Jaarverslag 2008
Personalia Bestuur mr A.J. Jutte voorzitter mr J.M.J. Hommel MMO J.C. Jansen mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
Contactpersonen mw mr I.M. Nathan-Kaarsemaker Ministerie van Justitie drs C.G.A. Wijnker Ministerie van Financiën
Directie mr F.J. Blees (voorzitter) N.J.M. Barendse RA
2
Inhoud Bestuursverslag 1. Inleiding
5
2. De cijfers en het jaar 2008
7
3. Schaden in het buitenland
13
4. De toepassing van wetten en gedragscodes
15
5. Interne organisatie
17
6. Bestuur
19
7. Toekomstverwachting
20
Jaarrekening
21
Balans per 31 december 2008
22
Staat van baten en lasten over 2008
23
Kasstroomoverzicht over 2008
24
Toelichting
25
Overige gegevens
39
Kerncijfers
42
3
DE HEER DE GOEY
‘Mijn vrouw en ik hadden onze auto een paar dagen niet gebruikt toen we hem nodig hadden om boodschappen te doen. Op het moment dat we wilden instappen, merkten we dat de deur niet goed openging. Er zat een flinke deuk in. En er was geen briefje achtergelaten. We zijn toen naar het politiebureau gegaan om aangifte te doen. Toen ik aan de agent vroeg of ik zelf nog iets moest doen, zei hij dat dat niet nodig was. De politie zou alles regelen met het Waarborgfonds. Maar dat bleek achteraf niet te kloppen. We zijn eigenlijk op het verkeerde been gezet. Daardoor hebben we onze claim pas laat in gang gezet.’
‘In de eerste brief van het Waarborgfonds werd onze claim afgewezen omdat ik geen getuigen had. Toen heb ik mijn buurvrouw Coby benaderd. Zij heeft gezien dat onze auto onbeschadigd voor de deur geparkeerd stond en dat er een paar dagen later een deuk in zat. Zij wilde wel een formulier invullen. Daarna ontving ik opnieuw een afwijzing van het Waarborgfonds. Dit keer was het bewijs onvoldoende; Coby had niet verklaard wanneer zij had gezien dat de auto beschadigd was en ze kon niet bevestigen dat de auto in de tussentijd niet was verplaatst.
Het is niet leuk om een afwijzing te ontvangen, maar je dossier gaat niet in de versnipperaar, je krijgt een tweede kans. In antwoord op een brief van mij vroeg het Waarborgfonds of ik misschien een huisgenoot had die mijn verhaal schriftelijk kon bevestigen. Toen heeft mijn
vrouw een brief geschreven, waarin ze vertelde wat ze had gezien. Daarna kregen we goed bericht: een schade-expert zou contact opnemen voor een afspraak bij mijn garagebedrijf. Na zijn bezoek ontving ik bericht dat het Waarborgfonds overging tot het uitkeren van de schade. Daar was ik blij om, want het was een rib uit ons lijf; 1.500 euro hoest je niet zo een-tweedrie op. We zijn vlot bediend. Als ik een brief stuurde, had ik soms al binnen drie dagen een reactie binnen. We hebben een hoop zenuwen gehad over de goede afloop, maar het is heel netjes opgelost. Wat heel prettig was: ik kon mijn vaste contactpersoon steeds rechtstreeks bellen. Zij was volledig op de hoogte van mijn situatie. We hebben haar rond Oud en Nieuw een kaartje gestuurd om haar te bedanken.’
‘Ik had al binnen drie dagen een reactie’
HOOFDSTUK 1
Inleiding De impact van de wereldwijde kredietcrisis beheerste met name in het laatste deel van 2008 het wereldnieuws. De effecten hiervan veroorzaakten een schokgolf die in de gehele financiële sector – ook in de verzekeringswereld – voelbaar was. Gelukkig bleven de gevolgen van deze crisis en de daarop volgende recessie voor het Waarborgfonds beperkt, als gevolg van een solide afdekking van onze bedrijfsrisico’s. In een later hoofdstuk van dit verslag wordt hier nader op ingegaan.
Een ander bijzonder feit is het tot stand komen van het Convenant Geleiderailschaden, gesloten tussen enerzijds Rijkswaterstaat en anderzijds de Nederlandse verzekeraars en het Waarborgfonds. Dit convenant, waarvan de invulling anderhalf jaar heeft gevergd, biedt een sterk vereenvoudigde afhandeling van vangrailclaims, afkomstig van de grootste aanbieder van deze claims in Nederland, waarbij het aantal meters beschadigde vangrail bepalend is voor het uit te keren schadebedrag. Ook dit jaar is, zoals gebruikelijk, weer gekozen voor een thema bij ons jaarverslag. Richtte de blik in voorgaande jaren zich meestal vanuit het Waarborgfonds naar binnen of naar buiten, variërend tussen interviews met onze medewerkers tot het belichten van de groep van de gemoedsbezwaarden. Dit keer is gekozen voor een blik van buitenaf naar het Waarborgfonds. Met een aantal benadeelden is een interview gehouden over hun ervaringen met het Waarborgfonds, zowel met personen die hun verzoek om schadevergoeding gehonoreerd zagen als met degenen, waarbij het Waarborgfonds een afwijzend standpunt in nam. Hun verhaal en die ervaringen vindt u in dit jaarverslag opgetekend.
Een andere noemenswaardige gebeurtenis in 2008 – waarvan de gevolgen zich vooral binnen onze interne organisatie deden voelen – was de verhuizing van ons bedrijf naar de nieuwe locatie aan de Handelskade 49 in Rijswijk. Een verhuizing naar een locatie die hemelsbreed niet meer dan driehonderd meter verwijderd ligt van het vorige pand aan de Verrijn Stuartlaan, maar waar een scala aan activiteiten aan voorafging. Het doel dat wij voor ogen hadden, namelijk het betrekken van een bedrijfspand dat een op maat gesneden oplossing zou bieden aan een mix van telewerkers en kantoorwerkers binnen alle met ons samenwerkende bedrijven, is - mede dankzij de creatieve visie van de architect - op overtuigende wijze gestalte gegeven. Samenhangend met de verhuizing zijn diverse projecten, die tot dan toe in een pilot-fase verkeerden, verder uitgewerkt. Dankzij een nieuw, op internetcommunicatie gebaseerd, telefoniesysteem kon het telewerken nu écht een vlucht nemen, omdat daardoor het werken thuis en het werken op kantoor vrijwel transparant werd gemaakt. Mede gestuurd door deze verbeterde infrastructuur is na april 2008 een nieuw “frontoffice” tot stand gekomen. Dit telefoonteam handelt direct de meeste vragen en verzoeken af, zodat een klant niet meer nodeloos behoeft te worden doorverbonden.
Zoals eerder opgemerkt werd dit jaar gekenmerkt door vernieuwingen. Een nieuwe locatie, een nieuw telefoonsysteem, een nieuw frontoffice. Ondanks al het nieuwe wisten wij de kwaliteit van onze dienstverlening op peil te houden, niet in de laatste plaats door de inzet en inspanning van velen binnen ons bedrijf. Wij hechten er aan onze medewerkers te danken voor hun betrokkenheid in het belang van de slachtoffers in het verkeer. Rijswijk, 14 april 2009 Bestuur mr A.J. Jutte, voorzitter mr J.M.J. Hommel MMO J.C. Jansen mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
Natuurlijk gingen de zaken tijdens de verhuizing en de technische omschakelingen zoveel mogelijk ongehinderd door. Een belangrijke beheerder van wegmeubilair – lichtmasten en vangrails – heeft dit jaar een groot deel van een door reorganisatie opgelopen voorraad claims ingediend. Exclusief deze extra claims behandelden wij in 2008 per saldo een iets kleiner aantal claims dan in 2007. De stabilisering, waarvan wij in 2007 melding maakten, heeft zich dus in 2008 voortgezet.
Directie mr F.J. Blees, voorzitter N.J.M. Barendse RA
5
H E L E E N VA N D E R K L I N K
‘Als ik in mijn auto stap, leg ik altijd eerst mijn tas op de passagiersstoel. Dat had ik ook gedaan op de dag waarop mijn auto is aangereden, een doordeweekse dag in december. ’s Ochtends was mijn auto nog helemaal netjes, ook toen ik uitstapte op de parkeerplaats van het softwarebedrijf waar ik werk. Er was niets aan de hand. Maar aan het eind van de dag, toen ik naar huis wilde gaan, zag ik meteen dat er in de rechtervoordeur een grote deuk zat. Ook de bumper was beschadigd. Ik schrok heel erg. Het eerste wat door mijn hoofd schoot: hoe kan ik bewijzen wat hier gebeurd is?’
‘Ik heb op het parkeerterrein nog gezocht naar een auto met schade, maar die heb ik niet kunnen vinden. De volgende dag heb ik een mailtje gestuurd naar al mijn collega’s: heeft iemand van jullie mijn auto beschadigd, of heeft iemand gezien wat er is gebeurd? Daar heb ik geen reacties op gekregen. Mijn directeur wees mij op het Waarborgfonds. Ik had er nog nooit van gehoord. Op de website moest ik even zoeken naar de juiste formulieren. Toen ik die had gevonden, heb ik ze ingevuld en samen met het schadeformulier
aangetekend opgestuurd. Mijn aanvraag is afgewezen, omdat ik niet kan aantonen dat er geen schade was toen ik mijn auto parkeerde. De brief was duidelijk. En ik snap wel dat het waarschijnlijk niet anders kan. Maar ik vind het heel vervelend dat ik achterblijf met de schade die een ander heeft
veroorzaakt. Zeker als dat twee keer achter elkaar gebeurt. Kort daarvoor had ik mijn auto al laten repareren vanwege een grote kras aan de bestuurderskant waarschijnlijk ontstaan doordat een kindje met een fiets tegen mijn auto was gelopen. Het Waarborgfonds is een mooi initiatief, maar het biedt onvoldoende bescherming. Ik denk dat de meeste mensen net als ik niet kunnen bewijzen dat hun auto zonder schade is geweest. En ik denk ook dat veel mensen daarover liegen. ‘Kun jij niet even zeggen dat je hebt gezien dat mijn auto geen schade had?’ Als ik mijn schade aanmeld bij mijn verzekeraar en laat repareren, gaat mijn no-claim nog verder omlaag. Eigenlijk let ik al niet meer op de deuk. Daarom laat ik hem nu maar zitten.’
‘Heel vervelend dat ik achterblijf met de schade’
HOOFDSTUK 2
De cijfers en het jaar 2008 Algemeen
goed is gelet op mogelijke indicatoren van onrechtmatigheid in de schadeclaim. Daarnaast is de samenwerking tussen de schadebehandelaren en onze afdeling Speciale Zaken (waar onze fraudepreventie en -bestrijding is ondergebracht) verder geïntensiveerd, hetgeen heeft geleid tot een toename van het aantal zaken dat deze laatste afdeling succesvol kon afsluiten. Als laatste kan nog worden opgemerkt dat een voortschrijdende professionalisering van ons team schadebehandelaren resulteerde in een toenemend kritische blik op de aangeboden verzoeken om schadevergoeding.
De taakstelling van het Waarborgfonds is ontleend aan de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam), die voorschrijft in welke gevallen een slachtoffer een beroep op ons kan doen. In alle gevallen moet sprake zijn van schade, veroorzaakt door een motorrijtuig, waarbij de aansprakelijkheid ligt bij de veroorzakende derde. Voor het Waarborgfonds is een rol weggelegd als de aansprakelijke onbekend is gebleven, als hij onverzekerd was, als de schade is veroorzaakt door een gestolen motorrijtuig, als de verzekeraar van de aansprakelijke in staat van onvermogen verkeert of als de aansprakelijke van de verzekeringsplicht is vrijgesteld wegens gemoedsbezwaren.
Bij dit alles is de tijd tussen het moment van ontvangst van de claim en het moment dat wij een beslissing over het al of niet toekennen van een schadevergoeding aan de claimant meedelen, dit jaar uitgekomen op 31 dagen, een daling van 3 dagen ten opzichte van 2007. Hiermee komen wij weer op het peil van 2006. De doorlooptijd van personenschaden is hierin niet begrepen, omdat deze een directe relatie heeft met de herstelperiode van het slachtoffer. Het Waarborgfonds hecht grote waarde aan de tevredenheid van zijn klanten en ziet een zoveel mogelijk beperkte doorlooptijd van de claims als een belangrijk positief beïnvloedend instrument daarvan.
Het totaal aantal ingediende claims in 2008 vertoonde weliswaar een stijging van 6,2% ten opzichte van 2007 een stijging van 3.316 claims naar een totaal van 56.557 maar deze stijging wordt volledig veroorzaakt door het inhalen van achterstanden van een grote claimant van wegmeubilairschaden, wiens inhaalslag we terugvinden in de toename van deze categorie met maar liefst 39,1% (5.281 meer claims) ten opzichte van 2007. Als wij deze extra claims niet in het totaal begrijpen, noteren wij zelfs een daling van het aantal ingediende claims van 3,6%.
Uiteraard is het van belang een goed inzicht te verkrijgen in welke gevallen wij het meest frequent in actie komen en de historische ontwikkeling daarvan. Daarom verdelen wij onze schaden naar categorie schade en soort veroorzaker. In de schadecategorieën onderscheiden wij: • Schaden aan geparkeerde voertuigen; • Schaden aan wegmeubilair, zoals vangrails en lichtmasten; • Overige materiële schaden; • Schaden waarbij sprake is van personenschade.
Noteerden wij in 2007 nog een stijging van 3,6% van de betaalde schade, in 2008 zagen wij weer een lichte daling van 1,26% naar een totaal van D 57,1 miljoen, ondanks de genoemde inhaalslag. Van alle ingediende verzoeken om schadevergoeding werd 70,5% (2007: 73,4%) gehonoreerd. In twee jaar tijd is het percentage toegewezen claims gedaald van 76,1% naar 70,5%. Deze daling kan worden toegeschreven aan meerdere factoren. Voorop staat dat het Waarborgfonds ernaar streeft benadeelden die aanspraak kunnen maken op schadevergoeding zo snel en zo klantvriendelijk mogelijk te helpen. Tegelijkertijd verkeert het Waarborgfonds – in vergelijking met bijvoorbeeld een verzekeraar – in een bijzondere positie: in veruit de meeste gevallen waarin wij worden aangesproken is de veroorzaker van de aanrijding onbekend. In dat geval staat ons alleen de verklaring van de benadeelde zelf ter beschikking. Het Waarborgfonds staat dan ook relatief sterk bloot aan pogingen tot oneigenlijk gebruik en zelfs fraude. Om dat tegen te gaan en om te voorkomen dat de goedwillende en eerlijke premiebetalers het gelag van deze pogingen tot fraude betalen, passen wij gerichte maatregelen toe. Zo is in 2008 een pilot opgestart met de expertisebureaus waarmee wij zaken doen, waarbij extra
In de tweede groep – de soorten veroorzakers – onderscheiden wij de onbekend gebleven aansprakelijke, de onverzekerde aansprakelijke en schaden veroorzaakt met een gestolen voertuig. Daarnaast behandelen wij schaden van verzekerden van een in staat van onvermogen geraakte Wam-verzekeraar en als laatste staat het Waarborgfonds garant voor schaden die worden veroorzaakt door aansprakelijke personen die op grond van gemoedsbezwaren door de overheid zijn vrijgesteld van de verzekeringsplicht.
7
H E S T E R C L AY T O N
‘We waren in het weekend een dagje naar Den Bosch geweest. Toen we terugkwamen op de parkeerplaats zag ik meteen dat er een deuk in onze auto zat. Dan kijk je toch meteen of er iets onder de ruitenwisser zit. En ja, daar vonden we een visitekaartje. Maar dat was van iemand die de aanrijding had gezien. Die meneer had aan de dader gevraagd om een briefje achter te laten. Een uurtje later is hij nog eens langsgereden. Toen hij zag dat er geen briefje op de voorruit lag, heeft hij het nummerbord en automerk van de dader op zijn visitekaartje geschreven.’
‘In onze woonplaats Amersfoort hebben we ’s avonds direct aangifte gedaan. Daar bleek dat het nummerbord niet overeenkwam met het automerk. Daarmee hield het voor de politie op. Vervolgens heeft de politie niets meer van zich laten horen. Ze gaven ons nog wel de tip om contact op te nemen met het Waarborgfonds. Ik kende het fonds uit het verleden. Ook toen was er een getuige die een kenteken en automerk had genoteerd. Ook toen hoorden we niets meer van de politie. Mijn claim werd destijds toegewezen, maar na aftrek van het eigen risico werd er maar
een klein bedrag gestort. Dus dat heeft vooral veel tijd gekost. Dit keer hebben we nog vrij lang gehoopt dat de politie de zaak zou oplossen. Je hoopt toch dat degene die de schade heeft veroorzaakt, ook voor de kosten opdraait. Door drukte kwamen we er niet meteen aan toe om
contact op te nemen met het Waarborgfonds. Het heeft misschien wel een halfjaar geduurd. Toch konden we nog een claim indienen. We hebben het formulier ingevuld en opgestuurd, samen met de gegevens van de getuige. Het was nog wel even gedoe om het politierapport boven water te krijgen. De politie in Amersfoort bleek het te hebben doorgestuurd naar Den Bosch. En wij mochten het niet opvragen. Ik weet eigenlijk nog steeds niet hoe het nu zit. Toen heb ik het Waarborgfonds gebeld. In de brief die wij hadden ontvangen stond een doorkiesnummer, zodat we onze contactpersoon direct konden bereiken. Zij heeft het opgelost, daar was ik wel heel blij mee. Ik ben sowieso heel blij dat het fonds bestaat. Het is eigenlijk heel bijzonder dat je ergens op kunt terugvallen. Voor veel mensen is het fonds een redder in nood.’
‘Heel bijzonder dat je ergens op kunt terugvallen’
Schadecategorieën
Wegmeubilairschaden In het jaar 2008 heeft een grote beheerder van wegmeubilair de door reorganisatie ontstane achterstand in de aanlevering van claims weggewerkt. Gelukkig is één en ander in goed overleg geschied en heeft dit extra aanbod niet tot problemen of achterstanden in onze eigen verwerkingsprocessen geleid. In 2008 zijn van deze partij bijna alle resterende schaden uit 2007 en eerdere jaren verwerkt – in totaal rond 4.000 claims. Mede door de verwerking van genoemde achterstand is het aantal verzoeken om schadevergoeding inzake wegmeubilair in 2008 uitgekomen op 18.775, een stijging van 39% ten opzichte van 2007. De uitbetaalde schade in deze groep nam toe van 12,5 miljoen in 2007 tot 15,7 miljoen in 2008, ofwel met 25,8%.
Schaden aan geparkeerde voertuigen Vertoonde het aantal claims in verband met parkeerschade in 2007 nog een lichte stijging ten opzichte van het voorgaande jaar, in 2008 zien wij weer een significante daling. Het aantal claims nam af van 32.149 in 2007 tot 30.084 in 2008, ofwel 6,4%. Ook de uitbetaalde schade nam daarbij af van 24,0 miljoen in 2007 tot 20,6 miljoen in 2008, een daling van maar liefst 14,2%. Deze daling kan voor een deel worden toegeschreven aan een verhoging in 2007 van het eigen risico van D 136 naar D 250 maar ook aan een lager toewijzingspercentage. Van alle ingediende verzoeken om schadevergoeding werd 67,6% gehonoreerd; een daling van 3,2%-punt ten opzichte van 2007. In 2008 hebben wij extra inspanningen geleverd om helder te maken aan welke vereisten een verzoek om schadevergoeding dient te voldoen. Met name proberen wij duidelijk te maken wat de Wam bedoelt met de verplichting van de benadeelde om alles te doen wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om de identiteit van de veroorzaker te achterhalen. Het gebeurt in dit kader regelmatig dat een benadeelde vraagtekens plaatst bij het nut van het doen van aangifte bij de politie, die immers in het algemeen bij materiële schade niet meer ter plekke komt en vaak ook geen nader onderzoek naar de identiteit van de veroorzaker doet. In elk geval dient de benadeelde aangifte of een andere inspanning binnen 14 dagen te hebben gedaan én deze moet aantoonbaar zijn. De verbeterde communicatie over onze voorwaarden heeft nog niet duidelijk geleid tot een verhoging van het toewijzingspercentage.
Zoals in de inleiding al werd vermeld, is dit jaar tussen Rijkswaterstaat enerzijds en verzekeraars en het Waarborgfonds anderzijds een convenant gesloten inzake de behandeling van geleiderailschaden. Dit convenant leidt er toe dat vangrailschaden voortaan worden afgehandeld op basis van een geïndexeerde meterprijs. Wij verwachten dat één en ander zal resulteren in een vereenvoudigde en dus vlottere afhandeling. Ontwikkeling ontvangen claims inzake wegmeubilair vs wagenpark 170 150 130
Ontwikkeling ontvangen claims inzake
110
parkeerschaden vs wagenpark
90 130 70 110
2004
2005 Wagenpark
90
2006
2007
2008
index: 2000 = 100
Wegmeubilair Totaal
Overige materiële schaden De dalende tendens in deze groep schaden heeft zich ook in 2008 licht voortgezet. Wij verwerkten 5.935 verzoeken om schadevergoeding, tegenover 6.037 in 2007, een daling van 1,7%. Wij honoreerden deze verzoeken in 57,7% van de gevallen, waarbij over 2008 een bedrag van D 7 miljoen werd uitbetaald, ofwel 9,1% minder dan in 2007. De maatregelen
70 2004
2005 Wagenpark
2006
2007
2008
index: 2000 = 100
Parkeerschaden Totaal
9
Schaden naar veroorzaker
om de verkeersveiligheid te verbeteren hebben nog steeds een drukkend effect op het aantal claims binnen deze groep, hoewel een stabiel punt lijkt te zijn bereikt.
Het Waarborgfonds kan worden aangesproken als de veroorzaker: a onbekend is gebleven b zijn verzekeringsplicht niet is nagekomen c reed in een door diefstal of geweld verkregen voertuig d verzekerd is bij een verzekeraar die verkeert in staat van onvermogen of e door de overheid is vrijgesteld van de verzekeringsplicht vanwege gemoedsbezwaren.
Ontwikkeling ontvangen claims inzake overige materiële schaden vs wagenpark 130
110
De tabel hieronder toont hoe vaak wij binnen deze categorieën een verzoek om schadevergoeding hebben ontvangen.
90
70 2004
2005
2006
Wagenpark
2007
2008
index: 2000 = 100
a
b
c
d
e
totaal
2004
59.957
3.348
690
-
75
64.070
2005
55.429
2.967
527
-
47
58.970
2006
48.890
2.546
410
-
73
51.919
2007
50.397
2.403
376
-
65
53.241
2008
53.702
2.377
399
-
79
56.557
Overige materiële schaden Totaal
De volgende tabel toont de betaalde schade in de respectievelijke categorieën (bedragen x D 1.000).
Schaden waarbij sprake is van letsel of overlijden In deze groep valt een stijging van het aantal claims met 12,9% ten opzichte van 2007 waar te nemen. Ook in 2007 maakten wij melding van een toename van schaden waarbij sprake is van letsel. Het uitgekeerd schadebedrag van D 13,7 miljoen ligt overigens vrijwel op hetzelfde niveau als 2007 en stijgt met slechts 0,5%. Wij hechten aan kwalitatief hoogwaardige behandeling van deze voor de betrokkene vaak emotionele schaden. In dat kader onderschrijven wij de Gedragscode behandeling personenschade en meten wij ook regelmatig de klanttevredenheid bij slachtoffers.
a
b
c
d
e
totaal
2004
64.929
9.745
3.006
-
169
77.849
2005
53.227
8.718
1.712
-
178
63.835
2006
45.148
9.163
1.358
-
121
55.790
2007
46.551
9.970
1.133
-
163
57.817
2008
46.100
9.482
954
-
555
57.091
Schaden die worden veroorzaakt door een onbekende dader vormen steeds het leeuwendeel van de claims die het Waarborgfonds in behandeling neemt. In het jaar 2008 maakten deze schaden 95% van het totaal uit. Het daarbij behorende bedrag dat wij aan schade uitbetaalden daalde licht (met 1%) tot D 46,1 miljoen.
Ontwikkeling ontvangen claims inzake personenschaden vs wagenpark 130
Het aantal claims waarbij sprake is van een onverzekerde veroorzaker vertoont nog steeds een gestage daling; in vijf jaar tijd nam dit af met bijna 30%. De daling in het schadebedrag houdt geen gelijke tred met de daling in aantallen claims, maar is te verklaren vanuit een algemene toename van het gemiddeld bedrag per claim en een verhoogd eigen risico. Desgevraagd geeft de Dienst Wegverkeer (RDW) aan dat het aantal onverzekerde voertuigen in Nederland nog steeds afneemt.
110
90
70 2004
2005 Wagenpark
2006
2007
2008
index: 2000 = 100
Personenschaden Totaal
10
Fraudepreventie en -bestrijding
In 2008 werden iets meer schaden in behandeling genomen die werden veroorzaakt door een gestolen of door geweldpleging verkregen voertuig: 399 ten opzichte van 376 in 2007. Daarentegen nam de betaalde schade in deze categorie af met 5,8% en kwam zij voor het eerst in vele jaren beneden D 1 miljoen uit.
Het Waarborgfonds onderschrijft de doelen van het in 2006 door het Verbond van Verzekeraars gelanceerde “Deltaplan Fraudebestrijding” en streeft naar een zo hoog mogelijk niveau van fraudepreventie en -bestrijding. Het Waarborgfonds is vanuit de aard van zijn werkzaamheden gevoelig voor pogingen tot misbruik. Het resultaat uit de inspanningen van onze afdeling Fraudebestrijding en -preventie van 2007 is in 2008 gecontinueerd en – in samenwerking met de schadebehandelaren – is opnieuw een fors bedrag aan schade-uitkeringen bespaard, namelijk D 1,2 miljoen. Zeer grote fraudezaken werden dit jaar niet gemeld, zodat per saldo kan worden gesproken van een verbetering van 20% ten opzichte van 2007. Uiteraard is het ondoenlijk om alle misbruik te voorkomen, maar dit resultaat maakt duidelijk dat de pakkans van fraudeurs dankzij onze inspanningen blijft toenemen.
Het aantal claims waarin gemoedsbezwaarden aansprakelijk waren was in 2008 met slechts 79 opnieuw gering. Daarbij werd een bedrag van D 0,5 miljoen aan schade uitgekeerd, het gevolg van een enkele grote personenschade. Ogenschijnlijk is het aantal ongevallen onder gemoedsbezwaarden lager dan het landelijk gemiddelde, maar daarbij dient te worden opgemerkt dat lang niet alle claims via het Waarborgfonds worden geregeld; vaak erkent de gemoedsbezwaarde zelf aansprakelijkheid en vergoedt hij de schade rechtstreeks aan de benadeelde.
Verhaal Jaarlijks ontvangt het Waarborgfonds tussen de 2.000 en 3.000 verzoeken om schadevergoeding, waarbij de veroorzaker van de schade, of de verzekeringsplichtige bezitter/houder van het voertuig – beiden hoofdelijk aansprakelijk – onverzekerd bleek te zijn. Op grond van de Wam heeft het Waarborgfonds een recht van verhaal op deze personen. In 2008 bedroeg de opbrengst uit verhaalszaken D 3,0 miljoen tegen D 2,5 miljoen in 2007. De opbrengsten bestaan voor D 2,6 (2007: D 2,4) miljoen uit feitelijk ontvangen bedragen en het restant D 0,4 (2007: 0,1) miljoen uit een aanpassing van de waardering van de vordering.
11
12
HOOFDSTUK 3
Schaden in het buitenland Het Schadevergoedingsorgaan
Daarnaast heeft het Waarborgfonds, al sinds zijn oprichting, een taak als buitenlanders slachtoffer worden in Nederland en het ongeval was veroorzaakt door een onbekende of onverzekerde veroorzaker. Deze schadevergoedingen zijn echter reeds begrepen in de cijfers van het vorige hoofdstuk.
Ieder jaar, sinds de invoering van de Vierde Motorrijtuigverzekeringsrichtlijn van de EG in 2003, ontvangt het Waarborgfonds verzoeken om schadevergoeding van Nederlanders die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een ongeval. In bepaalde gevallen kan het Waarborgfonds in zijn functie van Schadevergoedingsorgaan deze slachtoffers tegemoet komen. Het gaat dan om ongevallen waarbij: • het ongeval plaats vond in een EU-lidstaat, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein én • de aansprakelijke veroorzaker onbekend of onverzekerd was, dan wel • de buitenlandse verzekeraar geen schaderegelaar heeft in Nederland, dan wel • deze schaderegelaar of de buitenlandse verzekeraar niet binnen drie maanden een gemotiveerd antwoord heeft gegeven op het verzoek om schadevergoeding. In 2008 ontving het Schadevergoedingsorgaan 448 verzoeken om schadevergoeding, tegen 337 in 2007. In 270 gevallen ging het om een onbekende of onverzekerde dader en in 178 dossiers had de buitenlandse verzekeraar of diens vertegenwoordiger in Nederland niet, te laat, of onvoldoende gemotiveerd gereageerd.
13
M E V RO U W L E L I E V E L D
‘Het was een stralende dag toen ik eind juli met mijn neefjes van 10 en 13 na een dagje dierentuin in Rotterdam terugreed over de A12. Opeens dook er een metalen voorwerp van zo’n dertig centimeter hoog voor mijn auto op. Ik kon niet meer uitwijken. Ik herinner me een enorme knal, een schurend geluid onder de auto, de airbags sprongen tevoorschijn. Ik ben direct naar de vluchtstrook gereden. Ik was in shock. Er kwam vrij snel iemand van Rijkswaterstaat langs. Er was een melding binnengekomen van een object op de weg, vertelde hij, maar hij had niets gezien. Nee, denk ik nu, waarschijnlijk ligt dat object nog steeds ergens in de berm.’
‘Mijn zus attendeerde mij op het Waarborgfonds. Zij wees mij erop dat ik getuigen moest hebben. Maar dat kon niet meer. Toen heb ik het Waarborgfonds gebeld. In mijn herinnering kreeg ik een niet erg vriendelijke mevrouw aan de lijn, die me verwees naar de website. Daar las ik dat het Waarborgfonds schade als gevolg van een voorwerp op de weg, zoals een afgebroken uitlaat, vergoedt. Tenzij het voorwerp al enige tijd rondslingert op de weg; in dat geval is de wegbeheerder aansprakelijk. De leenauto die ik had, kon ik slechts tijdelijk gebruiken. Daarom belde ik
weer met het Waarborgfonds, om te informeren naar de behandeltermijn. Ik kreeg dezelfde mevrouw aan de lijn, die opnieuw terughoudend was. Het zou minstens twee weken duren voor mijn claim in behandeling werd genomen. Er kwam een schade-expert langs namens de verzekeraar of het
Waarborgfonds, dat weet ik niet meer die de schade vaststelde op 7.200 euro. Er was duidelijk een metalen object onder mijn auto door gegaan. Omdat ik voor mijn werk veel moet rijden, liet ik de auto alvast gedeeltelijk herstellen. Het Waarborgfonds wees de claim af. Uit de afwijzingsbrief blijkt dat de schrijver onvoldoende inzicht heeft in wat er gebeurd is. Ik vind het vreemd dat niemand mij gebeld of geschreven heeft. Mijn verzekeraar zag geen mogelijkheden om de afwijzing met succes aan te vechten. Daarom ga ik nu zelf in bezwaar tegen de beslissing. Ik vind dat alle partijen prutswerk hebben geleverd: Rijkswaterstaat, het Waarborgfonds, de politie en de rechtsbijstandverzekeraar. Bovendien voel ik mij onheus bejegend. Mij is geen recht gedaan. Dat is niet alleen een kwestie van geld. Wij hadden alle drie wel dood kunnen zijn, en dat overdrijf ik niet.’
‘Mij is geen recht gedaan, daarom ga ik in bezwaar’
HOOFDSTUK 4
De toepassing van wetten en gedragscodes Klachtenbehandeling
Hoewel het Waarborgfonds niet onder toezicht staat van De Nederlandse Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft), volgen wij geheel vrijwillig de regelgeving die in deze wet is vastgelegd, voor zover dat gezien het bijzondere karakter van ons bedrijf mogelijk is.
De Wft schrijft voor dat verzekeraars een effectieve klachtenregeling moeten hebben en zich dienen aan te sluiten bij een erkend onafhankelijk instituut dat deze klachten in behandeling neemt. Het Klachteninstituut financiële dienstverlening, of kortweg Kifid, waarin alle vroegere klachteninstituten zijn ondergebracht, neemt deze taak voor zijn rekening. Voorwaarde om een klacht ontvankelijk te verklaren is dat deze eerst een interne klachtenprocedure heeft doorlopen. Het Waarborgfonds heeft al sinds 1995 een intern klachtenbureau en is aangesloten bij Kifid. Het interne klachtenbureau van het Waarborgfonds ontving in 2008 70 klachten. Hiervan werden uiteindelijk 13 klachten (19%) gegrond verklaard. Ons standpunt werd vervolgens in alle 13 gevallen in het voordeel van de klager aangepast. In 7 gevallen kon het klachtenbureau er samen met de klager niet uitkomen en legde de klager de kwestie voor aan de Ombudsman Schadeverzekering. In 2 van deze gevallen leidde dit tot aanpassing van het standpunt van het Waarborgfonds.
Risicoanalyse Onderdeel van de in de Wft genoemde richtlijnen ten aanzien van een integere bedrijfsvoering binnen het verzekeringsbedrijf is het bewaken van de risico’s die voortvloeien uit de activiteiten van de onderneming. De bedoeling van een risicoanalyse is vast te stellen welke risico’s er zijn en hoe deze beheerst kunnen worden, of verminderd tot een niveau dat gezien de aard van de bedrijfsvoering acceptabel kan worden genoemd. Wanneer een risicoanalyse met een vaste frequentie wordt uitgevoerd en daarop met passende maatregelen wordt gereageerd, spreken we van Risico Management. Ook het Waarborgfonds heeft de mogelijke risico’s en de bewaking van de processen en oplossingen ten aanzien van het wegnemen of beheersbaar houden in kaart gebracht in een risicoanalyse. Hierbij is onderscheid gemaakt naar financiële en niet-financiële risico’s, volgens het model dat DNB heeft vastgelegd in het FIRM-protocol (Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode). De risicoanalyse die het Waarborgfonds in 2008 heeft uitgevoerd laat zien dat zowel de financiële als de nietfinanciële risico’s beheerst worden en dat er geen onacceptabel hoge restrisico’s bestaan.
Rechtmatigheid Het Waarborgfonds moet zich in de uitoefening van zijn wettelijke taken houden aan de regels die in de Wam en andere wetten zijn vastgelegd. Sinds vele jaren controleert het Waarborgfonds of zijn schadebehandeling wordt uitgevoerd binnen de grenzen die wet- en regelgeving stellen. Met ingang van 2001 is dit verder aangescherpt waarbij aan de hand van een afzonderlijk controleprotocol door de externe accountant wordt vastgesteld of de ontvangen bijdragen, de opbrengsten uit vrijstellingsbewijzen en de betaalde schaden van het Waarborgfonds in overeenstemming zijn met de door de Wam gestelde kaders. Over de bevindingen en conclusies uit deze interne controle wordt gerapporteerd aan de Ministeries van Justitie en Financiën. Deze rapportage leidt tot de conclusie dat alle in de controle begrepen onderdelen, evenals in voorgaande jaren, op rechtmatige wijze tot stand zijn gekomen.
Integriteit Eén van de pijlers voor het handelen van onze organisatie is de integriteit van de organisatie en de medewerkers. Binnen de organisatie is dit geborgd door middel van o.a. een gedragscode, een klokkenluiderregeling en een incidentenregeling. Ook in het aannamebeleid van nieuwe medewerkers maakt het toetsen van de integriteit onderdeel uit van de procedure. De door de organisatie aangestelde compliance officer ziet toe op de naleving van deze regels en rapporteert hierover aan directie en bestuur.
15
M E N N O B RO E K H O F
‘Mijn vrouw en de kinderen gingen boodschappen doen. Toen ze terugkwamen bij de auto, vonden ze een briefje op de voorruit: ‘Sorry, ik heb bij het inparkeren uw auto geraakt.’ En inderdaad, aan de linkerkant van de auto zat een flinke deuk. Zoiets is altijd vervelend. Hoe je het ook wendt of keert, je moet dingen gaan regelen: bellen, papieren invullen, naar de garage… Gelukkig was iemand nog zo netjes geweest om dat briefje achter te laten, dachten we. Tot we ontdekten dat het telefoonnummer op het briefje van iemand anders was, een meneer in Groningen die het nooit geweest kon zijn.’
‘Toevallig hadden we al eens eerder met het Waarborgfonds te maken gehad. Ook in 1993 was onze auto flink beschadigd geraakt zonder dat de dader bekend was. Toen was onze auto van voor tot achter aangereden. Iemand uit de buurt wees ons destijds op het Waarborgfonds. De claim bij het fonds is toen door onze verzekeraar afgehandeld. Daar hebben we zelf weinig van gemerkt. Dit keer heb ik zelf contact opgenomen met het fonds. Eerst heb ik via de website informatie ingewonnen en een formulier gedownload. Ik wilde zeker
weten of het nodig was om aangifte te doen en of mijn kinderen mochten getuigen. Daarom heb ik ook nog even gebeld met het Waarborgfonds. Ik werd heel netjes te woord gestaan. Mijn dochters van 18 en bijna 11 mochten een getuigenverklaring afleggen. Daar was ik blij om, want anders hadden we het
wel kunnen vergeten. Ik heb ze hun verhaal helemaal zelf laten opschrijven. Nadat ik het formulier met alle bijlagen had opgestuurd is het eigenlijk heel snel verlopen. We kregen keurig een bevestiging dat onze claim in behandeling werd genomen en dat er een schadeexpert zou langskomen. Die snelheid heeft me aangenaam verrast. En toen ik aan het expertisebedrijf vroeg of ze op mijn werk konden langskomen om de schade op te nemen, bleek dat geen enkel probleem. Daarna ontvingen we ook weer snel een bevestiging van het vastgestelde schadebedrag. Ik denk dat het geld binnen een week al op onze rekening stond. Dat het Waarborgfonds alles zo snel en netjes heeft afgehandeld, beschouw ik als een pleister op de wond. Als je auto wordt aangereden door een onbekende, is het heel prettig dat je op het Waarborgfonds kunt rekenen.’
‘Het Waarborgfonds is de pleister op de wond’
HOOFDSTUK 5
Interne organisatie Personeel
Klanttevredenheid
De personele bezetting van het Waarborgfonds, inclusief het aan ons doorbelaste aandeel in de personele bezetting van het facilitair bedrijf 3P Service, is, uitgedrukt in FTE’s (Full Time Equivalents, of volledige arbeidsverbanden) ultimo 2008 licht gedaald naar 57,5 (2007: 57,9 FTE). Het aantal ontvangen claims per FTE, een indicatie voor de efficiëntie van ons bedrijf, is in 2008 uitgekomen op 984 (2007: 919). Het ziekteverzuim lag in 2008 op 3,5% (2007: 5,6%). Een voorzichtige vaststelling, volgend op een periode van 2 jaar na de start van de introductie van het telewerken, is dat het telewerken een gunstige invloed heeft op het verzuim, naast een verbeterd beleid ten aanzien van de begeleiding van (tijdelijk) arbeidsongeschikte werknemers.
Zoals ieder jaar heeft het Waarborgfonds ook in 2008 een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Ondanks opstartproblemen die de verhuizing en de introductie van een nieuwe systematiek binnen onze telefonische communicatie (het frontoffice) met zich meebrachten, is de klanttevredenheid vrijwel op het zelfde niveau als dat in 2007 gebleven, namelijk het rapportcijfer 7. Het klanttevredenheidsonderzoek bood ons handvatten voor verbetering, die wij dankbaar hebben aangepakt en in actie hebben omgezet. Daarbij valt te denken aan een verdere verbetering in doorlooptijden van schadeclaims en nog meer empathie bij de telefonische benadering van onze klanten. Veel van de ondervraagde personen gaven aan moeite te hebben gehad met het vinden van onze organisatie als vangnet voor slachtoffers; wij beraden ons op maatregelen om onze naamsbekendheid te vergroten.
Huisvesting In de inleiding tot dit verslag werd al gerept van de verhuizing van het Waarborgfonds naar de locatie aan de Handelskade, een verhuizing die mede mogelijk werd gemaakt door de nauwe samenwerking met de bedrijven NBM (Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars) en VAN (Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V.). De gebundelde krachten en de gemeenschappelijke behoefte om huisvesting en andere faciliteiten met elkaar te delen kon leiden tot een kostenneutrale overgang. De nieuwe locatie, op bijzondere wijze ingericht tot een strak gelijnde, maar desondanks huiselijke en kleurrijke omgeving, biedt plusminus 100 werkplekken ten behoeve van ongeveer 130 medewerkers. De reacties van de medewerkers en het management op deze vernieuwde werkomgeving zijn zonder uitzondering positief te noemen, ondanks de gewenning aan flexibele werkplekken.
17
W I M VA N D O K K U M
‘Nadat ik een goochelvoorstelling had gegeven in Zeist, wandelde ik op een avond in september weer naar mijn auto. Voordat ik daar beland was, kwam er iemand op mij af lopen om te zeggen dat ik schade had aan mijn auto. En inderdaad, aan de voorkant was duidelijk aanrijdingsschade te zien: krassen, een deuk, een kapotte spiegel… Dat was me zelf nog niet opgevallen. De man die mij aansprak, had het allemaal zien gebeuren, maar had het nummerbord niet kunnen lezen. Hij vertelde mij dat ik de schade kon claimen bij het Waarborgfonds en dat hij als getuige kon optreden. Die gedachte was nog helemaal niet bij mij opgekomen.’
‘Thuis heb ik op de website van het Waarborgfonds een formulier gedownload. Daar bleek inderdaad uit dat ik een getuige nodig had. De meneer die de aanrijding had gezien, was zo vriendelijk om een getuigenverklaring op te stellen. Die heb ik samen met het formulier opgestuurd. Later kreeg ik een brief van het Waarborgfonds waaruit bleek dat ik ook naar de politie moest om aangifte te doen en dat ik een officieel schadeformulier moest indienen. Toen ik dat gedaan had, kreeg ik een brief waarin het fonds liet weten dat er een schade-expert zou langskomen.
Enige tijd later ontving ik het volledige schaderapport. Daar stond alles heel gedetailleerd in beschreven, tot twee cijfers achter de komma. Heel mooi hoor, maar een A4’tje was voor mij voldoende geweest. Daarna ontving ik ook nog een brief van het Waarborgfonds. Daarin las ik dat het schade-
bedrag na aftrek van mijn eigen risico op mijn rekening zou worden gestort. Na afloop heb ik een bedankbrief gestuurd. Ik vind het Waarborgfonds een prima fonds. Ze zouden misschien wel iets duidelijker kunnen zijn in wat je nu precies moet doen als je schade hebt. Misschien had ik beter moeten lezen op de website hoor, maar uit het formulier had ik niet opgemaakt dat ik ook aangifte moest doen bij de politie en dat ik een officieel schadeformulier moest indienen. Ik besef dat de procedure tijd kost, maar de periode tussen het constateren van de schade en de uiteindelijke reparatie van mijn auto duurde wel wat lang. In mijn geval was dat niet zo’n ramp, omdat ik gewoon kon doorrijden. Maar als dat niet had gekund, dan waren die drie maanden een behoorlijk lange periode geweest. Ik denk wel dat het sneller kan.’
‘Prima fonds, maar drie maanden is wel wat lang’
HOOFDSTUK 6
Bestuur Het bestuur van het Waarborgfonds vergaderde in 2008 vier maal. Primair kwam de financiële gang van zaken, zoals begroting en jaarrekening aan de orde. Daarnaast is aandacht geschonken aan de verhuizing naar de nieuwe locatie en onderwerpen als rechtmatigheid, klanttevredenheid en diverse andere aspecten van onze bedrijfsvoering en dienstverlening, zoals de in 2008 voor de eerste maal gestructureerd uitgevoerde risicoanalyse. De samenstelling van het bestuur bleef in het verslagjaar 2008 ongewijzigd.
19
HOOFDSTUK 7
Toekomstverwachting Gecorrigeerd voor de dit jaar extra ontvangen claims van een grote beheerder van wegmeubilair blijft het aantal ontvangen claims de afgelopen 2 jaar stabiel. Wij verwachten dat dit stabiele patroon zich ook dit jaar voortzet. In 2009 zullen wij ons beraden op de toekomst van onze geautomatiseerde systemen. Hierbij zullen oriënterende gesprekken worden gevoerd met een aantal deskundige partijen. De verwachting is dat de investeringen hiervoor in 2009 in het algemeen beperkt zullen blijven. Ook de verbetering van onze naamsbekendheid zal een gespreksonderwerp zijn in 2009. Een belangrijke uitdaging voor 2009 is om onze klanttevredenheid te verhogen door nieuwe en bestaande processen te verbeteren en verder te verfijnen. Inzet van een goed opgeleid frontoffice, meer empathie naar onze klanten, heldere communicatie en kortere doorlooptijden hebben prioriteit.
20
Jaarrekening 2008
21
Balans per 31 december 2008
(x D 1.000)
(Na verwerking van het saldo van de Staat van Baten en Lasten)
31 december 2008
31 december 2007
210
409
55.156
62.207
ACTIVA Immateriële vaste activa In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen Vorderingen Vorderingen uit verhaalde schaden Overige vorderingen
1.940 4.315
1.550 1.306 6.255
Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
115 70.663
Overlopende activa Lopende interest
2.856
86 68.833 70.778
68.919
920
833
133.319
135.224
2.232
1.294
129.400
130.700
1.095
1.762
PASSIVA Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden Technische voorzieningen Voor nog te betalen schaden Algemene voorzieningen Netto pensioenvoorziening Schulden Nog te betalen brutoschaden Overige schulden
401 191
22
198 1.270 592
1.468
133.319
135.224
Staat van baten en lasten over 2008
(x D 1.000)
2008
2007
64.442
62.882
441 17 3.711
441 17 3.140
Totaal baten
68.611
66.480
Schadelast
55.603
50.847
Bijdragen Opbrengst vrijstellingsbewijzen Honorarium Schadevergoedingsorgaan Financiële baten
Personeelskosten Beheerkosten
3.672 1.998
3.846 2.184
Bedrijfslasten
5.670
6.030
Totaal Lasten
61.273
56.877
7.338
9.603
-938
-216
-6.400
-9.387
0
0
Saldo van baten en lasten Het saldo van baten en lasten is als volgt verdeeld: Toevoeging aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden In komende jaren te ontvangen bijdragen van verzekeringsmaatschappijen en de Staat
23
Kasstroomoverzicht over 2008
(x D 1.000)
2008
Ontvangen bijdragen Ontvangen opbrengsten vrijstellingsbewijzen Ontvangen honorarium Schadevergoedingsorgaan Ontvangen verhaalde schaden Ontvangen inzake regresconvenanten Betaald inzake regresconvenanten Betaalde uitkeringen Betaalde schadebehandelingskosten Betaalde bedrijfskosten
64.393 441 17 2.580 17.921 -17.921 -57.474 -3.732 -7.292
Kasstroom uit operationele activiteiten
2007
62.888 441 17 2.378 16.924 -16.924 -57.998 -4.430 -5.965 -1.067
Investeringen in (im)materiële vaste activa Ontvangen interest
-60 3.727
-2.669
119 3.152
Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten
3.667
3.271
Mutatie liquide middelen
2.600
602
Stand per 1 januari
68.063
67.461
Stand per 31 december
70.663
68.063
In de stand van de liquide middelen per 31 december 2007 zijn ook bankschulden opgenomen. Deze bankschulden staan in de balans verantwoord onder de schulden.
24
Toelichting
1.
Algemene informatie
1.1.
Activiteiten
De Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (het Waarborgfonds), opgericht in 1965, ontleent haar bestaansrecht aan artikel 23 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam). Het Waarborgfonds is sinds 1 juni 1989 een stichting en statutair gevestigd te Rijswijk. Het Waarborgfonds vergoedt schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 Wam. Vergoeding aan benadeelden vindt plaats indien de schade in het verkeer is veroorzaakt door: a. onbekende motorrijtuigen; b. niet-verzekerde motorrijtuigen; c. gestolen motorrijtuigen; d. motorrijtuigen verzekerd bij een onvermogende verzekeringsmaatschappij; e. motorrijtuigen toebehorend aan personen aan wie een vrijstelling van verzekering wegens gemoedsbezwaren is afgegeven. De vergoedingen die aan benadeelden worden gegeven indien de schade is veroorzaakt door een motorrijtuig van iemand die een vrijstelling heeft wegens gemoedsbezwaarden, worden door het Waarborgfonds verrekend met het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden. De baten en lasten van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden zijn in de cijfers van het Waarborgfonds opgenomen. Met ingang van 2003 heeft het Waarborgfonds tevens de taak van Schadevergoedingsorgaan, op basis van artikel 27k Wam, gekregen. Het Schadevergoedingsorgaan treedt op bij schaden die in het buitenland veroorzaakt zijn door buitenlandse motorrijtuigen indien: a. binnen drie maanden na de datum waarop een in Nederland woonachtige benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend bij de verzekeraar (of diens schaderegelaar in Nederland) van het veroorzakende motorrijtuig hem geen met redenen omkleed antwoord op het verzoek heeft verstrekt; b. de verzekeraar heeft nagelaten om in Nederland een schaderegelaar aan te stellen; c. de verzekeraar niet kan worden geïdentificeerd binnen twee maanden na het voorvallen van het feit waaruit de schade is ontstaan; of d. het motorrijtuig niet kan worden geïdentificeerd. De invloed van deze taak is apart zichtbaar in de toelichting van de jaarrekening opgenomen. De Ministers van Financiën en Justitie zijn bevoegd op grond van artikel 23 Wam als “uiterste middel” de aanwijzing van het Waarborgfonds tot uitvoerder van wettelijke taken in te trekken. De financiering van het Waarborgfonds geschiedt overeenkomstig artikel 24a Wam door de verzekeringsmaatschappijen die zijn toegelaten tot het afsluiten van motorrijtuigverzekeringen overeenkomstig de Wam en de Staat. Naast de in de wet verankerde taken voert het Waarborgfonds ook incasso- en excassowerkzaamheden uit in het kader van twee regresconvenanten tussen enerzijds de verzekeringsbranche en anderzijds de Sociale Verzekeringsbank (ANW-regres) en het College voor Zorgverzekeringen (AWBZ-regres).
1.2.
Grondslagen van waardering en bepaling resultaat
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Alle activa en passiva zijn gewaardeerd tegen historische kosten en zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders is vermeld. De rapporteringsvaluta is de euro. Alle bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven.
1.3.
Stelselwijziging
Met ingang van 2008 is een stelselwijziging doorgevoerd voor de waardering van de pensioenverplichtingen. Op basis van de RJ-Uiting 2008-6 van de Raad voor de Jaarverslaggeving kunnen in de berekening van de pensioenverplichting
25
bij een middelloonregeling, toekomstige salarisstijgingen buiten beschouwing blijven. Overeenkomstig de uitzondering die de RJ-uiting maakt voor de aanpassing van vergelijkende cijfers, zijn de cijfers over 2007 niet aangepast. Het effect van de stelselwijziging op de pensioenvoorziening per 1-1-2008 bedraagt negatief D 651.000 en op het resultaat over 2008 positief D 106.000. Het effect van de stelselwijziging per 1-1-2008 is rechtstreeks verwerkt in het saldo van in komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen, analoog aan de vorming van de voorziening in 2005.
1.4.
Gebruik van schattingen en veronderstellingen bij de opstelling van de financiële overzichten
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het Waarborgfonds schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de gerapporteerde activa en verplichtingen en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Het betreft met name het vaststellen van de technische voorzieningen voor nog te betalen schaden en het vaststellen van de vordering uit verhaalde schaden. Hierbij worden de situaties beoordeeld, gebaseerd op beschikbare financiële gegevens en informatie. Hoewel deze schattingen met betrekking tot actuele gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten afwijken van die schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
2.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele-, investerings- en beleggings- en financieringsactiviteiten. In het kader van het kasstroomoverzicht bestaan liquide middelen uit kasgelden en bij het Ministerie van Financiën en banken beschikbare gelden.
3.
Balans
3.1.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de geschatte economische levensduur.
3.2.
Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
3.3.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de geschatte economische levensduur. Periodiek wordt beoordeeld of de materiële vaste activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien de boekwaarde van een materieel vast actief duurzaam hoger is dan de opbrengstwaarde, wordt deze onmiddellijk afgeboekt tot de opbrengstwaarde.
3.4.
Technische voorzieningen voor nog te betalen schaden
Voorzieningen voor nog te betalen schaden betreffen de geaccumuleerde schattingen van de uiteindelijke schaden en omvatten een voorziening voor reeds voorgevallen, maar nog niet gemelde schaden. De voorzieningen geven de schatting weer van de toekomstige uitkeringen en schadebehandelingskosten voor gemelde en nog niet gemelde schadeclaims met betrekking tot gebeurtenissen die zich reeds hebben voorgedaan. De voorziening voor nog te betalen schaden is bestemd voor de per balansdatum nog niet afgewikkelde schaden van het boekjaar en de voorgaande jaren. De vaststelling geschiedt stelselmatig post voor post, dan wel op basis van statistische gegevens, rekening houdende met nog niet gemelde schaden. Bij de bepaling van de voorziening is tevens rekening gehouden met nog te maken schadebehandelingskosten.
26
Het vaststellen van een voorziening gaat gepaard met onzekerheden, waarbij onderbouwde schattingen en beoordelingen moeten worden gemaakt. De schadevoorzieningen worden, conform hetgeen gebruikelijk is in de branche, niet contant gemaakt. Wijzigingen in schattingen worden in het resultaat opgenomen in de periode waarin de schattingen zijn aangepast. Verplichtingen voor niet-betaalde schaden worden in het geval van individuele gevallen die zijn gemeld, geschat aan de hand van de schadevaststelling. In het geval van reeds voorgevallen maar nog niet gemelde schaden, worden de verplichtingen geschat op basis van statistische analyses. Statistische analyses worden ook gebruikt om de uiteindelijk verwachte kosten te schatten van complexere claims die door zowel in- als externe factoren (zoals schadebehandelingsprocedures, inflatie, veranderingen in wet- en regelgeving, gerechtelijke uitspraken, historie en trends) kunnen worden beïnvloed. Uitkeringen worden als last opgenomen wanneer ze worden gedaan.
3.5.
Algemene voorzieningen
De pensioentoezeggingen zijn gebaseerd op een geïndexeerde middelloonregeling en toegezegd pensioen. De pensioenregeling is in een garantiecontract ondergebracht bij een verzekeraar. Toegekende pensioenaanspraken worden door middel van jaarlijkse premiebetaling aan de verzekeraar afgefinancierd. Voor een negatief of positief saldo van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken op balansdatum minus de reële waarde van de fondsbeleggingen, wordt in de balans een voorziening voor pensioenverplichtingen respectievelijk een vordering opgenomen. De reële waarde van de fondsbeleggingen wordt eveneens actuarieel berekend op basis van de opgebouwde rechten. Bij de berekening van het saldo van de vordering of verplichting wordt rekening gehouden met de op balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte actuariële resultaten. Wanneer het saldo van de contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken minus de reële waarde van de fondsbeleggingen resulteert in een positief saldo, vindt opname van een vordering plaats voor maximaal de som van: • eventuele op balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte negatieve actuariële resultaten; • de nog aan volgende boekjaren toe te rekenen lasten over verstreken diensttijd; • en de contante waarde van terugbetalingen uit de regeling of verlaging van toekomstige bijdragen aan de regeling. Indien de cumulatieve actuariële resultaten meer bedragen dan het hoogste bedrag van 10% van de contante waarde van de pensioenaanspraken en 10% van de reële waarde van de fondsbeleggingen, vindt verwerking in de staat van baten en lasten plaats van het bedrag van de overschrijding gedurende de verwachte gemiddelde resterende diensttijd van de actieve deelnemers. De pensioenlast wordt actuarieel berekend aan de hand van verwachtingen betreffende het verloop in het onderhavige boekjaar van de contante waarde van de pensioenaanspraken en de fondsbeleggingen en het aan het huidige boekjaar toe te rekenen deel van de nog niet in de staat van baten en lasten verwerkte cumulatieve actuariële resultaten.
4.
Staat van baten en lasten
4.1.
Bijdragen
De bijdragen worden verantwoord op basis van de jaarlijks in rekening gebrachte bedragen.
4.2.
Opbrengst vrijstellingsbewijzen
De opbrengsten worden verantwoord op kasbasis.
4.3.
Financiële baten
De opbrengst uit financiële baten bestaat uit rente in verband met het aanhouden van de liquide middelen en deposito’s bij het Ministerie van Financiën verminderd met bankkosten.
4.4.
Schadelast
De schadelast betreft de uitkeringen voor geleden schaden en de kosten van derden voor het vaststellen van de schaden, herverzekering en de mutatie in de technische voorziening nog te betalen schaden. Op de schadelast zijn de opbrengsten uit hoofde van verhaal in mindering gebracht.
4.5.
Bedrijfslasten
De bedrijfslasten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben en bestaan uit personeels- en beheerkosten. Onder de personeelskosten vallen onder andere salarissen, sociale lasten en pensioenlasten. De personeelskosten voor de behandeling van schaden worden niet toegerekend aan de schadelast. 27
5.
Risicobeheer
5.1.
Risicoprofiel
Het Waarborgfonds voert een wettelijke taak uit. De financiering van de wettelijke taak is in de wet geregeld. Conform artikel 24 Wam zijn alle verzekeraars, die in het bezit zijn van een vergunning tot het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen, een bijdrage verschuldigd aan het Waarborgfonds op basis van aard en aantal verzekerde motorrijtuigen. De hoogte van de bijdrage wordt door het bestuur van het Waarborgfonds vastgesteld. Verder staan de verzekeraars, die in het bezit zijn van een vergunning voor het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen, borg voor de verplichtingen van het Waarborgfonds (artikel 24a Wam). De Staat der Nederlanden wordt voor de door de Staat aangehouden, maar niet verzekerde motorrijtuigen gelijk gesteld aan de verzekeraars. In verband met deze borgstelling zijn de schadeverplichtingen niet geheel gefinancierd en heeft het Waarborgfonds geen eigen vermogen. De omvang van de latente verplichting voor de verzekeraars en de Staat wordt in de balans zichtbaar gemaakt onder “In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen”.
5.2.
Schadelast
Brutoschaden De schadelast van het Waarborgfonds betreft schaden die zijn veroorzaakt door een motorrijtuig. Deze schaden betreffen voornamelijk materiële schaden die binnen een korte termijn kunnen worden afgewikkeld. Een klein deel van de claims heeft betrekking op personenschaden. De afwikkeling van deze claims kan langdurig van aard zijn en kent een grote mate van onzekerheid ten aanzien van de uiteindelijke schadelast. Ten aanzien van deze claims met personenschade voeren wij een actief schaderegelings- en reserveringsbeleid en wordt de Gedragscode Behandeling Letselschade nageleefd, mede met het doel om de ontwikkeling van de schadelast zo goed mogelijk te beheersen. De afloop van de technische voorziening geeft over 2007 en 2008 het volgende beeld:
28
Technische
Betalingen
Technische
voorzieningen
(brutoschaden
voorzieningen
vrijval/
voor te betalen
en schade-
voor te betalen
toevoegingen
schaden per
regelingskosten)
1 januari
2008 Schadejaren: 2003 en eerder 2004 2005 2006 2007
Per saldo
schaden per 31 december
35.932 8.380 12.810 24.024 46.354
7.952 1.528 1.617 4.424 17.546
27.327 6.670 10.173 13.943 21.461
653 182 1.020 5.657 7.347
127.500
33.067 27.845
79.574 47.126
14.859
60.912 Schadebehandelingskosten
126.700 2.700
Totaal
129.400
Totaal t/m 2007 2008
2007 Schadejaren: 2002 en eerder 2003 2004 2005 2006
38.700 11.853 13.578 22.354 50.015
7.528 1.640 2.136 4.215 17.004
26.944 8.988 8.380 12.810 24.024
4.228 1.225 3.062 5.329 8.987
136.500
32.523 29.873
81.146 46.354
22.831
62.396 Schadebehandelingskosten
127.500 3.200
Totaal
130.700
Totaal t/m 2006 2007
Herverzekering Met ingang van 11 juni 2007 is, vanuit de implementatie van de 5e Europese Richtlijn Motorrijtuigen, de minimaal te verzekeren som voor wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen verhoogd van D 907.560 (NLG 2 miljoen) naar D 6 miljoen, verdeeld over D 1 miljoen voor materiële schade en D 5 miljoen voor personenschade. Bij motorrijtuigen ingericht voor het vervoer van meer dan 8 inzittenden, de bestuurder daaronder niet begrepen, bedraagt de minimale dekking voor personenschade D 10 miljoen. Indien de schade wordt veroorzaakt door een gevaarlijke stof geldt naast de hiervoor genoemde bedragen een dekking van D 10 miljoen, waarbij een ruimer schadebegrip geldt dan voor andere vormen van aansprakelijkheid. Het Waarborgfonds heeft besloten dat het verhoogde risico vanaf 2007 deels wordt herverzekerd bij een professionele herverzekeraar met een hoogwaardige rating. Het risico voor 2008 is evenals in 2007 afgedekt middels een excess of loss contract met een dekking per evenement tot D 16 miljoen met een eigen behoud van D 5 miljoen. Bij meerdere evenementen dient per evenement aanvullende herverzekeringspremie te worden betaald. Het risico van terrorisme is herverzekerd bij de Nederlands Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V.
29
Fraude Onder fraude wordt verstaan het ten onrechte ten laste van het Waarborgfonds brengen van schadegevallen of schadeposten, alsmede het majoreren van de omvang van de schade. Bij 94% van de bij het Waarborgfonds ingediende claims ontbreekt de toelichting van een veroorzakende partij (de doorrijders). Voor de bepaling van de schadetoedracht en de aansprakelijkheid van het Waarborgfonds zijn wij dan afhankelijk van de benadeelde en eventuele getuigen. De schadebehandelaars worden opgeleid en getraind om indicatoren te ontdekken in een claim die kunnen duiden op mogelijke fraude. Claims met een fraude-indicatie worden gemeld bij de afdeling Speciale Zaken waarna nader wordt onderzocht of daadwerkelijk van fraude sprake is.
5.3.
Renterisico
Het Waarborgfonds kent geen renterisico’s. De technische voorzieningen voor nog te betalen schaden worden niet contant gemaakt en in de schuldenposities zijn geen schulden opgenomen waarvoor rentevergoedingen worden verstrekt. De liquide middelen worden in de vorm van deposito’s uitgezet.
5.4.
Kredietrisico
Het kredietrisico voor het Waarborgfonds doet zich voor in de vorderingen uit verhaalde schaden. Deze vorderingen betreffen de op onverzekerde aansprakelijken van een motorrijtuig verhaalde schade-uitkeringen. De totale vordering bestaat uit een groot aantal kleine vorderingen op een groot aantal partijen. Een incidentele wanbetaler heeft geen grote invloed op de totale inbaarheid van de vordering. Deze vorderingen worden verder gewaardeerd op basis van historische gegevens ten aanzien van daadwerkelijk verhaalde bedragen waarbij rekening wordt gehouden met het risico van oninbaarheid. Onder de overige vorderingen zijn ook vorderingen opgenomen uit hoofde van verhaalde en te verhalen schaden van het Schadevergoedingsorgaan. Deze bedragen worden verhaald op buitenlandse schadevergoedingsorganen. Het kredietrisico voor deze posten wordt als zeer laag ingeschat. De liquide middelen worden aangehouden, conform de Comptabiliteitswet 2001, bij het Ministerie van Financiën. Het Waarborgfonds heeft een grote latente vordering op verzekeringsmaatschappijen en de Staat. Deze vordering is gebaseerd op de Wam. Deze vordering is niet gerelateerd aan individuele verzekeraars maar op de gezamenlijke branche van verzekeraars met vergunning voor het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen. Bij betalingsonmacht of uittreden van een individuele verzekeraar wordt de vordering omgeslagen over de resterende verzekeraars.
5.5.
Kasstroomrisico
De jaarlijks door verzekeraars en de Staat te betalen bijdrage aan het Waarborgfonds wordt bepaald aan de hand van de begroting voor het komende jaar. De hoogte van de bijdrage wordt gelijk gesteld aan de te verwachten uitkeringen en kosten (kasstelsel), eventueel onder verrekening van in voorgaande jaren teveel c.q. te weinig ontvangen bijdragen. Ter ondervanging van het risico dat de werkelijke uitkeringen en beheerkosten hoger uitvallen dan begroot wordt een liquiditeitsbuffer aangehouden.
30
6.
Toelichting op de Balans (x D 1.000)
IMMATERIELE VASTE ACTIVA
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Cumulatieve aanschaffingswaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
2008
2007
409 -199
562 46 -199
210
409
1.475 1.265
1.475 1.066
210
409
Dit betreft voornamelijk aangekochte software welke in acht jaar wordt afgeschreven.
IN KOMENDE JAREN VAN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN DE STAAT TE ONTVANGEN BIJDRAGEN Ingevolge artikel 24a Wam waarborgen de als motorrijtuigverzekeraar toegelaten verzekeringsmaatschappijen en de Staat, ieder overeenkomstig het aantal en de aard van de door hen in Nederland verzekerde motorrijtuigen, de verplichtingen van het Waarborgfonds. Dit betreft het bedrag dat in komende jaren dient te worden gedekt uit de bijdragen die verzekeringsmaatschappijen en de Staat conform de desbetreffende wettelijke regelingen aan het Waarborgfonds dienen te betalen. Stand per 1 januari Stelselwijziging pensioenvoorziening Saldo van baten en lasten
62.207 -651 -6.400
71.594 -9.387
Stand per 31 december
55.156
62.207
VORDERINGEN Vordering uit verhaalde schaden De schade-uitkeringen op schaden veroorzaakt door onverzekerden worden verhaald. De totale vordering wordt, met uitzondering van een bedrag groot 1.940 (2007: 1.550), geheel voorzien wegens oninbaarheid. De looptijd van de vordering op verhaalsdebiteuren is grotendeels meer dan 1 jaar.
31
Overige vorderingen Vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan Vooruitbetaalde en overige kosten
2.035 2.280
884 422
4.315
1.306
De vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan betreffen grotendeels de tegenhanger van de onder de technische voorzieningen voor nog te betalen schaden opgenomen voorziening in het kader van artikel 27o Wam. De looptijd van deze vordering is grotendeels meer dan 1 jaar. In de vooruitbetaalde en overige kosten is het rekening-courantsaldo met het facilitair bedrijf 3P Service begrepen. Dit saldo heeft betrekking op gelden die door het WBF aan 3P Service beschikbaar zijn gesteld in het kader van de door 3P Service te verrichten diensten. Het saldo is in principe direct opvraagbaar en zal in de komende jaren worden verrekend met door 3P Service gemaakte kosten en worden ontvangen. Er zijn geen afspraken tussen het Waarborgfonds en 3P Service over de periode waarin het saldo wordt verrekend en/of over rentevergoedingen. De overige vorderingen die opgenomen staan onder het kopje Vooruitbetaalde en overige kosten hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
OVERIGE ACTIVA Materiële vaste activa Computerapparatuur
Totaal
2007
2008
2007
2008
2007
2 0 -2 0
36 0 -34 0
84 60 -29 0
35 73 -24 0
86 60 -31 0
71 73 -58 0
0
2
115
84
115
86
577 577
577 575
177 62
506 422
754 639
1.083 997
0
2
115
84
115
86
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen Afschrijvingen Desinvesteringen Boekwaarde per 31 december
Cumulatieve aanschaffingswaarde Cumulatieve afschrijvingen
Bedrijfsauto´s
2008
Boekwaarde per 31 december
De materiële vaste activa worden in drie tot vijf jaren afgeschreven.
Liquide middelen Waarborgfonds is door de Minister van Financiën aangewezen om in het kader van Centraal Kasgeldbeheer de middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën. Onder deze post zijn deposito's ad 67.800 (2007: 68.750) opgenomen met een gemiddelde looptijd van 65 dagen. Het bestuur heeft besloten dat het saldo liquide middelen zal worden verlaagd tot een niveau dat noodzakelijk is voor een continue bedrijfsvoering. Dit bedrag wordt jaarlijks beoordeeld. Restitutie van de overtollige liquide middelen zal in de komende jaren plaatsvinden door verrekening met de jaarlijkse bijdragen. Door deze restitutie zal de vordering toenemen uit hoofde van de “In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen”.
32
FONDS MIDDELEN GEMOEDSBEZWAARDEN In het kader van artikel 24 lid 3 Wam wordt de opbrengst uit vrijstellingsbewijzen afzonderlijk geadministreerd en uitsluitend aangewend voor betaling van de door het Waarborgfonds in het kader van artikel 25 lid 1 onder e door gemoedsbezwaarden veroorzaakte schaden en kosten in het kader van de afgifte van vrijstellingsbewijzen en schadebehandeling. De gelden die resteren worden als apart fonds verantwoord.
Stand per 1 januari opbrengst vrijstellingsbewijzen financiële baten en lasten schadelast bedrijfskosten
2008
2007
1.294
1.078
441 186 441 -130
saldo van baten en lasten
441 151 -243 -133 938
216
2.232
1.294
Schadejaar 2001 en voorgaande jaren 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
15.204 3.388 7.252 6.670 10.140 12.265 16.860 17.221
21.213 5.731 8.766 8.210 11.611 15.110 15.659 -
IBNR-claims Schadebehandelingskosten
89.000 35.700 2.700
86.300 40.400 3.200
127.400
129.900
1.483 33 28 151 130 175
222 170 54 54 150 150
2.000
800
129.400
130.700
Stand per 31 december
TECHNISCHE VOORZIENINGEN Voor nog te betalen schaden Uit hoofde van artikel 25 Wam (Waarborgfonds):
Uit hoofde van artikel 27o Wam (Schadevergoedingsorgaan): Schadejaar 2003 2004 2005 2006 2007 2008 IBNR-claims
Totaal generaal 33
ALGEMENE VOORZIENINGEN 2008
2007
7.135 4.412
7.140 4.172
Tekort Nog niet geamortiseerde actuariële resultaten
2.723 -1.628
2.968 -1.206
Netto pensioenvoorziening per 31 december
1.095
1.762
Stand per 1 januari Stelselwijziging In de staat van baten en lasten opgenomen pensioenlast Betaling premie
1.762 -651 450 -466
1.550 512 -300
Stand per 31 december
1.095
1.762
5,40% 5,40% 0,00% 3,00% GBMV ‘00-’05
5,40% 5,40% 3,00% 3,00% GBMV ‘00-´05
-1 -2 3
-1 -2 3
Netto Pensioenvoorziening Contante waarde van toegekende pensioenaanspraken Reële waarde van de fondsbeleggingen
Verloop netto pensioenvoorziening
De voornaamste actuariële grondslagen: Disconteringsvoet Verwacht rendement op fondsbeleggingen Toekomstige salarisstijgingen Indexatie van pensioenuitkeringen Overlevingstafel Leeftijdscorrectie - man - vrouw Leeftijdsverschil man / vrouw
De cumulatieve actuariële resultaten bedragen ultimo 2008 meer dan 10% van de contante waarde van de pensioenaanspraken. De overschrijding van deze 10%-limiet aan nog niet geamortiseerde actuariële resultaten wordt gedurende de verwachte gemiddelde resterende diensttijd van de actieve deelnemers ten laste van het resultaat gebracht.
SCHULDEN Overige schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Banken en kredietinstellingen Overige schulden
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
34
33 66 92
178 63 770 259
191
1.270
7.
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten (x D 1.000)
BIJDRAGEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN STAAT Op basis van opgaven (conform artikel 24 lid 1 Wam) van verzekeringsmaatschappijen omtrent het aantal verzekerde motorrijtuigen en van de Staat het aantal motorrijtuigen, werd de volgende bijdrage in rekening gebracht: in 2008 9.007.453 gekentekende motorrijtuigen 1.269.724 niet-gekentekende motorrijtuigen Nagekomen afrekening voorgaande jaren
à à
D 7,00 D 1,10
63.052 1.397 -7 64.442
in 2007 8.807.818 gekentekende motorrijtuigen 1.211.622 niet-gekentekende motorrijtuigen Nagekomen afrekening voorgaande jaren
à à
D 7,00 D 1,10
61.655 1.333 -106 62.882
OPBRENGST VRIJSTELLINGSBEWIJZEN Dit betreft de van gemoedsbezwaarden ontvangen bedragen inzake de aan hen, in het kader van artikel 19 Wam, verstrekte vrijstellingen voor het sluiten van een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. De tarieven worden jaarlijks door de Minister van Financiën (artikel 20 Wam) vastgesteld op voorstel van het Waarborgfonds en rekening houdende met de omvang van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden.
HONORARIUM SCHADEVERGOEDINGSORGAAN Conform internationale afspraken is het Schadevergoedingsorgaan bevoegd om voor de behandeling van schaden een honorarium in rekening te brengen aan soortgelijke schadevergoedingsorganen en verzekeringsmaatschappijen. Het honorarium is afhankelijk van het totale bedrag van de uitgekeerde schade en bedraagt 15% van de schade met een minimum van D 200 en een maximum van D 3.500.
FINANCIËLE BATEN De opbrengst uit financiële baten bestaat uit rente op deposito’s en op in rekening-courant aangehouden gelden.
SCHADELAST
Bruto schaden Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Herverzekeringspremie Verhaalde schaden Schaderegelingskosten
35
2008
2007
57.180 -1.300 250 -4.259 3.732
57.966 -9.100 250 -2.699 4.430
55.603
50.847
Bruto schaden
Waarborgfonds (cf. artikel 25 Wam) Schadevergoedingsorgaan (cf. artikel 27o Wam)
2008
2007
57.091 89
57.817 149
57.180
57.966
Gesplitst naar de categorieën in artikel 25 lid 1 Wam is de bruto schade van het Waarborgfonds als volgt te verdelen: 2008
2007
Schaden veroorzaakt door
aantal
%
bedrag
%
aantal
%
bedrag
%
a. onbekend gebleven motorrijtuigen b. niet-verzekerde motorrijtuigen c. door diefstal of geweld verkregen motorrijtuigen d. onvermogen van de verzekeraar e. motorrijtuigen met een vrijstelling gemoedsbezwaarden
38.270 1.720
95 4
46.100 9.482
81 17
38.252 1.937
94 5
46.551 9.970
81 17
186 0
1 0
954 0
2 0
204 0
1 0
1.133 0
2 0
15
0
555
0
8
0
163
0
40.191
100
57.091
100
40.401
100
57.817
100
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden
Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan
2008
2007
-2.500 1.200
-9.200 100
-1.300
-9.100
In de wijziging voorziening voor nog te betalen schaden is opgenomen een vrijval uit de voorziening ultimo voorgaand boekjaar groot 14.859 (2007: 22.831) voornamelijk als gevolg van, door de dalende tendens in ontvangen claims en nameldingen, te hoog ingeschatte voorzieningen voor IBNR-claims.
Verhaalde schaden Dit betreft de baten uit hoofde van het recht van verhaal dat het Waarborgfonds krachtens artikel 27t (Schadevergoedingsorgaan) en 28 Wam verkrijgt tegen de aansprakelijke personen en degenen die hun verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig waarmee de schade is veroorzaakt niet zijn nagekomen.
Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan, incl honorarium
36
2.970 1.289
2.450 249
4.259
2.699
Schaderegelingkosten Dit betreft uitsluitend externe schadebehandelingskosten. Interne schadebehandelingskosten zijn opgenomen onder de bedrijfskosten.
Expertisekosten Leges, proces-, advies- en verhaalskosten Buitengerechtelijke kosten
2008
2007
1.587 135 2.010
1.789 136 2.505
3.732
4.430
1.942 256 450 105 919
1.926 241 464 123 1.092
3.672
3.846
43,1
43,2
BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenlast Overige personeelskosten Doorberekende personeelskosten Coöp. Vereniging 3P Service u.a.
Aantal werknemers ultimo boekjaar uitgedrukt in volledige dienstverbanden
Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars en Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. hebben hun facilitaire diensten ondergebracht in de Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. De leden maken jaarlijks afspraken over de doorbelastingsleutels van de kosten aan de leden. De pensioenlast is als volgt samengesteld: Aan boekjaar toegerekende pensioenkosten Interestlast Verwachte opbrengst fondsbeleggingen
339 365 -195
392 277 -157
Af: Eigen bijdrage medewerkers
509 59
512 48
Pensioenlast
450
464
De werkelijk behaalde opbrengst fondsbeleggingen bedraagt 124 negatief (2007: 699 negatief). Dit is berekend als het verwachte rendement op fondsbeleggingen plus de actuariële winsten of verliezen op fondsbeleggingen. Beloning bestuur en directie De bezoldiging van het bestuur bedroeg 20 (2007: 20). Het bestuur stelt de beloning van de directie vast. Wijzigingen in de beloning van het bestuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Financiën en Justitie.
37
Beheerkosten Huisvestingskosten Kantoor- en algemene kosten Automatiseringskosten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa Aan het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars doorberekende huisvestingskosten
547 705 529 230
623 775 567 258
-13
-39
1.998
2.184
In de beheerkosten zijn doorberekende kosten van de Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. begrepen ter hoogte van 1.155 (2007: 1.033).
BELASTINGEN De Stichting is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Rijswijk, 14 april 2009
Bestuur mr A.J. Jutte (voorzitter) mr J.M.J. Hommel MMO mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen J.C. Jansen mr F.J.D. Wiegerink
Directie mr F.J. Blees (voorzitter) N.J.M. Barendse RA
38
Overige gegevens
ACCOUNTANTSVERKLARING Aan: Het bestuur van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen zoals uiteengezet in de toelichting van de jaarrekening. Tevens is het bestuur van de stichting verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengst vrijstellingsbewijzen en brutoschaden. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de relevante wet- en regelgeving/bepalingen zoals opgenomen in de artikelen 19, 20, 24, 25, 26 en 27o van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (Wam). Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving en het opmaken van de jaarrekening, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht en het Protocol toetsing rechtmatigheid, zoals overeengekomen tussen Stichting Waarborgfonds Motorverkeer en de Ministeries van Justitie en Financiën. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat conform de in de toelichting van de jaarrekening beschreven grondslagen, alsmede het voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
39
Oordeel Naar ons oordeel is de jaarrekening 2008 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, in alle van materieel belang zijnde aspecten, opgemaakt in overeenstemming met de door de Stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de toelichting van de jaarrekening. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengst vrijstellingsbewijzen en bruto schaden over 2008 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in de artikelen 19, 20, 24, 25, 26 en 27o van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (Wam).
Amstelveen, 14 april 2009
KPMG Accountants N.V.
F.J.J. Glorie RA
40
41
Kerncijfers
ALGEMEEN
2008
2007
2006
2005
2004
Aantal in behandeling genomen nieuwe claims
56.557
53.241
51.919
58.970
64.070
Aantal toegewezen claims
40.191
40.401
40.648
46.540
57.856
Totaal uitgekeerd bedrag (x D 1.000)
57.091
57.817
55.790
63.835
77.849
9.007.453 1.269.724
8.807.818 1.211.622
8.654.613 1.255.887
8.542.433 1.225.783
8.380.976 1.189.291
4.001 703
3.835 748
3.422 727
3.321 709
3.213 696
Aantal motorrijtuigen waarvoor door verzekeraars, de Staat en de Gemoedsbezwaarden een bijdrage werd gestort: Gekentekende motorrijtuigen Niet gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
GEMOEDSBEZWAARDEN Aantal motorrijtuigen waarvoor een vrijstelling is afgegeven: Gekentekende motorrijtuigen Niet gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
BIJDRAGE VERZEKERAARS EN STAAT De basis van de inkomsten van het Waarborgfonds is de jaarlijkse bijdrage door de verzekeraars en de Staat op grond van het aantal verzekerde motorrijtuigen en motorrijtuigen van het Rijk. De ontwikkeling van de jaarlijkse bijdrage per motorrijtuig is als volgt: (in euro)
2008
2007
2006
2005
2004
gekentekende motorrijtuigen niet-gekentekende motorrijtuigen
7,00 1,10
7,00 1,10
10,00 1,45
10,65 1,50
9,40 1,35
42
SCHADECIJFERS NAAR SOORT CLAIM Aantal ontvangen claims per jaar Parkeerschade
Wegmeubilair-
Overige
Personen-
schade
materiële
schade
Totaal
schade
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
35.735 35.736 35.662 34.282 31.898 32.149 30.084
15.677 17.235 18.958 16.181 12.204 13.494 18.775
7.576 7.590 7.782 6.836 6.310 6.037 5.935
1.717 1.617 1.668 1.671 1.507 1.561 1.763
60.705 62.178 64.070 58.970 51.919 53.241 56.557
Parkeerschade
Wegmeubilair-
Overige
Personen-
Totaal
schade
materiële
schade
Betaald schadebedrag per jaar (bedragen x D 1.000)
schade
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
25.671 29.874 32.536 27.610 24.800 23.986 20.599
14.689 15.012 20.144 14.624 10.969 12.489 15.706
43
10.401 11.274 12.316 9.636 8.397 7.669 7.046
13.079 11.225 12.853 11.965 11.624 13.673 13.740
63.840 67.385 77.849 63.835 55.790 57.817 57.091
Vormgeving: Ton Wienbelt, Den Haag Interviews thema: MarketResponse, Leusden Teksten thema: Marcel Uljee, Amersfoort Fotografie: Josje Deekens, Den Haag Druk: Quantes, Rijswijk
44
Handelskade 49 Postbus 3003 2280 MG Rijswijk Telefoon (070) 340 82 00 www.wbf.nl