Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer, Afdeling Goederenvervoer
Perspectieven voor een kleine standaard ladingdrager in de binnenvaart eindrapport, november 1998
///////////////////////////M\
*w Doelstelling Beoordeel de perspectieven voor een kleine standaard ladingdrager in de binnenvaart die aansluit op de marktbehoefte om goederen volgens gewenste logistieke netwerkstructuren te transporteren. Als randvoorwaarden gelden: • Aansluiten op logistiek van actoren in de keten (producenten, weg- en binnenvaarttransporteurs, terminalbeheerders, afnemers). • Succesfactoren op het gebied van handling, transport (weg/water), overslag en besturing onderling afstemmen. • Aansluiting bij Wegen naar de Toekomst1 (studie naar integrale laadeenheid voor met name combinatie weg-spoorvervoer). • Ladingdrager is kleiner dan gangbare continentale/maritieme container.
11
bron: Continentale laadeenheden voor intermodaal vervoer, TRAIL/RUPS, juli 1998
*w Kleinere laadeenheid Verwachte voordelen van een kleinere laadeenheid zijn: • • • • • • •
Elimineren/verminderen handmatige operaties (stuffen, strippen) bij de producent. Verminderen van vertragende handelingen (consolidatie, bundeling) bij de producent en eindafnemer. Vergroten transportmogelijkheden (congestie, milieu) doordat nieuwe transportstromen via binnenvaart kunnen lopen. Samenvoegen van deelstromen in grotere continentale ladingdrager op de overslagterminal. Automatisering overslag wordt mogelijk door standaardisatie van de ladingsdrager en door schaalgroottevoordelen (bij toenemend aanbod). Mogelijk geschikt voor stadsdistributie Er is minder tussenopslag mogelijk van goederen door geautomatiseerde cross-docking van kleine ladingdragers op consolidatiepunten (terminals)
Nadelen zijn: • • •
Extra overslag en opslag van een nieuw type ladingdrager. Dit vergt extra ruimte en handling. Andere overslagmiddelen om de kleine ladingdrager te kunnen oppakken en afzetten. vereist aanpassing logistieke organisatie omdat op andere plaatsen geconsolideerd moet worden.
*w Onderscheid drie netwerkstructuren /. Pijplijn netwerk: lift mee met bestaande binnenvaartdiensten die langs bestaande hoofdvaarwegen lopen door inlandterminals te bouwen t.b.v. containertransport naar Rotterdam of het achterland. Dikke stromen zorgen voor hoge afvaartfrequentie en voldoende volume. 2. Multihub netwerk: dit is gericht op een distributienetwerk via binnenvaartterminals, waartussen regelmatige afvaartfrequenties worden onderhouden.
3. Pointtopoint netwerk:vervoer
tussen 2 dedicated locaties, bijv. een toeleverancier en een producent.
*w Kansrijke goederenstromen D Distributie (grof)
Consolidatie Collectie
(haif)fabrikaten Tijd is geen kritieke factor, frequentie wel. Distributie vindt plaats binnen Benelux, Duitsland en Noord-Frankrijk. Vervoersafstand is relatief lang. Gereed produkt en (half)fabrikaten. wel grofdistributie, geen fijndistributie.
1)
gereed produkt De goederenstroom laat zich consolideren met andere goederenstromen. Geschikt voor standaard laadeenheid • geen afwijkende maten • geen conditionering • geen gevaarlijke stoffen • geen verontreinigende goederen
bron: Standaardiseren door Optimaliseren, fase 1, DHV, juli 1998
Succesfactoren ƒ eisen aan logistiek concept
*w
Producent/afnemer • Handling (intern) • Bezetting laadeenheid • Opslag • Besturing/informatie
T Dienstverlener (weg) • Handling (extern) • Bezetting (wegvoertuig) • Opslag • Besturing/informatie
Logistiek concept
Overig • Wettelijk • Techniek • Trein • Zeevervoer
Dienstver/ener (binnenvaart) • Handling (extern) • Bezetting (schip) • Opslag • Besturing/informatie
*w Maatvoering huidige dragers In onderstaande tabel is de maatvoering opgenomen van ladingdragers die veelvuldig worden gebruikt in de transportketen t.b.v. grofdistributie. Deze maten worden gebruikt om de kleine ladingdrager voor de binnenvaart op af te stemmen. dimensies (in m)
inwendige maat (Ixbxh)
Collomodule Rolcontainer (NEN)
uitwendige maat (Ixbxh) 0,6x0,4x0,4
0,8x0,6xH
Europallet
0,83x0,63xH 1,2xO,8xH
Industriepallet
1,2x1,0xH
20 ft inland container
5,9x2,35x2,39
6,06x2,44x2,59
40 ft inland container
12,0x2,35x2,38
12,19x2,44x2,59
C745 wissellaadbak
7,35x2,44x2,27
7,45x2,55x2,67
trekker-oplegger
13,5x2,44x2,27
13,6x2,55x2,67
combi-wagen (x+y)
15,45x2,45x2,27
15,65x2,55x2,67
<w Vijf concepten Er zijn 5 kleine ladingdragers gedefinieerd die mogelijk in aanmerking komen voor toepassing in de binnenvaart. Deze ladingdragers kunnen in één of meerdere van de netwerkstructuren toegepast worden, hetgeen is aangegeven in onderstaande tabel. De volgorde van de ladingdragers is in toenemende grootte gerangschikt. Op de volgende pagina's worden de 5 ladingdragers nader uitgewerkt. Pijplijn
Multi-hub
A: palletbox
Point-topoint X
B: mini-container
X
X
X
C:stadsbox
X
X
X
D: midbox
X
X
X
E: clickbox
X
*W
Concept A: palletbox Mogelijkheden: •
O OO
o
V
1,22 m
Verstevigd palletframe met afneembare huif of met vaste opbouw. • Insteekgleuven voor vorkheftruck, laadwagen en side-loader. • bezetting 1 europallet (80x 120), 1 industrie pallet (100x120) of max 15 collomodules (60x40x40) • Max. 1000 KG belading • Palletbox mer vaste opbouw is leeg stapelbaar (2 hoog) • Volledig afsluitbaar en weerbestendig
*w Weging palletbox Producent/afnemer + +
Dienstverlener (weg) + 2 hoog vervoerbaar in stellingwagen + max.30 boxen in oplegger (97 %), max. 35 boxen in combi (99 %) - lege box neemt bij reverse logistics veel ruimte in. - extra huif niet echt nodig (box in a box)
+ + + + -
goed hanteerbaar met vorkheftruck, pompwagen te gebruiken op rollenbaan /sorteerinstallatie leeg stapelbaar (2 hoog) Dienstverlener (binnenvaart) past in palletmagazijn + max. 29 palletboxen in 40 ft. automatiseerbaar ISO-container (95 %), max. 14 afsluitbaar in 20 ft.(92 %), max. 18 in lege box neemt relatief veel ruimte C745 wissellaadbak (97 %) in Deslag - sluit niet aan op overslagniet geschikt voor extern systemen (kraan, reachtr.) transport, dus toegevoegde waarde is laag. - veel handling bij collectie/consolidatie.
Overig + 10
-
sluit aan op trein en stadsdistributie palletboxpool moet opgezet worden sluit niet aan op zeevervoer geen zelfst. ladingdrager
*w Concept B: mini-container Mogelijkheden: 1,12m
• •
& T>
<^
• • • • • •
11
Volledig omsloten box met aan lange zijde laaddeur Dwars en langssleuven voor handling vorkheftruck, laadwagen, side-loader. Bezetting: 2 euro's (78 % ), 2 industriepallets (93 %), 16 collomodules (68 %). Vervanger voor palletmaat Volledig afsluitbaar en weerbestendig Onderling koppelbaar t.b.v in/uitschuiven in container Wielstellen/afzetpoten mogelijk leeg: 6 hoog stapelbaar, vol: 4 hoog.
*w Weging mini-container Producent/afnemer +
goed hanteerbaar met vorkheftruck/pompwagen en manueel (indien wielen) + extra opslag (niet inklapbaar) + groter alternatief voor pallets Dienstverlener weg Dienstver/ener binnenvaart + goed te identificeren en + laadbaar vanaf zijkant automatiseren + max 10 mini's in 20 ft.(88 %), + minder handling dan bij pallets - relatief zwaar max 20 in 40 ft. (85 %) - max 22 in trailer (65 %), max 26 op - weinig uitwisselbaar met externe - max 12 in C745 wissellaadbak partijen (bilaterale uitwisseling combi (66 %) (68 %) nodig) - zonder inschuifsysteem minder goed - hydraulisch afzetsysteem veel extra handling (box in a box) laadbaar nodig voor in/uitschuiven ISO container - redelijk veel handling bij collectie/consolidatie Overig + goede aansluiting op trein en stadsdistributie - sluit niet aan op zeevervoer - geen zelfst. ladingdrager 12
*w Concept C: stadsbox Mogelijkheden:
2,15 m 2,15 m 2,55 m
13
• vaste vloer met losse huif: lichte uitvoering, of containerbox met aan 3 zijden roldeuren, • 4 industriepallets (91 %), 5 euro's (91 %) en 100 collomodules (81 %) • vlakke bodemt.b.v. rollenbanen • insteekgleuven voor heftruck (5 ton) en grapplerarmen. • hijsbaar aan aanhaakpunten in bovenvlak (gesloten uitvoering). • volledig afsluitbaar en weerbestendig • evt. te voorzien van opstelpoten en zwenkwielen • vol maximaal 4 hoog stapelbaar
bron: Wegen naar de Toekomst (WnT), project Laadeenheden, juli 1998
<w Weging stadsbox Producent/afnemer +
Dienstverlener weg + + + + +
14
Past inde breedte óp frame (breedte) of in de lengte in de vrachtwagen 6 boxen op oplegger (97 %), 7 boxen op combi (99 %) "doorlaadbaar" t.b.v. laden aan truckdock van de zijkant afneembaar minder handling dan pallets
afstembaar met batchegroottein productiecentra + flexibel door belading aan truckdock, in hal of op vrachtwagen + automatiseerbaar (mits nieuwe Dienstver/ener binnenvaart technieken zich hiervoor aandienen) + hanteerbaar met - extra opslagruimte reachttruck of grappler - 4-ton vorkheftruck nodig + 2 stadsboxen in 20 ft cont. - sluit niet aan op huidige interne (79 %), 4 boxen in 40 ft handling cont. (78 %), - 2 boxen in C745 wissellaadbak (52 %) - weljicht schuifsysteem Overig nodig voor laden box in + sluit goed aan op trein en container stadsdistributie + zowel zelfstandig als als boxin-a-box te gebruiken - sluit niet aan op zeevervoer
*w Hulpmiddel stadsbox: open containerframe
2,7 m
Doel: optimaliseren belading van stadsboxen op binnenvaartschip en vereenvoudigen handling van binnenvaart naar terminal en van terminal naar wegtransport
Mogelijkheden: • • • • • 2,55 m
AA 15
aansluitend op C745 wissellaadbak stijf frame (stevige zijpoten zijn vereist) bezetting 3 stadsboxen (86 %) Compact en ruimtelijk stapelbaar Van 5 kanten belaadbaar door vrachtwagen of kraan • overslag met standaard equipment of rechtstreeks vanaf vrachtwagen
?&•
Wegen open ISO frame Producent/afnemer +
Ontvangt alleen stadsbox en niet het open frame
Dienstverlener weg
Dienstverlener binnenvaart
+ frame ook te gebruiken op vrachtwagen _i_
oliiit oon nn huminn
+
SIUII
aan uu nuiuige
wissellaadbakmaten + compact stapelbaar + containerbox van drie zijden te beladen - alleen zijdelings afzetbaar
Overig + sluit aan op spoor — sluit niet aan op zeevervoer en stadsdistributie - aparte framepool nodig - rel. duur frame nodig i.v.m. 4hoog stapelbaarheid
16
+ handling met standaard overlaad equipment: kraan met catloop, stacker, AGV + hoge bezetting schip + compact stapelbaar - alleen voor omsloten laadeenheden
ConceptD: midbox Mogelijkheden:
/W///////////////////////A 2,7 m
W*
^
+
4,30 m
17
^
• bezetting 10 euro's (100 %) of 8 industriepallets (100 %), of 20 rolcontainers (100%) • vlakke bodem t.b.v. rollenbanen • insteekgleuven voor heftruck (2-weg) en grappler • diverse deurconfiguraties mogelijk • 4 hoog stapelbaar • volledig afsluitbaar en weerbestendig. • hijsbaar via aanhaakpunten aan de bovenkant • verzinkbare opstelpoten (optie)
bron: Wegen naar de Toekomst (WnT), project Laadeenheden, juli 1998
<w
/7////////////////////////A
Weging mid-box Producent!afnemer
Dienstverlener weg + bezetting 3 boxen op oplegger (95 %), en 3 op combi-wagen (83 %) + bij deuren op beide kopse kanten "doorlaadbaar" t.b.v. laden aan truckdock - sluit niet aan op huidige wissellaadbakken
+ te beladen aan truckdock of op vrachtwagen - moeilijk te handelen met gangbare middelen: vorkheftruck, grappler - eventueel extra opslag op terrein nodig van lege boxen Dienstver/ener binnenvaart + past 4 breed in laadruimte + te handelen met standaard equipment - bij smalle constructie: aanpassing schip
Overig + + + — 18
past op of in trein zelfstandige ladingdrager sluit aan op stadsdistributie sluit niet aan op zeevervoer aparte containerpool nodig
<w Concept E: clickbox Mogelijkheden: • • •
2,7 m
V 2,55 m
19
• • • •
gesloten boxen van 3-zijden te beladen door roldeuren 4 industriepallets (83 %), 6 euro's (100 %) en 120 collomodules (78%) insteekgleuven voor heftruck (5 ton) en grapplerarmen. goed afsluitbaar en weersbestendig click-able op hoekpunten of 4 hoog stapelbaar hijsbaar via aanhaakpunten aan de bovenkant
Weging clickbox Producent/afnemer +
Dienstverlener weg +
5 boxen op oplegger (97 %), 6 op combi (100%) + stapelbaar + drie tegelijk overslaan zonder wisselframe - ciicksysteem sluit niet aan op huidige werkwijze
Overslag met vorkheftruck, laadwagen, side loader + Automatiseerbaar + Stapelbaar - Extra ruimtebeslag - relatief zwaar - weinig uitwisselbaar (bilaterale afspraken nodig)
Overig +
aansluiting op spoor en stadsdistributie + zelfstandig ladingdrager - sluit niet aan op zeevervoer - sterk frame nodig 20
Dienstver/ener binnenvaart +
geen aparte ladingdrager nodig + overslag met standaard equipment - Aanpassing scheepsmaten - sluit niet precies aan op wissellaadbak.
Toetsing concepten in workshop Op 21 september 1998 is een workshop gehouden waarin de concepten naar voren zijn gedragen. In de workshop waren aanwezig: J.H.M. Swinkels (Bavaria NV), L. Plompen (Ewals Cargo Care), A. van der Zwaan (Maersk Intermodal Europe), F.J.W.M. Elbert (F. Elbert BV), G. Hoogendoorn (TIP Europe), I. Janssen (Philip Morris Holland BV), C.G. Rennen (BASF BV)
21
Algemene indruk van de deelnemers was dat de behoefte aan een kleine ladingdrager momenteel niet door de markt wordt gedragen. Dit wordt veroorzaakt doordat de meeste verladers geen tot weinig ervaring hebben met binnenvaart en een goede suptrastructuur voor de binnenvaart ontbreekt. Er is zodoende nog te weinig commitment en ervaring om geïntegreerde weg-binnenvaart concepten te ontwikkelen. Zodra de suprastructuur wel is gerealiseerd zullen marktpartijen zelf invulling gaan geven aan nieuwe concepten en de ladingdragers die daarin toegepast kunnen worden.
<w Signalen uit de industrie
22
Een kleine ladingdrager is relatief duurder dan een grote ladingdrager: investeringen per m 3 vervoerd product zijn erg hoog. Kleinere container genereert meer handling en verkeer. Het is dus niet alleen duurder in aanschaf maar ook in gebruik. Indien -in de toekomst- automatische overslagsystemen taken kunnen overnemen, neemt de kansrijkheid van kleine ladingdrager toe. De huidige tendens is dan ook om te zoeken naar grotere ladingdragers dan de continentale ontainer in plaats van kleinere. Voorbeelden zijn 30 voet containers (tussen 20 en 40 voet in, waardoor er 2 op een treinstel passen) en speciale megacontainers voor de papiersector (alleen per schip te vervoeren, niet per as). Producenten vermelden dat planning belangrijker is dan snel kunnen leveren. Binnenvaart heeft zodoende zeker kansen, mits de betrouwbaarheid van de afvaarten maar hoog is. Omslag in denken nodig bij producenten en logistieke dienstverleners: momenteel is binnenvaart nog voor veel bedrijven een onbekend fenomeen en zodoende onbemind. Flexibiliteit bij de terminal is gewenst om in te kunnen spelen op de klanteneisen: voorbeelden zijn flexibiliteit in tijdvensters waarbinnen containers afgeleverd of opgehaald moeten worden, flexibiliteit in opslagduur van containers, flexibele orderafhandeling. Betere infrastructuur nodig: nu is er vaak geen binnenvaartterminal in de buurt van bedrijven, waardoor de optie van binnenvaarttransport eigenlijk direct afvalt.
<w Signalen van dienstverleners Terminal netwerk nodig met relatief hoge dichtheid en flexibiliteit. Logistieke dienstverleners moeten hier flexibel gebruik van kunnen maken om inpassing mogelijk te maken in hun eigen vervoersnetwerken. Liever grotere ladingdrager dan kleinere omdat minder handling hoeft te worden uitgevoerd en zodoende lagere tarieven kunnen worden doorgerekend naar de klant. Het logistiek voor- en natransport moet afgestemd kunnen worden op het binnenvaarttransport. Er is zodoende een vast vaarschema nodig met regelmatige afvaarten. Initiële investering in suptrastructuur moet bij overheid liggen. Marktpartijen kunnen investeren in binnenvaartschepen en containers. Binnenvaart moet goedkoper: besparingen zijn met name te behalen door schaalgrootte en door het overslagproces op de terminals onder het licht te houden. Kleinere ladingdrager zorgt voor veel handling en is een relatief dure container.
23
Concluderend: Waarom geen kleinere ladingdrager? • Relatief dure container • Veel handling noodzakelijk • Geen behoefte aan kleinere ladingdrager, eerder aan een grotere ten behoeve van schaalgroottevoordelen. • Er wordt meer verkeer gegenereerd zowel op de terminal als erbuiten door piekaanvoer vlak voor afvaarten — • dit kan verkeersbelemmeringen opleveren.
24
Wat is wel nodig ter bevordering van de binnenvaart? • Voldoende kades en overslagterminals: flexibiliteit en hoge dichtheid. • Omslag in het denken van producenten en diensverleners: vertrouwen krijgen in logistieke prestaties van de binnenvaart. Dit betekent dat door de overheid en marktpartijen gewerkt moet worden aan imagoverbetering van de binnenvaart. • Varen volgens een vaste dienstregeling met voldoende hoge frequentie. • Aanleg van suprastructuur in de vorm van een netwerk van binnenvaartterminals. De overheid zal hier op landelijk en provinciaal/regionaal niveau invulling aan moeten geven in nauwe samenwerking met gecommiteerde marktpartijen. Een groep van "launching customers" (zijnde grote verladers) is nodig om de terminal voldoende basiscapaciteit te geven. In de praktijk wordt dit ook toegepast (Kampen, Hengelo, Alphen a/d Rijn). • Binnenvaartgerelateerde bedrijven moeten gepromoot worden om zich te vestigen in de buurt van een binnenvaartterminal. Vice versa moeten inlandterminals opgezet worden bij grote -potentiële- gebruikers t.b.v. "launchig customers"-effect.
25
*W
Toekomstbeeld • Vaste dienstregeling om voor/natransport op te kunnen afstemmen • Uitgebreid terminalnetwerk om hoge penetratiedichtheid van potentiële klanten te verkrijgen • Frequente afvaarten om aan doorlooptijd-eisen van gebruikers te kunnen voldoen.
Afvaart 7:00 uur 13:00 uur
Aankomst 15:00 uur 21:00
fvaart 10:00 uur
14:00 uur
26
Colofon
Rapport: Opdrachtgever: Datum: Dossier: Kenmerk: Auteur: Projectleider: Projectmanager: Autorisatie:
27
Perspecitieven voor een kleine standaard ladingdrager Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer 20 November 1998 P3405-01-001 LV-SE984663 R. Rietveld, H. van Oerle, G. Erens A. Wiersma A. Wiersma
Ac