Persvoorstelling: De Brusselse alleenstaanden 1/3 Belgische huishoudens bestaat uit één persoon. In Brussel is dat zelfs 1/2. De stad heeft nu eenmaal een grotere aantrekkingskracht op alleenstaanden. Als we het hebben over alleenstaanden, dan moeten we het clichématige beeld van de happy single zoals die geportretteerd wordt in de Amerikaanse serie ‘Sex and the City’ achterwege laten. De grote groep alleenstaanden is zeer divers: vrijgezellen, gescheiden personen, weduwes en weduwnaars, alleenstaande ouders, oudere personen, ...
‘Waarom onderzoek naar behoeften en problemen van alleenstaanden?’ 1) Het aantal alleenstaanden zal de komende decennia fors toenemen1. Ze zijn overal ter wereld de sterkst toenemende groep. 2) Alleenstaanden vormen een kwetsbare groep. Alleenstaande moeders en gepensioneerden lopen bijvoorbeeld een hoger risico om in armoede te verzeilen. 3) Ondanks de hoge aantallen, houdt het beleid nauwelijks rekening met de grote groep alleenstaanden. → Alleenstaanden worden geconfronteerd met een aantal problemen die niet gelden voor het klassieke gezin en die we via een enquête wilden opsporen.
‘Wie nam deel aan de enquête?’ De enquête, die zowel online als op papier anoniem werd ingevuld, liep van 20 augustus tot 6 december 2013. 423 Brusselse alleenstaanden vulden de enquête in.
= 47%
1
= 53 %
OESO-rapport ‘The Future of Families to 2030’
Gemiddelde leeftijd = 46 jaar 1) 30-40 jaar = 29% 2) 40-50 jaar = 22% 3) 60 + = 20% Opleiding: 76% van de respondenten is hoogopgeleid, waarvan 47% een universitair diploma heeft en 29% een hogeschooldiploma. Beroep: Bediende 8%
2%
6% Ambtenaar 47%
18%
Gepensioneerd 20%
Zelfstandig of vrij beroep Arbeider
Van de werkende alleenstaanden, oefent 93% zijn/haar job voltijds uit. Deeltijds werk, loopbaanonderbreking of andere speciale verloven (zoals bv. ouderschapsverlof) is voor veel alleenstaanden geen optie wegens financieel onhaalbaar.
‘Hoe beoordelen alleenstaanden hun financiële situatie?’ De ondervraagde alleenstaanden drukken hun tevredenheid over hun huidige financiële situatie uit met een gemiddelde score van 6/10, zonder verschillen tussen mannen en vrouwen. We stellen wel een verschil vast tussen alleenstaanden met kinderen, die een gemiddelde score van 5,5 geven, en alleenstaanden zonder kinderen, waar het gemiddelde 6,2 is. Alleenstaanden voelen zich financieel kwetsbaar. Ze staan alleen in voor alle kosten, maar kunnen slechts terugvallen op één inkomen. Feit is dat de Belgische alleenstaande de zwaarst belastte persoon van alle OESO-lidstaten is. Heel wat respondenten verwachten dan ook een meer proportionele fiscaliteit. “Het hele beleid, de hele samenleving lijkt wel georganiseerd op het ideaalbeeld 'koppel met twee kindjes', terwijl dit helemaal niet meer strookt met de realiteit.” (vrouw, 38 jaar) “Voor alleenstaanden is het leven veel te duur. De gewestbelasting is hetzelfde voor families en alleenstaanden. In België wordt beloond: het hebben van (veel) kinderen, een eigen woning, een auto/ver weg wonen van werk, op den buiten wonen.” (Man, 36 jaar)
Bovendien merken we op dat er onder de werkende alleenstaanden ongerustheid heerst over hun financiële situatie vanaf hun pensionering. Wie de rekening maakt en ziet dat er geen of nauwelijks ruimte is om te sparen, weet dat het financieel nog moeilijker wordt met een lager pensioeninkomen. “Ook is het dragen van niet proportionele lasten (huisvesting, agglomeratiebelasting, verwarming, nutsvoorzieningen) moeilijk voor een arbeidsactieve alleenstaande. Dit probleem zal alleen nog maar toenemen na mijn op handen zijnde pensionering.” (vrouw, 63 jaar)
Gepensioneerden vormen een erg kwetsbare groep. Zo’n 20% van de gepensioneerden in België heeft een inkomen dat onder de armoedegrens ligt. De situatie is precair voor 65-plussers die geen eigen woning hebben kunnen verwerven. De Studiecommissie voor de Vergrijzing toonde immers aan dat het bezit van een eigen woning het armoederisico onder gepensioneerden bijna halveert. Een eigen woning is dus de beste vorm van pensioensparen en een belangrijke indicator van welvaart en economische zekerheid (Hoge Raad van Financiën, 2013). Oudere woningbezitters zonder hypotheeklast moeten immers een minder groot deel van hun pensioen spenderen aan woonkosten dan wanneer ze zich zouden moeten wenden tot de marktprijzen. Het woningbezit biedt hen ook de optie om hun woning te verkopen of verhuren in ruil voor een kleinere (huur)woning. Op die manier kunnen ze extra middelen verwerven om hun pensioen aan te vullen of om andere onvoorziene (medische) kosten te financieren. In deze context is de recente afschaffing van de successierechten op de gezinswoning voor de langstlevende partner2 in Brussel van groot belang. Dit moet een einde stellen aan de onaanvaardbare situatie waarbij de Brusselaar die plots alleen komt te staan na het overlijden van zijn/haar partner, de gezinswoning moet verkopen om de successierechten te kunnen betalen. Brusselaars met een klein pensioen en weinig liquide middelen hadden vaak geen andere optie dan de woning te verkopen. De vrijstelling is een belangrijke sociale maatregel.
‘Wat zijn de woonbehoeften van de Brusselse alleenstaanden?’ Huidige woonsituatie versus gewenste woonsituatie 8%
3%
Appartement
13%
Huis 76%
Studio
10% 2% 30%
Appartement 58%
Loft
2
Goedgekeurd door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement op 10 januari 2014.
Huis Loft Studio
12% 48%
Huurder
Huren
52% (Mede)eigenaar
14%
74%
Kopen Geen voorkeur
Meer dan de helft van de respondenten (52%) huurt zijn/haar woning, maar 74% geeft de voorkeur aan het kopen van een woning. Uit onderzoek van ILIV (Kenniscentrum over het belang van thuis) blijkt dat bijna 1 op 2 van de Belgische singles huurder is, terwijl dit bij koppels slechts 1 op 5 is. Ook de Brusselse alleenstaanden hebben duidelijk een baksteen in de maag, maar hun hoge huur- en energiekosten en de beperkte marge om te sparen, bemoeilijken het aanschaffen van een eigen woning. De helft van de alleenstaanden (50%) beschikt momenteel over een woning met 1 (of in geval van een studio geen aparte) slaapkamer, 40% heeft 2 slaapkamers. Hun huidige woning lijkt echter niet hun behoeften te dekken. 68% van de respondenten geeft namelijk aan nood te hebben aan 2 slaapkamers, 20% wenst zelfs 3 of 4 slaapkamers. Slechts 10% van de respondenten zegt aan 1 slaapkamer voldoende te hebben. De grootste groep alleenstaanden (32%) heeft een woning met een gemiddelde bewoonbare oppervlakte van tussen 50-70 vierkante meter. 30% beschikt over een woonst tussen 70-90 vierkante meter, 24% heeft meer dan 90 vierkante meter en 14% heeft minder dan 50 vierkante meter. De nood aan meer slaapkamers en dus meer ruimte verklaart mogelijk waarom 55% van de respondenten het voornemen heeft om de komende jaren te verhuizen. Meer dan de helft van hen (52%) wilt zelfs op korte termijn verhuizen, namelijk binnen 1-2 jaar. Een kwart plant een verhuis binnen 2-5 jaar (26%), de overige respondenten (22%)zien zichzelf pas over meer dan 5 jaar verhuizen. Verscheidene respondenten geven expliciet aan vanaf nu buiten Brussel te zoeken naar een betaalbare woning, ook al verkiezen ze het leven in de hoofdstad. In tegenstelling tot gezinnen die na een aantal jaren in Brussel bewust kiezen voor een huis met tuin in de rand, blijkt het vertrek van alleenstaanden uit de hoofdstad soms een noodgedwongen beslissing te zijn. “Een geschikte koopwoning vinden in Brussel is voor een alleenstaande zo goed als onmogelijk. Ik heb overal gezocht, maar nergens vind ik iets dat groter is dan een studio en dan liggen die nog op drukke plaatsen en zijn ze in bedenkelijke staat. Ik zoek nu buiten Brussel - ook al wil ik hier echt niet weg. Ik ben nu eenmaal Brusselaar in hart en ziel.” (vrouw, 51 jaar) Een andere noodgedwongen oplossing voor veel, vaak jonge, Brusselse alleenstaanden is het delen van een woning met één of meerdere huisgenoten. De alleenstaanden die samen een woning huren, stoten echter op administratieve problemen wanneer ze als een gezamenlijk huishouden worden beschouwd. Dit zorgt voor problemen bij bijvoorbeeld het aanvragen van een premie of sociale
uitkering waarvoor een attest gezinssamenstelling wordt gevraagd. Het is belangrijk om voor deze groep een beter wettelijk fiscaal kader te creëren.
‘Wat doen de Brusselse alleenstaanden in hun vrije tijd?’ Uit de enquêteresultaten blijkt dat alleenstaanden, hoewel 1/2 Brusselse huishoudens een eenpersoonsgezin is, elkaar moeilijk vinden. Ze uiten vooral een behoefte aan ontmoetingen met andere alleenstaanden, zonder amoureuze bijbedoelingen. Het gaat dan om laagdrempelige of kleinschalige activiteiten waar men op een ongedwongen manier nieuwe mensen kan leren kennen en naartoe kan gaan zonder zich ongemakkelijk te voelen. Iets waarmee culturele verenigingen, gemeenschapscentra, gemeenten, … bij het samenstellen van hun cultureel programma rekening kunnen houden. “Alleenstaanden in Brussel vinden elkaar niet echt. Er is geen structuur die de mogelijkheid biedt tot het in contact komen met leeftijdsgenoten die ook nog single zijn zonder dat er daarbij aan 'dating' moet worden gedacht. Gewoon elkaar ontmoeten onder singles is ook leuk.” (vrouw, 54 jaar) De activiteiten waaraan de Brusselse alleenstaanden meer tijd willen besteden indien ze er de mogelijkheid toe hadden, kunnen we voornamelijk herleiden tot op de eerste plaats sportactiviteiten, gevolgd door reizen en culturele activiteiten zoals museumbezoek, toneel, concerten, etc. Op het eerste gezicht zijn dit voor de hand liggende vrijetijdsbestedingen waarvoor iedereen graag meer tijd zou willen. Uit de vrije opmerkingen van de respondenten blijkt echter dat hier niet enkel tijdsgebrek of het gebrek aan gezelschap een rol spelen, maar dat ontspanningsuitgaven vaak ook financieel (te) zwaar wegen. “Aangezien ik alleenstaand ben zonder kinderen, is tijd en de besteding ervan niet het grootste probleem. Het grootste probleem voor mij zijn de financiële lasten.” (vrouw, 38 jaar) “Ik heb tijdens het weekend wel de tijd om de activiteiten te doen die ik zou willen doen, maar niet het geld om het te doen!” (vrouw, 59 jaar) Een andere besparingspost die zeer vaak wordt aangehaald, is huishoudhulp. De helft van de respondenten geeft aan huishoudelijke hulp te kunnen gebruiken, maar verschillenden van hen voegen er onmiddellijk aan toe dat dienstencheques voor hen te duur zijn.
‘Het onveiligheidsgevoel bij vrouwelijke alleenstaanden’ Het valt op dat verschillende alleenstaande vrouwen aangeven zich regelmatig onveilig te voelen in onze hoofdstad, zeker in de context van het openbaar vervoer. Zij voelen zich duidelijk kwetsbaarder dan mannelijke alleenstaanden en dit houdt hen soms zelfs tegen om deel te nemen aan bepaalde avondactiviteiten.
Het aantal reizigers op het Brussels openbaar vervoersnet neemt elk jaar toe. Toch blijft het openbaar vervoer voor veel mensen vanaf een bepaald uur geen optie meer omdat ze zich onveilig voelen. Carla Dejonghe heeft zich steeds ingezet voor meer veiligheid op het openbaar vervoer en lanceerde in deze context verschillende voorstellen. Specifiek voor vrouwen, schoof zij reeds in 2006 het systeem ‘Entre deux arrêts’ naar voor, waarbij vrouwen vanaf een bepaald uur ’s avonds de bus mogen laten stoppen tussen twee haltes om dichter bij huis te kunnen afstappen. Het systeem bestaat in Canada en de Verenigde Staten en droeg daar sterk bij tot de verhoging van het veiligheidsgevoel bij vrouwen op het openbaar vervoer in de stad. Dejonghe pleitte ervoor om dit systeem in Brussel in te voeren, ook voor senioren, wat een unicum zou zijn in Europa. ‘Entre deux arrêts’ werd effectief uitgetest in Brussel, maar dit gebeurde spijtig genoeg op het nachtbusnetwerk Noctis, wat voor een deel voorbijgaat aan de bedoeling van het systeem. Dit is namelijk gericht op het verhogen van het veiligheidsgevoel bij mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer en er frequent gebruik van maken. Noctis rijdt echter enkel in het weekend vanaf middernacht en is vooral gericht op een uitgaanspubliek. Het zou logischer zijn mocht men een bepaalde, moeilijkere zone in Brussel hebben uitgekozen en daar, bijvoorbeeld vanaf 19u30 ’s avonds in de winter, een proefproject organiseren voor onbegeleide vrouwen en senioren. Er werd helaas geen verder gevolg gegeven aan het proefproject, terwijl de nood aan dergelijke pragmatische oplossingen wel degelijk naar voor komt uit de enquête. Het systeem zou trouwens ten goede komen aan alle Brusselse vrouwen en senioren en kan dus ook een groter reizigersaandeel met zich meebrengen.