerst te horen wat het Bouw Informatie Model is en inhoudt. Voor een project in het tweede deel van de Master RE&H hebben we in groepen van 5 studenten een advies uitgebracht over een toepassing van BIM bij een zelf uitgekozen bedrijf, Restauro Architecten. Pas aan het einde van het blok was het mij duidelijk wat BIM inhield en waarvoor het handig en belangrijk is. Na de afsluiting van het project kwam het begrip BIM steeds vaker naar voren. Dit heeft mij doen inzien dat het begrip BIM zich aan het uitbreiden is en dat het steeds vaker gebruikt zal worden in de praktijk. Zoals het er nu voor staat wil ik, na het afronden van de studie, bouwprojectmanager worden en mede door Stevens Van Dijck, is mijn interesse in BIM en vooral de impact dat het zal hebben op de projectmanager erg gegroeid. Mijn dank gaat uit naar iedereen die ik heb mogen interviewen. In het bijzonder wil ik de volgende personen bedanken: Bram Priem en Thomas van Leeuwen van Stevens Van Dijck voor het begeleiden van mijn scriptie. Louis Lousberg en Alexander Koutamanis voor het begeleiden van mijn scriptie vanuit de TU Delft. Bart van Lieshout van Cepezed voor het verschaffen van de benodigde informatie over ESIC. Jørgen de Kock van BAM Utiliteitsbouw voor het verschaffen van de benodigde informatie over Capgemini. Zonder uw hulp was dit afstudeeronderzoek niet mogelijk geweest.
Annieke Smith Delft, 31 oktober 2012
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | v
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | vi
BIM en de projectmanager
Leeswijzer Dit rapport is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 bestaat uit de probleemanalyse, waarin de problematiek en ontwikkelingen omtrent BIM en de projectmanager worden voorgelegd. Vervolgens zal in hoofdstuk 2 de probleemstelling en onderzoeksvraag worden gegeven. De methodes die gebruikt worden om dit onderzoek te kunnen voltooien worden weergegeven in hoofdstuk 3. Vanaf het 4de tot en met het 6de hoofdstuk worden de relevante terminologieën omschreven aan de hand van de bestudeerde literatuur. De onderwerpen BIM, informatiebeheersing en de projectmanager komen hierbij aan bod. Vervolgens worden in hoofdstuk 7 de hypotheses gevormd die voorvloeien uit de theorie. In het volgende deel van het onderzoek worden de cases geanalyseerd. Hierbij wordt in hoofdstuk 8 beschreven hoe de cases zijn geselecteerd. In hoofdstuk 9 wordt de case Capgemini besproken, in hoofdstuk 10 de case Danone en in hoofdstuk 11 de case ESIC. In hoofdstuk 12, 13, 14 en 15 is de onderzoeksinformatie geanalyseerd. Tot slot bestaan hoofdstukken 16 en 17 uit de conclusie en aanbevelingen die volgen uit dit onderzoek. Hoofdstuk 18 is een reflectie op het gehele proces dat doorlopen is voor dit onderzoek.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | vii
BIM en de projectmanager
Samenvatting Door de groei van complexe bouwprojecten is de vraag naar een andere manier van samenwerken de afgelopen jaren gegroeid. Hierdoor heeft Bouw Informatie Model, ook wel BIM genoemd, zijn intrede gedaan in de markt. BIM is een technologische vooruitgang in de bouwindustrie, welke effect heeft op de manier van samenwerken tijdens een bouwproces. BIM is dan ook een groeiend fenomeen in Nederland. BIM zou het samenwerkingsproces en vooral de informatie uitwisseling tussen de betrokken partijen binnen een bouwproces vergemakkelijken, waardoor minder fouten worden gemaakt en beter inzicht ontstaat in de beschikbare informatie. Vooral ontwerpende partijen werken met BIM, voor deze partijen bestaan er dan ook standaarden waar zij zich aan kunnen houden. Er zijn echter nog geen standaarden of protocollen voor de projectmanager die inzicht geven in hoe zij optimaal gebruik kunnen maken van BIM als managementtool. Uit verscheidene onderzoeken is het gebleken dat BIM op het gebied van informatie- en procesbeheersing kansen biedt voor de projectmanager. Er is echter nog geen antwoord gegeven op de vraag welke effecten BIM in de praktijk concreet heeft op de rol van de projectmanager. Het doel van dit onderzoek is zorgen voor duidelijkheid over BIM en de impact op de rol van de projectmanager door het maken van een handleiding welke de punten uiteenzet die de projectmanager moet hanteren bij een BIM project om zelf optimaal gebruik te kunnen maken van BIM. Voor dit onderzoek is dan ook de volgende onderzoeksvraag opgesteld: In hoeverre heeft het toepassen van een Bouw Informatie Model tijdens de ontwerp-, voorbereidingsen uitvoeringsfase van een complex bouwproject impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing betreffende tekeningenroulatie en fasering tijdens een bouwproject? Het onderzoek is een kwalitatief onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd middels een theorie toetsend onderzoek. Dit houdt in dat bestaande inzichten zullen worden getoetst aan de hand van cases en eventueel zullen worden bijgesteld. Er is gekozen voor een kwalitatief onderzoek, omdat veel actoren in de bouwindustrie nog zoekende zijn hoe ze te werk moeten gaan met BIM en hoe ze het binnen hun bedrijf moeten implementeren. Hierdoor is het moeilijk de benodigde resultaten kwantitatief te vergaren. De onderzoekscyclus heeft een empirische vorm. Empirisch onderzoek houdt in dat er vanuit de opgedane ervaringen en resultaten in de praktijk conclusies worden getrokken. In eerste instantie wordt er een probleem en onderzoeksvraag uitgewerkt, voordat er begonnen kan worden met het empirische onderzoek. Vervolgens wordt eerst het theoretisch onderdeel uitgewerkt, daarna wordt uit de theorie een aantal hypotheses afgeleid. De volgende stap is het vergaren van de data uit de praktijk, uit deze collectie volgen vervolgens een aantal resultaten. Vervolgens zullen deze data geanalyseerd en gevalideerd worden, waarna de resultaten vergeleken worden met de resultaten uit de theorie. Dit kan vervolgens leiden tot een confrontatie tussen de praktijk en de theorie, vanwege tegenstrijdigheden die zich voor kunnen doen. Hieruit zullen vervolgens de conclusies, het verwerpen of aannemen van de hypotheses en de aanbevelingen voortvloeien.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | viii
BIM en de projectmanager
Door middel van een uitgebreide literatuurstudie is er verkennend onderzoek gedaan. Deze benadering is gebruikt om de verschillende uiteenlopende theoretische inzichten op het onderwerp te bundelen, maar ook om de mogelijke kansen en bedreigingen van BIM voor de projectmanager in kaart te brengen. Aan de hand hiervan zijn een aantal hypotheses opgesteld die in het casestudie onderzoek getoetst zullen worden. Hypothese 1 Het toepassen van een BIM tijdens een bouwproject leidt in de praktijk tot een betere informatiebeheersing tussen de architect, installatieadviseur, constructeur, aannemer en projectmanager, tijdens het project. Uit de meeste opvattingen over BIM kan worden geconcludeerd dat BIM ervoor zal zorgen dat de informatiestromen tussen de betrokken partijen zullen verbeteren, omdat de verschillende partijen in het bouwproces steeds op de hoogte kunnen zijn van actuele informatie. Wijzigingen in de tekeningen worden namelijk automatisch doorgevoerd. Hierdoor ontstaan er geen stapels papierwerk en tekeningen en zullen de partijen niet werken met tekeningen die niet up-to-date zijn. Echter het werken in BIM wil niet altijd zeggen dat er voldoende toezicht is in de volledigheid van de informatie, de actualiteit van de informatie en correctheid van de informatie. Deze onzekerheid heeft geleid tot de eerste hypothese die getoetst zal worden. Hypothese 2 Het toepassen van BIM heeft invloed op de rol van een projectmanager. De projectmanager structureert, organiseert, coördineert, controleert en evalueert de activiteiten tijdens het bouwproces. De projectmanager zou in het proces de rol van toezichthouder op het BIM model op zich kunnen nemen. Hierdoor wordt de scope van de projectmanager vergroot, maar wordt het makkelijk om informatie te beheersen en de controle te behouden tijden het bouwproces. Echter moet de projectmanager er wel voor zorgen dat de partijen direct met elkaar blijven communiceren in plaats van alleen indirect via het BIM model, anders zullen er zich nog steeds fouten bevinden in de informatie. Dit heeft geleid tot de tweede hypothese. Hypothese 3 Het toepassen van BIM tijdens een bouwproject heeft invloed op de fasering van de ontwerp- en uitvoeringsfase van een bouwproces. Gesteld kan worden dat grenzen die te zien zijn in het traditionele proces zullen vervagen. De informatiebeheersing zal veel makkelijker verlopen. Dit zal gevolgen hebben voor de organisatie van het bouwproces. Een andere manier van werken moet toegepast worden om optimaal gebruik te maken van BIM. De workflow van de betrokken partijen zal veranderen en er moet op een transparante en intensievere manier met elkaar samengewerkt worden. Partijen zullen makkelijker en vaker bij elkaar moeten komen om de 3D tekeningen op elkaar af te stemmen. Veel fouten in het ontwerp zullen al in de ontwerpfase worden tegengegaan en niet pas gezien worden tijdens de uitvoering op de bouwplaats. Dit komt onder andere doordat er een verschuiving zal ontstaan in de toevoer van informatie. Tijdens het ontwerpproces is meer informatie nodig dan voorheen het geval was om het model zo compleet mogelijk te maken voor de uitvoering. Dit heeft geleid tot de derde hypothese. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | ix
BIM en de projectmanager
Deze drie hypotheses zijn getoetst aan de hand van drie cases, te weten: o Capgemini hoofdkantoor te Utrecht o Danone onderzoekscentrum te Utrecht o ESIC bedrijfsverzamelgebouw te Noordwijk Capgemini Tijdens het Capgemini project wordt er in het ontwerpproces weinig gewerkt met BIM. Dit komt onder andere doordat nog niet alle partijen de middelen hebben en er klaar voor zijn om met BIM te werken. Tijdens de uitvoeringsfase is er wel gebruik gemaakt van een BIM model. Deze is door een BIM manager in elkaar gezet. De tekeningen van de partijen waarvoor het niet mogelijk was om deze te leveren in 3D werden door de BIM manager omgezet en in het model geplaatst. De BIM manager controleerde het model continu op clashes en zorgde ervoor dat de partijen de clashes aanpasten in hun tekeningen. De BIM manager heeft echter een persoon gemist in het project die sturing gaf aan en afspraken maakte over de grenzen en detailniveau van het model. Door de verwachtingen die in het begin van de uitvoeringsfase zijn gelijkgesteld met de co-makers verloopt de onderlinge samenwerking tussen de partijen goed. Ook doordat er minimaal één keer per week wordt samengekomen en er tijdens dat overleg het model wordt besproken is het helder wat de verschillende partijen moeten doen en wat van hen wordt verwacht. Ook wordt het daardoor duidelijk waar knelpunten ontstaan, waardoor deze vroegtijdig voorkomen kunnen worden. Er wordt tijdens het project nauw en op een transparante manier met elkaar samengewerkt. Echter komt dit waarschijnlijk doordat de meeste partijen die in het projectteam zitten samenkomen onder dezelfde moedermaatschappij. De volgende aandachtspunten komen bij deze case naar boven: o o o o o o
Geen bouwtijdvertraging Minder fouten in de uitvoering door beter uitgewerkt ontwerp Informatiebeheersing niet door model Rol toegevoegd Onduidelijke afspraken inzake BIM model Nauwere samenwerking
Danone Tijdens het Danone project is BIM met name toegepast tijdens de ontwerpfase tussen de architect, constructeur en installatieadviseur. Tijdens de uitvoeringsfase is minimaal gebruik gemaakt van BIM. Werkoverleggen werden gewoon nog gedaan met 2D tekeningen. Wel heeft de aannemer makkelijker hoeveelheden en maatvoering uit het model kunnen halen en kunnen controleren. Niet alle partijen waren even ervaren in het gebruik van het 3D model, hierdoor is geen optimaal gebruik gemaakt van het model. Er zijn in het begin van het project te weinig afspraken gemaakt over het detailniveau van het model. Ook zijn hierover geen afspraken gemaakt met de aannemer. De projectmanager heeft hier geen
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | x
BIM en de projectmanager
invloed op kunnen uitoefenen, aangezien hij pas na de vorming van het ontwerpteam het project is binnengestapt. Het project ligt ver voor op de planning, het is echter onduidelijk of dit komt doordat er gebruik is gemaakt van 3D modelleren. Bij deze case komen de volgende aandachtspunten naar boven: o o o o o
Geen bouwtijdvertraging Minder fouten in de uitvoering door beter uitgewerkt ontwerp Informatiebeheersing niet door model Onduidelijke afspraken inzake BIM model Nauwere samenwerking
ESIC Tijdens het ESIC project is BIM toegepast tijdens de ontwerpfase tussen de architect, constructeur en de installatieadviseur. Hierbij zijn de modellen naast elkaar gebruikt in plaats van dat er in één model is gewerkt. De ontwerpende partijen kwamen wel veel bij elkaar om de modellen te vergelijken met elkaar en clashes uit het model te halen. Verwachtingen van het werken met BIM was vooraf niet duidelijk afgesproken, er waren met name geen duidelijk afspraken gemaakt over het detailniveau van de tekeningen. Ook waren belangrijke vragen, zoals hieronder staan, niet van te voren met elkaar besproken: o o o o
Wanneer moet je het model bevriezen of bepaalde delen van het ontwerp bevriezen, wanneer is het klaar? Wie maakt de eerste opzet van het model, is dat de constructeur of de architect? Wie modelleert wat en wie werkt welk detail uit? Hoe wordt de benodigde informatie uitgewisseld?
De projectmanager heeft zich tijdens het project niet bezig gehouden met het BIM model, hij heeft de communicatie en informatiestroom van en naar de opdrachtgever geregeld en heeft zich tijdens het project voornamelijk gericht op het behartigen van de belangen van de opdrachtgever. Er is geen uitwisseling van het model geweest naar de uitvoerende partijen. De oorzaak was onder meer dat de architect zijn aangelegde bibliotheek, waar veel tijd in is gaan zitten, niet heeft willen vrijgeven aan derden in verband met het eventuele kopiëren van de gegevens. Wat ook een reden is geweest dat de uitvoerende partijen niet hebben gewerkt met BIM is dat de bouwende partijen nog niet toe zijn aan het werken met BIM. Bij deze case kwamen de volgende aandachtspunten naar voren: o o o o o o
Minder fouten in de uitvoering door beter uitgewerkt ontwerp Onduidelijke afspraken inzake BIM model Organisatie bouwproces anders Nauwere samenwerking Het ontwerpproces anders ingedeeld Geen bouwtijdvertraging
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xi
BIM en de projectmanager
Analyse Uit de analyse van de cases en de onderzochte theorie blijkt dat de onderzochte projecten op bepaalde punten overeenkomsten vertonen of juist verschillen vertonen. Wat allereerst geconcludeerd kan worden uit de resultaten is dat BIM nog niet optimaal wordt toegepast, echter is duidelijk te zien dat des te nieuwer het project, hoe meer de BIM eigenschappen in positieve mate voorkomen tijdens het project. Ook is duidelijk te stellen dat BIM bij alle drie de cases voornamelijk voor 3D clash controle is gebruikt. Niet alle mogelijke informatie is in het model geladen en niet alle informatie die bij de case in het model is gestopt is er vervolgens uitgehaald. De voornaamste reden voor het toepassen van BIM was om de clashes uit het ontwerp te halen, zodat deze niet tijdens de uitvoering op de bouwplaats naar voren kwamen. Bij alle cases zijn bij de start van het werken met BIM geen duidelijke afspraken gemaakt over hoe precies gewerkt zou worden met het BIM model. Ook waren de verwachtingen over het detailniveau, waarin een ander het model zou krijgen, zeer verschillend. Tijdens de projecten is het niet zo dat rollen veranderen, bij iedere case was te zien dat iedere partij zijn eigen discipline uitoefende en zich niet bemoeide met de discipline van een ander. Iedereen deed zijn werk, er werd alleen wel op een andere manier naar het model gekeken. Doordat het model 3D is kunnen de partijen het veel sneller inzichtelijk krijgen waar de knelpunten liggen in het ontwerp. Er kan gezegd worden dat de rollen niet veranderen. De manier van werken verandert wel, bijvoorbeeld in de zin dat partijen vaker samenkomen. Bij de cases was dit te zien. Er kan op een andere manier vergaderd kan worden, door met zijn allen tijdens een vergadering door een model te lopen in plaats van het werken met 2D tekeningen tijdens vergaderingen. Tijdens geen van de cases is er door de projectmanager gebruik gemaakt van het model, waarbij hij bijvoorbeeld geen informatie uit het model heeft kunnen halen en via het model niet heeft kunnen bijhouden of de partijen hun afspraken nakwamen. Dit komt doordat bij alle cases de projectmanager nog niet genoeg kennis heeft over het werken met BIM, hoe er efficiënt met het model omgegaan kan worden en hoe hij er optimaal gebruik van kan maken. Tijdens alle projecten is gewerkt met een internet based project omgeving, de gegevens die de partijen van elkaar nodig hadden werden meestal in pdf of dwg format op de internet based project omgeving gezet. De partijen hadden daardoor geen toegang tot elkaars model. Dit komt onder andere doordat de architect zijn model nog niet wil vrijgeven aan derden, met het oog op plagiaat van de elementen uit het model. Wel waren de tekeningen duidelijker aan elkaar uit te leggen en was er makkelijker door het model heen te lopen als de modellen waren samengevoegd. Het bouwproces zelf loopt in alle cases via dezelfde route, maar bij Danone en ESIC is het zwaartepunt van het ontwerp naar een eerder stadium verschoven. De TO fase was bijvoorbeeld bij ESIC korter aangezien er meer gedetailleerd in de DO fase was getekend om de clashes uit het model te halen. De partijen die betrokken zijn bij het proces blijven dezelfde partijen, wel is het zo dat zij anders bij elkaar zaten, namelijk korter en frequenter.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xii
BIM en de projectmanager
Het ontwerp is beter uitgewerkt, waardoor minder fouten in de uitwerking ontstaan. Veel problemen en fricties kunnen van te voren door het model worden geïdentificeerd. Normaal gesproken zouden deze op de bouwplaats pas inzichtelijk worden. Conclusie De hypotheses die gesteld zijn in de theorie kunnen aan de hand van de praktijk aangenomen worden, ondanks dat niet alle eigenschappen van BIM in de praktijk in hoge mate worden toegepast. Naar aanleiding van het onderzoek kan de hoofdvraag als volgt worden beantwoord: Op dit moment zijn veel partijen nog niet toe aan het werken met BIM, het vereist een cultuurverandering in de bouw. Het vergt een te grote investering in soft- en hardware en omscholing van het personeel om met BIM te kunnen werken. De eerste stappen zijn wel genomen. Optimaal gebruik van BIM kan als volgt worden gedefinieerd: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw. Hierbij kunnen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Bovenstaande wordt nog lang niet ten volle toegepast in de praktijk. De projectmanager zou hierin een grote rol kunnen spelen. Hij is degene die de opdrachtgever kan laten inzien welke voordelen BIM te bieden heeft, zoals het managen van de kwaliteit van het project en het beheersen van het budget van het project, doordat vele clashes al tijdens de ontwerpfase uit het ontwerp worden gehaald. Hij is ook in staat sturing en controle te geven op het werken met een BIM model. Het Bouw Informatie Model heeft zeker een impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing en organisatie. Waarom zou een projectmanager dan moeten werken met BIM en is het van belang dat ook de projectmanager weet wat BIM inhoudt? o o o o o o
Door BIM tijdens een project toe te passen kan de projectmanager beter het budget bewaken. Door het toepassen van BIM kunnen de risico’s van het project beter gemanaged worden. Door het project in een BIM model te zetten kan de kwaliteit van een BIM project beter gewaarborgd worden. Het toepassen van BIM heeft invloed op de organisatie van een bouwproject. Door BIM tijdens een bouwproces toe te passen kan ook de planning van een project beter door de projectmanager gemanaged worden. De informatie kan tijdens een project beter gemanaged worden door de projectmanager.
Een projectmanager kan door middel van BIM een project beter organiseren, structuren, controleren, coördineren en evalueren.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xiii
BIM en de projectmanager
Aanbevelingen Uit het onderzoek komt een aantal punten naar voren die ervoor zorgen dat BIM nog niet optimaal wordt toegepast in de praktijk. Deze punten zijn: o o
o o o o
Nog niet alle partijen werken of kunnen werken met BIM. Er wordt geen gebruik gemaakt van één compleet model waaruit alle partijen hun informatie kunnen halen. - Er is geen transparantie - Niet alle partijen willen hun model vrijgeven - Er wordt gebruik gemaakt van een internet based project omgeving in plaats van ontwerpdocumenten uitwisseling via BIM BIM wordt niet gedurende het gehele bouwproces toegepast. Er wordt niet gewerkt volgens één BIM gedachte, de partijen hanteren hun eigen interpretatie, waardoor bijvoorbeeld het detailniveau per ontwerpdiscipline verschilt. De projectmanager werkt op dit moment nog niet met BIM. Het werken met BIM vereist een intensievere samenwerking.
Om een efficiënt en doeltreffend BIM te kunnen ontwikkelen, is het noodzakelijk om van af het begin helderheid te hebben over ambities en doelstelling van het project. De toepassing van BIM vraagt om een geïntegreerd ontwerpproces, waarbij het ontwerpteam vanaf het begin zo compleet mogelijk is. BIM kan ook als middel worden gebruikt in een traditioneel georganiseerd proces, maar de toepassingsmogelijkheden en effecten van zo’n BIM model zullen minder zijn dan bij een meer geïntegreerd proces. Vanuit de cases is er vraag naar een protocol voor het toepassen van BIM. Er moet een samenwerkingscontract, ofwel een BIM protocol van te voren in het bouwproces worden opgesteld, waarmee zowel de ontwerpende partijen als de uitvoerende partijen akkoord gaan. Dit protocol zal de projectmanager helpen bij het structureren, controleren, organiseren, coördineren en evalueren van het project tijdens de ontwerpfase en uitvoeringsfase. In dit document moeten minstens de volgende punten aanbod komen: 1. Het is van belang dat de projectmanager als eerste wordt aangesteld voor het project of tegelijk met het ontwerpteam. 2. Alle partijen moeten samenwerken met het BIM model. De partijen zijn verplicht in BIM te werken. 3. Het is van belang dat wordt vastgesteld welke definitie van BIM er tijdens het project gebruikt zal worden. 4. Het is van belang dat wordt vastgesteld hoe met BIM gewerkt zal worden in bijvoorbeeld een BIM manual. Hierbij zullen de grenzen en randvoorwaarden van het BIM model worden vastgesteld. 5. Het is van belang dat wordt vastgesteld welke informatie aan het model gekoppeld moet worden. Hoeveelheden, maatvoering, prijs, levertijd etc. 6. Het is van belang dat wordt vastgesteld wie voor wat verantwoordelijk en aansprakelijk is in het model. 7. Het is van belang dat wordt vastgesteld wie de eigendom heeft over het model en wie het auteursrecht.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xiv
BIM en de projectmanager
8. Het is van belang dat een vast tijdstip in de week/2 weken wordt vastgesteld om bij elkaar te komen, om met elkaar de clashes te bespreken, oplossingen aan te dragen en de vorderingen te bespreken. 9. Het is van belang dat de aannemer op de hoogte gesteld wordt wat van hem wordt verwacht met BIM en met hem ook de boven genoemde punten door te lopen. Ook is het van belang zijn verwachtingen mee te nemen in de eerdere besluitvorming over BIM. Dit onderzoek heeft dan ook geleid tot een handleiding die ervoor zorgt dat een projectmanager optimaal BIM kan toepassen tijdens een bouwproject.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xv
BIM en de projectmanager
Management summary Due to the fact that the complexity of the building industry is growing, the demand for a different way of working has been growing the past several years. That is why Building Information Modeling, also called BIM, was introduced into the market. BIM is a technological advance in the construction industry, BIM is one technological advance in the construction industry, which affects the cooperation between parties during a construction process. BIM is, therefore, an increasing phenomenon in the Netherlands. BIM could improve the cooperation and especially the information exchange between the parties involved within a building process. Also, it is reducing errors in the design and it gives better insight into the available information. Especially designing parties are working with BIM, for these parties there are standards to work with. However, there are no standards or protocols for the project manager that provide insight into how to use of BIM in a fully optimal manner as a management tool. From various studies it is shown that BIM can create opportunities for the project manager in the area of information and the However, there is still no answer to the question on what kind of effect BIM has on the role of the project manager. The purpose of this study is to provide clarity on BIM and its impact on the role of the project manager by making a manual which explains the points that the project manager must handle in a BIM project, so he can make fully use of BIM. Therefore, for this study the following research question is drawn up: To what extent has the use of a Building Information Model during the design, preparation and execution phase of a complex construction project impact on the tasks of a project manager in the field of information management on the exchange of drawings and phasing during a construction project? The research is a qualitative study. The research is conducted through theory-testing research. This means that existing knowledge will be tested on the basis of cases and may be adjusted. A qualitative study has been chosen, because many actors in the construction industry are still searching how they should proceed with BIM and how to implement it within their company. This makes it difficult to obtain the needed results quantitatively. The cycle of the research is empirical. Empirical research implies that, from the experience gained and results achieved in practice, conclusions can be drawn. At first, a problem statement and a research question will be drawn up before the empirical research can be started. Then first the theoretical part will be worked out, then from the theory a number of hypotheses derived. The next step is to collect the data from the field, for this data some results will come up. Subsequently, these data are analyzed and validated, and the results are compared with the results from the theory. This can then lead to a confrontation between practice and theory, because of inconsistencies that may occur. After that the findings will be discussed, the hypotheses will be rejected or adopted, conclusions will be drawn, which will finally ends in recommendations.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xvi
BIM en de projectmanager
Through an extensive literature study, exploratory research has been done. This approach has been used to gain several different theoretical insights on the subject , but also to find out what the potential opportunities and threats are for the use BIM by the project manager. On this basis a number of hypotheses created, which will be tested in case studies. Hypothesis 1 The use of a BIM during a construction project leads in practice to better information management between the architect, construction manager, engineer, contractor and project manager during the project. Out of most of the notions about BIM can be concluded that BIM will ensure that the information flows between the parties in the building industry will improve, because the various parties in the construction process can be constantly informed of up-to-date information. Changes in the drawings are automatically changed in the whole model. This causes no piles of paperwork and drawings, and the parties will not work with drawings that are not up-to-date. However, working in BIM does not always mean that there is sufficient supervision in the completeness of the information, the timeliness of the information and accuracy of the information. This uncertainty has led to the first hypothesis will be tested. Hypothesis 2 The use of BIM affects the role of a project manager. The project manager structures, organizes, coordinates, monitors and evaluates the activities during the construction process. The project manager could take the role of supervisor of the BIM model during the project. This means that the scope of the project manager increases. It will also be easier to manage and control information and to maintain the control over the construction process. However, the project manager should ensure that the parties continue to communicate directly with each other rather than through the BIM model, otherwise there will still be errors in the information. This has led to the second hypothesis. Hypothesis 3 The use of BIM during a construction project affects the phasing of the design and construction phase of a building process. It can be argued that the boarders of the phases appearing in the traditional process will fade. The information management will be much easier. This will have implications for the organization of the construction process. Another way of working should be used to optimize the use of BIM. The workflow of the parties will change and there must be a transparent and intensive way of working together. It will be easier for parties to work together and align the 3D drawings. Many errors in the design will already be countered in the design and a solutions has been given before the errors are seen on site. This is partly because a shift will occur in the flow of information. During the design process more information will be added to the drawings than previously was the case, to make the model as complete as possible for the implementation. This has led to the third hypothesis
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xvii
BIM en de projectmanager
These three hypotheses are tested on the basis of three cases, namely: o Capgemini headquarters in Utrecht o Danone Research Centre in Utrecht o ESIC business center in Noordwijk Capgemini During the Capgemini project little has been done with BIM during the design phase. This is partly because not all parties have the means necessary to work with BIM and are ready to work with BIM. During the implementation phase a BIM model has been set up. This model has been made by a BIM manager. The drawings of the parties, for which it was not possible to deliver it in 3D, were converted by the BIM manager and placed in the model. The BIM manager checked the model constantly on clashes and ensured that the parties adapted the clashes in their drawings. The BIM manager, however, missed a person in the project that gave guidance and who made sure agreements were made on the limits and level of detail of the model. Due to the fact that the expectations of the parties involved in the project were encountered at the beginning of the implementation phase, the cooperation between the parties was very good. Also, because there were meetings at least once a week. Parties came together and discussed the model on what needed to be done and what they could expect. The model made it also more clear where the bottlenecks could occur, making it easier to prevent them. The cooperation between the parties during the project was transparent. However, this is probably because most parties in the project are coming from the same mother company. The following issues are addressed in these case up: o o o o o o
No construction delays Fewer errors in the execution by more elaborate design Information management not by model Role added Unclear agreements on BIM model Enhanced cooperation
Danone During the Danone case BIM was especially applied during the design phase between the architect, engineer and installation consultant. During the implementation phase BIM is used minimal. Consultations about work were still done with 2D drawings. However, the contractor could easier get the quantities and dimensions from the model. Not all parties were equally experienced in the use of the 3D model, thus the BIM model has not been used in an optimal way. At the beginning of the project little agreements has been made regarding the level of detail of the model. There are no agreements on this subject with the contractor. The project has no effect on the project manager, since he entered the project after the formation of the design team. The project is well ahead of schedule, but it is unclear whether this is because the project used BIM. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xviii
BIM en de projectmanager
In this case, the following issues arose: o o o o o
No construction delays Fewer errors in the execution by more elaborate design Information management not by model Unclear agreements on BIM model Enhanced cooperation
ESIC During the ESIC project BIM has been applied during the design phase between the architect, engineer and installation consultant. Here, models are used next to each other instead of in one model. The designing parties came often together to compare the models with each on clashes in the designs. No clear agreements were made in advance on the expectations of working with BIM. Also, there were no clear agreements about the level of detail of the drawings. There were important questions left unanswered before the start of the project: o o o o
When do you need to freeze the model or parts of the design, when is the model finished? Who makes the first draft of the model is that the engineer or architect? Who makes what in which detail? How is the information shared?
The project manager did not worked with BIM during the project. There was no exchange of the model to the executing parties. This has partly to do with the architect's landscaped library, which took a long time to create, the architect did not wanted to give the model to the other parties because of copyright. This was also a reason that the parties involved not worked with BIM, another reason was that the constructing parties are not yet ready to work with BIM. In this case revealed the following points emerged: o o o o o
Fewer errors in the execution by more elaborate design Unclear agreements on BIM model Organisation of the process was different Enhanced cooperation No construction delays
Analyses The analysis shows that the cases and the theory studied have similarities on several points but also show differences. What can be concluded from the results is that BIM is not optimally used, however, the cases clearly show that the newer the project is, the more the BIM features occur during the project. It is clearly that BIM in all three cases mainly has been used for 3D clash control. Not all information is put in the model and not all the information put in the model has been use during the project. The main reason for using BIM was to do clash detections to prevent flaws during the construction. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xix
BIM en de projectmanager
During all the cases, no clear agreements where made about what exactly would be working with the BIM model at the start of the project. The expectation about the level of detail was very different between the parties involved in the BIM project. During the projects, the roles of the parties did not change, in each case each party involved exercised his own discipline. Because the model is 3D, the parties are having a better insight in where the problems lie in the model. It can be said that the rollers do not change, but the way they look to the project is changing, for example, that parties often come together, what could be seen in the cases. With BIM another way of having meetings is possible. You can walk through the model during a meeting and create a better understanding between the parties. During none of the cases the project manager used the BIM model, for example, the project manager did not gain the information from the model and did not check the commitments of the parties by using the model. This is because in all cases the project manager did not had enough knowledge about working with BIM, how efficiently the model can be handled and how he can use it optimally. All projects made use of a web-based project environment, the data that the parties needed from each other were put on the web-based project environment and were mostly in pdf or dwg format. The parties therefore had no access to each other’s model. This is partly because the architect's model was not disclosed to third parties, for the purpose of plagiarism of the elements of the model. However, the drawings were clearly explained and lesser flaws arise because of the clash detections. The building process itself had in all cases the same route, however, with Danone and ESIC the focus of the design shifted to an earlier stage. The TO phase of ESIC was shorter as more detail was put in the DO phase due to BIM. However, the parties involved in the process are the same parties as by a traditional process. Conclusion The hypotheses which are drawn during this research can be adopted, in spite of that not all the characteristics of BIM are used to all the advantages. As a result of the research, the main question can be answered: At present, many parties are not ready to work with BIM, it is a cultural change and not every party is ready. It is also an excessive investment in software and hardware and retraining of staff to work with BIM. The first steps have been taken to achieve the optimal level of using BIM according to the following definition: BIM is a digital representation of physical and functional characteristics of a building. Here, the parties involved in the development, implementation and operation phases use a shared platform of information, which include drawings, schedules and costs are linked. The above definition is still not fully applied in practice. The project manager could play a major role in adapting BIM into the building industry. The project manager is the one who is able to make the client aware of the advantages BIM has to offer, such as managing the quality of the project and managing the budget of the project, because many clashes that can occur during construction can be
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xx
BIM en de projectmanager
prevented by using BIM. He is also able to provide guidance and control of the process with a BIM model. BIM has definitely an impact on the tasks of a project manager in the field of information management and organization. This rises the question: Why should a project manager work with BIM and why is it important that the project manager knows what BIM entails? o o o o o o
By using BIM during a construction project the project manager is able to manage the budget better. By using BIM, the risks of the project can be better managed. By making the project in a BIM model the quality of the project can be managed better. BIM also influences the organization of the project in a good way. By using BIM the planning of the project can be monitored better. The information can be better managed during a project by the project manager.
Through BIM, a project manager can organize, structure, control, coordination and assessment a project in a better way than traditionally the case is. Recommendations From the research done a number of points arise which show that BIM is not yet optimally applied in practice. These points are: o o
o o o o
Not all parties can or are able to work with BIM. A complete model is not used from which all parties can get their information. - There is no transparency - Not all parties want their model the be released to other parties - An internet based project environment is used instead of information exchange through BIM BIM is not applied throughout the whole project process. Parties have all their own BIM definition, the parties use their own interpretation, so that for example the level of detail for each design discipline differs. The project manager is currently not using BIM. Working with BIM requires a closer collaboration
To make an efficient and effective BIM model, it is necessary to clarify the goals and objectives of the project at the start of the project. The use of BIM requires an integrated design process, the design team should be complete from the start. However BIM can also be used as a tool in a traditionally organized process, but the application and effects of such a BIM model will be less than a more integrated process. From the cases, there is demand for a protocol for the use of BIM. A collaboration contract, or a BIM protocol in advance of the construction process should be prepared, in which all parties are agreeing on the implementation of BIM. This protocol will assist the project manager in structuring, monitoring, organizing, coordinating and evaluating the project during the design and implementation phase. This document must include at least the following:
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxi
BIM en de projectmanager
o o o o o o o o o
It is important that the project manager is appointed at the beginning of the projector at the same time as the other design team members. All parties must work with BIM, it should be required within the project. It is important that the project manager must understand and must be able to read BIM software. It is important to determine how to work with BIM. Here, the limits and constraints of the BIM model are established. It is important to determine which information is to be linked to the model. Quantities, dimensions, price, delivery etc. It is important to determine who is responsible for what and liable for parts in the model. It is important to determine who has the ownership of the model and the copyright. It is important that a fixed time in the week / 2 weeks is determined to come together, to do clash detections with each other, to discuss solutions and to review the progress. It is important that the contractor is notified of what is expected of him with BIM and with the contractor the above mentioned points through discussed.
This research has also led to a guide which ensures that the project manager is able to use BIM in an optimal manner during a construction process.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxii
BIM en de projectmanager
Afkortingen AEC
Architectuur, Engineering en Constructie
BIM
Bouw Informatie Model
DO
Definitief Ontwerp
NBIMS
National BIM Standards
PM
Projectmanager
RGD
Rijksgebouwendienst
SO
Schetsontwerp
SVD
Stevens Van Dijck
TO
Technisch ontwerp
VO
Voorlopig ontwerp
VS
Verenigde Staten
WT
Werktekeningen
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxiii
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxiv
BIM en de projectmanager
Inhoudsopgave Colofon ....................................................................................................................................... iii Voorwoord................................................................................................................................... v Leeswijzer ................................................................................................................................... vii Samenvatting ............................................................................................................................. viii Management summary .............................................................................................................. xvi Afkortingen .............................................................................................................................. xxiii Introductie onderzoek .................................................................................................................. 1 1. Probleemanalyse ......................................................................................................................... 2
2.
3.
1.1
Een inefficiënt bouwproces ................................................................................................. 2
1.2
BIM is de oplossing? ............................................................................................................ 3
1.3
Mogelijke gevolgen van BIM ............................................................................................... 6
1.4
Gebrek aan kennis ............................................................................................................... 9
1.5
Conclusie ............................................................................................................................. 9
Probleemstelling en onderzoeksvraag ...................................................................................... 11 2.1
Probleemstelling................................................................................................................ 11
2.2
Doelstelling ........................................................................................................................ 11
2.3
Onderzoeksvraag ............................................................................................................... 12
2.4
Deelvragen......................................................................................................................... 12
2.5
Afbakening van het onderzoek.......................................................................................... 13
2.6
Wetenschapsgebieden ...................................................................................................... 14
2.7
Relevantie .......................................................................................................................... 14
Onderzoeksopbouw .................................................................................................................. 16 3.1
Onderzoeksmodel ............................................................................................................. 16
3.2
Onderzoeksmethodologie ................................................................................................. 17
3.3
Onderzoeksstrategie ......................................................................................................... 18
3.4
Structuur van het onderzoek ............................................................................................. 19
Theorie ...................................................................................................................................... 23 4. Bouw Informatie Model ............................................................................................................ 24 4.1
Inleiding ............................................................................................................................. 24
4.2
Geschiedenis...................................................................................................................... 25
4.3
BIM .................................................................................................................................... 26
4.4
Voor- en nadelen van BIM ................................................................................................. 29
4.5
BIM in de praktijk en zijn barrières ................................................................................... 32
4.6
Conclusie ........................................................................................................................... 35
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxv
BIM en de projectmanager
5.
De projectmanager .................................................................................................................... 36 5.1
Inleiding ............................................................................................................................. 36
5.2
Het projectmatig werken .................................................................................................. 37
5.3
Rol projectmanager ........................................................................................................... 39
5.4
De beheersaspecten van de projectmanager ................................................................... 40
5.5
Stevens Van Dijck en projectmanagement........................................................................ 42
5.6
Projectmanager en BIM..................................................................................................... 44
5.7
Conclusie ........................................................................................................................... 46
6.
Informatiebeheersing bouwproces ........................................................................................... 47 6.1
Inleiding ............................................................................................................................. 47
6.2
Soorten informatie ............................................................................................................ 47
6.3
Informatie gebonden problemen ...................................................................................... 48
6.4
Oplossingen informatieproblemen ................................................................................... 50
6.5
Informatiebeheersing en BIM ........................................................................................... 50
6.6
Informatiebeheersing en de planning ............................................................................... 52
6.7
Conclusie ........................................................................................................................... 54
7.
Hypothese vorming ................................................................................................................... 55
Onderzoek ................................................................................................................................. 59 8. Casecriteria en selectie.............................................................................................................. 60 8.1
Datacollectie protocol ....................................................................................................... 60
8.2
Selectiecriteria ................................................................................................................... 61
8.3
De selectie ......................................................................................................................... 63
8.4
Opbouw casestudie rapport .............................................................................................. 63
9.
Case Capgemini Utrecht ............................................................................................................ 64 9.1
Inleiding ............................................................................................................................. 64
9.2
Werken met BIM ............................................................................................................... 67
9.3
Aandachtspunten .............................................................................................................. 70
9.4
Conclusie ........................................................................................................................... 74
10.
Case Danone Utrecht............................................................................................................. 75
10.1
Inleiding ............................................................................................................................. 75
10.2
Werken met BIM ............................................................................................................... 77
10.3
Aandachtspunten .............................................................................................................. 81
10.4
Conclusie ........................................................................................................................... 83
11.
Case ESIC gebouw Noordwijk ................................................................................................ 84
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxvi
BIM en de projectmanager
11.1
Inleiding ............................................................................................................................. 84
11.2
Werken met BIM ............................................................................................................... 86
11.3
Aandachtspunten .............................................................................................................. 90
11.4
Conclusie ........................................................................................................................... 92
Data analyse .............................................................................................................................. 95 12. Werkwijze analyse ................................................................................................................. 96 13.
Within case analyses ............................................................................................................. 99
13.1
Capgemini .......................................................................................................................... 99
13.2
Danone ............................................................................................................................ 103
13.3
ESIC .................................................................................................................................. 108
14.
Cross-case analyse ............................................................................................................... 113
14.1
Niveau werken met BIM .................................................................................................. 113
14.2
BIM eigenschappen ......................................................................................................... 113
14.3
De overeenkomsten en verschillen ................................................................................. 116
15.
Validatie en betrouwbaarheid van de analyse .................................................................... 120
Conclusie en Aanbevelingen ......................................................................................................122 16. Eindconclusie ....................................................................................................................... 123 16.1
Aannemen of verwerpen van de hypotheses ................................................................. 123
16.2
Beantwoording van de centrale hoofdvraag ................................................................... 130
16.3
Het heden en BIM............................................................................................................ 134
16.4
Conclusie ......................................................................................................................... 135
17.
Aanbevelingen ..................................................................................................................... 137
17.1
Aanbevelingen Theorie.................................................................................................... 137
17.2
Aanbevelingen Stevens Van Dijck.................................................................................... 138
17.3
Aanbevelingen projectmanager en BIM.......................................................................... 140
17.4
Handleiding en reflectiemodel projectmanager en BIM ................................................. 145
18.
Reflectie ............................................................................................................................... 150
18.1
Onderzoeksproces ........................................................................................................... 150
18.2
Onderzoeksresultaat ....................................................................................................... 151
Literatuurlijst ............................................................................................................................152 Bijlage 1 Taken projectmanager .................................................................................................160 Bijlage 2 Lijst van interviews ......................................................................................................162 Bijlage 3 Interviewvragen ..........................................................................................................164 Bijlage 4 Samenvattingen interviews..........................................................................................166 Bijlage 5 BIM workshop 28 maart 2012 ......................................................................................244 Bijlage 6 BIM groepsdiscussie Stevens Van Dijck 11 mei 2012 .....................................................248 Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxvii
BIM en de projectmanager
Bijlage 7 Capgemini Utrecht in de media ....................................................................................252 Bijlage 8 Danone Utrecht in de media ........................................................................................258 Bijlage 9 ESIC Noordwijk in de media .........................................................................................262 Bijlage 10 Reflectiescore cases ...................................................................................................264 Bijlage 11 BIM Manual Stevens Van Dijck ...................................................................................268 Bijlage 12 Model BIM overeenkomst..........................................................................................284 Bijlage 13 Figurenlijst ................................................................................................................294
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxviii
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxix
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | xxx
BIM en de projectmanager
Introductie onderzoek Het Bouw Informatie Model (BIM) kan gezien worden als één van de meest veelbelovende ontwikkelingen voor de bouwindustrie (Azhar, 2011) en BIM een is in rap tempo opkomend fenomeen in de bouwindustrie (Chao-Duivis, Juridische implicaties van het werken met BIM, 2010). Het begrip BIM komt steeds vaker naar voren. BIM is zich aan het uitbreiden en doordat het steeds vaker gebruikt zal worden in de praktijk is mijn interesse in BIM gegroeid. Dit is dan ook de voornaamste reden voor dit onderzoek. Om duidelijkheid te verschaffen over wat er in dit onderzoek bedoeld wordt met BIM, zal er allereerst antwoord worden gegeven op de vraag ‘wat is BIM?’ BIM is een benadering voor het ontwerpen, het bouwen en beheren van gebouwen, waarin een digitale representatie van het bouwproces wordt gebruikt om de uitwisseling en compatibiliteit van de informatie in digitale vorm te vergemakkelijken (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008) Hierbij kunnen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijk platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Met BIM kunnen de partijen met elkaar samenwerken en informatie uitwisselen. Hoe deze definitie tot stand is gekomen zal beschreven worden in hoofdstuk 4 van dit rapport. In de eerstvolgende hoofdstukken zal beschreven worden wat de aanleiding is tot dit onderzoek en hoe het onderzoek is opgezet. Hierbij zullen de volgende onderwerpen aanbod komen: o o o
Hoofdstuk 1 – Probleemanalyse Hoofdstuk 2 – Probleemstelling en onderzoeksvraag Hoofdstuk 3 – Onderzoeksopbouw
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 1
BIM en de projectmanager
1.
Probleemanalyse
Dit hoofdstuk bevat een introductie over de ontwikkelingen van BIM en wat informatiebeheersing en projectmanagement daar mee te maken hebben. Hieruit zal de problematiek rondom het onderwerp ‘BIM en de projectmanager’ naar voren komen. Ook word er gekeken naar onderzoeken die eerder zijn uitgevoerd op dit gebied. B
1.1 Een inefficiënt bouwproces Bouwprojecten zijn vaak complex, complex wat onder andere betekent dat het gaat om bouwprojecten waarbij meerdere functies en verschillende doelgroepen samenkomen. samenkomen Complexiteit is namelijk de mate waarin een project verdeeld kan worden in technische complexiteit en organisatorische complexiteit. Of een project complex is kan aan de hand van de vijf aspecten beoordeeld worden (Koolwijk & Geraedts, 2006): • Technische complexiteit bestaat uit: o De uniekheid van de opdracht o De te gebruiken uitvoeringstechnieken • Organisatorische complexiteit wordt bepaald door: o De hoeveelheid systemen o Het aantal betrokken partijen o De beschikbare tijd Door complexiteit is er tijdens het bouwproces veel kennis nodig, nodig deze kennis is echter verspreid over vele verschillende actoren. Dit komt omdat de bouwindustrie op projectbasis projectbas is georganiseerd en gepaard gaat met de betrokkenheid van vele verschillende partijen, partijen, zoals projectmanagers, architecten, aannemers, adviseurs, de klant en de gemeenschap in het algemeen (Anumba, Egdu, & Carrillo, 2005). De interactie tussen de verschillende actoren is vaak beperkt,, waardoor de kennis die wordt opgedaan tijdens het bouwproces niet hergebruikt kan worden voor volgende projecten (Fruchter & Demian, 2002).. Het slecht managen van kennis zorgt meestal voor veel dubbelwerk, vertragingen en kostenoverschrijdingen bij bouwprojecten. Misinterpretaties van de randvoorwaarden zorgen er voornamelijk voor dat de eisen, de projectinhoud en de doelstellingen van de partijen worden aangetast. Dit heeft te maken met het feit dat complexe bouwprojecten geen prototypes kennen. Een bouwproces van een complex gebouw is een eenmalig proces.
Figuur 1 - Management bouwproces (Rutten, 2010)
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 2
BIM en de projectmanager
Tijdens een bouwproces veranderen de formatie van de actoren en de taakomschrijvingen van de actoren voortdurend. Het grote aantal partijen die betrokken is bij een bouwproces en de dynamiek van een bouwproces maken de kans op faalkosten hoger. Vandaag de dag wordt tijdens het bouwproces met name via de mail en uitgeprinte bouwtekeningen met aantekeningen in de kantlijn gecommuniceerd met elkaar. Fouten en nalatigheid in de op schrift gebaseerde communicatie en de documentatie daarvan veroorzaken vaak onvoorziene kosten, vertragingen en zelfs eventuele rechtszaken tussen de verschillende partijen in een project team (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008). Chao-Duivis (2011) zegt ook dat de belangrijkste oorzaak van rechtszaken over bouwprojecten komt door de slechte communicatie tussen de opdrachtgever en de aannemer in de uitvoeringsfase. Een van de meest voorkomende problemen die veroorzaakt wordt met op schrift gebaseerde communicatie gedurende de ontwerpfase is dat het veel tijd kost om uit te vinden welke informatie van belang is voor het ontwerp, bijvoorbeeld kostenramingen, energieverbruik, structurele details, etc.. Normaal gesproken worden in een laat stadium van de ontwerpfase nog ontwerpwijzigingen aangebracht of inconsistenties in het ontwerp gevonden. Het is dan eigenlijk te laat om nog belangrijke wijzigingen door te voeren. Doordat de resulterende verbeteringen niet plaatsvinden tijdens de ontwerpfase of laat in de ontwerpfase, moeten deze aanpassingen vaak gedaan worden door de aannemer om inconsistenties te voorkomen. Dit resulteert vaak in ten nadele van het oorspronkelijke ontwerp (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008).
1.2 BIM is de oplossing? Door vele partijen wordt BIM gezien als de oplossing voor een betere samenwerking tussen de verschillende actoren die betrokken zijn bij een bouwproces. In deze paragraaf staat beschreven waarom het de oplossing is en waar deze vermeende oplossing al veelvuldig wordt toegepast. 1.2.1 De RGD en BIM Het Bouw Informatie Model kan gezien worden als één van de meest veelbelovende ontwikkelingen voor de bouwindustrie (Azhar, 2011). BIM is een in rap tempo opkomend fenomeen in de bouwindustrie (Chao-Duivis, Juridische implicaties van het werken met BIM, 2010). Zo heeft de Rijksgebouwendienst het toepassen van BIM in november 2011 verplicht gesteld bij hun projecten die door middel van geïntegreerde contracten tot stand komen (Rijksgebouwendienst, 2011). Dit wil zeggen, contracten die een design & build constructie hebben, waarbij de verschillende fases van de bouwcyclus met elkaar geïntegreerd zijn. Hierbij heeft bijvoorbeeld de aannemer de verantwoordelijk voor de uitvoering, maar is hij ook voor een deel verantwoordelijk voor het ontwerp. De RGD wil met het voorschrijven van BIM concrete, betrouwbare en uniforme informatie vergaren over de eigen vastgoedportefeuille. Ook moet het verplichtstellen van BIM als prikkeling leiden voor andere partijen om ook BIM toe te passen in het bouw- en beheerproces. Hiervoor heeft de Rijksgebouwendienst een eigen BIM norm opgesteld. De RGD heeft eisen gesteld aan de wijze waarop BIM wordt opgebouwd en hoe uit een BIM model informatie gehaald wordt.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 3
BIM en de projectmanager
1.2.2 BIM en andere landen BIM wordt niet alleen in Nederland toegepast,, ook in andere landen is BIM een opkomend fenomeen, vooral in de Verenigde Staten (VS) wordt BIM veel en in toenemende mate toegepast.
Figuur 2 - BIM gebruik Noord-Amerika Noord vs. Europa (McGraw-Hill Hill Constructions, 2010)
Terwijl in 2007 in de VS minder dan 28% 28 gebruik gemaakt werd van BIM bij nieuwe bouwprojecten, bouwprojec wordt er tegenwoordig in 49% van v de projecten gebruik gemaakt van BIM. Dee verwachting is dat dit in 2014 zal oplopen tot wel 75% (McGraw-Hill Constructions, 2011).. Daarentegen staat BIM hier in Nederland nog in de kinderschoenen (Peters, 2011), terwijl ijl het ook in Nederland een groeiend fenomeen is. Er wordt gezegd dat men al een aantal jaren ervaring heeft met het werken met BIM, zie figuur 3,, hierop wordt verder ingegaan in hoofdstuk 4.5. 4.5
Figuur 3 - Ervaring van BIM gebruikers (McGraw-Hill Hill Constructions, 2010)
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 4
BIM en de projectmanager
Figuur 4 - Bouw Informatie Model (Autodesk, 2007)
1.2.3 Samenwerken BIM is een benadering voor het ontwerpen, het bouwen en en beheren van gebouwen, gebouwen waarin een digitale representatie van het bouwproces wordt gebruikt om de uitwisseling en compatibiliteit van de informatie in digitale vorm te vergemakkelijken (Eastman, Teicholz, Sacks, s, & Liston, 2008), 2008) zie ook figuur 4. Het is een manier van samenwerken. BIM is de oplossing die ervoor zorgt dat alle relevante informatie gedurende het bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt gebruikt en beheerd in een digitale (3D) gebouwtekening/model. Alle actoren die betrokken zijn tijdens het bouwproces werken met dezelfde informatie. De informatie wordt continu geüpdatet,, waardoor alle actoren van elkaar weten waar ieder mee bezig is. BIM kan gezien worden als het proces van genereren en beheren van gegevens over het gebouw, gedurende zijn levenscyclus. Een uitgangspunt van BIM is een samenwerking van de verschillende actoren tijdens verschillende fases van de levenscyclus van een gebouw, waarbij het invoegen, voegen, verwijderen en updaten van informatie in BIM ervoor zorgt dat de uitgangspunten van de actoren behouden worden. Dit is ook te zien in figuur 5, waarbij het verschil tussen het traditionele proces en het BIM proces uiteen wordt gezet. Met andere woorden, BIM zorgt ervoor dat de samenwerking tussen de verschillende actoren verbeterd en bevorderd wordt, dat het proces efficiënter verloopt en dat er een betere verstandhouding ontstaat tussen de actoren (Rosenberg, 2006).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 5
BIM en de projectmanager
Figuur 5 - Traditioneel werken versus BIM werken (NIBS, 2007; Reniers, 2008)
De US National BIM Standards (NBIMS) ( Commissie definieert BIM op de volgende manier (Delany, 2010): Building Information Modelling is a digital representation of physical and functional characteristics “Building of a facility creating a shared knowledge resource for information about it forming a reliable basis for decisions during its life cycle, from earliest conception c to demolition.”
1.3 Mogelijke gevolgen evolgen van BIM Het toepassen van BIM tijdens een bouwproject kan meerdere gevolgen hebben voor het proces van het project. Zo kunnen door het toepassen van BIM de faalkosten gereduceerd worden, kan de informatie efficiënter ciënter worden beheerst en kan het als hulpmiddel dienen voor de projectmanager. Deze mogelijke gevolgen van het toepassen van BIM zullen in dit hoofdstuk verder worden toegelicht. 1.3.1 Faalkosten reductie Gebrekkige informatie-uitwisseling, uitwisseling, communicatie en onvoldoende aandacht voor de uitvoerbaarheid tijdens de ontwerpfase twerpfase heeft als gevolg dat faalkosten kunnen ontstaan (Busker, 2008; Roozendaal, 2008).. Faalkosten zijn de onnodige kosten die gemaakt worden door fouten gemaakt binnen het bouwproces (Vollenbroek, 2003). Volgens Bouwkennis (2011) lag het percentage van faalkosten in 2010 rond 11,4% van de omzet. Doordat het bouwproces onnodig inefficiënt ine verloopt, door het feit dat zaken moeten worden hersteld of vervangen of doordat het eindproduct niet aan de afgesproken kwaliteitseisen voldoet ontstaan faalkosten aalkosten binnen een bouwproces. Voorbeelden van vermijdbare problemen die veelal leiden tot faalkosten zijn (Brokelman & Vermande, 2005): o o o o
gebrekkige communicatie; onvoldoende tijd; onvakkundige inbreng; onbeheerst proces.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 6
BIM en de projectmanager
Ondanks dat iedereen vermijdbare problemen die veelal leiden tot faalkosten wil voorkomen, komen faalkosten tijdens het bouwproces nog altijd voor. BIM zou hier een oplossing kunnen bieden (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008; Peters, 2011). 1.3.2 Efficiëntere informatiebeheersing Kennis leeft in gemeenschappen en wordt gegenereerd door middel van het uitwisselen van informatie (Wenger, 1998). De wijze van informatie uitwisseling van de actoren is vaak een tactiek en hangt vaak af van de context waarin het zich afspeelt. De mate van informatie uitwisseling is afhankelijk van de veranderende verantwoordelijkheden, rollen, attitudes en waarden in de werkomgeving (Bresnen, Edelman, Newell, Scarbrough, & Swan, 2003). In de bouwwereld zorgt een goede beheersing van informatie tussen de actoren ervoor dat problemen worden opgelost en voorkomen, besluiten worden genomen en actie wordt ondernomen. Het communiceren van deze informatie kan gezien worden als een web van belangen en verantwoordelijkheden, waarbij informatiebeheersing en onderlinge afstemming tussen de verschillende actoren een moeilijk doorgrondbaar proces is (Welling, 2006), zie ook figuur 6. Voor de beheersing van de informatie zijn verschillende instrumenten beschikbaar, het doel van informatiebeheersing is altijd om ervoor te zorgen dat de informatie op tijd, compleet en correct is, waardoor eventuele budget- en tijdsoverschrijdingen tegen gegaan kunnen worden (Reniers, 2008; Jadhav, 2011). Uit wetenschappelijke literatuur en eerder wetenschappelijk onderzoek, waaronder uit het onderzoek van Emiel Reniers (2008) en Manasi Jadhav (2011), is gebleken dat door het toepassen van het Bouw Informatie Model tijdens een bouwproces de problemen die voortvloeien uit informatiemanagement verkleind kunnen worden. Dit komt doordat bij het toepassen van BIM (Reniers, 2008): 1. De projectmanager meer inzicht krijgt in de compleetheid en actualiteit van de informatie. 2. De projectmanager foutieve informatie eerder opmerkt, waardoor er eerder tijdens het proces ingegrepen kan worden. 3. De projectmanager een duidelijker beeld krijgt en kan geven van de benodigde kwaliteit van informatie. Hierdoor is er meer duidelijkheid in hoeverre informatie moet worden uitgewerkt en kan er worden gestuurd wanneer hier niet aan wordt voldaan. 4. De projectmanager een overzicht krijgt van welke informatie wel of niet aanwezig is. Dit komt doordat de informatie centraal is opgeslagen en op een andere manier geïnventariseerd kan worden. Hierdoor kan er beter worden gestuurd op ontbrekende informatie. 5. De projectmanager een overzicht krijgt van het totaalplaatje van het project en alle wijzigingen. Hierdoor komen onduidelijkheden en conflicten in de informatie eerder naar voren en kan hier op gestuurd worden. 6. De projectmanager heeft een beter inzicht in wie welke informatie is gezien, beoordeeld en geaccordeerd.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 7
BIM en de projectmanager
Figuur 6 - Het web van belangen en verantwoordelijkheden in een bouwproces (Welling, 2006)
Veelheid van belangen
Wisselende invloed van die belangen
Een veelheid van betrekkingen tussen belangen van wisselende invloed
Een intensieve wisselwerking tussen de belangen, waardoor overwegingen en beslissingen vaak vele malen heen en weer gaan tussen vele verschillende partijen.
1.3.3 Impact op de projectmanager Een projectmanager tmanager zorgt voor het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren van alle activiteiten tijdens het bouwproces en het vertegenwoordigen van de opdrachtgever. Een projectmanager heeft sturende kwaliteiten en inhoudelijke kennis nodig om het bouwproces te kunnen begeleiden. Dit loopt vanaf de initiatieffase tot en met de ingebruikname van een project en heeft tot resultaat dat de wensen van de opdrachtgever worden gerealiseerd. Om dat te bereiken kan de projectmanager rojectmanager sturen op de zes beheersaspecten, beheersaspecten, geld, risico, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit door middel van de vijf activiteiten van de projectmanager (Lousberg, 2010). 2010) Met behulp van een Bouw Informatie nformatie Model odel kan de projectmanager beter sturen op de informatie en kan deze er beter voor zorgen dat de informatie juist is en op een juiste manier gecommuniceerd wordt. Een gevolg hiervan is dat de planning beter wordt beheerst, beheerst dat minder tijdsoverschrijdingen zullen plaats vinden en dat de deadlines deadline beter bewaakt worden (Reniers, 2008; Rutten, 2010). 2010) Implementatie van BIM tijdens bouwprojecten zorgt voor uitdagingen in het managen van het project. Dit komt omdat er nog geen tools en vuistregels zijn voor het selecteren van verschillende BIM mogelijkheden ter verbetering verbeter van de communicatie, analyse en coördinatie ten behoeve van het ontwerp. Er bestaan richtlijnen en cursussen cursussen op het gebied van BIM die van toepassing zijn op de ontwerpende partijen,, zodat deze laatsten het meeste voordeel kunnen halen uit het werken met BIM. De projectmanager wordt echter niet hierin betrokken (Rekola, Kojima, & Mäkeläinen, M 2009).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 8
BIM en de projectmanager
1.4 Gebrek aan kennis Zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven is BIM een groeiend fenomeen in Nederland, echter staat het nog wel in de kinderschoenen. Er is al veel onderzoek gedaan op het gebied van BIM en naar de kansen die het kan bieden in een bouwproject. Er is op het gebied van BIM en de rol van de projectmanager een duidelijke en acute vraag naar onderzoek. Hieronder staan een aantal onderzoeken beschreven die als uitgangspunt voor dit onderzoek worden gebruikt en waarop dit onderzoek een aanvulling is of aansluit. o
Ir. E. Reniers, afstudeerder TU Delft, 2008 (Reniers, 2008): Ir. Reniers heeft voor Real Estate & Housing, afdeling van Bouwkunde aan de Technische Universiteit te Delft, onderzoek gedaan naar hoe een projectmanager tijdens de voorbereidingsfase, met behulp van een Bouw Informatie Model, problemen door informatie en communicatie in de uitvoering kan verminderen. Hij concludeerde dat de projectmanager, met behulp van een Bouw Informatie Model, beter op de informatie kan sturen en meer kan waarborgen dat de informatie juist is en dat de informatie op een juiste manier gecommuniceerd wordt.
o
Ir. M. Jadhav, afstudeerder TU Delft, 2011 (Jadhav, 2011): Ir. Jadhav heeft voor Real Estate & Housing, afdeling van Bouwkunde aan de Technische Universiteit te Delft, onderzoek gedaan naar het verkrijgen van meer kennis over de veranderingen in de processen als gevolg van BIM en hoe de rollen worden aangetast als gevolg van deze verandering. Hij concludeerde dat projectfasen opnieuw moeten worden gepland, samen met het herdefiniëren van de rol met betrekking tot BIM.
Beide onderzoeken, van zowel Reniers als Jadhav, zijn exploratieve onderzoeken waaruit de aanbeveling is voortgevloeid om de theorie, zoals beschreven in beide onderzoeken, te toetsen in de praktijk. BIM neemt toe en biedt tal van mogelijkheden. Er is echter geen of weinig kennis over de impact die BIM heeft op de rol van de projectmanager op het gebied van ontwerp- en bouwmanagement. Het afstudeeronderzoek valt binnen de afstudeerrichting bouwprocesinnovatie binnen het afstudeerlaboratorium Design en Construction Management van de afdeling Real Estate & Housing aan de faculteit Bouwkunde van de TU-Delft.
1.5 Conclusie Door de groei van complexe bouwprojecten is de vraag naar een andere manier van samenwerken de afgelopen jaren gegroeid. Hierdoor heeft BIM zijn intreden gedaan in de markt. BIM is een technologische vooruitgang in de bouwindustrie, welke effect heeft op de manier van samenwerken tijdens een bouwproces. BIM is dan ook een groeiend fenomeen in Nederland, maar ook in andere delen van de wereld, zoals bijvoorbeeld Amerika. BIM zou het samenwerkingsproces en vooral de informatie uitwisseling tussen de betrokken partijen binnen een bouwproces vergemakkelijken, waardoor minder fouten worden gemaakt en beter inzicht ontstaat in de beschikbare informatie. Vooral ontwerpende partijen werken met BIM. Voor deze partijen bestaan er dan ook standaarden waar zij zich aan kunnen houden. Er zijn echter nog geen standaarden of protocollen voor de
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 9
BIM en de projectmanager
projectmanager die inzicht geven in hoe hij optimaal gebruik kan maken van BIM als managementtool. Uit verscheidene onderzoeken is het gebleken dat BIM op het gebied van informatie- en procesbeheersing kansen biedt voor de projectmanager. Echter is er nog geen antwoord gegeven op de vraag welke effecten BIM in de praktijk concreet heeft op de rol van de projectmanager.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 10
BIM en de projectmanager
2.
Probleemstelling en onderzoeksvraag
In dit hoofdstuk is de probleemanalyse, die beschreven staat in het vorige hoofdstuk, vertaald naar een probleemstelling met de bijbehorende doelstelling en onderzoeksvraag. Welk eindproduct voortvloeit uit de uiteindelijke beantwoording van de onderzoeksvraag, staat eveneens beschreven in dit hoofdstuk. Ook zal er aangegeven worden op welke vlakken dit onderzoek relevant is en waarom.
2.1 Probleemstelling Gedurende de jaren is gebleken dat informatiebeheersing één van de belangrijkste middelen is van het bouwproces. Voor het tot stand komen van een bouwwerk is de samenwerking en de expertise van verschillende actoren vereist, zoals van de opdrachtgevers, projectmanagers en architecten. Deze samenwerking en uitwisseling van expertise gaat gepaard met de benodigde communicatie tussen de actoren. Doordat communicatie essentieel is tijdens het bouwproces kan dit tevens gezien worden als een van de grotere knelpunten. Nu wordt er gezegd dat BIM de oplossing is voor de toekomst en BIM is dan ook een groeiend fenomeen in de bouwindustrie, BIM staat echter nog wel in de kinderschoenen. Ook wordt er beweerd dat de informatie uitwisseling tussen de partijen, die betrokken zijn bij een bouwproject, aanzienlijk zal verbeteren door BIM toe te passen. Betekent dit dat bij het toepassen van BIM tijdens een bouwproject de rol van een projectmanager verschilt met die van de projectmanager zonder BIM? Maakt BIM het beheersen van het project makkelijker voor de projectmanager? Als een bedrijf zich wil specialiseren in BIM, welke vaardigheden heeft de projectmanager dan nodig en zijn deze anders dan bij een project waar niet gewerkt wordt met BIM? Welke kansen en bedreigingen biedt BIM voor de projectmanager in de toekomst? De probleemstelling is: BIM is in de Nederlandse bouwindustrie nog een vrij nieuw fenomeen, Hierdoor bestaat er nog veel onduidelijkheid over wat voor een impact BIM zal hebben op de rol van de projectmanager op het gebied van informatiebeheersing.
2.2 Doelstelling Het doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de impact van het toepassen van een BIM tijdens de ontwerpfase, voorbereidingsfase en uitvoeringsfase van een bouwproces op de rol van de projectmanager op het gebied van het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren van de informatie. Daarnaast is het doel om voor de praktijk een leidraad te creëren voor de rol van de projectmanager betreffende het beheersen van de informatie en organisatie, wanneer hij gebruik maakt van BIM tijdens een bouwproces. Er zal inzicht gegeven worden in de kansen, bedreigingen en veranderingen voor de projectmanager, wanneer BIM wordt toegepast als managementtool tijdens een bouwproject. Tevens zal duidelijk worden hoe BIM tot nu toe in de praktijk wordt toegepast en of dit tot ieders tevredenheid werkt. De doelstelling is: Zorgen voor duidelijkheid over de impact van BIM op de rol van de projectmanager door het aandragen van een advies welke de punten uiteenzet die de projectmanager moet hanteren bij een BIM project om zelf optimaal gebruik te kunnen maken van BIM. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 11
BIM en de projectmanager
2.3 Onderzoeksvraag Op basis van de probleemanalyse, de probleemstelling en de doelstelling is de volgende hoofdvraag geformuleerd: In hoeverre heeft het toepassen van een Bouw Informatie Model tijdens de ontwerp-, voorbereidings- en uitvoeringsfase van een complex bouwproject impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing betreffende tekeningenroulatie en fasering tijdens een bouwproject?
2.4 Deelvragen Om tot beantwoording van de hoofdvraag te komen zullen eerst de onderstaande vragen tijdens het onderzoek beantwoord moeten worden. o Hoe wordt BIM beschreven in de huidige literatuur? Deze vraag heeft als doel inzicht te krijgen in wat er in de literatuur beschreven staat over BIM. Waar volgens verschillende onderzoekers BIM aan moet voldoen om er optimaal gebruik van te maken en wat de voor- en nadelen zijn van BIM. Door deze vraag te beantwoorden kan er een kader geschetst worden waaraan een project moet voldoen om optimaal gebruik te kunnen maken van BIM. Deze vraag zal beantwoord worden aan de hand van wetenschappelijke literatuur, voornamelijk artikelen. o Hoe wordt BIM toegepast binnen de Nederlandse bouwindustrie? Deze vraag is een schakel tussen de theorie en de praktijk. Aan de hand van de literatuur zal worden ingegaan op hoe BIM in de praktijk wordt toegepast. Door de jaren heen is er al een hoop geschreven over BIM en verschillende partijen zijn er al mee bezig. Bij het beantwoorden van de vraag zal duidelijk worden op welke manier er in de praktijk gebruik gemaakt wordt van BIM. o Wat is de rol van de projectmanager volgens de huidige literatuur? Deze vraag heeft als doel inzicht te krijgen in wat er in de literatuur bedoeld wordt met de rol van de projectmanager. Door deze vraag te beantwoorden zal er een kader geschetst worden waarin duidelijk wordt wat het verschil is tussen rol en taken van de projectmanager en wat voor een soort projectmanager er gehanteerd wordt tijdens het onderzoek. o Wat wordt er in de literatuur bedoeld met informatiebeheersing? Deze vraag heeft als doel inzicht te krijgen in wat er in de literatuur bedoeld wordt met informatiebeheersing. Door deze vraag te beantwoorden zal er een kader geschetst worden waarin duidelijk wordt welke vorm van informatiebeheersing er bedoeld wordt tijdens dit onderzoek. Deze vraag zal beantwoord worden aan de hand van wetenschappelijke literatuur, voornamelijk artikelen. o Hoe staan BIM, de projectmanager en informatiebeheersing in relatie tot elkaar? Door deze vraag te beantwoorden wordt er op zoek gegaan naar wat er in de literatuur staat beschreven over welke invloed BIM heeft op de rol van de projectmanager op het gebied van informatiebeheersing. Aan de hand van deze vraag kunnen er uiteindelijk hypotheses worden opgesteld.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 12
BIM en de projectmanager
o Hoe wordt BIM in de praktijk toegepast? Hier wordt aan de hand van cases gekeken hoe BIM in de praktijk wordt toegepast. Drie cases zullen in dit onderzoek behandeld worden, wat zorgt voor een heldere weerspiegeling van hoe BIM wordt toegepast in de praktijk. o Welke relaties worden gelegd tussen BIM en de roulatie van ontwerptekeningen en fasering? Er wordt hier gezocht naar de relatie tussen het toepassen van BIM en wat voor een invloed dit heeft op de ontwerptekeningen roulatie en fasering tijdens een bouwproject in de praktijk. o Wat voor een invloed heeft BIM in de praktijk op de projectmanager? Hier wordt er aan de hand van de cases gekeken hoe de projectmanager gebruik heeft gemaakt van BIM en waarom hij dat op die manier heeft aangepakt. o Wat zijn de verschillen tussen BIM in de literatuur en BIM in de praktijk? Door deze vraag te beantwoorden kan gekeken worden of er een groot verschil is in wat bedoeld wordt met BIM in de literatuur en hoe het in de praktijk wordt toegepast. o Wat kan BIM betekenen voor de rol van de projectmanager? Door deze vraag te beantwoorden kan uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord worden. Hier blijkt uiteindelijk definitief uit wat voor een impact BIM heeft op de rol van de projectmanager. Welke punten zijn er nodig om ervoor te zorgen dat een projectmanager optimaal gebruik kan maken van BIM? Aan de hand van de vergelijking tussen de theorie en de praktijk kan vervolgens geconcludeerd worden of BIM invloed heeft op de rol van de projectmanager en in welke vorm dit zich vormgeeft. Er wordt een beeld geschetst over wat een projectmanager moet doen om optimaal gebruik te maken van BIM tijdens een bouwproject. o
2.5 Afbakening van het onderzoek Om ervoor te zorgen dat het onderzoek haalbaar is, is het onderzoek op een aantal punten begrensd. o BIM project vergeleken met een traditioneel project Als het gaat om de invloed van BIM op de rol van de projectmanager op het gebied van informatiebeheersing, dan zal dit vergeleken worden met de traditionele manier van informatiebeheersing tijdens een bouwproces. o Onderzoek vanuit Stevens Van Dijck Het onderzoek wordt vanuit Stevens Van Dijck uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek wordt gekeken vanuit het oogpunt van de projectmanagers die werkzaam zijn bij Stevens Van Dijck. Dit heeft gevolgen voor de resultaten, doordat de projectmanager vanuit Stevens Van Dijck meer inhoudelijk betrokken zijn bij een bouwproces, in tegenstelling tot wat er in de theorie beschreven wordt over de rol van de projectmanager. Ieder projectmanagementbedrijf onderscheidt zich op een andere manier van zijn concurrenten. Dit onderdeel zal duidelijker worden in het theorie deel van dit onderzoek.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 13
BIM en de projectmanager
o Afbakening van de betrokken actoren Het onderzoek richt zich op bouwprojecten waarbij in ieder geval een externe projectmanager die in opdracht werkt van de opdrachtgever aanwezig is. Ook moeten er bij het project in ieder geval een architect, constructeur, installatieadviseur een hoofdaannemer aanwezig zijn om een beeld te kunnen scheppen hoe binnen het proces gebruik is gemaakt van een BIM model. Onderaannemers in de vorm van leveranciers en fabrikanten, gemeente, opdrachtgever en dergelijke actoren zullen buiten beschouwing gelaten worden. o Afbakening bouwproces In het onderzoek wordt gekeken naar de ontwerp-, voorbereidings- en uitvoeringsfase van een bouwproces. De andere fases zullen buiten beschouwing gelaten worden. o Afbakening informatiebeheersing Een bouwproces kent verschillende berheersaspecten, te weten: Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit (Flapper, 1998). Niet al deze aspecten kunnen onderzocht worden, hierdoor beperkt het onderzoek zich tot het aspect informatiebeheersing. Informatiebeheersing is op zichzelf ook een zeer breed begrip, ook wanneer het is toegespitst op de ontwerp- en bouwindustrie. In dit kader is dit onderwerp daarom dan ook beperkt tot de uitwisseling van ontwerpdocumenten tussen de verschillende partijen.
2.6 Wetenschapsgebieden De master Real Estate & Housing is onderverdeeld in een aantal hoofddomeinen, te weten Design & Construction Management, Real Estate Management en Housing. Deze domeinen zijn gericht op de klassieke wetenschapsgebieden van de studie Real Estate & Housing. Dit onderzoek richt zich tot het hoofddomein Design and Construction Management. Dit domein is gericht op proces- en informatiebeheersing en taak- en rolverdelingen, bevoegdheden en communicatielijnen tijdens het proces. Ook is een aantal leerstoelen gealloceerd aan de wetenschapsgebieden. In dit onderzoek zal de leerstoel computational design van Design and Construction Management naar voren komen. Deze leerstoel richt zich op de verandering van traditioneel naar geïntegreerd samenwerken met behulp van ICT.
2.7
Relevantie
2.7.1 Maatschappelijke relevantie De bouwpraktijk geeft aan dat BIM zijn intrede heeft gedaan in de bouwwereld en dat het werken met BIM in de bouw toeneemt. Door middel van dit onderzoek, met een adviesrapport als resultaat, zal de bouwpraktijk meer inzicht krijgen in welke mate BIM impact heeft op de rol van de projectmanager. Het onderzoek moet gaan bijdragen aan de vormgeving van de taakomschrijving van een projectmanager (c.q. de BIM-projectmanager).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 14
BIM en de projectmanager
2.7.2 Wetenschappelijke relevantie De wetenschappelijke missie van het domein Design and Construction Management van de afdeling Real Estate and Housing is het doorgronden en beschrijven van het ontwikkeling- en realisatieproces van bouwwerken (Wamelink, 2012). Door de toenemende complexiteit van bouwprocessen ontstaan er verschuivingen in organisatievormen en taakomschrijvingen. De functie en benodigde competenties van projectmanagers veranderen hierdoor ook. De sectie Design and Construction Management ontwikkelt sturingsinstrumenten en -methoden voor de huidige en toekomstige generaties beroepsbeoefenaars. Dit onderzoek zal bijdragen aan de kennis over de omgang met BIM in relatie tot de rol van de projectmanager. Het gebruik van BIM is sterk toegenomen de afgelopen paar jaar en de verwachting is dat het gebruik alleen maar verder zal toenemen. Daarnaast is BIM geen kleine verandering in de bouw, maar heeft dit mogelijk net zulke gevolgen voor het ontwerp en bouwproces als de invoering van autocad in 1982. Het is daarom onvermijdelijk dat de afdeling Design and Construction Management onderzoek verricht naar de mogelijke impact van een dergelijke grootschalige verandering op het vakgebied. 2.7.3 Praktische relevantie Het afstudeeronderzoek zal worden verricht bij het bouwmanagement en adviseurs bedrijf Stevens Van Dijck in Zoetermeer. Het onderzoek is voor Stevens Van Dijck van belang om inzicht te krijgen in het toepassen van BIM in de praktijk, wat voor een rol BIM zal innemen in de toekomst en wat voor een impact BIM zal hebben op de rol van de projectmanagers van Stevens Van Dijck en vergelijkbare bouwmanagementbureaus. 2.7.4 Persoonlijke relevantie In mijn omgeving en tijdens de colleges van Real Estate & Housing is het mij opgevallen dat er steeds meer over BIM en het belang van BIM wordt gesproken. Er is tegenwoordig ook een vak gewijd aan BIM, dat gegeven wordt tijdens de Master Real Estate & Housing. Aangezien ik later werkzaam wil zijn in de projectmanagement, zorgt de kennis die ik vergaar met dit onderzoek ervoor dat ik meer voorbereid ben op wat de toekomst brengt wat betreft BIM.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 15
BIM en de projectmanager
3.
Onderzoeksopbouw
In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de onderzoeksopzet en de methodes en technieken die gebruikt zullen worden tijdens dit onderzoek. Dit zal een beter beeld geven van het proces dat doorlopen dient te worden om tot het eindresultaat te kunnen komen.
3.1 Onderzoeksmodel Onderstaand is een flowchart weergegeven van het onderzoeksmodel waarin alle fases van het onderzoek zijn weergegeven, deze zal nader worden toegelicht in hoofdstuk 3.4.
Figuur 7 - Flowchart onderzoeksmodel Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 16
BIM en de projectmanager
3.2 Onderzoeksmethodologie Het onderzoek is een kwalitatief onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd middels een theorie toetsend onderzoek. Dit houdt in dat bestaande inzichten zullen worden getoetst aan de hand van cases en eventueel zullen worden bijgesteld (Braster, 2000). De huidige theorieën over het toepassen van BIM tijdens een bouwproces en welke invloed dit zou hebben voor de projectmanager worden getoetst en zo nodig aangepast. Doordat BIM in de praktijk nog in de kinderschoenen staat (Peters, 2011), is er gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Veel actoren in de bouwindustrie zijn nog zoekende hoe ze te werk moeten gaan met BIM en hoe ze het binnen hun bedrijf moeten implementeren. Hierdoor is het moeilijk de benodigde resultaten kwantitatief te vergaren, aangezien iedereen een andere uitgangspunt van BIM hanteert. Daarnaast is de hoeveelheid aan BIM projecten volgens de daadwerkelijke BIM standaarden minimaal, waardoor een kwantitatief onderzoek op dit moment niet representatief kan zijn. De onderzoekscyclus heeft een empirische vorm. Empirisch onderzoek houdt in dat er vanuit de opgedane ervaringen en resultaten in de praktijk conclusies worden getrokken (Braster, 2000). Een empirisch onderzoek is meestal kwalitatief van aard en levert ongestructureerde informatie op. Hierbij geven de resultaten een beter idee over bepaalde oorzaken van verschijnselen en over verbanden tussen gegevens. Op basis hiervan kunnen de uiteindelijke uitspraken worden gedaan (Saunders, Lewis, Thornhill, Booij, & Verckens, 2011). Schematisch gezien ziet het onderzoek er als volgt uit (figuur 8):
Figuur 8 - Het wiel van de wetenschap (Helmerhorst, Duerink, van Loon, & Bruil, 2011; Braster, 2000)
Deze cyclus, zoals weergegeven in figuur 8, werkt als volgt: in eerste instantie wordt er een probleem en onderzoeksvraag uitgewerkt, voordat er begonnen kan worden met het empirische onderzoek. Vervolgens wordt eerst het theoretisch onderdeel uitgewerkt, daarna wordt uit de theorie een aantal Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 17
BIM en de projectmanager
hypotheses afgeleid. De volgende stap is het vergaren van de data uit de praktijk, uit deze collectie volgen vervolgens een aantal resultaten. Deze data zullen geanalyseerd en gevalideerd worden, waarna de resultaten vergeleken worden met de resultaten uit de theorie. Dit kan leiden tot een confrontatie tussen de praktijk en de theorie, vanwege tegenstrijdigheden die zich voor kunnen doen. Hieruit zullen de conclusies, het verwerpen of aannemen van de hypotheses en de aanbevelingen voortvloeien (Braster, 2000).
3.3 Onderzoeksstrategie Het onderzoek bestaat uit een theoretisch deel en een empirisch deel, zie figuur 8. Het theoretisch deel is nodig om hypotheses op te stellen over BIM en de invloed op de rol van de projectmanager op het gebied van informatiebeheersing. Het theoretisch kader van het onderzoek wordt opgesteld door middel van nationale en internationale literatuur over BIM, de projectmanager en informatiebeheersing. Het empirische gedeelte van het onderzoek volgt nadat de hypotheses zijn gevormd. In dit deel van het onderzoek zullen de hypothese getoetst worden aan de hand van casestudieonderzoek. Hiervoor wordt de casestudie onderzoeksmethode van Yin (2009) gebruikt.
Figuur 9 - Casestudie methode (Yin, 2009)
Dit wordt gedaan aan de hand van drie cases die behandeld worden tijdens het casestudieonderzoek. Casestudieonderzoek is ‘een onderzoeksstrategie waarvan het voornaamste kenmerk is dat er sprake is van een intensieve bestudering van een sociaal verschijnsel bij één of enkele onderzoekseenheden’ (Braster, 2000). In het geval van dit onderzoek gaat het om aspecten waarbij de lijnen nog niet duidelijk gedefinieerd zijn, waardoor er vraag is naar een onderzoek waarbij meerdere bronnen betrokken moeten zijn om tot duidelijke uitspraken te kunnen komen (Yin, 2009). Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 18
BIM en de projectmanager
Voor het onderzoek betekent dit dat er diep wordt ingegaan op BIM en de impact op de rol van de projectmanager op het gebied van informatiebeheersing in de dagelijkse praktijk. Om een duidelijk beeld te vormen over hoe met BIM wordt gewerkt in de praktijk zal er gebruik gemaakt worden van verschillende bronnen. Het gebruik van meerdere soorten informatiebronnen wordt ook wel triangulatie genoemd, dit vergroot de betrouwbaarheid van de data (Yin, 2009). De informatiebronnen die gebruikt zullen worden zijn interviews en dataverzameling door middel van de documentatie. In figuur 9 staat beschreven welke stappen ondernomen dienen te worden voor het casestudieonderzoek om tot een goed resultaat te kunnen komen.
3.4
Structuur van het onderzoek
3.4.1 Theorie Het vormen van het theoretisch kader vormt het eerste deel van het onderzoek. Voor het doen van casestudieonderzoek is het definiëren van de theorie een belangrijke basis voor het onderzoek. Voor het analyseren van de data zal de theorie als een leidraad fungeren voor het bepalen van welke gegevens er verzameld moeten worden (Yin, 2009). Het theoretisch kader zal ingaan op de eigenschappen van en conclusies die gedaan zijn over BIM, de rol van de projectmanager en informatiebeheersing. Het theoretisch kader wordt gevormd door nationale en internationale literatuur over deze onderzoekseenheden. Aan de hand daarvan zullen er hypotheses worden gevormd, over het effect van BIM op de informatiebeheersing en organisatie tijdens een bouwproces en hoe die informatiebeheersing weer van invloed kan zijn op de rol van de projectmanager. Deze hypotheses zullen vervolgens aan de hand van de empirie worden getoetst. Het vormen van het theoretisch kader is weergeven in stap 1 en 2 van het onderzoeksmodel, zie figuur 7 in het hoofdstuk 3.1. 1. Introductie onderzoek, waarin onder andere de probleemanalyse, de probleemstelling en het doel van het onderzoek worden beschreven. Hierin wordt ook het onderzoeksontwerp weergegeven, waarin wordt uitgelegd welke methodes er gebruikt zullen worden om tot een conclusie en aanbevelingen te kunnen komen. 2. Theorie, waarin antwoord wordt gegeven op de deelvragen die behoren bij het theoretisch kader, begrippen worden uitgelegd en hypotheses worden gevormd.
3.4.2 Empirie Het casestudieontwerp bestaat uit een meervoudig theorie toetsende casestudie. De theorie gevormd in het theoretisch kader die de vorm zullen hebben van hypotheses zullen namelijk door middel van casestudies getoetst worden of deze hypotheses aangenomen of verworpen moeten worden (Braster, 2000). Dit wil zeggen dat het een theorie toetsend onderzoek is. Er is gekozen voor drie cases, omdat hierdoor de onderzoeker in staat is om de verschillen en overeenkomsten te vinden binnen de cases en tussen de cases (Yin, 2009). Aan de hand van een aantal criteria is er een aantal cases gekozen, hierbij zal er bij iedere case gekeken worden op welke manier de projectmanager, de aannemer, de architect, de constructeur en de installatieadviseur met BIM
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 19
BIM en de projectmanager
hebben gewerkt en hoe door middel van BIM de informatie is beheerst. Door deze gegevens te verzamelen kan er vervolgens de link worden gelegd tussen de theorie en de praktijk.
Figuur 10 - Casestudie ontwerp
Dataverzameling Verschillende soorten gegevens kunnen gebruikt worden voor het verzamelen van de data. In dit onderzoek zal er gebruik gemaakt worden van twee verschillende bronnen om data te verzamelen. De eerste bron van dataverzameling is documentatie. Met deze manier van dataverzameling zal er al geprobeerd worden om delen van vragen te beantwoorden over de cases. Door middel van de documentatie zal er in kaart worden gebracht hoe de cases zijn ingericht, in welke mate er met BIM wordt gewerkt en wat de rol van de projectmanager is binnen de case. Interviews Interviews is de tweede manier om tot de benodigde informatie te komen voor de cases. Door middel van de interviews wordt er doelgericht naar de benodigde informatie gezocht. Er zullen interviews gehouden worden met de projectmanager, de aannemer, de architect, de installatieadviseur en de constructeur die betrokken zijn binnen de cases. Tijdens de interviews zal er ingegaan worden op deelvragen die vallen onder het empirisch deel van het onderzoek. Er wordt in de praktijk gekeken hoe de huidige situatie is. Analyseren Voor het analyseren van casestudies bestaan er verschillende technieken. Eerst zal er een within case analyse worden toegepast. Dit houdt in dat de onderzoeker zich bekend en vertrouwd maakt met de case. Dit zorgt ervoor dat de onderzoeker niet te snel patronen en bevindingen generaliseert tussen de cases (Yin, 2009). Deze stap van het onderzoek is weergegeven in stap 3, waarin de onderzoeker vertrouwd raakt met de cases om vervolgens within case onderzoek te kunnen doen, zie figuur 7. Na de within case analyses zal er een cross case analyse worden toegepast, dit is ook onderdeel van stap 4 van het onderzoeksmodel. Deze manier van analyseren zorgt ervoor dat de onderzoeker verder kijkt dan zijn eerste bevindingen, wat de kans op nauwkeurige en betrouwbare theorieën vergroot. Cross case analyse wordt gebruikt om overeenkomsten en verschillen tussen de cases te analyseren (Yin, 2009).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 20
BIM en de projectmanager
3.4.3 Conclusies en aanbevelingen Ten slotte zullen de bevindingen gerapporteerd worden en getoetst worden tegen de hypotheses die gevormd zijn in het theoretisch kader. Hierna kunnen de hypotheses verworpen of aangenomen worden. Vervolgens zal er afgesloten worden met conclusies die getrokken kunnen worden uit het onderzoek en zal er een advies worden geschreven. Dit is de laatste stap van het onderzoek, stap 5, conclusies en aanbevelingen.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 21
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 22
BIM en de projectmanager
Theorie Onderzoek naar de impact van BIM op de rol van de projectmanager is schaars. Er is vraag naar onderzoek in de praktijk, maar er is ook vraag naar het verfijnen van het begrip BIM. Er bestaan geen duidelijke standaarden. Door middel van een uitgebreide literatuurstudie is verkennend, ofwel exploratief onderzoek verricht. Deze benadering is gebruikt om de verschillende uiteenlopende theoretische inzichten op het onderwerp te bundelen, maar ook om de mogelijke kansen en bedreigingen van BIM voor de projectmanager in kaart te brengen. Aan de hand hiervan zijn een aantal hypotheses opgesteld die in het casestudie onderzoek getoetst zullen worden. De volgende onderwerpen komen aan bod in het theoriedeel van het onderzoek: o o o o
Hoofdstuk 4 – Bouw Informatie Model Hoofdstuk 5 – Informatiebeheersing bouwproces Hoofdstuk 6 – De projectmanager Hoofdstuk 7 – Hypothese vorming
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 23
BIM en de projectmanager
4.
Bouw Informatie Model
4.1 Inleiding De samenwerking in de Architectuur, Engineering en Constructie (AEC) industrie draait rond het uitwisselen van 2D tekeningen en documenten. Hoewel de ontwerpende partijen afzonderlijk van elkaar wel werken met 3D modellen en 3D visualisatie, is de samenwerking tussen de partijen en informatie uitwisseling veelal in de vorm van 2D documentatie. Vandaag de dag vindt echter een trage verschuiving plaats van het 2D uitwisselen van informatie naar 3D. Het Bouw Informatie Model speelt een significante rol in deze opkomende transformatie (Singh, Gu, & Wang, 2010; Wang, 2009). Wat betekent BIM nou eigenlijk en wat voor een nut heeft het tijdens een bouwproces? Er zijn vele definities die veelal enige tegenstrijdigheid in zich hebben. Juist een volledige en juiste definitie is bij de term BIM zeer belangrijk. Dit voorkomt verwarring tussen de partijen tijdens een project waardoor de verschillende partijen die samenwerken in BIM een zelfde doel nastreven (Penttilä, 2009). BIM is een benadering voor het ontwerpen, het bouwen en beheren van gebouwen, waarin een digitale representatie van het bouwproces wordt gebruikt om de uitwisseling en compatibiliteit van de informatie in digitale vorm te vergemakkelijken (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008). Om beter uit te kunnen leggen wat BIM betekent zal naast de definitie door Eastman et al (2008), ook gekeken worden naar de volgende twee uitspraken: ‘BIM can be viewed as a virtual process that encompasses all aspects, disciplines, and systems of a facility within a single, virtual model, allowing all design team members (owners, architects, engineers, contractors, subcontractors, and suppliers) to collaborate more accurately and efficiently than using traditional processes. As the model is being created, team members are constantly refining and adjusting their portions according to project specifications and design changes to ensure the model is as accurate as possible before the project physically breaks ground.’ (Azhar, 2011) ‘Building Information Modelling is a digital representation of physical and functional characteristics of a facility creating a shared knowledge resource for information about it forming a reliable basis for decisions during its life cycle, from earliest conception to demolition.’ (Delany, 2010) Bij BIM draait het om een samenwerking van verschillende disciplines. Door meerdere partijen moet er samengewerkt worden om tot een BIM te kunnen komen. Hierbij zijn de partijen bij het bouwproces op een meer collaboratieve en efficiënte wijze met elkaar betrokken, waardoor het samenwerken wordt bevorderd en informatiedelen vergemakkelijkt wordt (Kolarevic, 2009). BIM is dus niet een nieuwere CAD versie. BIM is van toepassing op de gehele levenscyclus van een gebouw. Ook heeft het invloed op het bouwproces, onder meer op activiteiten zoals de planning, de levering en de exploitatie op een sociaal-, bedrijfs- en zelf politiekniveau (Holzer, 2011). BIM is een manier van samenwerken, waarbij het model gedeeld wordt met de partijen die betrokken zijn bij het bouwproces. De manier van informatiedelen bij BIM is anders dan bij de traditionele manier van werken. BIM zorgt er namelijk voor dat iedereen zijn informatie meteen kan verwerken in het model, waardoor het sneller en efficiënter met de andere partijen gedeeld kan worden (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008; NIBS, 2007). Ook ontstaat een beter inzicht in de kosten en de planning van een project, aangezien het model tot op de laatste schroef uitgewerkt kan Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 24
BIM en de projectmanager
worden en er montagetijden en elementenprijzen aan het model gekoppeld kunnen worden. BIM treedt op als een geïntegreerd model dat informatie opslaat in traditionele bouw documenten, zoals tekeningen, specificaties, en constructiedetails, en nog veel meer, in een gecentraliseerde database. Informatiemanagement in deze vorm verandert de procedure voor het ontwerp en documentatie, omdat alle relevante informatie is georganiseerd in een database, in plaats van sets van tekeningen en specificaties (Aksamija & Iordanova, 2011). Op basis van de bronnen die in dit hoofdstuk zijn behandeld, kan BIM als volgt geformuleerd worden: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw, waarbij de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Deze definitie zal gedurende dit onderzoek gehanteerd worden. In hoofdstuk 4.3 zal er dieper op BIM worden ingegaan, maar eerst zal de ontstaansgeschiedenis van BIM beschreven worden.
4.2 Geschiedenis Het concept en het begrip BIM is een groeiend fenomeen in de bouwindustrie. Het concept en het begrip BIM bestaan al enige jaren. Meer dan 30 jaar geleden bestond het concept BIM al en ongeveer 15 jaar geleden is het begrip BIM ontstaan (Het Nationaal BIM-platform, 2012a). Het eerste document dat het concept BIM bevat was de beschrijving van een werkend prototype ‘Building Description System’ van Charles M. Eastman. In dit model is er voor de eerste keer sprake van interactief gedefinieerde elementen, waar gevel, plattegrond, perspectief en doorsnede informatie is samengevat in dezelfde beschrijving van datzelfde element. Dit model zorgde ervoor dat wijzigingen maar één keer uitgevoerd hoefde te worden, want wijzigingen die aangebracht werden, werden vanzelf doorberekend in de andere tekeningen. Dit hield in dat hoeveelheden-, materiaal- en kostengegevens eenvoudig gegenereerd konden worden (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008; Het Nationaal BIM-platform, 2012a). In de jaren 70 en 80 is er in Europa vergelijkbaar onderzoek gedaan, vooral in Groot Brittannië. Tijdens deze onderzoeken werden er pogingen gedaan om BIM commercieel te gaan toepassen. In de VS stond BIM in de begin jaren 80 vooral bekend als ‘Building Product Models’ en in Europa, met name Finland als ‘Product Information Models’. Door het gebruiken van het woord product, werd er getracht onderscheid te maken met proces modellen (Het Nationaal BIM-platform, 2012a). In 1986 werd voor het eerst het begrip ‘Building Modeling’ gebruikt op de manier zoals het nog steeds wordt gebruikt. Hier werd uiteengezet wat er nu met BIM wordt bedoeld en hoe het geïmplementeerd diende te worden. In 1992 werd de term BIM voor het eerst gebruikt (Het Nationaal BIM-platform, 2012a). Niet alleen aan de ontwikkeling van BIM op academisch niveau werd hard gewerkt, ook op commercieel gebied heeft BIM een ontwikkeling doorstaan om geïmplementeerd te kunnen worden in de commerciële producten. Architecten begonnen in de begin jaren 80 met het tekenen in het op
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 25
BIM en de projectmanager
lagen gebaseerde systemen waar meerdere tekeningen over elkaar konden worden gelegd. Technologie begon het bouwproces te beïnvloeden. In plaats van tekeningen werden er DWG files uitgewisseld. In de jaren 90 werd de object georiënteerde CAD waar niet grafische informatie aan de tekeningen gekoppeld kon worden geïntroduceerd. De ontwikkeling van het internet had ook een grote invloed op de ontwikkeling van BIM. Informatie kon hierdoor veel makkelijker worden gedeeld (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008; Het Nationaal BIM-platform, 2012a). Vooral de laatste 10 jaar is de bekendheid van BIM erg gegroeid en is de software die hieraan gekoppeld moet worden ver uitgebreid. Door deze ontwikkelingen wordt het managen, beheren en uitwisselen van informatie steeds eenvoudiger gemaakt (Het Nationaal BIM-platform, 2012a). Echter zijn nog niet alle partijen bereid om met BIM samen te werken. Er is een vooruitgang in het 3D tekenen, maar het efficiënt uitwisselen van de informatie volgens de BIM principes heeft nog lang niet zijn optimale niveau bereikt (Wang, 2009).
4.3 BIM In de voorgaande hoofdstukken is gedefinieerd wat BIM is, in dit hoofdstuk zal hier dieper op ingegaan worden, waarin onder andere BIM wordt vergeleken met het traditionele bouwproces. Tijdens een traditioneel bouwproces start het proces met de initiatieffase, waarna vervolgens het initiatief uitgewerkt zal worden tot een uiteindelijk ontwerp en een bestek, wat gedaan zal worden door de architect en wat constructief uitgewerkt zal worden door een ingenieursbureau. Het ontwerp van de gas-, licht-, water- en verwarmingsinstallaties wordt verzorgd door de installatieadviseur. De gegevens van de partijen van het ontwerp worden vastgelegd in een contract (in de vorm van het bestek), hieraan wordt een directiebegroting gekoppeld voor het te bouwen project (Het Nationaal BIM-platform, 2012b; Bruggeman, Chao-Duivis, & Koning, 2007). Vervolgens zal er na de aanbesteding begonnen worden met de uitvoering van het project. Na de uitvoering zal na de oplevering de onderhoudsfase beginnen. Deze kan worden berekend door meerjaren onderhoudsplanning en onderhoudsbegrotingen (Het Nationaal BIM-platform, 2012b; Bruggeman, Chao-Duivis, & Koning, 2007). In het traditioneel bouwproces wordt het plan/project steeds weer opnieuw gemaakt door de partijen. Iedere partij krijgt het plan van zijn voorganger en maakt een nieuw plan met zijn verbeteringen/interpretaties daarin verwerkt, zie ook figuur 11, traditioneel werken versus BIM werken. Door middel van BIM kan er tegelijkertijd in hetzelfde model worden gewerkt. Door het werken in één model wordt de snelheid van het proces gecombineerd met minder fouten en wordt het project met minder fouten aangeleverd aan de aannemer en hierdoor wordt minder, kostenverhogend, meer- en minderwerk uitgevoerd (Het Nationaal BIM-platform, 2012b; Bruggeman, Chao-Duivis, & Koning, 2007). Door het werken met BIM kunnen ontwerpbeslissingen direct op elkaar afgestemd worden, doordat het binnen BIM mogelijk is om met één model samen te werken. Dit heeft als gevolg dat er minder ontwerpverschillen aan het licht zullen komen, wat zal resulteren in minder faalkosten (Het Nationaal BIM-platform, 2012b).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 26
BIM en de projectmanager
In andere woorden, BIM zorgt ervoor dat het bouwproces niet meer lineair doorlopen wordt. BIM zorgt ervoor dat het projectteam al veel eerder in het proces moet samenwerken. Dit zorgt ervoor dat de aannemer en leveranciers al eerder bij het proces betrokken kunnen worden. Er moet dus in een vroeg stadium nauw met elkaar samengewerkt worden, hiervoor zou het handig zijn om tijdig een samenwerkingsplan te maken die ervoor zorgt dat de projectleden zo vroeg mogelijk efficiënt communiceren en beter informatie delen. Ook zorgt BIM ervoor dat er meer nadruk ligt op de eerdere fases van het bouwproject. De taken en verantwoordelijkheden verschuiven. Er gebeurt meer werk in de vroege fases van het bouwproces. Dit kan bijvoorbeeld consequenties hebben voor de verdeling van het honorarium van ontwerpende partijen over de verschillende ontwerpfasen, zie figuur 11. Er zullen hogere eisen gesteld moeten worden aan samenwerking, communicatie en transparantie van de informatie die nodig is in het proces (Carmona & Irwin, 2007; Goossen, 2011). Figuur 11 laat schematisch zien dat tijdens het bouwproces relatief meer invloed uitgeoefend kan worden in de vroege ontwerpfasen op het gebouw en dat die invloed nog geen grote gevolgen heeft voor de kosten, zie de lijn ‘mogelijkheid beïnvloeden kosten/kwaliteit. De lijn ‘kosten van ontwerpwijzigingen’ laat zien dat wanneer wijzigingen worden aangebracht in een laat stadium van het ontwerpproces, de kosten van deze wijzigingen steeds hoger worden. Tijdens een traditioneel proces wordt er tijdens het proces veel invloed uitgeoefend tijdens de TO fase, wanneer wijzigingen dan juist veel geld kosten, zie lichtblauwe stippellijn. BIM, de donkerblauwe stippellijn, zorgt er juist voor dat er meer tijd wordt besteed aan het ontwerp in de vroegere fases, waardoor het mogelijk is om meer invloed op het ontwerp uit te oefenen, terwijl dat geen grote gevolgen heeft voor de kosten. Door het toepassen van BIM zal er dus een verschuiving moeten plaats vinden in het ontwerpproces, waardoor de partijen eerder in het proces nauw met elkaar moeten samenwerken om optimaal gebruik te kunnen maken van de voordelen van BIM (Goossen, 2011; Holzer, 2011). Visualisatie van het ontwerp in de driedimensionale ruimte is een van de voordelen van BIM, maar het is niet de enige mogelijkheid van BIM die de integrerende aard van de inhoud moet benadrukken. Naast visualisatie, worden BIM modellen gebruikt om constructie onderdelen te beoordelen en vroegtijdig oplossingen te kunnen voordragen voor problemen die ontstaan tussen die bouwtekeningen en installatietekeningen. Bouwschema’s kunnen worden geïntegreerd met het model om de volgorde van bouwactiviteiten te bepalen, dit wordt ook wel aangeduid als "4D"modellen, omdat tijdsdimensies opgenomen zijn in het model. Kostenraming is een andere dimensie, meestal aangeduid als "5D", omdat materialen en componenten worden geanalyseerd en direct gekoppeld aan kostprijs overzichten. Zo kan financiële informatie geproduceerd worden en kan deze betrokken worden bij het analyseren en maken van ontwerpbeslissingen (Aksamija & Iordanova, 2011).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 27
BIM en de projectmanager
Figuur 11 - Zwaartepunt ontwerpinspanningen (Goossen, 2011; Holzer, 2011)
BIM kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. gebruikt Deze doeleinden zijn (Azhar, 2011): 2011) o o o o
o o
o
o
BIM kan gebruikt worden voor visualisatie. 3D-renderings 3D renderings kunnen door middel van BIM gemakkelijker in-huis huis gegenereerd gegene worden. Fabricage tekeningen kunnen makkelijker makkelijke gegenereerd worden. Wanneer het ontwerp in BIM staat is het gemakkelijker om de tekeningen voor voor diverse bouwsystemen te genereren. BIM kan gebruikt worden voor het beoordelen van de richtlijnen. Brandweer Brandweer en andere ambtenaren kunnen gebruik maken van BIM voor de toetsing van het bouwprojecten. Ook kan BIM gebruikt worden voor kosten calculatie. BIM BIM software heeft ingebouwde kosten schattende functies.. Materiaal hoeveelheden worden automatisch doorberekend doorbereken wanneer veranderingen worden aangebracht in het model. BIM geeft een beter inzicht in de bouw sequens. sequen . Het kan worden gebruikt om materialen te bestellen en fabricage en leveringsschema's te coördineren voor alle bouwcomponenten. Ook kan BIM worden ingezet voor conflict en interventie detectie. Doordat iedereen in één model werkt kunnen bijvoorbeeld conflicten in de tekeningen makkelijker worden gecontroleerd. Er kan makkelijker en sneller worden gekeken of bijvoorbeeld leidingen niet kruisen met balken of muren. Met BIM kan er gemakkelijk een forensische f analyse worden uitgevoerd op het gebouw. Door BIM kunnen grafische illustraties worden gemaakt gemaakt van eventuele storingen, lekken en evacuatieplannen. Ook kan BIM worden gebruikt voor facilitymanagement. De facility-manager facility manager kan door middel van BIM een beter overzicht houden van de benodigde renovaties, planningen en onderhoudswerkzaamheden.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 28
BIM en de projectmanager
Na het beschrijven van de verscheidende doeleinden van BIM is het ook zaak te beschrijven wat BIM niet is, maar wel veelal in die context wordt gebruikt. BIM is geen software, software is slechts een klein onderdeel van een groter geheel. BIM is samenwerking, een organisatorische uitdaging waarbij iedereen in het proces vanaf het begin open en transparant met elkaar moet samenwerken. BIM is ook niet hetzelfde als werken en tekenen met Revit. Revit is slechts één van de mogelijke ITproducten die een BIM-proces ondersteunt. BIM kan ook niet door middel van één druk op de knop bouwcoördinatie en afstemming automatiseren, hier is een voorafgaand proces voor nodig. BIM kan slechts een deel van de faalkosten verlagen. BIM kan niet voorkomen dat bestellingen verkeerd zijn gegaan of dat producten te laat worden geleverd (Technische Raad van TVVL, 2011). Kortom, BIM is een managementtool en niet alleen een computerprogramma. Om ervoor te zorgen dat BIM ook daadwerkelijk kan werken als een managementtool is het zaak dat vanaf het begin van het proces nauw met elkaar wordt samengewerkt in een transparante omgeving (Boeykens & Neuckermans, 2007).
4.4 Voor- en nadelen van BIM BIM is een tool die een intensieve samenwerking tussen alle partijen, vanaf het begin tot het einde van het bouwproces mogelijk maakt. Hierbij moet met name veel gecommuniceerd worden, afspraken gemaakt worden en gezamenlijk naar optimale oplossingen worden gezocht. BIM kan worden gezien als het integraal benaderen van een huisvestingsvraagstuk (Barlish & Sullivan, 2012). Het is daarom dan ook belangrijk dat de partijen vertrouwen hebben in elkaar en dat ze bereid zijn om transparant met elkaar te werken. Door BIM toe te passen worden verantwoordelijkheden meer gedeeld en de rollen van partijen verschuiven (Technische Raad van TVVL, 2011; Williams, Stehling, Scheurer, Oesterle, Kohler, & Gramazio, 2011). Het voordeel van BIM is dan ook dat het een nauwkeurige geometrische weergave is van de onderdelen van een gebouw in een geïntegreerde gegevensomgeving (CRC Construction Innovation, 2007). Het is vandaag de dag moeilijk om zo’n nauwe en intensieve samenwerking te bereiken. Dit komt omdat er voor zo’n ontwikkeling in de technologie multidisciplinaire expertise vereist is terwijl de bouwindustrie juist bestaat uit veel verschillende actoren met elk hun eigen expertise (Williams, Stehling, Scheurer, Oesterle, Kohler, & Gramazio, 2011). 4.4.1 Voordelen De voordelen die het meest worden genoemd in de literatuur voor het toepassen van BIM zijn als volgt beschreven (Azhar, 2011; Rosenberg, 2006; Technische Raad van TVVL, 2011; Rutten, 2010): o o o o o
Het toepassen van BIM zorgt voor een hogere kwaliteit van de werkprestatie. Het toepassen van BIM zorgt voor een betere coördinatie tussen de ontwerp en engineering disciplines. Het toepassen van BIM zorgt ervoor dat er kosten worden bespaard in het ontwerp en de engineering. Het toepassen van BIM zorgt ervoor dat de snelheid van de levering wordt verhoogd. Het toepassen van BIM zorgt ervoor dat het proces sneller en efficiënter verloopt.
Het efficiëntere verloop van het proces wanneer BIM wordt toegepast komt omdat informatie makkelijker kan worden gedeeld onder de partijen. Ook kan de kwaliteit van de informatie Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 29
BIM en de projectmanager
makkelijker worden verbeterd en kan de informatie beter worden hergebruikt. Een ander voordeel is dat bij het toepassen van BIM het ontwerp erop vooruit gaat. Dit komt omdat het ontwerp beter geanalyseerd kan worden, er kunnen makkelijker simulaties worden uitgevoerd. Hierdoor is het mogelijk om sneller tot innovatieve oplossingen te komen. BIM zorgt er ook voor dat de levenscyclus kosten meer worden begrepen en duidelijker zijn. Een ander voordeel van meer inzicht in de levenscyclus van het gebouw is dat de eisen, eisen, het ontwerp, de constructie en de operationele informatie kan worden en gebruikt voor de facility management.. Ook kan er een betere visualisatie gegeven worden van het ontwerp aan de opdrachtgever, wat als voordeel heeft dat partijen, partijen zoals de opdrachtgever, makkelijker het voorgestelde ontwerp begrijpen (Azhar, 2011; CRC Construction Innovation, 2007). Stanford University Centre voor Integrated Facilities Engineering heeft onderzoek gedaan op het gebied van BIM, hierbij is informatie verzameld van 32 grote projecten en is een onderzoek onder 171 participanten gedaan. Dit heeft het volgende resultaat gegeven over de voordelen van BIM in vergelijken met het traditionele werken van nu (Gilligan & Kunz, 2007): o o o o o
Bij het toepassen van BIM zullen er zich 40% minder onvoorziene financiële wijzigingen voordoen. De foutmarge van de kostenberekeningen kosten bij BIM projecten zullen binnen de 2% liggen. Er hoeft 80% minder tijd besteed te worden aan het opstellen van kostenberekeningen. De bouwkosten worden bespaard met 10%, doordat eventuele fouten in het ontwerp sneller gesignaleerd zullen worden. word Er zal 7% bespaard worden in de bouwtijd.
Ook McGraw-Hill Constructions (2010) heeft onderzoek gedaan naar de voordelen bij bouwprojecten volgens West-Europese West BIM gebruikers, zie figuur 13.. Dit onderzoek is gedaan onder 948 respondenten, waarbij de verdeling te zien is in figuur 12. 1
Figuur 12 - Verdeling respondenten onderzoek McGraw McGraw-Hill Constructions (2010)
Figuur 13 - Meest hoogwaardige project voordelen volgens West-Europese West BIM gebruikers (McGraw-Hill (McGraw Constructions, 2010)
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 30
BIM en de projectmanager
Het grootste voordeel wat uit het onderzoek is voortgekomen is dat er een beter collectief inzicht ontstaat in het ontwerp en dat het duidelijker is wat de achterliggende gedachtes zijn van de verschillende partijen. Nu wordt er vaak nog langs elkaar heen gewerkt, waarbij vaak de ene partij niet begrijpt wat het idee is geweest van de andere partij. Een verbetering in deze interface zorgt er automatisch voor dat het samenwerken tussen partijen zal verbeteren, waarbij er minder conflicten en clashes zullen voorkomen in het ontwerp en tussen de partijen. Dit zal uiteindelijke de gehele kwaliteit van het project verbeteren. 4.4.2 Nadelen Naast de vele voordelen van het toepassen van BIM bestaan er ook nadelen en punten waarin nog meer inzicht gegeven moet worden voor het toekomstig toepassen van BIM. Er is namelijk nog geen duidelijkheid en regelgeving/jurisprudentie over hoe de verdeling is van het risico van een BIMproject (Rosenberg, 2006). Ook is het lastig vast te stellen wie het eigendom heeft over de informatie die staat in het BIM model, het is niet duidelijk wie en hoe er beschermd is door middel van de copyright wetgeving. Bijvoorbeeld wanneer iemand betaald heeft voor het ontwerp, heeft hij het idee dat hij de eigenaar is van het gehele ontwerp. Echter, wanneer andere partijen vertrouwelijke informatie inbrengen in het ontwerp moet deze ook beschermd worden (Thomson, 2001). Een oplossing voor dit probleem kan zijn om vanaf het begin vast te stellen hoe het is gesteld met het eigendom van documenten en waar de verantwoordelijkheden liggen rondom deze documenten (Rosenberg, 2006; Azhar, 2011). Een ander nadeel is dat er nog geen duidelijkheid bestaat over wie er verantwoordelijk is voor de controle van de invoer van de data in het BIM model en wie er verantwoordelijk is voor eventuele fouten en onjuistheden van de invoer van de gegevens. Het is namelijk zo dat wanneer iemand de verantwoordelijkheid op zich neemt van het bijwerken en waarborgen van de juistheid van de inbreng in het model, dit ook een hoop risico’s met zich meebrengt. Het is dan ook belangrijk dat voordat de BIM technologie wordt gebruikt er duidelijke afspraken komen over hoe de aansprakelijkheid is verdeeld. Ook zal er meer tijd en aandacht moeten worden besteed aan het invoeren en beoordelen van input van de BIM gegevens, dit heeft als gevolg dat er een nieuwe kostenpost toegevoegd moet worden in het ontwerp en het projectadministratieproces voor de gene die de controles op het model uitvoert. Hoewel deze nieuwe kostenpost gecompenseerd kan worden door winst op gebied van efficiëntie en planning, blijft het een kostenpost die iemand binnen het project op zich moet nemen. Kortom, voordat BIM-technologie volledig gebruikt kan worden, moeten niet alleen de risico's van het gebruik ervan worden vastgesteld en toegekend, maar de kosten van de uitvoering van controles op het model moeten ook betaald worden (Miner & Thompson, 2006). Ook een nadeel van BIM is dat de kosten en planning gelaagd voorkomen in het BIM model. Bij de invoering van deze gegevens is het noodzaak dat er een juiste koppeling is tussen alle programma’s die hiervoor gebruikt kunnen worden. Op die manier kan een wijziging of invoering van de data doorgevoerd worden in alle modellen en tekeningen in een BIM model. Bij een groot project werken namelijk vele onderaannemers, wanneer zij allemaal hun planning en kostenbegroting invoeren in een BIM model, moet dit wel op de juiste manier worden doorgevoerd, dezelfde software moet gebruikt worden of in ieder geval software die op elkaar aansluit. Wanneer de software niet aansluit zal de hoofdaannemer dit allemaal eigenhandig moeten invoeren in het model. Daarom moet de
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 31
BIM en de projectmanager
verantwoordelijkheid voor de nauwkeurigheid en de coördinatie van de kosten en planning op een contractuele wijze worden vastgelegd (Miner & Thompson, 2006). De meest effectieve manier om de bovengenoemde nadelen en risico’s te bestrijden is om gezamenlijk, geïntegreerd project leveringscontracten op te stellen, waarin de risico's van het gebruik van BIM worden verdeeld onder de deelnemers aan het project (Azhar, 2011). Het eerder genoemde, dat BIM zal leiden tot innovatieve oplossing, kan ook gezien worden dat BIM juist leidt tot standaardisatie. Doordat bijvoorbeeld de architect, constructeur en installateur tijdens projecten een bibliotheek hebben aangelegd in BIM, bestaat er de kans dat er eerder naar een standaard oplossing gegrepen wordt, omdat dit sneller voorhanden is. Het werken met BIM kan gezien worden als een nadeel voor de creativiteit binnen een project. De enige gegevens die uit een BIM model rollen zijn de gegevens die de partijen er zelf instoppen. Als deze niet compleet zijn zullen de ontwerpdocumenten nog steeds beïnvloedbaar zijn door persoonlijke interpretaties van de verschillende partijen. Dit kan vooralsnog leiden tot tegenstrijdigheden in het ontwerp (Martens, Koutamanis, & Brown, 2007).
4.5 BIM in de praktijk en zijn barrières In de literatuur wordt veelal een positief beeld geschetst over BIM, maar dit beeld is in de praktijk nog niet haalbaar voor de meeste bedrijven in Nederland (Deutsch, 2011). In de bouwindustrie bestaat er juist weerstand tegen het toepassen van BIM. Deze weerstand is deels te wijten aan het ontbreken van een consistente en samenhangende standaard en deels is er een gebrek aan de uitwisselingsmogelijkheden van informatie tussen de verschillende softwarepakketten (Owen, et al., 2010). Ook wanneer er wel gebruik gemaakt wordt van BIM, wordt er nog weinig of vrijwel geen gebruik gemaakt van de uitwisseling van het model tussen de ontwerp- en de uitvoeringsfase (Boeykens & Neuckermans, 2007). Om überhaupt BIM efficiënt toe te kunnen passen tijdens een bouwproces zullen allereerst de volgende uitdagingen overwonnen moeten worden (Arayici, Coates, Koskela, Kagioglou, Usher, & O'Reilly, 2011; Gu & London, 2010): o o o o o o
Het overwinnen van weerstand tegen verandering, en het laten inzien dat BIM een grotere waarde en meer mogelijkheden heeft dan 2D informatie uitwisseling. Het aanpassen van de bestaande workflows naar meer geïntegreerde bouwprocessen. Het opleiden van mensen naar het werken met BIM, of het vinden van medewerkers die BIM begrijpen. Het laten begrijpen dat high-end hardware- en netwerkfaciliteiten nodig zijn om BIM toepassingen en hulpprogramma's efficiënt toe te passen. Het laten begrijpen dat samenwerking en integratie binnen de bouwketen nodig is bij een BIM proces om het efficiënt te gebruiken. Het scheppen van een duidelijk inzicht in de verantwoordelijkheden van de verschillende belanghebbenden in het BIM proces.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 32
BIM en de projectmanager
De implementatie van BIM vereist niet alleen het leren van nieuwe software applicaties, maar ook moet er een nieuwe workflow toegepast worden waarin meer geïntegreerd met elkaar wordt samengewerkt. Er moet gekeken worden hoe het personeel opgeleid moet worden en hoe de taken worden verdeeld. Daarnaast vergt BIM een andere manier van denken en ontwerpen (Arayici, Coates, Koskela, Kagioglou, Usher, & O'Reilly, 2011). Opdrachtgevers en grote constructiebedrijven kunnen hun macht gebruiken tijdens een bouwproces om het toepassen van BIM te verplichten gedurende het project. Nog niet iedere onderaannemer is er klaar voor om BIM toe te passen. Niet iedere partij heeft de financiële middelen om BIM te implementeren tijdens een bouwproces, aangezien het implementeren van BIM gepaard gaat met een aanzienlijke investering in tijd en geld (Howell & Batcheler, 2005). De opdrachtgever is uiteindelijk het beste gebaat bij het efficiënt toepassen van BIM tijdens een project en hij is ook in staat om BIM tijdens het project als een vereiste te stellen. De grote uitdaging is dan om BIM niet alleen voor clash-detectie te gebruiken, zoals nu veelal wordt gedaan, maar het ten volle te benutten (Linderoth, 2010). Want vandaag de dag worden er voornamelijk nog 2D tekeningen onderling uitgewisseld, terwijl er wel in een 3D omgeving gewerkt wordt (Gu & London, 2010). De productiviteit en economische voordelen van het gebruik van BIM in de AEC industrie zijn welbekend. Voorspeld wordt dat door het gebruik van BIM de relaties zullen verbeteren tussen de partijen binnen het ontwerpteam en tussen het ontwerp en de constructie, wat weer leidt tot een nauwere samenwerking (Muramoto, Jemtrud, Kumar, Balakrishnan, & Wiley, 2009). Ook is de juiste technologie beschikbaar en deze wordt ook continu verbeterd. Het toepassen van BIM gaat toch langzamer dan verwacht (Azhar, Hein, & Sketo, 2008). De hoofdredenen hiervoor liggen op zowel technologisch als management gebied. Dit komt doordat BIM in eerste essentie een projectmanagement tool is, wat het delen van informatie tussen de verschillende partijen faciliteert. Om ervoor te zorgen dat BIM efficiënt en effectief wordt gebruikt moet er vervolgens ook sturing gegeven worden aan de verschillende partijen die betrokken zijn bij het BIM-model, de samenwerking, gedeelde expertise en tussentijdse besluitvorming (Muramoto, Jemtrud, Kumar, Balakrishnan, & Wiley, 2009). De technologische barrières om BIM toe te passen kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën (Bernstein & Pittman, 2004): 1. Dat er vraag is naar goed gedefinieerde bouwproces modellen en definities; 2. Dat er een eis is dat de digitale ontwerpgegevens berekenbaar zijn; en 3. Dat er vraag is naar goed ontwikkelde praktische strategieën voor de doelgerichte uitwisseling en integratie van betekenisvolle informatie tussen de BIM componenten. De barrières om BIM toe te passen op management gebied liggen rondom de implementatie en het gebruik van BIM. Er zijn nu nog geen duidelijke richtlijnen over hoe BIM geïmplementeerd zou moeten worden. Er bestaat ook geen handleiding over hoe BIM gebruikt zou moeten worden (The Associated General Contractors of America, 2006). Ook zijn er nog geen speciale contractdocumenten voor het werken met BIM (Post, 2009). Verder is er nog vraag naar het standaardiseren van BIM en het definiëren van richtlijnen voor de implementatie van BIM (Azhar, 2011). Er zijn ook veel verschillende computergestuurde programma’s in omloop die het toepassen van BIM mogelijk maken. Het kan voorkomen dat niet iedere partij dezelfde versie van een programma of überhaupt het zelfde programma gebruikt. Hierdoor komt het voor dat bij de
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 33
BIM en de projectmanager
verschillende analyses die uitgevoerd worden met een BIM-model de verschillende versie geconverteerd moeten worden naar één en dezelfde versie waardoor gegevens gedurende dit proces verloren kunnen gaan (Sanguinetti, Abdelmohsen, Lee, Lee, Sheward, & Eastman, 2012; Linderoth, 2010), zie ook figuur 14.
Figuur 14 - Het huidige proces van evaluatie van het ontwerp vereist afstemming van de verschillende modellen, waarbij terugkomend in het gemeenschappelijk BIM model gegevens verloren kunnen gaan (Sanguinetti, Abdelmohsen, Lee, Lee, Sheward, & Eastman, 2012)
Op dit moment worden de consultants gedurende een project ook niet gecompenseerd voor de tijd die zij stoppen in een BIM model en voor hun BIM gerelateerde service door de opdrachtgever (Holzer, 2011). Met andere woorden er moet nog veel gebeuren wil iedereen optimaal gebruik kunnen maken van BIM. BIM heeft vele voordelen, maar er bestaan nog veel onzekerheden over hoe BIM het beste toegepast kan worden en welke regels er toegepast moeten worden tijdens een BIM proces. Ook heeft het succesvol gebruiken van BIM tijdens een project te maken met vele verschillende factoren, zoals de grote van het projectteam, communicatie tussen de verschillende partijen, in welke mate de partijen BIM gebruiken tijdens het project en nog veel meer factoren (Barlish & Sullivan, 2012). In de praktijk zeggen de verschillende actoren dat ze kunnen werken met BIM, maar meestal blijkt dit niet zo te zijn of geven die actoren er een eigen draai aan. Zo wordt gezegd dat 95% van de aannemers die zeggen dat ze met BIM kunnen werken, dit in de werkelijkheid niet kunnen. Vaak worden er mooie 3D tekeningen gepresenteerd, maar wordt de ‘I’ van informatie overgeslagen. Welk bedrijf er wel of in de werkelijkheid niet met BIM werkt kom je pas achter wanneer je met die partij samen gaat werken (van Belzen, 2012). Vaak wordt het gebruik van BIM beperkt tot één organisatie, waardoor niet alle voordelen van BIM worden benut (Tissink, 2012). De voorspelling voor de praktijk is dat 2D tekeningen voorlopig nog niet verdwijnen, zeker niet zolang de technologie nog niet toepasbaar is voor het dagelijks gebruik (Eastman, Teicholz, Sacks, & Liston, 2008). Ook is het volgens veel partijen, zoals leveranciers en installateurs, nog niet voldoende bewezen dat BIM lagere kosten en minder arbeidsuren met zich meebrengt (Howell & Batcheler, 2005).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 34
BIM en de projectmanager
4.6 Conclusie Uit dit hoofdstuk kan geconcludeerd worden dat BIM meer is dan een computerprogramma. BIM is een managementtool, waarbij de fases van het bouwproces elkaar niet meer lineair zullen opvolgen. Door BIM toe te passen tijdens het bouwproces is het nodig dat de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces eerder met elkaar samenwerken. Er ontstaat een geïntegreerd proces, hierbij kan bijvoorbeeld de aannemer eerder betrokken worden bij het proces en zullen de verschillende ontwerpdisciplines beter op elkaar afgestemd zijn. BIM is een middel om het doel van een bouwproject te bereiken. Op basis van diverse bronnen heb ik BIM als volgt gedefinieerd: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieke van een gebouw, waarbij de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. BIM is in opkomst in Nederland om op een innovatieve manier projecten te beheren. Prestaties van gebouwen en de voorspelbaarheid van de resultaten zullen sterk verbeteren door BIM toe te passen. Door het toepassen van BIM zal de samenwerking tussen de partijen in het bouwproces verbeteren. Een gevolg hiervan is dat de winstgevendheid zal toenemen, kosten zullen lager zijn, er zal een beter tijdmanagement plaatsvinden en klantenrelaties zullen bevorderd worden. Daarbij is het belangrijk dat de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces uitkijken voor de juridische valkuilen, zoals gegevenseigendom en de bijbehorende problemen en risico’s die gedeeld zouden moeten worden. Zulke kwesties moeten worden aangepakt in aan het begin van een bouwproces en bij de contractvorming tussen de verschillende partijen. BIM staat voor een nieuw paradigma binnen de AEC, één die de integratie van de taken van alle betrokkenen aan een project stimuleert. Dit heeft het potentieel om te komen tot een grote efficiëntie en harmonie tussen de spelers die al te vaak in het verleden zichzelf of elkaar zagen als tegenstanders. Alhoewel BIM groeiende is in Nederland, gaat deze groei erg langzaam, BIM wordt nog niet gebruikt volgens de BIM principes en de definitie die in dit hoofdstuk is gegeven, men tekent in 3D, maar wisselt de tekening nog veelal uit in 2D format. Actoren zeggen dat zij gebruik maken van BIM, maar de ‘I’ van informatie wordt nog vaak overgeslagen. Er kan geconcludeerd worden dat verschillende niveaus van BIM gehanteerd kunnen worden in de praktijk. Het eerste niveau is het optimaal gebruiken van BIM. Dit houdt in dat BIM wordt gebruikt op de manier zoals beschreven staat in de definitie, met andere worden, hoe BIM de praktijk gebruikt zou moeten worden. Niveau 2 is wanneer BIM alleen gebruikt wordt voor het controleren van fouten en het oplossen van clashes, waarbij partijen werken met mooie 3D tekeningen, maar daarvoor niet één model gebruiken. Bij dit niveau wordt dus geen optimaal gebruik gemaakt van het model en wordt de ‘I’ van informatie niet volledig benut. Het laatste niveau, niveau 3, is wanneer alleen binnen een bedrijf gebruik wordt gemaakt van BIM. Kortom: o Niveau 1: optimaal BIM o Niveau 2: 3D clash BIM o Niveau 3: intern BIM Deze niveaus zullen verder in het onderzoek gebruikt worden om de manier van werken met BIM te verduidelijken. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 35
BIM en de projectmanager
5.
De projectmanager
5.1 Inleiding In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werden de bouwmanagementfuncties voornamelijk ingevuld door de architect. Na die tijd is de bouwmanagementfunctie zich geleidelijk tot een afzonderlijke discipline gaan ontwikkelen. Waar eerst architectenbureaus het bouwmanagement verzorgden tijdens een bouwproject, verschoof dit deels naar bouwmanagementbureaus. Deze verschuiving was het gevolg van een aantal oorzaken, te weten (Lousberg, 2010): o o o
De bouw kreeg een veel meer multidisciplinaire karakter; De bouw werd steeds complexer en de verscheidenheid van gebouwen werd steeds groter; De vraag naar gespecialiseerde adviseurs werd steeds groter.
In het algemeen ligt het meer voor de hand om als opdrachtgever een externe bouwmanager te contracteren naarmate het project complexer wordt (Wamelink, 2006). 5.1.1 Projectmanagement Om te kunnen beschrijven wat de rol van een projectmanager is, is het belangrijk om eerst vast te stellen wat projectmanagement is: ‘Bouwprojectmanagement is – vanaf het initiatief tot en met de ingebruikname – het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren van alle activiteiten die ten behoeve van de totstandkoming van bouwprojecten noodzakelijk zijn, waarbij de wensen van de opdrachtgever tot een bouwresultaat met optimale prijs/kwaliteit verhouding leiden.’ (Philipsen, 1995) ‘Projectmanagement is – Het besturen van een project zodat het project binnen vooraf vastgestelde kaders (tijd, geld, kwaliteit, overig) wordt afgerond en dat het projectresultaat, na oplevering, op vooraf vastgestelde wijze bijdraagt aan een vooraf vastgesteld bedrijfsdoel.’ (van Leeuwen, 2004) Projectmanagement is vooral gericht op de inhoudelijke aspecten van een project, steunend op een duidelijke doelstelling, tijdspad en randvoorwaarden en een vooraf gesteld eindproduct (van de Blaak, 2006). 5.1.2 Projectmanager Een projectmanager zorgt voor het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren van alle activiteiten tijdens het bouwproces en het vertegenwoordigen van de opdrachtgever. Een projectmanager heeft sturende kwaliteiten en inhoudelijke kennis nodig om het bouwproces te kunnen begeleiden. Dit loopt vanaf de initiatieffase tot en met de ingebruikname van een project en heeft tot resultaat dat de wensen van de opdrachtgever worden gerealiseerd. Om dat te bereiken kan de projectmanager sturen door middel van de vijf activiteiten, structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren (Lousberg, 2010; Philipsen, 1995). Om het doel te bereiken heeft de projectmanager zes beheersaspecten: Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit (Flapper, 1998). Deze beheersaspecten kan hij door middel van het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren in goede banen leiden. Hiervoor kan hij onder andere de methode projectmatig werken toepassen. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 36
BIM en de projectmanager
5.2 Het projectmatig werken Het projectmatig werken is binnen projectmanagement in de bouw één van de meest gebruikte methoden. Projectmatig werken heeft met name betrekking op de inhoudelijke aspecten van een project. Hierbij wordt voortdurend rekening gehouden met de vooraf gestelde doelstellingen, randvoorwaarden en tijdspad en het vooraf gestelde product. Wanneer een projectmanager kiest voor de projectmatig werken methode, moet hij als projectmanager faseren, beslissen en beheren, zie ook figuur 15 (Groote, Hugenholtz-Sasse, & Klaassen, 2011).
Figuur 15 - Projectmatig werken (Kor & Wijnen, Essenties van project- en programmamanagement: succesvol samenwerken aan unieke opgaven, 2005)
Bij het faseren wordt ervoor gezorgd dat het project in fases wordt verdeeld. Dit zorgt ervoor dat het project beheersbaar blijft. Er kan een eigen invulling gegeven worden aan de fasering van een project, maar over het algemeen worden de volgende fasen gehanteerd (Groote, Hugenholtz-Sasse, & Klaassen, 2011): o Initiatief (Idee) o Definitie (Wat?) o Ontwerp (Hoe ziet het eruit?) o Voorbereiding (Hoe te maken?) o Uitvoering (Het doen/uitvoeren) o Nazorg (In stand houden) De vooraf gestelde doelen die voor elke fase behaald moeten worden, worden na iedere fase getoetst aan de gestelde eisen en randvoorwaarden. Vervolgens worden er nieuwe doelen gesteld voor de volgende fase. Op deze manier wordt de beheersing en de sturing van het project mogelijk. Tijdens dit onderzoek ligt de nadruk op de ontwerp-, voorbereiding- en uitvoeringsfase, zie ook figuur 16 en figuur 17, het witte gedeelte.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 37
BIM en de projectmanager
Figuur 16 - Fasen onderzoek
In de ontwerpfase wordt het projectresultaat gedetailleerd uitgewerkt. Door het projectteam wordt het ontwerp verder uitgewerkt en worden oplossingen ontworpen en concreet uitgewerkt aan de hand van de gestelde eisen en randvoorwaarden. Aan het einde van deze fase hoort er een ontwerp te liggen dat voldoet aan de gestelde eisen en randvoorwaarden (Kor & Wijnen, 2005). De voorbereidingsfase ligt tussen de ontwerp- en realisatiefase in. In deze fase wordt voorbereid wat in de ontwerpfase is bedacht. In deze fase wordt bijvoorbeeld het ontwerp uitgedetailleerd en werkinstructies worden gemaakt (werktekeningen) die voor de uitvoeringsfase gebruikt kunnen worden. Ook worden in deze fase de orders geplaatst, zodat uiteindelijk het ontwerp getekend in de ontwerpfase en de verdere detaillering in de voorbereidingsfase op de bouwplaats gerealiseerd kan worden (Kor & Wijnen, 2005). Faseren is onder andere nodig om de beheersbaarheid van het project te verhogen, onzekerheden te reduceren, beetje bij beetje het eindresultaat te concretiseren, de besluitvorming over tussenresultaten te bevorderen en projectmedewerkers te motiveren door middel van een korte termijnoriëntatie (Lousberg, 2010).
Figuur 17 - Huisvestingscyclus (Lousberg, 2010)
Voor een project is het essentieel dat er tijdens het project belangrijke keuzes en beslissingen gemaakt worden. Naar mate het project vordert worden de keuzes gedetailleerder en wordt er naar een vooraf gesteld projectresultaat toe gewerkt. Hierbij wordt meestal van grof naar fijn gewerkt, waarbij de keuzemogelijkheden steeds grotere gevolgen kunnen hebben voor het project (Groote, Hugenholtz-Sasse, & Klaassen, 2011). Een voorbeeld hiervan is dat het voorlopig ontwerp bijvoorbeeld wordt getoetst aan het programma van eisen en er vervolgens wordt gekeken in hoeverre dit conform de overeenkomst is of afwijkt (Lousberg, 2010). Bij het nemen van beslissingen
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 38
BIM en de projectmanager
stuurt de projectmanager op de eerder genoemde beheersaspecten, waarbij hij door middel van het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren ervoor zorgt dat het project in goede banen wordt geleid.
5.3 Rol projectmanager De projectmanager is zelf één van de vele actoren die betrokken is bij een bouwproces. Daarnaast heeft hij ook de medewerking nodig van alle andere actoren die nodig zijn om een project te realiseren. De projectmanager moet rekening houden met de verschuiving van de belangen en commitment van de betrokken partijen, met strategisch gedrag, de dynamiek binnen een probleem en met het netwerkkarakter van een project (in 't Veld, Doctor, Dijkzeul, & Meuleman, 2006). In verschillende fases van het project komt projectmanagement tot uiting. Zo is het noodzakelijk dat, voor er begonnen wordt met het ontwerpen, alle neuzen dezelfde richting op staan. Dit hoort ervoor te zorgen dat er in de ontwerpfase geen verschillen meer ontstaan in de interpretatie van het doel van het project en het ontwerp. Het gaat om het creëren van een gezamenlijk draagvlak. De afstemming over de verrichte activiteiten en de samenhang daarvan vindt plaats tijdens de ontwerpen voorbereidingsfase met de betrokken partijen (Licht & Nuiver, 2006). Het project wordt vanuit vele verschillende disciplines gemanaged door de projectmanager. De projectmanager zorgt voor de randvoorwaarden, de ruimtes en de middelen waarbinnen de teamleden optimaal kunnen presteren (van de Blaak, 2006). De projectmanager zorgt ervoor dat er een team wordt gevormd met een aantal sleutelfiguren uit de belangrijkste partijen. Door de verschillende ingangen die de teamleden hebben kunnen de interacties met de omgeving beter beheerst worden. Echter moet er wel een consensus zijn over de gehele projectaanpak en de besturing. Ook is het belangrijk dat er door één persoon naar de omgeving wordt gecommuniceerd, hierdoor worden misverstanden voorkomen (Licht & Nuiver, 2006). In figuur 18 staat weergegeven dat de projectmanager een belangrijke schakel is tussen de teamleden en de opdrachtgever.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 39
BIM en de projectmanager
Figuur 18 - De projectmanager als schakel tussen opdrachtgever en projectteam (Boddeke, Drentje, Roesink, & van Woerden, 2002)
Zoals eerder genoemd is de rol van de projectmanager het structureren, organiseren, controleren, coördineren en evalueren van alle activiteiten die nodig zijn om een project te kunnen realiseren (Lousberg, 2010). De projectmanager levert een belangrijke bijdrage als het gaat om kennis van organisatie, kosten, planning, kwaliteit en informatie van het bouwproces om dit zo goed mogelijk te laten verlopen. Om dit te kunnen doen moet de projectmanager een aantal taken vervullen per fase. In De Nieuwe Regeling (DNR) staat een uitgebreide lijst van deze taken, echter wordt er in dit onderzoek gekeken naar de grote lijnen betreffende de taken. Deze taken staan weergegeven in bijlage 1 en hebben betrekking tot de ontwerpfase, de voorbereidingsfase en uitvoeringsfase. De taken geven onder andere weer dat de projectmanager een structurerende, organiserende, coördinerende, evaluerende en controlerende rol heeft, waardoor hij per fase, door middel van zijn rol, verschillende taken moet voltooien om tot een goed eindresultaat te kunnen komen. Dit gebeurt binnen de vooraf gestelde kaders, betreffende geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit, de beheersaspecten van de projectmanager.
5.4 De beheersaspecten van de projectmanager De projectmanager heeft zowel inhoudelijke kennis als sturende kwaliteiten nodig om een bouwproces te kunnen begeleiden. Het belangrijkste doel van de projectmanager is om uiteindelijk te kunnen voldoen aan de eisen en wensen van de opdrachtgever. Daarvoor moet de projectmanager sturing geven aan de vijf beheersaspecten, geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit, door middel van zijn activiteiten. 5.4.1 Geld Bij het beheersaspect geld gaat het om het beheersen van de opbrengsten en de kosten. Beslissingen die genomen worden betreffende geld hebben altijd gevolgen voor de andere beheersaspecten. Zo heeft geld invloed op kwaliteit en tijd wanneer het een projectresultaat betreft en heeft het invloed op informatie en organisatie voor zover het een projectproces betreft. Het hangt af van wat voor een Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 40
BIM en de projectmanager
soort project het is of geld een belangrijke rol speelt. Zo kan kwaliteit of tijd een hogere prioriteit hebben dan geld. Bij ieder project dienen de geldstomen beheerst te worden, hierbij bepaalt de opdrachtgever hoe hoog het budget is dat ter beschikken wordt gesteld (Kor & Wijnen, 2001; Lousberg, 2010). Geld kan beheerst worden aan de hand van een aantal activiteiten (Lousberg, 2010): 1. Plannende activiteiten; Het doel van het budget is om de financiële norm vast te stellen van het project, zo dusdanig dat deze norm bewaakt kan worden (Groote, Hugenholtz-Sasse, & Klaassen, 2011). 2. Voortgangsbewaking en bijsturende activiteiten; Als het budget voor een fase is vastgesteld, dan is dit over het algemeen het uitgangspunt waarop de projectmanager aan het einde van een fase afgerekend kan worden. De projectmanager heeft meestal het mandaat om binnen het budget te handelen, met andere woorden, mutaties beoordelen, goedkeuren en te (laten) registreren. Op basis hiervan kunnen rapportage gemaakt worden ten behoeve van budget over- en onderschrijdingen. Dit kan zowel plaatsvinden aan het einde van een fase of tijdens een fase. Waarna besloten kan worden welke maatregelen er getroffen dienen te worden. 5.4.2 Organisatie Bij het beheersen van de organisatie van een project gaat het erom hoe taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd, hoe er met elkaar gecommuniceerd gaat worden en hoe besluiten genomen gaan worden (Kor & Wijnen, 2001; Lousberg, 2010). De regelingen en structuren van het project worden hierbij vastgelegd, waar onder andere de volgende onderwerpen aan bod komen (Lousberg, 2010): o o o o
Selectie van de projectteamleden, dit gebeurt eventueel bij het volgen van een aanbestedingsprocedure; Organisatiemodellen; Contractmodellen; Samenwerking en teamvorming.
5.4.3 Tijd Bij het aspect tijd gaat het met name over de beheersing en vaststellen van de benodigde capaciteit voor de uit te voeren activiteiten en de doorlooptijd van het project. Tijd is geld, dit wil zeggen dat tijd een grote invloed heeft op geld en visa versa (Kor & Wijnen, 2001; Lousberg, 2010). Ook tijd kan beheerst worden door middel van dezelfde activiteiten als bij geld (Lousberg, 2010): 1. Plannende activiteiten; Voor er begonnen wordt met een projectfase zal duidelijk moeten zijn binnen welk tijdsbestek een fase uitgevoerd moet worden. Wanneer dit niet gebeurt kan er ook geen planning worden beheerst. Wijzigingen van de tijdschema’s dienen tijdens het project zo min mogelijk voor te komen, tot de momenten dat er een totaaloverzicht is van alle andere beheersaspecten. Dit is om zo efficiënt mogelijk wijziging toe te kunnen passen en het proces onder controle te houden. Op deze manier is het mogelijk om integrale besluiten te nemen en is er een overzicht van de consequenties van wijzigingen.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 41
BIM en de projectmanager
2. Voortgangsbewaking en bijsturende activiteiten; Door middel van de registratie van de huidige stand van zaken van het project ten opzichte van de eerder vastgestelde planning kan er vastgesteld worden of er sprake is van een tijdsoverschrijding of dat men voorligt op schema. Op basis van deze rapportage kunnen er corrigerende acties ondernomen worden. Met deze rapportage kan er uiteindelijk ook een eventuele onderbouwing gegeven worden, wanneer een project uitloopt. 5.4.4 Informatie Zonder informatie is het niet mogelijk een project te kunnen sturen. Bij informatiebeheersing is het van belang om van beslisdocumenten te weten welke het laatst geldende is en wie dat mag goedkeuren en wijzigen. Aan de hand van beslisdocumenten kan de opdrachtgever een go/no-go geven of kan er bijgestuurd worden binnen de gestelde kaders van de opdrachtgever. Ook kan er een onderscheid gemaakt worden tussen vastgelegde informatie en niet vastgelegde informatie, zoals informele gesprekken. Het beheer van informatie is noodzakelijk om de juiste informatie op het juiste moment ter beschikking te hebben. Het beheer van de informatie bestaat uit eenduidige identificatie van de te beheren informatie, een sluitende registratie van de informatie en de distributie van de informatie (Kor & Wijnen, 2001; Lousberg, 2010). Aangezien informatiebeheersing een groot deel van dit onderzoek in beslag neemt, zal het begrip informatie nader worden toegelicht in hoofdstuk 6 van dit rapport. 5.4.5 Kwaliteit Bij kwaliteit gaat het over het beheersen van de inhoudelijke eisen die gesteld zijn aan het projectresultaat in de vorm van kwaliteitseisen die meetbaar moeten zijn. Het is daardoor ook belangrijk om te bepalen hoe de kwaliteitseisen worden gemeten per fase. Meestal wordt het toetsen van de kwaliteit van het resultaat gedaan aan de hand van het toetsen van de resultaten aan de vooraf vastgestelde documenten, zoals tekeningen, berekeningen en plan van eisen (Kor & Wijnen, 2001; Lousberg, 2010). Wanneer er geen goede specificaties van de eisen aan het resultaat zijn vastgesteld kan niet eenduidig worden vastgesteld of een project geslaagd is (Lousberg, 2010). Bij een project is het van belang om in eerste instantie vast te stellen wat er überhaupt bedoeld wordt met het begrip kwaliteit, om de kwaliteit te kunnen beheersen. Er kunnen namelijk vele verschillende invullingen worden gegeven aan het begrip kwaliteit. Wanneer dit niet gebeurt, wordt de kwaliteit niet beheerst, maar beheerst de kwaliteit het project (Groote, Hugenholtz-Sasse, & Klaassen, 2011).
5.5 Stevens Van Dijck en projectmanagement De projectmanager fungeert als de adviseur van de opdrachtgever. Tijdens een project treedt de projectmanager dan ook op namens de opdrachtgever en geheel voor rekening van de opdrachtgever. Hierbij neemt de projectmanager een onafhankelijke en ongebonden positie in binnen het project. Meestal wordt de projectmanager gehonoreerd op basis van bestede tijd of op basis van een percentage van de bouwsom. Dit geldt voor de projectmanagers bij het bedrijf Stevens Van Dijck.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 42
BIM en de projectmanager
Dit hoofdstuk heeft betrekking op het bedrijf Stevens Van Dijck aangezien dit onderzoek is uitgevoerd onder leiding van het bedrijf Stevens Van Dijck en de TU Delft. Om die reden wordt er, wanneer er gesproken wordt over een projectmanager, rekening gehouden met de invulling die het bedrijf Stevens Van Dijck geeft aan het beroep projectmanagement. Door het bedrijf Stevens Van Dijck wordt de volgende invulling gegeven aan het begrip projectmanager: ‘Het bouwproces is complex. Er zijn vele actoren, randvoorwaarden en risico's. En er zijn vele wegen om van idee te komen tot een opgeleverd gebouw. Dat is nu de professie van de bouwmanager. Om als regisseur de weg te bepalen en het proces te beheersen. Om als dirigent de spelers te laten samenwerken. Bouwmanagers zijn procesmanagers met een gedegen materiekennis die zowel op proces als op inhoud sturen.’ (Stevens Van Dijck, 2011) In de ontwerp en voorbereidingsfase van een project zorgt Stevens Van Dijck (SVD) voor de taken zoals beschreven in hoofdstuk 5.2. Hierin vervullen zij een controlerende, structurerende, coördinerende, organiserende en evaluerende rol. Tijdens de ontwerp- en voorbereidingsfase moeten er in een korte tijd tal van belangrijke keuzes worden gemaakt. Dit gebeurt met een team bestaande uit ontwerpers en adviseurs en de keuzes moeten vallen binnen een uitgebreid scala van randvoorwaarden. SVD fungeert hier als een projectmanager die ervoor zorgt dat dit traject goed en effectief verloopt. De projectmanager is de onafhankelijke deskundige die in deze fase onbevangen kan oordelen en sturen. Hij toetst of het ontwerp voldoet aan het programma van eisen. Of dit het meest optimale ontwerp is en of er aspecten zijn die nadere studie behoeven, zoals bijvoorbeeld energie neutraliteit. Ook beoordeelt de projectmanager of de prijs-kwaliteit verhouding correct is en of keuzes niet leiden tot hogere exploitatielasten. Tijdens de ontwerpfase zijn ook talloze randvoorwaarden die het proces en soms het ontwerp kunnen beïnvloeden. Hierbij valt te denken aan vergunningsprocedures en bestemmingsplannen, subsidieregelingen, de wijze van aanbesteden of fiscale aspecten etc. De projectmanager brengt de risico's in beeld en stuurt op het minimaliseren van die risico's. Om dit proces goed te laten verlopen moet een ontwerpteam goed kunnen samenwerken. Met respect voor elkaar maar ook kritisch jegens elkaar. Hier neemt de projectmanager ook een controlerende en sturende rol in (Stevens Van Dijck, 2011). In de uitvoeringsfase van een project zorgt het bedrijf Stevens Van Dijck voor de taken, zoals beschreven in hoofdstuk 5.2, in de vorm van directievoering. De directievoerder is de vertegenwoordiger van de opdrachtgever tijdens de uitvoeringsfase. De voornaamste taak is het toezien op een correcte uitvoering van het werk. Dit betekent dat er toezicht wordt gehouden op wat de uitvoerende partijen leveren, wat contractueel overeengekomen is en wat beschreven is in het bestek. Een goede projectorganisatie is nodig om de uitvoering van een bouwproces goed te laten verlopen. Vaak werken partijen voor het eerst samen tijdens een bouwproject, daarom is het belangrijk dat de partijen precies weten wat ieders taken en bevoegdheden zijn, hoe er wordt gecommuniceerd en hoe er wordt samengewerkt. Dit is ook belangrijk vanwege de intensieve samenwerking en uitwisseling van informatie tijdens de uitvoeringsfase die plaats vindt tussen de adviseurs, Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 43
BIM en de projectmanager
uitvoerende partijen, opdrachtgever en/of gebruiker en derden zoals overheidsinstanties. Deze aspecten worden door SVD in een zogeheten Bouwmanual vastgelegd, die vervolgens zal leiden als leidraad voor de uitvoeringsfase. Voor SVD begint directievoering met het bestuderen van de aanbestedingsdocumenten. Wat zijn de belangrijkste vraagstukken en uitdagingen? Waar liggen de risico's? Is het bestek compleet? Zijn er nog 'grijze vlekken' die moeten worden ingevuld? Als deze vragen zijn beantwoord kan het werk beginnen. SVD doet dat vanuit een onafhankelijke positie ten opzichte van aannemers en adviseurs, hierbij wordt ieders discipline en inbreng gerespecteerd. Dit zorgt ervoor dat de rol die SVD inneemt transparant is. Op basis van vastgestelde uitgangspunten zorgt SVD ervoor dat het werk correct wordt uitgevoerd binnen de vastgestelde tijd en binnen het vastgestelde budget (Stevens Van Dijck, 2011). Figuur 19 geeft weer hoe het projectmanagement eruit ziet in het geval van een traditionele aanbesteding. In geval van bouwteam of Design & Build kan de organisatie van het projectmanagement natuurlijk anders zijn, dit is afhankelijk van de wens van de opdrachtgever.
Figuur 19 - Projectmanagement SVD
5.6 Projectmanager en BIM Om optimaal gebruik te kunnen maken van BIM is het verstandig dat alle partijen die betrokken zijn bij het bouwproces werken in een BIM model, kortom elke partij draagt bij aan BIM (opdrachtgever, architect, constructeur, installatieadviseur, uitvoerend bedrijf, enzovoort). Hiervoor zou het handig zijn wanneer er één iemand verantwoordelijk wordt gemaakt voor het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren van het BIM model. Zo kunnen eventuele onvolledigheden van de informatietoevoer of fouten in de informatietoevoer tegen worden gegaan. Zeker bij complexe projecten is het van belang dat er bij het toepassen van BIM een BIM manager aan te pas komt (Gu & London, 2010). De verantwoordelijkheden van een dergelijke BIM manager zijn onder andere (Goossen, 2011): o o o o o
Het controleren en bewaken van het overeengekomen detailniveau van de informatie in het model voor elke procesfase; Het beoordelen en bewaken van de kwaliteit van de informatie in het aspectmodel; Het overdragen van data uit het aspectmodel naar andere projectpartners; Het combineren of koppelen van meerdere deel- en/of analysemodellen, zoals luchttoevoer analyses of zonlichttoetredingsanalyses; Het deelnemen aan BIM-coördinatiesessies (toetsing van het ontwerp en het BIM model);
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 44
BIM en de projectmanager
o o o o
Het terugkoppelen/bespreken van knelpunten; Standaardisatie van de bestandsnamen; Versiebeheer; Het updaten van de eigen aspectmodellen (en andere projectdocumenten) in het gezamenlijke model.
Hierbij kan het maken van een samenwerkingsplan in een zo vroeg mogelijk stadium van het bouwproces ervoor zorgen dat de verschillende partijen die betrokken zijn bij het bouwproces efficiënter communiceren en beter informatie delen. Hierdoor haalt het projectteam meer voordeel uit het werken met BIM (Goossen, 2011). Om ervoor te zorgen dat er op een goede manier met BIM wordt gewerkt, zodat BIM ook echt als managementtool gebruikt kan worden is het zaak dat er goed toezicht wordt gehouden op het BIM proces. Het BIM model moet gedurende het gehele bouwproces bijgehouden worden om onvolkomenheden tijdig te signaleren. Een risico wanneer de projectmanager het beheer en toezicht van het BIM model op zich neemt, is dat partijen minder met elkaar zullen communiceren. Het kan namelijk voorkomen dat doordat BIM en de projectmanager ervoor zorgen dat de communicatie en informatiebeheersing gestroomlijnd is, partijen denken dat van hun minder inbreng wordt verwacht met betrekking tot de communicatie. Er moet wel uitleg en verantwoording worden gegeven over wijzigingen en veranderingen, maar juist omdat dit in het model automatisch wordt doorgevoerd en de projectmanager ervoor zorgt dat dit up-to-date blijft kan de communicatie verzwakken. Er zal minder actieve communicatie plaatsvinden, terwijl dit juist belangrijk is voor eventuele nieuwe inzichten en het ontdekken van eventuele fouten in de tekeningen en plattegronden (van Gulijk, 2010). Als een projectmanager op dit moment een team zou willen samenstellen om een BIM project mee te doen, zijn er een aantal punten die overgebracht moeten worden naar de andere partijen die betrokken zijn bij het proces (Ibrahim, 2006): -
-
Dat BIM niet alleen een 3D model is. Het is belangrijk om helder te krijgen wat BIM precies inhoud en dat het niet alleen 3D tekenen is. Dat het gebruik van BIM het project niet zal tegenwerken. Veel architecten hebben nog slechte herinneringen aan de overgang van het tekenen aan de tekentafels, naar het tekenen met bijvoorbeeld AutoCad. Het overbrengen van de essentie van het toepassen van BIM. Niet alle voordelen zijn vandaag de dag bekent bij de betrokken partijen, waardoor eventueel verzet kan ontstaan bij het werken met BIM bij de partijen.
Doordat de bouw gepaard gaat met veel verschillende expertises, die in de vorm van verschillende partijen met elkaar moeten samenwerken en samenkomen, is het hebben van een projectmanager tijdens complexe projecten onvermijdelijk. Ook bij het werken met een BIM model is sturing en management nodig. Bij het samenvoegen van de verschillende partijen gaat het namelijk nog veelal mis. Het komt bijvoorbeeld voor dat de installatieadviseur de wandcontactdozen en de koffieautomaten al in zijn model heeft staan, terwijl de architect nog bezig is in de voorontwerpfase. Hierdoor is het van belang om duidelijke afspraken te maken en bij iedere partij dezelfde verwachtingen te scheppen over welk level of development of detailniveau een deelontwerp moet hebben. Zonder duidelijke afspraken zal BIM nog steeds leiden tot faalkosten (van Velden, 2012). Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 45
BIM en de projectmanager
5.7 Conclusie Projectmanagement is vooral gericht op de inhoudelijke aspecten van een project, steunend op een duidelijke doelstelling, tijdspad en randvoorwaarden en een vooraf gesteld eindproduct. Een projectmanager heeft sturende kwaliteiten en inhoudelijke kennis nodig om het bouwproces te kunnen begeleiden. Dit loopt vanaf de initiatieffase tot en met de ingebruikname van een project en heeft tot resultaat dat de wensen van de opdrachtgever worden gerealiseerd. Om het doel te bereiken heeft de projectmanager zes beheersaspecten: Geld, Risico, Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit. Deze beheersaspecten kan hij door middel van het structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren in goede banen leiden. Hiervoor kan hij onder andere de methode projectmatig werken toepassen. Wanneer er gesproken wordt over een projectmanager, rekening gehouden met de invulling die het bedrijf Stevens Van Dijck geeft aan het beroep projectmanagement, te weten: ‘Het bouwproces is complex. Er zijn vele actoren, randvoorwaarden en risico's. En er zijn vele wegen om van idee te komen tot een opgeleverd gebouw. Dat is nu de professie van de bouwmanager. Om als regisseur de weg te bepalen en het proces te beheersen. Om als dirigent de spelers te laten samenwerken. Bouwmanagers zijn procesmanagers met een gedegen materiekennis die zowel op proces als op inhoud sturen.’ (Stevens Van Dijck, 2011) Om als projectmanager optimaal gebruik te kunnen maken van een BIM model is het zaak dat alle partijen werken in een BIM model. De rol die de projectmanager hierbij in kan nemen is de rol van de BIM manager, echter neemt de projectmanager bij het vervullen van deze rol veel verantwoordelijkheid op zich. Wanneer hiervoor gekozen wordt zal de rol van de projectmanager niet veranderen, echter wordt de scope wel groter. Wanneer met BIM wordt gewerkt kan de projectmanager makkelijk het overzicht houden omdat er vanuit één model wordt gewerkt. Het is wel van belang dat de projectmanager ervoor zorgt dat de partijen wel met elkaar face-to-face blijven communiceren in plaats van alleen via het model, om eventuele fouten in de informatie tegen te gaan. Zonder duidelijke afspraken zal BIM nog steeds leiden tot faalkosten.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 46
BIM en de projectmanager
6.
Informatiebeheersing bouwproces
6.1 Inleiding De hoeveelheid informatie tijdens een bouwproces is enorm. Daardoor is het in het algemeen lastig om al die informatie overzichtelijk te krijgen en te houden. Er bestaan verschillende manieren om informatie over te brengen, lichaamstaal, spraak, schrift, grafisch, elektronische media of een combinatie van deze manieren. Het gaat erom dat de juiste kanalen en regels om gegevens te beheren worden kozen (Dainty, Moore, & Murray, 2006; Wang, 2009). Om ervoor te zorgen dat informatiebeheersing goed verloopt is het van belang dat het proces begint bij het organiseren van de informatieproductie. De verschillende partijen betrokken bij het bouwproces zorgen er grotendeels apart voor dat de informatie die nodig is wordt verkregen (Reniers, 2008). Een van de taken van een projectmanager is het organiseren van de vergaderingen. Bij deze vergaderingen wordt de informatie van de verschillende betrokken partijen bij elkaar gebracht. Tijdens deze vergadering staat het coördineren en integreren van de verschillende projectdelen plaats. Daarvoor is het belangrijk dat de informatie op tijd, compleet en correct is en dat deze informatie op een juiste en duidelijke manier wordt gecommuniceerd naar de verschillende partijen. Om dit te kunnen bereiken bestaat er een heel arsenaal aan hulpmiddelen die ingezet kunnen worden. Het gebruik van deze hulpmiddelen voor de beheersing van de informatie kan contractueel met de verschillende partijen worden vastgelegd. Om dit contractueel voor elkaar te kunnen krijgen is het van belang dat de partijen inzien wat het nut en de noodzaak is van informatiebeheersing, want vaak betekent het vastleggen van dat soort afspraken dat de partijen moeten investeren in tijd en geld om de manier van werken intern aan te passen aan die van het project. Het is dan ook een gewoonte dat deze gezamenlijke hulpmiddelen worden beperkt tot een hulpmiddel dat zich richt op het delen van managementinformatie (Reniers, 2008). Een ander voorbeeld van beheren van informatie is, dat men er voor moet zorgen dat er een centraal punt is waar partijen toegang hebben tot de informatie. Hierbij is het van belang dat de informatie up-to-date blijft, zodat de partijen kunnen beschikken over de nieuwste informatie in plaats van een oude versie. Hiervoor wordt vaak een informatiebeheerder gebruikt. Deze informatiebeheerder heeft de taak om projectdocumenten te identificeren, te registeren, te valideren, te distribueren en te archiveren. Bij veel projecten wordt gebruik gemaakt van verschillende geautomatiseerde hulpmiddelen die informatiebeheersing ondersteunen. De meest voorkomende hulpmiddelen zijn webservers en projectwebsites waar alle informatie op een centrale plek wordt opgeslagen, zoals een docstream, projectplace of een dropbox. Hierdoor is het voor de verschillende partijen mogelijk om een snelle toegang te hebben tot alle actuele informatie (Koutamanis, 2010; Reniers, 2008).
6.2 Soorten informatie De informatie die beheerst moet worden tijdens een bouwproces is in te delen in twee categorieën. De eerste categorie is de inhoudelijke informatie. Deze informatie is de informatie waarin delen van de het projectresultaat wordt vastgelegd. In figuur 20 worden enkele voorbeelden gegeven van inhoudelijke informatie (Lousberg, 2010). Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 47
BIM en de projectmanager
Projectfase Initiatief
Informatiedocumenten Voorstudies Haalbaarheidsonderzoeken Locatieonderzoeken Basisprogramma's Programma van Eisen Structuurplan/vlekkenplan/bouwmannastudie Voorbereiding Voorlopig Ontwerp Definitief Ontwerp Bestek Bestektekeningen Uitvoering Werktekeningen Opleveringslijsten Indelingsplannen Gebruik Revisietekeningen Inhuizingsplannen Ingebruikstellingsdocumenten
Figuur 20 - Voorbeelden inhoudelijke informatie (Lousberg, 2010)
De tweede categorie is management informatie. Door middel van de management informatie wordt duidelijkheid gegeven rondom de beheersaspecten geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit (Lousberg, 2010). Aan de hand van de management informatie wordt de inhoudelijke informatie van een project verduidelijkt. Ook is de management informatie altijd gebaseerd op de inhoudelijke informatie. De producten die vallen onder de inhoudelijke informatie, zie ook figuur 20, worden tijdens het proces steeds specifieker gemaakt. Zo wordt meestal een definitief ontwerp (DO) gevolgd door het bestek en vervolgens de werktekeningen. De informatie die hieruit voortvloeit is ook weer apart gericht op de verschillende disciplines tijdens het bouwproces. Zo wordt er meestal een bouwkundig model/tekeningen, constructie model/tekeningen en installatie model/tekeningen gemaakt. De hoeveelheid informatie die aanwezig moet zijn tijdens een project is afhankelijk van de complexiteit van het project (Reniers, 2008).
6.3 Informatie gebonden problemen In de praktijk treden er vaak problemen op die te maken hebben met informatie. Voorbeelden hiervan zijn dat de informatie niet op tijd is of incompleet is. Dit kan ervoor zorgen dat het bouwproces verstoord raakt en het eindproduct afwijkt van wat het product in eerste instantie moest zijn. Zulke problemen kunnen voorkomen gedurende het gehele bouwproces. Doordat bij een bouwproces sprake is van opeenvolgende stappen is de kans groot dat problemen die betrekking hebben op de informatie pas aan het licht komen in één van de laatste fases van het proces (Wamelink, 1996). Problemen die kunnen optreden bij het beheersen van de informatie zijn qua aard (Wamelink, 1996): 1. Problemen die te maken hebben met de kwaliteit van de beschikbare informatie; 2. Problemen die kunnen optreden bij de verwerking van de informatie; 3. Problemen die kunnen optreden bij de communicatie van de informatie tussen de verschillende actoren.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 48
BIM en de projectmanager
6.3.1 Kwaliteit informatie De kwaliteit van de informatie kan worden samengevat door middel van drie aspecten, te weten; tijdigheid, volledigheid en juistheid. Tijdigheid van de informatie houdt in dat informatie op een bepaald tijdstip beschikbaar dient te zijn voor andere actoren. Hiervoor is het noodzakelijk dat de informatie op een bepaald moment beschikbaar is, het dient dus niet te laat en niet te vroeg aanwezig te zijn. Wanneer de benodigde informatie niet op tijd aanwezig is, kan het leiden tot verstoringen binnen het proces. Hierdoor kan een project geforceerd uitgevoerd worden door dat er onvoldoende informatie is en kunnen fouten ontstaan. Problemen die betrekking hebben op de compleetheid of de volledigheid van de informatie hebben vaak te maken met het ontbreken van informatie. Een voorbeeld is dat er bijvoorbeeld wel werktekeningen beschikbaar zijn, maar dat de informatie die op die werktekeningen staan niet volledig is. Aan de andere kant is het ook niet de bedoeling dat er te veel informatie is, dit kan ervoor zorgen dat de essentie van de informatie niet gezien of opgemerkt wordt. De informatie die tijdens een bouwproces verwerkt wordt heeft vaak betrekking op de werkelijkheid. Werktekeningen hebben bijvoorbeeld afmetingen van het object in de tekeningen staan, wanneer deze afmetingen niet juist zijn, kan dit leiden tot problemen tijdens de uitvoering. De juistheid van de informatie heeft met name te maken met relevantie, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en actualiteit (Wamelink, 1996). 6.3.2 Verwerking informatie Het uitvoeren van het proces kan een probleem worden, wanneer de omvang van de informatie die verwerkt moet worden te groot is. Hierbij kan het voorkomen dat de gebruiker van de informatie niet meer in staat is de informatie op de juiste wijze te combineren en te verwerken. 6.3.3 Communicatie van de informatie Communicatieproblemen kunnen zich voordoen tijdens de overdracht van de informatie. Communicatieproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben, namelijk verkeerde interpretatie van de informatie of geen goede leesbaarheid van de informatie. Interpretatieproblemen door informatie uitwisseling kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door het ontbreken van informatie. De leesbaarheid van de informatie kan ook voor problemen zorgen wanneer de informatie bijvoorbeeld verkeerd is gegroepeerd. Een ander voorbeeld is wanneer een leverancier te veel informatie ontvangt en vervolgens veel tijd moet stoppen in het selecteren van de voor hem relevante informatie. 6.3.4 Informatieproblemen in de praktijk Door de kwaliteit van de eerder opgestelde informatie, vinden er veel informatiseringsproblemen plaats in de dagelijkse bouwpraktijk. Dit kan leiden tot onzekerheid in het bouwproces. Hieronder volgen enkele voorbeelden van problemen in de praktijk met betrekking tot informatie, die zich vaak voordoen in de praktijk (Wamelink, 1996):
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 49
BIM en de projectmanager
Voorbereidingsfase o De schriftelijk opdracht is niet op tijd verstrekt; o Onderdelen van de schriftelijke opdracht, zoals de tekeningen en het bestek, zijn niet juist, delen spreken elkaar tegen of zijn incompleet; o De gemaakte afspraken tijdens de ontwerpfase zijn niet bekend bij alle partijen; o De bouwvergunning is niet tijdig aanwezig; o Er bestaat onzekerheid over welke vergunningen nodig zijn en wie deze gaat aanvragen; o Er staat te weinig informatie op de beschikbare tekeningen. Uitvoeringsfase o De wijzigingen van het ontwerp staan onvoldoende beschreven, waardoor er geen goede uitwerking opgesteld kan worden; o Wijzigingen worden te laat doorgevoerd, waardoor ze niet tijdig beschikbaar zijn.
6.4 Oplossingen informatieproblemen Voor de informatieproblemen beschreven in de voorafgaande paragraaf kunnen een tweetal oplossingen worden aangedragen die in de literatuur staan beschreven en van belang zijn voor dit onderzoek. Tijdens het bouwproces is het zaak dat de logistiek van de informatiestromen ondersteund dient te worden door middel van hulpmiddelen, waaronder de computerprogrammatuur (Wamelink, 1996). Dit is nodig om het proces snel en efficiënt uit te kunnen voeren. Deze software dient te bestaan uit twee verschillende componenten. Het ene component moet betrekking hebben op de verwerking van de gegevens en het andere component moet een bewakende rol hebben. Er dient namelijk periodiek gesignaleerd te worden hoe ver het proces is en welke vervolgacties er ondernomen moeten worden. BIM kan hiervoor als hulpmiddel worden ingeschakeld. Ook is het belangrijk voor het beheersen van de informatie en het voorkomen van problemen dat er binnen het bouwproject duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de manier waarop de informatie uitgewisseld zal worden. Per project zou er antwoord gegeven moeten worden op de volgende vragen (Wamelink, 1996): o o o o o
Wie treedt er op als coördinator voor de verschillende beheersaspecten? Op welk moment dient de informatie beschikbaar te zijn? In welke vorm dient de informatie beschikbaar te zijn? Op welke wijze wordt de informatie uitgewisseld tussen de verschillende partijen? Hoe wordt de status van de informatie geautoriseerd?
6.5 Informatiebeheersing en BIM De AEC industrie gaat gepaard met grote hoeveelheden aan informatie die toegankelijk moet zijn voor de vele verschillende partijen die betrokken zijn bij een bouwproces en veelal toegankelijk moet zijn op verschillende locaties. Met BIM is het mogelijk om een informatiedatabase zo goed en volledig mogelijk op verschillende locaties te beheersen (Wang, 2009). De complexiteit en de hoeveelheid informatie die gepaard gaat met een bouwproces wordt steeds groter, dit vraagt ook
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 50
BIM en de projectmanager
om een efficiëntere manier van het verwerken en delen van de informatie, waarbij BIM een goed hulpmiddel is (Ophir, 2009). Wanneer de informatie en de data consistent wordt ingebracht in een BIM model zorgt het ervoor dat het bouwproces op zijn best kan functionaliseren. Om deze reden is het verstandig om een extra paar ogen te hebben die helpen bij het structureren en controleren van de toevoer van de informatie in het model (Ophir, 2009). Het nog niet volledig ontwikkelde BIM valt of staat met de beheersing van de informatie. Dit komt omdat, alleen wanneer de informatie compleet is, op orde is en via logische filters en structuren te benaderen en te combineren is, er voor gezorgd kan worden dat met BIM zaken zoals bouwelementen managen, reële kostencalculaties maken, simulaties doen, planningen maken en nog veel meer veel gemakkelijker gaan. Doordat er bij BIM het slechts mogelijk is om de informatie één keer in te voeren kan er voorkomen worden dat overbodige informatie wordt ingevoerd en daardoor minder fouten en tegenstrijdigheden voorkomen in BIM. Wat wel goed in de gaten gehouden moet worden is op welke manier de informatie binnenkomt en hoe dit het beste gestructureerd kan worden (Cepezed, 2012; Aksamija & Iordanova, 2011; Ophir, 2009). Gedurende het ontwerp van een BIM project komt er steeds meer informatie binnen die van belang is voor het project, hierbij is het cruciaal dat deze informatie op een productieve manier gemanaged wordt om alsnog fouten en een overload aan informatie te voorkomen (Ophir, 2009). Door BIM te gebruiken en dit proces goed te managen is er met andere woorden spraken van eenduidige informatie. Door deze eenduidige informatie ontstaat er een eerdere afstemming van de deelontwerpen waardoor er geen rare verrassingen zijn in de uitvoeringsfase (Rutten, 2010). Het is echter wel van belang bij het werken in BIM modellen, dat het informatieniveau van de output per fase moet worden afgestemd op de betreffende besluitvormingsniveaus. Er moet namelijk voorkomen worden dat informatie moet worden opgenomen van een detailniveau, waarvoor besluitvorming nog niet aan de orde is. Dit is ter voorkoming van een aanzienlijk risico dat alle besluiten genomen worden op een detailniveau, terwijl de uitgangspunten op een hoger niveau nog onvoldoende zijn afgewogen. Dit zou er toe kunnen leiden dat de opdrachtgever uiteindelijk niet het passende eindproduct krijgt of dat er veel tijd en geld besteed moet worden aan het terugdraaien van voortijdige beslissingen (Spekkink, 2012). Met het traditionele bouwproces moeten tekeningen vaak opnieuw worden gedaan, zie ook figuur 14, voor elke wijziging en verandering in het ontwerp moeten nieuwe tekeningen worden gemaakt. Het is nu dan ook lastiger om alle wijzigingen up-to-date te maken en te houden, soms worden de wijzigingen wel in de geveltekening veranderd maar niet in de plattegrond. Hierdoor kan verwarring ontstaan. Bij BIM staat alles op één plek en is dus ook alles op één plek geregeld. Als er bijvoorbeeld een deur wordt weggehaald in een tekeningen, zorgt het werken met BIM ervoor dat dit automatisch wordt doorgevoerd in alle tekeningen (Künhe, 2012).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 51
BIM en de projectmanager
Figuur 21 - Informatie beheersing tijdens een bouwproces (Hendriks, 2012)
Met andere woorden, er wordt gezegd en geschreven dat minder fouten en verwarring zullen ontstaan doordat er een betere informatiebeheersing plaats vindt. De informatie moet echter nog steeds worden ingevoerd op de juiste wijze, volledig en actueel. Kortom, het risico dat de informatie onvolledig, onjuist en niet actueel is bestaat nog steeds bij het toepassen van BIM. Dit kan als gevolg hebben dat een uitvoerende partij voortbouwt met de verkeerde of incomplete informatie, wat alsnog faalkosten en vertragingen kan opleveren (van Gulijk, 2010). Ook wordt er in de theorie beweerd dat bij het toepassen van BIM de hoeveelheid in vraag naar informatie zal verkleinen, aangezien iedereen zelf bij de informatie kan. Echter is het zo dat de vraag naar informatie ook afhankelijk is van het soort project en de partijen die betrokken zijn bij het project. Bijvoorbeeld bij een fast-track project is het onvermijdelijk om veel ontwerpwijzigingen te hebben, waardoor de vraag naar het snel hebben van de goede informatie van andere partijen onvermijdelijk is. De uitwisseling van de informatie zal makkelijker gaan door middel van BIM, echter bepaald de aard van het project of BIM er toe zal leiden dat de vraag naar informatie verkleind wordt (Lee, Park, & Won, 2012; Barlish & Sullivan, 2012).
6.6 Informatiebeheersing en de planning Succesvol projectmanagement is onder andere afhankelijk van een effectieve planning. Zonder een planning is er namelijk geen mogelijkheid tot beheersing van een project. Door middel van een plan wordt duidelijk (Janssen, 2011): • • •
Wat er vereist is; Hoe het wordt gerealiseerd; Door wie en met behulp van welke apparatuur en welke expertise;
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 52
BIM en de projectmanager
• •
Wanneer iets gebeurt; Of de doelen (die betrekking hebben op kosten, tijd, kwaliteit, bereik, risico’s en baten) haalbaar zijn.
Een planning van een bouwproject zorgt ervoor dat het project tijdig gereed is en dat de activiteiten goed op elkaar afgestemd zijn (Jelinghaus & Latten, 2009). Het doel van een planning is het bevorderen van de beheersing van een project en de informatiestromen. Hierbij worden de manieren waarop de producten moeten worden opgeleverd beschreven en zullen de vragen waar, hoe, door wie, wanneer en hoeveel worden beantwoord (Janssen, 2011). De voortgang van een project kan gemeten worden door het creëren en onderhouden van een basisdocument. Om zeker te zijn van het draagvalk van een project, zorgt een planning er ook voor dat het mogelijk is om informatie te verspreiden naar bijvoorbeeld de belanghebbenden (Janssen, 2011). Planningen zorgen ervoor dat er vooruit gedacht kan worden over de uitvoering van het project. Een planning maakt het mogelijk om ontbrekende zaken, doublures binnen het proces, bedreigingen en kansen te identificeren en te beheersen (Janssen, 2011). Om te komen tot de beslissing om BIM toe te passen tijdens een project wordt vaak aangehaald dat het verkorten van de bouwtijd een groot voordeel is. Zo zou, zoals beschreven in hoofdstuk 4.4, het toepassen van BIM 7% besparen op de bouwtijd (Gilligan & Kunz, 2007). Dit komt onder andere doordat de informatie bij BIM voor iedereen bereikbaar is op het moment wanneer zij het binnen het proces nodig hebben. Het is echter zo dat meerdere factoren bepalend zijn voor de duur van een bouwproject, namelijk de constructiemethode en materialen die toegepast worden, het aantal partijen die betrokken zijn en de kwaliteit van het management (Lee, Park, & Won, 2012; Barlish & Sullivan, 2012). Wel kan gezegd worden dat de vertragingen die veelal opkomen tijdens een bouwproject hun oorzaaqk vinden in ontwerpfouten die vaak pas gezien worden tijdens de uitvoering van een project. Het is belangrijk om deze fouten van te voren te detecteren en uit het ontwerp te halen, voor men de uitvoeringsfase in gaat met de verkeerde informatie. BIM is hiervoor een goed hulpmiddel, door middel van BIM kunnen er vroegtijdig op verschillende tijdstippen tijdens het ontwerpproces clashcontroles worden uitgevoerd. Ook wanneer de partijen ieder een eigen model hebben gemaakt, dan kunnen de 3D tekeningen van de verschillende ontwerppartijen in één gezamenlijk model gezet worden om het op clashes te controleren. Hierdoor kunnen fouten eerder uit het ontwerp gehaald worden en zal eerder duidelijk zijn wat de gevolgen zijn van wijzigingen op het ontwerp en de planning (Lee, Park, & Won, 2012).
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 53
BIM en de projectmanager
6.7 Conclusie Informatiebeheersing is een zeer breed begrip, ook wanneer het is toegespitst op de ontwerp- en bouwindustrie. In dit kader is dit onderwerp daarom beperkt tot de uitwisseling van ontwerpdocumenten tussen de verschillende partijen. De AEC industrie gaat gepaard met grote hoeveelheden aan informatie die toegankelijk moet zijn voor de vele verschillende partijen die betrokken zijn bij een bouwproces en veelal toegankelijk moet zijn op verschillende locaties. De informatie die beheerst moet worden tijdens een bouwproces is in te delen in twee categorieën. De eerste categorie is de inhoudelijke informatie. Deze informatie is de informatie waarin delen van de het projectresultaat wordt vastgelegd. De tweede categorie is management informatie. Door middel van de management informatie wordt er duidelijkheid gegeven rondom de beheersaspecten geld, organisatie, tijd, informatie en kwaliteit. Aan de hand van de management informatie wordt de inhoudelijke informatie van een project verduidelijkt. Problemen die kunnen optreden bij het beheersen van de informatie zijn: 1. Problemen die te maken hebben met de kwaliteit van de beschikbare informatie; 2. Problemen die kunnen optreden bij de verwerking van de informatie; 3. Problemen die kunnen optreden bij de communicatie van de informatie tussen de verschillende actoren. BIM zal ervoor zorgen dat de informatiestromen tussen de betrokken partijen zal verbeteren, omdat de verschillende partijen in het bouwproces steeds op de hoogte kunnen zijn van actuele informatie. Dit komt doordat wanneer er iets wordt gewijzigd in een BIM model dit automatisch door gevoerd wordt in alle tekeningen, plattegronden en andere documenten die gekoppeld aan elkaar in een BIM model staan. Ook kan doormiddel van de transparantie in de informatie de planning beter in de gaten worden gehouden. Het werken in BIM wil echter niet altijd zeggen dat er voldoende toezicht is in de volledigheid van de informatie, de actualiteit van de informatie en correctheid van de informatie. Ook is het zo dat de effectiviteit van een project niet alleen bepaald wordt door het toepassen van BIM. Meerdere factoren spelen een rol bij het slagen van een project en het efficiënt werken met BIM. De manier waarop BIM gebruikt wordt tijdens een project hangt af van de organisatie van een project. Wel heeft BIM een groot voordeel bij het uitvoeren van clash-controles, er kan tijdens een project waarbij BIM wordt toegepast sneller bekeken en getoetst worden waar het in de ontwerpen fout gaat en wat de gevolgen zijn van wijzigingen op de planning van een project.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 54
BIM en de projectmanager
7.
Hypothese vorming
Uit de bestaande theorie, die tot nu toe is onderzocht voor het onderzoeksvoorstel, kunnen de volgende hypotheses worden gegeven die getoetst zullen worden aan de hand van de cases. Hierbij wordt met name gekeken hoe BIM wordt toegepast. Er zal gekeken worden of het toepassen van BIM gaat volgens de definitie die eerder is gesteld: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieke van een gebouw, waarbij de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Waarbij vervolgens gekeken zal worden in welke mate het invloed heeft op een aantal onderwerpen die voor dit onderzoek van belang zijn.
Hypothese 1 Uit de meeste opvattingen over BIM kan worden geconcludeerd dat BIM ervoor zal zorgen dat de informatiestromen tussen de betrokken partijen zullen verbeteren, omdat de verschillende partijen in het bouwproces steeds op de hoogte kunnen zijn van actuele informatie. Wijzigingen in de tekeningen worden namelijk automatisch doorgevoerd. Hierdoor ontstaan er geen stapels papierwerk en tekeningen en zullen de partijen niet werken met tekeningen die niet up-to-date zijn. Echter het werken in BIM wil niet altijd zeggen dat er voldoende toezicht is in de volledigheid van de informatie, de actualiteit van de informatie en correctheid van de informatie. Deze onzekerheid heeft geleid tot de eerste hypothese die getoetst zal worden.
H1:
Het toepassen van een BIM tijdens een bouwproject leidt in de praktijk tot een betere informatiebeheersing tussen de architect, installatieadviseur, constructeur, aannemer en projectmanager.
Hypothese 2 De projectmanager structureert, organiseert, coördineert, controleert en evalueert de activiteiten tijdens het bouwproces. De projectmanager zou in het proces de rol van toezichthouder op het BIM model op zich kunnen nemen. Hierdoor wordt de scope van de projectmanager vergroot, maar wordt het makkelijk om informatie te beheersen en de controle te behouden tijden het bouwproces. Echter moet de projectmanager er wel voor zorgen dat de partijen direct met elkaar blijven communiceren in plaats van alleen indirect via het BIM model, anders zullen er zich nog steeds fouten bevinden in de informatie. De hypothese is dan ook:
H2:
Het toepassen van BIM heeft invloed op de rol van een projectmanager.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 55
BIM en de projectmanager
Hypothese 3 Gesteld kan worden dat grenzen die te zien zijn in het traditionele proces zullen vervagen. De informatiebeheersing zal veel makkelijker verlopen. Dit zal gevolgen hebben voor de organisatie van het bouwproces. Een andere manier van werken moet toegepast worden om optimaal gebruik te maken van BIM. De workflow van de betrokken partijen zal veranderen en er moet op een transparante en intensievere manier met elkaar samengewerkt worden. Partijen zullen makkelijker en vaker bij elkaar moeten komen om de 3D tekeningen op elkaar af te stemmen. Veel fouten in het ontwerp zullen al in de ontwerpfase worden tegen gegaan en niet pas gezien worden als deze zijn uitgevoerd op de bouwplaats. Dit komt onder andere doordat er een verschuiving zal ontstaan in de toevoer van informatie. Tijdens het ontwerpproces is meer informatie nodig dan voorheen het geval was om het model zo compleet mogelijk te maken voor de uitvoering. Hierdoor kan de volgende hypothese worden gesteld:
H3:
Het toepassen van BIM tijdens een bouwproject heeft invloed op de fasering van de ontwerp- en uitvoeringsfase van een bouwproces.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 56
BIM en de projectmanager
Conclusie en Aanbevelingen Dit is het laatste en eigenlijk ook het belangrijkste deel van het onderzoek, met andere woorden, het onderzoek is aangekomen bij de conclusie en de aanbevelingen. Allereerst zal er gekeken worden naar conflicten tussen de theorie en de praktijk, waarna de hypotheses die zijn gesteld verworpen of aangenomen kunnen worden. Vervolgens leidt het aannemen of verwerpen van de hypotheses tot de beantwoording van de onderzoeksvraag; in hoeverre heeft het toepassen van een Bouw Informatie Model tijdens de ontwerp-, voorbereidings- en uitvoeringsfase van een complex bouwproject impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing betreffende tekeningenroulatie en fasering tijdens een bouwproject? Daarna zal het onderzoek aanbevelingen geven voor verder onderzoek en aanbevelingen voor de praktijk. Tot slot eindigt het onderzoek met een reflectie op het gehele proces. Het conclusie en aanbevelingen deel zal bestaan uit de volgende hoofdstukken: o o o
Hoofdstuk 16 – Conclusie Hoofdstuk 17 – Aanbevelingen Hoofdstuk 18 – Reflectie
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 122
BIM en de projectmanager
16.
Eindconclusie
In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de hoofdvraag zoals beschreven in hoofdstuk 2 van dit rapport. De onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: In hoeverre heeft het toepassen van een Bouw Informatie Model tijdens de ontwerp-, voorbereidings- en uitvoeringsfase van een complex bouwproject impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing betreffende tekeningenroulatie en fasering tijdens een bouwproject? Deze onderzoeksvraag zal beantwoord worden aan de hand van het aannemen of verwerpen van een drietal hypotheses die in hoofdstuk 7 zijn geformuleerd.
16.1 Aannemen of verwerpen van de hypotheses In hoofdstuk 7 zijn een drietal hypotheses geformuleerd. Deze hypotheses zijn voortgevloeid uit wat er in de theorie geschreven staat. De hypotheses zijn: H1: Aangenomen Het toepassen van een BIM tijdens een bouwproject leidt in de praktijk tot een betere informatiebeheersing tussen de architect, installatieadviseur, constructeur, aannemer en projectmanager. H2: Aangenomen Het toepassen van BIM heeft een invloed op de rol van een projectmanager. H3: Aangenomen Het toepassen van BIM tijdens een bouwproject heeft invloed op de fasering van de ontwerp- en uitvoeringsfase van een bouwproces. In de volgende paragrafen zal behandeld worden waarom de hypotheses zijn aangenomen. 16.1.1 Hypothese 1: Het toepassen van een BIM tijdens een bouwproject leidt in de praktijk tot een betere informatiebeheersing tussen de architect, installatieadviseur, constructeur, aannemer en projectmanager. Uit de meeste opvattingen over BIM, zoals ook in de theorie beschreven wordt, kan worden geconcludeerd dat BIM ervoor zorgt dat de informatiestromen tussen de betrokken partijen zullen verbeteren, omdat de verschillende partijen in het bouwproces steeds op de hoogte kunnen zijn van actuele informatie. Wijzigingen in de documentatie worden namelijk automatisch doorgevoerd. Hierdoor ontstaan er geen stapels papierwerk en tekeningen en zullen de partijen minder werken met tekeningen die niet up-to-date zijn. In de theorie kwamen vijf eigenschappen van BIM naar voren die kenmerkend en grote invloed zouden hebben op de informatiebeheersing van een project. Deze kenmerken zijn:
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 123
BIM en de projectmanager
o o o o o
Informatiestromen verbeteren op het gebied van volledigheid, correctheid en actualiteit; Transparantie van de informatie; Eerder inzicht in fouten in het ontwerp; Eerder inzicht in de gevolgen van wijzigingen van het ontwerp; Toezicht nodig op volledigheid, correctheid en actualiteit van de informatie.
In de cross-case analyse kwam vervolgens naar boven dat deze kenmerken in zekere mate zijn voorgekomen bij de drie cases en dat dit een positief effect heeft gehad op de informatiebeheersing van het project. Bij alle drie de cases was te zien dat de informatiestromen zijn verbeterd op het gebied van volledigheid, correctheid en actualiteit. Dit kwam onder andere doordat bij Danone en ESIC de partijen vaker bij elkaar kwamen om de modellen op elkaar af te stemmen, waardoor de volledigheid, correctheid en actualiteit door de partijen bij elkaar werden gecontroleerd. Bij Capgemini kwamen de partijen ook vaker samen, maar hier heeft de BIM manager er met name voor gezorgd dat het model compleet, actueel en volledig was, hij was verantwoordelijk voor het model en communiceerde deze informatie vervolgens door naar de andere leden van het projectteam. Gesteld kan worden dat de informatiestromen zeker zijn verbeterd door het toepassen van BIM. Ook is de transparantie van in vergelijking met de traditionele manier van werken tijdens een bouwproject in kleine mate verbeterd. Doordat partijen tijdens ESIC en Danone in de ontwerpfase vaak bij elkaar kwamen om de modellen over elkaar heen te leggen om de fouten uit ontwerp te halen, hadden de ontwerpende partijen ook beter inzicht in elkaars werk. Bij Capgemini werd het model veel tijdens de wekelijkse vergaderingen met elkaar doorlopen, waardoor het inzicht in elkaars werk duidelijk zichtbaar was. Echter wordt de informatie op dit moment nog veelal gedeeld door middel van een internet based project omgeving. Dit was bij alle drie de cases het geval. De gegevens die de partijen van elkaar nodig hadden worden in pdf format op de internet based project omgeving gezet. De partijen hadden geen toegang tot elkaars model. Dit komt onder andere doordat partijen hun model nog niet wil vrijgeven aan derden, met het oog op plagiaat van de elementen uit het model, dit was het geval bij ESIC en Danone. Bij Capgemini had één persoon toegang tot het model, aangezien hij ook de meeste ervaring had op het gebied van werken met BIM en in 3D tekenen. Wel waren de tekeningen duidelijker aan elkaar uit te leggen en was er makkelijker door het model door heen te lopen als de modellen waren samengevoegd. Het toepassen van BIM tijdens de projecten heeft ertoe geleid dat veel knelpunten en ontwerpfouten tijdig uit het ontwerp zijn gehaald. Doordat de informatie van de tekeningen 3D weergegeven was, waren de clashes in het ontwerp sneller zichtbaar. Ook bij het werken met verschillende model die één keer in de zoveel tijd in elkaar geschoven werden. Zo is er bij Capgemini op tijd opgemerkt dat de trappen niet zouden passen, dit is een ontwerpfout die volgens de BIM manager van Capgemini, veelal pas wordt opgemerkt wanneer de trappen aangekomen zijn op de bouwplaats. Bij alle drie de cases is opgemerkt dat veel fouten/clashes uit het ontwerp zijn gehaald, omdat dit in de modellen beter te zien was, dan wanneer er in 2D getekend was. Ook de gevolgen van wijzigingen konden van te voren beter inzichtelijk gemaakt worden en aan elkaar duidelijk gemaakt worden waarom iets wel kon of waarom juist niet, zo heeft de staalleverancier bij ESIC wel een mooie oplossing kunnen maken voor bijvoorbeeld ronde balken die aangesloten moesten worden op vierkante balken. Deze aansluiting hebben ze door middel van 3D Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 124
BIM en de projectmanager
modelleren in detail kunnen uitwerken en voor kunnen stellen aan de architect. Doordat de wijzigingen 3D visueel inzichtelijk werden gemaakt in de BIM modellen, werd het visueel ook makkelijker inzichtelijk wat er met de wijzigingen bedoeld werd en hoe het er uiteindelijk uit kwam te zien. De partijen onderling hadden hierdoor meer begrip voor elkaars werk. Veel problemen en fricties in de ontwerpen konden van te voren uit het model gehaald worden, voordat deze normaal gesproken op de bouwplaats pas inzichtelijk zouden worden. Hierdoor ontstaan er betere tekeningen voor de uitvoering en beschikt men over betere en completere informatie dan wanneer BIM niet wordt gebruikt. Wel is er weinig toezicht geweest op de modellen zelf, dit kwam onder andere doordat partijen niet de ervaring hadden om te werken met BIM modellen of de apparatuur liet dit niet toe. Zo heeft dit geleid tot kleine fricties tussen partijen, omdat er geen duidelijke afspraken waren gemaakt en de ene partij iets anders verwachtte dan dat de andere partij in zijn hoofd had zitten. Zo werd er bij de Danone case door de constructeur verwacht dat de architect veel meer in detail zou tekenen. Ook heeft de installatieadviseur niet de details uitgewerkt, maar is er met name in blokvorm getekend om aan te geven hoeveel ruimte hij nodig heeft voor de installatieruimtes. De verwachtingen tussen de partijen lagen bij alle drie de cases niet op één lijn. Echter heeft dit er alleen voor gezorgd dat dit deel van het ontwerpen nog ging zoals het bij een traditioneel proces gaat, namelijk dat er vergaderd werd met 2D tekeningen die uit de modellen gegenereerd zijn in plaats van dat men tijdens de vergaderingen met elkaar door het 3D model heen liep. Uiteindelijk heeft dit geen negatieve werking gehad op de informatiebeheersing. Op dit moment wordt er in de praktijk nog niet gewerkt vanuit één model. De modellen van de verschillende disciplines komen samen voor clash controles en worden vervolgens weer teruggenomen door de rechtmatige partij. Anderzijds, zoals bij Capgemini het geval was, wordt er gewerkt met één model waartoe niet alle partijen toegang hebben. Echter, doordat er gebruik is gemaakt van BIM, kon de informatie die de partijen van elkaar nodig hadden veel sneller aangeleverd worden. Doorsnedes en plattegronden konden sneller gegenereerd worden, echter werd er veelal tijdens de vergaderingen nog gebruik gemaakt van plattegronden, terwijl de informatie veel duidelijk inzichtelijk gemaakt had kunnen worden wanneer het model gebruikt was tijdens werkvergaderingen en ontwerpvergaderingen. Bij een BIM model wordt geen rekening gehouden met bouwtoleranties. Het blijft mensenwerk. Je kan uit een BIM model alleen halen wat de partijen er zelf in hebben gestopt. Ook kan het blijven voorkomen dat wanneer een vloer niet op de goede hoogte in het model staat, dit pas tijdens de uitvoering gezien wordt. Kortom werken clashes controles erg goed om de grote fricties uit het ontwerp te halen, maar men moet altijd blijven opletten. Al met al kan er verondersteld worden dat de informatiebeheersing verbetert wanneer er gewerkt wordt met BIM op zowel, niveau 1: optimaal BIM, niveau 2: 3D clash BIM en niveau 3: intern BIM. Aangezien bij alle drie de niveau er onder andere meer fouten uit het ontwerp gehaald kunnen worden, zowel bedrijfsintern als bedrijfsextern. De hypothese kan dan ook worden aangenomen. Het toepassen van een BIM tijdens een bouwproject leidt in de praktijk tot een betere informatiebeheersing tussen de architect, installatieadviseur, constructeur, aannemer en projectmanager, tijdens het project.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 125
BIM en de projectmanager
15.1.2 Hypothese 2: Het toepassen van BIM heeft invloed op de rol van een projectmanager. De projectmanager structureert, organiseert, coördineert, controleert en evalueert de activiteiten tijdens het bouwproces. De projectmanager zou in het proces de rol van toezichthouder op het BIM model op zich kunnen nemen, waarbij hij de regie heeft over dat de juiste informatie uit het model op het juiste tijdstip bij de juiste partij terecht komt. Hierdoor wordt de scope van de projectmanager vergroot, het wordt makkelijker om informatie te beheersen en de controle te behouden tijdens het bouwproces. In de theorie kwamen vijf eigenschappen van BIM naar voren die kenmerkend zijn en grote invloed zouden hebben op de projectmanager van een project. Deze kenmerken zijn: o o o o o
Beter overzicht voor de projectmanager; Minder actieve communicatie; Aanwezigheid BIM manager; Duidelijke afspraken over BIM tussen de actoren; Verwachtingen van het werken met BIM voor alle partijen op één lijn.
In de cross-case analyse kwam vervolgens naar boven dat deze kenmerken in geringe mate zijn voorgekomen of niet zijn voorgekomen bij de drie cases. Wanneer ze wel voorkwamen tijdens het project hadden deze kenmerken wel een positief effect op het project. Het werken met BIM zorgde niet bij ieder project voor een beter overzicht. Zo heeft de projectmanager bij ESIC niet gewerkt met BIM, dit was mede omdat hij geen ervaring heeft met BIM en hij met name heeft gefungeerd als communicatieve schakel tussen de opdrachtgever en de andere partijen. Bij de andere projecten heeft de projectmanager ook niet gewerkt met BIM echter heeft de projectmanager wel de informatie waar hij om vroeg verkregen uit de BIM modellen van de partijen. Hierdoor was de informatie wel accuraat, volledig en compleet en kon hij daardoor het overzicht goed bewaren. In de theorie werd er gesteld dat door het toepassen van BIM er minder actieve communicatie zou zijn. Het tegendeel is bij alle drie de cases bewezen. De communicatie tussen de partijen werd volgens de partijen juist bevorderd doordat er met BIM gewerkt werd. De partijen kwamen zeker één keer per week bij elkaar om de modellen, zoals bij Danone en ESIC het geval was, en het model, zoals bij Capgemini het geval was, te bespreken. Er werd juist meer en intensiever met elkaar gecommuniceerd, wat bevorderlijk is geweest voor de projecten. De onduidelijkheden en andere verwachtingen die geschept waren konden deze juist door de modellen vaker te bespreken sneller verholpen worden. Alleen bij Capgemini is een BIM manager aangesteld, dit kwam doordat hij de gene was die het meeste ervaring had met het werken met BIM. Hij moest erop toezien dat het model zo compleet mogelijk werd, hij deed de clash controles en maakte de tekeningen voor de partijen die niet in staat waren een 3D model aan te leveren. Bij de andere cases is er geen gebruik gemaakt van een BIM manager, doordat de partijen die werkte met een model dit model zelf maakte, vervolgens zorgde de partijen onderling en met elkaar dat de juiste controles werden uitgevoerd om het model zo compleet, accuraat en volledig mogelijk te maken. Wanneer er één compleet model wordt gemaakt is het zeker aan te raden om een BIM manager aan te stellen, dit kan gesteld worden doordat het bij
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 126
BIM en de projectmanager
Capgemini veel voordeel heeft opgeleverd betreffende de compleetheid, volledigheid en accuraatheid van het model. Wat sterk naar voren komt is dat partijen nog niet weten wat er precies afgesproken moet worden omtrent een BIM model voordat er samengewerkt kan worden met het BIM model. Er zijn bij de cases geen duidelijke afspraken gemaakt over hoe er precies gewerkt zou worden met het BIM model. Verwachtingen over het detailniveau waarin een ander het model aangeleverd zou krijgen waren zeer verschillend. De volgende vragen blijven vaak onbeantwoord tijdens BIM project: o
o
o
o
Wanneer moet je het model bevriezen of bepaalde delen van het ontwerp bevriezen, wanneer is het klaar, wat moet er in welke fase worden gedaan? Je kan namelijk met BIM al snel tot in het detail teken en verwachten dat de andere partij dit ook doet. Wanneer dit niet gebeurt kan er frictie ontstaan tussen de ontwerpende partijen. Dit is bijvoorbeeld bij ESIC gebeurd. Sommige details werden bij ESIC door de ene minder gedetailleerd uitgewerkt dan de ander had verwacht. Wie maakt de eerste opzet van het model, is dat de constructeur of de architect? Dit kan een issue zijn tijdens een project, aangezien je zonder ontwerp geen constructie kan maken, maar zonder constructie kan je ook geen gebouw ontwerpen. Wie modelleert wat en wie werkt welk detail uit? Dit probleem komt voort uit dat niet iedereen nog weet wat er allemaal kan met een BIM model. Bij bijvoorbeeld Danone was het onduidelijk voor de partijen wat er in het model kwam te staan en tot in welk detail de verschillende onderdelen uitgewerkt zouden worden. Hoe wordt de benodigde informatie uitgewisseld? Tijdens alle cases werd dit gedaan via een project based internet omgeving, niet iedereen kon bij het BIM model. Echter is het doel van het BIM model dat via het model ook informatie tussen de partijen uitgewisseld kan worden. Dit gebeurt nu niet, omdat bijvoorbeeld de architect zijn model niet wil vrijgeven. Ook weten nog niet alle partijen hoe zij gebruik kunnen maken van een BIM model, waardoor zij de benodigde informatie hier niet uit kunnen halen.
Dit zorgt voor veel onduidelijkheid en vragen tussen de partijen. Wanneer deze vragen wel beantwoord worden is te zien dat het meteen een positieve werking heeft op het gehele proces. Er wordt beter met elkaar samengewerkt en de partijen weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Bij Capgemini waren de verwachtingen echter voor dat er met de uitvoeringen begonnen was met de co-makers duidelijk afgesproken, dit heeft veel onduidelijkheden doen voorkomen, de co-makers wisten precies wat ze in en hoe ze de tekeningen moesten aanleveren. Niet alle eigenschappen zijn voorgekomen doordat de projectmanager over het algemeen nog niet thuis is in de materie van BIM en ook nog niet werkt met BIM en de voordelen weet van het werken met BIM. Het structureren, controleren, organiseren, coördineren en evalueren wordt door middel van een BIM model makkelijker voor de projectmanager. Echter is het wel van belang dat de projectmanager het model moet kunnen lezen en er zelf doorheen kan lopen. Zo is hij ook minder afhankelijk van de andere partijen voor het bewaken van de afspraken die er zijn gemaakt en het controleren of de clashes daadwerkelijk minder worden, de projectmanager kan continu zien of de gemaakte afspraken ook daadwerkelijk worden nagekomen en of de afspraken ook worden Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 127
BIM en de projectmanager
verwerkt, maar daar staat wel tegenover dat het model toegankelijk moet zijn voor de projectmanager. Het is daarom ook belangrijk bij een BIM project, dat de projectmanager van te voren wordt aangesteld, eerder of tegelijk met het ontwerpteam, om zo ook invloed te kunnen uitoefenen op besluitvorming omtrent werken met BIM. Het is voor de projectmanager van belang om te weten hoe er efficiënt met het model omgegaan kan worden en hoe hij er optimaal gebruik van kan maken. Ook moet de projectmanager ervoor zorgen dat de partijen niet denken dat door middel van clash controles alle fouten uit het ontwerp gehaald worden. Het controleren van de juiste invoering van de gegevens is nog steeds nodig. Er kan verondersteld worden dat de rol van de projectmanager van belang is wanneer er gewerkt wordt met BIM op zowel, niveau 1: optimaal BIM, niveau 2: 3D clash BIM en niveau 3: intern BIM. Wanneer de projectmanager een actievere rol had gehad betreffende het BIM model, was het effect op het proces en de informatiebeheersing ook groter geweest. Met andere woorden de rol van de projectmanager omtrent structureren, organiseren, coördineren, controleren en evalueren zal actiever worden, dit betekent dat een projectmanager meer tijd kwijt is per project. Uit de cases is gebleken dat de partijen veel meer samenkomen in tegenstelling tot een traditioneel proces waar met 2D tekeningen worden gewerkt, dit houdt voor de projectmanager in dat hij vaker aanwezig zal zijn bij een project waar BIM wordt toegepast, aangezien er meer vergaderingen voor te zitten zijn. Het zwaartepunt van het ontwerp verschuift naar een eerdere fase, waardoor er eerder met elkaar vergaderd zal worden. Een project heeft echter een minder lange nasleep, aangezien problemen niet pas worden gezien wanneer het onmogelijk is om ze op te lossen. Voor de projectmanager zal het proces veranderen omdat er op een intensievere manier met elkaar wordt samengewerkt. De hypothese kan dan ook worden aangenomen. Het toepassen van BIM heeft een invloed op de rol van een projectmanager. Hierop zal verder ingegaan worden in hoofdstuk 15.2. 15.1.3 Hypothese 3: Het toepassen van BIM tijdens een bouwproject heeft invloed op de fasering van de ontwerp- en uitvoeringsfase van een bouwproces. Gesteld kan worden dat termijnen die te zien zijn in het traditionele proces zullen veranderen. Een nauwere samenwerking moet toegepast worden om optimaal gebruik te maken van BIM. De workflow van de betrokken partijen zal veranderen en er moet op een transparante en intensievere manier met elkaar samengewerkt worden. Partijen zullen makkelijker en vaker bij elkaar moeten komen om de modellen op elkaar af te stemmen. In de praktijk wordt er ervaren dat het zwaartepunt van het ontwerp verschuift naar een eerder stadium. Hierdoor wordt de TO fase korter. Bij BIM wordt er in de SO fase meer in het detail gegaan. Definitief ontwerp is ook daadwerkelijk het definitief ontwerp en niet zoals voorheen het definitief ontwerp waar nog veel in veranderd mag worden en waarin alles nog gecontroleerd moet worden. In de theorie kwamen vijf eigenschappen van BIM naar voren die kenmerkend en grote invloed zouden hebben op het proces van een project. Deze kenmerken zijn: o o o
Een betere tijdmanagement; Een nauwere samenwerking; Er wordt efficiënter gewerkt;
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 128
BIM en de projectmanager
o o o
BIM gebruikt gedurende het gehele proces; Alle partijen werken met het model; Een geïntegreerd proces.
In de cross-case analyse kwam vervolgens naar boven dat deze kenmerken in redelijk mate zijn voorgekomen bij de drie cases. Dit heeft over het algemeen een positief effect gehad op het proces van het project. In de theorie wordt gesteld dat wanneer BIM wordt toegepast tijdens een bouwproject, de tijdmanagement van het project beter is. Geen van de drie cases hebben bouwtijdvertraging opgelopen. Vanwege de strakke bouwplanning die bij Capgemini aangehouden moet worden is er bij dat project gekozen voor het toepassen van BIM. Ook wordt er bij Danone gezegd dat mede dankzij BIM de bouw ruim voor loopt op schema. Met BIM wordt tijdens het proces ook nauwer met elkaar samengewerkt. Dit komt onder andere doordat veel partijen op dit moment nog niet ervaren genoeg zijn om 3D te tekenen en met een BIM model te werken, wat betekent dat wanneer men vaak moet samenkomen, de kans op een grote hoeveelheid clashes groot is en het meer tijd kost om deze aan te passen in het model. Met een 3D BIM model wordt elkaars werk ook inzichtelijker, waardoor het makkelijker naar elkaar communiceren is wat de ene partij bedoelt met een bepaalde oplossing of wijziging in het model. Er kan geconcludeerd worden dat met behulp van BIM nauwer met elkaar wordt samengewerkt bij alle cases, bij alle drie de cases werd er meer met elkaar overlegd dan wanneer de projecten op een traditionele wijze waren uitgevoerd. Bij Capgemini wordt er bijvoorbeeld twee keer in de week overleg gepleegd tijdens de uitvoeringsfase en bij Danone werd er één keer per week ontwerpoverleg gehouden, om de modellen op elkaar af te stemmen. Er kan geconcludeerd worden dat met behulp van BIM er niet alleen nauwer met elkaar wordt samengewerkt bij alle cases, maar ook efficiënter. Er vinden meer overleggen plaats, beslissingen van wijzigingen in het ontwerp worden sneller inzichtelijk gemaakt aan de partijen en de benodigde informatie, zoals doorsnedes, kunnen sneller gegenereerd worden. Er wordt dus op een efficiëntere manier met elkaar samengewerkt, waardoor het risico op vertragingen verkleind wordt. Bij Capgemini staan bijvoorbeeld alle tekeningen van de uitvoering in één model, waarbij een BIM manager ervoor zorgt dat het model ten alle tijden up-to-date is en de partijen over de juiste tekeningen beschikken. Iedere partij werkt continu met de laatst gegenereerde tekeningen. BIM is bij geen één van de cases gedurende het gehele proces toegepast. Zo is BIM alleen toegepast in de uitvoeringsfase bij Capgemini en bij ESIC alleen in de ontwerpfase. Bij Capgemini was de reden hiervoor dat de architect nog niet de ervaring had om te werken met BIM en wilde dan ook niet samen met de constructeur en installatieadviseur een BIM model maken. Bij ESIC is het model niet gebruikt voor de uitvoeringsfase. Uit de modellen die zijn gemaakt bij ESIC zijn 2D tekeningen gegenereerd waar vervolgens de uitvoerende partijen mee hebben gewerkt. Ook bij Danone waren niet alle partijen ervaren genoeg om het BIM model te gebruiken gedurende het gehele proces. De boven genoemden reden is dan ook een gevolg van dat nog niet alle partijen willen of kunnen werken met BIM, de ervaring van vele partijen is nog te weinig om in een BIM project te stappen. Hierdoor zijn de modellen die gecreëerd worden niet compleet en consistent en kunnen deze ook nog niet gebruikt worden voor de exploitatie fase. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 129
BIM en de projectmanager
Dit is ook één van de redenen dat het BIM proces nog geen geïntegreerd proces is, zoals in eerste instantie wel verwacht was. Dit betekent ook dat het werken met BIM nog niet optimaal is en dat naarmate dit verbetert het een positiever effect zal hebben op het proces. Het bouwproces heeft dezelfde route als voorheen, maar bij het toepassen van BIM wordt het zwaartepunt van het ontwerp naar een eerder stadium verschoven. De TO fase was bij ESIC bijvoorbeeld korter aangezien er meer gedetailleerd in de DO fase was getekend om de clashes uit het model te halen. Echter blijven de partijen die betrokken zijn bij het proces dezelfde partijen, wel is het zo dat je anders bij elkaar zit, namelijk korter en met kortere tussen poses. Er kan verondersteld worden dat BIM invloed heeft op het verloop van het proces wanneer er gewerkt wordt met BIM op zowel, niveau 1: optimaal BIM, niveau 2: 3D clash BIM en niveau 3: intern BIM. Wanneer meer partijen BIM hadden gebruikt, BIM ook daadwerkelijk was gebruikt gedurende het gehele proces en dat de modellen gecreëerd tijdens de ontwerpfase ook in zijn geheel beschikbaar waren gesteld voor de uitvoeringsfase, het effect positief vergroot zou zijn voor het gehele proces. De hypothese kan dan ook worden aangenomen. Het toepassen van BIM tijdens een bouwproject heeft invloed op de fasering van de ontwerp- en uitvoeringsfase van een bouwproces.
16.2 Beantwoording van de centrale hoofdvraag Aan de hand van het aannemen van de hypotheses en de onderbouwing hiervoor kan de onderzoeksvraag van dit rapport beantwoord worden. De onderzoeksvraag luidt: In hoeverre heeft het toepassen van een Bouw Informatie Model tijdens de ontwerp-, voorbereidings- en uitvoeringsfase van een complex bouwproject impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing en organisatie? Op dit moment zijn veel partijen nog niet toe aan het werken met BIM, het is een cultuurverandering in de bouw. BIM vergt namelijk een andere manier van denken en samenwerken. De processen worden transparanter, partijen kunnen precies zien wat een ander doet en nog moet doen in een BIM model. Met BIM wordt er ook veelal in 3D getekend, dit vergt een andere mind-set dan wanneer 2D getekend wordt. Partijen durven het ook nog niet aan om hun model vrij te geven aan de andere partijen. De bibliotheek die aangemaakt wordt bij een BIM model wil men niet vrijgeven. Ook willen de partijen de verantwoordelijkheid niet op zich nemen, dat een andere partijen blind voortborduurt op zijn model, zonder eerst het model te checken. Bijvoorbeeld dat een installateur doorgaat met het model van de installatieadviseur en alles wat de installatieadviseur heeft getekend overneemt zonder het eerst zelf te checken. De installatieadviseur wil het risico niet lopen dat hij uiteindelijk aansprakelijk wordt gesteld voor de fouten die hij eventueel heeft getekend en niet zijn opgemerkt tijdens het genereren van bijvoorbeeld de werktekeningen. Ook is het een te grote investering in soft- en hardware en omscholing van het personeel om met BIM te kunnen werken. Veel computers kunnen het op dit moment ook nog niet aan om met bestanden van een groot kaliber te werken en lopen veelal vast of traag.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 130
BIM en de projectmanager
De eerste stappen zijn genomen om te komen tot het niveau waarbij optimaal gebruikt wordt van BIM volgens de volgende definitie: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw. Hierbij kunnen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Bovenstaande definitie wordt nog lang niet toegepast in de praktijk. De projectmanager zou hierin een grote rol kunnen spelen. Hij is de gene die de opdrachtgever kan laten inzien welke voordelen BIM te bieden heeft, zoals het managen van de kwaliteit van het project en het beheersen van het budget van het project, doordat vele clashes al tijdens de ontwerpfase uit het ontwerp worden gehaald. Hij is ook in staat sturing en controle te geven op het werken met een BIM model. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden; het Bouw Informatie Model heeft zeker een impact op de taken van een projectmanager op het gebied van informatiebeheersing en organisatie. Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen die van invloed zijn op de rol van de projectmanager. o
Start-up/BIM projectplan Wanneer geen BIM: Een kick-off overleg met de adviseurs is vaak voldoende om met een project van start te kunnen gaan. Partijen weten wat er van ze verwacht wordt aan de hand van de DNR kruisjeslijst. Wanneer wel BIM: Bij BIM zal deze kruisjeslijst ook worden gehandhaafd, echter moet er nog een BIM plan aan toegevoegd worden, aangezien er bij het toepassen van BIM andere taken, software, controlerondes, etc. zijn. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager zal hierdoor het ontwerp en bouwproces met betrekking tot BIM van te voren nauwkeurig moeten beschrijven om onduidelijkheden over het werken met BIM in de praktijk te voorkomen.
o
Werken met BIM Wanneer geen BIM: Wanneer er niet met BIM wordt gewerkt betekent het dat de partijen met elkaar in 2D zullen tekenen en dat er tekeningen en plattegronden met elkaar worden uitgewisseld. Het is niet nodig dat de partijen weten hoe ze met BIM om moeten gaan. Wanneer wel BIM: Wanneer er met BIM wordt gewerkt is het belangrijk dat ook alle partijen daadwerkelijk met BIM kunnen werken. Alle partijen horen te weten hoe ze met BIM om moeten gaan en wat BIM inhoud. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager zou moeten zorgdragen dat iedereen ook daadwerkelijk weet om te gaan met BIM. Dit kan door bijvoorbeeld gedaan worden door dit als selectiecriteria toe te voegen voor de selectie van de partijen.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 131
BIM en de projectmanager
o
ICT Wanneer geen BIM: Wanneer BIM niet wordt toegepast, wordt er gebruik gemaakt van een internet shared project omgeving. Er komen geen noemenswaardige ICT moeilijkheden voor. Wanneer wel BIM: Door het toepassen van BIM worden er grote en zware 3D modellen bestanden gemaakt, die gedeeld gelijktijdig gebruik moeten kunnen dragen. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager zou moeten zorgdragen voor ICT die dit gebruik van dataverzameling en uitwisseling aan kan. Dit kan door bijvoorbeeld gedaan worden door dit als selectiecriteria toe te voegen voor de selectie van de partijen, waarbij bijvoorbeeld bepaald wordt dat de partijen over glasvezel moeten beschikken.
o
De tekeningenroulatie Wanneer geen BIM: Op dit moment zorgt de projectmanager ervoor dat de tekeningen van de diverse adviseurs op elkaar worden afgestemd, door goedkeuring van de adviseurs op elkaars werk te krijgen. De projectmanager controleert of de tekeningen van bijvoorbeeld de installatieadviseur zijn goedgekeurd door de constructeur. Wanneer wel BIM: Bij BIM wordt er met elkaar in hetzelfde model gewerkt, de traditionele goedkeuringsprocedure wordt hierdoor gewijzigd. Het model moet goedgekeurd worden door de opdrachtgever, in plaats van de tekeningen. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager zal de diverse adviseurs nu op de afgesproken momenten het model moeten laten goedkeuren en deze laten bevriezen voor wijzigingen.
o
Clash detectie Wanneer geen BIM: Door middel van de bovengenoemde tekeningenroulatie wordt ook clash detectie uitgevoerd, hierdoor worden de verantwoordelijkheden ook meteen duidelijk, aangezien partijen met hun eigen tekeningen blijven werken in plaats van dat dit verworven zit in één model. Met andere woorden, een stempel betekent goedkeuring. Wanneer wel BIM: Bij BIM werken de partijen gelijktijdig aan één model. Hierdoor vertroebelen de grenzen tussen waar en wanneer iemand goedkeuring geeft aan de tekeningen. In plaats van dat tekeningen gestempeld worden, wordt nu het model gestempeld. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager zal hiervoor duidelijke afspraken moeten maken met de BIM manager of architect, als coördinerend ontwerpende partij.
o
Vergaderingen Wanneer geen BIM: Tijdens de vergaderingen wordt er nu gebruik gemaakt van 2D plattegronden, veel tekeningen worden met elkaar aan tafel besproken.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 132
BIM en de projectmanager
Wanneer wel BIM: Met BIM hoeft er tijdens de vergaderingen geen gebruik meer gemaakt worden van 2D tekeningen. Op een scherm kan er met elkaar door het model gelopen worden en kunnen er opmerkingen in het model gezet worden waar nodig. Impact op de rol van de projectmanager: Dit betekent voor de projectmanager dat hij een setting moet creëren waarin het mogelijk is om op die manier met elkaar te kunnen vergaderen. o
Vergaderingen frequentie Wanneer geen BIM: Tijdens het traditionele proces worden er over het algemeen minder werkoverleggen en ontwerpvergaderingen gehouden dan wanneer er met BIM wordt gewerkt. Wanneer wel BIM: Wanneer er met BIM wordt gewerkt komen partijen vaker bij elkaar om te overleggen en bepaalde dingen kort te sluiten dan bij het traditionele proces, partijen zijn veel afhankelijker van elkaar doordat er in één model wordt gewerkt. Impact op de rol van de projectmanager: Dit betekent voor de projectmanager dat hij ook meer tijd kwijt is in de ontwerpfase van een project om de vergaderingen te structureren en coördineren.
o
Informatie uitwisseling Wanneer geen BIM: Wanneer er zonder BIM wordt gewerkt worden de gegevens veelal uitgewisseld via een internet based project omgeving. Wanneer wel BIM: Wanneer BIM wordt toegepast tijdens een project kan alle informatie, die normaal gesproken via een internet based project omgeving wordt uitgewisseld, nu in het model worden gezet. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager moet zorg dragen dat dit op een gestructureerde en overzichtelijke manier gebeurt. Duidelijke afspraken moeten vooraf worden gemaakt om ervoor te zorgen dat het model een overzichtelijk model wordt en blijft. Er zullen verschillende gradaties van toegangsrechten tot het model verleend moeten worden.
o
Detailniveau model Wanneer geen BIM: Wanneer er niet gebruik wordt gemaakt van BIM tekenen de partijen ieder hun eigen tekeningen en gaandeweg wordt duidelijk wat er nog nodig is voor werkbare tekeningen. Wanneer wel BIM: Wanneer er met BIM wordt gewerkt kunnen partijen vrij snel te gedetailleerd of juist niet gaan tekenen, afspraken zijn nodig om ervoor te zorgen dat partijen consistent met elkaar kunnen werken, zodat er een samenhangend model ontstaat. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager moet zorg dragen dat het detailniveau van het model ook duidelijk met de adviseurs van te voren wordt afgesproken.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 133
BIM en de projectmanager
o
Planning Wanneer geen BIM: Wanneer BIM niet wordt toegepast zal het zwaartepunt van het ontwerp ook niet verschuiven naar een eerder stadium in het proces. Wanneer wel BIM: Het zwaartepunt van het ontwerp verschuift naar een eerder stadium in het proces, zo ook als in de theorie is aangegeven in figuur 11. Impact op de rol van de projectmanager: De projectmanager moet hiermee rekening houden in zijn overall project planning. Door de verschuiving van het zwaartepunt van het ontwerp kunnen andere delen van het proces eerder van start gaan en lopen bepaalde zaken eerder of anders in elkaar over.
16.3 Het heden en BIM In deze paragraaf worden een aantal opmerkelijke punten beschreven die tijdens dit onderzoek naar voren zijn gekomen. Als je de literatuur moet geloven is BIM een ware uitvinding en zou iedereen ermee moeten werken. Het brengt vele voordelen, zoals het terugdringen van de faalkosten met zich mee. Ook worden projecten beter gearchiveerd. Ook zorgt BIM ervoor dat er transparanter gewerkt wordt en dat de kennis beter wordt overgedragen. Zeker bij het gebruik van BIM in de praktijk zijn de laatste twee voordelen nog zeker niet het geval. Allereerst kan er gezegd worden dat veel bedrijven die zeggen tijdens een bouwproces BIM toe te passen, geen BIM toepassen. Een compleet BIM model bereik je pas wanneer alle partijen bereid zijn transparant met elkaar te werken. Op dit moment is er nog weinig transparantie in de informatie tijdens een bouwproces waarbij BIM wordt toegepast. Tijdens projecten worden er veelal verschillende modellen gemaakt, die vervolgens over elkaar heen worden gelegd en voor verbetering weer terug worden genomen. Kortom niet alle informatie staat bij elkaar en op deze manier bepalen partijen alsnog wat een andere partij wel of niet mag zien. Kortom deze bottleneck moet eerst doorbroken worden, wil men spreken van BIM. Echter is het wel zo, dat de manier waarop er nu wordt gewerkt met BIM en wat men denkt dat BIM is, al vele voordelen met zich meebrengt voor een bouwproject, zoals bijvoorbeeld minder fouten tijdens de uitvoering. Transparantie wordt op dit moment nog niet bereikt met BIM doordat het voor partijen nog veelal onduidelijk is bij wie welke aansprakelijkheid ligt. Daarom willen veel partijen hun model nog niet vrijgeven aan andere partijen. Zo wil, als al eerder als voorbeeld is gegeven, een installatieadviseur zijn model niet vrijgeven aan de installateur, aangezien de installatieadviseur vervolgens bang is dat de installateur het model zonder controle overneemt en uiteindelijk de installatieadviseur verantwoordelijk wordt gesteld voor eventuele fouten. Naar mijn idee is het ook met een BIM model zo dat aansprakelijkheden hetzelfde zijn als bij het traditionele bouwproces. Iedereen blijft verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Wanneer een installateur verder gaat met het model van een installatieadviseur, besluit de installateur op dat moment dat het model zijn eigen is en dat hij dus ook verantwoordelijk is voor dat model.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 134
BIM en de projectmanager
Een andere reden dat BIM nog niet wordt toegepast zoals het zou moeten is omdat de architecten bang zijn dat de bibliotheek die zij hebben moeten aanleggen om het ontwerp te maken, wordt overgenomen door andere partijen. Zo hebben zij veel meer werk moeten leveren dan andere partijen. Om ervoor te zorgen dat BIM werkt moet er inderdaad hard gewerkt worden om een bibliotheek aan te leggen, maar wanneer die er eenmaal is, kan iedereen werken met BIM. Iemand moet het vuile werk doen. Uiteindelijk gaat het om de kwaliteit van de gebouwen. Wanneer modellen niet worden vrijgegeven kan de kwaliteit van de gebouwen ook niet geoptimaliseerd worden. Wel zou er een verandering in het honorarium moeten komen voor de partijen. Van het BIM model verwacht men dat er veel meer informatie in het model gezet moet worden tijdens de ontwerpfase, wil het bruikbaar zijn voor de uitvoerende partijen. Dit betekent ook dat de ontwerpende partijen meer tijd kwijt zijn met het invoeren van de gegevens om tot een compleet ontwerp te komen. Ook betekent dit voor de uitvoerende partijen dat zij sneller over de gegevens kunnen beschikken die zij nodig hebben en dus uiteindelijk minder tijd kwijt zijn in het verzamelen van de benodigde informatie. Ook de taak van BIM manager moet gedefinieerd worden om het honorarium van de partijen aan te kunnen passen. Partijen in de bouw zijn op dit moment veelal nog te conservatief om BIM echt door te voeren. BIM zal nooit optimaal doorgevoerd worden wanneer partijen niet open staan voor verandering en willen investeren in verandering. Uiteindelijk zal er naar het grotere geheel gekeken moeten worden, de kwaliteit van het gebouw. Daarentegen kiest men in de bouw nog altijd voor zichzelf en stelt men zich zelf voorop als partij in plaats van de kwaliteit van het te leveren product. Wanneer hier geen verandering in komt is een optimaal BIM model voorzien van alle gegevens en bruikbaar voor de exploitatiefase nog niet mogelijk. Aan de andere kant, de manier waarop BIM nu wordt gebruikt brengt al vele voordelen met zich mee, zoals eerder beschreven. Echter moeten oude gewoontes los gelaten worden om tot nieuwe te kunnen komen.
16.4 Conclusie De definitie van BIM wordt nog niet gebruikt in de praktijk op de manier zoals bij beschreven staat, te weten: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw. Hierbij kunnen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Waarom zou een projectmanager dan moeten werken met BIM en is het van belang dat ook de projectmanager weet wat BIM inhoud?
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 135
BIM en de projectmanager
1. Door BIM tijdens een project toe te passen kan de projectmanager beter het budget bewaken. Een voorbeeld hiervan is dat wanneer er een wijziging in het model plaats vindt, het ook meteen inzicht geeft in de gevolgen voor het budget, aangezien het budget gekoppeld kan worden aan het BIM model. 2. Door het toepassen van BIM kunnen de risico’s van het project beter gemanaged worden. Een voorbeeld hiervan is dat wanneer er een model wordt samengesteld, het sneller inzichtelijk is waar er in de uitvoering eventueel clashes kunnen voorkomen. Deze clashes kunnen op voorhand al uit het model worden gehaald. 3. Door het project in een BIM model te zetten kan de kwaliteit van een BIM project beter gewaarborgd worden. Doordat een BIM project visueel 3D inzichtelijk gemaakt kan worden en je met de partijen door het model heen kan lopen, heb je ook een beter inzicht in hoe het ontwerp eruit komt te zien. Ook is het dan eerder inzichtelijk wat voor een gevolgen wijzigingen hebben op de kwaliteit van een gebouw. 4. Ook heeft het toepassen van BIM invloed op de organisatie van een bouwproject. Je kan door middel van het toepassen van BIM een geïntegreerd proces doorlopen. Partijen hebben een beter inzicht in elkaars werk, in wie wat van elkaar moet krijgen en waarom bepaalde wijzigingen niet anders kunnen, wat ten goede zal komen van het samenwerken in een geïntegreerd proces. 5. Door BIM tijdens een bouwproces toe te passen kan ook de planningen van een project beter door de projectmanager gemanaged worden. Door middel van BIM kan je een gebouw virtueel bouwen, waardoor je precies weet wanneer je wat nodig hebt voor de bouw van het project. Op die manier kan je de tijd optimaal benutten en in de gaten houden. 6. De informatie kan tijdens een project beter gemanaged worden door de projectmanager. Alle informatie staat in één model, waardoor de projectmanager ten alle tijden kan zien wat er gebeurt en hij ten alle tijden over de informatie kan beschikken die hij nodig heeft. Ook doordat de informatie in een 3D model kan staan bij BIM, kan de projectmanager een betere feedback geven aan de opdrachtgever, doordat er visueel door het model heen gelopen kan worden. Een projectmanager kan door middel van BIM een project beter organiseren, structuren, controleren, coördineren en evalueren.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 136
BIM en de projectmanager
17.
Aanbevelingen
In dit onderzoek zijn er verschillende onderwerpen naar voren gekomen waar verder onderzoek naar gedaan zou moeten worden om het werken met BIM te optimaliseren. Ook worden er aanbevelingen gedaan richting Stevens Van Dijck, het bedrijf waardoor dit afstudeerrapport mogelijk is gemaakt.
17.1 Aanbevelingen Theorie Hier volgen de aanbevelingen voor verder onderzoek: o
In dit onderzoek is gebruik gemaakt van 3 cases. Om de resultaten harder te maken is meer kwalitatief onderzoek nodig waarbij meerdere cases worden onderzocht. Het is interessant om de uitkomsten uit de cases te kunnen vergelijken met meer praktijk gebonden cases.
o
Tijdens het onderzoek is bij geen één van de cases gedurende de ontwerp en uitvoeringsfase gewerkt met een BIM model. Gekeken zou moeten worden of bij cases waar wel het BIM model is meegenomen, van de ontwerpfase naar de uitvoeringfase, de resultaten nog steeds hetzelfde zijn.
o
Ook is het interessant om dit onderzoek uit te voeren gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw. Wat heb je bijvoorbeeld allemaal nodig als projectmanager om het BIM model ook bruikbaar te maken voor de exploitatiefase?
o
Ook is er tijdens de cases geen gebruik gemaakt van BIM volgens de BIM gedachte: BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw. Hierbij kunnen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijke platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Onderzocht zou moeten worden of de resultanten hetzelfde blijven wanneer tijdens project wel volgens die gedachten met BIM wordt gewerkt.
o
Tijdens de cases is de informatie verzameld door middel van interviews. Hierbij zijn niet alle stakeholders geïnterviewd. Om te kijken of het resultaat hetzelfde blijft moet er nog onderzoek gedaan worden, waarbij dit onderwerp wordt onderzocht onder alle stakeholders die betrokken zijn bij het bouwproject.
o
Tijdens dit onderzoek is alleen gekeken naar de aspecten informatie en organisatie. Interessant zou zijn als de impact van BIM op de rol van de projectmanager op gebied van geld, tijd en kwaliteit worden onderzocht.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 137
BIM en de projectmanager
17.2 Aanbevelingen Stevens Van Dijck Op dit moment staat BIM nog in de beginfase. Er moet nog veel gebeuren om ervoor te zorgen dat BIM optimaal wordt gebruikt. Nog niet alle software en computerprogramma’s kunnen op de juiste manier met elkaar gekoppeld worden. Hierdoor kan het nu nog voorkomen dat bij het uitwisselen van de benodigde informatie, om bijvoorbeeld tot afstemming van bepaalde gegevens te komen, gegevens verloren kunnen gaan. Het werken met BIM wordt nog teveel gedaan vanuit de traditionele gedachtegang. De vele tekeningen en plattegronden die nodig zijn bij het traditionele proces, zijn bij het werken met BIM niet meer nodig. Met BIM kan men tijdens vergaderingen op ieder moment op een groot scherm naar het model kijken en door het model heen lopen. Op het scherm kan men van ieder deel van het gebouw een doorsnede of plattegrond maken. Daarnaast kunnen de opmerkingen die tijdens de vergaderingen gemaakt worden direct in het model worden gezet, waardoor men deze naderhand altijd kan terugvinden. Om optimaal met BIM te kunnen werken is er een andere gedachtegang nodig. Men moet het traditionele proces, namelijk het denken in 2D loslaten en overstappen naar het denken in 3D. Ten aan zien van BIM is er bij Stevens Van Dijck op dit moment sprake van een leerfase. De reden dat zij onderzoek hebben laten doen naar het BIM model is dat men stap voor stap wil aftasten wat de mogelijkheden van BIM voor de toekomst zijn. Om een beeld te krijgen waarom BIM voordelen kan opleveren voor de projectmanager is het aan te bevelen dat de werknemers dit onderzoek raadplegen en een beeld krijgen wat BIM is. Stevens Van Dijck is een bedrijf die de cultuurverandering kan doorbreken. BIM is namelijk een managementtool en de projectmanager is er dan ook bij gebaad om dit managementtool te gebruiken bij een bouwproject. Alle informatie die een projectmanager tijdens een project nodig heeft staat bijeen in het BIM model. Het BIM model geeft bijvoorbeeld bij een planwijziging direct aan wat de budgettaire gevolgen zijn en men kan op dat moment besluiten of het haalbaar is om deze planwijziging door te voeren of niet. Tijdswinst is hierbij een groot voordeel. Nu gaat er veelal veel tijd verloren voordat men een beslissing kan nemen ten aanzien van een planwijziging. Door BIM te gebruiken en te weten hoe men de gegevens uit het model moet halen, kan men het project zich nog meer eigen maken en heeft men eerder toegang tot de informatie die men nodig heeft en die men wil zien. BIM zorgt voor een betere controle en overzicht in het proces. De analyse laat zien dat BIM al een nuttige rol speelt voor de projectmanager, indien het model alleen maar gebruikt wordt voor het wegnemen van clashes in het ontwerp. Doordat er met een BIM model wordt gewerkt zullen er minder uitlopers zijn tijdens een project. Je loopt ook tegen minder verrassingen aan, aangezien het werken met zo'n model zorgt voor transparantie en doordat veel verrassingen die normaal laat zichtbaar zijn al uit het ontwerp gehaald zijn. Mijn advies richting Stevens Van Dijck is om te investeren in de software die nodig is om te kunnen werken met BIM. Daarnaast is het zaak dat alle werknemers een BIM cursus volgen, zodat zij leren hoe het model werkt en inzicht krijgen in het voordeel van het gebruik van BIM. Zo zijn zij, bij een BIM project, ook de informatie die zij nodig hebben snel opzoeken.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 138
BIM en de projectmanager
Een tegenargument voor bovenstaande stap zou kunnen zijn dat het nu een te grote investering is om dit bij Stevens Van Dijck voor elkaar te krijgen. Dit argument kan juist zijn, maar deze investering zal zeker op langere termijn worden terug verdiend. De investering zal er namelijk voor zorgen , dat Stevens Van Dijck qua kennis en kunde een voorsprong creëert ten opzichte van andere concurrerende projectmanagement adviesbureaus. Veel van de projectmanagement bureaus zijn nog onwetend op het gebied van BIM. In de bouw neemt het gebruik van het BIM model toe, dit betekent dat de projectmanager uiteindelijk mee moet met deze verandering. Stevens Van Dijck kan een grote rol spelen in deze verandering en zich op die manier onderscheiden van andere concurrerende partijen. Hierdoor zullen zij eerder de BIM projecten gegund krijgen dan andere projectmanagement bedrijven en kunnen meerdere projecten worden binnengehaald. Binnen Stevens Van Dijck wordt gedacht, dat het gebruik van BIM tijdens een project een nadeel zou kunnen zijn ten opzichte van de creativiteit van het ontwerp. Men denkt dat het werken met BIM en met name het werken in 3D, men eerder te maken krijgt met standaardisatie en vroege besluitvorming. Ik heb hierover een andere mening. Met BIM zorg je er juist voor dat de creativiteit groter wordt, omdat je beter inzicht hebt in de verschillende mogelijkheden. Daarnaast krijg je meer duidelijkheid over hoe het project eruit gaat zien en hoe het in de omgeving past. Een architect zal altijd zijn stempel op het gebouw willen zetten en wil uniek zijn in zijn ontwerp. Met BIM wordt het juist mogelijk gemaakt om nog complexere gebouwen neer te zetten. Men kan immers door middel van BIM het ontwerp dusdanig uitwerken, zodat risico's die tijdens de uitvoering voorkomen al weggenomen zijn, voordat de bouw begint. Het nadeel van vervroegde besluitvorming is ook iets wat je als bedrijf zelf in de hand hebt, door middel van planning kan men zelf bepalen wanneer het ontwerp definitief is. Indien Stevens Van Dijck BIM zal toepassen tijdens een project, kan dit ook een groot voordeel opleveren in de relatie tussen Stevens Van Dijck en de opdrachtgever. De terugkoppeling naar de opdrachtgever kan met een beter visueel beeld worden weergegeven. Dit zorgt voor een beter inzicht bij de opdrachtgever en maakt het communiceren met de opdrachtgever gemakkelijker, aangezien veel opdrachtgevers vaak geen weet hebben van de gevolgen van beslissingen. Door gebruik van het BIM model kan men de opdrachtgever beter uitleggen waarom iets wel of niet kan. Bovendien zijn de gevolgen ook duidelijker visueel te maken. Voor het gebruiken van BIM is er ook bepaalde software nodig. Revit is het programma dat hiervoor door de meeste partijen wordt gebruikt. Deze investering moet gedaan worden met het oog op de verandering op de toekomst. De manier van tekenen is langzaam aan het veranderen van 2D naar 3D. Om te kunnen blijven werken zoals er nu binnen de bedrijven tijdens projecten wordt gewerkt, is het zaak om die techniek onder de knie te krijgen. In ieder geval is het van belang dat men weet hoe de gegevens uit het model gehaald kunnen worden een hoe het model gelezen en begrepen moet worden. Samenvattend komt het erop neer dat het voor een bedrijf als Stevens Van Dijck alleen maar voordeel oplevert wanneer het bedrijf investeert in BIM software en BIM cursussen voor de
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 139
BIM en de projectmanager
werknemers. BIM geeft Stevens Van Dijck een voorsprong op de concurrenten en het zorgt voor een betere beheersing en controle op een bouwproject. Wanneer er besloten wordt een project te organiseren met BIM is het van belang dat de handleiding wordt nageleefd. Deze handleiding is opgesteld is in de komende paragraven. Zonder het maken van duidelijke afspraken betreffende BIM en het vastleggen van de punten die in de handleiding staan, wordt het voor de projectmanager namelijk moeilijk om controle en overzicht over het project te houden. Om te komen tot een goede start voor de uitvoeringsfase kan het voor Stevens Van Dijck van nut zijn om de BIM manual, weergegeven in bijlage 11, te gebruiken. In deze BIM manual worden de afspraken betreffende de uitvoering in grote lijnen weergegeven.
17.3 Aanbevelingen projectmanager en BIM Uit het onderzoek komen een aantal punten duidelijk naar voren die ervoor zorgen dat BIM nog niet optimaal wordt toegepast in de praktijk. Deze punten zijn: 1. Nog niet alle partijen werken of kunnen werken met BIM. 2. Er wordt geen gebruik gemaakt van één compleet model waaruit alle partijen hun informatie kunnen halen. Er is geen transparantie Niet alle partijen willen hun model vrijgeven Er wordt gebruik gemaakt van een internet based project omgeving in plaats van ontwerpdocumenten uitwisseling via BIM 3. BIM wordt niet gedurende het gehele bouwproces toegepast. 4. Er wordt niet gewerkt volgens één BIM gedachte, de partijen hanteren hun eigen interpretatie, waardoor bijvoorbeeld het detailniveau per ontwerpdiscipline verschilt. 5. De projectmanager werkt op dit moment nog niet met BIM. 6. Het werken met BIM heeft een intensievere samenwerking nodig. In dit hoofdstuk worden mogelijke oplossingen aangereikt op het gebied van bouwmanagement, zodat BIM optimaal in de praktijk toegepast kan worden. Per aandachtspunt worden er één of meerdere mogelijke maatregelen aangereikt. 17.3.1 Alle partijen werken met BIM In de cross case analyse komt naar voren dat nog niet alle partijen werken of kunnen werken met BIM. Uit de theorie blijkt dat een project waarbij BIM wordt toegepast pas echt efficiënt zal verlopen wanneer alle partijen werken in het model. In de praktijk is het nu zo dat bijvoorbeeld de ontwerpende partijen het ontwerp maken in een 3D model, terwijl deze vervolgens niet meegenomen wordt naar de uitvoering. Hierdoor wordt er door de aannemers veel dubbelwerk verricht. Dit komt onder andere doordat nog niet alle partijen het voordeel inzien van het werken in één model. Het is daarom van belang dat het voor de opdrachtgever inzichtelijk wordt gemaakt waarom er gekozen moet worden voor het werken met BIM en welke voordelen dit voor hem zal opleveren. Dit moet ook gedaan worden voor de partijen die het nut niet inzien van het werken met BIM. Vervolgens zou het verplicht gesteld moeten worden bij het project, net zoals de RGD bij zijn projecten doet. Partijen die zelf nog niet kunnen werken met BIM zouden ook aan deze eis kunnen voldoen, aangezien iedere partij de mogelijkheid heeft een modelleur in te schakelen voor het Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 140
BIM en de projectmanager
omzetten van de 2D tekeningen naar 3D. Ook zou er binnen het bouwproces een BIM modelleur op het project gezet kunnen worden in de vorm van een BIM manager. Deze zou dan wel vanaf het begin van het proces aanwezig moeten zijn, zodat hij de controle voor de clashes kan doen en de controle voor de juiste invoer van gegevens. 17.3.2 Eén compleet model Op dit moment wordt er in de praktijk nog niet gewerkt vanuit één model. De modellen van de verschillende disciplines komen samen voor clash controles en worden vervolgens weer teruggenomen door de rechtmatige partij. Anderzijds wordt er gewerkt met één model waartoe niet alle partijen toegang hebben. Er is in de praktijk wel meer transparantie in elkaars documenten en werk dan bij het traditionele proces, maar volledige transparantie is er nog niet. Transparantie is nodig, BIM komt namelijk het meest tot zijn recht als integratie van de betrokken partijen wordt bereikt. Er zullen daardoor hoger eisen gesteld moeten worden aan samenwerking, communicatie en transparantie van de informatie die nodig is in het proces. Aan de andere kant is het belangrijk dat de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces uitkijken voor de juridische valkuilen, dit is ook één van de redenen waarom de architect vandaag de dag zijn model nog niet wil vrijgeven aan derden. Zulke kwesties moeten onder andere worden aangepakt in het bestek vooraf aan de uitvoering van het project. Echter zou er in het begin van het gehele proces een document moeten zijn waarin aangegeven wordt hoe er met elkaar samengewerkt wordt en dat transparantie in de gegevens een vereiste is. Er zou een BIM protocol opgesteld moeten worden waarin duidelijk wordt op welke manier er met elkaar samengewerkt moet worden en wat de onderlinge afspraken zijn. Zo kan er onderling vertrouwen worden gecreëerd tussen de partijen, wat bevorderlijk is voor het werken in één model. Zodra alle gegevens in één model staan is een internet based project omgeving nog wel nodig om alle gegevens, zoals bijvoorbeeld de afspraken die er gemaakt zijn of de notulen van de vergaderingen beschikbaar te stellen voor alle partijen. Echter kunnen onder andere tekeningen, wijzigingen in tekeningen, controle van clashes bijgehouden worden in het BIM model. Zo kan er ook inzichtelijker en sneller naar de juiste informatie worden gezocht. 17.3.3 BIM niet gedurende gehele bouwcyclus Om volgens de theorie optimaal gebruik van een BIM model te maken, moet een BIM model compleet, inzichtelijk en toegankelijk zijn gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw. In de praktijk wordt er nog niet op die manier met BIM gewerkt. Dit komt onder andere door punten die beschreven staan in de voorgaande paragraven. Dit aandachtspunt is een gevolg van de bovenstaande aandachtspunten. Kortom, zodra alle partijen betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van het ontwerp al hun informatie in één model zetten, zoals ook beschreven is in de definitie die is voortgevloeid uit de theorie, is het de bedoeling dat een BIM model gebruikt wordt voor de gehele bouwcyclus. 17.3.4 Eén BIM gedachte In de praktijk wordt er gewerkt met BIM door de informatie te centraliseren en te delen met de ontwerpende partijen in een project. Hierdoor worden er clashes uit het ontwerp gehaald en wordt het snel duidelijk wat voor een gevolgen bepaalde ontwerpkeuzes hebben op het ontwerp. Iedereen heeft toegang tot zijn eigen model en via een internet based project omgeving wordt de informatie Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 141
BIM en de projectmanager
met elkaar uitgewisseld. Dit komt zeker ten goede van de kwaliteit, maar is niet het echte BIM. BIM is namelijk een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw, waarbij de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijk platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Deze BIM gedachte is bij geen één case voorgekomen. Er kan gezegd worden dat tijdens alle drie de case niet gebruik is gemaakt van BIM. In de cases en in de theorie is terug te zien dat iedereen een andere definitie hanteert van BIM. Dit zorgt voor veel verwarring en onduidelijkheden in de praktijk tussen de partijen die samenwerken met een model. Zo zijn de detailniveaus van de verschillende tekeningen vaak verschillend, waardoor bepaalde clash controles niet mogelijk zijn. Om dit te voorkomen is het van belang, eer er aan het ontwerpproces begonnen wordt met elkaar af te stemmen op welk BIM niveau er met elkaar wordt samengewerkt. Er moeten van te voren duidelijke grenzen en randvoorwaarden aan het model worden gesteld voordat er op een heldere en efficiënte manier in het model gewerkt kan worden. 17.3.5 Projectmanager en BIM De projectmanager heeft in geen één van de drie cases gewerkt met BIM en zijn informatie gehaald uit BIM. Dit komt doordat veel projectmanagers nog geen ervaring hebben met BIM of weten wat BIM voor een mogelijkheden kan bieden voor de projectmanager. Het structureren, controleren, organiseren, coördineren en evalueren wordt door middel van een BIM model makkelijker voor de projectmanager. Wel is het van belang dat de projectmanager het model moet kunnen lezen en er zelf doorheen kan lopen. Zo is hij ook minder afhankelijk van de andere partijen voor het bewaken van de afspraken die er zijn gemaakt en het controleren of de clashes daadwerkelijk minder worden. Deerns, Bert Wielders: “Ik denk dat de projectmanager wel de gedegen kennis moeten hebben van het model. Je kan er als projectmanager wel veel informatie uithalen, maar dan moet die informatie wel in eerste instantie zijn ingevoerd. Je moet daarin je weg vinden wat de meest efficiënte manier is om mee om te kunnen gaan. De invoering van de gegevens moet ook gecontroleerd worden anders kan er ook de verkeerde informatie uitkomen.” Ook moet de projectmanager ervoor zorgen dat de partijen niet denken dat door middel van clash controles alle fouten uit het ontwerp gehaald worden. Men moet er rekening mee houden dat wanneer bijvoorbeeld een plafond te laag wordt getekend in de tekeningen dan de bedoeling is, dit niet door middel van clashdetectie uit het model gehaald wordt. Het controleren van de juiste invoering van de gegevens is nog steeds nodig. De ingevoegde elementen moeten nog steeds gecontroleerd worden. De controle van de ingevoegde elementen zouden moeten worden afgevinkt door de partijen, zodat de projectmanager in de gaten kan houden en erop aan kan dat de partijen goed hun gegevens hebben ingevoerd en ook hiervoor de verantwoordelijkheid nemen. Het is daardoor van belang om vast te stellen wie welke informatie controleert. De projectmanager moet hierop sturen. BAM Techniek, Jan Molenaar: “Het is niet de verantwoording van de projectmanager om de clash controles uit te voeren, hij moet dat proces wel bewaken en zorgen dat het gebeurt en de clashes uit het model worden gehaald.” Het is daarom ook belangrijk bij een BIM project, dat de projectmanager van te voren wordt aangesteld, eerder of tegelijk met ontwerpteam. Zo kan hij invloed uitoefenen hoe er gewerkt gaat Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 142
BIM en de projectmanager
worden met BIM en ervoor zorgen dat de afspraken die hierover gemaakt moeten worden goed en duidelijk voor iedere partij vastgesteld worden. Hierbij is het ook van belang dat de projectmanager voor zowel de ontwerpfase als de uitvoeringsfase is aangesteld. Zo kan hij de aannemer eerder betrekken bij het proces zodat ook voor hem duidelijk is hoe en op welk detailniveau er gewerkt wordt met BIM. Zo voorkomt men ook dat de aannemer dingen gaat tekenen die al getekend zijn, wat zonde is van de tijd. Bartels, Hans Berkhout: “Voor een projectmanager is het van belang om met elkaar een BIM plan te maken en af te spreken wat iedereen doet om het model op te zetten. Hier licht wellicht een goed punt voor de projectmanager, mits hij vroeg bij het project betrokken is, die daar meteen sturing aan kan geven en de opdrachtgever daarin adviseert.” Doordat de projectmanager wordt vastgesteld voordat er met ontwerpen wordt begonnen, kan hij ook de opdrachtgever ervan overtuigen dat het ook in zijn belang is om het project op te zetten in BIM. Ook kan de projectmanager uitleggen waarom het van belang is dit te doen door middel van de in dit rapport gehanteerde definitie. Alleen op die wijze kan er door alle partijen optimaal gebruik gemaakt worden van BIM. Voor de projectmanager is BIM een tool die het structureren, controleren, organiseren, coördineren en evalueren van een project makkelijker maakt. Wel is het van belang dat de projectmanager het model moet kunnen lezen en er zelf doorheen kan lopen. Zo is hij ook minder afhankelijk van de andere partijen die werken in het model. Met andere woorden de rol van de projectmanager omtrent zijn taken zal niet veranderen. Echter zal voor hem het proces veranderen omdat er op een andere manier met elkaar wordt samengewerkt. BAM Utiliteitsbouw, Jørgen de Kock: “De rol van de projectmanager is de partijen aan elkaar te koppelen, af te dwingen, er proactief in te staan, het stimuleren dat het gebeurt, als initiator en katalysator naar alle kanten toe, ook richting de opdrachtgever. Het begint met het geloof in BIM door de projectmanager.” 17.3.6 Intensievere samenwerking Wat zowel in theorie als in de praktijk te zien is, is dat er veel nauwer met elkaar wordt samengewerkt wanneer er gebruik wordt gemaakt van een BIM model. Dit komt onder andere doordat veel partijen op dit moment nog niet ervaren genoeg zijn om 3D te tekenen, wat betekent dat wanneer men vaak moet samenkomen, de kans op een grote hoeveelheid clashes groot is en het meer tijd kost om deze aan te passen in het model. Om ervoor te zorgen dat er niet langs elkaar heen wordt gewerkt, wat nu veelal gebeurt tijdens traditionele processen, is het daarom van belang om bij BIM projecten vaak bij elkaar te komen. Hierdoor voorkom je dat er langs elkaar heen wordt gewerkt en zorg je ervoor dat bijvoorbeeld de ontwerpende partijen met elkaar blijven praten, zodat sneller te zien is waar fouten liggen en waar de oplossingen liggen. Hierdoor zorgt men er ook voor dat de partijen meer genoodzaakt zijn om hun kennis en expertise uit te leggen aan de andere partijen, zodat deze in het model kan worden gezet. Door de partijen te laten samenwerken in één model is het ook sneller duidelijker voor een ander wat er bedoeld wordt met bepaalde oplossingen en keuzes. Je creëert hierdoor meer respect naar elkaar tussen de partijen, waardoor er makkelijker overeenstemmingen bereikt zullen worden. Het is hierbij zeer handig om voor het ontwerpen begint
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 143
BIM en de projectmanager
een vast tijdstip in de week of in de twee weken vast te stellen wanneer er bij elkaar gekomen wordt om het ontwerp te bespreken en oplossing te vinden voor de clashes. 17.3.7 Conclusie Om een efficiënt en doeltreffend BIM te kunnen ontwikkelen, is het noodzakelijk om van af het begin af aan helderheid te hebben over ambities en doelstelling van het project. De toepassing van BIM vraagt om een geïntegreerd ontwerpproces, waarbij het ontwerpteam vanaf het begin af aan zo compleet mogelijk is. Echter kan BIM ook als middel worden gebruikt in een traditioneel georganiseerd proces, maar de toepassingsmogelijkheden en effecten van zo’n BIM model zullen minder zijn dan bij een meer geïntegreerd proces. Vanuit de cases is er vraag naar een protocol voor het toepassen van BIM. Er moet een samenwerkingscontract, ofwel een BIM protocol van te voren aan het bouwproces worden opgesteld, waarmee zowel de ontwerpende partijen als de uitvoerende partijen akkoord gaan. Dit protocol zal de projectmanager helpen bij het structureren, controleren, organiseren, coördineren en evalueren van het project tijdens de ontwerpfase en uitvoeringsfase. In dit document moeten minstens de volgende punten aanbod komen: 1. Het is van belang dat de projectmanager als eerste wordt aangesteld voor het project of tegelijk met het ontwerpteam. 2. Alle partijen moeten samenwerken met het BIM model. De partijen zijn verplicht in BIM te werken. 3. Het is van belang dat wordt vastgesteld welke definitie van BIM er tijdens het project gebruikt zal worden. 4. Het is van belang dat wordt vastgesteld hoe er met BIM gewerkt zal worden in bijvoorbeeld een BIM manual. Hierbij zullen de grenzen en randvoorwaarden van het BIM model worden vastgesteld. 5. Het is van belang dat wordt vastgesteld welke informatie er aan het model gekoppeld moet worden. Hoeveelheden, maatvoering, prijs, levertijd etc. 6. Het is van belang dat wordt vastgesteld wie voor wat verantwoordelijk en aansprakelijk is in het model. 7. Het is van belang dat wordt vastgesteld wie het eigendom heeft over het model en wie het auteursrecht. 8. Het is van belang dat een vast tijdstip in de week/2 weken wordt vastgesteld om bij elkaar te komen, om met elkaar de clashes te bespreken, oplossingen aan te dragen en de vorderingen te bespreken. 9. Het is van belang dat de aannemer op de hoogte stellen wat van hem wordt verwacht met BIM en met hem ook de boven genoemde punten doorlopen. Ook is het van belang zijn verwachtingen mee te nemen in de eerdere besluitvorming over BIM.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 144
BIM en de projectmanager
17.4 Handleiding en reflectiemodel projectmanager en BIM Uit de praktijk is gebleken dat het voor een projectmanager niet per se nodig is om te werken met BIM. Echter kan hij het proces voor hemzelf gemakkelijker maken door middel van het toepassen BIM. Voor een projectmanager is het proces makkelijker te structureren, controleren, organiseren, coördineren en evalueren wanneer alle informatie in één model te vinden is. Ook kunnen aan hem bepaalde beslissingen, keuzes en gevolgen makkelijker worden gepresenteerd. Als een projectmanager met BIM wil werken en er voor wil zorgen dat BIM wordt toegepast en dit zo efficiënt mogelijk verloopt. Dan moeten er een aantal punten doorlopen worden, waardoor er voor de projectmanager een optimaal BIM proces kan worden bereikt. Deze punten zijn voortgevloeid uit de cases en de theorie en zullen hieronder beschreven worden en een simpele weergave is gepresenteerd in figuur 53. Ook is er een reflectiemodel gemaakt die de projectmanager kan gebruiken om te beoordelen hoe er is gewerkt met BIM op het gebied van informatie beheersing, het proces zelf en de rol van de projectmanager. Zo kan de projectmanager lering trekken uit voorgaande projecten. Dit is gedaan aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn gebruikt om de cases te beoordelen op het toepassen van de kenmerken van BIM op gebied van informatiebeheersing, het proces en de projectmanager.
17.4.1 Handleiding Punt 1: De projectmanager moet een BIM model kunnen lezen en begrijpen, hij moet instaat zijn de informatie die hij nodig heeft uit het model te kunnen halen en hij moet weten hoe bijvoorbeeld clashes te vinden zijn in het model. Wanneer een projectmanager dit niet weet, heeft het voor hem geen zin om met een BIM model te werken tijdens een bouwproject, aangezien hij dan niet in staat is de gegevens die hij nodig heeft uit het model te halen.
Punt 2: De projectmanager moet als eerste worden aangesteld voor het project. Of tegelijk met het ontwerpteam. Zo kan hij invloed uitoefenen op de manier waarop er met het BIM model gewerkt wordt. Is dit niet het geval dan zijn de afspraken betreffende het werken met BIM al gemaakt door de ontwerpende partijen en kan de projectmanager weinig invloed uitoefenen hoe er gewerkt zal worden met BIM. De kans is op dat moment in de praktijk erg groot, dat er informatie gecentraliseerd wordt en gedeeld wordt met alleen de ontwerpende partijen, waarbij het model eigenlijk alleen gebruik wordt om clashes uit het ontwerp te halen.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 145
BIM en de projectmanager
Punt 3: Alle partijen moeten verplicht worden met BIM te werken. Als er één partij is die zijn ontwerp niet in BIM zet, betekent dit dat het ontwerp en het model niet compleet zullen zijn. Nu is het zo dat in de praktijk nog niet iedere partij er klaar voor is om met BIM te werken. Is dit het geval dan kan er gekozen worden voor een BIM modelleur die de gegevens van die betreffende partijen omzet naar het BIM model.
Punt 4: De verantwoordelijkheden verdelen. Hiervoor kan een BIM manager worden aangesteld of kan de architect verantwoordelijk worden gesteld als coördinerende ontwerpende partij en kan de aannemer dit zijn voor de uitvoerende fase van het project. Deze BIM manager managet de informatie welke in het model komt te staan naar compleetheid en correctheid, gedurende de ontwerp- en uitvoeringsfase. Deze stap is niet per definitie nodig. Men kan de partijen zelf ook verantwoordelijk stellen voor de compleetheid en correctheid van de gegevens die zij invoeren. Echter hoe groter en complexer een project, hoe meer er fout ingevoerd kan worden. Bij een BIM model kan je alleen door de input van de partijen de output generen.
Punt 5: Het vaststellen van de juiste definitie van BIM. Bij voorkeur de volgende definitie; BIM is een digitale representatie van de fysieke en functionele karakteristieken van een gebouw, waarbij de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkel-, realisatie- en exploitatiefase gebruik maken van een gezamenlijk platform van informatie, waarin onder andere de tekeningen, planningen en kosten aan elkaar zijn gekoppeld. Er zijn in de praktijk en de theorie veel verschillende definities in omloop. Wanneer dit niet goed van te voren afgesproken wordt, zullen partijen gebeurende het project verschillende definities hanteren. Dit zal vervolgens leiden tot onduidelijkheden over het gebruik van BIM en het nut van BIM. Hierdoor bestaat de kans dat er conflicten zullen ontstaan tussen de verschillende partijen, omdat de verwachtingen niet op één lijn lagen.
Punt 6: Het vastleggen van een vast tijdstip in de week/2 weken om bij elkaar te komen. Dit om met elkaar de clashes te bespreken, oplossingen aan te dragen en de vorderingen te bespreken. In een ontwerp zullen altijd clashes zitten die niet door een clash controle in BIM ontdekt worden. Deze clashes kan men er alleen uithalen door gezamenlijk met elkaar door het gebouw te lopen. Ook kan het met BIM voorkomen dat er alleen nog maar vanuit huis/kantoor met elkaar wordt gewerkt, aangezien alle informatie online uit het model te halen is. Op deze manier zullen creatieve oplossingen niet gevonden worden.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 146
BIM en de projectmanager
Punt 7: Het vaststellen van hoe er met BIM gewerkt moet worden. Het vaststellen van grenzen en randvoorwaarden. Hierbij moeten de volgende vragen beantwoord worden: o o o o o o
Wie maakt de eerste opzet van het model? Is dat de constructeur of de architect? Wie modelleert wat en wie werkt welk detail uit? Wat moet er in welke fase worden gedaan? Hoe wordt de benodigde informatie uitgewisseld. Welke informatie via BIM en welke via een internet based project omgeving? Op welk detailniveau moet er getekend worden in welke fase? Wanneer moet je het model bevriezen of bepaalde delen van het ontwerp bevriezen? Wanneer is het klaar?
Als deze vragen niet van te voren worden beantwoord, zal er veel onduidelijkheid zijn tijdens het project. Men zal teleurgesteld zijn in elkaars werk en de indruk krijgen dat de ene partij harder heeft gewerkt dan de andere.
Punt 8: Er moet afgesproken worden welke informatie een partij aan het model en aan een element in het model hangt. De codering moet worden afgesproken. Hoeveelheden, maatvoering, prijs, levertijd etc. Gebeurt dit niet, dan kunnen er ook onduidelijkheden ontstaan tussen de partijen. Ook bestaat er de kans dat partijen informatie missen op de benodigde tijdstippen.
Punt 9: Het vastleggen van het eigendom en auteursrecht. Dit is van belang, omdat anders de kans bestaat dat de architect zijn model niet wil vrijgeven. Dit met het oog op zijn bibliotheek met unieke karakteristieken van die ontwerper die dan toegankelijk zijn voor iedereen die toegang heeft tot het model.
Punt 10: De aannemer op de hoogte stellen over wat er van hem met BIM wordt verwacht. Met hem moeten ook de punten doorlopen die hierboven beschreven staan, op uitzondering van punten 1, 2, 9 e 10
De in bijlage 12 opgenomen Model BIM overeenkomst is een eerste opzet tot het maken van afspraken omtrent de bovengenoemde punten. De overeenkomst zal helpen bij het maken van de benodigde afspraken op het gebied van BIM, zodat het voor iedere partij inzichtelijk wordt wat er van hem of haar verwacht wordt.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 147
BIM en de projectmanager
Figuur 53 – Handleiding voor projectmanager en BIM
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 148
BIM en de projectmanager
17.4.2 Reflectiemodel Met dit reflectiemodel kan er per project gekeken worden wat voor een invloed het werken met BIM heeft gehad op het project. Zo kan voor een partij snel inzichtelijk worden gemaakt waar de knelpunten liggen, wat verbeterpunten zijn en wat juist goed gaat. De BIM eigenschappen die hiervoor zijn gebruikt zijn voortgevloeid uit de voordelen die BIM met zich meebrengt volgens de theorie en die ook bij de cases getoetst zijn. Mate waarin het voorkomt Komt voor in hoge mate Komt in redelijke mate voor Komt voor Komt weinig voor Komt niet voor
Score Weging 5 1 4 1 3 1 2 1 1 1
Figuur 54 - Legenda reflectiemodel
BIM eigenschappen
1 2 3 4 5 6
7
8 9 10 11
12 13 14 15
Score
Proces Een betere tijdmanagement Een nauwere samenwerking Er wordt efficiënter gewerkt BIM gebruikt gedurende het gehele proces Alle partijen werken met het model Een geïntegreerd proces Gemiddelde Proces Informatie Informatiestromen verbeteren op gebied van volledigheid, correctheid en actualiteit Transparantie van de informatie Eerder inzicht in fouten in het ontwerp Eerder inzicht in de gevolgen van wijzigingen van het ontwerp Toezicht nodig op volledigheid, correctheid en actualiteit van de informatie Gemiddelde Informatie Projectmanager Beter overzicht voor de projectmanager Aanwezigheid BIM manager Duidelijkheid afspraken over BIM tussen actoren Verwachtingen van werken met BIM voor alle partijen op één lijn Gemiddelde projectmanager Totaal reflectie
Weging Opmerking
0 0 0 0
1 1 1 1
0 0 0
1 1
0
1
0 0 0
1 1 1
0
1
0 0 0 0
1 1 1
0
1
0 0
Figuur 55 - Reflectiemodel projectmanager en BIM
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 149
BIM en de projectmanager
18.
Reflectie
In dit hoofdstuk wordt het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten geëvalueerd. 18.1 Onderzoeksproces De start van het onderzoek is zeer moeizaam verlopen. Ik ben de afstudeer periode dan ook ingegaan met een ander onderwerp dan waaruit dit onderzoek bestaat. Hierdoor heb ik in een korte tijd de opzet van het onderzoek moeten samenstellen, wat dan ook heeft geresulteerd in een herkansing van de P2. Dit was in eerste instantie een tegenslag, maar toe ik bezig was met het verbeteren van de onderzoeksopzet werd het voor mij ook meer helder hoe ik het onderzoek ging aanpakken. Erg blij ben ik geweest met de keuze om het onderzoek te doen bij een bedrijf. Hierdoor heb ik veel sneller contacten kunnen leggen met de personen die nodig waren om dit onderzoek mogelijk te maken. Na het opstellen van de P2 ben ik met goede moed begonnen met het opstellen van het theoretisch kader en de hypotheses. Dit was een leuk en leerzaam proces. Ik heb, als uitdaging voor mijzelf, namelijk gekozen voor een onderwerp waar ik vrij weinig van af wist. Dit heeft mij onder andere scherp gehouden tijdens het gehele proces. Ook het opstellen van de hypotheses heeft ervoor gezorgd dat ik het doel van het onderzoek niet uit het oog verloor. Het zoeken naar de juiste cases is een lastig proces geweest. Dit kwam door dat het bedrijf waar ik het onderzoek deed weinig bruikbare case tot zijn beschikking had. Zo heb ik pas op een vrij laat tijdstip een derde case kunnen vinden. Ik vond ook dat het noodzakelijk was om een derde case te hebben om tot een echt resultaat te komen. In mijn ogen waren 2 cases te weinig geweest. De periode waarin ik de interviews heb gedaan voor het onderzoek heb ik veel geleerd van hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Ik had in eerste instantie niet verwacht dat iedereen mee zou werken aan het onderzoek. Uiteindelijk heeft er maar één partijen niet willen meewerken, maar dit was zeker geen gemis voor het onderzoek. Wel ben ik erachter gekomen dat praten en interviews houden er leuk is en dat iedereen graag wil praten, maar dat het uitwerken zeer tegenvalt. Daar heb ik mij erg in vergist. Uiteindelijk heb ik wel de juiste informatie uit de mensen kunnen halen en heb ik zonder problemen een model kunnen maken die voor het afstudeerbedrijf te gebruiken is, maar eventueel ook voor andere partijen in de bouw. Gedurende het proces ben ik gegroeid in het onderwerp BIM. Zoals ik al vertelde wist ik in het begin vrijwel niks af van het onderwerp BIM en wist ik ook niet dat het een actueel en het ook wel een gevoelig onderwerp is in de bouwindustrie. In tegenstelling tot eerst mag ik, nu het onderzoeksproces tot een eind is gekomen, mijzelf een BIM expert noemen. Waarom nog niet iedereen in de bouw wereld werkt met BIM en in iedere geval ontwerpt in 3D en zich vasthoudt aan het traditionele proces weet ik niet. Uiteindelijk is het een investering voor de lange termijn. BIM is handig en kan BIM het ontwerpen brengen tot een hoger niveau, wat ten goede komt van de kwaliteit van gebouwen.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 150
BIM en de projectmanager
Ik heb tijdens het proces al veel mensen kunnen helpen en heeft dit onderzoek al een aantal mensen geholpen bij hun vragen over BIM. Dit onderwerp en door de mensen die ik heb gesproken heeft het me nog meer doen beseffen dat de bouwindustrie en bouwmanagement bij mij past. Doordat het onderwerp voor mij nieuw was en iedereen tijdens de interviews enthousiast vertelde over het onderwerp, heeft het onderwerp dan ook geen moment verveeld. Ik ben dan ook klaar voor de verandering en het nieuwe.
18.2 Onderzoeksresultaat In dit onderzoek worden er een aantal handreikingen gedaan waarmee de projectmanager BIM kan beheersen. Belangrijke kanttekeningen bij de opgezette handleiding is dat de toepasbaarheid altijd afhankelijk kan zijn van bepaalde specifieke projectkenmerken en partijen. Zo zullen een aantal van de punten uit de handleiding in eerste instantie een investering zijn in geld en/of tijd, maar op de langere termijn zal dit zich terugbetalen. Niet alle partijen zullen geneigd zijn dit risico te nemen. Alle punten in de handleiding zijn dan ook bedoeld als optimaal streven, maar er kan zeker geconcludeerd worden dat BIM het de projectmanager gemakkelijk gaat maken, mits hij een actievere rol gaat spelen in een project. Wat ik zelf erg interessant vond aan de conclusie, is dat ik in het begin dacht dat de rol van de projectmanager wezenlijk zou veranderen. Maar dat het onderzoek bewijst het tegendeel. Mijn verwachtingen waren dus geheel anders dan de uitkomst. Ook had ik niet verwacht dat in de praktijk zoveel vraag was naar dit soort onderzoek. Vele partijen die ik heb gesproken zijn zeer geïnteresseerd in het resultaat en de conclusies.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 151
BIM en de projectmanager
Literatuurlijst Aksamija, A., & Iordanova, I. (2011). Computational environments with multimodal representations of architectural design knowlegde. International journal of architectural computing, 8(4), 439-460. Anumba, C., Egdu, C., & Carrillo, P. (2005). Knowledge management in construction. Oxford: Blackwell Publishing Ltd. Arayici, Y., Coates, P., Koskela, L., Kagioglou, M., Usher, C., & O'Reilly, K. (2011). Technology adoption in the BIM implementation for lean architectural practice. Automation in Construction, 20, 189-195. Autodesk. (2007). Architecture, Engineering, and Construction go full circle. Design Review 2008. Azhar, S. (2011). Building Information Modeling (BIM) - Trends, benefits, risks, and challenges for the AEC industry. Leadership and Management in Engineering, 11(3), 241-252. Azhar, S., Hein, M., & Sketo, B. (2008). Building Information Modeling (BIM): Benefits, Risks and Challenges . Auburn: McWhorter School of Building Science . Barlish, K., & Sullivan, K. (2012). How to measure the benefits of BIM — A case study approach. Automation in Construction, 24, 149-159. Bernstein, P., & Pittman, J. (2004). Barriers to the adoption of building information modeling in the building industry. Autodesk Building Solutions. Boddeke, D., Drentje, E., Roesink, S., & van Woerden, L. (2002). HRM in projecten: over vakidioten, jaknokkers en rebellen. Assen: Berenschot Fundatie en Van Gorcum. Boeykens, S., & Neuckermans, H. (2007). Improving Design Workflow in Architectural Design Applications. International journal of architectural computing, 4(4), 1-19. Bouwkennis. (2011). Ontwerpfase sleutel voor reductie faal. Opgeroepen op mei 8, 2012, van Architectenweb.nl: http://www.architectenweb.nl/aweb/redactie/redactie_detail.asp?iNID=25595 Braster, J. (2000). De kern van casestudy's. Assen: Van Gorcum & Comp. B.V. Bresnen, M., Edelman, L., Newell, S., Scarbrough, H., & Swan, J. (2003). Social practices and the management of knowledge in project environments. International Journal of Project Management, 21, 157-166. Brokelman, L., & Vermande, H. (2005). Faalkosten, de (bouw)wereld uit - Een praktische handleiding. Rotterdam: Stichting Bouwresearch. Bruggeman, E., Chao-Duivis, M., & Koning, A. (2007). Praktijkboek contracteren in de bouw. Den Haag: Stichting Instituut voor Bouwrecht.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 152
BIM en de projectmanager
Busker, H. (2008). USP Marketing Consultancy b.v. - Faalkosten in de bouw naar hoogtepunt. Rotterdam. Carmona, J., & Irwin, K. (2007). BIM: Who, What, How and Why. Opgeroepen op februari 2012, 2012, van Building Operating Management: http://www.facilitiesnet.com/software/article/BIMwho-what-how-and-why--7546# Cepezed. (2012). Catalogus 3 - Het werk van Cepezed. Rotterdam: 010. Chao-Duivis, M. (2010). Juridische implicaties van het werken met BIM. Opgeroepen op januari 17, 2012, van Het Nationaal BIM-Platform: http://www.hetnationaalbimplatform.nl/index.php?option=com_content&view=article&id= 7&Itemid=71 Chao-Duivis, M. (2011). Rechtspraken vooral door slechte communicatie. Bouwend Nederland Podium, 21, 4-5. CRC Construction Innovation. (2007). Adopting BIM for facilities management - Solutions for managing the Sydney Opera House. Brisbane: Cooperative Research Center for Construction Innovation. Dainty, A., Moore, D., & Murray, M. (2006). Cummunication in construction - Theory and practice. Oxon: Taylor & Francis. Delany, S. (2010). Building information Modeling - The holy grale? Opgeroepen op december 7, 2011, van NBS: http://www.thenbs.com/topics/BIM/articles/buildingInformationModelling.asp Deutsch, R. (2011). BIM and integrated design: strategies for architectural practice. Hoboken: Wiley. Eastman, C., Teicholz, P., Sacks, R., & Liston, K. (2008). BIM Handboek - A Guide to Building Information Modeling for Owners, Managers, Designers, Engineers, and Contractors. New Jersey: John Wiley & Sons Inc. Flapper, H. (1998). Jellema Hogere bouwkunde 12b - uitvoeren, de organisatie. Utrecht: ThiemeMeulenhof. Fruchter, R., & Demian, P. (2002). Knowlegde management for rease. Paper gepresenteerd op de CIB W78 Conferentie 2002. Gilligan, B., & Kunz, J. (2007). VDC Use in 2007 - Significant Value, Dramatic Growth, and Apparent Business Opportunity . Stanford: Stanford Univercity CIFE. Goossen, C. (2011). Integrated Project Delivery - Leidraad integraal Project informatie Overdracht Protocol. Ede: BouwQuest. Greenhalgh, T. (1997). How to read a paper - assessing the methodological quality of published papers. BMJ(315), 305-308. Groote, G., Hugenholtz-Sasse, C., & Klaassen, D. (2011). Project leiden: Methoden en Technieken voor Projectmatig werken. Houten: Spectrum. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 153
BIM en de projectmanager
Gu, N., & London, K. (2010). Understanding and facilitating BIM adoption in the AEC industry. Automation in Construction, 19, 988-999. Haring, P., Hendriks, J., Stark, R., & Steenbakker, P. (2011, oktober). Bedrijfsverzamelgebouw ESIC, Noordwijk. Bouwen met Staal, 38-41. Helmerhorst, G., Duerink, S., van Loon, P., & Bruil, I. (2011). Science diagram - The Wheel. Delft: TU Delft. Hendriks, H. (2012, maart 28). Presentatie: Praktische workshop BIM: Gestructureerd samenwerken. BIM workshop. Ede. Henket, M. (2012, februari). De kunst van het wegdetailleren. De Architect, 38-43. Het Nationaal BIM-platform. (2012a). Historie. Opgeroepen op februari 20, 2012, van Het Nationaal BIM Platform: http://www.hetnationaalbimplatform.nl/bim-algemeen/historie Het Nationaal BIM-platform. (2012b). Traditioneel versus BIM. Opgeroepen op februari 20, 2012, van Het Nationaal BIM-platform: http://www.hetnationaalbimplatform.nl/index.php?option=com_content&view=article&id= 3&Itemid=5 Holzer, D. (2011). BIM's seven deadly sins. International journal of architectural computing, 9(4), 463479. Howell, I., & Batcheler, B. (2005). Building Information Modeling Two Years Later: Huge Potential, Some Success and Several Limitations. Ibelings van Tilburg architecten. (2012). Capgemini LRCN Utrecht. Rotterdam. Ibrahim, M. (2006). To BIM or not to BIM, this is not the question. eCAADe, 24(6), 262-267. in 't Veld, R., Doctor, L., Dijkzeul, A., & Meuleman, L. (2006). Koudwatervrees: lessen uit het project waterketen Limburg over ketens, netwerken en processen. Den Haag: Lemma. Jadhav, M. (2011). Building information modeling - Better buidlings through digital practice - Changes in roles and processes. Delft: TU Delft. Janssen, P. (2011). Projectmanagement volgens Prince2. Amsterdam: Pearson Eductation BeneluxB.V. Jelinghaus, S., & Latten, R. (2009). OR en projectmatig werken - basiskennis. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Kolarevic, B. (2009). Towards Integrative Design. International journal of architectural computing, 7(3), 335-344. Koolwijk, J., & Geraedts, R. (2006). Projectalliantie - Procesinnovatie bij complexe bouwprojecten. Delft: VSSD.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 154
BIM en de projectmanager
Kor, R., & Wijnen, G. (2001). 50 Checklisten voor project- en programmamanagement. Deventer: Kluwer. Kor, R., & Wijnen, G. (2005). Essenties van project- en programmamanagement: succesvol samenwerken aan unieke opgaven. Deventer: Kluwer. Koutamanis, A. (2010). Mobile information processing in architecture and building - a recurring promise. Essex: Multi-Science Pub. Co. Künhe, G. (2012, februari 22). Oriënterend gesprek over BIM. (A. Smith, Interviewer) Lee, G., Park, H., & Won, J. (2012). D3 City project - Economic impact of BIM-assisted design validation. Automation in Construction, 22, 577-586. Licht, G., & Nuiver, J. (2006). Projecten en beleidsontwikkeling: doelgericht werken in een maatschappelijk krachtenveld. Assen: Van Gorcum. Linderoth, H. (2010). Understanding adoption and use of BIM as the creation of actor networks. Automation in Construction, 19, 66-72. Lousberg, L. (2010). Bouwmanagement. In J. Wamelink, Inleiding Bouwmanagement (pp. 33-54). Delft: VSSD. Martens, B., Koutamanis, A., & Brown, A. (2007). Predicting the Future from Past Experience - A Reflection on the Fundamentals of CAAD. eCAADe, 25(11), 523-532. McGraw-Hill Constructions. (2010). The business value of BIM in Europe. Bedford: SmartMarket report. McGraw-Hill Constructions. (2011, september 9). BIM in de bouw in de USA (van 3% naar 38% naar 75%). Opgeroepen op januari 17, 2012, van McGraw-Hill Constructions: http://ketensamenwerking.wordpress.com/page/3/ Miner, R., & Thompson, D. (2006). Building information modeling - BIM: Contractual risks are changing with technology. Construction Law Briefing Paper. Muramoto, K., Jemtrud, M., Kumar, S., Balakrishnan, B., & Wiley, D. (2009). A Cyber-Enabled Collaborative Design Studio. International journal of architectural computing, 7(2), 267-288. NIBS. (2007). National building information modeling standard - version 1 - part 1:Overview, principles, and methodologies. United States: National Institute of Building Science. Ophir, Y. J. (2009). Collective Intelligence: An Agent-Based Approach to Programmatic Organization in Architecture. International journal of architectural computing, 7(3), 479-499. OVG. (2012). Projecten Danone. Opgeroepen op april 17, 2012, van OVG: http://www.ovg.nl/#projecten/danone Owen, R., Amor, R., Palmer, M., Dickinson, J., Tatum, C., Kazi, A., et al. (2010). Challenges for integrated design and delivery solutions. Architectural Engineering and Design Management, 232-240. Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 155
BIM en de projectmanager
Penttilä, H. (2009). Services in Digital Design: new visions for AEC-field collaboration. International journal of architectural computing, 7(3), 459-478. Peters, P. (2011). Constructief Bimmen. Opgeroepen op januari 17, 2012, van Het Nationaal BIMPlatform: http://www.hetnationaalbimplatform.nl/index.php?option=com_content&view=article&id= 190:constructief-bimmen-&catid=10:nieuws Philipsen, G. (1995). De plaats van de projectmanager in het bouwproces. Delft: TU Delft. Post, N. (2009). Building Team Members See Progress and Problems. Eng. News-Rec., 262(12), 28. Rekola, M., Kojima, J., & Mäkeläinen, T. (2009). Pinpointing and Classifying Challenges in an Integraded Design Process. CIBLibrary, ICONDA, 200-212. Reniers, E. (2008). Betere informatiebeheersing met behulp van BIM. Delft: TU Delft. Rijksgebouwendienst. (2011, juni 29). Rijksgebouwendienst gaat BIM voorschrijven bij geïntegreerde contracten. Opgeroepen op februari 16, 2012, van Rijksgebouwendienst: http://www.rgd.nl/actueel/nieuws-en-persberichten/artikel/artikel/3341/ Roozendaal, A. (2008). Contextueel leiderschap - diagnose en ontwikkeling met behulp van de referentiemethode. Assen: Van Gorcum. Rosenberg, T. (2006). Building Information Modeling. Roetsel & Andress. Rutten, M. (2010). Van yab yum naar dim sum - Uitdagende visies op de bouw-, installatie- en vastgoedsector in 2025. Constructief. Sanguinetti, P., Abdelmohsen, S., Lee, J., Lee, J., Sheward, H., & Eastman, C. (2012). General system architecture for BIM: An integrated approach for design and analysis. Advanced Engineering Informatics, 26, 317-333. Saunders, M., Lewis, P., Thornhill, A., Booij, M., & Verckens, P. (2011). Methoden en technieken van onderzoek. Amsterdam: Pearson Eduction Bemelux. Shaaban, M. (2011). Danone onderscheiden met BREEAM Excellent certificaat. Opgeroepen op april 17, 2012, van OVG: http://www.ovg.nl/blog/Danone_BREEAM_Excellent_certificaat Singh, V., Gu, N., & Wang, X. (2010). A theoretical framework of a BIM-based multi-disciplinary collaboration platform. Automation in Construction, 20, 134-144. Spekkink, D. (2012). BIM protocol & detailniveau - Detailniveau BIM per fase. Woudrichem: IPC voor architecten. Stevens Van Dijck. (2011). Bouwmanagement. Opgeroepen op maart 14, 2012, van Stevensvandijck bouwmanagers en adviseurs: http://www.stevensvandijck.nl/diensten/bouwmanagement/bouwmanagement Stevens Van Dijck. (2012). Projecten Danone Utrecht. Opgeroepen op april 17, 2012, van Stevens van Dijck: http://www.stevensvandijck.nl/projecten/danone-utrecht Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 156
BIM en de projectmanager
Technische Raad van TVVL. (2011). BIM: Toren van Babel? TVVL Magazine Ontwerpen, 5, 30-33. The Associated General Contractors of America. (2006). The contractors' guide to BIM (1 ed.). Las Vegas: AGC Research Foundation. Thomson, D. (2001). Don't Get Soaked by the Next Wave. Opgeroepen op februari 21, 2012, van FWHT: http://www.fwhlaw.com/articles/e-construction_dont_get_soaked.cfm Tissink, A. (2012, juni 1). BIM is er nog altijd niet. Cobouw. van Belzen, T. (2012, juni 5). BIM zonder spelregels heeft geen waarde. Cobouw. van de Blaak, J. (2006). Competenties van projectmanagers in complexe projecten. Rotterdam: Erasmus Universiteit. van Gulijk, S. (2010). Interactief communiceren in de bouw. In M. Chao-Duivis, C. Jansen, & J. Vranken , Allen Samen - Opstellen aangeboden aan prof. mr. M.A.M.C. van den Berg (pp. 4453). Den Haag: Stichting Instituut voor Bouwrecht. van Leeuwen, S. (2004). Projectmanagement een vak apart. Arnhem: Indora Informatisering. van Velden, F. (2012). BIM kan faalkosten veroorzaken - onderzoeker presenteert bevindingen op congres in Reykjavik. Cobouw, 78, 8. Vollenbroek, J. (2003). Leren van fouten: mogelijkheden voor individu, groep en organisatie. Soest: Uitgeverij Nelissen. Wamelink, J. (1996). Informatie-ordening in de bouw: Evaluatie en verbetering. Zoetermeer: RRBouw. Wamelink, J. (2006). Inspireren, Integreren en Innoveren. Delft: Delft University Press. Wamelink, J. (2012). Design and Construction Management. Opgeroepen op juni 18, 2012, van TU Delft: http://www.bk.tudelft.nl/over-faculteit/afdelingen/real-estate-andhousing/organisatie/leerstoelen/design-construction-management/ Wang, X. (2009). Augmented Reality in Architecture and Design: Potentials and Challenges for Application. International journal of architectural computing, 7(2), 309-326. Welling, D. (2006). Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst. Groningen: Rijksuniversiteit. Wenger, E. (1998). Communities of practice - learning as a social system. Systems thinker, 9(5), 1-5. Williams, N., Stehling, H., Scheurer, F., Oesterle, S., Kohler, M., & Gramazio, F. (2011). A Case Study of a Collaborative Digital Workflow in the Design and Production of Formwork for ‘NonStandard’ Concrete Structures. International journal of architectural computing, 9(3), 223240. Yin, R. (2009). Case study research - design and methods. California: Sage Publications.
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 157
BIM en de projectmanager
Bronnen afbeeldingen voorblad Afbeeldingen boven van links naar rechts Berkati, S. (2009). Tijd. Opgeroepen op oktober 14, 2011, van: http://nieuwetijdskinderen.wordpress.com/tag/tijd/ Voort, M. v. d. (2011). Geld. Opgeroepen op oktober 14, 2011, van: http://zeeland.blog.nl/muziek/2011/06/20/geen-geld-terug-voor-afgelast-concert-at-sea Budding, J. (2010). Contract. Opgeroepen op oktober 14, 2011, van: http://www.medicalfacts.nl/2010/05/23/apotheker-tekent-alsnog-contract-metverzekeraar/ Klaus en Caan architecten. (2008). Schets. Opgeroepen op oktober 14, 2011, van: http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?t=634131 Baas, L. (2011). Akkoord. Opgeroepen op oktober 14, 2011, van: http://www.advies-arbeidsvoorwaarden.nl/152/interimmanagement
Afbeelding onder Ketterij, B. v. d. (2011). Communicatie. Opgeroepen op oktober 14, 2011, van: http://www.ibianca.nl/hoe-leeftijdsgroepen-online-communiceren-infographic/
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 158
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 296
BIM en de projectmanager
Afstudeeronderzoek Annieke Smith - 31 oktober 2012
Pagina | 297