Jaarverslag 2011
Personalia Het Bestuur mr drs R.J. Hof voorzitter mr J.M.J. Hommel MMO mr T.L.W.M. Mallant mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
Contactpersonen mr dr C.B. van der Net Ministerie van Justitie drs F.C. Keppels Ministerie van Financiën
Directie Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. voor deze: mr F.J. Blees N.J.M. Barendse RA
Inhoud 1.
Inleiding
5
2. Financieel resultaat
7
3. Prestaties 2011
8
4. Ineas/IIC, verzekeraar in faillissement
13
5. Het Waarborgfonds als schadevergoedingsorgaan
15
6. Governance
16
7. Risicomanagement en compliance
17
8. Bestuur
21
9. Toekomstverwachting
23
10. Jaarrekening
25
Balans per 31 december 2011
26
Staat van baten en lasten over 2011
27
Kasstroomoverzicht over 2011
28
Toelichting
29
Overige gegevens
45
Kerncijfers
47
Nieuw snelheidsrecord Amerikaan Bill Warner blaast z’n Hayabusa naar de 500 km/u. Warner brak z’n oude record van 278.6 mph (447.4 km/u) op de Loring Air Force Base in Maine (VS). Op zijn Hayabusa turbo was hij tevens de eerste persoon die harder dan 300 mph reed op een motorfiets. Met 311.945 mph (502.03 km/u) ging hij daar ruim overheen.
1. Inleiding Het verslagjaar 2011 wordt gekenmerkt door veel somber nieuws rond de Eurocrisis. Landen als Griekenland, Portugal, Spanje en Italië zijn zwaar getroffen door het economisch tij en dat veroorzaakte uiteraard grote onrust. Het imago van de verzekeringswereld is daarnaast behoorlijk beschadigd en het vertrouwen in de financiële sector staat nog steeds onder druk. Het Waarborgfonds Motorverkeer wordt minder geraakt door de Euro-perikelen. Het heeft zich tijdens dit verslagjaar normaal gekweten van zijn taak, namelijk het fungeren als vangnet voor slachtoffers in het verkeer die schade hebben geleden door toedoen van onbekende of onverzekerde daders. Opnieuw is een aantal schaden afgewikkeld in het kader van het faillissement in 2010 van IIC/Ineas, zoals wij in het vorig verslag reeds verwachtten. In dat zelfde verslag maakten wij ook melding van de openstelling van een digitaal portaal, waarmee particuliere klanten parkeerschaden bij ons kunnen indienen. Gemiddeld twintig procent van deze claims werd in 2011 op die manier bij ons ingediend. Alle ervaringen die wij hebben opgedaan in het gebruik van het portaal en de behandeling van de op digitale wijze ingediende claims zullen worden meegenomen in het ontwerp van een verdere uitbouw van het portaal in 2012. Uiteindelijk kunnen alle particuliere claims via de website worden aangeboden. Het gemak waarmee onze klanten nu hun claim bij ons kunnen indienen en de snelheid waarmee deze vervolgens wordt verwerkt, werd bijzonder hoog gewaardeerd in het klanttevredenheidsonderzoek dat wij jaarlijks laten uitvoeren. Daarom hebben wij besloten het jaarlijkse thema voor het verslag hierbij aan te laten sluiten, zodat “snelheid” het onderwerp is geworden. Niet alleen de snelheid van de digitale wegen komt hierin aan bod, maar ook andere gebeurtenissen en ontwikkelingen die het Waarborgfonds Motorverkeer in 2011 hebben geraakt. 1 juli 2011 was de officiële startdatum voor de volledige uitbesteding van alle werkzaamheden van het Waarborgfonds aan de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. (VAN). Omdat het voltallig personeelsbestand van het Waarborgfonds op die datum in dienst is getreden van de VAN, beschikken wij dus nog altijd over het zelfde, deskundige team medewerkers. Dit team is onmisbaar voor ons succesvol functioneren en daarom gaat onze dank naar onze medewerkers uit.
If you are in a spaceship that is travelling at the
speed of light, and you turn on the headlights, does anything happen? Steven Wright
Jaarverslag 2011
5
Reizen deeltjes echt sneller dan het licht? *) Ook conclusies uit wetenschappelijk onderzoek blijken soms te snel getrokken – misschien wel sneller dan het licht. Op 16 maart 2012 moest een groep Italiaanse wetenschappers toegeven dat er meetfouten waren gemaakt bij de vaststelling van de snelheid van neutrino’s. De eerder gepubliceerde conclusie dat deze deeltjes sneller kunnen reizen dan het licht was daarmee van de baan. Waarmee eens te meer werd bevestigd hoezeer Einstein de spijker op de kop had geslagen.
Nieuwe experimenten bevestigen de conclusies die wetenschappers in september al trokken: sommige deeltjes gaan sneller dan het licht. In september beweerden wetenschappers van CERN dat ze deeltjes sneller dan het licht hadden laten reizen. De deeltjes konden 730 kilometer in 2,43 milliseconden afleggen. Dat betekent dat deze deeltjes in vergelijking met licht 60 nanoseconden minder nodig hadden om die afstand te volbrengen. Rep en roer De wetenschappelijke wereld was direct in rep en roer. Want had Einstein veel eerder toch niet gesteld dat geen enkel deeltje in een vacuüm sneller kan reizen dan het licht? Nieuwe experimenten Er werd dan ook direct gepleit voor nieuwe experimenten om de behaalde resultaten te herhalen (of te weerleggen). Die experimenten zijn nu uitgevoerd. En wederom arriveerden de deeltjes 60 nanoseconden eerder dan men zou verwachten. En wederom stellen de onderzoekers dat daarbij sprake is van een foutmarge van tien nanoseconden. Dus zelfs als zij er een beetje naast zitten, gaan de deeltjes nog sneller dan het licht. Hoewel de onderzoekers hebben gedaan wat hun collega’s van ze hebben gevraagd – meer onderzoek – is hiermee de kous nog niet af. Diverse wetenschappers willen meer experimenten zien. En die komen er ongetwijfeld, want dit is een enorm interessante studie. De implicaties zijn namelijk enorm. Stel dat deeltjes inderdaad sneller kunnen reizen dan het licht, dan zou tijdreizen bijvoorbeeld tot de mogelijkheden kunnen behoren*.
2. Financieel resultaat De door Verzekeraars en de Staat te betalen bijdrage aan het Waarborgfonds is voor 2011 verhoogd met 10%. Ondanks deze verhoging van de bijdrage werd voor 2011 wel een verlies begroot. Dit verlies houdt verband met de nagestreefde afbouw van de liquide middelen. Het aantal ontvangen schadeclaims ligt iets lager dan in 2010 (zie ook Hoofdstuk 3). De schadebetalingen liggen wel in lijn met de uitkeringen in 2010. De genormaliseerde (exclusief uitloopresultaten en de Ineas schade) schadelast bedraagt voor 2011 € 73,7 miljoen tegen € 72,7 miljoen voor 2010. Daarnaast bedraagt de schadelast als gevolg van het faillissement van Ineas in 2011 € 1,4 miljoen en in 2010 € 4,0 miljoen. De extra last in 2011 houdt verband met het op basis van nieuwe inzichten alsnog opnemen van de verplichtingen voor door Spaanse verzekerden van Ineas veroorzaakte schaden (zie ook Hoofdstuk 4). De afwikkeling van oude schaden leverde in 2011 door incidentele schaden een extra last op van € 5,7 miljoen waarbij in 2010 juist een vrijval optrad van € 16,8 miljoen (zie ook pagina 33). De bedrijfskosten bleven binnen de begroting. Het saldo van baten en lasten wordt verrekend met de in komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen.
Jaarverslag 2011
7
3. Prestaties 2011 In dit hoofdstuk gaan wij vanuit verschillende invalshoeken (aantallen, bedragen, toewijzingspercentages etc.) dieper in op onze werkzaamheden.
Ontvangen schadeclaims We kunnen de bij ons ingediende verzoeken om schadevergoeding grofweg in twee groepen verdelen, namelijk schade toegebracht door een onbekend gebleven veroorzaker (type A) en die, waarbij de veroorzaker onverzekerd is (type B tot E). De onverzekerde veroorzaker b is zijn verzekeringsplicht niet nagekomen c reed in een door diefstal of geweld verkregen voertuig d is verzekerd bij een verzekeringsmaatschappij die insolvent geraakt of e is van de verzekeringsplicht is vrijgesteld wegens gemoedsbezwaren of reed op een zogenaamde “elobike” . Het aantal ontvangen claims naar deze categorieën bedroeg de afgelopen jaren:
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
a 55.429 48.890 50.397 53.702 50.462 54.207 51.720
b 2.967 2.546 2.403 2.377 2.199 2.254 1.989
c 527 410 376 399 433 420 380
d 210 60
e 47 73 65 79 70 83 106
totaal 58.970 51.919 53.241 56.557 53.164 57.174 54.255
Zoals gebruikelijk heeft het grootste aantal van de in 2011 ontvangen claims betrekking op schaden die door onbekende daders is veroorzaakt. Hoewel het totaal beduidend lager ligt dan in 2010 kan toch niet gesteld worden dat een eerder gemelde dalende tendens zich heeft voortgezet; het totaal voor 2011 kan als gemiddeld worden aangemerkt. In 2010 ontvingen wij meer dan 200 claims in het faillissement van IIC/Ineas; een restant van 60 claims werd in 2011 ontvangen. De verdeling van claims op basis van onze wettelijke taak geeft intern onvoldoende houvast voor aansturing van onze processen. Voor de interne aansturing maken wij het onderscheid naar parkeerschaden (schade aan motorrijtuigen in geparkeerde toestand), wegmeubilairschaden (waaronder vangrails, lichtmasten, etc.), personenschaden en overige materiële schaden. In totaal ontvingen wij 54.255 claims ten opzichte van 57.174 in 2010, een daling van 5,1 % ten opzichte van 2010. Het aantal schaden aan geparkeerde motorvoertuigen bedroeg in 2011 28.881, een daling van 6,4 % ten opzichte van de 30.869 die wij in 2010 noteerden. Deze daling houdt mogelijk verband met de economische teruggang en een vermindering van het aantal gereden kilometers in Nederland. In de categorie wegmeubilair ontvingen wij in 2011 18.005 meldingen (2010: 18.483), weliswaar een daling van 2,6 %, maar in vergelijking tot de jaren ervoor nog steeds een fors aantal. Het aantal claims uit hoofde van overige materiële schade bedroeg in 2011 5.624 ten opzichte van 5.888 in 2010. Een daling van 4,5 %.
8
Jaarverslag 2011
Index (2000=100)
Ontwikkeling ontvangen claims vs wagenpark
160
140
Wegmeubilair Wagenpark
120
100
Totaal Personenschade Parkeer
80 Overige materiële schaden 60 2007
2006
2008
2009
2010
2011
Het aantal claims waarbij sprake is van personenschade is in 2011 daarentegen toegenomen: 1.745 ten opzichte van 1.724 in 2010, een stijging van 1,2 %. Een beperkt aantal claims in vergelijking tot het aantal waarin sprake is van materiële schade, maar voor benadeelden is er vaak sprake van grote gevolgen.
Toe- en afwijzingen Wij namen in 2011 in 55.874 (2010: 58.776) dossiers een beslissing over toe- of afwijzen. In 42.156 viel de beslissing geheel of gedeeltelijk gunstig uit voor de benadeelde; dat komt overeen met 75,5 %, een beperkte toename van 0,6 %-punt ten opzichte van 2010. Zie hieronder de uitkomsten bij de diverse categorieën. Toewijzingspercentage naar categorie
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 parkeerschaden
2009
wegmeubilairschaden
2010
2011
overige materiële schaden
personenschaden
totaal
categorie claim
Jaarverslag 2011
9
Voor wegmeubilair kwam het toewijzingspercentage voor 2011 uit op 94,4% (2010: 94,7%). Deze percentages zijn relatief hoog in vergelijking met de andere, omdat bij vaste objecten eenvoudiger aan de bewijseisen kan worden voldaan. Betere afstemming met de professionele claimanten leidt ook tot hogere toewijzingspercentages, omdat claimanten vooral dossiers indienen waarvan zij weten dat die ook voor vergoeding in aanmerking komen. Uiteindelijk willen wij bereiken dat claims waarvan het duidelijk is dat ze niet voor vergoeding in aanmerking komen, niet meer bij ons worden ingediend.
Doorlooptijden Wij stellen alles in het werk om verzoeken om schadevergoeding onmiddellijk in behandeling te nemen en zo snel mogelijk af te handelen. Wij vinden dat we daarin in 2011 goed zijn geslaagd, wat bevestigd wordt door de doorlooptijd van de behandelde dossiers: gemiddeld duurde het in 2011 26 (2010: 29) kalenderdagen voordat een claim was afgehandeld.
kalenderdagen
Doorlooptijd
60
50
40
30
20
10
0 parkeerschaden
2009
wegmeubilairschaden
2010
overige materiële schaden
gemiddeld materieel
2011
Het gemiddelde verschilt per soort schade zoals wij deze intern onderscheiden: schade aan geparkeerde voertuigen en schade aan wegmeubilair kan nu eenmaal sneller worden afgehandeld dan overige materiële schade, waar vaak schuldvraagonderzoek moet worden verricht. De doorlooptijd voor personenschaden is buiten de bovenstaande gemiddelde cijfers gehouden, omdat bij behandeling van een personenschade de behandeltijd mede gerelateerd is aan de herstelperiode van het letsel. In alle gevallen geldt echter dat wij de zaak zo voortvarend mogelijk behandelen. Doorlooptijden van personenschadedossiers meten wij via andere benaderingen. Naast de snelheid waarmee beslissingen omtrent aansprakelijkheid worden genomen is ook van belang hoeveel dossiers uit vorige jaren nog openstaan. Van de oudere schadejaren houden wij bij hoeveel dossiers er uiteindelijk nog niet met de slachtoffers zijn geregeld. Per saldo hebben wij in deze categorie minder dan 10% dossiers die langer lopen dan 2 jaar. Actieve aandacht voor doorlooptijden is één van de wezenlijke elementen van de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) die wij hebben ondertekend.
10
Jaarverslag 2011
Schade-uitkeringen In totaal keerden wij in 2011 € 65,4 miljoen uit, exclusief de schadebetalingen in verband met IIC/Ineas. In 2010 lag dat bedrag, exclusief de schadebetalingen in verband met IIC/Ineas, op € 66,1 miljoen. Op pagina 41 van dit jaarverslag vindt u de verdeling terug van de schade-uitkeringen naar categorie. Onze praktijk leert dat de ontwikkeling in schade-uitkeringen zelden recht evenredig verloopt met de ontwikkeling in aantallen. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met incidentele grote uitkeringen bij personenschade.
Klanttevredenheid Het resultaat van ons jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek bij materiële schaden is ten opzichte van 2010 verbeterd. Onze “Net Promoter Score” bedroeg + 34, ten opzichte van + 13 in 2010. Klanten uit de groep “Promoters” gaven aan vooral enthousiast te zijn over de snelheid waarmee wij hun claim in behandeling namen en tot een beslissing kwamen. Eén op de vijf particulieren van wie de claim door het Waarborgfonds werd afgewezen, gaf ons, ondanks de afwijzing, een rapportcijfer 8 of hoger. Omdat het Waarborgfonds als organisatie in Nederland volstrekt uniek is, zijn er geen benchmarks voorhanden die wij ter vergelijking kunnen hanteren. Ons klanttevredenheidsonderzoek loopt echter al vele jaren, waardoor wij de ontwikkeling in de loop der jaren goed kunnen volgen; de uitkomsten bieden vrijwel altijd handvatten die wij kunnen gebruiken om onze dienstverlening naar- en de tevredenheid van- zowel onze particuliere als zakelijke klanten verder te optimaliseren. Uit onze zakelijke claimanten werd in 2010 een klantenpanel gevormd, waarvan wij nu een continue terugkoppeling ontvangen. Dit levert uiteraard meer op dan jaar in, jaar uit dezelfde personen dezelfde vragen te stellen. Op het gebied van de behandeling van personenschadeclaims meten wij onze ´klanttevredenheid´ in samenwerking met het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). Voor 2011 kwam de score van onze klanttevredenheid uit op 7,8 (2010: 7,6). Een andere indicator voor het niveau van klanttevredenheid is het aantal klachten. Ontevreden relaties staan verschillende mogelijkheden ter beschikking. De meest laagdrempelige is ons interne klachtenbureau. Daarnaast hebben wij ons aangesloten bij het KIFID (Klachteninstituut Financiële Dienstverlening). Ons interne klachtenbureau ontving in 2011 38 klachten (2010: 45), waarvan er uiteindelijk 7 gegrond werden verklaard. In 2011 had het Waarborgfonds 14 klachten waarbij de klager het KiFiD heeft ingeschakeld. In 2010 waren dat er 7. De Ombudsman heeft in 12 gevallen het Waarborgfonds in het gelijk gesteld. Eén zaak is nog in behandeling en de andere is gedeeltelijk vergoed.
Verhaal op onverzekerden Een principieel belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van het Waarborgfonds bestaat uit het verhalen van de door aansprakelijke, onverzekerde personen veroorzaakte schade. Dit verhaalsrecht, dat in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) is vastgelegd, dient een belangrijk maatschappelijk doel. Naast de inspanningen van de overheid om de verzekeringsplicht te handhaven is het onmisbaar als instrument om het verzekeringssysteem van de Wam in stand te houden. De kans om na het onverzekerd veroorzaken van een ongeval voor de volledige schade in persoon te worden aangesproken is bovendien een goede stimulans om zich te verzekeren. Met onze verhaalsacties voorkomen wij ook dat de verzekerden een hogere bijdrage aan het Waarborgfonds zouden moeten opbrengen. De verzekerden brengen via hun verzekeringspremie immers de middelen op waarmee de slachtoffers van onverzekerde weggebruikers door het Waarborgfonds schadeloos worden gesteld. Daarnaast ervaren slachtoffers – vooral als er sprake was van personenschade - het als een vorm van immateriële genoegdoening dat de onverzekerde dader de financiële dans niet ontspringt. In 2011 incasseerde het Waarborgfonds een bedrag van € 2,6 miljoen (2010: € 2,7 miljoen).
Jaarverslag 2011
11
Fraudebestrijding Het is niet nieuw dat wij blootstaan aan pogingen tot misbruik en oneigenlijk gebruik: fraude. Ook hier hebben wij onze geïntensiveerde aanpak verder met succes voortgezet wat heeft geleid tot een besparing van € 1,7 miljoen. Dat is weliswaar € 0,9 miljoen minder dan in 2010, maar in dat jaar was sprake van een aantal schaden waarin hoge bedragen waren gevorderd. Wij hebben niet de illusie dat wij hiermee alle fraudepogingen boven water hebben en wij zien ook nog mogelijkheden voor verdere verbetering. De fraudebestrijding zal de komende jaren onverminderd onze aandacht blijven eisen en blijft stevig verankerd in onze organisatie. In dit verband merken wij op dat wij de aanbevelingen van het Verbond van Verzekeraars, neergelegd in het zogenaamde Delta Plan Fraude, ook in onze organisatie hebben ingevoerd.
12
Jaarverslag 2011
4. Ineas/IIC, verzekeraar in failissement Op basis van artikel 25 eerste lid, onder d van de Wam heeft het Waarborgfonds een taak bij het vergoeden van schade aan benadeelden van een veroorzaker van wie de verzekeraar in staat van onvermogen is geraakt. De afgelopen decennia had zo´n situatie zich in Nederland niet voorgedaan, maar op 24 juni 2010 heeft de rechtbank Amsterdam de noodregeling uitgesproken over de Nederlandse internet autoverzekeraar International Insurance Corporation (IIC), handelend onder de naam Ineas, gevolgd door een faillissement op 20 oktober 2010. Ook omdat wij onze overige uitkomsten in dit jaarverslag helder willen vergelijken met 2010, presenteren wij de gevolgen van het faillissement in dit aparte hoofdstuk. Ineas sloot niet alleen autoverzekeringen in Nederland maar bood in dienstverrichting ook autopolissen aan in een aantal andere landen, totaal ruim 94.000 contracten verspreid over Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje. Deze polissen zijn door de curator beëindigd per 1 september 2010. Evenals in Nederland geven de Waarborgfondsen in Duitsland en Frankrijk dekking in geval van een onvermogende verzekeraar. Het Spaanse Waarborgfonds echter geeft daarvoor mogelijk geen dekking als het een buitenlandse verzekeraar betreft die in dienstverrichting Spaanse motorrijtuigen heeft verzekerd. Op basis van een in 1995 gesloten overeenkomst tussen waarborgfondsen betaalt het waarborgfonds in het land van vestiging van de verzekeraar de uitgekeerde schade terug aan het fonds dat in het land van dienstverrichting in eerste instantie garant staat jegens de benadeelden. Voorwaarde daarvoor is wel dat het lokale waarborgfonds zelf wettelijk dekking biedt. Concreet betekent dit dat wij in deze de uitkeringen van het Duitse en Franse waarborgfonds restitueren, maar van het Spaanse waarborgfonds vooralsnog niet, omdat de juridische situatie daar nog niet duidelijk is. De in 1995 gesloten overeenkomst is inmiddels gecontinueerd, waarbij wordt overlegd over aanpassingen, mede op basis van onze ervaringen. De totale schadelast inzake de insolventie van Ineas, voor zowel de schaden die het Waarborgfonds rechtstreeks moet voldoen als de aan de andere waarborgfondsen te restitueren en gerestitueerde schadebetalingen, bedraagt € 15,9 miljoen, waarvan € 3,4 miljoen reeds betaald is en € 12,5 miljoen is opgenomen in de technische voorziening voor nog te betalen schaden. Naar verwachting bestaat er voor onze uitkeringen nog een substantieel deel regres op de boedel. In het kader van de jaarrekening is dit bedrag op basis van het laatst bekende verslag van de curator geschat op € 10,6 miljoen. Per saldo is de netto schadelast op basis van de huidige gegevens € 5,4 miljoen.
Jaarverslag 2011
13
431 kilometer per uur top 0 tot 100 vermogen in km/u seconden in pk
2 3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Bugatti Veyron Super Sport SSC Ultimate Aero TT Saleen S7 Twin Turbo Koenigsegg CCX McLaren F1 Gumpert Apollo Ascari A10 Ferrari Enzo Jaguar XJ220 Pagani Zonda F (C12F)
431 414 399 394 386 360 354 349 348 346
2,2 2,8 2,8 3,2 3,2 2,7 2,8 3,4 3,8 3,5
1.184 1.287 750 806 627 789 625 651 542 620
4 5 6 7 8
Snelheidsrecords worden doorlopend gebroken. Honderd jaar geleden haalde een auto net twintig km/u, tegenwoordig zijn met zuigermotoren snelheden van ver boven de vierhonderd km/u
9
mogelijk. De Thrust SSC, een experimentele raketauto, heeft in de Black Rock Desert (USA) zelfs de geluidsbarrière doorbroken bij een
10
pieksnelheid van 1.240,77 km/u.
5. Het Waarborgfonds als schadevergoedingsorgaan Het Waarborgfonds heeft niet alleen een taak ten aanzien van ongevallen in Nederland. Nederlandse inwoners die in het buitenland slachtoffer zijn geworden van een ongeval kunnen zich onder bepaalde omstandigheden ook tot het Waarborgfonds wenden, in zijn rol van Schadevergoedingsorgaan. Deze taak kreeg het Waarborgfonds toebedeeld bij de invoering in Nederland van de Vierde Motorrijtuigverzekeringsrichtlijn van de EG in 2003. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om situaties waarbij een ongeval in een andere EU-lidstaat, Noorwegen, IJsland of Liechtenstein heeft plaatsgevonden. Heeft de verzekeraar niet de door de 4e richtlijn verplicht gestelde vertegenwoordiger in Nederland aangesteld, reageert de verzekeraar of diens vertegenwoordiger niet adequaat binnen drie maanden, is de aansprakelijke niet verzekerd of is hij onbekend, dan kan de Nederlandse benadeelde zich tot het Schadevergoedingsorgaan wenden. Het Schadevergoedingsorgaan regelt dan de schade met de Nederlandse benadeelde op basis van het toepasselijke recht, meestal dat van het land van het ongeval. Wij hebben vervolgens een verhaalsrecht op onze buitenlandse zusterorganisatie. Het aantal aan ons voorgelegde schadegevallen is in 2011 vrijwel onveranderd gebleven. In 2011 werden wij 435 maal benaderd met een verzoek om interventie, tegen 458 maal in 2010. In 224 (2010: 254) gevallen was sprake van een onbekende of niet verzekerde dader, en in 211 (2010: 212) dossiers had de buitenlandse verzekeraar of zijn Nederlandse schaderegelaar naar de mening van de claimant niet of niet voldoende gemotiveerd gereageerd. Hier ging het om ongevallen in het buitenland waarbij een Nederlandse ingezetene slachtoffer was. Natuurlijk kunnen ingezetenen van andere EU-landen ook in Nederland slachtoffer van een ongeval worden. Heeft de Nederlandse verzekeraar in het land van woonplaats van de benadeelde geen vertegenwoordiger aangesteld, reageert die vertegenwoordiger niet adequaat na een claim, of blijft de veroorzaker onverzekerd of onbekend, dan kan de benadeelde zijn eigen Schadevergoedingsorgaan aanspreken. Dat heeft dan op zijn beurt weer regres op het Nederlandse Schadevergoedingsorgaan. Omdat het Nederlandse Waarborgfonds al sinds zijn oprichting, dat wil dus zeggen ruim voor de invoering van de 4e Richtlijn, ook door de buitenlandse benadeelde zelf kan worden aangesproken als een onverzekerde of onbekende in Nederland een ongeval veroorzaakt, rapporteren wij over deze situaties niet afzonderlijk. Deze gevallen zijn reeds begrepen in de cijfers van hoofdstuk 2 van dit verslag. Wel wordt afzonderlijk geregistreerd of de buitenlandse vertegenwoordiger van de Nederlandse verzekeraar niet, niet tijdig of onvoldoende gemotiveerd zou hebben gereageerd. Wij werden in verband daarmee 149 keer aangesproken (2010: 98).
Jaarverslag 2011
15
6. Governance Het hoogste orgaan van de stichting Waarborgfonds Motorverkeer is het bestuur. Dit is samengesteld uit twee leden die worden aangewezen door het Verbond van Verzekeraars, twee leden die worden aangewezen door het Centraal Overleg, een samenwerkingsverband van een vijftal organisaties van weggebruikers, en een voorzitter, die – op niet bindende voordracht van Verbond van Verzekeraars en Centraal Overleg – wordt benoemd door de ministers van Financiën en van Veiligheid en Justitie. Het bestuur bepaalt het beleid van de stichting binnen de kaders die door wet- en regelgeving, in het bijzonder de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zijn getrokken. Het bestuur stelt de begroting en de jaarrekening vast alsmede de hoogte van de bijdrage die elke motorrijtuigverzekeraar die in Nederland aansprakelijkheidsverzekeringen voor motorrijtuigen sluit aan het Waarborgfonds dient te betalen. De ministeries van Financiën en van Veiligheid en Justitie worden van de ontwikkelingen binnen het waarborgfonds op de hoogte gehouden. Daartoe heeft elk ministerie een contactpersoon aangewezen aan wie alle voor de bestuursvergadering bestemde documenten worden toegezonden. Periodiek overlegt het bestuur, dan wel de voorzitter of de directie daarnaast met de contactpersonen. Het bestuur heeft een directie aangesteld. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid. Tot 1 juli 2011 bestond de directie uit mr F.J. Blees en N.J.M. Barendse RA. In verband met de hierna te bespreken uitbesteding van de management- en uitvoerende werkzaamheden aan de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. (VAN) wordt de directie van het Waarborgfonds sinds 1 juli 2011 gevoerd door de VAN. Binnen de directie van de VAN valt het Waarborgfonds in het aandachtsgebied van de heer Blees. Per 1 juli 2011 zijn alle management- en operationele werkzaamheden van het Waarborgfonds Motorverkeer uitbesteed aan de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V., of kortweg VAN. De VAN is een schadeverzekeraar die onder verschillende merknamen actief is op de Nederlandse markt. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om motorrijtuig-, brand-, aansprakelijkheids- en rechtsbijstandverzekeringen voor personen die bij de reguliere maatschappijen geen dekking kunnen vinden en om beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor financieel adviseurs en makelaars O.Z. Daarnaast voert de VAN reeds gedurende vele jaren de directie en het management over andere organisaties en samenwerkingsverbanden: de Atoompool, de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. en de Nederlandse Milieupool. Het Waarborgfonds werkte, evenals het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, al sinds het eind van de jaren ’90 van de vorige eeuw nauw samen met de VAN op het terrein van stafdiensten. In het kader van de uitbesteding is het voltallig personeel van het Waarborgfonds op 1 juli 2011 in dienst getreden van de VAN. Deze uitbesteding biedt het Waarborgfonds een aantal voordelen. De governance-structuur is door de samenwerking transparanter geworden. Voor de medewerkers biedt de verdergaande samenwerking nieuwe opleidings- en carrièrekansen. En last but not least kunnen wij, door onderlinge samenwerking en gebruikmaking van elkaars expertise, de kwaliteit van onze dienstverlening verder verbeteren. De huidige oplossing is een logisch gevolg van het succes van de vorige samenwerking.
16
Jaarverslag 2011
7. Risicomanagement en compliance Risicomanagement De Wet op het financieel toezicht (Wft) is niet van toepassing op het Waarborgfonds. Omdat wij deel uitmaken van de financiële wereld en de Wft wel van toepassing is op onze financiers vinden wij het passend om zoveel als mogelijk op vrijwillige basis de normen en richtlijnen van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te volgen. Onderdeel van de Wft vormen richtlijnen ten aanzien van een integere bedrijfsvoering. Een daarvan betreft het bewaken van de risico´s die voortvloeien uit de activiteiten van de onderneming. Risicomanagement is het met een vaste frequentie uitvoeren van een analyse van de risico´s van de onderneming en het daarop treffen van beheersmaatregelen. Jaarlijks wordt een risicoanalyse uitgevoerd volgens het FIRM-protocol van DNB. Hieruit komen geen onacceptabele risico´s naar voren die het Waarborgfonds zou lopen. Wij zijn van oordeel dat zowel de financiële- als niet-financiële risico´s in voldoende mate worden beheerst. Bij de presentatie van de jaarrekening wordt nader ingegaan op de financiële risico´s. Het Waarborgfonds Motorverkeer onderkent ook de volgende niet-financiële risico´s die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de resultaten, het vermogen en de reputatie van de organisatie:
Integriteit Eén van de pijlers van de Wft is het borgen van de integriteit van het verzekeringsbedrijf. De VAN heeft hiertoe regels opgesteld over het gedrag van haar medewerkers op alle niveaus ten aanzien van nevenactiviteiten, het al of niet accepteren van relatiegeschenken en de omgang met vertrouwelijke gegevens. Alle medewerkers zijn gebonden aan de gedragscode inzake integriteit. De VAN heeft een compliance officer aangesteld, die toeziet op de naleving van deze regels. Er is een klokkenluiderregeling, die medewerkers de mogelijkheid biedt onverhoopte misstanden te melden, er is een incidentenregeling opgesteld en alle medewerkers hebben een overeenkomst inzake het zakelijk gebruik van computers en internet ondertekend. Al deze regels zijn onverkort van toepassing op de medewerkers die werkzaamheden verrichten voor het Waarborgfonds. Daarnaast is in de arbeidsovereenkomst met de medewerkers van de VAN die betrokken zijn bij de schadebehandeling expliciete opgenomen dat de schadebehandeling van schaden op onafhankelijke wijze dient te geschieden. In de uitbestedingsovereenkomst tussen VAN en het Waarborgfonds zijn daarnaast expliciete bepalingen opgenomen over hoe omgegaan dient te worden met mogelijk tegengestelde belangen.
Informatietechnologie IT-systemen en –processen zijn zo ontworpen dat storingen, fraude, beveiligingslekken en fouten zoveel mogelijk worden beperkt. Ook hebben wij risicobeperkende maatregelen getroffen in de vorm van toegangsbeveiliging, een calamiteitenplan en uitwijkfaciliteiten.
Juridische procedures Het Waarborgfonds Motorverkeer loopt risico´s voornamelijk als gevolg van juridische procedures in verband met zijn activiteiten als instantie die schadevorderingen in het wegverkeer vergoedt en als werkgever. Op dit moment lopen er – naast enige reguliere procedures inzake de behandeling van schadegevallen - geen juridische procedures tegen Waarborgfonds Motorverkeer die van wezenlijke invloed zijn op het resultaat en vermogen van de organisatie.
Jaarverslag 2011
17
De snelheid waarmee meteoroïden de atmosfeer binnenkomen bedraagt 35.000 tot 250.000 km/u (10 tot 70 km/s). Om de tocht door de dampkring te kunnen overleven, moet zelfs voor grote meteoroïden de snelheid niet hoger zijn dan ongeveer 100.000 km/u (27 km/s). Alleen zeer grote meteoroïden (meer dan 100.000 kg) ondervinden relatief zo weinig weerstand dat de snelheid voldoende blijft om bij inslag een krater te veroorzaken. Een aanzienlijk deel van de meteoroïde verdampt en slechts een beperkt deel bereikt de aarde: vaak zelfs helemaal niets. De massa van de Nederlandse Glanerbrug-meteoriet bedroeg naar schatting vermoedelijk tussen de 20 tot 200 kg, waarvan minder dan 1 kg het aardoppervlak bereikte.
Rechtmatigheid Het bestuur en de directie hebben als taak toe te zien dat uitkeringen door het Waarborgfonds plaats vinden binnen de kaders van de wettelijke taak die aan het Waarborgfonds Motorverkeer is toegewezen. Door het Waarborgfonds Motorverkeer wordt de rechtmatigheid gewaarborgd door de inrichting van de administratieve organisatie, procedures en een stelsel van interne controle. De rechtmatigheid wordt vastgesteld aan de hand van een, met het Ministerie van Financiën afgestemd, controleprotocol. Aan de hand van eigen intern onderzoek op basis van het protocol legt de directie verantwoording af aan het bestuur en aan het Ministerie. Door de externe accountant wordt dit interne onderzoek gecontroleerd in het kader van de controleopdracht voor het jaarverslag. Aan de hand van de rapportage van de directie en de controlewerkzaamheden door de accountant is het bestuur van mening dat de in de jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengst vrijstellingsbewijzen en bruto schadeschaden rechtmatig tot stand zijn gekomen. Het oordeel van de externe accountant is opgenomen in de controleverklaring bij de jaarrekening.
Jaarverslag 2011
19
De nieuwe A5X processor van Apple Inc. wordt gebouwd door Samsung en is het kloppend hart van de iPad 3. Deze dual core processor draait met een kloksnelheid van 1 GHz en is standaard voorzien van een werkgeheugen van 500 Mb. Halverwege 2012 zal de iPad3 worden uitgerust met een quad core A6, die naar verluid drie keer zo snel zal zijn. Deze eerste iPad3 is sneller dan het in 1995 geintroduceerde T90 model van Cray Supercomputer Inc. Het instapmodel bevatte in 1997 een enkele 450 MHz processor en standaard 450 Mb werkgeheugen. Hoewel architectuur en doeleinden van de Cray uiteraard hemelsbreed verschilden van de iPad3, gold dat ook voor de prijs. De Cray T90 ging over de toonbank voor $ 38 mln, wat toch schril afsteekt tegen de $ 500 van de Apple uit 2012.
8. Bestuur Het Bestuur heeft in het verslagjaar vier maal vergaderd. Daarbij kwam primair de financiële gang van zaken zoals begroting en jaarrekening aan de orde. Daarnaast was er aandacht voor de diverse aspecten van onze dienstverlening en bedrijfsvoering, waaronder dit jaar in het bijzonder de uitbesteding van management- en operationele activiteiten aan de VAN. Naast de contractuele voorwaarden rond de uitbesteding is gekeken naar de afspraken over het gewenste niveau van dienstverlening, mogelijke belangenverstrengeling en informatieverstrekking door VAN aan het bestuur. Als nieuw bestuurslid trad de heer mr T.L.W.M. Mallant toe, als opvolger van de heer J.C. Jansen, die per 1 juni wegens pensionering terugtrad. Wij danken de heer Jansen voor de wijze waarop hij zijn grote ervaring in de verzekeringswereld in het waarborgfondsbestuur heeft ingebracht.
Jaarverslag 2011
21
Een nieuw wereldrecord is de studenten van de Technische Universiteit van Delft en de Vrije Universiteit Amsterdam niet gelukt, maar met 129,61 kilometer per uur scherpten ze wel het Europese en het Nederlandse record voor fietsen aan. In de woestijn van Nevada bereikte ligfietser Sebastiaan Bowier met de hightech ligfiets Velox deze snelheid na een aanloop van acht kilometer.
9. Toekomstverwachting Voor 2012 verwachten wij geen belangrijke mutatie in het aantal claims. De uitgaven in het kader van de schadelast zullen daarom eveneens niet dramatisch toe- of afnemen. Voor de bedrijfslasten wordt gestreefd naar een consolidatie op het huidige niveau. Doordat het overschot aan liquide middelen inmiddels is afgebouwd, zal de bijdrage die verzekeraars en de Staat aan het Waarborgfonds leveren de komende jaren toenemen. Wij zullen onze automatisering doorontwikkelen waarbij claimanten meer mogelijkheden zullen krijgen zelf direct schaden on line te registreren via onze website. Externe communicatie zal in de toekomst in belangrijke mate via e-mail gaan verlopen. Verder verwachten wij geen ontwikkelingen in zowel de wettelijke taken als andere ontwikkelingen die van wezenlijke invloed zijn op onze organisatie.
Rijswijk, 20 april 2012 Het Bestuur mr drs R.J. Hof, voorzitter mr J.M.J. Hommel MMO mr T.L.W.M. Mallant Mevr. mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
De Directie Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. voor deze: mr F.J. Blees N.J.M. Barendse RA
There is more to life than increasing its speed Mahatma Gandhi
Jaarverslag 2011
23
10. Jaarrekening 2011
Jaarverslag 2011
25
BALANS PER 31 DECEMBER 2011 (x € 1.000) (Na verwerking van het saldo van de Staat van Baten en Lasten)
31 december 2011
31 december 2010
158
191
71.299
49.712
ACTIVA Immateriële vaste activa In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen Vorderingen Vorderingen uit verhaalde schaden Overige vorderingen
12.420 1.877
10.380 3.233 14.297
Overige activa Materiële vaste activa Liquide middelen
95 40.548
Overlopende activa Lopende interest
13.613 132 52.623
40.643
52.755
295
256
126.692
116.527
112
429
126.230
115.371
PASSIVA Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden Technische voorzieningen Voor nog te betalen schaden Schulden Nog te betalen brutoschaden Overige schulden
26
Jaarverslag 2011
135 215
180 547 350
727
126.692
116.527
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2011 (x € 1.000)
2011
2010
63.477
56.813
380 23 753
298 27 646
Totaal baten
64.633
57.784
Schadelast
80.774
59.924
Bijdragen Opbrengst vrijstellingsbewijzen Honorarium Schadevergoedingsorgaan Financiële baten
Personeelskosten Beheerkosten
4.010 1.753
4.055 1.748
Bedrijfskosten
5.763
5.803
Totaal Lasten
86.537
65.727
Saldo van baten en lasten
-21.904
-7.943
317
1.397
21.587
6.546
0
0
Het saldo van baten en lasten is als volgt verdeeld: Onttrekking aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden In komende jaren te ontvangen bijdragen van verzekeringsmaatschappijen en de Staat
Jaarverslag 2011
27
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2011 (x € 1.000)
2011 Ontvangen bijdragen Ontvangen opbrengsten vrijstellingsbewijzen Ontvangen honorarium Schadevergoedingsorgaan Ontvangen verhaalde schaden Ontvangen inzake regresconvenanten Betaald inzake regresconvenanten Betaalde uitkeringen Betaalde schadebehandelingskosten Betaalde bedrijfskosten
63.498 380 23 2.550 18.518 -18.518 -68.145 -6.022 -5.063
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen in (im)materiële vaste activa Ontvangen interest Kasstroom uit investerings- en beleggingsactiviteiten
2010 56.912 298 27 2.694 14.010 -14.010 -67.032 -6.031 -5.989
-12.779
-48 752
-19.121
-327 664 704
337
Mutatie liquide middelen
-12.075
-18.784
Stand per 1 januari
52.623
71.407
Stand per 31 december
40.548
52.623
28
Jaarverslag 2011
TOELICHTING
1.
Algemene informatie
1.1.
Activiteiten
De Stichting Waarborgfonds Motorverkeer (het Waarborgfonds), opgericht in 1965, ontleent haar bestaansrecht aan artikel 23 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam). Het Waarborgfonds is sinds 1 juni 1989 een stichting en statutair gevestigd te Rijswijk. Het Waarborgfonds vergoedt schade aan benadeelden in gevallen, genoemd in artikel 25 Wam overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 Wam: Vergoeding aan benadeelden vindt plaats indien de schade in het verkeer is veroorzaakt door: a onbekende motorrijtuigen b niet-verzekerde motorrijtuigen; c gestolen motorrijtuigen; d motorrijtuigen verzekerd bij een onvermogende verzekeringsmaatschappij; e motorrijtuigen toebehorend aan personen aan wie een vrijstelling van verzekering wegens gemoedsbezwaren is afgegeven. De vergoeding die aan benadeelden wordt gegeven indien de schade is veroorzaakt door een motorrijtuig van iemand die een vrijstelling heeft wegens gemoedsbezwaarden, wordt door het Waarborgfonds verrekend met het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden. De baten en lasten van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden zijn in de cijfers van het Waarborgfonds opgenomen. Met ingang van 2003 heeft het Waarborgfonds tevens de taak van Schadevergoedingsorgaan gekregen, op basis van artikel 27k Wam en in de gevallen genoemd in artikel 27o Wam. Het Schadevergoedingsorgaan treedt op bij schaden die in het buitenland veroorzaakt zijn door buitenlandse motorrijtuigen indien: a binnen drie maanden na de datum waarop een in Nederland woonachtige benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend bij de verzekeraar (of diens schaderegelaar in Nederland) van het veroorzakende motorrijtuig hem geen met redenen omkleed antwoord op het verzoek heeft verstrekt; b de verzekeraar heeft nagelaten om in Nederland een schaderegelaar aan te stellen; c de verzekeraar niet kan worden geïdentificeerd binnen twee maanden na het voorvallen van het feit waaruit de schade is ontstaan; of d het motorrijtuig niet kan worden geïdentificeerd. De invloed van deze taak is apart zichtbaar in de toelichting van de jaarrekening opgenomen. De Ministers van Financiën en Veiligheid en Justitie zijn bevoegd op grond van artikel 23 Wam als “uiterste middel” de aanwijzing van het Waarborgfonds tot uitvoerder van wettelijke taken in te trekken. De financiering van het Waarborgfonds geschiedt overeenkomstig artikel 24a Wam door de verzekeringsmaatschappijen die zijn toegelaten tot het afsluiten van motorrijtuigverzekeringen overeenkomstig de Wam en de Staat. Naast de in de wet verankerde taken voert het Waarborgfonds ook incasso- en excassowerkzaamheden uit in het kader van twee regresconvenanten tussen enerzijds de verzekeringsbranche en anderzijds de Sociale Verzekeringsbank (ANW-regres) en het College voor Zorgverzekeringen (AWBZ-regres). Met ingang van 1 juli 2011 heeft het Waarborgfonds de uitvoering van haar werkzaamheden uitbesteed aan de Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. (VAN). De VAN is een verzekeringsmaatschappij die naast haar verzekeringsactiviteiten ook de directie voert en werkzaamheden uitvoert ten behoeve van een aantal andere rechtspersonen waaronder Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. en B.V. Bureau van de Nederlandse Pool voor verzekering van Atoomrisico´s. Jaarverslag 2011
29
In het kader van deze uitbesteding zijn de medewerkers van het Waarborgfonds overgegaan naar de VAN. De doorbelasting van de kosten vanuit de VAN is gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten van de VAN ten behoeve van de werkzaamheden van het Waarborgfonds zonder risico- of winstopslagen.
1.2. Grondslagen van waardering en bepaling resultaat De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij in de toelichting anders is aangegeven. De rapporteringsvaluta van de jaarrekening van het Waarborgfonds is de euro (€). Alle gegevens luiden in duizenden euro’s, tenzij anders is aangegeven.
1.3. Presentatiewijziging Met ingang van het verslagjaar 2011 wordt de jaarrekening opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De wijziging heeft geen effect op het vermogen of het resultaat.
1.4. Gebruik van schattingen en veronderstellingen bij de opstelling van de financiële overzichten De opstelling van de jaarrekening vereist dat het Waarborgfonds schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de gerapporteerde activa en verplichtingen en de gerapporteerde baten en lasten over de verslagperiode. Het betreft met name het vaststellen van de technische voorzieningen voor nog te betalen schaden en het vaststellen van de vordering uit verhaalde schaden. Hierbij worden de situaties beoordeeld, gebaseerd op beschikbare financiële gegevens en informatie. Hoewel deze schattingen met betrekking tot actuele gebeurtenissen en handelingen naar beste weten van het management worden gemaakt, kunnen de feitelijke uitkomsten afwijken van die schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
2. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele-, investerings- en beleggings- en financieringsactiviteiten. In het kader van het kasstroomoverzicht bestaan liquide middelen uit kasgelden en bij het Ministerie van Financiën beschikbare gelden.
3. Balans 3.1. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de geschatte economische levensduur.
3.2. In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen De vordering van de in komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. De vordering wordt indien nodig verrekend met de verzekeraars en de Staat op basis van de op dat moment beschikbare informatie over het aantal verzekerde motorrijtuigen en het aantal motorrijtuigen van de Staat. 30
Jaarverslag 2011
3.3. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
3.4. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de geschatte economische levensduur. Periodiek wordt beoordeeld of de materiële vaste activa een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. Indien de boekwaarde van een materieel vast actief duurzaam hoger is dan de opbrengstwaarde, wordt deze onmiddellijk afgeboekt tot de opbrengstwaarde.
3.5. Technische voorzieningen voor nog te betalen schaden Voorzieningen voor nog te betalen schaden betreffen de geaccumuleerde schattingen van de uiteindelijke schaden en omvatten een voorziening voor reeds voorgevallen, maar nog niet gemelde schaden. De voorzieningen geven de schatting weer van de toekomstige uitkeringen en schadebehandelingskosten voor gemelde en nog niet gemelde schadeclaims met betrekking tot gebeurtenissen die zich reeds hebben voorgedaan. De voorziening voor nog te betalen schaden is bestemd voor de per balansdatum nog niet afgewikkelde schaden van het boekjaar en de voorgaande jaren. De vaststelling geschiedt stelselmatig post voor post, dan wel op basis van statistische gegevens, rekening houdende met nog niet gemelde schaden. Bij de bepaling van de voorziening is tevens rekening gehouden met nog te maken schadebehandelingskosten. Het vaststellen van een voorziening gaat gepaard met onzekerheden, waarbij onderbouwde schattingen en beoordelingen moeten worden gemaakt. De schadevoorzieningen worden, conform hetgeen gebruikelijk is in de branche, niet contant gemaakt. Wijzigingen in schattingen worden in het resultaat opgenomen in de periode waarin de schattingen zijn aangepast. Verplichtingen voor niet-betaalde schaden worden in het geval van individuele gevallen die zijn gemeld, geschat aan de hand van de schadevaststelling. In het geval van reeds voorgevallen maar nog niet gemelde schaden, worden de verplichtingen geschat op basis van statistische analyses. Statistische analyses worden ook gebruikt om de uiteindelijk verwachte kosten te schatten van complexere claims die door zowel in- als externe factoren (zoals schadebehandelingsprocedures, inflatie, veranderingen in wet- en regelgeving, gerechtelijke uitspraken, historie en trends) kunnen worden beïnvloed. Uitkeringen worden als last opgenomen wanneer ze worden gedaan.
4. Staat van baten en lasten 4.1. Bijdragen De bijdragen worden verantwoord op basis van de jaarlijks in rekening gebrachte bedragen.
4.2. Opbrengst vrijstellingsbewijzen De opbrengsten worden verantwoord op kasbasis.
4.3. Financiële baten De opbrengst uit financiële baten bestaat uit rente in verband met het aanhouden van de liquide middelen en deposito´s bij het Ministerie van Financiën verminderd met bankkosten.
4.4. Schadelast De schadelast betreft de uitkeringen voor geleden schaden en de kosten van derden voor het vaststellen van de Jaarverslag 2011
31
schaden, herverzekering en de mutatie in de technische voorziening nog te betalen schaden. Op de schadelast zijn de opbrengsten uit hoofde van verhaal in mindering gebracht.
4.5. Bedrijfskosten De bedrijfskosten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben en bestaan uit (doorbelaste) personeels- en beheerkosten. Onder de personeelskosten vallen onder andere (doorbelaste) salarissen, sociale lasten en pensioenlasten. De personeelskosten voor de behandeling van schaden worden niet toegerekend aan de schadelast.
5. Risicobeheer 5.1. Risicoprofiel Het Waarborgfonds voert een wettelijke taak uit. De financiering van de wettelijke taak is in de wet geregeld. Conform artikel 24 Wam zijn alle verzekeraars, die in het bezit zijn van een vergunning tot het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen, een bijdrage verschuldigd aan het Waarborgfonds op basis van aard en aantal verzekerde motorrijtuigen. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op basis van de in het komende jaar te verwachten schadelast en waarbij de over het verleden door het Waarborgfonds verkregen overschotten of tekorten in aanmerking worden genomen. De bijdrage wordt vastgesteld door het bestuur van het Waarborgfonds In aanvulling op de wettelijke taak uit hoofde van artikel 25 lid 1d Wam (uitkering van schade bij onvermogen van de verzekeraar van de tegenpartij) is het Waarborgfonds op grond van een overeenkomst uit 1995 met een groot aantal waarborgfondsen in de EU, aansprakelijk voor schaden die door deze waarborgfondsen betaald moeten worden in geval van een onvermogende Nederlandse verzekeraar die in de betrokken landen onder vrijheid van dienstverrichting motorrijtuigverzekeringen heeft afgesloten. Verder staan de verzekeraars, die in het bezit zijn van een vergunning voor het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen, borg voor de verplichtingen van het Waarborgfonds (artikel 24a Wam). De Staat der Nederlanden wordt voor de door de Staat aangehouden, maar niet verzekerde motorrijtuigen gelijk gesteld aan de verzekeraars. Ten aanzien van de verplichtingen uit hoofde van aansprakelijkheid voor wegens gemoedsbezwaren vrijgestelde motorrijtuigen staat de Staat der Nederlanden volledig garant. In verband met deze borgstelling zijn de schadeverplichtingen niet geheel gefinancierd en heeft het Waarborgfonds geen eigen vermogen. De omvang van de latente verplichting voor de verzekeraars en de Staat wordt in de balans zichtbaar gemaakt onder “In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen”.
5.2. Schadelast Brutoschaden De schadelast van het Waarborgfonds betreft schaden die zijn veroorzaakt door een motorrijtuig. Deze schaden betreffen voornamelijk materiële schaden die binnen een korte termijn kunnen worden afgewikkeld. Een klein deel van de claims heeft betrekking op personenschaden. De afwikkeling van deze claims kan langdurig van aard zijn en kent een grote mate van onzekerheid ten aanzien van de uiteindelijke schadelast. Ten aanzien van deze claims met personenschade voeren wij een actief schaderegelings- en reserveringsbeleid en wordt de Gedragscode Behandeling Letselschade nageleefd, mede met het doel om de ontwikkeling van de schadelast zo goed mogelijk te beheersen. De afloop van de technische voorziening geeft over 2011, 2010 en 2009 het volgende beeld: 32
Jaarverslag 2011
Technische
Betalingen
Technische
Per saldo vrijval/ toevoegingen
voorzieningen voor
(brutoschaden en
voorzieningen voor
te betalen schaden
schaderegelings-
te betalen schaden
per 1 januari
kosten)
per 31 december
22.674 7.535 15.227 15.795 51.940
6.464 2.191 3.518 5.476 23.436
16.753 5.232 17.440 11.419 30.318
-543 112 -5.731 -1.100 -1.814
Totaal t/m 2010 2011
113.171
41.085 33.109
81.162 42.968
-9.076
Schadebehandelingskosten
2.200
2011 Schadejaren: 2006 en eerder 2007 2008 2009 2010
124.130 2.100
Totaal
115.371
74.194
126.230
2010 Schadejaren: 2005 en eerder 2006 2007 2008 2009
30.369 9.597 14.374 19.372 41.338
6.923 1.070 3.318 5.075 20.598
17.342 5.332 7.535 15.227 15.795
6.104 3.195 3.521 -930 4.945
115.050
36.984 36.120
61.231 51.940
16.835
Totaal t/m 2009 2010
Schadebehandelingskosten
113.171 2.200
2.400
Totaal
117.450
73.104
115.371
2009 Schadejaren: 2004 en eerder 2005 2006 2007 2008
33.997 10.173 13.943 21.461 47.126
5.326 1.224 2.057 4.941 20.684
22.478 7.891 9.597 14.374 19.372
6.193 1.058 2.289 2.146 7.070
126.700
34.232 31.299
73.712 41.338
18.756
Totaal t/m 2008 2009
Schadebehandelingskosten Totaal
115.050 2.400
2.700 129.400
65.531
117.450 Jaarverslag 2011
33
Ieder jaar wordt de uitloop geanalyseerd en waar nodig worden de parameters voor de berekening van de IBNR- en IBNER-voorzieningen aangepast. De negatieve uitloop wordt veroorzaakt door een drietal incidenten: - In 2010 was, omdat volgens de wet het Spaanse Waarborgfonds niet aansprakelijk is bij een faillissement van een niet spaanse verzekeraar, besloten om niet een voorziening op te nemen voor de schaden die veroorzaakt was door Spaanse verzekerden van Ineas. In enkele rechtelijke uitspraken is het Spaanse Waarborgfonds aansprakelijk gesteld waardoor besloten is de voorziening (€ 3,4 miljoen) alsnog op te nemen. - Één zakelijke claimant is na enige jaren alsnog terug gekomen met onderbouwing op een fors aantal materiële schaden, waarvan de dossiers al waren afgelegd en de reserves op nihil gesteld. - Voor het schadejaar 2008 moest € 4,8 miljoen aan de schadelast worden toegevoegd voor een aantal zeer grote schaden. Deze toevoegingen konden niet vanuit het IBNER-model worden opgevangen
Herverzekering Met ingang van 11 juni 2007 is, vanuit de implementatie van de 5e Europese Richtlijn Motorrijtuigen, de minimaal te verzekeren som voor wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen verhoogd van € 907.560 (NLG 2 miljoen) naar € 6 miljoen, verdeeld over € 1 miljoen voor materiële schade en € 5 miljoen voor personenschade. Bij motorrijtuigen ingericht voor het vervoer van meer dan 8 inzittenden, de bestuurder daaronder niet begrepen, bedraagt de minimale dekking voor personenschade € 10 miljoen. Indien de schade wordt veroorzaakt door een gevaarlijke stof geldt naast de hiervoor genoemde bedragen een dekking van € 10 miljoen, waarbij een ruimer schadebegrip geldt dan voor andere vormen van aansprakelijkheid. Het Waarborgfonds heeft besloten dat het verhoogde risico vanaf 2007 deels wordt herverzekerd bij een professionele herverzekeraar met een hoogwaardige rating. Het risico voor 2011 is evenals in 2007 tot en met 2010 afgedekt middels een excess of loss contract met een dekking per evenement tot € 16 miljoen met een eigen behoud van € 5 miljoen. Bij meerdere evenementen dient per evenement aanvullende herverzekeringspremie te worden betaald. Het risico van terrorisme is herverzekerd bij de Nederlands Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V.
Fraude Onder fraude wordt verstaan het ten onrechte ten laste van het Waarborgfonds brengen van schadegevallen of schadeposten, alsmede het majoreren van de omvang van de schade. Bij 96% van de bij het Waarborgfonds ingediende claims ontbreekt de toelichting van een veroorzakende partij (de doorrijders). Voor de bepaling van de schadetoedracht en de aansprakelijkheid van het Waarborgfonds zijn wij dan afhankelijk van de benadeelde en eventuele getuigen. De schadebehandelaars worden opgeleid en getraind om indicatoren te ontdekken in een claim die kunnen duiden op mogelijke fraude. Claims met een fraude-indicatie worden gemeld bij de afdeling Speciale Zaken waarna nader wordt onderzocht of daadwerkelijk van fraude sprake is.
5.3. Renterisico Het Waarborgfonds kent geen renterisico´s. De technische voorzieningen voor nog te betalen schaden worden niet contant gemaakt en in de schuldenposities zijn geen schulden opgenomen waarvoor rentevergoedingen worden verstrekt. De liquide middelen worden in de vorm van kortlopende deposito´s uitgezet.
5.4. Kredietrisico Het kredietrisico voor het Waarborgfonds doet zich voor in de vorderingen uit verhaalde schaden. Deze vorderingen betreffen enerzijds de op onverzekerde aansprakelijken van een motorrijtuig verhaalde schade-uitkeringen en 34
Jaarverslag 2011
anderzijds de vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas. De vordering op de onverzekerde aansprakelijken bestaat uit een groot aantal kleine vorderingen op een groot aantal partijen. Een incidentele wanbetaler heeft geen grote invloed op de totale inbaarheid van de vordering. Deze vorderingen worden verder gewaardeerd op basis van historische gegevens ten aanzien van daadwerkelijk verhaalde bedragen waarbij rekening wordt gehouden met het risico van oninbaarheid. De vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas is gewaardeerd aan de hand van de rapportage door de bewindvoerder waarin is aangegeven dat naar verwachting vanuit de boedel personenschaden volledig zullen worden vergoed en overige aansprakelijkheidsschaden gedeeltelijk. Onder de overige vorderingen zijn ook vorderingen opgenomen uit hoofde van verhaalde en te verhalen schaden van het Schadevergoedingsorgaan. Deze bedragen worden verhaald op buitenlandse schadevergoedingsorganen. Het kredietrisico voor deze posten wordt als zeer laag ingeschat. De liquide middelen worden aangehouden, conform de Comptabiliteitswet 2001, bij het Ministerie van Financiën. Het Waarborgfonds heeft een grote latente vordering op verzekeringsmaatschappijen en de Staat. Deze vordering is gebaseerd op de Wam. Deze vordering is niet gerelateerd aan individuele verzekeraars maar op de gezamenlijke branche van verzekeraars met vergunning voor het verzekeren van wettelijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen en de Staat. Bij betalingsonmacht of uittreden van een individuele verzekeraar wordt de vordering omgeslagen over de resterende verzekeraars en de Staat.
5.5. Kasstroomrisico De jaarlijks door verzekeraars en de Staat te betalen bijdrage aan het Waarborgfonds wordt bepaald aan de hand van de begroting voor het komende jaar. De hoogte van de bijdrage wordt gelijk gesteld aan de te verwachten uitkeringen en kosten (kasstelsel), eventueel onder verrekening van in voorgaande jaren teveel c.q. te weinig ontvangen bijdragen. Ter ondervanging van het risico dat de werkelijke uitkeringen en beheerkosten hoger uitvallen dan begroot wordt een liquiditeitsbuffer aangehouden. Daarnaast heeft het Waarborgfonds een kredietfaciliteit bij het Ministerie van Financiën van € 2,5 miljoen.
6. Toelichting op de Balans (x € 1.000) IMMATERIELE VASTE ACTIVA 2011
2010
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen Afschrijvingen
191 47 -80
38 227 -74
Boekwaarde per 31 december
158
191
1.606 1.448
1.580 1.389
158
191
Cumulatieve aanschaffingswaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Dit betreft voornamelijk aangekochte software welke in acht jaar wordt afgeschreven. Jaarverslag 2011
35
IN KOMENDE JAREN VAN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN DE STAAT TE ONTVANGEN BIJDRAGEN Ingevolge artikel 24a Wam waarborgen de als motorrijtuigverzekeraar toegelaten verzekeringsmaatschappijen en de Staat, ieder overeenkomstig het aantal en de aard van de door hen in Nederland verzekerde motorrijtuigen, de verplichtingen van het Waarborgfonds. Dit betreft het bedrag dat in komende jaren dient te worden gedekt uit de bijdragen die verzekeringsmaatschappijen en de Staat conform de desbetreffende wettelijke regelingen aan het Waarborgfonds dienen te betalen. De looptijd van deze vordering bedraagt meer dan 1 jaar.
Stand per 1 januari Saldo van baten en lasten
2011 49.712 21.587
2010 43.166 6.546
Stand per 31 december
71.299
49.712
De toename wordt veroorzaakt doordat enerzijds het saldo aan liquide middelen, conform planning, is verlaagd en anderzijds door de hogere aan te houden schadevoorziening.
VORDERINGEN Vordering uit verhaalde schaden De vordering uit verhaalde schaden heeft enerzijds betrekking op de door onverzekerde aansprakelijken van een motorrijtuig verhaalde schade-uitkeringen en betreft anderzijds de vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas. Vorderingen op onverzekerde aansprakelijken Vordering op de boedel van Ineas
1.840 10.580
1.880 8.500
12.420
10.380
De schade-uitkeringen op schaden veroorzaakt door onverzekerden en gemoedsbezwaarden worden verhaald. De vordering wordt gewaardeerd op basis van historische gegevens over de mate waarin de totale vordering incasseerbaar is gebleken. De vordering wordt berekend op 42% (2010: 42%) van de over de afgelopen twee jaar afgesloten verhaalsregelingen onder aftrek van de reeds geïncasseerde bedragen. De looptijd van de vordering op deze verhaalsdebiteuren is grotendeels meer dan 1 jaar. De vordering op de boedel van de failliete verzekeraar Ineas is bepaald aan de hand van de reeds betaalde schadeuitkeringen aan benadeelden alsmede de voorziening voor nog te betalen schaden. In zijn vijfde rapportage heeft de bewindvoerder aangegeven dat naar verwachting uitkeringen uit hoofde van personenschade volledig uit de boedel worden gerestitueerd en uitkeringen voor overige schaden gedeeltelijk. De vordering is hierop gewaardeerd. De looptijd van de vordering is grotendeels meer dan 1 jaar.
36
Jaarverslag 2011
Overige vorderingen Vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan Vooruitbetaalde en overige kosten
2011
2010
672 1.205
950 2.283
1.877
3.233
De vorderingen uit hoofde van betaalde en nog te betalen schaden door het Schadevergoedingsorgaan betreft grotendeels de tegenhanger van de onder de technische voorzieningen voor nog te betalen schaden opgenomen voorziening in het kader van artikel 27o Wam. De looptijd van deze vordering is grotendeels meer dan 1 jaar. In de vooruitbetaalde en overige kosten zit het rekening courantsaldo met VAN begrepen groot 1.157 (2010: nihil). Dit saldo heeft betrekking op gelden (2010: 2.012) die door het WBF aan Coöperatieve Vereniging 3P Service beschikbaar zijn gesteld in het kader van de door 3P Service te verrichten diensten. Deze diensten en activa en passiva zijn per 1 juli 2011 door VAN overgenomen van 3P Service. Het saldo is in principe direct opvraagbaar en zal in de komende jaren worden verrekend met door VAN gemaakte kosten. Er zijn geen afspraken tussen het Waarborgfonds en VAN over de periode waarin het saldo wordt verrekend en/of over rentevergoedingen. De overige vorderingen die opgenomen staan onder het kopje Vooruitbetaalde en overige kosten hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
OVERIGE ACTIVA Materiële vaste activa Computerapparatuur 2011 2010
Bedrijfsauto´s 2011 2010
2011
Totaal 2010
Boekwaarde per 1 januari Aanschaffingen Afschrijvingen Desinvesteringen
28 0 -6 0
0 32 -4 0
104 0 -22 -9
80 68 -23 -21
132 0 -28 -9
80 100 -27 -21
Boekwaarde per 31 december
22
28
73
104
95
132
Cumulatieve aanschaffingswaarde Cumulatieve afschrijvingen
32 10
499 471
128 55
169 65
160 65
668 536
Boekwaarde per 31 december
22
28
73
104
95
132
De materiële vaste activa worden in drie tot vijf jaren afgeschreven.
Jaarverslag 2011
37
Liquide middelen Het Waarborgfonds is door de Minister van Financiën aangewezen om in het kader van Centraal Kasgeldbeheer de middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën. Onder deze post zijn deposito's ad 38.350 (2010: 52.850) opgenomen met een gemiddelde looptijd van 105 dagen. Het bestuur heeft besloten dat het saldo liquide middelen zal worden verlaagd tot een niveau dat noodzakelijk is voor een continue bedrijfsvoering. Dit bedrag wordt jaarlijks beoordeeld. Ultimo 2011 is het saldo dat nodig is voor de bedrijfsvoering bijna bereikt als gevolg van de lagere vastgestelde bijdrage dan op basis van de uitgaven benodigd zou zijn. De bijdrage 2012 is op basis hiervan al verhoogd. De verlaging van de liquide middelen leidt tot een stijging van de vordering uit hoofde van de “In komende jaren van verzekeringsmaatschappijen en de Staat te ontvangen bijdragen”.
FONDS MIDDELEN GEMOEDSBEZWAARDEN In het kader van artikel 24 lid 3 Wam wordt de opbrengst uit vrijstellingsbewijzen afzonderlijk geadministreerd en uitsluitend aangewend voor betaling van de door het Waarborgfonds in het kader van artikel 25 lid 1 onder e door gemoedsbezwaarden veroorzaakte schaden en kosten in het kader van de afgifte van vrijstellingsbewijzen en schadebehandeling. De gelden die resteren worden als apart fonds verantwoord.
Stand per 1 januari opbrengst vrijstellingsbewijzen financiële baten en lasten schadelast bedrijfskosten saldo van baten en lasten Stand per 31 december
2011 429 380 63 -599 -161
2010 1.826 298 47 -1.582 -160
-317
-1.397
112
429
93.880 29.600 2.100
82.721 29.600 2.200
125.580
114.521
500 150
700 150
650
850
126.230
115.371
TECHNISCHE VOORZIENINGEN Voor nog te betalen schaden Uit hoofde van artikel 25 Wam (Waarborgfonds): Claims in behandeling IBNR-claims Schadebehandelingskosten
Uit hoofde van artikel 27o Wam (Schadevergoedingsorgaan): Claims in behandeling IBNR-claims
Totaal generaal 38
Jaarverslag 2011
In de technische voorziening per ultimo 2011 is in totaal voor € 12,5 (2010: € 11,7) miljoen opgenomen aan verplichtingen van het Waarborgfonds inzake het faillissement van Ineas. Het saldo van de technische voorziening voor nog te betalen schade bestaat voor € 84,7 miljoen (2010: 78,6 miljoen) uit aan te houden voorziening voor personenschaden. Het verloop van het saldo is als volgt: Saldo per 1 januari 2011 schadebetalingen, voorgaande jaren schadebetalingen, huidig jaar gemelde schaden huidig jaar toegevoegd aan resultaat
115.371 -41.085 -33.109 75.977 9.076
Saldo per 31 december 2011
126.230
SCHULDEN
Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden
2011
2010
49 0 166
273 64 210
215
547
De schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
7.
Toelichting op de Staat van Baten en Lasten (x € 1.000)
BIJDRAGEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN EN STAAT Op basis van opgaven (conform artikel 24 lid 1 Wam) van verzekeringsmaatschappijen omtrent het aantal verzekerde motorrijtuigen en van de Staat het aantal motorrijtuigen, werd de volgende bijdrage in rekening gebracht: in 2011 9.382.796 gekentekende motorrijtuigen 1.498.261 niet-gekentekende motorrijtuigen Nagekomen afrekening voorgaande jaren
à à
€ 6,60 € 1,05
61.926 1.573 -22 63.477
in 2010 9.245.391 gekentekende motorrijtuigen 1.422.119 niet-gekentekende motorrijtuigen Nagekomen afrekening voorgaande jaren
à à
€ 6,00 € 0,95
55.472 1.351 -10 56.813
Jaarverslag 2011
39
OPBRENGST VRIJSTELLINGSBEWIJZEN Dit betreft de van gemoedsbezwaarden ontvangen bedragen inzake de aan hen, in het kader van artikel 19 Wam, verstrekte vrijstellingen voor het sluiten van een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. De tarieven worden jaarlijks door de Minister van Financiën (artikel 20 Wam) vastgesteld op voorstel van het Waarborgfonds en rekening houdende met de omvang van het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden.
HONORARIUM SCHADEVERGOEDINGSORGAAN Conform internationale afspraken is het Schadevergoedingsorgaan bevoegd om voor de behandeling van schaden een honorarium in rekening te brengen aan soortgelijke schadevergoedingsorganen en verzekeringsmaatschappijen. Het honorarium is afhankelijk van het totale bedrag van de uitgekeerde schade en bedraagt 15% van de schade met een minimum van € 200 en een maximum van € 3.500.
FINANCIËLE BATEN De opbrengst uit financiële baten bestaat uit rente op deposito´s en op in rekening-courant aangehouden gelden.
SCHADELAST
Bruto schaden Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden Herverzekeringspremie Verhaalde schaden Schaderegelingskosten
2011
2010
68.172 10.859 250 -4.529 6.022
67.073 -2.079 250 -11.351 6.031
80.774
59.924
68.033 139
66.876 197
68.172
67.073
Bruto schaden Waarborgfonds (cf. artikel 25 Wam) Schadevergoedingsorgaan (cf. artikel 27o Wam)
Gesplitst naar de categorieën in artikel 25 lid 1 Wam is de bruto schade van het Waarborgfonds als volgt te verdelen:
40
Jaarverslag 2011
2011 Schaden veroorzaakt door a. onbekend gebleven motorrijtuigen b. niet-verzekerde motorrijtuigen c. door diefstal of geweld verkregen motorrijtuigen d. onvermogen van de verzekeraar e. motorrijtuigen met een vrijstelling gemoedsbezwaarden
2010
aantal
%
bedrag
%
aantal
%
bedrag
%
40.257
95
54.713
80
42.045
95
53.939
81
1.598
4
7.842
12
1.733
4
9.342
14
224
1
2.152
3
233
1
1.898
3
57
0
2.618
4
189
0
815
1
20
0
708
1
22
0
882
1
42.156
100
68.033
100
44.222
100
66.876
100
Wijziging voorziening voor nog te betalen schaden
Waarborgfonds Schadevergoedingsorgaan
2011
2010
11.059 -200
-1.529 -550
10.859
-2.079
In de wijziging voorziening voor nog te betalen schaden is opgenomen een dotatie aan de voorziening ultimo voorgaand boekjaar groot 9.076 (2010: vrijval van 16.835) voornamelijk als gevolg van enkele incidentele schaden.
Verhaalde schaden Dit betreft de baten uit hoofde van het recht van verhaal dat het Waarborgfonds krachtens artikel 27t (Schadevergoedingsorgaan) en 28 Wam verkrijgt tegen de aansprakelijke personen en degenen die hun verplichting tot verzekering met betrekking tot het motorrijtuig waarmee de schade is veroorzaakt niet zijn nagekomen. Waarborgfonds Ontvangen verhaal Mutatie voorziening Schadevergoedingsorgaan, incl honorarium
2.550 2.040 -61
2.694 9.010 -353
4.529
11.351
Jaarverslag 2011
41
In de mutatie voorziening voor verhaalde schade is begrepen de opgenomen vordering op de boedel van Ineas. In 2010 was hiervoor € 8,4 miljoen opgenomen. In verband met het opnemen van de verplichtingen aan het Spaanse Waarborgfonds voor de door het Spaanse Waarborgfonds te betalen schaden aan benadeelden van spaanse verzekerden is de vordering op de boedel in 2011 verhoogd met € 2,1 miljoen. Het restant van de mutatie in de voorziening betreft de mutatie op de verhaalsvordering op onverzekerde aansprakelijken.
Schaderegelingkosten Dit betreft uitsluitend externe schadebehandelingskosten. Interne schadebehandelingskosten zijn opgenomen onder de bedrijfskosten. 2011 2010 Expertisekosten Leges, proces-, advies- en verhaalskosten Buitengerechtelijke kosten
2.180 203 3.639
2.206 169 3.656
6.022
6.031
1.011 127 202 62
1.967 268 413 96
2.608
1.311
4.010
4.055
0,0
41,3
BEDRIJFSKOSTEN Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenlast Overige personeelskosten Doorberekende personeelskosten VAN resp. Coöp. Vereniging 3P Service u.a.
Aantal werknemers ultimo boekjaar uitgedrukt in volledige dienstverbanden
Tot en met 30 juni 2011 hebben Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars en Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. (VAN) hun facilitaire diensten ondergebracht in de Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. De leden maakten jaarlijks afspraken over de doorbelastingsleutels van de kosten aan de leden. Met ingang van 1 juli 2011 heeft Waarborgfonds haar werkzaamheden uitbesteed aan de VAN en heeft de VAN ook de werkzaamheden, medewerkers en activa en passiva van 3P Service overgenomen. De VAN belast de ten behoeve van Waarborgfonds gemaakte kosten door op basis van de daadwerkelijke gemaakte kosten zonder opslag voor risico of winst.
42
Jaarverslag 2011
Beloning bestuur en directie De bezoldiging van het bestuur bedroeg 17 (2010: 19). Wijzigingen in de beloning van het bestuur worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Ministers van Financiën en Justitie. Het bestuur heeft de VAN aangesteld als directeur. De kosten van de VAN, waaronder de kosten van de directie van VAN, worden door VAN aan het Waarborgfonds doorbelast op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Ten aanzien van de kosten voor de directie is vastgelegd dat deze niet meer mogen bedragen dan het met de bestede tijd overeenkomend percentage van de wettelijke norm zoals vastgelegd in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. De totale kosten voor de directie blijven binnen de wettelijke norm.
Beheerkosten
Huisvestingskosten Kantoor- en algemene kosten Automatiseringskosten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa
2011
2010
446 799 399 109
477 784 387 100
1.753
1.748
In de beheerkosten zijn doorberekende kosten van de VAN en de Coöperatieve Vereniging 3P Service u.a. begrepen ter hoogte van 1.281 (2010: 1.237). Onder de Kantoor- en algemene kosten is 69 (2010:70) opgenomen voor accountantskosten. Dit betreft geheel de controle van de jaarrekening.
BELASTINGEN De Stichting is niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Jaarverslag 2011
43
8. Toelichting op het kasstroomoverzicht (x € 1.000) ONTVANGEN EN BETAALD INZAKE REGRESCONVENANTEN Het Waarborgfonds incasseert jaarlijks bij verzekeraars die deelnemen in daartoe afgesloten convenanten verhaalsvorderingen uit hoofde van ANW- en AWBZ-uitkeringen en betaalt deze ná incasso door aan de betreffende uitkeringsinstanties.
Regres ANW Regres AWBZ
2.590 15.928
2.873 11.137
18.518
14.010
Rijswijk, 20 april 2012
Bestuur mr drs R.J. Hof (voorzitter) mr J.M.J. Hommel MMO mr T.L.W.M. Mallant mw mr S.M.A.J. den Ouden-Huijgen mr F.J.D. Wiegerink
44
Jaarverslag 2011
Directie Verenigde Assurantiebedrijven Nederland N.V. voor deze: mr F.J. Blees N.J.M. Barendse RA
OVERIGE GEGEVENS
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Het Bestuur van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengsten vrijstellingsbewijzen en bruto schaden. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de relevante wet- en regelgeving/bepalingen zoals opgenomen in de artikelen 19, 20, 24, 25, 26 en 27o van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (Wam). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Protocol toetsing rechtmatigheid, zoals overeengekomen tussen Stichting Waarborgfonds Motorverkeer en de Ministeries van Veiligheid en Justitie en Financiën. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Jaarverslag 2011
45
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer per 31 december 2011 en het resultaat over 2011 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde bijdragen, opbrengst vrijstellingsbewijzen en bruto schaden over 2011 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in de artikelen 19, 20, 24, 25, 26 en 27o van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (Wam).
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amstelveen, 20 april 2012 KPMG ACCOUNTANTS N.V. F.J.J. Glorie RA
46
Jaarverslag 2011
KERNCIjFERS
ALGEMEEN Aantal in behandeling genomen nieuwe claims Aantal toegewezen claims
2011
2010
2009
2008
2007
53.719 42.156
57.174 44.222
53.164 42.501
53.557 40.191
53.241 40.401
Totaal uitgekeerd bedrag (x € 1.000)
68.033
66.876
59.786
57.091
57.817
Gekentekende motorrijtuigen
9.382.796
9.245.391
9.176.319
9.007.453
8.807.818
Niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
1.498.261
1.422.119
1.363.786
1.269.724
1.211.622
4.295
4.153
4.098
4.001
3.835
836
802
764
703
748
Aantal motorrijtuigen waarvoor door verzekeraars, de Staat en de gemoedsbezwaarden een bijdrage werd gestort:
GEMOEDSBEZWAARDEN Aantal motorrijtuigen waarvoor een vrijstelling is afgegeven: Gekentekende motorrijtuigen Niet-gekentekende motorrijtuigen en bromfietsen
BIJDRAGE VERZEKERAARS EN STAAT De basis van de inkomsten van het Waarborgfonds is de jaarlijkse bijdrage door de verzekeraars en de Staat op grond van het aantal verzekerde motorrijtuigen en motorrijtuigen van het Rijk. De ontwikkeling van de jaarlijkse bijdrage per motorrijtuig is als volgt: (in €)
2011
2010
2009
2008
2007
gekentekende motorrijtuigen niet-gekentekende motorrijtuigen
6,60 1,05
6,00 0,95
7,00 1,10
7,00 1,10
7,00 1,10
Jaarverslag 2011
47
SCHADECIJFERS NAAR SOORT CLAIM Aantal ontvangen claims per jaar Parkeerschade Wegmeubilair
Overige
Personen
schade
materiële
schade
Totaal
schade
2007
32.149
13.494
6.037
2008 2009
1.561
53.241
30.084
18.775
30.375
15.632
5.935
1.763
56.557
5.451
1.706
53.164
2010
30.916
18.488
6.025
1.745
57.174
2011
28.588
17.828
5.573
1.730
53.719
Parkeerschade Wegmeubilair
Overige
Personen
Totaal
schade
materiële
schade
Betaald schadebedrag per jaar (bedragen x € 1.000)
schade
2007
23.986
12.489
7.669
13.673
57.817
2008
20.599
15.706
7.046
13.740
57.091
2009
22.475
18.184
7.681
11.446
59.786
2010
21.941
22.114
9.148
13.673
66.876
2011
20.355
21.972
10.569
15.137
68.033
Colofon Vormgeving: Ton Wienbelt, Den Haag Druk: De Swart, Den Haag
48
Jaarverslag 2011