PERSONEELSHANDBOEK Uitgave december 2010

P

ERSONEELSHANDBOEK

Uitgave december 2010

Uitgave: Spindler Installatietechniek B.V. Overschiese Kleiweg 780 3043 LH Rotterdam Postbus 10100 3004 AC Rotterdam tel. 010 - 4675555 fax. 010 - 4673368 e-mail [email protected] web-site www.spindler.nl © Spindler Installatietechniek B.V., December 2010

Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

2

INHOUD Inhoud ...................................................................................................................................... 3 Voorwoord ............................................................................................................................... 6 Algemene regels ....................................................................................................................... 7 Gedragsregels personeel Spindler Installatietechniek B.V

8

Directieverklaring Kwaliteit en VGM ......................................................................................... 9 Kwaliteit (BRL 6000 en Regeling Brandmeldinstallaties)

9

VGM ....................................................................................................................................... 11 Functie, functie-indeling, salaris en variabel loon ................................................................... 12 Werktijden ............................................................................................................................. 12 Overwerk

14

Op welke manieren worden overuren en de toeslag op overuren vergoed?

15

Werkuren en reisuren

15

Moet je elke reisafstand altijd accepteren?

15

Consignatie

17

Vakantie en verlof .................................................................................................................. 17 Vrije dagen

17

Arbozorg en veiligheid ............................................................................................................ 21 Beleid

21

Instructies, beschermingsmiddelen, het Blauwe Boekje

21

Toolbox meetings en werkoverleg

21

Overtredingen

22

Ernstige overtredingen

22

Zeer ernstige overtredingen

23

Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA)

23

Arbo-dienst, PMO en inloopspreekuur, intimidatie en intimiteiten

25

Beleid / procedure betreffende seksuele intimidatie, discriminatie, agressie/geweld en pesten

26

Arbeidsongeschiktheid ........................................................................................................... 27 Melding

27

Aanvulling van salaris

28

Gedragsregels bij arbeidsongeschiktheid

29


3

Reïntegratie ............................................................................................................................ 33 Arbeidsongeschiktheid: arbeidsduurverkorting en vakantie

37

Rookbeleid

38

Diverse regelingen, uitkeringen etc. ....................................................................................... 38 Spaarloonregeling

38

Levensloop

39

Vakantiegeld

40

Penvoorschot

41

Vorstverlet

41

Persoonlijke verzorging, gereedschappen, bedrijfsmiddelen .................................................. 41 Bedrijfskleding en veiligheidsschoenen

41

Elektrisch gereedschap

42

Bedrijfsauto

43

Mobiele telefoon

47

Kantine/personeelsruimte, keet, orde en netheid

47

Internet- en emailgebruik

48

Jubilea

49

Collectieve voorzieningen ....................................................................................................... 50 Vreugde en Verdrietfonds

50

Centraal Beheer.

50

Zorgverzekeringen.

51

Vakantiehuizen

51

Internet Website voor Personeel

52

Tijd- en werkregistratie, personeelsadministratie en dossier .................................................. 52 Informatie, medezeggenschap en overleg .............................................................................. 56 Scholing en ontwikkeling ........................................................................................................ 56 Studiekostenregeling

57

Vergoeding

57

Terugbetalingsregeling

57

Schooltijden

58

Inkomensverzekeringen, pensioen en andere aanvullende verzekeringen .............................. 58 Algemeen


58

4

WGA-hiaat en/of WIA-bodemverzekering

58

ANW-gat

59

Pensioen, eerder met pensioen en pensioenbeleggen

59

Kan ik eerder stoppen met werken? en wanneer?

60

Bijlage : ................................................................................................................................... 64 Regeling Mobiele Telefoon

64

Autoregeling

65

Voorbeeld Berijdersovereenkomst

83

Indexopgave ........................................................................................................................... 86


5

VOORWOORD Spindler Installatietechniek B.V. is opgericht in 1922 als loodgietersbedrijf en inmiddels uitgegroeid tot een middelgroot bouw-installatiebedrijf in de disciplines loodgieterswerk, elektrotechniek, centrale verwarming, ventilatie alsmede onderhoud en service. Organisatorisch is het bedrijf ingedeeld in 4 productieafdelingen en stafafdelingen, t.w. : Productieafdelingen:

Loodgieterswerk en sanitair Elektrotechniek (w.o. brandmeld) Centrale verwarming en luchtbehandeling Service en onderhoud Beveiliging

Stafafdelingen:

Werkvoorbereiding ( tekenkamer en werkplaats ) Calculatie en kopersbegeleiding Inkoop ( w.o. magazijn ) Administratie

Elke productieafdeling staat onder leiding van een bedrijfsleider, ondersteund door één of meer projectleiders.

De missie van Spindler Installatietechniek B.V. is “het leveren van arbeid, hygiëne en comfort op het gebied van water, licht, lucht en warmte in een huis- en werkomgeving”. Deze missie wordt afgebakend door een aantal voorwaarden :


6

-

Het aanbieden van meerdere installatiedisciplines binnen een goed renderende organisatie Continuïteit van Spindler Installatietechniek B.V. (familiebedrijf) Actief in de Randstad vanuit één vestiging Financiële onafhankelijkheid Maximale bedrijfsomvang van 250 werknemers

De voortdurend toenemende vraag naar certificering van kwaliteitseisen en eisen op het gebied van arbeidsomstandigheden, zoals BRL 6000 certificaat en VCA ** certificaat, alsmede de omvang van de onderneming vraagt om een vastlegging van de noodzakelijke spelregels voor alle medewerkers. In dit reglement staan de gezamenlijke regels en arbeidsvoorwaarden zoals deze in ons bedrijf gelden. Ze vormen een leidraad voor ons dagelijks handelen. Dit reglement is een aanvulling op ieders individuele arbeidsovereenkomst en de regels uit de CAO voor de Metaal en Techniek. In een aantal gevallen verwijzen we naar de CAO of andere reglementen en voorschriften. Het is belangrijk om goed kennis te nemen van de in dit boekje opgenomen rechten en plichten binnen onze organisatie. Wanneer een ieder zich bij de uitvoering van zijn taak op optimale wijze inzet binnen de gestelde regels zal Spindler Installatietechniek B.V. zich nog tot in lengte van jaren kunnen manifesteren als een belangrijk bouw-installatiebedrijf in onze regio, waar het prettig is om te werken. December, 2010


7

ALGEMENE REGELS Gedragsregels personeel Spindler Installatietechniek B.V Het bevorderen van de veiligheid is een taak van al het personeel. Via deze weg maken wij, als werkgever, u attent op de volgende algemene regels en voorschriften, waarvan wij verwachten dat u die in acht neemt. Van u wordt in ieder geval verwacht dat: 1. U zich houdt aan de instructies van de projectleider, uitvoerder of leidinggevende monteur, en dat u hun opdracht zorgvuldig zult uitvoeren. 2. U zich op het project te allen tijde kunt legitimeren. 3. U de werkzaamheden zodanig uitvoert dat u, uzelf en anderen niet in gevaar brengt en geen schade veroorzaakt aan werkomgeving en/of aan het milieu. Het is tevens verboden de bodem te verontreinigen (bijv. met terpentine, dieselolie e.d..) 4. U ervoor zorgt dat, direct na beëindiging van de werkzaamheden, u de werkplek in een veilige en nette toestand achterlaat. 5. U op de juiste manier de verplicht gestelde veiligheidsmiddelen gebruikt/draagt. Bij het niet dragen/gebruiken of niet op de juiste manier dragen/gebruiken is de projectleider gerechtigd u, na het niet nakomen van uw verplichting volgend op een waarschuwing, van het project te verwijderen. 6. U op de juiste manier gebruik maakt van gereedschappen, werktuigen, transportmiddelen, klimmaterialen e.d. Zodra u een gebrek constateert dient u dit meteen aan de uitvoerder/ projectleider of zijn/hun plaatsvervanger te melden. 7. U op de juiste wijze de aangebrachte beveiligingen gebruikt en dat u zich vergewist hoe om te gaan met gevarenzones, en dat u nagaat hoe eventueel gebruik te maken van vluchtwegen. 8. U elk ongeval, bijna ongeval of gevaarlijke situatie direct meldt aan de uitvoerder, projectleider en/of hun plaatsvervangers. 9. U actief deelneemt aan veiligheidsinstructiebijeenkomsten en de toolbox-meetings nauwkeurig bestudeerd en tot u neemt. 10. U na het beëindigen van uw werkzaamheden van een bepaalde week de door u gewerkte uren verantwoordt door deze te melden op het weekrapport en dat u deze ter verwerking en goedkeuring instuurt naar de loonadministratie. (binnen 3 dagen na deze week d.m.v. de antwoordenveloppe/fax dienen deze binnen te zijn) 11. U zich tijdig meldt afwezig te zijn in geval van arbeidsongeschiktheid, d.w.z. voor 09.00 uur bij uw projectleider en ook bij de loon- of salarisadministratie. Dit geldt tevens voor de betermelding. 12. Het kan voorkomen dat er klachten zijn. Ga niet in discussie met de persoon die de klacht bij je neerlegt. Informeer naar de inhoud van de klacht en blijf correct handelen, ook al heeft hij naar jouw mening ongelijk. Handel de klacht vervolgens af volgens de voorschriften van ons bedrijf. Als de klacht niet naar tevredenheid van de klager valt op te lossen, waarschuw dan uw projectleider onder vermelding van naam en aard van de klacht of verwijs de klant door naar uw projectleider laat deze dan per ommegaande weten wie een klacht zal indienen en wat de aard van de klacht is.


8

13. Wij delen u voorts mede dat het verboden is op het werk in het bezit te zijn en ook gebruik te maken van drugs en/of alcohol. 14. Tijdens werktijd dient u geen gebruik te maken van uw privé mobiele telefoon. Deze zet u daartoe uit. Het niet naleven van deze gedragsregels kan consequenties hebben voor de met u afgesloten arbeidsovereenkomst en/of uitbetaling van uw salaris.

DIRECTIEVERKLARING KWALITEIT EN VGM Kwaliteit (BRL 6000 en Regeling Brandmeldinstallaties) Het beleid van de directie is gericht op het blijvend voldoen aan de norm “BRL 6000” (=Komo Install) inclusief de gekozen deelgebieden 1, 2, 4, 5, 7, 8 en 16. Het beleid is met name gericht op:  het voldoen aan de eisen van hoofdstuk 5 van de BRL 6000  het uitvoeren van interne kwaliteitsbewaking overeenkomstig hoofdstuk 6 van de BRL 6000  het vervaardigen van ontwerpen die voldoen aan de eisen van paragraaf 3.2 van de BRL 6000 op een wijze overeenkomstig hoofdstuk 4 van de BRL 6000. Uitgangspunt daarbij is dat wordt voldaan aan de met de opdrachtgever overeengekomen afspraken. Het kwaliteitssysteem wordt gezien als het beleidsinstrument tot het voortdurend verbeteren van de voortbrengingsprocessen voor onze producten en diensten.


9

De directie wil het gestelde kwaliteitsniveau bereiken door een integrale en efficiënte beheersing van de bedrijfsprocessen aan de hand van het geïmplementeerde kwaliteitssysteem. Dientengevolge zijn alle medewerkers gebonden te handelen volgens de regels en procedures als verwoord in het kwaliteitssysteem. De directie zorgt voor adequate middelen en geschoolde medewerkers voor de uitvoering van de werkzaamheden en de verificatie van het geleverde kwaliteitsniveau. In het kwaliteitssysteem zijn de eisen geformuleerd die aan de functies worden gesteld. Wij streven naar tevredenheid van onze klanten door een zodanig kwaliteitsborging van onze activiteiten dat deze voldoen aan de normen, eisen en de vanzelfsprekende behoefte van opdrachtgevers, alsmede aan alle algemeen geldende en door de overheid gestelde bepalingen. Wij verklaren ons te conformeren aan de kwaliteitscriteria zoals beschreven in de ‘’Regeling brandmeldinstallaties’’ en de intentie dat ons bedrijf blijft voldoen aan deze eisen. Tevens verklaren wij dat wij aan de voorwaarden zoals omschreven in de norm “Criteria van Toezicht” blijvend zullen voldoen. Doel van het systeem is het veilig, goed en betrouwbaar keuren van bestaande elektrotechnische installaties, die voldoen aan alle van toepassing zijnde normen en voorschriften. Om een betere uitvoering van de werkzaamheden te garanderen en ter verbetering van de informatie en communicatie, is ons kwaliteitsbeleid aan het personeel bekend gemaakt en wel op een wijze dat erop vertrouwd kan worden dat men de norm ook begrijpt en in de praktijk ernaar zal handelen. Er zal begeleiding plaatsvinden bij de uitvoering van het beleid


10

VGM De directie verklaart dat haar beleid erop gericht is te voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM) zoals omschreven in de Arbo-wet, de VCA norm (versie 2008/05) en de gestelde eisen van opdrachtgevers. Het streven is om optimale veilige arbeidsomstandigheden te bereiken voor al onze medewerkers en derden waardoor de veiligheid en de gezondheid van de medewerkers zoveel mogelijk gewaarborgd zijn en waardoor het welzijn van hen zoveel als mogelijk wordt bevorderd. Dit streven is het doel van beleid teneinde een zo groot mogelijke bescherming te bieden aan de individuele persoonlijkheden ter voorkoming van persoonlijk letsel. Daartoe spant de bedrijfsleiding zich in om al het mogelijke te doen ter voorkoming van materiële en milieuschade. De voorbereiding en uitvoering van het VGM-beleid is onderwerp van overleg in zowel het vertegenwoordigend als het reguliere overleg in de lijn- of staforganisatie. Bij alle beslissingen en bij de dagelijkse bedrijfsvoering vinden afwegingen plaats, waarbij genoemde uitgangspunten getoetst dienen te worden. De directie realiseert zich dat de hieraan verbonden inspanningen offers vragen t.a.v. de bedrijfsvoering en dat zij de middelen en wegen beschikbaar stelt om deze doelstellingen te bereiken. Dit houdt o.a. in dat de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen zonder kosten voor werknemers beschikbaar worden gesteld en dat deze gratis worden onderhouden. Daarnaast streven wij continu naar een verbetering van het beleid en de uitvoering op het gebied van VGM. Daarvoor worden jaarlijks doelstellingen geformuleerd. Het beleid voor VGM is volledig geïntegreerd in het ondernemingsbeleid en wordt op basis van gelijkwaardigheid afgewogen met het overige bedrijfsbeleid. De geformuleerde doelstellingen zijn van gelijke importantie als andere ondernemingsdoelstellingen. De directie maakt dit beleid en de daaruit volgende afspraken in de organisatie bij alle medewerkers bekend, waarbij alle medewerkers een gelijke verantwoordelijkheid dragen voor het beperken van ongevallen binnen onze organisatie. Teneinde het beleid kwaliteit en VGM en de doelstellingen te realiseren richt de directie zich op een blijvend stimuleren van de motivatie van alle medewerkers. De directie verklaart verantwoordelijk te zijn voor de uitvoering, bewaking en besturing van het vastgestelde beleid kwaliteit en VGM en zal deze om de drie jaar herzien. Rotterdam, 1 december 2008 De directie van Spindler Installatietechniek B.V.

……………………………. De heer R. Spindler Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

11

FUNCTIE, FUNCTIE-INDELING, SALARIS EN VARIABEL LOON Functieomschrijving Elke medewerker ontvangt een functieomschrijving waarin staat wat je plaats is in de organisatie, welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden daarbij horen en wat de functie-eisen zijn. Een maal per jaar wordt gecontroleerd of de functieomschrijving nog klopt en welke aanpassingen nodig zijn. Functie-indeling en salarisgroep Iedere werknemer ouder dan 23 jaar is ingedeeld conform de functieclassificatie uit het Handboek Functie-indeling voor de Metaal en Techniek. Indeling vindt hierbij plaats op o.a. complexiteit, zelfstandigheid, afbreukrisico en fysieke aspecten van de betreffende functie. Als er zich belangrijke veranderingen in je functie voordoen, bijvoorbeeld omdat er taken bijkomen of afgaan, zal je functie opnieuw ingedeeld worden. De indeling in een functiegroep is tevens bepalend voor de salarisgroep die van toepassing is. Indien u van functie veranderd wordt u hieromtrent ingelicht. Salarisvaststelling en verhoging in verband met functiejaren, functioneren en leeftijd Jaarlijks worden de salarisaanpassingen in verband met de toekenning van functiejaren en het functioneren vast gesteld. Onder een functiejaar verstaan we het aantal jaren dat je na je vakvolwassen leeftijd, je functie bij ons uitoefent. In overleg kunnen wij fictieve jaren toekennen. Een salarisverhoging in verband met functiejaren wordt automatisch toegekend, zolang de werknemer nog functiejaren te gaan heeft en zijn/haar salaris niet al boven de CAO-tabel ligt. Een werknemer jonger dan de vakvolwassen leeftijd van 23 jaar krijgt op basis van zijn leeftijd een salarisaanpassing. Functioneringsgesprekken Tenminste 1 x per jaar voer je een functioneringsgesprek met je leidinggevende. Je bespreekt dan hoe je functioneert en hoe de samenwerking met collega's en de leiding verloopt. Het doel van dit gesprek is om te kijken hoe het gaat en waar verbeteringen nodig of wenselijk zijn en welke mogelijkheden voor verdere ontwikkeling en opleiding er zijn. Er worden afspraken gemaakt en deze worden schriftelijk vastgelegd. Je leidinggevende vraagt je voor akkoord te tekenen, waarna je zelf een kopie krijgt. Een andere kopie wordt in je dossier bewaard.

WERKTIJDEN Met betrekking tot de bedrijfstijd, de arbeidsduur en de werken rusttijden hebben wij te maken met de Arbeidstijdenwet en de betreffende artikelen uit de CAO voor de Metaal en Techniek.


12

De volgende werktijden worden binnen ons bedrijf gehanteerd: Kantoor : met een half uur lunchpauze van

08.30 uur - 17.00 uur 13.00 uur - 13.30 uur.

Bouwplaats : 07.00 uur Begin werktijd. Dit betekent niet alleen aanwezig zijn op de bouw, maar aanvang werkzaamheden. 09.00 – 09.20 uur 1e pauze 13.00 – 13.25 uur 2e pauze 15.45 uur Einde werktijd. Op sommige projecten kunnen afwijkende pauzes gehanteerd worden waardoor het tijdstip van einde werk kan verschuiven. Indien de aannemer het voor u onmogelijk maakt 8 uur per dag uw arbeid te verrichten, dient u dit te melden aan uw projectleider. Het kan echter niet zo zijn dat er minder dan 8 uur per dag wordt gewerkt. Verder dient het lopen, roken en privé bellen in werktijd tot een uiterste noodzaak beperkt te worden. Uw privé mobiele telefoon zet u tijdens werktijd uit. In onze onderneming geldt een normale wekelijkse arbeidsduur van 40 uur met daarnaast een arbeidsduurverkorting van 13 dagen per kalenderjaar (2010).

Werk afronden Incidenteel komt het voor dat diensttijd tot 30 minuten kan uitlopen om de werkzaamheden van die dag ordentelijk af te ronden. In dergelijke gevallen telt de extra gewerkte tijd niet mee voor de loonbetaling. Als dat nodig en van toepassing is draag je het werk goed over aan collega's of ben je je collega's aan het eind van de werkdag behulpzaam bij het opruimen en afsluiten.


13

Later beginnen of eerder eindigen Je hebt toestemming van de leiding nodig wanneer je om persoonlijke redenen eerder of later met je werkzaamheden wilt beginnen of stoppen.

Overwerk Wanneer buiten het dienstrooster wordt gewerkt en de afronding van het werk een half uur of langer in beslag neemt en de uitvoering ervan noodzakelijk is, is sprake van overwerk. Overwerk wordt verricht, nadat de leidinggevende daartoe na overleg met de werknemer de opdracht geeft. Bij de opdracht tot overwerk wordt zo veel als mogelijk en redelijk is, rekening gehouden met de eventuele zorgverplichtingen van de werknemer. Je zult niet verplicht worden meer dan 10 uren per periode van 4 weken over te werken. Als meer uren overwerk nodig is, zal dat in overleg tussen leidinggevende en werknemer worden afgesproken. Voor het verrichten van overwerk is de goedkeuring nodig van de leidinggevende/directie, tenzij je bevoegd bent om zelf te beslissen of overwerk nodig is. Bij calamiteiten kan je in alle gevallen verplicht worden tot overwerk. Een calamiteit is bijvoorbeeld dat er boetes dreigen in verband met een boeteclausule, bij onevenredige schade voor de opdrachtgever/derden of het eigen bedrijf als werkzaamheden niet worden uitgevoerd. Wanneer jij niet kunt of wilt overwerken, en je collega chauffeur of de meerderheid van de groep wel overwerkt, dan verzorgen wij geen vervangend vervoer. Overwerkvergoeding Wanneer je buiten het dienstrooster werkt en overuren maakt, heb je recht op een overwerkvergoeding, tenzij de vergoeding reeds inbegrepen is in het periodeloon. De vergoeding bedraagt het uurloon plus een toeslag, en wordt in de CAO uitgedrukt in een % van het maand of periode loon. Hierna geven we de vergoedingen weer: Buiten dienstrooster De eerste 2 overuren, direct voorafgaand of volgend op het dienstrooster inclusief evt. rusttijd De voorgaande of volgende uren Overuren die later (na de dienst aanvangen) of tenminste 3 uur voorafgaand aan de volgende dienst aanvingen Op zaterdag, zondag of een feestdag

Uurloon plus toeslag in % 50 % 50 % 50 %

100 %

In geval van consignatie geldt dus een ander werkrooster en gelden bovenstaande vergoedingen niet. Reisuren worden niet als overwerk beschouwd. Voor die uren gelden aparte vergoedingsregelingen.


14

Op welke manieren worden overuren en de toeslag op overuren vergoed? De CAO kent 3 manieren waarop overuren en toeslagen op overuren vergoed kunnen worden:  Beiden in geld (loon)  Beiden worden omgezet in pensioenbeleggen  De overuren worden vergoed in betaalde vrije tijd, de toeslagen in geld of door storting naar pensioenbeleggen. In dit geval kan je maximaal 10 dagen in vrije tijd claimen. Voor meer vrije tijd is onze instemming nodig. In overleg kunnen we besluiten om de toeslag ook in vrije tijd te vergoeden. In principe bepaal jij hoe je het overwerk vergoed wil hebben. Dat moet je wel op voorhand, bij ingang van het kwartaal, bepalen en schriftelijk laten weten. Een negatief saldo aan snipper- en/of adv-uren zal in eerste instantie gecompenseerd dienen te worden door het verrichtte overwerk.

Werkuren en reisuren Werkuren Onder werkuren verstaan we de tijd die je tijdens een dienst op de werkplek of locatie aanwezig moet zijn. De aanwezigheid op de werkplek, ook als er niet wordt gewerkt, wordt gezien als arbeid. Een pauze, ook al wordt deze op de werkplek genoten, geldt niet als arbeidstijd. Het woon-werkverkeer valt niet onder arbeid. Het vervoer vanuit huis naar de werkplek of van de werkplek naar huis is geen arbeid. Word je verplicht eerst naar het bedrijf te komen om instructies of om materialen of gereedschappen op te halen of te brengen, is het vervoer tussen bedrijf en werkplek arbeid, tenzij de totale reistijd een half uur of minder in beslag neemt. Het vervoer waarbij gezamenlijk wordt gereisd, ook al is dat in een bedrijfsauto, waarbij je niet verplicht wordt eerst naar het bedrijf te komen, is geen arbeidstijd. Het vervoer van de ene naar de andere werkplek tijdens een dienst komt voor vergoeding in aanmerking.

Moet je elke reisafstand altijd accepteren? Het komt voor dat er projecten worden aangenomen, die lange reistijden met zich meebrengen. In principe moet je deze langere reistijden accepteren als de werkzaamheden worden uitgevoerd in het gebied waarvoor je bent aangenomen. Is er in dat gebied geen werk voorhanden, maar wel in een plaats daarbuiten, dan kunnen wij van je verlangen bij wijze van uitzondering en niet langer dan nodig is op een grotere reisafstand te gaan werken. Reisurenregeling Voor de berekening van de reistijd gaan wij uit van de tijd die het volgens de routeplanner langs de meest gangbare route kost. De werkgever stelt de reistijd vast. Van deze tijd wordt de normale reistijd tussen woonplaats en de standplaats Rotterdam van ons bedrijf afgetrokken. In de praktijk geldt als minimale eigen reistijd een 1/2 uur enkele reis oftewel 1 uur per dag.


15

Bijvoorbeeld: Je doet normaal gesproken 15 minuten over de reis tussen je woonhuis en ons bedrijf. Voor een verder gelegen karwei moet je 1,5 uur per dag reizen. Ten opzichte van de minimale eigen reistijd van een 1 uur per dag, heb je nu recht op een half uur reistijdvergoeding. De reisuren worden aldus per werk vastgesteld. Deze reisuren behoeven niet op het weekrapport vermeld te worden, deze worden automatisch uitbetaald. Ter indicatie volgt hier een globale indeling : Geen reisuren Berkel-Rodenrijs, Capelle a/d IJssel, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen 0,5 reisuur per dag Delft, Den Haag, Dordrecht, Hendrik Ido Ambacht, Leiden, Papendrecht, Rhoon, Rijswijk, Spijkenisse, Westland 1 reisuur per dag Alphen a/d Rijn, Breda, Utrecht, Vianen


16

Consignatie In verband met storingen of calamiteiten aan de installaties, waarvoor wij een onderhouds/servicecontract hebben afgesloten met klanten, maakt voor een aantal werknemers de wachtdienst onderdeel uit van de werkweek. Een wachtdienst vangt aan op vrijdagmiddag 17.00 uur en duurt 7 dagen, dat wil zeggen tot de eerst volgende vrijdag om 17.00 uur. Tijdens de vakantieperiodes kan de dienst hiervan afwijken. Als de wachtdienst leidt tot overwerk, kan dit niet verplicht gesteld worden voor werknemers van 55 jaar en ouder of jonger dan 18 jaar. Indien dit echter wel wenselijk is geldt het volgende: Als iemand ouder dan 55 jaar of jonger dan 18 jaar een wachtdienst heeft gedraaid waarin hij ook daadwerkelijk arbeid heeft moeten verrichten, wordt deze tijd in "mindering" gebracht op de resterende werktijd die hij in die week moet werken. Uiteindelijk wordt dan dus gewoon 40 uur in die week gewerkt. Ter compensatie van de gemaakte kosten tijdens de wachtdienst wordt een bruto vergoeding verstrekt. Voor de vergoeding van gewerkte uren tijdens de wachtdienst verwijzen wij u naar het onderwerp "Overwerk".

VAKANTIE EN VERLOF Vrije dagen Snipperdagen. Elke medewerker die een volledig jaar in dienstbetrekking is heeft recht op 24 dagen vakantie. Hiervan zijn er 15 dagen bestemd voor de collectief vastgestelde bouwvakvakantie.

Algemeen. Medewerkers van 50 jaar en ouder die op 30 juni, respectievelijk 31 december 6 maanden onafgebroken in dienst zijn geweest hebben recht op extra snipperdagen, n.l. - anderhalve vakantiedag indien hij alsdan 50 jaar of ouder is; - twee vakantiedagen indien hij alsdan 55 jaar of ouder is; . - drie en een halve vakantiedag indien hij alsdan 57 ½ jaar is; - vijf vakantiedagen indien hij alsdan 58 jaar of ouder is; - zes vakantiedagen indien hij alsdan 60 jaar is; - zes en een halve vakantiedag indien hij alsdan 61 jaar is; - zeven vakantiedagen indien hij alsdan 62 jaar is; - zeven en een halve vakantiedag indien hij alsdan 63 jaar is; - acht vakantiedagen indien hij alsdan 64 jaar is. Voorbeeld: Een medewerker die op 25 mei 50 jaar wordt, heeft met ingang van 1 juli recht op 1½ extra snipperdag per half jaar. Dus over de periode 1 juli t/m 30 juni bouwt deze medewerker 24 + 3 is 27 snipperdagen per jaar Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

17

op. Werd de bedoelde medewerker 55 jaar op 25 mei dan betreft het recht op extra snipperdagen 4 dagen per jaar.

ADV-dagen. Voor 2010 is het aantal ADV-dagen vastgesteld op 13. Deze dagen zijn collectief vastgesteld evenals een aantal snipperdagen (monteurs). Niet opgenomen ADV-dagen in verband met dringende werkzaamheden blijven staan. Bij ziekte gedurende een vastgestelde ADV-dag geldt dat het recht op deze ADV-dag vervalt. Medewerkers die in de loop van het jaar in diensttreden volgen gewoon het rooster van de nog niet opgenomen vastgestelde ADV-dagen. Niet opgenomen snipper- en/of ADV-dagen dienen uiterlijk twee jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak op vakantie is ontstaan te zijn opgenomen. Daarna vervallen deze.

Overige verlofdagen. Ingevolge de CAO-bepalingen voor Metaal en Techniek worden bij de volgende gelegenheden doorbetaalde verlofdagen gegeven: 4 dagen aaneengesloten bij: - overlijden van levenspartner, inwonend kind of pleegkind. 2 dagen aaneengesloten bij: - huwelijk of geregistreerd partnerschap van de werknemer 1 dag bij: - bevalling van de levenspartner. - adoptie door de werknemer - huwelijk van een ouder, ouder van levenspartner, kind, kleinkind, broer, zuster, broer en/of zuster van de levenspartner. - overlijden van een ouder, levenspartner van de ouder, ouder van levenspartner, nietinwonend kind of pleegkind, broer of zuster. - bijwoning van de begrafenis of crematie van een ouder, levenspartner van de ouder, ouder van de levenspartner, niet inwonend-kind of pleegkind. broer of zuster. - overlijden of bijwoning van de begrafenis of crematie van een grootouder van de werknemer of van diens levenspartner, kleinkind, schoonzoon, schoondochter, broer en/of zuster van de levenspartner, alsmede de levenspartner van (laatstgenoemde) broer of zuster - 25-jarig en 40-jarig huwelijksfeest v.d. werknemer. - keuring voor verplichte militaire dienst. - professie van een kind, broer of zuster of priesterwijding van een kind of broer. - 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksfeest van de ouders, c.q. van de ouders van de levenspartner.


18

Snipperdagen(uren) Inzake snipperdagen(uren) gelden de volgende regels :  Alle aanvragen voor een snipperdag(uur) dienen ruimschoots VOORAF met de verantwoordelijke project/bedrijfsleider te worden opgenomen. Deze aanvraag zal dan worden beoordeeld o.a. op het saldo snipperuren voordat er eventueel toestemming voor wordt verleend.  Een zonder toestemming van uw project/bedrijfsleider opgenomen snipperdag(uur) zal als onbetaald verlof worden geboekt.  Voor personen met een negatief saldo groter dan 40 uur geldt dat indien er om wat voor reden dan ook een snipperdag(uur) wordt opgenomen deze geboekt zal worden als onbetaald verlof.  Indien uw negatieve saldo groter is dan 40 uur zal in overleg met uw project/bedrijfsleider een regeling worden opgesteld om dit negatieve aantal weer om te buigen naar een positief aantal.  Aanvragen voor een verlenging van reeds vastgestelde vakanties zullen niet gehonoreerd worden. Dit betekent dus dat de bouwvakvakantie maximaal 4 weken is en de kerstvakantie maximaal 2 weken.  Het buiten deze vastgestelde vakanties opnemen van snipperdagen zal gemaximeerd worden tot 1 week.

Overloop uren Aan het begin van elk jaar wordt vastgesteld wat het saldo is (hoeveel uren of dagen aan vakantierechten je nog over hebt of tekort hebt). In overleg wordt bepaald op welke wijze deze dagen/uren zullen worden genoten. Vakantieperiode Je hebt recht op een aaneengesloten vakantie van 21 kalenderdagen, tenzij het bedrijfsbelang zich hiertegen verzet. In dat geval heb je tenminste recht op een aaneengesloten vakantie van 14 dagen. Voor een langere vakantie heb je de toestemming van de directie nodig, onder voorwaarde dat je vakantietegoed toereikend is. De vakantie wordt vastgesteld door de directie. Om er zeker van te zijn dat we voldoende bezetting hebben in de vakantieperiodes en om een ieder zoveel mogelijk tegemoet te komen in zijn wensen, wordt er in ons bedrijf een vakantierooster opgesteld in samenspraak met de medewerkers. Collectieve vakantie en dagen vanwege bedrijfssluiting In verband met onze gebondenheid aan de bouw zijn er in ons bedrijf een aantal periodes waarin ons bedrijf gesloten is en de werknemers collectief vakantie of collectief vrij genieten. Deze periodes worden vastgesteld: gedurende de zomervakantie: 4 weken (2010) in de periode rond kerstmis en nieuwjaar: 2 weken op de vrijdag na Hemelvaartsdag carnavalsdagen De bepaling van deze dagen kan verschillend zijn voor nieuwbouwafdelingen, burgerwerk en kantoor. Jaarlijks en uiterlijk in de maand december van enig jaar worden de collectieve


19

vakanties of verlofdagen vastgesteld en bekendgemaakt voor het volgende jaar. Daarnaast kan de directie in verband met nationale feestdagen, besluiten een extra collectieve dag vast te stellen. Overige verlofregelingen Ten aanzien van het recht op kort verlof met behoud van loon staan de rechten gespecificeerd in de CAO. Een beroep op het vakbondsverlof, ouderschapsverlof, het zorgen educatief verlof en het palliatief verlof zullen wij positief tegemoet treden. Bij de toekenning of toewijzing zullen wij uiteraard rekening houden met de bedrijfs en organisatorische omstandigheden en het belang van continuïteit in onze dienstverlening. Bezoeken aan huisarts, etc. Bezoeken aan een huisarts, tandarts of medisch specialist e.d., plan je zoveel mogelijk buiten de werktijd. Als dat niet mogelijk is, dient het bezoek zoveel als mogelijk aan het begin of einde van de werkdag plaats te vinden. Het salaris over de tijd die benodigd is voor doktersbezoek zal tot een maximum van twee uur doorbetaald worden, voor een bezoek aan de specialist geldt een maximum vergoeding van vier uur. Het maximum aantal uren dat aldus vergoed zal worden bedraagt acht uur op jaarbasis. Vergoeding vindt plaats onder de voorwaarde dat je een schriftelijke bevestiging van je bezoek aan de arts aan de leidinggevende en/of personeelsadministratie overlegt. De overige uren, waarin je vanwege deze bezoeken afwezig bent, worden met je verloftegoed verrekend. Kort verlof met behoud van loon In de CAO staat in welke gevallen je recht hebt op kort verlof met behoud van loon. Een beroep op dit recht wordt slechts gehonoreerd als je bewijsstukken kunt laten zien waaruit blijkt dat er recht bestaat op kort verlof met behoud van loon. Zodra je weet op welke dag(en) je recht hebt op dit verlof, moet je dit melden bij de leiding.


20

ARBOZORG EN VEILIGHEID Beleid In onze onderneming voeren we een actief beleid op het gebied van de arbeidsomstandigheden en veiligheidsbeleid met het doel ziekte en arbeidsongeschiktheid te voorkomen en te beperken. Om dat te bereiken hebben we een Risico-inventarisatie en evaluatie uitgevoerd, die gecontroleerd is door onze Arbo-dienst. Zodoende weten we waar we in ons werk risico's lopen en welke maatregelen en acties nodig zijn om daar verantwoord mee om te gaan.

Instructies, beschermingsmiddelen, het Blauwe Boekje Bij indiensttreding, bij een verandering van het werk en bij nieuwe opdrachten ontvang je instructies, voorlichting en zo nodig persoonlijke beschermingsmiddelen. Je ontvangt ook een exemplaar van het blauwe boekje waarin een uitleg gegeven wordt over het veilig, gezond en milieutechnisch verantwoord werken in de installatietechniek.

Toolbox meetings en werkoverleg Maandelijks worden er toolbox meetings verstrekt, waarna u na bestudering op een lijst voor gezien moet tekenen. Deze lijst wordt geretourneerd naar kantoor en daar geadministreerd en gearchiveerd. Tijdens werkoverleg wordt met elkaar gesproken over de navolging van de regels en de wijze waarop we optimaal veilig en gezond kunnen werken, mede naar aanleiding van de die maand verstuurde toolbox meeting. Op deze bijeenkomsten en op de toolbox meetingformulieren kun je suggesties doen voor verbetering van de arbeidsomstandigheden of de wijze waarop beter met de regels, instructies en beschermingsmiddelen omgaan. Onveilige situaties melden Daarnaast heb je te allen tijde het recht en de morele plicht om onveilige situaties te signaleren bij je leidinggevende of de directie. Als je vindt dat er geen goede maatregelen worden genomen om de situatie te verbeteren, heb je het recht de arbeidsinspectie te waarschuwen. Hulp bij ongevallen Als zich een ongeval voordoet, schakel je de dienstdoende bedrijfshulpverlener in of laat hem inschakelen. Deze verleent eerste hulp en zal indien nodig professionele hulpverleners alarmeren. Indien geen BHV'er aanwezig is, dien je in ernstige situaties professionele hulpverlening te alarmeren.


21

Sancties op het niet naleven van de veiligheidsregels en voorschriften

Overtredingen Als je je niet houdt aan de gegeven regels en voorschriften ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu, krijg je een mondelinge waarschuwing en wordt je gevraagd je gedrag te corrigeren; Overtreed je deze regels opnieuw, dan zal je leidinggevende jou daarop aanspreken en een tweede waarschuwing geven. Hiervan wordt aantekening gemaakt in het persoonlijk dossier van de werknemer. Je ontvangt een schriftelijke bevestiging. Wanneer je binnen 3 maanden, gerekend vanaf de dag dat de tweede waarschuwing werd gegeven, opnieuw schuldig maakt aan een zelfde overtreding, ontvang je een tweede schriftelijke waarschuwing met een verjaringstermijn van een half jaar. Vindt binnen een termijn van een half jaar gerekend vanaf de tweede schriftelijke waarschuwing wederom een overtreding plaats, dan leggen we je een boete van € 100,00 op. Deze boete komt ten goede van het Vreugde en Verdriet Fonds. Er geldt nu een verjaringstermijn van 1 jaar. Een hierop volgende overtreding binnen 1 jaar wordt beboet met € 150,00. Ook deze boete komt ten goede van het Vreugde en Verdriet Fonds. Bij een voortduren van overtredingen zullen we een passende procedure tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst volgen.

Ernstige overtredingen Onder ernstige overtredingen verstaan we het zich niet houden aan de algemene en bijzondere verplichtingen uit artikel 11 van de Arbo-wet en de betreffende veiligheidsregels, als gevolg waarvan gevaar kan ontstaan voor de werknemer zelf of anderen. Bij de eerste ernstige overtreding krijg je een schriftelijke waarschuwing. Deze waarschuwing kent een verjaringstermijn van een 1/2 jaar. Wanneer je binnen een half jaar wederom een ernstige overtreding begaat, dan volgt een tweede schriftelijke waarschuwing plus boete. Als sanctie wordt een boete van € 200,00 opgelegd. Deze boete komt ten goede van het Vreugde en Verdriet Fonds. Deze waarschuwing kent een verjaringstermijn van 1 jaar. Maak je binnen 1 jaar na de tweede waarschuwing opnieuw een ernstige overtreding, dan zal je je bij de directie dienen te verantwoorden. Wij zullen dan een passende sanctie opleggen, te weten een waarschuwing plus een boete van € 250,00, ten bate van het Vreugde en Verdriet Fonds of beëindiging van het dienstverband. Deze verjaringstermijn bedraagt 1 jaar. Maak je je binnen 1 jaar na ontvangst van de laatste schriftelijke waarschuwing opnieuw schuldig aan een ernstige overtreding, dan zullen wij acties ondernemen ten einde het


22

dienstverband met onmiddellijke ingang te eindigen.

Zeer ernstige overtredingen Onder een zeer ernstige overtreding wordt verstaan dat de werknemer zich niet houdt aan de algemene en bijzondere verplichtingen en als gevolg waarvan acuut gevaar ontstaat voor de werknemer of anderen en waarbij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de werknemer de (eventuele) gevolgen van zijn overtreding had kunnen voorzien. In een dergelijk geval dien je je terstond bij de directie te verantwoorden. Zo nodig zal in samenspraak met de Veiligheidscoördinator of inspecteur de situatie nader worden onderzocht. Als voorlopige maatregel word je maximaal 5 dagen geschorst zonder behoud van loon. Afhankelijk van de ernst van de situatie en de toedracht zal een zeer ernstige waarschuwing of een onmiddellijke beëindiging van het dienstverband volgen ingaande het moment van schorsing. De zeer ernstige waarschuwing kent een verjaringstermijn van 2 jaar. Wanneer je binnen 2 jaar opnieuw een zeer ernstige overtreding maakt, zullen wij acties ondernemen om het dienstverband met onmiddellijke ingang te beëindigen.

Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) Doel Het doel van een LMRA is het identificeren van de gevaren op de eigen werkplek en het elimineren van risico’s en gevaarlijke omstandigheden, die tot een incident kunnen leiden. Er wordt dus niet begonnen met het werk, als de gevaren niet geëlimineerd kunnen worden en de risico’s niet beheerst zijn. Kortom, het is beter vooraf nog eens goed na te denken over eventuele gevaren, in plaats van de gevolgen van deze gevaren te ervaren. Wat is het? Een LMRA is een korte risico-beoordeling die uitgevoerd wordt door degene die de werkzaamheden daadwerkelijk gaat verrichten. Voor het uitvoeren van een LMRA hoeft geen formulier te worden ingevuld en te worden gearchiveerd. Het uitvoeren van een Laatste Minuut Risico Analyse hoeft niet langer dan een minuut te duren. Het gaat erom dat je vlak voor dat je met het uitvoeren van de taak begint, nadenkt over de risico’s, deze eventueel wegneemt of aanvaardbaar maakt. Een LMRA wordt op ieder moment van elke dag, op de werkplek en direct voor aanvang van de werkzaamheden uitgevoerd. Dus niet alleen nadat de standaard voorzorgsmaatregelen zijn genomen, maar ook bij verandering van de werkzaamheden en omstandigheden, na een voorval en/of korte werkonderbreking. Ondanks alle voorzorgmaatregelen in de vorm van procedures, werkinstructies, werkvergunningen, kan op elk moment de situatie veranderen, die andere risico’s met zich meebrengt of kunnen risico’s over het hoofd zijn gezien. Waar het om gaat is dat je op het laatste moment voor aanvang van je taak een laatste check doet van de risico’s. De risico’s kunnen voortkomen uit de werkzaamheden zelf, de werkplek, de werkomgeving, de werkcondities, de werkcomplexiteit en de milieu-aspecten en kunnen per seconde veranderen.


23

Stappenplan Een LMRA wordt in drie stappen doorlopen: 1. Beoordelen van de risico’s Welke risico’s zijn bij het uitvoeren van de werkzaamheden, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, nóg aanwezig? Vraag je zelf af wat je tijdens het uitvoeren van de taak kan overkomen. Wat is de kans dat het risico zich voordoet en wat is het effect ervan? 2. Bepalen van de maatregelen Welke maatregelen kunnen worden genomen om de nog aanwezige risico’s weg te nemen of aanvaardbaar te maken. 3. Uitvoeren van de maatregelen Voer de maatregelen, die nodig zijn om de nog aanwezige risico’s weg te nemen of aanvaardbaar te maken, uit. Zorg dus dat de werkzaamheden veilig kunnen worden uitgevoerd. Hieronder is een voorbeeld van een ‘geheugensteuntje’ afgebeeld.

VOORDAT U GAAT WERKEN, CHECK OF HET VEILIG KAN 1. Wat moet ik gaan doen? 2. Zijn werken veiligheidsmaatregelen met mij duidelijk besproken? 3. Heb ik gekeurd gereedschap en middelen? 4. Heb ik de juiste PBM’s? 5. Is de werkomgeving veilig? 6. Is de werkomgeving onveranderd nadat ik weg ben geweest ? 7. Kan ik 2 risico’s noemen die optreden als ik mij niet aan de voorschriften houd?


STA STIL BIJ UW VEILIGHEID EN DIE VAN UW OMGEVING 1. Start het werk niet als de situatie onduidelijk is of als je twijfelt. 2. Registreer de afwijking en geef deze door aan je leidinggevende. 3. Is op de groene achterkant van deze kaart alles JA? 4. Een keer NEE-STOP. 5. Zorg dat alles op JA=GROEN komt. 6. En dan pas Start/hervat het werk.

24

Arbo-dienst, PMO en inloopspreekuur, intimidatie en intimiteiten Arbo-dienst Sinds een aantal jaren maken wij gebruik van QuesT Advies v.o.f. als onze Arbo-dienst. QuesT wordt door Cees van den Hoek gerund. Hij is dan ook ons aanspreekpunt als het gaat om Arbo-zaken. QuesT zorgt voor het aanleveren van onze Arbo-arts. De contactgegevens zijn : QuesT Advies Havenstraat 17 3292 AB Strijensas tel. 078-6736210 mob. 06-22229405 website: www.questadvies.nl Email: [email protected] Re-integratiebedrijf Voor eventuele re-integraties van langdurig zieken maken we sinds kort gebruik van het reintegratie en outplacement bedrijf QuesTie van Werk. Dit bedrijf wordt geleidt door Monique van den Hoek. De contactgegevens zijn : QuesTie van Werk Havenstraat 17 3292 AB Strijensas tel.: 078-6736210 mob. 06-51026298 website: www.questievanwerk.nl Email: [email protected]

Preventief Medisch Onderzoek (PMO) Zoals u weet worden in het kader van de ARBO-wet een aantal maatregelen van werkgevers en werknemers gevraagd ter bevordering van gezondheid en welzijn van werknemers. Hierbij is iedereen gebaat, zowel werknemer (lagere premies, betere arbeidsomstandigheden) als werkgever. Wij hebben een risico-inventarisatie opgezet van de diverse werkzaamheden die door ons worden uitgevoerd. Hierbij wordt naar elke werkplek gekeken, van receptioniste tot monteur met voor elk zijn specifieke ‘problemen’. De diverse risico's die er bij de functie behoren en die invloed kunnen hebben op het ziek zijn, worden hierbij geïnventariseerd en beoordeeld op mogelijke verbeteringen. Als extra service hebben wij gemeend ook een preventief medisch onderzoek (PMO) te moeten instellen. Dit wil zeggen dat het gehele personeel eens per 3 jaar gekeurd zal worden. Deze keuring zal eveneens door de QuesT geschieden. Wat wil dit nu zeggen. Deze keuring is geen keuring waar gevolgen voor uw arbeidsplaats uit voort kunnen vloeien. Alle keuringsgegevens zullen vertrouwelijk blijven bij de ARBO-arts. De keuring heeft enkel tot doel de geestelijke en lichamelijke gesteldheid van het personeel te bekijken. Wellicht dat hieraan


25

conclusies verbonden kunnen worden ten aanzien van een aantal soorten werk, waardoor de gesteldheid van u eventueel verbeterd zou kunnen worden. Deze conclusies kunnen enkel gemaakt worden door de ARBO-arts. Je bent verplicht mee te werken aan het onderzoek. De medische behandeling is vrijwillig. Het inloopspreekuur Op dit spreekuur van Arbo-dienst (QuesT) kun je terecht met vragen over de eventuele gevolgen van het werk voor je gezondheid. Het gesprek met QuesT is vertrouwelijk. In overleg met jou kan men er toe overgaan om zaken, problemen of knelpunten bij de directie aan te kaarten.

Beleid / procedure betreffende seksuele intimidatie, discriminatie, agressie/geweld en pesten Beleid De bedrijfsleiding heeft de plicht om medewerkers zoveel mogelijk te beschermen tegen seksuele intimidatie, discriminatie en agressie/geweld en de nadelige gevolgen ervan. Er is een vertrouwenspersoon aangesteld waar medewerkers bij terecht kunnen wanneer zij worden gediscrimineerd of lastig gevallen met seksueel intimiderend gedrag. Tevens wordt er aandacht gegeven ter voorkoming van ongewenste intimiteiten jegens medewerkers en een goede begeleiding en handelswijze voor betrokkenen die met ongewenste intimiteiten te maken hebben gehad. Procedure Een werknemer die met gegronde redenen het slachtoffer is van seksuele intimidatie, discriminatie en agressie/geweld kan contact opnemen met de hiervoor aangestelde vertrouwenspersoon. Dit is momenteel Cees van den Hoek (Arbo dienst) en/of Richard Spindler. Deze is als eerste aanspreekbaar bij klachten hierover en men kan bij hem om advies vragen. De vertrouwenspersoon adviseert de klager/klaagster over de procedure die moet worden gevolgd en verleent hierbij de nodige ondersteuning. In overleg met de vertrouwenspersoon besluit de werknemer of hij verdere stappen wil ondernemen en zo ja, welke. Een van de mogelijkheden is het indienen van een klacht bij de bedrijfsleiding. De klacht wordt door de bedrijfsleiding op een zorgvuldige en passende manier behandeld. De bedrijfsleiding handelt de klacht af: er wordt opdracht gegeven tot een nader onderzoek gegeven, waarbij in ieder geval de klager en de beklaagde worden gehoord. Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek besluit de bedrijfsleiding of en zo ja welke maatregelen getroffen zullen worden.


26

ARBEIDSONGESCHIKTHEID 1 Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan het ongeschikt zijn tot werken ten gevolge van ziekte, ongeval, gebrek, zwangerschap en/of bevalling, een en ander zoals omschreven in de Ziektewet (ZW)(vangnetregeling) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). 2 Als eerste dag van de arbeidsongeschiktheid wordt beschouwd de dag, waarop niet is gewerkt of het werken tijdens de werktijd is gestaakt.

Melding 1. Ingeval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer verplicht hiervan zelf telefonisch de werkgever uiterlijk om 09.00 uur in kennis te stellen. Een melding middels een sms-bericht of een bericht ingesproken op ons antwoordapparaat is niet afdoende. De melding dient aan zowel de loon- of salarisadministrateur als aan de projectleider te geschieden. 2. Heb je meerijders, zorg dan dat ook deze weten dat je ziek bent. 3. Ter voorkoming van misbruik is de werkgever bevoegd om, ingeval hij aannemelijk maakt dat de werknemer zich ten onrechte arbeidsongeschikt heeft gemeld, hetzij de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid aan te merken als een door de werknemer opgenomen verlofdag, hetzij over die dag de doorbetaling van het salaris achterwege te laten. 4. Lever gewoon uw weekrapporten in onder vermelding van ‘ziek’. Sancties Bij niet tijdige melding is de werkgever bevoegd, hetzij de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid aan te merken als een door de werknemer opgenomen verlofdag, hetzij over die dag de doorbetaling van het salaris achterwege te laten. Indien de werknemer zich Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

27

meer dan een dag te laat meldt, kan de werkgever in aanvulling op de eerder genoemde sanctie het salaris van de werknemer beperken tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, tot de dag en tijdstip van correcte melding.

Aanvulling van salaris 1. a. De werkgever is bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer gedurende een tijdvak van maximaal 24 maanden gehouden het salaris aan de werknemer door te betalen dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend, waarbij geldt dat gedurende de eerste zes maanden 100% van dat salaris wordt doorbetaald en gedurende de volgende 18 maanden 90% van dat salaris wordt doorbetaald. b. In afwijking van het in lid 1 sub a gestelde wordt aan de werknemer die het werk gedeeltelijk dan wel op arbeid therapeutische basis hervat gedurende de in lid 1 sub a bedoelde periode van maximaal 24 maanden tijdens die periode van werkhervatting 100% van het salaris door de werkgever doorbetaald dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend. Aantekening: onder een periode van arbeidstherapie wordt verstaan het tijdvak dat de werknemer op basis van een gestructureerd plan van de bedrijfsarts in het kader van herstel, werkzaamheden gaat verrichten tegen geen of verminderde loonwaarde. c. In afwijking van het in lid 1 sub a gestelde wordt aan de werknemer waarvan is vastgesteld dat die geen kans op herstel heeft en niet beschikt over een resterende verdiencapaciteit gedurende de in lid 1 sub a bedoelde periode van maximaal 24 maanden 100% van het salaris door de werkgever doorbetaald dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend. Indien werkgever en werknemer twijfelen over de toepasselijkheid van de vorige volzin kan de werknemer eerder dan na twee jaar een aanvraag voor een IVA-uitkering indienen bij het uitvoeringsorgaan. Deze aanvraag moet vergezeld gaan van een verklaring van de bedrijfsarts dat er naar zijn mening sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid en geen kans op herstel. De verklaring van de bedrijfsarts moet mede gebaseerd zijn op een verklaring van de behandelende medisch specialist. 2. De in lid 1 bedoelde salarisdoorbetaling wordt verminderd met: a. het bedrag van enige - ongekorte - geldelijke uitkering die de werknemer toekomt dan wel zou kunnen toekomen krachtens enige wettelijke voorgeschreven verzekering; Het bedrag waarmee deze uitkering eventueel verlaagd is als gevolg van een sanctie van de uitkeringsinstantie vanwege een aan de werknemer verwijtbare omstandigheid, dient daarbij gerekend te worden als de geldelijke uitkering als bedoeld in de vorige volzin; b. het bedrag waar de werknemer recht op heeft dan wel recht op had kunnen hebben indien hij zich heeft dan wel had verzekerd voor een aanvullend invaliditeitspensioen bij de N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, tenzij het niet verzekerd zijn het gevolg is van handelen of nalaten van de werkgever. c. Het bedrag dat in verband met premievrijstelling door het pensioenfonds niet bij de werknemer wordt ingehouden, voor zover het werknemersdeel van de premie conform het reglement door de werkgever voor de intreding van de arbeidsongeschiktheid werd ingehouden, dit geldt niet voor de werknemer die op 1 april 2003 één jaar of langer arbeidsongeschikt is. 3. In afwijking van het gestelde in lid 1 heeft de werkgever geen verplichting tot


28

4.

5.

6. 7.

salarisbetaling van meer dan 70% indien die arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit werkzaamheden verricht zonder toestemming van de werkgever bij derden, welke concurrerend zijn of tegen het bedrijfsbelang ingaan. In de gevallen als genoemd in artikel 7:629 lid 3 BW heeft de werkgever geen verplichting tot salarisdoorbetaling als bedoeld in lid 1. In afwijking van het gestelde in lid 1 heeft de werkgever geen verplichting tot salarisbetaling indien de werknemer uitsluitend recht heeft op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van dezelfde arbeidsongeschiktheidsoorzaak verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan zes maanden opvolgen. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van verschillende arbeidsongeschikt-heidsoorzaken verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. De werknemer dient zich te houden aan de gedragsregels als hierna genoemd. Indien de werknemer werkzaamheden voor derden verricht met toestemming van de werkgever en de bedrijfsarts, is de werkgever bevoegd de inkomsten die de werknemer hiermee verdient in mindering te brengen op zijn verplichting tot salarisdoorbetaling als bedoeld in lid 1. Inkomsten uit reeds bestaande werkzaamheden voor derden ten tijde van voor de arbeidsongeschiktheid vallen hier niet onder.

Gedragsregels bij arbeidsongeschiktheid Ingevolge de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingverplichting bij Ziekte (WULBZ) behoudt de werknemer voor een tijdvak van tweeënvijftig weken recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimum, indien die werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij daartoe door ziekte of door zwangerschap of bevalling was verhinderd. De WULBZ is per 1 maart 1996 in werking getreden. In de CAO is afgesproken dat de werkgever 100% van het salaris doorbetaalt met inachtneming van het bij 'Aanvulling van salaris' vermeldde.

Thuisblijven De werknemer dient thuis te blijven tot de eerste controle heeft plaatsgehad. Na het eerste bezoek cq. telefonische consult door onze arbo-dienst QuesT mag de werknemer als daartegen geen medische bezwaren bestaan buitenshuis gaan maar dient de eerste drie weken wel thuis te zijn: - 's morgens tot 10.00 uur; - 's middags van 12.00 uur tot 14.30 uur. Tot het eerste bezoek cq. telefonische consult door QuesT en tijdens bovengenoemde uren mag de werknemer alleen van huis gaan voor een bezoek aan de behandelend arts of aan de


29

bedrijfsarts of om het werk te hervatten. Indien de arbeidsongeschiktheid onverhoopt langer dan 3 weken zou duren, vervalt de plicht om tijdens de hierboven genoemde uren thuis te zijn, tenzij door de bedrijfsarts anders mocht worden bepaald. Wanneer de werknemer meent dat daartoe aanleiding is, kan de werknemer de bedrijfsarts vrijstelling vragen van de verplichting gedurende bepaalde uren thuis te zijn. Sancties Bij niet naleving van deze voorschriften krijgt de werknemer de eerste maal een waarschuwing. Bij een tweede keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris gedurende 3 dagen beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een derde en volgende keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris van de werknemer beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, totdat controle mogelijk is. De beperking tot 70% van het salaris van de werknemer zal in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen. Bezoek moet mogelijk zijn De werknemer dient bereikbaar te zijn (ook telefonisch) voor controle door of namens de werkgever. Daartoe is het nodig dat de werknemer de werkgever of een door deze aangewezen persoon in de gelegenheid stelt om de werknemer in zijn woning of op het verpleegadres te bezoeken. Is er - terwijl de werknemer thuis is - iets bijzonders aan de hand (bijvoorbeeld de bel is defect of er is niemand thuis die de deur kan opendoen) dan dient de werknemer maatregelen te treffen, waardoor zij toch toegang tot de woning kunnen krijgen. De werknemer dient er voor te zorgen, dat als de bedrijfsarts of de medewerker van QuesT hem/haar niet thuis treft, hij op het adres van de werknemer kan vernemen waar de werknemer is. Sancties Bij niet naleving van deze voorschriften krijgt de werknemer de eerste maal een waarschuwing. Bij een tweede keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris gedurende 3 dagen beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een derde en volgende keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris van de werknemer beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, totdat controle mogelijk is. De beperking tot 70% van het salaris van de werknemer zal in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen. Het juiste adres Indien de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid verhuist of tijdelijk elders verblijft of van verpleegadres verandert (bijvoorbeeld opname in of ontslag uit een ziekenhuis, een sanatorium of een andere inrichting) behoort de werknemer dit binnen 24 uur aan zijn werkgever op te geven.


30

Sancties Bij niet naleving van deze voorschriften krijgt de werknemer de eerste maal een waarschuwing. Bij een tweede keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris gedurende 3 dagen beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een derde en volgende keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris van de werknemer beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, totdat controle mogelijk is. De beperking tot 70% van het salaris van de werknemer zal in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen. Op het spreekuur komen De werknemer dient aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts, QuesT of een door de bedrijfsarts aangewezen specialist voor een onderzoek gehoor te geven. Dit geldt ook indien de werknemer van plan is de dag na het onderzoek of een latere dag het werk te hervatten. Als de werknemer een geldige reden tot verhindering heeft (bijvoorbeeld bedlegerigheid), dan behoort de werknemer dit onmiddellijk mee te delen. Vanzelfsprekend dient de werknemer dan, behalve voor bezoek aan de behandelende arts, of in geval van werkhervatting, zijn woning tot het eerstvolgende bezoek van de bedrijfsarts niet te verlaten, teneinde aan laatstgenoemde de gelegenheid te geven de werknemer thuis aan te treffen, wanneer hij de werknemer komt bezoeken. De werknemer behoeft niet op het spreekuur te verschijnen indien hij inmiddels zijn werkzaamheden heeft hervat. Uiteraard dient hij dit dan wel door te geven aan QuesT. Sancties Bij niet naleving van dit voorschrift kan de werkgever de eerste keer het salaris van de werknemer beperken gedurende 3 dagen tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een tweede en volgende keer binnen 1 jaar na de eerste overtreding van dit voorschrift kan het salaris van de werknemer worden beperkt tot 70% totdat de werknemer op het spreekuur verschijnt. De beperking tot 70% van het salaris zal in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen. Genezing niet belemmeren De werknemer dient zich tijdens zijn arbeidsongeschiktheid zodanig te gedragen, dat zijn genezing niet wordt belemmerd (bijvoorbeeld tijdig onder behandeling stellen van een huisarts). Sancties Indien de bedrijfsarts vaststelt dat de werknemer zich in zodanige mate gedraagt of heeft gedragen dat de genezing in ernstige mate wordt belemmerd kan het salaris worden beperkt tot 70% , maar ten minste het wettelijk minimumloon. Het verrichten van werkzaamheden De werknemer dient tijdens zijn arbeidsongeschiktheid geen arbeid te verrichten behalve voor zover het werkzaamheden betreft, welke de werknemer voor het herstel van zijn gezondheid zijn voorgeschreven, dan wel waarvoor de werknemer toestemming heeft ontvangen van de


31

bedrijfsarts. Sancties Indien de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid zonder toestemming van de bedrijfsarts werkzaamheden voor een derde gaat verrichten, waarbij onder werkzaamheden wordt verstaan werkzaamheden met een beroepsmatig karakter, dan kan de werkgever het salaris beperken tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, onder aftrek van hetgeen de werknemer met deze werkzaamheden heeft verdiend.

Hervatten bij herstel Zodra de werknemer weer in staat is aan het werk te gaan, dient de werknemer de werkzaamheden zo spoedig mogelijk weer aan te vangen en dit dezelfde dag nog door te geven aan de loon- of salarisadministrateur.

Ziekmelding vanuit het buitenland U dient zich persoonlijk ziek te melden volgens de voorschriften zoals die gelden bij verblijf in Nederland. Uitsluitend indien persoonlijke ziekmelding niet mogelijk is dient ziekmelding plaats te vinden per fax. 1. Indien u niet in staat bent u terug te reizen en op het spreekuur van QuesT te verschijnen dient u hiervan een medische verklaring van niet reisvaardigheid van een officieel erkend medicus te overleggen. Controle in Turkije dient daarbij in principe plaats te vinden bij de SSK, controle in Marokko dient in principe plaats te vinden bij de CNSS die regionaal werkzaam is. Voor controlerende instanties in andere landen dient u contact op te nemen met de werkgever of QuesT. 2. Een bewijs van niet reisvaardigheid dient iedere week naar QuesT of de werkgever te worden verzonden, dit tenzij ontheffing is verleend door QuesT. 3. In het geval dat u de terugreis niet kunt aanvaarden dient u tevens gecontroleerd te worden door een officieel erkende arts of controlerende instantie. Bij terugkomst dient u een medische verklaring te overleggen die te beoordelen is door een arts in Nederland. 4. U dient zich bij terugkomst in Nederland onmiddellijk te melden bij de werkgever, of indien u het werk niet kan hervatten bij de bedrijfsarts. 5. In het geval van overtreding van deze voorschriften is de werkgever op grond van art. 7: 629 lid 6 BW gerechtigd de betaling van het loon van de werknemer op te schorten. Dit om vast te stellen of de werknemer recht heeft op loondoorbetaling. 6. Tevens is het mogelijk om bij overtreding van één of meer van deze controlevoorschriften verdergaande maatregelen tegen de werknemer te treffen. Afhankelijk van de concrete situatie kan daarbij stopzetting van de loondoorbetaling of het beëindigen van de arbeidsovereenkomst tot de mogelijkheden behoren


32

Informatie Spindler Installatietechniek heeft een gecertificeerde Arbo-dienst (QuesT) ingeschakeld voor onder andere individuele ziekteverzuimbegeleiding en een arbeidsgezondheidskundig spreekuur. QuesT staat Spindler in de vorm van een bedrijfsarts bij met een werkhervattingadvies en advisering over re-integratiemogelijkheden. De werknemer stelt, desgevraagd door QuesT, die arts op de hoogte van de aard van de ziekte en verstrekt hem desgevraagd verdere informatie die noodzakelijk is voor het werkhervattingadvies en de individuele ziekteverzuimbegeleiding. De Arbo-dienst mag niet zonder uitdrukkelijke toestemming van de werknemer gegevens van medische aard betreffende die werknemer, aan de werkgever verstrekken. De werknemer is voorts niet verplicht gegevens betreffende de aard van zijn ziekte aan de werkgever te verstrekken, tenzij er sprake is van zwangerschap. De werkgever is verplicht een re-integratieplan te maken. De werknemer is verplicht die informatie te verstrekken die de werkgever nodig heeft om het re-integratieplan op te stellen. Inhouding vakantiedag bij tweede ziekmelding Ten aanzien van de werknemer die zich gedurende een kalenderjaar voor de tweede keer arbeidsongeschikt meldt anders dan ten gevolge van zwangerschap en/of bevalling, zal de werkgever één dag waarop niet wordt gewerkt vanwege arbeidsongeschiktheid aanmerken als een door de werknemer opgenomen verlofdag. Verval van vakantieaanspraken De werknemer die bij de aanvang van de voor hem vastgestelde aaneengesloten vakantie of van één of meer van de door hem vastgestelde verlofdagen arbeidsongeschikt is, ontvangt de vakantiedagen waarvan hij geen gebruik heeft kunnen maken op een andere tijd, doch uiterlijk twee jaren na het tijdstip waarop de aanspraak op vakantie is ontstaan.

REÏNTEGRATIE 1. Onder een arbeidsgehandicapte werknemer wordt in dit artikel verstaan een werknemer in de Metaal en Techniek die beperkingen heeft in de zin van de wet WIA. 2. a. De werknemer die in het kader van de WIA een verminderde verdiencapaciteit heeft van minder dan 35% en werkzaamheden verricht overeenkomstig zijn resterende verdiencapaciteit ontvangt een salaris dat gelijk is aan het oude salaris, verminderd met het percentage van zijn gewijzigde verdiencapaciteit. Indien de werknemer een verzekering tegen deze verminderde verdiencapaciteit heeft gesloten bij de N.V. Schadeverzekering Metaal en technische Bedrijfstakken en werkzaam is bij een werkgever in de Metaal en Techniek, ontvangt de werknemer een toeslag op zijn salaris conform de geldende polisvoorwaarden. Een werknemer die een toeslag ontvangt als bedoeld in de vorige volzin en die een nieuw dienstverband aangaat bij een andere werkgever in de Metaal en Techniek, is gehouden aan de nieuwe werkgever voordat hij het nieuwe dienstverband aangaat te melden dat hij de toeslag ontvangt. Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

33

b. De arbeidsgehandicapte werknemer die in het kader van WIA een verminderde verdiencapaciteit van 35%-80% heeft en die in het kader van zijn re-integratie passende arbeid bij de eigen werkgever accepteert en daardoor een functie gaat vervullen met een lager salaris, ontvangt met inachtneming van het hierna in sub c bepaalde, vanaf het moment dat hij de nieuwe functie gaat vervullen gedurende een tijdvak van maximaal 24 maanden een persoonlijke toeslag op het salaris. De periode van loondoorbetaling als bedoeld in artikel 67 lid 1 CAO (zie Aanvulling van salaris) voorafgaand aan het vervullen van de functie als hier bedoeld, en het tijdvak waarin de persoonlijke toeslag als bedoeld in de vorige volzin wordt betaald, kunnen tezamen niet langer zijn dan 42 maanden. Indien die periode wel langer is vervalt na die 42 maanden de persoonlijke toeslag. Het bedrag van deze toeslag is gelijk aan het verschil tussen het salaris van de oude functie en het nieuwe lagere salaris. Na het verstrijken van het genoemde tijdvak geldt voor de werknemer het bepaalde in artikel 36 CAO (Wijziging van functie). c. Bij het berekenen van de hiervoor in sub b bedoelde toeslag wordt het salaris dat de werknemer verdiende ten tijde van de arbeidsongeschiktheid pro rata berekend over de arbeidsduur waarin de werknemer in de nieuwe passende functie werkzaam is. d. Bij het berekenen van het sub a bedoelde verschil wordt bij het nieuwe salaris opgeteld het bedrag waarmede een eventuele WIA-uitkering dan wel de uitkering als bedoeld in artikel 67 lid 2 sub c CAO wordt verhoogd na het aanvaarden van de passende arbeid, dan wel het bedrag van enige andere, dan de WIA, – ongekorte – geldelijke uitkering die de werknemer toekomt dan wel zou kunnen toekomen krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering. Aantekeningen: 1. Artikel 67a lid 2 regelt dat de werknemer , jonger dan 55 jaar na het aanvaarden van passende arbeid gedurende een periode van maximaal 27 maanden (namelijk 24 maanden en 3 maanden ex artikel 36 CAO) hetzelfde salaris blijft verdienen als hij had voor het aanvaarden van die passende arbeid. 2. Bij het berekenen van de toeslag wordt ingevolge sub c rekening gehouden met de arbeidsduur van de nieuwe passende functie, tevens wordt rekening gehouden met het nieuwe salaris inclusief uitkeringen als bedoeld in sub d. Voorbeelden: 1 Werknemer is 38 uur per week werkzaam en heeft een salaris van € 2000,-- per maand. Hij raakt arbeidsongeschikt en de werkgever heeft een andere passende functie voor 38 uur per week met een salaris van € 1800,-- per maand. Het verschil tussen het salaris voor arbeidsongeschiktheid en na reïntegratie bedraagt € 200,-- per maand. Derhalve ontvangt de werknemer gedurende een periode van 27 maanden een toeslag van € 200,- per maand. 2 Werknemer is 38 uur per week werkzaam en heeft een salaris van € 2000,-- per maand. Hij raakt arbeidsongeschikt en de werkgever heeft een andere passende functie voor 19 uur per week met een salaris van € 800,-- per maand. De WAO-uitkering wordt na het aanvaarden van de passende arbeid met € 100, -- verhoogd. Het salaris voor arbeidsongeschiktheid dient te worden omgezet naar de arbeidsduur van de nieuwe passende functie: 50% (van 38 uur naar 19 uur) van € 2000,-- zijnde € 1000,--. De toeslag zou dan zijn € 1000,-- (de 50% van het salaris ten tijde van de arbeidsongeschiktheid) minus € 800,--


34

(het salaris van de nieuwe passende functie) zijnde € 200,--. Aangezien de WAO-uitkering na het aanvaarden van de passende arbeid werd verhoogd met € 100,-- moet dit bedrag bij het nieuwe salaris worden opgeteld zodat het uiteindelijke verschil € 100,-- is, zijnde de toeslag die gedurende 27 maanden moet worden betaald. 3. Indien de werknemer na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever ook voor die passende arbeid arbeidsongeschikt wordt, geldt het volgende: a. Indien de werknemer binnen zes maanden na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongeschiktheid wordt, is de werkgever gedurende het resterende deel van het tijdvak van 24 maanden ex artikel 67 lid 1 gehouden de werknemer het salaris door te betalen dat de werknemer verdiende voor aanvaarding van de passende arbeid. Het in de vorige volzin bedoelde resterende deel is het maximale tijdvak van 24 maanden minus de periode die ligt tussen de aanvang gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en de aanvaarding van de passende arbeid. Het bepaalde in artikel 67a lid 2 sub b tot en met sub d is in dit geval niet meer van toepassing. b. Indien de werknemer na zes maanden na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongeschiktheid wordt, is de werkgever ex artikel 67 gedurende een tijdvak van maximaal 24 maanden gehouden het salaris door te betalen dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend, namelijk het salaris dat hoort bij de passende arbeid die de werknemer is gaan verrichten. Daarnaast blijft het bepaalde in artikel 67a lid 2 sub b tot en met sub d van toepassing voor de resterende periode van het in artikel 67a lid 2 sub b genoemde tijdvak. Aantekening: De werknemer die binnen zes maanden na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongeschikt uitvalt, zoals beschreven in lid 3 sub a, behoudt de rechten die hij had als ware hij niet aan de slag gegaan in passende arbeid; de werking van artikel 67 is gedurende de periode dat hij passende arbeid verrichtte opgeschort. De werknemer die na zes maanden na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongeschikt uitvalt, behoudt het bij aanvang van de passende arbeid verkregen recht op de persoonlijke toeslag voor de resterende duur en voorts de rechten conform artikel 67, waarbij het nieuwe salaris als uitgangspunt geldt voor de salarisdoorbetalingsverplichting. 4. De arbeidsgehandicapte werknemer die in het kader van zijn re-integratie wordt gedetacheerd of bij wijze van proefplaatsing gaat werken bij een andere werkgever, behoudt tijdens die periode de arbeidsvoorwaarden van zijn werkgever waar vanuit de detachering/proefplaatsing plaatsvindt. 5. a. In geval de arbeidsgehandicapte werknemer in het kader van zijn re-integratie passende arbeid gaat verrichten bij een nieuwe werkgever geldt, indien bij de re-integratie voldaan is aan de volgende criteria, - de re-integratie bij de nieuwe werkgever is tot stand gekomen met behulp van een erkend reïntegratiebedrijf conform de wet; - de re-integratie vindt plaats binnen de termijn van maximaal 24 maanden als bedoeld in artikel 67 lid 1; - het bepaalde in lid 6 sub a., sub b. en sub c.


35

b. Indien door de arbodienst, dan wel het UWV is vastgesteld dat de werknemer niet kan terugkeren in het eigen bedrijf kan een reïntegratiebedrijf worden ingeschakeld. Als werkgever en werknemer dan besluiten om een reïntegratiebedrijf (welke beschikt over het Borea Keurmerk Re-integratie) in te schakelen bij het re-integreren van de arbeidsongeschikte werknemer, dan krijgt de werkgever een tegemoetkoming in de kosten van het reïntegratiebedrijf. Deze tegemoetkoming bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 2.500. 6. a. De werkgever bij wie de werknemer als bedoeld in lid 5 uit dienst treedt en daardoor een lager salaris gaat verdienen, betaalt de werknemer bij einde dienstverband een bedrag ineens, waarvan de hoogte als volgt wordt bepaald: Het verschil tussen het salaris dat de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid verdiende en het salaris dat de werknemer na zijn re-integratie gaat verdienen, vermeerderd met eventuele uitkeringen als bedoeld in artikel 67 lid 2 sub b en sub c, over de resterende periode van de maximaal 24 maanden als bedoeld in artikel 67 lid 1. Bij het berekenen van de hiervoor bedoelde uitkering wordt het salaris dat de werknemer verdiende ten tijde van de arbeidsongeschiktheid pro rata berekend over de arbeidsduur waarin de werknemer na zijn re-integratie werkzaam is. Bij de bepaling van de hoogte van dit bedrag geldt voorts het volgende: Het bedrag ineens is maximaal 30% van het salaris dat de werknemer gedurende de resterende periode van de maximaal 24 maanden als bedoeld in artikel 67 lid 1 zou hebben verdiend in de functie waarin hij werkzaam was toen hij arbeidsongeschikt werd. b. De werkgever bij wie de werknemer als bedoeld in lid 5 uit dienst treedt, ontvangt van de Vakraad een bedrag van maximaal € 2500,-- indien het reïntegratiebedrijf beschikt over het Borea Keurmerk Re-integratie. c. De werkgever die een bedrag van de Vakraad ontvangt als bedoeld in sub b, betaalt een bedrag van € 1000,-- aan de werknemer als bedoelt in lid 5 tenzij door de Vakraad een ander bedrag wordt vastgesteld. Dit bedrag komt bovenop de eventuele betaling ex sub a. Aantekening: Voor de voorwaarden waaronder het onder sub b bedoelde bedrag kan worden uitgekeerd kan contact worden opgenomen met de Vakraad (zie artikel 7 CAO). 7. Indien de arbeidsgehandicapte werknemer hem in het kader van re-integratie aangeboden passende arbeid bij de eigen of een nieuwe werkgever niet accepteert, geldt het volgende: a. De loondoorbetaling kan worden beëindigd. Dit geldt niet wanneer de werknemer voor de eerste keer sinds zijn arbeidsongeschiktheid is begonnen gebruik maakt van zijn recht op het aanvragen van een second opinion bij het UWV conform artikel 7:629a BW. In dat geval is de werkgever gehouden gedurende ten hoogste vier weken na de aanvraag van de second opinion 70% te betalen van het bedrag dat hij ex artikel 67 CAO aan de werknemer moet doorbetalen. Tevens zal de werkgever de kosten van de second opinion dienen te betalen. b. Alleen indien de werknemer na de second opinion als bedoeld in sub a in het gelijk wordt gesteld, is de werkgever gehouden de resterende 30% van de salarisdoorbetalings-verplichting als bedoeld in artikel 67 CAO alsnog te voldoen over de periode van ten hoogste vier weken als bedoeld in sub a.


36

c. Indien de arbeidsgehandicapte werknemer in dezelfde periode van arbeidsongeschiktheid ook een tweede aanbod van passende arbeid afwijst, kan de loondoorbetaling opnieuw worden beëindigd. In geval de werknemer een second opinion bij UWV aanvraagt, vindt het gestelde in sub a en b toepassing als zijnde een voorschot met dien verstande dat wanneer de werknemer bij deze second opinion in het ongelijk wordt gesteld, de werkgever het over die periode van ten hoogste vier weken betaalde voorschot mag verrekenen dan wel terugvorderen.

Arbeidsongeschiktheid: arbeidsduurverkorting en vakantie ADV-dagen ADV-dagen die tijdens arbeidsongeschiktheid ingepland staan, komen te vervallen. Als ADV vrij opneembaar is: Bij arbeidsongeschiktheid vervallen ADV-rechten naar rato van de duur van de arbeidsongeschiktheid. Op vakantie als je arbeidsongeschikt bent Als je tijdens je arbeidsongeschiktheid met toestemming van de bedrijfsarts op vakantie mag, zullen de genoten dagen op je vakantie-uren/dagen saldo worden afgeboekt. Zonder toestemming van de bedrijfsarts mag je niet op vakantie gaan. Opbouw vakantierechten bij arbeidsongeschiktheid Als je niet op vakantie bent geweest, bouw je gedurende de laatste 6 maanden van de arbeidsongeschiktheid vakantierechten op. Als je arbeidsongeschikt wordt tijdens je vakantie Als je arbeidsongeschikt wordt tijdens je vakantie, dan gelden de volgende regels: je meldt je onmiddellijk ziek bij ons via de telefoon, fax of een e-mail of laat dat doen; je raadpleegt een arts op het vakantieadres je overlegt direct na terugkeer van je vakantie een verklaring van de geraadpleegde arts, waarin staat dat je arbeidsongeschikt bent en vanaf welke datum tot welke datum.


37

Wij zullen vervolgens de Arbo-dienst laten controleren of alle informatie correct is gegeven. Na een positief advies van de Arbo-dienst zullen wij overgaan tot loondoorbetaling over de werkdagen waarop je arbeidsongeschikt was. Daarnaast wordt je vakantietegoed aangepast met het aantal gemiste vakantiedagen.

Rookbeleid Vanaf 1 januari 2004 heeft iedereen recht op een rookvrije werkplek. Een rookvrije werkplek betekent meer dan dat er niet aan uw bureau of in uw kamer gerookt mag worden: alle ruimtes waar u tijdens uw werk komt, moeten rookvrij zijn. Dus ook bijvoorbeeld kantines, vergaderzalen en bouwketen.

DIVERSE REGELINGEN, UITKERINGEN ETC. Spaarloonregeling Je kunt deelnemen aan de spaarloonregeling. Bij deelname aan de spaarloonregeling wordt gespaard uit het brutosalaris. De maximale hoogte van het bedrag dat jaarlijks gespaard mag worden, wordt wettelijk bepaald. In 2010 is dit bedrag vastgesteld op € 613 per jaar. Het spaarloonbedrag wordt in maandelijkse/4-wekelijkse termijnen op het brutoloon ingehouden


38

of op een in overleg vastgestelde andere wijze (bijvoorbeeld uit het vakantiegeld, uit overwerktoeslagen e.d). Je kunt vrij beschikken over de ingelegde tegoeden, nadat deze bedragen 16 kwartalen na het kwartaal waarin de bijschrijving op de rekening heeft plaatsgevonden, op de spaarloonrekening hebben gestaan. Over het tegoed op de spaarloonrekening wordt rente vergoed. De rente is vrij opneembaar. De geblokkeerde spaarbedragen mogen onder bepaalde omstandigheden ook binnen de termijn van 16 kwartalen worden opgenomen. Dit vroegtijdig deblokkeren is mogelijk als het geld wordt gebruikt voor erkende bestedingsdoeleinden zoals de aankoop van een eigen woning (geen vakantiewoning), de betaling van premies voor bepaalde levensverzekeringen (echter niet bij levensverzekeringen die verbonden zijn aan een hypotheek), de start van een eigen onderneming, de financiering van verlof of scholing. Deelname aan de spaarloonregeling geschiedt met terugwerkende kracht per heel jaar door middel van een aanmeldingsformulier. Er wordt hierna een spaarrekening geopend bij de bank. Wijziging of beëindiging van de deelname kan alleen voor het begin van het nieuwe kalenderjaar plaatsvinden. Wijzigingen dienen uiterlijk één maand van tevoren te worden gemeld. Bij beëindiging van het dienstverband eindigt de deelname aan de spaarloonregeling. Je kunt dan vrij over de ingelegde spaarbedragen beschikken, nadat deze bedragen 16 kwartalen, na het kwartaal waarin de bijschrijving op rekening heeft plaatsgevonden op de spaarloonrekening, hebben gestaan. Bij beëindiging van het dienstverband als gevolg van overlijden mag het gehele tegoed van de spaarloonrekening, voor zover mogelijk onbelast, ter beschikking worden gesteld aan de erfgenamen.

Levensloop Met deze regeling kunnen werknemers sparen voor extra vrije tijd, zoals ouderschaps- of zorgverlof, maar ook kunnen ze hun levensloopsaldo aanwenden om eerder met pensioen te gaan. Per 1 januari 2006 werd het per Wet mogelijk om fiscaal vriendelijk te sparen voor verlof binnen het kader van een levensloopregeling. De Wet geeft werknemers het recht om individueel jaarlijks maximaal 12 % van hun bruto-inkomen te sparen tot een maximum van 210 %. Voor werknemers die op 31 december 2005 51 jaar of ouder maar nog geen 56 waren, geldt de jaarlijkse beperking van 12 % van het brutoloon niet. De levensloopregeling kan door de werknemer naar keuze gebruikt worden voor verlof tijdens de loopbaan en/of voorafgaand aan het pensioen. Werknemers moeten voor 1 januari kenbaar maken of ze gebruik wensen te maken van spaarloon of levensloopregeling, beiden tezamen is niet toegestaan. Ingeval de werknemer gebruik maakt van zijn gespaarde tegoed in het kader van de Levensloopregeling geldt het volgende: 1. Het verlof kan zowel in vol- als in deeltijd worden opgenomen;


39

2.

3. 4.

De werknemer dient een verzoek van minder dan 3 maanden verlof tenminste 3 maanden voor het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk in bij de werkgever. Een aanvraag voor verlof van 3 maanden of langer moet tenminste 6 maanden voor dat tijdstip schriftelijk worden ingediend. De werkgever neemt een beslissing op het verzoek na overleg met de werknemer binnen een maand na ontvangst van het verzoek. De werkgever willigt het verzoek in, indien de werknemer met verlof wil gaan voor een periode van niet langer dan 2 jaar direct voorafgaand aan het moment waarop hij met pensioen gaat.

Vakantiegeld Iedere werknemer heeft recht op vakantiegeld van 8 % over hetgeen hij sinds de laatste eerste juli heeft verdiend. Hierbij dient buiten beschouwing te blijven: overwerk, reisuren, onkostenvergoeding, 13e maand en éénmalige uitkeringen. Het vakantiegeld is opeisbaar op 30 juni, dan wel op de datum van uitdiensttreding. In 2010 is de regeling van de vakantiebon voor de 4-wekenloners komen te vervallen. Vanaf juli 2010 bouwt iedereen dus maandelijks/4-wekelijks 8 % vakantiegeld op over zijn verdiende bruto basisloon. Ten tijde van de uitbetaling van uw vakantiegeld gaat u ook pas hierover belasting en sociale lasten afdragen.


40

Penvoorschot Van oudsher kennen wij binnen de branche een penvoorschot. De Belastingdienst heeft tijdens een controle in augustus 2009 geoordeeld dat de door ons verstrekte penvoorschotten gezien dienen te worden als leningen. En als dusdanig dient hier rente over betaald te worden. Met de Belastingdienst is afgesproken dat de tot die datum verstrekte penvoorschotten zonder rente kunnen worden behandeld. Aangezien de noodzaak voor een dergelijk penvoorschot tegenwoordig bijna niet meer bestaat hebben wij besloten hier dan ook met onmiddellijke ingang mee te stoppen. Er kan dan ook alleen nog sprake zijn van een loonvoorschot dat gelijk in dezelfde periode weer wordt ingehouden.

Vorstverlet Bij gedwongen werkonderbreking door vorst dient men zich op de eerste dag van het vorstverlet direct bij de loonadministratie te melden. Hieronder volgen de regels die bij vorstverlet gelden. 1. U kunt enkel de vorstverlet in nadat u hierover contact hebt opgenomen met uw projectleider. 2. Gedurende de vorstverlet bent u bereikbaar en vult u gewoon weekrapporten in. 3. Raadpleeg uw uitvoerder voor het weer beginnen van de werkzaamheden. 4. De 1e dag van uw vorstverlet dient u naar kantoor te komen alwaar u de benodigde vorstformulieren invult. 5. Daarna dient éénmaal per week een herhalingsformulier te worden ondertekent op kantoor. (Deze regel kan jaarlijks aangepast worden door het UWV) 6. Na 2 weken vorstverlet wordt uw salaris terug gebracht naar 70 %, zijnde de WWuitkering, daarvoor blijft dit 100 %.

PERSOONLIJKE VERZORGING, GEREEDSCHAPPEN, BEDRIJFSMIDDELEN Verzorgde presentatie Wij presenteren ons graag als een goed georganiseerd en professioneel bedrijf. Dit brengt met zich mee dat we ook eisen stellen aan de manier waarop onze medewerkers zich verzorgen en presenteren. Je uitrusting dient in orde te zijn. We verwachten van je dat:  je kleding in overeenstemming is met onze richtlijnen  je geen kapotte/of vuile werkkleding mag dragen bij aanvang van een dienst  je kleding en/of make-up geen aanstoot geven  je haar verzorgd is

Bedrijfskleding en veiligheidsschoenen In verband met de uitvoering van je functie heb je persoonlijke gereedschappen, hulpmiddelen en dergelijke nodig. Voor jouw functie is hiervan een lijst opgesteld o.a. bestaande uit buitenjas, overall, bodywarmer, schoenen en helm. Mocht één van deze aan Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

41

vervanging toe zijn, dan dient u dit oude exemplaar in te leveren vooraleer u een nieuwe krijgt uitgereikt. Je tekent voor ontvangst. Aan het einde van je dienstverband, bij langdurige arbeidsongeschiktheid of bij wijziging van functie dien je alle ter beschikking gestelde gereedschappen en andere zaken in te leveren. Het ontbreken van gereedschap wordt u hierbij in rekening gebracht en in mindering gebracht op de eindafrekening die met u gemaakt zal worden.

Elektrisch gereedschap In het kader van de diverse certificeringen en uw eigen veiligheid is het noodzakelijk dat al het elektrische gereedschap eenmaal per jaar gekeurd dient te worden. Hiertoe zal een monteur langs de projecten gaan en het daar aanwezige elektrische gereedschap op diverse onderdelen keuren. Om een soepele en snelle keuring tot stand te kunnen brengen is het dringend noodzakelijk dat eenieder al het elektrische gereedschap dat door Spindler Installatietechniek B.V. wordt verstrekt ook daadwerkelijk bij zich heeft. Volledige medewerking aan deze verplichting is dan ook gewenst. Het niet meewerken hieraan betekent dat alle verdere verantwoording ten aanzien van uw elektrische gereedschap geheel bij u ligt. Schade vergoeden aan de werkgever Je dient ons schadeloos te stellen wanneer je bedrijfsmiddelen door grove nalatigheid of opzet verliest of beschadigt. Als door jouw onvoorzichtigheid onze opdrachtgever of derden schade lijden, ben je verplicht de schade, die hieruit voor ons als werkgever voortvloeit te


42

vergoeden. De hiervoor genoemde schade(n) wordt vergoed in termijnen van ten hoogste 20 % van het salaris. In geval van beëindiging van het dienstverband is de schade in het geheel opeisbaar. Wij kunnen slechts gebruik maken van ons recht op schadevergoeding als wij je uiterlijk binnen 1 maand nadat het verlies of de beschadiging is geconstateerd, schriftelijk hebben meegedeeld dat wij tot verhaal van de schade overgaan. Vergoeding van schade aan werknemer Wij hebben voor de onderneming een Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Als je bij de uitoefening van je functie schade ondervindt ten gevolge van bijvoorbeeld het falen van ons materieel, kun je ons daarvoor aansprakelijk stellen. Na objectieve vaststelling van de schade kunnen wij de schade claimen bij de verzekering. Vergoeding van de schade zal uitsluitend plaatsvinden indien de verzekeringsmaatschappij de claim volledig erkent en tot uitbetaling overgaat. Schade die je oploopt tijdens de uitoefening van de functie, waarvan de oorzaak te wijten is aan het optreden/handelen van jezelf, valt niet onder deze verzekering. In dat geval dien je de gevolgschade zelf te dragen.

Bedrijfsauto Voor de werknemers die voor de uitoefening van hun functie een bedrijfsauto ter beschikking hebben, gelden naast de in het autoreglement staande, onder andere de volgende regels: Je dient een schriftelijke overeenkomst te ondertekenen waarin de rechten en plichten zijn weer gegeven. De kosten voor motorrijtuigenbelasting, verzekering, reparaties, onderhoud en brandstof komen voor rekening van de werkgever. Je bent verplicht de bedrijfsauto op een juiste wijze te gebruiken, elke week van binnen en buiten schoon te maken, het werkcompartiment opgeruimd te houden. Je dient de auto goed te beheren, veilig te parkeren en altijd af te sluiten. De auto is een visitekaartje van onze onderneming; je weggedrag dient correct en voorkomend te zijn. Je dient je te houden aan de verkeersregels. Boetes op verkeersovertredingen dien je zelf te betalen. Dit geldt zowel voor het zakelijk als het privégebruik. Bij schade meld je dit op het toepasselijke formulier aan ons en de verzekeringsmaatschappij. Je bent verplicht een nauwkeurige en controleerbare rittenregistratie bij te houden op het daartoe bestemde rittenformulier. Het is wel toegestaan de bedrijfsauto voor privédoeleinden te gebruiken, tenzij in de auto-overeenkomst anders is overeengekomen. (bijv. de bestelauto’s) Het is wel toegestaan de bedrijfsauto voor bezoeken aan het buitenland te gebruiken, maar wederom met een beperking. Het is niet toegestaan de bedrijfsauto door derden te laten gebruiken. Het niet nakomen van de regels kan het beschikbaar stellen van een bedrijfsauto ongedaan maken. Je bent verplicht de bedrijfsauto bij een verwachte afwezigheid van meer dan 8 weken, bij


43

non-actiefstelling en bij beëindiging van de dienstbetrekking bij ons bedrijf in te leveren. Je bent wel/niet verplicht de bedrijfsauto tijdelijk af te staan, als een collega deze nodig heeft en je daartoe opdracht krijgt van de wagenparkbeheerder. Bij een functiewijziging naar een functie waarvoor geen bedrijfsauto nodig is, ben je verplicht de bedrijfsauto in te leveren als wij je daartoe opdracht geven Een (eventuele) bijtelling door de fiscus, vanwege het privé-gebruik van de bedrijfsauto is voor eigen rekening. Fiscale bijtelling privé-gebruik bedrijfsauto  Wordt op jaarbasis meer dan 500 kilometer privé gereden met de auto van de zaak dan zal een bijtellingpercentage van 25 % gelden, ongeacht het aantal kilometers. Daarnaast gelden sinds 1 januari 2009 nog een aantal andere percentages en wel : – 14% voor zeer zuinige auto's met een CO2-uitstoot van maximaal: • 95 gram per kilometer bij een auto die op diesel rijdt • 110 gram per kilometer bij een auto die niet op diesel rijdt – 20% voor zuinige auto's met een CO2-uitstoot van meer dan: • 95 en maximaal 116 gram per kilometer bij een auto die op diesel rijdt rijdt – 25% voor alle andere auto's  De percentages 14 en 20 % gelden voor auto’s die op kenteken gezet zijn na 1 januari 2009.



Om aan de bijtelling te ontkomen zal aangetoond moeten worden dat minder dan 500


44

 

kilometer privé wordt gereden. Dit kan door middel van een rittenregistratie. De kilometeradministratie dient de volgende gegevens te bevatten : – kilometerstand aan het begin van de rit – kilometerstand aan het eind van de rit – gevolgde route en afstand – bezochte relatie – melding of de rit privé of zakelijk is Voor de bestelauto’s geldt dat er geen bijtelling plaatsvindt zolang men zich houdt aan de regels. Die zijn dat er niet privé met de bestelauto mag worden gereden op straffe van een boete. Zorg dan wel voor een formulier “Verklaring geen Prive-Gebruik Auto”. De 10 % bijtellingregeling voor bestelauto's komt te vervallen. Ook voor privé gebruik van de bestelauto geldt de uniforme bijtelling van 22 %. Als de bestuurder van een bestelauto kan aantonen dat hij de bestelauto voornamelijk voor zakelijk en woonwerkverkeer gebruikt (dat wil zeggen minder dan 500 privé-kilometers), dan vindt geen bijtelling voor de bestelbus plaats.

Reiskosten woon-werk verkeer Werknemers die niet in een bedrijfsauto rijden en die zelf voor hun vervoer naar het werk en terug naar huis zorgen, hebben recht op een reiskostenvergoeding die past binnen het door de fiscus gestelde criteria.  De woon-werk kilometers met de auto van de zaak gelden weer als zakelijke kilometers.  De maximale onbelaste vergoeding per kilometer gereden in een privé auto bedraagt € 0,19. Door Spindler wordt € 0,25 per kilometer verstrekt, zodat € 0,06 hiervan als belast wordt vergoed. Bij een verhuizing naar een verder gelegen woonplaats is het ter bepaling van de werkgever of de reiskostenvergoeding zal worden aangepast in verband met de langere afstand. Reiskosten zakelijk verkeer Je hebt recht op een vergoeding van kosten openbaar in verband met zakelijke reizen waartoe opdracht is gegeven door de leiding, op vertoon van het kaartje. De vergoeding voor het gebruik van eigen auto voor het maken van dienstreizen bedraagt € 0,25, ook hiervoor geldt dat € 0,19 onbelast en € 0,06 belast is. Deze vergoeding is all-in alle kosten, die je moet maken, voor de reis, eventuele parkeergelden, tolgelden of boetes, alsmede voor de kosten van of aan je voertuig/auto. Betaling van de kilometervergoeding vindt plaats op declaratiebasis middels het daartoe gehanteerde formulier.(gelieve ook duidelijk alle betreffende postcodes op te geven) Reis- en verblijfskosten in verband met externe activiteiten Je hebt recht op een vergoeding van de reis- en verblijfskosten die je moet maken om deel te nemen aan een opleiding of een cursus. Je ontvangt een vergoeding nadat je daartoe een declaratie met betaalbewijs hebt ingeleverd. Wanneer je met eigen vervoer mag reizen, ontvang je de bovenstaande vergoeding per kilometer.


45

OV-chipkaart Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de openbaar vervoerkosten dient het volgende te worden overlegd:  de vervoerbewijzen zodra ze niet meer geldig zijn.  de overzichten waarin de transacties (reisbewegingen) met de ov-chipkaart staan.  het aankoopbewijs van de aanschaf van een persoonlijke OV-chipkaart.  van de gemaakte reizen een uitdraai van mijn.ov-chip.nl of een printje gemaakt bij een automaat op de metrostations. Bij printjes uit deze automaten moet wel rekening worden gehouden met het feit dat slechts de laatste 10 reisbewegingen kunnen worden uitgedraaid, dus zorg voor een tijdige uitdraai.  de wegwerp OV-chipkaart. Blijkt uit de overlegde stukken niet duidelijk welke datum, tijdstip en traject er is gereisd, dan zal geen uitkering plaatsvinden van de gedeclareerde kosten, conform de richtlijnen van de Belastingdienst. Overige kosten Wanneer je uit hoofde van je functie kosten moet maken, dien je daartoe toestemming te hebben van je projectleider. Deze kosten kun je declareren bij de administratie, onder de voorwaarde van een schriftelijke goedkeuring van je projectleider. Bekeuringen Per 1 juli 2009 gaat het CJIB administratiekosten in rekening brengen voor de afhandeling van beschikkingen. Het gaat om overtredingen die vallen onder de zogenaamde Wet Mulder, zoals parkeerovertredingen en snelheidsoverschrijdingen. De kosten bedragen 6 euro per initiële beschikking en gelden alleen voor overtredingen met een pleegdatum na 30 juni 2009. Over het bedrag wordt geen BTW geheven. Wij zullen deze kosten uiteraard aan u doorbelasten.


46

Mobiele telefoon Voor de werknemers die voor de uitoefening van hun functie een mobiele telefoon ter beschikking hebben, gelden de volgende regels.  

    

Je dient een schriftelijke overeenkomst te ondertekenen waarin de rechten en plichten zijn weer gegeven. De telefoon wordt je ter beschikking gesteld vanwege je functie. Privégebruik dient dan ook tot een minimum beperkt te worden. Steekproefsgewijs zullen wij het gebruik van de telefoon controleren. Als meer dan 10% van de totale gesprekskosten voor privédoeleinden zijn gemaakt, dien je deze kosten aan ons te vergoeden. Bij schade meld je dit duidelijk en lever je de telefoon in bij de telefoonbeheerder. Je mag de telefoon door collega's laten gebruiken voor zakelijke contacten. Je bent verplicht de telefoon bij een verwachte afwezigheid van meer dan 30 dagen, bij non-actiefstelling en bij beëindiging van de dienstbetrekking bij ons bedrijf in te leveren. Bij een functiewijziging naar een functie waarvoor geen mobiele telefoon nodig is, ben je verplicht deze in te leveren als wij je daartoe opdracht geven. Een (eventuele) bijtelling door de fiscus, vanwege het privégebruik van de mobiele telefoon, komt voor rekening van de werknemer.

Zie verder de bijlage ‘Regeling mobiele telefoon Spindler Installatietechniek’.

Kantine/personeelsruimte, keet, orde en netheid Kantine/personeelsruimte Lunchpauzes vinden plaats in de kantine. Wij verwachten van je dat je gebruikte spullen zoals kopjes, bekers, e.d. en etensresten opruimt. Daarmee dien je de hygiëne. Voor de lunch betaal je een vaste vergoeding.

Eet- en rustpauzes voor werknemers die niet op het bedrijf werken Bij werken waar een keet is opgesteld, maak je gebruik van deze keet voor de pauzes. Binnen


47

de ploeg maak je afspraken over wie er zorgt voor het opruimen en schoonhouden van de keet. Als er geen keet is, zoek je een plaats waar je ongestoord koffie-, thee- en lunchpauzes kunt genieten, zoals op een door de opdrachtgever aangewezen plek, in de bedrijfsauto of in de buurt van de bedrijfsauto. Verzorging werkplek Zorg dat je ordentelijk en netjes werkt; houdt je werkplek, werkruimtes, kantoor e.d op orde. Spullen en materialen die weggegooid of vernietigd kunnen worden, deponeer je in de daartoe bestemde vuilnis- en restbakken. Je ruimt je werkplek zo op dat de professionele schoonmaker zijn werk goed kan uitvoeren.

Internet- en emailgebruik Het gebruik van internet brengt risico's met zich mee die de volgende gedragsregels vereisen.  Persoonsgegevens over e-mail en internetgebruik worden niet langer bewaard dan noodzakelijk met een maximum bewaartermijn van 6 maanden.  Deze controle vindt plaats met als doel:  Begeleiding/individuele beoordeling  Voorkomen van negatieve publiciteit  Tegengaan van seksuele intimidatie  Controle op bedrijfsgeheimen  Systeem en netwerkbeveiliging  Kosten en capaciteitsbeheersing  Tegengaan van discriminatie  Het e-mail systeem en/ of internet wordt aan de werknemer voor zakelijk gebruik beschikbaar gesteld. Gebruik is daarom verbonden aan taken die voortvloeien uit de functie.  Beperkt persoonlijk gebruik van het e-mailsysteem en/of internet is echter toegestaan, mits dit niet storend is voor de dagelijkse werkzaamheden en dit geen verboden gebruik oplevert in de zin van pornografische, racistische, discriminerende, beledigende of aanstootgevende inhoud. Ook het aanzetten tot haat en/of geweld is hiermee verboden.  Bij constatering van verboden gebruik wordt dit direct met de betrokkene besproken. De werknemer wordt dan gewezen op de consequenties wanneer hij/zij niet stopt met het verboden gebruik. Privé telefoongesprekken Privé telefoongesprekken dienen tot een minimum beperkt te worden. Komen deze gesprekken regelmatig voor en leiden ze tot een verstoring van de voortgang van de werkzaamheden, dan kan je leidinggevende je hierop aanspreken. Je leidinggevende kan in zulke situaties beslissen dat je voor in- en uitgaande gesprekken toestemming nodig hebt. Aankopen voor privé We bieden je de mogelijkheid materialen en materieel via onze inkoop aan te schaffen. De korting die hiermee gemoeid is wordt door de directie vastgesteld. Daarbij zal de directie


48

rekening houden met de hoeveelheden/geldbedragen die door de fiscus worden geaccepteerd. Bij een eventuele navordering door de fiscus wordt deze op de werknemer verhaald. De aangekochte goederen en, producten en materialen worden verrekend met het loon van de eerstvolgende loonbetaling. Privé gebruik van bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen en -apparaten mogen uitsluitend na toestemming van de verantwoordelijke leidinggevende worden gebruikt voor privédoeleinden.

Ideeën en voorstellen Wij waarderen het zeer wanneer je met ideeën en voorstellen komt ter verbetering van de bedrijfsvoering, onze dienstverlening, onze producten en werkwijzen e.d. Van deze waardering zullen wij op een passende wijze blijk geven.

Jubilea Wij kennen binnen Spindler een tweetal jubilea en wel 25 en 40 jarig jubileum. Deze mijlpalen laten wij niet onopgemerkt voorbij gaan. Wij zullen die op gepaste wijze waarderen, zoals bij het 25-jarig jubileum krijg je een horloge met inscriptie. Deze dag word je vrij gesteld van werk, als zijnde een bijzonder verlofdag.


49

COLLECTIEVE VOORZIENINGEN Vreugde en Verdrietfonds De bedoeling van het fonds is om bij heugelijke en minder heugelijke gebeurtenissen, zoals geboorten van kinderen, huwelijk, huwelijksjubileum of langdurige ziekte van personeelsleden namens het personeel een attentie uit te kunnen reiken. Echter ook in incidentele financiële noodgevallen (al dan niet door medische oorzaken) kan een beroep gedaan worden op het fonds voor een bijdrage of renteloze lening. Het bestuur zal je aanvraag in alle redelijkheid beoordelen. Kortom heb je een van bovenstaande feiten te vieren of heb je een onoverkomelijk financieel probleem waarbij het fonds je zou kunnen helpen, meldt dit dan bij de secretaris, de heer A.M.Rienstra op de afdeling Administratie. Uiteraard zal je eventuele aanvraag in alle discretie worden behandeld.

Centraal Beheer. Samen met Centraal Beheer hebben wij een pakket personeelsvoorzieningen samengesteld tegen speciale premies en voorwaarden welke wellicht voor u interessant kunnen zijn. Niet alleen u kunt hiervan gebruik maken, maar ook uw partner. Tevens geldt deze regeling voor uw kinderen die studiefinanciering ontvangen of waarvoor u kinderbijslag ontvangt en die inwonend zijn. In de praktijk heeft u zelf rechtstreeks contact met Centraal Beheer dus zonder tussenkomst van derden. Als u met Centraal Beheer belt geeft u dan gelijk uw werkgevernummer op, Dat is: 61676 "EVEN APELDOORN BELLEN" TEL. 055-5798000 Op de internetsite van Centraal Beheer Achmea is nu een gedeelte gereserveerd speciaal voor personeelsleden van Spindler Installatietechniek B.V. Via www.centraalbeheer.nl/61676 kunt u heel eenvoudig uw persoonlijk kortingsoverzicht en de actuele aanbiedingen bekijken. Zo blijft u altijd op de hoogte van de actuele stand van zaken! En als u vervolgens een premie wilt berekenen, dan wordt automatisch rekening gehouden met het collectiviteitsvoordeel waar u recht op heeft. Het pakket personeelsvoorzieningen omvat de volgende diensten: De autoverzekering. De Huiseigenaren-/Huurdersverzekering. De Gezinsongevallenverzekering. De Rechtsbijstandverzekering voor Particulieren.


50

De Overlijdensrisicoverzekering. De Hypotheek. De Spaarrekening. Spaarloonregeling Opm.: Verzekeringen die al bij Centraal Beheer lopen zonder personeelskorting, kunnen uiteraard per prolongatiedatum omgezet worden naar de collectieve condities. In dit geval is het wel noodzakelijk, dat u zelf contact met Centraal Beheer opneemt.

Zorgverzekeringen. Voor de zorgverzekering hebben wij contracten afgesloten met een 3-tal partijen waar je als werknemer van Spindler een collectiviteitskorting kunt verkrijgen. Op onze website kun je allerlei informatie hierover vinden. Daar zullen ook voor elk nieuw jaar de linken komen te staan waarmee je simpel de premies van dat jaar te weten kunt komen en ook een nieuw contract kunt afsluiten. De partijen zijn:

Collectiviteitsnummer = 207005684

https://secure.zilverenkruis.nl/Formulieren/PremieBerekenen/


https://net.cz.nl/online/Premie.aspx


https://deltalloyd2.info.nl/dl/index.php?cv_site=09097

Vakantiehuizen U krijgt als werknemer 5% korting op een vakantiehuis van Fi Vakantiehuizen. U kunt kiezen uit ruim 1000 vakantiehuizen in Italie, Frankrijk of Oostenrijk. http://www.fi.nl/nl/Kortingsactie/Spindler-Installatietechniek


51

Internet Website voor Personeel Spindler heeft sinds kort zijn website ge-update waarbij naast allerlei algemene informatie ook een personeelspagina wordt opgestart. Deze is te bereiken door als adres in te geven http://www.spindler.nl/personeel. Hierop kunt u o.a. de laatste nieuwsbrieven vinden en het personeelshandboek. Tevens zullen wij daar, indien gewenst, allerlei nieuwsberichten plaatsen. Houd de website dus altijd in de gaten voor de meest actuele informatie.

TIJD- EN WERKREGISTRATIE, PERSONEELSADMINISTRATIE EN DOSSIER Registratie van gewerkte tijd en aanwezigheid We houden een schriftelijke urenadministratie bij. Per periode/week wordt door jou vastgelegd:  het aantal gewerkte uren;  het aantal gewerkte uren waarvoor een toeslag geldt;  het aantal genoten vakantie- of verlof- en ATV-uren; Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

52

 het aantal uren zonder behoud van loon;  het aantal uren en dagen waarop de werknemer arbeidsongeschikt is geweest;  het aantal uren dat je een functie-gerichte opleiding volgde tijdens en buiten de werktijd;  het aantal reisuren. Deze administratie vormt de basis voor de berekening van het loon dat je toekomt. Het niet goed of helemaal niet inleveren van de benodigde weekrapporten kan dus gevolgen hebben voor de berekening en uitbetaling van je loon. Tijdens collectief vastgestelde vakantiedagen, zijnde bouwvak en kerstvakantie, zal voor iedereen standaard deze dagen worden genoteerd, en hoef je dan ook geen weekrapport in te zenden. Heb je echter gewerkt tijdens collectief vastgestelde dagen, dan dien je wel een weekrapport in te sturen zodat wij je loon dienovereenkomstig kunnen uitkeren. Via de nieuwsbrief zullen de collectief vastgestelde dagen worden kenbaar gemaakt.

Personeelsdossier We houden een dossier van je bij op de administratie. Dit dossier bevat belangrijke persoonlijke informatie, zoals het sollicitatieformulier, kopieën van diploma's, getuigschriften, identiteitspapieren, aanstellingsbrief, verslagen van functioneringsgesprekken en andere zaken die verband houden met het dienstverband. Het personeelsdossier is alleen toegankelijk voor de directie, de loonadministrateur en jezelf. Om inzage te krijgen in het persoonlijk dossier dien je een verzoek bij de directie in te dienen. Wij zullen personeelsgegevens alleen zonder toestemming doorgeven als dat gebeurt op basis van een wettelijk voorschrift (bijvoorbeeld aan UWV en belastingdienst) of als dat een direct verband heeft met het doel van de registratie (bijvoorbeeld bij het overdragen van personeelsgegevens aan een salarisbureau of een verzekeraar voor het uitvoeren van collectieve arbeidsvoorwaarden). In alle andere gevallen is jouw instemming nodig. Identificatie Zoals je wellicht weet, geldt vanaf 1 juni 1994 de Wet op de Identificatieplicht voor iedereen van twaalf jaar en ouder. Identiteitsbewijs bij je dragen Als werknemer ben je verplicht een geldig identiteitsbewijs bij je te dragen. Is er een controle, dan moet je dit identiteitsbewijs tonen. Bijvoorbeeld bij controles van de Arbeidsinspectie, het Uitvoeringsinstituut werknemers-verzekeringen, de Belastingdienst of de Vreemdelingendienst. Kun je je bij een controle niet legitimeren dan kan je meegenomen worden voor identificatie, de toegang tot je werkplek ontzegt of een bekeuring krijgen. Identiteitsbewijs bij indiensttreding Bij indiensttreding vragen wij je om een geldig, origineel identiteitsbewijs. Dit kan zijn:


53

   

een Nederlands paspoort een paspoort van een van de EER-landen een Europese identiteitskaart een niet-Nederlands paspoort waarin de Vreemdelingendienst een vergunning tot verblijf heeft aangetekend  een ander geldig vreemdelingendocument Een rijbewijs is geen geldig identiteitsbewijs. Dit vermeldt namelijk geen nationaliteit en zegt ook niets over je verblijfsstatus. Je bent verplicht je identiteitsbewijs te tonen. Wij zijn verplicht het identiteitsbewijs te controleren op echtheid en geldigheid en een kopie ervan in onze administratie te bewaren. Gelieve hiervan goede nota te nemen. Wijzigingen in persoonlijke gegevens Veranderingen in adres, telefoonnummer, burgerlijke staat en andere wijzigingen die van belang zijn voor de salarisverwerking, verzekeringen, en bedrijfsregelingen waaraan je deelneemt, dienen binnen 1 week schriftelijk te worden doorgegeven aan de administratie. Dit is van belang in verband met de correcte aangifte loonbelasting en premie volksverzekeringen. Salarisuitbetaling Je loon wordt 4-wekelijks (buitendienst) /per maand (binnendienst) betaalbaar gesteld en door ons voldaan door overschrijving naar een Nederlandse bank- of girorekening van de werknemer. Bij elke salarisuitbetaling ontvang je een salarisstrook. Een verrekening in verband met arbeidsongeschiktheid, onbetaald verlof, respectievelijk inhoudingen evenals de afrekening van overige bestanddelen en van eventuele reis- en verblijfs- en andere kosten vindt plaats zoveel mogelijk in de betreffende betalingsperiode, onder de voorwaarde dat je de van belang zijnde informatie en declaraties tijdig en correct hebt ingeleverd. Loonbeslag Wij zullen loonbeslag afhandelen volgens de daarvoor geldende wettelijke regelingen.


54

Opzegging en uitdiensttreding De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging: a. korter dan vijf jaar heeft geduurd: één maand; b. vijf jaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd: drie maanden; d. vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt één maand. De opzegging geschiedt zodanig dat het dienstverband afloopt op het einde van de betalingsperiode. Gedurende de opzegtermijn blijf je werken. In overleg kunnen we afspreken dat je tijdens de opzegtermijn nog resterende vakantie- of verlofuren zult opnemen. Uiterlijk op je laatste werkdag dien je alle eigendommen van het bedrijf die aan jou beschikbaar zijn gesteld in te leveren en je te vervoegen bij de administratie. Voor eventuele gebreken of verlies word je aansprakelijk gesteld. Eventuele schulden zullen met de laatste loonbetaling worden verrekend. Voor resterende schulden wordt een betalingsregeling getroffen. Op jouw verzoek ontvang je van ons een getuigschrift. Naast de in de Wet genoemde mogelijkheden eindigt de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd van rechtswege, dat wil zeggen zonder dat enigerlei opzegging is vereist, met ingang van de eerste dag van de kalendermaand waarin de werknemer de 65 jarige leeftijd heeft bereikt.

Diefstal en inbraak Door eigen personeel We gaan ervan uit dat het personeel eerlijk is. Toch leert de praktijk dat dit vertrouwen wel eens beschaamd wordt. In zo'n geval zullen wij de politie inschakelen en zal ontslag op staande voet volgen, wie het dan ook is. Mocht je een collega verdenken van diefstal, waarschuw dan onmiddellijk je leidinggevende. Deze zal vervolgens onderzoek instellen. Door derden Als je iemand verdenkt van diefstal van onze producten, gereedschappen of andere eigendommen van ons bedrijf dien je onmiddellijk je projectleider te waarschuwen. Als je inbraaksporen ontdekt, bijvoorbeeld bij je bedrijfsauto of op de werkplek, waarschuw dan direct je leidinggevende en de politie. Raak niets aan en ga niet alleen een gebouw binnen.


55

INFORMATIE, MEDEZEGGENSCHAP EN OVERLEG Mededelingen van de directie Mededelingen van de directie worden schriftelijk verstrekt via de nieuwsbrief, via brieven bij het loonbriefje, via de website en eventueel via afzonderlijke post. Personeelsbijeenkomsten 1 x per jaar organiseren wij een personeelsbijeenkomst. Deze bijeenkomst vindt meestal plaats in het najaar. Alle werknemers worden geacht op deze bijeenkomst aanwezig te zijn. Tijdens deze bijeenkomst ontvang je van de directie een (mondelinge) toelichting op de bedrijfsactiviteiten, de toekomstplannen, investeringen, het beleid ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu en het personeelsbeleid. Ook wijzigingen in de uitvoering van het werk en/of belangrijke ontwikkelingen en ervaringen over de toepassing van nieuwe technieken, producten en regels aan bod. Van te voren ontvang je een uitnodiging met een agenda en eventuele schriftelijke informatie, zodat je je kunt voorbereiden op de bijeenkomst. Op de bijeenkomst kun je voorstellen en ideeën inbrengen.

SCHOLING EN ONTWIKKELING Algemeen Wij vinden het belangrijk dat je je vakbekwaamheid, kennis en vaardigheden in standhoudt en waar mogelijk en nodig, verder verbreedt, verdiept en vergroot, zodat je inzetbaar blijft en je een goede bijdrage kunt leveren aan de doelen van ons bedrijf. Daartoe ondernemen we een aantal acties op het terrein van scholing en ontwikkeling: Opleidingsplan Jaarlijks stellen we een opleidingsplan voor de onderneming vast. Hierin staat op welke gebieden wij nieuwe kennis, technieken en vaardigheden gaan gebruiken en op welke manier we dat gaan leren: via welke interne en externe scholings- en opleidingsactiviteiten. Scholingsverlof Op grond van de CAO heb je recht op 1 of 2 dagen scholingsverlof per jaar. Deze verlofdagen kun je gebruiken om een cursus te volgen die door het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor de bedrijfstak wordt aangeboden. Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Elke medewerker krijgt de mogelijkheid om voor zichzelf een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen. In dit plan staat:  op welke gebieden je je kennis, technieken en vaardigheden wilt vergroten,  hoe je dat wilt bereiken,  en welke ondersteuning en begeleiding je daarbij van ons krijgt.


56

Een POP wordt opgesteld naar aanleiding van een functioneringsgesprek. In overleg met je leidinggevende bepaal je welke cursussen of opleidingen je wilt gaan volgen. Voor externe cursussen is toestemming van de directie/bedrijfsleider nodig. Nadat je een cursus of opleiding hebt gevolgd wordt geëvalueerd hoe het is geweest. Bij langer durende opleidingen en trainingen vindt ook tussentijdse voortgangscontrole en evaluatie plaats.

Studiekostenregeling Aan scholing en ontwikkeling zijn kosten verbonden, zoals:  de loonkosten voor de tijd dat je niet werkt, maar scholing volgt,  de kosten voor de organisatie en uitvoering van interne opleidingen  de deelnemersbijdrage en examenkosten bij externe opleidingen  de kosten voor lesmateriaal  de reiskosten. Scholing en ontwikkeling vormen een investering in jezelf. Het draagt bij aan je inzetbaarheid en productief vermogen op korte en langere termijn. Scholing en ontwikkeling van onze werknemers zien wij ook als een belangrijke investering in de kwaliteit, de continuïteit en toekomst van onze onderneming. De kosten van opleidingen die hieraan bijdragen, nemen wij dan ook graag voor onze rekening.

Vergoeding Externe kosten voor opleidingen die je op ons verzoek volgt, worden direct door ons vergoed. Externe kosten voor opleidingen die je op eigen verzoek volgt, bekostig je eerst zelf. Wij vergoeden de kosten vervolgens op declaratiebasis. Van elke interne en externe opleiding die je volgt maken wij een kostenoverzicht op.

Terugbetalingsregeling Het kan voorkomen dat een werknemer een gestarte opleiding staakt, het examen niet haalt of dat het dienstverband wordt beëindigd na een betrekkelijk korte tijd nadat de opleiding is afgerond. In zulke gevallen weegt het rendement van onze investering niet op tegen de kosten. Om dat risico te beperken is er een terugbetalingsregeling van kracht. Deze regeling houdt in dat de medewerker de studiekosten in alle redelijkheid moet terug betalen. Hierbij geldt als richtlijn dat je: alle studiekosten van de laatste 2 jaar voor 50 % moet terugbetalen indien :


57

  

je zonder overleg met de leiding de opleiding vroegtijdig beëindigt, zonder goede reden lessen verzuimt of op een andere manier zonder onze toestemming verzuimt om aan de studie-eisen en afspraken te voldoen je op eigen verzoek uit dienst treedt dit geldt voor iedereen, dus zowel met als zonder leerovereenkomst, tenzij anders separaat middels een aangepaste overeenkomst is afgesproken

Schooltijden Volg je een opleiding in het kader van het leerlingstelsel, dan gelden de volgende regels ten aanzien van je urenverantwoording:  Volg je een middagopleiding en begint je school om 15.00 uur, dan schrijf je op je weekrapport 2 uur school en 6 uur werken. Uiteraard werk je die 6 uur dan ook en ga je pas om 13.45 uur of later weg.  Volg je een avondopleiding die om 18.00 uur begint, dan werk en schrijf je gewoon 8 uur werken. VCA cursus In het kader van onze VCA** certificering en de thans geldende verplichtingen die wij als onderaannemer in de bouw hebben, is het voor iedereen die met de uitvoering op de bouwplaats te maken heeft een noodzaak dat hij beschikt over het diploma Basisveiligheid (VCA). Wij zullen iedereen die dit nog niet in zijn bezit heeft de kans geven dit diploma te behalen. Uiteraard zijn de kosten van eventuele herexamens nadat men twee maal het examen niet heeft behaald voor uw rekening. Mocht u dan nog niet het benodigde diploma hebben behaald kan dit consequenties hebben voor het met u afgesloten arbeidscontract.

INKOMENSVERZEKERINGEN, PENSIOEN EN ANDERE AANVULLENDE VERZEKERINGEN Algemeen Op grond van de wet en CAO ben je verzekerd tegen het risico van inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid, pensionering. Daarnaast bieden wij je de mogelijkheid deel te nemen aan een aantal aanvullende verzekeringen. Hierna volgt een overzicht zoals dit momenteel geldt. Als je meer wilt weten, vragen we je contact op te nemen met administratie.

WGA-hiaat en/of WIA-bodemverzekering Per 1 januari 2006 is de WAO vervangen door de WIA. De WIA kent een regeling voor langdurig en blijvend arbeidsongeschikte werknemers (IVA) en een regeling Werkhervatting


58

Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA).In het geval een IVA-uitkering door het UWV wordt toegekend ontvangt de werknemer een uitkering van 75% van het laatstverdiende loon. In het geval een werknemer gebruik moet maken van de WGA-regeling wordt een uitkering toegekend als de werknemer een loonverlies heeft van meer dan 35% van het laatstverdiende loon. Bij een kleiner loonverlies wordt er geen WGA-uitkering toegekend. Om het loonverlies wat hierdoor kan ontstaan te dekken is het mogelijk een WIA-bodemverzekering af te sluiten. In het geval er een WGA-uitkering wordt verstrekt is het uitgangspunt dat nog deels mogelijkheden tot het generen van loon bestaan voor de werknemer. Indien de werknemer deze mogelijkheden niet benut of kan benutten vindt er een inkomensachteruitgang plaats. Om deze inkomensachteruitgang te voorkomen is het mogelijk een WGA-hiaatverzekering af te sluiten. De werkgever is verplicht zowel de WIA-bodemverzekering als de WGA-hiaatverzekering aan de werknemer aan te bieden. Als de werknemer afziet van deelname aan deze collectieve verzekering dient de verzekering uiterlijk voor 1 oktober voor het eerstvolgende jaar opgezegd te worden. Opzegging dient te gebeuren door het aangetekend opsturen van een getekende afstandsverklaring. Bij indiensttreding heeft u een maand de tijd om te beslissen of u wilt deelnemen. Als dat niet het geval is dient u dat aan Mn Services mede te delen. Standaard wordt ieder nieuw personeelslid automatisch verzekerd.

ANW-gat Om je partner goed verzorgd achter te laten als je komt te overlijden, kun je deelnemen aan de ANW-pensioen verzekering van MN services. De premie wordt door Mn Services vastgesteld en op je salaris ingehouden.

Pensioen, eerder met pensioen en pensioenbeleggen Als werknemer in de metaal en techniek bouw je een aantal pensioenrechten op:  een ouderdomspensioen voor wanneer je 65 wordt, gebaseerd op je gemiddeld verdiende salaris (middelloonsysteem)  een partnerpensioen voor je partner of eventuele weeskinderen als je komt te overlijden  een “vroegpensioen” dat je de mogelijkheid geeft om voor je 65ste te stoppen met werken, bijvoorbeeld op je 60ste of 61ste jaar. De term vroegpensioen bestaat niet meer vanwege fiscale redenen. Het is echter nog wel mogelijk eerder met pensioen te gaan dan met 65 jarige leeftijd. De premies voor deze pensioenrechten worden gedeeltelijk door ons betaald en voor een deel door je zelf, door inhouding op je loon. Daarnaast is het mogelijk om (extra) pensioen te sparen middels beleggingen. Daartoe wordt bij Mn Services een pensioenbeleggingsrekening geopend. Wij zorgen voor de betalingen, door inhouding op je loon. Om te weten of dat interessant voor je is, kun je met behulp van de pensioenplanner van MN Services laten uitrekenen hoe je je pensioenrechten kunt verhogen.


59

KAN IK EERDER STOPPEN MET WERKEN? EN WANNEER? Ja, u kunt eerder stoppen met werken door uw ouderdomspensioen voor 65 jaar te laten ingaan. Op zijn vroegst kan dit op 60-jarige leeftijd. In het nieuwe pensioenreglement zijn twee overgangsregelingen opgenomen. Enerzijds om te zorgen dat u van 62 tot 65 jaar een inkomens vervangende uitkering krijgt, anderzijds om te zorgen dat oudere werknemers al eerder dan 62 jaar met pensioen kunnen gaan. De hoogte van uw uitkering is onder meer afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden en van fiscale grenzen. Voor 2010 geldt een uittredingsleeftijd van 61 jaar. Dit is mogelijk door de overbruggingsregeling. In 10 jaar loopt de uittreedleeftijd op naar 62 jaar conform onderstaande tabel: Jaar

Geboortedatum

Pensioenleeftjd leeftijd maand 61 0 2010 Voor 1 januari 1950 Voor 1 november 1950 61 2 2011 4 2012 Voor 1 september 1951 61 61 6 2013 Voor 1 juli 1952 61 8 2014 Voor 1 mei 1953 61 10 2015 Voor 1 maart 1954 62 0 2016 e.v. Vanaf 1 maart 1954


60

Ongevallen inzittenden verzekering Voor de werknemers die regelmatig collega's en andere zakelijke relaties laten meerijden in hun bedrijfsauto is er geen ongevallen inzittenden verzekering afgesloten. Het risico voor een mogelijke schade ligt dan ook geheel bij ons rekening houdend met de gemaximeerde uitkeringen van zo’n verzekering die dan ook voor ons gelden in een situatie waardoor wij aansprakelijk worden gesteld.

WA-verzekering Wij adviseren je een WA-verzekering af te sluiten, voor het geval dat je aansprakelijk wordt gesteld voor schades die door jouw toedoen in de uitoefening van je functie of in je vrije tijd zijn ontstaan. Let op: Schade welke het gevolg is van grove onachtzaamheid van je plichten, roekeloosheid, dronkenschap e.d. wordt doorgaans niet vergoed, door geen enkele verzekering. Het advies is dan ook om te allen tijde op een verantwoorde en zorgvuldige wijze te handelen. Algemene verplichtingen van de werkgever Wij verplichten ons te gedragen als een goed werkgever. Je mag van ons verwachten dat we naar redelijkheid en billijkheid rekening zullen houden met de individuele omstandigheden en wensen, zodat je op een verantwoorde wijze invulling kan geven aan je verplichtingen jegens ons, je gezin en de maatschappij. Algemene verplichtingen werknemer Het is de werknemer niet toegestaan, direct of indirect, uitlatingen te doen en/of handelingen te verrichten die inbreuk maken of kunnen maken op de goede naam en/of reputatie van de werkgever, dan wel bijzonderheden bekend te maken waarvan hij weet of had kunnen weten, dat die bekendmaking de werkgever of haar klanten, schade oplevert of op kan leveren. De werknemer is verplicht de hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, die zich in diens onderneming voordoen of werkzaamheden die met de aard van de onderneming verband houden, uit te voeren. De werknemer verbindt zicht de opgedragen werkzaamheden met de grootste ijver en nauwgezetheid te verrichten en de daarbij door of vanwege werkgever gegeven instructies of aanwijzingen nauwkeurig op te volgen en uit te voeren, tenzij niet redelijkerwijs van hem gevergd kan worden aan de opdracht te voldoen. De werknemer is verplicht datgene te doen en na te laten wat een goed werknemer behoort te doen en na te laten. Voorbeelden hiervan zijn:  De werknemer dient op tijd, dat wil zeggen voor aanvang van de werktijd aanwezig te zijn, dan wel op de afgesproken tijd op het werk aanwezig te zijn.  De werknemer dient de werkzaamheden bij een dienst nuchter en niet onder invloed van enig genotsmiddel of drug aan te vangen en het is de werknemer verboden tijdens een dienst alcoholische drank of drugs te gebruiken.


61

 De werknemer dient zich tegenover alle personen met wie hij als dienstdoende werknemer contacten onderhoudt en/of mee samenwerkt, te onthouden van mishandeling, grove belediging, bedreiging en seksuele intimidatie, ongewenste intimiteiten en elk ander gedrag dat in strijd is met de goede zeden of gevaar voor de veiligheid en gezondheid oplevert.  De werknemer dient zich te beperken in het (mobiel) bellen ten behoeve van het privé-gebruik. Het voor persoonlijke doeleinden bellen met de (mobiele) telefoon mag niet ten koste gaan van de productiviteit en de kwaliteit van de werkuitvoering en/of de dienstverlening.  De werknemer is gerechtigd collega's en directie aan te spreken op gedrag, dat niet overeenstemming is met het gedrag dat van een goed werknemer c.q goed werkgever mag worden verwacht. Overtredingen van wat in dit artikel is bepaald, kunnen voor de werkgever aanleiding geven een sanctie in de vorm van een mondelinge of schriftelijke waarschuwing. Herhaling kan aanleiding geven om een ontslagvergunning aan te vragen. Bij een ernstige overtreding waarbij sprake is van een dringende reden volgt ontslag op staande voet. Dringende redenen voor de werkgever kunnen volgens het BW bestaan als je:  de werkgever misleidende informatie hebt gegeven bij de sollicitatie  onbekwaam en ongeschikt bent voor de functie  een redelijke opdracht weigert op te volgen of uit te voeren  je overgeeft aan dronkenschap of liederlijk gedrag  je schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog, of andere misdrijven  de werkgever, mede -werknemers mishandelt, grovelijk beledigt, verleidt of tracht te verleiden  opzettelijk of ondanks een waarschuwing roekeloos eigendom van de werkgever beschadigt of aan ernstig gevaar blootstelt  opzettelijk of ondanks waarschuwing roekeloos jezelf of anderen aan ernstig gevaar bloot stelt  de geheimhouding schendt  je je werknemersverplichtingen grovelijk veronachtzaamt  door opzet of roekeloosheid buiten staat geraakt of blijft de bedongen arbeid te verrichten

Geheimhouding Je bent tijdens en na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot volstrekte geheimhouding verplicht over alle bedrijfsaangelegenheden in de ruimste zin des woords, het is verboden op enigerlei wijze aan derden direct of indirect in welke vorm dan ook, enige mededelingen te doen van of over werkgeverszaken of zaken die hiermee verband houden, alles in de ruimste zin van het woord. Overtreding van dit beding tijdens het dienstverband zal worden beschouwd als een dringende reden voor ontslag op staande voet, onverminderd het recht van de werkgever tot het vorderen van volledige schadeloosstelling en het doen van aangifte voor het plegen van een strafbaar feit. In afwijking van Titel 7.10 BW, artikel 650 lid 3 en 5 geldt dat je bij overtreding van dit beding tijdens de dienstbetrekking en na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ten gunste van de werkgever een direct opeisbare boete van € 5.000 schuldig bent voor elke mededeling aan derden, direct of indirect, op welke wijze dan ook gedaan, betreffende gegevens over de huidige werkgever, of maakt de werkgever gebruik van zijn recht volledige schadeloosstelling Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

62

te vorderen, onverminderd het recht van de werkgever tot het vorderen van volledige schadeloosstelling en tot het doen van aangifte voor het plegen van een strafbaar feit.

Nevenarbeid Je hebt de plicht bij de directie melding te maken van al dan niet gehonoreerde nevenactiviteiten, die een structureel karakter dragen. Bij deze melding dien je tevens aan te geven hoeveel uren per dag en of week gemoeid zijn. Wij zullen geen bezwaar maken tegen die arbeid zolang zij naar ons oordeel niet door omvang en/aard een beletsel dreigen te vormen om de eigen functie naar behoren te blijven vervullen. Wij kunnen aan onze toestemming voorwaarden verbinden. Bij een eventuele weigering zullen wij onze beslissing schriftelijk toelichten. Overtreding van het beding nevenarbeid levert een schriftelijke waarschuwing op. Als je, ook na een herhaalde waarschuwing, hier geen gehoor aan geeft, zullen wij een procedure in gang zetten met het doel het dienstverband te beëindigen.

Slotbepalingen De regels in dit reglement hebben we met zorg opgesteld. Mochten er onverhoeds onjuistheden of niet goed werkende bepalingen in zijn opgenomen, dan verzoeken we je deze te melden. We zullen de betreffende regels daarop aanpassen. Als veranderingen in wetgeving of de CAO daartoe aanleiding geven zullen wij de regels en bepalingen uit dit reglement daaraan aanpassen. Als zich belangrijke veranderingen voordoen in onze bedrijfsomstandigheden, die met zich meebrengen dat we bedrijfsgebonden regelingen niet langer kunnen handhaven, zullen wij daartoe overgaan na overleg met het medezeggenschapsorgaan en/of de betreffende werknemers. Als een goede en ordentelijke bedrijfsvoering dat nodig maakt, zullen wij veranderingen doorvoeren in onze gedragsregels. Alvorens hiertoe over te gaan word je daarover eerst geïnformeerd.


63

BIJLAGE : Regeling Mobiele Telefoon 1.

Per functie en per medewerker wordt vastgelegd of het ter beschikking stellen van een mobiele telefoon zinvol is, alsmede welk type telefoon en bijbehorende zaken (abonnement/carkit e.d.). De beoordeling daarvan gebeurt uiteindelijk door de telefoonbeheerder. 2. Zowel de telefoon als het abonnement staan op naam van het bedrijf. Eventuele inbouw in een bedrijfsauto en onderhoudskosten zijn voor rekening van het bedrijf. (hiervoor geldt: er kan maximaal één keer per 4 jaar een inbouw, na goedkeuring vooraf door de telefoonbeheerder, op kosten van het bedrijf in een auto plaatsvinden). 3. Iedere medewerker die een mobiele telefoon ter beschikking gesteld heeft gekregen, dient zorg te dragen voor een optimale bereikbaarheid en gebruik van deze telefoon (als voorbeeld onder andere het activeren van de voice-mail mogelijkheid, het bij de eerste mogelijkheid direct afluisteren van de voice-mailbox en de telefoon aanzetten in de auto (indien deze is voorzien van een carkit)). 4. Voor hen, die een mobiele telefoon ter beschikking gesteld krijgen vervalt elke andere tegemoetkoming in telefoonkosten. 5. De mobiele telefoon is alleen bestemd voor zakelijk gebruik, waarbij van bedrijfswege het recht wordt voorbehouden om, wanneer de kosten geen realiteit meer hebben met de uitvoering van de functie en de bijdrage aan de organisatie, een limitering op zakelijk gebruik vast te stellen. Overschrijding van die limitering leidt tot inhouding op de salarisafrekening. Mocht geconstateerd worden dat, met inachtneming van voorstaande, het eventuele privé gebruik, dit naar oordeel van de leiding, te hoog is, dan leidt dit direct tot inhouding op de salarisafrekening. 6. Gesprekskosten die veroorzaakt worden door het gebruik maken van extra diensten, zoals MMS, I-mode, SMS-Info e.d., worden ingehouden op de salarisafrekening, tenzij het gebruik van deze diensten noodzakelijk is in verband met de functie-uitvoering en er vooraf een uitdrukkelijke, schriftelijke goedkeuring is van de directe chef van betrokkene. 7. In en aan de apparatuur mogen geen hard- of software wijzigingen worden aangebracht. 8. Gebruikers dienen zorgvuldig met de mobiele telefoon om te gaan en tegelijkertijd zorg te dragen dat de telefoon altijd gebruik gereed is. Indien een toestel kapot gaat waarbij dit te wijten is aan het niet goed onderhouden van dit toestel zullen de kosten ter vervanging conform regel 13 worden doorbelast en ingehouden op de eerstvolgende salarisafrekening. 9. Diefstal, verlies of schade dient direct gemeld te worden aan de telefoonbeheerder. 10. Wanneer de telefoon gestolen wordt in de situatie dat deze onbeheerd wordt achtergelaten (met name in de auto), dient de medewerker direct/zo snel mogelijk aangifte van diefstal te doen bij de politie. Indien het toestel verloren wordt waarbij duidelijk is, dat dit te wijten is aan onzorgvuldigheid geldt het volgende : 11. Wanneer dit voor de 1e maal voorkomt wordt ¼ deel van de aanschafprijs ingehouden op de eerstvolgende salarisafrekening van betrokkene. Mocht het binnen een tijdsbestek van 3 jaar nogmaals voorkomen, dan zal het bedrag van de aanschaf van het toestel worden ingehouden op het salaris.


64

12. De werkgever is te allen tijde bevoegd om deze regeling aan te passen naar aanleiding van veranderende omstandigheden. 13. Door ondertekening van dit formulier geeft de werknemer aan dat hij akkoord gaat met bovenstaande regeling en dat hij tevens een goedwerkende mobiele telefoon in ontvangst heeft genomen.

Autoregeling 1

Inleiding

Leasing kan worden gezien als (ver)huur op langere termijn, waarbij de leasemaatschappij, als eigenaar van de auto’s, deze auto’s voor een vastgestelde periode aan Spindler Installatietechniek B.V., hierna te noemen Spindler, ter beschikking stelt. Namens Spindler verricht de leasemaatschappij tevens een aantal bijkomende diensten. Deze diensten omvatten o.a. het beheer, de verzorging van de houderschapsbelasting, schadebehandeling, de begeleiding van onderhoud, reparaties en vervanging van banden, het verstekken van adviezen, bijvoorbeeld voor kostenreductie of het gebruik van de auto’s. Spindler stelt deze auto’s op haar beurt ter beschikking aan de berijders, die aan deze regeling deelnemen. Met iedere berijder*) wordt een berijderovereenkomst voor de aan hem beschikbaar gestelde auto afgesloten, ondertekend door de berijder en Spindler. Voor informatie over de leaseregeling kunt u zich tot de heer Vergunst (leasecoördinator) richten. Deze overeenkomst geldt vanaf het moment van bestellen van de leaseauto. Deze Autoregeling vormt een onverbrekelijk geheel met de Berijderovereenkomst en de arbeidsovereenkomst. 2

Aanvraagprocedure

2.1 Aanvragen Indien een leaseauto voor de eerste keer ter beschikking moet worden gesteld, zal dit dienen te gebeuren via de leasecoördinator. Het initiatief voor het aanvragen ligt bij:  

de bedrijfsleider van de betrokken medewerker, als gevolg van afspraken gemaakt tijdens de sollicitatie procedure; leasecoördinator, in geval van het vervangen van een bestaande leaseauto.

Nadat de aanvraag is goedgekeurd, zal Spindler het leasevoertuig bestellen. De berijder zal tijdig door de leasemaatschappij / leasecoördinator worden ingelicht over de plaats en het tijdstip van aflevering. 2.2 Vervanging van leaseauto Op het vervangingstijdstip wordt door Spindler vastgesteld of; 1. De auto wordt vervangen door een nieuwe.


65

2. De auto wordt vervangen door een al aanwezige (gebruikte) leaseauto, die binnen de van toepassing zijnde categorie valt. 3. De vervanging voor een bepaalde periode uitgesteld wordt. *) Omwille van de leesbaarheid is alle tekst in deze Autoregeling in de mannelijke vorm weergeven. Vanzelfsprekend is de regeling op zowel werknemers als werkneemsters van toepassing.

3

Toekenningcriteria

Een berijder komt in aanmerking voor een leaseauto uit hoofde van de functie, en/of het karakter van de functie. Spindler kan van dit criterium afwijken, zonder daarover toelichting te verstrekken. Tevens staat het Spindler vrij om, in voorkomende gevallen, een teruggekomen leaseauto van een vergelijkbare klasse, na overleg met de berijder, toe te wijzen aan een berijder die in aanmerking komt voor een leaseauto. Spindler zal in de periode dat de berijder nog in zijn proeftijd is, of een arbeidsovereenkomst heeft voor bepaalde duur, waar mogelijk een teruggekomen leaseauto ter beschikking stellen. 4

Overgangsregeling

Berijders die voor een leaseauto in aanmerking komen, dienen zelf eventueel voor verkoop van hun privé auto zorg te dragen. 5

Decoratie/belettering

De door Spindler ter beschikking gestelde leaseauto zal, dat ter beoordeling van Spindler, voorzien worden van een zakelijke decoratie/belettering. Het is de berijder niet toegestaan zonder toestemming van Spindler, de zakelijke decoratie / belettering te verwijderen en andere stickers e.d. aan of op de leaseauto te bevestigen. 6.

Indeling in functiecategorieën en autokeuze

6.1 Werkwijze Door Spindler zijn een aantal limieten vastgesteld ten aanzien van de leaseprijs voor de in aanmerking komende functiegroepen. De berijder (berijder functiecategorie B uitgezonderd), die in aanmerking komt voor een auto van de zaak, dient daartoe een verzoek in bij de leasecoördinator. Na het calculeren zal door hem aan de berijder medegedeeld worden of de betreffende auto voor akkoord is. Het type auto, dat beschikbaar gesteld wordt, hangt samen met het functieniveau. 6.2 Categorieën Ten behoeve van de toepassing van de autoregeling worden de functies ingedeeld in de Personeelshandboek Spindler Installatietechniek B.V.

66

navolgende categorieën met het bijbehorende type auto. Categorie A: Meewerkend voorman afdeling Loodgieterij, Elektra en CV Renault Clio 1.2 65pk 3-drs Authentique. Keuze-auto’s: Clio 1.2 75pk 5-drs Authentique, Clio Estate TCE100 5-drs Expression/Selection Business; Kangoo 1.6 8v/16v 5-drs. Expression; Megane 1.6-16v 5-drs Selection Business of Megane 1.6-16v Grand Tour (station) 5-drs Selection Business Categorie B : Loodgieter, Elektricien en CV-monteur afdeling Burgerwerk Renault Trafic L2H1 2.0dCi Categorie C: Projectleider Categorie D: Bedrijfsleider NB Keuzeauto’s zijn inclusief airconditioning. 6.3 Norm leaseprijzen Per functiecategorie is een maximale norm leaseprijs vastgesteld. De norm leaseprijzen worden getoetst aan de hand van de “autokostenindex”en vastgesteld door Spindler. In hoofdstuk 11 tot en met 15 worden de diverse productcomponenten omschreven. 6.3.1 Norm leaseprijzen t.b.v. functiegroepen Indeling van de norm leaseprijzen per 01.01.2009. Alle genoemde bedragen zijn excl. BTW. Norm leaseprijs per maand excl. BTW Functiecategorie Maximale Maximale Consumentenprijs norm Incl. BPM en BTW leaseprijs per maand excl. BTW Categorie A € 12.595,00 € 300,00 Categorie B1 € 19.250,00 € 400,00 Categorie B2 € 27.500,00 € 450,00 Categorie B3 € 26.365,00 € 650,00 Categorie C € 30.000,00 € 650,00 Categorie D € 36.000,00 € 900,00

Maximale Eigen bijdrage per maand incl. BTW (zie artikel 9.2) € 220,00 € 50,00 € n.t.b. € n.t.b. € 100,00 € n.t.b.

De norm leaseprijs van categorie A t/m D is gebaseerd op de integrale kostprijs van een standaard auto gebaseerd op 30.000 jaarkilometers en een looptijd van 48 maanden voor wat betreft de categorieën A en B. Voor de categorie C en D wordt dit op individuele basis bepaald door de leasecoördinator. Als brandstofsoort wordt uitgegaan van benzine Euro 95 of diesel. 6.4 Wijzing functieschaal Indien door een functie(schaal)wijziging de berijder in een hogere functiecategorie komt, dient de looptijd van de al ter beschikking gestelde leaseauto te worden vol gemaakt.


67

6.5 Autokeuze Norm: De algemene richtlijn voor de looptijd en het kilometrage van een leaseauto is maximaal 48 maanden (Renault Trafic 72 maanden) en maximaal 160.000 kilometer. De werkelijke looptijd wordt bepaald door de werkelijk te rijden kilometers en het technisch maximum van de auto. De leasecoördinator bepaalt de brandstofkeuze welke bij het werkelijke aantal kilometers zal leiden tot de laagste exploitatiekosten. De berijder uit functiecategorie C of D aan wie een leaseauto is toegekend, is vrij in de keuze van merk, model en type auto passend bij de functie van de berijder, ter beoordeling van Spindler. Voor de berijder uit de functiecategorie A of B is de keuze beperkt tot een aantal, dat door de leasecoördinator worden aangedragen. De eventuele hogere leaseprijs, die dan ontstaat t.o.v. de standaardauto dient door de berijder via zijn salaris 4-wekelijks als eigen bijdrage in verband met privé gebruik leaseauto te worden voldaan. 7.

Standaard uitrusting

Elke auto wordt ter beschikking gesteld in de voor het merk/type gebruikelijke standaard uitrusting. Tot de standaard uitrusting behoren matten, gevarendriehoek, set reservelampen, kentekenbewijs en een bestuurdershandleiding van de leasemaatschappij. 8

Algemeen gebruik

8.1 Auto t.b.v. functie Een leaseauto wordt aan een berijder primair ter beschikking gesteld voor het uitoefenen van zijn functie. 8.2 Gebruik van de auto Behoudens het gebruik van een vervangende auto tijdens onderhouden reparatiebeurten zal de berijder ten behoeve van de functievervulling uitsluitend van de leaseauto gebruik maken, De berijder is verplicht de auto deskundig en zorgvuldig te (laten) gebruiken in overeenstemming met de overheidsvoorschriften en de hem gegeven instructieboekje, gebruiken onderhoudsvoorschriften. 8.3 Onderhoud De leaseauto moet in een zowel in- als uitwendig goed, verzorgde staat gehouden worden en zo nodig hersteld worden. (zie onder 11 Onderhoud) 8.4 Schade Schade ten gevolge van nalatigheid en in het algemeen ten gevolge van onoordeelkundig handelen en gebrek aan zorg zijn voor rekening van de berijder. 8.5 Niet toegestaan Het is de berijder uitdrukkelijk niet toegestaan lifters mee te nemen, de auto te gebruiken voor snelheidsritten, e.d. (m.u.v. voor puzzel- c.q. oriëntatieritten, waarbij het snelheidsreglement geen rol speelt) of voor lesdoeleinden, de auto te vervreemden, te belenen, te verpanden, te verhuren, in onderhuur geven of personen tegen betaling te


68

vervoeren. Het is de berijder eveneens niet toegestaan de leaseauto op enige wijze te gebruiken waar op welke wijze dan ook eigen verdiensten uit voort komen. 8.6 Toegestaan Carpoolen is wel toegestaan. Het is eveneens toegestaan de auto te laten berijden door de partner en personen, die in dienst zijn van Spindler mits er slechts sprake is van incidenteel gebruik en deze personen in het bezit van een geldig Nederlands rijbewijs zijn. 8.7 Binnen- en buitenland / Alarm nummer De auto kan gebruikt worden in binnen- en buitenland, waarbij de landen beperkt zijn tot Europa, welke vermeld staan op de groene kaart. In geval van pech onderweg, schade of andere calamiteiten kan men een beroep doen op de diensten van de leasemaatschappij via het daarbij behorende alarmnummer. 8.8 Inspectie De berijder moet Spindler te allen tijde in staat stellen de auto voor bezichtiging en technische inspectie ter beschikking te stellen. 8.9 Overtreding autoregeling Overtreding van de regels van de autoregeling dan wel veronachtzaming van de daarin opgenomen voorschriften, kan leiden tot inname door Spindler van de leaseauto of huurauto en tot betaling van de hieraan verbonden contract kosten c.q. als gevolg van de veronachtzaming van de regels tot betaling van de hieraan verbonden kosten door de berijder. 8.10 Rijbewijs Ten overvloede wordt er op gewezen dat elke berijder een geldig Nederlands rijbewijs moet hebben. Alle kosten, welke ontstaan door het ontbreken van het rijbewijs, zijn voor rekening van de berijder. 8.11 Kenteken Overeenkomstig het algemeen gegeven wenken mag het kentekenbewijs nooit in de auto worden achtergelaten, omdat dit het risico van verlies door diefstal van de auto vergroot. Bij vermissing van het kentekenbewijs – of een deel hiervan – dient aangifte te worden gedaan bij de politie. Het aangifteformulier – gestempeld door de politie – dient direct te worden verzonden aan de op het kenteken vermelde eigenaar. Kosten voor het verkrijgen van een nieuw kenteken zijn voor rekening van de berijder. 8.12 Particuliere eigendommen Vermissing van particuliere eigendommen uit de wagen, tijdens onderhoud of reparaties of andere momenten, zijn voor rekening van de berijder. 9.

Privégebruik

9.1 Algemeen De auto is primair bedoeld voor zakelijk gebruik doch mag worden aangewend voor


69

privégebruik. Woon- en werkverkeer wordt hierbij afhankelijk van de kilometrage gezien als zakelijk dan wel privé verkeer. Het privégebruik is niet gelimiteerd. Indien echter, dat ter beoordeling van Spindler, de verhouding privégebruik en zakelijk gebruik niet meer in verhouding is, kan Spindler een privé-bijdrage opleggen, dat na overleg met betrokkene en diens leidinggevende. 9.2 Eigen bijdrage Voor het privégebruik van een leaseauto die de norm leaseprijs te boven gaat betaalt de berijder een vergoeding aan Spindler, ook wel “eigen bijdrage” genoemd. De hoogte van de eigen bijdrage bestaat uit het verschil tussen de leaseprijs van een standaard auto uit de functiecategorie en de leaseprijs van de door de berijder gereden auto. 9.2.1 Vervangende auto Voor een tijdelijke vervangende auto zal de eigen bijdrage niet worden gewijzigd en zal de eigen bijdrage worden vastgesteld naar de leaseauto, die voor de berijder in contact genomen is. 10.

Brandstof

10.1 Algemeen In het algemeen geldt dat de berijder zich verplicht tot het rijden op euro loodvrije 95 benzine of diesel tenzij de auto over een andere brandstofvorm beschikt. Alle kosten – uitgezonderd de kosten, die door de leasemaatschappij en/of door een Spindler regeling uitgesloten - zijn voor rekening van Spindler, met uitzondering van brandstofkosten gemaakt tijdens privégebruik van de auto in het buitenland. 10.2 Brandstofkeuze De brandstofsoort wordt vastgesteld op basis van de geschatte jaarkilometrage. De leasemaatschappij zal aan Spindler advies verstrekken over de brandstofkeuze, die in de regel zal leiden tot de laagste exploitatiekosten. Vanzelfsprekend kan dit per merk en model verschillen. 10.3

Brandstofkosten

10.3.1 Brandstofpas Voor het tanken van brandstof ontvangt de berijder een brandstofpas (Shellcard). De berijder is verplicht bij het tanken van de brandstofpas gebruik te maken. De berijder zal deze pas uitsluitend gebruiken voor de auto, die geleast is en dan wel de door de leasemaatschappij toegekende vervangende auto. U dient de instructies die gegeven worden bij het uitreiken van een creditcard nauwkeurig op te volgen. De Shellcard is alleen en uitsluitend te gebruiken voor brandstof. Alle andere artikelen dienen privé contant te worden afgerekend.


70

Indien de brandstofpas niet werkt, dient de berijder een tankbeurt met een privé bankpas te voldoen. Deze declaraties kunnen ingediend worden. Declaraties van tankbeurt(en), welke contant voldaan zijn, kunnen niet vergoed worden. Eventuele kosten als gevolg van onrechtmatig gebruik van de pas zijn voor rekening van de berijder. Bij het niet juist naleven van de instructies kan dit financiële consequenties hebben voor de berijder. Bij misbruik van de brandstofpas kan dit naast de financiële consequenties tevens gevolgen hebben voor uw dienstverband, waarbij artikel 624 van het Burgerlijk Wetboek gehanteerd zal worden. 10.3.2 Kilometerstand/pincode De berijder is verplicht bij elke tankbeurt de actuele kilometerstand in te voeren dan wel op te geven. De pincode mag nooit bij de brandstofpas bewaard worden. Kosten veroorzaakt door het gebruiken van verkeerde brandstoffen zijn voor rekening van de berijder. Ook de meerkosten veroorzaakt door het onnodig gebruiken van bijvoorbeeld “V-Power” of superbenzine zijn voor rekening van de berijder. 10.3.3 Binnen- en buitenland Brandstofkosten voor zakelijk gebruik in het buitenland kunnen na goedkeuring door de directe chef bij de Loonadministratie worden gedeclareerd. Brandstofkosten voor privégebruik in het buitenland zijn voor rekening van de berijder. 10.3.4 Vermissing/verlies In geval van vermissing of verlies van de brandstofpas dient de berijder dit onmiddellijk te melden bij de leasecoördinator en Shell Nederland. 10.3.5 Diefstal Bij diefstal van de brandstofpas dient tevens direct aangifte te worden gedaan bij de politie. 10.3.6 Brandstofverbruik boven de norm Indien de berijder andere brandstof tankt dan voorgeschreven is (bijvoorbeeld: super benzine in plaats van euro loodvrije benzine) of zijn brandstofverbruik extreem afwijkt van de verbruik cijfers van de fabrikant zal na waarschuwing een en ander middels inhouding op de salarisafrekening verrekend worden. 11.

Onderhoud

11.1 Algemeen Alle kosten voor het reguliere, te verwachten onderhoud aan de auto komen voor rekening van Spindler cq. Leasemaatschappij. De berijder verplicht zich in geval van reparatie en onderhoud aan de auto dit door een erkende merkdealer te laten uitvoeren. Alle onderhoud dient geheel volgens de gegeven voorschriften te worden uitgevoerd bij Renault Dealer VKV-Rotterdam (Koperstraat / Rotterdam-Alexander). Indien het onderhoud niet wordt uitgevoerd door VKV-Rotterdam, doch bijvoorbeeld in de woonplaats of werkplaats, dient eerst overleg gepleegd te worden met de leasecoördinator.


71

De berijder moet zorgdragen voor: Het tijdig uit laten voeren van kleine en grote beurten overeenkomstig het onderhoudsboekje en het boekje laten invullen en tekenen; Het regelmatig (laten) controleren en op peil brengen van alle vloeistoffen (minstens bij elke 1000 km), zoals olie, remolie, koelvloeistof en accu zowel als de spanning van de banden, evenals de banden tijdig vernieuwen. Deze kosten kunnen niet gedeclareerd worden. Het in- en exterieur van de auto regelmatig te reinigen en te onderhouden. Eventuele kosten hiervoor kunnen niet gedeclareerd worden. De werknemer zal de kosten voor een eventuele vervangende auto tot een minimum beperken (zie ook onder 13. Vervangend vervoer). De accessoires die door de berijder aangekocht zijn en daarom zijn eigendom zijn, blijven te allen tijde voor risico van de berijder, evenals de kosten van het onderhoud c.q. reparatie hiervan. 11.2 Kleine reparaties beneden € 135,-Kleine reparaties dienen voort te vloeien uit het gebruik van de leaseauto met inachtneming van de hiervoor geldende voorschriften van Spindler en/of leasemaatschappij. Reparaties of werkzaamheden, welke niet in de leaseovereenkomst zijn begrepen behoeven de goedkeuring van de leasemaatschappij. Bij twijfel dient de werknemer contact op te nemen met de leasemaatschappij of leasecoördinator. Zelf repareren is niet toegestaan, uitgezonderd het verhelpen van kleine storingen onderweg. 11.3 Grote reparaties boven € 135,-Voor grotere reparaties dient al of niet via de dealer VKV-Rotterdam contact opgenomen te worden met de leasemaatschappij. 11.4 APK Voor personenauto’s geldt dat een auto 3 jaar na kentekendatum de wettelijke verplichte Algemene Periodieke Keuring (APK) moet hebben ondergaan. 12.

Vervangend vervoer

12.1 Binnen Nederland Bij reparaties/onderhoud van de leaseauto in Nederland, die niet binnen 24 uur kunnen worden uitgevoerd, (zon- en feestdagen niet meegerekend), kan de berijder beschikken over een vervangende auto gedurende de periode dat de auto niet ter beschikking van de berijder staat. De leasemaatschappij bepaalt het merk en het type van de vervangende auto. In principe wordt er een vervangende auto ingezet die qua huurklasse zoveel mogelijk gelijkwaardig is aan de leaseauto. Zodra de leaseauto na reparatie weer ter beschikking van de berijder staat, dient de vervangende auto te worden ingeleverd en door de berijder afgemeld te worden bij de leasemaatschappij. Bij reparatie/onderhoud van de leaseauto in Nederland, die binnen een dag (24 uur) uitgevoerd kunnen worden, kan de werknemer voor het uitoefenen van zijn beroep beschikken over vervangend vervoer. De berijder van de vervangende auto dient de auto met


72

een gelijke hoeveelheid brandstof in te leveren als ontvangen. (zogenaamde “aftanken”) Spindler is gerechtigd de kosten van vervangend vervoer door te belasten aan de berijder, wanneer er sprake is van overmatig dan wel onnodig gebruik c.q. wanneer de reden van het vervangend vervoer te wijten is aan een oorzaak, zoals vermeldt onder 19.1. 12.2 Buitenland Bij reparaties in het buitenland wordt een vervangende auto ter beschikking gesteld, indien reparaties niet dezelfde dag (d.w.z. binnen 8 uur) kunnen worden uitgevoerd. Dit wordt geregeld via de leasemaatschappij. 13.

Verzekering

Voor iedere leaseauto heeft de leasemaatschappij een WA- en Cascoverzekering (=all Risk) afgesloten. Spindler stuurt de van de leasemaatschappij ontvangen groene kaart op verzoek naar de berijder toe. 13.1

Schade

13.1.1 Melden van schade Ieder schade, die aan de auto ontstaat en/of met de auto aan derden wordt toegebracht, moet onmiddellijk, dat wil zeggen binnen 24 uur (of eerst volgende werkdag) door de desbetreffende berijder:  telefonisch worden gemeld bij de leasecoördinator van Spindler;  direct daarna dient de berijder het daarvoor bestemde volledig aan de voor- en achterkant ingevuld schadeformulier ter vaststelling van de toedracht van het ongeval en de schade binnen 72 uur over te dragen aan de leasecoördinator. Het niet binnen 72 uur overdragen/toezenden van het schadeformulier kan voor de leasemaatschappij aanleiding zijn tot inname van de lease/huurauto c.q. vervangende auto. De directe en indirecte kosten als gevolg van deze inname worden in zijn geheel aan de berijder doorbelast. Het niet opgeven van schade(s) aan de leasecoördinator (en de leasemaatschappij) leidt bij inlevering van de wagen tot financiële consequenties voor de berijder (zie ook onder 13.2.7 Niet gemelde schade). De berijder kan hierbij geen beroep doen op het doorberekenen van het eigen risico volgens de staffel onder 13.2.2. 13.1.2 Ontzegging rijbewijs/verlies kentekenbewijs De berijder dient eveneens aan Spindler mee te delen wanneer hem de rijbevoegdheid, al dan niet tijdelijk, is ontzegd en wanneer er sprake is van verlies van een of meer delen van het kentekenbewijs. 13.1.3 Instructie van leasemaatschappij De berijder dient de door de leasemaatschappij gegeven instructies op te volgen. De leasemaatschappij bepaalt of, hoe en waar de schade wordt hersteld.


73

13.1.4 Lichamelijk letsel/derden Indien bij een schadegeval lichamelijk letsel is ontstaan en/of derden zijn betrokken, is de berijder verplicht ervoor zorg te dragen dat door een daartoe bevoegd overheidsorgaan proces verbaal is opgemaakt of zodanig maatregelen, als in de verzekeringsvoorwaarden vermeld, zijn getroffen dat de assuradeur op grond hiervan uitkering van de schadepenningen niet kan weigeren. 13.1.5 Onbekwaamheid tot aanrijding De verzekering geeft geen dekking indien de gebeurtenis of het ongeval heeft plaatsgevonden, terwijl de feitelijke bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend middel verkeerde, dat het besturen van het verzekerde object hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. 13.1.6 Schade door aanrijding Ingeval van een schade door aanrijding dient bij voorkeur de assistentie van politie te worden ingeroepen. Om in bepaalde gevallen de belangrijkste gegevens te kunnen vastleggen heeft de politie een registratieformulier ingevoerd, dat wordt uitgeschreven in 7 met namen genoemde situaties, waarvan de belangrijkste zijn: 1. Schade aan een der voertuigen bedraagt meer dan € 454,=. 2. Een der betrokkenen is niet voor WA verzekerd. 3. De veroorzaker van de schade is onbekend. Met het oog op de afwikkeling is het gewenst, dat de berijder dit registratieformulier aan de politie vraagt als zich een der bovengenoemde situaties voordoet. Belangrijk hiervoor is: De opname van het kenteken. Naam en adres van de tegenpartij. De verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij. De naam van minstens een getuige. De berijder mag nooit een uitspraak doen over de schuldvraag, doch dient te volstaan met de mededeling dat de wagen allrisk is verzekerd bij een met name te noemen leasemaatschappij. 13.1.7 Vervangend vervoer In geval van een zodanige schade dat niet verder gereden kan of mag worden, dient direct contact opgenomen te worden met de leasemaatschappij. De gekregen instructies dienen nauwkeurig te worden opgevolgd (zie onder 13 voor vervangende auto). 13.2

Eigen risico

13.2.1 Algemeen In geval van schade aan de leaseauto bedraagt het eigen risico € 135,00 per schadegeval. 13.2.2 Staffel schades “eigen schuld” Het eigenrisico zal volgens onderstaande staffel worden verhaald op de berijder bij schade, welke “eigen schuld” zijn: 1e schade Spindler betaalt eigen risico voor 100% berijder betaalt eigen risico voor 0%


74

-

2e schade Spindler betaalt eigen risico voor 50% berijder betaalt eigen risico voor 50% 3e schade en meer Spindler betaalt eigen risico voor 0% berijder betaalt eigen risico voor 100%

Vanaf 1 januari 2003 wordt elke berijder van een leaseauto gedurende 4 jaar, betreffende schades “eigen schuld”, gevolgd. Na het bereiken van het einde van de eerste periode begint weer een nieuwe periode van 4 jaar, waarbij Spindler opnieuw begint met tellen. En zo verder. 13.2.3 Verhoogd eigen risico Indien de verzekeraar een verhoogd eigen risico in rekening brengt, bijvoorbeeld als gevolg van een bovenmatig ongunstig schadeverloop, zal deze verhoging onverkort doorbelast worden aan de berijder. 13.2.4 Schades, die niet door eigen toedoen veroorzaakt zijn Ter beoordeling van schades, die niet door eigen toedoen veroorzaakt zijn en die ook niet verhaalbaar zijn (schade als gevolg van vandalisme, inbraak en als gevolg van een poging tot diefstal), dient in ieder geval een proces-verbaal van de politie voor handen te zijn. Een kopie van dit proces-verbaal dient aan de leasecoördinator toegezonden te worden. Alleen bij toezending van het bedoelde kopie proces-verbaal zal het door de leasemaatschappij in rekening gebracht worden van het eigen risico niet doorberekend worden aan de berijder en zal het eigen risico niet meegenomen worden in de hantering van de onder punt 13.2.2 omschreven staffel. 13.2.5 (Ruit)schade (Ruit-)schade als gevolg van steenslag wordt niet doorberekend aan de berijder en het eigen risico wordt niet meegenomen in de hantering van de hierboven omschreven staffel. 13.2.6 Schade door aanrijding Is de schade ontstaan tijdens het zakelijk dan wel privégebruik van de leaseauto als gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid van de berijder, dan is afwijking van het hiervoor bepaalde de berijder voor het geheel van die schade tegenover Spindler aansprakelijk. 13.2.7 Niet gemelde schade Indien bij een wisseling van de berijder en/of bij inleveren van de leaseauto aan het einde van het contract schade wordt geconstateerd, die niet eerder gemeld is, geldt dat de kosten hiervan en/of waardevermindering c.q. werkelijke schade aan de berijder zal worden doorbelast. 13.3 Niet Gedekte Autokosten Kosten, die niet door het leasecontact gedekt worden, zijn voor rekening van de berijder. Hierbij kan men denken aan wieldoppen, gebroken antennes en spiegels en dergelijke. Voor meerkosten, die niet door het leasecontract gedekt worden en ontstaan zijn als gevolg van duidelijke onkunde c.q. onzorgvuldig gebruik, (bewust) roekeloosheid en/of opzet, is de berijder geheel aansprakelijk en komen geheel voor rekening van de berijder.


75

13.4 Inzittendenverzekering Spindler heeft voor alle geleaste auto’s geen Persoonlijke Ongevallen Inzittenden verzekering (POI) opgenomen. 13.5 Boete in buitenland De bedragen, die de berijder in het buitenland heeft moeten voldoen als gevolg van een betrokkenheid bij een overtreding/aanrijding, zijn geheel voor rekening van de berijder. Voor deze boetes/betalingen kan geen beroep gedaan worden op de verzekering van de leasemaatschappij of werkgever. Ten aanzien van de (administratieve) afwerking van deze boete zal de berijder persoonlijk initiatieven dienen te ondernemen. 14.

Hulpverlening

14.1 Binnenland In geval van een stranding met de leaseauto in Nederland dient de berijder te allen tijde contact op te nemen met de leasemaatschappij en niet met de fabrikant van de auto (bijvoorbeeld Renault Route Service), die actie zal ondernemen. Buiten kantoortijden wordt men na het kiezen van het noodnummer automatisch geholpen. Ingeval van stranding wordt door de leasemaatschappij (via de berger) vervangend vervoer ingezet of voor vervoer van de inzittenden zorg gedragen. 14.2

Buitenland

14.2.1 Algemeen Het is de berijder toegestaan de auto in de volgende West-Europese landen zowel zakelijk als privé te gebruiken: Andorra, België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, GrootBrittannië, Griekenland, Ierland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Zweden en Zwitserland. In verband met de voorwaarden van de autoleaseen verzekerings-maatschappij is het niet toegestaan langer dan 4 weken per jaar aaneengesloten met de leaseauto in het buitenland (de hierboven vermelde landen) te verblijven. 14.2.2 Hulpverlening Voor hulpverlening in het buitenland (de onder 14.2.1 vermelde landen) voor de auto dient men contact op te nemen met het alarmnummer van de leasemaatschappij. 14.2.3 Kosten in het buitenland Kosten, die in het buitenland worden gemaakt of ontstaan, dan wel veroorzaakt worden als gevolg van een aanrijding, schade of onderhoud, komen slechts dan voor rekening van de leasemaatschappij c.q. Spindler indien de leasemaatschappij voor het maken van deze kosten voorafgaande toestemming aan de berijder heeft verleend. 15.

Aanvullende diensten


76

15.1 Handling Spindler Installatietechniek De leasecoördinator fungeert als uw eerste aanspreekpunt en voert namens Spindler deze Autoregeling uit. Vooral over de keuze en bestelling van uw leaseauto houdt hij met u contact. Periodiek wordt de berijder geïnformeerd over eventuele afwijkingen van de norm ten aanzien van brandstof geen verbruik, vervangend vervoer, aantal schadegevallen afwijkingen ten aanzien van het aantal verreden kilometers en overige relevante zaken. 16.

Aflevering en uitrusting

Iedere leaseauto wordt afgeleverd in standaarduitvoering, eventueel voorzien van veranderingen en accessoires, mits goedkeuring door Spindler en leverbaar door de importeur of fabrikant. Onder standaarduitvoering wordt verstaan de auto, zoals door de fabrikant in de desbetreffende uitvoering gespecificeerd. De leasemaatschappij draagt zorg voor een gevarendriehoek, een set reservelampen en matten. De leasemaatschappij draagt eveneens zorg voor het aanleveren van de berijdermap met daarin o.a. een schadeformulier. De berijder is verplicht bij het in ontvangst nemen van de auto een "in gebruikname formulier" te ondertekenen, waarop vooral de kilometerstand van dat moment vermeld moet zijn. 17.

Opties en/of accessoires

17.1 Algemeen Voor het aanbrengen van accessoires boven de standaard auto is –na overleg met dealer/leverancier – vooraf toestemming van Spindler noodzakelijk. De aangebrachte voorzieningen en/of accessoires mogen geen afbreuk doen aan de representativiteit van de auto. 17.2 Accessoires boven de standaard auto De boven de standaard uitvoering gewenste accessoires en veranderingen zijn voor rekening van Spindler voor zover dit de norm leaseprijs niet overstijgt (zie 6.4.1) en de gewenste accessoires niet de restwaarde van de auto negatief beïnvloeden en/of verlaagt. Alle accessoires, die boven de norm leaseprijs van de desbetreffende categorie komen, zijn voor rekening van de betreffende medewerker en mogen uitsluitend worden aangebracht na goedkeuring van Spindler en de leasemaatschappij. Deze kosten van extra accessoires en veranderingen dienen door de werknemer voor aflevering van de leaseauto door hem met de dealer te worden afgerekend. Wel zijn hierop de voorschriften van de leasemaatschappij van toepassing. Bij een beëindiging van de berijderovereenkomst of arbeidscontract zullen de (aankoop)kosten van de boven de norm leaseprijs aangekochte accessoires niet door de leasemaatschappij of werkgever aan de medewerker vergoed/gerestitueerd worden. Op het moment dat de auto is besteld, zijn eventuele wijzigingen alleen mogelijk na goedkeuring van Spindler en de leasemaatschappij en voor rekening van de berijder.


77

17.3 Meegeleaste accessoires Meegeleaste accessoires kunnen na beëindiging van het leasecontract door de berijder worden gekocht mits de verwijdering geen beschadiging tot gevolgen heeft. 17.4 Niet Meegeleaste accessoires Accessoires die niet direct bij aanvang, maar gedurende de looptijd van het contract worden aangebracht, dienen altijd door de berijder te worden afgerekend met zijn dealer. Na afloop van het leasecontract mogen niet meegeleaste accessoires, voor zover eigendom van de berijder, slechts worden verwijderd, indien de auto in originele staat wordt ingeleverd. De kosten van het verwijderen van de accessoires zijn voor rekening van de berijder. De berijder heeft geen recht op vergoeding voor die accessoires, die niet kunnen of mogen verwijderd. 17.5 Caravan, aanhanger ed. Aangezien het rijden met een caravan of ander soort aanhangwagen gevolgen kan hebben die nadelig zijn voor Spindler (grotere slijtage, assurantiekwesties enz.) geldt dat voor het aanschaffen en aanbrengen van een trekhaak en voor het rijden met een aanhangwagen toestemming nodig is van de Spindler en de leasemaatschappij. Alle kosten, samenhangend met het gebruik van een caravan of een andere aanhangwagen achter een leaseauto, dienen rechtstreeks tussen de dealer en de berijder van de leaseauto te worden afgerekend. 17.6 Bij inleveren van de auto Bij inleveren van de auto mogen alle accessoires en opties worden verwijderd, die eigendom zijn van de berijder en die geen zichtbare beschadigingen ten gevolge hebben (bijvoorbeeld wel de radio, niet de antenne). Er wordt geen vergoeding gegeven voor die accessoires en opties, die als gevolg van deze bepaling niet mogen worden verwijderd. 18.

Exploitatiekosten en andere kosten

De kosten voor alle diensten en leveringen voortvloeiend uit het gebruik van de leaseauto, met uitzondering van de hieronder genoemde kosten, zijn voor rekening van de auto leasemaatschappij. 18.1    



Voor rekening van de berijder “niet zakelijke” stallingsgelden, kosten van/voor parkeren, bruggelden, pont, tunnel, tol, bergpas en vergelijkbare heffingen; onderhoudsmiddelen voor het schoonhouden van de auto en wasserettekosten; bekeuringen als gevolg van verkeersovertredingen al dan niet bewust gedaan; schade die naar het oordeel van Spindler onvoldoende aannemelijk is gemaakt en in het algemeen ten gevolge van onoordeelkundig handelen, gebrek aan zorg en nalatigheid is voor rekening van de berijder; indien als gevolg van een verkeersovertreding cq. misdrijf door de berijder inbeslagname van de auto plaatsvindt, heeft de berijder gedurende de duur van inbeslagname geen aanspraak op vervangend vervoer (tenzij uitoefening van functie anders mogelijk is), doch uitsluitend recht op vergoeding van de kosten van openbaar vervoer. De kosten voortvloeiend uit de inbeslagname evenals de schade die de


78

 

  

werkgever als gevolg hiervan lijdt, komen ten laste van de berijder; indien door de rechter verbeurdverklaring van de auto wordt uitgesproken, komen de hieruit voortvloeiende kosten en schade voor Spindler ten laste van de berijder; schade als gevolg van onbehoorlijk gebruik en/of onderhoud van de auto door de berijder en waarvoor Spindler aansprakelijk wordt gesteld, zal op de berijder worden verhaald; kosten die voortvloeien uit oneigenlijk gebruik van de brandstofpas; eventuele meerkosten voor het tanken van een andere brandstof dan die bij de auto hoort, bijv. “V-Power” of superbenzine in plaats van euroloodvrij; kosten, die door de leasemaatschappij en/of door een Spindler regeling zijn uitgesloten.

Alle kosten voortvloeiend uit bovenstaande punten zullen door middel van een inhouding op het salaris plaatsvinden op grond van de autoregeling van de berijderovereenkomst voor zover de wet dit toelaat. 18.2 Bekeuringen Alle consequenties, die betrekking hebben op de ter beschikking gestelde leaseauto, van begane verkeer- en/of parkeerovertredingen zullen voor rekening en verantwoording van de berijder komen. Vindt door de berijder geen afhandeling plaats en wordt Spindler door justitie, (semi)overheids-orgaan of leasemaatschappij aangesproken, zal verrekening via het salaris plaatsvinden. Dit geldt eveneens voor bekeuringen die het gevolg zijn van het niet tijdig laten verrichten van de zogenaamde APK-keuring. Indien Spindler hiervoor berekend krijgt zullen deze direct op het salaris van de berijder ingehouden worden. 19.

Beëindiging van deelname

De deelname aan deze regeling eindigt dan wel wordt opgeschort: A) B) C) D) E) F)

op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigt; nadat is vastgesteld, dat de berijder niet meer aan de genoemde toekenningcriteria voldoet voor een auto, functiewijziging uitgezonderd; voor een berijder die door functiewijziging niet langer in de termen valt voor een auto (in een dergelijk geval zal individueel een overgangsregeling worden getroffen); voor een berijder die na schriftelijke in gebreke stelling zijn verplichtingen uit hoofde van de berijderovereenkomst niet, tijdig of niet behoorlijk nakomt; voor een berijder aan wie krachtens strafrechtelijk vonnis de rijbevoegdheid is ontzegd; op het tijdstip, waarop de berijder 8 weken ziek of arbeidsongeschikt is, indien geen vooruitzicht bestaat op spoedig herstel en/of zodanige werkhervatting dat weer aan

de G)

oorspronkelijke toekenningcriteria zullen worden voldaan; om andere gewichtige redenen naar het oordeel van Spindler.


79

19.1 Functiewijziging Indien door functiewijziging binnen Spindler of bij een dusdanige verandering van werkzaamheden zodanig dat niet meer van de autoregeling gebruik gemaakt kan worden, zal met Spindler overleg worden gepleegd of en hoelang (maximaal 1 jaar) betrokkene nog in de leaseauto mag rijden. Betrokkene wordt nog gedurende maximaal 1 jaar de beschikking gegeven over de auto, waarna inname plaatsvindt. 19.2 Ziekte of arbeidsongeschiktheid Bij ziekte of arbeidsongeschiktheid van maximaal 8 weken (= 2 loonperiodes) kan de medewerker over de auto blijven beschikken. Na 8 weken onafgebroken ziekte of arbeidsongeschiktheid zal de leaseauto elders ingezet kunnen worden, zulks naar oordeel van Spindler. Nota bene: De medewerker heeft hierbij geen recht op enige vorm van compensatie. 19.3 Opschorting In geval van opschorting kan de auto door Spindler elders binnen de organisatie worden ingezet. In de periode dat geen gebruik is gemaakt van de leaseauto is geen (extra) eigen bijdrage verschuldigd en kan Spindler een verklaring niet rijden afgeven. 19.4 Recht van kopen In geval van beëindiging heeft de rijder het recht na goedkeuring van Spindler de auto bij de leasemaatschappij te kopen tegen een door de leasemaatschappij vastgestelde waarde. 19.5 Inleveren auto Aan het einde van de overeenkomst c.q. bij een wisseling van de leaseauto moet de berijder de auto in goede en (van binnen en buiten) gereinigde staat met alle bijbehorende papieren, waaronder kentekenbewijs deel I en II, het onderhoud boekje, de sleutels (veelal 2 stuks) en eventueel de brandstofpas, aanbieden op een door de leasemaatschappij/leasecoördinator te bepalen inleveradres. De leaseauto dient op het eerste verzoek van de leasemaatschappij/Spindler ingeleverd te worden. Indien dit niet gebeurd zijn de extra kosten voor de berijder. De berijder is verplicht om bij inname een formulier te tekenen waarop o.a. de staat van de auto, inleverdatum en de kilometerstand worden vastgelegd. Eventuele onvolkomenheden (bijvoorbeeld schade) zullen op de berijder verhaald worden. 19.6 Afrekenen eigen bijdrage bij voortijdig uitdiensttreding op eigen verzoek Werknemers uit de functiecategorie A en B die een andere auto hebben gekozen dan de standaard dienen met het volgende rekening te houden. Indien de auto eerder ingeleverd wordt dan de overeengekomen leaseperiode als gevolg van voortijdig uitdiensttreding op eigen verzoek, dient de berijder Spindler volgens onderstaande staffel de resterende termijnen eigen bijdrage te betalen. Resterende duur leaseovereenkomst Percentage te betalen resterende termijnen eigen bijdrage 0 - 12 maanden 25% 13 - 24 maanden 55%


80

25 - 36 maanden 37 - 48 maanden 20.

75% 100%

Beslag en maatregelen door derden

Indien beslag op de auto wordt gelegd en in het algemeen indien derden maatregelen tegen de auto treffen, of deze uit het bezit van de berijder raakt of dreigt te raken, zal de berijder Spindler en de leasemaatschappij onmiddellijk en in ieder geval binnen 24 uur in kennis stellen, onverminderd zijn verplichting zelf bezwaar in te dienen. 21.

Permanente vervanging

De leasemaatschappij is te allen tijde gerechtigd voor de verdere duur van de overeenkomst een vervangende auto in te zetten van een vergelijkbare klasse. 22.

Fiscale consequenties

Alle eventuele fiscale consequenties voor de berijder, die het gevolg zijn van het gebruik van een leaseauto zijn volledig voor rekening en risico van de berijder. De berijder, Spindler Installatietechniek B.V. en de leasemaatschappijen zijn verplicht de gevraagde inlichtingen aan de bevoegde overheidsinstanties te verschaffen. 22.1 Fiscale regeling per 01-01-2009 De fiscale bijtelling op het loon bedraagt 14%, 20% of 25% van de cataloguswaarde van het leasevoertuig. De fiscale bijtelling auto van de zaak wordt 4 wekelijks / maandelijks met uw salaris verrekend. 14% Bijtelling van 14% gaat gelden voor auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 110 gram/km (benzine) en maximaal 95 gram/km (diesel); 20% Bijtelling van 20% gaat gelden voor auto’s met een CO2-uitstoot tussen 111 en 140 gram/km (benzine) en tussen 96 en 116 gram/km (diesel); 25% Alle overige auto’s. Aan Spindler betaalde kosten betreffende een eventuele eigen bijdrage per 4 weken / maand in verband met privégebruik van het leasevoertuig worden in mindering op de fiscale bijtelling gebracht. 22.2 Geen privégebruik auto Berijders, die verwachten het leasevoertuig voor niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden te gaan gebruiken, kan de fiscale bijtelling voor privégebruik achterwege blijven. U dient dit Spindler en de belastingdienst kenbaar te maken. De berijder dient zorg te dragen voor:


81

Het invullen van het formulier “Verklaring geen privégebruik auto” en het overleggen van dit ingevulde formulier aan de belastingdienst. De belastingdienst bevestigt schriftelijk de “Verklaring geen privégebruik auto”. De berijder draagt een kopie van de schriftelijke bevestiging “Verklaring geen privégebruik auto” van de belastingdienst over aan de loonadministratie van Spindler Installatietechniek B.V. Indien u een andere auto ter beschikking wordt gesteld of u verwacht op kalenderjaarbasis de auto voor meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden te gaan gebruiken, dient u het formulier “Wijziging of Intrekking Verklaring geen privégebruik auto” in te vullen en te overleggen aan de belastingdienst. De belastingdienst bevestigt schriftelijk de “Wijziging of Intrekking Verklaring geen privégebruik auto”. De berijder draagt een kopie van de schriftelijke bevestiging “Wijziging of Intrekking Verklaring geen privégebruik auto” van de belastingdienst over aan de loonadministratie van Spindler Installatietechniek B.V. NB Formulier “Verklaring geen privégebruik auto” en/of het formulier “Wijziging of Intrekking Verklaring geen privégebruik auto” is te downloaden op de site van de belastingdienst (www.belastingdienst.nl) of verkrijgbaar bij de leasecoördinator of hoofd administratie. Sluitende rittenregistratie. Ook met een “Verklaring geen privégebruik auto” moet u de belastingdienst altijd overtuigend kunnen bewijzen, dat u met het leasevoertuig niet meer dan 500 privé kilometers per kalenderjaar heeft gereden. De bewijslast richting de belastingdienst ligt bij de berijder van het leasevoertuig! U kunt met een sluitende rittenregistratie bewijzen dat u, op kalenderjaarbasis, niet meer dan 500 privékilometers hebt gereden met het leasevoertuig. In de rittenregistratie moet u het volgende vermelden:  het merk van de auto  het type van de auto  het kenteken van de auto  de periode waarin u de auto tot uw beschikking hebt  de ritgegevens * Een rit is de enkele reisafstand van de ene naar de andere plaats. * Ritgegevens Per rit moet u de volgende gegevens vermelden:  de datum  de begin- en eindstand van de kilometerteller  het adres van vertrek en het aankomstadres. Als u vanaf uw werkadres naar een afspraak rijdt en daarna weer terug, schrijft u de aankomst- en vertrekadressen op van zowel de heen- als de terugreis  de route die u hebt gereden, als u niet de meest gebruikelijke route hebt genomen  of het een privé rit is of een zakelijke rit  de privé omrijkilometers als u tijdens dezelfde rit zakelijke kilometers en privékilometers rijdt


82

23.

Wijzigingen in autoregeling

Spindler behoud zich het recht voor deze leaseautoregeling te wijzigen. Gelet op de snelle wijzigingen die rond en om de auto kunnen ontstaan, zal Spindler te allen tijde de regeling kunnen wijzigen. Situaties waarin de regeling niet voorziet, zullen in overleg tussen Spindler en de berijder worden opgelost. 24.

Uitvoering Autoregeling

Verantwoordelijk voor de juiste uitvoering en interpretatie van de Autoregeling is de leasecoördinator van Spindler Installatietechniek. 25. Begrippenlijst Autokostenindex: Om het mogelijk te maken veranderingen in de kosten van het auto gebruik te volgen, is de autokostenindex ontwikkeld. De totale autokosten (inclusief brandstof) worden ieder kwartaal berekend en in een indexcijfer uitgedrukt. Per kwartaal wordt dit indexcijfer vastgesteld en kunnen werkgevers de normbedragen in de autoregeling aanpassen aan de werkelijke kostenontwikkelingen.

Autokostenforfait: Percentage van de catalogusprijs van de leaseauto inclusief de ‘af fabriek’ geleverde accessoires dat bij het belastbaar inkomen moet worden opgeteld wegens privégebruik.

Autoregeling: In de Autoregeling worden alle rechten en plichten van Spindler en de berijder betreffende een leaseauto uiteengezet.

Functiecategorie: In deze categorieën worden de verschillende functies genoemd geclusterd in vergelijkbare groepen.

(lease)contract: Contract tussen Spindler en de auto leasemaatschappij betreffende een bepaalde leaseauto.

Norm leaseprijs: Spindler Installatietechniek werkt met norm leaseprijzen. De norm leaseprijzen worden gekoppeld aan een gemiddeld vastgestelde looptijd, geënt op een gemiddeld jaarkilometrage. Per functiecategorie is een maximale norm leaseprijs vastgesteld. De norm leaseprijs is gebaseerd op de integrale kostprijs van een auto, daarom is de verzekeringspremie in de norm leaseprijs verwerkt. Om zeker te zijn dat berijders in een zelfde functie in een zelfde auto kunnen rijden ongeacht het werkelijke jaarkilometrage, wordt gewerkt met een norm leaseprijs (altijd hetzelfde jaarkilometrage en dezelfde looptijd).

Voorbeeld Berijdersovereenkomst PARTIJEN 1.1 Spindler Installatietechniek B.V. gevestigd te Rotterdam, Overschiese Kleiweg 780, hierna te noemen de werkgever, en


83

1.2

A.B.Monteur, hierna te noemen de berijder. Rijbewijsnummer 1234567890, geldig tot 11-11-2011.

2.

zijn het volgende overeengekomen:

2.1 Aan de berijder wordt door Spindler voor de uitoefening van zijn voormelde functie de volgende auto tot wederopzegging ter beschikking gesteld: Merk, type : Renault Clio III 1.2 65pk 3-drs Authentique Kleur : Rood Kenteken : SP - IND - LER Fiscale prijs : € 12.495 Brandstof : Euro 95 Accessoires : Geen Functiecategorie :A Eigen bijdrage per 4 weken / maand in verband met privégebruik auto : € 0 incl.BTW Datum van ingang/ afleverdatum : 10 - 10 - 2010 / 10 – 10 - 2010 Autoleasemaatschappij: Renault Business Finance (Overlease) te Hoofddorp. Gebruiksduur : 48 maanden De berijder zal van de autoleasemaatschappij de volgende bescheiden ontvangen: kentekenbewijs deel I, II. De groene kaart ontvangt hij van Spindler. 3. De berijder is bekend met de op deze berijdersovereenkomst van toepassing zijnde Autoregeling en verklaart deze berijdersovereenkomst te hebben gesloten met inbegrip van de Autoregeling. 4. U verwacht als berijder de auto voor meer dan / niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden te gaan gebruiken. Indien dit niet meer dan is, kan de fiscale bijtelling voor het privégebruik (punt 5) achterwege blijven. U kunt dan een “verklaring geen privégebruik” invullen en opsturen naar de belastingdienst. Een kopie van het afschrift van deze verklaring draagt u over aan de loonadministratie van Spindler Installatietechniek B.V. Indien u een andere auto ter beschikking wordt gesteld of u verwacht op kalenderjaarbasis de auto meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden te gaan gebruiken, dient u het formulier “wijziging of intrekking verklaring geen privégebruik” in te vullen en op te sturen naar de belastingdienst. Een kopie van het afschrift van deze verklaring draagt u over aan de loonadministratie van Spindler Installatietechniek B.V. Zie ook punt 22.2 van de Autoregeling van Spindler Installatietechniek B.V. 5. Als u als berijder de auto voor meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privédoeleinden gebruikt, wordt de fiscale bijtelling van 14% / 20% / 25% voor het privégebruik van de zaak 4 wekelijks / maandelijks met uw salaris verrekend. 6.

De berijder machtigt Spindler het wegens eigen bijdrage verschuldigde bedrag van € 0


84

4 wekelijks / maandelijks in te houden op de salarisbetaling. Tevens machtigt hij de werkgever om de uit hoofde van de Autoregeling te verhalen kosten te verrekenen met zijn salarisbetaling. 7. Bij voortijdige uitdiensttreding op eigen verzoek machtigt de berijder Spindler alle krachtens de autoregeling door de berijder aan Spindler verschuldigde bedragen in te houden op de laatste salarisbetalingen. Aldus overeengekomen en als bewijs hiervan in tweevoud getekend, d.d.: 10 – 10 - 2010 Werkgever naam: Spindler Installatietechniek B.V. A. Vergunst

Berijder naam: A.B.Monteur

handtekening

handtekening


85

INDEXOPGAVE

Aankopen voor privé ............................... 48 ADV-dagen .............................................. 18 Algemene verplichtingen van de werkgever............................................. 61 Algemene verplichtingen werknemer ...... 61 Bezoek moet mogelijk zijn

Informatie Arbeidsongeschiktheid ......................... 33 Inhouding vakantiedag bij tweede ziekmelding Arbeidsongeschiktheid ......................... 33 Internet- en emailgebruik ........................ 48

Arbeidsongeschiktheid ......................... 30

Internet Website...................................... 52

Bezoeken aan huisarts, etc. ..................... 20

Kantine/personeelsruimte, keet, orde en netheid ................................................. 47

Centraal Beheer ....................................... 50 Collectieve vakantie en dagen vanwege bedrijfssluiting ...................................... 19

Kort verlof met behoud van loon ............. 20 Later beginnen of eerder eindigen ........... 14

Diefstal en inbraak ................................... 55

Loonbeslag .............................................. 54

Fiscale bijtelling privé-gebruik bedrijfsauto44

Mededelingen van de directie.................. 56

Functie-indeling en salarisgroep .............. 12

Nevenarbeid ............................................ 63

Functieomschrijving ................................ 12

Ongevallen inzittenden verzekering ......... 61

Functioneringsgesprekken ....................... 12

Onveilige situaties melden ....................... 21

Geheimhouding ....................................... 62

Op het spreekuur komen

Genezing niet belemmeren Arbeidsongeschiktheid ......................... 31 Hervatten bij herstel Arbeidsongeschiktheid ......................... 32 Het inloopspreekuur ................................ 26 Het juiste adres Arbeidsongeschiktheid ......................... 30 Het verrichten van werkzaamheden

Arbeidsongeschiktheid ......................... 31 Opleidingsplan ......................................... 56 Opzegging en uitdiensttreding ................. 55 Overige kosten......................................... 46 Overige verlofdagen ................................ 18 Overige verlofregelingen.......................... 20 Overloop uren ......................................... 19 Overwerkvergoeding ............................... 14


OZ Zorgverzekeringen .............................. 51

Hulp bij ongevallen .................................. 21

Personeelsbijeenkomsten ........................ 56

Ideeën en voorstellen .............................. 49

Personeelsdossier .................................... 53

Identificatie ............................................. 53

Persoonlijk ontwikkelingsplan .................. 56 Preventief Medisch Onderzoek (PMO) ..... 25


86

Privé gebruik van bedrijfsmiddelen.......... 49

Slotbepalingen ......................................... 63

Privé telefoongesprekken ........................ 48

Thuisblijven

Regeling Mobiele Telefoon ...................... 64


Registratie van gewerkte tijd en aanwezigheid ........................................ 52

Vakantiedagen ......................................... 17

Reis- en verblijfskosten in verband met externe activiteiten ............................... 45

VCA cursus ............................................... 58

Reiskosten woon-werk verkeer................ 45 Reiskosten zakelijk verkeer ...................... 45 Reisurenregeling ...................................... 15 Salarisuitbetaling ..................................... 54 Salarisvaststelling en verhoging in verband met functiejaren, functioneren en leeftijd .................................................. 12 Sancties op het niet naleven van de veiligheidsregels en voorschriften ......... 22 Scholingsverlof ........................................ 56


Vakantieperiode ...................................... 19 Verval van vakantieaanspraken Arbeidsongeschiktheid ......................... 33 Verzorgde presentatie ............................. 41 WA-verzekering ....................................... 61 Werk afronden......................................... 13 Werkuren ................................................ 15 Wijzigingen in persoonlijke gegevens ....... 54 Ziekmelding vanuit het buitenland Arbeidsongeschiktheid ......................... 32

87

PERSONEELSHANDBOEK Uitgave december 2010

Recommend Documents