RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 08 | JAARGANG 18 | Augustus 2012
Peter R: ‘Ik heb het OM zien veranderen’ Afwijken van het advies en toch tbs eisen Pak poen en positie van de penoze aan
Vierdaagse liep gesmeerd De Vierdaagse van Nijmegen is geslaagd verlopen, en dat geldt ook voor de samenwerking daarbij tussen OM en politie. Het OM was 24 uur per dag beschikbaar voor overleg en afhandeling van zaken, zegt Marloes Monsma, senior administratief juridisch medewerker van parket Arnhem-Zutphen. ‘We wilden zoveel mogelijk zaken afdoen via lik-op-stuk: het direct betalen van de geldboete op het politiebureau. Zodat de cellen weer zo spoedig mogelijk beschikbaar waren voor andere verdachten.’ 2|
Er zijn in totaal ongeveer 85 aanhoudingen verricht waarna dertig zaken via Tobias zijn afgedaan (bijvoorbeeld bij openbare dronkenschap of het verstoren van de openbare orde). Door het OM zijn 28 zaken direct afgedaan via een dagvaarding, een strafbeschikking, lik-op-stuk of een sepot. Bij de overige zaken moest eerst nader onderzoek plaatsvinden. Foto Erik van 't Woud
Opportuun 8 - augustus 2012 - In Beeld | 3
Op de lagere school
speelde hij al journalist in het eindtoneelstuk. De afgelopen 17 jaar maakte hij met al zijn hebben en houden zijn misdaadprogramma op tv. ‘Zijn’ Puttense moordzaak zorgde voor een denk-omslag. De rechtspraak was niet langer onfeilbaar.
6
7 pagina’s tellend openhartig interview met Peter R de Vries
Moedwillig doodgereden
De moord schokt alle inwoners van de Ooltgensplaat. De dader zegt geen keuze te hebben dan het recht in eigen handen te nemen. Hij gaat naar het Pieter Baan Centrum. Advies: een jaar psychiatrie. Daarna mogelijk weer vrij.
14
Officier Dorien Kardol vertelt waarom ze toch voor tbs pleitte
Wat als een pilot begon,
wordt de komende tijd landelijk uitgerold: Zo Snel Mogelijk. Dat is goed voor het slachtoffer én voor de verdachte. Als iemand bekent, volgen snelle maatregelen. ‘Maar dat bij ZSM de verdachte direct moet gaan pinnen, klopt niet.’ Een dag op voorbeeldbureau Den Haag Zuiderpark
22
De penoze
zit haar straf uit zonder zeuren. Een jaar meer of minder doet ze niets. Je runt ondertussen de drugsbusiness gewoon verder vanuit de bajes. Maar krijg je een naheffing van miljoenen, dan voelt het alsof ze je financieel kapot maken. Precies de bedoeling.
28
Hoe cokejagers en vermogenafpakkers elkaar vinden
Inhoud
Brabantse lessen bij georganiseerde criminaliteit
Georganiseerde criminaliteit is vaak big business van professionals. Het heeft een corrumperend, ondermijnende effect in een stedelijke samenleving. Het vormen van één overheid die zich goed georganiseerd daartegen te weer stelt, is een vanzelfsprekende ambitie (zie p.28). Om die waar te maken valt nog heel wat te verbeteren. Anderhalf jaar werken met de Brabantse taskforce "bestrijding georganiseerde criminaliteit", heeft me alleen maar enthousiaster gemaakt voor een geïntegreerde aanpak. Gezamenlijk delen we informatie in het RIEC, selecteren we zaken en aanpakken (strafrechtelijk/fiscaal/bestuurlijk), en sanctioneren we in twee “afpakteams”. Dat is niet onsuccesvol, toch moet het tempo een paar tandjes omhoog. Ik noem drie leerpunten. Eerst de hand in eigen boezem: gemeenten moeten een bredere rol willen en kunnen pakken. Zo moet de informatievoorziening op orde zijn en adequaat BIBOB-beleid aanwezig zijn. Veel gemeenten hebben dat nog niet op orde. Reden voor de vijf Brabantse steden om zich in takskforce-verband te committeren aan een gezamenlijk verbeterplan. Ten tweede: het delen van informatie binnen de keten is lastig. Het gaat om meer dan privacy. Er spelen juridische problemen: wanneer kan informatie nog in een strafproces gebruikt worden? Er speelt argwaan en de organisatiecultuur: klapt mijn zaak dan niet? Dus moet de werkwijze voor iedereen helder zijn en de informatieverschaffing beter worden gefocust op de gezamenlijk aan te pakken zaken. Hoe concreter, hoe beter! Dat leidt tot mijn derde leerpunt: de zaaksselectie. Waar de B5-taskforce begon met een brede fenomééngerichte aanpak -Brabantse hennepcriminaliteit- , gaat het uiteindelijk om een persóónsgericht verhaal. Georganiseerde criminaliteit is ook maar mensenwerk. Dát aanpakken vraagt een zekere streetwise en no-nonsense zaaksselectie: wie kan wat doen. Dat brengt ook focus in de te delen informatie. Die zaaksselectie gebeurt na de invoering van de nieuwe Politiewet in stuur- en weegploegen van de nieuwe politie regio's. Voor echt integraal werken moeten die ploegen werken onder een helder patronaat. Dat leiderschap zal moeten komen van de gezagsdriehoeken. Het vorm geven aan dat stimulerend leiderschap wordt misschien nog de belangrijkste opgave. Peter Noordanus, burgemeester van Tilburg
En verder...
De zaak: Wat kosten drie vingers? > 13 Kortom > 18 Omgeslagen > 20 Stelling:‘Sneller werken = onzorgvuldiger werken’ > 21 Jurisprudentie > 27 Gespot: Het begon met een dwergpoedeltje > 32
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 18 | NUMMER 08 | augustus 2012 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Foto omslag Nick van Ormondt Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8800
Opportuun 8 - augustus 2012 - Inhoudsopgave | 5
Mentaal buiten adem, maar trots op wat zijn programma bereikt heeft blikt hij terug op zeventien jaar Peter R de Vries, misdaadverslaggever. Vraaggesprek met de volhardende verslaggever. Over Cor, Koos en Joran. Herman & Wilco. En over Peter zelf. Zijn argwaan, wraakgevoel en jaloezie.
‘Ik was vaak jaloers Peter R. de Vries had wel willen tappen, verhoren en peilbakens zetten
op het OM’
‘Mijn vrouw noemt mij wel érg argwanend’
‘Ik heb mixed feelings over het einde. Het is wel een “kindje” van me, dus is het moeilijk om dat los te laten. Toch is het een weloverwogen besluit geweest om dit keer echt een punt achter het programma te zetten.’ De werkkamer van Peter R de Vries oogt relatief ongeschonden. Maar zijn aangrenzende redactielokaal vol openstaande verhuisdozen steekt nogal af tegen het strakke wit van de rest van het Endemol gebouw in Amsterdam. Alles ademt het einde van zeventien jaar true crime tv. De Vries loopt rond in spijkerbroek en poloshirt, net wat minder glad geschoren dan de kijker hem op zondagavonden zag. De Vries blikt terug, met het vertrouwde stemgeluid. Dat mag soms voor eentonig worden versleten, als geen ander laat De Vries de a’s in “memorábel”, “merkwáárdig” en “argwánend” galmen. Waarom was het deze keer wel klaar, en niet na drie of tien jaar? Ik heb vaker getwijfeld heb of ik mijn contract moest verlengen. Het maken van zo’n programma trekt
6 | Naam artikel - Opportuun 8 - juli 2012
een flinke wissel op je – nog los van de crew die ik dagelijks moet aansturen. Altijd enorme dossiers moeten lezen. Tijdens weekenden en vakanties gaat dat door. Ik heb veel vakanties verbeld omdat er dan een doorbraak in een zaak was. Je reist ook het hele land door, soms de hele wereld over. De nasleep is gigantisch. Dat we met slachtoffers en nabestaanden nog tien jaar contact hebben, is niet uitzonderlijk. Ik voelde me een artiest die voortdurend heen een weer rent om allemaal van die schoteltjes op een stokje draaiende te houden. Daar ben ik mentaal buiten adem van geraakt. Dit keer heb ik wel gezegd: maar nu is het klaar. Ooit was je slechts stukjesschrijver Jij zegt “slechts”, dat zie ik zelf niet zo. Ik voel me zelf nog altijd meer schrijvend journalist dan tv-man. Schrijven is wat in me zit, wat ik ben, en wat ik de afgelopen zeventien jaar wel heb gemist. Ik kijk er naar uit om weer wat meer de pen te hanteren.
Dat wilde ik vragen: wat ga je doen? Dat weet ik nog niet. Ik heb links en rechts al wat aanbiedingen gekregen, maar ik heb thuis moeten beloven dat ik eerst eens een half jaar mijn gemak houd. Eerst ga ik eens lekker op vakantie en een paar mooie duikreizen maken. Ik ga eindelijk eens wat mooie boeken lezen, veel sporten. Gewoon een half jaartje geen deadlines. Zeventien jaar heb ik, zonder tegenzin, dingen gedaan omdat het op dat moment moest. Het is fijn weer eens iets te doen wat ik wíl, in mijn eigen tijd en tempo. Bevalt het, zonder druk van deadlines? Het is fijn nu even dat vakantie gevoel te hebben, ik ben ook twee weken weg geweest. Maar daarin kon ik geen dag later dan 7 uur opstaan. Er zit nog rusteloosheid in me. De knop omdraaien en een gat in de dag slapen kan ik niet. Zeventien jaar heb ik in een hoog tempo gewerkt, veel dingen gedaan, ben ik daar gedisciplineerd in
Opportuun 8 - augustus 2012 - Interview | 7
geweest, dus het heeft tijd nodig om echt in een ander tempo te gaan leven. Ik ben nogal van “hup, waar wachten we op”, dat zal er wel nooit helemaal uitgaan. Waar ben je het meest trots op? Dat is niet een specifieke zaak. Meer het feit dat we met zijn allen een geroemd en gevreesd instituutje op de kaart hebben gezet met een aantal mooie successen. Maar het mooist? Veel zaken die me erg aan het hart zijn gegaan, zijn niet per definitie de grote, klinkende affaires geweest. Soms eerder de onbetekenende zaken, waar bij je achter de schermen meer weet, wat er nog gebeurt met betrokkenen en nabestaanden. Ik kan wel zeggen dat mijn inspanningen in de Puttense Moordzaak en in de Schiedammer Parkmoord me voldoening hebben gegeven. Daar hebben we echt gezorgd voor een denkomslag. Toen wij in1995 met die Puttense moordzaak begonnen, kon en wilde men zich niet voorstellen dat rechtspraak in Nederland feilbaar was. Wij hebben aangetoond dat dat kon en dat is een lange moeizame strijd geweest. Nu gaan die processen veel sneller, en wordt dat eerder erkend. Maar destijds hakten politie en OM liever hun rechterarm af dan dat ze toegaven dat er fouten waren gemaakt in de zaak. In eerste instantie kregen ze natuurlijk ook gelijk van rechtbank, gerechtshof, de Hoge Raad. Toen kregen we commentaren als: “Denkt die De Vries dat hij het beter weet dan tien rechters?” De voldoening, zit die in de journalistieke prestatie of in het rechtzetten van dingen? In de eerste plaats in de dingen rechtzetten. De echte dader is onherroepelijk veroordeeld. De anderen zijn vrijgesproken, gerehabiliteerd. Ik heb van heel nabij Wilco Viets, Herman du Bois en hun vrouwen leren kennen. Daar ga ik nog steeds mee om. Herman Dubois zit elke zondag één stoel achter mij in het Ajax-stadion. De jarenlange strijd heeft iets gesmeed tussen
8|
ons. Toen hun kinderen klein waren, kregen ze op school te horen: “Jouw vader is een moordenaar”. Dat ik dat heb kunnen rechtzetten, geeft voldoening. En dat daar ook een journalistieke prestatie mee gepaard ging – we hebben daar ruim zeven jaar voor gestreden, 45 uitzendingen over gemaakt – zegt wel iets over onze volharding. Maar die heb ik vooral aan de dag kunnen leggen omdat ik wist wat voor mensen erachter zaten, en dat zij in dat onrecht gesteund moesten worden. Welke uitzendingen vond je minder gelukkig? Tussen alle honderden uitzendingen zijn er zeker een paar geweest waarvan we achteraf zeiden: die moeten we maar gauw vergeten, dat was niet de allerbeste. Waar ik met zeer gemengde gevoelens op terugkijk, is de uitzending over Koos H. Daarmee had ik de uitspraak van een kortgedingrechter dat we niet mochten uitzenden, genegeerd. Ik vond en vind dat een onjuiste uitspraak. Deze Koos H. had eerder nooit bekend dat hij drie kinderen heeft vermoord. Op de beelden die wij uitzonden, deed hij dat wel en gaf hij details. Dat hadden wij van de rechter vanwege de privacy niet mogen doen. Koos H. wist niet dat hij werd opgenomen en had in de tbs-kliniek mogen aannemen dat hij niet werd opgenomen, dat hij daar beschermd en veilig was. De uitspraak in kortgeding kwam dacht ik op vrijdag, terwijl wij op zondag zouden uitzenden. Ik had natuurlijk ook met de ouders van die vermoorde kinderen gesproken, wier leven kapot was gegaan. Het idee dat Koos H. nu aan het langste eind zou trekken, druiste zo tegen ons gevoel in, dat we zeiden: dit is journalistiek zo gewichtig, we zenden tóch uit, dan betalen we maar die dwangsom. Daarvan zeg ik achteraf: we hebben dat een beetje in de emotie van het moment gedaan. Ik zou dat toch niet weer doen. Het is lastig hoor, want soms moet je een bepaalde mate van burgerlijke ongehoorzaamheid tonen. Maar ik vind ook dat een gerechtelijke uitspraak gehono-
reerd moet worden. Dat mensen niet zelf moeten besluiten dat naast zich neer te leggen. Heb je door je werk een ander mensbeeld gekregen? Dat denk ik wel. Je krijgt met veel ellende en tragische zaken te maken, je zit bij mensen thuis die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Vermoorde, verdwenen, verkrachte kinderen, noem maar op. En je krijgt met veel “slechte” mensen te maken. Die grenzeloos egoïstisch zijn. Die hun eigen lusten laten prevaleren boven alles. Die soms op het graf van hun kinderen of vrouw zweren dat ze iets niet gedaan hebben, terwijl later komt vast te staan dat ze het wel degelijk hebben gedaan – ja, dat verandert je mensbeeld. Vind je dat jammer? Nee. Mijn vrouw zegt wel eens: jij bent altijd wel érg argwanend en sceptisch. Ik noem het realistisch. Het behoedt me voor teleurstellingen. Iemand kan met een trillende lip of een traan in zijn ogen iets vertellen – nou, ik blijf op mijn hoede. Door mijn ervaringen heb ik de houding: eerst zien, dan geloven. Ik durf te zeggen dat het me veel inzichten en een behoorlijke mensenkennis gegeven heeft. Ook omdat ik bij veel mensen over de vloer ben geweest. Van de prostituee tot de professor. De politici en de junk. Dader en slachtoffer. Officier en advocaat. Ik heb de dingen tegenover elkaar gezien, dat heeft me wel verrijkt. Bij wie van hen voel je je het meest thuis? Bij degene die het onrecht bestrijdt. In die zin zou ik best een officier van justitie kunnen en willen zijn, dat lijkt me een mooie job. Maar ik heb ook gezien dat er binnen dat machts apparaat van het OM natuurlijk ook dingen fout gaan en dat er net zo goed onrecht plaatsvindt; en dat het justitie moeite kost daar ruiterlijk mee om te gaan. Dus het feit dat je tot het OM behoort zegt niet per definitie dat je altijd aan de goede kant staat.
Heb je het ooit overwogen, officier worden? Nee, nooit echt serieus. Ik voel me toch gewoon journalist in hart en nieren. In díe trein zat ik, díe denderde voort, en ik dacht nooit aan uitstappen. Maar ik zou die job met plezier vervuld kunnen hebben. Zoals ik bijvoorbeeld ook gefascineerd ben door het werk van een patholoog-anatoom: op die manier bijdragen aan waarheidsvinding zou ik in een volgend leven wel willen doen. Nee, ik geloof niet in een volgend leven, dus helaas. En advocaat, zou je daar ook aardigheid in hebben? Ja, ook mooi. Kijk, mijn programma onderzoekt, ontmaskert, klaagt aan en verdedigt. Soms ben ik de “advocaat” die het voor iemand opneemt, die misschien tegen de muur oploopt in zijn zoektocht naar het recht. Dan weer de “officier”, die aan een misstand een einde wil maken. In al die rollen zitten aantrekkelijke dingen. Overigens, een officier van justitie moet in mijn ogen ook een
verdediger zijn. Ik zie wel eens – maar dat is een tendens die verandert – dat een officier teveel zijn zaak wil winnen, in plaats van dat hij bezig is om te kijken: hoe zit het nu werkelijk. Als de officier requireert, ís hij al tot de conclusie gekomen: de man/ vrouw is schuldig, dus… Nee, ik merk het soms in de voorfase, bijvoorbeeld als advocaten op een regiezitting voorstellen doen, bepaalde getuigen willen horen. Soms toont de officier van justitie zich daar weinig geïnteresseerd in, terwijl zo’n getuige best een relevant licht op de zaak zou kunnen werpen. Als dienaar van het recht zou je moeten denken: ik wil dat het recht zijn loop heeft, en als dat er toe leidt dat de verdachte wordt vrijgesproken, nou, dan hebben we met zijn allen een overwinning behaald. Zouden aanklagers het eng vinden om in de media te boek te staan als verliezer? Misschien wel ja. Er speelt natuurlijk vaak geld: een vrijspraak leidt
soms tot het betalen een behoorlijke schadevergoeding. Als je dat als officier in drie maanden tijd zes keer hebt, dan zegt de hoofdofficier in een functioneringsgesprek wellicht: “Luister Jansen, volgens mij gaat er hier iets niet helemaal goed.” Waarna Jansen bij een dreigende zevende vrijspraak denkt: ik moet die zaak winnen; ik gooi nog meer gewicht in de schaal. Ik simplificeer nu, maar dat soort mechanismen kunnen spelen. Spelen die mechanismen ook bij jou? Je bent stellig, gedreven en verbaal sterk. Dé ingrediënten voor een journalistieke tunnelvisie. In die valkuil kan ik ook stappen, tuurlijk. Waarom zou alleen een rechercheur of een officier tunnel visie kunnen hebben, en ik niet? Het gaat erom dat je desondanks tegenspraak organiseert en daar vatbaar voor bent. Dat wil niet zeggen dat als de tegenspreker iets anders zegt, je daar gelijk in moet meegaan. In zo’n discussie blijkt vaak dat ík de verhuisdoos vol
Opportuun 8 - augustus 2012 - Interview | 9
‘Als een leraar vroeger de verkeerde op zijn duvel gaf, kon ik het niet laten om te reageren’
dossiers wél gelezen heb, wel de feiten ken, wel op de plaats delict ben gaan kijken en met betrokkenen heb gesproken. En als ik dan bij zo’n tegenspreker denk: ja, maar luister, je roept nu iets wat in het dossier gewoon gelogenstraft wordt, dan ga ik hem niet gelijk geven omdat hij tegenspraak levert. Ja, daar zit een gevaar van tunnelvisie in. Is er een “werkwijze Peter R de Vries”? Die is vrij simpel. Afspraak is afspraak. Je huiswerk doen. Zorgen dat je alle feiten kent, dat je dossiers doorworstelt, en ook achter de komma de feiten paraat hebt. Dat je een bepaalde volharding aan de dag legt, dat je niet opgeeft omdat iemand niet meewerkt of men er geen belang in ziet. Ik zeg altijd: Als je zorgt dat je een halve stap meer zet dan je collegae, loop je altijd voorop. Is je werkwijze in de loop der jaren veranderd? Als ik een uitzending van zeventien jaar geleden terugkijk, zit ik soms
10 |
met mijn hand voor mijn ogen: “jeetje, deden we dat toen zo!” We hebben natuurlijk gepionierd, uitgevonden. De reconstructie, bijvoorbeeld. Daar zijn we mee begonnen en die hebben we in de loop der jaren meer en meer geperfectioneerd. Je raakt steeds beter op elkaar ingespeeld. Dat geldt ook voor het gebruik van de verborgen camera. Daar begin je gewoon mee, hapsnap bijna, en naarmate je dat meer doet en leert van je fouten, krijg je meer inzicht. Zo heb ik ook geleerd om in een zaak veel eerder wederhoor te vragen, ook bij justitie. Niet als je op zondag uitzending hebt de woensdag ervoor om commentaar gaan vragen, maar vier weken daarvoor. En dan niet één telefoontje, maar een fax met soms wel 35 gedetailleerde vragen, zodat mensen achteraf ook niet kunnen zeggen: “ja, maar het was ons eigenlijk niet zo duidelijk waar hij nou op uit was”. Met goede wederhoor kan een instantie, een betrokkene of een advocaat beter zijn verhaal te doen, waardoor dat meer tot zijn recht komt. En je staat sterker als je een keer gedonder
krijgt. Dan kan je in een kort geding zeggen: “Voorzitter, wij hebben al vier weken geleden die vragen voorgelegd aan die meneer, en daar heeft hij toen niet op geantwoord”, of: “Hij zei tóen dit en dit, heel anders dan wat ie nu zegt”. In dat soort dingen hebben we onze journalistieke principes duidelijker gedefinieerd. Schrikken mensen als ze je zien: o jee, waar zit die camera? Ja, en dat is wel jammer, want we hebben honderden uitzendingen gemaakt en duizenden opnames, en in een procent daarvan werd misschien een verborgen camera gebruikt. Maar dat blijft mensen lang bij. Ik heb hier ook wel besprekingen gehad met rechercheteams en officieren van justitie, en dan zeggen ze toch even voor de zekerheid: “We worden toch niet opgenomen?” Natuurlijk niet. Ben je een rechtvaardig mens? Nou, dat moet je anderen vragen. Weet je, ik volg mijn kennis en mijn
ervaring en mijn intuïtie in dingen. De een zal zeggen: hij is recht vaardig. De ander zal zeggen: hij is koppig of hij is moeilijk van zijn gelijk af te brengen.
moet u weten, maar ik zet het wél in mijn boekhouding.” Weet je, ik heb helemaal geen zin om daar gezeik over te krijgen; dat is geen rijkdom, dat is armoe.
Je weet zelf of je iemand wil gaan naaien en bedonderen of niet Nou ja, kijk, die terminologie spreekt mij niet aan, want als je iemand naait of bedondert, dan ga je dus ervan uit dat je iets doet wat niet in de haak is. Ik probeer in elk geval met open vizier, eerlijk een zaak te doen. Bij ons op de redactie heeft nooit dat gevoel gespeeld van: eens kijken of we iemand kunnen naaien. En áls ik dat bij mijn mensen zou merken, dan zouden ze aan mij een vervelende baas hebben hoor.
Kun je ook criminelen bewonderen – ik verklap vast dat we richting Cor van Hout gaan. Ik heb nog nooit een crimineel “bewonderd”. Maar dat neemt niet weg dat ik voor een crimineel – Cor van Hout – een vorm van sympathie en vriendschap heb gevoeld. Niet voor de daad die hij heeft gepleegd, ik heb hem duidelijk gemaakt wat ik van de Heinekenontvoering vond. Maar voor de mens Cor van Hout. Ik heb met hem een boek geschreven over de Heinekenzaak. Als je je daarin verdiept, moet je beginnen oprechte interesse te hebben in zijn belevingswereld. Je kan niet elke dag tegenover hem zitten en zeggen: “Ik vind je een enorme klootzak, en je had dat niet mogen doen.” In de loop der jaren – dus niet met het omdraaien van een knop – is er tussen ons een soort van chemie ontstaan. Dat gebeurde van zijn kant ook niet direct: hij was een crimineel die niets van journalisten moest hebben, hij heeft mij verfoeid om dingen die ik heb geschreven. Maar het was ook een heel bijzondere man, en, nou ja, dan is dit wat er soms tussen mensen kan groeien, een soort van chemie, waar je weinig aan doet. Het is ongerijmd, zoiets is ook maar een keer in mijn leven gebeurd. Maar ik heb het nooit onder stoelen of banken gestoken, want dát, dát zou pas fout geweest zijn.
Maar is het een persoonlijke drijfveer om rechtvaardig te zijn? Ik denk wel dat ik een vak heb gekozen dat bij me past. Ook op school kon ik het wel voor anderen opnemen als ze dat zelf niet konden of als hen onrecht werd aangedaan. Als er zo’n leraar voor de klas stond te donderden en de verkeerde op zijn duvel gaf, dan zat iedereen te sidderen, maar ik kon het dan niet laten om te zeggen: ja maar, dat deed hij helemaal niet, ook al kreeg ik dan zelf op m’n duvel. Maar “rechtvaardig” … het is moeilijk om dat van jezelf te zeggen. Ik zal ook mijn verkeerde inschattingen hebben gemaakt. Liever eerlijk met weinig geld dan oneerlijk luxe leven? Ja, dat is een makkelijke keuze. Daar ben ik heel straight in, ik heb helemaal geen waardering voor mensen die de fiscus bedonderen. Wél van alle voorzieningen in het land gebruik maken, en dan er trots op zijn dat je de fiscus bedondert. Ik vind het juist heerlijk, dat ik voor de fiscus nooit bang hoef te zijn. Want er is niks. “Niet zwart werken” is een principe van me. Ik word wel eens gevraagd een lezing te geven en dan zeggen mensen zo veelbetekenend: “We betalen u wel contant hoor”. Dan zeg ik: “Hoe u het geeft,
Zou je schrikken als je zoon met een “Cor van Hout-achtige” zou omgaan? Ja, dat zou je als vader niet willen. Dan denk je: moet dat nou? Aan de andere kant heb ik meegemaakt dat mensen die voorin de kerk zitten, ook niet altijd de meest fijne, betrouwbare mensen zijn. Bij diverse criminelen heb ik weer gezien dat daar, ondanks alles, een bepaalde betrouwbaarheid in kan zitten. Cor van Hout heeft mij eigenlijk nooit
beduveld. Het was iemand die verrassend eerlijk kon zijn. Maar goed, als je gewoon op het strafblad afgaat, dan zeg je natuurlijk: ik heb liever niet dat mijn zoon met die of die omgaat. Vanwaar jouw belangstelling voor criminaliteit en journalistiek? Op de lagere school was ik al gefascineerd was door de moord op John F. Kennedy, Robert Kennedy, Martin Luther King. Daar las ik de kranten al over. Ik wist ook al vrij vroeg dat ik journalist wilde worden. Op het afscheidstoneelstuk van de lagere school wist ik al de rol van journalist te bemachtigen. Toch had ik niet het idee dat het binnen mijn bereik lag; niemand in mijn omgeving deed dat, het voelde toen meer als een soort droom. Wat vind je er mooi aan? Dat je overal met je neus vooraan staat en er nog voor betaald krijgt ook. Dat je de dingen kan uitzoeken die interessant zijn. Ik hou van nieuws, van dingen die in de maatschappij gebeuren. Als je daar dichtbij kan staan, dan is dat mooi, dat fascineert. Bij Knevel & Van den Brink zei je: genóten heb ik er niet van. Waar ligt de grens ligt tussen “mooi” en “ervan genieten”? Deze job was zo hectisch, eiste zoveel van je, dat je nooit er lang stil bij kon blijven staan om te genieten. Er moesten altijd weer nieuwe uitzendingen gemaakt worden. De volgende dag stond je weer in een weiland ergens in de provincie, en dan moest je het dossier kennen en je vragen voorbereid hebben. Ken je wraakgevoelens? Jawel. Als iemand me een klere streek heeft geleverd of zijn woord niet is nagekomen, kan ik pissig zijn; niks menselijks is mij vreemd natuurlijk. Maar je moet wel oppassen dat je dat soort dingen niet in je werk de boventoon laat voeren, zo van: die zullen we eens even een hak gaan zetten. Dan ben je verkeerd bezig.
Opportuun 8 - augustus 2012 - Interview | 11
‘De aflevering over Koos H zou ik, als ik weer voor de keus zou staan, niet uitzenden’ Joran van der Sloot gooide bij Pauw & Witteman een glas wijn in je ogen. Kook je dan, of denk je: mooie televisie? Ik dacht vooral: dit zegt meer over hem dan dat mooie verhaal dat hij daar in de uitzending hield. Dit gaf aan dat het een man is die zijn zelfbeheersing makkelijk verliest en dan tot zoiets overgaat. Dat was voor iedereen waarneembaar. Kan je daar ook een beetje lol om hebben? Mwah, best wel. Je denkt: wat een stommeling; hiermee heeft hij zich helemaal gediskwalificeerd. Hij kwam naar de studio om zijn blazoen schoon te poetsen. En dan laat je je, terwijl de aftiteling al loopt, zó in de kaart kijken. Zijn er OM’ers die je bewondert? O jawel. Ik denk vaak: potverdrie zeg, wat een goede lui. Officieren van justitie. Punctueel, deskundig, gedreven! Velen staan in de rechtszaal hun mannetje: niet alleen van papier, ook als het op improviseren aankomt hebben ze de feiten paraat. Een officier die de feiten in zijn macht heeft, de aanvallen van een advocaat pareert, daar kan ik van genieten. Maar dat komt ook omdat ik meemaak dat sommigen geen “rechtszaalperformers” zijn. Die staan vanaf papier te murmelen zonder iemand aan te kijken. Soms denk ik: “Oooh, zeg
nou dít! Roep nou dát, straks verlies je nog je zaak! Jawel, misschien zijn die laatsten topjuristen die uitstekend hun opsporingsteam aansturen. Maar uiteindelijk “verkoop” je je verhaal in de rechtszaal. De pedagogischdidactisch sterke onderwijzer waarbij het in de klas een klerezooi is omdat hij de stof niet kan overbrengen of geen orde kan houden, is geen goede onderwijzer. Hoe bezie je het OM als organisatie? Ik vind het een organisatie die in beweging is, waar de afgelopen tien jaar veel is veranderd, veel verbeterd ook. Men is veel toegankelijker, opener. Een nieuwe lichting is er gekomen, vind ik. In die zin heb ik best een positief beeld van het OM. Is er een zaak waarin je heel bijzonder met het OM hebt samengewerkt? In talloze zaken is de laatste jaren samengewerkt. Onze recente aflevering over de moord op Marianne Vaatstra is ook in volledige samenwerking met het OM gegaan. En in de laatste aflevering hadden we een coldcasezaak in Rotterdam, ook in samenwerking met het OM en het coldcaseteam. We hebben meer samengewerkt dan de buitenwacht denkt. Die ziet ons vaak als kat en hond, maar de wérkelijkheid is dat we heel veel overleggen en samenwerken. Ik heb een goed contact met het College van PG’s, en met de officieren in den lande. Sommige journalisten willen principieel niet “op de bagage drager van justitie zitten” Dat zullen sommigen roepen. Ík heb niet het gevoel dat ik een verlengstuk ben of op de bagagedrager zit. Samenwerking wil niet zeggen dat je je onafhankelijkheid moet verliezen. Op het moment dat ik denk “ja, maar hier is iets fout gegaan”, benoem ik het ook. Maar beide willen dat er licht komt op een zaak, en op het moment dat je kan samenwerken, moet je de koppen bij elkaar steken. Toen ik begon, was het OM daar huiverig
12 | Interview - Opportuun 8 - augustus 2012
voor, nu ziet men dat als een kans. Toevallig stelden ze vandaag nog in een persbericht dat naar aanleiding van onze Vaatstra-uitzending nuttige tips zijn binnengekomen. Worden er deals gemaakt? Je maakt natuurlijk afspraken met elkaar. Het komt gerust wel voor dat er gezegd wordt: Peter, we zitten er niet echt op te wachten dat je in je uitzending op dit punt heel lang doorgaat. Als men mij duidelijk weet te maken dat daar een gevoeligheid ligt die bijvoorbeeld het opsporingsonderzoek kan dwarsbomen, dan luister ik daar best wel naar, en proberen we daar uit te komen. Als ik het onzin vind, zeg ik dat ook: “Luister, dat is gewoon journalistiek, dat moeten we melden.” Nou, dat begrijpt het OM zelf ook wel.’ Ben je wel een jaloers op een officier van justitie? Vaak! Maar het grappige is dat politie en justitie over mij roepen: “jij kan veel meer, jij mag veel meer”. Dan zeg ik altijd: jongens, jullie zijn gek. Jullie kunnen telefoons afluisteren, peilbakens onder auto’s zetten, huiszoekingen doen, iemand opsluiten, in een hokje zetten en verhoren. Allemaal dingen die ik dolgraag zou willen, maar die ik echt niet mag of kan. Jullie mogelijkheden zijn echt veel groter de mijne. Men zal redeneren: aan juridisch bewijs worden hardere eisen gesteld dan aan journalistieke aannemelijkheid? Ja, dat zou best kunnen, dat het daar in zit. Ik snap hun jaloezie deels wel. Wij hoeven niet van elke handeling een PV op te maken. Wij kunnen gewoon naar iemand toe gaan, hem te woord staan en ook als het in het buitenland is, kan ik gewoon, hup, het vliegtuig instappen en ernaar toe – niks rogatoire commissie of weet ik veel wat. Maar zou, per saldo, het OM mogen mopperen over de bevoegdheden die het heeft? Tekst: Pieter Vermaas Foto's: Nick van Ormondt
Negerzoenen
Wat kosten drie vingers?
Het eerste waar je aan denkt is een bittere speling van het lot: in 2009 komt meneer L., werknemer van een banketfabriek, met zijn rechterhand in een machine terecht en verliest het topje van zijn pink. Een jaar later overkomt hem hetzelfde, nu met zijn linkerhand, en raakt hij drie vingers kwijt. Maar dit heeft met het lot weinig te maken, meer met de goden verzoeken. De bakkersfabriek in Tilburg had een twijfelachtige reputatie. Eerdere overtredingen van de Arbowet leverden al boetes op van opgeteld 30.000 euro. In november 2010 ging het weer mis met een verpakkingsmachine, bestemd om 'zoenen' in plastic te sealen. 'We hebben het hier over de voormalige Buys negerzoenen', zegt de rechter van de meervoudige economische kamer in Breda. 'Zo blijf ik ze maar noemen, zo ben ik grootgebracht.' Twee deuren bieden toegang tot de ruimte waar de machine staat. Ze hebben allebei een veiligheidsschakelaar, die ervoor zorgt dat de machine automatisch stilvalt als een van de deuren open staat. In oktober 2010 was een van die schakelaars – die aan de zijde waar de machine wordt bediend – kapotgegaan. De technische dienst haalde de schakelaar van de andere deur, monteerde hem op de deur aan de bedieningszijde en bestelde
voor de tweede deur een nieuwe schakelaar. Die deur kon dus wel open terwijl de machine werkte, en iedereen wist dat. Iedereen, behalve meneer L. Die dag was er een storing in de verpakkingsmachine. De trays liepen scheef. Meneer L., een echte probleemoplosser, stond bij de machine om de verpakkingen weer recht te zetten, zag een deur open staan en wist dus niet beter of de machine stond uit; de collega die de machine vanuit een andere ruimte bediende, wist niet dat hij ermee bezig was en zette de machine aan. Hand tussen de matrijzen, drie vingers geplet. 'Zo´n nieuwe schakelaar is helemaal niet zo duur', zegt de rechter. '26 euro 73.' Hij laat zijn pen tussen zijn neus en zijn bovenlip bungelen. De negerzoenenfabriek had vandaag geen betere vertegenwoordiger naar de rechtbank sturen dan de nieuwe algemeen directeur, meneer P. Door de raad van commissarissen aangesteld na het ongeluk, laat hij een nieuwe wind door het bedrijf waaien. Dat verkondigt hij met verve. 'Veiligheid en kwaliteit zijn de kernwoorden in ieder overleg dat we tegenwoordig hebben. De veiligheids-awareness in ons bedrijf is nog nooit zo hoog geweest.' Schuldbewust: 'Mijn maag draait nog steeds om als ik lees wat er die dag gebeurd is.'
De bezem is door het bedrijf gegaan: het hoofd technische dienst is vertrokken, de manager van de fabriek in Tilburg ook. De directeur noemt ook de laatste brief van de Arbeidsinspectie, die constateert dat de fabriek nu aan alle veiligheidseisen voldoet. Dat de schadevergoeding aan meneer L. nog niet is uitgekeerd, ligt volgens hem aan de verzekering, ' het gaat me allemaal veel te langzaam, maar het zal worden opgelost'. De officier van justitie heeft het over voorwaardelijk opzet. Hij stelt zichzelf een retorische vraag. 'Wat kosten drie vingers? Dat is niet te bepalen.' Zijn eis: een boete van 50.000 euro, waarvan 35.000 voorwaardelijk, 'om te zorgen dat het niet meer voorkomt'. 'In onze branche wordt weinig geld verdiend', zegt de directeur. 'Onze omzet groeit, maar we houden er niets aan over. Elke boete doet zeer.' 'Ik heb wat gezocht naar een getal', erkent de officier. 'Maar die eerdere boetes hebben dus niet het gewenste effect gehad, en je kunt niet bij een veel zwaarder ongeval aankomen met een boete onder de 10.000 euro.' Hij blijft bij zijn eis. En meneer L.? Die werkt nog steeds bij de negerzoenenfabriek. Als preventiemedewerker.
Tekst: Lars Kuipers Illustratie: Guusje Kaayk
Opportuun 8 - augustus 2012 - De Zaak | 13
‘Moordenaar, riepen nabestaanden toen de verdachte binnenkwam’
Wat is een passende maatregel voor iemand die doelbewust een man dood rijdt en ontoerekenings vatbaar wordt verklaard? Officier Dorien Kardol besloot daarbij af te wijken van het advies van het Pieter Baan Centrum. ‘Dat gebeurt zelden. De kans op recidive was aanwezig en daarom heb ik tbs bepleit.’
De doelbewuste doodrijder
Officier Dorien Kardol week af van psychiatrisch advies
Op 29 maart 2010 krijgt Dorien Kardol van parket Rotterdam een telefoontje binnen van een dodelijk verkeersongeval in Ooltgensplaat, gemeente Oostflakkee. Al gauw wordt duidelijk dat het om een moordzaak gaat, waarbij een fietser op gruwelijke wijze om het leven is gekomen. Voor Kardol is het de eerste moordzaak, die aanvankelijk zonder hobbels lijkt te verlopen dankzij een vrouw die op het moment van de aanrijding toevallig op de dijk loopt. Deze ooggetuige levert niet alleen het kenteken van de auto, maar ook een minutieus verslag aan de politie. Ze loopt om 11.30 uur op de Oudelandsedijk als ze een donkerblauwe Citroën vanaf het dorp aan ziet komen rijden. Ze hoort het geluid van metaalgekletter, kijkt om en ziet dat een fiets de rechterberm inrolt. Ze ziet de fietser echter niet. De Citroën rijdt inmiddels met zijn rechter wielen in de berm, ze hoort hoe de auto doorslipt en hogere toeren maakt. Eén of twee seconden later ziet de getuige hoe de auto over de man rijdt en daarbij naar rechts helt. De bestuurder verhoogt daarna zijn snelheid en rijdt door.
Erkenning De verdachte, Van O., wordt dezelfde middag aangehouden en bekent vrijwel direct
Opportuun 8 - augustus 2012 - Alles afwegende | 15
dat hij het slachtoffer Van der Welle had op gewacht en opzettelijk en bewust aangereden. ‘Het feit dat hij zo doelbewust wilde dat die andere man dood ging vond ik heftig en onbegrijpelijk’, vertelt Kardol. ‘Tijdens de voorgeleiding vertoonde hij geen enkele emotie en was totaal onbereikbaar. Hij stelde dat hij het slachtoffer alleen pijn had willen doen, omdat die hem in 2007 had mishandeld en toen eveneens was doorgereden. De twee mannen waren toen op de vuist geraakt waarna Van O. aangifte had gedaan van zware mishandeling en zelfs poging tot doodslag. Aangezien de politie de zaak in drie jaar twee keer had geseponeerd en Van der Welle dus niet was bestraft vond Van O. dat hij geen andere keuze had dan zijn eigen recht te halen. Ook na de moord wilde hij nog steeds erkenning voor wat hem was aan gedaan. Dat bleef hij maar herhalen. Ik ken de zwart-wit mentaliteit van de authentieke bewoners van Ooltgensplaat, maar overduidelijk was dat hier iemand zat die totaal niet spoorde. Ik heb daarna dan ook meteen een gerechtelijk vooronderzoek geopend en hem op de lijst van het Pieter Baan Centrum laten zetten.’
Obsessieve gedachte Kardol kan er op zich begrip voor opbrengen dat bij de inmiddels veroordeelde Van O. het gevoel heeft kunnen ontstaan dat hij na 2007 zijn recht niet heeft gekregen. ‘Achteraf blijkt namelijk dat een aantal onderzoekhandelingen niet juist zijn verricht en het dus de vraag is of de zaak terecht werd geseponeerd. De wijze waarop hij vervolgens het recht in eigen handen neemt is natuurlijk afschuwelijk en onvergefelijk.’ Tot twee keer toe heeft Van O. het slachtoffer willens en wetens opgewacht op een tijdstip waarvan hij wist dat hij daar met zijn fiets langs zou komen. De eerste keer, in juni 2009, slaat hij Van der Welle met een ijzeren staaf op het hoofd, die daarbij een hoofdwond oploopt en aangifte doet. Als Van O. vervolgens wordt gehoord vertelt de politie dat Van der Welle heeft verklaard hem te hebben mishandeld in 2007. Hij dacht dat de politie de zaak nu eindelijk zou oppakken, maar hoorde in maart 2010 dat er mogelijk helemaal geen procesverbaal was. Op dat moment ontploft hij en verklaart na aanhouding: “Ik wilde die man wat aandoen. Ik wilde hem aanrijden. Het klopt dat dit iets was wat al lang in mijn gedachten was”. De officier vond dat opzet en voorbedachte raad bij beide feiten bewezen kon worden verklaard. ‘Tijdens de zitting heb ik dan ook betoogd dat zijn handelen het gevolg is geweest van een tevoren door hem genomen besluit, en dat de verdachte tussentijds de gelegenheid heeft gehad over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen
16 | Alles afwegende - Opportuun 8 - augustus 2012
daad na te denken. De wijze waarop hij het slachtoffer heeft overreden was bovendien doelbewust gericht op zijn dood. Strafbare feiten dus die hem echter niet zijn aan te rekenen omdat onderzoek van het Pieter Baan Centrum uitwees dat Van O. volledig ontoerekeningsvatbaar was. Ik heb deze conclusie overgenomen omdat volgens de deskundigen Van O. een cognitieve stoornis had, waardoor een obsessieve gedachte was ontstaan. In combinatie met een beperkt IQ, zijn depressieve klachten en de regelmatige confrontaties met de dader van de mishandeling in 2007 zag hij geen andere uitweg dan het recht in eigen hand te nemen.’
gedachten zou belanden, bleef. En dan was hij levensgevaarlijk, stelden ook de deskundigen. Ze vonden tbs geen geschikte maatregel omdat Van O. geen ziekte-inzicht had en dus niet is te behandelen. Dat zou levenslange opsluiting betekenen en dat vonden ze waarschijnlijk onterecht. In het rapport, en ook tijdens de zitting, leek het alsof ze enige sympathie hadden gekregen voor de verdachte. Ook omdat zijn eerdere pogingen richting politie waren mislukt. Dat begrip kon ik totaal niet opbrengen. Van O. zou het trouwens ook niet overleven als hij weer vrijkwam, want de moord heeft grote impact gehad op de bewoners van Ooltgensplaat.’
Levensgevaarlijk
Tbs-maatregel
Kardol verwachtte dat het Pieter Baan Centrum op basis van deze constatering tbs zou adviseren. ‘Er ging een schok door me heen toen ik in het onderzoeksrapport las dat ze daarentegen een gedwongen opname adviseerden in een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis op basis van artikel 37 Sr voor de duur van maximaal één jaar. De directeur bepaalt in dat geval wat er met de patiënt gebeurt. Zou hij vinden dat Van O. uitbehandeld was dan zou er een reële kans bestaan dat hij na een jaar, of zelfs eerder, vrijkwam. Die maatregel kon ik niet zomaar overnemen, temeer omdat de rapporteurs de kans op recidive hoog inschatten. Die zou weliswaar afnemen als de depressie in de kliniek optimaal zou worden behandeld, maar de kans dat hij opnieuw in een loop van obsessieve
Kardol vond het erg belangrijk om de nabestaanden, in het bijzonder de weduwe, goed voor te bereiden op de mogelijke uitkomsten van de zitting, die plaatsvond op 23 november 2010. De deskundigen werden daar gehoord en bleven bij het advies dat een maatregel ex artikel 37 Sr meer geëigend zou zijn dan tbs. Terugblikkend stelt ze dat het erg spannend was om van dat advies af te wijken. ‘Dat gebeurt maar zelden en moet je dan ook goed onderbouwen. Het was voor mij ook de eerste keer dat er tv bij een zitting aanwezig was. De zaal zat bomvol met nabestaanden van het slachtoffer. Ze riepen ‘moordenaar’ toen Van O. binnenkwam, maar waren na afloop blij dat de rechtbank de tbsmaatregel had opgelegd. Al met al hebben we ook tijdens het onderzoek vrij veel met de nabestaanden gesproken en hun vragen zoveel mogelijk beantwoord. We hadden toch wel het gevoel iets goed te moeten maken.’
Ontoerekeningsvatbaar en toch met voorbedachte raad? Kan iemand die ontoerekeningsvatbaar is een moord plegen met voorbedachte raad en opzet? In de jurisprudentie is uitgemaakt dat een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens dit bewijs alleen in de weg kan staan als bij de verdachte ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan zou hebben ontbroken tijdens de handeling. Bij Van O. is daar geen sprake van. Het Pieter Baan Centrum stelt dat verdachte een goed normbesef had, maar geen andere oplossing zag dan het recht in eigen handen te nemen. Er is daarom volgens het OM sprake van moord en een poging tot zware mishandeling met voorbedachte raad. De rechtbank en het hof hebben dit beide overgenomen.
In hoger beroep is de directeur van het Pieter Baan Centrum gehoord. Het Hof is afgeweken van zijn advies en heeft op 2 augustus 2011 ook tbs opgelegd. Tekst: Marijke Vromans Foto: Jan de Groen
‘Een luisterend oor is belangrijk’
Over Dorien Kardol (36): Na de Havo volgde Dorien Kardol aansluitend de Heao en studie rechten aan de Erasmus Universiteit. Ze werkte daar vervolgens een jaar in het postacademisch onderwijs en werd in 2002 aangenomen als raio. ‘Ik wilde rechter worden, maar toen ik daar zat vond ik het vooruitzicht saai om elke dag opnieuw aan een vonnis te werken. Eenmaal bij het OM ontdekte ik hoe afwisselend het werk is.’ De in Rotterdam geboren officier (vriend en zoontje) werkt voor de regio Rijnmond, met portefeuille verkeerszaken. ‘De gevolgen voor slachtoffers zijn altijd groot in dit soort zaken en levensdelicten. Een luisterend oor is daarom erg belangrijk. Ik heb zelf meegemaakt dat een dierbare in een groot ziekenhuis lag, een onwijze fabriek waar de patiënt een nummer is. Ik heb mij toen voorgenomen dat mij dat niet in mijn werk gaat gebeuren.’
Opportuun 8 - juli 2012 - Naam artikel | 17
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
Dit blijkt uit het Jaarverslag Nederlandse Politie 2011 dat minister Opstelten van Veiligheid en Justitie onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. Tegenover de stijging van de operationele sterkte staat een daling van de niet-operationele sterkte van de politie met 333 fte tot 12.649 fte’s. De totale sterkte van de Nederlandse politie bedroeg in 2011 62.727 fte’s. Uit het jaarverslag
blijkt dat de doelstelling van vijfhonderd extra wijkagenten is gehaald: tot en met 2011 was sprake van een totale groei van het aantal wijkagenten met 639 fte’s. Veel van de voor 2011 gemaakte afspraken over de landelijke politieprioriteiten zijn gerealiseerd. Zo is de pakkans bij misdaden met een hoge impact op slachtoffers, zoals woninginbraken, straatroof, geweld en overvallen, in 2011 verder gestegen. 62 criminele jeugdgroepen zijn aangepakt. De administratieve lasten voor politiemensen zijn vorig jaar verminderd. Zo zijn de zestien meest
Waarom sta jij voor het slachtoffer? “Waarom sta jij voor het slachtoffer?” Deze vraag stond centraal bij de eerste “Professionele ontmoeting Slachtofferzorg” in OM-spaces.
het OM richt zich op de dader, maar staat én gaat voor het slachtoffer.’ Dagvoorzitter Jeroen Steenbrink (voorzitter Commissie Slachtoffer zorg) lichtte de zes succesbepalende factoren voor 2012-2013 toe: 1. adequate infoverstrekking; Procureur-generaal en portefeuil2. succesvolle ondersteuning bij lehouder Annemarie Penn-te Strake gaf aan: ‘We zeggen: het OM schadebehandeling; 3. bejegening op maat; 4. OM komt afspraken met richt zich op de dader, maar staat voor het slachtoffer. Wat mij betreft: ketenpartners na; 5. slachtoffer op
netvlies; 6. optreden OM zichtbaar in samenleving. Voor een kritische blik van buiten was Richard Korver (voorzitter LANZS advocaten) uitgenodigd. Zijn boodschap is: betrek het slachtoffer er bij. Vraag aan het slachtoffer: wat zou je willen? Denk niet voor het slachtoffer. Vervolgens stipte directeur Slachtofferhulp Nederland, Harry Crielaars, positieve en negatieve ervaringen met de werkwijze van OM aan.
Foto: Jan Zandee
In de middag werd er over de onderwerpen “Slachtofferzorg op het netvlies”, “Adequate informatieverstrekking”, Schadebehandeling” en “Slachtofferzorg bij High Impact crime” tijdens workshops gediscus sieerd. Met de follow-up en verdere uitwerking gaat een groep betrokkenen aan de slag en natuurlijk ook de deelnemers op hun eigen parketten.
18 |
Na aangifte kunnen beelden van bewakingscamera’s straks sneller worden gebruikt voor opsporing. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven, waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
gebruikte formulieren vereenvoudigd en is de “rittenadministratie” afgeschaft. Verder is het vereenvoudigde proces-verbaal minderjarigen ingevoerd.
Foto: Fons Sluiter
De operationele sterkte van de politie is vorig jaar gestegen van 49.745 naar 50.587 politiemensen (voltijdbanen).
Bewakingsbeelden sneller verspreid
Nu is voor het openbaar maken van deze beelden nog een langdurige en omslachtige procedure nodig.
Straks mogen burgers en bedrijven, nadat ze aangifte hebben gedaan en na toestemming van justitie, zelf beelden van bewakingscamera's verspreiden. Openbaarvervoerbedrijven, decentrale overheden en voor het publiek toegankelijke instellingen kunnen de beelden behalve op internet ook op bijvoorbeeld billboards plaatsen. In het wetsvoorstel staat ook dat aanbesteders van informatie
diensten straks verplicht zijn om diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens te melden. Als dit niet gebeurt, kan het College bescherming persoons gegevens een boete opleggen van maximaal €450.000.
“Herziening ten voordele” aangenomen Vanaf 1 oktober 2012 kunnen afgesloten strafzaken sneller worden herzien. Ook is in meer gevallen onderzoek naar een grond voor herziening mogelijk. Daarbij kan inbreng van deskundigen worden benut. Met de resultaten van het onderzoek kan een herzieningsverzoek beter worden onderbouwd. Dat is het gevolg van het wetsvoorstel herziening ten voordele dat de Senaat onlangs aanvaardde.
Foto: Robin Utrecht
Operationele politiesterkte gestegen
60% risicobedrijven overtreedt regels Bij 203 van 348 geïnspecteerde risicovolle bedrijven is vorig jaar één of meer overtredingen van de veiligheidsregels geconstateerd. Dit blijkt uit de eerste monitor “Naleving en handhaving BRZObedrijven 2011”, die staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) half juni naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het bevoegd gezag (provincie of gemeente, de Inspectie SZW en de Veiligheidsregio) heeft in alle gevallen handhaving ingezet. Dat blijkt effectief. Van de in totaal 764 geregistreerde overtredingen is het merendeel, 456 overtredingen, inmiddels ongedaan gemaakt. De monitor is gebaseerd op de inspectie van 348 van de in totaal 416 BRZO bedrijven in Nederland. De resterende 68 bedrijven, met
een goede reputatie en staat van dienst als het gaat om veiligheid, zijn in 2011 niet gecontroleerd maar komen een volgend jaar wel weer aan de beurt. Een inspectie van een BRZO-bedrijf richt zich op het functioneren van het veiligheidsbeheersysteem bij het bedrijf, waarbij ook installaties fysiek worden geïnspecteerd.
Opportuun 8 - augustus 2012 - KortOM | 19
Cyber- en spionagedreiging
Gezien de ernst moeten de drei gingen daarom onveranderd de aandacht krijgen. Dat staat in het tweede “Cybersecuritybeeld Nederland” dat minister Opstelten van Veiligheid & Justitie op 6 juli naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Waar kwaadwillenden steeds sneller zwakheden misbruiken, kampen
leveranciers en gebruikers soms met lange doorlooptijden bij het uitbrengen en implementeren van patches. De maatregelen, methodes en initiatieven tot ver dediging houden geen gelijke tred met de motivatie, het doorzettings vermogen en de middelen van staten en cybercriminelen. De waarde van informatie wordt daarbij vaak onderschat. Identiteitsgegevens, bedrijfs informatie of kwetsbaarheden van software hebben een grote waarde of worden voor grote bedragen verhandeld. De samenleving
en economie in Nederland zijn kwetsbaar vanwege de groeiende afhankelijkheid van ICT-systemen. De uitbreiding van internetdienstverlening, de vlucht van mobiel internet en het toelaten van persoonlijke IT op bedrijfsnet werken zorgen bovendien voor een sterke toename van op internet aangesloten apparaten. Dit zal resulteren in een grotere maatschappelijke afhankelijkheid, meer softwarekwetsbaarheden en een toename in complexiteit van de beheersvraagstukken.
De Stelling
‘Sneller zaken afdoen werkt onzorgvuldigheid in de hand’
Foto's: Marijke Volkers
Digitale spionage en digitale criminaliteit blijven de grootste digitale dreigingen waar Nederland mee wordt geconfronteerd.
Omgeslagen Overvoeding
Premie omhoog
‘Als bekend zou worden dat duizenden kinderen in Amsterdam ondervoed zijn, zouden we onmiddellijk ingrijpen. Waarom pakken we overvoeding dan niet aan? Je hoort dat ouders het door onmacht zover laten komen. Maar elke vorm van kindermishandeling komt voort uit onmacht.’
‘Me laten registreren als cannabisgebruiker gaat me te ver. Straks kan mijn zorgverzekeraar de registratielijsten van coffeeshops inzien en dan gaat mijn premie omhoog. Daar heb ik geen trek in.’
Eric van der Burg, VVD-wethouder in Amsterdam Nederlands Dagblad, 14 juli 2012
Pjotr, ex-vaste klant van The Grass Company in Tilburg NRC Handelsblad, 14 juli 2012
Grijze graaiers
Bovenwereld
‘Mensen hebben nog steeds het idee dat advocaten mannen in grijze pakken zijn die graaien en hooghartig doen. De enige manier dat imago op te krikken is als advocaten laten zien wat ze doen. Alleen dan krijgen we een goede naam. De gebroeders Anker doen dat goed vind ik.’
De onderwereld weet ons feilloos te vinden. We willen dat de bovenwereld ons als gesprekspartner nu ook gaat vinden. Als enige afdeling van de politie kan de CIE gesprekken voeren en daarbij de anonimiteit van de gesprekspartners waarborgen.
Hermine Voûte (afscheid nemend) algemeen raadslid van de Nederlandse Orde van Advocaten Advocatenblad, 28 juni 2012
Erwin Weisfeld, inlichtingenrechercheur Bovenwereld, CIE Oost-Nederland. Politievakblad Blauw, 23 juni 2012
20 | Omgeslagen- Opportuun 8 - augustus 2012
‘Ja’
‘Nee’
Mijn eerste reactie is ja. Het woord ‘snel’ klinkt negatief en koppel je aan ‘onzorgvuldigheid’. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat zorgvuldig handelen niet snel zou kunnen. Simpele zaken moeten snel, grondig en zorgvuldig worden afgedaan. Als vaststaat dat iemand de dader is dan kan de zaak snel worden afgerond, maar bestaat er enige twijfel dan moet je het niet willen. Soms is het verstandig om níet te snel te handelen. Geef bijvoorbeeld iemand een dag bedenktijd voordat hij aangifte doet, omdat mensen reageren uit emotie. Zorgvuldig handelen moet wel gegarandeerd zijn. Want, met alle respect voor de politie, zij kunnen mensen flink onder druk zetten: u betaalt nu € 300 of anders nemen we u mee… Mensen kiezen toch voor de boete. Hetzelfde kan gebeuren als een verdachte om een advocaat vraagt: je kan een advocaat krijgen, maar dan zit je hier morgen nog… Wat kies je dan? Nogmaals, het gaat om de zorgvuldigheid. Dader en slachtoffer hebben daar recht op. Een verdachte na twee jaar oproepen vind ik onacceptabel: voor het slachtoffer, maar ook voor de verdacht die zijn leven inmiddels weer heeft opgepakt.
Onzorgvuldigheid kan door sneller afdoen komen, maar hoeft niet per se. Ook bij langlopende zaken kunnen fouten door onzorgvuldigheid of tunnelvisie ontstaan. Het maakt geen verschil of er binnen een week of drie maanden procedure fouten worden gemaakt of bewijslast op een verkeerde manier is verkregen. Een strafzaak binnen een week voor de rechter brengen is wat mij betreft de ideale snelheid. Dan gaat het natuurlijk wel om een eenvoudige zaak of een zaak waarbij iemand op heterdaad betrapt is. Ik vind snelheid vooral belangrijk voor het slachtoffer, omdat hij dan vlug weet of degene die hem onrecht heeft aangedaan is beboet, bestraft of achter slot en grendel zit. Hoe langer een zaak duurt, hoe lastiger het verwerkingsproces is voor een slachtoffer. Alles wordt anders als de dader eerst nog gevonden moet worden. Dan gaat er een onderzoek aan vooraf. Dat onderzoek moet natuurlijk zorgvuldig gebeuren. Het moet voor honderd procent vaststaan dat iemand daadwerkelijk de dader is. Misschien ben ik radicaal, maar als een dader begint te klagen over het té snel afhandelen van zijn zaak, dan denk ik: ‘had je je maar niet in zo’n discutabele positie moeten begeven’.
Peter van der Lichte (55), deelnemer OM-burgerforum Amsterdam
Nelleke Oomen (32), deelneemster OM-burgerforum Amsterdam
Opportuun 8 - augustus 2012 - De Stelling | 21
ZSM op de werkvloer
‘Snel op maat reageren is een prima remedie tegen recidive’
Op het politiebureau Zuiderpark in Den Haag werkt het OM nu al ruim een jaar zo snel mogelijk (ZSM). Secretarissen en officieren verwerken er tientallen zaken per dag en beslissen meteen: welke zaak leent zich voor een dagvaarding, welke kan met een strafbeschikking worden afgedaan, waar is een reclasseringsinterventie nodig? ‘Zaken van gisteren staan vandaag voor de rechter.’
een loopzaak wordt of iets anders’, licht hij toe. ‘Zo kun je toch een schifting maken.’ Staal is een groot voorstander van ZSM. Het schept duidelijkheid, vindt hij. Staccato somt hij de feiten op in een inmiddels afgedane zaak. ‘Huiselijk geweld. Is in december 2010 op een TOM-zitting gezet. Dossier naar het paleis. Zitting in mei 2011. Daar kwam hij niet opdagen. Staat hij dertien maanden later op een PR (politierechter zitting). Wordt het een schuldigverklaring zonder strafoplegging omdat het gaat om een oud feit. Ja, lekker dan. Er zitten tientallen uren in zo’n zaak: dagvaarding opgesteld, reclasseringsrapport geschreven... dat is voor niemand goed.’
Verbeterpuntjes Voor het politiebureau Zuiderpark staat een man ongeduldig te wachten. Het is 8.30 uur, het bureau gaat om 9.00 uur open voor publiek. De man vloekt binnensmonds. ‘Heb je ze een keer nodig, zijn ze er niet.’ Een politieman in uniform laat hem binnen. ‘Nou, vooruit dan maar. Maar je bent wel vroeg hoor.’ Op de eerste verdieping van het politiebureau is iedereen al vol in bedrijf. Mensen lopen door elkaar heen, de telefoon rinkelt onophoudelijk. Frans Jansen, politieparketsecretaris (PPS), bekijkt een stapel proces-verbalen, officier van justitie Albert Baas checkt zijn blackberry. Jansen heeft gisteren een avonddienst gedraaid,
het was koopavond. ‘De officieren werken nog niet in de late dienst, dat zou wel makkelijk zijn. Zij beslissen of iemand naar een supersnelrechtzitting (SSR) gaat of voorgeleid moet worden. Zaken van gisteren kunnen vandaag voor de rechter worden gebracht. Hier, een vrouw die wordt verdacht van winkeldiefstal. Ze had nog vier maanden staan. Dat wordt een inkoppertje.’ Zijn collega Peter Staal loopt naar de kast met zogeheten loopzaken. Dat zijn zaken waarover niet meteen kan worden beslist, omdat er bijvoorbeeld nog extra informatie moet worden opgevraagd. ‘We beslissen wel meteen of het
Op bureau Zuiderpark werken ze nu zo’n jaar ZSM - Zo Snel (slim, samen, simpel, samenlevingsgericht en selectief) Mogelijk. Wat begon als pilot wordt de komende maanden landelijk “uitgerold”. Coördinerend ZSM officier van Justitie Baas vermoedt dat er inmiddels zo’n achtduizend zaken het bureau zijn gepasseerd. VVC-zaken (veel voorkomende criminaliteit) zoals winkeldiefstallen, vechtpartijen, huiselijk geweld, overlast. Een aantal zaken wordt (nog) niet op de ZSM-wijze afgedaan. Jeugd moet in ZSM nog zijn plek krijgen. Complexe en gevoelige zaken als zedenzaken vallen buiten het ZSM-traject, net als tijdrovende onderzoeken naar bijvoorbeeld een gecompliceerde overval.
‘In principe bekijken we alle zaken waarin een verdachte is aangehouden’, legt Baas uit. ‘De politie moet die zaken aanleveren en dat gaat steeds beter hoewel ze het nog niet voor honderd procent doet.’ Het is een van de verbeterpuntjes in de pilot. Na aanmelding van de aanhouding, die wordt geregistreerd in het GPS-systeem, bekijken de medewerkers op het ZSM-bureau de zaak. Om welke verdenking gaat het, is de verdachte een bekende, zijn er slachtoffers? Baas of een van de secretarissen checkt de feiten, belt zo nodig nog even met de politie of loopt bij de reclasseringsmedewerker binnen die een kamer verderop zit. Tegenover haar zit een medewerker van Slachtofferhulp Nederland (SHN). Het is een van de grote voordelen van deze manier van werken, zegt Baas. ‘Iedereen zit dichtbij. We kunnen meteen onderzoeken of er al een reclasseringsrapport over iemand bekend is, we zorgen dat slachtofferhulp op gang komt of dat de schade wordt geregeld.’ ZSM is ook een manier van kijken, vindt Baas. Niet alleen naar wat BOS Polaris oplevert (het beslissingsondersteuningssysteem van het OM), maar naar wat in de praktijk werkt. ‘Het gaat met name om effectiviteit’, zoals Baas formuleert. ‘Voor het slachtoffer en voor de verdachte. We zijn een soort verhuisploeg. ’s Ochtends komen we met een lege auto aanrijden, we vullen die de hele dag met zaken en leveren die af op de plaats van bestemming. Het liefst rijden we ’s avonds
Kanteling ‘Het gaat om een kante ling van de organisatie', zegt Kees Verseveldt (politie). 'We kijken meer naar het slacht offer dan vroeger.’
22 |
Opportuun 8 - augustus 2012 - De afdeling | 23
weer leeg weg. Wat is het optimale om te doen in deze concrete zaak, daar gaat het om. Dat is niet altijd dagvaarden. Dat kan ook een schadebemiddeling zijn of een strafbeschikking. Is er een slachtoffer, dan stellen we die centraal en kijken we hoe we het gedane onrecht voor hem het best kunnen herstellen. De maatschappij, daar doe je het voor.’
Geen meestercriminelen Om tien uur komen de medewerkers van de ZSM samen om de oogst van dat moment te bespreken. Al met al zit er een man of tien in een kring; twee officieren van justitie, twee parketsecretarissen, twee PPS’ers, de administratief medewerkster, iemand van de reclassering, van SHN en van het bureau Terwee dat schadebemiddelingen regelt. ZSMprocescoördinator Kees Verseveldt (al 41 jaar werkzaam bij de politie) loopt de lijst door. Een oplichter die zich heeft voorgedaan als medium en zo een weduwe duizenden euro’s afhandig heeft gemaakt. ‘Zal wel een loopzaak worden. We moeten nader onderzoek naar de bankgegevens doen.’ Baas interrumpeert. ‘Kunnen we er geen dagvaarding van maken? Die afschriften zijn toch snel te controleren. En dan kun je het meteen aan meneer betekenen.’ Hij vraagt of SHN aan de hand van de aangifte misschien vast kan werken aan de voeging. De medewerkster knikt. ‘Ja, goed idee.’ Volgende zaak. Belediging door een dronken man. ‘Dat wordt een OMSB (OM strafbeschikking).’ Nummer drie. Verseveldt leest voor: ‘Vier verdachten op het bureau, zouden wieldoppen hebben gestolen.’ ‘Eén wieldop’, verbetert parketsecretaris Joyce van Bree. ‘Het zijn geen meestercriminelen volgens mij.’ Dan meneer F. die een ruit van een van zijn buren heeft vernield. ‘We moeten de politie er even op wijzen dat er
schade moet worden betaald’, reageert Baas. ‘Zijn we al mee bezig’, knikt Van Bree. ‘Hij is om 22.10 uur aangehouden, let even op de tijden.’ Een veelpleger die geweld in het openbaar vervoer heeft gepleegd, een diefstal van een blikje bier, iemand die is uitgenodigd in verband met een aangifte van huiselijk geweld. ‘Hebben we zo alles gehad, jongelui?’ checkt Verseveldt. De aanwezigen knikken. ‘Aan de slag dan maar.’ Per dag passeren zo tientallen zaken de revue. Secretaris Van Bree houdt daartoe de mailbox goed in de gaten. ‘Als een verdachte is gehoord, komt het PV meteen bij ons binnen’, legt ze uit. Op basis van de melding kijkt zij of er aanvullende stukken nodig zijn. Voortdurend overlegt ze met officier van justitie Baas en zijn collega Mike Visser die deze week extra meedraait. Of iemand meteen een dagvaarding meekrijgt, of het een strafbeschikking kan worden, of een zaak op een TOM-zitting kan worden afgedaan met een transactie van het OM, of dat het toch een SSR wordt. De hele dag worden de termijnen strak in de gaten gehouden, Baas heeft een lijst met tijden naast zich op tafel liggen. Vooral op vrijdag is het een heel gereken om te bepalen hoe lang iemand mag vastzitten en wanneer voorgeleiding bij de rechter-commissaris noodzakelijk is. De SSR-zitting, geleid door de RC, begint ’s middags om 14.00 uur. Per week kunnen er maximaal 36 zaken op die manier worden afgedaan. Omdat de reclassering bij deze zittingen aanwezig is, kan ze ter plaatse adviseren. ‘Zo proberen we voor elke smaak iets te krijgen’, zegt Baas, ‘maar we kunnen zelf niet alles regelen. We kunnen bijvoorbeeld niet een voorwaardelijke straf opleggen naast een werkstraf, dat kan alleen de rechter doen. Soms is het in GPS nog niet mogelijk bepaalde straffen en aanwijzingen te combineren. Doel is dat wel
te veranderen. Hoe meer we op maat kunnen afdoen, hoe beter het is.’
Waarborgen Niet iedereen is blij met die “straf op maat”. Rechters, maar vooral advocaten maken bezwaar tegen de al maar uitdijende mogelijkheden van het OM om zelf straffen uit te delen. Over de strafbeschikking is het laatste woord nog niet gezegd. En ZSM mag niet tornen aan de rechten van een verdachte op een eerlijk proces. Baas kent de kritiek. ‘We willen snel beslissingen nemen, maar natuurlijk met behoud van de nodige waarborgen’, zegt hij. ‘Het is een nieuwe manier van werken en daar moet de advocatuur aan wennen. Ze zal moeten leren meebewegen, dat moet de politie ook. We proberen bij alle partners iets voor elkaar te krijgen, ook bij de advocatuur, ook bij de rechtspraak. Minder brieven schrijven, sneller bellen. Daar heeft een verdachte ook wat aan. Die hoeft niet meer eindeloos op een dagvaarding te wachten of na een jaar nog eens zijn straf uit te zitten. We willen de reactie zo afstellen dat iemand snel boete doet en het daarna ook niet meer doet. Snel op maat reageren is een prima remedie tegen recidive.’ Het beeld dat een aangehouden verdachte in ZSM-zaken meteen moet gaan pinnen, klopt niet, benadrukt Baas. ‘Als we een verdachte hebben, is er altijd een mogelijkheid een advocaat te raadplegen. Sommige mensen willen inderdaad snel betalen, dan zijn ze er van af. Prima. De advocatuur wil daar twee dagen bedenktijd voor, want iemand kan immers op zijn beslissing terugkomen. Tja.’ Officier van justitie Visser vult aan dat iemand altijd in verzet kan komen tegen een strafbeschikking. ‘We vragen vaak waartoe iemand bereid is: schade vergoeden, een boete? Kijk, een aperte ontkenner heeft een andere
Daadkrachtig schakelen Politie, OM en ketenpartners pakken met ZSM veelvoorkomende misdrijven op daadkrachtige wijze aan. In de ZSM-werkwijze beslissen zij na aanhouding van de verdachte zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht mogelijk over het afdoeningstraject. Waar mogelijk wordt direct een afdoeningsbeslissing genomen. Het gaat hierbij om betekenisvolle interventies, waarbij verdachten een passende reactie krijgen, recht wordt gedaan aan de positie van het slachtoffer, en de buurt merkt hoe snel daders worden gecorrigeerd. Dat alles in een strafrechtketen waarin de partners samen een schakel vormen. En dus snel schakelen.
plaats in dit traject, maar als iemand bekent, de zaak is duidelijk, het slachtoffer krijgt de schade meteen vergoed en de dader een tik op z’n vingers, dan is daar echt niets mis mee.’ De zaak van meneer F. is er een voorbeeld van. Baas pakt de telefoon en belt met de buurvrouw wier ruit is vernield. De officier luistert rustig naar haar betoog en stelt haar gerust. Er is al overleg geweest met de woningbouwvereniging, de schade is vastgesteld op 500 euro. Meneer F. heeft gezegd dat hij dat bedrag gaat betalen. Daarnaast krijgt meneer F. een werkstraf opgelegd via een strafbeschikking. ‘Want we willen natuurlijk dat dit een eenmalig verhaal blijft mevrouw.’
Dichtbij
Niets mis
Officier van justitie Albert Baas:
Officier Mike Visser:
'Iedereen zit dichtbij. We kunnen bij
'Als iemand bekent,
voorbeeld meteen onderzoeken of er
de zaak duidelijk is, de
al een reclasseringsrapport over
schade meteen vergoed
iemand bekend is.'
wordt en de dader een tik op z'n vingers krijgt - wat is daar mis mee?'
24 |
Opportuun 8 - augustus 2012 - De afdeling | 25
Slachtoffers reageren over het algemeen positief op deze directe manier van zaken doen, vertellen Baas en Visser tijdens de lunchpauze. Vaak zijn ze verbaasd dat ze direct een officier van justitie aan de lijn krijgen bij wie ze hun verhaal kwijt kunnen. ‘Luisteren levert al heel wat op’, zegt Visser. Baas knikt. ‘F. heeft met zijn vuist door het raam geslagen, het glas lag twee meter de gang in. Het zoontje van mevrouw was er bij. Dat lijkt dan een eenvoudige vernieling, maar voor die mevrouw is het heel bedreigend geweest. Het is goed dat we dat gevoel als OM serieus nemen.’ Parketsecretaris Ari Jongejan is het daar mee eens. ‘Op deze manier kunnen we beter tegemoet komen aan de rechtsbeleving van mensen.’
Organisatorische kanteling ZSM is niet de eerste methode die het OM sneller moet laten werken en dichter bij de burger moet brengen. Al vanaf het begin van de jaren negentig werden pogingen onder nomen om eenvoudige strafzaken sneller af te doen. Justitie in de buurt, de politieparketsecretarissen, hoppers in Amsterdam, het aanhouden en uitreiken (AU). Coördinator Verseveldt zag het allemaal gebeuren. Toch gelooft hij dat ZSM iets nieuws toevoegt. Het gaat nu om een kanteling van de hele organisatie, vindt hij. ‘We kijken meer naar het slachtoffer dan vroeger, we zijn meer gericht op schadebemiddeling en op den duur gaat dat ook de politie wat opleveren. Maar het kost wel tijd. Je krijgt 4500 man niet in één keer om.’ Het is één van de dingen waarover hij zich soms wel wat zorgen maakt: loopt het OM niet te snel? Onregelmatige diensten, extra administratieve taken, het is echt een andere manier van werken.
‘De leiding onderschat dat wel eens’, zegt Verseveldt voorzichtig. ‘Op den duur zullen we van 8 tot 22.00 uur continu in de lucht zijn. Dat is goed, maar dan moeten de officieren ook meedraaien. Maar boven schaal 11 heb je geen onregelmatigheidsvergoeding meer. Dus ik snap wel dat een en ander tijd vergt.’ Visser gelooft dat het een kwestie van wennen is. De organisatorische inbedding komt vanzelf. ‘Ik vind het bevredigend om meteen resultaat te boeken. Direct een korte klap. Wij maken er de tijd en capaciteit voor vrij opdat de maatschappij niet meer hoeft te klagen dat het allemaal zo vreselijk lang duurt. Als advocatuur en rechtspraak daaraan meewerken, krijgen we een geoliede machine waardoor we de veelvoorkomende criminaliteit echt veel beter kunnen aanpakken. Dat scheelt enorm veel leed en ergernis. Zowel voor het slachtoffer als voor de dader.’ Om 16.00 uur maakt Joyce van Bree plaats voor haar collega’s die om 14 uur zijn begonnen en nu de lopende zaken overnemen. Twee van de vier jongens die verdacht werden van het stelen van een wieldop zijn inmiddels vrijgelaten, de andere twee hebben uiteindelijk toch bekend, er zijn getuigen. Op basis van de richtlijnen verwacht PPS’er Jansen een werkstraf van 25 uur, maar dat lijkt officier van justitie Visser wat veel. ‘First offenders, geen reclasseringsrapportage en die wieldop is weer terecht? Ik kijk wel even. Een korte klap is goed, maar we moeten niet overdrijven.’ Tekst: Miek Smilde | Foto’s: Robin Utrecht
Rechtsbeleving Parketsecretaris Ari Jongejan: 'Met ZSM kunnen we beter
Muggenzifters Recente jurisprudentie over belediging
en mierenneukers
Het is onacceptabel dat politiemensen worden uitgescholden. Tegelijkertijd zou de strafrechtspraak zich niet met futiele zaken bezig moeten houden. Die twee uitgangspunten blijken in de praktijk moeilijk met elkaar te verzoenen. Regelmatig moet de Hoge Raad uitmaken of een scheldwoord erg genoeg is om als belediging in strafrechtelijke zin te gelden. In 2009 werd het advocaat-generaal Jörg te veel. In zijn conclusie bij een arrest van de Hoge Raad over de zaak tegen iemand die een agent “mafkees” had genoemd, verzuchtte AG Jörg: 'Deze zaak heeft mij onevenredig veel tijd gekost'LJN BJ9796). Diezelfde Jörg heeft zich onlangs als raadsheer bij de Hoge Raad mogen buigen over een zaak tegen iemand die vervolgd werd omdat hij op zijn bomber jack 'ACAB' had staan (BW9978). De raad had dezelfde zaak al eerder naar het hof Den Haag teruggewezen, omdat het hof ten onrechte had geoordeeld dat het een feit van algemene bekendheid is dat “ACAB” voor “All Cops Are Bastards” staat. Het hof had de resultaten van een eigen zoekslag op Google op de zitting aan de orde moeten stellen. In de herkansing sprak het Haagse hof de jasdrager vrij. Het was niet aannemelijk geworden dat de betekenis van de afkorting ACAB in Nederland een feit van algemene bekendheid was. Dat zowel verdachte als de politieman wisten waar “ACAB” voor staat, was volgens het hof niet genoeg om tot strafbare belediging te komen. Tegen dat oordeel ging het OM in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de verkeerde maatstaf heeft toegepast. Het doet niet ter zake of het in Nederland algemeen bekend is waar “ACAB” voor staat. In zijn conclusie bij het arrest legt AG Knigge uit dat als de ene Rus de andere Rus op vakantie in Amsterdam in het Russisch voor rotte vis uitmaakt, dat een belediging is, ook al zou niemand in Nederland Russisch kunnen verstaan. De Hoge Raad verwijst de zaak naar het hof Den Bosch. Er hadden zich tot op heden al vijftien rechters met de ACAB-jas beziggehouden; nu komen daar nog eens minstens drie Bossche raadsheren bij. Niet-juristen zouden een dergelijke gang van zaken waarschijnlijk “muggenziften” noemen. Of “mierenneuken”, maar dan komt de grens van de strafrechtelijke belediging in zicht. Over die vraag ging een ander recent arrest van de Hoge Raad (LJN BV9188). Een overlastveroorzaker had een politiesurveillant “mierenneuker” genoemd omdat hij niet met een open blikje bier de straat op mocht. Er kwam een vervolging en een veroordeling, zij het zonder oplegging van een straf of maatregel. In cassatie stelde de veroordeelde dat het hof had moeten onderbouwen waarom “mierenneuker” in dit geval een aantasting was van de eer en goede naam van de agent. De Hoge Raad was het daarmee eens. Bij een woord dat in het algemeen niet beledigend is, hangt het af van de context of toch sprake is van belediging. Het hof had beter moeten motiveren gemaakt wat die context was geweest en waarom die “mierenneuker” tot een belediging had gemaakt.
de rechtsbeleving
Overigens blijkt die motiveringseis niet zwaar te zijn. Het Hof Amsterdam had iemand veroordeeld tot een boete van € 150,- omdat hij een politieagent “flikker” had genoemd. In cassatie bleef de veroordeling in stand (LJN BW9960). Weliswaar is “flikker” op zich niet beledigend, maar – aldus de Hoge Raad – in de context van deze zaak wel. Verdachte had namelijk “flikker” met zeer luide stem geroepen.
van mensen.'
Tekst: Juriaan Simonis (WBOM)
tegemoet komen aan
26 | De afdeling - Opportuun 8 - augustus 2012
Opportuun 8 - augustus 2012 - Jurisprudentie | 27
Niet slechts verdachten vervolgen. Maar georganiseerde, “ondermijnende” misdaad bestrijden met bestuur en belastingdienst. Ziedaar de nieuwe mega-ambitie van het OM. Met ook een hoofdrol voor de beleidsmedewerker: aanjager van weerbare branches.
van vervolgen naar bestrijden
“Ondermijning” voorkómen en gezamenlijk ontmantelen
De penoze piept niet over een jaar celstraf meer of minder. Zitten zonder zeuren, ondertussen van achter de tralies de drugsbusiness draaiende houden, en daarna: leven in luxe. Maar poen en positie aanpakken, dát doet zeer. Laatst zag cocaïne- en witwasofficier Gert Rip dat weer. ‘We namen in een zaak twaalfhonderd kilo cocaïne in beslag, en de rechter legde celstraffen op tot acht jaar voor de hoofdverdachte’, zegt hij op de achtste verdieping van het Landelijk Parket in Rotterdam. ‘Vijf jaar geleden hadden we gezegd: da’s mooi, dan zijn we klaar. Maar nu zijn we ook achter het onroerend goed van de dader gegaan, achter zijn BV’s aan. De hoofdverdachte had een supermoderne sportschool in Amsterdam - hebben we hélemaal leeg laten halen. En wat we niet met het strafrecht konden aanpakken, hebben we aan de Belastingdienst doorgegeven. De fiscus legde nog eens vijf à zes miljoen euro aan naheffingsaanslagen op. Op zitting kreeg de verdachte het laatste woord. Over de celstraf klaagde hij niet, maar hij riep verontwaardigd: “Jullie maken me financieel helemaal kapot!” Klópt, en dat was nou net de bedoeling.’
havens af. Fantastisch. Maar ik heb gemerkt dat financieel rechercheren en witwasonderzoeken minstens zo leuk zijn – en zonder twijfel effectiever. Soms is het ingewikkeld en doe je een beroep op accountants, maar vaak hoef je er niet voor te hebben doorgeleerd. Kijk, die gasten alleen maar opsluiten, dat weerhoudt ze niet van hun criminaliteit, vaak gaan ze daar in de cel gewoon mee door. Je moet ze financieel uitgekleed in de cel zien te krijgen. Dan is de kans een stuk kleiner dat ze gewoon doorgaan.’
Uitkleden
Het hedendaagse OM legt de lat nog hoger dan “alleen maar” de samenwerking intensiveren in de strafrechts keten. Het wil de vaak onzichtbare aantasting van de maatschappij door de georganiseerde misdaad – “ondermijning” – een halt toe roepen. Handel in harddrugs als cocaïne, heroïne en xtc. Georganiseerde hennepteelt. Mensenhandel en mensensmokkel. Witwassen. “Hollandse criminele netwerken”. Hightech- en cybercrime. Internationale misdaad. Ideologische gedreven misdaden. LP-hoofdofficier Gerrit van der Burg loopt de thema’s een voor een langs. ‘De
Gert Rip staat min of meer model voor een veranderde houding binnen het OM. Van vervolgen naar bestrijden. De aanklager glimlacht om de tijd dat hij ‘het verschil tussen debet en credit niet eens kende’. En dat is niet eens zo lang geleden. ‘Ik vond dat financiële deel van onderzoeken – boekhouden, kasopstellingen maken – maar een hoop “gedoe”. Van huis uit ben ik een verdovendemiddelenofficier. In Middelburg rende ik met Jo Valente achter de cocaïnehandelaars, en op Curacao achter de Colombianen aan. Met parket Rotterdam vingen we containers in de
28 |
Binnen politie en OM vinden cokejagers en vermogensafpakkers elkaar. Alle nieuwe witwasonderzoeken worden door Landelijk Parket en Functioneel Parket gezamenlijk geselecteerd. Ze combineren elkaars informatie en kiezen daardoor de onderzoeken beter, merkt Rip. ‘En in de uitvoering is er een gecombineerd team van Fiod en Nationale Recherche die gezamenlijk onderzoeken doen. Dat gaat met vallen en opstaan en is wennen aan elkaars cultuur. Maar het vult elkaar zó goed aan, dat je daar nu profijt van trekt.’
Geweld en corruptie
criminele samenwerkingsverbanden daarin bedreigen de maatschappij. Het effect van hun misdaad is dat de financiële infrastructuur, de informatiestructuur, de politieke en democratische structuur kan worden bedreigd. Vertrouwen is het sleutelwoord. Dat vertrouwen in die instituties moeten we overeind houden.’ Vage begrippen misschien? Vergis je niet, het gaat om machtige criminelen, zegt Van der Burg. ‘Grote jongens, die met gemak over de aardbol reizen. Ze verkeren in goede kringen: notabelen, dienstverleners. Criminelen die schatrijk worden van bijvoorbeeld drugshandel, kunnen met dat geld al heel veel. Corruptie dreigt. Met middelen als witwasconstructies tasten ze het vertrouwen van financiële instellingen aan. En er speelt vaak dreiging van geweld: bonafide beroepsgroepen worden afgeperst – en liquidaties zijn ook nogal ondermijnend.’
Buikpijn bij bestuur Goederenvervoer, betalingsverkeer, witwassen, eigendomsoverdrachten, documenten: de georganiseerde criminaliteit kan niet zonder onze dienstverlenende bovenwereld, stelt Van der Burg. ‘Dus moeten ze veel afschermen. Hun identiteit schermen ze af met valse paspoorten, valse identiteiten en vervalste persoonlijke gegevens. Hun goederen schermen ze af door gebruik te maken van vervoerders die malversaties plegen bij het inklaren. Hun informatie schermen ze af door grote
hoeveelheden gsm’s, versluierd taalgebruik en interme diairs. En hun vermogen schermen ze af met witwasconstructies en via facilitators. Al die afschermingspogingen zorgen voor misbruik en ondermijning van maatschappelijke structuren.’ Tegen de afscherming door georganiseerde misdaad gebruikt het OM een contrastrategie: bekendmaken. Eerst informatie delen met ketenpartners. En daarna samen het werk van criminelen blootleggen: zichtbaar, merkbaar en herkenbaar. Hoofdofficier Van der Burg noemt het voorbeeld van mensenhandel en de wereld van de synthetische drugs. ‘Bij een aantal strafrechtelijke onderzoeken begon een paar jaar geleden de nieuwe strategie van “programmatisch” werken: integraal werken en barrières opwerpen. We hebben de urgentie van mensenhandel zichtbaar gemaakt: de mensenhandel werd ook de buikpijn van het bestuur. En nu zie je gemeenschappelijke acties in prostitutiebuurten. In Den Haag, in Eindhoven: hele raamgebieden worden afgesloten, vrouwen worden opgevangen en bezoekers gevraagd om signalen van uitbuiting te melden. Met Twitter en Facebook is de actie aan het grote publiek getoond. Ja, de effecten daarvan zie je. Pooiers acteren nu voorzichtiger en prostituees krijgen de gelegenheid om uit de scene te komen.’ Zichtbaar maken gebeurt ook elders. Bijvoorbeeld bij motorclubs. Van der Burg: ‘Onze strategie is allereerst
Opportuun 8 - augustus 2012 - Expertise | 29
leveranciers van geur-, kleur- en smaakstoffen over komen. Herkennen verkopers en producenten dan de crimineel? Idem dito voor de verpakkingsindustrie, want ook cocaïne en contant geld wordt verpakt. Ook die industrie kan worden getraind.’ En tot slot de hotelbranche. ‘Samen met de Nationale recherche hield het OM onlangs een actie om te kijken of hoteleigenaren signalen van gedwongen prostitutie meldden. In de actie werden actrices ingezet. Zoals een jonge vrouw die geen Nederlands sprak en in een hotelkamer telkens mannen (politiemensen die zich voordeden als klanten) ontving. De dame belde vanuit de kamer telkens voor extra handdoeken en liet nogal wat condooms als afval achter. In geen van de gevallen leidde dat tot meldingen van het hotelpersoneel richting de politie terwijl het er toch dik bovenop lag. Maar een reportage van Nieuwsuur daarover zette het probleem van de gedwongen hotelprotitutie wel op de kaart. Wij willen dat branches bij zich zelf te rade gaan. Dat ze procedures maken, zodat baliemedewerkers in een hotel wel weten bij Boer op welke signalen ze naar hun manager moet stappen en Zichtbaar en herkenbaar. Anders dan, gechargeerd gezegd, de verstokte zakenboeren van weleer, gaat het OM deze voor opvolging richting de politie zorgdraagt.’ tegenwoordig de boer op. ‘Onze toegevoegde waarde ligt bijvoorbeeld bij het direct ondersteunen van officieren en Rot geschrokken parketsecretarissen bij het realiseren van publiek-private ‘Het is waar: de hoteleigenaar kan denken: maar die samenwerking’, zegt Van Beekhoven. ‘We willen bij verhuurde kamer levert wél geld op. Toch gaan wij ervan branches problemen op de agenda zetten.’ uit dat branches ontvankelijk voor onze boodschappen zijn. Hoe hij dat wil doen? De beleidsstrateeg schudt de Dat ze gevoelig zijn voor ons appèl op maatschappelijk voorbeelden en plannen uit de mouw. ‘Zo zijn er signalen verantwoord ondernemen. Dat werkt, want in de financiële dat boeren die met lege varkensstallen kampen, aanbiewereld worden mensen nu ook publiekelijk op hun dingen krijgen van criminelen: kunnen daar niet hennepgraaigedrag afgerekend. Het doel is ook via voorlichting en plantjes in? De agrariërs die dan onder die druk bezwijken betrokkenheid bij onze zaak bij te dragen aan het zelfreinien toehappen, kunnen in de greep van de misdaad komen. gende vermogen van branches. Toen de hoofdofficier Dat soort signalen willen we opvolgen door het gesprek laatst aan TNO meldde dat een “kweekkastje” waarop TNO aan te gaan met een koepelorganisatie als Land- en een goedkeuringsstempel had gezet, eigenlijk alleen maar Tuinbouw Organisatie (LTO) Nederland. Ik ben erg voor de voor hennepkweek wordt gebruikt, schrokken ze zich rot.’ houding van het hoofd van de Nationale Recherche, Wilbert Paulissen. Die kreeg vanuit een aantal branches te Terug naar officier Gert Rip. ‘Als ik moet kiezen’, glimhoren dat zij het vervelend vinden dat ze met criminaliteit lacht hij, ‘tussen een partij coke vangen of voorlichting geconfronteerd werden. Paulissen draaide het om en zei: aan branches geven, nou dan heb ik toch een líchte “en ík vind het vervelend dat júllie het faciliteren”.’ voorkeur voor dat eerste. Maar dát beleidsmedewerker Simone Torremans met mij optrekt en al onze cocaïneOf neem de bouwmarkten, zegt Van Beekhoven. Die en witwasonderzoeken “meeloopt” was vijf jaar geleden verkopen soms zonder dat ze zich daarvan bewust zijn ondenkbaar en werkt nu heel goed. Zij evalueert precursoren: stoffen waarmee je synthetische drugs kunt maken. ‘Daarover gaan we dan met de branche om strategische programma’s en trekt met mij op in het Finec-programma. Zij weet wie zich er binnen en buiten tafel want de verkoop daarvan vinden we bepaald niet het OM er allemaal mee bezighouden, en weet ook wenselijk.’ precies hoe projecten en bids gefinancierd moeten Ook met Transport en Logistiek Nederland, de koepelorworden. Samen met mij doet ze het project “Aanpak ganisatie van de vervoerssector, willen vervoer contanten” waarin we samen met de Douane OM-beleidsmedewerkers samenwerken. ‘Die branche is het vervoer van crimineel geld proberen tegen te gaan. uiteraard vatbaar voor het vervoer van allerhande drugs. Simone zorgt voor samenhang. Zodat acties passen bij Maar we kunnen ook autoverhuurbedrijven voorlichting prioriteiten, strategie en beleid. Vervolgen én bestrijden geven: waar let je op als je een auto verhuurt en weer én voorkómen! Dat hadden we vijf jaar geleden niet inneemt? Herken je bepaalde geuren, afval, stoffen; wat gedaan. Toen spoorden we alleen op.’ doe je met grote contante betalingen?’ Van Beekhoven gaat dóór en wijst op de versnijdingsmiddelenbranche. ‘Grote kans dat zij worden benaderd Tekst Pieter Vermaas door bijvoorbeeld cocaïnehandelaren. En dat kan ook Foto's: Judith Dekker Maar dan zijn punt: ‘De kunst is om naast onze klassieke reflex te kijken of er ook andersoortige acties mogelijk zijn. Te kijken of je in je netwerk ook andere interventies in beeld kunt krijgen. De fiscus tippen met signalen. De Fiod laten rechercheren op huizen in het buitenland: hoe komt men aan zijn inkomsten. Kun je bureau Bibob inschakelen: in welke bedrijven zitten die jongens? Met louter een “zaaksoriëntatie” red je het niet. Daarvoor schiet de opsporingscapaciteit te kort. Bedenk dus steeds of de fiscus of het bestuur in een bepaalde situatie over effectievere wapens beschikken, zegt Van Beekhoven. ‘Daar kan nog meer gebruik van gemaakt worden. Zo van: déze organisatie is groot: die geven we strafrechtelijk een douw. En bij die andere: daar geven we informatie aan de fiscus met het oog op een interventie. Of via het Bibobinstrumentarium de burgemeester informeren dat een bepaald café een broeinest van criminaliteit is, zodat de vergunning van de uitbater ingetrokken kan worden.’
‘Vijf jaar geleden spoorden we alleen maar op’
strijken. Als het lokaal bestuur met onze informatie in één keer zes of zeven bedenkelijke coffeeshops kan sluiten door vergunningen in te trekken, vinden wij het prachtig. Áls ze maar uit het straatbeeld verdwijnen. Dan hebben wij er geen last meer van – maar de criminele organisatie wél. En ten slotte, geen misverstand daarover: opsporing en vervolging blijven belangrijk.’
Boeven en beleid het aanpakken van individuele strafbare feiten. Een aantal leden zit niet voor niks nu in de cel. Maar het gaat er ook om te onderzoeken hoe de clubs aan hun inkomsten komen, en om de vergunningen die het bestuur voor hun clubhuizen afgeeft. Het beeld kentert. Vroeger maakten motorclubs wel eens goede sier door op speciale Harleydagen amicaal te doen met kinderen. Die “aaibaarheid” is er gelukkig vanaf. Of neem de vastgoedfraudezaak Klimop die er toe leidde dat de hele samenleving schande sprak over die graaiers. Daarmee zorgen we voor maatschappelijke legitimatie van onze keuzes.’ ‘Uiteindelijk’, vervolgt Van der Burg, ‘willen we in 2015 ten opzichte van 2009 een verdubbeling hebben in de bestrijding van de criminele samenwerkingsverbanden. En dan maakt het voor het resultaat niets uit of uiteindelijk justitie, de fiscus of het bestuur met de eer gaat
30 |
In de strijd tegen ondermijnende criminaliteit beschikken parketten naast aanklagers en poenpakkers, over nóg een divisie: de afdeling Beleid & Strategie. Voorbij is de tijd dat de stafmedewerkers slechts rapporten en evaluaties voor de hoofdofficier produceerden. Grotendeels in hún handen ligt het meest ambitieuze bestrijdingsdoel van het OM: het weerbaar maken van de samenleving. Het is de meest recente stap in de doorontwikkeling van een OM van “zakenboeren” naar een OM van “misdaadbestrijders en samenleving-sterkmakers”. Niet doorschieten hoor, waarschuwt Job van Beekhoven, sinds maart dit jaar hoofd Beleid & Strategie van het Landelijk Parket. Helemaal niets wil hij afdoen aan de klassieke kerntaak van aanklagers. ‘Er is niks mis met de reflex van de officier die een boot met coke diréct wil binnenhalen. De officieren hebben niet voor niets exclusief hun strafvorderlijke bevoegdheden gekregen.’
Opportuun 8 - augustus 2012 - Expertise | 31
Bij de beesten af
GESPOT: in huize Siebel, Capelle aan de IJssel Naam : Els Siebel Leeftijd: 57 jaar Functie: Parketsecretaris Landelijk Parket
De hondenbaan van een parketsecretaris
Als kind had Els Siebel een dwergpoedeltje en lijmde ze plaatjes van dieren in haar plakboek. ‘Eigenlijk had ik dierenarts willen worden, maar ik was allergisch.’ Nu heeft ze twee hazewindhonden die net als poedels niet van die schilfertjes hebben waar ze van moet niezen. Met haar honden, Zinah en Ferda Kamar al Akbar doet Els mee aan wedstrijden en tentoonstellingen. ‘Ik doe er van alles mee, behalve fokken,’ zegt Els. ‘Ik fotografeer, schrijf boeken, bezoek wedstrijden en reis veel met ze naar het buitenland.’ Bij de Kynologische Organisatie in Nederland heeft ze een opleiding tot jurylid gevolgd en nu jureert ze op het hoogste niveau: de Europese kampioenschappen Coursing. ‘Dan rennen de honden over een veld achter een bontje aan dwars over zandafgravingen, riviertjes en struiken. We bootsen daarmee een jachtparcours na.’ Een van haar honden is Europees kampioen wat heel bijzonder is, zegt ze. Els is op meerdere gebieden actief. Naast de honden doet ze ook een parttime studie rechten. ‘Dat heb ik altijd al willen doen. Eigenlijk zou ik wel rechter willen worden. Dan beslis je tenminste.’ Hazewindhonden beveelt ze niet aan. Als officiële voorlichtster van het hondenras begint ze altijd met de nadelen. Ze zijn ongehoorzaam, geen allemansvriend en als je ze los laat komen ze niet terug. ‘Nee, ik heb geen kinderen, maar,’ verdedigt ze zich, ‘ik vermenselijk ze niet. Ze hebben een jasje nodig, omdat ze weinig vet en haren hebben, maar het blijven wel beesten.’ Tekst: Thea van der Geest | Foto: Michel Salters