Ministerie van justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Preventie, Jeugd en Sanctiebeleid
Correspondentie Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
Bezoekadres Schedeldoekshaven 100
Onderdeel Contactpersoon Doorkiesnummer(s) Datum Ons kenmerk Onderwerp
Aan de heer XXX en mevrouw XXX XXX XXX
2511 EX Den Haag
Centrale Autoriteit interlandelijke adoptie JA.Th. Vroomans (070) 3 70 62 46 fax: (070) 3 70 75 07 XXX XXX 2000 nr. B.KA. XXX Afgifte beginseltoestemming
Bij beantwoording de
Telefoon 070 3 70 79 11 Fax 070 3 70 79 00 Telex 34554 mvj nl
Datum en ons Kenmerk vermelden.
Geachte heer XXX en mevrouw XXX Hierbij doe ik u mijn beschikking toekomen, waarin u toestemming wordt verleend tot opneming van een buitenlands kind met het oog op adoptie (zgn. beginseltoestemming). Deze toestemming vloeit voort uit de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie. Informatie hierover is terug te vinden in de brochure "U wilt een kind uit het buitenland adopteren", welke u bij het indienen van uw aanvraag ter verkrijging van de beginseltoestemming is toegezonden. Mocht deze brochure niet (meer) in uw bezit zijn, dan kunt u deze telefonisch opvragen via bovenstaand doorkiesnummer. Een afschrift van deze toestemming en een exemplaar van het over u opgemaakte gezinsrapport heb ik heden met het oog op bemiddeling toegezonden aan: Vereniging Wereldkinderen, Riouwstraat 191 te Den Haag welke over een vergunning beschikt om te mogen bemiddelen bij de plaatsing in uw gezin van een buitenlands kind. Aan de vergunning om te mogen bemiddelen zijn voorwaarden verbonden, onder meer ten aanzien van kwaliteit en zorgvuldigheid van de bemiddeling. Hierop wordt door mij zowel als de Inspectie voor de Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming toegezien. Verder worden aan de vergunninghouder voorwaarden gesteld welke betrekking hebben op een goede voorbereiding bij de plaatsing van een buitenlands kind en op een goede begeleiding na de plaatsing.
4079 9901-09 Basispapier
nr. B.KA. XXX / XXX 2000
Voorts is voor u het volgende van belang. Op 1 oktober 1998 is voor Nederland in werking getreden het "Verdrag inzake internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van interlandelijke adoptie". Dit verdrag regelt, zoals de naam al aangeeft, de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie tussen landen die zijn aangesloten bij het verdrag. Het systeem van het verdrag bepaalt dat aspirantadoptiefouders niet zelf contacten kunnen leggen in zo'n land om een kind te adopteren, maar dat alle contacten moeten lopen via de zgn. "Centrale Autoriteit" die in ieder verdragsland is benoemd, dan wel via de eerder genoemde vergunninghouders die in het kader van dit verdrag belast kunnen zijn met een aantal taken. Voor Nederland is de Minister van Justitie als Centrale Autoriteit aangewezen. De taak van de vergunninghouder bestaat uit het samenstellen van een dossier bestaande uit de beginseltoestemming en een exemplaar van het gezinsrapport, aangevuld met andere documenten die voor de procedure in het land, vanwaar aspirant-adoptiefouders een kind ter adoptie wensen op te nemen, benodigd zijn. Hij zendt dit dossier op naar de Centrale Autoriteit in dat land, dan wel aan een instantie die van de Centrale Autoriteit van dat land daarvoor een vergunning heeft gekregen. De Centrale Autoriteit van het andere land heeft de taak een dossier samen te (laten) stellen over het te adopteren kind, waarin de vereiste documenten als een geboorte-akte en een verklaring van afstand van de ouder(s) of verzorgers van het kind zijn opgenomen, en waarin zo veel mogelijk achtergrondgegevens van het kind en, indien beschikbaar, over diens ouders worden verzameld. Aan de hand van beide dossiers vindt de zgn. "matching" plaats. Hierbij wordt, vanuit het belang van het te adopteren kind, naar de adoptiefouder(s) gezocht die het beste bij het kind (lijken te) passen. Vervolgens moeten zowel de Centrale Autoriteit van het land van het kind als de Centrale Autoriteit van het land van de aspirant-adoptief-ouders met de voorgestelde matching accoord gaan. Wanneer ik met de voorgestelde matching kan instemmen, zal ik een toestemming verlenen waarin de gegevens van het kind zijn opgenomen (zgn. verklaring van instemming). Vervolgens zal het voorstel door de vergunninghouder aan u worden voorgelegd. Wanneer u met het voorstel instemt zal de vergunninghouder voor de verdere afhandeling van de procedure zorg dragen, inclusief het aanvragen van een inreisvisum (voor zover nog vereist). Een gevolg van het verdrag is voorts dat een in het land van herkomst uitgesproken `sterke' adoptie ( dat is een adoptie die tot gevolg heeft dat de familiebanden met de oorspronkelijke ouders wordt verbroken en worden vervangen door de familiebanden met de adoptie-ouders) in Nederland zal worden erkend. Het kind verkrijgt daardoor de naam van een van u beiden en de Nederlandse nationaliteit als een van u beiden Nederlander is.
X079 9901-09 Basispa
nr. B.KA. XXX / XXX 2000
Indien het een adoptie uit een land betreft dat niet is aangesloten bij het hiervoor genoemde verdrag, verdient het evenzeer aanbeveling te kiezen voor volledige bemiddeling door een vergunninghouder. Deze zorgt voor een zorgvuldige en goed begeleide plaatsing van het kind. Ook zorgt hij voor de meeste formaliteiten in het buitenland. U moet bedenken dat er in landen die niet bij het verdrag zijn aangesloten vaak geen instanties bestaan die vergelijkbaar zijn met een Centrale Autoriteit of een vergunninghouder. Wanneer u zelf een contact heeft in het buitenland en u heeft het voornemen via dit contact een kind ter adoptie in uw gezin op te nemen, dient u zich eveneens te wenden tot een vergunninghouder. Deze heeft namelijk de taak zgn. "privé”contacten na te gaan op zuiverheid en zorgvuldigheid van handelen en mij daarover te rapporteren. Na goedkeuring door mij van dit contact kan de vergunninghouder vervolgens het gezinsrapport beschikbaar stellen ten behoeve van de adoptieprocedure in dit land en u daarbij behulpzaam zijn. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het zgn. "zelfdoen" in dat land ook is toegestaan. Nadere informatie hierover kunt u verkrijgen via het bovenstaande doorkiesnummer. Ik wil u er nadrukkelijk op wijzen dat u vanaf het tijdstip van vertrek van het buitenlandse kind naar Nederland als adoptiefouders verplicht bent te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van dat kind als ware het uw eigen kind. Voordat de overkomst van het kind naar Nederland kan plaatsvinden dient door de desbetreffende vergunninghouder schriftelijk bij de Immigratie en Naturalisatiedienst van het ministerie van Justitie een machtiging tot voorlopig verblijf voor het kind te worden aangevraagd. Wanneer u de mogelijkheid heeft meer dan een kind op te nemen, kan hiervoor onder bepaalde voorwaarden toestemming worden verleend (zie hiervoor de vorenbedoelde brochure). U dient uw adoptiefkind na aankomst in Nederland aan te melden: a) binnen vijf dagen bij de afdeling bevolking van uw gemeente, ter voldoening aan artikel 3 van het Besluit Bevolkingsboekhouding (Stb. 1967, 442). b) binnen drie dagen bij de korpschef (Vreemdelingendienst) in uw gemeente met het oog op de indiening van een vergunning tot verblijf. Bij deze aanmelding dient u schriftelijke stukken te overleggen waaruit blijkt dat aan de voorwaarden, genoemd onder de punten a tot en met c van de beginseltoestemming, is voldaan. Indien deze stukken gesteld zijn in een andere dan de Nederlandse, Engelse, Duitse of Franse taal, dienen zij vergezeld te zijn van een beëdigde vertaling in een van deze talen. Bij deze aanmelding dient u opnieuw mededeling te doen van de contacten die tot de binnenkomst in Nederland van het buitenlands adoptiefkind hebben geleid.
4079 9901-09 Basispapier
nr. B.KA. XXX / XXX 2000
N.B. De aanmelding bij de korpschef (Vreemdelingendienst) kan achterwege blijven in het geval de adoptie, die in een verdragsland heeft plaats gevonden, een "sterke adoptie" betreft die erkenning in Nederland tot gevolg heeft. In een dergelijk geval volstaat de aanmelding bij de afdeling bevolking van uw gemeente, waar uw kind zal worden ingeschreven als Nederlands staatsburger. Voorts verdient het aanbeveling om in alle gevallen uw adoptiekind te laten inschrijven in het Centraal Bevolkings Register, gehuisvest bij de gemeente `sGravenhage. Uw kind kan hierdoor later bij dit register een uittreksel uit het geboorteregister opvragen wanneer het dit nodig heeft, bijvoorbeeld om in het huwelijk te kunnen treden of een rijbewijs te verkrijgen.
De Minister van Justitie, namens deze, medewerker Centrale Autoriteit interlandelijke adoptie
4079 8001-09 BPS1S1:
Ministerie van justitie
De Minister van Justitie The Minister for Justice
Gezien het verzoek d.d.XX-XX-1999 Regarding the request of (date d-m-y)
de heer
XXX
of mr.
en mevrouw XXX of Mrs.
wonende te
XXX
Geboortedatum: XX-XX-XX Born on (date)
Geboortedatum: XX-XX-XX Born on (date)
living at (address)
om toestemming tot opneming ter adoptie van een eerste buitenlands kind: for permission to adopt a first child of foreign nationality;
Gelet op het bepaalde bij en krachtens de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Stb. 1998. 566); Regarding to the Dutch Code 'Adoption of children of foreign nationality (Stb. 1988, 566):
Gelet op de Vreemdelingencirculaire 1994. Hoofdstuk B-3: Regarding to the Aliens Circulair 1994, Chapter B-3;
Gezien de rapportage en het daarop gebaseerde advies van de raad voor de kinderbescherming, Regarding tot the home-study and recommendation of the Board for Child Care and Protection
vestiging Haarlem d.d. xx-xx-2000 of (place and date); BESLUIT ORDERS:
aan de heer XXX en mevrouw XXX, that Mr. and Mrs.
toestemming te verlenen tot opneming ter adoptie van een eerste buitenlands are granted permission to adopt a ast child af foreign nationality,
kind onder de in blad 2 genoemde voorwaarden provided the conditions on page 2.
Deze toestemming is geldig tot XX-XX-2003 This permit is valid until (date) 's-Gravenhave, XXX 2000., nr. B.KA. .XXX/XXX The Hague, (date)
De Minister van Justitie. The Minister for Justice,
namens deze, on his behalf,
Centrale Autoriteit interlandelijke adoptie Central Authority on intercountry adoption
J.A.Th. Vroomans
Ministerie van justitie
nr. B.K.A. XXX / XXX / XXX 2000
de heer XXX en mevrouw XXX, nr B.K.A. /XXX/XXX d d XX-XX-1999 pag. 2
1.
het leeftijdsverschil tussen het kind en de beide adoptiefouders mag niet meer dan 40 jaren bedragen: the age difference between the child and each of the parents may not exceed 40 years;
2. het betreft de opneming van een kind. Ingeval zich de gelegenheid voordoet dat meer dan een kind kan worden opgenomen, kan de Minister voornoemd om toestemming daartoe worden gevraagd: It concerns the adoption of one child. In case it may occur that more than one child can be adopted, the Minister above mentioned, can be requested for a special permission. 3.
de overkomst van het kind naar Nederland dient op verantwoorde wijze te zijn geregeld: the child must be brought to the Netherlands in a correct and careful manner;
Voorts dient bij binnenkomst van een buitenlands kind in Nederland aan de volgende voorwaarden te worden voldaan: At the arrival of the child in the Nethetlands the following conditions must be fulfilled:
a.
het buitenlandse kind mag op het tijdstip van binnenkomst in Nederland de leeftijd van 6 jaren niet te hebben bereikt: at the moment of arrival in the Netherlands the child may not have reached the age of 6;
b.
de adoptiefouders dienen een verklaring te overleggen waaruit blijkt dat in_ redelijkheid niet valt aan te nemen dat het kind lijdt aan een gevaarlijke besmettelijke of 1angdurige lichamelijke of geestelijke ziekte; there must be a medical certificate for the child stating that there are no reasonable grounds to suppose that the child is suffering from any dangerous infectious disease, or that it has any protracted physical or mental illness;
c.
door middel van bescheiden dient op bevredigende wijze te worden aangetoond dat de afstand van het kind door de ouder(s) of wetteliik vertegenwoordiger van het kind naar behoren is geregeld en dat de autoriteiten in het land van herkomst instemmen met de opneming ter adoptie van het bovengenoemde echtpaar. it must be proved with satisfactory documents that the child's natural parent(s) or legal representative has/have relinquished all rights to the child and that the authorities in the country of origin have agreed to the adoption by the above mentioned couple.