Van Woudenberg I Dirck NN, tr. NN Uit dit huw.: 1. Hendrick Dircksz Vermeulen, paardenkoopman te Woudenberg, ov. 1686-1688, tr. (1) Gijsbertje Willems Knoppert, dr. van Willem Jansz Knoppert en Cornelisje Willems, tr. (2) (otr. Scherpenzeel) Woudenberg 06-12-1674 Maetje Aerts van Donckelaer, dr. van Aert Jansz en Neeltje Gijsbert Brantsdr, tr. (3) Neeltje Hendriks Zie genealogie Vermeulen.
2. Jacob Dircksz, paardenkoper, ov. voor 1735, tr. NN Huisgezinnen Woudenberg 1675, nr. 27: Jacob Dirksz peerdecoper met sijn vrouw ende een kind onmundich. In 1679 verkopen Wijnandt van Renesse van Wulp x Johanna Maria van Baexen en Maximiliaan van Beaxen aan Hendrik Dirksen en zijn broer Jacob Dircksen, beiden won. Woudenberg 10 morgen land genaamd de Doornhegge en Lokhorsterland, oost: de Cneel, west: de gemeente tot Woudenberg, noord: Van Obdam, zuid: Willem Cnoppens en de erven van Jan Elis, Jan Bos en Gerrit Hendriksen (UT083b004, nr. 8; 15-03-1679). Van 1688-1705 woont Jacob Dirxe in Woudenberg (Familiegeld Eemland, blz. 96). In 1696 zijn Jacob Dircksse en Theunis Dircksess kinderen eigenaar van 2 scharen of 4 hond in De Meent van Woudenberg. In 1706, 1716, 1719, 1725 is Jacob Dirxsz eigenaar en bruiker van 1 schaar of 2 hond. In 1735 zijn weduwe.(Oudschildgeld Woudenberg 109f, 109f1 en 109f1a).
3. Teunis Dircksz, ov. voor 20-09-1691, tr. Hendrikje Aarts 13-05-1667; Adriaen Jansz de Goede in cas van schuttinge contra Teunis Dircksz won Leersum. (Dorpsgerecht Amerongen 127). 03-01-1670; Cornelia de Kemp wed Thonis Cornelisz contra Jan Petersz de Hont tot betaling van 7-14 van verteerde kosten over t schutten van Theunis Dircksz beesten bij ged. afgesproken. (Dorpsgerecht Amerongen 127). 04-10-1671; Sr. Adriaen van Arxhoeck, burger te Utrecht, als gemachtigde van Johan van Leersom, won. Den Haag (procuratie Den Haag dd 1-8-1671), ook als gemachtigde van Lambert Aertsz van Leersum (procuratie Hoorn dd 4-8-1671), mitsgaders Elis Jansz, weert tot Driebergen en Gijsbert Aelbertsz als mombers en voogden vande onmondige naergelaten kinderen van Aert Jansz gewoond hebbende onder Leersum, ende hebben tsamen en elck besonder de 2/3 parten van 9 morgen 431 roeden lants, nefens Peter Jansz x Baetje Jansz, en Willem Jansz kinderen van Jan Jansz gerechtigd tot het 1/3 part vande voorsz ontrent thiendhalve mergen lants gelegen aenden Amerongensen Dijck, getransporteert aan Teunis Dircksz, won. Leersum, ow erfgenamen van Uijttenbogert ww vrouwe van Weerd. (Dorpsgerecht Amerongen 149). 20-09-1691; Peter Dirckse van Woudenberg is momber over de onmondige kinderen van Teunis Dirckse x Hendrickje Aerts, in haar leven gewoond hebbende in Leersum. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 139). 21-09-1691; Peter Dircksz Woudenbergh als momber over de onmondige kinderen van Teunis Dircksz contra Frans van Dam, won. Amerongense Dijck. Hij seijde dat den gedaagde op 29-07-1673 voor sijn broeder Willem van Dam sigh borge hadde geconsituteert voor eene somme van 66 gl ende dan nogh voor eene somme van 51 gl wegens coop van coorn. Voortgezet 05-10-1691, 19-10-1691, 30-11-1691, 18-01-1692. (Dorpsgerecht Amerongen 129). 01-02-1692; Joan fort de Belgarde x Anna Beijer wed Peter van Cleeff, contra Peter Dirkcsz Woudenberg als oom en bloedvoogd over de onmondige kinderen en erfgenamen van Teunis Dircksz. Hij eist betaling van 15 per rest van 1,3 scharen weijens op de bollen over 1670 genoten en alvorens bij Teunis Dircksz des gedaagdes broeder zaliger aen drost Peter van Cleeff zaliger bestaeijdt. Op 09-051692 dient deze zaak weer maar wordt niet opgelost. (Dorpsgerecht Amerongen 139). In 1696 zijn Jacob Dircksse en Theunis Dircksess kinderen eigenaar van 2 scharen of 4 hond in De Meent van Woudenberg. In 1706, 1716, 1719, 1725 is Jacob Dirxsz eigenaar en bruiker van 1 schaar of 2 hond. In 1735 zijn weduwe(Oudschildgeld Woudenberg 109f, 109f1 en 109f1a). 02-08-1698; Peter Hendricksz van Woudenberg en Dirck Teunisz x Maaigje Teunis die een dochter en mede-erfgenaam is van Teunis Dircksz transporteren aan William de Nassau, graaf van Rochford 10 morgen land genaamd De Collanden (Dorpsgerecht Amerongen 150).
16-10-1702; Peter Dircksz Woudenberg als gewezen momber van de kinderen van Tonis Dircksz contra Jacob Petersz van Doorn als erfgenaam van sijn vader Peter Jansz. Hij eist betaling van 33 gl ter saecke van landpagt vande Collanden onder Amerongen gecompeteerd hebbende de kinderen van Teunis Dircksz. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2474).
Uit dit huw.: 1. Gijsbert Teunisz, geb. Leersum, ged. Amerongen 20-09-1663, jong ov. 2. Cornelis Teunisz, geb. Leersum, ged. Amerongen 16-08-1665 3. Gijsbert Teunisz, geb. Leersum, ged. Amerongen 03-11-1667 4. Merrichje Teunissen, geb. Leersum, ged. Amerongen 06-02-1670, tr. Dirck Theunisz 5. Dirck Teunisz, geb. Leersum, ged. Amerongen 10-03-1672 4. Peter Dirksz van Woudenberg, volgt II 5. Lambert Dirksz Lagerweij Stamvader van de familie Lagerweij. Zie genealogie Lagerweij.
II Peter Dirksz van Woudenberg, ov. na 12-10-1715, tr. Amerongen 19-11-1663 Teuntje Cornelisdr van de Groep, wed. Gerrit Willemsz Jacob Louwen contra Peter Dircks als getrouwd hebbende wed Gerrit Willems int gadt van den Bergh. (HUA, Hof van Utrecht 328-13; 30-04-1664). Peter Dircksz als getrouwd hebbende de wed van Gerrit Willems won int Gadt van den Bergh constitueert Schalkwijk (HUA, Hof van Utrecht, inv.nr. 330-3; 30-04-1664). Peter Dircks tot Leersum constitueert De Cruijff (HUA, Hof van Utrecht, inv.nr. 330-3; 02-10-1675). Schuldbekentenis van Peter Dircxss van Woudenberch, schepen van Leersum, voor kosten van apprehensie, gijzeling en vertering wegens schulden van Floris van Ewyck, advokaat, en Myndert van Runnenberch. (HUA, Not. Arch.; 30-10-1680) Verklaring over belofte zich weer in gijzeling te begeven op 27-11-1680 of de schulden aan Floris van Ewyck, advocaat, en Meyndert van Runnenberch mede kosten van gijzeling als eigen schuld te betalen, ten laste van het gerecht Leersum. (HUA, Not. Arch.; 16-11-1680). Verklaring van Peter Dircxss van Woudenberch, schepen indertyd tot Leersum, dat hij zich over 8 dagen weer in gijzeling zal begeven. (HUA, Not. Arch.; 02-12-1680). Open rechtdag. Peter Dirksen van Woudenberg contra wed Aert Woutersz op Schevickhoven. Hij zegt dat in 1678 de beesten van Aert zijn koren hebben geruïneerd en vernield. Twee schepenen hebben toen geaccordeerd dat de wed. 8 mudden boekweit zou geven. Dat is nog steeds niet gebeurd. Zij krijgt 14 dagen uitstel. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 22-06-1682). Peter Dircksz, won. Leersum, contra wed Aert Woutersz. Gerecht verleent verstek. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 03-10-1682). Peter Dircksz van Woudenberg huurt het heiveld te Leersum (Dorpsgerecht Leersum 2472; 03-101682). Peter Dircksz van Woudenberg geëligeerd tot kerkmeester. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 15-01-1683). In de zetting van het logiesgeld staat dat Peter Dircksz Woudenberg op zijn hofstede in het gat van den Berg ingeslagen heeft seeckeren Gerrit Evertsz alhier gene inboorling hebbende eenighe kleijne kinderen waer over men beducht is bij versterf van vader off moeder swarigheijt ofte last te hebben denselven Peter Diricksz nochmael door den Bode diensaengaende te waerschouen en te seggen dat alle swarigheden en lasten daer van komende sullen blijven ende gelaten worden tot laste van sijn persoon en goederen. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 23-01-1683). In 1683 genoemd in de lijst met personen die ten dijk moeten gaan. (Dorpsgerecht Leersum 2472). Peter Dircksz van Woudenberg aangesteld als schepen van Leersum (Dorpsgerecht Leersum 2472; 0505-1684). Ant. Keppel contra Peter Dircksz Woudenberg en Wijn Joosten. Hij zegt dat zij op 01-05-1684 's morgens om 8 uur de anderen in hevigen moede met messen hebben geattaqueerd. Zij krijgen een boete van 100 gl. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 05-05-1684). Peter Dircksz van Woudenberg schepen te Leersum. (Dorpsgerecht Leersum 2471; 07-07-1684). Peter Dircksz van Woudenberg genoemd in de lijst van personen die ten dijk moeten gaan. (Dorpsgerecht Leersum 2471; 19-09-1684). Peter Dircksz van Woudenberg verkoren als burgemeester van Leersum (Dorpsgerecht Leersum 2471; 05-01-1685).
Peter Dirksz van Woudenberg bruiker van 33 morgen van het Convent van St. Servaes en eigenaar en bruiker van ¾ deel van 47 morgen en 4 morgen “Den Aalsbergen, alles te Leersum. (HUA, Fin. Inst. 1679; Oudschildgeld 1685) Peter Dirksz van Woudenberg genoemd als pachter van een akker te Leersum die getransporteerd wordt aan Rudolph van Arckel, heer van Broekhuizen (Dorpsgerecht Leersum 2471; 11-03-1686). Ant. Keppel contra Peter Dircksz van Woudenberg. Hij zegt dat Peter op de laatste biddag met vier van sijne domestijcquen in den Taback heeft gewerkt. Boete van 3 gl voor ijder persoon. (Dorpsgerecht Leersum 2471; 21-06-1687). Peter Dirksz van Woudenberg genoemd in de lijst van personen die ten dijk moeten gaan. (Dorpsgerecht Leersum 2471; 21-06-1687). Peter Dircksz Woudenberg pacht de impost van de bieren. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 30-01-1688). In het huis van Peter Dircksz Woudenberg is gevochten door Roeter Gerritsz en Wouter Hendricksz uit Amerongen. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 07-05-1688). Peter Dircksz Woudenberg genoemd in de personen die ten dijk moeten gaan. (Dorpsgerecht Leersum 2471; 02-01-1689). Peter Dirksz van Woudenberg momber van de kinderen van Hendrik Dircks. (Dorpsgerecht Leersum 2471; 27-12-1688). Peter Dirksz van Woudenberg genoemd in de uitzetting van gemaal en klein zegel en familiegeld. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 21-10-1689). Peter Dircksz Woudenberg contra Peter Dircksz Brure. Hij eist betaling van 40 gl herkomende van 2 jaren landpacht. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 30-01-1690). Rekening van Lekdijksgelden. Hierin draagt Peter Dircksz Woudenberg 8 morgen bij. (Dorpsgerecht Leersum 2472; 23-02-1691). Peter Dirckse van Woudenberg is momber over de onmondige kinderen van Teunis Dirckse x Hendrickje Aerts, in haar leven gewoond hebbende in Leersum. (Dorpsgerecht Amerongen 139; 20-091691). Peter Dircksz Woudenbergh als momber over de onmondige kinderen van Teunis Dircksz contra Frans van Dam, won. Amerongense Dijck. Hij seijde dat den gedaagde op 29-07-1673 voor sijn broeder Willem van Dam sigh borge hadde geconsituteert voor eene somme van 66 gl ende dan nogh voor eene somme van 51 gl wegens coop van coorn. Voortgezet 5-10-1691, 19-10-1691, 30-11-1691, 18-1-1692. (Dorpsgerecht Amerongen 129; 21-09-1691). Frans van Dam constitueert Georgius Bosch, procureur, speciaal in de sake tegen Peter Dircksz van Woudenberg (Dorpsgerecht Amerongen 139; 15-10-1691). Peter Dircksz Woudenberg eiser contra Frans van Dam mitsgaders Willem van Dam. Hij seijde door den procureur Bosch gansch vanden weg affgedwaelt als hij sustineert dat den gedaagde met het narreren van pnaele saecke Soude dvieren vanden executie tegens te spreecken alsoo de selve en het versoeck vandien ontrent de nieuwe letteren van executie ten hooghsten nodigh is. (Dorpsgerecht Amerongen 136; 14-12-1691). Joan fort de Belgarde x Anna Beijer wed Peter van Cleeff, contra Peter Dirkcsz Woudenberg als oom en bloedvoogd over de onmondige kinderen en erfgenamen van Teunis Dircksz. Hij eist betaling van 15 per rest van 1,3 scharen weijens op de bollen over 1670 genoten en alvorens bij Teunis Dircksz des gedaagdes broeder zaliger aen drost Peter van Cleeff zaliger bestaeijdt. Op 09-05-1692 dient deze zaak weer maar wordt niet opgelost. (Dorpsgerecht Amerongen 136; 01-02-1692). Peter Dircksz Woudenberg moet nog zijn impost van 30 gl betalen. (Dorpsgerecht Amerongen 136; 0202-1692). Peter Dircksz Woudenberg triumfant Jean fort de Belgarde gecondemneerde. De commissarissen hebben de kosten getaxeerd op 44-4 behalven t specigelt en acte van taxatie tot 3-3. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 13-11-1693). Rechtzaak van de drossaard contra Peter Dircksz van Woudenberg. Het gerecht houdt deze zaak in state tot den naesten regtdagh. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 08-05-1695). De drossaard eist ter saecke van het dreijgen met een brandend houdt ende naerlopen vanden officier in euvelen gemoede tot aenden trappen vanden gereghtskamer sal werden gecondemneert in een boete ten minsten van 100 gl. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 24-06-1695). Peter Dircksz van Woudenberg contra Ant. Keppel. Hij seijde uijtdruckelijck te ontkennen dat den gedaagde ten huijse van Geert Jordensz anders is gekomen als alleen om in gerustigheijt de ongelden die den Eijser van hem pretendeerde te voldoen, sonder dat hij daer over heeft gemort off geknort over de settingh van dien, en nogh veel meer wort ontkent dat hij jegens den eijser woorden soude hebben gemaeckt off gesegt, waeromme hij niet in het geregt was, en posito tamen non confesso dat hij over de 40 gl op de settinge t sijnen laste moght hebben gebraght gedoleert dat hem vrij gestaen soude mogen
hebben om sijn ontlastinge aen te hebben mogen tonen. Heel verhaal volgt nog. Wordt op 23-07-1695 en 02-10-1695 vervolgd. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 04-07-1695). Gerecht gezien de zaak van Ant. Keppel contra Peter Dircksz Woudenberg hebben de declaratie getaxeerd op 70-6. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 04-10-1695). Rechtzaak van Peter Dircksz van Woudenberg contra Ant. Keppel. Hij komt met een verzoek. Het gerecht taxeert. Hij dient dezelfde dag van repliek. Bladzijden lang verhaal. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 06-11-1695). Rechtzaak tegen Aaltje Wouters, dienstmeid van Peter Dircksz Woudenberg. Heel verhaal over haar doodgeboren kind. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 30-03-1696). Rechtzaak van Ant. Keppel contra Peter Dircksz van Woudenberg. Wordt 27-10-1696, 18-01-1697, 1005-1697, 24-06-1697 en 13-07-1697 voortgezet. Hele verhalen. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 23-061696). Peter Dircks van Woudenberch heeft lange jaren in huur gehad seeckere hofstede te Doorn comp. de ridderschap van Utrecht (Hof van Utrecht, 252-209, dossier A21; 1697). Hendricus Walre, bakker te Utrecht heeft een schuld van 100 gulden vanwege lening bij Pieter Dircksen van Woudenberg, won. Leersum, met als onderpand een vordering op Jan Schout inzake koop van land onder Jaarsveld. (HUA, Not. Arch UT114a005, nr. 27; 18-03-1702). Peter Dircksz Woudenberg als gewezen momber van de kinderen van Tonis Dircksz contra Jacob Petersz van Doorn als erfgenaam van sijn vader Peter Jansz. Hij eist betaling van 33 gl ter saecke van landpagt vande Collanden onder Amerongen gecompeteerd hebbende de kinderen van Teunis Dircksz. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 16-10-1702). In 1706, 1716 en 1719 is Pieter Dirxsz eigenaar en bruiker van de Liesmaat, groot 1 morgen in Woudenberg (Oudschildgeld Woudenberg 59b). Gijsbert Petersz Woudenberg, won. Leersum, geassisteerd met zijn vader Peter Dircksz van Woudenberg nevens Maria Gerrits maken huwelijkse voorwaarden. (RHC ZOU, arch.nr. 63, inv.nr. 969: 11-08-1715). Peter Dircksz Woudenberg genoemd als hebbende een hypotheek van 100 gulden bij de kinderen van Arien Cornelisz Floor (Dorpsgerecht 534; 12-10-1715). Dirk Petersz van Woudenberg, Gijsbert Petersz van Woudenberg, Cornelis Petersz van Woudenberg en Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria van Woudenberg, kinderen en erfgenamen ab intestato van Pieter Dircksz Woudenberg maken maaggescheid. Dirk krijgt 1/4 portie van een huijsinge hofstede berg en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met de schaapsdrift. Jtem nog 1/4 part in een stuk land genaamd den Aalsberg groot 4 morgen item nog 1/4 part in een stuk land gekomen van Jan Robben waar een schot op staat. De hofstede staat in Leersum en wordt door Cornelis Peterse Woudenberg gehuurd. Item nog aenden selven een stuk lant gelegen onder Woudenberg genaamd de Kwel groot 1 morgen in huur gebruikt door Dirk Tonissen Brouwer. En nog een obligatie van 1200 gl tot laste van Jan Jacobse van der Haar, molenaar te Woudenberg. Cornelis Petersz Woudenberg krijgt 1/4 portie in die hofstede en ene obligatie van 500 gl ten laste van Antonij Lamberts en een obligatie van 500 gl ten laste van de wed Dirk Hendricksz en een obligatie van 100 gl ten laste van Dirk Brouwer. Verder krijgt Gijsbert Peterse een obligatie van 600 gl ten laste van Cornelis Verweij, wijnkoper te Wijk bij Duurstede en een obligatie ten laste van Gerrit Otten Huselaar van 300 gl en een van 200 gl ten laste van Elis Jansen, timmerman te Doorn. En aan Jacob Gerritsz Blotenburg is te lote gevallen de helft van de hofstede en een obligatie van 1000 gl ten laste van de graaf van Rochford en een van 100 gl ten laste van de wed. Jan van Ommeren te Darthuizen. Dirk zal aan Cornelis, Gijsbert en Jacob ieder 105 gl moeten betalen en Jacob aan Gijsbert 1000 gl. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 08-11-1719).
Uit dit huwelijk: 1. Dirk Petersen van Woudenberg, ged. Amerongen 25-09-1664, volgt III 2. Cornelis Petersen van Woudenberg, ged. Amerongen 30-12-1666, tr. Leersum 10-12-1702 Marrigje Morren van Leusden, van Hierden. Marrietjen Morren, tr. (2) Leersum 20-08-1724 Wouter Willemsen van de Haar Cornelis Petersz van Woudenberg woont te Darthuizen aan de capel. Hij komt (waarschijnlijk 1702) in het goed van zijn schoonvader. Cornelis Petersz van Woudenberg j.m. geassisteerd met zijn vader Peter Dircksz van Woudenberg, maakt huwelijkse voorwaarden met Maijtie Morren van Leusden, j.d., geassisteerd met Meijndert van Eck, haar oom. (RHC ZOU, arch.nr. 63, inv.nr. 969; 23-11-1702). Op 03/10-9-1713 wordt een kind van Cornelis Petersz van Woudenberg aende Capel te Doorn begraven. Op 06/13-5-1714 wordt er weer een kind van Cornelis Petersz van Woudenberg te Doorn begraven.
Dirk Petersz van Woudenberg, Gijsbert Petersz van Woudenberg, Cornelis Petersz van Woudenberg en Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria van Woudenberg, kinderen en erfgenamen ab intestato van Pieter Dircksz Woudenberg maken maakgescheid. Dirk krijgt 1/4 portie van een huijsinge hofstede berg en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met de schaapsdrift. Jtem nog 1/4 part in een stuk land genaamd den Aalsberg groot 4 morgen item nog 1/4 part in een stuk land gekomen van Jan Robben waar een schot op staat. De hofstede staat in Leersum en wordt door Cornelis Peterse Woudenberg gehuurd. Item nog aenden selven een stuk lant gelegen onder Woudenberg genaamd de Kwel groot 1 morgen in huur gebruikt door Dirk Tonissen Brouwer. En nog een obligatie van 1200 gl tot laste van Jan Jacobse van der Haar, molenaar te Woudenberg. Cornelis Petersz Woudenberg krijgt 1/4 portie in die hofstede en ene obligatie van 500 gl ten laste van Antonij Lamberts en een obligatie van 500 gl ten laste van de wed Dirk Hendricksz en een obligatie van 100 gl ten laste van Dirk Brouwer. Verder krijgt Gijsbert Peterse een obligatie van 600 gl ten laste van Cornelis Verweij, wijnkoper te WbD en een obligatie ten laste van Gerrit Otten Huselaar van 300 gl en een van 200 gl ten laste van Elis Jansen, timmerman te Doorn. En aan Jacob Gerritsz Blotenburg is te lote gevallen de helft van de hofstede en een obligatie van 1000 gl ten laste van de graaf van Rochford en een van 100 gl ten laste van de wed Jan van Ommeren te Darthuizen. Dirk zal aan Cornelis, Gijsbert en Jacob ieder 105 gl moeten betalen en Jacob aan Gijsbert 1000 gl. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 08-11-1719). Maria Morre, wed. Cornelis Petersz Woudenberg, Dirk en Gijsbert Petersz Woudenberg als oomen en voogden over de onmondige kinderen van Cornelis en Maria nemen hypotheek bij Tom Pebiu x Sofija van Wulven van 550 gl op 1/4 portie van een hofstede met 44-45 morgen te Leersum die door Cornelis Woudenberg gebruikt wordt en de hofstede met 17-18 morgen te Leersum die Cornelis Petersz Woudenberg heeft gekocht van de erfgenamen van Aert van Wulven. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 1709-1721). Jacob Blotenburg en Dirk Petersen Woudenberg ter eenre en Maria Morren wed Cornelis Petersen Woudenberg geassisteerd met Dirk en Gijsbert Petersen Woudenberg als ooms en voogden over de onmondige kinderen van Cornelis en Maria ter andere zijde houden boedelscheiding van seekre huijsinge hofstede berge en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met den schaapsdrift als mede een stuk landt genaamd den Aalsberg en nog een stuk land gekomen van Jan Robben, zoals Maria Morren het tegenwoordig gebruikt. Zij krijgt voor haar 1/4 portie in deze goederen andere percelen. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 14-12-1722). Maaggescheid tussen Wouter Willemsen en zijn vrouw Maria Morren van Leusden, wed. Cornelis Petersen van Woudenberg, aan de ene kant en Dirk en Gijsbert Petersen van Woudenberg, voogden van de onmondige kinderen uit het 1e huw. van Maria, aan de andere kant (Recht. Arch. Leersum 2480; 3101-1725 en nr. 128; 08-09-1746). Huw. voorw. 23-11-1702 (Notarieel Leersum L001a001; nr. 21). Lidmatenlijst Leersum 1730: Cornelis Petersen van Woudenberg. Cornelis Petersen Woudenberg, diaken tot 1730 Boedelscheiding na ov. van Maria Morre van Leusden tussen Wouter Willemsen van de Haar, won. Leersum en de kinderen uit haar 1e huwelijk (Morre niet genoemd) (Dorpsgerecht Leersum 2480; 2009-1749).
Uit dit huw.: 1. Morre Woudenberg, ged. Leersum 28-09-1704, begr. Doorn 30-09-1713 2. Dirk van Woudenberg, ged. Leersum 12-09-1706, ov. Azië 12-09-1745, tr. Jacomijn van den Ham Op 25-01-1740 treedt Dirk van Woudenberg uit Leersum in dienst bij de VOC als adelborst.
Uit dit huw.: 1. Cornelis van Woudenberg 3. Hendrijntje van Woudenberg, ged. Leersum 29-02-1708 4. Teuntje/Antonia van Woudenberg, ged. Leersum 09-02-1710, ov. voor 1749, tr. Tobias van Nieuwenhoven, loodgieter te Den Haag te Den Haag Uit dit huw.: 1. Magdalena van Nieuwenhoven 5. Lambert van Woudenberg, ged. Leersum 01-01-1712 6. Morr van Woudenberg, ged. Leersum 25-02-1714, begr. Doorn 06/13-05-1714 7. Willemijntje Woudenberg, ged. Leersum 18-04-1717, ov. Leersum 27-08-1762, tr. Leersum 27-11-1745 Dirk Aertze van de Geer, ged. Doorn 10-04-1718, ov. 1790, zn.
van Aert Dirksz en Dorothee Jans van der Weijde. Dirk, tr. (2) Leersum 28-06-1767 Judith Teunissen Lagerweij, geb. Leusden, ged. Woudenberg 04-03-1744, ov. 1807, dr. van Antonij/Teunis Evertsz Lagerweij en Maatie Thone Lagerweij Uit dit huw.: 1. Hendrijntje van de Geer, ged. Leersum 30-10-1746 2. Aert van de Geer, ged. Leersum 07-04-1748 3. Maria van de Geer, ged. Leersum 03-01-1751 4. Cornelius van de Geer, ged. Leersum 09-04-1752 5. Gerrit van de Geer, ged. Leersum 02-09-1753 6. Maria van de Geer, ged. Leersum 03-04-1757 8. Peter van Woudenberg, ged. Leersum 15-10-1719 9. Marina van Woudenberg, ged. Leersum 02-03-1721 10. Cornelia Morrina van Woudenberg, ged. Leersum 30-08-1722, begr. Leersum 1202-1756 3. Marietje Petersen van Woudenberg, ged. Amerongen 28-03-1669, tr. Leersum (otr. Amerongen) 31-03-1695 Jacob Gerritsz van Blotenburg, uit Ginkel, begr. Woudenberg 27-041750, zn. van Gerrit Jacobsz van Blotenburg en Geertje Rutgersen van Ginkel 4. Gijsbert Petersen van Woudenberg, ged. Amerongen 09-07-1671, ov. tussen 22-04-1743 en 20-09-1744, tr. (1) Leersum 25-08-1715 Maria Gerrits van Nes/Os/As, geb. Cothen, ged. Wijk bij Duurstede (RK) 27-06-1693, dr. van Gerrit Huijgen van Esch en Maria Gerrits van der Aa, tr. (2) Leersum 19-09-1728 Marrigje Lubberts, van Beekbergen. Marriejte Lubberts van Beekbergen, tr. (2) Leersum 03-10-1745 Gerrit van Koten, wed. Lijsbeth van de Woerd, van Werkhoven De drossaart contra Gijsbert Petersz Woudenberg (Dorpsgerecht 120; 22-10-1708). Huw. voorw. 11-08-1715 (Notarieel Leersum L001a001; nr. 79). In 1727 leent Gijsbert van Woudenberg 1400 gulden van Jacob Knoppert. Geroyeerd op 09-11-1746 door Hendrik Woudenberg (Dorpsgerecht Leersum 2480; 28-08-1727). Lidmatenlijst Leersum 1730: Gijsbert Petersen van Woudenberg. Gijsbert Petersen Woudenberg, diaken tot 1730. Maagescheid tussen Gijsbert en zijn kinderen Gerrigje, Pieternel en Lijsje (Dorpsgerecht Leersum 2480; 24-07-1728). Testament Gijsbert Woudenberg (medeschepen) en Marietje Lubberts van Beekbergen (Dorpsgerecht Leersum 2488; 22-04-1743). Transport erfenis Gijsbert van Woudenberg . Genoemd worden Hendrik Dirksen van Woudenberg, Teuntje, Gerrigje, Pieternel en Lijsje Gijsberts van Woudenberg. Het bestaat uit huysinge, hoff en hofstede c.a. met 47 mergen 188 roeden (Dorpsgerecht Leersum 2480, nr. 125 en HUA; notarieel not. J. Smit U201a002, nr. 3; 15-02-1745).
Uit het 1e huw.: 1. Teuntje Gijsberts van Woudenberg, ged. Leersum 15-09-1715 2. Gerrigje Gijsberts van Woudenberg, ged. Leersum 21-03-1717, ov. voor okt. 1752, tr. Leersum 20-11-1738 Wouter Hendrikse van Swieten, van Aalten Constitueren Teuntje Gijsberts van Woudenberg, won. De Bilt, Wouter van Swieten x Gerrigje Gijsberts Woudenberg, won. Hardenbroek, Hendrick de Bruijn x Pieternel Gijsberts Woudenberg, won. Werkhoven, en hun minderjarige zuster Lijsje Gijsberts Woudenberg, Everard Vlaer, notaris te Utrecht, om de boedel van vader Gysbert Woudenberg, in leven gehuwd met Marritje Lubberts van Bekbergen, af te handelen. (HUA, Not. Arch., inv.nr U201a001; 20-09-1744). De erven Gijsbert van Woudenberg: Merritje Lubberts van Beekbergen, wed. Gijsbert van Woudenberg, eerder wed. Maria Gerrits van Nes, en de kinderen van Gijsbert en Maria: Teuntje Gijsberts Woudenberg, Wouter van Swieten x Gerrigje Gijsberts Woudenberg, Hendrik de Bruyn x Pieternel Gijsberts Woudenberg, de onmondige Lijsje Gijsberts Woudenberg, en hun gemachtigde Everard Vlaer, verkopen aan Hendrik Woudenberg met diens borgen Dirk Woudenberg en Wulphert Jans van Ginkel, een huis en hofstede met 47 morgen 188 roeden land te Leersum. (HUA, Not. Arch., inv.nr U201a002; 15-02-1745)
3. Peternelligje Gijsberts van Woudenberg, ged. Leersum 30-04-1719, tr. Hendrik de
Bruin 4. Dirk Gijsbertsz van Woudenberg, ged. Leersum 15-09-1720 5. Lijsje Gijsberts van Woudenberg, ged. Leersum 08-05-1721 Uit het 2e huw.: 5. Peter Gijsbertsz van Woudenberg, ged. Leersum 22-08-1728 6. Peter Gijsbertsz van Woudenberg, ged. Leersum 21-10-1731 III Dirk Petersen van Woudenberg, ged. Amerongen 25-09-1664, ov. Leersum 15-05-1756, tr. Amerongen 10-05-1696 Mechteld Jans van Os Bij den drossaerd van Leersum sijnde voorgestelt dat Dirick Petersz en Megteltje Jans behalven dat deselve megteltje jans gereeds hoogh swanger is (contrarie de ordonnantie te samen wonen) en op een onbehoorlijcke wijse ongetrouwt met den anderen v[er]keren, niettegenstaende hij Drossaerd op gisteren door den Deurw[aerder] de voorn[oemde] personen hadde doen aenseggen hare Egt te voltrecken en haer behoorlijck in[den] Kercke te doen trouwen op pene daer toe staende. Het gerecht besluit dat hij nogmaals de deurwaarder hen zal laten aanzeggen om uiterlijk aanstaande zondag te trouwen op poene van 50 gulden. (Dorpsgerecht Leersum 2473; 04-05-1696) Lidm. Leersum 24-03-1700: Mechtelt Jans, hv. Dirk Petersen van Woudenbergh. Dirk Petersz van Woudenberg, Gijsbert Petersz van Woudenberg, Cornelis Petersz van Woudenberg en Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria van Woudenberg, kinderen en erfgenamen ab intestato van Pieter Dircksz Woudenberg maken maakgescheid. Dirk krijgt 1/4 portie van een huijsinge hofstede berg en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met de schaapsdrift. Jtem nog 1/4 part in een stuk land genaamd den Aalsberg groot 4 morgen item nog 1/4 part in een stuk land gekomen van Jan Robben waar een schot op staat. De hofstede staat in Leersum en wordt door Cornelis Peterse Woudenberg gehuurd. Item nog aenden selven een stuk lant gelegen onder Woudenberg genaamd de Kwel groot 1 morgen in huur gebruikt door Dirk Tonissen Brouwer. En nog een obligatie van 1200 gl tot laste van Jan Jacobse van der Haar, molenaar te Woudenberg. Cornelis Petersz Woudenberg krijgt 1/4 portie in die hofstede en ene obligatie van 500 gl ten laste van Antonij Lamberts en een obligatie van 500 gl ten laste van de wed Dirk Hendricksz en een obligatie van 100 gl ten laste van Dirk Brouwer. Verder krijgt Gijsbert Peterse een obligatie van 600 gl ten laste van Cornelis Verweij, wijnkoper te WbD en een obligatie ten laste van Gerrit Otten Huselaar van 300 gl en een van 200 gl ten laste van Elis Jansen, timmerman te Doorn. En aan Jacob Gerritsz Blotenburg is te lote gevallen de helft van de hofstede en een obligatie van 1000 gl ten laste van de graaf van Rochford en een van 100 gl ten laste van de wed Jan van Ommeren te Darthuizen. Dirk zal aan Cornelis, Gijsbert en Jacob ieder 105 gl moeten betalen en Jacob aan Gijsbert 1000 gl. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 08-11-1719). Dirck Petersen verkoopt aan Arien Tijssen van Wittenbergh ca. 1 1/2 morgen land, genaamd de Liesmaat voor 400 gulden. Gebruikt door Dirck Theunis Brouwer. Allodiaal goed. Oost: de weduwe van Hendrik Dirckse, west: Jacob Dircksen en Hermen Schouten, zuid: de weduwe van Dirck Hendriksz, noord: Cornelis van Beeck en de weduwe van Hendrik Dircksen. Door Dirck Petersen verkregen na loting met zijn broers en zusters na dode van zijn vader Peter Dirks van Woudenbergh. Met registratie van betaling van 200 gulden op 02-04-1720; van 100 gulden op 01-03-1722; van 36 gulden op 25-04-1723 en 64 gulden op 02-12-1723. (Dorpsgerecht Geerestein 692; 16-11-1719). In 1724 koopt Dirk Petersen van Woudenberg een hofstede (Dorpsgerecht Leersum 2480; 03-01-1724) Dirk Petersen Woudenberg verkoopt aan Arien Tijssen van Wittenberg ca. 1 1/2 morgen land, genaamd de Liesmaet. Oost: de wed. van Hendrik Dirksen, west: Jacob Dirksen en Hermen Schouten, zuid: de wed. van Dirk Hendriksen, noord: Cornelis van Beek en de wed. van Hendrik Dirksen. (Dorpsgerecht Geerenstein 689; 02-12-1723). In 1724 koopt Dirk Petersen van Woudenberg een hofstede (RA Leersum 2480; 03-01-1724) Dirk Bootsman is gisteren overleden. Hij laat een wed. Theuntje Dirks van Wageningen en een onmondig dochtertje Aaltje Bootsman na. De vader van Theuntje is Dirk Petersen van Woudenberg, won. Leersum. Hij wil de begrafenis regelen. (Amersfoort, Not. Arch.; 19-12-1730). Lidm. reg. Leersum 1730: Dirk Petersen van Woudenberg. En Mechtelti Jans onder Leersum, “vertrokken” Dirk Petersen Woudenberg, ouderling tot 1730. In 1733 maakt Dirk Petersen van Woudenberg een contract met zijn dochter Teuntje Dirks van Woudenberg x Dirk Bootsman (Dorpsgerecht Leersum 2484; 19-06-1733). Koopt een huis (RA Leersum 2484; 07-10-1736). Hilligje Jans van Os, won. Leersum, siekelijk van lighaam, testeert op haar zuster Megtelt Jans
Jans van Os, won. Leersum. En bij vooroverlijden Dirk Peterse Woudenberg. (Dorpsgerecht Leersum 2480; 07-10-1736). Hilligje Jans van Os transporteert aan Dirk Petersen Woudenberg x Megtelt Jans van Os sekere obligatie van 50 gl ten laste van Reijer Jansen x Aartje Helmerts, won. Woudenberg, gepasseerd te Scherpenzeel 03-05-1722. (Dorpsgerecht Leersum 2480; 07-10-1736). Dirk Petersen Woudenberg x Magtelt van Os verkopen aan Hendrik Woudenberg 10 morgen land met een schaaphok daarop staande in de Broeken tot Leersum (Dorpsgerecht Leersum 2481; 15-06-1744). Testament (Dorpsgerecht Leersum 2480; 25-10-1732). In 1759 wordt er een boedelscheiding gemaakt van de nalatenschap van Dirk Petersen van Woudenberg en Magteld van Os. Jan Dirksz van Woudenberg, Hendrik Dirksz van Woudenberg, Wulfert Janse van Ginkel x Siementje van Woudenberg, Claas van Soest , wed. Jannigjen van Woudenberg, Aeltje Bootsman, dr. van Teuntje van Woudenberg x Dirk Bootsman (Dorpsgerecht Leersum 2481; 29-041759). Jan Woudenberg, Hendrik Woudenberg, Wulphert Jansen van Ginkel x Siementje Woudenberg, en dan nog Jan Woudenberg, Hendrik Woudenberg en Claas van Soest als voogden over Dirk en Fijgjen van Soest, onmondige kinderen van Claas van Soest x Jannigjen Woudenberg, mitsgaders Aaltje Bootsman nagelate dochter van Teuntje Woudenberg x Dirk Bootsman, kinderen en kleinkinderen van Dirk Petersen Woudenberg. Dirk is inmiddels overleden zijn erfgenamen willen boedelscheiding. Jan van Woudenberg krijgt de hele boedel bestaande in een huizinge hofstede berg en schuur genaamd het Roekenest te Leersum, behalve het broek dat aan Hendrik Woudenberg nu toebehoort. Hij keert aan ieder 25 gl uit. (Dorpsgerecht Leersum 2481; 24-04-1759). Jan van Woudenberg en Sijmentje Woudenberg x Wulphert Jansen van Ginkel en ook namens de andere kinderen en erfgenamen van Dirk Petersen Woudenberg x Magtelt van Os transporteren aan Hendrik Woudenberg 10 morgen land met een schaaphok daar op staande in de Broeken te Leersum. (Dorpsgerecht Leersum 2481; 24-09-1759).
Uit dit huw.: 1. Teunis Dirksz van Woudenberg, ged. Amerongen 26-07-1696 tr. Leersum 04-04-1728 Errisje Jans van Schaik In 2012 worden er documenten gevonden die als tochtstrip in een houten vloer in de Langstraat waren gestopt. Zij werden ingeleverd bij Archief Eemland, die er een persbericht over liet verschijnen op 0802-2012. Het betreft stukken over de doodslag uit noodweer door Tonis Dirksz van Woudenberg op Gerrit Pietersz de Cruijff. Hieronder de processtukken: Interrogatoiren om te horen Errisje Jans van Schaijk dienstmaagd van Cornelis Westbroek, won. in het gerechtshuijs te Leersum, daar de koning van Engeland uithangt. Of zij op zondag 06-04-1721 met anderen is verzocht ten huize van Gerrit Cornelissen van Oosterbeek, won. Leersum. Of zij daar naar toe is gegaan met Gerrit Tonissen of Teunis Dirkse Woudenberg. Of zij daar niet is gebleven tot na zonsondergang. Of zij niet weet dat de twee mannen daar hebben gevochten. En of zij niet heeft gezien dat er ruzie is ontstaan tussen Lourens Louwe, dienstknecht van Cornelis Versteeg en Jan de dienstknecht van Cornelis Peterse Woudenberg en Jan Lodder dienstknecht van Jan Wouterse. Zij hebben gevochten. Of de mannen haar niet hebben willen thuis brengen. Daarop kregen de mannen weer ruzie en gingen vechten. Toen kwam het dochtertje van Gerrit Tonissen die haar hand greep en ook een klap kreeg. Zij weet van dit alles niets. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 20-05-1723). Interrogatoiren om te horen Robbert Janse en Reijert Gertse, beide won. Leersum. Zij zijn ook bij die ruzie geweest in het huis van Gerrit Cornelisse van Oosterbeek. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 20-051723). Interrogatoiren om te horen Errisje Jans van Schaijk dienstmaagd van Cornelis Westbroek. Zij is 27-28 jaar oud. Nu geeft zij wel antwoord. Robbert Jansen is 22 jaar oud. Ook Jannigje Gerrits, dochter van Gerrit Tonisse was aanwezig. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 1723). Frederick vanden Honert contra Tonis Dirksz zoon van Dirk Petersz Woudenberg en Tijmen Jansen boer int gadt vanden berg. Hij eist boete van 200 gl wegens mestrekken op 11-10-1722 meer dan een uur na sonnen ondergank tot Darthuijsen ten huijsen en herberge van Tonis Jacobse van Hamersvelt hospes aende kapel onder darthuijsen. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 08-10-1723). Tonis Dirksz van Woudenberg laat appel aantekenen omtrent de proceduren en condemnatie tussen hem en de drost gedaan bij het gerecht van Leersum. (Dorpsgerecht Leersum 2474; 29-10-1723). Jacob Gerrits Blotenburg x Maria Peters Woudenberg, won. Ginkel. Testeren op elkaar en hun kinderen Geertje Jacobs Blotenburg x Antonij Lamberts Lagerweij, Kuijntje Jacobs Blotenburg x Gerrit Hendriksen Davelaar en Willemina Jacobs Blotenburg x Arnoldus van Geijtenbeek, notaris. Maria Antonis Lagerweij, dochter van Antonij en Geertje, woont bij Jacob en Maria in huis. Zij zal haar leven lang genieten de huurpenningen voor de helft van seekere huijsinge hoff en hoffsteede met de annexe landerijen genaamd de Zandschulp in de Ginkel, gebruikt door Tonis Dirksen, waarvan de wederhelft
competeert de wed. en erfgenamen van Jan Jacobsen. (Dorpsgerecht Leersum 2480, 2488; 16-10-1729). Jan Tonissen Langelaar, driftherder bij Tonis Dirkse Woudenberg alhier tot Leersum verklaart 65 gulden schuldig te zijn aan Frederik vanden Honert wegens vechten ten huize van Huijbert Errissen. Hij treft betalingsregeling. (Dorpsgerecht Leersum 2480, 2485; 30-06-1730). Honert contra Jan Brantsen van Barneveld, won. Amerongen en Tonis Dirksen Woudenberg, won. Leersum. Hij eist boete van 200 gl wegens mestrekken op 30-9-1730 's avondsd een uur naa sonnen ondergang. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 08-11-1730). Tonis Dirks van Woudenberg geeft te kennen dat Jacob Gerrits Blotenburg op 17-07-1734 arrest heeft gedaan op met name genoemde goederen om daaraan 800 gl achterstallige pachtpenningen te verhalen. (Dorpsgerecht Leersum 2480, 2484; 19-07-1734). Tonis Dirksen Woudenberg geeft te kennen dat Jacob Gerritsen Blotenburg op 18-7-1737 arrest heeft laten leggen op met name genoemde goederen ter somme van 835 gl vanwege pachtpenningen. (Dorpsgerecht Leersum 2480, 2484; 22-07-1737). Gisteravond tussen 8 en 9 uur is ten huize van Cornelis Westbroek, herbergier alhier, dood gestoken Gerrit Petersen Cruijff, won. Leersum. Alom wordt gezegd dat Tonis Dirksen Woudenberg, mede won. alhier, de dader is. Hij moet worden opgespoord. Het lijk wordt morgen agtermiddag geschouwd en in stilte begraven. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 05-03-1739). Gerechtsvergadering s'nagts omtrent elff uure. Al deze stukken komen ook in 2476 voor. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 05-03-1739). Het dode lichaam is geschouwd. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 06-03-1739). Alles wat in het huis van Tonis Dirksen Woudenberg wordt gevonden zal worden gevorderd om de kosten daaraan te verhalen. Errisje, zijn huisvrouw, mag niets verbergen. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 06-03-1739). Memorie van't op schrijven van goed ten huijse van Teunise Woudenb. gedaan den 6e meert 1739 door mijn Bode van Leersum int voorhuijs Eerstelijk een Eijke kast nogh een klijn kasje en vier schotelen nogh een bed met zijn toebehooren nogh een kopere keteltje en een kist nogh een Tafel nogh 1 kern en een stop nogh vier stoelen nogh twee Rekjes met twaalf borden en seven schotels nogh een spiegel een haal een schup 1 tangh nogh drie halve sijde spek int agter huijs nogh twee paarden nogh een snijbank nogh een vaalt messen (Dorpsgerecht Leersum 2477; 06-03-1739). Schouw van dode lichaam van Gerrit Petersz Cruijff. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 06-03-1739). Errisje Jans, huisvrouw van Tonis Dirksen Woudenberg, heeft geen voer meer voor de paarden. Zij wil die nu verkopen. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 10-03-1739). Dagvaardiging van Tonis Dirksen Woudenberg (Dorpsgerecht Leersum 2477; 16-03-1739) Conditie waar na Errisje Jans huijsvrouw Teunis Woudenberg publiek verkoopt een wit peerd, ingezet bij Jan Woudenberg voor 13 gl verhoogt met 1 gl bij Hendrik Woudenberg. Een sward peerd ingezet bij Gijsbert Woudenberg 10 gl (Dorpsgerecht Leersum 2477; 17-03-1739). Request van Honert aan gerecht van Leersum met verzoek om Tonis Dirksen Woudenberg te mogen vervolgen. (Dorpsgerecht Leersum 2477, maart 1739). Extract uit de officiers rolle van Leersum. Honert contra Tonis Dirkse Woudenberg. Idem op 20-051739 en 24-06-1739. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 08-04-1739) Arrisje Jans heeft 2 paarden verkocht. Het gerecht wil hiervan 27 gl hebben. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 08-04-1739) Honert contra Tonis Dirksen Woudenberg. Hij eist wegens manslag op 05-10-1739 des avonts omtrent tusschen 8 a 9 aende huijsinge ende herberge van Cornelis van Westbroek tot Leersum door hem aan de Persoon van Gerrit Peeterse Cruijff begaan om met het zwaard gestraft te worden dat er de doot op volgt. Tonis is momenteel onvindbaar. Zaak komt 20-05-1739 opnieuw voor en 24-06-1739 weer en 0411-1739 weer (Dorpsgerecht Leersum 2476; 08-04-1739) Dagvaardiging van Tonis Dirksen Woudenberg (Dorpsgerecht Leersum 2477; 08-04-1739) Dagvaardiging van Tonis Dirksen Woudenberg (Dorpsgerecht Leersum 2477; 20-05-1739). Errisje Jans, huisvrouw van Tonis Dirksen Woudenberg, wil verhuizen. Zij wil al haar huisraad en goederen verkopen. (Dorpsgerecht Leersum 2476; 24-06-1739). Dagvaart van Tonis Dirksen Woudenberg (Dorpsgerecht Leersum 2477; 24-06-1739). Conditie waarna Errisje Jans verkoopt haar inboedel. Wordt allemaal gekocht door Jan Woudenberg voor 9-12-0 (Dorpsgerecht Leersum 2477; 26-06-1739). Inventaris van acten, stukken en minuten van het gerecht betreffende Tonis Dirksen Woudenberg. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 1739). Intendit van drossaard jegens Tonis Dirksen Woudenberg. Tonis is na de doodslag gevlucht naar het huis van Paulus Aalberts x Dirkje Roelofs onder Leersum. Hij heeft daar gezegd dat hij Gerrit Petersen Cruijff gestoken heeft. Hij heeft Paulus gevraagd om naar de herberg van Cornelis Westbroek te gaan om te kijken of Gerrit dood was. Intussen verstopte Tonis zich in de boomgaard van Paulus. Paulus is
naar herberg geweest en heeft Tonis verteld dat Gerrit dood was. Tonis is hierop direct gevlucht. (Dorpsgerecht Leersum 2477; 1739).
Uit dit huw.: 1. Aeltje Teunissen van Woudenberg, ged. Leersum 13-06-1728 2. Mechteld Teunissen van Woudenberg, ged. Leersum 01-07-1731 2. Teuntje Dirks van Woudenberg, ged. Amerongen 26-06-1698, tr. Leersum 23-06-1726 Dirk Bootsman, won. Amersfoort Uit dit huw.: 1. Aeltje Bootsman, ged. Leersum 04-08-1726 Contract met haar vader (Dorpsgerecht Leersum 2480; 19-06-1733)
3. Jannigje Dirks van Woudenberg, ged. Leersum 26-06-1700, begr. Leersum 04-09-1782, tr. Leersum 06-04-1733 Claas Gerritse van Soest, landbouwer, ged. Leersum 25-11-1708, zn. van Gerrit Cornelisz van Soest en Fijgje Reijers. Claas Gerritse van Soest, tr. (2) Woudenberg 27-03-1740 Geurtje Jans Jonkers, geb. Ederveen Uit dit huw.: 1. Fijgje van Soest, ged. Leersum 07-02-1734, jong ov. 2. Fijgje van Soest, ged. Leersum 17-04-1735, begr. Leersum 21-01-1773 3. Dirk van Soest , ged. Woudenberg 31-08-1759, get. Aeltje Aerts, begr. Leersum 1411-1783 (Dorpsgerecht Leersum 2481; 29-04-1759).
4. Sijmetje Dirks van Woudenberg, ged. Leersum 16-07-1702, tr. Leersum 16-12-1731 Wulfert Janse van Ginkel, geb. Woudenberg ca.1699, zn. van Jan Thijsz van Ginkel en Merritje Lamberts Lagerweij 5. Jan Dirksz van Woudenberg, ged. Leersum 20-09-1705, ov. Leersum tussen 23-03-1767 en 09-09-1769 6. Hendrik Dirksz van Woudenberg, ged. Leersum 15-07-1710, volgt IV IV Hendrik Dirksz van Woudenberg, ged. Leersum 15-07-1710, tr. (1) Leersum 30-03-1738 Maria Janse van Davelaar, geb. Woudenberg, ged. Scherpenzeel 16-03-1712, ov. tussen 1002-1754 en 19-04-1760, dr. van Jan Evertsz van Davelaar en Neeltje Otten van de Haar, won. Ginkel, tr. (2) Leersum 11-5-1760 Trijntje Cornelisse Versteeg, ged. Leersum 26-06-1715, begr. Leersum 02-04-1779, dr. van Cornelis Jansen Versteeg en Teunisje Jans van Kolfschoten Hendrik Dirksen Woudenberg x Maria Jans van Davelaar testeren op elkaar. (Dorpsgerecht Leersum 2480; 25-11-1732; 07-12-1738). Dirk Petersen Woudenberg x Magtelt van Os verkopen aan Hendrik Woudenberg 10 morgen land met een schaaphok daarop staande in de Broeken tot Leersum (Dorpsgerecht Leersum 2481; 15- 06-1744). Lidmaten Leersum 28-05-1750: Hendrik van Woudenbegr en Maria Davelaar. Jan Woudenberg, Hendrik Woudenberg, Wulphert Jansen van Ginkel x Siementje Woudenberg, en dan nog Jan Woudenberg, Hendrik Woudenberg en Claas van Soest als voogden over Dirk en Fijgjen van Soest, onmondige kinderen van Claas van Soest x Jannigjen Woudenberg, mitsgaders Aaltje Bootsman nagelate dochter van Teuntje Woudenberg x Dirk Bootsman, kinderen en kleinkinderen van Dirk Petersen Woudenberg. Dirk is inmiddels overleden zijn erfgenamen willen boedelscheiding. Jan van Woudenberg krijgt de hele boedel bestaande in een huizinge hofstede berg en schuur genaamd het Roekenest te Leersum, behalve het broek dat aan Hendrik Woudenberg nu toebehoort. Hij keert aan ieder 25 gl uit. (Dorpsgerecht Leersum 2481; 24-04-1759). Jan van Woudenberg en Sijmentje Woudenberg x Wulphert Jansen van Ginkel en ook namens de andere kinderen en erfgenamen van Dirk Petersen Woudenberg x Magtelt van Os transporteren aan Hendrik Woudenberg 10 morgen land met een schaaphok daar op staande in de Broeken te Leersum. (Dorpsgerecht Leersum 2481, 2484; 24-09-1759). Huwelijkse voorwaarden van Hendrik Woudenberg, wednr. Maria Davelaar, won. Leersum en Trijntje Versteeg, won. Utrecht. (RHC ZOU, arch.nr. 35, inv.nr. 1; 19-04-1760). Uitkoop van Teuntje Versteegh, minderjarige dochter, uit de boedel ter voldoening van haar vaderlijk
erfdeel door Cornelia Roelofse aan de Steeg, wed Evert Versteegh. Teuntje heeft als voogd Hendrik Woudenberg, won. Leersum, en Jan Versteegh, won. Leersum. (HUA, Not. Arch.; 08-06-1767). Hendrik Woudenberg voogd over Teuntje Versteeg. (Dorpsgerecht Leersum 2479; juni 1785). Doorslag voor Hendrik Woudenberg en Maria Davelaar (Dorpsgerecht Leersum 2480, nr. 77). Lidmaten Leersum 03-11-1767: Hendrik van Woudenbegr en Trijntje Versteeg.
Uit dit huw.: 1. Neeltje Hendriks van Woudenberg, ged. Leersum 22-02-1739, ov. Leersum 25-02-1800, tr. Leersum 23-03-1761 Roelof Gijsbertse van Vulpen, ged. Doorn 27-07-1732, ov. Leersum 0702-1810, zn. van Gijsbert Roelofsz van Vulpen en Geurtje Jacobs van Hamersveld Lidmaten Leersum 04-04-1760(?): Neeltje Woudenberg, vrouw van Roelof
2. Dirk Hendriksz van Woudenberg, ged. Leersum 25-06-1741 3. Teuntje Hendriks van Woudenberg, ged. Leersum 29-12-1743 4. Jan Hendriksz van Woudenberg, ged. Leersum 20-11-1746, jong ov. 5. Jan Hendriksz van Woudenberg, ged. Leersum 28-01-1748 6. Jannigje Hendriks van Woudenberg, ged. Leersum 10-02-1754
Samengesteld door: Henk van Woudenberg november 2014