Personeelsgids
V5 01-2014/Argo
Personeelsgids Tzorg Hulp bij het Huishouden
1 van Pagina 68
Personeelsgids
Inhoudsopgave 1. Welkom bij Tzorg .............................................................................................................. 4 2. Wie is Tzorg? .................................................................................................................... 5 2.1 Aanvullende diensten ................................................................................................... 5 3. In dienst bij Tzorg ............................................................................................................. 7 3.1 Arbeidsovereenkomst .................................................................................................. 7 3.2 CAO ............................................................................................................................. 7 3.3 Identiteitsbewijs............................................................................................................ 7 3.4 Opgave voor loonheffing .............................................................................................. 7 3.5 Loonbetaling ................................................................................................................ 7 3.6 Urenregistratie ............................................................................................................. 8 3.7 Pensioen vanaf indiensttreding ...................................................................................10 3.8 Overzicht instuurmomenten urenbriefjes .....................................................................11 3.9 Zorgverzekeringspakketten .........................................................................................12 3.9.1 Zorgverzekering ...................................................................................................12 3.9.2 Collectieve verzekeringen.....................................................................................12 3.10 Fietsplan ...................................................................................................................12 3.11 Thuis .........................................................................................................................13 3.12 Vertrouwenspersoon .................................................................................................13 4. Huisregels........................................................................................................................14 4.1 Omgang cliënt .............................................................................................................14 4.2 ID-pas .........................................................................................................................15 5. Testament........................................................................................................................15 6. Medische kosten ..............................................................................................................15 7. Cliëntmap ........................................................................................................................15 8. Vakantie en verlof ............................................................................................................18 8.1 Vakantie ......................................................................................................................18 8.2 Zwangerschapsverlof ..................................................................................................18 9. Voorbeeld loonstrook .......................................................................................................19 9.1 Uitleg voorzijde loonstrook ..........................................................................................20 9.2 Uitleg achterzijde loonstrook .......................................................................................22 10. Verzuimreglement ........................................................................................................23 11. Verzuimflyer .................................................................................................................30 12. Functiebeschrijving .......................................................................................................31 2 van Pagina 68
Personeelsgids
13. Protocollen .....................................................................................................................32 13.1 Hygiëne.....................................................................................................................33 13.2 Prikaccident ..............................................................................................................35 13.3 MRSA .......................................................................................................................36 13.4 Hepatitis B ................................................................................................................39 13.6 Hiv ............................................................................................................................45 13.7 Legionella .................................................................................................................47 13.8 Kinderen verzorgen ...................................................................................................49 13.9 Wat doet u als uw cliënt niet open doet? ...................................................................50 13.10 Wat doet u als uw cliënt overlijdt tijdens uitvoering van de werkzaamheden? .........51 13.11 Alzheimer ................................................................................................................52 13.12 Maaltijdverzorging ...................................................................................................54 13.13 Meldcode ................................................................................................................58 13.14 Integriteitcode .........................................................................................................63 14. Sancties .........................................................................................................................65 Bijlagen: vakantie-/verlofaanvraagformulier
3 van Pagina 68
Personeelsgids
1. Welkom bij Tzorg Van harte welkom bij Tzorg. Graag vertellen wij u wat meer over Tzorg. Als u over internet beschikt, kunt u ook eens kijken op onze site www.tzorg.nl. Daarnaast nemen we in deze personeelsgids een aantal praktische dingen waarmee u zoal mee te maken kunt krijgen tijdens uw dienstverband. Zoals arbeidsvoorwaarden, loonbetaling, vakantiedagen, ziekmelding en pensioen etc. Als u na het lezen nog vragen hebt, kunt u altijd contact opnemen met uw leidinggevende. Wij vertrouwen op een plezierige en langdurige samenwerking en proberen ons werkgeverschap voor u zo goed mogelijk vorm te geven. Wij wensen u veel succes in uw nieuwe werkomgeving en hopen dat u zich snel thuis voelt bij Tzorg. Het spreekt voor zich dat overal in deze gids waar ‘hij’ staat, ook de vrouwelijke vorm wordt bedoeld.
4 van Pagina 68
Personeelsgids
2. Wie is Tzorg? Tzorg is een landelijke organisatie die Hulp bij het Huishouden biedt aan mensen die dit door omstandigheden niet zelf meer kunnen. Als medewerker helpt u onze cliënten zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving te kunnen blijven wonen. Aandacht voor de cliënt, maar ook de medewerker staat centraal. Tzorg investeert in de medewerkers. Dat vinden we belangrijk, want hun motivatie en deskundigheid bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van ons werk. Tzorg is dan ook verkozen tot een van de beste werkgevers van Nederland. De wensen en de manier van leven van de cliënt is het uitgangspunt van ons werk bij de cliënt thuis. Welke hulp wij bieden hangt helemaal af van wat de cliënt nog zelf kan en wil doen. De meest voorkomende werkzaamheden bij onze cliënten zijn: opruimen en afstoffen stofzuigen en vloeren dweilen ramen lappen schoonmaken van toilet en badkamer strijken, hand- en machinewas bedden verschonen en opmaken planten water geven voorjaarsschoonmaak We kunnen ook andere taken opgedragen krijgen, bijvoorbeeld boodschappen doen of de maaltijdvoorziening. 2.1 Aanvullende diensten Naast huishoudelijke hulp biedt Tzorg ook aanvullende diensten aan. Deze staan op (http://www.tzorg.nl/extra-services/) en worden in de Thuis aan de lezers voorgesteld. Daarnaast zitten de flyers van deze diensten in de cliëntmappen waar u verdere informatie kunt lezen. Alle services worden landelijk aangeboden. Attendeer cliënten gerust op deze extra services en op het voordeel dat ze via Tzorg krijgen. Dit is namelijk zeker de moeite waard! En uiteraard kunt u zelf ook gebruik maken van de diensten. Om zeker te zijn van de korting, dient men altijd even te melden dat ze via Tzorg komen. De kortingen staan op de flyers in de cliëntmap. S-computers: een eenvoudige en veilig te bedienen computer. Voor senioren en onervaren computergebruikers. S-computers biedt o.a. een uitgebreide service, een introductiecursus en installatie aan huis en aanvraag van internet. www.s-computers.nl of via 076-5324325. De Nederlandse Huisopticiens: een opticien aan huis die mensen persoonlijk bezoekt om ogen te meten en om een bril aan te meten. De opticiens hebben een ruime collectie merkbrillen bij zich. Telefoonnummer 0900-2300023. Mobella levert thuiskappers en -pedicures. Zij komen bij cliënten en medewerkers thuis en zijn voorzien van professionele producten en materialen. Telefoonnummer van Mobella : 088-1000100. 5 van Pagina 68
Personeelsgids
Hulpmiddelen en personenalarmering in samenwerking met Vegro via onze eigen webshop. http://www.tzorg.nl/extra-services/ Computerhulp & -les aan huis via Student aan Huis. Zij helpen mensen ook graag met digitale televisie, mobiele telefoon, computertablet e.d. www.studentaanhuis.nl of via 0900-2001212 (50cpm). Tzorg werkt samen met Donkergroen voor groenonderhoud en –voorziening. 0515-435800 of via
[email protected]. Maaltijdservice van apetito. De maaltijden zijn gezond en lekker en er is volop keuze. http://www.tafeltjedekje.nl/tzorg of 0800-0232975.
6 van Pagina 68
Personeelsgids
3. In dienst bij Tzorg 3.1 Arbeidsovereenkomst Als u bij Tzorg in dienst treedt, leggen we bepaalde afspraken vast in een arbeidsovereenkomst. In die overeenkomst wordt onder andere vermeld: in welke gemeente/omgeving u werkt per welke datum u in dienst treedt de proeftijd wat het uurloon bedraagt 3.2 CAO Tzorg past de CAO voor de Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg toe. De volledige CAO VVT is te vinden op de website van werkgeversorganisatie Actiz www.actiz.nl 3.3 Identiteitsbewijs Wanneer u in dienst treedt bij Tzorg dient u een over een geldig legitimatiebewijs te beschikken. Een rijbewijs is niet voldoende. Paspoort, gemeentelijke identiteitskaart of vreemdelingendocument wél. Let er wel op dat dit legitimatiebewijs nog geldig moet zijn. Een buitenlands paspoort dient zelfs nog 3 maanden geldig te zijn. U dient uw legitimatiebewijs altijd op de werkplek bij u te hebben! 3.4 Opgave voor loonheffing In de indiensttredingset kunt u aangeven of Tzorg loonheffingen moet inhouden op uw loon. Loonheffing is de verzamelnaam voor loonbelasting / premie volksverzekeringen (WW en WIA), premies werknemersverzekeringen (ZFW) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Voor de inhouding moet Tzorg uw persoonlijke gegevens registreren. Verder geeft u aan of u wilt dat Tzorg de loonheffingskorting toepast. Als er veranderingen komen in de door uw ingevulde gegevens, kan ook deze korting wijzigen. Daarom bent u verplicht om tijdig wijzigingen aan Tzorg door te geven. Via uw leidinggevende ontvangt u dan een nieuw formulier dat u invult naar ons retour stuurt. 3.5 Loonbetaling Tzorg betaald het salaris per periode van 4 weken, 13 periodes in een jaar. Het salaris wordt per periode aan u overgemaakt op het op eigennaam gestelde giro- of bankrekeningnummer. Het salaris wordt berekend over een periode van vier weken en overgemaakt binnen één week na beëindiging van de vier wekelijkse periode. Dit betekent dat de urenregistratieformulieren in de laatste week van elke periode ingevuld en getekend bij uw leidinggevende moeten liggen. Vergeet niet om de formulieren op tijd op te sturen, anders kan het salaris niet berekend worden en kan er niet tot betaling overgegaan worden. Controleer altijd uw ingevulde urenbriefje. Als het urenbriefje niet klopt wanneer Tzorg het controleert, worden correcties toegepast op de volgende uitbetaling. Wanneer u in de mogelijkheid bent om het formulier in te scannen en te mailen, is dit ook prima.
7 van Pagina 68
Personeelsgids
3.6 Urenregistratie
8 van Pagina 68
Personeelsgids
9 van Pagina 68
Personeelsgids
3.7 Pensioen vanaf indiensttreding Uw pensioen is ondergebracht bij pensioenfonds Zorg en Welzijn. Pensioenfonds Zorg en Welzijn verzekert (oud-)werknemers in de sector zorg en welzijn van een goed pensioenpakket. Het fonds wordt hierbij ondersteund door de uitvoeringsorganisatie PGGM. Bij pensioenfonds Zorg en Welzijn kunt u onder andere rekenen op: ouderdomspensioen partnerpensioen wezenpensioen voor kinderen jonger dan 21 jaar. Meer informatie vindt u op www.pfzw.nl/info. Indien u vragen hebt over een van de verzekeringen dan kunt u contact opnemen met Zorg en Welzijn. Pensioenfonds Zorg en Welzijn Postbus 117 3700 AC ZEIST Tel. (030) 277 55 77 Pensioengerechtigde leeftijd De dienstbetrekking zal in ieder geval van rechtswege beëindigen op de dag dat de werknemer de algemene ouderdomspensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
10 van Pagina 68
Personeelsgids
3.8 Overzicht instuurmomenten urenbriefjes
11 van Pagina 68
Personeelsgids
3.9 Zorgverzekeringspakketten 3.9.1 Zorgverzekering Tzorg heeft collectieve zorgverzekeringen afgesloten met twee zorgverzekeraars. Hierbij is de keuze uit de zorgverzekering van CZ of AGIS. Alle medewerkers van Tzorg kunnen zich met korting aanmelden bij een van deze twee zorgverzekeraars. Niet alleen medewerkers van Tzorg, maar ook hun gezinsleden kunnen hiervan profiteren. Indien u graag gebruik wilt maken van een collectieve zorgverzekering, kijk dan voor meer informatie op: CZ (collectiviteitnummer: 4087828) www.cz.nl of gratis bellen naar 0800-027 44 88 AGIS (collectiviteitnummer: 205503930) www.agiscollectief.nl/tzorg of bellen naar 0900-202 19 18 (€ 0,03p/min) 3.9.2 Collectieve verzekeringen Tzorg biedt haar medewerkers in samenwerking met AON en IAK verzekeringen verschillende collectieve verzekeringen aan. Via Tzorg kunnen medewerkers profiteren van extra korting. Er kan gekozen worden uit één of meerdere verzekeringen, bijvoorbeeld: autoverzekering woonhuisverzekering inboedelverzekering reisverzekering etc. Meer informatie over AON is te vinden op de site www.5sterrenzekerheid.nl. Voor vragen of advies kan contact opgenomen worden met een adviseur van AON klantenservice op telefoonnummer 010-488 88 75. Meer informatie over IAK verzekeringen is te vinden op de site www.IAK.nl. Voor vragen of advies kan contact opgenomen worden met een adviseur van IAK klantenservice op telefoonnummer 040- 261 16 99. 3.10 Fietsplan Tzorg wil het fietsgebruik van medewerkers voor woon-werkverkeer stimuleren. Fietsen is gezond, goedkoop, ontspannend, milieuvriendelijk en het levert bovendien een bijdrage aan het verminderen van parkeer- en fileproblemen. Deelname aan het fietsplan is financieel aantrekkelijk omdat u met een aanzienlijk belastingvoordeel in het bezit kunt komen van een fiets. Echter kunt u pas deelnemen aan deze regeling op het moment dat u één jaar in dienst bent. Ook ontvangt u een fiscaal voordeel indien u bij de fiets een fietsverzekering afsluit of Nationale Fietsbonnen koopt. Daarnaast is het ook mogelijk om snipperuren in te leveren om de fiets te financieren. Voor meer informatie betreffende
12 van Pagina 68
Personeelsgids
deelname aan het fietsenplan en/of bestellingen kunt u contact opnemen met (of een brochure ophalen bij) de afdeling P&O. 3.11 Thuis De Thuis is een magazine dat gemaakt wordt door Tzorg voor cliënten, medewerkers en gemeenten. De Thuis wordt elk kwartaal uitgegeven en heeft vooral een informatief karakter. Informatie over gemeentelijke aangelegenheden, geïnterviewde medewerkers, projecten, leuke puzzels en nieuwtjes. Medewerkers die iets leuks hebben of iets speciaals doen kunnen dit doorgeven aan hun Zorgcoördinator. 3.12 Vertrouwenspersoon Tzorg wil haar medewerkers die last ervaren van grensoverschrijdend gedrag een extra mogelijkheid bieden voor hulp bij het oplossen van het probleem. Voor medewerkers die klachten ervaren op gebied van ongewenste omgangsvormen zijn namelijk vertrouwenspersonen aangesteld. Er wordt echter een onderscheid gemaakt tussen ongewenste omgangsvormen en arbeidsvoorwaardelijke kwesties. Tot de vertrouwenspersoon kan de medewerker zich wenden voor opvang, bijstand en advies inzake ongewenste omgangsvormen. Dat wil zeggen dat de medewerkers niet alleen aangewezen zijn op hun leidinggevende met klachten op dit terrein, maar voor hulp terecht kan bij speciaal voor dit doel aangestelde vertrouwenspersoon. Markus Koolwaay – Enschede
telefoon 06-3018 0743
13 van Pagina 68
Personeelsgids
4. Huisregels Werken bij Tzorg is een vak apart! Bedenk dat u en uw collega’s het visitekaartje van Tzorg zijn en handel daar ook naar. Uw Zorgcoördinator zal u inlichten over de werkzaamheden die u moet uitvoeren. Heeft u daarna nog vragen, stel ze dan. Om u op weg te helpen volgt hieronder een aantal regels waar u zich in ieder geval aan moet houden. zorg dat u altijd een legitimatiebewijs en de ID-pas van Tzorg bij u draagt draag altijd uw werkkleding draag geen sieraden, u kunt er achter blijven haken en u kunt uw vingers onder uw ringen niet goed wassen en drogen gebruik van alcohol en drugs voor en tijdens werktijd is verboden rook niet in het huis van uw cliënt geef op tijd aan uw Zorgcoördinator door als u door ziekte niet kunt komen werken. Er kan dan op tijd voor vervanging worden gezorgd vraag een vrije dag en vakantie op tijd aan bij uw Zorgcoördinator, zodat er op tijd voor vervanging kan worden gezorgd maak na het werk uw materialen schoon en ruim ze netjes op. Opruimen kost minder tijd dan zoeken het gebruik van een telefoon is alleen toegestaan in noodsituaties gebruik geen PC of internetverbindingen van de cliënt
4.1 Omgang cliënt De omgang met cliënten is een belangrijk onderdeel van uw werk. U bent bij mensen thuis aan het werk en dient hun regels en leefstijl te respecteren. U komt bij cliënten thuis over de vloer en dat is ook een vertrouwenskwestie. Als medewerker van Tzorg moet u uw ervan bewust zijn dat u werkzaamheden verricht in het belang van de maatschappelijke functie van Tzorg in het algemeen en van de cliënten in het bijzonder. Daarmee houden we rekening. Dat betekent dat we ons professioneel gedragen, kleden, verbaal en non-verbaal uiten en dergelijke. Over iedereen wordt altijd respectvol gesproken, ongeacht hun afkomst, taal, religie of gedragingen. Buiten werktijd spreken en gedragen de medewerkers zich te allen tijde met respect jegens de cliënten en de medewerkers van Tzorg. Elke verbale of nonverbale uiting die ook maar enigszins een discriminerend of seksistisch karakter heeft, is uit den boze. Daarnaast is het belangrijk dat u altijd vriendelijk bent tegen de cliënt, ook als zij u minder vriendelijk behandelen. Als u echter lastig gevallen wordt, meldt u dit onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator. Denk bij het omgaan met cliënten aan het volgende: als cliënten u iets vragen of klachten hebben en u kunt ze niet helpen, verwijs ze dan naar uw Zorgcoördinator het is belangrijk dat de cliënt de hulp krijgt die nodig is. Merkt u dat er veranderingen zijn in de gezondheid of het gedrag van de cliënt, meld dit dan altijd aan uw Zorgcoördinator gedraag u professioneel naar de cliënt toe praat bij een cliënt niet over andere cliënten, dit is niet beleefd geef nooit privégegevens (adres, telefoonnummer en dergelijke) door aan een cliënt bespreek geen persoonlijke zaken
14 van Pagina 68
Personeelsgids
het is niet toegestaan om alleen in de woning te werken. Als de cliënt weg moet, dan mag u niet alleen in de woning achterblijven, ook niet voor een korte tijd. Spreek de cliënt er op aan en zoek samen een oplossing neem nooit sleutels van de cliënt in bewaring. Alleen in bijzondere situaties kan dit voorkomen. In dat geval moet een sleutelovereenkomst met de cliënt worden opgesteld raak kostbare voorwerpen van de cliënt niet aan. Verzoek de cliënt deze zelf schoon te maken. Als er per ongeluk iets kapot gaat, meld dit dan altijd direct aan de cliënt en aan uw Zorgcoördinator om misverstanden te voorkomen is het belangrijk dat u nooit geld of attenties van de cliënt aanneemt u mag geen post openen zonder de toestemming van de cliënt of zonder indicatiebesluit
4.2 ID-pas Wanneer u 2 maanden in dienst bent van Tzorg krijgt u een ID-pas van Tzorg. De pas is strikt persoonlijk en voorzien van een bedrijfslogo, pasfoto, naam en geboortedatum. Tevens is de pas voorzien van een cliphouder zodat de pas zichtbaar aan de kleding gedragen kan worden. U dient zich door middel van de pas bij de cliënt te legitimeren als zijnde hulp van Tzorg. U tekent voor ontvangst en dient zorgvuldig met de pas om te gaan. Bij diefstal of verlies en het niet kunnen inleveren van de ID-pas bij uitdiensttreding, wordt er € 25,00 ingehouden op het salaris of op de eindafrekening. Diefstal of verlies dient binnen 48 uur aan de leidinggevende kenbaar gemaakt te worden.
5. Testament De medewerker van Tzorg mag NIET in het testament van de cliënt worden opgenomen. Gebeurt dit onverwijld wel, dient de medewerker van Tzorg hier afstand van te doen zowel voor als na het overlijden van de cliënt. De medewerker van Tzorg licht de leidinggevende in inzake de vermelding in het testament.
6. Medische kosten Het kan onverhoopt voorkomen dat u betrokken raakt bij een bedrijfsongeval. Mocht dit zo zijn bent u dit verplicht direct te melden aan uw leidinggevende. Mocht u voor een bedrijfsongeval medische kosten moeten maken dan kunt u deze onder voorwaarden declareren bij Tzorg. Het is hierbij van belang dat u de medische kosten pas ná het einde van het kalenderjaar instuurt naar uw ziektekostenverzekering. Als u na het indienen van uw verzekering het bewijs heeft ontvangen dat het niet vergoed wordt via uw eigen verzekering, kunt u dit bewijs naar uw leidinggevende versturen.
7. Cliëntmap Elke cliënt van Tzorg heeft een cliëntmap ter beschikking gekregen. Deze cliëntmap zit vol met afspraken en informatie en is tevens het zorgplan. Sommige onderdelen moeten ingevuld worden door u, samen met de cliënt. Dit doet u op de eerste dag dat u bij de nieuwe cliënt start. Om dit goed te doen volgt hieronder een uitleg hoe de map in elkaar steekt. 15 van Pagina 68
Personeelsgids
Tabbladen: In de map moet een set tabbladen (met cijfers 1 tot en met 15) zitten. De inhoudsopgave, als eerste pagina in de cliëntenmap. tab 1. De welkomstbrief voor nieuwe cliënten. De Zorgcoördinator heeft deze brief ingevuld met zijn of haar naam en informatie voor de cliënt over de bereikbaarheid van het kantoor. tab 2. De telefoonlijst waarop de belangrijkste telefoonnummers worden genoteerd. Deze vult u samen met de cliënt in. Geef de contactpersoon van de cliënt door aan de Zorgcoördinator. tab 3. De afgetekende urenregistratie (uit het doordrukblok) worden hier bewaard. Het roze blaadje van uw urenregistratie doet u hier wekelijks in, nadat de cliënt de urenregistratie heeft afgetekend. tab 4. Noteer op het formulier verdeling van de werkzaamheden wat doet de cliënt zelf, waar helpen we de cliënt bij, wat doen wij, wat doen mantelzorgers, etc. Doe dit in overleg met de cliënt en laat de cliënt het formulier ondertekenen. tab 5. Noteer op het formulier de belangrijkste uitgevoerde werkzaamheden, zodat een vervanger kan zien wat er de afgelopen tijd gedaan is en om discussies te beperken. tab 6. Vul op de dagrapportages in wat de bijzonderheden van de dag zijn. Op deze manier kunnen andere zorgaanbieders of vervangers lezen wat er die dag bij de cliënt voorgevallen is. tab 7. Volg de instructie boodschappen doen. Noteer op het formulier hoeveel geld u hebt gekregen, hoeveel u teruggeeft en laat de cliënt in beide gevallen tekenen. tab 8. Gesprekverslagen worden opgeslagen achter de tab "Gesprekken". tab 9. Achter deze tab zit de brochure "Informatie over de klachtenprocedure", (blanco) Klachtmeldformulier cliënten, de Klachtenregeling en de klachtenregeling Dienst Welzijn, Zorg en Samenleven (WZS). Neem deze regelingen met de cliënt door en wijs hun erop dat ze hier gebruik van maken als ze een klacht hebben over de dienstverlening van Tzorg.
16 van Pagina 68
Personeelsgids
tab 10. (Bijna)incidenten moeten worden gemeld op het melden incidenten formulier en naar de afdeling KAM. tab 11. Relevante veranderingen in de situatie, die worden gesignaleerd, worden vastgelegd op het signaleringsformulier. tab 12. De arbo-check en andere informatie over de veiligheid bij de cliënt worden achter tab 12 opgeslagen. Vul deze samen met de cliënt in, voordat u de allereerste keer met uw werkzaamheden start. Op deze manier weet u of er voldoende en veilige middelen in huis zijn en of u veilig genoeg kan werken. tab 13. De zorgovereenkomst komt achter tab 13. Deze zit in tweevoud in de map. U neemt de algemene voorwaarden door samen met de cliënt die achter tabblad 14 zitten en laat de cliënt de zorgovereenkomst tekenen. De zorgovereenkomst stuurt u terug naar de vestiging van Tzorg. Zij maken daar een kopie van en sturen de kopie terug naar de cliënt. De kopie gaat vervolgens weer terug in de cliëntmap. tab 14. De algemene informatie voor cliënten (leveringsvoorwaarden) worden achter tab 14 opgeslagen. tab 15. Aanvullende diensten Student aan huis Apetito S-computers Nederlandse huisopticiens Mobella thuiskappers en –pedicures Vegro hulpmiddelen en personenalarmering Donkergroen, groenvoorziening en tuinonderhoud Als u voor de eerste keer bij een cliënt komt kan het zijn dat de cliëntmap al ingevuld is door een andere Hulp bij het Huishouden. Kijk de map dan in en lees wat voor afspraken er gemaakt zijn met de cliënt. Neem de afspraken nog een keer door met de cliënt. Als de cliënt afspraken wil veranderen, geef dit dan aan bij de Zorgcoördinator.
17 van Pagina 68
Personeelsgids
8. Vakantie en verlof 8.1 Vakantie Wanneer u begint met werken, bouwt u per periode verlofuren op conform CAO. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen wettelijk en bovenwettelijk verlof. Iedereen heeft recht op vakantie. Overleg altijd met uw Zorgcoördinator wanneer u verlof wilt nemen. Met de loonstrook van periode 2 worden de vakantieaanvraag formulieren voor de zomervakantie meegestuurd. Vul deze in en stuur deze tijdig terug. De Zorgcoördinator heeft dan 2 weken de tijd om uw vakantieaanvraag te beoordelen. Wilt u buiten de zomer op vakantie, overleg dit dan tijdig met uw Zorgcoördinator. Onderaan de loonstrook staat de opbouw van de wettelijke, bovenwettelijke en eventuele oude snipperuren. Controleer dus altijd of u voldoende verlofsaldo heeft voordat u een verlofaanvraag doet bij uw Zorgcoördinator. Als u arbeidsongeschikt bent en u wilt op vakantie, dient u dit tijdig te overleggen met uw Zorgcoördinator. De Zorgcoördinator zal overleggen met de bedrijfsarts voordat er toestemming voor de aanvraag gegeven wordt. Een reden om de vakantieaanvraag te weigeren is een belemmering van het herstelproces. 8.2 Zwangerschapsverlof Indien u zwanger bent en u gaat met zwangerschapsverlof of bent ziek t.g.v. zwangerschap, dan krijgt Tzorg van het UWV het ziekengeld terug, dus de loonbetaling van Tzorg zal blijven doorlopen zoals u gewend bent. U bent verplicht een zwangerschapsverklaring in te dienen.
18 van Pagina 68
Personeelsgids Voorbeeld loonstrook
9. Voorbeeld loonstrook
19 van Pagina 68
Personeelsgids
9.1 Uitleg voorzijde loonstrook Nu u bij Tzorg in dienst bent, kijkt u natuurlijk uit naar de eerste salarisstrook. Om de loonstrook te verduidelijken is hieronder een toelichting op de loonstrook ingevoegd. Voor vragen over de loonstrook kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met uw leidinggevende. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
vermelding van de salarisperiode telefoonnummer van leidinggevende kostenplaats en geografische code van werkgebied medewerker adres van de medewerker geboortedatum van de medewerker datum in dienst bij Tzorg Burgerservicenummer (BSN, voorheen sofi-nummer) bijzonder tarief volgens tabellen van de belastingdienst, bijv. bij eenmalige uitkering (vakantiegeld) wordt er via een bijzonder tarief ingehouden. Dit tarief is afhankelijk van de verdiensten in het jaar 9. bij indiensttreding wordt er een loonbelastingverklaring ingevuld. Hierop wordt aangegeven of medewerker loonheffingskorting wil toepassen of niet. Op loonstrook zichtbaar als een ja of een nee 10. vast loon bestaat uit de contracturen x het basisuurloon exclusief toeslagen. 11. minimum loon is het uurloon dat wij wettelijk minimaal moeten betalen. Wij zijn verplicht dit te vermelden op de loonstrook. Het werkelijk uurloon per uur wordt op de achterkant van de loonstrook vermeld 12. personeelsnummer van medewerker bij Tzorg 13. periodenummer waarover het loon wordt betaald 14. datum voor het opstarten van de berekening van het loon 15. normaal aantal werkbare dagen in de periode 16. volgnummer verloning 17. kolom voor berekeningsbedragen (uitkomst uren x uurloon) 18. kolom voor betaalde bedragen 19. kolom voor bedragen totaal per jaar opgeteld 20. aantal gewerkte en/of verlofdagen vermeld en het aantal dagen dat medewerker ziek is geweest. ‘Dagen sociale verzekeringen’ zijn de dagen die tellen voor de berekening van diverse verzekeringspremies 21. totaal brutoloon is het totaalbedrag van de uren, toeslagen en vergoedingen waarover nog géén belasting is betaald 22. inhouding pensioenpremie. Deze premie wordt periodiek van het brutoloon ingehouden. Hierdoor bouwt medewerker pensioen op dat wordt uitgekeerd wanneer 65-jarige leeftijd wordt bereikt of in geval van overlijden 23. inhoudingen van pensioenpremie. Deze wordt ingehouden van het totaal brutoloon. 24. optelling van het loon waarover sociale premies berekend worden voor de Zorgverzekeringswet en de Werkloosheidswet 25. optelling van het loon waarover de berekening plaatsvindt van de inkomensafhankelijke zorgpremie. Deze zorgpremie wordt door de werkgever gecompenseerd. 26. compensatie door de werkgever van de nieuwe inkomensafhankelijke zorgverzekeringswetpremie bedraagt 7,1% 27. optelling van het loon waarover de in te houden loonheffing wordt berekend. Pagina 20 van 68
Personeelsgids
28. betaalkolom, het totaal bruto loon minus vooraftrek alle heffingen en vermeerderd met de Zvw bijdrage werkgever 29. inhouding van de berekende loonheffing, volgens tabellen van de belastingdienst. Bij eenmalige uitkeringen wordt er een bijzonder belasting tarief ingehouden. Dit tarief is mede afhankelijk van de verdiensten in het vorige jaar en staat vermeld onder BSN op de strook rechtsboven (zie punt 8) 30. totaal van de loonbelasting welke ingehouden is 31. premie wordt berekend over het loon voor sociale verzekeringen. WIA en WGA premie behoort tot de Wet Werk naar Inkomen en Arbeidsvermogen 32. premie wordt berekend over het loon voor ZVW. Dit is de inkomensafhankelijke zorgpremie die u betaalt voor de zorgverzekeringswet en die gecompenseerd wordt door de werkgever 33. totaal bedrag van de premie WW, WIA/WGA en ZVW 34. bedrag na alle heffingen en premies 35. totaal te betalen netto vergoedingen zie reiskostendagvergoeding 36. bedrag dat ook daadwerkelijk wordt uitbetaald 37. bank- of girorekeningnummer waarop salaris is gestort 38. verlof is opgesplitst in wettelijk verlofuren, bovenwettelijke verlofuren, verlofsaldo 2011(indien van toepassing) 39. aantal verlofuren voor opbouw uren in periode 40. verlofuren die door middel van gewerkte uren in de periode worden opgebouwd 41. aantal opgenomen verlofuren in de periode 42. uren die nog over zijn na de periode, deze staan volgende periode weer bij beginsaldi (zie punt 39) Hoe staan de snipperuren vermeld op de loonstrook: Sn Wet = wettelijke vakantie uren Sn Bovw = bovenwettelijke vakantie uren Sn Oud = vakantie uren opgebouwd voor 2012
Eindsaldo Opgenomen t/m lopende periode Nieuwe opbouw Beginsaldo
Pagina 21 van 68
Personeelsgids
9.2 Uitleg achterzijde loonstrook
Pagina 22 van 68
Personeelsgids
10. Verzuimreglement
Verzuimreglement Argo Hierbij het verzuimreglement bestemd voor alle medewerkers werkzaam binnen de Tzorgorganisatie. In dit reglement staan de regels en voorschriften waar u zich aan dient te houden op het moment dat u verzuimd. Eén van de uitgangspunten van het verzuimbeleid is dat er op de eerste ziektedag telefonisch contact met u zal worden opgenomen door de adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies. Een ander uitgangspunt is het veelvuldig overleg tussen de zieke en diverse leidinggevenden van ons bedrijf teneinde een spoedige re-integratie te bevorderen. Toelichting vooraf De direct leidinggevende die in dit reglement wordt genoemd is de Zorgcoördinator of een andere leidinggevende waarvan de werknemer direct aansturing ontvangt. ARGO advies is de Arbodienstverlener die Tzorg ondersteunt en adviseert in het verzuimproces. De adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies heeft vanaf de eerste ziektedag contact met de verzuimende medewerker. De bedrijfsarts kan bij medische vraagstukken ingeschakeld worden. 10.1 De verzuimmelding In geval van verzuim dient de werknemer zich ruim voordat de werkzaamheden beginnen maar in ieder geval tussen 8.30 uur en 9.00 uur persoonlijk (en niet per mail of sms) te melden bij de direct leidinggevende. Indien deze niet direct bereikbaar is dan blijft de verplichting tot het ziekmelden bij de werknemer liggen tot het moment van contact met de direct leidinggevende. Bij ziekmelding vermeldt de werknemer: naam / geboortedatum personeelsnummer (= id-nummer); staat op loonstrook oorzaak van het verzuim (niet verplicht)/bedrijfsongeval/zwangerschap aard van de ziekte (niet verplicht) vermoedelijke duur van de ziekte (niet verplicht) een eventueel (verpleeg) adres en telefoonnummer bij ziekmelding vanuit het vakantieland zie “ziekte tijdens verblijf in het buitenland” planning cliënten (voor zover bekend) en naam van de cliënten de eventuele periode waarbinnen de werknemer de eerste ziektedag niet thuis is in verband met het bezoek aan huisarts of specialist Ziek naar huis bij werkzaamheden Indien de werknemer tijdens werktijd ziek naar huis vertrekt, meldt hij zich direct bij de direct leidinggevende.
Pagina 23 van 68
Personeelsgids
10.2 De herstelmelding De werknemer hervat bij de eerst mogelijke gelegenheid zijn werkzaamheden. Hij meldt zich direct mogelijk beter bij de direct leidinggevende. 10.3 Thuisblijven Nadat de medewerker zich heeft ziek gemeld dient hij thuis te blijven totdat de adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies telefonisch contact met hem/haar heeft opgenomen. Tijdens dit contact zullen alle nodige zaken rondom de re-integratie en bereikbaarheid besproken worden. Wanneer de medewerker op een ander adres verpleegd wordt dan het adres dat bij zijn werkgever bekend is, dient de medewerker dit meteen door te geven. Hierdoor kan de leidinggevende en de adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies contact met de medewerker houden gedurende zijn ziekte. Natuurlijk kan het ook gebeuren dat de medewerker ziek wordt tijdens het werk of dat hij acuut opgenomen moet worden in het ziekenhuis. Als tijdig ziekmelden in dat geval écht niet lukt, moet de medewerker op een later tijdstip, maar wel dezelfde dag alsnog naar de leidinggevende bellen. Is de medewerker zelf echt niet in staat om te bellen, moet de medewerker iemand anders contact op laten nemen met de leidinggevende. 10.4 De werknemer moet bereikbaar zijn De Arbo-dienst en de werkgever moeten de werknemer kunnen bereiken. Daartoe is het nodig dat de werknemer (telefonisch) bereikbaar is. Indien de werknemer tijdens zijn arbeidsongeschiktheid van verpleegadres verandert (bijvoorbeeld bij ziekenhuisopname), behoort de werknemer dit direct doch uiterlijk binnen 24 uur te melden aan de leidinggevende. 10.5 Genezing niet belemmeren Indien de werknemer zich tijdens zijn arbeidsongeschiktheid zodanig gedraagt, dat daardoor zijn genezing kan worden belemmerd, kan de werkgever de loonbetaling opschorten. 10.6 Op het spreekuur komen Indien de medewerker zich ziek meldt kan er voor hem/haar een afspraak gemaakt worden met de adviseur verzuim & re-integratie van ARGO advies. De adviseur zal samen met de leidinggevende en indien noodzakelijk de bedrijfsarts de (volledig) arbeidsongeschikte werknemers begeleiden bij de re-integratie naar eigen en/of aangepast werk en eventueel naar ander werk. De adviseur bewaakt de voortgang van uw re-integratie en verzorgt, indien noodzakelijk, samen met de medewerker en zijn werkgever het plan van aanpak, eventuele bijstellingen daarop en het re-integratieverslag. Een re-integratie kan immers alleen succesvol verlopen indien een goede samenwerking mogelijk is tussen werknemer en werkgever. Indien de medewerker het niet eens is met het Pagina 24 van 68
Personeelsgids
re-integratievoorstel van de adviseur verzuim & re-integratie en/of bedrijfsarts van ARGO advies, of indien er geen passende werkzaamheden worden aangeboden, dan kan hij/zij zich voor een deskundigenoordeel wenden tot het UWV (Uitvoeringsorgaan Werknemers Verzekeringen). Het UWV is onafhankelijk en zal haar mening geven over de situatie. Ook de werkgever kan een deskundigenoordeel aanvragen. De medewerker is samen met de werkgever verantwoordelijk voor het welslagen van uw reintegratie. Daarom zijn beide partijen wettelijk verplicht hun medewerking te verlenen aan dit proces. Indien de medewerker, de leidinggevende en/of de adviseur van ARGO advies het nodig vinden, wordt er voor hem een afspraak gemaakt bij de bedrijfsarts van ARGO advies. Dit zal in ieder geval gebeuren als de verwachting bestaat dat er sprake is van dreigend langdurig verzuim. Is de medewerker verhinderd om op het spreekuur te verschijnen, dient hij dit minimaal 24 uur van tevoren bij de leidinggevende. Dit omdat de werkgever bij het te laat afmelden van het spreekuur toch de kosten moet betalen. Voor afzegging is alleen een geldige reden acceptabel, anders zal de werkgever op zijn beurt de spreekuurkosten met het salaris kunnen verrekenen (over het gedeelte dat de beslagvrije voet te boven gaat). Van een inhouding op het salaris ontvangt de medewerker een aangetekende brief. 10.7 Maatregelen en voorschriften om de re-integratie te bevorderen De werkgever heeft in het kader van een spoedige re-integratie de plicht om de medewerker passende werkzaamheden aan te bieden en om hem/haar zo spoedig mogelijk te begeleiden naar terugkeer in het arbeidsproces. Bovendien moet de werkgever u in de gelegenheid stellen de adviseur verzuim & re-integratie of de bedrijfsarts van ARGO advies te bezoeken en te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. De werkgever kan de navolgende acties in gang zetten. Het advies van de adviseur verzuim & re-integratie en/of de bedrijfsarts m.b.t. de belasting in verhouding met de klachten van de medewerker is hierin leidend. Dit kan ondermeer betreffen: het aanvaarden van een plaatsing bij de eigen werkgever in een andere en/of aangepaste functie het bezoeken van een fysiotherapeut, psycholoog of andere deskundige het bezoeken van een re-integratiebedrijf en uw medewerking verlenen aan de door hen voorgestelde acties het volgen van een omscholingscursus het aanvaarden van een plaatsing bij een werkgever buiten ons bedrijf medewerking verlenen aan enige andere actie welke noodzakelijk wordt geacht vooreen spoedige re-integratie Samen met de bedrijfsarts wordt bepaald of en wanneer de medewerkers weer in staat is zijn eigen of passende werkzaamheden te verrichten. Het is ook mogelijk dat hij niet meer in staat is zijn eigen werkzaamheden te verrichten, maar blijvend ander passend werk kan verrichten. Indien de bedrijfsarts geen hervattingmogelijkheden in eigen werk meer ziet, wordt de medewerker geacht mee te werken aan een oplossing naar ander werk. Pagina 25 van 68
Personeelsgids
10.8 Werkzaamheden volledig hervatten Het is belangrijk dat de medewerker direct aan zijn leidinggevende doorgeeft wanneer hij zijn werkzaamheden weer volledig hervat. Hij kan dan namelijk eventuele afspraken met de adviseur verzuim & re-integratie of bedrijfsarts van ARGO advies afzeggen. De leidinggevende kan dan in ieder geval bijtijds de vervanging afmelden. Het kan ook gebeuren dat de adviseur of bedrijfsarts de medewerker op een bepaalde datum weer beter acht. De medewerker dient deze datum direct door te geven aan zijn werkgever en niet af te wachten tot hij gebeld wordt met de vraag wanneer hij weer kan beginnen. Als de medewerker eerder hersteld is, kan hij vanzelfsprekend eerder starten en moet zich direct melden voor zijn werkzaamheden. Heeft de medewerker, na de datum van herstelmelding, nog een afspraak bij de bedrijfsarts, dient hij dit te melden bij de leidinggevende en/of de afdeling personeelszaken. Zij kunnen de afspraak afzeggen. Mocht de medeweker toch gebruik willen maken van het consult kan hij dit kenbaar maken aan zijn leidinggevende. 10.9 Opschorten of stopzetten van de loondoorbetaling We gaan ervan uit dat iemand die zich ziek meldt, ook daadwerkelijk arbeidsongeschikt is. Het loon wordt dan ook gewoon conform het personeelsreglement/CAO doorbetaald door zijn werkgever. Het kan echter gebeuren dat de werkgever genoodzaakt is om de betaling op te schorten of soms stop te zetten. In een enkel geval kan dit zelfs leiden tot ontslag, terwijl de medewerker ziek is. De werkgever mag en zal deze maatregelen alleen treffen als daar een gegronde reden voor is. De volgende situaties kunnen consequenties hebben voor de loonbetaling: wanneer de medewerker afwezig is zonder een gegronde reden of niet reageert volgens de ziekmeldingregels indien de medewerker zich ziek heeft gemeld maar niet ziek blijkt te zijn. (Mocht de afwezigheid worden beschouwd als werkweigering c.q. ongeoorloofd verzuim, dan kan zelfs overwogen worden om ontslag op staande voet te geven) als er passend werk wordt gevonden, dat in overleg met de bedrijfsarts is vastgesteld en de medewerker wil niet meewerken als de medewerker geen medewerking verleent aan het opstellen, evalueren en bijstellen van het plan van aanpak en/of het re-integratieverslag als de medewerker niet meewerkt aan re-integratie of aan redelijke regels en maatregelen die door de werkgever zijn opgesteld om de re-integratie te bevorderen als u geen medewerking verleent aan een onderzoek ten behoeve van een deskundigenoordeel, aangevraagd op initiatief van de werkgever als de medewerker arbeidsgeschikt wordt geacht en hij gaat niet aan het werk als de medewerker niet meewerkt aan het onderzoek door de bedrijfsarts, of andere ingezette deskundigen zonder dat daarvoor een geldige reden is Als de loondoorbetaling wordt opgeschort of stopgezet, ontvangt de medewerker daarvan een schriftelijke aankondiging. Hierin staat ook vermeld waarom de loondoorbetaling wordt opgeschort of stopgezet. Blijft de medewerker echter weigeren zijn medewerking te verlenen, dan kan dit reden zijn om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Pagina 26 van 68
Personeelsgids
Als blijkt dat ten onrechte maatregelen zijn getroffen ten aanzien van de loonbetaling, zullen die ongedaan gemaakt worden (door middel van een tussentijdse betaling, tenzij een en ander samenvalt met een loonronde). Ontslag op staande voet mag alleen gegeven worden in die gevallen waarin van de werkgever in redelijkheid niet meer verwacht kan worden dat het dienstverband wordt voortgezet. 10.10 Het verrichten van werkzaamheden De werknemer dient tijdens zijn arbeidsongeschiktheid geen arbeid te verrichten, behalve voor zover het passende arbeid betreft, welke de werknemer door of namens de werkgever wordt aangeboden. De aangeboden passende werkzaamheden worden in overleg met de Arbo-dienst vastgesteld. Indien de werknemer de aangeboden passende werkzaamheden, welke het genezingsproces niet nadelig beïnvloeden, niet verricht, is de werkgever gerechtigd de loonbetaling op te schorten. Wanneer een werknemer nog andere dienstverbanden heeft buiten Tzorg dient de werknemer de werkgever hiervan op de hoogte te stellen. 10.11 Vakantie tijdens ziekte Op vakantie gaan tijdens de ziekteperiode is alleen toegestaan met toestemming van de Arbo-dienst. Toestemming dient ruim van tevoren (minimaal één week van tevoren) te worden aangevraagd bij de direct leidinggevende. Deze neemt contact op met de Arbodienst, die op basis van het ziektedossier een advies geeft over het al dan niet toestaan om op vakantie te gaan. De beslissing wordt schriftelijk aan de werknemer meegedeeld. Ziekte tijdens verblijf in het buitenland De regels van dit reglement zijn onverkort van toepassing ook wanneer een ziekmelding vanuit het buitenland plaatsvindt. Ziekmelding vanuit het buitenland dient altijd te gebeuren door middel van een aangetekende brief. Deze brief dient de volgende informatie te bevatten:
naam / geboortedatum personeelsnummer oorzaak van het verzuim (niet verplicht) aard van de ziekte (niet verplicht) vermoedelijke duur van de ziekte (niet verplicht) verblijfplaats, telefoon en behandelend arts reden waarom niet gereisd kan worden
Zodra de medewerker in staat is om naar Nederland te komen dient hij zich onder behandeling te stellen. Indien het verblijf in het buitenland om gezondheidsredenen langer dan een week gaat duren, dient een tweede melding per aangetekende brief te volgen, voorzien van een medisch rapport van een onafhankelijk arts, indien mogelijk in het Engels (dus niet van een controlerende instantie) waarin dezelfde gegevens vermeld staan als bovengenoemd. Pagina 27 van 68
Personeelsgids
Deze brief dient gericht te zijn aan Tzorg, afdeling Personeel en Organisatie, adres: Veghelsedijk 2, 5406 TE Uden. Bij terugkomst in Nederland dient direct contact opgenomen te worden met de direct leidinggevende. Indien in het land geen controlerende instantie aanwezig is, kan de medewerker bij terugkomst opgeroepen worden bij de Arbo-dienst ter toetsing van het ziektegeval. 10.12 De beoordeling voor de WIA Indien na 104 weken de medewerker nog steeds geheel of gedeeltelijk niet in staat is, zijn werkzaamheden te verrichten wegens ziekte, wordt de medewerker gekeurd voor de WIA. Deze wet is in werking getreden sinds 1 januari 2006. Wie geen of een geringe kans op herstel heeft binnen 5 jaar (80-100% loonverlies) krijgt een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de regeling IVA. Wie gedeeltelijk arbeidsgeschikt is (tenminste 35% en tot 80%), kan onder voorwaarden een tijdelijke aanvullende uitkering krijgen (vergelijkbaar met de loongerelateerde WW-uitkering) gevolgd door een vervolguitkering voor niet-werkenden en een loonaanvulling voor werkenden. Indien u niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, blijft u in principe de werkzaamheden verrichten die u ook al deed aan het einde van de eerste twee ziektejaren. 10.13 Privacy Vanuit ARGO advies wordt grote waarde gehecht aan het op de juiste wijze omgaan met vertrouwelijke gegevens. Het medische dossier is daarom niet ter inzage voor de werkgever. Daarnaast zijn alle handelingen rondom het verzamelen en uitwisselen van gegevens door ARGO advies vastgelegd in een protocol waarmee volledig gehandeld wordt conform de Wet op de Bescherming van Persoonsgegevens (WBP). Een exemplaar van dit protocol is beschikbaar voor de werkgever. 10.14 Frequent verzuim Als de medewerker binnen een jaar tijd drie of meer keer verzuimt, wordt hij aangemerkt als frequent verzuimer. In dit geval zal de medewerker door de direct leidinggevende en/of adviseur verzuim en re-integratie worden uitgenodigd voor een frequent verzuimgesprek. De direct leidinggevende stelt een verslag van dit gesprek op en dit zal worden toegevoegd aan het personeelsdossier. 10.15 Open spreekuur ARGO advies Vanzelfsprekend kunt u altijd gebruik maken van het open spreekuur bij de adviseur verzuim & re-integratie of bedrijfsarts van ARGO advies. Het telefoonnummer van ARGO advies is 076-5449999.
Pagina 28 van 68
Personeelsgids
10.16 Klachten Informatie over de klachtenprocedure is verkrijgbaar bij de afdeling P&O en de ondernemingsraad. U kunt ook gebruik maken van de vertrouwenscommissie van ons bedrijf. 10.17 Reizen en reiskosten vergoeding De medewerker, die woont in een postcodegebied dat binnen een straal van 40 kilometer ligt van een spreekuurlocatie op één van de vestigingen van Tzorg en op spreekuur dient te verschijnen, wordt geacht naar die locatie te reizen. De overige medewerkers zullen voor het spreekuur opgeroepen worden op een spreekuurlocatie van de arbodienst, zo dicht mogelijk bij hun woonplaats. Wanneer de werknemer op het spreekuur dient te verschijnen kunnen de reiskosten worden gedeclareerd bij de direct leidinggevende middels het invullen van een declaratieformulier. Vergoed worden de kosten ter hoogte van kosten openbaar vervoer tweede klasse vanaf een reisafstand van meer dan tien kilometer. Indien de medische situatie reizen per openbaar vervoer niet mogelijk maakt, hetgeen beoordeeld wordt door de Arbo-dienst, dan worden de kosten van alternatief vervoer vergoed. Wel dienen daarvan dan bewijsstukken overlegd te worden. De reisafstand wordt bepaald door de postcode van het verpleegadres en de postcode van het adres van de spreekuurlocatie. Genoemde vergoeding geldt ook als een werknemer het verkiest gebruik te maken van eigen vervoer. 10.18 Sancties Als de Arbo-dienst en/of de werkgever een overtreding van bovengenoemde controlevoorschriften constateert, is de werkgever gerechtigd tot het nemen van sancties tegen de werknemer. Daar waarin voorgaande bepalingen geen sancties zijn benoemd geldt het volgende: Bij de eerste overtreding zal werknemer aangetekend schriftelijk worden gewaarschuwd, met vermelding van de sancties die worden opgelegd Bij de tweede overtreding zal opschorting van loonbetaling plaatsvinden. Dit is van toepassing wanneer de eerste overtreding binnen een jaar (gerekend vanaf de laatste overtreding) valt of binnen een aaneengesloten periode van verzuim valt. Onder een aaneengesloten periode van verzuim wordt in deze mede verstaan twee of meer opvolgende periodes van verzuim welke met minder dan 31 kalenderdagen zijn onderbroken. N.B. Het bovenstaande is onverminderd het recht van de werkgever om indien en voor zolang niet vaststaat dat de betrokken werknemer arbeidsongeschikt is de verplichting tot doorbetaling van het loon op te schorten. De werknemer zal altijd aangetekend schriftelijk in kennis worden gesteld van sancties die hem worden opgelegd. Pagina 29 van 68
Personeelsgids Verzuimflyer
11. Verzuimflyer Verzuim heeft een enorme invloed op onze organisatie. Voor niemand is verzuim leuk: niet voor u, niet voor uw cliënten maar ook niet voor uw bedrijf. De regels waarmee u te maken hebt tijdens verzuim treft u onderstaand aan. Voor het volledige reglement verwijzen wij u naar het verzuimreglement. 11.1 Ziekmelding U dient zich telefonisch vóór aanvang van de werkzaamheden, maar in ieder geval tussen 8.30 – 9.00 uur persoonlijk (en niet per mail of sms), ziek te melden bij uw leidinggevende. 11.2 Geef de volgende gegevens door (houdt uw loonstrook bij de hand): naam / geboortedatum personeelsnummer de planning voor de komende dagen, met namen van uw cliënten. oorzaak van het verzuim (niet verplicht) vermoedelijke duur van de ziekte een eventueel verpleegadres en telefoonnummer 11.3 Thuisblijven In geval van verzuim dient u thuis te blijven totdat de adviseur verzuim & re-integratie van ARGO Advies contact met u heeft opgenomen. Tijdens dit contact zullen alle zaken rondom de re-integratie en bereikbaarheid besproken worden. 11.4 Bereikbaar zijn U bent te allen tijde verplicht bereikbaar te zijn tijdens uw afwezigheid. Een en ander betekent dat u kenbaar maakt waar wij u en hoe wij u kunnen bereiken. 11.5 Op het spreekuur komen U bent verplicht gehoor te geven aan een oproep van uw leidinggevende en/of de adviseur verzuim & re-integratie om op een daartoe aangewezen locatie te verschijnen voor een verzuimgesprek in het kader van uw re-integratie. 11.6 De herstelmelding U hervat bij de eerst mogelijke gelegenheid uw werkzaamheden. U meldt zich hersteld bij uw leidinggevende. Mocht u toch niet in staat zijn om na uw herstelmelding uw werkzaamheden weer op te pakken dan dient u zich weer opnieuw ziek te melden. 11.7 Strikte naleving Wij verzoeken u de bijgaande procedure strikt na te leven. Als u zich aan deze regels houdt, heeft u recht op ziekengeld.
Pagina 30 van 68
Personeelsgids Protocol hygiëne
12. Functiebeschrijving Kern van de functie: Op basis van instructies en richtlijnen verrichten van huishoudelijke werkzaamheden in stabiele klantsituaties. Plaats in de organisatie: Ontvangt leiding van de direct leidinggevende. Contacten: Intern: Heeft regelmatig contact met de leidinggevende en collega’s. Extern: Heeft dagelijks contact met klanten en regelmatig contact met mantelzorgers tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Taken/verantwoordelijkheden in hoofdlijnen: Verricht huishoudelijke werkzaamheden bij de klant thuis. Overige werkzaamheden. Uitwerkingen in activiteiten: Verricht huishoudelijke werkzaamheden bij de klant thuis. Verricht de huishoudelijke werkzaamheden die op basis van een indicatie met de klant zijn overeengekomen met betrekking tot huis, huisraad, kleding en linnengoed, zoals het reinigen van het interieur en reinigen en strijken van kleding en linnengoed. Overige werkzaamheden Doet op verzoek van de klant boodschappen en/of treft voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot de maaltijdbereiding. Vinkt de verrichte werkzaamheden af in de werklijst en noteert eventuele bijzonderheden. Toelichting bij de functie-eisen: Kennis heeft praktische ervaringskennis met huishoudelijke werkzaamheden heeft kennis van huishoudelijke hygiëne en het gebruik van schoonmaakmiddelen Zelfstandigheid De werkzaamheden worden volgens voorschriften en regels uitgevoerd en blijven binnen de afspraken die met de klant zijn gemaakt en vastgelegd in de werklijst. Dagelijkse verstoringen in de werkvoortgang worden zoveel mogelijk zelfstandig opgelost en kan worden teruggevallen op de leidinggevende. Sociale vaardigheden Tact, hulpvaardigheid en een klantvriendelijke en dienstverlenende instelling zijn van belang in de contacten met klanten en collega’s.
Pagina 31 van 68
Personeelsgids Protocol hygiëne
Risico’s, verantwoordelijkheden en invloed Er bestaat een kleine kans op het veroorzaken van beperkte materiële schade. Uitdrukkingsvaardigheid Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid is nodig bij het onderhouden van contacten met de klant, collega’s en teammanager. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid is nodig voor het afvinken/invullen van de werklijst. Bewegingsvaardigheid Bewegingsvaardigheid is vereist voor het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden. Oplettendheid De functie vereist aandacht en opmerkzaamheid bij de uitvoering van - relatief eenvoudige huishoudelijke werkzaamheden. Overige functie-eisen Ordelijkheid en hygiëne, integriteit en correct gedrag naar klanten zijn van belang. De wisselende inzet in diverse taken bij verschillende klanten vergt enige mate van flexibiliteit. Inconveniënten Er kan – soms - sprake zijn van fysieke belasting bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden. Er kan – soms - sprake zijn van bezwarende omstandigheden door het in contact komen met onaangename materialen en vuil bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden.
13. Protocollen Arbeidsomstandigheden zijn geregeld in de Arbowet. Hierin zijn allerhande zaken geregeld met betrekking tot veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Zowel de werkgever als de werknemer (u zelf) hebben daarbij verantwoordelijkheden. Ook de cliënt waar je voor werkt heeft verantwoordelijkheden op dit gebied. Met andere woorden: we moeten samen zorgen voor een veilige en gezonde werksituatie. En als de arbeidsomstandigheden goed zijn is de kans op ziek worden of een ongeval klein. Als werknemer moet u constant bewust zijn van de gevaren en de risico’s op uw werk. Tzorg wil in het kader van goed werkgeverschap ervoor zorgen dat haar werknemers veilig en gezond werken. Hiervoor heeft de organisatie een aantal protocollen opgesteld. Lees de volgende protocollen goed door en houdt u aan de regels!
Pagina 32 van 68
Personeelsgids Protocol hygiëne
13.1 Hygiëne Doel van de instructie Bevorderen van hygiëne bij opruimen van bloed, braaksel, urine en ontlasting Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Bloed Op sommige werkplekken kunt u in contact komen met het bloed, braaksel, urine of ontlasting van iemand anders. Dat kan besmet zijn met een virus en dat virus kan jou ook ziek maken. De kans dat u ziek wordt is erg klein, maar bestaat wel. Het is dus heel belangrijk dat u niet in contact komt met andermans bloed, braaksel, urine of ontlasting en dat u deze instructie voor hygiëne goed opvolgt. Om uzelf te beschermen gelden de volgende algemene regels: plak een plastic pleister op wondjes op uw handen draag altijd wegwerphandschoenen en controleer of ze heel zijn let altijd goed op als u schoonmaakt was uw handen met wegwerphandschoenen aan na het schoonmaken trek uw wegwerphandschoenen binnenste buiten uit was uw handen voor je gaat eten, drinken of roken was uw handen voor en na toiletgebruik Bloed opruimen als u bloed opruimt moet u heel voorzichtig te werk gaan en u aan strenge regels houden draag altijd wegwerphandschoenen en controleer of ze heel zijn zet de afvalcontainer klaar ruim het bloed op met papier of doeken gooi na gebruik het papier of de doeken meteen in de afvalcontainer maak de plek schoon met water en allesreiniger (indien aanwezig ontsmettingsmiddel gebruiken) maak de plek droog met papier of doeken en gooi die na gebruik meteen in de afvalcontainer was uw handen met water en zeep, houd daarbij je wegwerphandschoenen aan trek uw wegwerphandschoenen binnenste buiten uit en gooi ze weg was uw handen met handalcohol (indien aanwezig) en daarna nog een keer met water en zeep Braaksel, urine en ontlasting opruimen Bij uitzondering kan het voorkomen dat u braaksel, urine of ontlasting op moet ruimen. Houd rekening met de volgende zaken als u het op gaat ruimen: draag altijd wegwerphandschoenen ruim urine, braaksel of ontlasting op met papier en gooi dat meteen in de afvalcontainer
Pagina 33 van 68
Personeelsgids Protocol hygiëne
maak de plek daarna schoon water en allesreiniger (indien aanwezig ontsmettingsmiddel gebruiken) was uw handen met wegwerphandschoenen aan na het schoonmaken trek uw wegwerphandschoenen binnenste buiten uit en gooi ze weg was uw handen nogmaals met water en zeep
Scherpe voorwerpen Op scherpe voorwerpen zoals injectienaalden, stukjes glas en scheermesjes, kan (opgedroogd) bloed zitten. Aan deze voorwerpen kunt u uw zelf prikken of snijden. pak scherpe voorwerpen nooit op met uw handen gebruik een tang of veeg scherpe voorwerpen op zonder er met uw handen aan te zitten gooi scherpe voorwerpen nooit in een afvalzak, maar direct in de afvalcontainer Afvalzakken In afvalzakken kan van alles zitten, dus ook scherpe dingen waar (opgedroogd) bloed op zit. Om verwonding te voorkomen doet u het volgende: draag wegwerphandschoenen steek nooit uw handen in een afvalbak of –zak maak afvalbakken leeg door ze om te kiepen houd afvalzakken niet te dicht bij uw lichaam, laat ze niet langs uw been schuren en gooi ze niet over uw schouder druk vuil in afvalzakken nooit aan met uw handen Prikaccident Wat moet u doen na een prikaccident: laat de wond goed doorbloeden (en ontsmetten als ontsmettingsmiddel aanwezig is) waarschuw uw Zorgcoördinator ga binnen 2 uren naar een arts met de Zorgcoördinator neem het voorwerp waar u zich aan gesneden of geprikt hebt mee Vragen? Mocht u na het lezen van dit protocol nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd stellen aan uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef het onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan de regels houdt.
Pagina 34 van 68
Personeelsgids Protocol prikaccident
13.2 Prikaccident Doel van de instructie Goed afhandelen van prikaccidenten Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Een prikaccident is: Iemand komt in aanraking met bloed of andere lichaamsvloeistoffen van een andere persoon en dit gaat door de huid heen, komt op wonden of op de slijmvliezen. Snij-, spat- of bijtaccidenten worden ook gezien als prikaccidenten. 1. Ontsmetten van de wond: Als een Hulp bij het Huishouden een verwonding krijgt waarbij mogelijk bloed, speeksel, urine of ontlasting door de huid is gekomen, dan moet het volgende gedaan worden: Wond: laat de wond doorbloeden was de wond grondig en spoel met water onder een kraan ontsmet de wond met een ontsmettingsmiddel (bijvoorbeeld alcohol, jodium- of ontsmettingsdoekjes uit een EHBO-doos, indien aanwezig) Spetters in ogen of mond: spoel bij spetters in ogen of mond goed met schoon water. 2. Meld het prikaccident direct bij de Zorgcoördinator!! 3. Medische behandeling: Iedereen met een prikaccident belt onmiddellijk 088-0025577. Je hebt dan direct contact met Preventcare die bepaald of en welke medische behandeling er nodig is. 4. Registratie De leidinggevende vult bij elk accidenteel bloedcontact (ook daar waar niet tot handelen wordt overgegaan) het ‘Melden Incidenten Formulier’ in en stuurt dat door naar de afdeling KAM. Vul het (indien mogelijk) direct in. 5. Slachtofferhulp Voor de hulp kan een prikaccident behoorlijk ingrijpend zijn. In alle gevallen zal slachtofferhulp aangeboden worden. Vragen? Mocht u na het lezen van dit protocol nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd stellen aan uw leidinggevende.
Pagina 35 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica
13.3 MRSA Doel van de instructie Voorkomen van blootstelling van MRSA Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen De persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen en schorten worden bij de eerste inzet eenmalig verstrekt door Tzorg. De cliënt is verantwoordelijk voor het verzorgen van: wegwerphandschoenen wegwerpmondkapjes Licht de cliënt in dat hij deze dient te halen bij haalt bij de apotheek. Zwangere medewerksters De MRSA bacterie levert geen extra risico op voor de zwangere medewerkster en de ongeboren vrucht. De werkzaamheden kunnen uitgevoerd worden, mits de zwangere medewerkster de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, zoals een wegwerpmondkapje of wegwerphandschoenen. Wat is MRSA en hoe krijg je het? MRSA is een ziekenhuisbacterie die ongevoelig is voor antibiotica. Waar een MRSAbesmetting precies ontstaat, is vaak moeilijk te zeggen. De bacterie nestelt zich in vezels van beddengoed, gordijnen en kleding. Ook houdt deze zich op in stof, op vloeren, muren en plafonds, op wastafelkranen, deurknoppen en lichtschakelaars. De bacterie verspreidt zich via luchtkanalen, stof, huidschilfers en contact met besmette personen en voorwerpen. Nieuwe besmettingen kunnen zo vrij gemakkelijk ontstaan. Risico populatie In huiselijke kring onderscheidt men de volgende risicopopulaties, te weten cliënten (of hun huisgenoot) die: aangetoond MRSA-positief zijn eerder MRSA-positief geweest zijn; uit een instelling komen waar MRSA-positieve cliënten zijn verpleegd en waar sprake is van een wond, katheter, infuus of huidafwijking uit een buitenlands ziekenhuis / verpleeginrichting komen verzorgd zijn door een MRSA-positieve medewerker Maatregelen Het is van belang dat voorkomen wordt dat de MRSA-besmetting van de cliënt (of hun huisgenoot) wordt overgedragen naar jou. De volgende aspecten zijn hierbij van belang: Persoonlijke hygiëne Hulp bij het Huishouden geen sieraden aan handen en armen, nagels kort geknipt altijd de handen goed reinigen voorafgaand aan en na de werkzaamheden Pagina 36 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica Gebruik beschermende kleding en/of handschoenen Bij een MRSA cliënt (of hun huisgenoot) wordt beschermende kleding gedragen. wegwerpmondkapje wegwerphandschoenen Het dragen van een mondkapje is van groot belang, omdat met name de neus een plaats is waar veel bacteriën koloniseren. Wanneer uw neus tijdens de huishoudelijke hulp bij de cliënt met MRSA niet wordt beschermd, kan deze gemakkelijker besmet worden. Bij het afhalen en opmaken van het bed komen ook huidschilfers met bacteriën in de lucht. De handschoenen en het mondkapje doet u na het uittrekken bij het afval. MRSA-positieve medewerker
neem direct contact op met uw Zorgcoördinator en uw bedrijfsarts bespreek de te nemen maatregelen medewerker heeft een werkverbod tot de behandelend specialist en bedrijfsarts aangeven dat er weer met werken gestart mag worden
Afval en sanitair Wegwerpmaterialen deponeren in een gesloten afvalbak Wasbak, toilet, po, urinaal huishoudelijk reinigen Reinigen en desinfecteren van materialen/beddengoed Benodigdheden:
wegwerphandschoenen wegwerpmondkapje
Werkwijze: kleding, handdoeken en beddengoed welke in aanraking zijn geweest met urine, ontlasting, braaksel, overmatig transpiratievocht of bloed zijn besmet materiaal reiniging en desinfecteer volgens algemene hygiënerichtlijnen bij het aanraken van het wasgoed moeten handschoenen gedragen worden het wasgoed wordt op minimaal 60°C gewassen vloer: bij voorkeur gladde vloer dagelijks reinigen; anders dagelijks stofzuigen kamer stofvrij houden N.B.
voor verlaten van de woning handen reinigen en desinfecteren de neus snuiten met een papieren zakdoek, weggooien en handen wassen drinken van vocht (water etc.) voor het reinigen van de keel een MRSA cliënt wordt aan het einde van een route ingepland. Hierna minimaal een half uur luchten buiten
Pagina 37 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica Als u een huidafwijkingen zoals eczeem of psoriasis hebt, mag u niet in contact komen met cliënten met MRSA. Personen met dergelijke huidafwijkingen raken sneller gekoloniseerd met bacteriën en zijn moeilijker te behandelen. Vragen? Mocht u na het lezen van deze instructie nog vragen hebben, dan kun u deze altijd stellen bij uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan deze regels houdt.
Pagina 38 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica
13.4 Hepatitis B Doel van de instructie Voorkomen van blootstelling aan hepatitis B Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Wat is hepatitis B? Hepatitis B kan een ernstige of minder ernstige vorm van leverontsteking geven. Hepatitis B ontstaat door besmetting met het hepatitis B-virus. Het virus wordt overgedragen door bloedcontact en onveilig seksueel contact. Hepatitis B kan chronisch worden en besmettelijk blijven. Naar schatting is 0,5% van de Nederlandse bevolking drager van hepatitis B (Nationaal Hepatitis Centrum). De incidentie van acute hepatitis B infectie in 2006 is 1,3 per 100.000 inwoners (man 2,1 en vrouw 0,6). Hoe ontstaat een besmetting? Een heel kleine hoeveelheid besmet bloed in een wondje is al voldoende om een infectie te veroorzaken. Een intacte huid geeft echter een goede bescherming tegen overdracht van het virus. Het virus kan dus niet worden overgebracht door normaal sociaal contact, zoals handen geven en knuffelen. Deeltjes van het virus zijn aangetoond in speeksel van geïnfecteerde mensen, maar voor zover bekend speelt speeksel geen belangrijke rol in de besmettingsroute. Gezamenlijk gebruik van kopjes, bestek e.d. is geen risico op infectie. Speeksel vermengd met bloed kan wel een risico zijn. Besmetting met hepatitis B kan plaatsvinden: door onveilige seks door gebruikte naalden door hele gewone dingen, zoals gemeenschappelijk gebruik van tandenborstels en scheermesjes van geïnfecteerde moeder op kind rond de bevalling door een prikaccident Geen persoonlijke beschermingsmiddelen bij normale schoonmaakwerkzaamheden De Hulp bij het Huishouden van Tzorg voert schoonmaakwerkzaamheden uit bij de cliënt. Bij normale schoonmaakwerkzaamheden komt de hulp niet in lichamelijk contact met de cliënt en niet in contact met bloed of speeksel van de cliënt. Voor deze werkzaamheden hoeft men geen persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen, zoals wegwerphandschoenen of wegwerpschorten. Wat als de cliënt hepatitis B heeft? De kans dat een Hulp bij het Huishouden een besmetting van het hepatitis B virus oploopt is zeer klein. De hulp moet dan een wondje hebben en in contact komen met speeksel of bloed van de cliënt. Bij normale schoonmaakwerkzaamheden hoeft de Hulp bij het Huishouden geen persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Als de Hulp bij het Huishouden bloed of braaksel op gaat ruimen, dan treedt het hygiëneprotocol in werking. Pagina 39 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica Dit houdt in het kort in dat bij deze werkzaamheden altijd wegwerphandschoenen en een wegwerpschort gedragen wordt. Zwangere medewerksters Als bekend is dat een cliënt hepatitis B heeft, mag een zwangere medewerkster onder geen beding werken bij de cliënt. Wat gebeurt er bij een besmetting met hepatitis B? Van een infectie met het hepatitis B-virus kan men zich erg ziek voelen. Maar het kan ook zijn dat er niets van gemerkt wordt. Dat is heel verraderlijk: het virus kan al gedragen worden en dus besmettelijk zijn voor anderen, zonder het te weten. Met behulp van bloedonderzoek kan de arts vaststellen of er een besmetting is met het hepatitis B-virus. Bij een deel van de mensen die besmet zijn geraakt, geneest hepatitis B niet vanzelf. Er ontstaat dan een chronische actieve of inactieve hepatitis. Dat betekent dat de persoon besmettelijk blijft voor anderen. Klachten Tussen het moment van besmetting en het optreden van de ziekteverschijnselen zitten gemiddeld 90 dagen (incubatietijd). Na deze periode kunnen de volgende ziekteverschijnselen ontstaan: algemeen ziektegevoel, koorts, gewichtsverlies, verminderde eetlust, geelzucht, donkere urine (cola-kleurig) en ontkleurde ontlasting (stopverf-kleurig). Maar ook spier- en gewrichtspijn, nierafwijkingen en huidafwijkingen. Er kan ook geen enkele klacht zijn. Prikaccident Mocht een hulp te maken krijgen met een prikaccident bij een cliënt dan kan een arts alsnog snel vaccineren en/of kant en klare afweerstoffen (anti-hepatitis B immuunglobuline) tegen het hepatitis B-virus inspuiten. Dit alles moet zo snel mogelijk gebeuren, in elk geval binnen 24 uur. Mocht een hulp zich prikken aan een naald dan treed het protocol prikaccident in werking. Vragen? Mocht u na het lezen van deze instructie nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd stellen aan uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef het onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan deze regels houdt.
Pagina 40 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica 13.5 Cytostatica Doel van de instructie Voorkomen van blootstelling aan cytostatica Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen De persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen, een schort en een mondkapje worden bij de eerste inzet eenmalig verstrekt door Tzorg. De cliënt is daarna verantwoordelijk voor het verzorgen van: wegwerphandschoenen wegwerpschorten mondkapjes vuilniszakken wegwerpdoekjes tissues Licht de cliënt in dat hij deze haalt dient te halen bij de apotheek. Zwangere medewerksters Zwangere medewerksters mogen onder geen beding werkzaamheden uitvoeren bij cliënten (of hun huisgenoot) die behandeld worden met cytostatica. Gevolgen aanraking cytostatica Bij enkele ziektebeelden kan een cliënt (of de huisgenoot) behandeld worden met cytostatica (medicijnen), bijvoorbeeld voor kanker. Er zijn veel onderzoeken gedaan naar de gevolgen als een medewerker in aanraking komt met cytostatica. Als het medicijn vaak aangeraakt wordt kan er een allergische reactie optreden. Ook irritaties van de huid, duizeligheid, hoofdpijn en diarree kunnen voorkomen. Als er tijdens het werk zeer lang en vaak contact is met deze medicijnen kunnen deze kankerverwekkend zijn. Directe blootstelling In de uitscheidingsproducten van cliënten (of de huisgenoot) die met cytostatica behandeld worden kunnen tot 7 dagen na de toediening resten van cytostatica gevonden worden. (Indien het medicijn Raltitrexed wordt toegediend is de besmettingstijd 14 dagen). Contact met het medicijn zelf of met uitscheidingsproducten van de behandelde cliënt betekent directe blootstelling. Indirecte blootstelling De uitscheidingsproducten van de cliënt (of de huisgenoot) kunnen in aanraking komen met oppervlakken en materialen. Denk daarbij aan de vloer van het toilet, het beddengoed, de kleding, de po(stoel), de urinaal en de badkamer. Als je deze oppervlakken en materialen aanraakt kan er besmetting plaatsvinden. Dit betreft dan indirecte blootstelling. Door het volgen van een veilige werkwijze en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen kan de zeer kleine kans op blootstelling nog verder worden verkleind.
Pagina 41 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica Schoonmaken sanitair Bij het reinigen van toilet en badkamer moet het hele interieur als besmet beschouwd worden. Het is van belang dat er meerdere sopdoekjes per ruimte gebruikt worden en dat de gebruikte sopdoekjes niet uitgespoeld worden, hierdoor kan het water namelijk besmet raken. Trek ieder half uur nieuwe handschoenen aan. De doorlaatbaarheid van handschoenen wordt groter na een half uur gebruik. Benodigdheden: wegwerphandschoenen wegwerpschort emmer schoonmaakmiddel wegwerpdoekjes tissues vuilniszakken Werkwijze: was de handen en trek de handschoenen en het schort aan werk van schoon naar vuil zichtbare verontreiniging met uitscheidingsproducten eerst verwijderen met wegwerptissues (wc- of keukenpapier) verontreinigde wegwerptissues afvoeren via afvalzak en deze goed sluiten begin bij de deur en reinig eerst de vloer. Deponeer de sopdoek hierna bij het besmette wasgoed gebruik voor verdere reiniging zoveel sopdoekjes als nodig zijn reinig vervolgens spiegels, lichtknoppen, wastafel en kranen reinig wanden reinig de toiletbril en de buitenkant van het toilet reinig tenslotte de binnenkant van het toilet reinig als laatste de vloer nog een keer voer het gebruikte water af via het toilet spoel het toilet twee keer door met gesloten deksel deponeer niet-wegwerpsopdoekjes bij het besmette wasgoed deponeer gebruikte wegwerpmateriaal in de afvalzak en sluit deze goed was de handen Reinigen niet-wegwerpmateriaal Serviesgoed, bestek en dergelijke kunnen gewoon hygiënisch gereinigd worden bij de afwas met de hand of in de vaatwasmachine. Andere niet-wegwerpmaterialen (zoals po, urinaal e.d.) worden na gebruik eerst koud omgespoeld. Het koude spoelwater wordt afgevoerd in het toilet. Vervolgens kan het materiaal huishoudelijk worden gereinigd met een allesreiniger of afwasmiddel.
Pagina 42 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica Afvoeren besmet uitscheidingsmateriaal Toegediende cytostatica verlaten met name via urine en ontlasting in verdunde vorm het lichaam, maar alle uitscheidingsproducten moeten als besmet worden beschouwd. Alle uitscheidingsproducten kunnen via het toilet worden afgevoerd. Benodigdheden: wegwerphandschoenen wegwerpschort mondkapje vuilniszakken wegwerponderleggers Werkwijze: was de handen en trek handschoenen en schort aan en zet een mondmasker op giet de inhoud voorzichtig via de rand in het toilet spoel het toilet tweemaal door met het deksel naar beneden indien geen deksel aanwezig is, toilet afdekken met een wegwerponderlegger spoel de lege po, urinaal of ander opvangmateriaal eerst om met koud water. Giet dit spoelwater voorzichtig weg via de rand van het toilet en spoel het toilet tweemaal door reinig de po, urinaal of andere bakjes daarna huishoudelijk en droog deze af met keukenrol of theedoek (zie ‘Omgaan met besmet wasgoed) deponeer gebruikt wegwerpmateriaal in de afvalzak en sluit deze goed was de handen Omgaan met besmet wasgoed Wasgoed wordt als besmet beschouwd door contact met uitscheidingsproducten van de cliënt die behandeld wordt met cytostatica. Benodigdheden: wegwerphandschoenen wegwerpschort vuilniszakken Werkwijze: was de handen en trek de handschoenen en het schort aan bij aanraken van besmet wasgoed voorkom direct contact tussen gebruikt linnengoed en de eigen kleding was het wasgoed apart van ander wasgoed stop het verzamelde wasgoed bij voorkeur meteen in de wasmachine en was het direct Bewaar indien nodig besmet wasgoed apart in een plastic zak sluit deze zak goed en houd deze buiten het bereik van kinderen laat het wasprogramma beginnen met een koud spoelprogramma, kies vervolgens het gebruikelijke wasprogramma trek na het laatste contact met het wasgoed handschoenen en schort uit deponeer gebruikt wegwerpmateriaal in de afvalzak en sluit deze goed was de handen Pagina 43 van 68
Personeelsgids Protocol Cytostatica
Verschonen van het bed Wasgoed wordt als besmet beschouwd door contact met uitscheidingsproducten van de cliënt die behandeld wordt met cytostatica. Als er een bovenlaken gebruikt wordt, is de deken of het dekbed niet besmet. Voorkom direct contact tussen gebruikt linnengoed en de eigen kleding. Benodigdheden: handschoenen wegwerpschort vuilniszakken Werkwijze: was de handen en trek de handschoenen aan bij direct contact met besmet wasgoed haal het beddengoed rustig af, voorkom opdwarrelen van stofdeeltjes werk vanuit de hoeken naar het midden: sla de punten over het meest besmette middengedeelte heen. Hierdoor zit het minst besmette deel aan de bovenkant beschouw het wasgoed als besmet. Zie ‘Omgaan met besmet wasgoed’ trek na het laatste contact met het wasgoed de handschoenen uit. Deponeer gebruikt wegwerpmateriaal in de afvalzak was de handen maak het bed op met schone lakens, gebruik zo mogelijk een extra bovenlaken onder dekbed of deken Vragen? Mocht u na het lezen van dit protocol nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd stellen aan uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef het onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan deze regels houdt.
Pagina 44 van 68
Personeelsgids Protocol Legionella
13.6 Hiv Doel van de instructie Voorkomen van blootstelling aan hiv Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Wat is hiv? Hiv is het virus dat aids veroorzaakt. Het kan het lichaam op verschillende manieren binnendringen. In de dagelijkse omgang is er nauwelijks of geen risico op hiv-infectie. Het virus (hiv) kan zich bevinden in bloed, speeksel, sperma en voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk, maar vooral door onveilige handelingen met bloed en sperma loopt iemand risico om hiv op te lopen of over te dragen. Eenmaal in het lichaam begint het virus het afweersysteem af te breken. Normaal gesproken verdedigt dit het lichaam tegen schadelijke bacteriën en virussen en beschermt het zo tegen ziekten. Wanneer hiv het afweersysteem heeft verzwakt, krijgen bacteriën en virussen een kans om ernstige ziekten te veroorzaken. We spreken in dat geval van aids. Hoe ontstaat een infectie? Er zijn verschillende manieren om een hiv-infectie op te lopen. In de dagelijkse omgang is er nauwelijks of geen risico op hiv-infectie. Het virus (hiv) kan zich bevinden in bloed speeksel sperma en voorvocht vaginaal vocht en moedermelk Vooral door onveilige handelingen met bloed en sperma loopt iemand risico om hiv op te lopen of over te dragen. Geen verplichting melden van hiv De cliënt is niet verplicht te melden bij Tzorg dat hij of zij hiv heeft. Dit geldt voor alle besmettelijk ziekten. Geen persoonlijke beschermingsmiddelen bij normale schoonmaakwerkzaamheden De Hulp bij het Huishouden van Tzorg voert schoonmaakwerkzaamheden uit bij de cliënt. Bij normale schoonmaakwerkzaamheden komt de hulp niet in lichamelijk contact met de cliënt en niet in contact met bloed of speeksel van de cliënt. Voor deze werkzaamheden hoeft men geen persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen, zoals wegwerphandschoenen of wegwerpschorten. Wat als de cliënt hiv heeft? De kans dat een Hulp bij het Huishouden een besmetting van de hiv infectie oploopt is zeer klein. De hulp moet dan een wondje hebben en in contact komen met speeksel of bloed van de cliënt. Bij normale schoonmaakwerkzaamheden hoeft de Hulp bij het Huishouden geen Pagina 45 van 68
Personeelsgids Protocol Legionella
persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Als de Hulp bij het Huishouden bloed of braaksel op gaat ruimen, dan treedt het hygiëneprotocol in werking. Dit houdt in het kort in dat bij deze werkzaamheden altijd wegwerphandschoenen en een wegwerpschort gedragen moet worden. Zwangere medewerksters Als bekend is dat een cliënt hiv heeft, mag een zwangere medewerkster onder geen beding werken bij de cliënt. Klachten Enkele weken na het oplopen van een hiv-infectie kan een persoon 'griepachtige verschijnselen' doormaken. Dit wordt ook wel 'acute hiv' genoemd. Dit is de fase waarin iemand van hiv-negatief naar hiv-positief overgaat. Hiv positief wordt ook wel 'seropositief' genoemd. Vaak wordt er in deze fase niet zo snel gedacht aan een hiv-infectie, omdat de verschijnselen erg lijken op een gewone griep of Pfeifer. De verschijnselen trekken in de loop van de weken vanzelf weer weg. Prikaccident Mocht een hulp te maken krijgen met een prikaccident bij een cliënt dan kan een arts starten met een PEP-behandeling. Dit alles moet zo snel mogelijk gebeuren, in elk geval binnen 24 uur. Mocht een hulp zich prikken aan een naald dan treed het protocol prikaccident in werking. Vragen? Mocht u na het lezen van deze instructie nog vragen hebben, dan kun u deze altijd stellen aan uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef het onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan deze regels houdt.
Pagina 46 van 68
Personeelsgids Protocol Legionella
13.7 Legionella Doel van de instructie Voorkomen van blootstelling aan legionella Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Wat is legionella? Legionella is een bacterie waar de meeste mensen niet ziek van worden na blootstelling. Slecht bij een klein deel van de mensen die met de bacterie zijn besmet, ontwikkelt zich de veteranenziekte. Dit is een ernstige longontsteking en kan in een aantal gevallen zelfs dodelijk zijn. Er bestaat ook een lichtere vorm van de infectie: de legionellagriep. Zware rokers, ouderen en mensen die geneesmiddelen gebruiken die hun afweer verstoren (bijvoorbeeld mensen die een transplantatie hebben ondergaan), lopen een groter risico om ziek te worden. De bacterie die de ziekte veroorzaakt, bevindt zich in de grond en in het (leiding) water, echter meestal in zulke kleine aantallen dat de bacterie geen gevaar vormt. De legionellabacterie vormt met name een probleem als zij zich heeft kunnen vermenigvuldigen en vervolgens door verneveling in de lucht komt die we inademen. Het groeien en vermenigvuldigen van legionellabacteriën kan vooral gebeuren in water met een temperatuur tussen 25 en 45 °C (optimaal is 37°C). Boven de 55°C vindt afsterving van de bacterie plaats. Stilstaand water, de aanwezigheid van roest, kalk of een slijmlaag (biofilm) in een watersysteem geeft meer risico op groei van de bacterie. Legionella bij de cliënt Als een kraan langer dan een week niet gebruikt is bij een cliënt, dan zou het kunnen dat er legionella in de leiding is ontstaan. Het is dan belangrijk dat u de kranen een paar minuten open zet en door laat stromen. Om waterverneveling te voorkomen doet u de kraan of douchekop in een emmer met water. Controleer ook of de geiser/boiler/combiketel staat ingesteld op 60°C. Hoe raakt men geïnfecteerd? Besmetting vindt plaats via de longen. Door het inademen van de bacterie in zeer kleine druppeltjes water, verspreid in de lucht (nevel) kan infectie plaatsvinden. De ziekte kan niet van de ene mens op de andere worden overgedragen en is dus niet besmettelijk. Het drinken van water vormt geen risico. Klachten Slechts een klein deel van de geïnfecteerde mensen wordt ziek. Er zijn dan verschillende gedaantes. 1) De lichte vorm: legionellagriep. Gedurende twee tot vijf dagen ondervindt men lichte griepachtige verschijnselen zoals: koorts, hoofdpijn, spierpijn en hoesten. De ziekte is in Pagina 47 van 68
Personeelsgids Protocol Legionella
deze lichte vorm niet gevaarlijk, er doet zich geen longontsteking voor. De klachten gaan vanzelf zonder behandeling over. 2) De zware vorm: longontsteking, ook wel de veteranenziekte genoemd. De tijd tussen de besmetting en het optreden van de eerste ziekteverschijnselen (de incubatietijd) varieert van twee tot mogelijk negentien dagen. De ziekte begint met een snel opkomende hoofdpijn, spierpijn en een ziek gevoel, gevolgd door longontsteking met koorts boven 39 °C. De patiënt hoest en is soms kortademig. Een aantal patiënten heeft last van braken en diarree. De ziekte kan zeer ernstige gevolgen hebben, maar is door directe toediening van de juiste antibiotica goed te behandelen. Wel kan het, na genezing van de longontsteking, nog lang duren voor de patiënt weer helemaal is opgeknapt. Vragen? Mocht u na het lezen van deze instructie nog vragen hebben, dan kun u deze altijd stellen aan uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef het onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan deze regels wil houden.
Pagina 48 van 68
Personeelsgids Protocol kinderen verzorgen
13.8 Kinderen verzorgen Doel van de instructie Weten wat kinderen verzorgen bij Tzorg inhoudt Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Werkzaamheden met kinderen Bij Tzorg kan het voor komen dat de gemeente een indicatie aanlevert waarin verzorging van kinderen en baby’s van cliënten opgenomen is. Verzorging van kinderen en baby’s is een ruim begrip. Met dit protocol wil Tzorg vaststellen welke verzorging daaronder valt en hoe dit dient te gebeuren. Eten, wassen en aankleden Verzorging van kinderen en baby’s houdt in het algemeen in: eten geven, wassen en aankleden. De cliënt dient hierbij te allen tijde aanwezig te zijn. Dit is absoluut noodzakelijk. Hiermee kan jij voorkomen dat er een beschuldiging door de cliënt kan worden geuit. Vervoer van cliënt en kind per auto U mag onder geen beding de cliënt of het kind van de cliënt vervoeren met de auto! U, de cliënt en het kind zijn niet verzekerd. Dit geldt voor zowel uw eigen vervoersmiddel als dat van de cliënt. Ook bij calamiteiten mag u de cliënt en het kind niet vervoeren. De cliënt dient dit zelf te doen of door een ambulance vervoerd te worden. Calamiteiten Bij calamiteiten belt u direct u de Zorgcoördinator. Als een kind bijvoorbeeld is gevallen of een allergische reactie heeft. Licht uw Zorgcoördinator te allen tijde in als uw medische hulp van de huisartsenpost nodig hebt. De Zorgcoördinator zal dan bepalen welke stappen er ondernomen dienen te worden. Sancties Wanneer de Hulp bij het Huishouden zich niet houdt aan de regels in deze instructie zullen er onverwijld disciplinaire maatregelen worden genomen. Dit kan zelfs leiden tot ontslag op staande voet. Vragen? Mocht u na het lezen van deze instructie nog vragen hebben, neem dan contact op met uw Zorgcoördinator. Neem deze regels goed in acht en geef onmiddellijk aan uw Zorgcoördinator door als uw cliënt zich niet aan deze regels houdt.
Pagina 49 van 68
Personeelsgids Protocol wat doet u als uw cliënt niet open doet?
13.9 Wat doet u als uw cliënt niet open doet? Oorzaken niet open doen Het kan voorkomen dat uw cliënt niet open doet wanneer u aan de deur staat. Dit kan een aantal oorzaken hebben, bijvoorbeeld: - uw cliënt hoort de bel niet - uw cliënt is de afspraak vergeten - uw cliënt is niet thuis Wat doe je eerst U doet het volgende (indien mogelijk) als u cliënt niet open doet: - herhaaldelijk aanbellen of met de brievenbus klepperen; - een rondje om het huis lopen - door het raam kijken - bij de buren vragen of uw cliënt thuis is Melden op kantoor Wanneer uw cliënt niet open doet meldt u dit bij het kantoor. De zorgcoördinator/planner belt uw cliënt om te zien of deze opneemt. Neemt deze niet op, dan belt de zorgcoördinator/planner de contactpersoon van de cliënt om te vragen of deze misschien weet waar uw cliënt is of er een reden is waarom uw cliënt niet open heeft gedaan.
Indien de contactpersoon niet kan worden bereikt, neemt de zorgcoördinator/planner contact op met de huisarts of gemeente. Wellicht zijn er nog andere contactpersonen bekend.
Wanneer er niet via een contactpersoon achterhaald kan worden waarom een cliënt niet open doet, stuurt de zorgcoördinator een brief naar de cliënt met het verzoek contact te zoeken met de zorgcoördinator.
In sommige gevallen wordt direct de politie ingeschakeld. Dit kan bijvoorbeeld als u of de zorgcoördinator argwaan heeft en de contactpersoon niet bereikt kan worden. De zorgcoördinator kan naar het adres van de cliënt gaan om u op te vangen als de politie in is geschakeld.
Pagina 50 van 68
Personeelsgids Protocol Wat doet u als uw cliënt overlijdt tijdens uitvoering van de werkzaamheden?
13.10 Wat doet u als uw cliënt overlijdt tijdens uitvoering van de werkzaamheden? Het kan voorkomen dat uw cliënt overlijdt wanneer uaan het werk bent. Dit kan voor jou schokkend zijn. Het is belangrijk dat er een protocol aanwezig is, als een cliënt overlijdt. Wanneer dit gebeurt worden de volgende stappen ondernomen: Hulp bij het huishouden: raak de cliënt niet aan en verplaats niets bel onmiddellijk de huisarts/112 bel de zorgcoördinator wacht op instructies van de zorgcoördinator Zorgcoördinator: neemt de melding aan van u geeft u instructies - Niets aanraken - Wacht op contactpersoon/huisarts/politie belt de contactpersoon van de cliënt bij het niet kunnen bereiken van de contactpersoon wordt de huisarts of de gemeente gebeld voor meer contactpersonen bij het niet bereiken van contactpersonen wordt de politie gebeld vangt u op geeft het sterfgeval door aan de gemeente
Met de gemeente wordt, afhankelijk van de aanwezigheid van een achterblijvende partner, afgesproken hoelang de hulp bij het huishouden na het overlijden van de cliënt kan worden voortgezet. Indien nodig regelt de zorgcoördinator slachtofferhulp voor u.
Pagina 51 van 68
Personeelsgids Protocol Alzheimer
13.11 Alzheimer Doel van de instructie Hoe om te gaan met een cliënt die Alzheimer heeft Toepassingsgebied Hulp bij het Huishouden Wat is Alzheimer? De ziekte van Alzheimer is een ongeneeslijke hersenziekte waarbij de cellen in sommige delen van de hersenen ophouden te functioneren en afsterven. Hierdoor ontstaat dementie. De ziekte is genoemd naar de Duitse neuroloog Alois Alzheimer, die in het begin van de twintigste eeuw kenmerkende veranderingen ontdekte in het hersenweefsel van mensen die aan dementie waren overleden. De ziekte treft voornamelijk mensen van boven de 65 jaar. Doordat we aankomende jaren te maken hebben met vergrijzing, zullen er steeds meer mensen zijn die de ziekte krijgen. De ziekte uit zich vaak eerst ‘onschuldig’ met een lichte vorm van geheugenverlies, een verminderde activiteit en een afnemend reactievermogen. Deze symptomen lijken op die van ‘gewone’ ouderdomsverschijnselen. Het geheugenverlies dat bij de ziekte optreedt, is veel heviger en neemt sneller toe. Alzheimer is onomkeerbaar. Ondanks uitgebreid wetenschappelijk onderzoek zijn oorzaak en behandelmethoden voor genezing nog onbekend. De symptomen zijn vergeetachtigheid, veranderingen in de persoonlijkheid, desoriëntatie en verlies van spraak. Het dementiesyndroom is geen directe aanleiding voor overlijden, maar onderzoek heeft wel uitgewezen dat de levensverwachting van mensen met de ziekte korter is dan die van gezonde mensen. Hoe kan een Hulp bij het Huishouden het beste met een cliënt omgaan die Alzheimer heeft? De ziekte van Alzheimer veroorzaakt een achteruitgang van de hersenen. Naarmate het ziekteproces vordert, heeft de cliënt niet langer duidelijk in de gaten wat er allemaal gebeurt en wat van hem wordt verwacht. Dit is lastig, zowel voor de cliënt als voor de hulp. De volgende technieken kunnen de communicatie beter doen verlopen. spreek uw cliënt altijd op een directe manier aan. Kijk hem aan, zodat u zeker weet dat hij u verstaat spreek daarbij langzaam en wees bewust van het volume en de toon van uw stem gebruik korte zinnen, met slechts één idee per zin. Zo is de zin ‘Wilt u nu even rusten’ eenvoudiger te begrijpen dan: ‘Wilt u nu even in je stoel rusten of een wandeling maken?’ vermijd gespreksonderwerpen die de cliënt zich niet meer kan herinneren. Moedig daarentegen gesprekken over bekende onderwerpen aan onthoudt dat u bij elke nieuwe activiteit de cliënt moet vertellen dat hij moet stoppen met waar hij op dat moment mee bezig is
Pagina 52 van 68
Personeelsgids Protocol Alzheimer
zorg voor zo min mogelijk afleiding, zoals storende geluiden en bezigheden die tegelijk met het gesprek plaatsvinden. In zulke gevallen is het voor de cliënt moeilijk om het gesprek te volgen
Discussiëren verhoogt spanning en onrust. Probeer dit te voorkomen. Als iets niet lukt bij de cliënt, probeer het dan op een andere manier of doe op een later tijdstip nog eens een poging. Ga dus niet te lang door en dring niet teveel aan. Probeer je cliënt altijd een gevoel van zekerheid te geven. Blijf zelf kalm, geef het idee dat je hem zult blijven steunen en begrijpen, al kan dit erg moeilijk zijn. Vertel liever wat je cliënt mag doen in plaats van te zeggen wat hij niet mag doen. Iemand die dementeert kan dingen zien of bedenken die niet waar zijn of niet bestaan (waanbeelden of hallucinaties). Laat weten dat u de cliënt begrijpt, met hem meevoelt, maar vertel wel dat u er anders over denkt of iets anders ziet. Bijvoorbeeld: 'ik snap dat u bang bent en dat vind ik naar. Ikzelf zie het anders, maar ik geloof u en blijf bij u. Ongewenst gedrag van een cliënt met Alzheimer Naarmate het ziekteproces vordert, doen zich veranderingen voor in het lichaam en de hersenen van de cliënt. Soms kan de Alzheimercliënt overladen worden door verwarring of onbegrip waardoor angst kan ontstaan. Soms uiten deze gevoelens zich in vijandig of agressief gedrag. Dit kan komen doordat de cliënt vermoeid is geraakt of omdat hij/zij de hele dag geconfronteerd is met een verwarrende omgeving. Hierdoor komen dan negatieve gevoelens aan de oppervlakte. Als je te maken hebt met een cliënt die ongewenst gedrag vertoont is het belangrijk om kalm te blijven, begrip te tonen en de cliënt uit de verwarrende situatie te halen. Vermijdt daarbij ruzie of een rationeel gesprek. Beter is een vriendelijk woord of een lichte aanraking. Zoals eerder gezegd: als iets niet lukt bij de cliënt, probeer het dan op een andere manier of doe op een later tijdstip nog eens een poging. Ga dus niet te lang door en dring niet teveel aan. Vragen? Heeft u nog vragen over Alzheimer of dementie? Stel ze dan aan uw Zorgcoördinator.
Pagina 53 van 68
Personeelsgids Protocol Maaltijdverzorging
13.12 Maaltijdverzorging Doel van de instructie Veilig verwerken van voedselproducten Toepassingsgebied Direct personeel van Tzorg Maaltijd verzorgen De cliënt dient een indicatie van de gemeente te hebben waarin staat dat maaltijdbereiding nodig is. Heeft de cliënt dit niet, dan wordt er door de Hulp bij het Huishouden geen maaltijd bereidt. De Zorgcoördinator geeft bij de Hulp bij het Huishouden aan welke maaltijdbereiding het gaat. Dit kan inhouden dat de Hulp bij het Huishouden: een boterham smeert een maaltijd opwarmt een maaltijd bereidt Indicatie cliënt Voor de cliënt is het noodzakelijk dat de Hulp bij het Huishouden veilig om gaat met de voedselproducten die gebruikt worden voor de maaltijd. Met de voedselproducten dient extra aandacht te worden besteed tijdens: de aankoop het bewaren handen wassen bereiden bewaren na bereiding en open verpakkingen Aankoop van voedselproducten Koop niet meer dan nodig is als u boodschappen gaat doen. Het kan aanlokkelijk zijn grote voorraden aan te leggen en voordeelverpakkingen te kopen, maar als het niet wordt opgegeten heeft de cliënt bedorven waren in huis. Koop voedingsmiddelen die maar weinig worden gebruikt in kleine portieverpakkingen. Begin in de supermarkt met de minst bederfelijke producten, zoals brood, rijst en koek. Pak daarna kaas, melk en als laatste vlees, vis en diepvriesproducten. Let erop dat verse producten ook echt vers zijn. Groente en fruit hoort stevig aan te voelen en een mooie kleur te hebben. Vlees mag niet zuur geuren en plakkerig zijn. Let bij vis op dat de ogen helder en bol staan. Leg ten slotte eerst de zware spullen op de loopband. Wanneer de tas gevuld wordt komen deze automatisch onderin. Houdbaarheidsdatum: THT of TGT? De houdbaarheidsdatum die op een verpakking staat, geldt alleen zolang de verpakking nog dicht is. Let daarom goed op of de verpakking wel heel is. Er zijn twee soorten houdbaarheidsdatums, THT en TGT. op producten die u maar kort kunt bewaren, zoals vlees, kip, vis, voorgesneden groenten en koelverse maaltijden staat ‘te gebruiken tot…’(TGT). Die datum is de laatste dag waarop het nog veilig is om het product op te eten. Tenminste: als u het hebt bewaard volgens de informatie op de verpakking Pagina 54 van 68
Personeelsgids Protocol Maaltijdverzorging
op producten die minder snel bederven, zoals koekjes of rijst, staat ‘ten minste houdbaar tot…’(THT). Tot de vermelde datum garandeert de fabrikant een smaakvol en veilig product. Na de ‘ten minste houdbaar tot’-datum gaat de kwaliteit mogelijk achteruit. Maar u kunt ze vaak nog wel eten. Kijk, ruik en proef om te bepalen of het product nog te eten is. Producten waarvan de THT-datum is verstreken, mogen volgens de wet nog wel worden verkocht.
Bewaren van voedselproducten Om te weten of iets in de kast kan of beter in de koelkast kan staan, is het belangrijk het verschil te kennen tussen ‘koel en gekoeld’. - staat er koel bewaren op het etiket? Dan kan het product het beste koel, donker en droog bewaard worden, bijvoorbeeld in de kelder of in de voorraadkast (15-20 °C) - als er gekoeld bewaren op het etiket staat, betekent dit dat het product tot gebruik in de koelkast geplaatst moet worden (4-7 °C) Ook wanneer u etenswaren buiten de koelkast bewaart, is het belangrijk dat de temperatuur niet te hoog is (boven de 20 °C. Levensmiddelen zoals brood, groente, fruit en roggebrood bederven sneller bij een hogere temperatuur. Als stelregel kunt u aanhouden dat wat in de winkel in het koelvak ligt, bij de cliënt ook in de koelkast hoort. Als producten geopend zijn geweest, hangt het van het product af of u verder in de koelkast moet bewaren. Op de verpakking zal dan staan: ‘na openen gekoeld bewaren’. Staat er ‘na openen koel bewaren’, dan is een kelder of koele voorraadkast (15-20 °C) ook goed.
Ideale indeling koelkast
Pagina 55 van 68
Personeelsgids Protocol Maaltijdverzorging
Handen wassen Voordat u voedsel gaat bereiden, dient u eerst goed uw handen te wassen. Dit doet u als volgt: onder stromend water met zeep handenwrijvend over de hele hand minstens 15 seconden ook tussen de vingers en onder de nagels Na het afspoelen goed afdrogen aan een droge, schone handdoek of –nog beter- aan een papieren wegwerphanddoek. Bereiden Was rauwe groenten goed onder stromend water voordat u ze gaat koken. Groente die voorverpakt is, moet ook nog gewassen worden, tenzij er op staat dat het al gewassen is, zoals bij voorgesneden sla. Bij het bereiden van eten is het belangrijk dat er geen kruisbesmetting plaats vindt. Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacteriën van rauw vlees terecht op bereid eten. Maar ook als de handen na het afwassen worden afgedroogd aan een vuile handdoek, kan kruisbesmetting optreden. Smeer bijvoorbeeld ook geen boterham op een snijplank waar zojuist rauw vlees op is gesneden. Laat vlees niet ontdooien op het aanrecht, verwarming of in warm water, maar leg het vlees afgedekt op een bord in de koelkast. Zo voorkom je de vorming van ziekmakende bacteriën. Wanneer voedsel goed gaar is, weet u zeker dat de ziekmakende bacteriën dood zijn. Maar wanneer moet dat nou wel en wanneer niet? maak vlees altijd door en door gaar. Kip en varkensvlees zijn goed gaar als het vlees van binnen wit is biefstuk en rosbief mogen van binnen nog rood zijn eieren waarvan het wit niet gestold is, mogen niet gegeten worden. Gebruik ook geen rauwe eieren in gerechten kook groenten niet te lang, zodat ze beter hun voedingsstoffen behouden. Bij roerbakken, wokken of stomen worden de groente voldoende verhit om de ziekmakers te doden Wanneer een (koelverse) maaltijd voor de cliënt te groot is om op te eten, splits hem dan voor het opwarmen in twee porties. Als u kliekjes opwarmt in de magnetron, dient u het gerecht tussendoor om te roeren. Zo wordt de binnenkant ook heet. Warm kliekjes nooit voor een tweede keer op. Bewaren na bereiding en open verpakkingen Als de cliënt bereide gerechten wil bewaren, let er dan op dat het snel terug wordt gekoeld. Bijvoorbeeld door het in kleine porties te verdelen en in een bak koud water te zetten. Zet het binnen 2 uur in de koelkast of vriezer. Als gerechten te lang bij kamertemperatuur bewaard worden, kunnen bacteriën zoals Bacillus cereus groeien. Deze kunnen gifstoffen produceren. Als u het opwarmt doodt wel de bacterie, maar de gifstof blijft aanwezig en daar kan de cliënt ziek van worden. Pagina 56 van 68
Personeelsgids Protocol Maaltijdverzorging
Als u gerechten warm in de koelkast zet, krijgt u last van condensvorming. Ook wordt de temperatuur in de koelkast te hoog en bederven de andere boodschappen sneller. Zet u ze warm in de vriezer dan krijg je last van ijsvorming op het product. Datum van openen op de verpakking Zet als geheugensteuntje de datum van bereiding op het bakje met het gerecht erin, voordat u het in de koelkast of diepvries zet. Bereide gerechten blijven nog 2 dagen goed in de koelkast en 3 maanden in de vriezer. Mocht een andere Hulp bij het Huishouden, de cliënt zelf of een mantelzorger het gerecht op willen warmen weten ze aan de hand van de datum of het nog veilig is. U kunt de datum vermelden door middel van een sticker of een briefje (post-it) die u vastplakt op het bakje of huishoudfolie. Ook als u producten open maakt die ‘na openen koel of gekoeld’ bewaard moeten worden dient u een datum van openen aan te brengen. Sommige producten zijn na openen bijvoorbeeld nog 7 dagen houdbaar. Dan is het wel handig als u, de cliënt, een andere Hulp bij het Huishouden of de mantelzorger weet wanneer het product open is gemaakt. Doe dit bijvoorbeeld met de vleeswaren, jampot, boter, augurken of mayonaise. Schrijf desnoods met een zwarte stift de datum op de verpakking zelf. Voedselvergiftiging Ouderen hebben vaker te lijden onder voedselvergiftigingen, zoals Listeria en Salmonella. Daar zijn verschillende redenen voor. De weerstand neemt af naarmate je ouder wordt. Maar ook de productie van het maagzuur verandert, waardoor er minder bacteriën in de maag worden gedood. Hierdoor komen meer bacteriën in de darmen terecht en is de kans op een voedselvergiftiging groter. Daarnaast zijn ouderen vaak niet zo goed op de hoogte van het veilig bereiden en opwarmen. Let daarom goed op als u eten koopt, opbergt, bereid, opwarmt en bewaart! Vragen? Mocht u na het lezen van deze instructie nog vragen hebben, dan kunt u deze altijd stellen aan uw Zorgcoördinator.
Pagina 57 van 68
Personeelsgids Protocol meldcode
13.13 Meldcode Doel van de meldcode Aangeven hoe medewerkers van Tzorg om horen te gaan met signaleren en melden van huiselijk geweld en verschillende soorten mishandelingen, zoals: kindermishandeling seksueel geweld ouderenmishandeling eergerelateerd geweld vrouwelijke genitale verminking Hiermee kan sneller, vaker en adequater worden ingegrepen bij vermoedens. Toepassingsgebied De meldcode is van toepassing op cliënten van Tzorg en de familieleden van deze cliënten. Dit kunnen volwassenen, kinderen, mannen en vrouwen zijn. Meldcode verplicht De Meldcode Huiselijk geweld en mishandeling is verplicht vanaf 1 januari 2012 voor onder andere organisaties zoals Tzorg. De Meldcode bevat een 6-stappen plan waarin beschreven is wat de aanpak is bij signalen van huiselijk geweld en mishandeling. Voor we overgaan naar de zes stappen, volgt eerst een uitleg van de verschillende vormen van mishandeling. Wat is mishandeling? Mishandeling is het handelen of nalaten van handelen waardoor het slachtoffer lijdt. Dit lijden kan lichamelijk, psychisch en materieel zijn. De pleger heeft een persoonlijke of professionele relatie met het slachtoffer, bijvoorbeeld als mantelzorger, hulpverlener, ouder, kind of ander familielid. We onderscheiden zes vormen van mishandeling. De verschillende soorten mishandeling komen vaak naast elkaar voor: lichamelijke mishandeling psychische mishandeling verwaarlozing financiële uitbuiting seksueel misbruik schending van rechten Lichamelijke mishandeling Blauwe plekken, schrammen, zwellingen, fracturen of brandplekken: deze symptomen kunnen het gevolg zijn van lichamelijke mishandeling. Soms worden slachtoffers vastgebonden aan een stoel of bed. Ze vertonen dan striemen aan polsen of enkels. Een minder zichtbare vorm van lichamelijke mishandeling is het geven van te weinig of juist te veel medicijnen (bijvoorbeeld slaapmiddelen). Psychische mishandeling Bij psychische mishandeling is er sprake van treiteren en sarren, dreigementen, valse beschuldigingen, beledigingen of bevelen. Bij het slachtoffer leidt dit tot gevoelens van angst, woede, verdriet, schuchterheid, verwardheid of apathie.
Pagina 58 van 68
Personeelsgids Protocol meldcode Verwaarlozing Lichamelijke verwaarlozing kan blijken uit ondervoeding, uitdroging, slechte hygiëne of wonden als gevolg van doorliggen. Wanneer de geestelijke behoeften van het slachtoffer worden genegeerd, zoals de behoefte aan aandacht, liefde en ondersteuning, spreken we van psychische verwaarlozing. (Financiële) uitbuiting Bij deze vorm van mishandeling gaat het vaak om ouderen en hebben we het over het wegnemen of profiteren van bezittingen van het slachtoffer. Te denken valt aan diefstal van geld, juwelen en andere waardevolle spullen, aan verkoop of gebruik van eigendommen zonder toestemming van het slachtoffer en aan gedwongen testamentverandering. Ook iemand financieel kort houden is een vorm van uitbuiting. Seksueel misbruik Personen kunnen het slachtoffer zijn van seksueel misbruik, zoals exhibitionisme, betasten van het lichaam en verkrachting. Schending van rechten Hiervan is sprake wanneer de rechten van slachtoffers - zoals het recht op vrijheid, privacy en zelfbeschikking - worden ingeperkt. Bijvoorbeeld door post achter te houden, bezoekers weg te sturen en het slachtoffer verhinderen het huis te verlaten. Signalen Er zijn meerdere signalen die kunnen wijzen op mishandeling, maar één of enkele van die signalen hoeft zeker niet altijd op mishandeling te wijzen. Er wordt een vuistregel toegepast: bij 3 signalen een niet-pluisgevoel, bij 6 signalen een verhoogd risico. Signalen zijn: het slachtoffer of verzorger geeft onsamenhangende en tegenstrijdige verklaringen voor lichamelijke verwondingen de verzorger toont zich onverschillig voor het wel en wee van het slachtoffer de verzorger vertoont verschijnselen van overbelasting er wordt gescholden en geschreeuwd in aanwezigheid van arts of hulpverlener het slachtoffer maakt een depressieve, angstige indruk het slachtoffer geeft aan dat er veel mis is, maar wil er niet over praten het slachtoffer ziet er onverzorgd uit en/of de huishouding is verwaarloosd er verdwijnen spullen en geld van het slachtoffer het slachtoffer krijgt geen gelegenheid om alleen met de hulpverlener te praten de betrokkenen proberen de hulpverlener buiten de deur te houden er is een toenemend aantal schuldeisers er is sprake van drank- en drugsmisbruik of verslavingen Niets doen is ook mishandeling Als je geen actie onderneemt bij signalen of vermoedens, is dat feitelijk ook mishandeling.
Pagina 59 van 68
Personeelsgids Protocol meldcode Aandachtsfunctionaris Binnen Tzorg zijn drie aandachtsfunctionarissen. Zij hebben speciale trainingen gevolgd tot aandachtsfunctionaris. Zij zijn experts die geraadpleegd dienen te worden door de Zorgcoördinatoren wanneer er vermoedens zijn of een niet-pluisgevoel is ontstaan. Hulp bij het Huishouden De Hulp bij het Huishouden is degene die de signalen oppikt bij de cliënt of bij familieleden van de cliënt. Deze signalen en vermoedens spreekt de Hulp bij het Huishouden tegenover de Zorgcoördinator uit. Als de Zorgcoördinator en de Hulp bij het Huishouden allebei een niet-pluisgevoel hebben, dienen de signalen nader te worden onderzocht. Om dit zo goed mogelijk uit te voeren zijn er zes stappen ontwikkeld. Zie het onderstaand schema: Stappenplan STOP mishandeling 1. De Hulp bij het Huishouden meldt de (vermoedens van) mishandeling bij de Zorgcoördinator. De Zorgcoördinator: 2. brengt de signalen in kaart 3. consulteert de aandachtsfunctionaris en/of raadpleegt zo nodig het Steunpunt huiselijk geweld (SHG) of Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) 4. praat met betrokkenen 5. Weegt aard, ernst en risico 6. Organiseert hulp of meldt bij het SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld) of AMK (Adviesen Meldpunt Kindermishandeling) Stap 1: Melden van vermoedens Als de Hulp bij het Huishouden signalen oppikt van huiselijk geweld en/of mishandeling bij het slachtoffer of signalen oppikt bij de pleger, meldt hij of zij dit bij de Zorgcoördinator. Signalen oppikken is geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding die in ieder contact met de cliënt wordt verondersteld. Stap 2: Signalen in kaart brengen Zodra de Hulp bij het Huishouden signalen doorgeeft aan de Zorgcoördinator, brengt de Zorgcoördinator de signalen in kaart en legt deze zorgvuldig vast. De Zorgcoördinator legt de signalen vast in het cliëntdossier, evenals (de uitkomsten van) gesprekken die over de signalen gevoerd zijn, de stappen die ondernomen worden en de besluiten die genomen worden. De Zorgcoördinator dient de feiten en signalen uit elkaar te houden, de status te vermelden van hypothesen en de bron te vermelden van informatie die afkomstig is van een ander. Ook de gegevens die signalen tegenspreken worden vastgelegd. Een Zorgcoördinator kan ook zorgen hebben over kinderen of gezinsleden van de cliënt waar de Zorgcoördinator zelf geen contact mee heeft. Zo kunnen er bijvoorbeeld zorgen zijn over de kinderen van een cliënt, omdat de cliënt bij vlagen agressief is of door overmatig middelengebruik niet in staat is voor de kinderen te zorgen. Ook al kan de Zorgcoördinator geen uitspraak doen over de feitelijke situatie waarin de kinderen zich bevinden omdat zij geen contact met hen heeft, er is in dergelijke gevallen wel reden voor nader onderzoek naar de omstandigheden waarin de kinderen verkeren.
Pagina 60 van 68
Personeelsgids Protocol meldcode Stap 3: Overleg De derde stap is het overleg over de signalen. Om signalen die in kaart zijn gebracht goed te duiden is overleg met de aandachtsfunctionaris noodzakelijk. Op basis van anonieme cliëntgegevens kan (daarnaast) ook het Steunpunt huiselijke geweld of het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling worden geraadpleegd. Bij het Steunpunt en het Meldpunt is veel kennis aanwezig over mogelijke signalen van huiselijk geweld en mishandeling. Bij het vragen van advies zet het Meldpunt of Steunpunt zelf geen stappen in de richting van de cliënt of die van anderen. Als er wordt besloten tot het doen van een melding, neemt het Meldpunt of Steunpunt het onderzoek naar huiselijk geweld of mishandeling over. De melder wordt op de hoogte gehouden van de uitkomsten van het onderzoek en van de acties die in gang gezet worden. Stap 4: Gesprek met de cliënt Na het overleg met de aandachtsfunctionaris en eventueel het adviesgesprek met het Meldpunt of Steunpunt, volgt een gesprek met de cliënt. Omdat openheid een belangrijke grondhouding is in de verschillende vormen van dienstverlening aan de cliënt, wordt in het stappenplan zo snel mogelijk contact gezocht met de cliënt om de signalen te bespreken. Naar de cliënt toe wordt uitgesproken dat het gaat om het delen van onze zorg. De benadering is hierdoor milder en verkleint enigszins het risico dat de cliënt in de verdediging schiet. Soms zal het vermoeden door het gesprek weg worden genomen en zijn de volgende stappen van het stappenplan niet nodig. In situaties waarin door het voeren van het gesprek de veiligheid van een van de betrokkenen in het geding zou komen, kan er worden afgezien van een gesprek met de cliënt. In het gesprek met de cliënt gaat het erom dat de Zorgcoördinator: het doel van het gesprek uitlegt de signalen, dat wil zeggen de feiten die hij heeft vastgesteld en de waarnemingen die hij heeft gedaan, bespreekt de cliënt uitnodigt hierop te reageren en pas na deze reactie komt tot een interpretatie van wat hij heeft gezien en gehoord en wat hem in reactie daarop verteld is Stap 5: Wegen van het geweld of mishandeling Na de eerste vier stappen beschikt de Zorgcoördinator al over redelijk veel informatie: de beschrijving van de signalen die zijn vastgelegd, de uitkomsten van het gesprek met de cliënt en het advies van de deskundigen. In stap 4 komt het erop aan dat de Zorgcoördinator de informatie weegt. Deze stap vraagt de Zorgcoördinator een inschatting te maken van het risico op huiselijk geweld of mishandeling, evenals een inschatting te maken van de aard en de ernst van dit geweld. Stap 6: Beslissen: Hulp organiseren of melden Na de weging van stap 5 komt de Zorgcoördinator, zo nodig ondersteund door de aandachtsfunctionaris en deskundigen, tot een besluit: zelf hulp organiseren of een melding doen. Waar het bij deze weging om gaat is dat de Zorgcoördinator beoordeelt of de Zorgcoördinator, gelet op de eigen competenties, de eigen verantwoordelijkheden en de eigen professionele grenzen, in voldoende mate effectieve hulp kan bieden of kan organiseren. In alle gevallen waarin de Zorgcoördinator meent dat dit niet of maar gedeeltelijk het geval is, doet de Zorgcoördinator een melding. Als de Zorgcoördinator wel Pagina 61 van 68
Personeelsgids Protocol meldcode zelf de hulp organiseert, dienen de effecten van deze hulp te worden gevolgd en wordt er alsnog een melding gedaan als het geweld niet blijkt te stoppen of opnieuw oplaait. Als hoofdregel geldt dat de Zorgcoördinator, voordat er een melding gedaan wordt, contact zoekt met de cliënt over de melding. Aan de cliënt wordt uitgelegd dat er een melding gedaan kan worden, wat de melding voor de cliënt betekent en wat het doel van de melding is. Op deze manier spant de Zorgcoördinator zich in om toestemming van de cliënt te krijgen. Alleen in die gevallen waarin dit niet lukt, ook niet na in gesprek te zijn gegaan over de bezwaren van de cliënt, komt het doen van een melding zonder toestemming van de cliënt in beeld. Inspanningen na de melding Een melding is geen eindpunt. Als een Zorgcoördinator een melding doet, geeft het stappenplan aan dat de Zorgcoördinator in het contact met het Meldpunt of Steunpunt ook bespreekt wat de Zorgcoördinator zelf, na het doen van de melding, binnen de grenzen van de gebruikelijke taakuitoefening, kan doen om de cliënt of gezinsleden te beschermen en te ondersteunen. Algemene zwijgplicht Iedere Zorgcoördinator die individuele cliënten hulp, zorg, steun of een andere vorm van begeleiding biedt heeft een beroepsgeheim. De zwijgplicht, zoals het beroepsgeheim ook wel wordt genoemd, verplicht de Zorgcoördinator om geen informatie over de cliënt aan derden te verstrekken, tenzij de cliënt hem daarvoor toestemming heeft gegeven. De zwijgplicht is hét instrument bij uitstek om ervoor te zorgen dat mensen naar de Zorgcoördinator toe komen en ook bereid zijn om open over hun zorgen te spreken. Ze mogen er immers op vertrouwen dat hun verhaal niet zomaar elders terecht komt. De plicht om te zwijgen vanwege het beroepsgeheim botst met de plicht om de cliënt te helpen juist door met een ander over hem te spreken. Een te rigide omgang met het beroepsgeheim kan tot gevolg hebben dat een cliënt die dringend hulp nodig heeft juist niet geholpen wordt, omdat de Zorgcoördinator meent dat er niet ingegrepen mag worden. Al met al is de omgang met het beroepsgeheim een vorm van evenwichtskunst: geheimhouding waar mogelijk, doorbreking van het geheim waar nodig. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling 0900-123 123 0 www.amk-nederland.nl Steunpunt huiselijk geweld 0900-126 26 26
[email protected] Heeft u nog vragen over deze instructie, kunt u deze stellen aan uw Zorgcoördinator.
Pagina 62 van 68
Personeelsgids Integriteitcode
13.14 Integriteitcode Inleiding integriteitcode Deze code is bedoeld om alle medewerkers van Tzorg bewuster te maken van integer handelen. Wat kan er wel en wat kan er niet? Hoe behoort u zich te gedragen en hoe niet? Dit zijn allemaal vragen die in onze dagelijkse werkzaamheden naar voren komen. Wij vinden het als organisatie dan ook belangrijk dat we samen afspreken waar we ons aan houden. Dat schept zowel duidelijkheid voor onszelf, maar ook voor de cliënten en de gemeenten waar wij contacten mee hebben. Wij zijn een maatschappelijke onderneming, dit verplicht ons om zorgvuldig en transparant te handelen. Tzorg heeft een maatschappelijke voorbeeldfunctie. Het is daarom belangrijk om kritisch op onszelf te zijn. Bij veel gedragingen moeten we dan ook nagaan of we nog wel volgens deze integriteitcode handelen. Bij ons bestaat daarom op het gebied van integriteitbeleid de behoefte om enkele uitgangspunten, richtlijnen en gedragsregels vast te leggen. Ondanks deze integriteitcode zal er altijd een ‘grijs gebied’ blijven bestaan. In die gevallen blijft het uw eigen verantwoordelijkheid om de juiste keuze te maken. Daarom is deze gedragscode geen zakelijke opsomming wat wel en niet mag en kan. Het is vooral een handvat op basis waarvan u zelf uw beslissingen moet nemen en kan toetsen. Voor wie is deze gedragscode bedoeld? De gedragscode geldt voor iedereen die bij Tzorg werkt. Zowel de hulpen als het kantoorpersoneel. Gedrag Als medewerkers van Tzorg zijn we ons ervan bewust dat we werkzaamheden verrichten in het belang van de maatschappelijke functie van Tzorg in het algemeen, en van de cliënten in het bijzonder. Daarmee houden we rekening. Dat betekent dat we ons professioneel gedragen, kleden, verbaal en non-verbaal uiten en dergelijke. Over iedereen wordt altijd respectvol gesproken, ongeacht hun afkomst, taal, religie of gedragingen. Buiten werktijd spreken en gedragen de medewerkers zich te allen tijde met respect jegens de cliënten en de medewerkers van Tzorg. Elke verbale of non-verbale uiting die ook maar enigszins een discriminerend of seksistisch karakter heeft, is uit den boze. Sociale (netwerk)sites Het is niet de bedoeling dat bedrijfsinformatie en informatie over onze cliënten of collega’s publiekelijk op sociale (netwerk)sites komt te staan. Denk bijvoorbeeld aan Hyves, Twitter, Youtube, Facebook, Linked-In, MySpace, etc. Uiteraard heeft iedereen het recht om zijn eigen mening te uiten, maar hier zijn wel grenzen aan verbonden. Dit geldt ook voor zogenaamde afgeschermde sites (bijvoorbeeld Hyves waar alleen ‘vrienden’ de berichten kunnen lezen). Tzorg verwacht daarom dat je rekening houdt met haar belangen als werkgever. Daarnaast moet respect voor het werk en de collega’s, openheid en de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer centraal staan. Als medewerker van Tzorg komt u bij de mensen thuis in hun leefomgeving. U bent omringd met hun spullen. Die goederen zijn ook van hun en mag u niet als van uzelf beschouwen. Hieronder volgt een opsomming van handelen waarvan we absoluut willen dat u die verricht Pagina 63 van 68
Personeelsgids Integriteitcode in het kader van de integriteit. Dit geld zowel voor de cliënt als voor leden van het gezin waar u werkt. u mag geen cadeaus of geld aannemen u mag geen goederen of geld stelen u mag geen goederen expres vernielen u mag geen post openen zonder de toestemming van de cliënt of zonder indicatiebesluit u mag niet intimideren en/of mishandelen Melding van overtredingen Wanneer een medewerker op de hoogte is van overtredingen van de integriteitcode door andere medewerkers van Tzorg, dan is het uitgangspunt dat de medewerkers elkaar hierop aanspreken. Mocht dit niet tot een oplossing leiden, dan kan de overtreding gemeld worden bij de Zorgcoördinator of indien gewenst bij de vertrouwenspersoon. Uitlokking tot overtreding moet eveneens worden gemeld. De melding wordt vertrouwelijk behandeld en de privacy wordt gegarandeerd. Tot slot Integriteit is primair een persoonlijke zaak. Ga bij uzelf na of u uw denken en doen kunt verantwoorden. Op een manier die past bij een thuiszorgorganisatie die met beide benen midden in de samenleving staat. Maatschappelijk verantwoordelijk handelen staat centraal. Heeft u nog vragen over de integriteitcode, dan kunt u deze stellen aan uw Zorgcoördinator.
Pagina 64 van 68
Personeelsgids Sancties
14. Sancties Een stelsel van gedragsregels is pas compleet als ook duidelijk is wat de gevolgen kunnen zijn van het niet naleven van deze regels. Als u de vastgestelde gedragsregels uit de personeelsgids niet nakomt, zal de leidinggevende actie ondernemen. Er is geen uitputtende lijst te geven van welke straf bij welke misdraging moet worden opgelegd. De leidinggevende kan op basis van de aard en de ernst van de overtreding tot de volgende maatregelen komen: de leidinggevende kan de medewerker een mondelinge waarschuwing geven en of berispen de leidinggevende laat een melding hiervan maken en aantekening maken in het personeelsdossier de leidinggevende kan de kwestie melden aan de Manager P&O, waarna deze de medewerker een schriftelijke waarschuwing zal geven met een aantekening in het personeelsdossier de leidinggevende kan besluiten tot het starten van een disfunctioneringsprocedure. Zo’n procedure kan eventueel leiden tot ontslag de leidinggevende kan besluiten tot ontslag op staande voet bij het niet opvolgen van een protocol uit de personeelsgids of andere protocollen buiten de personeelsgids de leidinggevende kan de medewerker op staande voet ontslaan bij diefstal en/ of fraude
Pagina 65 van 68
Pagina 66 van 68
Formulier Vakantie-/verlofaanvraag
Tijdstip waarop uw vakantie-/verlofaanvraag* ingeleverd moet zijn bij uw planner: Verlof Minimaal 2 weken voor aanvang Voorjaarsvakantie Minimaal 2 maanden voor aanvang Meivakantie Minimaal 2 maanden voor aanvang Zomervakantie Minimaal 5 maanden voor aanvang Herfstvakantie Minimaal 2 maanden voor aanvang Kerstvakantie Minimaal 4 maanden voor aanvang Feestdagen Minimaal 5 weken voor aanvang De heer Mevrouw Achternaam: Voornaam: Zorgcoördinator: Personeelsnummer:
Vakantie/verlof 1: Begin- en einddatum:
Van
tot en met
Vakantie/verlof 2: Begin- en einddatum:
Van
tot en met
Vakantie/verlof 3: Begin- en einddatum:
Van
tot en met
Houd bij het aanvragen van uw vakantie rekening met het volgende: U mag vakantie opnemen mits uw vakantietegoed daarvoor toereikend is; U dient dit formulier voor de inlevertermijn van uw vakantie/verlof ingeleverd te hebben; Op tijd inleveren van dit formulier geeft geen garantie dat uw vakantie wordt goedgekeurd. Boek uw vakantie pas als uw aanvraag is goedgekeurd. Medewerker
Zorgcoördinator
Datum: Handtekening: Datum ontvangen door: planning Goedgekeurd
Reden
Paraaf
Afgewezen
Pagina 67 van 68