MINISTERIE VAN JUSTITIE UITGEGEVEN

RECUEIL DES

CIRCULAIRES INSTRUCTIONS

ET

AUTRES

ACTES

ÉMANÉS D U

MINISTÈRE D E L A J U S T I C E ou RELATIFS

A C E DÉPARTEMENT

TROISIÈME

SÉRIE

ANNÉE

19 4 7

VERZAMELING VAN

OMZENDBRIEVEN Dienstvoorschriften

en andere

Bescheiden

DOOR H E T

MINISTERIE VAN JUSTITIE UITGEGEVEN OF

DIT

DEPARTEMENT

DERDE

BETREFFENDE

REEKS

J A AR 1 9 4 7 BRUSSEL

BRUXELLES IMPRIMERIE DU MONITEUR BELGE

DRUKKER1J VAN HET BELOISCH STAATSBLAD

Directeur : Bourlard, L.-A.-J. Rue de Louvain, 40

Directeur : Bourlard. L.-A.-J. Leuvense weg, 40

3582

1948

RECUEIL DE CIRCULAIRES,

INSTRUCTIONS ÉMANÉS

ET AUTRES

D U MINISTÈRE

D E LA

ACTES

JUSTICE

OU

relatifs à c e Département ANNÉE 1 9 4 7 FRAIS D'ACHATS DE MÉDICAMENTS COUTEUX. 2

e

D i r . gén., 2' sect., n° 36.973.

Bruxelles, le 9 janvier 1947. A MM. les Gouverneurs de Province, A MM. les Directeurs, MMes les Directrices des asiles d'aliénés (es) des instituts pour enfants anormaux. J'ai l'honneur de porter à votre connaissance que le Ministère de publique et de Ja Famille et mon d é p a r t e m e n t se sont mis d'accord pour des cas exceptionnels et sur demande justifiée par certificat médical, d'achats 'de médicaments coûteux — l'insuline par exemple — peuvent à charge des pouvoirs publics en sus du prix de la j o u r n é e d'entretien.

la Santé que dans les frais être mis

• VERZAMELING VAN OMZENDBRIEVEN, DIENSTVOORSCHRIFTEN EN ANDERE

BESCHEIDEN

DOOR HET

MINISTERIE

V A N JUSTITIE

UITGEGEVEN

OF

dit

Département

betreffende

JAAR 1947 UITQAVEN VOOR AANKOOPEN VAN DURE GENEESMIDDELEN. r

2* A l g . dir., 2' sect., n 36.973. Brussel, den 9° Januari 1947. Aan de heeren Provinciegouverneurs, Aan de heeren Bestuurders, Mevrouwen Bestuursters van de krinkzinnigengestichten en van de gestichten voor abnormale kinderen. Ik heb de eer u ter kennis te brengen dat het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin en mijn d é p a r t e m e n t het er over eens zijn dat in buitengewone evallen en mits een door middel van een geneeskundig attest gewettigde aanvraag, e uitgaven voor aankoopen van dure geneesmiddelen, bij voorbeeld insuline, aan de openbare besturen mogen aartgerekend worden boven den prijs per d a g onderhoud. ,

4

9-15 janvier 1947.

L a demande doit être soumise à l'avis de la commission provinciale de surveillance du fonds commun. Le dossier sera ensuite a d r e s s é par les soins de M . le Gouverneur au Ministère de l a Santé publique et de la Famille. Il importe que la transmission et l'instruction de la demande aient lieu avec diligence pour éviter tout retard préjudiciable aux malades. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, TASSIN.

FONDATION LAMB1NON (O.-N-M.). — BOURSES D'ÉTUDE. — NOMBRE ET MONTANT (1).

1* D i r . gén., 1* sect., n° 940. 9 janvier 1947. U n a r r ê t é du Ministre de la Justice porte qu'il est à conférer sur les revenus de l a fondation Lambinon (Gustave-Nicolas-Marie), gérée par la commission provinciale des fondations de bourses d'étude de Liège : 1° Une bourse de 2,860 francs pour les cours des facultés de philosophie et lettres, des sciences et des sciences appliquées; 2° Deux bourses, chacune de 1,000 francs, pour les études d'humanités anciennes ou modernes à partir de la classe de troisième, ainsi que les études des beaux-arts. Ce dernier montant est réduit : 1° à 750 francs lorsque le boursier fait des études d ' h u m a n i t é s anciennes ou modernes dans un externat situé dans la localité habitée par ses parents; 2° à 600 francs lorsque le boursier fait, dans les mêmes conditions, des études de beaux-arts. 1

FONDATION VAN DE VENNE (G.). — BOURSE D'ÉTUDE. — MONTANT (1).

1" D i r . gén., 1' sect., n° 1082. 15 janvier 1947. — U n arrêté du Ministre de la Justice porte qu'il est à conférer sur les revenus de la fondation V a n de Venne (Godefroid), gérée par la commission provinciale des bourses d'étude du Limbourg, une bourse de 750 francs pour les études d'humanités anciennes à partir de la classe de quatrième, de philosophie p r é p a r a t o i r e à la théologie et de théologie.

»

FONDATION NAVEAU (M.). — BOURSE D'ÉTUDE. — MONTANT (1). e

e

I D i r . gén., I sect., n° 5775. 15 janvier 1947. — U n arrêté du Ministre de la Justice fixe à 600 francs, pour les études de philosophie, de 'droit ou de théologie, le montant de la bourse de la fondation Naveau (Michel), gérée par la commission provinciale des fondations de ibourses d ' é t u d e de Liège. FONDATION RENARDI (G.). — BOURSES D'ÉTUDE. — NOMBRE ET MONTANT (1).

1° D i r . gén., 1" sect., n° 1737. 15 janvier 1947. — U n arrêté du Ministre de la Justice porte qu'il est à conférer sur les revenus de la fondation Renardi (Guillaume), anciennement annexée au collège De Bay, à Louvain actuellement gérée par la commission provinciale des fondations de bourses d'étude du Brabant, une bourse pour les études de rhétorique, de philosophie, de théologie, de droit, de médecine. Le montant de cette ^bourse est fixé à 1,230 francs pour les études supérieures susdites. Ce montant est réduit : a) à 1,000 francs pour les études de r h é t o r i q u e ; b) à 750 francs, lorsque le boursier fait ces dernières études dans un externat situé dans la localité habitée par ses parents. (1) Moniteur

belge, 1947, n° 38.

9-15 Januari 1947.

5

De aanvraag moet voor advies overgelegd worden aan de provinciale commissie van toezicjht op het gemeene fonds. Het dossier zal vervolgens door toedoen van den Gouverneur toegestuurd worden aan het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin. R Het is noodig dat het toezenden en het onderzoeken van de aanvraag met bekwamen spoed geschieden ten einde aile ver.traging welke nadeelig voor de zieken kan zijn, te voorkomen. Voor den Minister • De gemachtigde Directeur, TASSIN.

STiCHTING LAMBINON (G.-N.-M.). — STUDIEBEURZEN. — AANTAL EN BEDRAG

(1).

r

1* A l g . dir., V sect., n 940. 9 Januar.i 1947. — Bij foesluit van den Minister van Justifie is bepaald dat op de inkomsten van de stichting Lambinon (Gustave-Nicolas-Marie), beheerd door de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Luik zijn toe te kennen : l ° E e n beurs van 2,860 frank voor de cursussen der faculteiten van wijsbegeerte en letteren, van wetenschappen en van toègepaste wetenschappen; 2° Twee beurzen, elk ten bedrage van 1,000 frank, voor de stu'diën der oude of moderne humaniora van af de derde klas, alsmede voor de studiën der schoone kunsten. Dit laatste bedrag wordt verminderd : 1" tôt 750 frank wanneer de beursstudent oude of nieuwe humaniora studeert in een externaat gelegen in de localiteit waar zijn ouders wonen; 2° tôt 600 frank wanneer de beursstudent in dezelfde voorwaarden studies doet i n de schoone kunsten. t

STICHTING VAN DE VENNE (G.). — STUD1EBEURS. — BEDRAG. (1). e

e

r

I A l g . dir., I sect, n 1082. 15 Januari 1947. — Bij besluit van den Minister van Justifie is bepaald dat op de inkomsten der stichting Van de Venne (Godefried), beheerd door de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Limburg, een beurs toe te kennen is van 750 frank voor de studiën der oudere humaniora vanaf de vierde klas, der wijsbegeerte voorbereidend tôt de godgeleerdheid en der godgeleerdheid.

STICHTING NAVEAU (M.). — STUD1EBEURS. — BEDRAG e

(1). e

r

I A l g . dir., I sect., n 5775. 15 Januari 1947. — Bij besluit van den Minister van Justifie is bepaald dat het bedrag van de beurs van de stichting Naveau (Michel), beheerd door de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Luik, vastgesteld is op 600 frank voor de studiën in de wijsbegeerte, in de rechten of in de godgeleerdheid. STICHTING RENARDI (W.). — STUDIEBEURZEN. — AANTAL EN BEDRAG (1). e

e

r

I A l g . dir., I sect., n 1737. 15 Januari 1947. — Bij besluit van den Minister van Justifie is bepaald dat op de inkomsten van de stichting Renardi (Willem), voorheen gehecht aan het collège De Bay, te Leuven), thans beheerd door de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Brabant, een beurs is toe te kennen voor de studiën van rhetorika, in de wijsbegeerte, de godsgeleerdheid, de rechten en de medicijnen. Het bedrag van die beurs is vastgesteld op 1,230 frank voor bovengemelde hoogere studies. Dit bedrag wordt verminderd : a) tôt 1,000 frank voor de studiën van rhetorika; b) tôt 750 frank, wanneer de beursstudent laatstgenoemde studiën doet in een externaat gelegen in de localiteit waar zijn ouders wonen. (1) Belgisch

Staatsblad,

r

1947, n 38.

6

16 janvier 1947. CONDAMNÉS POUR INFRACTIONS A LA SURETE DE L'ÉTAT. LIBÉRATION PROVISOIRE ET CONDITIONNELLE. — NOUVELLES DIRECTIVES.

Litt. B . L . I. Bruxelles, le 16 janvier Avenue Louise, 339. A MM. les Directeurs

des Prisons

et des Centres

1947.

d'Internement.

La mise en œ u v r e du programme de rééducation et de reclassement des c o n d a m n é s pour infractions à l a sûreté extérieure de l'Etat, exposé dans mon discours radiodiffusé du 16 septembre 1946, rend nécessaire de remplacer par les directives ci-après, les règles auxquelles, selon mes circulaires des 6 février, 23 mai et 3 août 1946, devait être soumise toute proposition de libération anticipée introduite en faveur de tels condamnés. A. D o r é n a v a n t le cas de. tous c o n d a m n é pour infraction contre la «sûreté de l'Etat, q u i en raison de ses .dispositions morales, de son d e g r é d'amendement, de ses possibilités de reclassement, se montrera digne de faire l'objet d'une mesure de libération conditionnelle, pourra être examiné lorsqu'il aura purgé la moitié de sa peine (que celle-ci soit correctionnelle ou criminelle), que la condamnation ait été prononcée selon les formes de la procédure ordinaire ou de la procédure simplifiée (arrêté-i'oi du 10 novembre 1945). ;

B. Toutefois, il vous sera permis d'introduire une proposition de libération conditionnelle avant l'expiration du délai fixé «n A, dans les cas où vous estimerez que des circonstances exceptionnelles et particulièrement dignes d'intérêt justifient une libération anticipée. Il faut tenir compte à cet é g a r d d'un ensemble d'éléments et notamment du comportement exemplaire de l'intéressé, de son regret sincère de l a faute commise et de ses efforts méritoires et p e r s é v é r a n t s pour s'en racheter, de la situation particulièrement difficile de sa famille, etc. Dans tous les cas, le condamné devra avoir p u r g é au moins un tiers de sa peine avait de faire l'objet d'une proposition. C. Pour tout condamné qui n'aura pas fait l'objet d'une proposition de libération conditionnelle selon les §§ A ou B ci-dessus, vous aurez soin de me faire connaître d'office dès qu'il aura p u r g é les deux tiers de sa peine, et pour autant que le tiers restant ne soit pas supérieur à dixnhuit mois, votre avis sur son d e g r é d'amendement, son comportement, ses dispositions morales, ses possibilités de reclassement. D. Dans l'établissement de tous vos avis et propositions, vous considérez particulièrement le d e g r é d'éducation générale et d'éducation civique de l'intéressé, — compte tenu de son rang social, — sa compréhension 'de sa faute et sa condamnation, ses efforts de redressement, son d e g r é de p r é p a r a t i o n professionnelle et vous signalerez les mesures qu'il conviendrait de prendre pour faciliter ou parachever sa rééducation et sa r é a d a p t a t i o n sociale et professionnelle. E. Dans l'appréciation de la d u r é e de la peine accomplie, vous tiendrez compte, le cas échéant, des effets de la valorisation du travail-rachat calculés suivant ma circulaire 'du 12 octobre 1946. F. Toute demande d'instruction en vue de la libération conditionnelle doit ê t r e examinée dans le délai le plus bref. A cette fin, je ivous prie de vous entendre avec M M . les P r é s i d e n t s des Commissions administratives des prisons, pour assurer l'envoi rapide à mon d é p a r t e m e n t du rapport en libération conditionnelle (état 78, article 324, du Règlement général).

16 Januari 1947.

7

VEROORDEELDEN WEGENS M1SDRIJVEN TEGEN DE VEILIGHEID VAN DEN STAAT. VOORLOOPIGE EN VOORWAARDELIJKE 1NVRIJHEIDSTELLING. — NIEUWE RICHTLIJNEN.

Litt. B . L. I. Brussel, den 16" Januari 1947. Louizalaan, 339. van de Gevangenissen en \ie Interneerings-

Aan de heeren Besluurders centra. Met het oog op de uitwerking van het programma tôt wederopvoeding en reclasseering van de wegens misdrijven tegen de veiligheid van den Staat veroordeelde personen, dat in mijn op 16 September 1946 vôôr de radio gehouden reden uiteengezet wercL blijkt het noodzakelijk de regelen, die volgens mijn omzèndbrieven van 6 Februari, 23 Mei en 3 Augustus 1946, ter gelegenheid van ieder voorstel tôt vervroegde invrijheidstelling ten betioeve van dergelijke veroordeelden moeten worden in acht genomen, door de navolgende richtlijnen te vervangen : A. Voortaan zal het geval van ieder wegens misdrijf tegen de veiligheid van den Staat veroordeelde persoon, die op grond van zijn moreele gesteldheid, de mate waarin hij zich gebeterd heeft, zijne reclasseringsmogelijkheden, zich waardig toont om voor een maatregel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking te komen, in overweging mogen genomen worden zoodra betrokkene de helft van zijn straf zal hebben uitgedaan, om 't even of het een correctioneele of een crimineele straf geldt, of de veroordeelirag volgens de vormen van de gewone rechtspleging o f de vereenvoudigde recntspleging wend uitgesproken (besluitwet van 10 November 1945). B. Het zal u evenwel vrij staan een voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling in te dienen vôôr het verstrijken van den onder A bepaalden termijn, in de gevallen waarin gij oordeelt dat buitengewone omstandigheden, welke bijzondere belangstelling verdienen, vervroegde invrijheidstelling verantwoorden. Te dien aanzien, dient er rekening te worden genomen met een gansch stel factoren, inzonderheid met het voorbeeldig gedrag van den betrokkene, zijn oprecht leedwezen over de bedreven fout, zijn verdienstelijke en aanhoudende pogingen om zijn schuld uit te boeten, den bijzonder bezwaarlijken toestand van zijn gezin, enz. In aile gevallen moet de veroordeelde ten minste één derde van zijn straf hebben uitgedaan vooraleer een voorstel te zijnen behoeve in aanmerking kan genomen worden. C. Voor ieder veroordeelde, betreffende welken geen voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling, overeenkomstig de § § A of B hierboven, werd ingediend, verzoek ik u mij van ambtswege, zoodra betrokkene twee derden zijner straf heeft uitgedaan en ivoor zooveel het overblijvende derde niet meer dan achttien maanden beloopt, uw advies te willen geven omtrent zijn graad van verbetering, zijn gedraging, zijn moreele gesteldheid, zijn reclasseeringsmogelijkheden. D. Bij het opmaken van al uwe adviesen en voorstellen dient gij in 't bijzonder rekening te houden met den graad van algemeen ontwikkeling van den betrokkene, zijn zin voor burgertrouw — met inachtneming van zijn maatschappelijken stand — het begrip van zijn schulden zijn veroorWeeling, zijn pogingen tôt verbetering, zijn graad van beroepsopleiding; gelieve mij tevens mededeeling te doen van de maatregelen die er dienen te worden genomen om zijn wederopvoeding, zijn maatschappelijke en beroepswederaanpassing te vergemakkelijken of te voltooiën. E. Bij het beramen van den duur der uitgedane straf zult gij desvoorkomend rekening houden met de gevolgen van de valorisatie, de schuldboeting door werk, berekend volgens mijn omzendbrief van 12 October 1946. F. Ieder verzoek om onderzoek met het oog op de voorwaardelijke invrijheidstelling behoort zoo spoedig mogelijk in overweging te worden genomen. Te dien einde, verzoek ik u met de heeren voorzitters der bestuurscommissies bij de gevangenissen overleg te plegen, opdat het verslag t ô t voorwaardelijke invrijheidstelling ten spoedigste aan mijn d é p a r t e m e n t zou worden overgelegd (staat 78, artikel 324, van het Algemeen Règlement).

8

16 janvier 1947.

Le cas échéant, il vous appartiendra, à cet effet, d'augmenter le nombre des conférences du personnel, de fixer leur date en tenant compte des réunions tenues par la Commission administrative de la prison, de vous mettre en rapport avec cette d e r n i è r e afin de vous communiquer respectivement le rôle des affaires à l'instruction et d'assurer par tous moyens que vous jugerez opportuns une meilleure coordination de vos travaux respectifs. G . Toute demande émanant de mon administration doit être immédiatement instruite, même si vous estimez devoir émettre un avis défavorable quant à l'opportunité d'une libération provisoire ou conditionnelle. Si un avis a déjà été donné par vous, vous voudrez bien vous y référer en indiquant éventuellement les changements survenus dans l'intervalle. H. Toute proposition de libération provisoire ou conditionnelle doit mentionner la résidence exacte à laquelle le c o n d a m n é compte fixer d è s sa libération, ainsi qu'une seconde résidence pour le cas où je jugerais opportun de lui interdire provisoirement l'accès de la première en vue de parer à certaines réactions locales. /. Je vous prie de veiller à ce que l'internement subi éventuellement par le condamné soit toujours indiqué avec toute la précision voulue sur les é t a t s 58,78 et les plans de reclassement que vous m'adressez, — même s'il n'a pas encore fait l'objet d'une remise par voie de grâce, — de façon à éviter de fâcheuses erreurs dans le calcul de la peine. Vous voudrez bien toujours indiquer clairement : 1° L a date à laquelle la peine expire, sans tenir compte de l'internement subi; 2° Celle à laquelle elle expire en tenant compte du dit internement, et 3° En cas d'exécution de « travail-rachat », la date d'expiration de la peine, compte tenu de la valorisation de ce travail. /. A toute proposition de libération provisoire ou conditionnelle, i l y a lieu de joindre un plan de reclassement en trois exemplaires ainsi que votre avis motivé sur les dispositions morales et le d e g r é d'amendement du condamné. K. Toute demande de rapport en libération conditionnelle nécessite l'envoi du seul état 78 (et non 58). A tout état 58 transmis pour la première fois au Service des c o n d a m n é s pour infractions contre la sûreté de l'Etat, devra d o r é n a v a n t être annexé un exposé des faits — voire un extrait du jugement si vous possédez ce document — et le cas échéant, l'indication des objections, d é n é g a t i o n s ou explications du condamné concernant le dit exposé. Si vous n'êtes pas en mesure, lors de l'envoi de l'état 58, d'y joindre ces renseignements, vous voudrez bien les transmettre d è s qu'ils seront en votre possession. L. Toute libération par expiration de la peine faisant courir le risque de faire échapper à toute surveillance un condamné insuffisamment amendé, vous voudrez bien veiller en tout é t a t de cause, à ce que les propositions de libération provisoire que vous me transmettez me parviennent au plus tard deux mois avant l'expiration de la peine (compte tenu de l'internement subi qu'il soit remis ou non par voie de grâce). M . Dorénavant, tout condamné pour infractions contre la s û r e t é de l'Etat devra souscrire, avant sa libération provisoire ou conditionnelle, l'engagement de rejoindre dans les quarante-huit heures la seconde résidence qu'il avait indiquée, au cas où son retour à domicile causerait scandale.

16 Januari 1947.

9

U behoort het daartoe, in voorkomend geval, het aantal conferenties van het personeel te vermeerderen, den datum er van vast te stellen met inachtneming van de door de bestuurscommissie bij de gevangenis te houden vergaderingen, u met deze commissie in betrekking te stellen opdat de roi van de in onderzoek zijnde zaken onderling zou worden metfegedeeld en door aile mogelijke middelen, welke gij dienstig mocht achten, te zorgen voor een betere samenordening van uwe respectieve werkzaamheden. G. Elk van mijn bestuur uitgaande vraag moet dadelijk in onderzoek gesteld worden, zelfs indien gij een ongunstig advies meent te moeten uitbrengen in zake de wenschelijkeid een voorloopige of voorwaardelijke invrijheidstelling te verleenen. Indien reeds advies door u werd uitgebracht, gelieve er dan naar te verwijzen en tevens eventueel de veranderingen te vermelden die zich in den tusschentijd hebben voorgedaan. H. Elk voorstel tôt voorloopige of voorwaardelijke invrijheidstelling moet de juiste verblijfplaats vermelden waar de veroordeelde voornemens is zich, zoodra hij in vrijheid is gesteld, te vestigen alsmede een rweede verblijfplaats voor het geval dat ik het nuttig mocht oordeelen hem voorloopig den toegang tôt de eerste te ontzeggen ten einde sommige locale reacties af te- weren. Ik verzoek u er voor te zorgen dat de interneering die door den veroordeelde eventueel werd ondergaan steeds met al de noodige nauwkeurigheid wordt vermeld op de staten, 58, 78, en op de reclasseeringsplannen welke gij mij overlegt — zelfs wanneer nog geen strafontheffin.g bij genademaatregel werd verleend — zoodat spijtige vergissingen tiij het berekenen van den straftijd worden voorkomen. Gij gelieve steeds klaar en duidelijk te vermelden : 1" Den datum waarop de straf verstrijkt, zonder daarbij rekening te houden met de ondergane interneering; 2° Dien waarop de straf verstrijkt, daarbij rekening houdende met bedoelde interneering, en 3° In geval van uitvoering ivan « schuldboeting door arbeid », den datum van het verstrijken der straf, daarbij rekening houdende met de valorisatie van dien arbeid. y. Bij elk voorstel tôt voorloopige of voorwaardelijke invrijheidstelling, dient een reclasseeringsplan in driedubbel afschrift gevoegd alsmede uw met redenen omkleed advies over de moreele gesteldheid en het stadium der verbetering van den veroordeelde. K. Bij elke aanvraag tôt het bekomen van een verslag tôt voorwaardelijke! invrijheidstelling, moet noddzakelijk alleen de staat 78 (en niet 58) toegezonden worden. Bij elken staat 58 die voor de eerste maal aan den dienst voor veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van den Staat overgelegd wordt, moet voortaan een relaas van de feiten — zelfs een uittreksel uit het vonnis zoo gij dat stuk bezit — gevoegd worden en, in voorkomend geval, de opgave van de bedenkingen, ontkenningen of verklaringen verstrekt door den veroordeelde betreffende bedoelde uiteenzetting. Zoo gij, wanneer gij den staat 58 toezendt, niet bij machte zijt om die inlichtingen er bij te voegen, gelieve deze dan te verstrekken zoodra zij in uw bezit zijn. L. Daar aan elke wegens het verloopen van den straftijd verleende invrijheidstelling et risico is verbonden dat daardoor een veroordeelde die niet v o l doende gebeterd is, aan aile toezicht zou ontsnappen, gelieve gij, in iederen stand van de zaak, er voor te zorgen dat ik de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling welke gij mij overlegt, zou ontvangen uiterlijk twee maanden voôr het verstrijken van de straf (rekening gehouden met de ondergane interneering, eender of daarvan al dan niet bij genademaatregel ontheffing werd verleend. M. Voortaan moet ieder veroordeelde wegens misdrijven tegen de veiligheid van den Staat, vôôr 'dat hij in voorloopige of voorwaardelijke vrijheid wordt gesteld, de verbintenis onderteekenen dat hij binnen acht en veertig uren zich nsar de tweede verblijfplaats welke hij aangegeven heeft, zal begeven ingeval zijn terugkeer naar huis opspraak mocht verwekken.

10

18 janvier 1947.

Autant que possible, vous recueillerez l'avis des autorités locales compétentes sur la possibilité de retour d'un c o n d a m n é à son domicile ou à sa résidence. Vous aurez, toujours soin de l'indiquer expressément sur votre proposition de libération anticipée. N. Lorsque, conformément à ma circulaire « travail-rachat » du 12 octobre 1946, un état 58 est envoyé au service des c o n d a m n é s pour infractions contre la sûreté Ide l'Etat quinze jours au moins avant la date de sortie à prévoir en fonction du total des j o u r n é e s de travail à bonifier, vous voudrez bien veiller à ce que cet état 58 soit transmis en double exemplaire pour me permettre d'en adresser copie à M . l'auditeur général. O. S i un détenu ne peut indiquer un lieu de résidence qui vous semble a p p r o p r i é en cas de libération, vous voudrez bien le signaler expressément sur toute proposition de libération provisoire ou conditionnelle, pour que mon d é p a r t e m e n t puisse prendre les dispositions qui s'imposent. P. E n raison de nombreux transfèrements de détenus, vous voudrez bien le cas échéant, faire suivre d'office les différentes demandes que je vous adresse de façon à en saisir sans tarder le directeur compétent. Le Ministre, A. LILAR.

ASSOCIATION SANS BUT LUCRATIF. — ETABLISSEMENT D'UTILITÉ PUÉLIQUE.. — t O M MISSION D'ASSISTANCE PUBLIQUE. — V I L L E . — LEGS. — LEGS AU PROFIT DE LA CAISSE DES PAUVRES D U BOURGMESTRE. — DÉFAUT DE COMPÉTENCE DE LA COMMISSION D'ASSISTANCE PUBLIQUE (1).

1" dir. gén., 1" section, litt. D . - L . , n° 1607. Bruxelles, le 18 janvier 1947. CHARLES,

Prince de Belgique, Régent du Royaume,

A tous, présents et à venir, SALUT. V u l'expédition du testament reçu, le 21 janvier 1943, par le notaire Dewever, de résidence à Bruxelles, et par lequel Mlle Jadin (E.), sans profession, demeurant en cette ville, rue Philippe-le-Bon, n° 4, y décédée le 13 décembre 1945, dispose notamment comme suit : « ... Je donne et l è g u e : « 1° A u fonds Adolphe M a x : » Mes obligations de la société des Tramways de Buenos-Ayres, des villes de Gand mil huit cent nonante-sept, mil neuf cent treize, mil neuf cent dix-neuf et de la commune d'Ixelles mil neuf cent dix-huit. » 2° A u Fonds de la Recherche scientifique : > Mes obligations des villes de Gand mil neuf cent trente, Liège mil neuf cent trente, Anvers mil neuf cent trente et mil neuf cent trente et un. > A la commission d'assistance publique de la ville de Bruxelles : » a M o n linge de corps et de lit, mes matelas, traversins, oreillers, en un mot toute ma literie. > b) Les valeurs de portefeuille ci-après : > 1. Vingt-sept mille francs en obligations de la Dette belge, intérêt trois pour cent, première série, faisant l'objet de l'inscription existant au Grand-Livre de la Dette publique de Belgique, portant le n° 9770. 2) Sept mille cent francs en obligations du Crédit communal de Belgique, intérêt quatre pour cent, faisant l'objet de l'inscription existant au Grand-Livre du dit Crédit, portant le n° 52315. (1) Moniteur

belge, 1947, n° 25.

18 januari 1947.

11

Gij zu'lt, zooveel dœnlijk, het advies van de ibevoegde plaatselijke overheden inwinnen over de mogelijkheid, voor een veroordeelde, om naar zijn woonplaats of naar zijn verblijfplaats terug te keeren. Gij moet er steeds op .bedacht zijn zulks in uw voorstel tôt vervroegde invrijheidstelling uitdrukkelijk te vermelden. N. Wanneer een staat 58 overeenkomstig mijn rondzendbrief « schuldboeting door arbeid » van 12 October 1946 ten minste vijftien dagen vôôr den datum van ontslag die moet voorzien worden in verband met het totaal van de aan te rekenen extra-arbeidsdagen, aan den dienst der veroorkleelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van den Staat toegezonden wordt, dan gelieve gij er voor te zorgen dat bedoelde staat in dubbel afschrift avergelegd worldt opdat ik een afschrift er van aan den heer auditeur-generaal zou kunnen toesturen. O. Zoo een gedetineerde geen verblijfplaats kan aanduiden die u blijkt geschikt te zijn in geval van invrijheidstelling, dan gelieve gij uitdrukkelijk melding daarvan te maken op elk voorstel tôt voorloopige of voorwaardelijike invrijheidstelling, opdat mijn d é p a r t e m e n t de noodige schikkingen zou kunnen treffen. P. Wegens het 'groot aantal overbrengingen van gedetineerden, verzoek ik u de verschillende aanvragen welke ik u laat geworden, van ambtswege na te zenden zoodat deze onverwijld bij den bevoegden directeur aanhangig worden gemaakt. De Minister, A. LILAR.

VEREENIOINQ ZONDER WINSTOOGMERKEN. — INR1CHT1NG VAN OPENBAAR NUT. — COMMISSIE VAN OPENBARE ONDERSTAND. — STAD. — LEGATEN. — LEGAAT TEN BEHOEVE VAN DE ARMENKAS VAN DEN BURGEMEESTER. — ONBEVOEGDHEID VAN DE COMMISSIE VAN OPENBARE ONDERSTAND. (1). e

r

1' Algem. dir., I sect, litt. S.-L., n 1607. Brussel, den 18° Januari 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de expeditie van het, op 21 Januari 1943, door notaris Dewever, ter standplaats Brussel; ontvangen testament, waarbij Juf.Jadin (E.), zonder beroep, wonende aldaar, Filip-De-Goedestraat, n* 4, en er op 13 December 1945 overleden, onder meer, de volgende schikkingen treft : (Vertaald) « ... Ik geef en vermaak : » Aan het Adolphe Maxfonds : » Mijn obligaties van de Maatschappij der Tramwegen van Buenos-Ayres, van de steden Gent achttienhonderd zes en negentig, Luik achttienhonderd zeven en negentig negentienhonderd dertien, negentienhonderd negentien en van de gemeente Elsene negentienhonderd achttien; » 2° Aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek : » Mijn obligaties van de steden Gent negentienhonderd dertig, Luik negentienhonderd dertig, .Antwerpen negentienhonderd dertig en negentienhonderd één en dertig. » A a n de commissie van openbaren onderstand der stacT Brussel : » a) Mijn lijfgoed en beddelinnen, mijn matrassen, hoofdpeluwen, oorkussens, met een woord al mijn beddegerief; » b) De na te noemen waarden in portefeuille : » 1. Zeven en twintig duizend frank in obligaties van de Belgische Schuld, interest drie t. h., eerste reeks, ingeschreven in het Grootboek der Belgische Staatsschuld, onder n 9770. » 2. Zeven duizend honderd frank in obligaties van het Gemeentekrediet van België, interest vier ten honderd, ingeschreven in het Grootboek van genoemd Krediet, onder n 52315. r

r

(1) Belgisch Staatsblad,

r

1947, n 25.

12

18 janvier 1947.

3. Seize mille cent francs en obligations du Crédit communal de Belgique, intérêt quatre pour cent, faisant l'objet de l'inscription existant au Grand-Livre du dit Crédit, portant Ie~n° 11.584. » 4. Quatre mille francs en obligations du Crédit communal de Belgique, intérêt trois pour cent, faisant l'objet de l'inscription existant au Grand-Livre du dit Crédit, portant le n° 6.520. » 4° A la ville de Bruxelles : » L a somme nécessaire à fixer par elle pour l'entretien à perpétuité et la reconstruction le cas échéant du monument et du caveau érigés au cimetière de •Bruxelles, concession à perpétuité n° 1628. » Cette somme lui sera payée libre de droits de succession ... » ; V u les délibérations par lesquelles : 1° le conseil d'administration de l'association sans but lucratif « Fonds A d o l phe M a x », établie à Saint-Gilles-lez-Bruxelles, sollicite l'autorisation d'accepter le legs fart au fonds Adolphe M a x ; 2° L a commission d'assistance publique de Bruxelles sollicite également l'autorisation d'accepter le legs fait au fonds Adolphe M a x qui, à son avis, se confond avec la caisse des pauvres du bourgmestre de Bruxelles, qu'elle représente; 3° Le conseil d'administration de l'établissement d'utilité publique « Fonds National de la Recherche Scientifique », ayant son siège à Bruxelles, et la commission d'assistance publique de Bruxelles sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui leur sont a d r e s s é s ; V u les avis du conseil communal de Bruxelles et de la députation permanente du conseil provincial du Brabant; V u les pièces de l'instruction, d'où il résulte que les legs consentis au Fonds Adolphe M a x , au Fonds de la Recherche scientifique et à la commission d'assistance publique de Bruxelles ont respectivement une valeur de 9,835 francs, de 43,480 francs et de 52,676 francs; E n ce qui concerne la demande de la commission d'assistance publique de B r u xelles tendant à pouvoir accepter le legs fait par la testatrice au fonds Adolphe Max; Considérant, d'une part, que le fonds Adolphe M a x qui a pour objet de venir en aide aux œ u v r e s de l'enfance de l'agglomération bruxelloise, est constituée en association sans but lucratif sous le régime de la loi du 27 juin 1921 et jouit, dès lors, de la personnalité civile; qu'en conséquence, i l a capacité pour accepter le legs qui lui est fait, moyennant l'autorisation prévue par l'article 16 de la loi du 27 juin 1921; Considérant, d'autre part, que même si le legs en cause devait être r e g a r d é comme fait à la caisse des pauvres du bourgmestre de Bruxelles, laquelle ne possède pas la personnalité civile, encore la commission d'assistance publique de cette ville n'aurait pas capacité pour le recueillir; qu'en effet, à supposer que la testatrice ait voulu gratifier la dite caisse, il en résulterait qu'elle a entendu secourir non les indigents légalement à charge du service public de l'assistance, mais seulement ceux assistés par le bourgmestre de Bruxelles, sur sa caisse privée des pauvres; Considérant que le legs fait au Fonds Adolphe M a x doit permettre à l'association sans but lucratif portant cette dénomination, de réaliser l'objet en vue duquel • elle s'est constituée; V u les articles 910 et 937 du Code civil, 76, 3°, de la loi communale, modifiée par la l o i ' d u 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, 16 et 36 de la loi du 27 juin 1921, 51 de la loi du 10 mars 1925, l'arrêté royal du 2 j u i n 1928 approuvant la fondation de l'établissement d'utilité publique, « Fonds national de la Recherche scientifique », ainsi que les statuts de cet établissement et de l'association précitée, publiés au Moniteur belge des 5-6-7 juin 1922, 20 juin 1928, 13 avril et 16-17 août 1940;

18 januari 1947.

13

» 3. Zestien duizend honderd frank in obligaties van het Gemeentekrediet van België, interest vier ten honderd, ingeschreven in het Grootboek van bedoeld Krediet, onder n 11584. r

» 4. Vier duizend frank in obligaties van het Gemeentekrediet van België, interest drie ten honderd, ingeschreven in het Grootboek van bedoeld Krediet onder n 6520. r

» 4" A a n de stad Brussel : » Het door haar vast te stellen bedrag, benoodigd t ô t het onderhouden ten eeuwigen dage en desgevallend het heropbouwen van het monument en den grafkelder, opgericht op de begraafplaats te Brussel, eeuwigdurende vergunning n 1628. » Dit bedrag zal haar worden uitgekeerd vrij van erfenisrechten... »; r

Gezien de besluiten waarbij : 1° De raad tôt beheer van de zonder winstoogmerken « Fonds Adolphe M a x », gevestigd te Sint-Gillis-bij-Brussel, machtiging vraagt t ô t het aanvaarden van het aan het Adolphe Maxfonds vermaakt legaat; 2° De commissie van openbaren onderstand te Brussel eveneens machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het legaat. vermaakt aan het Adolphe Maxfonds, hetwelk, volgens haar meening, één en netzelfde is als de armenkas van den burgemeester van Brussel, die zij vertegenwoordigt; 3° De raad t ô t beheer van de inrichting van openbaar nut « Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek », welke haar zetel heeft te Brussel en de commissie van openbaren onderstand aldaar machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hun bestemde legaten; Gezien de adviezen van den gemeenteraad van Brussel en de bestendige deputatie van den provincialen raad van Brabant; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat de legaten vermaakt aan het Adolphe Maxfonds, het fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en de commissie van openbaren onderstand te Brussel, onderscheidenlijk 9,835 frank, 43,840 frank en 52,676 frank waard zijn; Wat betreft het verzoek van de commissie van openbaren onderstand te Brussel strekkende om het door de erflaatster aan het Adolphe Maxfonds vermaakt legaat te mogen aanvaarden : Ovcrwegende, eenerzijdS; dat het Adolphe Maxfonds, hetwelk als doel heeft de werken voor kinderwelzijn in de Brusselsche agglomeratie te ondersteunen, tôt vereeniging zonder winstoogmerken is opgericht onder het beheer der wet van 27 Juni 1921 en derhalve rechtspersoonlijkheid bezit; dat het bijgevolg bevoegd is het hem vermaakt legaat te aanvaarden, mits machtiging als voorzien bij artikel 16 der wet van 27 Juni 1921; Overwegende, anderzijds, dat zelfs indien het hierbedoelde legaat mocht worden geacht te zijn vermaakt afh de armenkas van den burgemeester van Brussel. welke geen rechtspersoonlijkheid bezit, de commissie van openbaren onderstand aldan toch niet bevoegd zou zijn dat legaat te verkrijgen; dat, inderdaad, in de veronderstelling dat de erflaatster bedoelde kas heeft willen begiftigen, hieruit zou volgen dat zij niet de behoeftigen, die wettelijk ten laste van den openbaren dienst van den onderstand zijn, heeft willen ondersteunen, doch alleen die, welke door den burgemeester van Brussel uit zijn private armenkas geholpen worden; Overwegende dat het aan het Adolphe Maxfonds vermaakt legaat de vereeniging zonder winstoogmerken onder die benaming in de gelegenheid moet stellen net doel, waarvoor zij werd opgericht, te bereiken; Gelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 76, 3", der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 16 en 36 der wet van 27 Juni 1921, 51 der wet van 10 Maart 1925, het koninklijk besluit van 2 Juni 1928 tôt goedkeuring van de stichting der inrichting van openbaar nut « Nationaal Fonds voor Wetenscappelijk Onderzoek » alsmede op de statuten van die inrichting en van voormelde vereeniging bekendgemaakt in het Staatsblad van 5-6-7 Juni 1922, 20 Juni 1928, 13 April en 16-17 A u gustus 1940; i

14

21 janvier 1947.

Sur la proposition du Ministre de la Justice et du Ministre de la S a n t é publique et de la Famille, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article 1". L a commission d'assistance publique de Bruxelles n'est pas autorisée à accepter le legs fait au Fonds Adolphe M a x . Art. 2. L'association sans but lucratif « Fonds Adolphe M a x », établie à SaintGilles-lez-Druxelles, est autorisée à accepter le legs qui lui est fait. Art. 3. L'établissement d'utilité publique « Fonds national de la Recherche scientifique », ayant son siège à Bruxelles, et la commission d'assistance publique de Bruxelles sont autorisés à accepter les legs qui leur sont adressés. Art. 4. II sera s t a t u é ultérieurement sur la disposition testamentaire prise par la de cujus au profit de la ville de Bruxelles. Le Ministre de la Justice et le Ministre de la Santé publique et de la Famille sont c h a r g é s , chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent a r r ê t é . CHARLES. P a r le Régent : Le Ministre de la Justice, A.

LlLAR.

Le Ministre de la Santé publique et de la Famille, D

R

A . MARTEAUX.

CASIER JUDICIAIRE. — ÉPURATION CIVIQUE. — DÉCHÉANCE DES DROITS CIVILS ET POLITIQUES PAR APPLICATION DE L'ARRÊTÉ D U 29 SEPTEMBRE 1945. e

2 ' dir. gén., 6* sect., 2 bur., n" 11QD. Bruxelles, le 21 janvier 1947. Monsieur

le Procureur

Monsieur

l'Auditeur

général

général,

à

{Cours d'appel

Bruxelles-Liège-Oand),

Bruxelles,

L'absence de renseignements sur les mesures prises en exécution de l'arrêtéloi du 19 septembre 1945 relatif à l'épuration civiue ne permet pas au service du casier judicaire central de mon d é p a r t e m e n t de fournir a cet égard aux a u t o r i t é s judiciaires et administratives les indications qu'il leuf*serait utile de posséder. Il est nécessaire de combler cette lacune qui a, d'autre part, pour effet d'entraver l'application pas casier judiciaire de l'arrêté-loi d'amnistie du 20 septembre 1945. Il importe donc que mon d é p a r t e m e n t soit informé de toute décision emportant déchéance de tout ou partie des droits p r é v u s à l'article 'I23sexties du Code p é n a l , dès que cette décision est devenue définitive, au m ê m e titre 'que des condamnations pénales et dans la m ê m e forme. L e s formules des bulletins de condamnations actuellement en usage dans les greffes, conformément à ma circulaire du 23 février 1940 (Recueil, page 40) et qui contiennent toutes les indications utiles au casier judiciaire devront ê t r e utilisées à cette fin. L a durée de l a d é d h é a n c e et l'indication des droits dont les intéressés sont d é c h u s devront y figurer d'une façon précise dans la colonne réservée à l'indication des peines. 11 conviendra de porter en tête de ces formules la mention « Epuration civique, d é c h é a n c e des droits civils et .politiques » en vue d'éviter la confusion de ces bulletins avec ceux qui constatent des condamnations répressives.

21 januari 1947.

15

Op de voordracht van den Minister van Justitie en den Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Wij hebben besloten en Wij befjuiten : Artikel 1. Aan de commissie van openbaren onderstand te Brussel is machtiging onthouden tôt het aanvaarden van het aan het Adolphe Maxfonds vermaakt legaat. Art. 2. Aan de vereeniging zonder winstoogmerken « Fonds Adolphe M a x », gevestigd te Sint-Gillis-bij-Brussel, is machtiging verleend tôt het aanvaarden van het haar vermaakt legaat. Art. 3. Aan de inrichting van openbaar nut « Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek », welke haar zetel heeft te Brussel en de commissie van openbaren onderstand aldaar is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de voor hen bestemde legaten. Art. 4. Over de door de de cujus ten behoeve van de stad Brussel gemaakte testamentsbeschikkingen zal later een beslissing genomen worden. De minister van Justitie en de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. CHARLES. Vanwege den Regent : De Minister van Justitie, A . LILAR.

De Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, D

r

A . MARTEAUX.

STRAFREGISTER. — EPURATIE IN ZAKE BURGERTROUW. ONTZETTINQ .VtAN D E BURGERLIJKE EN POLITIEKE RECHTEN B U TOEPASSING VAN D E BESLUITWET VAN 29 SEPTEMBER 1945. e

2 alg. dir., 6 ' sect., 2* Ibur., « ' il 10D. Brussel, den 21" Januari 1947. Mijnheer de Procureur-Generaal bij de Hoven Gent-Luik], Mijnheer de Auditeur-Generaal te Brussel,

van Beroep

te

Brussel-

Aangezien het strafregister geen inlidhtingen bezit over de imaatregelen die in aiitvoering van de besluitwet van 19 September 1945 betreffende de epuratie in zake burgertrouw getroffen werden, is het hem niet mogelijk dienaangaande aan de gerechtelijke en de administratieve overheden de aanwijzingen te verstrekken waarvan het bezit hun zeer nuttig zou zijn. ^ Het is noodzakelijk deze leemte aan te vullen, want zij heeft anderzijds voor gevolg dat de toepassing, door het strafregister, van de besluitwet van amnestie van 20 September 1945, verhinderd wordt. Het is dus noodig dat mijn département ingelicht wordt over elke beslissing die gehele of .gedeeltelijke vervallenverklaring van de bij artikel \23sexties van het Wetboek van IStrafrecht voorziene rechten voor gevolg heeft, zoodra deze beslissing definitief geworden js, ten zelfden titel als de strafrechtenlijke veroordeelingen en in denzelfden vorm. .Voor dat doel moet gebruik gemaakt worden van de formulieren der veroordeelingsbuMetins die thans, in overeenstemming met mijn rondschrijven van 23 Februari 1940 (Verzameling, tolz. 40), in de griffies worden gebruikt en die aile aanduidingen bevatten welke voor het strafregister kunnen dienen. D e duur van de vervallenverklaring en de vermelding van de rechten waarvan de betrokkenen vervallen verklaard zijn, moeten op nauwkeurige wijze vermeld worden in de kolom die voor de inschrijving van de straffen is voorbehouden. Op deze formulieren moet bovenaan de vermelding « Epuratie i n Eake burgertrouw. — Vervallenverklaring van de burgerlijke en politieke rechten » aangebracht worden om te vermijden dat deze bulletins tzouden verward worden met die waarop de strafrechterlijke veroordeelingen vermald worden.

22 janvier 1947.

16

Lorsque l'inscription sur la liste des personnes d é c h u e s de leurs droits civils et politiques n'a pas fait l'objet d'une opposition dans le délai légal, c'est à l'auditorat militaire compétent qu'il appartient de dresser le bulletin. S i la décision définitive a été prise par le tribunal de jK;emière instance ou par la Cour d'appel-, c'est aux greffiers de ces juridictions q u i ce soin incombe. Pour éviter qu'on ne doive recommencer ultérieurement ce travail, en vue de constituer la documentation nécessaire au casier civil dont la création est envisagée, il convient d'établir, en double exemplaire, les dits bulletins ainsi que les inventaires. Les dites déchéances devront également ê t r e portées à la connaissance des administrations communales dans le cas où cela •n'aurait pas encore été fait. L a date à laquelle mon d é p a r t e m e n t appliquera l'arrêté-loi d'amnistie du 20 septembre 1945, en ce qui concerne les inscriptions aux extraits du casier udiciaire central sera portée à votre connaissance. En attendant, il conviendra de ne demander des extraits de casier judiciaire, en vue de l'application de la loi d'amnistie, que dans les cas d'absolue nécessité, étant donné que le casier judiciaire central ne dispose pas encore de renseignements complets et que les condamnations prononcées pendant la période prévue par la loi d'amnistie s'élèvent à plus de 400,000. Je vous serais obligé de me faire parvenir toutes suggestions utiles à cet égard en vue d'éviter, dans toute l a mesure du possible, le surcroît c o n s i d é r a b l e de travail que cette documentation entraînerait. P e u t - ê t r e conviendrait-il, jusqu'au moment où i l sera possible d'appliquer l'arrêté-loi d'amnistie et comme le font déjà certains parquets, de demander au préalable aux administrations communales si les personnes en cause ont é t é ou sont inquiétées, poursuivies ou c o n d a m n é e s en raison de leur attitude pendant l'occupation ennemie et si leur comportement p a r a î t n'avoir d o n n é 'prise a aucun reproche. iLes administrations communales pourraient ê t r e interrogées, p a r Ha même occasion, sur le point de savoir si ces personnes font l'objet ou ont fait l'objet de poursuites du chef d'un délit volontaire commis avant lê 31 octobre 1945 pour lequel elles pourraient être ou auraient été condamnées à un emprisonnement de six mois au moins. 'D'autre part, i l y aura lieu de faire ajouter au verso des formulaires pour demandes d'extrait du casier "judiciaire, dès qu'ils devront ê t r e renouvelés, un alinéa 13", libellé comme suit : 13° D é c h é a n c e de droits civils et politiques par application de l'arrêté-loi 19 septembre 1945 sur l'épuration civique. Je vous prie, Monsieur le '.Procureur général, Monsieur l'Auditeur général, de donner toutes instructions utiles aux autorités judiciaires sous vos ordres.

du

Pour le Ministre •: iLe S e c r é t a i r e général, P.

VICAIRES. — TRAITEMENT. — TRANSFERT

I

e

CORNIL.

(1). e

dir. gén., 2 sect., n° 17913.

22 janvier 1947. — U n a r r ê t é du Régent : 1° supprime le traitement à charge de l'Etat attaché à la place de vicaire près la paroisse-succursale de Meslin-l'Evêque; 2° attache un traitement à charge de l'Etat à la seconde place de vicaire près la paroisse-succursale de Petit-Wasmes à Wasmes. (1) Moniteur

belge, 1947, n° 39.

17

22 januari 1947.

Indien tegen de inschrijving op de 'lijsten v a n hun burgerlijke en politieke rechten vervallen verklaarde personen toinnen den wettelijken termijn geen verzet werd aangeteekend, moet het bevoegd krijgsauditoraat het bulletin opmaken. Werd de definitieve beslissing genomen door de rechtbank van eersten aanleg of door het Hof van iBeroep, dan wordt het (bulletin opgemaakt door de griffiers van deze rechtscolleges. Ten einde te vermijden dat het werk achteraf moet herbegonnen worden om de noodige documentatie te verzamelen voor het burgerlijk strafregister, waarvan de oprichting voorzien wordt, dienen voornoemde bulletins, evenals de inventarissen, in duplo te worden opgemaakt. Deze vervallenverklaringen moeten eveneens w o r den ter kennis gebracht van de gemeentebesturen indien zulks nog niet gebeurde De datum waarop mijn d é p a r t e m e n t de besluitwet op de amnestie dd. 20 September 1945 zal toepassen, wat de inschrijviTigen betreft in de uittreksels uit het centraal strafregister, zal u medegedeeld worden. In afwachting, behooren uittreksels uit het strafregister, met het o o g op de toepassing van de amnestiewet, slechts in 'gevallen van volstrekte noodzakelijkhekl te worden aangevraagd, aangezien het centraal strafregister nog riiet over volledige gegevens beschikt en de veroordeelingen die tijdens de door de amnestiewet voorziene p é r i o d e werden uitgesprokén, meer dan 400,000 bedragen. Oij zoudt mij verplichten woudt gij mij aile nuttige voorstellen desbetreffend in overweging geven om, binnen de mate van het mogalijke, te beletten dat het aanzienlijk werk, dat deze documentatie met zich zou 'brengen, nog meer tijd zou in beslag nemen. Misschien ware het geraden, tôt op Ihet oogenblik dat het mogelijk zal zijn de besluitwet tôt amnestieverleening toe te passen — zooals sommige parketten het reeds doen — vooraf aan de gemeentebesturen te vragen of de betrokken personen verontrust, vervolgd of veroordeeld werden of worden voor hun houding tijdens de vijandelijke bezetting en of, wat hun gedragingen betreft, hun niets ten laste kan gelegd worden. T e dier gelegenheid, zou men aan de gemeentebesturen ook kunnen vragen of tegen deze persoren vervolgingen werden of zijn ingespannen ter zake van een vrijwililig, voor 31 October 1945, bedreven misdrijf, waarvoor zij tôt een gevangenisstraf van ten minste zes maanden zouden kunnen veroordeeld worden of veroordeeld geworden zijn. Anderzijds, zou op de keerzijde van de 'formulieren, gebroiikt voor de aanvragen tôt het bekomen van een uittreksel uit het strafregister en zoodra deze formuiieren moeten vernieuwd worden, een 13" a l i n é a imoeten worden gevoegd, luidei,d als volgt : 13° Vervallenverklaring van de burgerlijke en politieke rechten bij toepassing van de besluitwet van 19 September 1945 op de epuratie in izake tourgertrouw. Ik verzoek U , IMijnheer de 'ProcureurnGeneraal, Mijnheer de Auditeur-tGeneraal, aile nuttige onderrichtingen te willen geven aan de onder U staande gerechtelijke overheden. Voor den Minister : De Secretaris^Generaal, P. CORNIL.

ONDERPASTOORS. — WEDDE. — OVERDRACHT (1).

I

e

alg. dir., 2 ' sect., n ' 17913.

22 Januari 1947. — Bij besluit van den Regent is : 1° de wedde op Staatsgelden, verbonden aan de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Meslin-l'Bvêque, afgeschaft; 2" aan de tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Petit-Wasmes te Wasmes, een wedde op Staatsgelden verbonden. (1) Belgisch

Staalsblad,

1947, n ' 39.

18

22-25 janvier 1947. VICAIRES. — TRAITEMENT. — TRANSFERT (1).

I

e

dir. gén., 2" sect., n° 23481.

22 janvier 1947. — U n a r r ê t é du Régent : 1° supprime le traitement à charge de l'Etat attaché à la place de vicaire près la paroisse-succursale de Froidmont; 2° attache un tratement à charge de l'Etat à la place de vicaire près la paroisse-succursale du Sacré-Cceur-de-Jésus à Jumet.

CARTES D'IDENTITÉ ET DE RAVITAILLEMENT. e

e

er

2 dir. gén., I sect., 1 bur., litt. B, n" 426. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Bruxelles, le 23 janvier 1947. 11 importe que le reclassement des d é t e n u s libérés ne soit pas rendu plus difficile par le fait qu'ils ne possèdent pas de carte d'identité ou de carte de ravitaillement. Dès l'entrée des détenus à votre établissement, vous voudrez bien prendre les mesures nécessaires pour que ces documents puissent leur être remis au moment de la levée de l'écrou. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

FONDATION HUYN D'AMSTENRAEDT. — BOURSE D'ÉTUDE. — MONTANT (2). e

e

I dir. gén., I sect., n" 1784. 24 janvier 1947. — U n a r r ê t é du Ministre de l a Justice porte qu'il est à conférer sur les revenus de la fondation Huyn d'Amstenraedt, anciennement annexée au Collège de l'Ordre teutonique à Louvain, actuellement gérée par la commission provinciale des fondations de bourses d'étude du Brabant, une bourse de 1,850 francs pour les études de théologie pendant toute leur durée et pour toutes les autres études supérieures pendant quatre ans.

CANTINE. e

e

2" dir. gén., 3 bur., 3 sect., litt. C„ 302. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Bruxelles, le 25 janvier 1947. Les d é t e n u s doivent pouvoir se procurer, dans toutes les cantines, les articles ci-après : Cubes : Liebig, Oxo, M a g g i ou produits similaires. Fromage : qualité dont la vente est libre. Fruits : pommes, poires, oranges, etc. i l n'y a pas lieu de vendre des fruits de luxe, dont le prix est trop élevé. Œ u f s : frais ou importés. Bière : limiter la consommation à une bouteille 'de 3/4 de litre par homme et par jour. Réglementation spéciale pour les camps miniers. Sardines et harengs fumés. P â t e dentifrice et brosses à dents. Il est bien entendu qu'il n'entre pas dans l'intention de l'administration centrale, de limiter à ces seuls articles, les ventes à l a cantine. Pour le Ministre : Le secrétaire général : P.

(1) Moniteur belge, 1947, n° 39. (2) Moniteur belge, 1947, n° 38.

CORNIL.

22-25 januari 1947. ONDERPASTOORS.

—

WEDDEN. —

19

OVERDRACHTEN (1). e

1' alg. dir., 2 sect., n'23481. 22 Januari 1947. — Bij besluit van den Regent, is : 1° de wedde op Staatsgelden, verbonden aan de plaats van onderpastoor bij de hupparochie Froidmont, afgeschaft; 2° aan de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van het Heilig Hart van Jezus te Jumet, een wedde op Staatsgelden verbonden.

IDENT1TEITS- E N RANTSOENEERINGSKAARTEN.

2' alg. dir., 1« sect., 1* bur., litt. B, n' 426. van de gevangenissen en de interneerings~

Aan de heeren Bestuurders centra.

Brussel, den 23° Januari 1947. Het komt er op aan dat de reclasseering van de ontslagen gedetineerden niet bemoeilijkt worde door het feit dat dezen geen identiteitskaart of rantsoeneeringskaart bezitten. Gelieve bij de aankomst van de gedetineerden in uw gesticht de noodige maatregelen te nemen opdat die besoheiden hun zouden kunnen worden ter hand gesteld op het oogenblik dat de betrokkenen van de gevangenrol worden afgescinreven. Voor de Minister De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

STICHTING HUY VAN AMSTENRAEDT. — STUDIEBEURS. — BEDRAG (2). r

1' alg. dir., 1* sect., n 1784. 24 Januari 1947. — Bij besluit van den Minister van Justitie wordt bepaald dat op de inkomsten van Ide stichting Huyn van Amstenraedt, voorheen gehecht aan het collegie van Teutonische Orde te Leuven, thans beheerd door de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Brabant, een beurs van 1,850 frank is toe te kennen voor de studies in de godgeleerdheid gedurende den ganschen tijd en voor al de overige hoogere studies gedurende vier jaar.

KANTINE. e

r

2' alg. dir., 3 bur., 3 ' sect., litt. C, n 302. Aan de heeren Bestuurders van de gevangenissen en de interneeringscentra. Brussel, den 25° Januari 1947. De gedetineerden moeten zich in de kantine al de na te noemen artikelen kunnen verschaffen : Kuben : Liebig, Oxo, Maggi of soortgelijke producten. Kaas : hoedanigheid waarvan de verkoop vrij is. Fruit : appelen, peren, oranjeappelen, enz., Luxe-fruit, dat te duur is, dient niet te worden verkocht. Eieren : versche of ingevoerde. Bier : het venbruik beperken tôt één flesch van 3/4" liter per man en per dag. Bijzondere reglementeering voor de mijnwerkerskampen. Sardienen en gerookte haring. Tandpasta en tandenborstels. Het spreekt vanzelf dat het niet in de bedoeling van het hoofdbestuur ligt den verkoop in de kantine uitsluitend tôt deze artikelen te beperken. Voor de Minister : De secretaris-generaal, P.

(1) Belgisch Staatsblad, (2) Belgisch Staatsblad,

r

1947, n 39. 1947, n 38. r

CORNIL.

20

29-31 janvier 1947. CANTINF.

2° dir. génér., bureau d'étude, litt. R, n° X I / 2 . A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Bruxelles, le 29 janvier 1947. U me revient que la somme d'une centaine de francs à laquelle sont limités les achats mensuels à la cantine par les d é t e n u s ne p o s s é d a n t pas de « quotité disponible », plus importante, serait insuffisante pour permettre l'acquisition d'un minimum d'articles (circulaire du 20 décembre 1946, l sect., 1" bureau, litt B n" 372/25). Les Directeurs me feront connaître leur point de vue sur ce sujet et proposeront éventuellement le montant mensuel à concurrence duquel ils estimeraient souhaitable d'autoriser ces achats. . Pour le Ministre : Le secrétaire général, !

r

e

P . CORNIL.

BILLET D'ENTRÉE N ° 211. e

e

2 dir. gén., 5 sect., 1" bureau, n° 134. litt. E. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Bruxelles, le 30 janvier 1947. P r i è r e de vouloir, à partir de l'année 1947, faire accompagner par les billets d'entrée n° 211 toutes les factures relatives à des fournitures (achats ou cessions) comprises dans les bordereaux n° 170 et dans les comptes n° 177. Ces documents seront, préalablement à leur envoi, complétés par le numéro du facturier n° 169 ainsi que par les numéros des folios et cases du livre de magasin. Ils ne pourront mentionner d'autres matières ou articles que ceux p o r t é s en compte sur les factures. Les billets d'entrée n" 211, a p r è s vérification, seront renvoyés par l'administration centrale aux établissements, a p r è s l'apposition du cachet .« annulé ». Ces documents continueront à être joints aux comptes de gestion en matières n° 226. Les billets d ' e n t r é e se rapportant à 'des fournitures faites en 1947 qui n'auraient pas été joints à des factures déjà transmises à l'administration centrale, seront envoyés par courrier spécial. Pour le Ministre : Le secrétaire général, P . CORNIL.

PERSONNES AGRÉÉES POUR VISITER DES DÉTENUS. — INDEMNITÉS DE SÉJOUR. e

2« dir. gén., 5 sect., 1" bureau, litt. E, n° 134. Bruxelles, le 31 janvier 1947. Le Ministre

de la

justice.

V u l'arrêté du Régent du 29 novembre 1945, fixant les indemnités qui reviennent aux fonctionnaires et agents des divers d é p a r t e m e n t s ministériels pour frais de séjour à l'intérieur du Royaume; C o n s i d é r a n t qu'il y a lieu de déterminer le régime des frais de route et de séjour aux personnes a g r é é e s par le Ministre de l a Justice, pour visiter les détenus dans les prisons et les centres d'internement;

29-31 Januari 1947.

21

KANTINE.

2 Aan de heeren Bestuurders centra.

e

r

alg. dir., studiebureau, litt. R, n X I / 2 .

van de gevangenissen

en de

interneerings-

Brussel, den 29° Januari 1947. Er wordt mij op gewezen dat het bedrag van één hondertal franken, waartoe de maandelijksche aankoopen in de kantine door de gedetineerden, die geen belangrijker « beschikbaar gedeelte » bezitten, beperkt zijn onvoldoende is om het aankoopen van een minimum artikelen mogelîjk te maken (omzendbrief van 20 December 1946, I sect., 1" bureel, litt. B, n 372/25). e

r

De Bestuurders gelieven mij hieromtrent hun advies te geven en eventueel het maandelijksch bedrag voor te stellen tôt beloop waarvan zij de machtiging tôt die aankoopen wenschelijk achten. Voor de Minister : De secretaris-generaal, P.

CORNIL.

R

INKOMBEWIJS N 211.

2 Aan de heeren Bestuurders centra.

e

alg. dir., 5 ' sect., 1" bureel, n van de gevangenissen

en de

r

134, litt. E. interneerlngs-

Brussel, den 30" Januari 1947. r

Gelieve, met ingang van het jaar 1947, inkombewijzen n 211 te doen toevoegen aan aile facturen betreffende leveringen (aankoopen of overlatingen), welke in de borderellen 170 en in de rekeningen n 177 begrepen zijn. Deze bescheiden moeten vôôr hun inzending worden aangevuld door vermelding van het nummer van het factuurboek n 169 alsmede van het nummer der bladen en vakken van het magazijnboek. Zij mogen geen andere waren of artikelen vermelden dan die welke op de facturen in'rekening worden gebracht. 1

r

r

r

De inkombewijzen n 211 worden, na verificatie, door het hoofdbestuur aan de gestichten teruggezonden nadat de stempel « nietig verklaard » er op gedrukt werd. Deze bescheiden behooren steeds bij de rekeningen van beheer der waren n 226 te worden gevoegd. De inkombewijzen betreffende in 1947 gedane leveringen welke niet aan de reeds aan het hoofdbestuur overgemaakte facturen waren toegevoegd, dienen per spéciale post te worden overgemaakt. Voor de Minister : De secretaris-generaal, r

P.

PERSONEN D.IE DE GEDETINEERDEN MOGEN BEZOEKEN. —

CORNIL.

VERBLIJFSVERGOEDING.

2' alg. dir., 5" seot., ! • bur., litt. E, n

r

134.

Brussel, de 31 Januari 1947. De Minister

van

Justitie,

Gezien het besluit van 29 November 1945 van den Regent tôt vaststelling van de vergoedingen welke aan de ambtenaren en beambten der verschillende ministerieele departementen toekomen wegens kosten van verblijf binnen het Rijk; Overwegende dat het régime van de reis- en verblijf kosten dient te worden vastgesteld ten behoeve van de personen die met bewilliging van den Minister van Justitie de gedetineerden in de gevangenissen en de interneeringscentra bezoeken;

3 février 1947.

22

V u l'accord de l'Inspection d u Budget en date du 2 2 janvier 1 9 4 7 : Arrête : Article 1 . Les personnes a g r é é e s par le Ministre de l a Justice pour visiter les d é t e n u s dans les prisons et les centres d'internement, appelées à se déplacer en dehors 'du lieu de leur domicile, bénéficieront des indemnités de séjour dans les conditions et selon les taux p r é v u s par l'arrêté du Régent du 2 9 novembre 1 9 4 5 . Art. 2 . Les taux qui leur sont applicables sont ceux p r é v u s pour les fonctionnaires r a n g é s dans la troisième classe, p r é v u e au dit a r r ê t é . Art. 3 . Les frais de parcours sont r e m b o u r s é s en 2* classe en chemin de fer, et en 1 " classe en chemin de fer vicinal. Art. 4 . Le p r é s e n t arrêté sortira ses effets à partir du 1 " janvier 1 9 4 7 . ER

Le Ministre, LlLAR.

UNIVERSITÉ CATHOLIQUE D E LQUVA1N. — COMMISSION PROVINCIALE DES FONDATIONS DE BOURSES D'ÉTUDE. — FABRIQUE D'ÉGLISE. — LEGS. — LEGS D ' U N IMMEUBLE A UNE FABRIQUE D'ÉGLISE POUR SERVIR DE LOCAL D'ŒUVRES PAROISSIALES. — INCOMPÉTENCE D E LA FABRIQUE D'ÉGLISE. — LEGS NUL.

1 " D i r . ,gén., V dir., litt. D. L., n ° 1 5 5 0 . Bruxelles, le 3 février 1 9 4 7 ( 1 ) . C H A R L E S , Prince de "Belgique, R é g e n t du Royaume, A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. Vu l'expédition délivrée par le notaire Pauwels, de résidence à Anvers, du testament olographe, en date du 5 avril 1 9 4 5 , par lequel M . Van Cauwenberghs ( C I . - P . - J H B . - I M . ) , homme de lettres, demeurant en cette ville, avenue d'Amérique, n" 182, y décédé le 1 2 d é c e m b r e 1 9 4 5 , dispose notamment comme suit : « . . . J'institue pour ma l é g a t a i r e universelle l'Université catholique de L o u vain... sous les charges stipulées ci-après. » Je lègue, libres et exempts de tous droits de succession . . ., qui resteront à charge de ma légataire universelle, les legs particuliers suivants : » 1 ° A la fabrique d'église des Saints Michel et Pierre, à Anvers, je lègue ma maison, située avenue d'Amérique, 1 8 2 , pour ten faire une maison paroissiale, qui servira comme local de réunion pour les différentes œ u v r e s paroissiales . . . » L e mobilier que la maison contiendra au moment de mon d é c è s reste la propriété de ma légataire universelle : l'Université catholique de Louvain. » Je demande à celle-ci de placer dans le m u s é e de l'université sous la rubrique « Collection des frères van Cauwenberghs d'Anvers », les meubles anciens et Jes objets d'art qui garnissent mon salon, ma salle à manger, ma verandah, les chambres à coucher. L a fabrique d'église des Saints (Michel et Pierre, doit faire célébrer, chaque année, deux messes solennelles pour le repos de mon â m e (pendant le mois de l'anniversaire de mon décès), et à l'anniversaire du décès (31 janvier 1 9 4 3 ) . » E n plus, je lègue à la fabrique d'église des Saints Michel et Pierre, la somme de cent mille francs, pour faire construire des portes nouvelles à l'église paroissiale, à la condition que chaque année soient dites dix messes basses pour le repos de mon. â m e et le repos de l'âme de mon frère et de mes parents. » 2 ° A . . ., je l è g u e la somme de cent mille francs, qui à leur décès, doit faire retour au fonds pour les études fondées par Jean Henri van den Wouwer . . . (bourse dont C l . van Cauwenberghs est le collaborateur) . . . » Je demande également . . . que . . . puisse continuer à habiter la maison de l'avenue d'Amérique, 1 8 2 , aussi longtemps qu'elle veut . . . »; V u les délibérations pour lesquelles : 1° L e conseil d'administration de l'Université catholique de Louvain sollicite l'autorisation d'accepter le legs qui lui est fait; J

( 1 ) Moniteur belge 1947, n" 3 8 .

3 Februari 1947.

23

Gezien de instemming van de Inspectie der Begrooting, dd. 22 januari 1947, Besluit : Artikel 1. De personen die met bewilliging van den Minister van Justitie de gedetineerden in de gevangenissen en de interneeringscentrums bezoeken en die zich buiten hun woonplaats te verplaatsen hebben, ontvangen de verblijfsvergoedingen in de voorwaarden en volgens de bedragen voorzien bij het besluit van 29 November 1945 van den Regent. Art. 2. De op hen toepasselijke bedragen zijn die welke bepaald werden voor de ambtenaren gerangschikt in de bij bedoeld besluit voorziene 3 klasse. Art. 3. De reiskosten worden in de 2 ' klasse per spoorweg en in de I* klasse per buurtspoorweg terugbetaald. Art. 4. D i t besluit heeft uitwerking met ingang van 1 Januari 1947. e

De Minister, LlLAR.

KATHOLIEKE UN1VERSITEIT TE LEUVEN. — PROVINCIALE COMMISSIE VOOR STUDIEBEURZENSTICHTINGEN. — KERKFABRIEK. — LEGATEN. — LEGAAT VAN EEN ONROEREND GOED AAN EEN KERKFABRIEK OM TE DIENEN VOOR LOKAAL VAN PAROCHIALE WERKEN. — ONBEVOEGDHEID DER KERKFABRIEK. — NIETIG LEGAAT.

1". A l g . dir., V dir., litt. S. L . , n

r

1550.

Brussel de 3 Februari 1947 <1). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de door notaris Pauwels, ter standplaats Antwerpen, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament, dd. 5 April 1945, waarbij de heer V a n Cauwenberghs (Cl.-P.-J.-B.-iM.), letterkundige, wonende aldaar, Arnerikalei, n 182, er op 12 iDecember 1945 overleden, onder meer d e volgende schikkingen treft : (Vertaald) « . . . Ik stel aan tôt algemene legataresse de katholieke universiteit te Leuven . . . met de hierna te bepalen lasten. « Ik vermaak, vrij en onbezwaard van aile erfenisrechten . . . , die ten laste blijven van .mijn algemene legataresse, de volgende bijzondere legaten : » 1° Aan de fabriek der kerk van de H H . Michiel en Petrus te Antwerpen, vermaak ik mijn huis, gelegen Arnerikalei, 182, om er een parochiehuis van te maken, dat zal dienen als vergaderzaal voor de verschillende parochiale werken . . . » Het mobilair dat mijn huis zal bevatten op het ogenblik van mijn overlijden, blijft het eigendom van imijn algemene legataresse : de katholieke Universiteit te Leuven. » Ik vraag aan deze, de oude meubelen en de kunstvoorwerpen die mijn 6aIon, mijn eetkamer, mijn véranda en de slaapkamers stofferen, te plaatsen in het Universiteitsmuseum, met het opschrift : « Verzameling der gebroeders van Cauwenberghs van Antwerpen ». D e fabriek der kerk van de H H . Michiel en Petrus moet jaarlijks twee solemnele missen doen celebreren voor de rust mijner ziel (in de maand van de verjaardag van mijn overlijden), en op de verjaardag van mijn overlijden (31 Januari i943). » Bovendien, vermaak ik aan de fabriek der kerk van de H H . Michiel et Petrus het bedrag van honderd duizend frank, om nieuwe deuren te laten maken aan de parochiekerk, onder voorwaarde dat jaarlijks tien gelezen .missen worden opgedragen voor de rust mijner ziel en de zielerust van mijn broeder en van mijn ouders. » 2° Aan . . . vermaak ik het bedrag van honderd duizend frank, dat bij haar overlijden moet teruggaan naar het studiefonds gesticht door Joannes-Hendrik Van den Wouwer . . . (van welke beurs C l . van Cauwenberghs de begever is ) ... » Ik vraag insgelijks ... dat ... het huis van de Arnerikalei, 182, zal mogen blijven bewonen zolang zij dit wenst ... »; Gezien de beraadslagingen waarbij : 1° De raad tôt beheer van de Katholieke universiteit te Leuven machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het hem vermaakt legaat; p


1947, n ' 38.

24

3 février 1947.

2° Le conseil de fabrique de l'église Saints Michel et Pierre, à Anvers, sollicite l'autorisation d'accepter le legs d'une somme de 100,000 francs, qui lui est fait; 3° L a commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers, pour la fondation Van den Wouwer (Jean), sollicite l'autorisation d'accepter le legs qui la concerne; Vu les avis du conseil communal d'Anvers, de M g r le Cardinal-Archevêque de Malines et de la députation permanente du conseil provincial d'Anvers; En ce qui concerne le legs d'une maison adressé à la fabrique de l'église Saints Michel et Pierre à Anvers, pour en faire une maison paroissiale destinée à servir de local aux œuvres paroissiales : Considérant qu'en vertu des articles 1 et 37 du d é c r e t d u 30 décembre 1809, les fabriques d'église ont exclusivement pour imission d'assurer le service du culte paroissial dans les églises, et que, dès lors, elles n'ont pas compétence pour gérer un local d'œuvres paroissiales, qu'en conséquence, le dit legs est nul, par application des articles 911 et 1043 du Code civil; Vu les pièces de l'instruction d'où il résulte que le legs fait à l'Université catholique de Louvain comprend : a) Les immeubles inscrits au cadastre, ville d'Anvers, section H, n° 1261a; section L, n" 3739m, d'une contenance totale de 3 à 30 ca et d'une valeur globale de 1,725,000 francs; b) 'Des biens meubles qui, déduction faite du passif, des charges et des legs particuliers mobiliers grevant la succession du de cujus, non compris les droits de succession, ont une valeur d'environ 2,868,600 francs; Vu les articles 910 et 937 du Code civil, 59 du décret du 30 décembre 1809, 76-3° de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, 18 de la loi du 19 décembre 1864, 3 de la loi du 12 août 1911, l'arrêté royal du 24 mars 1857 autorisant l'établissement de la fondation de bourse d'étude Van den Wouwer '(Jean), l'arrêté royal du 6 juin 1881 remettant la gestion de cette fondation â la commission provinciale des fondations de bourses d ' é t u d e d'Anvers, ainsi que le tarif des services religieux, approuvé par notre arrêté du 30 janvier 1946; Sur la proposition du 'Ministre de la Justice et du Ministre de l'Instruction publique, Nous avons a r r ê t é et arrêtons : Art. 1". L e conseil d'administration de l'Université catholique de Louvain, et la commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers, pour la fondation de bourse d'étude Van den Wouwer (Jean), sont autorisés à accepter les legs qui les concernent. Art. 2. ILa fabrique de l'église Saints Michel et 'Pierre, à Anvers, est autorisée à accepter le legs d.'une somme de 100,000 francs, prémentionné. Art. 3. Le conseil d'administration de l'Université catholique de Louvain doit aliéner dans le délai de deux ans, à compter de la notification du présent arrêté, l'immeuble légué, sis à Anvers, section 'H, n° 1261a du cadastre et, dans le m ê m e délai, à compter de la cessation du droit d'habitation qui le grève, l'immeuble légué sis à Anvers, section L , n° 3739m du cadastre. Art. 4. 11 sera s t a t u é ultérieurement sur la disposition testamentaire prise par le de cujus en vue de la fondation de deux messes solennelles, à célébrer chaque année et à perpétuité, dans l'église Saints Michel et Pierre, à Anvers. Le Ministre de la Justice et le Ministre de l'Instruction publique sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du dit -arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, A.

LILAR.

Le Ministre de l'Instruction publique, H. VOS.

3 Februari 1947.

25

2° De fabriekraad der kerk van de H H . Michiel en Petrus te Antwerpen machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het hem vermaakt legaat van een bedrag van 100,000 frank; 3" De provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen, voor de stichting Van den Wouwer (Joannes), .machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het haar betreffend legaat; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Antwerpen, de Kardinaal-Aartsbisschop van Metlielen en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Antwerpen; W a t het legaat betreft van een huis vermaakt aan de fabriek der kerk van de HH. Michiel en Petrus te Antwerpen, om er een parochiehuis van te maken, bestemd om als vergaderzaal te dienen voor de parochiale werken : Overwegende dat krachtens de artikelen 1 en 37 van het decreet van 30 December 1809 de kerkfabrieken uitsluitend tôt doel hebben de eredienst te verzekeren in de kerken en dat zij, derhalve, niet bevoegd zijn om een lokaal van parochiale werken te beheren; dat, bijgevolg, bedoeld legaat nietig is, bij toepassing van de artikelen 911 en 1043 van het Burgerlijk Wetboek; Gezien de stukken van het onderzoek, waaruit blijkt dat het aan de Katholieke universiteit te Leuven vermaakt legaat bestaat uit : a) De onroerende goederen bekend ten kadaster, stad Antwerpen, wijk H , -n 1261a; wijk L . n 3739m, bij elkaar 3 a 30 ca groot, en in het geheel 1,723,000 frank waard; b) iRoerende goederen die, na aftrek van het passief, de lasten en de bijzondere roerende legaten, welke de nalatenschap van de de cujus bezwaren, de successierechten niet inbegrepen, ongeveer 2,868,600 frank waard zijn; Gelet op de artikelen 910 en 937 van het iBurgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76-3° der igemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 18 der wet van 19 December 1864, 3 der wet van 12 Augustus 1911, het koninklijk besluit van 24 .Maart 1857, waarbij machtiging wordt verleend tôt het oprichten van de studiebeurzenstichting Van den Wouwer (Joannes), het koninklijk besluit van 6 Juni 1881, waarbij het beheer van die stichting aan de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingeji van Antwerpen wordt opgedragen, alsmede het tarief der kerkdiensten, goedgekeurd door Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van justifie en de Minister van Openbaar Onderwijs, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Art. 1. Aan de raad tôt beheer van de Katholieke universiteit te Leuven, en de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen, voor de studiebeurzenstichting Van den Wouwer (Joannes), is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de hen betreffende legaten. Art. 2. Aan de fabriek der kerk van de H'H. Michiel en Petrus is machtiging verleend tôt het aanvaarden van voormeld legaat van een bedrag van 100,000 frank. Art. 3. De raad tôt beheer van de Katholieke universiteit te Leuven, moet b i n nen de termijn. van twee jaar, te rekenen van de betekening van dit besluit, het vermaakt onroerend goed vervreemden ,gelegen te Antwerpen, wijk H , n 1261a van het kadaster, en, binnen dezelfde termijn, te rekenen van het verstrijken van het woonrecht dat het bezwaart, het vermaakt onroerend goed gelegen te Antwerpen, wijk L , n 3739m van het kadaster. Art. 4. Over de door de de cujus getroffen testamentsbeschikking met het oog op de stichting van twee jaarlijks en ten eeuwigen dage, in de kerk van de H H . Michiel en Petrus te celebreren solemnele missen, zal naderhand een beslissing worden genomen. De Minister van Justitie en de Minister van Openbaar nOderwijs zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. r

r

r

r

CHARLES. Vanwege de Regent : De Minister van Justitie, A. LlLAR.

De Minister van Openbaar Onderwijs, H . VOS.

26

17-18 février 1947. PORTION DU PRODUIT DU TRAVAIL A REMETTRE AUX DÉTENUS.

2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° X / 2 . Bruxelles, le 17 février

1947.

C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : Article unique. Les dispositions de l'article 342 du règlement général des prisons, a p p r o u v é e s par arrêté royal du 30 septembre 1905 et modifiées par l'arrêté royal du 23 octobre 1931 sont a b r o g é e s et remplacées par les suivantes : « Le Ministre de la Justice fixe la portion du produit du travail à remettre aux détenus. Les retenues opérées pour dégâts, malfaçons, etc., seront déduites de ces gratifications. » Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du présent a r r ê t é . CHARLES. P a r le Régent : Le Ministre de la Justice, - .

LILAR.

COMPTABILITÉ MORALE.

2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R., n" V I I I / L Bruxelles, le 18 février 1947. A MM. les Directeurs

des prisons et des centres d'internement.

Il m'a été signalé que l'exposé^des faits, consigné au bulletin de comptabilité morale était parfois la reproduction textuelle de celui établi au moment de la poursuite. Chaque fois que les directeurs de prison auront des raisons de croire que d ' a p r è s les déclarations du condamné, l'exposé des faits p r é s e n t e des divergences importantes avec la qualification établie lors du jugement, ils voudront bien, pour éviter les difficultés signalées par la circulaire reproduite ci-après, s'assurer a u p r è s du parquet compétent si les faits décrits au bulletin de comptabilité morale sont exclusivement ceux ayant donné lieu à la condamnation. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

*

*

*

Circulaire n° 1.834 G/8-44-8, en date du 31 janvier 1947, adressée par M . l'auditeur général à M . le Premier Avocat général p r è s la Cour militaire, à M M . les premiers substituts et substituts de l'auditeur général, à M M . les auditeurs militaires : Objet : Bulletin de comptabilité morale. Je constate que certains magistrats, appelés à rédiger l'exposé des faits qui doit figurer dans le bulletin de comptabilité morale des condamnés, se bornent à reproduire l'exposé des faits qui a été déposé au dossier au moment de la poursuite.

17-18 Februari 1947.

27

AAN DE GEDETINEERDEN TE OVERHANDIGEN GEDEELTE VAN DE OPBRENGST VAN DEN ARBEID. r

2* algem. dir., studiebureau, litt. R, n X / 2 . Brussel, den 17" Februari 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan

allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L .

Op de voordracht van den minister van Justitie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Eenig artikel. De bepalingen van artikel 342 van het algemeen règlement van de gevangenissen, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 September 1905 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 October 1931 zijn opgegeven en vervangen door de volgende : « De Minister van Justitie bepaalt het aan de gedetineerden te overhandigen gedeelte van de opbrengst van den arbeia. » De afhoudingen gedaan wegens beschading, slecht werk, enz., worden van die vergoedingen afgetrokken. » De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege den Regent : De Minister van Justitie, LlLAR.

ZEDELIJKE REKENDIENST.

2" alg. dir., studiebureau, litt. R, n

r

Vlll/I.

Brussel, den 18° Februari 1947. Aan de heeren Bestuurders c entra.


en de

interneerings-

Er werd mij op gewezen dat de in het bulletin van zedelijken rekendienst voorkomende uiteenzetting der feiten soms de textueele overname is van de uiteenzetting die op het oogenblik van de vervolging werd opgemaakt. Telkens als de gevangenisbestuurders redenen zullen hebben om te gelooven dat, volgens de verklaringen van de veroordeelde, de uiteenzetting van de feiten aanmerkelijk afwijkt van de bij het vonnis vastgestelde omschrijving, gelieven zij, o m d e moeiliikheden te voorkomen waarop in onderstaanden omzendbrief gewezen wordt, zich bij het bevoegd parket te bevragen of de in het bulletin van zedelijken rekendienst omschreven feiten uitsluitend die zijn welke tôt de veroordeeling aanleiding hebben gegeven. Voor den Minister : De Secretaris-generaal, P.

*

CORNIL.

*

r

Omzendbrief van 31 Januari 1937, n 1834, G/8-44-8, door den heer auditeur-generaal gericht tôt den heer eerste-advocaat-generaal bij het Militair Gerechtshof, de eerste-substituut-auditeurs-generaal en substituut-auditeurs-generaal, de heeren krijgsauditeurs. Betreft : Bulletin van zedelijke rekendienst. Ik stel vast dat sommige magistraten, geroepen tôt het opstellen van de uiteenzetting der feiten die moet voorkomen op het bulletin van zedelijken rekendienst der veroordeelden, zich ertoe beperken de op het oogenblik der vervolgingen, in den bundel neergelegde uiteenzetting der feiten over te schrijven.

28

19 février 1947.

J'ai l'honneur d'attirer votre attention sur les inconvénients que dans de nombreux cas, cette façon de procéder.

présente,

Certains éléments de l'exposé des faits rédigés à la clôture de l'instruction peuvent, en effet, s'avérer inexacts à la lueur des d é b a t s d'audience. Ceux-ci peuvent en faire a p p a r a î t r e d'autres, qui ne s'étaient pas révélés au cours de l'instruction. Enfin, la juridiction de jugement peut acquitter l'inculpé de l'une ou l'autre des préventions mises à sa charge par le ministère public, ou modifier la qualification des faits qu'elle déclare établis. Les faits qui doivent être exposés dans le bulletin de comptabilité morale, sont ceux qui ont entraîné la condamnation, et non ceux qui ont motivé la poursuite. Il convient que les renseignements fournis à l'administration pénitentiaire soient d'une exactitude rigoureuse. Toute inexactitude dans l'exposé' des faits joint au bulletin de comptabilité morale risque notamment de provoquer des difficultés sérieuses à l'occasion des propositions de libération provisoire ou conditionnelle formulées par cette administration. je vous prie de bien vouloir tenir soigneusement considérations.

compte, à l'avenir, de ces L'auditeur général, GANSHOF.

CENTRE MÉDICO-CHIRURGICAL.

2- dir. gén., 1" sect., 1" bureau, Litt. B , n" 185. Bruxelles, le 19 février 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et des Centres

d'internement.

Le Service d'inspection médicale des prisons constate qu'il est indispensable de réduire le nombre des détenus dirigés vers le centre médico-chirurgical de la prison de Forest. A titre exemplatif, il signale quelques affections qui, tant du point de vue médical que chirurgical, doivent pouvoir être traitées sur place, soit a l'infirmerie, soit avec le concours des consultations ou des services d'hopitafisation régionaux : Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les

bronchites a i g u ë s et chroniques; ulcères g a s t r o - d u o d é n a u x non évolutifs; asthmes chroniques; ictères catarrhaux hernies simples; appendicites chroniques simples; kystes, lipomes, loupes; phymosis; h é m o r r o ï d e s non compliquées; opérations osseuses non urgentes conjonctivites banales; otites chroniques; affections dentaires ne demandant pas de soins spéciaux; affections cutanées peu graves

(D'une façon générale, toute affection qui n'altère pas directement et gravement l'état général du malade.)

19 Februari 1947.

29

Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op de moeilijkheden welke deze handelwijze in talrijke gevallen kan daarstellen. Sommige gegevens van de uiteenzetting der feiten opgesteld bij het afsluiten van het onderzoek, kunnen, inderdaad onjuist blijken aan de hand van de debatten ter terechtzitting. Deze kunnen er andere te voorschijn roepen, welke zich niet veropenbaard hadden in den loop van het onderzoek. Ten slotte kan de rechtsprekende rchtsmacht den verdachte van de een of andere hem door het openbaar ministerie ten laste gelegde betichtingen vrijspreken, of de omschrijving der feiten, die zij bewezen verklaart wijzigen. De feiten die moeten vermeld worden in het bulletin van zedelijken rekenflienst, zijn ,deze die de veroordeeling voor gevolg hebben gehad, en niet deze die de vervolgingen gerechtvaardigd hebben. Het betaamt dat de aan het gevangeniswezen verschafte inlichtingen, volstrekt nauwkeuring zouden zijn. Elke onnauwkeurigheid in de uiteenzetting der feiten in het bulletin van zedelijken rekendienst dreigt namelijk ernstige moeilijkheden te veroorzaken, ter gelegenheid der voorstellen tôt voorloopige of voorwaardelijke invrijheidstelling, welke door dit bestuur worden uitgebracht. 1k verzoek u, in het vervolg, zorgvuldig rekening te houden met deze beschouwingen. De auditeur-generaal, GANSHOF.

HEEL- EN GENEESKUND1G CENTRUM. e

2° algem. dir., I sect., I

e

r

bureel, litt. B, n 185.

Brussel, den 19° Februari 1947. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen en

interneeringscentra.

De dienst voor geneeskundige inspectie der gevangenissen stelt vast dat het volstrekt noodzakelijk is het getal van de gedetineerden, die naar het genees- en heelkundig centrum bij de gevangenis te Vorst worden geleid, te beperken. Bij wijze van voorbeeld, duidt genoemde dienst enkele ziekten aan die, zoowel uit geneeskundig als uit heelkundig oogpunt, ter plaatse moeten kunnen behandeld worden, hetzij in de infirmerie, hetzij door middel van consultatieve of met bijstand van de gewestelijke hospitalisatiediensten : Gevallen van acute en chronische bronchitis; Niet-evolutieve maag- en duodenomzweren; Gevallen van chronische asthma; Catarrhale geelzucht Eenvoudige breuken; Eenvoudige chronische appendicites; Cysten, vetgezwellen, zakgezwellen; Phimosis; Aambeien zonder verwikkelingen; Niet dringende operaties van de beenderen; Gewone blindvliesontsteking; Chronische ontsteking van net gehoororgaan; Tandziekten die geen bijzondere zorgen vereischen; Weinig ernstige huidziekten (Over het algemeen, elke ziekte die den algemeenen toestand van den patient niet rechtstreeks en ernstig wijzigt).

30

20 février 1947.

Envisagé du point de vue médical, le centre médico-chirurgical a pour mission de fixer le diagnostic et de déterminer le traitement à appliquer dans le cas où le médecin local ne dispose pas des moyens d'investigation nécessaires. Lorsque le traitement peut être appliqué à la prison d'origine, le malade n'est pas maintenu au C . M . C . Actuellement, en raison de la surpopulation, les conditions de détention au C . M . C . ne sont pas supérieures à celles de la plupart des infirmeries des prisons. Sauf en cas d'urgence, il convient de veiller à ce que le médecin de la prison ne propose l'envoi au C. M . C . que de malades munis, si possible, d'une observation médicale complète comprenant, notamment, les documents médicaux antérieurs à l'incarcération. (Radiographies avec protocole, et résultats d'analyses, par exemple.) *

*

*

Les directeurs voudront bien faire part de ce qui précède à M M . les médecins de leur établissement. J u s q u ' à nouvel avis, il y a lieu de faire application des instructions suivantes : 1° Lorsqu'un médecin de l'établissement propose l'envoi d'un malade à l'hôpital local ou au centre médico-chirurgical de la prison de Forest, il- ne peut être d o n n é suite d'office à cette proposition que si le médecin insiste sur l'urgence, et -pour autant qu'il ne soit pas possible d'en référer immédiatement (par téléphone, par exemple), à l'administration centrale. Le cas échéant, une demande de ratification doit être adressée, le jour même, à l'administration. 2" Sauf le cas d'urgence avérée, aucun malade ne peut donc ê t r e transféré au C . M . C . ou dans un service hospitalier sans l'accord préalable de l'administration centrale. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P . CORNIL.

HONORAIRES DES PHARMACIENS. e

e

2 d i r . gén., 5 sect., 1" bur., litt. 113E. Bruxelles, le 20 février 11947. A MM. les directeurs

des prisons

et des

centres

d'internement,

L a circulaire du 23 mai 1924, n" 426B a s u p p r i m é en tant qu'imprimé la formule n° 167. 1

Ceci n'implique nullement que les mémoires d'honoraires des pharmaciens, auxquels ils peuvent prétendre en vertu des ordonnances délivrées par îles m é d e cins des établissements pénitentiaires, ne doivent plus continuer à porter l a mention qui justifie leur mise à charge du T r é s o r et libellée : « Le médecin soussigné déclare avoir prescrit les médicaments compris dans le p r é s e n t mémoire, les avoir reçus et les avoir t r o u v é s de bonne qualité. » A la demande de iM. l'inspecteur Lajeot, M1M. les médecins, sont invités à observer scrupuleusement cette prescription et les directeurs à veiller à sa stricte application. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

20 Februari 1947.

31

In geneeskundig opzicht, heeft het genees- en heelkundig centrum voor opdracht de diagnose op te maken en vast te stellen welke behandeling moet worden toegepast in de gevallen waar de plaatselijke geneesheer niet over de noodige onderzoekingsmiddelen beschikt. Wanneer de behandeling in de gevangenis van herkomst kan worden toegepast, wordt de patient niet in het genees- en heelkundig centrum gehouden. Tegenwoordig wegens de overbevolking zijn de voorwaarden waarin de zieken in het centrum gehouden worden, niet strenger dan die van het meerendeel der infirmerieën bij de gevangenissen. Behalve in spoedeischende gevallen behoort het toe te zien dat de gestichtsarts geen overbrenging naar het genees- en heelkundig centrum voorstelt, tenzij van zieken die, zoo mogelijk voorzien zijn van een volledige geneeskundige observatie, bevattende o. m. de medische bescheiden van vôôr de opsluiting. (Radiografieën met protocol en uitslag van ontledingen, b. v.) *

*

*

De bestuurders gelieven van het bovenstaande kennis te geven aan de geneesheeren van hun gesticht. T ô t nader bericht dienen de volgende onderrichtingen te worden toegepast : 1° Wanneer een geneeskundige van het gesticht voorstelt een zieke naar het plaatselijk gasthuis o f naar het genees- en heelkundig centrum bij de gevangenis te Vorst te zenden, mag er aan dit voorstel van ambtswege.geen gevolg worden gegeven dan indien de geneeskundige zich op de hoogdringendheid beroept en voor zoover er geen middel bestaat om het hoofdbestuur onmiddellijk (b. v. telefonisch) te raadplegen. Desvoorkomend moet een verzoek tôt goedkeuring den dag zelf aan het "bestuur worden overgelegd. 2° Behoudens in bewezen geval van hoogdringendheid mag dus geen enkele zieke naar het genees- en heelkundig centrum of een verplegingsdienst worden overgebracht zonder voorafgaande toestemming van het hoofdbestuur. Voor den Minister : De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

HONORARIA VAN DE APOTHEKERS. /

2° alg. dir., 5

e

r

sect., 1" bur., litt. n 113£.

'Brussel, den 20° Februari 1947. Aan de heeren Bestuurders centra.

van de gevangertissen

en de

r

interneringsr

Bij omzendbrief van 23 IMei 1924, n 426B, w e r d het 'formulier n 167, als drukwerk, afgeschaft. Dit beteekent geenszins dat op de m e m o r i ë n van 'honoraria van de apothekers, waarop deze krachtens de door de geneesheeren der strafinrichtingen afgeleverde recepten aanspraak kunnen imaken, niet meer de vermelding moet voorkomen, die de aanrekening er van aan de Scnatkist rechtvaardigt en luidt als valgt : i « Ondergeteekende geneesheer verklaart de in deze memorie vermelde geneesmiddelen te hebben voorgeschreven, ze te hebben ontvangen en de goede kwaliteit er van te hebben vastgesteld. » Op het verzoek van. den heer inspecteur Lajeot, worden de geneeskundigen uitgenoodigd deze bepaling nauwkeurig na te leven terwijl de bestuurders verzoeht worden z o r g te dragen dat zij strikt wordt toegepast. Voor den Minister : 'De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

32

21-22 février 1947. ÉTATS ANNUELS N°* 195 ET 247. e

e

2 dir. gén., 5 sect., 1" bur., litt. 134£. Bruxelles, le 21 février 1947. A MM. les directeurs des.prisons

et des centres

d'internement.

Certains établissements se sont crus autorisés ces dernières années à a'abstenir d'introduire des é t a t s dont l'envoi est prescrit, mais pour lesquels l'Administration centrale — leur réception ne présentant pas un c a r a c t è r e d'urgence-—, s'est abstenue d'insister. T e l est le cas des états n° 195 de développement des soldes en caisse, et des états n° 247. En ce qui concerne les premiers, je tiens à rappeler que les prescriptions de l'article 158 du règlement de comptabilité des prisons restent toujours d'application et qu'il importe aux fins de pouvoir établir une responsabilité éventuelle dans la tenue des comptes-courants, que ces états soient transmis régulièrement et sans interruption. Quant à l'état des recettes et des d é p e n s e s annuelles; si certains établissements p a r suite de la saisie de leurs documents de comptabilité, éprouvent des difficultés pour les établir, il leur est loisible d'exposer leurs difficultés à la 5 section, 1" bureau; cette dernière pourra dans certains cas exceptionnels fournir les éléments indispensables. Une autre difficulté peut provenir du fait que le recensement du mobilier s'étant avéré impossible dans certains établissements, les rubriques 4 : « Nature des dépenses » à ajouter et à d é d u i r e ne peuvent s'établir correctement. En ce cas, i l n'y a aucun inconvénient pour le laps de temps pendant lequel cette impossibilité s'est manifestée, de porter aux deux rubriques le dernier chiffre connu. Cette situation sera d'ailleurs redressée à partir du 1 janvier 1947, conform é m e n t à la circulaire du 26 novembre 1946, puisqu'à ce moment il conviendra d'attribuer au mobilier sa valeur vénale la plus exacte possible. e

er

Pour le 'Ministre : (Le S e c r é t a i r e général, P.

CORNIL.

DÉTENUS ATTEINTS DE TUBERCULOSE. e

2 dir. gén., 1" sect., 1" bur., litt. 1856. A MM. les directeurs

des prisons et des centres

d'internement.

Bruxelles, le 22 février 1947. Les établissements pénitentiaires à Merksplas (sanatorium) et à Saint-Andrélez-Bruges (section pour tuberculeuses), sont destinés à recevoir les c o n d a m n é s atteints de tuberculose pulmonaire. Exceptionnellement, avec l'accord du magistrat compétent, des prévenus pourront y être admis si leur maintien en prison se révélait dangereux pour leur état de santé. L'admission à ces établissements se fait de la façon suivante : Les détenus des établissements de l'arrondissement de Bruxelles, soupçonnés atteints de tuberculose, sont envoyés à la prison de Forest pour examen par le médecin spécialiste. Dans les autres établissements, le directeur fait confirmer le diagnostic du médecin par un examen au dispensaire local de la Ligue nationale belge contre la Tuberculose. Mention de l'affection est faite par le médecin de l'établissement sur la fiche médicale n° 94. La fiche d'examen du dispensaire est transmise par le Directeur au docteur Peromet, médecin spécialiste attaché à la prison de Forest, à l'appui d'un état n" 58 a c c o m p a g n é d'un rapport circonstancié du médecin de l'établissement, demandant l'envoi du malade au sanatorium.


33

JAARLIJKSCHE STATEN N " 195 E N 247.

2" alg. dir., 5« sect., I« bur., litt. E, n

r

134.

Brussel, den 21° Februari 1947. Aan de heeren Bestuurders van de gevangenissen en de interneringscentra, ln de laatste jaren hebben sommige gestichten zich er toe gerechtigd geacht de indiening achterwege-te laten van de staten waarvan de imzending wordt voorgeschreven maar betreffende dewelke het hoofdbestuur, doordat de overlegging er van niet spoedeischend was, niet heeft willen aandringen. >Zulks is het geval met de staten n 195 betreffende de uiteenzetting van de in kas zijnde saklo's en de staten n 247. Wat eersfbedoelde staten betreft, stel ik er prijs op er aan te herinneren dat de bepalingen van artikal 158 van het règlement op de c o m p t a b i l i t é ^ der gevangenissen steeds van toepassing blijven en dat, om desvoorkomend de verantwoordelijkheid voor het houden van de rekeningen-courant te kunnen vaststellen, het er op aankomt dat die staten geregeld en onafgebroken worden overgemaakt. Wat den staat van de jaarlijksche ontvangsten en « i t g a v e n betreft, zoo sommige gestichten ten gevolge van de inbeslagneming van hunne rekenplichtige stukken moeilijkheden ondervinden om ze op te maken, staat het hun toch vrij hunne moeilijkheden aan de 5° sectie, I bureel, bloot te leggen; in sommige uitzonderingsgevaLlen zal deze dienst de volstrekt noodzakelijke gegevens kunnen bezorgen. Een andere moeilijkheid kan zich voordoen door het feit dat, daar de opneming van het meubilair in sommige gestichten onmogelijk is gebleken, de rubrieken 4 : « Aard van de uitgaven » welke moeten worden bijgevoegd of afgehouden, niet juist kunnen worden opgemaakt. lin dat geval bestaat er geen bezwaar tegen dat, voor den tijd gedurende welken die onmogelijkheid zich heeft voorgedaan, het laatst bekende cijfer op de twee rubrieken vermeld worde. Deze toestand zal trouwens verholpen worden te rekenen van 1 Januari 1947, overeenkomstig den omzendbrief van 26 November '1946, aangezien op dat tijdstip de verkoopwaar van het meubilair zoo juist mogelijk dient te worden vastgesteld. Voor den Minister : De Secretaris-Generaal, r

r

e

P.

CORNIL.

AAN TERING LIJDENDE GEDETINEERDEN.

2 Aan

de heeren Bestuurders centra. •

e

e

r

alg. dir., I sect, 1° bur., litt. B, n 185. van de gevangenissen en interneeringsBrussel, den 22° Februari 1947.

De strafinrichtingen te Merksplas (sanatorium) en te Sint-Andries-bij-Brugge (afdeeling voor teringlijdsters), zijn bestemd tôt het opnemen van de aan longtering lijdende veroordeelden. Bij uitzondering, in overleg met den bevoegden magistraat, kunnen beklaagden er worden opgenomen indien het voor hun ezondheidstoestand gevaarlijk mocht blijken ze in de gevangenis te houden. e toelating tôt die gestichten geschiedt als volgt : De gedetineerden van de gestichten uit het arrondissement Brussel, die er van verdacht worden door tering te zijn aangetast, worden naar de gevangenis te Vorst, gezonden om er onderzocht te worden door den geneesheer-specialist. In de overige gestichten doet de bestuurder de diagnose van den geneeshaar bevestigen door een onderzoek in het plaatselijk dispensarium van den Belgischen Nationalen Bond tôt Bestrijding van Tering. De ziekte wordt door den geneeskundige van het gesticht op de medische kaart n ' 94 vermeld. De onderzoekskaart van het dispensarium wordt door den bestuurder aan D Péromet, aan de gevangenis te Vorst verbonden geneesheenspecialist overgelegd, tôt staving voor een staat n 58, vergezeld van een omstandig verslag van den .geneeskundige van het gesticht, waarbij gevraagd wordt dat de zieke naar het sanatorium zou worden gezonden. r

r

34

24-25 février 1947.

Sur le vu de ces documents, le docteur P é r o m e t propose le transfert en appréciant son c a r a c t è r e d'urgence. Il les transmet à la direction du sanatorium. Celle-ci, au fur et à mesure des places disponibles et selon l'urgence indiquée, invite la direction de l'établissement d'origine à faire transférer le détenu à l a section spéciale, et en informer le docteur Péromet. Lorsqu'il le juge nécessaire, le docteur P é r o m e t peut prescrire le transfert du détenu à la prison, à Forest, pour complément d examen. U n état n° 58 m'est adressé chaque fois qu'un détenu est transféré, soit au sanatorium, soit à Forest, pour complément d'examen. Cet état porte la seule mention : « Est transféré à ... comme suite à ... » Les dispositions antérieures qui réglaient l'admission au sanatorium sont a b r o g é e s (circulaires du 21 décembre 1938, A M . 2 . ; circulaires du 2 février 1942, 2" dir. gén., 1" sect., 1" bureau, n" 185 B). Pour le Ministre : Le secrétaire général, P. CORNIL.

RESSORTISSANTS

ÉTRANGERS. — REMISE DE PIÈCES

2

D'IDENTITÉ, ETC.

e

dir. gén., 1" sect., 1" bur, litt. B, n" 25. Bruxelles, le 24 février 1947. A MM. les directeurs des prisons et des centres d'internement. A la suite d'une demande des autorités françaises, les Directeurs des établissements pénitentiaires sont priés de s'assurer avec le plus grand soin que les ressortissants é t r a n g e r s qui quittent l'établissement sous leur direction soient remis en possession de toutes les pièce d'identité, document et objets dont ils étaient porteurs au moment de leur éorou. Pour le Ministre : Le Directeur du Bureau d'Etude, J . DUPRÉEL.

EXAMEN MÉDICAL. EN V U E DE LA MISE AU TRAVAIL DANS LES MINES.

2

e

dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° X / 7 4 . Bruxelles, le 25 février 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Pour éviter des transfèrements inutiles vers les centfes miniers de c o n d a m n é s ne réunissant pas les conditions physiques requises, M M . les directeurs d'établissements pénitentiaires sont priés d'attirer l'attention des médecins sur les affections renseignées ci-dessous, qui sont incompatibles avec le travail dans les charbonnages. Affections de la .vue : conjonctivite chronique, blépharite, kératite, dacrocystite. Tous les condamnés portant des lunettes doivent être écartés, de même que ceux dont l'acuité visuelle est réduite. Affection de l'oreille: otite moyenne, otite externe, etc. L'acuité auditive doit être complète pour éviter des accidents. Affections pulmonaires : bronchite chronique, asthmatiforme, emphysème pulmonaire, asthme bronchique, pneumoconioses (anthracose-silicose, sidérose), sclérose pulmonaire. Une bonne ventilation pulmonaire est d'un intérêt capital. Affections cardiaques : écarter les détenus atteints des cardiopathies, telles que angines de poitrine (sténocardie), arythmie, endocardite, insuffisances y a l vulaires (aortique-mitrale), myocardite et péricardite. Ecarter également ceux atteints de varices ou d'ulcères variqueux, de hernies (épigastrique, inguinale, crurale, varicocèle, etc.).


35

r

N a inzage van die bescheiden, stelt D P é r o m e t de overbrenging voor, onder beoordeeling van den dringenden aard van het geval. Hij zendt die bescheiden aan het bestuur van het sanatorium. Laatstbedoeld bestuur, naar mate er plaatsen beschikbaar zijn en volgens de aangeduide dringendheid, verzoekt het bestuur van het gesticht van herkomst den gedetineerde naar de bijzondere afdeeling te doen overbrengen en daarvan kennis te geven aan D P é r o m e t . Indien hij zulks noodig acht kan D P é r o m e t de overbrenging van den gedetineerde naar de gevangenis te Vorst voorschrijven, met het oog op een aanvullend onderzoek. Er wordt mij een staat n 58 overgelegd telkens als een gedetineerde voor aanvullend onderzoek naar het sanatorium of naar de gevangenis te Vorst wordt overgebracht. Op dien staat wordt enkel vermeld : , « Is naar ... overgebracht, ingevolge ... » De vroegere bepalingen tôt regeling van de toelating tôt het sanatorium zijn opgeheven (omzendbrieven van 21 December 1938 A 111.2; omzendbrieven van 2 Februari 1942, 2 alg. dir., V sec., I bur., n 185 B). r

r

r

e

e

r

Voor den Minister : De secretaris-generaal, P.

CORNIL.

ONDERHOOR1NGEN VAN HET BUITENLAND. — TERUGGAVE VAN IDENTITE ITSTUKKEN, ENZ. e

r

2" alg. dir., 1« sect., I bureel, litt. B, n 25. Brussel, den 24° Februari 1947. Aan de heeren Bestuurders van de gevangenissen en interneeringscentra. Ingevolge een aanvraag vanwege de Fransche autoriteiten, worden de Bestuurders der strafinrichtingen verzocht zich met de meeste nauwgezetheid er van te vergewissen dat de vreemde onderhoorigen die de door hen bestuurde inrichting verlaten, terug in het bezit van aile identiteitstukken, documenten en voorwerpen gesteld worden welke zij bij hun inschrijvime op de gevangenrol bij zich hadden. Voor den Minister : De Directeur van het Studiebureau, J.

DUPRÉEL.

MEDISCH ONDERZOEK MET HET OOG OP DE TEWERKSTELLINû IN DE KOOLMIJNEN.

2

e

r

algem. dir., studiebureau, litt. R, n X / 7 4 . Brussel, den 25° Februari 1947. Aan de heeren Bestuurders van de gevangenissen en interneeringscentra. Om onnoodige overbrengingen van veroordeelden, die niet de vereischte lichamelijke gesteldheid bezitten, te vermijden, gelieven de heren bestuurders de aandacht der geneesheren te vestigen op de onderstaande kwalen die de betrokkenen voor allen mijnarbeid ongeschikt maken : Oogkwalen : chronische conjonctivitis, blepharitis, keratitis, dacrocystitis. Aile veroordeelden die een bril dragen dienen geweerd, ook deze waarvan de visuele acuïteit beperkt is. Oorkwalen : otitis média, otitis externa, enz. De auditieve acuïteit moet volledig zijn, om ongevallen te vermijden. Longkwalen : bronchitis chronica, asthmatiformis, longemphyseem, asthma bronchiale, pneumokoniosen (anthracose, chalicose, sidérose), longsclerose. Een goede pulmonaire ventilatie is van kapitaal belang. Hartkwalen : dienen afgewezen de gedetineerden die lijden aan vardiophatië, zooals : angor pectoris (stenocardie), arytmie, endocarditis, valvulaire insufficiën (aorta, mitralis), myocarditis en pericarditis. Breuklijders (hernia, epigastrica, inguinale, crurale, varicocele, enz.) of zij die aderspatten of spatzweren hebben zijn eveneens ongeschikt.

26-28 février 1947.

36

Autres affections : telles que épilepsie essentielle, hypertyroïdie, malaria, vertige labyrinthique de Menière, nystagmus, diabète, cystite, haematurie, bursite, ulcère gastrique et duodénal, cholecystite, cholelithiase, déviation du septum nasal, végétations adénoïdes entravant la respiration nasale. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

SUPPRESSION D'UN ÉTABLISSEMENT.

2

e

dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° X V . Bruxelles, le 26 février 1947. A MM. les Directeur des prisons et des centres d'internement. Le centre d'internement à Courtrai sera supprimé le 1 juin 1947. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, er

P.

CORNIL.

ORDRES DE SERVICE. er

2' dir. gén., 1 bur., 3" sect, litt. D, n° 37. Bruxelles, le 26 février 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Il est rappelé à M M . les directeurs des établissements pénitentiaires que les circulaires à portée générale, et notamment celles relatives à l'organisation ou à l'exécution du service, doivent être portées à la connaissance des membres du personnel par ordre de service. P r i è r e de veiller à ce que cette prescription soit régulièrement observée. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

CANTINE.

2' dir. gén., l

r

e

er

sect, 1 bur., litt. B, n" 372/25. Bruxelles, le 27 février 1947. • A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Le montant mensuel total des achats à la cantine par les c o n d a m n é s est porté à deux cents francs à partir du 1" mars 1947. (Modification de la circulaire du 20 décembre 1946, même émargement.) Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

CONGÉS DU PE/SONNEL DE SURVEILLANCE.

2

e

e

dir. gén., 3 sect, 1" bur., litt. D, n° 1002. Bruxelles, le 28 février 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. M M . les directeurs sont informés de ce que la liste des congés du personnel de surveillance est fixée comme suit : 1 janvier, lundi de P â q u e s , 1 mai, Ascension, lundi de Pentecôte, 21 juillet, Assomption, Toussaint, 11 novembre et Noël. Les agents, qui devront faire le service, ces jours-là, bénéficieront d'un jour de repos à une autre date. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, er

er

P.

CORNIL.


37

Andere kwalen : zooals epilepsia essentialis, hyperthyreosis, malaria, vertige ab aure laesa van Menière, nystagmus, diabètes, cystitis, haematinurie, bursitis, ulcus ventriculi et duodendi, cholecystitis, cholelithiasis, deviaties van het nasale septum, adénoïde vegetaties die de neusademhaling belemmeren. Voor den Minister, De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

OPHEFFING VAN EEN INRICHTING.

2

e

r

algm. dir., studiebureau, litt. R, n X V . Brussel, den 26° Februari 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneeringscentra. Het interneeringscentrum te Kortrijk zal, den 1° Juni 1947 opgeheven worden. Voor den Minister, ) De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

DIENSTORDERS.

2

e

e

e

r

algem. dir., 3 sect., I bur, litt. D, n 37. Brussel, den 26° Februari 1947. Aan de heeren Bestuurders van de gevangenissen en interneeringscentra De heeren gevangenisbestuurders worden herinnerd dat de omzendbrieven van algemeenen aard en namelijk deze betreffende de inrichting of de uitvoering van den dienst ter kennis van de leden van het personeel dienen gebracht door een dienstorder. Gelieve er op te letten dat dit voorschrift regelmatig nageleefd zij. Voor den Minister, De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

KANTINE.

2" alg. dir., I

e

r

sect., 1° bur., litt. B, n 372/25. Brussel, den 27" Februari 1947. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen en interneeringscentra. Met ingang van 1 Maart 1947, wordt het totaal bedrag per maand van de aankoopen in de kantine door de veroordeelden, opgevoerd tôt tweehonderd frank. (Wijziging van den omzendbrief van 20 December 1946, zelfde kantteekening.) Voor den Minister, De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

VERLOVEN VAN HET BEWAARDERSPERSONEEL.

2

e

e

r

alg. dir., 3 sect., 1° bur., litt. D , n 1002. Brussel, den 28° Februari 1947. Aan de heeren bestuurders der gevangenissen en interneeringscentra. De heeren gevangenisbestuurders worden bericht dat de lijst van de verloven van het bewaarderspersoneel als volgt vastgesteld is : 1 Januari, Paaschmaandag, 1 M e i , Hemelvaartdag, Pinkstermaandag, 21 Juli, Maria-Hemelvaart, Allerheiligen, 11 November en Kerstmis. De agenten die op de voormelde dagen van dienst zullen zijn, zullen een rustdag op een anderen datum genieten. Voor den Minister, De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

38

'

l " - 6 mars 1947. ORGANISATION DU SERVICE DE SURVEILLANCE.

2

e

D i r . gén., 3

e

sect., 1

er

bureau, litt. D., n° 37.

•Bruxelles,

le 1

mars 1947.

A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. 1

er

11 est p o r t é à la connaissance de i M M . les Directeurs que ma circulaire du février courant, m ê m e é m a r g e m e n t que la p r é s e n t e , est modifiée comme suit :

1° Le tableau de service doit ê t r e établi pour huit jours au minimum, et affiché au moins deux jours avant la période pour laquelle i l est d r e s s é . L'alternance du personnel, pour le service de jour, doit se faire, autant que possible, après chaque période de huit jours. Toutefois, les chefs des établissements o ù la mesure dont i l s'agit s'avérerait difficile ou inopportune, auraient à me faire part de leurs objections. 2° A l'exception des techniciens et des agents qui occupent un poste de l'espèce, faute de titulaire, tous les surveillants doivent participer au service du dimanche. Cette décision est prise pour Vous permettre d'accorder le plus souvent possible, à chaque surveillant, son repos hebdomadaire, le dimanche et de tendre progressivement à l'octroi de ce repos un dimanche sur trois. 3° Seuls peuvent ê t r e dispensés d>u service de nuit, les agents déjà cités c i dessus, les éducateurs de tous grades, les surveillants principaux, les surveillants â g é s de plus de 55 ans, et ceux déclarés physiquement inaptes à ce service par le médecin de rétablissement, qui devra délivrer un certificat détaillé et motivé. Vous voudrez bien me transmettre ce certificat. Dans la mesure du possible, la brigade de nuit des établissements importants doit ê t r e dirigée par un surveillant effectif. 4° Quant au service de réserve de nuit, tous les surveillants, à l'exception des techniciens, de ceux qui occupent un poste de l'espèce, faute dé titulaire, et de ceux qui sont â g é s de 60 ans au moins, doivent y participer. 5" Aucune autre dispense de ces services ne peut être accordée sans mon autorisation préalable. Pour le Ministre : Le secrétaire général, P.

CORNIL.

ASILES (/'ALIÉNÉS. — SECTIONS POUR MALADES MENTAUX TUBERCULEUX. CONDITIONS AUXQUELLES DOIVENT ÊTRE SATISFAIT.

2" dir. gén., 2

e

sect, n" 2050 (2 annexes). Bruxelles, le 6 mars 1947.

Monsieur le Directeur, Madame la Directrice, des Asiles d'Aliénés. J'ai l'honneur de vous faire parvenir un extrait du procès-verbal de la réunion du comité central d'inspection du 24 décembre 1946, concernant les sections dans les asiles destinées aux malades mentaux tuberculeux. Vous trouverez également sous ce pli copie des conditions auxquelles d ' a p r è s M . l'Inspecteur général Oliviers et M . l'Inspecteur Vervâeck, ces sections doivent satisfaire. Je vous p r é s e n t e l'expression de ma considération distinguée. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, TASSIN.

1-6 Maart 1947.

39

ORGANISATIE VAN D E BEWAKINGSDIENST. e

r

2" alg. dir., 3 sectie, 1' bureau, litt. D, n 37. Brussel, de 1 M a a r t 1947. Aan de heeren bestuurders


en


De heeren gevangenisbestuurders worden bericht dat mijn omzendbrief van 1 dezer, zelfde kantteeTcenitig als deze, gewijzigd wordt als volgt : 1° O e dienstta'bel moet worden vastgesteld voor acht dagen minimum en ten minste twee dagen, vôôr de période voor welke zij werd opgemaakt, worden aangeplakt. De beurtwisseling van het personeel van den dagdienst moet, zooveel doenlijk, geschieden na elke période van acht dagen. De hoofden van de gestichten, in dewelke de hierbedoelde maatregel moeilijk door te voeren of ongewenscht mocht blijken, behooren mij evenwel kennis te geven van hunne bezwaren. 2° Met uitzondering van de technici en van de agenten die bij ontstentenis van titularis dergelijken post bekleeden, moeten al de bewaarders deelnemen aan den .Zondagdienst. Deze beslissing wordt genomen om u in de gelegenheid te stellen aan elken bewaarder, zoo dikwijls mogelijk, des iZondags zijn wekelijkschen rustdag te verleenen en geleidelijk te trachten die rust één Zondag op dne toe te staan. 3° Van den nachtdienst mogen alleen worden ontslagen de hiervoren vermelde agenten, de opvoerders van allen graad, de eerstaanwezende bewaarders, de bewaarders die meer dan 55 jaar oud zijn en dezen, die voor dien dienst lichamelijk onbekwaam zijn verklaard door den geneeskundige van het 'gesticht, die er toe gehouden is een omstandig en gemotiveerd attest af te leveren. Gelieve mij dit attest over te maken. •De nachtbrigade van de belangrijke gestichten moet, voor zoover mogelijk, onder de leiding staan van een effectieven bewaarder. 4° W a t den reservedienst voor den nacht betreft, a l de (bewaarders, met uitzondering van de technici, van dezen die bij ontstentenis van titularis dergelijken post bekleeden, en van dezen die ten minste 60 jaar oud zijn, moeten er aan deelnemen. 5° Geen enkele andere vrijstelling van die diensten mag, zonder mijn voorafgaande goedkeuring, worden toegestaan. Voor den Minister : De secretaris-generaal, P . CORNIL.

KRANKZINNIGENGESTICHTEN. — AFDEELINGEN VOOR AAN TERING LIJDENDE GEESTESZIEKTEN. — VOORWAARDEN WAARAAN DIENT VOLDAAN. r

2' alg. dir., 2" sect., n 2050 (2 bijlagen). Brussel, den 6° Maart 1947. Mijnheer de Bestuurder, Mevrouw de Bestuurster, van de Krankzinnigengestichten. Ik heb de eer u een uittreksel te doen geworden uit het proces-verbaal van de vergadering van 24 December 1946 van het Centraal Inspectiecomité, betreffende de afdeelingen voor de aan tering lijdende geesteszieken in de gestichten. Hierbij wordt u eveneens mededeeling gedaan van de voorwaarden waaraan, volgns den heer Inspecteur-jgeneraal Oliviers en den heer Inspecteur Vervaeck, die afdeelingen moeten voldoen. Hoogacntend. Voor den Minister : De gemachtigde Directeur, TASSIN.

40

8-11 mars 1947.

Sections pour ma'ades mentaux tuberculeux. 8 décembre 1946. Est-ce bien nécessaire de spécifier les conditions auxquelles devraient satisfaire les sections pour malades mentaux tuberculeux qui bénéficieront d'un prix de j o u r n é e s p é c i a l ? Ces conditions sont celles de tout sanatorium. 1" Organisation des locaux, aération abondante, bon éclairage, bonne orientation (soleil) solarium, cure de grand air, lits pouvant être déplacés, chaises longues; literies désinfectées, isolement, vaisselle individuelle, etc.; 2° Isolement de la section; 3° Personnel infirmier spécial, au courant du danger de contagion, prenant les indispensables précautions et mesure et ayant subi un examen corporel préalable; 4° raitement effectif, donc nécessairement pneumothorax, appareillage médical dont appareil radioscopique; 5° Personnel médical se mettant à la hauteur de ce qu'on attend de lui, donc éventuellement un médecin adjoint allant faire un stage dans un sanatorium et éventuellement aussi appel à faire à un médecin consultant physiologue. L'Inspecteur général. OLIVIERS. VERVAECK.

Prix de journée d'entretien des malades mentaux tuberculeux. Le Comité central d'inspection estime qu'il y aurait lieu d'organiser dans certains asiles des sections pour malades mentaux tuberculeux. Quand celles-ci satisferont aux conditions qui leur seront imposées et dont la réalisation sera contrôlée par les membres du Comité central d'Inspection et par les inspecteurs spécialisés du Ministère de la S a n t é publique, elles seront agréées et bénéficieront d'un prix de journée spécial qui sera fixé par le Ministère de la Justice. NOTARIAT. — TRANSFERT DE RÉSIDENCE (1).

Secr. gén., 2' sect, n° 39713. 8 mars 1947. — Par arrêté du Régent, la résidence de M . Vermer (ArthurJean-Auguste, notaire à Eprave, est transférée à Rochefort.

TRIBUNAL DE PREMIÈRE INSTANCE DE BRUXELLES. RÉTABLISSEMENT DE LA DOUZIÈME PLACE DE JUGE D'INSTRUCTION (2).

Secr. gén., 2« sect., n° 30866. 10 mars 1947. — P a r arrêté du Régent, la douzième place de juge d'instruction p r è s le tribunal de première instance de Bruxelles supprimée par a r r ê t é royal du 27 août 1926 est rétablie. FORMATION DES LlSfTES D E JURÉS POUR (L'ANNÉE

5

e

1948.

dir. gén., 1* sect, n° 953/,...

Bruxelles, le 11 mars 1947. A MM. les Gouverneurs de province. J'ai l'honneur de vous faire connaître les r è g l e s à suivre pour la formation, au moyen des imprimés ci-annexés, des listes g é n é r a l e s de j u r é s , en exécution de l a loi d u 21 décembre 1930 « modifiant certaines dispositions de l a loi sur l'organisation judiciaire, du code d'instruction criminelle et de la l o i du 3 mai 1889 », publiée au Moniteur du 18 mare 1931.

8-11 Maart 1947.

41

Afdeelingen voor aan tering lijdende geesteszieken. 8 December 1946. Is het wel noodig de voorwaarden te omschrijven waaraan de afdeelingen voor aan tering lijdende geesteszieken, die het voordeel van een specialen onderhoudsprijs zullen genieten, behooren te voldoen? Deze voorwaarden zijn dezelfde als die welke voor al de sanatoriums zijn voorzien : 1° Inrichting van de lokalen, overvloedige verluchting, behoorlijke verlichting, goede orientatie (zon), solarium, openlucht kuur, verplaatsbare bedden, l i g stoelen, gedesinfecteerd beddegoed, afzondering, individueel vaatwerk, enz.; 2° Afzondering van de afdeeling; 3° Bijzonder verplegingspersoneel, bekend met het gevaar voor besmetting, dat de volstrekt noodzakelijke voorzorgen en maatregelen neemt en vooraf een lichameliik onderzoek heeft ondergaan; 4° Doeltreffende behandeling, noodzakelijk dus pneumothorax, geneeskundig gereedschap waaronder radioscopisch apparaat; 5 ° Geneeskundig personeel, dat zich op de hoogte stelt van hetgeen men van hem vereischt waaronder eventueel een adjunct-geneesheer die in een sanatorium een stage gaat maken en desvoorkomend ook beroep op een consulteerend geneesheer-physioloog. De Inspecteur-generaal, OLIVIERS. VERVAECK.

Prijs per dag onderhoud van de aan tering lijdende geesteszieken. Het Centraal Inspectiecomité is van oordeel dat in sommige gestichten afdelingen ten behoeve van aan tering lijdende geestesziekte dienen te worden opgericht. Wanneer die afdeelingen zullen voldoen aan de haar opgelegde voorwaarden, waarvan de nakoming door de leden van het Centraal Inspectiecomité en de gespecialiseerde inspecteurs van het Ministerie van Volksgezondheid zal worden gecontroleerd, zullen zij erkend worden en het voordeel genieten van een door het Ministerie v a n Justitie vast te stellen specialen onderhoudsprijs.

NOTARIAAT. — OVERBRENGING VAN STANDPLAATS ( 1 ) . r

A l g . secr., 2" sect., n 39713. 8 Maart 1947. — Bij besluit van den Regent, is de standplaats van den heer Vermer (Arthur-Jean-Auguste), notaris te Eprave, naar Rochefort overgebracht.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL. WEDEROPRICHTING VAN DE TWAALFDE PLAATS VAN ONDERZOEKRECHTER (2).

10 Maart 1947. — Bij besluit van den Regent is de twaalfde plaats van onderzoeksrechter bij de rechtbank van eersten aanleg te Brussel afgeschaft bij koninklijk besluit van 27 Augustus 1926 weder opgericht.

SAMENSTBLLING VAN D E «L1JSTEN DER OEZWORENB[N VOOR HET ]AAH |19<48L. 5 ° alg. dir., I sect., n' 953L. * Brussel, den 11" Maart 1947. Mijnheer de Gouverneur, lk heb de eer u de regelen te doen kennen die ten uitvoerlegging van de in het Belgisch Staatsblad van 18 Maart 1931 bekendgemaakte wet van 21 December 1930 tôt wijziging van sommige bepalingen van de wet op de rechterlijke inrichting het Wetboek van Strafvordering en de wet van 3 M e i 1889 moeten gevolgd worden bij het opmaken, door middel van de bijgaande drukwerken, van de algemeene lijsten van gezworenen. e

(1) Belgisch Staatsblad, (2) Belgisch Staatsblad,

r

1947, n 82. 1947,.n 80. r

42

11 mars 1947. Il a été procédé pour la dernière fois en 1938 à la formation de ces listes.

Ces dernières qui devaient originairement servir à constituer les jurys à partir du 1" janvier 1939 jusqu'au 31 décembre 1942 ont vu leur durée p r o r o g é e à diverses reprises et pour la dernière fois jusqu'au 31 décembre 1947 par l'arrêté-loi du 21 septembre 1946. 11 y a donc lieu de former en 1947 des listes nouvelles qui serviront à constituer les jurys à partir du 1" janvier 1948. Je crois utile de rappeler au préalable que les j u r é s sont pris parmi les électeurs g é n é r a u x '(Chambre et Sénat. — 'Liste électorale révisée) hommes et femmes, â g é s de trente ans au moins et de soixante-quatre ans au plu6 au 1" janvier 1948, c'est-à-dire, nés entre le 1" j a n v i e r 1883 et le 31 décembre 1917, y compris ces deux dates, à l'exclusion de ceux de ces électeurs dont il est question à l'article 99 de la loi d'organisation judiciaire, modifié par l'article 4 de la loi du 21 décembre 1930, lequel remplace le 7° de l'article 99 précité par la disposition suivante : « 'les docteurs en médecine, chirurgie et accouchements et en médecine vétérinaire exerçant leur profession ». En vertu de 'l'article 99, 3° de la loi d'organisation judiciaire, ne sont pas portés sur la liste des jurés, les ministres des cultes, •cj'est-a-dire, les prêtre6, pasteurs, rabbins, d'un culte reconnu par l'Etat, m ê m e s'ils ne remplissent pas de fonctions paroissiales. Spécialement en ce qui concerne les ministres du culte catholique, il y a lieu de considérer comme tels les personnes qui ont reçu les ordres majeurs (sous-diaconat, diaconat et prêtrise) qu'elles appartiennent au clergé régulier ou au séculier. Ces Iprincipes établis, voici comment il sera procédé par les administrations communales pour la formation de la liste des jurés de la commune. A. Avant de procéder au tirage au sort dont i l sera question sub littera B ci-après, l'administration communale devra : I. Retirer de la liste des électeurs g é n é r a u x tous ceux qui n'auront pas atteint le 1" janvier 1948, l ' â g e de 30 ans requis pour ê t r e 'jurés, c'est-à-dire, ceux n é s a p r è s le 31 décembre 1917 ((article 2 de la loi du 21 décembre 1930), et tous ceux qui, en vertu de l'article 99 de l a loi d'organisation judiciaire modifié par l'article 4 de l a loi précitée, ne sont plus portes sur la liste des 'jurés, notamment ceux qui auront 65 ans accomplis Je 1 janvier 1948, c'est-à-dire, ceux nés avant le 1 janvier 1883. er

er

H. 1° 'Retirer de la liste réduite conformément au I ci-dessus, tous ceux qui ont transféré leur domicile dans une autre commune et 2° avertir la commune pour laquelle ils ont été rayés en priant celle-ci, si l'intéressé n'y est plus domicilié, de faire suivre l'avis jusqu'à l a commune de son domicile actuel, conformément au modèle de l'annexe J. '3° L'administration de cette dernière commune ajoute l'intéressé à sa liste des électeurs généraux, sous un numéro complémentaire, en vue des opérations indiquées ci-après „et dans le cas seulement ou elle reçoit avant le 1" mars 1947, information de ce changement de domicilie pour cette commune. Les électeurs généraux partis pour l ' é t r a n g e r ou pour la colonie seront biffés de l a liste des électeurs avant le tirage au sort. III. Retirer de la liste des électeurs g é n é r a u x réduite conformément 'au I et au II, 1°, ceux qui possèdent un des diplômes, certificats ou qualités indiqués au tableau qui accompagnait m a d é p ê c h e du 31 juillet 1931, é m a r g é e comme l a présente, ou désignés par l'arrêté royal' du 25 janvier 1938, paru au Moniteur du 29 du m ê m e mois et joint à ma dépêche du i l * février 1938 ou par l ' a r r ê t é du Régent du 1 mars 1947 paru au Moniteur du 8 mars 1947. (Annexe M ci-jointe.) er

Les porteurs ou titulaires de ces diplômes, certificats ou q u a l i t é s sont, en effet, inscrits de plein droit sur les listes de jurés.

11 Maart 1947.

43

In 1938, werd, voor de laatste maal, tôt het opmaken van die lijsten overgtgaan. Oorspronkeflijk moesten zij dienen om, vanaf 1 Januari 1939 tôt 31 December 1942, de jury's samen te stellen; hun geldigheidsduur werd herhaaldelijk verlengd en de laatste maal, door de besluitwet van 21 September 1946, tôt 31 December 1947. In 1947 zullen dus nieuwe lijsten moeten worden opgemaakt die zullen dienen om de jury's samen te stellen vanaf 1 Januari 1948. 1k acht het wenschelijk er vooraf aan te herinnere dat de gezworenen worden genomen onder de algemeene kiezers (Kamer en Senaat, herziene kiezerslijst), mannen en vrouwen, die ten minste 30 en ten hoogste 64 jaar oud zijn op datum van 1 Januari 1948, degenen dus die tusschen 1 Januari 1883 en 31 December 1917, die twee datums inbegrepen, geboren zijn, met uitsluiting van diegenen onder de kiezers waarvan sprake is in artikel 99 der wet op de rechteriijke inrichting, gewijzigd bij artikel 4 der wet van 21 December 1930, welk artikel het 7° van laatstbedoeld artikel 99 vervangt door de volgende bepaling : « de praktiseerende doctoren in de genees-, heel- en verloskunde en in de veeartsenijkunde ». Krachtens het 3° van artikel 99 der wet op de rechteriijke inrichting worden de bedienaren van de eerediensten, namelijk de priesters, de dominées, de rabbijnen van een door den Staat erkenden eeredienst, zelfs zoo zij geen parochiale functies uitoefenen, niet op de lijsten der gezworenen gebracht. Wat inzonderheid de bedienaren van den katholieken eeredienst betreft, dienen als dusdanig te worden beschouwd de personen die de hoogere wijdingen hebben ontvangen (onderdiakonaat, diakonaat en priesterschap), om het even of zij t ô t de régulière "of séculière geestelijkheid behooren. Ziehier hoe de gemeentebesturen, met inachtneming van de hooger uiteengezette beginselen, zullen handelen om de lijsten der gezworenen van de gemeenten snmen te stellen. A. Vooraleer over te gaan tôt de uitloting waarover hierna onder littera B zal gehandeld worden moet het gemeentebetuur : I. Van de lijst der algemeene kiezers al diegenen afvoeren die op 1 Januari 1948 den ouderdom van 30 jaar vereischt om gezworene te zijn (d. i . degenen die na 31 December 1917 geboren zijn) niet hebben bereikt (art. 2 van de wet van 21 December 1930) en al die welke, krachtens artikel 99 van de wet op de rechteriijke inrichting, gewijzigd bij artikel 4 van bedoelde wet, miet meer op de lijsten der gezworenen worden gebracht, voornamelijk die welke op 1 Januari 1948 voile 65 jaar oud zijn, d. i . degenen die vôôr ,1 Januari 1883 geboren zijn. II. 1° V a n de overeenkomstig i hierboven verminderde lijst al diegenen afvoeren die hun woonplaats in een andere gemeente overgebracht hebben, en 2 de gemeente verwittigen voor dewelke zij afgeschreven werden, met verzoek aan deze laatste, indien de betrokkene daar zijn woonplaats niet meer heeft, het bericht door te sturen naar de gemeente waar hij thans gedomicilieerd is, overeenkomstig het model van bijlage 1; 3° het bestuur van de laatste gemeente schrijft den betrokkene achteraan op de lijst der algemeene kiezers in, onder ee naanvullend nummer, met het oog op de hierna te vermelden verrichtingen en alleen in geval het vôôr 1 Maart 1947 kennis krijgt van die verandering van woonplaats naar bedoelde gemeente. De algemeene kiezers die naar het buitenland of naar de kolonie zijn vertrokken worden, v ô ô r de uitloting, van de lijst der kiezers afgevoerd. 1-

III. Van de overeenkomstig I en II, 1°, verminderde en eventueel overeenkomstig II, 3°, vermeerderde lijst der algemeene kiezers, diegenen afvoeren die een der diploma's, getuigschriften of hoedanigheden bezitten welke vermeld zijn in de bij mijn schrijven van 31 Juli 1931, zelfde kantteekening, gevoegde tabe'l, of aangeduid zijn door het koninklijk besluit van 25 Januari 1938, verschenen in het Beigisch Staatsblad van 29 derzelfde maand en gevoegd bij mijn schrijven van 1 Februari 1938, of door het besluit van den Regent, dd. 1 Maart 1947, dat verschnen is in het Belgisch Staatsblad van 8 Maart 1947 (bijgaande bijlage II). Inderdaad, de houders of titularissen van die diploma's, getuigschriften of hoedanigheden worden van rechtswege op de lijsten der gezworenen ingeschreven.

11 mars

44

1947.

Les opérations indiquées au I seront commencées d è s à présent, de même que celles indiquées au II pour ceux qui ne sont plus domiciliés dans la commune où ils sont inscrits comme électeurs (généraux. Quant aux opérations visées sous le Mil pour ceux qui figurent sur leur liste des électeurs généraux, après qu'elle aura été réduite conformément au I et au M, 1°, ci-dessus et, éventuellement, augmentée conformément au II, 3°', les administrations communales auront donc à s'enquérir s'ils possèdent un des diplômes, certificats ou qualités dont i l s'agit. 'Le bourgmestre ou son délégué leur posera, s'il le faut, la question ((dernier alinéa de l'article 98.de la loi d'organisation judiciaire modifié par l'article 3 de la loi du 31 décembre 1930, en les avertissant, s'il y a lieu, que celui qui ne répond pas ou qui répond inexactement est punissable (article 1156/s ajouté à la loi d'organisation judiciaire par l'article 17 de la loi du 21 décembre 1930). {Voir annexe III ci-jointe.) Jfajoute qu'en ce qui concerne les diplômes et certificats dont i l est question ci-dessus et qui sont mentionnés aux numéros I, H, III, I V de l'annexe de m a dépêche du 31 juillet 1931, les établissements qui les délivrent et les d é p a r t e ments ministériels ne sont pas à même de désigner aux administrations communales les personnes qui, domiciliées dans la commune et âgées de 30 ans au moins et de 64 ans au plus au 1 janvier 1948, possèdent un de ces diplômes ou certificats. er

B. ILe tirage au sort, prévu aux trois premiers, alinéas de l'article 102 de la loi d'organisation judiciaire modifié par l'article 6 de la loi du 21 décembre 1930, se fera avant le î avril 1947 dans l a liste des électeurs généraux, y compris les femmes, après : 1° En avoir retiré ceux indiqués au lot I et au M, 1°, ci-dessus; 2° Y avoir ajouté ceux indiqués au'II, 3 ; 3" En avoir retiré ceux désignés au III. Le nombre de noms à tirer au sort (un par cinquante ou fraction de cinquante) sera fixé, non d'après la liste réduite comme il vient d'être dit, mais d'après le nombre des noms inscrits sur la liste entière des électeurs généraux. Aux termes de la loi, le tirage au sort se fait publiquement à la maison communale par le bourgmestre assisté de deux échevins. Le bourgmestre assure cette publicité en faisant apposer une affiche annonçant les lieu, jour et heure du tirage au sort (annexe IV ci-jointe). Pour procéder à ce tirage, les administrations communales pourraient prendre soit les noms des personnes retenues pour le tirage, soit les n u m é r o s d'ordre d'inscription de ces personnes à l a liste des électeurs, complétée, le cas échéant, comme il est dit au 11, 3°. ' Alu moyen du formulaire n ° 3, dont il a été question plus haut, il a été d e m a n d é aussi aux électeurs s'ils savaient 'lire et écrire (article 98 de la loi d'organisation judiciaire modifié par l'article 3 de la loi du 21 décembre 1930), et il leur a été signalé, s'il le fallait, que celui qui ne répondait pas ou qui répondant inexactement est punissable (article l'156/s ajouté à la loi d'organisation judiciaire par l'article 17 de lia loi du 21 décembre 1930). Les électeurs dont les noms sont sortis au tirage qui ne savent pas lire et écrire sont éliminés sans être remplacés. o r

to

C. ILa liste des électeurs ainsi tirés au sort et sachant lire et écrire, ayant été a u g m e n t é e des noms des électeurs généraux visés sous le III du littera A , l'administration communale mentionnera en regard du nom de chacun de ces derniers, dans la colonne 3, (les diplôme, certificat ou qualité qu'U possède (annexe V ci-jointe),. 11 en résultera que les noms p o r t é s sur la liste des j u r é s sans mention à l a colonne 3, seront ceux désignés par le sort. L e s jurés de la commune seront classés par o r d r e . a l p h a b é t i q u e des noms, et la liste en sera e n v o y é e à la Dépuration permanente avant le I * mai 1 9 4 7 , sans omettre colonne 3. dont i l vient d'être question; cette mention devant rester dans les listes dressées ensuite par l a Députation permanente, ainsi que lors des transmissions successives des listes par les soins de l'autorité judiciaire. E

II Maart 1947.

45

Van nu af moet een aanvang worden gemaakt met de onder I aangeduide verrichtingen, zoomede met de onder II aangeduide verrichtingen waar het de personen betreft die niet meer hun woonplaats hebben in de gemeente waar zij als algemeene kiezers zijn ingeschreven. Wat betreft de onder 1H bedoelde verrichtingen : voor degenen die op hun lijst der algemeene kiezers voorkomen, nadat bedoelde lijst overeenkomstig I en II, 1°, hierboven zal verminderd en eventueel overeenkomstig II, 3", zal vernieerderd geweest zijn moeten de gemeentebesturen onderzoeken of zij houder zijn van een van de bedoelde diploma's, getuigschriften of hoedanigheden. D e burgemeester of zijn gemachtigde moet hun, indien het noodig is, de vraag stellen (laatste alinéa van artikel 98 van de wet op de rechteriijke inrichting, gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 21 December 1930) en hen eventueel verwittigen dat hij die niet of niet juist antwoordt strafbaar is (artikel 1156is, aan de wet op de rechteriijke inrichitng toegevoegd bij artikel 17 van de wet van 21 December 1930). Zie bijgaande bijlage 111. Ik voeg erbij dat, wat betreft de bovenbedoelde diploma's en getuigschriften, die vermeld zijn in de n , I, 11, III en IV van de bij mijn schrijven van 31 Juli gaande bijlage, de gestichten die ze afleveren en de ministerieele departementen niet in staat zijn aan de gemeentebeturen de personen aan te duiden die hun woonplaats in de gemeente hebben op 1 Januari 1939 ten minste 30 en ten hoogste 64 jaar oud zijn en houder zijn van een dier diploma's of getuigschriften^ r s

B. De in de eerste drie alinea's van artikel 102 van de wet op de rechteriijke inrichting, gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 21 December 1930 voorziene uitloting moet vôôr 1 April 1947 geschieden in de lijst der algemeene kiezers, met inbegrip van de vrouwen, na : 1° E r diegenen afgevoerd te hebben die onder I en II, 1°, hierboven aangeduid zijn; 2" E r diegenen bijgevoegd te hebben die onder II, 3", aangeduid zijn; 3° E r diegenen afgevoerd te hebben die onder III aangeduid zijn. Het aantal uit te loten namen (één per vijftig of per breuk van vijftig) moet vastgesteld worden, niet naar de lijst die verminderd werd, zooals gezegd geworden is, maar naar het aantal op de lijst der algemeene kiezers ingeschreven namen. Naar luid van de wet wordt de uitloting in het openbaar op het gemeentehuis gedaan door den burgemeester bijgestaan door twee schepenen. De burgemeester zal voor die openbaarheid zorgen door een aanplakbiljet te laten aanplakken waarop plaats, dag en uren van de uitloting vermeld zijn. Om die uitloting te doen zouden de gemeentebesturen, hetzij de namen kunnen nemen van de personen die voor de uitloting werden aangehouden, hetzij de volgnummers in de orde waarin die personen werden ingeschreven op de 'kiezerslijst, die, in voorkomend geval, zal dienen aangevuld zooals onder II, 3°, gezegd werd. Door middel van hoogerbedoeld formulier n 3 werd eveneens aan de kiezers gevraagd of zij kunnen lezen en schrijven (art. 98 der wet op de rechteriijke inrichting, gewijzigd bij art. 3 der wet van 21 December 1930) en werd hun, zoo noodig, er op gewezen dat hij die niet of niet juist antwoordt strafbaar is (art. \\5bis dat aan de wet op de rechteriijke inrichting is toegevoegd geworden door art. 117 der wet van 21 December 1930). De kiezers, wier namen uitgeloot zijn en die niet kunnen lezen en schrijven, worden afgewezen zonder vervangen te worden. C. Nadat de lijst der aldus door het lot aangewezen kiezers die kunnen lezen en schrijven vermeerderd geworden is met de namen van de onder JM van littera A bedoelde algemeene kiezers zal het gemeentebestuur naast elk van die namen, in kolom 3, het diploma, het getuigschnft of de hoedanigheid vermelden waarvan de kiezer houder is (bijgaande bijlage V ) . De namen die op de lijsten der gezworenen zonder vermelding in kolom 3 werden ingeschreven zullen bijgevolg de namen zijn die door het lot werden aangeduid. De gezworenen der gemeente worden volgens alphabetische orde der namen gerangschikt en de lijst van die namen wordt vôôr 1 iMei 1 9 4 7 aan de teestendige deputatie overgemaakt; hierbii wordt de evenbedoelde vermelding van kolom 3 niet vergeten, daar die vermelding moet blijven bestaan in de lijsten die nadien zullen worden opgemaakt door de bestendige deputatie, alsmede telkenmale als die lijsten later door de zorg van de gerechtelijke overheid zullen worden overgemaakt. r

46

13 mars

1947.

A u Gouverneur du Brabant 6eul, Toutfois, en vertu des deux derniers alinéas de l'article 102 de la loi d'organisation judiciaire, maintenus par l'article 6 de l a loi du 21 d é c e m b r e 1930, les communes des arrondissements de Bruxelles et de Louvain formeront deux listes de toutes les personnes visées au premier alinéa du littera 0 . L a première liste comprendra ceux qui, d'après leur déclaration écrite faite au bourgmestre ou à son délégué, sont capables de suivre les d é b a t s de la Cour d'assises en flamand. Cette première liste est destinée à former les jurys des cours d'assises flamandes du Brabant. L a seconde liste devant servir à former les jurys des cours d'assises françaises du Brabant, comprendra tous ceux qui, désignés au premier alinéa du littera C sont capables de suivre les d é b a t s en français. Il convient de noter que ceux qui ont déclaré connaître suffisamment le flamand et le français sont portés et sur la première liste (jurés flamands) et sur l a seconde liste (jurés français). Je signale à votre attention que le questionnaire (annexe n ° 3) utilisé dans les arrondissements de Bruxelles et de Louvain, devra contenir les deux questions suivantes : « Connaissez-vous ou non suffisamment le français pour pouvoir suivre les d é b a t s de l a Cour d'assises dans cette langue? » « Et connaissez-vous ou non suffisamment le flamand pour pouvoir suivre les d é b a t s de la C o u r d'assises dans cette langue? » D. Les listes c o m p o s é e s par les administrations communales et transmises à la Députation permanente serviront pendant une période de quatre ans (alinéa 8 de l'article 102 de la loi d'organisation judiciaire modifié par l'article 6 de l a loi du 21 d é c e m b r e 1930). Je vous prie, monsieur le Gouverneur, de vouloir bien porter ce qui précède à la connaissance des administrations communales de votre province. Le Ministre, A . LILAR.

ÉGLISES ET PRESBYTÈRES. — PROCÉDURE A SUIVRE POUR L'INTRODUCTION DES DOSSIERS EN V U E DE L'OBTENTION DES SUBSIDES D E L'ÉTAT. — TRAVAUX NOUVEAUX ET RÉPARATIONS DES DOMMAGES DE GUERRE (ARRÊTÉS DES 6 NOVEMBRE 1946 ET

30 JUIN 1941). Bruxelles, le 13 mars 1947. A MM. les Directeurs provinciaux de l'Urbanisme. Pour information : A MM. les Gouverneurs de Province. 1° Le projet (ou l'avant-projet) des travaux à effectuer est introduit par la commune ou la fabrique d'église a u p r è s du gouverneur de la province. 2° Le Gouverneur recueille les avis de l'évêque du diocèse, de la Commission royale des Monuments et des Sites et de l'architecte provincial (pour autant qu'il en existe un dans sa province). 3° L e dossier ainsi mis au point est transmis par le Gouverneur au Directeur provincial de l'Urbanisme, lequel étudie le projet du point de vue urbanistique, architectural et technique. 4" Le Directeur provincial de l'Urbanisme corresoond éventuellement avec le Gouverneur de la province, en vue d'obtenir des explications complémentaires au sujet du projet présenté. 5° Le Directeur provincial de l'Urbanisme transmet ensuite le dossier au Ministre de la Justice, 1" direction générale, 13, rue des Quatre-Bras, à Bruxelles, en joignant un rapport en double exemplaire (un exemplaire pour le D é p a r t e m e n t de la Justice et un pour l'Administration de l'Urbanisme), comportant notamment : a) son avis urbanistique; b) son avis technique; c) son avis architectural; d) l'indication concernant le degré d'urgence des travaux;

13 Maart 1947.

47

Voor de Gouverneur van Brabant. Nochtans moeten, krachtens de twee laatste alinea's van artikel 102 van de wet op de rechteriijke inrichting, gehandhaafd bij artikel 6 van de wet van 21 December 1930, de gemeenten uit de arrondissementen Brussel en Leuven twee lijsten opmaken vati al de in de eerste alinéa van littera C vermelde personen. De eerste lijst moet diegenen bevatten die, naar hun aan den burgemeester of zijn gemacntigde, gedane schriftelijke verklaring .bekwaam zijn om de debatten van het Hof van assisen in het Vlaamsch te volgen. Die eerste lijst is bestemd om de jury's van de Vlaamsche Hoven van assisen van Brabant te vormen. De tweede lijst, die moet dienen om de jury's samen te stellen van de Fransche Hoven van assisen in Brabant, moet al diegenen bevatten die in de eerste alinéa van littera C aangeduid zijn en bekwaam om de debatten in de Fransche taal te volgen. Hierbij dient opgemerkt dat degenen die verkiaard hebben voldoende Vlaamsch en I-'ransch te kennen op de eerste lijst .(Vlaamsche gezworenen) en tevens op de tweede lijst (Fransche gezworenen) worden ingeschreven. Ik vestig er uwe aandacht op dat de vragenlijst (bijlage n 3) die in de arrondissementen Brussel en Leuven wordt gebruikt de twee onderstaande vragen moet bevatten : Kent gij, ja of neen, voldoende Fransch om de debatten van het Hof van assisen in deze taal te kunnen volgen? Kent gij, ja of neen, voldoende Vlaamsch om de debatten van het Hof van assissen in deze taal te kunnen volgen? r

/.'. D e lijsten door de gemeentebesturen samengesteld en aan de bestendige depuîatie overgemaakt zullen gedurende een tijdperk van vier jaar dienen (alinéa 8 van artikel 102 van de wet op de rechteriijke inrichting, gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 21 December 1930). Ik, verzoek u, Mijnheer de Gouverneur, het bovenstaande ter kennis van de gemeentebesturen uit uwe provincie te willen brengen. De Minister, LILAR.

KERKEN EN PASTORIJEN. — TE VOLGEN PROCEDURE VOOR HET 1NDIENEN DER DOSSIERS MET HET OOG OP HET BEKOMEN V A N STAATSTOELAGEN. — NIEUWE WERKEN E N HERSTEL VAN OORLOGSSCHADE (BESLUITEN VAN 6 NOVEMBER 1946 EN 30 JUNI 1941.)

Brussel, den 13" Maart 1947. Aan de heeren Provinciale Directeurs van den Stedebouw. Ter kennisgeving : Aan de heeren Provtnciegouverneurs. 1 " Het ontwerp (of het voorontwerp) der uit te voeren werken wordt door de gemeente of door de kerkfabriek ingestuurd bij den gouverneur der provincie. 2° De Gouverneur wint het advies in van den bisschop van het diocees, van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en van den provincialen architect (voor zooveel er een bestaat in zijn provincie). 3" Het dossier, alzoo bijgewerkt, wordt door den Gouverneur overgemaakt aan den Provinciaal-Directeur van den Stedebouw, die het ontwerp instudeert uit stedebouwkundig, architecturaal en technisch oogpunt 4" De Provinciaal-Directeur van den Stedebouw correspondeert gebeurlijk met den Gouverneur der provincie ten einde bijkomenden uitleg te bekomen aangaande het voorgelegd ontwerp. 5° De Provinciaal-Directeur van den Stedebouw maakt vervolgens het dossiers over aan den Minister van Justitie, 1" algemeene directie, 13, Vier-Armenstraat, tè Brussel, en voegt er een verslag bij in dubbel (één exemplaar voor het D é p a r t e m e n t van Justitie en één voor het Hoofdbestuur van den Stedebouw), omvattende namelijk : a) zijn stedebouwkundig advies; b) zijn technisch advies; c) zijn architecturaal advies; d) de aanduiding nopens den graad van dringendheid der werken;

48

18 mars

1947.

e) indiquer si les ouvrages p r o p o s é s rentrent dans le programme des travaux introduit par la commune ou la fabrique d'église; /) indiquer si ces ouvrages rentrent dans le pourcentage de travaux autorisés dans la catégorie, selon les crédits mis à la disposition de chaque province. 6" Le Ministère de la Justice étudie le-dossier du point de vue administratif — traite éventuellement avec le Gouverneur de la province pour la mise au point administrative de celui-ci — et le transmet ensuite, avec son avis, à l'Administration centrale de l'Urbanisme. 7° L'Administration centrale de l'Urbanisme renvoie le dossier a p p r o u v é au Ministre de la Justice, en lui faisant connaître les remarques auxquelles donne lieu le projet et en l'informant du n u m é r o de l'engagement de la dépense (promesse de principe en double exemplaire, dont un pour le D é p a r t e m e n t de la Justice). 8° Le Ministère de la Justice renvoie à son tour le projet au Directeur provincial de l'Urbanisme, en l'informant des décisions contenues au 7° et en y ajoutant les remarques qu'il juge nécessaires en ce qui le concerne. 9° Le Directeur provincial de l'Urbanisme fait connaître, sous renvoi du dossier au Gouverneur, les décisions intervenues, en y ajoutant que la présente promesse autorise l'utilisation des m a t é r i a u x de construction, tel que prévu à l'arrêté-loi du 3 février 1947 (Moniteur belge du 14 février 1947). 10° L a même p r o c é d u r e est d'application en ce qui concerne l'approbation du dossier d'adjudication ainsi que du décompte des travaux. 11° E n vue de ne pas retarder la liquidation des sommes dues au cours d'exécution des travaux, les é t a t s d'avancement de travaux introduits par le Gouverneur de la province a u p r è s du Directeur provincial de l'urbanisme seront transmis directement par celui-ci à l'administration centrale de l'urbanisme, pour liquidation. Au nom du Ministre de la Justice, Le Directeur général, L . GRIMONPONT.

Au nom du Ministre des Travaux publics, Le Directeur général, V.

BURE.

CERTIFICATS D'HÉRÉDITÉ. — p R O I T DE TIMBRE." 5

e

e

dir. gén., 2 sect., litt. P , n" 61720.

Bruxelles, le 18 mars 1947. A MM. les Gouverneurs de province. Me référant à ma dépêche du 20 novembre 1946, é m a r g é e comme la présente, par laquelle je vous faisais savoir que les administrations communales peuvent délivrer des certificats d'hérédité, destinés à certains organismes et relatifs à des sommes peu élevées, j ' a i l'honneur de porter à votre connaissance que l'exemption du droit de timbre s'applique également aux déclarations d'hérédité délivrées pour l'exécution des dispositions de la loi instituant l a Caisse g é n é r a l e d'Epargne et de Retraite (art. 62, 64°, de la loi du 25 mars 1891) et pour celles destinées au "service des caisses d ' é p a r g n e privées soumises au contrôle de l'Office central de la petite é p a r g n e et des caisses d ' é p a r g n e communales ou à garantie communale (art. 62, 65°, de la loi du 25 mars 1891, modifié par l'art. 15 de l'arrêté royal n° 65 du 29' novembre 1939). Vous estimerez sans doute devoir porter ce qui précède à la connaissance des administrations communales. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, DECLEIRE.

18 Maart 1947.

49

e) de aanduiding betrefiende het al dan niet begrepen zijn van de voorgestelde werken in het werkprogramma, ingediend door de gemeente of door de kerkfabriek; /) de aanwijzing aangaande het vallen der werken in het percentage der in deze kategorie toegelaten werken, volgens de kredieten ter beschikking- gesteld van elke provincie. 6° Het Ministerie van Justifie bestudeert het dossier onder administratief oogpunt — onderhandelt gebeurlijk met den Gouverneur der provincie voor net administratief in orde brengen van het dossier — en maakt het daarna, met zijn advies, over aan het Hoofdbestuur van den Stedebouw. 7° Het Hoofdbestuur van den Stedebouw zendt het goedgekeurd dossier terug aan den Minister van Justitie, en geeft hem kennis van de opmerkingen waartoe het ontwerp aanleiding geeft en van het nummer van vastlegging der uitgave (principesbelofte in tweevoud, waarvan één exemplaar voor het D é p a r t e m e n t van Justifie). 8° Het Ministerie van Justitie op zijn beurt stuurt het ontwerp terug aan den Provinciaal-Directeur van den Stedebouw en laat hem de beslissingen kennen vervat onder 7°), waaraan hij de hem betreffende opmerkingen toevoegt, welke hij noodig acht. 9" De Provinciaal-Directeur van den Stedebouw laat, onder terugzending van het dossier, aan den Gouverneur de genomen beslissingen kennen en voegt er aan toe dat de belofte van toelage toelating inhoudt tôt het benuttigen der bouwmaterialen, zooals voorzien in de besluitwet van 3 Februari 1947 (Belgisch Staatsblad van 14 Februari 1947). 10° Dezelfde procédure is van toepassing voor wat betreft de goedkeuring van de dossiers van aanbesteding en van afrekening der werken. 11° Ten einde het vereffenen der verschuldigde sommen tijdens de uitvoering der werken niet te vertragen, zullen de vorderingsstaten der werken, door den Gouverneur der provincie ingediend bij den Provinciaal-Directeur van den Stedebouw, rechtstreeks door dezen laatste voor uitbetaling overgemaakt worden aan het Hoofdbestuur van den Stedebouw. Namens den Minister van Justitie, De Directeur-Generaal, L . GRIMONPONT.

Namens den Minister van Openbare Werken, De Directeur-Generaal, V. BURE.

GETUIGSCHRIFTEN VAN ERFRECHT.— ZEGELRECHT. e

e

r

5 algem. dir., 2 sect., litt. P , n 61720. Brussel, den 18° Maart 1947. Aan de heeren Provinciegouverneurs. Onder verwijzing naar mijn brief van 20 November 1946, zelfde kantteekening als deze, waarbij ik u heb bericht dat de gemeentebesturen getuigschriften van erfrecht mogen uitreiken die voor sommige organismen bestemd zijn en geringe bedragen betreffen, heb ik de eer u ter kennis te brengen dat vrijstelling van het zegelrecht eveneens van toepassing is op de aangiften van erfrecht afgegeven met het oog op de uitvoering van de bepalingen der wet t ô t instelling van de Algemeene Spaar- en Lijfrentekas (art. 62 64°, van de wet van 25 Maart 1891) en op die welke bestemd zijn voor den Dienst van de private spaarkassen welke aan de contrôle van het Centraal Bureau voor bleine spaarders onderworpen zijn en van de gemeentespaarkassen of spaarkassen onder waarborg van een gemeente (art. 62, 65°, der wet van 25 Maart 1891, gewijzigd bij art. 15 van het koninklijk besluit n 65 van 29 November 1939). Wellicht zult gij het noodig achten hiervan kennis te geven aan de gemeentebesturen. Voor den Minister : De gemachtigde Directeur, r

DECLEIRE.

50

19 mars 1947.

COMMUNE. — COMMISSION D'ASSISTANCE PUBLIQUE. — LEGS. — PRIX DE VERTU FONDÉ. AU PROFIT D'UN PUPILLE DE LA COMMISSION D'ASSISTANCE PUBLIQUE. — C O M PÉTENCE DE CETTE DERNIÈRE. — INCOMPÉTENCE DE LA COMMUNE.

1" dir. gén., 1" sect., litt. D . L . , n" 1814. Bruxelles, le 19 mars 1947 (1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT! V u l'expédition, délivrée par le notaire Busschaert, de résidence à Mouscron, du testament olographe, en date du 19 janvier 1945, par lequel M . Dusollier (C.-E.-Fr.-G.-J.-B.-J.), docteur en médecine, demeurant en cette commune, y décédé le 22 mars 1945, dispose notamment comme suit : « ... le lègue à la ville de Mouscron la somme de cinquante mille francs (50,000 fr".). » Les revenus de cette somme placée en rentes belges, seront p a r t a g é s en deux moitiés : l'une sera attribuée à un ouvrier e x e r ç a n t une profession manuelle, â g é de 25 ans au plus, qui sera jugé le plus digne de cette récompense par sa bonne conduite et son dévouement à sa famille. L'autre moitié sera attribuée à une ouvrière dans les mêmes conditions que la première. Ce legs est libre de tous droits et charges... » Je lègue tout le reste de mon avoir (terres labourables et valeurs publiques) à l'assistance publique de la ville de Mouscron. » Elle devra entretenir en bon état le monument funéraire de ma famille et renouveler les inscriptions quand elles seront détériorées (tous les six ans au besoin). » L'assistance publique de la ville de Mouscron devra employer une somme de quinze mille francs pour élever un nouveau monument sur la tombe de ma tante et de mes oncles Dusollier. Elle aura charge de l'entretenir et d'y faire les inscriptions voulues. » L'assistance publique devra donner chaque année une somme de deux mille francs (2,000) au pupille qui sera reconnu par elle le plus méritant par ses capacités et sa bonne conduite. Cette somme ne pourra être cumulative, c'est-à-dire que le même pupille ne pourra pas toucher deux fois le même legs... » V u les, délibérations par lesquelles : 1° le conseil communal de Mouscron et la commission d'assistance publique de cette commune sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui leur sont faits; 2° le conseil communal de Mouscron, estimant que les fondations de prix de vertu ne sont pas de la compétence des commissions d'assistance publique, sollicite l'autorisation d'accepter le bénéfice de la disposition testamentaire par laquelle la commission d'assistance publique de Mouscron est c h a r g é e de donner chaque année sur son legs une somme de 2,000 francs à son pupille le plus méritant par ses capacités et sa bonne conduite; V u les avis du conseil communal de Mouscron et de la députation permanente du conseil provincial de la Flandre occidentale; V u les pièces de l'instruction d'où' il résulte que le legs fait à la commission d'assistance publique de Mouscron comprend : 1° les immeubles inscrits au cadastre, commune de Herseaux, section B n ° 443, 4776, 479, 480, 481, 482, 487a; commune de Mouscron, section B* n° 343a, 3436, 344, 346c, 346a", 3516, 362a, d'une contenance totale de 7 hectares 24 ares 71 centiares et d'une valeur globale de 362,255 francs; 2° des biens meubles qui, déduction faite du passif, des charges et des legs P * ™ H J ? mobiliers grevant la succession du de cujus, sont évalués à environ 1,377,390 francs; V u l'engagement pris, le 8 novembre 1945, par la commission d'assistance publique de Mouscron d'aliéner, si le Gouvernement en décide ainsi, les immeubles légués ou d autres immeubles; s

c

l

e r

(1) Moniteur

belge, 1947, n° 93.

19 Maart 1947.

51

GEMEENTE — COMMISSIE VAN OPENBAREN ONDERSTAND. — LEGATEN. — PRIJS VAN DEUGDZAAMHEID GESTICHT TEN BEHOEVE VAN EEN PLEEGKIND VAN DE COMMISSIE VAN OPENBAREN ONDERSTAND. — BEVOEGDHEID VAN DEZE LAATSTE. — ONBEVOEGDHEID VAN DE GEMEENTE. r

1* alg. dir., 1" sect., litt. S. L . , n 1814. Brussel, den 19° Maart 1947 (1). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordipen en toekomenden, H E I L ! Gezien de door notaris Busschaert, ter standplaats Moeskroen, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament, dd. 19 Januari 1945, waarbij de heer Dusollier (C.-E.-Fr.-G.-J.-B.-J.), geneesheer, wonende aldaar, er overleden op 22 Maart 1945, onder meer de volgende schikkingen treft : (Vertaald.) « ... 1k vermaak aan de stad Moeskroen het bedrag van vijftig duizend frank (50,000 fr.). , » De opbrengst van dit bedrag, geplaatst in Belgische renten, zal verdeeld worden in twee helften : de een zal toegekend worden aan een werkman die aan handenarbeid doet, ten hoogste 25 jaar oud, die tôt deze belooning het meest waardig zal geoordeeld worden door zijn goed gedrag en zijn toewijding aan zijn familie. De andere helft zal toegekend worden aan een arbeidster in dezelfde voorwaarden als de eerste. D i t legaat is vrij van aile rechten en lasten... » Ik vermaak al het overige van mijn bezit (landbouwgronden en openbare waarden) aan den openbaren onderstand van de stad Moeskroen. » Zij zal het grafmonument van mijn familie in goeden staat moeten onderhouden en de opschriften vernieuwen wanneer zij zullen beschadigd zijn (desnoods aile zes jaren). » De openbare onderstand van de stad Moeskroen zal een bedrag van vijftien duizend frank moeten gebruiken tôt het oprichten van een nieuw monument op het graf van mijn tante en van mijn ooms Dusollier. Zij zal den last hebben het te onderhouden en er de gewenschte opschriften op aan te brengen. » De openbare onderstand zal ieder jaar een bedrag van twee duizend frank (2,000) moeten geven aan het pleegkind dat door haar als het meest verdienstelijk zal erkend worden voor zijn bekwaamheden en zijn goed gedrag. D i t bedrag zal niet mogen samengevoegd worden, het is te zeggen dat hetzelfde pleegkind niet tweemaal hetzelfde legaat zal mogen ontvangen... » ; Gezien de beraadslagingen waarbij : 1° de gemeenteraad van Moeskroen en de commissie van openbaren onderstand à l d a a r machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hun vermaakte legaten; , 2" de gemeenteraad van Moeskroen, de meening toegedaan zijnde dat de stichtingen voor prijzen van deugdzaamheid vreemd zijn aan de bevoegdheid van de commissiën van openbaren onderstand, machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het voordeel van de testamentbeschikking waarbij de commissie van openbaren onderstand te Moeskroen er mede belast wordt jaarlijks op haar legaat een bedrag van 2,000 frank te geven aan haar voor zijn bekwaamheden en zijn goed gedrag meest verdienstelijk pleegkind; Gezien de adviezen van den gemeenteraad van Moeskroen en van de bestendige deputatie van den provincialen raad van West-Vlaanderen ; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat het legaat vermaakt aan de commissie van openbaren onderstand te Moeskroen bestaat uit : 1° de onroerende goederen bekend ten kadaster, gemeente Herseaux, wijk B . n " 443, 4776, 479, 480, 481, 482, 487a; gemeente Moeskroen, wijk B , n " 3 4 3 ^ 3436, 344, 346e, 346d, 3516, 362a, bij elkaar 7 hectaren 24 aren 76 centiaren groot en 365,255 frank w a a r d ; 2° roerende goederen die, na aftrek van het passief, de lasten en de bijzondere roerende legaten welke de nalatenschap van den de cujus bezwaren op ongeveer 1,377,390 frank zijn geschat; Gezien de op 8 November 1945 door de commissie van openbaren onderstand te Moeskroen aangegane verbintenis om, indien de Regeering daartoe zou beslissen, de vermaakte onroerende goederen of andere onroerende goederen te vervreemden; ° J


r

1947, n 93.

f J

19 mars 1947.

52

En ce qui concerne la demande du conseil communal de Mouscron tendant à pouvoir accepter le bénéfice du prix de vertu montant à 2,000 francs fondé au profit du pupille le plus méritant de la commission d'assistance publique de cette commune; C o n s i d é r a n t que si, en droit public, les fondations de prix de vertu doivent en règle générale, être attribuées aux communes dont la compétence s'étend à tout ce qui est d'intérêt communal, il appartient spécialement aux commissions d'assistance publique de gérer pareilles fondations lorsque l'objet de celles-ci rentre dans leur compétence laquelle consiste à secourir et à hospitaliser les indigents; qu'en l'espèce, la compétence de la commission d'assistance publique gratifiée ne peut être mise en doute, attendu que les appelés au prix fondé de 2,000 francs sont exclusivement les pupilles d é p e n d a n t de la commission d'assistance publique; que, dès lors, le prix à attribuer doit être considéré comme une charge qui grève le legs fait en faveur de la commission d'assistance publique et non comme un sous-legs au profit de la commune; au'il n'y a donc pas lieu d'autoriser le conseil communal r e q u é r a n t à accepter le bénéfice de la fondation de prix de vertu, montant à 2,000 francs, dont il s'agit; V u les articles 910 et 937 du Code civil, 76-3°, de la loi communale, modifiés par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, 51, de la loi du 10 mars 1925; Sur la proposition du Ministre de la Justice, du Ministre de l'Intérieur et du Ministre de la Santé publique et de la Famille, Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : er

Article 1 . Le conseil communal de Mouscron et la commission d'assistance publique de cette commune sont autorisés à accepter les legs qui leur sont faits. Art. 2. Le conseil communal susvisé n'est pas autorisé à accepter le bénéfice de la disposition testamentaire prise au profit du pupille le plus méritant de la commission d'assistance publique précitée. Art. 3. L a commission d'assistance publique de Mouscron doit aliéner les immeubles légués ou d'autres immeubles d'égale contenance dans le délai de deux ans, à compter de la notification du présent arrêté. Le Ministre de la Justice, le Ministre de l'Intérieur et le Ministre de la Santé publique et de la Famille sont c h a r g é s , chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du dit a r r ê t é . CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, A . LILAR.

Le Ministre de

'

l'Intérieur,

A . BuiSSERET.

Le Ministre de la Santé publique et de la Famille, D

r

A . MARTEAUX.

ASSOCIATION SANS BUT LUCRATIF. — DONATION DROIT D USAGE PERPÉTUEL AU PROFIT D'UNE PERSONNE CI VILE. — RÉDUIT A TRENTE ANS.

1" dir. g é a , 1" sect., litt. D. L., n° 1855. Bruxelles, le 19 mars 1947 CHARLES,

(1).

Prince de Belgique, R é g e n t d u Royaume,

A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. V u l'expédition de l'acte p a s s é , le 6 septembre 1946, devant le notaire Ue Vestele, de résidence à Bruges, et par lequel l'association sans but lucratif (1) Moniteur,

1947, n° 102.

19 Maart 1947.

53

Wat de vraag betreft van den gemeenteraad van Moeskroen om het voordeel te mogen aanvaarden van de ten behoeve van het meest verdienstelijk pleegkind der commissie van openbaren onderstand aldaar gestichte pnjs van deugdzaamheid ten bedrage van 2,000 frank; Overwegende dat, zoo in openbaar recht de stichtingen voor pnjzen van deugdzaamheid in den algemeenen regel dienen toegekend te worden aan de gemeenten wier bevoegdheid zich uitstrekt tôt ailes wat van gemeentelijk belang is, het speciaal aan de commissiën van openbaren onderstand behoort dergelijke stichtingen te beheeren als het doel er van deel uitmaakt van hun bevoegdheid welke er in bestaat de behoeftigen te ondersteunen en te verplegen; dat, in dezen, de bevoegdheid van de bedachte commissie van openbaren onderstand niet in twijfel kan getrokken worden daar de beroepenen tôt den hoogerbedoelden gestichten prijs van 2,000 frank uitsluitend de van die commissie van openbaren onderstand afhangende pleegkinderen zijn, dat bijgevolg bedoelde uit te keeren prijs dient aangezien te worden als een last die in voordeel van de commissie van openbaren onderstand het haar vermaakt legaat bezwaart en geerïszins als een sub-legaat ten bate van de gemeente; dat er diensvolgens geen grond toe bestaat om den verzoekenden gemeenteraad machtiging te verleenen tôt het aanvaarden van het voordeel van betrokken prijsstichting van deugdzaamheid ten bedrage van 2,000 frank; Gelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 76-3", der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 51, der wet van 10 Maart 1925; Op de voordracht van den Minister van Justitie, van den Minister van B i n nenlandsche Zaken en van den Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. Aan den gemeenteraad van Moeskroen en de commissie van openbaren onderstand aldaar is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de hun vermaakte legaten. Art. 2. Aan voornoemden gemeenteraden is machtiging onthouden tôt het aanvaarden van het voordeel van de ten behoeve van het meest verdienstelijk pleegkind der bovenvermelde commissie van openbaren onderstand getroffen testamentbeschikking. Art. 3. De commissie van openbaren onderstand te Moeskroen moet de vermaakte onroerende goederen van gelijken omvang vervreemden binnen den termijn van twee jaar, te rekenen van den datum waarop het tegenwoordig besluit beteekend wordt. De Minister van Justifie, de Minister van Binnenlandsche Zaken en de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege den Regent : De Minister van Justitie, A . LILAR.

De Minister van Binnenlandsche Zaken, A.

BUISSERET.

De Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, D

r

A . MARTEAUX.

VEREENIGING ZONDER WINSTGEVEND DOEL. — SCHENKING. EEUW1GDUREND RECHT VAN GEBRUIK TEN BEHOEVE VAN EEN RECHTSPERSOON. VERMINDERD OP DERTIG JAREN. e

r

1° alg. dir., I sect., litt. S. L., n 1855. Brussel, den 19" M a a r t 1947 ( I ) . K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk. Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden. H E I L . Gezien de expeditie van de op 6 September 1946, vôôr wotaris De Vestele, ter standplaats Brugge, verleden akte waarbij de vereeniging zonder winstoog(1) Staatsblad,

1947, n ' 102.

54

26 mars 1947.

« Vereeniging der Parochiale Werken van het Aartspriesterdom van Brugge », établie à Bruges, représentée par M M . Buysschaert ( G . ) , desservant, et Mestdagh (P.), secrétaire de l'échevêche, tous deux demeurant à Bruges, agissant au nom du conseil d'administration conformément aux statuts, fait donation à l'association sans but lucratif « Annuntianenklooster van Veurne », établie à Furnes, de bâtiments et fonds en dépendant sis à Bruges, Section 6 , n°" 2846, 2840, 284p, 284o 284r, 284s, 284/, 284u, 284v, 284x, 284v, 285m du cadastre, d'une contenance totale de 22 ares 84 centiares et d'une valeur globale de 208,000 francs, sous réserve d'usage perpétuel et gratuit de la salle faisant partie des bâtiments donnés pour les œ u v r e s paroissiales de la paroisse S a i n t e - W a î b u r g e en cette ville; Vu la délibération par laquelle le conseil d'administration de l'association sans but lucratif « Annumciatenklooster van Veurne », établie à Furnes, sollicite l'autorisation d'accepter la dite donation; V u le6 pièces de l'instruction' d'où i l résulte que les immeubles donnés sont déjà affectés directement et corporellement au service de l'association donataire^ conformément à ses statuts; Considérant que la donation précitée doit permettre à l'association sans but lucratif gratifiée de réaliser l'objet en vue duquel elle est constituée; E n ce qui concerne la réserve d'usage perpétuel : C o n s i d é r a n t qu'en vertu de l'article 619 du Code civil, lequel s'applique au droit d'usage, ce droit ne dure que trente ans, s'il est accorde à des personnes civiles; V u les articles 900 du Code civil, 15 et 16 de la loi du 27 juin 1921, ainsi que les statuts de l'association donataire, publiés au Moniteur des 18 janvier 1922 et du 14 décembre 1929; Sur la proposition du Ministre de l a Justice, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article unique. L'association, sans but lucratif « lAnnuntiatenklooster van Veurne », établie à Furnes, est .autorisée à accepter l a donation prémentionnée, aux conditions imposées, en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution, du p r é s e n t arrêté. CHARLES.

P a r le Régent : Le Ministre de l a Justice, A.

LlLAR.

COMBATS D E COQS. —

RÉPRESSION.

e

5 dir. gén., 1" sect., litt. L, n» 1031. Bruxelles, le 26 mars 1947 A MM. les Procureurs Liège, Gand.

généraux

près

les

Cours

d'appel à

Bruxelles,

U n récent d é b a t parlementaire a révélé que l a pratique des combats de coqs tend à se .généraliser dans certaines régions du pays. Une surveillance plus étroite doit ê t r e suivie d'une répression, plus énergique des infractions constatées. J'ai H'honneur de vous prier de veiller à ce que les .officiers et agents de la police judiciaire n'usent pas de tolérance dans la constatation des infractions à l'article 4 de la loi du 22 mars 1929, relative à la protection des animaux. L'application des dispositions pénales doit être requise contre les contrevenants. Le

Ministre,

P. STRUYE.

26 Maart 1947.

55

merken « Vereeniging der Parochiale Werken van het Aartspriesterdom van Brugge », gevestigd te Brugge, vertegenwoordigd door de heeren Buysschaert (Ci.), kerkbedienaar, en Mestdagh (F.), secretaris van het bisdom, beiden wonende te Brugge, handelende uit naam van den ibeheerraad, overeenkomstig de statuten, aan de vereeniging zonder winstoogmerken « Annuntiatenklooster van Veurne », gevestigd aldaar, gebouwen en medegaande erf schenkt, gelegen te Brugge, wijk B , n " 2846, 284o, 284p, 284a, 284r, 284s, 284r, 284u, 284v, 2S4x, 284y, 285m van het kadaster, te zamefi 22 aren 94 centiaren igroot en 208,000 frank waard, onder voorbehoud van altijddurend kosteloos gebruik der zaal deél uitmakende van de geschonken gebouwen voor de parochiale werken der parochie van de Heilige Walburga aldaar; Gezien de iberaadslaging waarbij de raad tôt .'beheer van de vereeniging zonder winstoogmerken « Annuntiatenklooster van Veurne •», gevestigd aldaar, machtiging vraagt tôt het aanvaarden van bedoelde schenking; Gezien de stufcken van het onderzoek waaruit bijkt dat de geschonken onroerende goederen reeds rechtstreeks en lichamelijk gebruikt worden voor den dienst van de begiftigde vereeniging, overeen'komstig hare statuten; Overwegende dat voornoemde schenking de foedacbte vereeniging zonder winstoogmerken in de gelegenheid moet stellen het doel, waarvoor zij werd opgericht te 'bereiken; Wat toedoeld voorbehoud van altijddurend gebruik betreft : Overwegende dat krachtens artikel 619 van het iBurgerli'jk Wetboek, hetwelk op het recht van gebruik toepasselijk is, dit recht slechts dertig jaar duurt, wanneer het aan rechtspersonen is verleend; Gelet op de artikelen 900 Van het IBurgerlijk Wetboek, 15 en 16 der wet van 27 luni 1921. alsmede op de statuten van de begiftigde vereeniging, bekendgemaakt in het Staatsblad van 18 Januari 1922 en 14 December 1929; Op de voordracht van den Minister van Justitie, Wij hebben besloten en (Wij besluiteh : Eenig artikel. Aan de vereeniging zonder winstoogmerken. « Annuntiatenklooster van Veurne », gevestigd aldaar, is machtiging verleend tôt het laanvaarden van bovenvermelde ischenking, onder de opgelegàe voorwaarden voor zoover deze 'niet met de wet in strijd zijn. De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van d i t besluit. KAREL. Vanwege den iRegent : D'e Minister van Justitie, A.

LlLAR.

HANENGEVECHTEN. —

BETEUGELING.

5' alg. dir., I

e

r

sect., litt. L, n 1031.

Brussel, den 26" Maart 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal • Luik, Gènt.

bij de Hoven van beroep 1e Brussel,

Uit een d é b a t dat onlangs in de Kamer voor volksvertegenwoordigers werd gevoend, is gebleken dat, in sommige gewesten van het land, het gebruik van nanengevechten in te richten, algemeen gaat worden. ' Op een strenger toezicht moet een krachtdadiger bestraffing van de vastgestelde inbreuken volgen. Ik heb de eer u te verzoeken er voor te zorgen dat de officieren en de agenten van de gerechtelijke politie geen inschikkelijkheid betoonen bij het vaststellen van de inbreuken op artikel 4 der wet van 22 M a a r t 1929 op de dierenbescherming. De toepassing van de strafbepalingen moet worden geëischt tegen h en die de wet overtreden. De Minister, i

P.

STRUYE.

56

27 mars-1" avril 1947. BAUX A LOYER. — ARRÊTÉ-LOI DU 19 FÉVRIER SURSÉANCE AUX EXPULSIONS.

5

e

1947.

dir. gén., 2° sect.,

L, n" 2370/11.

Bruxelles, le 27 mars 1947. A MM. les Procureurs Liège, Gand.

Généraux

près

les Cours d'appel à

Bruxelles,

J'ai l'honneur d'appeler votre attention sur l'arrêt de la Cour de cassation, rendu le 20 mars 1947, en cause de Beerens contre Goessens. Par cet arrêt, la Cour de cassation a décidé que le 1° de l'arrêté-loi du 19 février 1947 suspendant temporairement certaines actions et exécutions en matière de baux à loyer, sort des limites tracées aux pouvoirs extraordinaires par les lois des 7 septembre 1939 et 19 décembre .1944 et que, dès lors, l'application de cette disposition doit être refusée par les Cours et tribunaux conformément à l'article 107 de la Constitution. Le 1° de l'article 1" de l'arrêté-loi du 19 février 1947 visé par la Cour de cassation dans son arrêt du 20 mars 1947 se rapporte exclusivement « aux jugements de toute demande fondée sur l'expiration du 'bail ou sur un c o n g é donné au preneur ». Par contre, l'arrêt précité du 20 mars 1947 est étranger à l'article 1", 2° du même arrêté-loi, lequel prévoit le sursis « à l'exécution de tous jugements ordonnant l'expulsion d'un locataire 'à l'exception de ceux fondés sur un défaut de paiement du loyer ou sur un abus de jouissance ». II s'ensuit que cette disposition doit continuer à recevoir son application jusqu'à l'entrée en vigueur de la nouvelle loi-sur les loyers. Je vous prie, monsieur le Procureur Général de vouloir bien donner des instructions expresses dans ce sens à MiM. les Procureurs du R o i et à ' M M . les huissieurs de votre ressort. Le Ministre, iP. STRUYE.

OBJETS EN DÉPÔT POUR COMPTE DES DÉTENUS.

2

e

D i r . gén. 5' sect.

1" bur. n" 134, lit E.

Bruxelles, le 1 A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

er

avril 1947.

d'internement.

L a Cour des Comptes, par dépêche du 4 décembre 1946, 1" dir., n° A0932.545 L2, a décidé de faire incorporer dans la gestion de la comptabilité des matières, les « objets en dépôt pour compte des détenus ». Cette mesure est de nature à permettre à son collège de statuer sur la responsabilité des comptables en cause. L a Cour prie le d é p a r t e m e n t de lui dénoncer immédiatement les manquants qui viendraient à être constatés dans ,cette partie de la gestion des comptables, afin qu'elle puisse exercer la mission lui dévolue par l'article 7 de sa loi organique. En conséquence, tous les objets, valeurs et bijoux qui doivent normalement ê t r e déposés entre les mains du comptable des matières, suivant les instructions réglementaires, qu'ils soient déjà pris en charge par celui-ci ou qu'ils soient restés en possession des détenus, seront à la date courante inscrits dans un état n° 212. Cette inscription se fera nominativement de façon à recevoir la signature des d é p o s a n t s ; des colonnes diverses seront ouvertes suivant la nature des objets d é p o s é s ; plusieurs littera seront utilisés suivant les nécessités. L a valeur des objets sera portée à l'encre rouge immédiatement en dessous du nombre d'objets

27 Maart-1 April 1947.

57

HUUROVEREENKOMSTEN. — BESLUITWET VAN 19 FEBRUARI SCHORSING VAN DE UITZETTINGEN. e

1947.

e

r

5 alg. dir., 2 sect., L, n 2370/11. Brussel, den 27" Maart 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal Gent, Luik.

bij de Hoven van beroep te

Brussel,

Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op het arrest van het Hof van verbreking gewezen den 20° M a a r t 1947 inzake 'Beerens tegen 'Goessens. Bij dit arrest heeft 'het Hof van verbreking beslist dat § 1° der 'besluitwet van . 1947, waarbij sommige vorderingen en tenuitvoerleggingen inzake huurovereenkomsten tijdelijk worden geschorst, de grenzen te buiten gaat die door de wetten van 7 September 1939 en 19 December 1944 aan de buitengewone machten werden gesteld ien dat dienvolgens de toepassing van die ibepaling door de Hoven en rechtbanken moet worden geweigerd overeenkomstig artikel 107 van de Grondwet. De door het Hof van verbreking in zijn arrest van 20 Maart 1947 bedoelde § 1° van artikel 1 der besluitwet van 19 'Februari 1947, betreft uitsluitend « de berechting van elken eisch die gegrond is op het verstrijken van de huur of op de aan den huurder gedane opzegging ». Daarentegen staat voormeld arrest van 20 Maart 1947 niet i n venband met artikel 1, 2 ° , van dezelfde besluitwet, waarbij schorsng wordt voorzien van « de tenuitvoerlegging van al de vonnissen waarbij de uitzetting van een huurder bevolen wordt met uitzondering van de vonnissen die gegrond zijn op het niet betalen van den huurprijs of op een genotmisbruik ». Hieruit volgt dat die bepaling verder moet toegepast worden tôt op den dag waarop de nieuwe huishuurwet in werking zal treden. 'Ik verzoek u, Mijnheer de 'Procureur-Generaal, uitdrukkelijke onderrichtingen in dien zin te geven aan de heeren Procureuren des Konings en aan de heeren deurwaarders in uw rechtsgebied. D e Minister, P.

STRUYE.

VOOR REKENING VAN DE GEDETINEERDEN IN BEWARING GEGEVEN VOORWERPEN.

2- Algem. dir. 5" sec. 1" bur., n

r

134. litt. E.

Brussel, de 1 A p r i l 1947. Aan de heeren Bestuurders

van de gevangenissen en r


Bij schrijven van 4 December 1946, 1° directie, n A 0932.545 L2, heeft het Rekenhof beslist dat de « voor rekening van de gedetineerden in bewaring gegeven voorwerpen » in het beheer van de comptabiliteit der waren zullen worden begrepen. Deze maatregel is van dien aard dat hij het Rekenhof in de gelegenheid zal stellen over de aansprakelijkheid van de betrokken rekenplichtigen uitspraak te doen. Het Hof verzocht het d é p a r t e m e n t hem onmiddellijk kennis te geven van het tekort dat in dit gedeelte van het beheer der rekenplichtigen mocht worden vastgesteld opdat het de hem bij artikel 7 van zijn organieke wet opgedragen taak zou kunnen vervullen. Dienvolgens moeten aile voorwerpen, waarden en juweelen, die, volgens de onderrichtingen van het règlement, normaal aan den rekenplichtige der waren in bewaring moeten worden gegeven, om 't even of zij door dezen reeds als ontvangst werden geboekt dan wel in het bezit van de gedetineerden gebleven zijn, op den loopenden datum in een staat n 212 worden ingeschreven. Deze inschrijving moet op naam geschieden derwijze dat de handteekenipg van de bewaargevers daarop geplaatst kan worden; verschillende kolommen zullen worden geopend naar gelang van den aard der in bewaring gegeven voorwerpen; verschillende littera's zullen r

58

3 avril 1947.

déposés, et ce, dans chaque colonne. Le total des objets déposés ainsi que la valeur globale de ceux-ci, seront indiqués par détenu. E n regard de chaque inscription seront a p p o s é s les parafes du directeur et du comptable. Le comptable des matières profitera de cette occasion pour reviser éventuellement la valeur des objets et bijoux et ce, d'accord avec les déposants. Le bordereau n° 242 sera modifié en conséquence et complété par toutes les caractéristiques des objets déposés. U n état n" 214 sera établi de la même façon et servira exclusivement à recevoir l'inscription au moment de la sortie des détenus ou à celui de la remise des bijoux à leur famille. 8

Les états n " 212 et 214 seront additionnés mensuellement; les totaux mensuels seront r e p o r t é s au livre de magasin. U n compte sera ouvert à la fin de tous les autres comptes et sous la rubrique : « Objets en dépôt pour compte des détenus >. Une page sera réservée aux entrées (dépôts), une deuxième page aux sorties (retraits) et une troisième page à la situation à l a fin de l'année ou à la fin d'une gestion. Le compte sera repris séparément dans le compte n° 226 de gestion en matières. • Il y a lieu d'attirer l'attention des comptables sur la responsabilité qu'ils encourent en cette matière et leur rappeler que les surcharges et ratures sont strictement interdites sur les documents de comptabilité. Les manquants constatés seront immédiatement p o r t é s à la connaissance de l'administration centrale. Pour le ministre; Le secrétaire général, P.

CORNIL.

TARIFS DES GRATIFICATIONS ET TARIFS D'ENTREPRISE.

2" dir" gén., 4* sect., Service central du T r a v a i l , n° 6161A. Bruxelles, le 3 avril 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. A partir du 1" avril 1947, les instructions suivantes sont applicables, en ce qui concerne les gratifications à payer aux détenus et les tarifs d'entreprise à porter en compte pour les travaux exécutés par les établissements pénitentiaires. A. Gratifications

à payer réellement

aux

détenus.

1. Pour les travaux industriels : a) Exécutés à l'intérieur de l'enceinte. Gratifications à payer réellement aux aux détenus condamnés d'autres (voir notes). catégories. Détenus ou internés occupés à des travaux de simple occupation 0.60 fr. l'heure 1.20 fr. l'heure Détenus ou internés exécutant des travaux nécessitant des connaissances professionnelles . . 0.90 fr. l'heure 1.80 fr. l'heure Ouvriers d'élite 1.20 fr. l'heure 2.40 fr. l'heure

3 April 1947.

59

worden gebruikt naar gelang van de behoeften. De waarde der voorwerpen moet, met rooden inkt, onmiddellijk onderaan het getal der in bewaring gegeven voorwerpen worden vermeld, en zulks in elke kolom. Het totaal van de in bewaring gegeven voorwerpen alsmede de gezamenlijke waarde er van moeten per gedetineerde worden aangeduid. De bestuurder en de rekenplichtige moeten nevens elke inschrijving parafeeren. De rekenplichtige der waren zal deze gelegenheid te baat nemen om eventueel de waarde van de voorwerpen en juweelen in overleg met de bewaargevers te herzien. Het borderel n 242 zal dienovereenkomstig gewijzigd worden en aangevuld door de opgave van al de kenteekenen van de in bewaring gegeven voorwerpen. Een staat n 214 moet op gelijke wijze worden opgemaakt en zal uitsluitend dienen voor de inschrijving op het oogenblik dat de gedetineerden ontslagen worden, of op het oogenblik dat de juweelen aan hunne families worden ter hand gesteld. De staten n " 212 en 214 behooren maandelijks te worden samengesteld; de maandelijksche totalen worden in het magazijnboek overgedragen. Aan het einde van al de overige rekeningen, onder de rubnek « Voor rekening van de gedetineerden in bewaring gegeven voorwerpen » zal een rekening geopend worden. Er zal een blad worden voorbehouden voor de binnengekomen voorwerpen (bewaargevingen), een tweede blad voor de uitgegane voorwerpen (terugnemingen) en een derde blad voor de beschriiving van den toestand bij het einde van het jaar of bij het einde van een beheerder. De rekening moet afzonderlijk in de rekening n 226 van beheer der waren verantwoordelijkheid die zij in dezen oploopen, en tevens behoort hun in herinneworden overgenomen. De aandacht van de rekenplichtigen dient te worden gevestigd op de ring te worden gebracht dat overschrijvingen en doorhalingen in de rekenplichtige stukken strict verboden zijn. Van het vastgesteld tekort behoort onmiddellijk kennis te worden gegeven aan het hoofdbestuur. Voor den minister : De Secretaris-genegaal, r

r

r

P.

CORNIL.

VERCOEDINGS- EN AANNEMINGSTARIEVEN.

2

e

alg. dir., 4* sect., Centrale Arbeidsdienst, n ' 6161 A. Brussel, den 3 A p r i l 1947.

Aan de heeren Bestuurders


en


Met ingang van 1 A p r i l 1947, moeten de volgende onderrichtingen worden in acht genomen, wat betreft de aan de gedetineerden uit te betalen vergoedingen en de aannemingstarieven, welke dienen aangerekend voor de door de strafinrichtingen uitgevoerde werken. A . Aan de gedetineerden werkelijk 1. Voor industrieel werk.

te betalen

vergoedingen..

a) Uitgevoerd binnen de omheining. Werkelijk te betalen vergoedingen aan de aan de veroordeelden. gedetineerden van (zie nota's) andere categorieën. Gedetineerden of geïnterneerden die enkel gewone bezigheden verrichten Gedetineerden of geïnterneerden die werk uitvoeren waarvoor de kennis van een ambacht noodig is Keurarbeiders

0.60 fr. per uur.

1.20 fr. per uur.

0.90 fr. per uur. 1.20 fr. per uur.


60

_

3 avril 1947.

Les gratifications à la pièce actuellement en vigueur seront remaniées, de façon à ce que ces taux horaires soient atteints. Mais il est entendu que les gratifications réelles à payer aux détenus et internés ne pourront jamais dépasser respectivement les 3/10 et les 6/10 des prix payés par les entrepreneurs, en ce qui concerne d'une part les condamnés et d'autre part les autres catégories de détenus. Ces remaniements seront soumis au Service central du Travail, pour approbation, sur imprimé n" 500. Des instructions spéciales seront données en ce qui concerne les travaux de sacheterie et de tréfilerie. b) Exécutés en dehors de l'enceinte. Tous les détenus ou internés occupés à de semblables travaux toucheront une gratification réelle de 1 fr. 50 c. l'heure, quelle que soit la catégorie à laquelle ils appartiennent. A cette gratification réelle pourront s'ajouter des primes, dont le montant sera fixé, pour chaque cas, par le Service central du Travail. 2. Pour travaux domestiques. Catégorie A : 0.50 fr. l'heure, à payer réellement; Catégorie B : 0.80 fr. l'heure, à payer réellement; Catégorie C : 1.10 fr. l'heure, à payer réellement. Les catégories A , B et C, mentionnées ci-dessus, sont celles prévues à la circulaire ministérielle du 15 avril 1944, n" 6370A. Je rappelle que des prévenus ne peuvent être utilisés pour ces travaux. 3. Pour travaux d'entretien du mobilier et des bâtiments. Gratifications à payer réellement aux aux détenus condamnés. d'autres catégories. Détenus ou internés occupés à des travaux de simple occupation 0.60 fr. l'heure 1.20 fr. l'heure Détenus ou internés exécutant des travaux nécessitant des connaissances professionnelles . . 0.90 fr. l'heure 1.80 fr. l'heure Ouvriers d'élite 1.20 fr. l'heure 2.40 fr. l'heure B. Tarifs d'entreprise pour travaux industriels exécutés pour compte d'entrepreneurs. 1. A l'intérieur de l'enceinte. Les tarifs actuellement en vigueur seront maintenus. Pour les nouveaux travaux, les minima suivants devront être respectés : Travaux de simple occupation Travaux nécessitant des connaissances professionnelles . . Travaux exécutés par des ouvriers d'élite

2.50 fr. l'heure. 3.75 fr. l'heure. 5.00 fr. l'heure.

Il est évident qu'il appartient aux directeurs des établissements pénitentiaires d'obtenir les plus hauts prix possibles, les taux horaires précédents étant des minima. Il est souhaitable, chaque fois que la chose est possible, de prévoir des tarifs à la pièce. Aucun nouveau travail ne peut être exécuté pour compte d'un entrepreneur sans qu'au préalable le Service du Travail ait été mis en possession d'une note exposant la nature du travail et'd'une proposition de tarif sur imprimé n° 500.

3 April 194/-.

61

De thans geldende vergoedingen voor stukwerk zullen herzien worden, derwijze dat deze uurloonen zullen bereikt worden. Het is echter wel verstaan dat de werkelijke vergoedingen, welke aan de gedetineerden en de geïnterneerden moeten worden betaald, onderscheidelijk nooit de 3/10 of 6/10 mogen overschrijden van de prijzen die door de aannemers worden betaald, eenerzijds, wanneer het veroordeelden, en, anderzijds, wanneer het de overige categorieën van gedetineerden geldt. De herziening van die vergoedingen zal, op drukwerk n 500, aan den Centralen Arbeidsdienst worden voorgelegd. Bijzondere onderrichtingen zullen gegeven worden betreffende de zakkenplakkerij en draadtrekkerij. r

b) Uitgevoerd buiten de omheining. A l de gedetineerden of geïnterneerden, die voor dergelijk werk gebruikt worden, ontvangen een werkelijke vergoeding van 1 fr. 50 c. per uur, om 't even t ô t welke catégorie zij behooren. Benevens die vergoeding kunnen premiën worden toegekend waarvan het bedrag, voor ieder geval, door den Centralen Arbeidsdienst zal worden vastgesteld. 2. Voor huishoudelijk werk. Catégorie A : 0.50 fr. per uur, werkelijk te betalen; Catégorie B : 0.80 fr. per uur, werkelijk te betalen; Catégorie C : 1.10 fr. per uur, werkelijk te betalen. De hierboven vermelde categorieën A , B en C zijn die welke voorzien zijn in den ministerieelen omzendbrief van 15 April 1944, n -6370A. 1k herinner er aan dat beklaagden voor die werken niet mogen worden gebruikt. r

3. Werken tôt onderhoud van mobilair en gebouwen. Werkelijk te betalen vergoedingen aan de aan de veroordeelden. gedetineerden van andere categorieën. Gedetineerden of geïnterneerden die enkel gewone bezigheden verrichten Gedetineerden of geïnterneerden die werk uitvoeren waarvoor de kennis van een ambacht noodig is Keurarbeiders

0.60 fr. per uur.

1.20 fr. per uur.



B. Aannemingstarieven voor industrieel werk uitgevoerd voor rekening van aannemers. 1. Binnen de omheining. De thans geldende tarieven blijven behouden. Voor de nieuwe werken moeten de volgende minima worden in acht genomen : Gewone bezigheden Werken waarvoor de kennis van een ambacht vereischt is. Werken uitgevoerd door keurarbeiders

2.50 fr. per uur. 3.75 fr. per uur. 5.00 fr. per uur.

Het ligt voor de hand dat de bestuurders van de strafinrichtingen de hoogst mogelijke prijzen moeten trachten te bekomen, daar de hiervoren vermelde uurlonen minimumprij'zen zijn. Het is wenschelijk, telkens als het mogelijk is, tarieven voor stukwerk te voorzien. Geen enkel nieuw werk mag voor rekening van een aannemer worden uitgevoerd zonder dat vooraf aan den Centralen Arbeidsdienst mededeeling gedaan wordt van een nota waarin de aard van het werk uiteengezet wordt, tegelijk met een op drukwerk n 500 opgemaakt voorstel van tarief. r

62

4-10 avril 1947.

2. E n dehors de l'enceinte. Travaux pour compte de pouvoirs publics : minimum fixé à 5 francs l'heure. Travaux pour compte de particuliers : en principe, le salaire régional. Les tarifs d'entreprise appliqués pour des contrats en cours ne subiront pas de modification j u s q u ' à ce qu'un nouvel accord ait pu être conclu avec l'entrepreneur. Pour leMinistre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

Note 1. A u point de vue de l'octroi de gratifications aux condamnés, i l n'est fait aucune distinction entre le condamné de droit commun et le c o n d a m n é pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, ni entre les diverses catégories de condamnations encourues. Note 2. Il n'y a plus lieu d'indiquer la retenue pénale sur les listes de gratifications.

RAPPORT MENSUEL N " 250.

Service central du travail, 2 dir. gén.,' 4' sect. Bruxelles, le 4 avril 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Informe les directeurs de ce que le tableau III du rapport mensuel du travail n" 250 ne peut renseigner comme « détenus inoccupés par suite de manque de travail » que les condamnés aptes au travail, mais auxquels on n'a pas pu procurer de l'occupation. Doivent donc être exclus de cette rubrique les détenus autres que les cond a m n é s , de m ê m e que ceux qui, tout en étant astreints au travail, sont temporairement ou définitivement Inaptes en raison de leur état de santé. Il est signalé par l a m ê m e occasion que si, au dernier jour ouvrable du mois, des détenus ayant habituellement une occupation ont dû rester exceptionnellement inoccupés pour une cause tout à fait spéciale mais autre que le manque de travail (exemple : interruption du travail à cause du froid, des intempéries, etc.), le rapport mensuel devra faire mention de cette particularité. Celle-ci fera l'objet d'une remarque au tableau III. Pour le (Ministre : Le S e c r é t a i r e général, P.

CORNIL.

VISITE EN PARLOIR SPÉCIAL.

Bureau d'étude, 2" dir. gén., litt. /?, n" ' V U / 3 / 2. Bruxelles, le 10 avril 1947. A MM. les Directeurs

des \prisons et des centres

d'internement.

Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires qu'il leur est loisible d'autoriser les c o n d a m n é s à recevoir, sans en référer à l'Administration centrale, la visite en parloir spécial des personnes visées par l'article 230 du r è g l e m e n t général lorsqu'il s'agit de l'annonce d'un événement familial important (décès, naissance). IPar ailleurs;, lorsqu'un détenu n'aura pas reçu une visite réglementaire, celle-ci pourra être remplacée par une lettre. •Pour le Ministre : L e S e c r é t a i r e général, P. CORNIL.

4-10 April 1947.

63

2. Buiten de omheining. W e r k voor rekening van openbare besturen : minimum vastgesteld op o frank Per uur. . . . . . . . . . .... , Werk voor rekening van particuheren : m principe, het gewestehjk loon. De ten aanzien van loopende contracten toegepaste aannemingstarieven blijven ongewijzigd, totdat een nieuw accoord met den aannemer tôt stand zal kunnen gekomen zijn. . . Voor den Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

Nota 1. In zake toekenning van vergoedingen aan de veroordeelden, wordt geen onderscheid gemaakt tusschen de veroordeelden van gemeen recht en de veroordeelden wegens inbreuk op de Veiligheid van den Staat, noch tusschen de verschillende categorieën van opgeloopen veroordeelingen. Nota 2. De strafkortingen behooren op de lijsten van vergoedingen niet te worden vermeld.

MAANDVERSLAG N

R

250.

Centrale arbeidsdienst, 2

e

alg. dir., 4

e

sect.

'Brussel, den 4° April 1947. " Aan de heeren Bestuurders


en


Aan de bestuurders wordt kennis er van gegeven dat in tabel Ml van het maandverslag over den arbeid n 250, als « ongebezigde veroordeelden wegens gebrek aan werk » alleen mogen worden venmeld de veroordeelden die tôt werken bekwaam zijn, rnaar aan wie geen bezigheid kon verschaft worden. Uit die rubriek moeten dus worden uitgesloten de andere gedetineerden dan de veroordeelden, evenals die welke, hoewel zij tôt werken verplicht zijn, tijdelijk of definitief wegens den staat hunner gezondheid onbekwaam tôt werken zijn. Bij dezelfde gelegenheid wordt bericht dat, zoo er op den ilaatsten werkdag der maand, gedetineerden die doorloopend een bezigheid hebben, bij uitzondering werkeloos moesten blijven wegens een gansch bijzondere doch andere oorzaak dan gebrek aan werk (bv. onderbreking van het werk ter oorzake van de koude, het gure weder, enz.), melding van die bijzondere omstandigheid moet gemaakt worden in het maandverslag en wel door middel van een opmerking in de tabel III. r

Voor den Minister : De Secretaris-Generaal, P.

BEzOEKEN

IN BIJZONDERE

CORNIL.

SPREEKKAMER.

StuaMeureau, 2* alg. dir., litt. R, n

T

VLI/3/2.

Brussel, de 10 April 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Aan de heren bestuurders der strafinrichtingen wordt hierbij medegedeeld dat zij, zonder het hoofdbestuur daarover te raadplegen, aan de veroordeelden een bezoek in bijzondere spreekkamer mogen toestaan, vanwege de bij artikel 230 van het algemeen règlement bedoelde personen, wanneer het de aankondiging geldt van een belangrijke familiegebeurtenis (overlijden, geboorte). Bovendien, wanneer een gedetineerde een reglementair bezoek niet heeft ontvangen, kan dit bezoek vervangen worden door een torief. Voor den Minister : D e Secretaris-generaal, P. CORNIL.

64

10 avril 1947.

MESURES A PRENDRE POUR GARANTIR L E RECOUVREMENT D E S FACTURES D E LA RÉGIE D U T R A V A I L PÉNITENTIAIRE. FACTURES DRESSÉES A CHARGE D ' E N T R E P R E N E U R S PRIVÉS.) e

e

2 D i r . gén., Serv. centr. du trav., 4 sect., in" 15537/?. Bruxelles, le 10 avril 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres

d'internement,

Informé M M . les directeurs des prisons et des centres d'internement que depuis quelque temps certains de leurs collègues rencontrent de grandes difficultés à recouvrer des factures établies à charge d'entrepreneurs privés. En vertu de l'article 345 du (Règlement général des prisons, « les directeurs peuvent, en cas de négligence grave, être rendus responsables, en tout ou en partie, des pertes pécuniaires qu éprouverait l'Etat, par suite de l'insolvabilité des entrepreneurs de travaux ». E n vertu de l'article 10 de la loi sur la comptabilité de l'Etat, « tout comptable est responsable du recouvrement des capitaux, revenus, péages, droits et impôts, dont la perception lui est confiée. Avant d'obtenir décharge des articles non recouvrés, il doit faire constater que le non-recouvrement ne provient pas de sa négligence et qu'il a fait en temps opportun toutes les diligences et poursuites nécessaires ». I. Enquête préalable sur la solvabilité des entrepreneurs. Avant d'accepter des travaux pour compte d'un entrepreneur privé, le directeur de rétablissement doit s'informer de sa solvabilité, de son honorabilité et de son civisme. •La valeur des références données '(banquier, notaire, fournisseurs, etc.), doit être vérifiée. Ces renseignements peuvent être complétés par les documents suivants, à reproduire par l'intéressé, lorsqu'il s'agit de travaux importants : fl) Une copie de l a déclaration d'immatriculation de l'entrepreneur au registre du commerce; b} Une situation comptable récente; c) P o u r les sociétés, l'acte de constitution ou d'association et la liste d e s administrateurs, gérants, directeurs, etc. pouvant engager valablement la société. M. Mesures à prendre pour hâter et garantir le paiement des factures établies. En principe, l a Régie du travail pénitentiaire n'accorde pas de délai pour le paiement de ses factures. Le système actuel de la facture mensuelle, iavec faculté de payer cette facture dans le courant du mois qui suit Icelui -des travaux, permet en fait à l'entrepreneur de laisser s'accumuler les comptes. De ce fait la Régie court le risque de perdre des sommes importantes. Ce s y s t è m e de crédit ne se justifie que si l'entrepreneur a fourni des garanties suffisantes de paiement, par exemple : 1. L a caution d'une banque ou d'un tiers solvable; 2. Le dépôt d'un cautionnement en numéraire à la Caisse des Dépôts et C o n signations; 3. L a mise en garantie de titres ou d'autres 'biens mobiliers; 4. L a mise en gage des machines appartenant à l'entrepreneur et se trouvant à l'établissement. Le Service central du Travail peut être consulté âu sujet du mode de constitution de ces garanties. %

10 April 1947.

65

M A A T R E G E L E N W E L K E M O E T E N G E T R O F F E N W O R D E N O M D E 1NVORDERING D E R F A C TUREN V A N D E REGIE V A N D E N GEVANGENISARBEID T E WAARBORGEN. (FACTUREN O P G E S T E L D T E N L A S T E V A N PR1VATE A A N N E M E R S . ) r

2" A l g . dir., 4' sect.. ui 15537 R. Brussel, den 10° A p r i l Aan de heeren Bestuurders


en

1947.

interneringscentra,

Aan de 'heeren bestuurdiers van de gevangenissen en de interneeringscentra wordt hierbij beiicht dat, sedert eenigen tijd, sommigen hunner collega's groote moeilijkheden ondervinden bij het invordereo van de tert laste van iprivate aannemers opgemaakte facturen. Krachtens artikel 345 van Jiet algemeen r è g l e m e n t van de gevangenissen, « kunnen de bestuurders, in geval van ernstig verzuim, >geheel of ten deele, aansprakelijk worden gemaakt voor de geldelijke verliezen die ide Staat ten gevolge van het onvermogen der aannemers van werken zou ondergaan ». iKrachtens artikel 10 der wet op Ide comptabilité^ van den Staat, « is aile rekenplichtige aansprakelijk voor de invordering van de ikapitalen, inkomsten, rolgelden, rechten en belastingen, waarvan de inning hem is toevertrouwd iVooraleer ontlasting te bekomen voor. de miet ingevorderde posten, moet bij doen vaststellen dat de niet-invordering jgeenszins aan zijn nalatigheid te wijten is en dat hij te bekwamer tijd al de noodige maatregelen getroffen en de noodige vervolgingen ingesteld heeft ». I. Voorafgaand onderzoek betreffende

de solvabiliteit der

aannemers.

Vooraleer werken voor rekening van een privaten aannemer te aanvaarden, moet de gestichtsbestuurder inlichtingen inrwinnen omtrent zijn solvabiliteit, rechtschapenheid en burgertiouw. D e waarde van de opgegeven référentiel»(bankiers. notaris, leverancrers, enz.), moet worden igeverifieerd. Die inlichtingen kunnen worden aangevuld met ftiemavermelde bescheiden, .welke door den belanghebbende moeten worden voorg'elegd wanneer het belangrijke werken geldt : a) Een afschrift van de verklaring van inschrijvinig van den aannemer in het handelsregister; b) Een sedert kort opgemaakte balans en' winst- en verliesrekening; c) Voor de vennootschappen, de akte van oprichting of vereeniging en de lijst van de beheerders, zaakvoerders, bestuurders, enz. • die de vemnootschap geldig kunnen binden. H. Maatregelen welke moeten getroffen worden om de betaling van de opgemaakte facturen te bespoedigen en te waarborgen. a) Werken Ibironen het gesticht. In principe verleent de Régie van den gevangenisarbeid geen uitstel voor de betaling van hare facturen. •Het huidig stelsel van de maandelijksche facteur, met het gemak Idie •factuur te betalen in den loop van de maand volgende op die van de werken, stelt den aannemer feitelijk in d e gelegenheid de rekeningen te laten oploopen. Hierdoor loopt de iRtegie gevaar belangrijke sommera te verliezen . 'Dit kredietstelsel is niet te verantwoorden tenzij de aannemer Voldoende waarborgen van betaling heeft gegeven, bijvoorbeeld : 1

I. Borg van een bank of gegoeden derde; 2. Borgstelling in geldspecie bij de Deposito- en consignatiekas; 3. Zekerheidsstelling van effecten of andere roerende goederen; 4° Inpandgeving van de machines welke aan den aannemer toebehooren en in het gesticht voorhanden zijn. De Centrale Arbeidsdienst kan worden geraadpleegd omtrent de wijze van zekerheidsstelling.

66

11 avril 1947.

Si l'entrepreneur ne peut fournir aucune garantie, deux solutions peuvent être envisagées : 1. Dresser les factures au fur et à , m e s u r e de l'enlèvement des marchandises, avec obligation de paiement au plus tard dans la huitaine; en cas de non-paiement dans ce délai, les marchandises seraient retenues à l'établissement jusqu'à apurement de la dette. 2. Faire verser un acompte à chaque enlèvement de marchandises. Le montant de* cet acompte devrait correspondre approximativement au montant que représente le prix d'entreprise d û pour ces marchandises. ILa facture serait établie tous les mois et indiquerait le montant des acomptes reçus. b) Travaux extra-muros. En principe, il y a lieu d'exiger des entrepreneurs privés qui utilisent des d é t e nus pour l'exécution de travaux e n dehors de l'enceinte, qu'ils établissent, en m ê m e temps que le d é c o m p t e , des salaires dus jà leurs ouvriers libres, une feuille de salaires pour les .détenus mis là leur disposition.. Cette feuille de salaires doit être rédigée toutes les quinzaines au moins. En m ê m e temps qu'ils transmettent cette feuille à l'établissement pénitentiaire? ils doivent en verser le montant, sous peine de voir arrêter les travaux. Quant là ta facture.n° 156, elle peut ê t r e établie ultérieurement pour le montant exact qui était dû par l'entrepreneur. Pour le Ministre : Le .Secrétaire général, P.

ABONNEMENT A DES JOURNAUX

2

e

CORNIL.

F.T R E V U E S .

dir. gén., bureau d'étude, litt. /?, n° V I H / 4 / 3 . Bruxelles, le 11 avril 1 9 4 7 .

A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires q u ' à partir du 1" mai 1947, les condamnés pour infractions contre la sûreté extérieure de l'Etat, pour autant qu'ils séjournent dans un établissement d'exécution de peines, sont autorisés à. s'abonner : 1' à un journal quotidien édité en Belgique; 2° à des revues techniques, littéraires ou illustrées, sous réserve les publications à caractère essentiellement humoristique ou satyrique.

d'écarter

Les Directeurs me transmettront, pour agréation, au fur et à mesure qu'ils en seront saisis, les demandes d'abonnement à des revues qui n'auraient pas encore été autorisées. En cas de transfèrement dans un établissement non affecté à l'exécution des peines (pour les nécessités d'une instruction en cours, par exemple), les Directeurs rendront toutes dispositions utiles pour éviter la communication des publications des détenus qui ne peuvent les recevoir. Une fiche mentionnant le nom de l'abonné, le titre de la publication ou du journal, la date de l'abonnement et sa durée, sera jointe au dossier d'écrou du c o n d a m n é transféré. M a circulaire du 30 octobre 1945, 2 direction générale, 1" section, 1" bureau, litt. B, n° 553, reste d'application .notamment en ce qui concerne le mode d'abonnement. e

Pour le Ministre : Le secrétaire général, •

P.

CORNIL.

11 April 1947.

67

Indien de aannemer .geen waarborg kan geven, kunnen er twee oplossingen worden voorgestetd : 1. De facturen opmaken naarmate de goederen worden afgehaald, onder verplichting uiterlijk binnen acht dagen te betalen; ingeval van niet-betaling foinnen dien termijn, worden de goederen in het gesticht gehouden tôt wanneer de schuld is aangezuiverd. 2: Bij elke afhaling van goederen een afkorting doen betalen. Het bedrag van die afkorting zou çngeveer moeten overeenstemmen met de waarde welke den voor die goederen verschuldigden aannemingsprijs vertegenwoordigt. De factuur zou maandelijks worden opgemaakt, miet opgaaf van het bedrag der ontvangen afkortingen. 6) Wer.ken buiten het gesticht. In principe dient er van de private aannemers die voor de uitvoering van werken buiten de omheining .gedetineerden gebruiken, te worden gevorderd dat zij, tegelijk met de afrekening van de aan hunne vrije arbeiders verschuldigde loonen, een loonblad opmaken voor de te «miner beschikking gestelde gedetineerden. O i t loonblad imoet ten miste om de veertien dagen worden opgemaakt. Bij het inzenden van bedoeld blad aan de strafinrichting. moeten zij het bedrag er van storten; doen zij dit niet, dan worden de (werken stopgezet. Wat factuur n 156 betreft, deze ,kan later worden opgemaakt over het juist bedrag dat door den aannemer verschuldigd was. r

Voor den Minister : D e Secretaris-Generaal,

s

P.

CORNIL.

ABONNEMENT OP DAGBLADEN E N TIJDSCHRIFTEN.

2' alg. dir., studiebureau, litt. /?, n ' V I I I / 4 / 3 . Brussel, de 11 A p r i l 1947. Aan

de heeren Bestuurders centra.

van

de gevangenissen

en

interneerings-

Aan de heeren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt hierbij medegedeeld dat, met ingang van 1 M e i 1947, aan de veroordeelden wegens misdrijven tegen de uitwendige veiligheid van den Staat, voor zooveel zij in een t ô t het uitvoeren van straffen bestemd 'gesticht verblijven, toelating wordt verleend om zich te abonneeren : 1° op een in België uitgegeven dagblad; 2° op technische, letterkundige of geïllustreerde tijdschriften, met uitsluiting van uiteraard humoristische of satirieke publicaties. De Bestuurders moeten mij de aanvragen om abonnement op nog niet toegelaten tijdschriften ter goedkeuring overleggen, naarmate dergelijke aanvragen bij hen worden ingediend. Ingeval een gedetineerde wordt overgebracht naar een gesticht dat niet voor de uitvoering van de straffen wordt gebruikt (b. v. voor de noodwendigheden van een aan den gang zijnde onderzoek), gelieven de Bestuurders aile dienstige schikkingen te nemen om te voorkomen dat bladen zouden worden verstrekt aan gedetineerden die ze niet mogen ontvangen. Een kaart met opgave van den naam van den geabonneerde, den titel van het tijdschrift of dagblad, den datum van het abonnement en den duur ervan, dient bij het opsluitingsdossier van den overgebrachten veroordeelde te worden gevoegd. Mijn omzendbrief van 30 October 1945, 2' algemeene directie, 1° sectie, I bureel, litt. B, n 553, blijft van toepassing, inzonderheid wat de wijze van abonneeren betreft. Voor den Minister : De secretaris-generaal, e

r

P.

CORNIL.

68

15 avril 1947. BAUX

A LOYER. —

ARRÊTÉ-LOI

5

D U 19 e

FÉVRIER

1947.

dir. gén., 2° sect., n° L 2370/11.

Bruxelles, le 15 avril 1947. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel, à Bruxelles, Liège et Gand. Monsieur le Procureur général, Par ma circulaire en date du 27 mars 1947, émargée comme la présente, j ' a i eu l'honneur d'appeler votre attention sur les conséquences de l'arrêt de la Cour de cassation rendu le 20 mars 1947 en cause de Beerens c/Goossens (Journal des Tribunaux, 1947, p. 211). * Une ordonnance sur référé a, depuis lors, mis en doute la légalité de l'arrêté-loi du 19 février 1947, en tant qu'il prévoit le sursis à l'exécution de tous jugements ordonnant l'expulsion d'un locataire, à l'exception de ceux fondés sur un défaut de paiement de loyer ou sur un abus de jouissance (art. 1", 2"). Le gouvernement saisira le Sénat, dès la rentrée du parlement, d'un projet de loi reprenant les dispositions du 2° de l'article 1 de l'arrêté-loi du 19 février 1947 et il demandera le vote d'urgence de ce projet. Il s'impose que jusqu'au vote de ce projet il ne soit pas procédé à des expulsions de locataires sauf dans les cas exclus par l'arrêté-loi du 19 février 1947. Je vous prie, monsieur le procureur général, de bien vouloir donner, d'urgence, des instructions dans ce sens à M M . les procureurs du Roi et à M M . les huissiers de votre ressort. Le Ministre, er

STRUYE.

-ÉTRANGERS. e

Police des é t r a n g e r s , 3 dir., gén., n° 33 C, 23/12. Bruxelles, le 15 avril 1947. M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires sont avis contraire de mon administration, il y aura lieu désormais à la frontière de leur pays, les sujets français, néerlandais qui n'ont pas de résidence en Belgique et rentrent dans l'une vantes :

informés que, sauf de faire reconduire ou luxembourgeois, des catégories sui1

1° Ceux écroués à l a disposition de la police des é t r a n g e r s , tels que mendiants, vagabonds, prostituées fraudeurs, individus sans moyens d'existence, à l'exclusion des individus mis 'a l a disposition du gouvernement, par application de-4'article 13 de la loi du 27 novembre 1891 sur le vagabondage. 2° Les prévenus qui ne sont plus retenus à l a disposition du Parquet. 3° Les 'condamnés libérables [(condamnation conditionnelle, libération conditionnelle, libération provisoire, expiration de peine, grâce, paiement des amendes). Jusqu'à nouvel ordre, les sujets français devront, pour être remis à la frontière, être porteurs d'un passeport national. Il est donc désirable que le F r a n ç a i s dépourvu de passeport et qui n'a pas de résidence en Belgique, soit averti, d è s son entrée en votre établissement, qu'il doit réclamer d'urgence ià sa famille. l'envoi d'un passeport ou tout au moins d'une déclaration é m a n a n t d'une autorité française, constatant sa nationalité française. D è s qu'il aura obtenu le passeport, les instructions de la p r é s e n t e circulaire doivent lui être appliquées. Par'contre, s'il n'obtient qu'une attestation établissant sa nationalité, ce document devra m'être communiqué, et. l'intéressé devra être retenu en attendant une décision. Doivent être assimilés aux 'Français, les ressortissants des protectorats du Maroc et de Tunisie. L ' é t r a n g e r établira sa résidence en Belgique par la production d'un titre de séjour belge, non périmé au moment de son arrestation!. l

1

15 April 1947. HUUR0VEREENK0A1STEN. —

BESLUITWET e

69 V A N 19 FEBRUARI

1947.

e

r

5 alg. dir., 2 sect, n L 2370/11. Brussel, de 15 April 1947. bij de Hoven van beroep te Brussel,

Aan de heeren procureuren-generaal Gent en Luik. Mijnheer de Procureur-generaal, Bij mijn omzendbrief van 27 Maart 1947, zelfde kantteekening als deze, had ik de eer uwe aandacht te vestigen op de gevolgen van het arrest van het Hof van verbreking, dat op 20 Maart 1947 in zake Beernes c/Goossens werd verleend (journal des Tribunaux. 1947, bl. 211). Een bevelschrift op kort geding heeft, sedert dien, de wettelijkheid van de besluitwet van 19 Februari 1947 in twijfel getrokken, voor zoover deze besluitwet de schorsing voorziet van de tenuitvoerlegging van al de vonnissen waarbij de uitzetting van een huurder wordt bevolen, met uitzondering van de vonnissen die gegrond zijn op het niet-betalen van den huurprijs of op een genot misbruik (art. 1, 2°). De regering zal, zoodra het parlement opnieuw zal vergaderen, in den Senaat een wetsontwerp ter tafel leggen waarin de bepalingen van het 2° van artikel 1 van de besluitwet van 19 Februari 1947 worden overgenomen, en zij zal de dadelijke behandeling voor dit ontwerp vragen. Het hoort, tôt dat dit ontwerp zal goedgekeurd zijn, dat niet worde overgegaan tôt de uitzetting van huurders, uitgenomen in de gevallen welke door de besluitwet van 15 Februari 1947 zijn uitgesloten. Ik verzoek u, mijnheer de procureur-generaal, onverwijld onderrichtingen in dien zin te willen geven aan de heeren procureurs des Konings en aan de heeren deurwaarders van uw rechtsgebied. • De Minister, STRUYE.

VREEMDELINGEN. r

Vreemdelingenpolitie, 3* alg. dir., m 33 C, 23/12. firussel, de 15 A p r i l 1947. De heeren Bestuurders der strafinrichtingen worden bericht d a t behoudens tegenbevel van mijn administratie, voortaan de Fransche, Nederlandsche en Luxemburgsche onderdanen die geen verblijfplaats in België bezitten en tôt een van de volgende categorieën behooren, naar de grens van hun land dienen geleid : 1° Dezen die ter beschikking van de vreemdelingenpolitie werden opgesloten, zooals bedelaars, landloopers, ontuchtvrouwen, smokkelaars, personen zonder bestaansmiddelen, 'enz., met uitsluiting echter van de individuën die. in toepassing van artikel 13 van de wet van 27 November 1891 op de landlooperij, ter beschikking van de regeering werden geplaatst; 2 De verdachten die niet meer ter beschikking van het Parket dienen weerhouden; 3° De voor ontsiag in aanmerking komende veroordeelden {voorwaardejijke veroordeeling, voorwaardelijke invrijheidstelling, voorloopige invrijheidstelling, verstrijken van de straf, genade, betaling van de geldboeten). T ô t nader bevel, dienen de Fransche onderdanen, om naar de grens te worden geleid, drager te zijn van een Fransche reispas. Het is dus gewenscht dat de Fransche onderdanen die geen fransche reispas bezitten en geen verblijfplaats in iBelgië hebben, verwittigd worden zoodra zij in uwe inrichting binnenkomen, dat zij ten spoedigste aan hun familie moeten vragen hun een reispas toe te sturen of althans een verklaring, gedaan door een Fransche overheid, waarbij hun Fransche nationaliteit wordt vastgesteld. Zoodra betrokkenen deze reispas zullen hebben ontvangen, dienen op hen de in onderhavige omzendbrief vervatte onderrichtingen toegepast. Mocht hen evenwel slechts een hun nationaliteit bepalende verklaring worden toegestuurd, dan zal mij deze verklaring dienen doorgezonden en zullen betrokkenen dienen weerhouden in afwachting van een beslissing. De onderdanen van de protectoraten van Marokko en Tunis dienen met de Franschen op gelijke voet gesteld. b

70

16-17 avril 1947.

En cas de contestation ou de doute, i l y aura lieu d'en référer à la Police des Etrangers, à Bruxelles. L a remise à la frontière s'effectuera par la prochaine correspondance ou, s'il s'agit d'un condamné, par la correspondance immédiatement antérieure au jour de l'expiration de la peine. La brigade de gendarmerie -qui effectuera la remise à la frontière, devra être invitée à me faire parvenir, en temps opportun, le bulletin de remise n" 7. lAu nom du Ministre, iL'adminitrateur de l a police des é t r a n g e r s , STANDAERÏ.

COMPTABILITÉ MORALE.

Bureau d'étude, 2" dir. gén., litt. R, n° V I H / 1 . Bruxelles, A MM. le Directeurs

des prisons

et des centres

le 16 avril 1947. d'internement.

1! m'est signalé que l a constitution des dossiers moraux se fait tardivement ou d'une façon fort incomplète. Je crois utile, à cet égard, de rappeler les articles 278 à 284 du Règlement général, les instructions relatives aux formulaires n)° 63 d u ' R e c u e i l des formules et la circulaire ministérielle du 14 juin 19(24, 1* section, littera B, n" 515. J'attire spécialement l'attention des directeurs sur la nécessité d'inviter les membres du personnel, visés à l'article 283 du règlement général, à consigner régulièrement leurs observations à l a feuile annexée au bulletin 63. P o u r le Ministre : L e S e c r é t a i r e général, P.

CLOTURE D E L'EXERCICE

CORNIL.

1946. e

2" D i r . gén. 5 sec. 1" bur. n° 134, litt E. Bruxelles, le 17 avril 1947. A MM. les Directeurs

de prisons

et des centre

d'internement.

L'attention de M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires est attirée sur les dispositions de l'arrêté du Régent en date du 31 mars 1947 (Moniteur belge du 3 avril 1947, n° 93), reportant au 31 juillet 1947 la clôture des o p é r a tions relatives à l'exercice 1946. Comme le stipule l'article 1" du susdit arrêté, la mesure s'applique aux opérations relatives au recouvrement des produits, ainsi q u ' à celles concernant la liquidation et l'ordonnancement des dépenses. En conséquence, l'état n° 204, dont l'envoi éventuel au 31 mars de chaque année, est prescrit par l'article 167 du règlement de comptabilité des prisons, sera transmis à l'administration centrale, exceptionnellement cette année, le 31 j u i l let prochain. D'autre part, i l y a lieu de faire parvenir dans le plus bref délai par bordereau n "170, en vue de leur liquidation, toutes les créances à charge de l'Etat se rapportant à l'exercice 1946. Pour le Ministre : L'Inspecteur de la Comptabilité, délégué, LAMBOT.

16-17 April 1947.

71

De vreemdeling zal van zijn verblijfplaats in België doen blijken door het voorleggen van een op het oogenblik zijner aanhouding niet verloopen Belgische verblijfstitel. In geval van betwisting of twijfel past het de Vreemdelingenpolitie om bescheid te vragen. Het terugleiden naar de grens zal met de eerstvolgende reisgelegenheid geschieden of, indien het een veroordeelde betreft, met de reisgelegenheid die onmiddellijk de dag van het strafeinde voorafgaat. De rijkswachtbrigade die met de terugleiding naar de grens zal worden gelast, dient uitgenoodigd mij ten gepasten tijde het bulletijn van overbrenging n ' 7 te laten geworden. Voor den Minister : (De administrateur van de vreemdelingenpolitie, STANDAERT.

M O R E E L E BOEKHOUD1NG.

'Studiebureau, 2

e

alg. dir., 'litt, R, n

1

ViH'I/1.

Brussel, den 16° A p r i l 1947. Aan de heeren Bestuurders


en


Er wordt mij op gewezen dat hetâanleggen van de moreele dossiers niet bijtijds of zeer onvolledig geschiedt. Ik acht het raadzaam u te dien aanzien te herinneren aan de artikelen 278 tôt 284 van het algemeen règlement, de onderrichtingen betreffende formuler n 63 van het form'ulierenboek en den ministerieelen omzendbrief van 14 Juni 1924, I sectie, littera B, n" 515. Ik vestig in 't bijzonder de aandacht van de bestuurders' op de noodzakelijkheid de bij artikel 283 van het algemeen règlement 'bedoelde persomeelsleden uit te noodigen hun opmerkingen regelmatig in het aan bulletijn 63 toegevoegd blad te vermelden. Voor den Minister : D e Secretaris-generaal, r

e

P.

AFSLU1TING V A N H E T D I E N S T J A A R

2

e

e

CORNIL.

1946.

Algem. dir., 5 sect., I

e

bureel, n ' 134, litt. E.

Brussel, den 17" April 1947. Aan de heeren Bestuurders

der gevangenissen

en


De aandacht van de heeren Bestuurders der strafinrichtingen wordt gevestigd op de bepalingen van het besluit van de Regent van 31 Maart 1947 (Belgisch Staatsblad van 3 April 1947, n 93), houdende overdracht op 31 Juli 1947 van de afsluiting van de verrichtingen betreffende het dienstjaar 1946. Zooals-bij artikel 1 van bedoeld besluit wordt bepaald, is de maatregel toepasselijk op de verrichtingen betreffende het invorderen van opbrengsten alsmede die betreffende het vereffenen en het betaalbaar stellen van de uitgaven. Dienvolgens moet de staat n 204, welke, overeenkomstig artikel 167 van het règlement op de comptabiliteit der gevangenissen, eventueel op 31 Maart van elk jaar dient te worden ingezonden, bij uitzondering dit jaar op 31 Juli a. s. aan het Hoofdbestuur worden overgemaakt. Aan den anderen kant, benooren al de schludvorderingen ten lasten van den Staat betreffende het diensjaar 1946, ten spoedigste, door middel van borderel n 170, ter vereffening te worden ingediend. r

r

r

Voor den minister : De gemachtigde Inspecteur der Comptabiliteit, V

LAMBOT.

72

18-21 avril 1947. SUPPRESSION D ' U N ÉTABLISSEMENT.

2' Direc. gén. Bur. d'Etude. Litt. R. n° X V Bruxelles, le 18 avril 1947. A MM. les Directeurs de prisons et des centres

d'internement.

Le centre d'Internement à Dampremy sera supprimé le 1" juillet 1947. Pour le ministre, Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

HABILLEMENT DES DÉTENUS.

2

e

dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° X I / 3 . Bruxelles, le 19 avril 1947.

A MM. les Directeurs

des prisons

et Ides centres

d'internement.

II m'est signalé que des détenus pour infractions contre la sûreté extérieure de l'Etat sont "revêtus de pièces d'uniformes de modèles en usage à l'ancienne armée allemande. Les Directeurs d'établissements sont invités à faire cesser cet état de choses en remettant éventuellement aux intéressés une tenue pénale. Pour i!e Ministre : Le secrétaire général, P.

CORNIL.

PAIEMENT PAR AVANCES D E FONDS. e

e

2 dir. gén., 5 sect., 1" bur., litt. E, n° 134. Bruxelles, le 21 avril 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et \des centres

d'internement.

En vertu des instructions existantes du Ministère des Finances, tout paiement fait à une personne autre que le créancier réel doit s'effectuer à l'intervention de ses comptables spéciaux (contentieux et autres) et être libellé au nom du créancier réel de l'Etat. Par sa circulaire du 4 avril 1947, n" T B / l P / 5 4 , ce département nous avise que la Cour des Comptes vient d'admettre certaines dérogations au système actuellement en vigueur. Elle marque son accord pour libeller les dépenses au nom du mandataire, lorsque celui-ci est désigné dans le titre de créance même, ou s'il s'agit d'un virement, à un compte ouvert en banque. Il s'ensuit que la défense actuelle de liquider au moyen des avances de fonds mises à la disposition des comptables des créances de l'espèce n'a plus de raison d'être. Cette défense ne s'appliquera donc désormais plus qu'aux cas de « cession » notifiée par huissier, opposition, saisie-arrêt ou de « bénéficiaire décédé ». Pour le Ministre : Le secrétaire général, P.

CORNIL.

18-21 April 1947.

73

O P H E F F I N G V A N E E N INRICHTING. r

2 ' Algem. direc. Studiebureau. lit. R. n X V . Brussel, den 18" A p r i l 1947. Aan de heeren Bestuurders

der gevangenissen

en


Het interneeringscentrum te Dampremy zal den 1° Juli 1947 opgeheven worden. Voor den Minister, De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

KLEEDING V A N D E GEDETINEERDEN. e

r

2 alg. dir., studiebureau, litt. R, n X I / 3 . Brussel, den 19° A p r i l 1947. Aan



en

interneerings-

Er wordt mij op gewezen dat sommige wegens misdrijven tegen de uitwendige veiligheid van den Staat gedetineerde personen uniformstukken dragen volgens modellen welke bij het vroegere Duitsche léger in gebruik waren. De * gestichtsbestuurders worden verzocht aan dien staat van zaken een eind te maken door aan de betrokkenen desgevallend een strafkleedij te verstrekken. Voor den Minister : De secretaris-generaal, P.

CORNIL.

B E T A L I N G DOOR V O O R S C H O T T E N .

2« alg. dir., 5« sect., 1* bur., litt. E, n ' 134. Brussel, den 21° April 1947. Aan



en

interneerings-

Krachtens de thans geldende onderrichtingen van het Ministerie van Financiën moet elke betaling, welke aan een ander persoon dan den werkelijken schuldeischer gedaan wordt, geschieden door bemiddeling van zijn bijzondere rekenplichtigen (rekenplichtigen van de betwiste zaken en anderen) en opgemaakt worden op naam van den werkelijken schuldeischer v a n den Staat. Bij omzendbrief van 4 April 1947, n T B / P / 5 4 bericht genoemd d é p a r t e m e n t ons dat het Rekenhof pas sommige afwijkingen van het thans toegepaste stelsel heeft toegestaan. Het Rekenhof gaat er mede akkoord dat de uitgaven op naam van den lasthebber worden opgemaakt wanneer deze in de schuldbekenteni6 zelf is aangeduid of wanneer het een overschrijving geldt op een bij een bank geopende rekening. Hieruit volgt dat er voor het tegenwoordig verbod om dergelijke schuldvorderingen door middel- van de ter beschikking van de rekenplichtigen gestelde geldvoorschotten te vereffenen geen reden meer is. Voortaan zal dat verbod dus niet meer roepasselijk zijn dan op de gevallen van « afstand bij deurwaarder aangezegd, verzet, beslag onder derden of van overleden rechthebbende ». r

Voor den Minister : De secretaris-generaal, P.

CORNIL.

74

22-23 avril 1947. APPLICATION DES SANCTIONS ADMINISTRATIVES DANS L A RÉPRESSION DES INFRACTIONS A U X DISPOSITIONS RÉGLEMENTAIRES SUR L E R A V I T A I L L E M E N T D U P A Y S .

5

e

DG., I

e

sect., n° 90654/XXI1 A . P., L D . Bruxelles, le 22 avril 1947.

A MM. lés Procureurs LiègefGand.

généraux

près

les Cours d'appel; à

Bruxelles,

Dans la déclaration ministérielle, le gouvernement a marqué son intention de mettre fin à l'interventionnisme, nécessaire, mais souvent paralysant, né de l a guerre. Il entend abandonner le plus tôt qu'il se pourra, une réglementation trop touffue, qui entrave l'essor des affaires, et i l envisage le retour à des m é t h o d e s plus normales. En particulier, i l se propose de limiter le plus possible l a pratique des sanctions administratives, et d'en revenir au plus t ô t aux p r o c é d u r e s de droit commun inspirées de nos conceptions traditionnelles. Mais cet effort du gouvernement ne peut réussir que s'il rencontre l'appui de l'autorité judiciaire dans la lutte contre la fraude. H est donc indispensable que les Parquets se pénètrent de la nécessité d'user de rigueur et de faire preuve du maximum- de diligence dans la répression des infractions aux dispositions réglementaires sur le ravitaillement du pays. Il convient qu'ils ordonnent l a fermeture des établissements chaque fois que les infnactions présentent un caractère de réelle g r a v i t é , ou qu'on se trouve e n présence d'un délinquant à l'égard duquel les mesures de répression antérieures se sont m o n t r é e s inefficaces. Dans les transactions qu'ils sont appelés à proposer, ils imposeront des sanctions sévères, et chaque fois que le renvoi de l'intéressé devant la juridiction répressive sera j u g é indispensable, ils requerront une application rigoureuse de la loi et appelleront de toute décision qui leur p a r a î t r a i t insuffisante. J'ai l'honneur de vous prier de vouloir bien donner des instructions en ce sens à M M . les Procureurs du R o i de votre ressort. Veuillez a g r é e r , Monsieur le Procureur général, l'expression de ma haute considération. i

L e Ministre, P . 'STRUYEI

I

DÉSIGNATION D ' U N CURATEUR A U X CONDAMNÉS D U CHEF D'INFRACTION CONTRE L A SÛRETÉ D E L ' É T A T .

i e

5 dir. gén., 2* sect., litt. P, n° 42197. Bruxelles, le 23 avril 1947. A MM. les Procureurs Liège, Gand.

généraux

près

les Cours d'appel de

Bruxelles,

Il m'a été signalé par le Département des Finances que les sanctions en. dommages-intérêts, intentées par 1 Etat,, devant les juridictions civiles, à charge de personnes frappées d'interdiction légale à la suite d'une condamnation du chef d'infraction contre la sûreté de l'Etat, subissent un retard parfois considérable et, en tout cas, hautement préjudiciable aux intérêts de l'Etat, dû, en ordre principal, à l'hésitation à pourvoir le condamné d'un curateur. .

22-23 April 1947.

75

TOEPASpING VAN ADMINISTRATIEVE SANCTIES BIJ D E BESTRAFFING VAN DE MISDRIJVEN TEGEN DE REGLEMENTAIRE BEPALINGEN IN ZAKE 'S LANDS RAVITA1LLEERING. e

r

5 A . D., n 90654/XXII, A . P., Jl V . H . Brussel, den 22 April 1947. Aan de heeren Procureuren-Generaal Gent en Luik.

bij de Hoven van Beroep, te

Brussel,

In de ministerieele verklaring heeft de regeering kennis gegeven van haar inzicht een einde te maken aan de noodzakelijke doch verlammend werkende Staatstusschenkomst ontstaan uit den oorlog. Zij wil zoo spoedig als zulks mogelijk zal zijn.afzien van een al te ingewikkelde reglementeering, welke den opbloei der zaken belemmert, en zij denkt er aan tôt meer normale methoden terug te keeren. Zij meent zich, in 't bijzonder voor de praktijk van de administratieve sancties zooveel mogelijk te beperken, en ten spoedigste terug te 'keeren tôt door onze traditioneele opvattingen ingegeven proceduren van gemeen recht. Die poging van de regeering echter kan alleen maar slagen indien zij door de rechteriijke overheid wordt gesteund in den strijd tegen den smokkel. Het is dus volstrekt noodzakelijk dat de Parketten voor ailes de noodzakelijk'heid beseffen met gestrengheid op te treden, en van de grootste benaarstiging te doen blijken bij de bestraffing van de misdrijven tegen de réglementaire bepalingen in 's lands ravitailleering. Het past dat zij de sluiting van de inrichtingen bevelen telkenmale dat de misdrijven van werkelijk ernstigen aard zijn of dat men tegenover een wetsovertreder staat ten aanzien van wien de vroegere strafmaatregelen ondoelmatig gebleken zijn. In de mimnâluke schikkilngen die zij voor te stellen hebben, zullen zij strenge sancties opleggen, .en telkens dat de verwijzing van den betrokkene naar de strafrechtsmacht noodzakelijk zal geoordeeld worden, zullen zij een strenge toepassing van de wet vorderen en beroep instellen van welke beslissing ook die, naar hun meening, onvoldoende is. Ik heb de eer u te verzoeken onderrichtingen i n dien zin te geven aan de Heeren Procureuren des Konings in uw ressort. Gelieve te aanvaarden, .Mijnheer de iProcureur-lGeneraal, de venzekering mijner bijzondere hoogachting. De Minister, P.

STRUYE.

AANSTELLING VAN EEN CURATOR OVER VEROORDEELDEN WEGENS MISDRIJF TEGEN U1TWENDIGE VEILIGHEID VAN DEN STAAT.

5' alg. dir., 2

e

sect., litt. P, n

r

42197.

Brussel, den 23° April 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal Gent, Luik.


Brussel,

Door het D é p a r t e m e n t van Financien werd mij kennis er van gegeven dat de vorderingen t ô t schadevergoeding welke door den Staat, vôôr de burgerlijke rechtsmachten, worden ingesteld ten Iaste van personen tegen wie wettelijke ontzetting werd uitgesproken, als gevolg van een- veroordeeling wegens misdrijf tegen de uitwendige veiligheid van den Staat, vertraging hjden welke soms aanzienlijk en, in ieder geval, hoogst nadeelig voor de belangen van den Staat is en, in allereerste plaats, te wijten is aan het feit dat er geaarzeld wordt om een curator over den veroordeelde aan te stellen.

76

25 avril 1947.

Il n'est pas douteux cependant que l'individu, frappé d'interdiction légale, ne peut r é p o n d r e lui-même à l'action en dommages et intérêts dirigée contre lui et doit être assigné en la personne de son curateur (Liège, 9 février 1928. Belg. jud. 1928, col. 271; Grenoble, 14 juin 1892. Dali. 1893,2.436). L'Office des Séquestres ne peut être c h a r g é de la représentation en justice des condamnés dont les biens sont placés sous séquestre. L a mission de l'Office des Séquestres est exclusivement une mission de garde, de conservation et d'administration des biens du c o n d a m n é ; l'Office ne représente pas le c o n d a m n é (Comm. Brux., 13 juillet 1946, Jl des Trib., col. 461). C'est donc par application des règles du Code civil que le c o n d a m n é doit être pourvu d'un curateur. Cette curatelle sera toujours dative, c'est-à-dire déférée par le conseil de famille (Pand. Belg. V° Curateur au condamné interdit, n° 7). En conséquence, j ' a i l'honneur de vous prier, Monsieur le Procureur général, de vouloir bien attirer l'attention de M M . les Procureurs du R o i et Juges de paix de votre ressort sur l'intérêt qui s'attache-à ce que, chaque fois que l'Administration des Finances ou tout autre intéressé en fait la demande, les formalités r e l a t i v e s ' à la désignation du curateur soient accomplies avec la plus grande célérité. Le Ministre, P.

P O L I C E D E S ÉTRANGERS

STRUYE.

(1).

Bruxelles, le 25 avril 1947. A MM. les Bourgmestres

du

Royaume.

Pour information : A MM. les Gouverneurs de province. A MM. les Commissaires d'arrondissement. M a circulaire du 31 décembre 1942 (Moniteur belge du 7 janvier 1943) rappelait que lorsque, par son mariage avec un étranger, elle acquiert la nationalité de celui-ci, la femme belge — sauf si elle n'est devenue Belge que par mariage — peut souscrire une déclaration conservatoire de la qualité de Belge. Jouissant, pour accomplir cet acte, d'un délai de six mois à partir du jour du mariage, l'intéressée pouvait, en attendant, obtenir de mon administration la délivrance d'un Iaissez-passer d'une durée de validité de quatre mois. J'ai l'honneur de vous faire savoir que dorénavant, ce laissez-passer sera délivré par vos soins, sans qu'il m'en soit référé au préalable. Ce titre de séjour, du modèle ci-joint, devra m'être transmis soit au moment de la souscription de' la déclaration conservatoire de la nationalité belge, soit, à défaut de cette déclaration, à la date d'expiration de son délai de validité. Dans ce dernier cas, sa titulaire sera mise en possession de la carte d'identité pour .étrangers prévue par l'arrêté royal du 14 a o û t J 9 3 3 , article 5, si la titulaire est immatriculée dans les registres de la population, soit du certificat d'inscription au registre des é t r a n g e r s si elle est inscrite dans ce registre. A u nom du Ministre : L'Administrateur de la Police des Etrangers, STANDAERT.

Moniteur belge, 1947, n " ' 118-119.

25 April 1947.

77

Het staat echter buiten kijf dat de persoon, tegen wien wettelijke ontzetting werd uitgesproken, niet persoonlijk aan de tegen hem ingestelde vordering tôt schadevergoeding gevolg kan geven en dat hij in den persoon van zijn curator moet gedaagd worden ( Luik, 9 Februari 1928, Belg. jud. 1928, C o l . 271; Grenoble, 14 Juni 1892, D a l i . 1893.2.436). De Dienst van hét Sequester kan er niet mede belast worden de veroordeelden, wier goederen onder sequester gesteld zijn, in rechten te vertegenwoordigen. De opdracht van den Dienst van het Sequester is uitsluitend een opdracht van bewaking, van bewaring en van beheer der goederen van den veroordeelde; de Dienst vertegenwoordigt den veroordeelde niet (Comm. Brussel, 13 Juli 1946, Jl des Trib., col. 461). Dus is het bij toepassing van de regelen van het Burgerlijk Wetboek dat de veroordeelde van een curator moet worden voorzien. Die curateele moet steeds datief zijn, d. w. z. opgedragen door den familieraad (Pand. belg. V Curateur au condamné interdit, n° 7). Dienvolgens, heb ik de eer u te verzoeken, Mijnheer de Procureur-Generaal, de aandacht van de heeren Procureuren des Konings en Vrederechters in uw rechtsgebied te vestigen op het belang dat er aan verbonden is dat, telkens het Beheer der Financiën of elk ander geïnteresseerde zulks vraagt, de formaliteiten betreffende de aanstelling van een curator met den grootst mogelijken spoed worden vervuld. De Minister, P.

VREEMDELINGENPOLITIE

STRUYE.

(1).

Brussel, den 25° A p r i l 1947. Aan de Ter Aan de Aan de

heeren Burgemeesters van het Rijk. kennisgeving : heeren Provinciegouverneurs. heeren Arrondissementscommissarissen.

Mijn rondschrijven van 31 December 1942 (Belgisch Staatsblad van 7 Januari 1943) herinnerde er aan de Belgische vrouw, wanneer zij door haar huwelijk met een vreemdeling dezes nationaliteit verkrijgt, tenzij zij slechts door het huwelijk Belg geworden is, een verklaring tôt het behouden der Belgische nationaliteit mag onderschrijven. Daar zij tôt het afleggen van die verklaring over een termijn van zes maanden te rekenen van den dag van het huwelijk beschikte, kon belanghebbende middelerwijl van mijn administratie de aflevering bekomen van een vrijgeleide, geldig voor vier maanden. Ik heb de eer u te berichten dat dit vrijgeleide, voortaan door uwe zorgen zal worden afgeleverd, zonder dat gij mij tevoren daarover dient te raadplegen. Deze verblijfstitel, welke naar het hierbijgaand model moet worden opgemaakt, behoort mij te worden overgelegd op het oogenblik dat de verklaring tôt het behouden van de Belgische nationaliteit onderschreven wordt of, bij ontstentenis van die verklaring, op den datum waarop zijn geldigheidsduur verstrijkt. In laatstbedoeld geval, zal de titularisse van dat stuk in het bezit worden gesteld van de identiteitskaart voor vreemdelingen, voorzien bij het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, artikel 5, zoo de titularisse in het bevolkingsregister is ingeschreven, of van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, indien zij in dat register is ingeschreven. Namens den Minister, De Administrateur der vreemdelingenpolitie, STANDAERT.

Belgisch

Staatsblad,

1947, n " 118-119.

78

28 avril 1947.

Province de Arrondissement de Commune de LAISSEZ-PASSER tenant lieu provisoirement de titre de séjour. Photographie de la titulaire.

Sceau.

Mme née à , le , de nationalité belge par naissance, mais par mariage, contracté le , à , demeurant à , est autorisée à séjourner en Belgique sous le couvert de ce laissez-passer jusqu'au '. Le p r é s e n t laissez-passer, délivré en séjour prévu par l'arrêté royal du 14 des 16-17 août 1933), n'est valable, à estampillée, que si la titulaire est national ou d'une pièce d'identité photographie dûment estampillée.

lieu et place du titre de août 1933 (Moniteur belge défaut d'une photographie détentrice d'un passeport 'authentique portant une

Dès qu'il est périmé, ce titre de séjour doit être remis à D'administration communale pour être transmis à M . l'Administrateur de la Police des Etrangers, place Poelaert, 4, à Bruxelles. (Signature de la titulaire.) Délivré à . . .

, le Le Bourgmestre, ou son délégué,

APPROVISIONNEMENT E N COMBUSTIBLE ET BOIS D'ALLUMAGE P O U R L E S F O N C T I O N N A I R E S E T AGENTS B É N É F I C I A N T D U C H A U F F A G E G R A T U I T .

2" (DÎT. gén., 3° sect., 3.* tour., litt. C. n° 264. Bruxelles, le 28 avril 1947. A MM. les directeurs des prisons, centres d'internement, de bienfaisance et de défense sociale, colonies-asiles,

établissements

Les fonctionnaires et agents bénéficiant du chauffage .gratuit auront, à l'avenir, à se conformer strictement aux instructions prises par île Service des Combustibles et énoncées ci-dessous, en ce qui concerne leur approvisionnement en combustible et en bois d'allumage : 1. L e s intéressés introduiront immédiatement par l a voie dela direction,' a u p r è s du Service des Combustibles, pour l a période d u l * octobre 1947 au 30 avril 1948, un bon de commande spécial .(suivant le modèle ci-joint) indiquant leur domicile exact, leur grade ou fonction et l'espèce de combustible demandé. Il y aura lieu de mentionner si leur habitation est r a t t a c h é e à l'installation [du chauffage central de l'établissement ,et si elle jouit d'un raccordement au gaz. Les mêmes formalités seront là remplir pour l'approvisionnement en bois d'allumage (ci-joint m o d è l e du b o n de c o m m a n d é ) . Le Service des Combustibles fixera îles quantités de combustible et de bois d'allumage qui seront fournies. r

79

28 April 1947. Provincie . . . . Arrondissement Gemeente . . . . VRIJGELEIDE voorloopig geldend aïs verblijfstitel.

Foto van titularisse

Stempel

Aan vrouwe geboren te den van Belgische nationaliteit door geboorte maar door haar huwelijk aangegaan op is machtiging verleend om tôt te , wonende te aan de hand van dit vrijgeleide in België te verblijven.

,

Dit vrijgeleide, afgeleverd ter vervanging van den bij koninklijk besluit van 14 Augustus. 1933 (Belgisch Staatsblad van 16-17 Augustus 1933) voorzienen verblijfstitel, is bij gebrek aan een gestempelde foto slechts geldig indien de titularisse houdster is van een nationalen pas of een authentiek identiteitsstuk waarop een behoorlijk gestempelde foto is aangebracht. Zoodra deze verblijfstitel vervallen is, moet hij aan het gemeentebestuur worden afgegeven om te worden overgelegd aan den heer Administrateur der Vreemdelingenpolitie, Poelaertplein, 4, te Brussel.

(Handteekening van de titularisse) Afgeleverd te

den De Burgemeester, of zijn afgevaardigde,

BEVOORRADING IN BRANDSTOF E N BRANDHOUT T E N B E H O E V E V A N D E AMBTENAREN EN BEAMBTEN D I E HET VOORDEEL VAN D E KOSTELOOZE VERWARMING GENIETEN. e

e

2 A l g . dir., 3 sect., 3 ' bur., litt. €.,

264.

Brussel, den 28° A p r i l 1947. Aan de heeren Bestuurders van de gevangenissen, interneeringscentrums, weldadigheidsgestichten en igestichten tôt bescherming van de maatschappij, koloniegestichten. De ambtenaren en beambten, die het voordeel van de kostelooze verwarming genieten, zullen zich voortaan strikt Imoeten gedragen naar de aiavermelde onderrichtingen van den Dienst voor brandstoffen betreffende de bevoorrading in brandstof en brandhout. 1. De belanghebbenden moeten zonder verwijl, door bemiddeling van de directie, bij den Dienst voor brandstoffen, ivoor de période van 1 October 1947 tôt 30 April 1948, een bijzonderen bestelbon Onaar bijgaand model) overleggen, met vermelding van hun juiste woonplaats, hun graad of functie en de gevraagde soort brandstof. Er dient te worden vermeld of hum woning met de centrale verwarmingsinrichting van het gesticht verbonden is en of er gas is aangelegd. Dezelfde fonmaliteiten toehoorerr te worden vervuld voor de bevoorrading in brandhout, (hierbij model vam bestelbon). De hoeveelheid brandstof en brandhout, welke zal geleverd worden, wordt door den Dienst V O O T brandstoffen vastgesteld.

80

3 mai 1947.

2. Les bénéficiaires du chauffage gratuit sont tenus de joindre au bon de commande repris plus haut, leur carte de charbon ou, en cas de non-délivrance de celle-ci, .une déclaration [signée ainsi conçue : « L e s o u s s i g n é déclare me pas avoir reçu de carte pour le ravitaillement en charbon et refuser celle qui lui serait éventuellement délivrée ». Les p r é s e n t e s dispositions abrogent celles prises antérieurement sur la matière. L a délivrance du combustible et du bois d'allumage pour les habitations du personnel bénéficiant du chauffage gratuit fera l'objet d'une fourniture s p é ciale et, en aucun cas, les agents intéressés ne pourront prélever du combustible ou du bois d'allumage sur 1 approvisionnement destiné aux services de l'établissement. Pour le Ministre : L e Secrétaire général, P.

CORNIL.

PRISONS E T CENTRES D'INTERNEMENT. — T R A V A U X D E COUTURE. MATÉRIEL A EMPLOYER.

2' D i r . gén. 3« sec. 3° bureau. n° 97 A. Bruxelles, le 3 mai 1947. A MM. les directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Les machines à coudre appartenant à l'administration ou louées à la régie du travail pénitentiaire par l'Administration, sont réservées uniquement au ravaudage des effets d'habillement et de couchage des détenus. Il est loisible aux chefs d'établissement de s'adresser au Service central du Travail pour obtenir les machines à coudre jugées nécessaires aux travaux exécutés pour compte d'entrepreneurs privés ou de membres du personnel. Pour le Ministre : ' Le Secréaire général, P.

EN

CORNIL.

LEGS A U PATRIMOINE PROPRE D E L'UNIVERSITÉ D E LIÈGE V U E D E L A FONDATION D E BOURSES D ' É T U D E S UNIVERSITAIRES. CAPACITÉ D E C E PATRIMOINE.

V direct, gén., I l ' sect., litt. D. L., n° 1831. Bruxelles, le 3 mai 1947. i(') C H A R L E S , Prince de Belgique, R é g e n t du 'Royaume, A tous, présents et à venir , S A L U T ! V u l'extrait délivré par le notaire Mourlon iBeernaert, de résidence à 'Bruxelles, du testement olographe, en date du 29 novembre 1944, par lequel M . Loukachevsky ( M . ) , ingénieur, demeurant à Ixelles, rue Washington, n° 127, décédé à 'Johannesburg (Union de l'Afrique du Sud), le 5 décembre 1944, dispose notamment comme suit : « . . . je lègue : 1° 100,000 (cent mille) francs à l'Université de Liège, pour création de deux bourses d'étude à la Faculté technique ou à la Faculté des Sciences, pour un étudiant russe et un étudiant belge. » Le choix du candidat est laissé à l'appréciation du recteur... » ; (1) Moniteur belge 1947 n° 130.

3 M e i 1947.

81

2. Zij die kostelooze verwarming genieten, zijn er toe gehouden bij bovenvermelden bestelbon hun kolenkaart of bijaldien die kaart niet werd afgeleverd, de volgende verklaring te voegen : i« Ondergeteekende verklaart, dat hij geen kaart voor de bevoorrading in kolen ontvangen heeft en dat hij de kaart, die hem eventueel zou worden uitgereikt, zal weigeren ». Bij deze bepalingen zijn de vroeger te dezer zake genomen bepaKngen opgeheven. De brandstof en het brandhout voor de woongelegenheden van de personeelsleden, die net voordeel van deikostelooze verwarming genieten, zal afzonderlijk afgeleverd worden; de betrokken agenten mogen, in geen geval, brandstof of brandhout voorafnemen op de voor de diensten van ihet gesticht bestemde bevoorrading. Voor den Minister : De SecretariSHGeneTaal, P.

G E V A N G E N I S S E N E N INTERNEERINGSCENTRUMS. T E GEBRU1KEN M A T E R I E E L .

2

e

— e

CORNIL.

NAAI W E R K E N . e

A l g . Dir., 3 sec, 3 bureel. n" 97 A. Brussel, de 3 M e i 1947.

Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De naaimachines welke aan de administratie toebehoren of door de administratie aan de. régie van de gevangenisarbeid in huur zijn gegeven, zijn uitsluitend bestemd t ô t het verstellen van de kleding en liggingstukken der gedetineerden. De gestichtshoofden mogen zich tôt de Centrale arbeidsdienst wenden om de naaimachines te bekomen welke nodig bevonden worden voor de voor rekening van private aannemers of leden van het personeel uitgevoerde werken. Voor de Minister : De Secretaris-generaal, . P.

CORNIL.

L E G A A T A A N « E T El G E N V E R M O G E N D E R U N I V E R S I T E I T L U I K M E T H E T O O G O P MET S T I C H T E N V A N S T U D I B E U R Z E N V O O R HOOGER O N D E R W I J S . — B E V O E G D H E I D V A N D I T El GEN V E R M O G E N . T

1° alg. dir., 1" sect., litt. S. L . , n 1831. Brussel, de 3 M e i 1947 (1). K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden,

HEIL.

Gezien het door notaris Mourlon Beernaert, ter standplaats Brussel, verstrekte uittreksel uit het eigenhandig testament, dd. 29 November 1944, waarbij de heer Loukachevsky (M.), ingénieur, wonende te Elsene, Washingtonstraat, n 127, op 5 December 1944 overleden te Johanneburg {Unie van ZuidyAfrika), onder meer de volgende schikkingen treft : ' (Vertaald) « . . . vermaak ik : » 1° 100,000 frank {honderd duizend) frank aan de Univeriteit te iLuik voor het stichten van twee studiebeurzen in de technische faculteit of in de faculteit der wetenschappen ten behoeve van een Russische student en een Belgische student. » D e keuze van de candidaat wordt overgelaten aan de beoordeling van de rector.... » ; r

0)Belgisch

Staatsblad

r

1947, n 130.

82

7 mai 1947.

Vu la délibération par laquelle la commission administrative du patrimoine propre de l'Université de 'Liège sollicite l'autorisation d'accepter ce legs; Considérant que la capacité des administrations publiques p o u r accepter les libéralités qui leur sont faites, est déterminée non par la désignation du bénéficiaire mais par la destination de la libéralité; que si, en vertu de la l o i du 19 décembre 1864, l'Etat, dont dépend l'Université de Liège, n'a pas compétence pour gérer des fondations de bourses d'étude, il n'en est pas de m ê m e de Ja commission administrative du patrimoine propre de la dite université, laquelle, aux termes de l'article 4, alinéa 1 , de la loi du 5 juillet 1920, administre les fondations spéciales ayant un but universitaire; que la fondation de bourses d'étude établie par le D e Cujus a ce caractère; que, d è s iors, l a commission administrative du patrimoine propre de l'université dont il s'agit, a qualité pour accepter le legs en cause; er

£ n ce qui concerne la clause portant que le choix de boursier est laissé à l'appréciation du recteur de l'Université; Considérant que cette clause porte atteinte aux. droits éventuels d'administration de la commission administrative du patrimoine propre de la dite université; que, d è s lors, elle doit être r é p u t é e non' écrite, par application de l'article 900 du Code civil; Vu les articles 900 précité du Code civil et 3 de l a loi du 5 'juillet 1920; Sur la proposition du Ministre de la Justice et du Ministre de l'Instruction publique, Nous avons arrêté et arrêtons : Article unique. L a commission adminitrative du patrimoine propre de l'Université de Liège est autorisée à accepter le legs prémentionné, aux conditions imposées en tant qu'elles ne 6ont pas contraires aux lois. L e Ministre de la Justice et le Ministre de l'Instruction publique sont c h a r g é s , chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. CHARLES.

Par le Régent : L e Ministre de la Justice, P.

STRUYE.

Le Ministre de L'Instruction publique, C.

HUYSMANS.

MAJORATION E N DÉCIMES D E S AMENDES

PÉNALES.

5' dir. , g é a , 1" sect., litt. L , n" 1671. • Bruxelles le 7 mai 1947. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel de Liège, Gand. A M. l'Auditeur général à Bruxelles.

Bruxelles,

L a loi du 27 décembre 1928 majore de soixante décimes le montant des amendes p é n a l e s p r o n o n c é e s par les Cours et tribunaux en vertu des dispositions du iCode p é n a l et des lois et r è g l e m e n t s particuliers. (La modification du pouvoir d'achat de notre monnaie survenue depuis le vote de cette loi à amené le .gouvernement à envisager le relèvement du taux de cette majoration. C'est ainsi qu'un projet de l o i d é p o s é le 3 décembre 1946 sur le bureau de la Chambre {Doc. Chambre, session 1946-1947, n° 35) porte en son article U à 90 au lieu de 60 la majoration en décimes des amendes pénales. L a majoration ainsi proposée est extrêmement modérée. E l l e ne rétablira qu'imparfaitement l'équilibre entre le pouvoir d'achat de la monnaie et le taux des amendes.

7 M e i 1947.

83

Gezien de beraadslaging waarbij de commissie van beheer van het eigen vermogen der Universiteit te Luik machtiging vraagt tôt het aanvaarden van dat legaat; Overwegende dat de bevoegdheid van de openbare besturen t ô t het aanvaarden van de hun gedane giften niet door de aanduiding van de begunstigde, maar door de bestemming van de gift wordt vastgesteld, dat zo, krachtens de wet van 19 December 1864, de Staat, waarvan de Universiteit te Luik afhangt, met bevoegd is om studiebeurzenstichtingen te toeheren, zulks niet het geval is voor de commissie tôt beheer van het eigen vermogen van bedoelde universiteit, die, luidens artikel 4, alinéa 1, der wet van 5 Juli 1920, de bijzondere stichtingen in het belang van het hoger onderwijs beheert; dat de door de de cujus ingestelde studiebeurzenstichting van dergelijke aard is; dat dienvolgens de commissie tôt beheer van het eigen vermogen van de hierbedoelde universiteit er toe gerechtigd is voormeld legaat te aanvaarden. Wat de bepaling betreft waarbij de keuze van de beursstudent aan de beoordeling van de rector der universiteit wordt overgelaten; Overwegende dat die bepaling afbreuk doet aan de essentiële rechten tôt b.eheer van de commissie tôt beheer van het eigen vermogen van bedoelde universiteit; dat zij, derhalve, bij toepassing van artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek als niet beschreven moet worden beschouwd; . Gelet op voormeld artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek en op artikel 3 der wet van 5 Juli 1920; Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Openbaar Onderwijs, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. Aan de commissie tôt beheer van het eigen vermogen der Universiteit te Luik is machtiging verleend tôt het aanvaarden van bovenvermeld legaat, onder de opgelegde voorwaarden, voor zoover deze niet met de wet in strijd zijn,. De Minister van Justitie en de Minister van Openbaar Onderwijs zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. 1

KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justitie, P.

•

STRUYE.

De Minister van Openbaar Onderwijs, C.

HUYSMANS.

V E R H O G I N G M E T DEC1EMEN V A N D E S T R A F B O E T E N .

5* alg. dir., I

e

r

sect., litt. L, n 1671.

Brussel, de 7 Mei 1948. Aan de heren Procureuren-Generaal bij-de Hoven van beroep te Brussel, Gent, Luik. Aan de heer Auditeur-Generaal te Brussel. Bij de wet van 27 December 1928 wordt het bedrag van de door de Hoven en rechtbanken, krachtens de bepalingen van het Strafwetboek en de bijzondere wetten en reglementen uitgesproken strafbpeten met zestig deciemen verhoogd. De sedert de aanneming van deze wet ingetreden verandering van de koopkracht onzer munt heeft de •regering ertoe gebracht de opvoering van het bedrag dezer vermeerdering in overweging te nemen. •Zo voorziet artikel 11 van een op 3 December 1946 bij de Kamer ingediend voorstel van wet (Bescheiden, Kamer, zitting 1946-1947, n 35) dat de verhoging in deciemen van de strafboeten van 60 op 90 wordt gebracht. De aldus voorgestelde verhoging is zeer gematigd. Zij z a l het evenwicht tussen de ikoopkracht van de munt en het bedrag der boeten slechts op een onvolkomen wijze herstellen. r

84

7 mai 1947.

Il serait toutefois malaisé, dans les circonstances actuelles, d'établir des règles fixes et générales qui rendent à l'amende sa valeur pénale originaire.Aussi convient-il de s'efforcer d'adapter l'amende aux conditions «propres à la situation pécuniaire du délinquant et d'en d é t e r m i n e r le montant suivant les ressources du c o n d a m n é . Cette individualisation de l'amende ne se trouve pas seulement "Justifiée par les circonstances spéciales du moment, mais" répond aux exigences d'une justice qui entend faire régner l'équité dans l'application des sanctions pénales. Il serait donc désirable que, s'inspirant de ce principe, les parquets recueillent tous renseignements utiles sur la faculté contributive des p r é v e n u s et y proportionnent, dans leurs réquisitions, le montant de'l'amende dont ils réclament l'application. J'ai l'honneur de vous prier de vouloir bien donner des instructions en ce sens aux officiers des ministères publics de votre ressort. L e Ministre, P. S T R U Y E .

FABRIQUE D'ÉGLISE. ' — SÉMINAIRE (FONDATION D E BOURSE DÉTUDE). —

LEGS.

1" dir. gén.. 1" sect., litt. D. L., n° 1827. Bruxelles, le 7 mai 1947. C H A R L E S . Prince (de Belgique. Régent du Royaume, A tous, présents et à venir, S A L U T . V u l'expédition délivrée par le notaire Charlier, de résidence à Péruwelz, du testament olographe, en date du 1" mars 1936, par lequel Mlle Dufour (L.), sans profession, demeurant à Bonsecours, y d é c é d é e le 17 juin 1946, dispose notamment comme suit : « ... Les institutions universelles ci-dessus, sont faites à charge par dits l é g a t a i r e s , d'acquitter les legs particuliers suivants :

mes

» 4° Deux mille cinq cents francs à la fabrique de l'église Saint-Quentin, à Péruwelz, en vue que le revenu de cette somme soit employé à célébrer des messes pour : Clovis Dufour, son épouse et leurs filles. » Les droits de succession des ... legs ci-dessus seront acquittés par mes l é g a t a i r e s universels. » Je lègue au séminaire de Tournai une somme de quinze mille francs en vue de 1 aider à réaliser sa mission propre qui est d'assurer le recrutement sacerdotal pour le service religieux de ce diocèse. » D u revenu de ce legs seront formées des bourses d'études que l'administration du dit séminaire conférera dans la limite de sa capacité de collation, à des jeunes gens peu fortunés du diocèse de T o u r n a i . . . » ; V u les délibérations par lesquelles : 1° Le bureau des marèuilliers de l'église Saint-Quentin, à Péruwelz, sollicite l'autorisation d'accepter le legs qui lui est fait; 2° Le bureau administratif du séminaire de Tournai sollicite l'autorisation d'accepter le legs fait en vue de la fondation de bourses pour les étjudes ecclésiastiques; V u les avis du conseil communal de Péruwelz, de M . l'évêque diocésain et de la dèputation permanente du conseil provincial du Hainaut; Moniteur

belge, 1947, n " 132-133.

7 M e i 1947.

85

Het zou echter in de tegenwoordige omstandigheden moeilijk zijn algemene en vaste regelen te stellen die aan de boete hare oorspronkelijke strafwaarde zou teruggeven. Er dient dan ook naar gestreefd de boete aan te passen aan de voorwaarden die eigen zijn laan de geldelijke t œ s t a n d van de delinquent en net bedrag er van te bepalen volgens de geldmiddelen van de veroordeelde. Dit individualiseren van de boete is niet alleen te verantwoorden door- de bijzondere tijdsomstandigheden, maar voldoet ook aan de eisen van een rechtsbedeling die er op igesteld is recntvaardigheid te doen heersen (bij de toepassing der boetstraffen. Het zou wenselijk zijn dat de parketten zich door dit principe lieten leiden en aile nodige inlichtingen inwonnen over het Ibetaalvermogero van de ibeklaagden en daarmede rekening houden wanneer zij in hun eis het bedrag vaststellen van de boete waarvan zij de toepassing vragen. Ik heb de eer u te verzoeken onderrichtingen i n dien zin te geven aan de ambtenaren van het openbaar ministerie van uw gebied. D e Minister, P. S T R U Y E .

KERKFABRIEK.

—

SEMINARIE

(STUDIEBEURSSTICHTING).

I

e

—

LEGATEN.

alg. dir., 1" sect., litt. S. L., n

r

1827.

Brussel, de 7 M e i 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de door notaris Carlier, ter standplaats Péruwelz, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament dd. 1 Maart 1936, waarbij juffr. Dufour (L.), zonder beroep, wonende te Bonsecours, en er op 17 Juni 1946 overleden, onder meer, de volgende schikkingen treft : (Vertaald.) « ... De hierboven vermelde aanstellingen t ô t algemene erfgenaam worden gedaan met last voor mijn bedoelde legatarissen de navolgende bijzondere legaten af te leveren : » 4° Twee duizend frank aan de fabriek der kerk van de H . Quintinus, te Péruwelz, opdat de opbrengst van dit bedrag zou worden gebruikt t ô t het celebreren van missen voor : G o v i s Dufour, zijn echtgenote en hunne dochters. » De erfenisrechten van de ... hiervoren vermelde legaten moeten door mijn algemene legatarissçn worden voldaan. » lk vermaak aan het seminarie te Doornik een bedrag van vijftien duizend frank om het te helpen zijn eigenlijke opdracht te vervullen, namelijk het aanwerven van priesters voor de eeredienst van dat bisdom. » U i t de inkomsten van dat legaat zullen studiebeurzen worden gecreeerd, die het bestuur van bedoeld seminarie, binnen de grenzen van zijn bevoegdheid tôt begeving, zal toekennen aan weinig begoede jongelingen van het bisdom DoorniK Gezien de beraadslagingen waarbij : 1° Het bureel van kerkmeesters der kerk van de H . Quintinus, te Péruwelz, machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het hem vermaakt legaat; 2° Het bestuurscollege van het seminarie te Doornik machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het legaat vermaakt met het oog op het stichten van beurzen veor de geestelijke studies; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Péruwelz, het hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Henegouwen; Belgisch

Stantsblad,

1947. n " 132-133.

86

12-13 mai 1947.

V u les articles 910 et 937 du Code civil, 59 du décret du 30 décembre 1809, .76-3" de la loi communale, modifié par la loi .du 30 juin 1933, 31 de la loi du 19 décembre 1864, 1 de l'arrêté royal du 19 décembre 1865, le titre IV du décret du 6 novembre 1813, ainsi que le tarif des services religieux, a p p r o u v é par Notre a r r ê t é du 30 janvier 1946; er

Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : Article 1". L a fabrique de l'église Saint-Quentin, à Péruwelz, est autorisée à accepter le legs qui lui est fait. Art. 2. Le bureau administratif du séminaire de Tournai est autorisé à accepter le legs fait en vue de la fondation de bourses d'étude prémentionnée. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du présent a r r ê t é . CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P.

STRUYE.

E X É C U T I O N D E T R A V A U X D O M E S T I Q U E S PAR D E S P R É V E N U S . — G R A T I F I C A T I O N S . e

2' dir. gén., 4 sect., service central du travail, n°6305A. Bruxelles, le 12 mai 1947. Note pour MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. 11 arrive que certains établissements pénitentiers sont obligés de recourir à des prévenus pour l'exécution de travaux domestiques. Les gratifications réelles à payer à ces prévenus, du chef de ces travaux, sont fixées comme suit : Catégorie A : 1 franc par heure; Catégorie B : 1 fr. 60 c. par heure; Catégorie C : 2 fr. 20 c. par heure. II reste entendu que le recours à des prévenus pour l'exécution de travaux domestiques n'est autorisé que s'il ne dispose pas de c o n d a m n é s aptes à faire cette besogne. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

I N S T R U C T I O N S A C C O M P A G N A N T L A F O R M U L E N ° 68.

—

CORNIL.

MODIFICATION.

e

2 dir. gén., Bureau d'étude, litt. /?, n" V I I I / 2 / 1 . Bruxelles, le 13 mai 1947. Le Ministre de la Justice, V u l'article 492 du règlement général des prisons; Revu l'arrêté ministériel du 15 mai 1906 approuvant les modèles de formules et registres en usage dans les prisons, Arrête : Le § 1" des instructions accompagnant la formule n° 68 prise en exécution de l'article 288 du règlement général des prisons est modifié comme suit : « L a conférence du personnel dont la tenue est prescrite par l'article 286 du règlement général se réunit dans les cinq derniers jours du mois. Le directeur peut provoquer des réunions supplémentaires. » STRUYE.

1213 M e i 1947.

87

Gelet op de artikelen 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76-3° der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 1 van het koninklijk besluit van 19 December 1865, titel IV van het decr,eet van 6 November 1813 alsmede op het tarief van de kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justitie, Wij hebben besloten en W i j besluiten : Artikel 1. Aan de fabriek der kerk van de H . Quintinus, te Péruwelz, is machtiging verleend tôt het aanvaarden van het haar vermaakt legaat. Art. 2. Aan het bestuurscollege van het seminarie te Doornik is machtiging verleend tôt het aanvaarden van het legaat vermaakt met het oog op het sticnten van bovenvermelde studiebeurzen. De Minister. van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwfcge de Regent : De Minister van Justitie, P.

STRUYE.

UITVOERING V A N HUISHOUDELIJKE W E R K E N DOOR B E K L A A G D E N . —

VERGOEDINGEN.

e

2' alg. dir., 4 sect., Centrale arbeidsdienst, n* 6305A. Brussel, de 12 M e i 1947. Nota voor de heren Bestuurders van de gevangenissen en van de interneringscentra. Het gebeurt dat bepaalde strafinrichtingen genoodzaakt zijn, voor de uitvoering van huishoudelijke werken, beroep te doen op beklaagden. De werkelijke vergoedingen voor dergelijke werken aan die beklaagden uit te betalen worden vastgesteld als volgt : Catégorie A : 1 frank per uur; • C a t é g o r i e ' B : 1 fr. 60 c. per uur; * Catégorie C : 2 fr._20 c. per uur. Het is wel verstaan dat voor de uitvoering van huishoudelijke werken alleen beroep mag gedaan worden op beklaagden, als er geen veroordeelden beschikbaar zijn die voor dit werk geschikt zijn. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

ONDERRICHTINGEN W E L K E GEVOEGD ZIJN B I J FORMULIER N

R

CORNIL.

68. —

WIJZIGING. r

2" alg. dir., Studiebureau, litt. R, n V I I I / 2 / 1 . Brussel, de 13 M e i 1948. De Minister van Justitie, Gelet op artikel 492 van het algemeen règlement van de gevangenissen; Herzien het ministerieel besluit van 15 M e i 1906 tôt goedkeunng van de bij de gevangenissen in gebruik zijnde formulieren en registers, Besluit : Paragraaf 1 van de onderrichtingen welke gevoegd zijn bij formulier n* 68, gesteld tôt uitvoering van artikel 288 van het algemeen règlement van de gevangenissen, wordt gewijzigd als volgt : « De conferentie van het personeel ,die ter voldoeing aan artikel 286 van het algemeen règlement moet gehouden worden, wordt binnen de eerste vijf dagen van de maand bijeengeroepen. De bestuurder mag bijkomende vergaderingen beleggen. » STRUYE.

88

14-19 mai 1947. CONFÉRENCE D U PERSONNEL. e

2 dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n" VI11/2/1. Bruxelles, le 14 mai 1947. A MM. les Directeurs


d'internement.

J'ai pu constater que le trop grand nombre de dossiers soumis aux membres de là conférence mensuelle du personnel est de nature à nuire à leur examen approfondi. De plus, la transmission en un seul envoi d'un grand nombre de propositions entrave la marche régulière des différents services appelés à les instruire. Le texte de 'l'instruction accompagnant la formule n" 68 (p. 210 du Receuil des Formules) a donc été complété de façon à permettre au Directeur de provoquer des réunions supplémentaires du personnel chaque fois que cela lui p a r a î t r a nécessaire. J'invite, par même courrier, M M . les présidents des aommissions administratives à convoquer, le cas échéant, plusieurs reunions des collèges qu'ils.président, pour émettre l'avis qu'il leur appartient de donner sur l'opportunité des propositions qui leur sont transmises. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

EMPLOI D E L A N O U V E L L E ORTHOGRAPHE D E LA LANGUE NÉERLANDAISE.

2

E

dir. gén., Bureau d'étude, litt R, n" X V I I . Bruxelles, le 1 6 mai 1 9 4 7 .


des prisons

et des centres

d'internement.

L'attention de M M . les Directeurs de prison est attirée sur l'arrêté du Régent du 9 mars 1 9 4 6 , publié au Moniteur belge du 5 avril 1 9 4 6 et sur la circulaire du premier ministre du 1 6 avril 1 9 4 7 , n° C Z / 4 / 1 1 0 1 9 , Moniteur belge, des 2 8 et 2 9 avril 1 9 4 7 , concernant l'emploi de la nouvelle orthographe de la langue néerlandaise. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

MAISONS D E REFUGE E T DÉPÔTS D E MENDICITÉ. PRIX D'ENTRETIEN A PAYER POUR L'ANNÉE 1947. e

(2" dir. gén., 2 sect., n" 1320P.) Bruxelles, le 19 "mai 1947. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A Tous, présents et à venir, S A L U T . , . V u l'article 37 de la loi du 27 novembre 1891 pour la répression du vagabon' dage et de la mendicité; Sur la proposition des Ministres de la Justice et des Finances, Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : Article 1". Le prix de la journée d'entretien pour l'année 1947 dans les maisons de refuge et les d é p ô t s de mendicité est fixé comme suit : 1. A trente-sept francs cinquante-trois centimes (37,53) pour les hommes invalides placés à la maison de refuge ou au dépôt de mendicité et dont l'état de santé exige des soins spéciaux;

1419

-Mei 1947.

89

C0NFERENT1E V A N H E T P E R S O N E E L . E

2 alg. d i r , Studiebureau, litt. R, n' V H I / 2 / 1 . Brussel, de 14 M e i 1948. Aan de heren Bestuurders

van de gevangenissen en

interneringscentra.

Ik heb kunnen vaststellen dat door het feit dat de leden van de maandelijkse conferentie van het personeel een al te groot aantal dossiers te behandelen knjgen, het grondig onderzoek van die dossiers wel eens wordt verhinderd. Bovendien, doordat een aanzienlijk aantal voorstellen tegelijk worden overgemaakt, wordt de regelmatige gang van de verschillende diensten, die deze voorstellen te onderzoeken hebben, versperd. Dientengevolge werd de aan formulier n 6 8 (blz. 2 1 0 van het Formulierenboek) toegezegde tekst van de onderrichting derwijze aangevuld dat aan de bestuurder toelating wordt verleend om bijkomende vergadenngen van het personeel te beleggen, telkens als hem zulks noodzakelijk voorkomt. Bij dezelfde postgelegenheid nodig ik de heren voorzitters van de bestuurscommissies uit desvoorkomend verschillende vergaderingen van de 'door hen voorgezeten collèges bijeen te roepen, ten einde het advies uit te brengen dat zij over de gepastheid van de hun overgelegde voorstellen 'te geven hebben. r

Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

G E B R U I K V A N D E N1EUWE S P E L L I N G .

2 Q


E

alg. d i r , Studiebureau, litt. R, n

r

XVII.

Brussel, de 1 6 M e i 1 9 4 7 . van de gevangenissen

en

interneringscentra.

De aandacht van de heren gevangenisbestuurders wordt gevestigd op het besluit'van de Regent dd. 9 Maart 1946, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 5 April 1946, en op het rondschrijven van de eerste-minister dd. 1 6 A p r i l 1 9 4 7 , n ' C Z / 4 / 1 1 0 1 9 , Belgisch Staatsblad van 2 8 en 2 9 April 1 9 4 7 , inzake het gebruik, van de nieuwe spelling bij de openbare besturen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

TOEVLUCHTSHUIZEN E N BEDELAARSGESTICHTEN. P R I J S V A N H E T O N D E R H O U D P E R DAG V O O R H E T JAAR 1 9 4 7 . (2« alg. *

dir,

2 " sect, n

Brussel, de

r

1320P.)

19 Mei

1,947.

K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gelet op artikel 3 7 der wet van 2 7 November 1891 op de beteugeling van de landlooperij en de bedelarij; Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Financiën, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. De prijs van het onderhoud per dag gedurende het jaar 1 9 4 7 in de toevluchtshuizen en de bedelaarsgestichten is vastgesteld als volgt : 1. Op zeven en dertig frank drie en vijftig centiem ( 3 7 , 5 3 ) voor de invalide mannn, die in het toevluchtshuis of in het bedelaarsgesticht zijn geplaatst en wier gezondheidstoestand bijzondere zorgen vergt;

90

22 mai 1947.

2. A trente-trois francs (33,00) pour les hommes invalides placés à la maison de refuge ou au dépôt de mendicité et dont l'état de santé n exige pas des soins spéciaux; 3. A trente et un francs septante-sept centimes (31,77) pour les hommes valides placés à la maison de refuge ou au dépôt de mendicité; 4. A vingt-trois francs vingt-deux centimes (23,22) pour les femmes invalides placées à la maison de refuge ou au dépôt de mendicité et dont l'état de s a n t é exige des soins spéciaux; 5. A vingt-six francs soixante et un centimes (26,61) pour les femmes atteintes de maladies spéciales et dont l'état de s a n t é réclame un régime et des soins tout à fait spéciaux; 6. A vingt et un francs cinquante-quatre centimes (21,54) pour les femmes valides et enfants de plus de deux ans, qui accompagnent leur mère ainsi que pour les femmes invalides dont l'état de santé n'exige pas des soins spéciaux; personnes placées à la maison de refuge ou au dépôt de mendicité; 7. A douze francs (12,00) pour les individus de passage dans les prisons; 8. A neuf francs septante-huit centimes (9,78) pour les enfants de trois mois à deux ans. Art. 2. L a quote part incombant aux communes dans le prix de la journée d'entretien, fixé pour 1947, sera augmentée de l'intérêt du taux légal, en matière civile, à défaut de paiement à l'expiration de quatre-vingt-dix jours après l'envoi de l'état trimestriel des frais d'entretien. Le Ministre de la Justice est chargé de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. P a r le Régent : Le Ministre de la Justice,

0

P. S T R U Y E .

Le Ministre du Budget, G.

EYSKENS.

ORGANISATION D E CENTRES D'EDUCATION PROFESSIONNELLE

( C . E . P . , S. R. T. T . ) .

e

(2 dir. g é n . Condamnés pour infractions contre la sûreté' de l'Etat.) Bruxelles, le 22 mai 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des'centres Monsieur le Directeur,

d'internement. ^

Dans la plupart des établissements des cours et conférences ou causeries sont donnés aux détenus. Ce sont là d'excellentes initiatives qu'il importe d'encourager et dont il faut féliciter tous ceux qui, à un titre quelconque, contribuent à leur réalisation. Toutefois, cet enseignement fragmentaire est insuffisant pour assurer la r é a d a p t a t i o n de jeunes condamnes qui manquent de formation intellectuelle ou professionnel^ et de ceux que leur condamnation, leur invalidité oir toute autre raison, empêchera de reprendre leur ancienne profession et qui doivent se p r é p a r e r à en exercer une nouvelle.

22 M e i 1947.

91 . _ .

• - -ç

2. Op drie en dertig frank (33,00) voor de invalide mannen die in het toevluchtshuis of in het bedelaarsgesticht zijn geplaatst en wier gezondheidstoestand geen bijzondere zorgen vergt; 3. Op een en dertig frank zeven en zeventig centiem (31,77) voor de valide mannen, die in het toevluchtshuis of in het bedelaarsgesticht zijn geplaatst; 4. Op drie en twintig frank twee en twintig centiem (23,22) voor de invalide vrouwen, die in het toevluchtshuis of in het bedelaarsgesticht zijn geplaatst en wier gezondheidstoestand bijzondere zorgen vergt; 5. Op zes en twintig frank een en zestig centiem (26,61) voor de door venerische ziekten aangetaste vrouwen wier gezondheidstoestand gansch bijzondere zorgen vergt; 6. Op een en twintig frank vier en vijftig centiem (21,54) voor de valide vrouwen en de kinderen van meer dan twee jaar die hun moeder vergezellen, alsmede voor de invalide vrouwen wier gezondheidstoestand geen bijzondere zorgen vergt, welke personen in het toevluchtshuis of in het bedelaarsgesticht zijn geplaatst; 7. Op twaalf frank (12,00) voor de' personen die als passant in de gevangenissen zijn opgenomen; 8. Op negen frank acht en zeventig centiem (9,78) voor de kinderen van drie maand tôt twee jaar. Art. 2. Het aandeel dat in den prijs van het onderhoud per dag, voor het j a a r 1947, ten laste van de gemeente valf, wordt met het bedrag van de wettelijke intrest in burgerlijke zaken verhoogd, indien het niet werd betaald negentig dagen na de toezending van den kwartaalstaat van de -onderhoudskosten. De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege.de Regent : De Minister van Justitie, P . STRUYE.

De Minister van Begroting, G.

EYSKENS.

I N R I C H T I N G V A N V A K O P L E I D I N G S C E N T R U M S ( V . 0 . C , D . W . R. V . ) .

2* alg. dir., Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat. Brussel, de 22 M e i 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Mijnheer de Bestuurder, In de meeste gestichten worden ten behoeve van de gedetineerden cursussen gegeven en voordrachten of causeriën gehouden. Dit uitstekend initiatief behoort te worden aangemoedigd en al degenen, die tôt het bewerkstelligen er van bijdragen, verdienen daarvoor te worden geprezen. Dit fragmentansch onderwijs volstaat echter niet om de wederopvoeding te verzekeren van jeugdige veroordeelden wier inrellectuële opleiding of vakopleiding niet genoegzaam ontwikkeld is en van dezen, die door hun veroordeling, invaliditeit of wegens enige andere oorzaak verhinderd zijn hun vroeger beroep te hervatten en zich moeten voorbereiden om een nieuw beroep uit te oefenen.

92

22 mai 1947.

Pour remédier à cette situation, des enseignements spéciaux seront donnés, dans le plus bref délai possible, dans certains établissements a p p r o p r i é s à cette fin : A. Enseignement technique : 1° Section commerciale : Développement de la culture générale et préparation aux carrières commerjciales ou de bureau. 2" Section industrielle : Développement de la culture générale et préparation à diverses c a r r i è r e s techniques, par exemple : mécanicien, dessinateur-mécanicien, technicien-mécanicien, électricien, dessinateur- électricien, technicien- électricien (à réaliser selon les besoins et les possibilités matérielles). B. Enseignement artisanal : P r é p a r a n t aux différents métiers, dont l'apprentissage ou le perfectionnement peut s'acquérir dans certains ateliers pénitentiaires, par exemple : menuisier, cordonnier, tisserand, imprimeur, tailleur, horloger. Ces enseignements, donnés dans les deux langues nationales s'inspireront autant que possible des programmes officiels de ces études. Ces programmes seront complétés pour chacun, de ces enseignements, par des entretiens et des échanges de vue dont le but sera de mieux faire connaître aux détenus la Belgique, ses institutions, ses richesses, son passé, son rôle dans la civilisation et ses possibilités d'avenir, afin de leur faire mieux comprendre leurs raisons d'attachement et leurs devoirs envers elle. Les horaires seront établis par la direction de l'établissement en conformité . avec ces programmes et soumis à l'approbation du S. R. R. T . Les horaires de l'enseignement technique réserveront une partie du temps à des travaux manuels autant que possible d'utilité générale. Seront désignés pour suivre les cours d'un C. E. P. les détenus méritants qui ayant encore deux ans de détention à faire, manquent de formation' intellectuelle ou professionnelle suffisante, ou qui doivent se p r é p a r e r à exercer après leur libération une profession nouvelle. Exceptionnellement pourront être admis dans une section artisanale les détenus qui se destinant à un métier manuel, n'auront plus qu'un an de détention. Seront désignés pour donner un ou des cours dans un C. E . P . des détenus choisis à raison de leurs aptitudes intellectuelles et morales et dont l'amendement p a r a î t r a satisfaisant. Ces détenus professeurs pourront être assistés dans leur action par d'autres détenus désignés comme moniteurs, à raison de leur valeur morale et de l'ascendant favorable qu'ils exercent sur leurs co-détenus. L a désignation de ces professeurs et moniteurs, comme celle des détenus appelés à suivre les cours, sera faite par le S. R. R. T. a p r è s accord avec la direction de l'établissement où ils se trouvent et, le cas échéant, sur proposition de celle-ci. Même si ces détenus exercent dans l'institution une activité utile, la direction les signalera à l'attention du S. R. R. T . en mentionnant cette activité. Car l'intérêt d'assurer au mieux le reclassement des détenus devra, en toutes circonstances, primer l'intérêt de les voir rendre service à la communauté pénitentiaire. Le S. R. R. T . est c h a r g é de la mise en œ u v r e immédiate des présentes directives. Il vous adressera à cet effet toutes instructions nécessaires. Je vous prie instamment de lui faciliter l'exécution de sa mission. Pour le Ministre : Le secrétaire général, P.

CORNIL.

22 M e i 1947.

93

Om die toestand te verhelpen zal er, zo spoedig mogelijk, in sommige daartoe geschikte gestichten, bijzonder onderwijs worden gegeven : A. Technisch onderwijs : 1° Handelsafdeling : Verruiming van de algemene ontwikkeling en voorbereiding tôt betrekkingen in de handel of tôt kantoorwerk. 2° Nijverheidsafdeling : Verruiming van de algemene ontwikkeling en voorbereiding tôt verschillende technische loopbanen, b. v. : werktuigkundige, tekenaar-werktuigkundige, technicus-werktuigkundige, électricien, tekenaar-electricien (te verwezenlijken naar gelang van de behoeften en de materiële mogelijkheden). B. Ambachtsonderwijs : Voorbereidend tôt de verschillende ambachten welke in sommige pénitentiaire werkplaatsen kunnen worden aangeleerd of waarvan de kennis kan worden volmaakt, b. v. : schrijnwerker, schoenmaker, wever, drukker, kleermaker, horlogemaker. Dit onderwijs, dat in de beide landstalen zal gegeven worden, zal zoveel mogelijk aanleunen bij de officiële p r o g r a m m a i van die studiën. Voor ieder van die onderwijsvakken zullen deze p r o g r a m m a i worden aangevuld met gesprekken en gedachtenwisselingen welke ten doel hebben de gedetineerden beter bekend te maken met België, met zijn instellingen, zijn rijkdommen, zijn verleden, zijn roi in de beschaving en zijn toekomstmogelijkheden ten einde hun de redenen tôt gehechtheid aan en hun plichten jegens hun land beter te doen beseffen. De uurregeling zal door het bestuur van het gesticht worden vastgesteld in overeenstemming met die p r o g r a m m a i en aan de D. W . R. V . ter goedkeuring worden voorgelegd. In het technisch onderwijs zal een deel van de tijd aan handwerk, zoveel mogelijk aan handwerk van algemeen nut, worden gewijd. Zullen worden aangewezen om de cursussen bij een V . O. C . te volgen, de verdienstelijke gedetineerden die nog twee jaar hechtenis hebben uit te doen, en die geen voldoende intellectuële opleiding of vakopleiding genoten hebben of zich moeten voorbereiden om na hùn invrijheidstelling een nieuw beroep uit te oefenen. Bij uitzondering kunnen t ô t een ambachtsafdeling worden toegelaten de gedetineerden die zich t ô t het uitoefenen van een handwerk voorbereiden, maar nog slechts één jaar hechtenis hebben uit te doen. Zullen worden aangeduid om één of meer cursussen bij een V . O. C . te geven, .gedetineerden die op grond van hunne intellectuële of morele bevoegdheid daarvoor in aanmerking komen en wier verbetering bevredigend blijkt. Deze gedetineerde leeraars mogen in hun werk worden bijgestaan door andere gedetineerden die, wegens hun morele waarde en de gunstige invloed die zij op hun medegedetineerden uitoefenen, als monitors worden aangewezen. De aanwijzing van die leraars en monitors, evenals die vàn de gedetineerden die de gelegenheid zullen krijgen de cursussen te volgen geschiedt door de D . W . R. V , na overleg met het bestuur van het gesticht waarin zij zich bevinden en, desvoorkomend op voorstel van bedoeld bestuur. Zelfs indien deze gedetineerden in het gesticht nuttig werk verrichten, behoren zij door het bestuur aan de D . W . R. V . te worden gesignaleerd met vermelding van die bedrijvigheid. Immers, al heeft het belang dat die gedetineerden aan de pénitentiaire gemeenschap dienst bewijzen, toch behoort, in aile omstandigheden de hehoorlijke reclassering van de gedetineerden de voorrang te hebben. De D . W . R. V . is er mede belast deze richtlijnen onverwijld in toepassing te brengen. Hij zal u daartoe de nodige onderrichtingen geven. Ik verzoek u dringend hem de uitvoering van zijn opdracht te vergemakkelijken. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

94

23 mai 1947. ORGANISATION

D E CENTRES D'ÉDUCATION

PROFESSIONNELLE.

S. R. R. T.

2" dir. g é n . C o n d a m n é s pour infractions contre la sûreté de l'Etat. Bruxelles, le 23 mai 1947. A MM. les Directeurs


En vue de l'organisaroin des centres d'éducation professionnelle C . E . P.) telle qu'elle vous a été annoncée par M . le Secrétaire général Cornil dans sa lettre du 22 mai 1947, et 'pour vous permettre de répondre utilement aux demandes que j ' a i l'honneur de vous faire ci-après, je crois utile de vous'exposer c e ' q u i 6uit : 1. Des cours de langues, des entretiens sur l'histoire et l a géographie de B e l gique, l'histoire de l'art et l a littérature belges, les institutions nationales, sont prévus pour compléter la culture, générale et susciter chez les détenus l'attachement au pays. Ces cours et entretiens ne pourront être confiés q u ' à des docteurs en droit, des docteurs o u licenciés en philosophie et lettres, en histoire, en histoire de l'art et archéologie, en sciences sociales, là des r é g e n t e littéraires ou des régente en langues germaniques, à dies instituteurs. 2. Dans la section commerciale de l'enseignement technique, outre les cours de commerce, de comptabilité, de dactylographie et de s t é n o g r a p h i e , sont prévus des cours de mathématiques, de droit et de géographie économique qui seront faite par des licenciés en sciences commerciales, des comptables, des docteurs' ou licenciés en sciences physiques et mathématiques, des docteurs en droit, des r é g e n t s scientifiques. De bons s t é n o g r a p h e s et dactylographes seront également nécessaires. Dans la section industrielle de l'enseignement technique, outre les cours théoriques organisés comme ci-dessus, des cours pratiques de mécanique et de manipulations électriques seront confiés à des ingénieurs, des officiers ou des ingénieurs-techniciens. Parmi ceux-ci la préférence sera d o n n é e aux professeurs d'enseignement industriel. 3. L'enseignement artisanal comprendra des sections pour menuisiers, cordonniers, tisserands, imprimeurs, tailleurs, éventuellement une section agricole (culture maraîchère, arboriculture, horticulture). L'apprentissage pratique sera complété, dans la mesure des besoins et des possibilités, par certains cours théoriques à déterminer ultérieurement. Des à p r é s e n t il est fait appel aux ingénieurs agronomes. Pour permettre au S. R. R. T . de désigner, d'une part, les d é t e n u s qui seront admis à suivre les cours de l'un de ces groupes éducatifs et, d'autre part, les détenus appelés â prendre une charge de professeurs ou de moniteurs dans ces mêmes groupes, je vous prie de bien vouloir m'adresser au plus tard dans les dix jours de la p r é s e n t e : 1° Une liste nominative des d é t e n u s qui vous paraissent réunir les conditions précisées par M . le Secrétaire général Cornil «pour (être 'admis à suivre les cours de l'un des groupes éducatifs ci-dessus. A cette liste vous voudrez bien joindre pour chacun de ces d é t e n u s un état 58 et autant que possible une copie de l'exposé des faits. Vous mentionnerez aux observations la profession ou le métier que le détenu vous aura dit vouloir exercer ou q u i vous p a r a î t r a devoir lui convenir. 2° Une liste des détenus qui vous sembleront réunir les conditions de la lettre du 22 mai 1947 et celles précisées ci-dessus, et qui accepteraient de se voir confier la tâche de professeur ou de moniteur dans un C . !E. Cette liste indiquera les noms, p r é n o m s , â g e et profession ou titres scientifiques de ces d é t e n u s , que le S. R.
HANSSENS.

23 Mei 1947. INRICHTING

95

V A N VAKOPLEIDINGSCENTRUMS. D . W . R. V .

e

2 alg. dir. Veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat. Brussel, 23 Mei 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Met het oog op de inrichting vain vakopleidingscentra l(V. O. C ) , zoals deze u door de heer Secretaris-Generaal Cornil in zijn schrijven van 22 .Mei 1947 werd aangekondigd, en om u i n de gelegenheid te stellen de inlichtingen die i k de eer heb u hienna te vragen, te verschaffen, acht ik het nuttig u het volgende uiteen te zetten : 1. Taalcursussen, gesprekken over de geschiedenis en aardrijkskunde van België, de geschiedenis van de Belgische kunst en letterkunde, de nationale instellingen worden voorzien om de algemene cultuur aan te vullen en bij de gedetineerden de verkleefdheid aan het land op te wekken. Deze leergangen en gesprekken mogen enkel worden opgedragen aan doctors in de rechten, doctors or licentiaten i n wijsbegeerte en letteren, in geschiedenis, in geschiedenis van de kunst en oudheidkunde, in sociale wetenschappen, aan letterkundige regenten of regenten in de Germaanse talen, aan onderwijzers. 2. In de handelsafdeling van het technisch onderwijs worden benevens cursussen over haindel, comptabiliteit, dactylografie, stenografie, cursussen voorzien over wiskunde, rechtswetenschap en economische aardrijikskunde, welke zullen gegeven worden door licentiaten in de 'natuuTwetensohappen', •rekenplichtigen, doctors of licentiaten i n de natuurwetenschappen of wiskundige wetenschappen, doctors in de rechten, wetenschappelijke regenten. Geschoolde stenografen en dactylografen zullen eveneens nodig zijn. In de nijverheidsafdeling van het technisch onderwijs zullen, benevens de theoretische cursussen, ingericht zoals hierboven is aangeduid, practische lessen van mechanica en electrische manipulaties worden opgedragen aan ingénieurs, officiereoi of ingenieuirs-technici. Onder laatstgenoemden zal de voorkeur worden gegeven aan leraars uit het nijverheidsonderwijs. 3. Het ambachtsonderwijs omvat afdelingen voor schrijnwerkers, schoenmakers, wevers, drukkers, kleermakers, desvoorkomend een landbouwafdeling groententeelt, boom'kwekerjj, tuinbouwkiunde). D e practische lessen zullen, naar gelang van de behoeften en de mogelijkheden, worden aangevuld met enkele theoretische cursussen, welke later zullen worden vastgesteld. E r wordt van nu af beroep gedaan op de landbouwkundige ingénieurs. Ten einde de D . W . iR. V . in de gelegenheid te stellen, enerzijds, de gedetineerden, die t ô t het bijwonen van de lessen van een der opvoedende groepen worden toegelaten en, anderzijds, de gedetineerden, die opdracht zullen krijgen in die groepen als leraar of monitor te fungeren, aan-te wijzen, verzoek ik u mij uiterlijk binnen tien dagen na de ontvangst van dit schrijven, over te leggen : 1° Een naamlijst van de gedetineerden, die, naar uw oordeel, voldoen aan de door de heer Secretari6^Generaal Cornil 'bepaalde vereisten om de lessen van een der hogerbedoelde opvoedende groepen te mogen volgen. Gelieve aan deze lijst, voor ieder van die gedetineerden, een staat 58 en, zoveel doenlijk, een afschrift van de uiteenzetting der feiten toe te voegen. In de opmerkingen moet 'gij het 'beroep of de stiel vermelden, die de gedetineerde u verklaard heeft te willen uitoefenen of d i e gij hem geschikt acht. 2° Een lijst van de gedetineerden die, naar uw oordeel, aan de in het schrijven van 22 iMei 1947 bepaaide vereisten alsmede aan de hiervoren vermelde vereisten voldoen en die bereid zouden zijn ide taak van leraar of monitor (bij een O . C. te aanvaarden. Deze lijst moet de namen, voornamen, leeftijd en beroep of wetenschappelijke aanspraak van die gedetineerden vermelden; zo de D . W . R. V . oordeelt dat hun candidatuur in aanmerking dient genomen, zal 'hij de belanghebbenden bij u bezoeken. Indien er onder uw gedetineerden specialisten in beroepsoriëntering zijn, gelieve ze mij te signaleeren met opgave van hun aanspraken. Gelieve dit eveneens te doen voor wat betreft de bouwkundigen, de nijverheidsen reclame tekenaars, de d é c o r a t e u r s . Indien u gevraagd werd dat ook onderwijs
HANSSENS.

96

29-31 mai 1947. ÉDIFICES DU CULTE. —

PLACEMENT DE VITRAUX PEINTS.

1" dir, g é n , 2' section, n° 8168. Bruxelles, le 29 mai 1947. A MM. le Gouverneurs

de

province.

J'ai c o n s t a t é , à plusieurs reprises, que des fabriques d'église ont, sans autorisation préalable du Ministre de la Justice, p r o c é d é au placement de vitraux peints dans les églises affectées au service public du culte, et, à cette occasion, j ' a i r e m a r q u é que îles fabriques d'église qui font face au c o û t de ces travaux au moyen de fonds fournis exclusivement par des particuliers, croient que, dans ce cas, l'autorisation précitée n'est pas nécessaire. Je me vois, dès lors, forcé de rappeler que l'autorisation administrative prescrite en l'espèce, par l'arrêté royal du 16 a o û t 1824, qui a force de loi, est requise aussi bien dans le cas où les frais du placement des vitraux seraient couverts par des particuliers, que dans celui où ces frais seraient p a y é s par les fabriques d'église avec ou sans le concours pécunier des pouvoirs publics, ainsi que le porte la circulaire de mon département, en date du 4 septembre 1943. Je crois, en outre, opportun d'attirer votre attention sur ce que, dans le premier cas, i l !n'y a pas lieu de prendre les avis du conseil communal et de la députation permanente du conseil provincial, les finances de la fabrique d'église n'étant pas en cause. Il suffit alors de soumettre la demande en autorisation, avec les dessins, aux avis du chef diocésain et de la Commission royale des monuments et des sites, comme le signale, d'ailleurs, la dite circulaire. Je vous prie de bien vouloir en informer les administrations fabriciennes par la voie du .mémorial administratif. Pour le Ministre : Le Directeur général délégué, «L. GRIMONPONT.

PRISONS. — CENTRES B"INTERNEMENT. — COLONIES- DE BIENFAISANCE. ÉTABLISSEMENTS DE DÉFENSE SOCIALE. RÉGIME ALIMENTAIRE DES DÉTENUS : œUFS-FROMAGE. e

2* D i r . g é n , 3 sect, 3« b u r , n° 302, litt. C. nBruxelles, le 31 mai 1947. L'administration vient de mettre à la disposition des établissements 'des approvisionnements de pois secs. Par ailleurs, les chefs d'établissement ont été autorisés à porter la ration de pommes de terre à 600 grammes par jour et par détenu. D'accord avec iMM. les médecinsînspecteurs dui Service médical, j ' a i décidé de ne plus distribuer aux d é t e n u s des œ u f s et du fromage, aux frais de l'administration. L e s instructions contenues dans 'es circulaires du 22 janvier 1947, n° 1343 N et du 4 avril 1947, n° 1584 >N, 2 direction générale, 7° section, sont abrogées. Les œufs et les fromages seront mis en vente à la cantine. e

•Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

29-31 M e i 1947. GEBOUWEN V A N D E EREDIENST.

97

— PLAATSING V A N GESCHILDERDE GLASRAMEN.

I

e

T

A l g . d i r , 2' sect,
Brussel, de 29 M e i 1947. Aan de heren provinciegouvemeurs, Ik heb herhaalde malen vastgesteld dat kerkfabrieken, zonder voorafgaande machtiging van de minister van justitie, zijn overgegaan tôt het plaatsen van geschilderde glasramen in de tôt de openbare eredienst dienende kerken; bij die gelegenheid heb ik opgemerkt dat de ikerkfabrieken welke die werken bekostigen met uitsluitend door particulieren verschafte geldmiddelen, menen dat, dn dit geval, bedoelde machtiging niet nodig is. Derhalve zie ik >mij verplicht er aan te herinneren dat, zoals blijkt uit de omzendbrief van mijn département, dd. 4 September 1943, de adminisbratieve machtiging, in dezen voorgeschreven bij het koninklijk besluit van 16 A u g u s tus 1824, dat kracht van wet heeft, vereist is zowel indien de kosten tôt plaatsing der glasramen gedekt worden door particulieren als wanneer in deze kosten voorzien wordt door de kerkfabrieken met of zonder de geldelijke tussenkomst van de openbare machten. iBovendien acht ik het gepast er uw aandacht op te vestigen dat, in het eerste geval, de adviezen van de gemeenteraad en van de bestendige deputatie van de provinciale raad niet dienen ingewonnen te worden, omdat de financiën der kerkfabriek niet er bij betrokken zijn. Alsdan volstaat het de vragen tôt machtiging, met de tekeningen, voor advies, over te leggen aan het hoofd van het bisdom en aan de Koninklijke Commissie voor monumenten en landschappen, zoals trouwens vermeld wordt Ibij hogerbedoelde omzendbrief. Ik verzoek u de kerkfabriekbesturen daarvan door het Bestuursmemoriaal op de boogte te willen stellen. Voor de Minister : De gemachtigde Directeur-Generaal, L.

GRIMONPONT.

G E V A N G E N I S S E N . — INTERNERINGSCENTRA. — W E L D A D I G H E I D S K O L O N I Ë N . GESTICHTEN TOT BESCHERMING V A N D E MAATSCHAPPIJ. VOEDINGSREG1ME V A N D E GEDETINEERDEN : EIEREN-KAAS.

2

B

e

r

A l g . d i r , 3 sect, 3° b u r , n 302, litt. C . Brussel, de 31 M e i 1947.

Aan de heren

bestuurders,

De adminietratie heeft zoëven, een voorraad gedroogde erwten ter beschikking gesteld van de gestichten. •Bovendien werd er aan de gestichtshoofden toelating verleend om het rantsoen aardappelen op te voeren tôt 600 gram per dag en per gedetineerde. In overleg met de geneesheren-inspecteurs van de geneeskundige dienst, heb ik er toe besloten aan de gedetineerden geen eieren en kaas meer te •verstrekken op de kosten van de administratie. De onderrichtingen, vervat in de ornzendbrievien van 22 Januari 1947, n 1343 N en 4 April 1947, n 1584 N, 2° algemene directie, V secrie, zijn opgehevem De eieren en de kaas zullen in de kantine te koop gesteld worden. 1

r

r

Voor de Minister : D e Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

98

31 mai-3 juin 1947. PRISONS, C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . F O U R N I T U R E S E F F E C T U É E S PAR L ' O F F I C E C E N T R A L D E S F O U R N I T U R E S .

2° direct, gén., 3

e

sect, 3* b u r , litt. C, n° 258. Bruxelles, le 31 mal 1947.

A MM. les

Directeurs,

Pour chaque fourniture, l'Office central des Fournitures adresse aux établissements un bordereau-récépissé en double exemplaire, dont l'un doit être envoyé, d û m e n t signé, au dit organisme. A l'avenir, ce dernier document sera transmis à l'administration centrale des prisons, qui, a p r è s en avoir pris connaissance, le fera parvenir à l'Office central des Fournitures. Cet envoi sera a c c o m p a g n é d'une note indiquant les articles du budget sur lesquels l a dépense a été imputée. Exemple Montant total de la d é p e n s e Article 10-4 du budget Article 19-1 ou 41-10 du budget

1,000 francs. 850 » 150 »

A u total

2,000 francs. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

CANTINE.

Bureau d'étude, 2« dir. g é n , litt. R, n° X I / 2 . Bruxelles, le 2 juin 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Le montant mensuel total des achats à la cantine par les condamnés est porté à trois cents francs à partir du 1" juillet 1947. (Modification de la circulaire du 27 février 1947, 2 direction générale, l section, 1" bureau, litt. S , n" 372/25, 63 R / X l / 2 ) . Pour le Ministre, Le Secrétaire général,, e

r

P.

e

CORNIL.

ÉVASIONS.

Bureau d'étude, 2" dir. g é n , litt. R, n° V / 4 . Bruxelles, le 3 juin 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires que lorsque un détenu a r r ê t é a o r è s 6'être évadé d'un centre d'internement ou d'une prison à régime commun, est réintégré dans l'établissement d'origine, il ne peut y être maintenu sans en référer à l'administration centrale. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.

DUPRÉEL.

31 Mei-3 Juni 1947. LEVERINGEN

99

G E V A N G E N I S S E N , INTERNERINGSCENTRA. G E D A A N DOOR H E T C E N T R A A L B U R E A U V O O R K A N T O O R B E H O E F T E N . r

2° alg. dir., 3° sectie, 3 ' b u r , litt. C, n 258. Brussel, de 31 M e i 1947. Aan de heren

Bestuurders,

Door het Centraal Bureau voor Kantoorbehoeften wordt er voor elke levering aan de gestichten een in duplo opgemaakt borderel-ontvangbewijs gezonden, waarvan één exemplaar, behoorlijk ondertekend, aan genoemd organisme moet worden teruggezonden. Voortaan behoort laatstbedoeld bescheid te worden overgelegd aan het centraal bestuur van de gevangenissen, dat, na inzage er van, het aan het Centraal Bureau voor Kantoorbehoeften zal doen geworden. iBij die toezending moet een nota worden gevoegd, met aanduiding van de begrotingsartikelen waarop de uitgaaf werd aangerekend. Voorbeeld : Totaal bedrag van de uitgaaf Artikel 10-4 van de begroting Artikel 19-1 of 41-10 van de begroting . . . . Totaal

1,000 frank. 850 » 150 » 2,000 frank.


CORNIL.

KANTIEN.

Studiebureau,

2

e

alg. d i r , litt. R,

n

r

XI/2.

Brussel, de 2 Juni 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentfa.

Met ingang van 1 Jluli 1947 wordt het totaal 'bedrag per maand van de aankopen in de kantien door de veroordeelden opgevoerd tôt driehonderd frank. (Wijziging van de omzendbrief van 27 Februari 1947, 2° algemene directie, I sectie, V bureel, litt. B, n 372/25, 63 R / X l / 2 ) . e

r


CORNIL.

ONTVLUCHTINGEN. e

r

Studiebureau, 2 alg d i r , litt. R, n V / 4 . Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentfa.

Aan de bestuurders van de strafinrichtingen wordt hierbij medegedeeld dat een gedetineerde die opnieuw gevat wordt na uit een interneringscentrum of een gevangenis met gemeenschapsstelsel te zijn ontvlucht en in het gesticht waar hij gedetineerd was weder opgesloten wordt in dit gesticht niet mag gehouden worden zonder dat het hoofdbestuur geraadpleegd wordt. Voor de Minister : De w n . Directeur-Generaal, J.

DUPRÉEL.

100

4-5 juin 1947. LIBÉRATIONS PROVISOIRES ET CONDITIONNELLES.

2' dir. g é n , c o n d a m n é s pour infractions contre la sûreté de l'Etat, service de la libération provisoire et conditionnelle, litt B L I. .Bruxelles, le 4 juin 1947. A MM. les Directeurs

des priions

et des centres

d'internement.

Les dispositions de la circulaire ministérielle du 16 janvier 1947, page 4, § 4, 2" direction générale, c o n d a m n é s pour infractions contre la sûreté de l'Etat, service de la libération provisoire et conditionnelle, litt. B L 1, sont modifiées comme 6uit :

!

•Dès que les membres de la conférence du personnel auront décidé d'introduire une proposition de libération conditionnelle, vous recueillerez immédiatement l'avis des autorités locales sur l'opportunité du retour du condamné à son domicile ou sa résidence. L'envoi de la proposition de libération conditionnelle à la commission administrative se fera sans attendre la réponse. Celle-ci sera transmise d è s sa réception et directement par vos soins au service c o m p é t e n t de l'administration centrale ( M . Mathieu, 491, avenue Louise). Pour le Ministre : Le Secrétaire général,. P.

ACHATS EFFECTUÉS PAR L E COMMISSIONNAIRE

CORNIL.

POUR COMPTE DES DÉTENUS. e

2" dir. g é n , 5 sect, 1" b u r , litt. E, n° 134. Bruxelles, le 5 juin 1947. A MM. les Directeurs


d'internement.

L a circulaire du 5 décembre 1931, même émargement, dispose : « L a direction peut, dans des cas particuliers, faire p r o c é d e r à l'achat par le commissionnaire dans le commerce, avec imputation directe du coût sur la masse des détenus, d'articles qui ne seraient pas compris dans la liste des objets à débiter à la cantine. » U est à remarquer qu'en ce cas le commissionnaire n'est qu'un intermédiaire et que par conséquent un ordonnancement à son profit et sous son acquit est erroné. C'est au profit du bénéficiaire réel et sur production d'une facture ou d'une quittance à annexer comme preuve à l'appui de la dépense qu'il y a lieu de mandater tout prélèvement sur la masse des d é t e n u s . Le

Pour le Ministre : Secrétaire général, P.

PLACE

TRIBUNAL D E COMMERCE. D E RÉFÉRENDAIRE ADJOINT A NAMUR. —

CORNIL.

CRÉATION

(1).

Secr. g é n , 2° sect, n° 39696. 5 juin 1947. — Par a r r ê t é du Régent, . „ , une: place place de s u p p lléé a n t est créée au tribunal de commerce de Namur. (1) Moniteur

belge, 1947, n° 165.

référendaire

adjoint

4-5 Juni 1947. VOORLOPIGE E N VOORWAARDELIJKE

101 INVR1JHEIDSTELLINOEN.

2 ' alg. d i r , veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstelling, litt. B. L. 1. Brussel, de 4 Juni 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De beschikkingen van de ministeriële omzendbrief van 16 Januari 1947,. bladzijde 4, § 4, 2 algemene directie, veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstelling, litt. B. L. / , zijn gewijzigd als volgt : Zodra de leden van de conferentie van het personeel hebben besloten een voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling in te dienen, dient gij onmiddellijk het advies van de plaatselijke overheden in te winnen betreffende de gepastheid van de terugkeer van de veroordeelde naar zijn woonplaats of zijn verblijfplaats. Het voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling dient aan de bestuurscommissie gezonden zonder het antwoord af te wachten. Dit antwoord zal, zodra het is toegekomen, onmiddellijk, door uw toedoen, overgemaakt worden aan de bevoegde dienst van het hoofdbestuur (de heer Mathieu, 491, Louizalaan). Voor de Minister : •De Secretaris-Generaal, e

P.

CORNIL.

A A N K O P E N DOOR D E B O O D S C H A P P E R G E D A A N V O O R R E K E N I N G V A N D E G E D E T I N E E R D E N .

2

e

e

e

alg. d i r , 5 sect, I b u r , litt. E, n' 134. Brussel, de 5 Juni 1947.



en

interneringscentra.

De omzendbrief van 5 Decembr 1931 bepaalt het volgende : « Het bestuur mag, in bijzondere gevallen, artikelen, welke niet in de lijst van de in de kantine te verkrijgen voorwerpen zijn begrepen, door de boodschapper in de privaathandel doen aankopen, rechtstreeks op de uitgaanskas van Ide gedetineerde. » Er dient opgemerkt dat in dit geval, de boodschapper slechts als tussenpersoon optreedt en dat bijgevolg een ordonnancering te zijnen behoeve en onder zijn voldaantekening verkeerd is. Het is ten behoeve van de persoon voor wie de aankoop werkelijik wordt gedaan, en op voorlegging van een factuur of van een kwitantie, welke t ô t staving van de gédane uitgave er bij moet gevoegd worden, dat elke van de massa der gedetineerden afgenomen som dient gemandateerd. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

PLAATS

RECHTBANK V A N KOOPHANDEL. V A N A D J U N C T RF.FERERDARIS T E N A M E N . —

CORNIL.

OPRICHT1NG

(1). r

A l g . secr, 2« sect, n 39696. 5 Juni 1947. — Bij besluit van de Regent, is een plaats van plaatsvervangend adjunct-referendaris in de rechtbank van koophandel te Namen opgericht. (1) Belgisch

Staatsblad,

1947, n

r

165.

%

102

13 juin 1947.

ASSOCIATION SANS B U T LUCRATIF. — FABRIQUE D'ÉGLISE. — SÉMINAIRE. C O M M I S S I O N P R O V I N C I A L E D E S F O N D A T I O N S D E B O U R S E S D ' É T U D E . — L E G S (1).

1" dir. gén., 1" sect., litt. D. L., n° 1725. Bruxelles, le 13 juin 1947. CHARLES,


A tous, présents et à venir, S A L U T . V u les extraits délivrés par le des testaments olographes en date M . Van Hoeydonck ( J - L . - M . ) , prêtre, décédé à Uccle, le 1" octobre 1945,

notaire De Marré, de résidence à Malines, des 22 et 29 janvier 1941, par lesquels demeurant à Anvers, Lange Nieuwstraat, 98, dispose notamment comme suit :

(Traduction.) Testament Idu 22 janvier 1941. « ... Je veux que mon avoir au séminaire dé Malines soit p a r t a g é comme suit : » 1° Mon calice est donné aux R R . S œ u r s de Saint-Joseph Calasanz, à Ekeren-Donck...; » 2" Piano au séminaire... » Je mets tout le surplus à la disposition de ... qui le réalisera et fondera avec le produit un anniversaire chanté au séminaire à mon intention... » ; Testament

du 29 janvier 1941.

« ... 1° M a maison à Ekeren-Donck sera vendue publiquement .... D u produit je donne, libre de frais et droits, la somme de 40,000 francs à la fabrique d'église d'Ekeren-Donck pour l'entretien et le renouvellement des vêtements et linge sacerdotaux... » 3° Je donne mon avoir au séminaire, 1" section, Bleekstraat, 5, Malines, libre de frais et droits, à ce sétninaire. Cet avoir consiste en meubles, bibliothèque, vêtements, linge, vins . . et provisions, exceptés l'argent et les valeurs boursières. r

e

» 4° A u même séminaire, l section, Bleekstraat, 5, Malines, je donne, libre de frais et droits, 300 £ Brésil ... comme fondation d'une bourse d'étude pour les études d'humanités au séminaire précité ... » ; V u les délibérations par lesquelles : 1° Le conseil d'administration de l'association sans but lucratif « Gesticht van de Zusters der Christelijke Scholen », établie à Vorselaar, et le conseil de fabrique de l'église de Donck, à Bkeren, sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui les concernent; 2° Le bureau administratif du séminaire de Malines sollicite l'autorisation d'accepter : a) les legs de divers objets, faits au profit de ce séminaire; b) le legs de fonds é t r a n g e r s fait au profit du dit séminaire, en vue de la fondation d'une bourse d'étude pour les études d'humanités anciennes; 3° L a commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers sollicite, en vertu de l'article 18 de la loi du 19 décembre 1864, l'autorisation d'accepter le dit legs de fonds é t r a n g e r s légués en vue Ide la fondation de la bourse d'étude susvisée; V u les avis des conseils communaux de Brasschaat et d'Ekeren, de M . le Cardinal-Archevêque de Malines et de la députation permanente des conseils provinciaux d'Anvers et du Brabant; (1) Moniteur

belge, 1947, n° 172.

13 Juni 1947.

103

VERENIG1NG Z O N D E R W I N S T O O G M E R K E N . — K E R K F A B R I E K . — PROVINCIALE COMMISSIE VOOR STUDIEBEURZENSTICHTINGEN. —

I

e

SEMINARIE. LEGATEN (1). r

alg. d i r , 1« sect, litt. S.L., n

1725.

Brussel, de 13 Juni 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninklijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de door notaris De Marré, ter standplaats Mechelen, verstrekte uittreksels uit de eigenhandige testamenten, dd. 22 en 29 Januari 1941, waarbij de heer Van Hoeydonck (J.-L.-M.), priester, wonende te Antwerpen, Lange Nieuwstraat, n^ 98, overleden te Ukkel, op 1 October 1945, onder meer, de volgende schikkingen treft : Testament van 22 Januari 1941. « ... wil ik dat mijn bezit in 't seminarie te Mechelen verdeeld wordt als volgt : » 1° Mijn kelk wordt gegeven aan de E . Zusters van Sint-Jozef-Calasanz, te Ekeren-Donck... » 2° Piano aan 't seminarie... » A l het overige stel ik ter beschikking van ... die het zal te gelde maken en met de opbrengst een gezongen jaargetijde stichten in 't seminarie te mijner intentie... » Testament van 29 Januari 1941. « ... 1° Mijn huis te Ekeren-Donck zal publiek verkocht worden... V a n de opbrengst schenk ik, vrij van kost en recht, de som van 40,000 frank aan de kerkfabriek van Eekeren-Donck tôt onderhoud en vernieuwing van kerkgewaad en linnen... » 3° Mijn bezit in 't seminarie, I sectie, Bleekstraat, 5, Mechelen, schenk ik, vrij van kost en recht, aan dit seminarie. Dit bezit bestaat uit meubelen, wijn, ... en voorraad, geld en beurswaarden uitgezonderd. » 4° Aan dit zelfde seminarie, I sectie, Bleekstraat, 5, Mechelen, schenk ik vrij van kost en recht, 300 £ Brésil ... als stichting ener studiebeurs voor de humaniora in bovengemeld seminarie... »; Gezien de beraadslagingen waarbij : 1° De raad tôt beheer van de vereniging zonder winstoogmerken « Gesticht van de Zusters der Christelijke Scholen », gevestigd te Vorselaar, en de fabriekriPad der kerk van Donck, te Ekeren, machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hen betreffende legaten; 2° Het bestuurscollege van het seminarie te Mechelen machtiging vraagt tôt het aanvaarden : a) van de ten behoeve van dit seminarie vermaakte legaten van verschillende voorwerpen; b) van het legaat van vreemde fondsen vermaakt ten behoeve van bedoeld seminarie met het oog op de stichting van een studiebeurs voor de oude humaniorastudiën; 3° De provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen, op grond van artikel 18 der wet van 19 December 1864, machtiging vraagt t ô t het aanvaarden van bedoeld legaat van vreemde fondsen vermaakt voor het stichten van voormelde studiebeurs; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Brasschaat en Ekeren, de kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen en de bestendige deputatie van de provinciale raden van Antwerpen en Brabant; e

e

(1) Belgisch

Staatsblad,

1947, n

1

172.

104

13

s

juin 1947.

V u les pièces de l'instruction d'où i l résulte : 1° Que la c o m m u n a u t é des Donck, dépend de l'association Çhristelijke Scholen »;

S œ u r s de Saint-Joseph Calasanz, à Ekerenr e q u é r a n t e « Gesticht van de Zusters der

2° Que le calice l é g u é au profit de la dite association est estimé 500 francs; 3° Que les objets divers légués au profit estimés 32,720 francs;

du séminaire de Malines sont

4° Que les fonds é t r a n g e r s légués en vue de la fondation d'une bourse d'étude pour les études d'humanités anciennes ont une valeur de 27,000 francs; Considérant que le legs fait en faveur de l'association sans but lucratif, précitée, doit permettre à celle-ci de réaliser l'objet en vue duquel elle s'est constituée; En ce qui concerne la clause par laquelle le testateur déclare que la bourse fondée est destinée aux études d ' h u m a n i t é s - a u petit séminaire de Malines; Considérant qu'en vertu de l'article 38 de la loi du 19 décembre '1864, les boursiers ont la faculté de fréquenter un établissement public ou privé, à leur choix, sans que cette faculté puisse être restreinte par l'acte de fondation; que, dès lors, la dite clause, en tant qu'elle indique l'établissement d'enseignement où les études prescrites doivent être faites, doit être réputée non écrite, conformément à l'article 900 du code civil; V u les articles 900, 910 et 937 du Code civil, 59 et 113 du décret du 30 décembre 1809, 76, 3° de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, 9, 10 et 18 de la loi du 19 décembre 1864, 15 de l'arrêté royal du 7 mars 1865, 16 de la loi du 27 juin 1921, le titre IV du décret du 6 novembre 1813, le tarif des services religieux, approuvé par Notre arrêté du 30 janvier 1946, ainsi que les statuts de l'association requérante, publiés au Moniteur belge du 22 janvier 1922; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article 1". L'association sans but lucratif « Gesticht van de Zusters der Çhristelijke Scholen », établie à Vorselaar, et la fabrique de l'église de Donck à Eekeren, sont autorisées à accepter les droits résultant, pour elles, des legs faits à leur profit. Art. 2. M . le cardinal-archevêque de Malines pour le séminaire de son archevêché, est autorisé à accepter les droits résultant, pour le dit séminaii'ë", des legs de divers objets légués à son profit. Art. 3. Le bureau administratif du séminaire de Malines n'est pas autorisé à accepter le legs de fonds étrangers, fait en vue de fa fondation d'une bourse d'étude pour les études d'humanités anciennes. Art. 4. L a commission provinciale des fondations de bourses d'étude d'Anvers est autorisée à accepter, aux conditions imposées, en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois, les droits résultant, pour elle, du dit legs fait en vue de la fondation d'une bourse d'étude pour les études d'humanités anciennes. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de (a Justice, . P.

STRUYE.

13 Juni 1947.

105

Gezien de stukken van net onderzoek waaruit blijkt : 1" Dat de gemeenschap der Zusters van Sint-Jozef-Calasanz, te EkerenDonck, afhangt van de verzoekende vereniging « Gesticht van de Zusters der Çhristelijke Scholen » ; 2° Dat de ten behoeve van bedoelde vereniging vermaakte kelk op 500 frank geschat is; 3° Dat de verschillende ten behoeve van het seminarie te Mechelen gelegateerde voorwerpen op 32,720 frank geschat zijn; 4° Dat de vreemde fondsen vermaakt met het oog op de stichting van een studiebeurs voor de oudere humaniora 27,000 frank waard zijn; Overwegende dat het legaat vermaakt ten bate van voormelde vereniging zonder winstoogmerken deze in de gelegenheid moet stellen het doel, waarvoor zij vverd opgericht, te bereiken; Wat de bepaling aangaat waarbij de testamentmaker verklaart dat de gestichte beurs bestemd is voor de humaniorastudiën in het klein seminarie te Mechelen : Overwegende dat, krachtens artikel 38 der wet van 19 December 1864 de beursstudenten een openbare of private inrichting naar keuze kunnen bezoeken zonder dat de vrijheid door de stichtingsakte kan beperkt worden; dat bijgevolg bedoelde bepaling voor zover zij de onderwijsinrichting aanduidt waar de voorgeschreven studiën dienen gedaan, aïs niet geschreven moet worden aangezien, overeenkomstig artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek; Gelet op de artikelen 900, 910 en 937 van het Burgerlijke Wetboek, 59 en 113 van het decreét van 30 December 1809, 76, 3°, der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 9, 1 en 18 der wet van 19 December 1864, 15 van het koninklijk besluit van 7 Maart 1865, 16 der wet van 27 Juni 1921, titel IV van het decreet van 6 November 1813, het tarief van de kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946, alsmede op de statuten van de verzoekende vereniging, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 Januari 1922; Op de voordracht van de Minister. van Justifie, Wij hebben

besloten en wij besluiten

:

Artikel '1. Aan de vereniging zonder winstoogmerken « Gesticht van de Zusters der Çhristelijke Scholen », gevestigd te Vorselaar, en aan de fabriek der kerk van Donck, te Ekeren, is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de rechten welke, voor hen, voortvloeien uit de te hunnen behoeve vermaakte legaten. Art. 2. Aan de Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen, voor het seminarie van zijn aartsbisdom, is machtiging verleend tôt het aanvaarden van de rechten welke voor bedoeld seminarie voortvloeien uit de te zijnen 'behoeve vermaakte legaten van verschillende voorwerpen. Art. 3. Aan het bestuurscollege van het seminarie te Mechelen is machtiging onthouden tôt het aanvaarden van het legaat van vreemde fondsen vermaakt met het oog op de stichting van een studiebeurs voor de oudere humaniorastudiën. Art. 4. Aan de provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen in Antwerpen is machtiging verleend tôt het aanvaarden, onder de opgelegde voorwaarden voor zover deze niet in strijd zijn met de wet, van de rechten welke voor haar voortvloeien uit bedoeld legaat vermaakt voor de stichting van een studiebeurs voor de oudere humaniorastudiën. . De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.

STRUYE.

20 juin 1947.

106

PUBLICATIONS

PÉRIODIQUES.

T dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R, n° V I I I / 4 / 3 . Bruxelles, le 20 juin 1947. A MM. les Directeurs


M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires trouveront ci-après la liste des publications périodiques auxquelles peuvent s'abonner-les détenus, aux conditions fixées par ma circulaire du 11 avril 1947, Bureau d'étude, 69 R/VU/4/3. Il a été tenu compte des propositions transmises j u s q u ' à ce jour par les établissements. D'autres publications pourront, a p r è s accord préalable de l'administration centrale, venir s'y ajouter au fur et à mesure des demandes. Les directions locales sont invitées à exercer un contrôle régulier sur ces publications et à me soumettre leurs observations éventuelles. Pour le Ministre, Le Secrétaire général, P.

Publications A. B . C. Ambiance. automobile et Tourisme. Belles Lectures (Les). Bonnes Soirées (Les). " Bulletin mensuel de la Société royale Saint-Hubert. Cadran de Paris. Cahiers socialistes. Carrefour. Courrier horticole (Le). Digeste catholique. Echo. Elle. Esprit (L'). Eventail (L'). Face à M a i n . France-Illustration. Gazette des Lettres. Germinal. Hebdo. Hommes et Mondes de Paris. Images du Monde. Lettres françaises (Les). Littéraire (Le). Marine. Médiatrice et Reine. Mercure. Publications A. B . C . Annalen van O . - L . - V . van het H . Hart. Bouwkroniek (De). Dominikaansch Leven. Duivenbode (De). Echo. Elseviers Weekblad. F i l m - en Fotoamateur. Filmstudiën.

CORNIL.

françaises. Monde illustré (Le). Miroir-Sprint. Nouvelles littéraires (Les). Nuit et Jour. Offrandes. Opéra. Paris-Dimanche. Patriote illustré. Paysage. Quatre et Trois. Revue nouvelle (La). Revue philosophique de Louvain. Revue technique. Royal Auto. Science et Vie. Sélection du « Reader's Digest ». Semaine d'Averbode (La). Semaine dans le Monde (Une). Soir illustré (Le). Speed. Stop. Sport. Synthèses. Tintin. Votre Santé. Vrai. Wandelaer et sur l'Eau. Week-End. flamandes. Filter. Gedurige Eeredienst tôt den H . Jozef (De). Haagsche Post. Katholiek Digest. Kompas (Het). Kultur Leven. Libelle. Linie (De).

107

20 Juni 1947. TIJDSCHRIFTEN.

2

e

alg. dir., Studiebureau, litt. R, n

r

VIII/.4/3.

Brussel, de 20 Juni 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Aan de Bestuurders van de strafinrichtingen wordt hierbij mededeling gedaan van de lijst der periodieke publicaties waaraan de gedetineerden zich mogen abonneren, onder de voorwaarden bepaald bij mijn omzendbrief van 11 April 1947, Studiebureau, 69 fl/VIII/4/3. Er werd rekening gehouden met de voorstellen, welke t ô t heden toe door de gestichten werden overgelegd. Naar gelang van de aanvragen, zullen andere publicaties, na voorafgaande instemming van het hoofdbestuur, aan deze lijst mogen worden toegevoegd. De plaatselijke besturen worden verzocht geregeld toezicht te houden over die publicaties en mij desvoorkomend mededeling te doen van hunne opmerkingen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

Franse A. B . C. Ambiance. Automobile et Tourisme. Belles Lectures (Les). Bonnes Soirées (Les). Bulletin mensuel de la Société royale Saint-Hubert. Cadran de Paris. Cahiers socialistes. Carrefour. Courrier horticole (Le). Digeste catholique. Echo. Elle. Esprit (L'). Eventail (L'). Face à Main. France-Illustration. Gazette des Lettres. Germinal. Hebdo. Hommes et Mondes de Paris. Images du Monde. Lettres françaises (Les). Littéraire (Le). Alarine. Médiatrice et Reine. Mercure. Vlaamse A. B . C. Annalen van O . - L . - V . van het H . Hart. Bouwkroniek (De). Dominikaansch Leven. Duivenbode (De). Echo. Elseviers Weekblad. F i l m - en Fotoamateur. Filmstudiën.

CORNIL.

uitgaven. Monde illustré (Le). Miroir-Sprint. Nouvelles littéraires (Les). Nuit et Jour. Offrandes. Opéra. Paris-Dimanche. Patriote illustré. Paysage. Quatre et Trois. Revue nouvelle (La). Revue philosophique de Louvain. Revue technique. Royal Auto. Science et Vie. Sélection du « R e a d è r ' s Digest x Semaine d'Averbode (La). Semaine dans le Monde (Une). Soir illustré (Le). Speed. Stop. Soort. Svnthèses. Tintin. Votre Santé. Vrai. Wandelaer et sur l'Eau. Week-End. uitgaven. Filter. Gedurige Eeredienst tôt den H . Jozef (De). Haagsche Post. Katholiek Digest. Kompas (Het). Kultur Leven. Libelle. Linie (De).

108

21 juin 1947.

Nieuwe Stemmen. Nieuw Vlaams Tiidschrift. Ons Volk. Ons Vrije Nederland. Overal. Rechtskundig Weekblad. Spectator. Spiegel. Sportleven. Stop. Straling. Streven. Taptoe.

Techniek (De). Technisch Wetenschappelijk Tijdschrift. Toerisme. Venster. V . E. V . Berichten. Vizier. Vlaamsche Gids (De). Vlas Gazet. Week (De). Zondagsvriend (De). Zonneweelde. Zweep (De). Publications

Amateur Photographer. Companion. Economist (The). Everybody's. Illustrated. John- B u l l . Journal. Omnibook. National G é o g r a p h i e Magazine (The).

TRANSFÈREMENT

étrangères. Prisma. Punch. Raeder's Digest. Saturday Evening Post. Sunday Times. Time. Times Weekly (The). True. World's Digest.

PAR VOITURE

AMBULANCE.

2° dir. g é n , 1" sect, 1" b u r , litt. B, n° 185. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Bruxelles, le 21 juin 1947. Lorsqu'un d é t e n u doit être transféré par voiture ambulance, i l convient de requérir la voiture de l'administration pénitentiaire g a r é e à l a prison de Forest. L a réquisition se fait par téléphone (43.45.31). Une permanence est établie, au garage de la (prison de Forest, de 7 là 20 heures en semaine, sauf le samedi (de 7 à 17 heures). En cas d'urgence, le samedi a p r è s 17 heures et les dimanches et jours fériés, téléphoner à la direction de la prison de [Forest i(44»38.66>, qui se charge d'alerter le service des transfèrements. (Pour le Ministre, L e Secrétaire général, iP. C O R N I L .

CONTROLE D E LA DÉTENTION

PRÉVENTIVE. '

5" d i r g é n , 1" sect, litt. A. P., n" 25340. Bruxelles, le 21 juin 1947. MM.

les Procureurs

Monsieur

l'Auditeur

généraux

près les Cours

d'appel.

général,

A diverses reprises, mon d é p a r t e m e n t a attiré l'attention des Parquets et particulièrement des Procureurs généraux, sur le devoir des autorités judiciaires de n'user qu'avec la plus e x t r ê m e circonspection de leur pouvoir de mettre et de maintenir les inculpés en état d'arrestation préventive.

109

21 Juni 1947.

Techniek (De). Technisch Wetenschappelijk Tijdschrift. Toerisme. Venster. V . E . V . Berichten. Vizier. Vlaamsche Gids (De). Vlas Gazet. Week (De). Zondagsvriend (De). Zonneweelde. Zweep (De).

Nieuwe Stemmen. Nieuw Vlaams Tijdschrift. Ons Volk. Ons Vrije Nederland. Overal. Rechtskundig Weekblad. Spectator. Spiegel. Sportleven. Stop. Straling. Streven. Taptoe. Buitenlandse Amateur Photographer. Companion. Economist (The). Everybpdy's. Illustrated. John Bull. Journal. Omnibook. National Géographie Magazine (The).

OVERBRENQINQ

2

e

uitgaven. Prisma. Punch. Raeder's Digest. Saturday Evening Post. Sunday Times. Time. Times Weekly (The). True. World's Digest.

PER AMBULANTIEWAGEN. e

r

alg. dir., l'i- sectie, I foureel, litt. R, ro 183. IBrussel, de 21 Juni 1947.



en

interneringscentra.

Wanneer een gedetineerde per ambullance moet worden overgebracht, dient het rijtuig van ihet bestuur der strafinrichtingen 'dat i n de gevangenis te Vorst staat, te worden gevraagd. De aanvraag wordt .per telefoon gedaan (43.45.31). iln de garage van de gevangenis van Vorst is eeni wachtpost rngericht, in de week van 7 tôt 20 uur, 's Zaterdags uitgezonderd
CONTROLE OVER D E PREVENTIEVE

5

e

CORNIL.

SANCTIES.

a l g . dfir., 1* sectie, litt. A. P., n

r

25340.

Brussel, de 21 Jhini 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal

bij de Hoven van

beroep.

Mijnheer de Auditeur-Generaal, Herhaaldelijk heeft mijn d é p a r t e m e n t de aawdacht van de Parketten en vooraJ v a n de Procureuren-Generaal, op de plicht van de rechterlijke overheden gevestigd d a t zij alleen m a a r met de uiteTSte «razichtigheid gebruik moeten imaken v a n h u n macht om de verdachten i n voorarrest te stellen e n te behouden.

110

25 juin 1947.

Des mesures ont, au surplus, été prises en vue d'assurer le contrôle de l a détention préventive. C'est ainsi que l a circulaire de mon d é p a r t e m e n t du 11 j u i l let 1933 (Recueil, page 274), prescrit que toute détention préventive subie par l'inculpé qui aura fait l'objet d'une ordonnance de non-lieu, d'un acquittement ou d'une condamnation à l'amende ou à un emprisonnement d'une durée inférieure à celle de l a détention préventive subie, donnera lieu à l'envoi d'un rapport exposant les raisons pour lesquelles le m a n d a t . d ' a r r ê t a été requis, décerné et maintenu. Les prescriptions de cette circulaire sont souvent perdues de vue. Je crois, en raison de la gravité particulière que revêt toute atteinte injustifiée à la liberté individuelle, 'qu'il convient de signaler une fois encore à l'attention de M M . les Procureurs du !Roi et de M M . le Juges d'instruction,, combien il s'impose de ne délivrer et de maintenir les mandats d'arrêt que dans les limites d'une stricte nécessité, et de se conformer scrupuleusement aux prescriptions légales en la matière, ainsi que le rappelait la i circulaire du 6 mai 1913 (Recueil, page 89). J'ai l'honneur de vous prier, monsieur le Procureur général ( M . l'Auditeur général), de vouloir bien donner les instructions nécessaires à M M . les Procureurs du Roi (à M M . les Auditeurs militaires) de votre ressort. Pour le Ministre : L e Directeur délégué, GÉRARD.

CONTROLE DES VISITEURS. e

2 dir. g é n . Bureau d'Etude, litt. R., n° V / l . Bruxelles, le 25 juin 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires sont priés d'organiser comme suit le contrôle des visiteurs. Toute personne é t r a n g è r e à l'administration devra, quelle que soit sa qualité, déposer sa carte d'identité chez le portier. Cet agent tiendra, avec le plus grand soin, un cahier où il inscrira l'identité du visiteur et le n u m é r o du jeton qu'il lui remet. Il fera signer le visiteur en regard de cette inscription. Lorsque celui-ci se présentera pour sortir, le portier lui demandera son nom, reprendra le jeton, vérifiera si le n u m é r o qu'il porte est bien celui renseigné à l'entrée, fera signer à nouveau le visiteur en ayant soin de ne pas laisser l a première signature à découvert, examinera si les deux signatures sont identiques et remettra enfin l'a carte d'identité au visiteur. D'autre part, une dizaine de jeux de jetons de formes différentes seront mis en usage et la direction fixera chaque matin la forme des jetons à employer pour la journée. Tout jeton é g a r é devra entraîner la destruction immédiate de la série, qui sera remplacée par une forme nouvelle. Si un incident survenait par suite de l'inobservation de ces prescriptions, l'agent en défaut encourrait une sanction sévère. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

25 Juni 1947.

111

Bovendien werden maatregelen getroffen om de contrôle over de preventieve hechtenis te verzekeren. Aldus werd bij rondzendbrief van mijn d é p a r t e m e n t van 11 Juli 1933, (Verzameling, bladz. 274), voorgeschreven dat aile voorarrest ondergaan door een verdachte ten aanzien van wie een bevel tôt buitenvervolgingstelling, een vrijspraak of een veroordeling tôt een geldboete of t ô t een gevangenisstraf van kortere duur dan de ondergane preventieve hechtenis, wordt uitgesproken, aanleiding zal geven t ô t het toezenden van een verslag waarin wordt vermeld om welke redenen het bevel tôt gevangenneming geëist, uitgevaardigd en behouden werd. De voorschriften van die rondzendbrief worden vaak uit 't oog verloren. Wegens de bijzondere emst van welke onverantwoorde inbreuk ook op de persoonlijke vrijheid, meen ik dat het past nogmaal de aandacht van de heren Procureuren des Konings « n van de heren Onderzoeksrechters er op te vestigen hoe dringend nodig het is de bevelen tôt aanhouding elechts binnen de perken van de strikte noodzakelijkheid af te leveren en te behoudeffi en zich nauwlettend te gedragen ,maar de ter zake geldende wettelijke voorschriften, zoals er aan hennnerd werd bij rondzendbrief van 6 M e i 1913 (Verzameling, bladz. 89). Ik heb de eer u teverzoeken, Mijnheer de Procureur-Generaal en Mijnheer de Auditeur-Generaal, de nodige onderrichtingen te geven aan de 'heren Procureuren des Konings in uw rechtsgebied, en aan de heren Krijgsauditeuren. V o o r de Minister : !De gemachtigde 'Directeur, GÉRARD.

TOEZICHT OP DE BEZOEKERS. r

2' alg. dir., Studiebureau, litt. R., n V / l . Brussel, de 25 Juni 1947. Aan de heren Bestuurders


interneringscentra.

De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden hierbij verzocht de contrôle van de bezoekers in te richten als volgt. Ieder niet tôt de administratie behorend persoon moet welke zijn hoedanigheid ook zij, zijn identiteitskaart bij de portier neerleggen. Deze agent zal, met de meeste nauwgezetheid, een schrijfboek bijhouden, waarin hij de identiteit van de bezoeker inschrijft alsmede het nummer van de penning die hij hem uitreikt. Hij doet de bezoeker tekenen nevens die inschrijving. Wanneer de bezoeker zich aanmeldt om weg te gaan, moet de portier hem zijn naam vragen, de penning terugnemen, nazien of het daarop staande nummer werkelijk datgene is dat bij de aankomst werd ingeschreven, de bezoeker opnieuw doen tekenen, daarbij zorg dragend dat de eerste handtekening niet kan gezien worden, onderzoeken of de twee handtekeningen identiek dezelfde zijn en eindelijk de identiteitskaart aan de bezoeker teruggeven. Bovendien moeten er een tiental stellen penningen, van verschillende vormen, worden in gebruik gesteld en het bestuur zal elke morgend de vorm van de gedurende de dag te gebruiken penningen vatststellen. Wanneer een penning zoek geraakt, moet de reeks onmiddellijk vernietigd worden en door een nieuwe vorm vervangen. Indien er zich tengevolge van de niet-nakoming van deze voorschriften, een incident voordeed, zou de in gebreke gebleven agent een strenge sanctie oplopen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

112

25 juin 1947. TENUE

DES ÉCRITURES R E L A T I V E S A U X OPÉRATIONS D E LA RÉGIE D U TRAVAIL PÉNITENTIAIRE. e

2 dir. g é n , 4" sect. Service central du Travail, n" 15943/?. Bruxelles, le 25 juin 1947. M M . les directeurs des prisons et des centres d'internement sont informés des nouvelles règles entrant en vigueur au 1 juillet 1947 pour la tenue des écritures relatives aux opérations de la Régie du travail pénitentiaire. Le but poursuivi est de simplifier les écritures et les maniements de fonds des établissements et de permettre au Service central du Travail de connaître à tout moment la situation de dette des clients et des entrepreneurs. Ce service pourra ainsi prendre rapidement les mesures jugées utiles pour sauvegarder les intérêts de la Régie. Les directeurs des prisons et des centres d'internement voudront bien communiquer les instructions ci-jointes aux .membres de leur personnel et de veiller à leur stricte application. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, er

P.

CORNIL.

Nouvelle organisation des écritures de la Régie du travail pénitentiaire. (Date d'entrée en vigueur : le 1" juillet 1947.) A. Règles

générales. o

r

1. Le Service central du Travail assure, à partir du l juillet 1947, le recouvrement des factures de vente n" 156, dressées par les services extérieurs. Il recevra lui-même les paiements effectués par les débiteurs et fera les rappels nécessaires. 2. A u début du mois de juillet prochain, les comptables doivent virer au compte de chèques postaux de la Régie du travail pénitentiaire, à Bruxelles, leur encaisse totale régie à la date du 30 juin 1947 (solde d'avances et solde des recouvrements). 3. U n relevé et une copie signée d é b o u t e s les factures n° 156 dressées jusque et y compris la date du 30 juin 1947 et restées impayées à l a fin de cette journée, doivent être transmis au Service central du Travail au début du mois de juillet. 4. Une copie signée de toute nouvelle facture n° 156 (facture de vente ou facture de cession), dressée à partir du 1 juillet 1947, doit être envoyée au Service central du Travail, au moment même où l'original de la facture est envoyé au débiteur. 5. L'état trimestriel n" 183 des recettes et des dépenses devient annuel. Le dernier état trimestriel n" 183, à transmettre, est celui qui se rapporte au 2 trimestre 1947. L'état annuel n° 183 doit être dressé la première fois le 31 décembre 1947. Il doit englober toutes les opérations en deniers de l'année 1947. 6. Le relevé trimestriel des factures recouvrées, joint à l'état n" 183, devient annuel et ne doit plus être accompagné d'une copie des factures. Le dernier relevé trimestriel des factures recouvrées à transmettre est celui qui se rapporte au 2* trimestre 1947. Le relevé annuel des factures recouvrées doit être établi la première fois le 31 décembre 1947 et comprendre les recouvrements éventuels faits par le comptable du 1" juillet au 31 décembre 1947. 7. L'état n° 168 trimestriel des menues dépenses devient mensuel. Le premier état n" 168 mensuel à transmettre est celui qui se rapporte aux menues dépenses faites pendant le mois de juillet 1947. 8. Les états de dépouillements n 514 et 515 trimestriels, ainsi que leur récapitulation, sont supprimés à partir du 1" juillet 1947. er

e

o S

25 Juni 1947.

113

H E T H O U D E N V A N D E G E S C H R I F T E N B E T R E F F E N D E D E VERR1CHTINGEN VAN D E REGIE VAN D E GEVANGENISARBEID.

2

e

e

alg. dir., 4 sect., Centrale Arbeidsdienst, n

r

15943/?.

Brussel, 25 Juni 1947. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen interneringscentra wordt hierbij ter 'kennis gebracht dat van 1 Juli 1947 af een nieuwe regeling in voege treedt voor het houden van de geschriften betreffende de verrichtingen van de Régie van de Gevangeràsafbeid. Het daarbij nagestreefde doel is de geschriften en de geldverhandelingen van de inrichtingen te vereenvoudigen en de Centrale Arbeidsdienst in de mogelijkheid te stellen op ieder ogenblik de schuld ivan de Wanten en aannemers te kennen. Zodoende zal deze dienst onmiddellijk de maatregelen kunnen treffen die nodig blijken voor de vrijwaring van de toelangen van de iRegie. De bestuurders van de gevangenissen en van de interneringscentra gelieven hierbijgaande onderrrichtingen aan hun personeel mee te delen en er over te waken dat deze voorschriften strikt worden nageleefd. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

Nieuwe inrichting van de geschriften van de Régie van de Gevangenisarbeid. (iDatum van in werking treden : 1 Juli 1947.) A. Algemene

regelien.

1. Van af 1 Juli 1947 zorgt d Centrale Arbeidsdiienst voor het innen van de verkooipfaetu'ren n 156 door de 'buitendiensten opgesteld. Hij zelf zal de door de schuldenaars gedane betalingen in ontvangst nemen en de nodige herinneringsbrieven toesturen. 2. Begin Juli a.s. zullen de irekenplichtigen het totaal bedrag van het inkasregie op 30 Juni 1947 (saldo van de voorschotten en saldo van de inningen) overschrijven op de postrekening van de Régie van de 'Gevangenisarbeid, te Brussel. 3. Een lijst en een ondertekend afschrift van al de facturen n 156 die tôt en op 30 Juni 1947 werden opgesteld en welke op die datum niet vereffend waren, dienen, begin Juldi 1947, aan de Centrale Arbeidsdienst te worden overgemaakt. 4. Van elke nieuwe factuur n 156 (verkoopfactuur of overlatingsfactuur) die van af 1 Juli 1947 wordt opgesteld, moet een ondertekend afschrift aan de Centrale Arbeidsdienst gezonden worden op het ogenblik zelf dat het origineel van de factuur aan de schuldenaar wordt toegestuurd. 5. De driemaandelijkse staat n 183 van de ontvangsten en uitgaven wordt een jaarstaat. De laatste driemaandelijkse staat n 183 die moet overgemaakt worden is deze van het tweede kwartaal 1947. De jaarstaat n U83 dient de eerste maal opgesteld te worden op 31 December 1947. Hij moet al de geldverhandelingen van het dienstjaar 1947 omvatten. 6. De driemaandelijkse opgave van de geïnde facturen die bij de staat n 183 gevoegd wordt, wordt een jaarlijkse opgave en moet niet meer vergezeld zijn van een afschrift der facturen. De laatste driemaandelijkse opgave van de geïnde facturen die moet ingezonden worden is deze van het tweede kwartaal 1947. De jaarlijkse opgave van de geïnde facturen moet de eerste maal opgesteld worden op 31 December 1947 en de inningen vcrmelden die van 1 Juli tôt 31 December 1947 gebeurlijk door de rekenplichtigen werden .gedaan. 7. De driemaandelijkse verzamelstaat n 168 der geringe uitgaven wordt een maandstaat. De eerste maandstaat n 168 die moet overgemaakt worden is deze die betrekking neeft op de geringe uitgaven gedaan gedurende de maand Juli 1947. 8. De driemaandelijkse indelingsstaten n 514 en 515 en hun samenvatting worden afgeschaft van af 1 Juli 1947. r

r

r

r

r

r

r

r

r

r s

114

25 juin 1947.

9. Les relevés mensuels n° 528 des factures restées impayées sont supprimés à partir du mois de juillet 1947, de même que le relevé annuel des factures non recouvrées et le tableau-contrôle annuel qui l'accompagne normalement. 10. A partir du 1" juillet 1947, toutes les pièces relatives aux recettes et aux dépenses de la Régie doivent être transmises par les établissements au Service central du Travail. Les comptes de gestion des matières de la Régie continueront à être transmis au Service de la comptablité des prisons. B. Instructions

particulières.

1. Versement du solde des produits recouvrés et reversement du solde d'avances de fonds, tels que ces soldes existent le 30 juin 1947. A u début du mois de juillet 1947, les comptables doivent virer au compte de chèques postaux n° 94.26 de la Régie du travail pénitentiaire, à Bruxelles : a) Le solde des avances de fonds, c'est-à-dire le montant des avances non utilisées à la date du 30 juin 1947; b) Le solde du produit des recouvrements opérés par eux pour compte de la Régie jusque et y compris la j o u r n é e du 30 juin 1947. Les deux soldes dont questions ci-avant doivent faire l'objet de deux virements distincts. Les avis de débit délivrés par l'Office des chèques postaux concernant ces deux virements seront compris dans l'état n° 168, régie du 2° trimestre 1947. De l a sorte, l'état n° 183, du 2 trimestre 1947, se clôturera par une encaisse de 0 francs. e

2. Introduction d'un relevé et d'une copie des factures restées impayées à la date du 30 juin 1947. Afin de permettre au Service central du Travail d'assurer le recouvrement des créances de la Régie, les établissements transmettront au Service central du Travail un relevé des factures restées impayées à la date du 30 juin 1947. Ce relevé sera dressé suivant le modèle de l'état mensuel n° 528 (les colonnes 9 à 11 toutefois exceptées). Le relevé devra comprendre toutes les sommes restées impayées, aussi bien celles se rapportant aux exercices antérieurs que celles relatives à l'exercice 1947. Toutes les factures restées impayées doivent y figurer, même celles qui n'ont été établies que le 30 juin 1947. Le relevé doit être accompagné : 1° D'une copie signée impayées;

des

factures

restées

totalement

ou partiellement

2" D u tableau-contrôle dressé à la date du 30 juin 1947. Il s'agit du tableaucontrôle dont la rédaction en fin d'année était prévue. Ces pièces seront transmises dans le plus bref délai au Service central du Travail. Les factures établies à charge de l'Administration des prisons et les factures de cession seront reprises sur un relevé distinct et comprenant toutes les factures établies du 1 janvier 1947 au 30 juin 1947, pour compte de l'exercice 1947. Ce relevé sera rédigé suivant le modèle de l'état mensuel n" 528. Aucune copie de facture ne doit y être jointe; le tableau-contrôle ne doit pas non plus comprendre le montant des dites factures. er

3. Avis à donner au débiteurs. Chaque à l a date du de sa dette pénitentiaire,

débiteur figurant au relevé des factures de vente restées impayées 30 juin 1947 doit être invité par l'établissement à verser le montant au compte de chèques postaux n° 94.26 de la Régie du travail 13, rue des Quatre-Bras, à Bruxelles.

25 Juni 1947.

115

r

9. De maandstaten n 528 van de onbetaald gebleven facturen, worden afgeschaft van af 1 Juli 1947; hetzelfde geldt voor de jaarstaat der onbetaald gebleven facturen en voor de jaarlijkse contrôletabel die deze normaal vergezelt. 10. Van 1 Juli 1947 af, moeten de stukken die betrekking hebben op de ontvangsten en uitgaven van de Régie door de inrictingen aan de Centrale Arbeidsdienst overgemaakt worden . De warenrekeningen Régie moeten zoals tevoren aan de Dienst van de Comptabiliteit der Gevangenissen worden toegestuurd. B . Spéciale

onderrichtingen.

1. Storting van het saldo der geïnde producten en terugstorting van het saldo der ontvawgen voorschotten, zoals die saldi zich voordoen op 30 Juni 1947. In het begin van de maand Jufo 1947, moeten de rekeniplichti'gen op de postrekening n 9426 van de Régie van de Gevangenisarbeid te iBrussel overschrijven : r

a) Het saldo van de voorschotten, d i . li. het bedrag van de op 30 Juni 1947 niet gebruikte voorgeschoten golden; b) Het saldo van de opbrengst der inningen die zij voor rekening van de Régie tôt en met 30 Juni 1947 inbegrepen gedaan hebben. De beide saldi, waarvan zoëven sprake, moeten het voorwerp uitmaken van twee afzonderlijke overschrijvingen. De debetberichten door 'het Postcheckanrbt voor deze beide overschrijvingen afgeleverd moeten opgenomen worden in de staat n* 168-Regie van het tweede kwartaal 1947. Zodoende zal de staat n 183 van het tweede kwartaal 1947 sluiten met een inkas van 0 frank. r

2. Indienen van een lijst en van een afschrift van de op 30 Juni 1947 onbetaald gebleven facturen. Ten einde de Centrale Arbeidsdienst in de •mogelijkheid te stellen de schuldvorderingen vam de iRegie te innen, zullen de inrichtingen hem een opgave overmaken van de facturen die op 30 j u n i 1947 onbetaald 'bleven. Deze opgave dient opgemaakt te worden naar het model van de imaandelijksc staat n ' 528 (de kolommen 9 tôt 11 echter uitgezonderd). Deze opgave moet aile onbetaald gebleven sommen vermelden, zowel deze die betrekking hebben op vorige dicnstjaren als deze van het dienstjaar 1947. A l de niet geïnde facturen imoeten er op voorkomen, zelfs deze die slechts op 30 Juni 1947 opgesteld werden. 'De opgave moet vergezeld zijn van : 1° Een ondertekend afschrift van de volledig of gedeeltelijk om'betaald gebleven facturen; 2° Een contrôleta'bel, opgemaakt op 30 Juni 1947; het gaat hier om de contrôletabel waarvan het opstellen op 'het einde v a n het jaar voorzien was. Oeze stukken zu'llen zodra mogelijk aan de Centrale Arbeidsdienst overgemaakt worden. ' De facturen opgesteld ten laste van het IBestuur der Gevangenissen, alsook de overlatingsfacturen, zullen vermeld worden op een afzonderlijke lijst (op te stellen volgens het model van de staat n 528), die aile facturen zal omvatten die van 1 Januari 1947 tôt 30 Juni 1947, voor rekening van het dienstjaar 1947, werden opgemaakt. Er dient geen afschrift van deze facturen ibij de lijst gevoegd en de contrôletabel zal ze evenmin moeten toegrijpen. r

3. Berioht dat aam de schuldenaars dient gegeven. Ieder schuldenaar die voorkomt op de opgave van de op 30 Juni 1947 onbetaald gebleven verkoopfacturen moet door de inrichting uitgenodigd worden het ibedrag van zijn schuld op postrekening n 9426 van de flRegie van de Gevangenisarbeid, Quatre-Brasstraat, 13, te Brussel, te storten. r

116

25 juin 1947.

4. Emargement du facturier des ventes n" 160 de la Régie. Pour chacune des factures de vente reprises au susdit relevé des factures restées impayées, la colonne « Recouvrements et Notes de Crédit » du facturier n° 160 des ventes et des cessions régie doit être émargée de la mention : « Créance transférée au S. C. T . » Cette mesure permettra aux établissements de se rendre compte si aucun poste n'a été omis au relevé précité. 5. Transmission au Service central du T r a v a i l d'une copie de toute nouvelle facture n° 156 (vente ou cession) dressée à partir du 1" juillet 1947. Le Service central du Travail doit être mis en possession d'une copie signée de toute nouvelle facture de vente ou de cession n° 156 dressée à partir du 1" juillet 1947. Toutes les factures établies à partir du 1 juillet sont donc visées : factures à charge de l'Administration des prisons, factures à charges de pouvoirs publics et d'organismes y assimilés, factures à charge de particuliers et d'entrepreneurs, factures de cession". L a copie de facture doit être envoyée au service central du T r a v a i l au moment même où l'original de la facture est adressé par l'établissement au client, à l'entrepreneur ou à un autre établissement. L a copie de facture sera vérifiée au Service central du Travail et le montant de la facture sera inscrit par ce service sur le compte-courant ouvert au nom du débiteur. er

6. Mentions à apposer à l'avenir sur les factures de vente. Les factures transmises par les établissements aux débiteurs doivent être revêtues obligatoirement des mentions suivantes (sauf lorsqu'il s'agit de factures de cession) : 1° « Le montant de la présente facture doit être viré au compte de chèques ostaux n" 94.26 de la Régie du travail pénitentiaire, 13, rue des Quatre-Bras, à ruxelles » ; 2° « Toute remarque éventuelle au sujet de cette facture doit être adressée à l a direction de l'établissement ». Les établissements bifferont de leurs factures le numéro de leur compte de chèques postaux.

E

7. Conditions que doit réunir chaque copie de facture destinée au Service central du Travail. L a copie de facture à transmettre au Service central du Travail doit réunir les conditions suivantes : 1° Enoncer, d'une manière précise, le nom et le prénom complet du débiteur, ainsi que son adresse (rue, numéro, localité); 2° Indiquer la date de la fourniture ou de l'exécution du travail; 3° Renseigner : a) E n ce qui concerne les fournitures : l a date et le numéro de l a commande du client; la date et le numéro de la commande du Service central du T r a v a i l ; b) E n ce qui concerne les travaux pour compte d'entrepreneurs, le numéro du tarif appliqué. Cette mention doit figurer dans la colonne « Observations » de la facture, à côté de chaque poste; 4° Mentionner-le nom de l'atelier ou de la branche d'activité qui a fait la fourniture ou la prestation. 8. Mode de régularisation des écritures pour sommes facturées trop peu ou facturées en trop. Les établissements ne peuvent, sans l'accord du Service central du Travail, modifier aucune facture n° 156 de vente ou de cession dont la copie a été transmise au susdit service. Pour les sommes facturées trop peu, une facture complémentaire sera établie; pour les sommes facturées en trop, une note de crédit ( voir n° 513 du Recueil des Formules de la Régie) sera adressée et transmise au client. Une copie signée de cette note de crédit doit être envoyée au même" moment au Service Central du Travail. S'il s'agit d'un entrepreneur fournissant régulièrement du travail, la déduction de l a somme facturée en trop pourra être faite sur la prochaine facture

25 Juni 1947.

117 r

4. Aantekening welke in het factùurboek der verkopen n 160-Regie moet worden gedaan. Voor iedere factuur, opgenomen in hogervermelde opgave der onbetaald gebleven verkoopfacturen, moet 0e kolom « Inningen der facturen en Creditnota's » van het factùurboek n 160 der verkopen en overlatingen Régie, voorzien worden van de vermelding « Aan de C . A. O . overgedragen schuldvorderingen ». Deze schikking zal de inrichtingen in staat stellen na te gaan of er op bovenvejmelde opgave 'geen enkel post vergeten werd. r

5. Toezending aan de C. A . D . van een ondertekend afschrift van elke nieuwe factuur n 156 (verkoop of afstand) die van af 1 Juli 1947 wordt opgesteld. D e Centrale Anbeidsdienst moet in het foezit gesteld worden van een ondertekend afschrift van elke nieuwe verkoop- of overlatingsfactuur n 156 die van af 1 Juli 1947 wordt opgemaakt. Worden (bedoeld : al de facturen die van af 1 Juli e.k. opgesteld werden : facturen ten laste van het Bestuur der Gevangenissen, facturen ten laste van openbare toesturen en daarmede gelijkgestelde organismen, facturen ten laste van particulières en aannemers, overlatingsfacturen. Het afschrift van de factuur moet aan de Centrale Aitbeidsdienst toegezonden worden op het ogenblik zelf dat 'het origineel van de factuur door de inrichting aan de klant, aan de ondernemer of aan een andere inrichting wordt t œ g e s t u u r d . Het afschrift van de factuur zal op de C. A . D . worden naigezien en het 'bednag van de factuur zal door deze dienst worden ingeschreven op een lopende rekening geopend op naam van de schuldenaar. 6. V'ermeldingen die, in dè toe'komst, op de verkoopfactuur moeten aange'bracht worden. De facturen welke door de inrichtingen 'aan de schuldenaars worden overgemaakt, moeten in de toekomst van voigende vermeldingen voorzien worden (uitgezonderd wanneer het een overlatingsfactuur betreft) : 1° « Het bedrag van onderhavige factaur dient overgeschreven op postrekening 9426 van de Régie van de Gevanigenisarbeid, 13, Quatre-
r

8. Wijze van regularisatie der geschriften ingeval te weinig of te veel werd gefactureerd. De inrichringen mogen, zonder instemming van de C . A . D., geen wijziging brengen aan facturen n 156 van verkoop of overlatimg, waarvan een afschrift aan vermelde dienst werd overgemaakt. Voor te weinig aangerekende bedragen zal een foijkomende factuur opgesteld worden ; voor te veel aangerekende sommen zal een creditnota (zie n 513 van het formulierenboek der iRegie) opgemaakt en aan de klant toegezonden worden. r

r

118

25 juin 1947.

n" 156. Dans ce cas, aucune note de crédit ne doit être dressée. Toute note de crédit doit être inscrite dans la colonne « Recouvrement et Notes de Crédit > du facturier des ventes et des cessions n" 160, et ce en regard de la facture dont elle diminue l'import 9. Des paiements établissements.

reçus

exceptionnellement

par

les

comptables

des

Toute somme que le comptable recevrait après le 30 juin 1947, à titre de paiement d'une facture n° 156 de la Régie, devra être inscrite au Journal n° 162 des Recettes de la Régie et être virée le jour même de la recette au compte de chèques postaux n° 168 de l a Régie, et ce dans la colonne « Virements faits à l'Administration centrale de la Régie ». 10. Des cas où le comptable peut accepter des paiements en numéraire. Le comptable est autorisé à recevoir des paiements en numéraire dans les cas suivants : 1° Si le paiement en numéraire est nécessaire pour garantir le recouvrement des créances de la 'Régie. Ce sera le cas pour les créances a charge de d é b i t e u r s auxquels le paiement immédiat au moment de l'enlèvement des marchandises a été imposé ou pour lesquels ce mode de paiement se justifie. 2° S i les sommes à recouvrer sont peu importantes et ne justifient pas un virement postal de Ja part du débiteur. 11. Obligation pour le comptable recevant un paiement en numéraire de délivrer une quittance n° 255. Pour chaque paiement fait entre les imains du comptable, celui-ci est obligé de délivrer une quittance extraite du registre n° 255. 'L'a souche restant attachée à ce .registre doit toujours être remplie, même si l'acquit a é t é d o n n é sur la facture même. *

12. Des indications à fournir au S. C . T . .pour les virements faits par le comptable à r'Administration centrale de l a Régie.

Il est indispensable que le talon de tout ordre de virement libellé a u profit de la Régie à .Bruxelles renseigne le nom du débiteur qui a payé, le inuméro de la facture sur laquelle le paiement doit ê t r e imputé et le montant du paiement. Si ces mentions ne peuvent être consignées sur le talon de l'ordre de virement, elles seront communiquées au S. C . T . par lettre spéciale. 13.

Utilisation des l'état n" 168.

avances

de

fonds

et

transmission

mensuelle

de

Le Service central du Travail accordera, au d é b u t de juillet 1947, à chaque établissement une avance de fonds pour lui permettre de payer les menues dépenses (dépenses inférieures à 5,000 francs). En aucun cas, le comptable ne peut liquider sur les avances de fonds une facture supérieure à 5,000 francs. Celle-ci doit ê t r e transmise p a r bordereau n° 170 au S. C . T., qui en assurera le paiement dans un t r è s bref délai. A l a fin de chaque mois, iet l a première fois le 31 'juillet 1947, les établissements doivent envoyer .au S. C . T . 'l'état n° 168 des menues dépenses. Après vérification de cet état, le S. C. T . reconstituera l'avance de fonds initiale, c'est-à-dire qu'il versera à l'établissement une somme é g a l e au montant des dépenses justifiées à l'état n" 168 mensuel.

25 Juni 1947.

119

Van deze creditnota zal terzelfder tijd een ondertekend afschrift naar de C. A . D. verstuurd worden. Betreft het een ondernemer die geregeld werk verschaft, zal de te veel aangerekende som van de voigende factuur n 156 mogen afgetrokken worden. In zulk geval, dient er geen creditnota opgesteld. Elke creditenota moet ingeschreven worden in de kolom « Inningen der facturen en creditnota's » van het factùurboek n 160 der verkopen en overlatingen, en zulks tegenover de factuur waarvan zij het bedrag vermindert. r

r

9. Betalingen welke de rekenplichtigen uitzonderlijk zouden ontvangen. Iedere som die de rekenplichtige ma 30 Juni 1947, ter vereffening van een factuur n 156-Regie mocht ontvangen ,moet ingeschreven worden in het dagboek n 162 van de ontvangsten der Régie, en moet, de dag zekf der ontvangst, overgeschreven worden op de postrekening n 8426 van de Régie van de Gevangenisarbeid te Brussel. Van deze regel mag alleen afgeweken worden zo 'het gaat om zeer geringe "bedragen ibetaald door het personeel van de inrichting. I n dergelijk geval volstaat heî een globale overschrijving te doen op het einde van de maand. Elke overschrijving welke de rekenplichtige aan het Hoofdbestuur van de Régie doet, moet opgenomen worden in de imaandelijkse staat n* 168 van de Régie, en zulks in de kolom « Overschrijvingen aan het Hoofdbestu.ur der Régie gedaan ». r

r

r

10. Gevallen waarin de rekenplichtige betaling in baar geld mag aanvaarden . De rekenplichtige mag in hiernavermelde gevallen betalingen in specie ontvangen : 1° iZo de ibetaling in baar geld noodzakelijk is om de inning van de schuldvorderingen ten laste van de schuldenaars aan wie de verplichting werd opgelegd contant, bij de afhaling der waren, te betalen of voor wie deze wijze van betalen zich opdringt. 2° iZo de te innen sommen weinig belangrijk zijn en geen po6toverschirijving vanwege de schuldenaar rechtvaardigen. 11. Verplichting voor de rekenplichtige die een ibetaling in specie ontvangt, een ikwijtschrift n 255 af te leveren. D e rekenplichtige is verplicht, voor elke betalinig die hem in specie wordt gedaan een, kwijtschrift, genomen uit het register n 255, af te leveren. D e strook die aan 'net register gehecht folijft, moet altijd ingevuld worden, zelfs zo er op de factuur kwijtmg wordt gegeven. r

r

12. Inlichtingen die aan de G . A . D. moeten verstrekt worden voor de overschrijvingen welke door de rekenplichtige aan het Hoofdbestuur worden gedaan. D e strook van ieder overscbrijvingsbevel, ten bate vain de Régie te Brussel opgemaakt, moet op de keerzijde de naam van de schuldenaar die betaald heeft, het nummer van de ifactuur waarvoor de betaling is geschied en het geïnde bedrag vermelden. Zo deze gegevens op de strook van het overschrijvingsbevel niet kunnen aangebracht worden, dienen zij bij spéciale brief aan de C. A . D . meegedeeld. 13. Gebruik van de voorsohotten, en maand'ëlijkse toezending van een staat n 15S. D e C. A . D . zal , in 't begin van de maand Juli, aan elke inricting, een voorschot voor het vereffenen van de geringe uitgaven (uitgaven van minder dan 5,000 frank) toestaan. In geen geval mag de rekenplichtige een factuur waarvan het bedrag 5,000 frank overschrijdt door middel van voorschotten vereffenen. 'Dergelijke facturen moeten, door middel van een borderel n 170 overgemaakt worden aan de C. A . O., die voor een spoedige vereffening zal zorgen. Op het einde van elke maand, en voor het eerst op 31 Juli 1947, moeten de inrichtingen de staat n ' 168 der geringe uitgaven aan de C. A . D . toesturem. N a contrôle van deze staat, zal de C. A . D . het oorspronkelijke voorschot terug samenstel'len; hij zal aan de inrichting een som .gelijk aan het bedra'g van de door de maandelijkse staat n 168 gerechtvaardigde uitgaven laten geworden. r

r

r

120

26-28 juin 1947. R É G I M E D E S C O N D A M N É S A MORT, e

2 dir. g é n , bur. d ' é t , litt. R, n° V I I / 6 / 4 . •Bruxelles, le 26 juin 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'intvnement.

. Informé M i M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que, par modification de ma circulaire du 3 décembre 1945, 2 direction générale, 1" section, 1" bureau, n° 415 B, des c o n d a m n é s à mort dont la peine coulée en force de chose jugée a été signifiée, n'ont plus droit q u ' à une visite par semaine, aux conditions fixées par ma circulaire susdite. 11 va de soi qu'une visite supplémentaire pourra être accordée au c o n d a m n é qui aura reçu notification de son exécution prochaine. Le régime de la correspondance n'est pas modifié. e

Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

PRISONS, CENTRES D'INTERNEMENT, COLONIES D E BIENFAISANCE, ÉTABLISSEMENTS D E DÉFENSE SOCIALE. — PERSONNEL. CONSOMMATION D'ÉLECTRICITÉ ET D E GAZ. e

e

e

2 dir. g é n , 3 section, 3 bureau!, litt. C, n° 264. Bruxelles, le 28 juin 1947. Monsieur le Directeur, J'ai l'honneur de vous faire connaître les quantités annuelles maxima d'électricité et de gaz admises pour les fonctionnaires et agents des établissements ressortissant a la 2 direction générale du d é p a r t e m e n t et logés dans les bâtiments de l'Etat. Electricité. Gaz. Kw. M e

3

Directeurs de 1" classe, médecins-directeurs, ingénieur agronome principal 300 900 Directeurs de 2° classe, médecins-chefs de service, médecins adjoints psychiatres, ingénieur agronome adjoint . . . . . . . . 260 850 Directeurs de 3" classe, directeurs adjoints de 1 classe . . 220 800 Directeurs de 4 classe, directeurs adjoints de 2 classe, chefs de pavillon . . • -200 750 Chefs de cultures 180 700 Aumôniers de 1" et 2" classe 125 400 Aumôniers de 3" classe, aumôniers adjoints assimilés aux a u m ô n i e r s de 3 classe 110 350 Chefs surveillants de l classe, chefs infirmiers 140 500 Chefs surveillants.de Q° classe 130 450 Chefs surveillants de 3° classe, éducateurs ' 120 400 11 va sans dire que l'administration n'entend pas limiter à ces quantités l a consommation d'électricité et de gaz des ayants droit, mais toute consommation supérieure sera mise à leur charge et payée directement aux sociétés qui fournissent le courant électrique et le gaz. A cet effet, les chefs d'établissement prieront les compagnies d'électricité et do gaz, dès que les chiffres de consommation gratuite auront été atteints, de bien vouloir dresser leurs factures au nom des intéressés. TC

e

e

e

r

o

26-28 Juni 1 9 4 7 . REGIME

121

V A N D E TERDOODVEROORDEELDEN.

2 " alg. d i r , studiebureau, litt. R, n

r

VI1/6/4.

Brussel, de 2 6 Juni 1 9 4 7 . Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Aan de Bestuurders van de strafinrichtingen wordt hierbij ter kennis gebracht dat, bij wijziging van mijn omzendbrief van 3 December 1 9 4 5 , 2 algemene directie, l sectie, I bureel, n 4 1 5 B, de terdoodveroordeelden wder straf na in kracht van gewijsde te zijn gegaan, betekend werd, nog slechts recht hebben op één bezoek per week, onder de bij mijn voormelde omzendbrief bepaalde voorwaarden. Het spreekt van zelf dat een bijkomend bezoek mag worden toegestaan aan de veroordeelde aan wie werd medegedeeld dat zijn terechtstelling eerlang zal plaats hebben. Het régime van de briefwisseling blijft ongewijzigd. E

r

e

r


CORNIL.

G E V A N G E N I S S E N , INTERNERINGSCENTRUMS), W E L D A D I G H E I D S K O L O N I Ë N , GESTICHTEN TOT BESCHERMING VAN D E MAATSCHAPPIJ. — PERSONEEL. V E R B R U I K V A N E L E C T R I C I T E I T E N GAS.

2

E

E

E

r

alg. d i r , 3 sectie, 3 bureel, l i t t C , n 2 6 4 . iBrussel, de 28 Juni 1 9 4 7 .

Mijnheer de Bestuurder, Ik heb de eer u de maxima hoeveelheden electriciteit en gas op te geven welke toegelaten zijn voor de ambtenaren en agenten die onder de 2 algemene directie van het d é p a r t e m e n t ressorteren en in gebouwen van de Staat gehuisvest zijn. Electriciteit Gas. Kw. M E

3

Bestuurders l " klasse, geneesheer-bestuurders, e. a. landbouwkundig ingénieurs Bestuurders 2" klasse, geneesheren dieusthoofden, adjunctgeneesheren psychiaters, adjunct-landbouwkundig ingénieur Bestuurders 3 ° klasse, adjunct-bestuurders I klasse Bestuurders 4 klasse, adjunct-bestuurders 2" klasse, paviljoenhoofden Leiders van het landbouwbedrijf Aalmoezeniers-I en 2° Masse Aalmoezeniers 3 klasse, adjunct-aalmoezeniers gelijkgesteld met de aalmoezeniers 3 klasse Hoofdbewaarders I klasse) hoofdverplegers Hoofdbewaarders 2 ' klasse Hoofdbewaarders 3 klasse, opvoeders e

300

900

260 220

850 800

200 180 125

750 700 400

110 140 130 120

350 500 450 400

E

e

E

E

e

E

Het spreekt van zelf dat het niet in de bedoeling van de administratie ligt het electriciteits- en gasverbruik van de rechthebbenden tôt die hoeveelheden te beperken, maar aile hoger verbruik zal te hunnen laste worden gelegd en rechtstreeks betaald worden aan de maatschappijen die de electrische stroom en het gas leveren. Te dien einde, gelieve de gestichtshoofden de electriciteits- en gasmaatschappijen te verzoeken, zodra de voor het kosteloos verbruik voorziene cijfers zullen bereikt geworden zijn, hun facturen op naam van de betrokkenen te-willen opmaken.

122

1" juillet 1947.

La consommation sera relevée mensuellement dans un carnet spécial. Elle sera portée à la connaissance de l'administration centrale par la voie du rapport mensuel. Il y sera également fait mention de la consommation totale depuis le 1 janvier de l'exercice. Les chefs des établissements se mettront en rapport avec les sociétés de gaz et d'électricité pour faire effectuer le placement de compteurs dans les maisons qui n'en sont pas encore pourvues. La présente circulaire annule celle du -5 mars 1933, m ê m e é m a r g e m e n t . er

Le Ministre de l a Justice, P.

NATIONALITÉ

STRUYE.

(1).

Indigénat, n" A R . L . 1.VI.44, 6.V.44/27.1I.47. Bruxelles, le 1" juillet 1947. A MM. les officiers de d'éat civil du I. Arrêté-loi

royaume.

du V juin 1944 portant modification de la législation sur la nationalité.

temporaire er

Il a été constaté que les dispositions de l'arrêté-loi du 1 juin 1944, visant en ordre principal la prorogation de divers délais en matière de nationalité, sont généralement peu connues. Cet arrêté-loi a été publié au Moniteur belge (Londres, n° 14) du 5 août 1944. Son texte n'a pas été reproduit en Belgique, mais la circulaire publiée au Moniteur belge du 26 mai 1945, à laquelle il convient de se référer, en contient un commentaire détaillé. ' Il est signalé à M M . les officiers de l'état civil qu'il n'a pas encore été mis fin, à l'heure actuelle, à la prorogation de délais prévue par l'arrêté-loi du 1 juin 1944. Cette prorogation ne revêt cependant qu'un caractère essentiellement temporaire. La disposition la plus fréquemment invoquée est celle qui a trait à la déclaration conservatoire de la nationalité belge, que peut souscrire la femme belge qui épouse un é t r a n g e r ou dont le mari devient volontairement étranger. Pourvu qu'elle ait contracté mariage a p r è s le 9 novembre 1939 ou que le changement de nationalité du mari soit survenu postérieurement à cette date, la femme belge — sauf si elle n'est devenue Belge que par mariage — peut encore souscrire la déclaration conservatoire de nationalité, prévue par l'article 18, 3 ° , 2 alinéa, des lois coordonnées par l'arrêté royal du 14 décembre 1932. Une femme qui a contracté mariage a p r è s l'entrée en vigueur de l'arrêté-loi du 1" juin 1944 n'est donc pas exclue de cette faculté. Par contre, il convient de remarquer que la femme belge devenue Française par mariage, suivant les disposiitons de la Convention franco-belge du 12 septembre 1928, ne bénéficie pas de la prorogation de délais prévue par l'arrêté-loi. Sont également exclues du bénéfice de la prorogation, « les femes qui ont épousé un ressortissant d'un Etat qui, au moment du mariage, se trouvait en guerre avec la Belgique ». Il est rappelé, à cet égard, que l'état de guerre, existant depuis le 10 mai 1940 avec l'Allemagne et depuis le 20 décembre 1941 avec le Japon, n'a pas juridiquement cessé. La situation des femmes belges qui ont contracté mariage avec les Italiens est plus délicate, l'état de guerre existant depuis le 21 novembre 1940 avec l'Italie s'étant trouvé modifié par la déclaration de guerre de ce pays à l'Allemagne en date du 8 septembre 1943. er

e

(1) Moniteur belge n° 192.

1 Juli 1947.

123

Het verbruik zal maandelijks opgetekend worden in een speciaal boek. Het zal door middel van het maandverslag ter kennis van het hoofdbestuur worden gebracht. Ook behoort het totaal verbruik sedert 1 Januari van het dienstjaar, er in opgetekend te worden. De gestichtshoofden gelieven zich in betrekking te stellen met de gas- en electriciteitsmaatscha-ppijen om tellers te doen plaatsen in de huizen waar er nog geen zijn. 1

De Minister van Justitie, P.

NATIONALITEIT

STRUYE.

(1). r

Inboorlingschap, n A R . L . 1.VI.44, 6.V.44/27.1I.47. Brussel, de 1 Juli 1947. Aan de heren ambtenaren van de burgerlijke

stand in het rijk.

I. Besluitwet van 1 Juni 1944 houdende tijdelijke van de wetgeving op de nationaliteit.

wijziging

Er werd vastgesteld dat de bepalingen van de besluitwet van 1 Juni 1944, waarbij in hoofdzaak de verlenging van de duur van verschillende termijnen inzake nationaliteit wordt beoogd, doorgaans weinig bekend zijn. Die besluitwet is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad (Londen, n 14) van 5 Augustus 1944. De tekst er van werd in België niet afgedrukt, doch werd omstandig toegelicht in de omzendbrief die in het Belgisch Staatsblad van 26 Mei 1945 verschenen is en waaraan men zich dient te houden. De heren ambtenaren van de burgerlijke stand wordt kennis er van gegeven dat tôt nu toe geen einde werd gesteld aan de bij de besluitwet van 1 Juni 1944 voorziene termijnverlenging. Die verlenging evenwel is uiteraard maar tijdelijk. De bepaling welke meestal wordt ingeroepen is die welke betrekking heeft op de verklaring tôt behoud van de staat van Belg, welke de Belgische vrouw die met een vreemdeling huwt of wier echtgenoot uit eigen w i l vreemdeling wordt, kan ondertekenen. De Belgische vrouw, bijaldien zij na 9 November 1939 gehuwd is of zo haar echtgenoot na die datum van nationaliteit veranderd is, kan stee ds — behalve wanneer zij slechts door haar huwelijk Belg geworden is — de verklaring tôt behoud van de nationaliteit, voorzien bij artikel 18, 3°, 2° alinéa, van de door het koninklijk besluit van 14 December 1932 samengeschakelde wetten ondertekenen. Een vrouw die een huwelijk heeft aangegaan nadat de besluitwet van 1 juni 1944 in werking is getreden, heeft dus dat recht niet verbeurd. Er valt op te merken dat, daarentegen, de Belgische vrouw, die volgens de bepalingen van de Frans-Belgische overeenkomst van 12 September 1928, de Franse nationaliteit heeft verkregen, het voordeel van de bij de besluitwet voorziene termijnverlenging niet geniet. Van het voordeel van de termijnverlenging zijn eveneens uitgesloten « de vrouwen die met een onderdaan zijn gehuwd behorende tôt een Staat welke, toen het huwelijk werd aangegaan, met België in oorlog was ». Te dien opzichte wordt er aan herinnerd dat de staat van oorlog die sedert 10 Mei 1940 met Duitsland en sedert 20 December 1941 met Japan bestaat, iuridisch niet is beëindigd. De toestand der Belgische vrouwen die met Italianen gehuwd zijn is van meer kiese aard, daar de staat van oorlog, die sedert 21 November 1940 met Italie bestond, gewijzigd werd, doordat op 8 September 1943 dat land de oorlog aan Duitsland heeft verklaard. r

(1) Belgisch Staatsblad

n

r

192.

124

1" juillet 1947.

Doivent être considérées comme exclues du bénéfice de la prorogation, les femmes belges qui ont contracté mariage avec des Italiens, en quelque lieu que ce soit, depuis le 21 novembre 1940 jusqu'au 7 septembre 1943. Sont encore exclues de ce bénéfice, celles dont le mariage a été célébré, depuis le 8 septembre 1943, en territoire ennemi ou en territoire occupé par les forces de l'Axe. Pour les mariages contractés en territoire libre depuis le 8 septembre 1943, i l y aura lieu de s'inspirer des circonstances et de rechercher si, en fait, le mari devait être considéré comme ressortissant ennemi. II. Arrêté-loi

du 27 février

1947 (Moniteur belge des 10 et 11 mars 1947).

Cet a r r ê t é a trait aux déchéances de nationalité résultant de certaines condamnations prononcées par défaut et demeurées inexécutées sur la personne du condamné, déchéances prévues par l'arrêté-loi du 6 mai 1944. Les jugements répressifs entraînant déchéance de nationalité doivent, au v œ u de l'arrêté-loi du 6 mai 1944, être transcrits dans les registres de l'état civil. Si, a p r è s l'accomplissement de cette formalité, le condamné forme opposition et que celle-ci soit déclarée recevable, la condamnation dont il a fait l'objet n'entraîne plus la déchéance de la nationalité belge. M M . les officiers de l'état civil pourront, sur le vu d'une expédition du jugement déclarant l'opposition recevable, porter en marge de l'acte contenant transcription du jugement répressif, une mention constatant son inopérance quant à la perte de la nationalité belge. D'autre part, en vue de clarifier les situations existantes, l'arrêté-loi du 27 février 1947 déclare que les condamnations antérieurement prononcées et qui ont fait l'objet avant le 1" juillet 1946, de la première publication destinée à les rendre définitives, n'entraîneront pas déchéance de nationalité à l'expiration du délai d'opposition, mais bien à la date uniforme du 31 décembre 1946. Il est rappelé à M M . les officiers de l'état civil qu'ils doivent adresser au Ministère de ja Justice, Administration de la Police des Etrangers, copie littérale des actes contenant transcription des jugements entraînant déchéance de nationalité. Ils doivent, de même, informer cette administration des mentions portées en marge des actes de transcription de jugements, constatant l'inopérance des dits jugements en ce qui concerne la déchéance de la nationalité belge. Le

Ministre,

P. S T R U Y E .

RECONNAISSANCE D E DETTES E N DEVISES

ÉTRANGÈRES.

e

2' dir. gén., 5 sect., 1" bur., litt. E. n° 134. Bruxelles, le 1" juillet 1947. A MM. les Directeurs


Les autorités militaires britanniques m'avisent de ce qu'elles ont pu ê t r e amenées à considérer comme prisonniers de guerre et à traiter comme tels des ressortissants de puissances n'étant pas en guerre avec la Grande-Bretagne. Dans les cas de l'espèce, ces personnes ont été ultérieurement r a p a t r i é e s vers leur pays respectif. Les sommes dont le T r é s o r Anglais leur était éventuellement redevable et q u i étaient libellées en devises é t r a n g è r e s ne leur étaient toutefois pas confiées au moment du rapatriement.

1 Juli 1947.

125

Moeten beschouwd worden als zijnde uitgesloten van het voordeel van de termijnverlenging, de Belgische vrouwen die, te rekenen van 21 November 1940 en tôt 7 September 1943, om 't even waar ook, met Italianen gehuwd zijn. Van dat voordeel zijn nog uitgesloten, de vrouwen wier huwelijk te rekenen van 8 September 1943, op vijandelijk grondgebied of op het door de strijdkrachten van de As bezet grondgebied werd voltrokken. Wat betreft de huwelijken die te rekenen van 8 September 1943 op vrij grondgebied werden aangegaan, dient er rekening te worden gehouden met de omstandigheden en dient er nagegaan of feitelijk de echtgenoot als vijandelijk onderdaan moest worden aangezien. II. Besluitwet

van 27 Februari 1947 (Belgisch Staatsblad van 10 en 11 Maart 1947).

Dat besluit heeft betrekking op het verval van nationaliteit dat voortvloeit uit sommige veroordelingen welke bij verstek worden uitgesproken en op de persoon van de veroordeelde niet werden uitgevoerd, en dat bij de besluitwet van 6 Mei 1944 is voorzien. De strafvonnissen ^ die verval van nationaliteit medebrengen moeten overeenkomstig de eis van de besluitwet van 6 Mei 1944 in de register van de burgerlijke stand overgeschreven worden. Zo, nadat die formaliteit werd vervuld, de veroordeelde verzet doet en dat dit verzet ontvankelijk wordt verklaard, dan geeft de veroordeling die tegen hem werd uitgesproken, geen aanleiding meer tôt vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit. De heren ambtenaren van de burgerlijke stand zullen, op vertoon van een uitgifte van het vonnis waarbij het verzet ontvankelijk wordt verklaard, op de kant van de akte waarin de overschrijving van het strafvonnis voorkomt, een vermelding kunnen aanbrengen waaruit blijkt dat bedoeld vonnis, wat betreft het verval van de Belgische nationaliteit, geen uitwerking heeft. Anderzijds, ten einde klaarheid in de bestaande toestanden te brengen, wordt in de besluitwet van 27 Februari 1947 verklaard dat de veroordelingen welke vroeger werden uitgesproken en die vôôr 1 Juli 1946 het voorwerp hebben uitgemaakt van de eerste bekendmaking waardoor zij kracht van gewijsde verkrijgen, geen verval van nationaliteit zullen medebrengen na het verstrijken van de termijn van verzet, doch wel op een bepaalde datum, namelijk 31 December 1946. De heren ambtenaren van de burgerlijke stand worden er aan herinnerd dat zij een letterlijk afschrift van de akten waarin de overschrijving voorkomt van vonnissen die aanleiding tôt verval van nationaliteit geven, moeten toesturen aan het Bestuur der Vreemdelingenpolitie bij het Ministerie van Justitie. Zo ook moeten zij aan dit bestuur kennis geven van de op de kant der akten van overschrijving van vonnissen aangebrachte vermeldingen waaruit blijkt dat bedoelde vonnissen, wat het verval van de nationaliteit betreft, geen uitwerking hebben. De Minister, P. S T R U Y E .

SCHULDBEKENTEN1S IN VREEMDE

2

e

DEVIEZEN.

e

alg. dir., 5 sect, 1° bur., litt. E, n

r

134.

Brussel, de 1 Juli 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De Britse militaire overheden berichten mij dat zij er toe genoopt kunnen geweest zijn onderhorigen van mogendheden, welke met Groot-Britannië niet in oorlog waren, als krijgsgevangenen te beschouwen en als zodanig te behandelen. In dergelijke gevallen werden die personen naderhand naar hun respectief land gerepatrieerd. De sommen, die de Engelse Schatkist hun eventueel schuldig was en in vreemde deviezen luidden, werden hun evenwel op het ogenblik van de repatriëring niet ter hand gesteld.

126

2-7 juillet 1947.

Par contre leur était remise une reconnaissance de dettes dressée sur la formule du présent modèle : GERMANS. P/W

APPENDIX « A »

N° , Rank , Name Certified that an amount of remained to the crédit of the above named prisoner of war in his account at the time of his repatriation. Signed Office Stamp. Rank Date

Les autorités anglaises m'avisent de ce qu'elles seraient disposées, (après examen de leur authenticité), d'honorer ces créances dans la monnaie nationale du ressortissant. Vous voudrez bien, en conséquence, vous enquérir si, parmi les détenus de l'établissement sous votre direction, i l se trouve porteurs de semblables reconnaissances. Eventuellement il y aurait lieu de me les faire parvenir en donnant tout renseignement utile sur l'identité de leur possesseur. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

VISITES.

2' dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° V I I / 3 / 2 . Bruxelles, le 2 juillet 1947. M M . les directeurs des établissements pénitentiaires sont priés de porter à un minimum de trente minutes la durée effective des visites faites aux détenus. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

paroisses-succursales.

—

modifications

aux

CORNIL.

circonscriptions

(1).

e

Adm. des Cultes, Don. et Legs, 2 sect. n° 7700. 7 juillet 1947. — U n arrêté du Régent annexe à la paroisse-succursale du Bourgeois à Rixensart, la partie de la paroisse-succursale Sainte-Croix en cette commune, circonscrite à partir de l'extrémité est de la parcelle inscrite au cadastre de la dite commune sous le n° 73 par : la limite séparative de la commune de Rixensart, d'une part, et des communes de Genval et de Rosières, d'autre part, A - B - C ; l'axe du chemin de fer de Bruxelles à Namur, C - D ; l'axe des rues Edouard De Reume et Albert Croy, D - E - F ; l'axe des avenues- Roger de G r i m berghe, Franklin-Roosevelt et de Mérode, F - G - H - I ; l'axe de la rue de la Taillette, 1-J; une ligne suivant l'extrémité Est des parcelles inscrites au cadastre, commune de Rixensart, n°" 69, 70, 71, 76d, 76c, 75c, 74, et 73, J-A, conformément au plan annexé au dit arrêté. (1) Moniteur

belge 1947, n° 248.

2-7 Juli 1947.

127

E r werd hun darentegen een schuldbekentenis uitgereikt, opgemaakt op het hiernavolgend formulier : GERMANS. P/W

-

APPENDIX

« A »

N° , Rank Name Certified that an amount of remained to the crédit of the above named prisoner of war in his account at the time of his repatriation. Signed Office Stamp. Rank -.Date

De Engelse autoriteiten delen mij mede dat zij er toe bereid zouden zijn die schuldvorderingen na onderzoek van de authenticiteit er van, in de landsmunt van de onderhorige uit te betalen. Gelieve dienvolgens na te vragen of er onder de gedetineerden van het onder uw leiding staande gesticht houders zijn van soortgelijke schuldbekentenissen. Deze schuldbekentenissen dienen mij eventueel te worden overgemaakt onder vermelding van aile dienstige inlichtingen over de identiteit van de bezitters van die bescheiden. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P. CORNIL.

BEZOEKEN.

2' alg. dir., studiebureau, litt. R, n

r

VII/3/2.

Brussel, de 2 Juli 1947. De heren bestuurders van de strafinrichtingen worden verzocht de werkelijke duur van de bezoeken aan de gedetineerden te brengen op minimum dertig minuten. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P. CORNIL.

HULPPAROCHIËN. —

WIJZIGINGEN AAN GEBIEDSOMSCHRIJVINGEN (1). e

r

Adm. der Erediensten, Giften en Legaten, 2 sect., n 7700. 7 Juli 1947. — Bij besluit van de Regent is aan de hulpparochie van Le Bourgeois te Rixensart, gehecht het gedeelte der hulpparochie van het Heilig Kruis aldaar begrensd, vanaf het Oostelijke uiteinde van het perceel bekend ten kadaster van bedoelde gemeente, onder n 73, door : de grensscheiding tussen de gemeente Rixensart, enerzijds, en de gemeenten Genval en Rosières, anderzijds, À-B-C; de as van de spoorweg van Brussel naar Namen, C - D ; de as der straten genaamd Edouard De Reume en Albert Croy, D - E - F ; de as der lanen genaamd Roger de Grimberghe, Franklin Roosevelt en de Mérode, F - G - H - I ; de as van de straat genaamd la Taillette, een liin langs het oostelijke uiteinde van de percelen bekend ten kadaster, gemeente Rixensart, n " 69, 70, 71, 76d, 76c, 75c, 74 en 73, J-A, overeenkomstig net bij dit besluit gevoegd plan. r

(1) Belgisch Staatsblad

1947, n ' 248.

128

. 1 4

juillet 1947.

F A B R I Q U E D ' E G L I S E . — LEGS. — L O C A T I O N D E S B I E N S R U R A U X L É G U É S . — D R O I T D E P R É F É R E N C E A U P R O F I T D ' U N E P E R S O N N E D É T E R M I N É E . — N O N É C R I T (1).

I

e

dir. g é n , I

e

sect, litt. D. L., n° 1848.

Yangambi, le 14 juillet 1947. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume. A tous, présents et à venir, S A L U T ! V u les expéditions des testament et codicille reçus, les 25 avril 1939 et 19 mars 1940, par le notaire. V a n Cailiie, de résidence à Bruges, et par lesquels Mlle Martin ( A . ) , sans profession, demeurant à Sysele, décedée à Loppem, le 22 avril 1945, dispose notamment comme suit : (Traduction). — Testament du 25 avril .1939. — « ... Je donne à l a fabrique de l'église de Sysseele, libre de droits et frais, trois parcelles de terre arable à Sysseele-Donck, inscrites au cadastre, section A, n 954,. 955, 1017 pour un hectare soixante-dix ares cinquante centiares, à charge par la fabrique d'église de faire célébrer chaque année, à perpétuité, en l'église de Sysseele, douze messes chantées pour moi-même, mes parents, frères et soeurs et enfants et de faire inscrire leur nom à la prière annale. Le conseil de fabrique . . . devra donner la préférence à l'occupant de la ferme que je possède à Sysseele ... » ; Codicille du 19 mars 1940. — « Je . . . déclare en outre donner à la fabrique d'église de Sysseele, trois bons de caisse, chacun de cinq mille francs, à trois et demi pour cent de la Société de Bruxelles pour la finance et l'industrie, quatre obligations chacune de mille francs à cinq pour cent du Crédit communal de Belgique et sept mille francs en espèces, à la charge expresse d'affecter exclusivement ce legs à la restauration de l'église de Sysseele et a rien d'autre. L a fabrique d'église doit faire célébrer pour moi-même et mon frère Henri Martin, cinquante messes. Je donne également à la dite fabrique d'église l'intérêt qui sera dû au jour de mon décès. »; V u la délibération par laquelle le conseil de fabrique de l'église de Sysele sollicite l'autorisation d'accepter ces legsV u les avis du conseil communal de Sysele,, de M . l'évèque diocésain et de la députation permanente du conseil provincial de la Flandre Occidentale; V u les pièces de l'instruction d'où i l résulte : 1° que les parcelles de terre léguées ont une valeur globale de 135,000 francs; 2° que les titres légués sont estimés 18,510 francs; En ce qui concerne la clause par laquelle la de cujus prescrit à l a fabrique d'église de donner, pour la location des terres arables léguées, la préférence à l'occupant de sa ferme à Sysele : Considérant que cette clause porte atteinte à la loi du 7 mai 1929 régissant la location des biens ruraux appartenant à l'Etat, aux provinces, aux communes et aux établissements publics; qu'elle doit, dès lors, être réputée non écrite, par application de l'article 900 du Code civil; V u les articles 900, précité, 910 et 937 du Code civil, 59 du décret du 30 décembre 1809, 76, 3°, de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, ainsi que le tarif des services religieux, approuvé par Notre a r r ê t é du 30 janvier 1946; o s

Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons a r r ê t é et A r r ê t o n s : Article unique. L a fabrique de l'église de Sysele est autorisée à accepter les legs prémentionnés, aux conditions imposées, en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du présent a r r ê t é . CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P. S T R U Y E .

(1) Moniteur

belge 1947, n° 247.

14 Juli 1947.

129

KERKFABRIEK. — LEGATEN. — VERHURING VAN D E VERMAAKTE LANDEIGENDOMMEN. RECHT V A N VOORKEUR T E N BEHOEVE V A N E E N BEPAALD PERSOON. N I E T G E S C H R E V E N (1).

(I

e

r

alg. dir., 1* sect., litt. S. L . , n 1848.) Yangambi, de 14 Juli 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwordigen en toekomenden, H E I L . Gezien de expeditie van de op 25 April 1939 en 19 Maart 1940 door notaris Van Caillie, ter standplaats Brugge, ontvangen testament en testamentsbijlage warbij Mej. Martin (A.), zonder beroep, wonende te Sysele, overleden te L o p pem, op 22 A p r i l 1945, onder meer de voigende schikkingen treft : Testament van 25 April 1939. — « ... Ik geef aan de kerkfabrief van Sysseele, vrij van kosten en rechten, drie percelen zaailand te Sysseele-Donck, bekend bij kadaster sectie A, n " 954, 955, 1017, voor een hectare zeventig aren vijftig centiaren, onder last voor de kerkfabriek, ten eeuwigen dage te doen celebreeren, telken jare, in de kerk van Sysseele, twaalf gezongene missen voor mij, mijne ouders, broeders en zusters en kinderen en hunnen naam in het jaargebed te doen inschrijven. De kerkraad... zal de voorkeur moeten geven aan den gebruiker van de hofstede die ik bezit op Sysseele...; » Testamentbijlage van 19 Maart 1940. — « Ik ... verklaar daarenboven te geven aan de kerkfabriek van Sysseele drie kasbons ieder van vijf duizend frank aan drie en half van de Société de Bruxelles pour la Finance et l'Industrie, vier obligatiën ieder van een duizend frank aan vijf ten honderd van het Gemeentekrediet van België en in gelde zeven duizend frank, onder uitdrukkelijk last dit legaat uitsluitelijk te besteden aan het herstel der kerk van Sysseele en tôt hoegenaamd niets anders. » De kerkfabriek moet voor mij en mijnen broeder Henri Martin vijftien missen doen lezen. » Ik geef ook aan gezegde kerkfabriek den interest verschuldigd op mijn sterfdag >; Gezien de beraadslaging waarbij de fabriekraad der kerk te Sysele machtiging vraagt tôt het aanvaarden van die legaten; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Sysele, het hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van West-Vlaanderen; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt : 1° Dat de vermaakte percelen grond te zamen 135,000 frank waard zijn; 2" Dat de gelegateerde titels op 18,510 frank geschat zijn; Wat de bepaling betreft warabij de de Cujus voorschrijft dat de kerkfabriek de voorkeur moet geven aan de gebruiker van haar hofstede te Sysele voor de verhuring van de gelegateerde bouwlanden; Overwegende dat de bepaling indruist fegen de wet van 7 Mei 1929 op de verhuring van de landeigendommen van de Staat, de provinciën, de gemeenten en de openbare instellingen; dat zij bijgevolg als niet geschreven dient beschouwd, bij toepassing van artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek; Gelet op de artikelen 900 vermeld, 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76, 3", der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, alsmede het tarief der kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justifie, Wij hebben besloten en W i j besluiten : E n i g artikel. Aan de fabriek der kerk te Sysele is machtiging verleend tôt het aanvaarden van bovenvermelde legaten, onder de opgelegde voorwaarden voor zover deze niet in strijd zijn met de wet. De Minister van Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.

(1) Belgisch

STRUYE.

Staatsblad

1947, n ' 247.

l " - 4 a o û t 1947.

130 RÉGIME

DES CONDAMNÉS

A MORT.

2" dir. g é n , tour, d'étude, litt. R, n° V H / 6 / 4 . Bruxelles, A MM. les Directeurs

le 1" a o û t 1947.


Les c o n d a m n é s à la peine de mort qui ont reçu notification de leur exécution prochaine, doivent être autorisés à s'entretenir une dernière fois avec leur conseil, quelle que soit l'heure a laquelle celui-ci se présente. ,

Pour le Ministre : Le Secrétaire général» P. C O R N I L .

P R I S O N S , CENTRES; D ' I N T R N E M E N T , C O L O N I E S D E B I E N F A I S A N C E , ÉTABLISSEMENTS D E D É F E N S E SOCIALE. — PERSONNEL. CONSOMMATION D'ÉLECTRICITÉ ET D E GAZ.

2

e

e

e

dir. gén;., 3 sect, 3 bur., n° 264C. Bruxelles, le 2 a o û t 1947.

A MM. les

Directeurs,

Il y a lieu d'apporter à la circulaire miJoistérieHe du 28 juin 1947, m ê m e émargement, la modification suivante : Q u a n t i t é s annuelles maxima d'électricité et de gaz admises pour les m é d e cins-chefs de service sont fixées comme suit : 300 kw. d'électricité, au lieu de 260; 900 m de gaz, au Heu de 850. L e (Ministre, a

P.

STRUYE.

T R A V A U X DOMESTIQUES.

2* D i r . g é n , litt. R., a" 1X1/5. Bruxelles, le 4 a o û t 1947. A MM. les directeurs

des prisons

et des centres

d'internement,

Prié M M . les directeurs de me faire parvenir, en double expédition, un nouvel é t a t de fixatidh du nombre de détenus à employer aux travaux domestiques pour l'année 1947, îles propositions formulées précédemment pour le m ê m e exercice ne r é p o n d a n t pius aux nécessités du moment. Dans ce nouveau projet de budget pour l a r é m u n é r a t i o n de cette main d'oeuvre, i l y aura lieu : 1° D'appliquer, à partir du 1 " avril 1947, les dispositions de m a circulaire du 3 avril 1947, 6161 A, n° 66 R/X/l/5 (Service central du Travail), r é g l a n t les tarifs de6 gratifications à payer aux détenus, et, pour les trois premiers mois de ce m ê m e exercice, les tarifs en vigueur avant ces instructions. 2° De réduire l'effectif prévu de 20 p. c. au minimum, en raison' de la d i m i nution de la 'population détenue ainsi que des restrictions b u d g é t a i r e s imposées à tous les services. Pour le Ministre : L e Secrétaire général, P.

CORNIL.

1-4 Augustus 1947.

131

REGIME V A N D E TERDOODVEROORDEELDEN.

2* a»R. dir., studiebureau, litt. R, n ' V I I / 6 / 4 . Brussel, de 1 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de terdoodveroordeelden aan wie werd medegedeeld dat zij eerlang zullen worden terechtgesteld, dient toelating te worden verleend om een laatste maal een onderhoud te hebben met hun raadsman, ©nverschillig het uur waarop deze zich aanmeldt. Voor de Minister : D e Secretaris-iOeneraal, P.

CORNIL.

GEVANGENISSEN, INTERNERINGSCENTRA, WELDADIGHEIDSKOLONIËN. GESTICHTEN TOT BESCHERMING V A N D E MAATSCHAPPIJ. — PERSONEEL. VERBRUIK V A N ELECTRICITEIT E N GAS. r

2* alg. dir., 3* sectie, 3» bur., n 264 C. Brussel, de 2 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders. In de ministeriële omzendbrief van 28 Juni 1947, zelfde ka'nttekening, dient de voigende wijziging aangebracnt : De jaarlijkse maxima hoeveelheden electriciteit en cas welke voor de geneesheren-diensthoofden zijn toegelaten, zijn vastgesteld aïs volgt : 300 k w . electriciteit, in plaats van 260; 900 m* gas, in plaats van 850. De Minister, P.

STRUYE.

HUISHOUDEL1JKE W E R K E N .

2 ' A l g . dir., litt. R., «T X I / 5 . Brussel, de 4 Augustus 1947. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen

en

interneringscentra.

De heren bestuurders worden hierbij verzocht mij i n dubbel afschrift, een nieuwe staat over te deggen tôt vaststellimg van het gedurende het jaar 1947 voor de huiswerken te gebruilcen aantal igedetineerden, daar de vroeger v a n hetzelfde dienstjaar ingediende voorstellen niet meer aan de tegenwoordige noodwendigheden bea'ntwoorden. In dit nieuw ontwerp van. begroting voor <de bezoldiging van die arbeiders : 1° Dienen, met ingang van 1 April 1947, de Ibepalingen te worden toegepast van mijn omzendbrief van 3 April 1947, 6161 A, n 66 R/X/l/5, (Centrale arbeidsdienst), t ô t Tegeling van de tarieven van de aan d e igedetimeerden te betalen vergoedïn.gen alsmede, voor de drie eerste inaanden van inetzelfde dienstjaar, v a n de vôôr die onderrichtingen :geldende •tarieven; 2° Dient het voorziene effectief met ten iminste 20 t. h. te worden vermindexd. op grond van de vermindering van de gedetineerde bevolking alsmede op grond van de aan al de diensten opgelegde bezuinigingen op de begroting. r

Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

132

4-7 a o û t 1947. '

D É P E N S E S P O U R ACHAT D E L U N E T T E S P O U R L E S D É T E N U S .

2" dir. g é n , 5° sect, 1" b u r , n° 134 E. Bruxelles, le 4 août A MM.

les Directeurs

des

prisons

et des

centres

1947.

d'internement.

Le texte du paragraphe 5 des instructions relatives à la formule n" 96, figurant à î a page 289 du Recueil des Formules, ayant d o n n é lieu à diverses interprétations, prière, afin d'éviter à l'avenir toute équivoque, de bien vouloir le modifier comme suit : « Les lunettes pour d é t e n u s atteints d'une affection de la vue, et destinées au traitement de cette affection ou indispensable pour corriger un défaut de l a vue, sont à charge de l'Etat si Je détenu est indigent. » Pour le Ministre : Le S e c r é t a i r e général, P.

CORNIL.

ACHATS DE LÉGUMES E T D E FRUITS FRAIS EFFECTUÉS POUR L ' A L I M E N T A T I O N DES DÉTENUS ET INTERNES. e

2" dir. g é n , 3 sect, 3

A MM.

les Directeurs

des

prisons

et des

e

b u r , n° 97

A/E.

Bruxelles, le 5 août

1947.

centres

d'internement.

Les chefs d'établissement feront parvenir, au plus tard le 5 de chaque mois, à l'administration centrale un relevé des fournitures de légumes frais et de fruits reçues au cours du mois précédent. C e relevé indiquera les dates des fournitures, les nom et prénom des fournisseurs, l'adresse des fournisseurs, la nature des légumes et des fruits fournis, la quantité livrée et le prix unitaire. Les légumes et fruits, produits de l'établissement, pris en recette et distribués, figureront également sur ce relevé. L a présente circulaire abroge celle du 9 janvier 1946, 2 direction générale, 7* section, n" 1322. Pour le Ministre : L e Secrétaire général, e

P.

CORNIL.

PUBLICATIONS PÉRIODIQUES.

2

e

dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R, n" V I I I / 4 / 3 . Bruxelles, le 7 a o û t 1947.



d'internement.

M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires trouveront ci-après un premier complément de la liste des publications périodiques auxquelles peuvent s'abonner les détenus. L a première liste a été annexée à ma circulaire du 20 juin dernier; Bureau d'étude, n° 91 R/VUl/4/3. Publications Bimbo. Bravo. L a Revue générale belge. Les Beaux-Arts.

françaises. Moustique. Profis. Spirou.

4-7 Augustus 1947.

133

U I T G A V E N V O O R D E A A N K O O P V A N BR1LLEN V O O R D E G E D E T I N E E R D E N .

2

e

e

alg. dir., 5 sectie, I

e

bureau, n

T

134 E.

•Brussel, de 4 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Daar de tekst van paragraaf 5 der onderrichtingen betreffende het formulier n 96, voorkomende op bladzijde 289 van het Formulierenboek, aanleiding heeft gegeven tôt uiteenlopende interpretaties, gelieve, om voortaan aile misverstand te voorkomen, bedoelde tekst te wijzigen als volgt : « De brillen voor aan oogziekte lijdende gedetineerden, die ibestemd zijn voo'' de behandeling van die kwaâl of volstrekt noodzakelijk zijn om het gezichtsvermogen te verbeteren, komen ten laste van de Staat wanneer de -gedetineerde behoeftig is. » Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, r

P.

CORNIL.

A A N G E K O C H T E ViERSE G R O E N T E N E N V E R S F R U I T V O O R D E V O E D I N G V A N DE G E D E T I N E E R D E N E N G E I N T E R N E E R D E N .

2

e

e

e

r

alg. dir., 3 sectie, 3 bur., n 97

A/E.

Brussel, de 5 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De heren Bestuurders van de instellingen gelieven voortaan, en ten laatste de 5' van elke maand, aan het hoofdbestuur een opgave te laten geworden van de gedurende de vorige maand aangekochte verse groenten en vers fruit. Deze opgave moet duidelijk vermelden : de data van de leveringen, de voornamen en het adres van de leveranciers, de aard van de geleverde groenten en het fruit, hun hoeveelheid alsmede hun eenheidsprijs. Het fruit en de groenten die door de insteHing zelf werden voortgebracht en voor ontvangst geboekt en uitgedeeld worden, dienen eveneens op deze lijst voor te komen. Door deze omzendbrief wordt die van 9 januari 1946, 2 algemene directie, 7" sectie, n 1322, opgeheven. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, e

r

P.

CORNIL.

TIJDSCHRIFTEN. e

2

r

alg. dir., Studiebureau, litt. R, n

VIII/4/3.

Brussel, de 7 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De heren Bestuurders der strafinrichtingen vinden hierna het eerste bijvoegsel van de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen abonneren. De eerste lijst werd gevoegd bij mijn rondschrijven van 20 Juni jl„ Studiebureau, n ' 91 / ? / V I H / 4 / 3 . Franse uitgaven. Bimbo. Bravo. L a Revue générale belge. Les Beaux-Arts.

Moustique. Profis. Spirou.

9-14 a o û t 1947.

134

Publications flamandes. Golfslag. Panorama. Parool.

Débat. De Gids. De Groene.

Publications

étrangères. Manchester Guargian Marie France. Modem Woman. News Week. Paru. Pic. Point de vue. Pour tous. Rêves. Revue de Paris. Soldier. Staples Digest. The American. The English Digest. The Queen. The Sketch. The Sphère. The Standard. The Wilde World. T o Day. World Review.

A r t et Médecine. Beauty. Bouquet. Britannia and Eve. Cavalcade. Courier. Culture Humaine. Die Weltwoche. Echo illustré. Figaro Littéraire. France Amérique. Good Housekieping. Holiday. Homes and Gardens. Home Chat. L a Nef. Lecture pour vous. Le Monde. Lilliput. L'Illustré. Look.

Weekly.

Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL.

. .

.

SECTION SPÉCIALE POUR RÉCIDIVISTES.

2' dir. gén,, bureau d'étude, litt. R, n° 1/1. (Bruxelles, le 9 a o û t 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres dfinternement. Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires que la section des récidivistes établie à l a prison de Saint-GMles, sera transférée incessamment à la prison de Malines. D'iautre part, les passagers de droit commun seront écroués à partir du 15 août prochain à la prison de Saint-jGilles et non plus à celle de Forest. Pour le Ministre : L e directeur général H , J. DUPRÉE2.

VICAIRESy — TRAITEMENTS i('l).

Adm. Ides cultes, dons et legs, 2 ' sect, m" 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à l a 2* place de Vicaire p r è s l a paroisse-succursale de l a S a i n t e - T r i n i t é à Berchem-lez-Anvers. (1) Moniteur,

1947, n° 265-266.

135

9-14 Augustus 1947. Vlaamse uitgaven. Golfslag. Panorama. Parool.

Débat. De Gids. De Groene.

Buitenlandse uitgaven. Manchester Guargian Weekly. Marie France. Modem Woman. News Week. Paru. Pic. Point de vue. Pour tous. Rêves. Revue de Paris. Soldier. Staples Digest. The American. The English Digest. The Queen. The Sketch. The Sphère. The Standard. The Wilde World. To Day. World Review.

Art et Médecine. Beauty. Bouquet. Britannia and Eve. Cavalcade. Courier. Culture humaine. Die Weltwoche. Echo illustré. Figaro Littéraire. France Amérique. Good Housekieping. Holiday. Homes and Gardens. Home Chat. L a Nef. Lecture pour vous. Le Monde. Lilliput. L'Illustré. Look.

Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J . DUPRÉEL.

BIJZONDERE AFDELING V O O R

2

e

RECIDIVJSTEN.

alg. dir., studieburau, litt. R, n* J / l . Brussel, de 9 Augustus 1947.

Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De heren bestuurders der strafinrichtiragen worden ter kennis gebracht dat de afdeling voor recidivisten, die ingericht is in de gevangenis te Sint-iGillis, eerstdaags zal overgebracht worden naar de gevangenis te Mechelen. De passanten van gemeenrecht zullen vanaf 15 Augustus aanstaande opgesloten worden in de gevangenis te Sint-Gillis en niet meer te Vorst. Voor de Minister : (De dd. Directeur-jGeneraal, J. DUPRÉEL.

ONDERPASTOORS.

— W E D D E N l(l).

A d m . der erediensten, giften en legaten, 2* sectie, n* 14363. 14 Augustus 1947. — B i j besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2" plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Heilige Drievuldigheid te Berchem-bij-Antwerpen. (tt Siaatsblad, 1947, n ' 265-266.

14 août 1947.

136

VICAIRE. —

TRAITEMENT.(l).

Adm. des cultes, dons et legs, 2* sect., m" 14363. 14 août 1947. — U n arrêté du R é g e n t attache un traitement à charge de l'Etat à la 1" place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale S a i n t - F r a n ç o i s d'Assise à Braine-l'Alleud et Waterloo.

VICAIRE. — TRAITEMENT

(1).

Adm. des cultes, dons et legs, 2° sect, a" 14363. 14 a o û t 1947. — Un arrêté du R é g e n t attache un traitement à charge de l'Etat à l a 1™ place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale Notre Dame du P e r pétuel Secours ,à Beerse.


(2).

Adm. des cultes, dons et legs, 2" sect, m" 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à l a 2" place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale Saint-Clément, à Watermael, commune de Watermael-Boitsfort.

VICAIRE. — TRAITEMENT (2).

Adm. des cultes, dons et legs, 2" sect, ;n° 14363. 14 a o û t 1947. — Un arrêté du R é g e n t attache un traitement à charge de l'Etat à l a 1" place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale INotre-Dame à RhodeSaint-Genèse.


(2).

Adm. des cultes, dons et legs, 2* sect, m" 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 1" place de vicaire p r è s la paroisse-succursale Notre-Dame à Hever.


(3).

Adm. des cultes, dons et legs, 2° sect, m° 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du R é g e n t attache un traitement à charge de ll'Etat à la 1" place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale Saint Gilles à à Grand4Bigard. VICAIRE. — TRAITEMENT .(3).

Adm. des cultes, dons et legs, 2" sect, n" 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à l a 'l™ place de vicaire près l a paroisse-succursale de l a ISaJinte Famille à Montegnée. 1) Moniteur, 2) Moniteur, (3) Moniteur,

1947, n° 265-266. 1947, n" 269. 1947, n° 271.

137

14 Augustus 1947. ONDERPASTOOR. —

WEDDE

(1). e

fAdm. der erediensten, giften en legaten, 2 sectie, n ' 14363. 14 Augustus 1947. — B i j besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1* plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de HeiiigeFranciscus van Assisië te Eigenbrakel en Waterloo.

ONDERPASTOOR. —

WEDDE

(1). e

r

lAdm. der erediensten, giften en legaten, 2 sectie, n 14363. 14 Augustus 1947. — IBij besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1* plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onz&ï-ieveVrouw van Gedurigen Bijstand te Beerse.

ONDERPASTOOR. — WEDDE (2).

A d m . der erediensten, giften en legaten, 2* sectie, n ' 14363. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2 plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de iHeiligeClemens, te Watermaal, gemeente Watermaal-IBoschvoorde. e

ONDERPASTOOR. — WEDDE (2).

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2° sectie, h ' 14363. 14 Augustus 1947..— B i j besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1" plaats van onderpastoor bij de ihulpparocnie v a n OrazeLieve-Vrouw te Sint-iGenesius^Rode.

ONDERPASTOOR. — WEDDE (2). r

/Adm. der erediensten, giften en legaten, 2* sectie, n 143631 14 Augustus 1947. — B i j besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de I plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van OnzeLieve-Vrouw te Hever. e

ONDERPASTOOR. — WEDDE

(3).

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2" sectie, n ' 14363. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1" plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Sint Gillis te Groot-Bijgaarden. ONDERPASTOOR. — WEDDE

(3).

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2* sectie, n ' 14363>. 14 Augustus 1947. — B i j besluit van de iRegent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de I plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Heilige Familie te Montegnée. e

(1) Staatsblad, 1947, n' 265-266. (2) Saatsblad, 1947, n ' 269. (3) Staatsblad, 1947, n ' 271.

138

14 a o û t 1947. PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION (1).

Adm. des cultes, dons et legs, 2* sect, n° 30217. 14 août 1947. — U n arrêté du Régent érige l a partie nord-est de la commune de Nijlen, en paroisse-succursale, sous le vocable de Notre-Dame. Cette paroisse est circonscrite, à partir du point de jonction des limites des communes de Nijlen, Viersel et Pulle, par : la (limite séparative des communes de Nijlen et Pulle, A - B ; la limite séparative des communes de Nijlen et Grobbendonk, B - C ; l a limite séparative des communes de Nijlen et Bouwel jusqu'au point d'intersection avec le ruisseau dénommé « Nijlenbeek >, C - D ; ce ruisseau, les deux rives inclusivement, jusqu'au point d'intersection avec Je ruisseau dénommé < Kattebeek », D - E ; une ligne droite jusqu'au point de jonction des limites des communes de Nijlen, Viersel et Pulle, P . - A . conformément au plan annexé au dit arrêté.

CHAPELLE. — ÉRECTION. — ANNEXE.' — SUPPRESSION (1).

Adm. des cultes, dons et legs, 2" sect, n° 21069 B. 14 a o û t 1947. — U n arrêté du Régent érige l'église-annexe de Koksijde-Baden, commune de Koksijde, en chapellenie ressortissant à l a paroisse-succursale de cette commune.

VICAIRES. — TRAITEMENTS. — TRANSFERT (2).

Adm. des cultes, dons et legs, 2 ' sect, n° 20362 B. 14 a o û t 1947. — U n arrêté du Régent : 1° supprime le traitement à charge de l'Etat attaché à l a seconde place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale de Beselare; 2° attache un traitement à charge de l'Etat à la place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale Notre-Dame à L a Panne.

VICAIRES. — TRAITEMENTS. — TRANSFERT (2).

Adm. des cultes, dons et legs, 2* sect, n° 17972. 14 août 1947. — U n arrêté du Régent : 1° supprime le traitement à charge de l'Etat attaché à l a place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale de Beerst; 2° attache un traitement à charge de l'Etat à l a place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale Notre-Dame à Assebroek.

VICAIRE. — TRAITEMENT (2).

' A d m . des cultes, dons et legs, 2 ' sect, n" 14363. 14 a o û t 1947. — U n a r r ê t é du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à l a 1 " place de vicaire p r è s l a paroisse-succursale Saint-Joseph à Oolen. (1) Moniteur belge, 1947, n° 253. (2) Moniteur belge, 1947, n° 256.

14 Augustus 1947.

139

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING (1).

A d m . der erediensten, giften en legaten, 2* sect., n ' 30217. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent, is het noord-oostelijk gedeelte der gemeente Nijlen opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van OnzeLieve-Vrouw. Die parochie is begrensd vanaf het samenkomstpunt der grenzen van de gemeenten Nijlen, VierseT en Pulle, door : de grensscheiding tussen de gemeenten Nijlen en Pulle, A - B ; de grensscheiding tussen de gemeenten Nijlen en Grobbendonk, B - C ; de grensscheiding tussen de gemeenten Nijlen en Bouwel tôt aan het 'kruispunt met de Nijlenbeek, C - D ; die beek, de beide kanten inbegrepen, t ô t aan het kruispunt met de Kattebeek, D - E ; een rechte lijn tôt aan het samenkomstpunt der grenzen van de gemeenten Nijlen, Viersel en Pulle, E - A , overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan.

KAPELANJJ. — OPRICHTING. — BIJ KERK. — AFSCHAFFING

(1).

e

Adm. der erediesten, giften en legaten, 2 sect., n ' 21069 B. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent, is de bijkerk te KoksijUe-Baden, gemeente Koksijde, opgericht tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie aldaar.

ONDERPASTOORS. — WEDDEN. — ' OVERDRACHT (2). e

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 sect., n ' 20362 B. '14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is : 1° de aan de tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Beselare op Staatsgelden verbonden wedde afges«haft; 2° aan de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-iLeve-Vrouw te De Panne, een wedde op Staatsgelden verbonden.

ONDERPASTOORS. —

WEDDEN. —

OVERDRACHT

(2). e

r

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 sect, n 17972. '14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is : 1° de aan de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Beerst op Staatsgelden verbonden'wedde afgeschaft; 2° aan de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw te Assebroek een wedde op Staatsgelden verbonden.

ONDERPASTOOR. — WEDDE

(2). e

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 sect., n° 14363. '14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatselden verbonden aan de 1° plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de leilige Jozef te Oolen. (1) Belgisch Staatsblad, (2) Belgisch Staasblad,

1947, n ' 253. 1947, n 256. r

140

14 a o û t 1947.

PAROISSES SUCCURSALES. — ÉRECTION. — MODIFICATIONS AUX CIRO, NSCRIPT10NS. (1)

Administration ides cultes, dons et legs, 2

e

sect., n° 30191.

14 a o û t 1947. — Un arrêté du R é g e n t : 1° érige en paroisse-succursale, sous le vocable d'Exaltation de la SainteCroix, la partie du territoire de la commune de Ruiselede, prise sur les circonscriptions de la paroisse Notre-Dame et de la paroisse-succursale Saint-Charles en cette commune et circonscrite, à partir du point d'intersection de la limite séparative des communes de Ruiselede et d'Aalter avec la d r è v e inscrite au cadastre, section B, n° 1205, par une ligne droite vers le point d'intersection de la drève d é n o m m é e « Kattewegeldreef » avec la rue de Ruiselede vers Aalter, A.-B; une ligne droite vers le point d'intersection de la rue dite « Axpoele-Molenstraat » avec la limite séparative prolongée des parcelles inscrites au cadastre, section B, n°* 826 et 853, B-C; J'axe de l a rue dite « AxpoelenMolenstraat » j u s q u ' à s o n point d'intersection avec l a rue dite « Wantestraat », C-D; J'axe de l a rue d i t e « Zandstraat » j u s q u ' à son point d'intersection avec la rue dite « iZandvleugestraat », D-E; aine ligne droite jusqu'au point commun ide s é p a r a t i o n des parcelles inscrites au cadastre section, B, n 115, 117a, 117E et 125a, E-F; une ligne droite jusqu'au point d'intersection de la limite s é p a r a t i v e prolongée des parcelles inscrites a u cadastre, section B, n°" 147 e t 1506, avec l a c h a u s s é e d e Bruges 'à Ruiselede, F-G; une ligne droite v e r s l e point commun de s é p a r a t i o n , situe sur l'axe du sentier existant à cet endroit, des parcelles inscrites au cadastre, section F, n" 585 et 5866, G-H; une ligne droite jusqu'au point d'intersection de la limite s é p a r a t i v e p r o l o n g é e des parcelles inscrites au cadastre, section F , n°" 624a et 629, avec l'axe du ruisseau dénommé « Bankersbeek », H-I; l ' a x e de ce ruisseau jusqu'au point d'intersection avec la c h a u s s é e de Bruges à Ruiselede, I-K; l'axe de cette c h a u s s é e jusqu'au point d'intersection avec l a d r è v e entre les parcelles inscrites au cadastre, section A, , n 350g et 350/z, K-L; une ligne droite jusqu'au point d'intersection de l a drève inscrite au cadastre, section A, n 151a et 1516, avec la limite s é p a r a t i v e des communes de Ruiselede et d'Aalter, L-M; cette limite s é p a r a t i v e j u s q u ' à son point d'intersection avec l a d r è v e inscrite au cadastre, section B, m° 1205, M-A; ainsi qu'il est indiqué p a r une ligne verte sur le plan annexé au dit a r r ê t é ; o s

os

0 5

j

2° Annexe à la paroisse-succursale Saint Charles à Ruiselede, l a partie d e l a paroisse iNotre-Dame en cette commune, circonscrite à partir du point d'intersection de la rue dite « Galentasstraat » avec la chaussée de Bruges à Ruiselede, par : l'axe de Cette chaussée jusqu'au point d'intersection avec le ruisseau dénommé « Bankersbeek-Klaphullebeek », A-B; l'axe du ruisseau dénommé « Bankersbeek » j u s q u ' à l a limite s é p a r a t i v e des communes de Ruiselede et d e Wingene B-C; cette limite s é p a r a t i v e j u s q u ' à la C h a u s s é e de Wingene à Ruiselede, C-D; l'axe de cette c h a u s s é e j u s q u ' à la rue dite « Galentasstraat » D-E; l'axe de cette rue j u s q u ' à la c h a u s s é e de Bruges à Ruiselede, E-A, ainsi qu'il est indiqué par une ligne jaune sur l e plam annexé à l'arrêté précité. c

PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — CHAPELLENIE. — SUPPRESSION (2).

A d m . des cultes, dons et legs, 2

e

sect, n ° 22460 B.

14 a o û t 1947. — U n a r r ê t é du R é g e n t érige la chapellenie de Ezaart à M o l , en paroisse-succursale, sous le vocable de Saint-Willibrord. Cette paroisse est circonscrite, à partir du croisement de la limite séparative des communes de M o l et de Geel avec le chemin de fer d'Anvers, par : l'axe de ce chemin de fer j u s q u ' à la rue dit « Haagstraat », A - B ; cette rue, les deux côtés exclusivement, jusqu'au chemin de fer d'Anvers, B - C ; l'axe de ce chemin de fer j u s q u ' à l a rue dite « Oude Molenstraat », C - D ; l'axe de cette rue j u s q u ' à la route de M o l à Geel, D - E ; une ligne droite traversant la dite route, E - F ; l'axe du sentier vers la c h a u s s é e de Meerhout, F . - G ; l'axe de cette chaussée j u s q u ' à la limite s é p a rative des communes de M o l et de Meerhout, G - H ; la dite limite séparative, H - I ; la limite s é p a r a t i v e des communes de M o l et de Geel jusqu'au croisement avec le chemin de fer d'Anvers, I-A, conformément au plan annexé au dit arrêté. (1) Moniteur belge, 1947, n° 242. (2) Moniteur, 1947, n" 250.

14 Augustus 1947. HULPPAROCHIËN. — OPRICHTING.

141

GRENSW1JZIGINGEN (1).

' r

Administratie der Erediensten, giften en legaten, 2" sect., n 30191. 14 Augustus 1947. — B i j ibesluit van de Regent, is : 1" opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de H . Kruisverheffing, het gedeelte van het grondgebied der gemeente Ruiselede, afgenomen van de gebiedsomschrijvingen der parochie van Onze-iLieve-Vrouw en der hulpparochie van de H . Carolus aldaar begrensd vanaf het kruispunt van de grensscheiding tussen de gemeenten Ruiselede en Aalter met de dreef bekend ten kadaster, wijk B, n 1205, door een .redite lijn maar het kruispunt van de 'Kattewegeldreef met de straat van IRuiselede naar Aalter, A-B; een irechte lijn naar het kruispunt van de Axpoele-Molenstraat met de verlengde grensscheiding tussen de percelen bekend ten 'kadaster, wijk B, n " 826 en 853, B-C; de as van de Axpoele-Molenstraat t ô t aan haar kruispunt met de Wantestraat, C-D; de as van de Zandstraat t ô t aan haar kruispunt met de Zandvleugestraat, D-E; een rechte lijn t ô t aan het gemeem scheidingspunt der peroelen bekend ten kadaster wijk B, n " 115, 117a, 117E en 125a, E-F; een rechte iijn tôt aan het kruispunt van de verlenigde igrensscheiding tussen de percelen bekend .ten kadaster, wijk B, n " 147 en 1505 met de steenweg van Brugge naar Ruiselede, F-G; een rechte 'lijn naar het op de as van de aldaar bestaande voetwegel gelegen gemeen soheidingspuat van de percelen, bekend ten kadaster wijk F, n™ 585 en 586fr, G-H; 'een rechte lijn t ô t aan het kruispunt van de verlengde 'grensscheiding tussen de percelen bekend ten kadaster, wijk F, n" 624a en 629 met de as der Bankersbeek, H-i; de as van die beek tôt aan het kruispunt met de steenweg van Brugge naar Ruiselede, I-K; de as van die steenweg tôt aan het kruispunt met de dreef tussen de peroelen bekend ten kadaster, wijk A, n " 350g en 350/i, K-L; een irechte lijn tôt aan h é t kruispunt van de dreef bekend ten kadaster, wijk A, m " 151a en 1516, met de grensscheiding tussen de gemeenten Ruiselede en. Aalter, L-M; die grensscheiding tôt aan haar kruispunt met de dreef bekend -ten kadaster wijk S, n 1205, M-A; izoals het met een groene lijn op het bij^dat besluit gevoegd' plan is aangeduid; r

r

2° aan de hulpparochie van de H . C a r o l u s te Ruiselede •gehecht het gedeelte van de parochie van Onze iLieve V r o u w aldaar begrensd vanaf het kruispunt van de Galentasstraat met de steenweg van B r u g g e maar Ruiselede, door : de as van die steenweg tôt aan het kruispunt met de Bankersbeek-Klaphullebeek, A-B; de as van de Bankersbeek tôt aan de 'grensscheiding tussen de gemeenten Ruiselede en Wingene, B-C; die grenssoheiding t ô t aan de steenweg van Wingene naar Ruiselede, C-D; de as van die steenweg t ô t aan de steenweg van Brugge naar Ruiselede, E-A; zoals het met een gele lijn op het bij voormeld besluit gevoegd plan is aangeduid.

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — KAPELANIJ. — AFSCHAFFING r

(2).

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2° sectie, n 22460 B. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is de kapelanij van Ezaart te M o l , opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de Heilige W i l l e brordus. Die parochie is begrensd, vanaf het kruispunt der grensscheiding tussen de gemeenten M o l en Geel met de spoorweg inaar Antwerpen, door : de as van die spoorweg tôt aan de Haagstraat, A - B ; die straat, de beide zijden uitgesloten, tôt aan de spoorweg naar Antwerpen, B - C ; de as van die spoorweg t ô t aan de Oude Molenstraat, C - D ; de as van die straat tôt aan de baan van M o l naar Geel, D - E ; een rechte lijn dwars over bedoelde baan, E - F ; de as van de voetweg .naar de steenweg op Meerhout, F - G ; de as van die steenweg t ô t aan de grensscheiding tussen de gemeenten M o l en iMeerhout, G - H ; bedoelde grensscheiding, H-I; de grensscheiding tussen de gemeenten M o l en Geel tôt aan het kruispunt met de spoorweg naar Antwerpen), 'IÂ,, overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. (1) Belgisch Staatsblad, 1947, n (2) Staatsblad, 1947, n 250. r

r

242.

142

14 a o û t 1947. PAROISSES-SUCCURSALES.

— MODIFICATIONS AUX CIRCONSCRIPTIONS (1).

Adm. des cultes, dons et legs, 2' sect, n° 11162. V4 août 1947. — Un arrêté du Régent annexe à la paroisse-succursale NotreDame à Ooleti, la partie de l a paroisse^succursale Saint-Martin en cette commune, située au-dela du côté septentrional du canal Albert- et circonscrite, à artir de la limite séparative des communes d'Oolen et d'Herentals, par : axe de la chaussée d'Herentals à Geel, A . - B . ; la limite séparative des communes d'Oolen et d'Oevel, B - C ; l'axe du canal Albert, C - D ; la limite s é p a r a t i v e des communes d'Oolen et d'Herentals, D - A , conformément au plan annexé au dit arrêté.

P

CHAPELLENIE. —

ERECTION

(1). e

Adm. des cultes, dons et legs, 2 sect, n° 30226. 14 a o û t 1947. — Un arrêté du Régent érige le quartier de Herhout à Tollembeek, sous le vocable de Notre-Dame, en chapellenie ressortissant à l a paroisse-succursale Saint-Martin en cette commune.


(2). e

Adm. des cultes, dons et legs, 2 sect, n° 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du R é g e n t attache un traitement à charge de l'Etat à la l place de vicaire près la paroisse-succursale du S a c r é - C œ u r à Deurne. r

e

PAROISSE-SUCCURSALE. —

ÉRECTION. CHAPELLENIE. —SUPPRESSION

(2).

e

Adm. des cultes, dons et legs, 2 sect., n° 23861 B. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent érige la chapellenie Saint-Joseph à Mortsel, en paroisse-succursale ,sous le m ê m e vocable. Cette paroisse est circonscrite, à partir du point de croisement du cours d'eau n° 3 avec la limite séparative des communes de Mortsel et de Borsbeek, car : cette limite s é p a r a t i v e ; - A - B ; la limite séparative des communes de B o r s beek et de Boechout jusqu'à l a chaussée de Borsbeek à Boechout. B - C ; cette chaussée, les deux c ô t é s exclusivement, jusqu'à l a chaussée de Lierre, C - D ; une ligne droite allant vers le côté sud de cette dernière chaussée, D - E ; la chaussée de Lierre, les deux côtés inclusivement, jusqu'au chemin de fer d'Anvers à Lierre, E - F ; l'axe de ce chemin de fer jusqu'au chemin dit « Molenweg », F - G ; l'axe du chemin dit « Molenweg ct> jusqu'à la rue dite « 'Kroonstraat », G-tH; l'axe de la rue dite « Kroonstraat » jusqu'au chemin n° 41, dénommé « Zjilverenhoek », H - I ; l'axe de ce chemin j u s q u ' à la rue dite « Korte Welvaartstraat », I-J; l'axe de cette rue, J - K ; la limite séparative des communes de Mortsel et de Hove, K H L ; l'avenue dite « de Mayer van den Berglei », les deux côtés inclusivement, j u s q u ' à l a rue dite « Van Dijckstraat », L 4 M ; cette rue ,les deux côtés inclusivement, jusqu'à la chaussée de Lierre, M - i N ; cette chaussée ,les deux côtés inclusivement, jusqu'au pont du chemin de fer, N - 0 ; une ligne droite traversant ce pont de chemin de fer, O-IP; l'axe du chemin de fer pour trains à vapeur d'Anvers à Bruxelles jusqu'au cours d'eau n° 3, P - Q ; le cours d'eau n° 3, j u s q u ' à la limite séparative des communes de Mortsel et de Borsbeek, Q - A , conformément au plan annexé au dit a r r ê t é . VICAIRES. — TRAITEMENTS

(2).

Adm. des cultes, dons et legs, 2° sect, n" 14303. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à l a 1" place de vicaire prè6 la paroisse-succursale Saint-iPhillippe à Schoten. , I i ) ; j (1) Moniteur, 1947, n° 250. (2) Moniteur, 1947, n" 258-259.

14 Augustus 1947. HULPPAROCHIËN. — WIJZIGINGEN

143

AAN D E GEBIEDSOMSCfiRIJVINGEN ( 1 ) . r

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 * sectie, n 1 1 1 6 2 . 14 Augustus 1 9 4 7 . — Bij besluit van de Regent is aan de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw te Oolenj, gehecht het gedeelte der hulpparochie van de H . Martinus aldaar gelegen boven de noordelijke zijde v a n het Albertkanaal en begrensd, te beginnen van de grensscheiding tussen de gemeenten Oolen en Herentals door : de as van de steenweg van .Herentals naar Geel, A - B : de grensscheiding tussen de gemeenten Oolen en Oevel, B - C ; de as van net Albertkanaal, C-!D; de grensscheiding tussen de gemeenten Oolen en (Herentals, D-»A, overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan.

KAPELANIJ. — OPRICHTING ( 1 ) . E

Adm. de erediensten .giften en degaten, 2 sectie, nf 3 0 2 2 6 . 14 Augustus 1 9 4 7 . — Bij besluit van de Regent is de wijk Herhout te Tollembeek opgericht, onder de aanroeping ,van Onze-ILiieve-V.rouw, t ô t kapelanij afhangende van de hulpparochie van de Heilige Martinus aldaar.

ONDERPASTOOR. — W E D D E ( 2 ) . r

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 " sectie, n 1 4 3 6 3 . 1 4 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de I plaats van onderpastoor bij de hulpparochie vaw het fleiligHart te Deurne. e

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — KAPELANIJ. — AFSCHAFFING ( 2 ) . E

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 sect., n ' 2 3 8 6 1 B, 1 4 Augustus 1 9 4 7 . — Bij besluit van' de Regent is de kapelanij van de H . Jozef, te Mortsel, opgericht t ô t hulpparochie, onder dezelfde aanroeping. Die parochie is begrensd, vanaf het kruispunt van de waterloop n ' 3 met de grenssoheiding tussen de gemeenten Mortsel en Borsbeek, door : d i e grensscheiding, A - B ; de grensscheiding tussen de gemeenten Borsbeek en B o e chout t ô t aan de steenweg van Borsbeek naar Boechout, B - C ; die steenweg, de beide zijden uitgesloten, t ô t aan de Lierse steenweg, C - D ; een rechte lijn naar de zuiderkant van laatstgenoemde steenweg, D - E ; de Lierse steenweg, de beide zijden inbegrepen t ô t aan de spoorweg van Antwerpen naar Lier, E - i F ; de as van die spoorweg t ô t aan de Molenweg, IF-JG; de as van de Molenweg t ô t aan de Kroonstraat, G - H ; de as van de Kroonstraat t ô t aan de w e g n 4 1 , genoemd Zilverenhoek, H - l ; de as van die weg t ô t aan de Korte Welvaartstraat, I-J; de as van die straat, J M K ; de .grensscherding tussen de gemeenten Mortsel en Hove, K - i , ; de Mayer van den Berglei, de beide zijden inbegrepen t ô t aan de V a n Dijckstraat, L - M ; die straat, de beide zijden inbegrepen, t ô t aan de Lierse steenweg, M - N ; die steenweg, de beide zijden inbegrepen, t ô t aan de spoorwegbrug, N-O; een. rechte lijn over die spoorwegbrug, O - P ; de as van de spoorweg voor stoomtreinen van Antwerpen naar Brussel t ô t aan de waterloop n 3 , P - Q ; de waterloop n ' 3 , t ô t aan de grensscheiding tussen de gemeenten Mortsel en Borsbeek, Q-A, overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r

r

ONDERPASTOORS.

Adm.

—

WEDDEN ( 2 ) . E

r

der erediensten, giften en legaten, 2 sectie, m 1 4 3 6 3 .

14 Augustus 1 9 4 7 . — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1" plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Heilige*Philippus te Schoten. ( 1 ) Staatsblad, (2)

Staatsblad,

1947, n ' 2 5 0 . 1947, n

r

258-259.

144

14 a o û t 1947. VICAIRES. —

TRAITEMENTS

(1). e

Adm. des cultes, dons et legs, 2 sect, n° 14363. 14 a o û t 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à l a 2° place de vicaire p r è s la paroisse-succursale Saint Lambert à Orivegnée. VICAIRE. — TRAITEMENT

(1). e

, A d m . des cultes, dons et legs, 2 sect, n° 14363. 14 août 1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la 2 place de v icaire près la paroisse-succursale Sainte Brigitte à Koersel. e

(

"


(1). e

Adm. des cultes, dons et legs, 2 sect, n" 14363. 14 août ,1947. — Un arrêté du Régent attache un traitement à charge de l'Etat à la P ° place de vicaire près la paroisse-succursale Saint Pierre à Eelen.

. PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — CHAPELLENIE. — SUPPRESSION. e

Adm. des Cultes, Dons et Legs. 2 s e c , n ° 21.510A. 14 août 1947. — U n arrêté du Régent érige la chapellenie du quartier de la station à Mqrtsel en paroisse-succursale sous le vocable de Saint-Louis. Cette paroisse est circonscrite à partir du point de jonction des limites séparatives des communes de Mortsel, de Berchem et de Deurne, par : la limite séparative des communes de Mortsel et de Deurne, A - B ; la limite séparative des communes de Mortsel et de Borsbeek jusqu'au cours d'eau n° 3, B - C ; le dit cours d'eau jusqu'au fossé dénommé Fortloôp C - D ; ce fossé jusqu'au chemin de ceinture au nord du Fort 4 - D - E l'axe de ce chemin de ceinture j u s q u ' à la route militaire, E - F ; la route militaire, les deux côtés inclusivement, jusqu'au chemin de ceinture à l'ouest du Fort 4, F - G ; l'axe de ce chemin de ceinture jusqu'au chemin de fer pour trains électriques Bruxelles-Anvers, G - H ; ce chemin de fer j u s q u ' à la limite séparative des communes de Mortsel et de Berchem, H - I ; cette limite séparative jusqu'au point de jonction des limites séparatives des communes de Mortsel, de Berchem et de Deune, I-A; conformément au plan annexé au dit arrêté.

RÈGLES CONCERNANT LES FACTURES N° 156 DE LA RÉGIE. e

e

2 dir. gén,.,, 4 sect. Service central du travail, m° 16.102/?. Bruxelles, le 14 août 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'Internement. M M . les directeurs des prisons et des centres d'internement sont informés des règles suivantes qui doivent être observées par les services extérieurs de la Régie du travail pénitentiaire, pour les factures n° 156, d r e s s é e s par eux. L a stricte observation de ces règles doit permettre au Service central du travail de tenir correctement les comptes individuels des débiteurs, tant en ce qui concerne les factures qu'en ce qui concerne les paiements. 1. Les services extérieurs ne peuvent dresser des factures globales à charge de « Divers entrepreneurs » ou de « Divers particuliers », que lorsque le paiement des diverses sommes inscrites à ces factures a été effectué entre les mains du comptable. Jamais une facture globale ne peut comprendre des sommes dont les débiteurs s'acquittent par virement ou versement au compte de chèques postaux n" 9426 de la Régie du travail pénitentiaire à Bruxelles. Dans ce a, >, une facture distincte doit ê t r e dressée par débiteur. /,

(1) Moniteur

belge 1947, n° 262

a

14 Augustus 1947.

145

ONDERPASTOORS. — WEDDEN

(1).

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2* sectie, n ' 14363. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2' plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Heilige Lambertus te Grivegnée. ONDERPASTOOR. —

WEDDE

(1). e

r

e

r

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 sectie, n 14363. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 2' plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Heilige Brigitta te Koersel. .ONDERPASTOOR. — WEDDE

(1).

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2 sectie, n 14363. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is een wedde op Staatsgelden verbonden aan de 1' plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de Heilige Petrus te Eelen. HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — KAPPELANIJ. — AFSCHAFFING.

Adm. der Erediensten, giften en legaten. 2" sec, n ' 21.510A. 14 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is de kapelanij van de statiewijk te Mortsel opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de H . Lodewijk. Die parochie is begrensd, vanaf het samenkomstpunt van de grensscheiding tussen de gemeenten Mortsel, Berchem en Deurne, door : de grensscheiding tussen de gemeenten Mortsel en Deurne, A - B ; de grensscheiding tussen de gemeenten Mortsel en Borsbeek tôt aan de waterloop n 3, B - C ; bedoelde waterloop tôt aan de Fortloop C - D ; de Fortloop tôt aan de noordelijke rondweg van Fort 4, D - E ; de as van die rondweg tôt aan de Kriigsbaan, E - F ; d e Krngsbaan, de beide zijden inbegrepen, tôt aan de westelijke rondweg van Fort 4, F - G ; de as van die rondweg tôt aan de spoorweg voor electrische treinen BrusselAntwerpen, G - H ; die spoorweg t ô t aan de grensscheiding tussen de. gemeenten Mortsel en Berchem, H-I; die grensscheiding tôt aan het samenkomstpunt van de grensscheidingen tussen de gemeenten Mortsel, Berchem en Deurne, I-A; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r

REGELS BETREFFENDE DE FACTUREN N

156 V A N DE REGIE. r

2' alg. dir,, 4" sert., Centrale Arbeidsdienst, n 16.102/?. Brussel, de 14 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen en van de interneringscentra worden hiernavolgende regels ter kennis gebracht welke de buitendiensten van Régie van de gevangenisarbeid, voor de door lien opgestelde facturen n 156, moeten volgen. De stipte naleving van die regels moet de Centrale Arbeidsdienst in de mogelijkheid stellen de individuële rekeningen van de schuldenaars juist te houden, zowel wat de facturen als wat de betalingen betreft. 1. Globale facturen ten laste van « Verschillende Aannemers » of van « Verschillende Particulieren » mogen slechts opgemaakt worden wanneer de betaling van de verschillende sommen welke op die facturen zijn ingeschreven, in handen van de rekenplichtige heeft plaats gehad. Nooit mag een globale factuur sommen bevatten welke de schuldenaars door overschrijving of storting op de postrekening n 9426 van de Régie van de Gevangenisarbeid te Brussel kwijten. In dit geval moet een afzonderlijk factuur per schuldenaar worden opgesteld. r

r

(1) Belgisch

Staatsblad

1947, n ' 262.

146

18 a o û t 1947.

2. Les factures doivent porter d'une façon précise le nom et le prénom ainsi que l'adresse complète (rue, numéro, localité) du débiteur. Quand un particulier fait usage .d'une marque ou enseigne commerciale, la facture doit renseigner également le nom et le prénom de la personne qui doit en effectuer le paiement. Lorsqu'il s'agit d'une société, la raison sociale, c'est-ià-dire l'appellation officielle de la société doit ê t r e indiquée. Les factures d r e s s é e s à charge d'administrations publiques doivent ê t r e explicites en ce qui concerne l'adresse et mentionner entre autres la direction et le service auxquels elles sont destinées. 3. Aucune interruption ne peut exister dans la série des numéros de facture. 11 est défendu d'établir deux ou plusieurs factures portant le même numéro, mais différenciées seulement entre elles par des mentions telles que « Bis », « T e r », etc. .Chaque facture doit porter un numéro d'ordre distinct. 4. Si une facture, inscrite au facturier des ventes et des cessions, a été annulée avant son envoi au débiteur, une copie de cette, facture doit néanmoins être transmise au Service central du travail. Cette copie doit porter, en c a r a c t è r e s très apparents et à l'encre rouge, la mention « Annulé ». Elle doit indiquer les raisons de l'annulation et porter la signature du directeur, sous l a .mention « Annulation a p p r o u v é e . Le directeur ». 5. Quand une facture comprend un montant « pour mémoire », celui-ci ne peut pas être mentionné dans la colonne « T o t a l » de la facture, ceci afin d'éviter toute confusion avec le montant à payer. Le montant « pour mémoire » peut être utilement inscrit dans l a colonne « Observations » de la facture. 6. Je rappelle que le Service central du travail doit être mis en possession d'une copie signée de toute facture n° 156 (facture de vente ou facture de cession) et que oette copie doit lui être envoyée le jour m ê m e où l'original est transmis au débiteur. ', 7. Je rappelle également que le comptable qui a reçu un paiement d'un client doit virer le montant de sa recette au compte de chèques postaux n" 9426 de l a •Régie du travail pénitentiaire à Bruxelles. Ce virement doit ê t r e effectué le jour m ê m e de la recette. L e talon de l'ordre de virement doit renseigner le n u m é r o de la facture ayant donné lieu au paiement, le nom du débiteur tel qu'il figure sur la facture et le montant versé par chaque client. Pour le Ministre : L e directeur général ff, J. DuPRÉEL.

PERSONNEL. — SERVICE D'ÉTÉ.

2

e

D i r . gén. 3" sect. 1" bur. litt D . n" 2719. Bruxelles, le 18 août 1947. A MM. les Directeurs des Prisons et des Centres d'internement. Monsieur le directeur, Je vous autorise, j u s q u ' à nouvel ordre, à permettre aux membres du personnel administratif de l'établissement sous votre direction de commencer leurs prestations quotidiennes à une heure plus matinale, de manière à pouvoir cesser le travail au début de l'après-midi. L a vacation journalière ne pourra cependant être inférieure à 6 heures. U est bien entendu que ce régime d'été ne peut nuire au bon fonctionnement des services et qu'une permanence sera a s s u r é e pendant les heures habituelles d'ouverture des bureaux. Pour le ministre : Le Directeur général ff, J.

DUPRÉEL.

18 Augustus 1947.

147

2. De facturen moeten op nauwkeurige wijze de naam en de voornaam, alsook het volledig adres (straat, nummer, localiteit) van de schuldenaar opgeven. Wanneer een particulier van een handelsmerk of van een handelsbenaming gebruik maakt moet de factuur insgelijks de naam en de voornaam van de persoon die de betaling er van moet verrichten vermelden. Wanneer het een vennootschap geldt, moet de officiële naam van de firma aangeduid worden. De facturen opgesteld ten laste van openbare besturen moeten uitvoerig zijn, wat het adres betreft, en moeten, onder meer, het bestuur en de dienst waarvoor ze zijn bestemd opgeven. 3. Geen enkele onderbreking mag zich in de opeenvolging van de nummers der facturen voordoen. Het is verboden aan twee of meer facturen hetzelfde nummer te geven en ze alleen door vermeldingen als « bis », « ter », enz., van elkaar te onderscheïden. Iedere factuur moet een afzonderlijk nummer dragen. 4. Indien een factuur, ingeschreven in het factùurboek der verkopen en overlatingen, vernietigd wordt vôôr dat zij aan de klant Wordt toegestuurd moet er niettemin een afschrift van aan de Centrale Arbeidsdienst worden overgemaakt. Op het toegezonden dubbel moet in sterk opvallende letters en met rode inkt de vermelding « Vernietigd » aangebracht worden. Verder moet het dubbel de redenen van de vernietiging opgeven en de handtekening dragen van de bestuurder, onder de vermelding : « Vernietiging goedgekeurd. De bestuurder ». 5. Wanneer een factuur een bedrag < pro memorie » bevat, mag dit bedrag niet in de kolom « Totaal » van de factuur ingeschreven worden. Iedere verwarring met de te betalen som moet, inderdaad, worden voorkomen. Het « pro memorie »-bedrag wordt best in de kolom « Opmerkingen » van de factuur aangeduid. 6. Ik herinner er aan dat de Centrade Arbeidsdienst in het bezit moet gesteld worden van een ondertekend afschrift van elke factuur n ' 156 (verkoopfactuur of overlatingsfactuur) en dat dit afschrift dient overgemakt te worden de dag zelf waarop het origineel van de factuur aan de schuldenaar wordt gezonden. 7. Ik herinner er insgelijks aan dat de rekenplichtige die een betaling van een klant heeft ontvangen, het geïnde bedrag op de postcheckrekening n 9426 van de Régie van de Gevangenisarbeid moet overschrirven. Deze overschrijving moet de dag zelf van de ontvangst geschieden. De strook van de overschrijvingsorder moet het nummer van de factuur welke tôt de betaling aanleidimg gaf de naam van de schuldenaar zoals die op de factuur voorkomt en het door elke klant gestorte bedrag vermelden. Voor de Minister : D e dd. Directeur-Generaal, r

J. D U P R É E L .

PERSONEEL. — e

ZOMERD1ENST. e

e

r

2 Algem. direc. 3 sect. I bureel. n 2719 D. Brussel, de 17 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Mijnheer de Bestuurder, Ik machtig u, tôt nader bevel, aan de leden van het administratief personeel van de onder u staande inrichting toe te laten hun dagelijkse prestaties vroeger te beginnen met het oog op het werk te kunnen staken in het begin van de namiddag. De dagelijkse vacatie zal echter niet minder dan zes uur mogen bedragen. Het is wel verstaan dat dit zomerregime niet mag schaden aan de goede werking van de diensten en dat deze voortdurend zullen verzekerd zijn gedurende de gewone uren van opening van de burelen. Voor de minister : De dd. Directeur-generaal, J.

DUPRÉEL.

148

18-26 a o û t 1947.

C O N D A M N É S P O U R C R I M E S ET D É L I T S C O N T R E L A S U R E T E E X T É R I E U R E D E L ' É T A T : APPLICATION D E LA LOI LEJEUNE. e

Bureau d'étude, 2 dir. ,gén, litt. R, n° I X / 2 . Bruxelles, le 18 août A MM. les directeurs

des prisons

et 'des centres

1947.

d'internement.

Par ma circulaire du 16 janvier 1947, n" 51 R/lX/2, il vous a été d o n n é des instructions précises quant à l'application de la loi iLejeune aux c o n d a m n é s pour crimes et délits contre l a sûreté extérieure de l'Etat, actuellement détenus. Je suis au regret de devoir constater qu'il arrive souvent que ces instructions ne sont pas suivies. Il en est ainsi principalement des points À, B, C, ce qui fait que les examens des libérations conditionnelles sont souvent l'objet d'uni iretard non justifié. Je vous prie d è s lors- de bien vouloir reprendre l a lecture de cette circulaire, et de vous conformer dans l'avenir, avec soin, à ses instructions. A titre de gouverne, veuillez trouver ci-après l e texte des l i t t é r a s A , B et C de ma circulaire p r é r a p p e l é e : A. D o r é n a v a n t le cas ide tout condamné pour infraction contre l a Sûreté de l'Etat, qui, en raison de ses dispositions morales, de son degré d'amendement, de ses possibilités de reclassement, se montrera digne de faire l'objet d'une mesure de libération conditionnelle, pourra être examiné lorsqu'il aura p u r g é la moitié de sa peine (que celle-ci soit correctionnelle ou criminelle), que la condamnation ait été prononcée selon les formes de lia procédure ordinaire ou de la p r o c é d u r e simplifiée (arrêté-loi du 10 novembre 1945). B. Toutefois, il vous sera permis d'introduire une proposition de libération •conditionnelle avant l'expiration du délai fixé en A, dans les cas o ù vous estimerez que des circonstances exceptionnelles et particulièrement dignes d'intérêt justifient une libération anticipée. il faut tenir compte à cet é g a r d d'un ensemble d'éléments et notamment du comportement exemplaire de l'intéressé, de son regret sincère de la faute commise et de ses efforts méritoires et persévérants pour s'en racheter, de la situation particulièrement difficile ide sa famille, etc. '. D a n s tous les cas, le c o n d a m n é devra avoir, p u r g é au moins un tiers de sa peine avant de faire l'objet d'une proposition. C. Pour tout c o n d a m n é qui n'aura pas libération conditionnelle selon les §§ A ou B faire c o n n a î t r e d'office et d è s qu'il aura p u r g é autant que le tiers restant ne soit pas supérieur degré d'amendement, son comportement, ses lités ide .reclassement.

fait l'objet d'une proposition de ci-dessus, vous aurez soin de me les deux tiers de sa peine, et pour à dix-huit mois, votre avis sur son dispositions morales, ses possibiLe Ministre,

i

P. S T R U Y E .

C L O T U R E D E S É C R I T U R E S D E L A R É G I E A U 31 e

AOUT

1947.

e

(2 dir. g é n , 4 sect. Service central du T r a v a i l , n" 16.150 R.) Bruxelles, le 26 a o û t 1947. A MM. les Directeurs


d'internement,

Informé M M . les directeurs des prisons et des centres d'internement que l'arrêté royal organique de la Régie du travail pénitentiaire, en date du 3 novembre 1931, prévoit, en son article 12, que toute mutation dans la direction de la Régie en cours d'exercice entraîne l'obligation de dresser un bilan général et un compte de profits et pertes à la date du 1" du mois subséquent.

18-26 Augustus 1947.

149

VEROORDEELDEN WEGENS MISDADEN E N WANBEDRIJVEN TEGEN D E UITWENOIGE VEIL1GHEID V A N D E STAAT. ' — TOEPASS1NG V A N D E W E T L E J E U N E . r

Studiebureau, 2* alg. dir., litt. R, m \X/2. Brussel, de 18 Augustus 1947. Aan de heren bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra, Bij mijn omzendbrief van 16 Januari 1947, n 51 R/lX/2, werden u zeer omstandige onderrichtingen gegeven nopens de toepassing - van de wet Lejeune op deze die, gestraft wegens misdaden en wanbedriiven tegen de uitwendige Veiligheid van de Staat, zich thans in uw strafinstelling bevinden. T ô t mijn spijt stel ik vast dat veelal deze voorschriften niet voldoende w o r den mageleefd. Dit is vooral het geval voor wat de punten A, B en C betreft, wat voor gevolg heeft dat de onderzoeken inzake voorwaardelijke invrijheidstelling meestal een niet te verrechtvaardigen vertraging ondergaan. Dienvolgens verzoek ik u in de toekomst de onderrichtingen in voormeld rondschrijven vervat, stipt na te komen. T ô t richtsnoer volgt hierna de tekst van littera's A, B en C : A. Voortaan zal het igeval van ieder wegens misdrijf tegen de Veiligheid van de Staat veroordeelde persoon, die op igrond van zijn morele gesteldheid, de mate waarin hij zich gebeterd heeft, zijn redasseringsmogelijkbeden, zich waardig toont om voor een maatregel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking te komen, in overwegimg mogen genomen worden zodra betrokkene de helft van zijn straf zal hebben uitgedaan, om 't even of het een correctionele of een criminele straf 'geldt, of de veroordeling volgens de vormen van de gewone rechtspleging of de vereenvoudigde reohtspleging werd 'Uitgesproken. (Besluitwet van 10 November 1945.) r

B. IHet zal u evemwel vrij staan een voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling in te dienen v ô é r het verstrijken van de onder A bepaalde termijn, i n de gevallen waarin 'gij oordeelt dat buitengewone omstandigheden, welke bijzondere belangstelling verdienen, vervroegde invrijheidstelling verantwoorden. Te dien aanzien, dient er rekening te worden igehouden met een gans stel factoren, inzonderheid met het voorbeeldig gedrag van de betrokkene, zijn oprecht leedwezen over de bedreven fout, zijn verdienstelijke en aanhoudende pogingen om zij.n schuld « i t te boeten, de bijzonder bezwaarlijke toestand van zijn igezin, enz. lin aile gevallen moet ide verooideelde ten minste één derde van zijn straf hebben uitgedaan vooraleer een- voorstel te zijnen behoeve i n aanmerking ikan genomen worden. C. Voor ieder veroordeelde, betreffende welke igeen voorstel t ô t voorwaardelijke inv.rijheidstelling, overeenkomstig de § § A of B hiervoren, werd ingediend, verzoek ik u mij van ambtswege, zodra betrokkene twee derden van zijn straf heeft uitgedaan en voor zoveel het overblijvende derde niet meer dan achttien maanden beloopt, uw advies te willen geven omtrent zijn graad van verbetering zijn gedraging, zijn morele igesteldheid, zijn reclasseringsmogelijkheden. -

De Minister, P. STRUYE.

AFSLU1TING V A N D E G E S C H R I F T E N

DER REGIE

O P 31

AUGUSTUS

2" alg. dir., 4° sect., Centrale Arbeidsdienst, n

1947. r

16150 R.

Brussel, de 26 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren Bestuurders der gevangenissen en interneringscentra wordt hierbij ter kennis gebracht dat het organiek koninklijk besluit van de Régie, dd. 3 November 1931, in artikel 12, voorziet dat elke verandering die, gedurende het dienstjaar, in het bestuur van de Régie voorkomt de verplichting meebrengt op de eerste der Idaaropvolgende maand een algemene balans e n de verlies- en winstrekening op te maken.

150

26 a o û t 1947.

Cette disposition devient applicable par suite du décès de M . V . Marrannes, qui assumait la gestion du susdit organisme. Le Service central du travail doit donc dresser, au 31 août prochain, le bilan et le compte de profits et pertes de la Régie du travail pénitentiaire. Les directeurs des prisons et des centres d'internement sont priés de lui fournir les données indispensables à la rédaction de ces documents. Ces données sont, en général, celles qui doivent être fournies à la fin de chaque année. Je donne ci-dessous les instructions relatives aux règles d'imputation par exercice, à la clôture des livres et à l'introduction des diverses pièces comptables de la Régie. Le Service central du travail devant déterminer les avoirs e* les, dettes de la Régie au 31 août 1947 et au 31 décembre 1947, et devant en outre séparer le résultat financier des opérations faites pendant les huit premiers mois de l'année 1947 de celui laissé par les opérations des quatre derniers mois de la même année, celle-ci comportera deux exercices : l'exercice 1947 A, qui s'étendra aux opérations faites du 1" janvier 1947 au 31 août 1947, et l'exercice 1947 B, qui englobera les opérations faites du 1" septembre 1947 au 31 décembre 1947. Le résultat financier devant être exact par exercice, i l importe de ne pas confondre les opérations de l'exercice 1947 A et celles de l'exercice 1947 B. I. Règles

d'imputation

par exercice.

a) Produit du travail : Appartient à l'exercice 1947 A le produit des fournitures et travaux faits par la Régie depuis le 1 janvier 1947 au 31 août 1947, peu importe la date à laquelle la facture n" 156 est établie. Ainsi le produit des travaux exécutés pour compte d'entrepreneurs en août 1947 doit profiter à l'exercice 1947 A. er

b) Dépenses : Incombent à l'exercice 1947 A toutes les dépenses pour des fournitures ou travaux effectués par des tiers pour le compte de la Régie pendant la période allant du 1 janvier au 31 août 1947. Toutefois, s'il s'agit de fournitures, la prise en recette par le comptable doit avoir eu lieu au plus tard le 31 août 1947, pour que la dépense puisse être imputée à l'exercice 1947 A. er

c) Inscription sur tout document comptable du nom de l'exercice intéressé : Les établissements doivent, sur chacune des pièces de la régie, indiquer le nom de l'exercice intéressé (exercice 1947 A ou exercice 1947 B). S i , en matière de dépenses, une même pièce se rapporte à deux exercices, la quote-part de chaque exercice dans la dépense totale doit être indiquée. -

d) Nécessité de scinder la facture trimestrielle dressée par la Régie à charge de l'administration des prisons et de scinder la facture trimestrielle établie par l'administration des prisons à charge de la Régie.

E n vertu de ce qui est dit ci-avant au sujet des règles d'imputation par exercice, les établissements doivent, pour ce qui concerne le troisième trimestre 1947, scinder leurs factures trimestrielles. E n ce qui concerne la facture dressée par la Régie à charge de l'administration des prisons, une facture comprendra les fournitures et prestations des mois de juillet et août 1947 (exercice 1947 A); une deuxième facture renseignera les fournitures et travaux du mois de septembre 1947 (exercice 1947 B).

26 Augustus 1947.

151

Deze schikking wordt van toepassing tengevolge van het overlijden van de heer V . M a r r a n n è s , die de leiding van vermeld organisme waarnam. De Centra/le Arbeidsdienst moet dus, op 31 Augustus a. s., de balans en de verlies- en winstrekening van de Régie van de gevangenisarbeid opstellen. De bestuurders van de Gevangenissen en interneringscentra worden verzocht hem de gegevens te bezorgen die voor het opstellen van die bescheiden onontbeerlijk zijn. Bedoelde gegevens zijn over 't algemeen die welke op het einde van ieder jaar moeten verschaft worden. 1k geef hierna de onderrichtingen betreffende de regels tôt onderscheid der flienstjaren, het afsluiten van de boeken en het indienen van de verscheidene boekhoudkundige stukken van de Régie. Daar de Centrale Arbeidsdienst de bezittingen en schulden van de Régie op 31 Augustus 1947 en op 31 December 1947 moet vaststellen en daarenboven de financiële uitslag van de bedrijvigheid der eerste acht maand moet scheiden van de uitslag van de verrichtingen v a n de laatste vier maand van hetzelfde Jaar, zal het jaar 1947 twee dienstjaren tellen : het dienstjaar 1947 A, dat de Verrichtingen van 1 Januari tôt 31 Augustus 1947 gedaan zal omvatten, en het dienstjaar 1947 B, dat zal terugslaan op de verrichtingen van 1 September 1947 tôt 31 December 1947. Aangezien de financiële uitslag nauwkeurig per dienstjaar dient bepaald, mogen de bewerkingen van het dienstjaar 1947 A niet worden verward met deze van het dienstjaar 1947 B. 1

I. Regels van aanwijzing

per

dienstjaar.

a) Opbrengst van de arbeid : Behoort t ô t het dienstjaar 1947 A de opbrengst van de leveringen en prestaties door de Régie gedaan van 1 Januari tôt 31 Augustus 1947, welke ook de datum weze waarop de factuur n 156 wordt opgesteld. Zo moet de opbrengst van de werken in de loop van Augustus 1947 voor aannemers verricht ten bate van het dienstjaar 1947 A worden ingeschreven. r

b) Uitgaven. Vallen ten laste van het dienstjaar 1947 A al de uitgaven voor leveringen of werken die door derden, voor rekening van de Régie gedurende de période gaande van 1 Januari tôt 31 Augustus 1947, werden gedaan. In zover het leveringen betreft, moet echter de inontvangstneming door de rekenplichtige geschied zijn vôôr 31 Augustus 1947; anders kan de uitgave niet ten laste van net dienstjaar 1947 A worden gelegd. c) Vermelding van de benaming van het betrokken dienstjaar op al de stukken der boekhouding. De strafinrichtingen moeten op al de stukken van de Régie de benaming van het betrokken dienstjaar vermelden (dienstjaar 1947 A of dienstjaar 1947 B). Indien, wat de uitgaven betreft, éénzelfde document betrekking heeft op twee dienstjaren, moet het aandeel van elk dienstjaar in de globale uitgave aangeduid worden. d) Noodzakelijkheid de trimestriële factuur opgesteld door de Régie ten laste van het bestuur der gevangenissen en de trimestriële factuur opgemaakt door het bestuur der gevangenissen ten laste van de Régie te splitsen. Ingevolge wat hiervoren met betrekking tôt het onderscheid per dienstjaar is gezegd, moeten de inrichtingen, voor het derde kwartaail 1947, hun trimestriële facturen splitsen. W a t de factuur betreft die door de Régie ten laste van het bestuur der gevangenissen wordt opgemaakt, zal een eerste factuur der leveringen en prestaties van de maanden Juli en Augustus 1947 (dienstjaar 1947 A) vermelden, en een tweede factuur de leveringen en prestaties van de maand September 1947 (dienstjaar 1947 B).

152

26 août 1947.

Quant à la facture établie par l'administration des prisons à charge de l a Rég ie, une facture comprendra les remboursements à effectuer par la Régie au T r é s o r pour les mois de juillet et août 1947 (exercice 1947 A ) ; une deuxième facture mentionnera les remboursements à opérer pour le mois de septembre 1947 (exercice 1947 B ) . II. De la clôture

des livres :

Les livres et états comptables désignés ci-après et relatifs à la Régie doivent être a r r ê t é s au 31 a o û t 1947 : a) Le facturier des ventes et cessions n° 160 : Ce facturier doit, au p r é a l a b l e , avoir reçu l'inscription de toutes les factures n" 156 (de vente ou de cession) intéressant l'exercice 1947 A; b) Le facturier des achats et des dépenses n° 169 : Ce facturier doit, au préalable, avoir reçu l'inscription de toutes les dépenses incombant à l'exercice 1947 A, les cessions reçues du 1" janvier au 31 août 1947, y comprises. c) Le journal des recettes n" 162; d) Le livre de magasin n° 222 Régie et tous ses états justificatifs. Les opérations en matières de l'exercice 1947 A doivent être nettement s é p a r é e s des opérations en matières de l'exercice 1947 B. Le livre de magasin doit refléter clairement l'inventaire des magasins au 31 août 1947. Le même registre pourra être employé pour l'inscription des opérations en matières des quatre derniers mois de l'année 1947 (exercice 1947 B). e) L e s états du matériel, c'est-à-dire les é t a t s n° 521 relatifs aux machines, outils et objets mobiliers de la Régie (matériel se trouvant dans les magasins du comptable et matériel en usage dans les bureaux, ateliers ou services). Les comptables ne doivent pas établir de compte de gestion en deniers, ni de compte de gestion en matières à la date du 31 août 1947. III. Des pièces travail.

à introduire

à l'administration

centrale,

service

central

du

Aussitôt que possible, et au plus tard le 15 octobre 1947, pour les établissements comptant plusieurs ateliers, les directeurs doivent transmettre au Service central du travail : 1. Le bordereau n "170 cessions Régie se rapportant à l'exercice 1947 A. Les établissements qui ont reçu des factures de cession é m a n a n t d'autres services de la Régie doivent comprendre ces factures dans un bordereau n° 170 des cessions ' régie et transmettre ce bordereau au S. C. T , a p r è s l'avoir inscrit au facturier des achats et des dépenses n" 169. Le bordereau doit comprendre les factures de cession se rapportant aux fournitures et prestations qui ont été faites à l'établissement du 1" janvier au 31 août 1947 (exercice 1947 A). Les factures doivent y être classées et totalisées par établissement qui a fait la cession. 2. Le relevé des dépenses par avances de fonds non acquittées au 31 a o û t 1947 et incombant à l'exercice 1947 A. 3. Les inventaires des biens possédés par la Régie à la date du 31 août 1947. Le recensement effectif de ces biens doit être opéré le 31 août prochain. a) Inventaire des matières premières, c'est-à-dire des matières qu'on retrouve dans les produits fabriqués et dont le coût figure aux dpvis et aux bons d'exécution. Cet inventaire comprendra toutes les matières premières se trouvant à l'établissement (magasins et ateliers) à la date du 31 août 1947. Il faut, toutefois, que ces matières aient été prises en recette par le comptable, au plus tard le 31 août 1947. Ainsi, une matière reçue à l'établissement le 3 l août 1947, mais seulement prise en recette le 1" septembre 1947 ne peut être comprise dans l'inventaire du 31 août 1947.

26 Augustus 1947.

153

Anderzijds, wat de factuur betreft die door het bestuur der gevangenissen ten laste van de Régie wordt opgesteld, zal een eerste factuur de terugbetalingen bevatten die door de Régie aan de Schatkist voor de maanden Juli en Augustus 1947 (dienstjaar 1947 A) dienen gedaan; een tweede factuur zal de terugbetalingen bevatten die voor de maand September 1947 (dienstjaar 1947 B) moeterf gescnieden. II. Afsluiting der boeken. Hiernavermelde staten van de Régie moeten op 31 Augustus afgesloten worden : • a) Het factùurboek der verkopen en afstanden n 160. Vooraf echter moeten in dit factùurboek al de facturen n '156 (van verkoop of overlating) die het dienstjaar 1947 A betreffen, ingeschreven zijn. b) Het factùurboek der aankopen en uitgaven n 169. Vooraf moeten in dit factùurboek al de uitgaven die ten laste (valjen van het dienstjaar 1947 A ingeschreven zijn, met inbegrip van de overlatingen die van 1 Januari tôt en met 31 Augustus 1947 werden ontvangen. c) Het dagboek der ontvangsten n 162. d) Het magazijnboek n 222 en al zijn bewijsstaten. De warenverhandelingen van het dienstjaar 1947 A moeten duidelijk gescheiUen worden van deze welke het dienstjaar 1947Z? betreffen. Het magazijnboek moet de inventaris der waren op 31 Augustus 1947 nauwkeurig weergeven. Voor de inschrijving van de warenverhandelingen van de laatste vier maanden van het jaar 1947 (dienstjaar 1947 B) mag hetzelfde register verder gebruikt worden. e) De staten van het materieel, dit zijn de staten n 521, betreffende de machines, werktuigen en mobilaire voorwerpen der Régie (materieel berustende in de magazijnen van de rekenplichtige en materieel in gebruik op de kantoren, in de werkplaatsen en diensten). De rekenplichtigen moeten, op 31 Augustus 1947, geen beheerrekening der gelden en geen beheerrekening der waren opstellen. r

r

r

r

r

r

III. Bij het hoofdbestuur, centrale arbeidsdienst, in te dienen stukken. Zodra mogelijk en ten laatste op 15 October '1947 voor de inrichtingen met verschillende werkplaatsen, zullen de bestuurders aan de Centrale Arbeidsdienst hiernavermelde bescheiden moeten overmaken : 1. Het borderel n 170 der overlatingen régie, betrekking hebbend op het dienstjaar 1947 A. De inrichtingen die vanwege andere regiediensten overlatingsfacturen ontvingen, moeten deze facturen begrijpen in een borderel n* 170 der overlatingen Régie en dit borderel aan de Centrale Arbeidsdienst toezenden, na het vooraf in net factùurboek van de aankopen en uitgaven m' 169 ingeschreven te hebben. Dit borderel moet al de overlatingsfacturen omvatten die verband houden met de leveringen en prestaties welke van 1 Januari 1947 tôt 31 Augustus 1947 (dienstjaar 1947 A) aan de inrichting werden gedaan. „ De facturen moeten op dit borderel per afstanddoende inrichting gerangschikt en samengesteld zijn. 2. De opgave van de uitgaven door voorschotten welke ten laste vallen van het dienstjaar 1947 A en op 31 Augustus 1947 niet vereffend waren. 3. De inventaris op 31 Augustus 1947 van de goederen toebehorende aan de Régie. De werkelijke opneming van deze goederen moet op 31 Augustus a. s. geschieden. a) Inventaris van de grondstoffen, dit is van de stoffen die in de fabricaten teruggevonden worden en op de bestekken en uirvoeringsbons worden vermeld. Deze inventaris zal al de grondstoffen vermelden die op 31 Augustus 1947 in de inrichting (magazijnen en werkplaatsen) aanwezig zijn. Deze waren moeten evenwel ten laatste op 31 Augustus door de rekenplichtige in ontvangst genomen geweest zijn. Zo mag een waar, die op 31 Augustus 1947 i n ' d e inrichting aankwam, doch slechts op 1 September 1947 in ontvangst werd genomen, in de inventaris van 31 Augustus 1947 niet begrepen worden. r

154

26 a o û t 1947.

Les matières premières doivent être valorisées au prix d'acquisition, frais d'achat y compris. b) Inventaire des matières de consommation et du petit outillage neuf (magasins et ateliers). L a valorisation de ces matières et objets doit se faire au prix d'acquisition. c) Inventaire des emballages et vidanges (magasins et ateliers). Cet inventaire doit comprendre les emballages et les vidanges qui se trouvent à l'établissement, qui ont été facturés par les fournisseurs et qui seront renvoyés à ceux-ci. L a valeur à inscrire à l'inventaire est celle qui sera remboursée par les fournisseurs. d) Inventaire des produits en cours de fabrication (ateliers). Les produits en cours de fabrication dans les ateliers au 31 août 1947 seront portés à l'inventaire pour le montant des dépenses déjà e n g a g é e s à la susdite date (total des dépenses formé par : la valeur des matières premières déjà- utilisées, les gratifications réelles déjà accordées pour la fabrication, les frais de force motrice déjà constatés, les frais généraux déjà imputables à la fabrication). L'inventaire des produits en cours de fabrication doit être a c c o m p a g n é d'une copie des bons d'exécution intéressés, tels que ces bons se présentent a p r è s inscription des dépenses faites jusqu'au 31 août 1947 pour la fabrication. L'inventaire des produits en cours de fabrication doit être a c c o m p a g n é d'une copie des bons d'exécution intéressés, tels que ces bons se présentent a p r è s inscription des d é p e n s e s faites jusqu'au 31 août 1947 pour la fabrication. e) Inventaire des produits finis et des articles pour ventes commerciales (magasins et ateliers). L a valorisation des produits finis se trouvant en stock à l'établissement au 31 août 1947 doit être faite au prix de revient, c'est-à-diré au prix de fabrication. Une copie des bons d'exécution relatifs à ces produits doit être annexée à l'inventaire pour autant que les produits aient été fabriqués pendant les huit premiers mois de l'année 1947. /) Inventaire du matériel, c'est-à-dire des machines-outils, objets mobiliers de la régie. Le matériel de la régie, existant au 31 août 1947, doit être recensé. Cette disposition s'applique aussi bien au matériel utilisé par le bureau, les ateliers et les services de la régie qu'au matériel se trouvant dans le magasin du comptable. Ce dernier matériel sera subdivisé en : a) objets neufs; b) objets en d é p ô t ; c) objets au rebut. L'inventaire du matériel doit, en dehors du prix d'acquisition de chacun des objets, mentionner le montant des amortissements acquis à l a date du 31 août 1947. Cette dernière donnée (amortissements acquis) ne doit pas nécessairement ê t r e fournie par les établissements n'exploitant aucun atelier. Remarques générales concernant les inventaires : a) Les inventaires doivent être détaillés. U ne peuvent comprendre aucun poste global. Ils doivent, pour chaque matière ou objet, indiquer le prix unitaire. b) Les inventaires doivent être subdivisés, valorisés et totalisés par branche d'activité ou service. 4. L'état relatif aux achats et aux dépenses ayant fait l'objet de reaux n° 170 intéressant l'exercice 1947 A.

borde-

Cet é t a t doit reproduire, en somme, les inscriptions faites au facturier achats et des dépenses de l'exercice 1947 A.

des

26 Augustus 1947. .

155

De grondstoffen moeten gevaloriseerd worden tegen de aanschaffingsprijs, inkoopkosten inbegrepen. b) Inventaris van de hufpstoffen en van het klein gereedschap in nieuwe staat (magazijn en werkplaatsen). Deze stoffen en voorwerpen moeten gevaloriseerd worden tegen de aanschaffingsprijs. c) Inventaris van de verpakkingen en van het ledig goed (magazijnen en werkplaatsen). Deze inventaris moet de verpakkingen en het ledig goed omvatten, die in de inrichting aanwezig zijn, door de leveranciers werden aangerekend en aan dezen teruggezonden zullen worden. De op de inventaris in te schrijven waarde is deze die door de leveranciers zal terugbetaald worden. d) Inventaris van de in verwerking zijnde producten (werkplaatsen). De producten die, op 31 Augustus 1947 in verwerking zijn, zullen op de inventaris vermeld worden .voor net bedrag van de uitgaven die op bovenvermelde datum reeds voor de. fabricage van die producten gedaan werden (totaal der uitgaven gevormd door : de waarde der reeds gebruikte grondstoffen, de voor de fabricage werkelijk reeds toegekende vergoedingen, de reeds vastgestelde kosten voor drijfkracht, de algemene onkosten die op de fabricage reeds toepasselijk zijn). De inventaris van de in verwerking zijnde producten moet vergezeld zijn van een afschrift van de betrokken uitvoenngsbons, zoals deze zich voordoen na inschrijving van de uitgaven die tôt op 31 Augustus 1947 voor de fabricage werden gedaan. e) Inventaris van de fabricaten en van de artikelen voor handelsverkoop (magazijnen en werkplaatsen). De valorisatie van de fabricaten die op 31 Augustus 1947 in de inrichting in voorraad zijn, moet geschieden tegen kostende prijs, dit is tegen de fabricageprijs. Een afschrift van de uirvoeringsbons die op de fabricaten betrekking hebben dient aan de inventaris te worden toegevoegd, voor zover deze producten gedurende de eerste acht maand van het dienstjaar 1947 venvaardigd werden. /) Inventaris van het materieel, dit is van de machines, werktuigen en mobilaire voorwerpen van de Régie. Het materieel van de Régie moet op 31 Augustus 1947 geïnventariseerd worden. Deze schikking is toepasselijk zowel op het materieel gebruikt op het kantoor en in de werkplaatsen en Idiensten van de Régie, als op het materieel dat zich in het magazijn van de rekenplichtige bevindt. D i t laatste materieel z a l onderverdeeld worden in : a) nieuwe voorwerpen; b) in bewaring gestelde voorwerpen; c) in uitschot gestelde voorwerpen. De inventaris van het materieel moet, benevens de aanschaffingsprijs van ieder voorwerp, het bedrag van de afschrijvingen verworven op 31 Augustus 1947 vermelden. De inrichtingen die geen enkele werkplaats uitbaten zijn niet verplicht dit Jaatste gegeven (verworven afschrijvingen) te verstrekken. Algemene opmerkingen aangaande de inventarissen. a) De inventarissen moeten omstandig worden opgemaakt. Zij mogen geen enkele globale post omvatten. Voor elke stof of voorwerp dient een eenheidsprijs te worden vermeld. b) De inventarissen moeten per bedrijfstak of dienst ingedeeld, gevaloriseerd «n opgeteld zijn. 4. De staat betreffende de aankopen en uitgaven welke het voorwerp hebben tiitgemaakt van borderellen n ' '170 die het dienstjaar 1947 A betreffen. In feite moet deze staat de inschrijvingen weergeven die in het factùurboek der aankopen en uitgaven van het dienstjaar 1947 À gedaan werden.

*

156

27 a o û t 1947.

9 5. L'état des cessions internes ayant eu lieu du 1" janvier au 31 a o û t 1947. (Cessions faites par une branche d'activité ou service à une autre branche d'activité ou service du même établissement.) 6. U n rapport sur l'activité de la régie de l'établissement pendant les huit premiers mois de l'année 1947. IV. Formulaires

à utiliser :

Pour communiquer au Service central du Travail certaines des données qui leur sont demandées, les établissements dépourvus d'ateliers utiliseront l'imprime : « Etat annuel relatif aux opérations de la Régie du Travail pénitentiaire ». Ils y indiqueront la mention : « Exercice 1947 4 . » Les tableaux I, V et VII ne doivent pas être remplis. Les établissements exploitant un ou plusieurs ateliers, utiliseront les formulaires portant les n " 515, 516, 518, 519, 521, 524, etc., ainsi que la « Farde des pièces annuelles », qui portera la mention : « Exercice 1947 A. » Les tableaux I et V de cette farde ne doivent pas être remplis. Toutes les pièces incluses dans cette farde indiqueront clairement qu'elles se rapportent à l'exercice 1947 A. .V.

Recommandations. Il est r e c o m m a n d é aux établissements :

1. D'introduire aussitôt que possible au Service central du Travail, l'état n° 168 du mois d'août 1947. Cet état ne peut comprendre aucun paiement exécuté a p r è s le 31 août 1947. 2. D'aviser le Service central du Travail du numéro que porte la dernière facture n° 156, qui a été établie au profit de l'exercice 1947 A. Les établissements distingueront, par une numérotation spéciale, les factures n° 156 intéressant l'exercice 1947 B de celles intéressant 1 exercice 1947 A. L a première facture qui sera dressée pour l'exercice 1947 B portera le n" 1000, sauf à la prison centrale à Louvain où ce numéro sera porté a 2000. Pour le Ministre : L'Ingénieur, Chef de Service, E . WOLVESPERGES.

PAROISSE-SUCCURSALE.

—

ÉRECTION. —

CHAPELLENIE. —

Adm. des cultes, dons et legs, 2

e

SUPPRESSION

(1).

sect., n° 23458 B.

27 août 1947. — U n arrêté du Régent érige la chapellenie du quartier d é n o m m é Ottomont à Andrimont, en paroisse-succursale, sous le vocable S a i n t e - T h é r è s e de-l'Enfant-Jésus.' Cette paroisse est circonscrite, à partir du -point de jonction de la rue Pierre du M a r r y et de la rue des Gris Chevris, par : l'axe de l a rue des Gris Chevris j u s q u ' à la jonction avec la rue du Mamelon Vert, A - B ; l'axe de la dite rue, B - C ; la limite séparitive des communes d'Andrimont et de Verviers, longeant les escaliers reliant l a rue Renier (Verviers) et les rues du Paradis et Albert Thomas, C - D ; l'axe du sentier n° 30, dit « sentier noir », j u s q u ' à la rue Albert T'Serclaes, D - E ; l'axe de cette rue j u s q u ' à son aboutissement a la route de grande communication n° 119 (rue de Verviers), au lieu dit « Forge Grignard », E - F ; l'axe du sentier vers Wesny et Dison jusqu'aux escaliers de ce sentier, F - G ; une ligne droite t r a v e r s a n t e s propriétés Delhaye et Gerardy jusqu'à l'axe du chemin n° 29 venant de l a « Maison rouge », G - H ; une ligne droite formant le prolongement (1) Moniteur

belge, 1947, n° 262.

•

27 Augustus 1947.

157

5. De staat van de interne overlatingen die plaats grepen van 1 Januari tôt 31 Augustus 1947 (overlatingen door een bedrijfstak of dienst aan een andere bedrijfstak of dienst van dezelfde inrichting gedaan). 6. Een verslag over de bedrijvigheid van. de Regiedienst der inrichting gedurende de eerste acht maanden van het jaar 1947. IV. Te gebruiken formulieren. Om de Centrale Arbeidsdienst sommige van de gevraagde gegevens te verschaffen, zullen de inrichtingen, die over geen werkplaatsen beschikken, ebruik maken van het druksel « Jaarstaat betreffende de verrichtingen van e Régie van de Gevangenisarbeid ». Zij zullen er de vermelding « Dienstjaar 1947 A » op aanbrengen. De tabellen I, V , VII van dit druksel dienen niet ingevuld te worden. De inrichtingen die één of meer werkplaatsen uitbaten, zullen gebruik maken van de formulieren n " 515, 516, 518, 519, 521, 524, enz., alsmede van de « Map van de jaarstukken », die de vermelding « Dienstjaar 1947 A » zal dragen. De tabellen I en V van deze map moeten niet ingevuld worden. AI de stukken die in deze map worden verzameld zullen duidelijk aantonen dat ze betrekking hebben op het dienstjaar 1947 A. V. Aanbevelingen. De inrichtingen gelieven : 1. Zodra mogelijk de staat n 168 van de maand Augustus 1947 bij de Centrale Arbeidsdienst in te dienen. Deze staat mag geen enkele betaling vermelden die na 31 Augustus 1947 werd uitgevoerd. r

2. Aan de C . A . D . het nummer mee te delen van de allerlaatste factuur 156 die ten bate van het dienstjaar '1947 A werd opgesteld. De inrichtingen zullen, door een spéciale nummering, de facturen n 156 die betrekking hebben op het dienstjaar 1947 B onderscheiden van deze die het dienstjaar 1947 A betreffen. D e eerste factuur n 156 die voor het dienstjaar 1947 B zal opgesteld worden,zal het n 1000 krijgen, behalve in de centrale gevangenis te Leuven, waar de eerste factuur het n* 2000 zal dragen. n

r

r

r

r

Voor de Minister : De ingénieur, diensthoofd, E.

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING.

WOLVESPERGES.

— KAPELANIJ. — AFSCHAFFING

(1). r

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2" sect., n 23458 B. 27 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is de kapelanij van de wijk genaamd Ottomont te Andrimont, opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de H.-Theresia-van-het-Kindje-Jezus. Die parochie is begrensd, vanaf het samenkomstpunt van de straat genaamd « rue Pierre du Marry » met de straat genaamd « rue des Gris Chevris », door de as van de straat genaamd « rue des G r i s Chevris » tôt aan de verbinding met de straat genaamd « rue du Mamelon Vert », A - B ; de as van voormelde straat, B - C ; de grensscheiding tussen de gemeenten Andrimont en Verviers langs de trappen die de straat genaamd « rue Renier » (Verviers) verbinden met de straten genaamd « rue du Paradis et Albert Thomas », C - D ; de as van het voetpad n 30 enaamd « sentier noir » tôt aan de straat genaamd « rue Albert T'Serclaes », >-E; de as van die straat tôt aan het uiteinde er van bij de grote verkeerweg n* 119 (rue de Verviers), ter plaatse genaamd « Forge Grignard », E - F ; de as van het voetpad naar Wesny en Dison tôt aan de trappen van dat voetpad, F - G ; een rechte lijn dwars door de eigendommen Delhaye en Gerardy tôt aan de as r

ê

(1) Belgisch

Staatsblad,

1947, n ' 262.

158

27 août 1947.

de la p r é c é d e n t e et aboutissant au sentier de Bautister, H - I ; l'axe du dit sentier aboutissant à 'la route de grande communication n" 119, à l'endroit fdit « les trois seuils », I-J; l'axe de cette grande route j u s q u ' à la rue Pierre du M a r r y , J - K ; cette rue, les deux côtés inclusivement, jusqu'au point de jonction de la dite rue et de la rue des Gris Chevris, K-Â; conformément au plan annexé au dit arrêté.

PAROISSE-SUCCURSALE. —

Adm.

ÉRECTION

(1).

des Cultes, Dons et Legs. 2' sec. n" 30.184.

27 août 1947. — U n arrêté du Régent érige le quartier Den Hoorn à Moerkerke en paroisse-succursale, sous le vocable de Sainte-Rita. Cette paroisse est circonscrite, à partir du croisement de l'axe de la digue entre les canaux de Scheepdonk et de Zelzate avec l'axe du chemin dit Bruggeweg (Jacxsenbrugge) par l'axe, de ce chemin j u s q u ' à la rue dite Hoornstraat, À - B ; l'axe de cette rue, prolongée par le sentier entre les parcelles inscrites au cadastre, section A , n ° 828 et 831, d'une part, et n " ' 827 et 832, d'autre part, jusqu'au chemin dit Damweg, B - C ; l'axe de ce chemin jusqu'au chemin rural allant vers la rue dite Preekboomstraat, C - D l'axe du chemin rural précité j u s q u ' à la rue dite Preekboomstraat, D - E ; une ligne droite jusqu'au sommet nord-est de la parcelle inscrite au cadastre,, section B , n° 372, sur la limite s é p a r a t i v e des communes de Moerkerke, et de Lapscheure, E - F ; les limites séparitives de la commune de Moerkerke, d'une part, et des communes de Lapscheure, de Middelburg et de Maldegem, d'autre part, jusqu'au chemin dit Maldegemse w ë g ou Smissestraat, F - G ; l'axe du chemin dit Maldegemse weg ou Smissestraat j u s q u ' à la digue entre les canaux' de Scheepdonk et de Zelzate, G - H ; l'axe de cette digue jusqu'au chemin dit Bruggeweg (Jacxsenbrugge), H - A ; conformément au plan annexé au dit arrêté. s

PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — CHAPELLENIE. — SUPPRESSION (2).

Adm. des Cultes, dons et legs, 2

e

sect., n" 20327B.

27 a o û t 1947. — Un a r r ê t é du (Régent érige la châpellenie de iNieuw-StntTruiden à Saint-Trond, en paroisse-succuirsale, sous de vocable de Saint-Augustin. Cette paroisse est circonscrite, à partir du .point de jonction de Ja limite s é p a rative de Ja commune de Gorsem et de l a ville de Saint-Trond avec la limite s é p a rative de cette ville et de la commune ide (Melveren, p a r : l a limite s é p a r a t i v e de la ville de Saint-Trond et de la commune de (Melveren, jusqu'au ruisseau d é n o m m é Melstenbeek, A-(B; ce ruisseau, les deux rives inclusivement, jusqu'au petit fossé vers le sentier rural n° 85, B ^ C ; ce petit fossé, les deux rives inclusivement, jusqu'au sentier rural, n° 85; C-(D; l'axe de ce sentier rural, D - E ; l'axe du sentier rural n° 30, E - F ; J'axe du chemin dit « iRu.mmenweg », jusqu'au chemin de fer de Hasself à Saint-Trond, ' F - G ; ce chemin de fer, les deux c ô t é s exclusivement, jusqu'au prolongement sud-est du sentier rural n" 41, G - H ; ce prolongement du sentier rural n ° 41, H - I ; l'axe du sentier irural ,n° 41, I I - J ; d'axe de la rue dite « iFabTiekstraat », J H K ; l'axe du sentier rural n" 41, jusqu'au ruisseau d é n o m m é « iMolenbeek », K - i L ; ce ruisseau, les deux rives inclusivement, j u s q u ' à l a limite s é p a r a t i v e de la ville de Saint-Trond et de l a commune de Gorsem, IL-M; cette limite s é p a r a t i v e j u s q u ' à son ipoint de jonction avec la limite de l a ville de SaintT r o n d et de la commune de 'Melveren, M-IA, conformément au plan a n n e x é au dit arrêté. » 1) Moniteur 2) Moniteur

belge 1947, n°" 258-259. belge, 1947, n 265-266. o s

27 Augustus 1947.

159

r

van de weg n 29 uitgaande van het huis « la Maison rouge », G - H ; een rechte lijn zijnde de verlenging van de vorige t ô t aan het voetpad van Bautister, H - I ; de as van voormeld voetpad tôt aan de grote verkeersweg n 119 ter plaatse genaamd « les trois seuils », I-J; de as van die grote weg tôt aan de straat genaamd « rue Pierre du M a r r y », J - K ; die straat, de beide zijden inbegrepen, tôt aan het punt van verbinding van bedoelde straat met de straat genaamd « rue des Gris Chevris », K - A ; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING.

(1)

Adm. der Erediensten, giften en legaten. 2' sect, n'30.184 21 Augustus 1947. — Bij besluit van de Regent is de wijk Den Hoorn, te Moerkerke opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de H . Rita. Die parochie is begrensd vanaf het kruispunt van de as van de dijk tussen de kanalen .van Scheepdonk en Zelzate met de as van de Bruggeweg (Jacxsenbrugge), door : de as van die weg tôt aan de Hoornstraat, A - B ; de as van die straat, verlengd met een voetwegel tussen de percelen bekend ten kadaster, wijk A, voormelde n " 828 en 831, enerzijds, en n " 827 en 832, anderzijds, tôt aan de Damweg, B - C ; de as van die weg tôt aan de landweg naar de Preekboomstraat, C - D ; de as van weg tôt aan de landweg naar de Preekboomstraat, D - E ; een rechte lijn t ô t aan het noord-oostelijk hoekpunt van het perceel bekend ten kadaster, wijk B , n ' 372, op de grensscheiding tussen de gemeenten Moerkerke en Lapscheure, E - F ; de grensscheidingen tussen de gemeente Moerkerke, eneçzijds, en de gemeenten Lapscheure, Middelburg en Maîdegern, anderzijds, tôt aan de Maldegemse weg of Smissestraat, F - G ; de as van de Maldegemse weg of Smissestraat t ô t aan de dijk tussen de kanalen Scheepdonk en Zelzate, G - H ; de as van die dijk tôt aan de Bruggeweg (Jacxsenbrugge), H - A ; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan.

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — KAPELANIJ. — AFSCHAFFING (2). r

Adm. der erediensten, giften en legaten, 2" sect., n 20327B. 27 Augustus 1947. — B i j besluit van de iRegent, is de kapelanij van Nieuw- ' Sint-Truiden te Sint-Truiden, opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de IH.-Augustinus. Die parochie is begrensd, te beginnen met het samenkomstpunt van de grensscheiding tussen de gemeente Gorsem en de stad Sint-Truiden met de grensscheiding tussen die stad en de gemeente Melveren, door : de grensscheiding tussen de stad Sint-Truiden en de gemeente Melveren tôt aan de Melsterbeek, A - B ; die beek, de bijde zijden inbegrepen, tôt aan het grachtje naar veldweg n 85, B - C ; dat grachtje, de beide zijden inbegrepen, tôt aan de veldweg n 85, C - D ; de as van die veldweg, D-iE; 'de as van de veldweg n 30, E - F ; de as van de Rummenweg tôt aan de spoorweg van Hasselt naar Sint-Truiden, F - G ; die spoorweg, de beide zijden uitgesloten, tôt aan de zuid-oostelijke verlenging van de veldweg i n 41, G - M ; die verlenging van de veldweg n 41, H I ; de as van de veldweg n 41, I - J ; de as der Fabriekstraat, J - K ; de as van de veldweg n 41 t ô t aan de Molenbeek, ' K H L ; die beek, de beide zijden inbegrepen, tôt aan de grensscheiding tussen de stad Sint-Truiden en de gemeente Gorsem, L - M ; die grensscheiding tôt aan het samenkomstpunt er van .met de grens tussen de stad SintTruiden en de gemeente Melveren, M - A , overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan. r

r

r

r

r

r

(1) Belgisch (2) Belgisch

J

r

Staatsblad Staatsblad

1947, n ' 258-259. 1947, n " 265-266.

160

27 a o û t 1947. RECLASSEMENT DES CONDAMNÉS.

2* dir. g é n , condamnés pour infraction contre la sûreté de l'Etat, service de la rééducation, du reclassement et des tutelles, ann. 1. Bruxelles, le 27 a o û t 1947. A MM. les Directeurs Monsieur le Directeur,

des prisons

et des centres

d'internement.

i

L'organisation des diverses activités indispensables à la rééducation, au délassement et au service social des détenus, a nécessité de faire appel, à défaut d'autres collaborateurs compétents, à certains condamnés pour infractions à la sûreté extérieure de l'Etat qui avaient, par leur ancienne profession, les aptitudes et connaissances voulues. Or, beaucoup d'entr'eux devront, par l'effet de leur condamnation et d« l'article \23sexties< du Code pénal, renoncer, une fois libérés, à reprendre cette ancienne profession et se trouver un autre moyen d'existence. Il se pose donc à leur sujet un problème de reclassement sur lequel je vous prie d'attirer, pour chacun d'eux en particulier, leur spéciale attention. Vous voudrez bien leur demander, à chacun, de me faire connaître par écrit, ce qu'ils comptent faire après leur libération, et s'ils doivent et comment s'y p r é p a r e r pendant leur détention, comme aussi l'objet et les exigences de leur activité actuelle. Il se pourra que tous ou certains d'eux doivent être r a n g é s dans une des catégories visées par les dépêches des 22 et 23 mai 1947 sur l'organisation des centres d'éducation professionnelle (C. E . P.). Si tel était le cas, je chercherais avec vous le moyen de concilier, pour chacun, les nécessités pratiques du service qui lui est actuellement confie, avec les besoins de sa préparation professionnelle nouvelle, ou sinon de le remplacer dans ce service pour le verser dans un C . E . P. Pour votre facilité, je vous communique ci-joint, le texte de l'article I23sexties du Code pénal. W.

HANSSENS.

« Article \23sexties du Code pénal. » Celui qui a été condamné pour infraction ou tentative d'infraction, prévue au chapitre II du livre II du titre I " du Code pénal ou aux articles 17 et 18 du Code pénal militaire, commise en temps de guerre, est de plein droit frappé à perpétuité de l'interdiction : » a) des droits énumérés à l'article 31 du Code pénal en ce compris les droits de vote -et d'élection; » b) du droit d'être inscrit sur l'un des tableaux de l'ordre d è s avocats, sur une liste des avocats honoraires ou sur une liste des avocats stagiaires; » c) du droit de participer à quelque titre que ce soit à un donné dans un établissement public ou privé;

enseignement

» d) du droit d'être rémunéré par l'Etat en qualité de ministre d'un culte; » e) du droit de participer à quelque titre que ce soit à l'exploitation, à l'administration, à la rédaction, à 1 impression ou à la diffusion d'un journal ou de toute publication; » /) du droit de participer à la direction ou à l'administration de toute manifestation culturelle, philanthropique et sportive, ou de tout divertissement public; 1

» g) du droit de participer à l'exploitation , à l'administration ou d'une manière quelconque à l'activité de toute entreprise ayant pour objet les spectacles de théâtre, la cinématographie ou la radiodiffusion;

27 Augustus 1947.

161

HERCLASSERING VAN D E VEROORDEELDEN.

2* alg. dir., veroordeelden wegens misdrijiven tegen de veilighefd van de de Staat, bijl. 1. Brussel, de 27 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Mijnheer de Bestuurder, In verband met de inrichting van verschillende bedrijvigheden, welke voor de wederopvoeding, de ontspanning en de maatschappelijke dienst van de gedetineerden volstrekt nodig zijn, is men ertoe genoodzaakt geweest, bij gebrek aan andere bevoegde medewerkers ,beroep te doen op sommige wegens misdrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat veroordeelde gedetineerden, die, uit hoofde van hun vroeger beroep. de nodige ibekwaamheid en' kennis bezaten. Welnu, ingevolge hun veroordeling en de toepassing van artikel I23sexties van het Wetboek van Strafrecht, zullen velen onder hen, zodra zij in. vrijheid gesteld worden, hun voormalig beroep niet meer mogen uitoefenen en zullen zij zonder enig ander oestaansmïddel zijn. Er doet zich dan ook ten aanzien van die gedetineerden een reclasseringsprobleem voor, waarop ik u verzoek, voor ieder van hen in 't bijzonder, hun bijzondere aandacht te vestigen. Gelieve elk hunner te verzoeken mij schriftelijk mede te delen wat zij na hun invrijheidstelling denken te doen, en of zij zich daartoe gedurende hun hechtenis moeten voorbereïden en hoe, alsmede het voorwerp en de noodwendigheden van hun tegenwoordige bedrijvigheid. Het kan gebeuren dat zij allen of sommigen onder hen moeten worden gerangschikt in een van de categorieën, bedoeld in mijn aanschrijvingen' van 22 en 23 M e i 1947 betref fende de inrichting van de vakopleidingscentrums ( V . O. C). In dat geval zou ik, in overleg met u, uitzien naar het middel om, voor ieder .belanghebbende Ue practische noodwendigheden van de dienst in overeenstemming te brengen met de behoeften van zijn nieuwe vateopleiding of, zo niet, hem in die dienst te vervangen om hem in een V. O. C. te plaatsen. T ô t voorlichting doe ik u, hierbij, mededeling van de tekst van artikel \23sexties van het Wetboek van Strafrecht. W . HANSSENS. « Artikel 123sexfies van het

Strafwetboek.

» Hij die veroordeeld werd wegens misdrijf of poging tôt misdrij'f voorzien bij hoofdstuk II, boek II, titel 1, van het Strafwetboek, bedreven in tijd van oorlog, wordt van rechtswege levenslang ontzet : » a) van de rechten opgesomd bij artikel 31 van het Strafwetboek met inbegrip van het recht om te stemmen en te kiezen; » b) van het recht om ingeschreven te worden op een der tabellen van de orde der advocaten, op een lijst der ere-advocaten of op een lijst der stagedoende advocaten; » c) van het recht om op eender welke wijze deel te nemen aan in een openbare of priivate instelling gegeven onderwijs; » d) van het recht om als bedienaar van een ereUienst door de Staat bezoldigd te worden; » e) van het recht om op eender welke wijze deel te nemen hetzij aan de exploitatie, het beheer, de redactie of het drukken of verspreiden van een dagblad of eender welke publicatie; » f) van het recht om deel te nemen aan de Uirectie of het bestuur vàn elke culturele, liefdadige of sportieve gebeurtenis of van aile openbare vermakelijkheden; » g) van het recht om deel te nemen aan de exploitatie, het bestuur of, op eender welke wijze, aan de bedrijvigheid van elke onderneming die tooneelvoorstellingen, kinematographie of radiouitzendingen voor doel heeft; 1

162

28 août-2 septembre 1947.

» h) du droit d'exercer l a fonction d'administrateur, de commissaire, de g é r a n t ou de fondé de pouvoirs dans une société anonyme, une société en commandite par actions, une société coopérative ou une union du crédit; la fonction de p r é p o s é à l a gestion d'un établissement belge, prévu par l'article 198, alinéa 2, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales; la profession d'agent de change, Id'agent de change correspondant ou de reviseur de banque, la profession de banquier, les fonctions de gérant, administrateur, directeur ou fondé de pouvoirs d'une banque telle qu'elle est définie par l'arrêté royal n° 185 du 9 juillet 1935, les fonctions de p r é p o s é à la gestion des sièges d'opération en Belgique des banques é t r a n g è r e s visées par l'article 6 de l'arrêté royal n° 185 du 9 juillet 1935; » i) du droit de participer à un titre quelconque à l'administration, l a g é r a n c e ou l a direction d'une association professionnelle ou d'une association sans but lucratif; » j) du droit d'être dirigeant d'une association politique. »

MISE AU TRAVAIL.

2

e

dir. g é n , bur. d ' é t , litt. /?, m" X / l / 3 . Bruxelles, le 28 août 1947.



d'internement.

Il est rappelé à M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que toute mise au travail dqit être volontaire et librement acceptée par les condamnés, et considérée dans l'esprit de mes circulaires des 11 et 12 octobre 1946, Service des condamnés pour infractions contre la s û r e t é de l'Etat, travail-rachat, 22 et 23 R / X / l / 3 . Pour le Ministre : Le Directeur général ff. : J..

CIRCULAIRE

DUPRÉEL.

RELATIVE A CERTAINES CONDITIONS D'IMMATRICULATION A U REGISTRE D U C O M M E R C E . e

e

5 dir. géri „ 2 sect, litt. L, n° 1677/39. t

Bruxelles, le 2 septembre 1947. A MM. les Procureurs généraux Gand et Liège.

près les Cours d'appel de

Bruxelles,

Monsieur le Ministre des Affaires économiques, par circulaires des 6 novembre et 18 décembre 1944, 8 mars et 22 septembre 1945, a d r e s s é e s à M1M. les Référendaires des tribunaux de commerce, a fixé certaines conditions, à l'immatriculation du registre du commerce. D'accord avec mon collègue des Affaires économiques, ces (instructions sont r a p p o r t é e s , à l'exception de celles figurant sous les 4° et 5° de la circulaire du 22 septembre 1945. J'attire toutefois votre attention sur ce que le 4° subit une modification quant au service compétent, et doit donc se lire comme suit : « S'il s'agit d'un commerce établi en combustibles, de gros ou de détail, le requérant devra, en vertu de l'arrêté du 31 août 1945; produire un document officiel attestant qu'il est (inscrit au registre des négociants-grossistes ou des négociants-détaillants, en combustibles, délivré par le 'Bureau de Répartition du charbon, rue de la Régence, 1, à Bruxelles, et ce conformément aux dispositions de l'arrêté ministériel du 15 juin 1947 abrogeant et r e m p l a ç a n t l'arrêté ministériel du 5 août 1946 de l a distribution des combustibles. » (Moniteur du 1" j u i l let 1947.)

28 Augustus-2 September 1947.

163

» h) van het recht om het ambt waar te nemen van beheerder, commissaris, raakwaarnemer of gevolmachtigde in een naamlooze vennootschap, een commanditaire vennootschap op aandelen, een samenwerkende vennootschap of een credietvereniging; de betrekking van aangestelde voor het beheer van een B e l gische inrichting, voorzien bij artikel 198, alinéa 2, van de samengeschakelde wetten op de handelsvennootschappen; het beroep van wisselagent, wisselagentcorrespondent of bankravisor, het beroep van bankier, het ambt van zaakwaarnemer, beheerder, directeur of gevolmachtigde van een bank zoals bepaald in het koninklijk besluit n ' 185 van 9 Juli 1935, de betrekking van aangestelde voor het beheer der in België gevestigde werkzetels van de vreemde banken bedoeld bij artikel 6 van het koninklijk besluit n 185 van 9 Juli 1935; » 0 van het recht om op eender welke wijze deel te nemen aan het bestuur, het beheer of de directie van een beroepsvereniging of een vereniging zonder winstoogmerken; » j) van het recht om ieider ener politieke vereniging te wezen. » r

TEWERKSTELLING. r

2° alg. dir., studiebur., litt. /?, n X / 1 / & Brussel, de 28 Augustus 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De heren Bestuurders van de strafinrichtitigen worden er aan herinnerd dat elke tewerkstelling vrijwilhg en vrijelijk door de veroordeelden moet aanvaard worden, en volgens de geest van mijn rondzendbrieven van 11 en 12 October 1946, Dienst der veroordeelden wegens misdrijven tegen de veil/igheid van de Staat, schuldboeting door arbeid, 22 en 23 R / X / l / 3 , beschouwd worden. Voor de Minister : De wn. Directeur-Generaal, J.

DUPRÉEL.

OMZENDBRIEF BETREF FENDE SOMMIGE VOORWAARDEN VASTUESTELD MET HET OOG OP DE 1NSCHRIJVING IN HET HANDELSREGISTER. e

r

5' alg. dit,, 2 sectie, iitt. L , n 1677/39. Brussel, de 2 September 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep te Brussel, Luik en Gent. Bij rondzendbnieven van 6 November en 18 December 1944, 8 Maart en 22 September 1945, gericht aan de heren Refendarissen der rechtbanken van koophandel, heeft de heer Minister van Economische Zaken sommige voorwaarden vastgesteld met het oog op de inschrijving in het handelregister. In overieg met zijm collega van Economische Zaken werden die onderrichtingen ingetrokken, met uitzondering van die welke onder de nf" 4° en 5° van de rondzendbrief van 22 September 1945 zijn vermeld. Ik vestig evenwel uw aandacht er op dat aan n 4 een wijziging werd toegebracht wat betreft de bevoegde dienst, en dus moet worden gelezen als volgt : « Zo het gaat om een gevestigde handel in brdndstoffen, in 't groot of i n '.t klein, zal de aanvrager, krachtens het besluit van 31 Augustus 1945, een officieel document moeten voorleggen, waaruit blijkt dat hij ingeschreven is in het register der kolengroot- of klemhandelaars, afgeleverd door het Bureau voor Kolenverdeliing, Regentiestraat, 1, te Brussel, en dit overeenkomstig de beschikkingen van het ministerieel besluit van 15 juni 1947 tôt intrekking en vervanging van het ministerieel besluit van 5 Augustu6 1946, t ô t samenvordering van de reglementering van de steenkolenindustrie. » (Staatsblad van 1 Juli 19471) 1

164

4-9 septembre 1947.

Par ailleurs, je vous rappelle que le 5° de la circulaire du 22 septembre 1945 a été modifié comme je vous l ' a i signalé dans ma circulaire du 17 octobre 1946, é m a r g é e 5" direction générale, 3* section, 1677/351. C e texte modifié, tel qu'il est maintenu, est le suivant : « S ' i l s'agit d'un commerce ambulant, exercé soit de porte en porte ou sur la voie publique, soit sur les m a r c h é s publics, le r e q u é r a n t devra produire l a carte de c o m m e r ç a n t ambulant délivrée par la Direction générale des classes moyennes du Ministère des Affaires économiques, 43, rue de la L o i , à Bruxelles. » Les personnes désirant exercer en m ê m e temps un commerce sédentaire et le commerce ambulant, doivent se conformer aux conditions exigées pour ces deux activités commerciales. > L e Ministre, P.

STRUYE.


2' dir. g é n . Bureau d'Etudes, litt. R, n° V I I I / 4 / 3 . Bruxelles, le 4 septembre 1947. A MM. les Directeurs


d'internement.

M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires trouveront ci-après un second complément de la liste des publications périodiques auxquelles peuvent s'abonner les détenus. Publications françaises. Conquête de l ' A i r . L a Nature. L'Education familiale.

Revue coloniale belge. Revue des Auteurs et des Livres. Publications

Boekengids. Cultuur en Handel.

flamandes. Olympia. Ons Land. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J.

DUPRÉËL.

B U L L E T I N S D E RENSEIGNEMENTS. — INSTRUCTIONS A U X ADMINISTRATIONS COMMUNALES. — A P P L I C A T I O N D E L ' A R R Ê T É - L O I D ' A M N I S T I E D U 20 S E P T E M B R E 1945 E T D E L ' A R R Ê T É - L O I D U 19 S E P T E M B R E 1945 S U R L ' É P U R A T I O N C I V I Q U E , E T C . e

2* dir. g é n , 6° sect, 2 bureau, Casier judiciaire central, n° 110D. Bruxelles, le 9 septembre 1947. A MM. les Procureurs Gand, Liège.

généraux

près

les Cours d'appel à

Bruxelles,

Monsieur le Procureur général. Par circulaire du 1" juillet 1947, même émargement, je vous ai fait savoir que mon d é p a r t e m e n t appliquerait, à partir du 1" août 1947, l'arrêté-loi d'amnistie du 20 septembre 1945. Il est indispensable qu'il y ait concordance entre les bulletins de renseignements é m a n a n t des communes et les extraits du casier judiciaire central. Je vous prie, en conséquence, de bien vouloir en aviser les administrations communales de votre ressort et attirer également leur attention sur la nécessité d'éviter les erreurs dans l a rédaction des bulletins de renseignements.

4-9 September 1947.

165

Verder herinner ik' u er aan dat het 5° in de rondzendbriei van 22 September 1945 werd gewijzigd, zoals ik u kennis er van heb gegeven in mijn rordzendbrief van 17 October 1946, gekanttekend 5' alg. dir., 3* sectie, 1677/35 L. De gewijzigde tekst, zoals hij werd behouden, luidt : < Zo het gaat om een leurhandel hetzij van deur t ô t deur of van de openbare weg, hetzij op de openbare markten, zal de verzoeker de door de Algemene directie van net middenstandswezen van het Ministerie van Economische Zaken, Wetstraat, 43, te Brussel, afgeleverde leurkaart moeten overleggen. » De personen die tezelfdertijd een gevestigde handel en een leurhandel weoseu te drijven, moeten zich gedragen maar de vereiste voorwaarden wat deze twee handelsactiviteiten betreft. » De Minister, P . (STRUYE.

TIJDSCHRIFTEN.

2* alg. dir., Studiebureau, litt. R., n ' V I I I / 4 / 3 . Brussel, de 4 September 1947. A an de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De heren bestuurders der strafinrichtingen vinden hierna het tweede bijvoegsel van de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen abonneren. Vlaamse

uitgaven.

Boekengids. Cultuur en Handel.

Olympia. Ons Land. Franse

uitgaven.

Conquête de l ' A i r . L a Nature. L'Education familiale.

Revue coloniale belge. Revue des Auteurs et des Livres. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.

DUPRÉEL.

I N L I C H T I N G S B U L L E T I N S . — ONDERRICHT1NG A A N D E G E M E E N T E B E S T U R E N . — TOEPASS1NG V A N D E A M N E S T I E - B E S L U 1 T W E T V A N 2° S E P T E M B E R 1945 E N V A N D E B E S L U I T W E T V A N 19 S E P T E M B E R 1945 O P D E E P U R A T I E I N Z A K E B U R G E R T R O U W . e

e

r

2' alg. dir., 6 sect., 2 bureel, Centraal Straf register, n 110D. Brussel, de 9 September 1947. Aan de heren Procureurs-Generaal Gent, Luik.


Brussel,

Mijnheer de Procureur-Generaal, Bij omzendbrief dd. 1 Juli 1947, zelfde kanttekening, heb ik u laten weten dat mijn d é p a r t e m e n t de amnestie-besluitwet van 20 September 1945 van 1 Augustus 1947 af zou toepassen. Het is onontbeerliik dat er overeenstemming weze tussen de inlichtingsbulletins die van de gemeenten uitgaan en de uittreksels uit het centraal strafregister. Ik verzoek u derhalve de gemeentebesturen van uw rechtsgebied ervan kennis te geven en eveneens hun aandacht te vestigen op de noodzakelijkheid bij het opmaken van de inlichtingsbulletins de vergissingen te vermijden.

166

12 septembre 1947.

Ces erreurs sont tellement fréquentes que des formulaires ont dû être imprimés pour en aviser les autorités judiciaires, a p r è s avoir interrogé au préalable M M . les greffiers sur l'existence des condamnations que les communes renseignent. Ces erreurs consistent, notamment, en inscriptions erronées mises au nom de personnes autres que celles qui figurent aux bulletins ou en inscriptions fantaisistes, c'est-à-dire que les audiences n'ont pas été tenues aux dates indiquées. Par ailleurs, des condamnations déjà effacées par acquittement, amnistie ou réhabilitation continuent à figurer sur les bulletins de renseignements. J'ai déjà attiré l'attention du D é p a r t e m e n t de l'Intérieur sur la g r a v i t é ' des conséquences que ces erreurs peuvent entraîner et sur la nécessité : 1° d'insister a u p r è s des administrations communales pour que les écritures soient tenues avec la plus grande exactitude, et 2° de déterminer la manière, dont un contrôle efficace pourrait être exercé en cette matière. Comme i l n'est pas douteux, d'autre part, que certaines administrations éprouvent des difficultés dans l'application de l'arrêté-loi d'amnistie du 20 septembre 1945, peut-être jugerez-vous utile de demander aux communes de vous en référer, en cas de doute. Par la même occasion, j'estime également indispensable que les bulletins de renseignements mentionnant les décisions prises en exécution de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945 ou de toute autre loi à intervenir (art. 14 de l'arrêté-loi précité), relatifs à l'épuration civique et emportant déchéance de tout ou partie des droits p r é v u s à l'article \23sexties du Code pénal. Les communes devraient donc inscrire a leur casier judiciaire les décisions dont il s'agit. Cette inscription aurait lieu d ' a p r è s les informations reçues par application de l'article 123 du Code pénal et de l'article 8, § 2, de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945. Je vous prie, en conséquence, Monsieur le Procureur général, de bien vouloir donner aux administrations communales de votre ressort les instructions nécessaires. 8


CORNIL.

PRÉPARATION D E LA T U T E L L E D E S CONDAMNÉS. r

2 dir. g é n , bureau d'étude, lit. R, n° W H / 5 . Bruxelles,

le 12 septembre

1947.

A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. M M . les directeurs des établissements pénitentiaires sont priés d'accorder les facilités nécessaires pour que des rapports épistolaires puissent s'établir et que des visites puissent avoir lieu entre les condamnés et les personnes qui ont accepté de se charger ultérieurement de leur tutelle post-pénitentiaire. Ces rapports et visites doivent être autorisés en supplément de ce qui est permis actuellement, mais uniquement sur demande expresse du Service de la Rééducation, du Reclassement et des Tutelles (S. R. IR. T.), 491, avenue Louise, à Bruxelles, dirigé par M . le conseiller Janssen6. L a correspondance ainsi échangée sera soumise à l a censure habituelle et les visites auront lieu dans un local autre que le parloir ordinaire. Pour de Ministre : L e Secrétaire général, P.

CORNIL.

12 September 1947.

167

Deze vergissingen zijn zo talrijk dat er formulieren dienden gedrukt teneinde er de rechterlijke overheden kennis van te geven nadat aan de heren griffiers wordt gevraagd of de veroordelingen, die de gemeenten vermelden, werkelijk bestaan. Deze vergissingen bestaan onder meer uit verkeerde inschrijvingen, vermeld op naam van andere personen dan deze die op de bulletins voorkomen of uit fantasistische inschrijvingen, d. w. z. dat de terechtzittingen niet op de vermelde data plaats grepen. Anderzijds worden veroordelingen die reeds wegens vrijspraak, amnestie of ineerherstelling werden geschrapt, nog altijd op de inlichtingsbulletins vermeld. Ik heb reeds de aandacht van het D é p a r t e m e n t van Binnenlandse Zaken getrokken op de ernstige gevolgen welke deze vergissingen kunnen meebrengen en op de noodzakelijkheid : 1° er bij de gemeentebesturen op aan te dringen dat de geschriften met de grootste juistheid zouden gedaan worden, en 2° te bepalen hoe een doeltreffende contrôle ter zake zou kunnen uitgeoefend worden. Gezien anderzijds sommige besturen moeilijkheden ondervinden bij de toepassing van de amnestie-besluitwet van 20 September 1945. zult gij het misschien nuttig achten de gemeenten te verzoeken, in geval van twijfel, zich t ô t u te wenden. .Ik ben zo vrij bij dezelfde gelegenheid te wijzen op de noodzakelijkheid dat de inlichtingsbulletins de beslissingen vermelden, genomen in uitvoering van de besluitwet van 19 September 1945 of van elke andere later ingevoerde wet (art. 14 van voornoemde besluitwet) die betrekking hebben op de epuratie in zake burgertrouw en die het geheel of gedeeltelijk verval van de bij artikel \23sexties van het Strafwetboek voorziene burgerrechten voor gevolg hebben. De gemeenten zouden dus deze beslissingen in hun strafregister dienen in te schrijven. Deze inschriivingzou gebeuren volgens de inlichtingen, bekomen bii toepassing van artikel 123 van het Strafwetboek en van artikel 8, § 2, van de besluitwet van 19 September 1945. 1k verzoek u derhalve, Mijnheer de Procureur-Generaal, aan de gemeentebesturen van uw rechtsgebied de nodige onderrichtingen te willen geven. 8

Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P . CORNIL.

VOORBEREIDING VAN DE VOOGDIJ OVER DE VEROORDEELDEN. e

r

2 alg. dir., studiebureau, lit. R, n VHI/5. ©russe!, de 12 September 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De heren Bestuurders van der strafinrichtingen worden verzocht de nodige f aciliteiten toe te staan opdat betrekkingen .per brierwisseling zouden kunnen worden ingesteld en bezoeken zouden kunnen plaats vinden tussen de veroordeelden en de personen die aanvaard hebben zidh later, na net ontsJag van de betrokkenen uit de •stra.finric'hting, met hun voogdij te belasten. Deze betrekkingen en bezoeken moeten, toegestaan worden boven hetgeen thans is toegelaten, maar alleen op uitdrukkelijk verzoek van de Dienst voor Wederopvoedinig, Reclassering en Voogdij (D. W . R. V . ) , 491, Louisalaan, te Brussel, bestuurd door de heer raadsheer Hanssens. De aldus gewisselde correspondent zal aan de gebruikelijke censuur onderworpen worden en de bezoeken zullen plaats hebben in een ander lokaal dan de gewone spreekplaate. Voor de Minister : De Secretaris-Oeneraal, P.

CORNIL.

158

13 septembre 1947. E X A M E N D E S PROPOSITIONS D E LIBÉRATION CONDITIONNELLE.

2* dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n° V 1 H / 2 / 1 , Bruxelles, le 13 septembre 1947. A MM. les directeurs des prisons et des centres d'internement. •Monsieur le Directeur, J'ai le sentiment que la technique de l'examen des propositions de libération conditionnelle d'une façon générale ne donne'pas encore satisfaction. Le grand grief qui est formulé à son é g a r d est celui de la lenteur. J'ai pu, en effet, constater à de multiples reprises qu'entre le moment où la proposition é m a n e du directeur et le moment où le dossier m'est soumis pour décision un délai de deux ou trois mois s'est écoulé. Dans le but de remédier à cet é t a t de choses, je vous saurais g r é de bien vouloir me faire parvenir, d'une façon générale, vos suggestions et plus spécialement de me faire connaître si la commission administrative de votre établissement tient un nombre d'audiences suffisant pour examiner dans un très bref délai les propositions- que vous lui transmettez. Dans le .cadre de cette r é o r g a n i s a t i o n générale, j ' a i l'honneur de vous faire parvenir en annexe le texe de la circulaire que j'adresse au président de l a commission. Le Ministre, P. STRUYE.

Bruxelles, le 11 septembre 1947. Monsieur le Président, J'ai le sentiment que la technique de l'examen des propositions de libération conditionnelle d'une façon générale ne donne pas encore satisfaction. Le grand grief qui. est formulé à son é g a r d est celui de l a lenteur. J'ai pu, en effet, constater à de multiples reprises qu'entre le moment où l a proposition é m a n e du directeur et le moment où le dossier m'est soumis pour décision un délai de deux à trois mois s'est écoulé. Dans le but de remédier à cet état de choses, je vous saurais gré de bien vouloir me faire parvenir, d'une façon générale, vos suggestions et plus spécialement de me faire connaître si la commission que vous présidez tient un nombre d'audiences suffisant pour examiner dans un bref délai les propositions qui lui sont transmises. Le 14 mai dernier, vous avez été prié d'envisager l a possibilité de réunir le collège que vous présidez aussitôt que les propositions de libération conditionnelle vous sont transmises par la direction de l'établissement confié à vos soins. Si certaines commissions administratives me font parvenir leurs avis dans la quinzaine, par contre je constate encore qu'ailleurs des instructions de propositions de libération subissent parfois de trop longs retards. Ce manque d'uniformité dans le temps c o n s a c r é par les diverses commissions administratives à l'examen des.cas qui leur sont soumis entraîne des inégalités préjudiciables aux efforts de rééducation et de reclassement des condamnés. Je vous prie à l'avenir monsieur le Président, de veiller personnellement à ce que les propositions de libération que vous recevez me soient transmises avec

13 September 1947. ONDERZOEK AAN D E VOORSTELLEN TOT VOORWAARDELIJKE

169 INVRIJHEIDSTELLING.

2' alg. <Jii., studiebureau, litt. R, n

1

VIH/2/1.

(Brussel, de 13 September 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. i Mijnheer de Bestuurder, Ik ben van gevoelen dat de techniek van het onderzoek naar de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstdlling, over 't algemeen, nog geen bevredigende uitslagen oplevert. Het groot bezwaar dat er tegen ingebraeht wordt is de traagheid. Inderdaad, ik heb herhaalde malen kunnen vaststelleni dat tussen het ogenblik waarop het voorstel door de bestuurder wordt ingedtend en het ogenblik waarop het dossier mij ter beslissing wordt overgelegd er een tijd van twee tôt drie maanden verlopen is. Ten einde deze staat van zaken te verhelpen, zoudt gij mij verplichten, wildet gij mij, in 't algemeen, mededeling doen van uw voorstellen en mij meer in het biJEonder laten weten of de bestuurscommissie van uw gesticht een voldoende aantal vergaderingen houdt om de haar door u overgemaakte voorstellen binnen zeer korte tijd te onderzoeken. In verband met deze algemene reorganisatie, heb ik de eer u hierbij als bijlage, de tekst over te leggen van de omzendrbief die ik aan de voorzitter van bedoelde commissie toezend. Oe Minister, P.

SRUYE.

Brussel, de 11 September 1947. .Mijnheer de Voorzitter, Ik ben van gevoelen dat de techniek van het onderzoek naar de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling, over 't algemeen, nog geen bevredigende uitslagen oplevert. Het groot bezwaar dat er tegen ingebraeht wordt is de traagheid. Inderdaad, ik heb herhaalde malen kunnen vaststellen dat tussen het ogenblik waarop het voorstel door de bestuurder wordt ingediend en het ogenblik; waarop het dossier mij ter beslissing wordt overgelegd er een tijd van twee t ô t drie maanden verlopen is. Ten einde deze staat van zaken te verhelpen, zoudt gij mij verplichten, wildet gij mij, in 't algemeen, mededeling doen van u w voorstellen en mij meer in het bijzonder laten weten of de door u voorgezeten commissie een voldoende aantal vergaderingen houdt om de haar overgemaakte voorstellen binnen zeer korten tijd te onderzoeken. Op 14 Mei 11. werd u gevraagd te willen nagaan of het niet mogelijk was het door u voorgezeten collège bijeen te roepen zodra de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling u door het bestuur van het aan uw zorgen toevertrouwde gesticht worden overgelegd. Indien sommige bestuurscommissdes mij hare adviezen binnen de veertien dagen overmaken, stel ik darentegen vast dat wat andere betreft het onderzoek van voorstellen t ô t Hnvrijheidstelling soms al de aanfzienlijke vertraging ondergaat. Het feit dat de verschillende bestuurscommissies het onderzoek van de haar voorgelegde gevallen niet binnen dezelfde tijd afdoen geeft aanleiding tôt ongelijke behandelmg, welke nadelig is voor de pogingen t ô t wederopvoeding en reclassering van de veroordeelen. Ik verzoek u, Mijnheer de Voorzitter, voortaan, persocmlijk te willen zorg dragen dat de door u ontvangen voorstellen t ô t invrijheidstelling mij, tegelijk met het advies van uw collège, binnen veertien dagen na de ontvangst er van, worden overgelegd.

170

18 septembre 1947.

l'avis de votre collège dans les quinze jours de leur réception. Si j'examen de ces documents ne pouvait se faire dans ce délai, vous voudrez bien me le signaler en me proposant les mesures à prendre et de nature à permettre de le respecter. A fan octobre prochain, je vous prie de me faire rapport sur les mesures que vous aurez éventuellement prises pour apporter plus de régularité dans l'examen des propositions qui auront été soumises à l'avis du collège que vous présidez. 'Le Ministre, P. S T R U Y E .

A M . le Président de la commission administrative de la prison, à

TRANSFÊRiEMENT D E D É T E N U S .

A MM. les Directeurs des prisons et des /centres d'internement. e

2 dir. g é n , 1" sect, l " bureau, lit. iS, n" 563. Bruxelles, le ,18 septembre 1947. En vous transmettant le tableau des t r a n s f è r e m e n t s de détenus, j ' a i l'honneur de vous prier de prendre toutes dispositions nécessaires pour que l'horaire prévu soit respecté. En effet, le personnel chargé des transfèrements a pour instructions de quitter rétablissement 60us votre direction à l'heure p r é v u e sans attendre les d é t e n u s pour lesquels les formalités de levée d'écrou ne seraient pas terminées. En outre, i l serait utile que Ile service des transports soit (avisé, l a veille au moins, par télégramme (adressé : Garage ide l a prison, 50, avenue de l a jonction, Forest), du nombre de d é t e n u s à transférer de votre établissement. Le 10 de chaque mois, vous voudrez bien me faire parvenir une liste des d é t e n u s transférés « par extraordinaire » au cours du mois précédent, en indiquant la situation légale des intéressés, la (date du réquisitoire et la date de sa réception, ainsi que l'autorité qui a requis ce mode de transfèrement. Pour le Ministre : Le S e c r é t a i r e général* P.

CORNIL.

A partir du 1" octobre prochain, le tableau des transfèrements de d é t e n u s en vigueur depuis le 1" mars 1946, sera remplacé par le tableau ciâprès : Jour. Lundi. : !

D é p a r t de Forest Louvain Malines Anvers Anvers Malines . . .< Louvain . Forest Forest Malines Anvers Béverloo . . Bévertoo . . . ' Anvers Malines Forest

Heure de d é p a r t . Heure d'arrivée. 7 b . 30 9 h. 10 h . 10 h . 50 12 h. 45 13 h . 30 14 h. 30 11 h. 40 7 h. 30 8 h. 45 9 h. 45 12 h . 14 h . 16 h. 16 h. 45 17 h. 15

18 September 1947.

171

Bij aldien het onderzoek van die bescheiden niet binnen die tijd kan geschieden, gelieve mij daarvan kennis te geven en mij terzelfdertijd te laten weten welke maatregelen dienen te worden genomen ten einde de gestelde termijn in acht te kunnen nemen. Gelieve mij, tegen einde October aanstaande, verslag te doen over de eventueel door u getroffen maatregelen met het oog op meer regelmatigheid bij het onderzoek van de voorstellen dHe aan het door u voorgezeten collège voor advies worden overgelegd. De Minister, P.

STRUYE.

Aan de heer Voorzitter van de bestuurscommissie bij de gevangenis te

OVERBRENGING


V A N GEDETINEERDEN.


interneringscentra.

e

2" alg. d i r , 1' sect, ' I Ibureel, lit. S, n' 563. Brussel, de 18 Septeber 1947. Terwijl ik u de tabel betreffende de overbrengingen van. igedetineerden overmaak, heb is de eer u te verzoeken al de nodige schikkingen te treffen opdat de voorz.iene uurrooster geëerbiedigd worde. Het personeel, dat met de overbrenging belast is, heeft inderdaad tôt opdracht gekregen de onder uw leiding staande inrichting op ihet voorziene uur te verlaten zonder te wachten op de gedetineerden, voor wie de formaliteiten tôt afschrijving uit de gevangenrol niet zouden geëindigd zijn. Het ware anderzijds nuttig de vervoerdienst ten laatste daags te voren, telegrafisch (geadresseerd : Garage van de gevangenis, 50, IVenbindingslaan, Vorst), over het aantalr uit uw inrichting over te brengen gedetineerden in te iichten. . Gelieve mij, de 10° van iedere maand, een lijst van de in de loop van devorige maand « .per buitengewone corresipondentie » overgebrachte gedetineerden te Jaten geworden, met aanduiiding van de wettelijke toestand der betrokkenen, 'de datum van de vordering en de datum van de ontvangst van dit stuk, alsmede de overheid die deze manier van overbrenging (heeft gevorderd. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

Vanaf 1 October 1947 zal de tabel der oveubrengingen van de gedetineerden, in voege vanaf 1 Maart 1946, vervangen worden door de on'derstaande tabel : Dag. Maandag.

Vertrek uit Vorst iLeuven Mechelen Antwerpen Antwerpen Mechelen Leuven Vorst Vorst Mechelen Antwerpen Beverloo . ' . Beverloo Antwerpen Mechelen Vorst

Uur van vertrek. Uur van aankomst. 7 u. 30 9 u. 10 u. 10 u. 45 12 u. 45 13u.30 14 u. 30 15 u. 30 7 u. 30 8 u. 45 9 u. 45 12 u. 14 u. 16 u. 16 u. 45 17 u. 15

172

18 septembre 1947. Jour. Mardi.

Départ de Forest Nivelles Charleroi Charleroi Nivelles Forest

-

9 h. 30 12 h. 15

7 h. 30 9 h. 45 10 h. 45 13 h. 30 14 h. 30 16 h. 45

Forest Termonde Gand Audenarde Audenarde Gand

7 h. 30 8 h. 45 10 h. -12 h. 14 h. 15 h. 15

Forest Niimy Mons Quiévrain Quiévrain Mons Mous Niimy Forest Forest Tournai Mouscron Mouscron Courtrai Courtrai Audenarde Forest

7 h. 30 8 'h. 45 10 h. 30 11 h. 15

Forest Gand Bruges Bruges Gand Forest

Mercredi.

Heure de départ. Heure d'arrivée.

7 h. 30 9 h. 30 9 h. 55 <

10 h. 30

10 h. 45 II h. 30 13 h. 45 14 h. 15 h. 30 7 h. 30 10 h 10 h. 50 11 h. 05 11 h. 40 13 h. 40 14 h. 35 ,

16 h. 25

Gand Bruges Courtrai Mouscron . . . Mouscron Courtrai Courtrai Bruges . . . Gand

7 h. 30 9 h. 15 lié.

Ypres Courtrai Courtrai Y.pres

10 h.

11 h. 45 12 'h. 12 h. 45 14 h. 45 16 h. 15 17 h. 30

11 fi

12 h. 45 13 h. 45

18September 1947. Dag. Dinsdag. •

Vertrek uit Vorst Najvël Charleroi Charleroi Nijvel Vorst Vorst Gent . , Brugge Brugge Gent . ; Vorst Vorst Dendermonde Gent . ,. Oudenaarde Oudenaarde Gent

Woensdag.

Vorst Nimy Bergen Quiévrain . Quiévrain Bergen Bergen Nimy Vorst

173

Uur van vertrek. Uur van aankomst. 7 u. 30 8 u. 45 9 u. 30 10 u. 30 11 u. 15 12 u. 15 7 u. 30 9 u. 45 10 u. 45 13 u. 30 14 u. 30 16 u. 45 7 u. 30 8u.45 " 10 u . 12 u. 14 u. 15 u. 15

U -

I 22 9 u. 30 9 u. 55 • _ 10 u. 45 13 u. 45 14 u.

15 u. 30

Vorst Doornik Moeskroen Moeskroen Kortrijk Kortrijk Oudenaarde Vorst

7 u. 30 10 u .

Gent Brugge Kortrijk Moeskroen Moeskroen Kortrijk Kortrijk Brugge Gent

I u- 30 9 u . 15 H u.

leper Kortrijk Kortrijk leper

10 u. 30

10 u. ou 11 u: 05 t

n

U u. 40

13 u. 40 14 u. 35 16 u . 25

11 u. 4 3 12 u. 12 u. 45 14 u. 45 16 u. 15 17 u. 30 10 u. 11 u. 12 u. 45 13 u. 45

18 septembre

174

Départ de

Jour. Jeudi.

s

Vendredi.

Forest Vilvorde Malines Hemiksem Anvers Merksplas Merksplas Wortel-Moogstraten Esschen Esschen Anvers Hemiksem Malines Vilvorde Forest Forest Louvain Namur Dinant Dinant Niamur Namur Huy Liège Verviers Liège Huy Bruxelles Forest Liège Verviers Gand Anvers Tumhout Merksplas Merksplas Turn'hout Anvers Gand Termonde Forest

1947. Heure de départ.

Heure d'arrivée.

7 h. 30 8 h. 15 9h. 10 n. 10 h. 45 " 13 n. 14 h. „ 14 h. 15 h. 17 b. 16 h. 17 h.

j e

14 h . 30

45 45 30 45 18 h. 30

7 h! 30 9 h- .._ 10 h. 45 12 b.

11 h. 45 12 h. 45

14 h. 45 15 h. 45

16 h. 45

7 h.30 9 h. 15 10 h. 15 12 h. 30 14 h. 17 h.

18 h.

7 h. 30 9 h. 30 10 h. 30 13 13 14 16 17

h. h. h. h. h.

11 h.

30 30 15 30 18 h. 15

Forest Namur Marneffe Huy Marneffe Marneffe Namur Forest

7 9 10 11

h. b. h. h.

30 30 30 15

Forest Louvain Hasselt Béverloo . . . ' Bévertoo . . . ' Louvain Forest

7 h. 30 9 h. 10 h. 30

12 h. 14 n. 15 h. 16 h. 45

11 h. 30 13 h. 30 15 h. 15 16 h.

18 September 1947. Dag.

Vertrek uit

Donderdag.

v'-Hrvooiîrvte rMechelen Hemiksem Antwerpen Merksplas Merksplas Wortel-Hoogstraten Esschen •Esschen Antwerpen Hemiksem Mechelen Vilvoorde Vorst Beverloo Leuven Namen Dinant Dînant . . Namen . Namen Hoei Luik Verviers Luik Hoei Brussel Vorst Luik Verviers Gent Antwerpen Turnhout Merksplas Merksplas Tumhout Antwerpen Gent Dendermonde Vorst

Vrijdag.

Vorst TIf Namen Marneffe Hoei Marneffe Marneffe Namen Vorst Vorst Leuven Hasselt Beverloo Beverloo Leuven Vorst . . . .

175

U u r van vertrek. Uur van aankoms/

8 9 10 10

u.15 u. u. u. 4J 1<J u.

13 u. 14 u. _ 1t 15 " - 4 5 16 u . 30 ]% 17 u. 45

t M 1

:

=

14 u. 30

4

18 u. 30 7 u. 30 9 u. 10 u. 45 11 h. 45 12 u. ...

^ 14 u. 45 15 u. 45 A

12 u. 45 16 u. 45

7 u. 30 9 u. 15 10 u. 45 12 u. 30 14 u. 17 us

••

u

-

7 u. 30 9 u. 30 10 u. 30 I l u. 13 13 14 16 17

u. u. u. u. u.

30 30 15 30 16 u. 15

7 9 10 11

u. u. u. u.

30 30 30 15 il2 u.

14 u. 15 u. 16 u. 45 7 u. 30 9 u. 10 u. 30 « 13 u. 30 15 u. 15

11 u. 30 16 u.

19-22 septembre 1947.

176 Jour.

Samedi.

Départ de

Heure de départ. Heure d'arrivée.

Liège Tongres Rekern Hiasselt Béverloo Béverloo Hasselt Tongres Liège

7 8 9 10

h. h. h. h.

30 30 30 45

Liège Huy Namur Forest

7 h. 30 9 h. 10 b . 15

11 h . 45 13 h. 45 14 h . 45 15 b . 30 .

16 h. 15

12 h.

SUPPRESSION D'ÉTABLISSEMENTS. 2* dir. gén., Bureau d'étude, litt. R, n° X V . Bruxelles, le 19 septembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Le centre d'internement à Lokeren sera supprimé le 1" novembre 1947. Ceux de Grivegnée, Nimy et Hemiksem le seront le 1" janvier 1948. Pour le Ministre : Le Directeur général ff., J. DUPRÉEL.

PUBLICATIONS PÉNITENTIAIRES. 2° dir. gén., Bureau d'étude, litt. R, n° X / 8 2 . Bruxelles, le 20 septembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. II est r a p p e l é à M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que les publications journal sans titre et Opbouw, imprimées au centre d'internement de Béverloo, de même que la revue Le Petit Château (Het Klein Kasteel) ne peuvent ê t r e expédiées par l a poste que sous enveloppe fermée. Ces prescriptions valent notamment lorsqu'il y a lieu de faire suivre des n u m é r o s de ces revues à des détenus transférés. Pour le Ministre : Le Directeur général ff., J. DUPRÉEL. '

PUBLICATIONS PÉRIODIQUES. 2" dir. gén., Bureau d'étude, litt. R, n° V I I I / 4 / 3 . Bruxelles, le 22 septembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires trouveront ci-après un troisième complément de la liste des publications périodiques auxquelles peuvent s'abonner les d é t e n u s :„ Sportclub, Le Phare-Dimanche. Pour le Ministre : Le Directeur général ff., J. DUPRÉEL.

19-22 September 1947. Dag.

Zaterdag.

Vertrek uit

177

Uur van vertrek. Uur van aankomst.

Luik Tongeren Rekem Hasselt Beverloo Beverloo Hasselt Tongeren Luik

7 8 8 10

u. u. u. u.

30 30 30 45

Luik Hoei •Namen Vorst

7 u. 30 9 u. 10 u. 15

11 u. 45 13 u. 45 14 u. 45 15 11. 30 16 u. 15

12 u.

OPHEFF1N0 VAN GESTICHTEN.

2* alg. d i r , Studiebureau, litt. R, n° X V . Brussel, de 19 September 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Het interneringscentrum te Lokeren zal op 1 November 1947 afgeschaft worden. Deze van Grivegnée, Nimy en Hemiksem zullen op 1 Januari 1948 opgeheven worden. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL.

PENITENTIAIRE TIJDSCHRIFTEN. e

2 alg. d i r , Studiebureau, litt. R, n° X / 8 2 . Brussel, de 20 September 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De heren Bestuurders der strafinrichtingen worden herinnerd dat de tijdschriften Journal sans titre en Opbouw, die gedrukt worden in het interneringscentrum te Leopoldsburg en Le Petit-Château (Het Klein Kasteel), alleen onder gesloten omslag per post mogen verzonden worden. Deze onderrichtingen zijn namelijk van toepassing wanneer exemplaren van die tijdschriften aan overgebrachte gedetineerden dienen nagezonden. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL.

TIJDSCHRIFTEN.

2

e

alg. d i r , Studiebureau, litt. R, n° V I I I / 4 / 3 . Brussel, de 22 September 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De heren Bestuurders der strafinrichtingen vinden hierna het derde bijvoegsel van de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen abonneren : Sportclub, Le Phare-Dimanche. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL.

178

23 septembre 1947. IMPUTATION DES INTERNEMENTS.

2

e

dir. gén., Bureau d'Etude, litt. R., n° I X / 1 . Bruxelles, le 23 septembre 1947.

Transmis pour disposition à M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement la circulaire ci-après, relative à l'imputation des internements. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P . CORNIL.

Royafc.ne de Belgique. Auditorat général. Circulaire n° 1897 G/8-5-10. Bruxelles, le 30 août 1947. L'Auditeur

général

A M M . les Avocats g é n é r a u x près l a Cour militaire. A M M . les Substituts de l'Auditeur général. A M M . les Auditeurs militaires. Imputation des internements ordonnés en vertu de l'arrêté-loi du 12 octobre 1918 sur la durée des peines privatives de liberté prononcées du chef de certaines infractions. J'ai l'honneur d'attirer votre attention l'article 1 est libellé comme suit :

sur l a loi du 20 août

1947, dont

er

« Article 1". E n cas d'infractions aux chapitres II et III du titre I " du livre II du Code pénal, à la loi du 22 mars 1940, sur la défense des institutions nationales, ou aux articles 17 et 18 du Code pénal militaire, commises entre le 9 mai 1940 et le 9 mai 1945, lorsque le c o n d a m n é a été interné en vertu de l'arrêté-loi du 12 octobre 1918, l'internement subi sera imputé sur l a d u r é e des peines emportant privation de la liberté. » Cette loi est entrée en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge, soit le 27 août 1947. Il n'y a donc plus lieu de proposer par voie de g r â c e l'imputation des internements sur la durée des peines, comme le prescrivaient mes circulaires du 23 décembre 1944, n" 1056 G / 8 - 5 , et du 9 novembre 1945, n" 1460 G/8-5-3. Vous remarquerez toutefois que la loi ne s'applique qu'aux internements o r d o n n é s en vertu de t'arrêté-Ioi du 12 octobre 1918. Il en résulte notamment que les prescriptions de ma circulaire du 3 avril 1946, n" 1655 G/10-6, relative aux réductions de peines à proposer en faveur des c o n d a m n é s qui ont été détenus comme prisonniers de guerre par les autorités militaires alliées ou belges, restent en vigueur. L'Auditeur général, VANDER . STRAETEN.

23 September 1947.

179

AFREKENING DER 1NTERNERINGEN.

2* alg. d i r , Studiebureau ,litt. R , n ' 1 X / 1 . Brussel, de 23 September 1947. Hiernavolgend rondschrijven, betreffende het afrekenen der internering, ter beschikking overgemaakt aan de heren Bestuurders der gevangenissen en înterneringscentrums. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

Koninkrijk Auditoraat Omzendbrief

n

r

CORNIL.

België. Generaal. 1897 G/8-5-10. Brussel, de 30 Augustus 1947.

De Auditeur-Generaal Aan de heren Advokaten-Generaal bij het Militair Gerechtshof. Aan de heren Substituten van de Auditeur-Generaal. Aan de heren Krijgsauditeurs. Afrekening der krachtens de besluitwet van 12 October 1918 bevolen interneringen van de duur der vrijheidstraffen uitgesproken wegens bepaalde misdrijven. Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op de wet van 20 Augustus 1947, waarvan artikel 1 als volgt is opgesteld : « Artikel 1. In geval van misdrijven tegen de bepalingen van de hoofdstukken II en III van titel I van Boek II van het Wetboek van straf recht, van de wet van 22 Maart 1940, betreffende de verdediging van de nationale instellingen, of van de artikelen 17 en 18 van het Militair Strafwetboek, gepleegd tussen 9 M e i 1945, wordt de ondergane internering, indien de veroordeelde krachtens de besluitwet van 12 October 1918 werd ge'interneerd, afgerekend van de duur van de straffen die beroving van de vrijheid medebrengen. » Deze wet is in werking getreden de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt, hetzij de 27 Augustus 1947. Er bestaat dus geen reden meer om door middel van genade de afrekening der interneringen van de duur der straffen voor te stellen, zoals mijne omzendbrieven van 23 December 1944, n 1056 G / 8 - 5 , en van 9 November 1945, n ' 1460 G/8-5-3, het voorschreven. U zult nochtans opmerken dat de wet slechts toepasselijk is op de krachtens de besluitwet van 12 October 1918 bevolen interneringen. / Hieruit blijkt namelijk dat de voorschriften van mijn omzendbrief van. 3 A p r i l 1946, n ' 1655 G/10-6, betreffende de voor te stellen verminderingen van straffen ten gunste der veroordeelden die door de geallieerde of Belgische militaire overheden als krijgsgevangenen opgesloten werden, van toepassing blijven. T

De Auditeur-Generaal, VANDER STRAETEN.

180

23-25 septembre 1947.

BULLETINS JUDICIAIRES RELATANT LES CONDAMNATIONS PRONONCÉES EN BELGIQUE A CHARGE D'ÉTRANGERS. — TRADUCTION. — NATIONALITÉ. — PEINES DE POLICE. e

5 dir. gén., 1" sect., n° 335 B.C.E./P. Bruxelles, le 23 septembre 1947. A M. l'Auditeur général. A MM. les Procureurs généraux Gand.

près les Cour d'appel Bruxelles,

Liège,

Me référant à la circulaire de mon département du 9 mai 1879, 3° direction, 3' section, n° 3 3 5 £ (Recueil 1879, p. 129), j'ai l'honneur de vous prier de vouloir bien appeler l'attention des parquets de votre ressort sur les points suivants : Les bulletins judiciaires relatant les condamnations prononcées en Belgique à charge d'étrangers doivent, lorsqu'ils sont établis en langue néerlandaise, être accompagnés d'une traduction française ou être établis en français avec la mention « traduit du neéerlandais ». Cette traduction n'est pas nécessaire pour les bulletins concernant les individus originaires des Pays-Bas rédigés en langue néerlandaise. En vue d'éviter toute erreur, il convient que la nationalité des condamnés soit mentionnée de façon apparente sur les dits bulletins. De plus, il ne doit pas en être établi pour les condamnations à des peines de police. Pour le Ministre : Le Directeur délégué, GÉRARD.

PUBLICATIONS

PÉRIODIQUES.

2" dir. gén., Bureau d'étude, litt. R, n° VIH/4/3. Bruxelles, le 24 septembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. MM. les Directeurs des établissements pénitentiaires trouveront ci-après un quatrième complément de la liste des publications périodiques auxquelles peuvent s abonner les détenus : De Toerist, Regards, Tempo, The New-York Times. Pour le Ministre : Le Directeur général ff., J. DUPREEL.

RAPPORTS ENTRE LES AVOCATS ET LES DÉTENUS.

2* dir. gén., Bureau d'étude, litt. R, n" V1I/3/2. Bruxelles, le 25 septembre 1947. A MM. les Directeurs


On me signale que des avocats rendent visite ou écrivent à des détenus dont ils ne sont pas — ou n'ont pas été — les conseils, pour en obtenir des attestations qu'ils produisent dans d'autres causes qu'ils défendent à l'audience. Cette pratique ne peut être tolérée et je rappelle les prescriptions de l'article 228 du règlement général des prisons. U convient de rappeler, le cas échéant, aux avocats qu'il leur est loisible de demander au parquet là citation à l'audience de tout témoin dont ils estiment l'audition nécessaire pour la défense de leur client. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P. CORNIL.

23-25 September 1 9 4 7 .

181

GERECHTEL1JKE B U L L E T I N S D I E I N B E L G I Ë U I T G E S P R O K E N V E R O O R D E L I N G E N V E R M E L D E N T E N LASTE V A N VREEMDELINGEN. — VERTALING. — NATIONALITEIT. — POLITIESTRAFFEN

5* alg. dir, 1" sect, n' 3 3 5 B . C . E . / P . Brussel, de 2 3 September 1 9 4 7 . Aan de heer Auditeur-Generaal. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep te Brussel, Luik, Gent. Onder verwijzing naar mijn omzendbrief dd. 9 Mei 1 8 7 9 , 3* directie, 3* sectie, n 3 3 5 £ (Verzameling 1 8 7 9 , blz. 1 2 9 ) , heb ik de eer u te verzoeken de aandacht van de parketten van uw rechtsgebied op de volgende punten te willen vestigen. De gerechtelijke bulletins, die in België uitgesproken veroordelingen vermelden ten laste van vreemdelingen moeten, wanneer zij in het Nederlands zijn opgesteld, vergezeld gaan van een Franse vertaling of in net Frans opgesteld zijn, met de vermelding « traduit du néerlandais ». Deze vertaling is met vereist voor de bulletins, die uit Nederland afkomstige personen betreffen en in de Nederlandse taal zijn opgesteld., Ten einde iedère vergissing te vermijden, is het gepast de nationaliteit van de veroordeelden duidelijk zichtbaar op bedoelde bulletins te vermelden. Bovendien dienen er geen bulletins te worden opgemaakt voor de veroordelingen tôt een politiestrai. Namens de Minister : De Gemachtigde-Directeur, GÉRARD. r

TIJDSCHRIFTEN. r

2* alg. dir, Studiebureau ,litr. /?, n VIII/4/3. Brussel, de 2 4 September 1 9 4 7 . Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De heren bestuurders der strafinrichtingen vinden hier de vierde bijvoegsel van de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen abonneren : De Toerist, Regards, Tempo, The New-York Times. Voor de Minister : De dd. Directeur-Geheraal, J.

DUPRÉEL.

BETREKKINGEN TUSSEN D E A D V O K A T E N E N D E GEDETINEERDEN.

2' alg. dir, Studiebureau, litt. R, n' V H / 3 / 2 . Brussel, de 2 5 September 1 9 4 7 . Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Men vestigt er mijn aandacht op dat advokaten een bezoek brengen aan of zich schriftelijk richten tôt gedetineerden, waarvan zij de raadgever niet zijn — of niet geweest zijn — teneinde van hen attesten te bekomen, die zij in andere zaken, welke zij ter terechtzetting verdedigen, overleggen. Deze praktijk kan niet gedeelcf worden en ik herinner aan de voorschriften van artikel 2 2 8 van het algemeen règlement der gevangenissen. In voorkomend geval, past het de advokaten er aan te herinneren dat het hun geoorloofd is de dagvaarding ter terechrzitting te vragen van iedere getuige, waarvan zij het verhoor noodzakelijk achten voor de verdediging van hun client. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P. C O R N I L .

182

29 septembre 1947. FONDS DU SERVICE SOCIAL.

2« dir. gén., 5' sect., 1" bur., n" 134, litt. E. Bruxelles, le 29 septembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. U n fonds de service social a été créé dans plusieurs établissements pénitentiaires. L'administration a jugé utile de soumettre à l'avenir à son contrôle et à celui de la Cour des comptes la gestion de ce fonds. Il ne peut exister qu'une seule caisse de service social par établissement. Toute dépense à imputer sur ce fonds doit être soumise à l'avis préalable du S. R. R. T ^ Service de la Rééducation, du Reclassement et des Tutelles, 491, avenue Louise, à Bruxelles, et ensuite à mon approbation. Les menues dépenses ne d é p a s sant pas 500 francs peuvent cependant être relevées par quinzaine et m'être transmises pour ratification par l a même voie. Il n'est pas nécessaire de solliciter l'approbation de l'administration centrale pour les dépenses effectuées j u s q u ' à ce jour, ni de produire la justification de ces dépenses. Les opérations du service social sont à incorporer dans la comptabilité pour ordre. U n compte courant doit être ouvert pour le service social. L a tenue des écritures est identique à celle du compte courant de la cantine. Le solde actuel est à prendre en recette au compte courant du service social et au journal 163. L a quote-part des salaires destinés au service social peut être, suivant les listes 171, inscrite globalement en recette au compte courant du service social. Les dons des détenus effectués par prélèvement sur leur masse doivent ê t r e p o r t é s en dépense dans le compte courant de chacun d'eux. L a dépense, de même que pour les achats effectués à la cantine, ne doit ,pas être ordonnancée au journal 163. Ces dons sont à recueillir périodiquement.. Une liste nominative indiquant le montant de chacun de ces dons et portant la signature de chacun des donateurs est à établir. Le montant de cette liste, au même titre que la feuille récapitulative mensuelle de cantine, doit être portée au crédit du compte courant du service social, sans prise en recette au journal 163. Les dépenses effectuées pour compte du service social sont à porter au débit du compte courant de ce fonds. L'ordonnancement des dépenses doit avoir lieu trimestriellement au journal 163. Les factures dûment acquittées' doivent être récapitulées dans un état n" 168 et produites de même que cet état à l'appui de l'ordonnancement à l'état n° 178. Les fournitures effectuées pour compte du service social ne doivent pas être prises en charge dans la comptabilité des matières. U n extrait du compte courant du service social est à joindre à l'état trimestriel 183. Doivent être annexées à ce document : les listes nominatives des dons effectuées par les détenus par prélèvement sur leur masse, ainsi qu'une copie de l'état n" 168. Le produit de la vente à des particuliers d'objets fabriqués par des détenus est à porter au crédit du compte courant du service social et au journal 163. Il en est de même des dons au profit du service social remis éventuellement au comptable. Dans ces deux cas, i'extrait du compte courant du service social à joindre à l'état 183 doit renseigner les numéros de prise en recette au journal 163. Le produit de la vente à des détenus d'objets fabriqués par des codétenus et dont le coût est payé par prélèvement sur la masse des a c q u é r e u r s est à considérer, quant aux opérations d'écritures et aux pièces à produire, comme il est dit plus haut pour les prélèvements volontaires sur la masse des détenus.

29 September 1947.

183

FONDS VAN DE SOCIALE DIENST. e

2" alg. d i r , 5 sect, I* b u r , litt. E , n' 134. Brussel, de 29 September 1947. Aan de heren Bestuurders


interneringscentra.

In verschillende strafinrichtingen werd een fonds voor maatschappelijk dienstbetoon opgericht. De administratie heeft het nuttig geoordeeld het beheer van dit fonds voortaan aan haar contrôle en aan die van het Rekenhof te onderwerpen. E r mag per inrichting enkel één sociale dienst bestaan. Elke op dit fonds aan te rekenen uitgave moet vooraf voor advies aan de Dienst voor Wederopvoeding, Reclassering en Voogdij, 491, Louisalaan, Brussel, en vervolgens aan mij voor goedkeuring onderworpen worden. De geringe uitgaven evenwel, welke 500 frank niet overtreffen, mogen om de veertien dagen worden opgegeven en mij langs dezelfde weg ter bekrachpiging overgemaakt. Het is met nodig de goedkeuring van net hoofdbestuur voor de tôt heden gedane uitgaven te vragen, noch de bewijsstukken voor deze uitgaven over te leggen. De verrichtingen van het maatschappelijk dienstbetoon moeten in de boekhouding voor order ingeschakeld worden. Een rekening-courant dient voor het maatschappelijk dienstbetoon. De boekhouding is dezelfde als deze aan de rekeningcourant van de kantien. Het huidig saldo dient in de rekening-courant van en in het dagboek 163 als ontvangst ingeschreven. Het aandeel der lonen, dat voor het maatschappelijk dienstbetoon bestemd is, mag volgens de lijsten 171 globaal als ontvangst in de rekening-courant van het maatschappelijk dienstbetoon ingeschreven worden. De giften, die door de gedetineerden door afrekening op hun fonds gedaan worden moeten in de rekening-courant van ieder van hen als uitgave geboekt worden. De uitgave moet niet, evenmin als in de kantien verrichte aankopen, in het dagboek 163 worden gefiatteerd. Deze giften dienen op vaste tijden verzameld te worden. Een naamlijst, die het bedrag van ieder dezer giften vermeldt en de handtekening van iedere schenker draagt, dient te worden opgemaakt. Het bedrag van deze lijst moet ten zelfden titel als het maandelijks samenvattingsblad van de kantien op het crédit van de rekening-courant van het maatschappelijk dienstbetoon worden overgedragen, zonder als ontvangst in het dagboek 163 te worden geboekt. De uitgaven, die voor rekening van het maatschappelijk dienstbetoon worden gedaan, dienen op het débet van de rekening-courant van dit fonds gebracht. De fiattering der uitgaven in het dagboek 163 moet driemaandelijks gebeuren. De behoorlijk gekwiteerde fakturen moeten in een staat n ' 168 opgesomd worden, en met deze staat tôt staving van de fiattering op de staat n 168 worden overgelegd. De voor rekening van het maatschappelijk dienstbetoon gedane leveringen moeten niet in de boekhouding der waren opgenomen worden. Een uittreksel uit de rekening-courant van het maatschappelijk dienstbetoon dient bij de driemaandeliikse staat 184 gevoegd. Moeten bij dit stuk worden gevoegd : de naamlijsten der door de gedetineerden door afneming van hun fonds gedane giften, alsmede een afschrift van de staat n ' 168.' De opbrengst van de verkoop aan particulieren van door gedetineerden gemaakte voorwerpen dient op het crédit van de rekening-courant van het maatschappelijk dienstbetoon en in het dagboek 163 geboekt te worden. Hetzelfde geldt voor de ten bate van het maatschappelijk dienstbetoon gedane giften, die eventueel aan de boekhouder ter hand gesteld worden. In deze beide gevallen moet het uittreksel uit de rekening-courant van het maatschappelijk dienstbetoon, dat bij de staat 183 dient gevoegd, de nummers van inschrijving als ontvangst in het dagboek 163 vermelden. De opbrengst van de verkoop aan gedetineerden van door mede-gedetineerden gemaakte voorwerpen en waarvan de kostprijs betaald werd met de gelden van net fonds der kopers, is wat betreft de inschrijvingen en de over te leggen stukken, te behandelen als hoger gemeld voor de vrijwillige afneming van net fonds der gedetineerden. r

184

30 septembre 1947.

Les p r é s e n t e s instructions sont applicables également à partir de ce jour à l a gestion des fonds de radio, d'achat de périodique, etc., qui existent dans certain» établissements pénitentiaires. " Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

PERTE A L'OCCASION DE TRANSPORT PAR CHEMIN DE FER. e

2" dir. gén., 5 sect., 1" bur., litt. E, n° 134. Bruxelles, le 30 septembre 1947. A MM. les Directeurs


d'internement.

L a reddition des comptes de «gestion ' en matières a permis à la Cour des Comptes de constater q u ' à maintes reprises l'administration des Chemins de fer s'était refusée à indemniser les pertes d'objets survenues en^cours de transport, basant son refus sur Je dépôt tardif d'une « demande en indemnisation ». Elle me prie de vous rappeler qu'en vertu de l'article 7 de la l o i du 25 août 1891 toute réclamation pour avarie ou manquant visible doit être introduite endéans les deux jours suivant l a réception. Il va de soi que c'est à l'établissement destinataire qu'il appartient de faire les formalités nécessaires. L a plus élémentaire prudence implique donc, au cas où le conditionnement des colis à l'arrivée permettrait de supposer qu'une malversation s'est produite en cours de route de ne donner d é c h a r g e au voiturier que « sous réserve spéciale ». Cette réserve ne tient cependant nullement lieu de constat ou de demande en indemnisation, formalité oui ne doit être faite que dans les quarante-huit heures suivant là réception. Bile en constitue néanmoins le prélude indispensable; car une demande en indemnisation précédée d'une acceptation sans « réserve spéciale » n'a aucune chance d'être prise en considération. L a dite demande devra être adressée au chef de gare par pli r e c o m m a n d é à la poste. Elle pourra en fait se borner à l a nomenclature des objets manquants ou avaries. L'avis ou le constat ci-dessus, prévu à l'article 7, ne peut être confondu avec l a « demande chiffrée » des dommages subis, dont il est question à l'article 9 de la loi du 25 a o û t 1891 et pour laquelle est prévu un délai utile de six mois. Pratiquement, ce délai devra être réduit au minimum de temps compatible à la fixation certaine du dommage subi. Pour permettre un contrôle immédiat des marchandises, subordonnant le dépôt en temps opportun d'une demande en indemnisation, i l est indispensable que l'expédition de l a lettre de voiture p r é c è d e celle des marchandises. L'expéditeur serait en effet tenu pécuniairement responsable du refus d'indemnisation pour plainte tardive, s'il est reconnu que ce retard lui est imputable. Quant au retour de l a lettre de voiture munie de l'accusé de réception, il n'est en rien lié à l'octroi d'une indemnisation par le transporteur. Il suffira de modifier sur ce document les quantités expédiées par celles reçues effectivement. Cette modification s'opérera en toutes lettres et à l'encre rouge. Elle sera complétée in fine de la main du destinataire de la mention « demande chiffrée en indemnisation sera introduite pour la différence ». Cette restriction permettra à l'établissement expéditeur de rédiger un procès-verbal de perte. 1

30 September 1947.

185

Deze onderrichtingen zijn eveneens van vandaag af toepasselijk op het beheer der fondsen voor radio, voor aankoop van tijdscnriften, enz, die in sommige strafinrichtingen bestaan. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P . CORNIL.

VERLIES BIJ HET VF.RVOF.R PER SPOOR.

2« alg. d i r , 5" sect, I

e

b u r , litt. E, n

Brussel, de 30 September Aan de heren Bestuurders


en

r

134. 1947.

interneringscentra.

Ter gelegenheid van de overlegging van de rekeningen over het beheer der warenUienst, heeft het Rekenhof kunnen vaststellen dat de administratie van de spoorwegen herhaalde malen geweigerd heeft het verlies van voorwerpen gedurende het vervoer te vergoeden, op grond van het laattijdig indienen van een « verzoek tôt schadelloosstelling ». Zij verzoekt mij er u aan te herinneren dat krachtens artikel 7 van de wet van 25 Augustus 1891 iedere klacht wegens beschadiging of zichtbaar tekort binnen de twee dagen na de inontvangstneming moet worden ingediend. Het spreekt van zelf dat het de geadresseerde inrichting is die de nodige formaliteiten moet vervullen. De meest élémentaire voorzichtigheid gebiedt derhalve slechts « onder bijzonder voorbehoud » aan de voerman ontlasting te geven ingeval de t o é s t a n d van de colli bij de aankomst toelaten zou te veronderstellen dat onderweg een verduistering heeft plaats gevonden. Dit voorbehoud geldt nochtans geenszins als constatering of als verzoek t ô t schadeloosstelling, formaliteit die enkel binnen de acht en veertig uren volgend op de aanneming dient vervuld. Het vormt er nochtans het onmisbaar begin van, want een verzoek tôt schadeloosstelling voorafgegaan door een aanvaarding zonder « bijzonder voorbehoud » heeft geen enkele kans in overweging te worden genomen. Genoemd verzoek zal als bij 'een ter post aangetekend schrijven aan de stationoverste dienen geadresseerd. Het mag zich feitelijk bij de opsomming van de ontbrekende of beschadigde voorwerpen bepalen. Dat bericht of die constatering, bij artikel 7 voorzien, mag niet verward worden met de « gecijferde aanvraag » van de geleden schade, waarvan sprake in artikel 9 van de wet van 25 Augustus 1891 en voor dewelke een batige termijn van zes maanden is voorzien. Deze termijn zal practisch dienen herleid tôt het minimum van de tijd die noodzakelijk is om de geleden schade met zekerheid vast te stellen. Ten einde een onmiddellijke contrôle van de waren, waarvan de indiening te gepasten tijde van een verzoek tôt schadeloosstelling afhangt, toe te laten, is het noodzakelijk dat de verzending van de vrachtbrief de verzending van de waren voorafgaat. De verzender zou inderdaad als geldelijk aansprakelijk worden beschouwd voor de weigering t ô t schadeloosstelling wegens laattijdige klacht, indien bevonden werd dat deze vertraging aan hem te wijten was. W a t de terugzending van de vrachtbrief, voorzien van het ontvangstbericht, betreft, deze staat in generlei verband met de toekenning van een schadeloosstelling door de vervoerder. Het zal volstaan dit stuk te wijzigen en de verzonden hoeveelheden door deze die werkelijk ontvangen werden, te vervangen. Deze wijziging moet in voile letters en met rode inkt gedaan worden. Zij moet in fine worden aangevuld door de geadresseerde die er eigenhandig moet op schrijven « gecijferd verzoek tôt schadeloosstelling zal worden ingediend voor het verschil ». D i t voorbehoud zal aan de inrichting die de verzending heeft gedaan, toelaten een proces-verbaal van verlies op te stellen.

186

7 octobre 1947.

Toutefois, ce ne sera q u ' a p p u y é du récépissé constatant le versement au T r é s o r comme « produit de la T r é s o r e r i e et de la Dette publique » de l'indemnité allouée par le transporteur, qu'il y aura lieu de transmettre ce procès-verbal pour approbation à l'administration centrale. Ce sera généralement le plaignant, qui agit ici comme intermédiaire obligé, qui sera mis en possession de l'indemnité. M lui appartiendra sans autre formalité ni retard de l'adresser à l'expéditeur. Il y Comptes reconnus tardif de

a lieu de suivre scrupuleusement les directives ci-dessus, la Cour des ayant manifesté son intention de. mettre à l'avenir à charge des agents fautifs, tout refus de paiement trouvant son origine dans un d é p ô t demande en indemnisation. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

CORNIL.

ASSOCIATION SANS BUT LUCRAT(F. — LEGS. — CLAUSE PRESCRIVANT LA LOCATION ET ÉVENTUELLEMENT LA VENTE DES IMMEUBLES LÉGUÉS NON ÉCRIT.

Adm. des cultes, dons et legs. — Fondations, 1" sect., litt DL, n° 891. Bruxelles, le 7 octobre 1947. CHARLES,


A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. V u Notre a r r ê t é du 19 mars 1947, portant qu'il sera statué ultérieurement sur les dispositions testamentaires prises par Mlle Goffin ( M . - F . ) , sans profession, demeurant à Saint-Josse-ten-Noode, rue Verboeckhaven, n° 64, y décédée le 28 décembre 1942, au profit des associations sans but lucratif « Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de Wavre » et « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », établies à Wavre et à Saint-josse-ten^Noode; Vu l'expédition délivrée par le notaire Demuyider, de résidence à Etterbeek, du testament olographe, en date du 7 janvier 1942, par lequel M l l e Goffin, p r é m e n tionnée, dispose notamment comme suit : « . . . 2. Je lègue mes trois terres de Boulez '(Brabant) à l'association sans but lucratif : « Le Doyenné de Wavre », avec intention spéciale pour la paroisse de Boulez, à condition : » 1" Que ces terres soient louées... A u iieu de louer ces terres,... pourrait les vendre. » Le surplus en argent,... iraiit... aux mdsslions des P è r e s du Jlésu, rue Royale... »; Vu les délibérations par lesquels les conseils d'administration des associations sans but lucratif « Association des Œ u v r e s paroissiales du D o y e n n é de W a v r e » et « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », établies à W a v r e et à Saint-Josse-ten-INoode, sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui les. concernent; V u les pièces de l'instruction d'où i l résulte : 1° Que les immeubles légués à l'associatiom « Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de Wavre », inscrits au cadastre, commune de Boulez, section E,. n " ' 54b, 73a, 866, 114m 115*, ont une contenance totale de 1 hectare 14 ares 30 centiares et une valeur globale de 20,000 francs; (1) Moniteur

belge 1947, n° 284.

7 October 1947.

187

Dit proces-verbaal zal evenwel alleen dan voor goedkeuring aan het hoofdbestuur worden overgemaakt, indien het gestaafd is door het ontvangstbewijs waaruit blijkt dat de door de vervoerder toegekende schadeloosstelling als « opbrengst van de Thesaurie en de aan de Schatkist werd afgedragen Staatsschuld ». Het zal doorgaans de eiser zijn die hier als^verplichte tussenpersoon optreedt, die in het bezit zal gesteld worden van de schadeloosstelling. Hij zal er toe gehouden zijn deze zonder andere formaliteit noch verwijl aan de verzender te adresseren. De hogervermelde richtlijnen dienen nauwkeurig gevolgd, want het Rekenhof heeft het inzicht uitgedrukt elke weigering tôt betaling, die te wijten is aan het laattijdig indienen van een verzoek tôt schadeloosstelling, in de toekomst ten laste te leggen van de beambten, die blijken in gebreke te zijn gebleven. De

Voor de Minister : Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

VERENIQINGEN ZONDER WINSTOOGMERKEN. — LEGATEN. — BEDING WAARBIJ D E VERHURING EN E V E N T U E E L D E V E R K O O P V A N D E VERMAAKTE ONROERENDE G O E DEREN VOORGESCiHREVEN W O R D E N . — NIET GESCHREVEN (1).

Bestuur der erediensten, litt. SL, n 891.

schenkingen en

legaten. — Stichtigen, I

e

sect,

r

Brussel, de 7 October 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gezien Ons besluit van 19 Maart 1947, waarbij wordt bepaald dat later een beslissing zal genomen worden' over de testamentaire beschikkingen, getroffen door Mej. Goffin (jM.-(F.X zonder beroep, wonende te Sint-joost-ten-Noode, Verboeckhavenstraat, n 64, aldaar overleden op 28 December 1942, ten behoeve van de verenigingen zonder winstoogmerken « Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de Wavre » en « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », gevestigd te Waver en te Sint^Joost-ten-Noode; Gezien de door notaris Demuylder, ter standplaats Etterbeek, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament, dd. 7 Januari 1942, waarbij Mej. Goffin, voornoemd, onder meer volgende schikkingen treft : (V.ertaald) « . . . 2. Ik vermaak mijn drie gronden van Boulez (Brabant) aan de vereniging zonder winstoogmerken : « L e Doyenné de Wavre », met bijzondere intentie voor de parochie van Boulez, op voorwaarde : 1° Dat deze gronden verhuurd worden... In plaats van deze gronden te verhuren... zou ze mogen verkopen... » Het overschot in geld,... zou gaan... naar de missïes van de paters « Pères du Gésu », Koninklijkestraat... »; Gezien de beraadslagingen waarbij de raden tôt beheer van de verenigingen zonder winstoogmerken « Association des Œ u v r e s paroissiale du Doyenné de Wavre » en « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », gevestigd te Wavre en te Sint-Joost-ten-iNoode, machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hen betreffende legaten; Gezien de stulçken van het onderzoek waaruit blijkt : r

1° Dat de aan de vereniging zonder winstoogmerken « Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de Wavre » vermaakte onroerende goederen, bekend ten kadaster, gemeente Boulez ,wijk E , n " 546, 73a, 866, 114m, U5k, gezamenlijk 1 hectare 14 aren 30 centiaren groot en bij elkaar 20,000 frank waard zijn; (1) Belgisch Staatsblad

1947, n ' 284.

188

15 octobre 1947.

2° Que l'œuvre de missions des P è r e s du -Gésu, rue Royale, doit s'identifier avec l'association « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de J é s u s » et que le legs fait au profit de cette association a une valeur d'environ 523,450 fracns; C o n s i d d é r a n t que les legs susvisés doivent permettre aux associations sans but lucratif a v a n t a g é e s de réaliser l'objet en vue duquel elles se sont constituées ; E n ce qui concerne la clause par (laquelle la testatrice prescrit l a location des immeubles légués et n'en permet qu'éventuellement la vente; C o n s i d é r a n t que cette clause est contraire à l'article 15 de l a loi du 27 juin 1921, en vertu duquel une association sans but lucratif ne peut conserver que des immeubles qui sont affectés directement et corporellement à son service, conformément à ses statuts; que, dès lors, l a dite clause doit ê t r e r é p u t é e non écrite par application de l'artiale 900 du Code civil; V u les articles 900 précité du Code civil, 15 et 16 de l a l o i du 27 juin 1921, ainsi que les statuts des associations légataires publiées au Moniteur belge des 27 août 1922 et 23 avril 1932; Sur la proposition du Ministre de l a Justice, 1

Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article 1". L e s associations sans but lucratif « (Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de W a v r e » et « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », établies à Wavre et à Saint-JoBse-tenMNoode, sont autorisées à accepter les legs prémentionnés, aux conditions imposées en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. . Art. 2. 'L'association « Association des Œ u v e s paroissiales du Doyenné de W a v r e » doit aliéner les immeubles légués dans le délai de deux ans à compter de la notification du présent arrêté. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du dit a r r ê t é . 1

CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P. STRUYE.

ÉTABLISSEMENTS D'ÉDUCATION ET INSTITUTIONS PUBLIQUES DE L'ÉTAT DESTINÉS AUX MINEURS. — COUT DE LA JOURNÉE D'ENTRETIEN E N 1947.

4

e

dir. gén., 2

e

sect., 2

Bruxelles,

e

bur., n" 1424.

le 15 octobre 1947.

C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, p r é s e n t s iet à venir, SALUT. V u les articles 10, 41, 42 et 43 de la loi du 15 mai 1912 sur la protection de l'enfance, qui imposent au domicile de secours de supporter, dans certains cas, la charge de la moitié des frais nécessités par l'entretien des enfants placés, par Tes autorités judiciaires, dans les établissements d'éducation de l'Etat, dans des institutions publiques ou privées ou chez des particuliers; V u l'arrêté royal du 3'1 mars 1921, érigeant les écoles de bienfaisance pour filles et g a r ç o n s en institutions publiques destinées à toutes c a t é g o r i e s de mineurs d é p e n d a n t de la loi du 15 mai 1912; V u l'avis conforme de l'inspection du budget; Sur la proposition du Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article 1" Le coût de la j o u r n é e d'entretien, pendant l'année 1947, pour les personnes recueillies dans les établissements d'éducation et institutions publiques de l'Etat ressortissant à . l'Office de l a Protection de l'Enfance, est fixé à cinquante-quatre (54) francs pour les g a r ç o n s et à cinquante-deux (52) francs pour les filles.

15 October 1947.

189

2° Dat het missiewerk « P è r e s du Gésu », Koninklijkestraat, hetzelfde is als de vereniging < Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus » en dat het ten behoeve van deze vereniging vermaakt legaat een waarde heeft van ongeveer 523,450 frank: » Overwegende dat de aan voornoemde vereniging zonder winstoogmerken vermaakte legaten deze in de gelegenheid moeten stellen het doel, voor hetwelk zij opgericht werden, te bereiken; Wat betreft net beding, waarbij de erflaatster de verhuring van de vermaakte onroerende goederen voorschrijft en er slechts eventueel de verkoop van toelaat; Overwegende dat dit beding. strijdig is met artikel 15 van de wet van 27 Juni 1921 luidens hetwelk een vereniging zonder winstoogmerken alleen onroerende goederen mag behouden die rechtstreeks en lichamelijk voor hare diensten worden gebruikt overeenkomstig hare statuten; dat genoemd beding dientengevolge, bij toepassing van artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek, als niet geschreven moet worden aangezien; Gelet op de artikelen 900, voornoemd, van het Burgerlijk Wetboek, 15 en 16 der wet van 27 Juni 1921, alsmede op de statuten van de erfgemaakte verenigingen, bekendgemaafct ini het Belgisch Staatsblad van 27 Augustus 1922 en 23 April 1932; Op de voordracht van de Mimister van Justitie, Wij hebben besloten en W i j besluiten : Artikel 1. A a n de verenigingen zonder winstoogmerken « Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de W a v r e » en « Aide aux Missionnaires belges de la Compagnie de Jésus », gevestigd te W a v e r en te Sint-joost-ten-Noode, is machtiging verleend t ô t het aanvaarden van de hogervermelde legaten, onder de opgelegde voorwaarden, voor zover zij niet in strijd zijn met de wet. Art. 2. De vereniging « Association des Œ u v r e s paroissiales du Doyenné de Wavre » moet de vermaakte onroerende goederen vervreemden binnen de termijn van twee jaar, te rekenen van de betekening van het tegenwoordlg besluit. De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL.

Vanwege de Regent : De Minister van Justitie, P. STRUYE. RIJKSOPVOEDINGSGESTICHTEN E N OPENBARE RIJKSINSTELLINGEN VOOR MINDERJARIGEN. P R I J S V A N H E T O N D E R H O U D P E R D A G G E D U R E N D E H E T JAAR 1947. r

4« alg. d i r , 2* sect, 2« b u r , n 1424. Brussel, de 15 October 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gelet op de artikeSen 10, 41, 42 en 43 der wet van 15 M e i 1912 op Ide kinderbescherming, waarbij aan de domiciliën van onderstand de last wordt opgelegd in bepaalde gevallen de helft van de kosten te dragen, veroorzaakt door net onderhoud der kinderen die door de rechteriijke overheden in de Rijksopvoedingsgestichten, in openbare of private instellingen werden geplaatst of bij private personen werden uitbesteed; Gelet op het koninklijk besluit van 31 Maart 1921 waarbij wordt bepaald dat de weldadigheidsscholen voor jongens en meisjes openbare instellingen worden waar al de categorieën van minderjarigen die onder toepassing vallen van de wet van 15 Mei 1912, zullen geplaatst worden; Gezien het eensluidend advies van de begrotingsinspectie; Op de voordracht van de Minister van Justitie, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. De prijs van het onderhoud per d a g gedurende het jaar 1947 voor de personen opgenomen in de Rijksopvoedingsgestichten en openbare Rijksinstellingen welke van de Dienst voor Kinderbescherming afhangen, is op vier en vijftig (54) frank voor de jongens en op twee en vijftig (52) frank voor de meisjes vastgesteld.

190

16 octobre 1947.

Art. 2. Le coût de la j o u r n é e d'entretien, pendant l'année 1947, pour les personnes recueillies à f asile-clinique et à l'établissement d'éducation de l'Etat pour jeunes filles, à Bruges, est fixé à cinquante-huit (58) francs. Le c o û t ' d e la j o u r n é e d'entretien des nourrissons recueillis à la p o u p o n n i è r e est fixé à vingt (20) francs. Art. 3. L a quote-part incombant aux domiciles de secours, en remboursement du coût de la journée d'entretien fixé pour 1947, sera majorée du taux de l'intérêt légal en matière civile, en cas de non paiement à l'expiration du délai de quatre-vingt-dix jours, a p r è s l'envoi, sous pli r e c o m m a n d é à la poste, de l'état des frais d'entretien. Le cas échéant, un compte spécial sera, à cet effet, a d r e s s é aux administrations débitrices. Art. 4. Il ne sera compté dans les établissements d'éducation et les institutions publiques de l'Etat susvisés- qu'une j o u r n é e pour le jour de l'entrée et celui de la sortie. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du p r é s e n t a r r ê t é . CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, STRUYE.

INDEMNITÉS POUR FRAIS DE SÉJOUR DES PERSONNES CHARGÉES DU TRANSPORT DES ALIÉNÉS

INDIGENTS.

2' dir. gén., 2'- sect., n° 35.888. Bruxelles, le 16 octobre 1947. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. V u l'article 26 des lois des 18 juin 1850 et 28 décembre 1873 sur le régime des aliénés; V u l'arrêté du 23 août 1933, du 1" février 1937, du 25 août 1937, du 24 juillet '1939 et du 29 décembre 1942 modifiant les a r r ê t é s du 28 novembre 1928 et du 30 mai 1932 concernant le tarif de transport des aliénés indigents; Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article \ " . A partir du 1 octobre 1947, l'indemnité pour frais de séjour des personnes c h a r g é e s du transport des aliénés indigents est fixé comme suit : 1° Tout salaire horaire et toute indemnité de déplacement est supprimé. 2° Les personnes rémunérées par les pouvoirs publics bénéficient d'une indemnité de séjour calculée suivant le système en vigueur pour les agents de l'Etat ( a r r ê t é du 29 novembre 1945). 3° Pour les indemnités aux personnes qui ne sont pas rémunérées par les pouvoirs publics, une indemnité forfaitaire est accordée, elle est de 25 francs pour une absence de'deux heures ou moins; de 15 francs par heure pour les heures suivantes. 4° U ne pourra être porté en compte plus de dix heures par j o u r n é e d'absence. 5° Les heures du premier jour sont comptées à partir du d é p a r t j u s q u ' à l'arrivée à destination. 6° Une indemnité de nuit de 50 francs est allouée à l'ifitéressé s'il a logé hors de sa résidence. E n outre, les frais de voyage sont r e m b o u r s é s . Art. 2. Notre Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du p r é s e n t arrêté. CHARLES. P a r le Régent : Le Ministre de la lustice, er

STRUYE.

16 October 1947.

191

Art. 2 . De prijs van het onderhoud per dag gedurende het jaar 1 9 4 7 voor de personen opgenomen in het Kliniekgesticht en in het Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes, te Brugge, is op acht en vijftig <58) frank vastgesteld. De prijs van het onderhoud per d a g voor de zuigelingen opgenomen in Ide zuigelingenafdeling is op twintig ( 2 0 ) frank vastgesteld. Art. 3 . Het aandeel dat ten laste van de domicrliën van onderstand valt ter betaling van de prijs
Minister van Justitie, Vanwege de Regent : STRUYE.

VERGOEDING VOOR VERBL1JFKOSTEN VAN DE PERSONEN BELAST MET HET VERVOER VAN DE BEHOEFT1GE

2* alg. d i r , 2

E

KRANKZINNIGEN.

sect, n

r

35.888.

Brussel, de 1 6 October 1 9 4 7 . K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L . Gelet op artikel 2 6 der wetten van 1 8 Juni 1 8 5 0 en 2 8 December 1 8 7 3 op de behandeling van de krankzinnigen; Gezien het besluit van 2 3 Augustus 1933, van 1 Februari 1 9 3 7 , van 2 5 Augustus 1 9 3 7 , van 2 4 Juli 1 9 3 9 en van 2 9 December 1 9 4 2 tôt wijziging van de besluiten van 2 8 November 1 9 2 8 en 3 0 Mei 1 9 3 2 betreffende het tarief van vervoer van de behoeftige krankzinnigen; Op de voordracht van de Minister v a n Justitie, Wij hebben besloten en W i j besluiten : Artikel 1. De vergoeding voor verblijfskosten van de personen belast met het vervoer van de behoeftige krankzinnigen, is met ingang van 1 October 1 9 4 7 als volgt vastgesteld : 1° Aile uurlonen en aile verplaatsingsvergoedingen zijn afgeschaft. 2 ° De personen, die door de openbare machten bezoldigd worden, genieten een verblijfsvergoedmg, die berekend wordt volgens het voor de leden van het rijkspersoneel geldend stelsel (besluit van 2 9 November 1945). 3 ° Geldt het vergoedingen aan personen die niet door de openbare machten bezoldigd worden, dan wordt een forfaitaire vergoeding toegekend. Deze bedraagt 2 5 frank voor een afwezigheid van twee uren of minder; 1 5 frank per uur voor de volgende uren. 4 ° E r mag niet meer dan tien uren per dag afwezigheid in rekening gebracht worden. 5 ° De uren van de eerste dag worden berekend vanaf het vertrek tôt aan de aankomst ter bestemming. 6 ° Aan de belanghebbende, die buiten zijn verblijfplaats overnacht heeft, wordt een vergoeding van 5 0 frank toegekend. Bovendien, worden de reiskosten terugbetaald. Art. 2 . Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justitie, STRUYE.

192

17 octobre 1947.

COMMISSION D'ASSISTANCE PUBLIQUE. — COMMUNE. — LEGS. — OBLIGATION DE VENDRE PUBLIQUEMENT L E MOBILIER. — DÉSIGNATION D U NOTAIRE QUI E N EST CHARGÉ. — INTERDICTION D'ALIÉNER L'IMMEUBLE O U D'EN CÉDER LA JOUISSANCE A U N AGENT D E L'ÉTABLISSEMENT LÉGATAIRE. — SIMPLES V Œ U X . — LOCATION D E L'IMMEUBLE A U N PETIT MÉNAGE, A L'EXCLUSION DE PERSONNES NOMMÉMENT DÉSIGNÉES. — NON ÉCRIT. Adm.

des Cultes, Dons et Legs. — Fondations, 1" sect., litt. D . L . , n° 1891. Bruxelles, le 17 octobre 1947 (1). C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT.

V u l'expédition, délivrée par le notaire de Ville de Goyet, de résidence à Huy, du testament olographe, en date du 20 juillet 1944, par lequel M . Martin (H.-H.-J.), inspecteur de coopérative, demeurant à Wanze, y décédé le 17 mars 1946, dispose notamment comme suit : « ... je déclare léguer toute ma fortune... à l'assistance publique... de Wanze... » A la mort de..., la maison et jardin seront rendus libres de suite. Le mobilier sera vendu aux enchères publiques par le notaire de Ville... L a maison sera louée aux meilleures conditions à un petit m é n a g e de 2, 4 ou 4 personnes maximum autres que... » L a maison ne pourra jamais être vendue ni servir d ' « avantages en nature » à un fonctionnaire... » L'assistance publique versera chaque année, a u l " juillet, à l'échevin de l'instruction publique, une somme de 2,000 francs (deux mille francs). Cette somme sera prélevée sur les fonds liquides et obligations converties. S i à l'épuisement total la maison est encore "occupée gratuitement... devra verser à l'assistance publique une somme annuelle de deux mille francs. » Cette somme sera r é p a r t i e sous forme de « P r i x Hector Martin » au g a r ç o n (50 %) et à la fille (50 %) des écoles communales, par chaque a n n é e d'étude, qui aura le mieux travaillé, et se fera comme suit : » » » » » »

1" a n n é e d'étude 2° — 3' — 4« — 5 — 6 — e

e

1/20 2/20 3/20 4/20 5/20 5/20

— — — — — —

» 20/20

—

100 francs; 200 — 300 — 400 — 500 — 500 — 2,000 francs.

» L a remise se fera à l a distribution des prix avec petit diplôme spécial... >; V u les délibérations par lesquelles la commission d'assistance publique et le conseil communal de Wanze sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui les concernent; Vu les avis du conseil communal de Wanze et de la députation permanente du conseil provincial de Liège; V u les pièces de l'instruction, d'où il résulte que le legs fait à la commission d'assistance publique de Wanze comprend : a) un immeuble grevé d'un droit d'habitation, sis en cette commune, section unique, n° 21 l r l 8 du cadastre, d'une contenance de 3 ares 66 centiares et d'une valeur de 200,000 francs; b) du mobilier du dit immeuble grevé d'un droit d'usage, estimé 13,535 francs; (1) Moniteur

belge, 1947, n° 298.

17 October 1947.

193

COMMISSIE VAN OPENBARE ONDERSTAND. — GEMEENTE. — LEGATEN. — VERPLICHT1NG HET MEUBILAIR OPENBAAR TE VERKOPEN. — AANDUIDING VAN DE NOTARIS DIE ERMEQE BELAST IS. — VERBOD HET ONROEREND GOED TE VERVREEMDEN OF HET GENOT ERVAN AAN EEN AGENT VAN DE ERFGEMAAKTE INSTELL1NG AF TE STAAN. — ' EENVOUDIGE WENSEN. — VERHURING VAN HET ONROEREND GOED AAN EEN KLEIN GEZIN MET NAME VERMELDE PERSOON. — NIET GESCHREVEN. Adm. der Erediensten, Giften en Legaten. — Stichtingen, I sect, litt. S. L , n' 1891. e

Brussel, de 17 October 1947 (1). KAREL, Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan

allen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L .

Gezien de door notaris de Ville de Goyet, ter standplaats Hoei, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament, dd. 20 Juli 1944, waarbij de heer Martin (H.-H.-J.), opziener van een coôperatieve vereniging, wonende te Wanze, en er op 17 Maart 1946 overleden, onder meer de volgende schikkingen treft : (Vertaald) « ... verklaar ik mijn ganse vermogen... te vermaken aan de openbare onderstand... te Wanze... » Bij het overlijden van.., moeten het huis en de tuin onmiddellijk vrij komen. Het meubilair zal bij openbare veiling worden verkocht door notaris dé Ville;.. Het huis zal onder de beste voorwaarden verhuurd worden aan een klein gezin van ten hoogste 2, 3 tôt 4 personen ander dan... » Het huis zal nooit mogen verkocht worden noch als « voordelen in natura » ten goede kunnen aan een ambtenaar... » De openbare onderstand zal jaarlijks op 1 Juli aan de schepene van openbaar onderwijs een bedrag storten van 2,000 frank (twee duizend frank). Dit bedrag moet worden voorafgenomen op de gerede gelden en omgezette obligaties. Indien op het ogenblik dat de gelden totaal verbruikt zijn, net huis nog kosteloos bewoond wordt zal... aan de openbare onderstand een jaarlijks bedrag storten van twee duizend frank. » Dit bedrag zal als « Hector Martinus-prijs », per studiejaar, worden uitgedeeld aan de jongen (50 t. h.) en het mesije 50 t. h.) van de gemeentescholen, die het best zullen gewerkt hebben; de verdeling zal geschieden als volgt :

» » » »

»

V studiejaar 2" — 3' — 4' — 5" — 6« —

»

1/20 2/20 3/20 4/20 5/20 5/20

— — — — — —

100 frank; 200 — 300 — 400 — 500 — 500 —

20/20

—

2,000 frank.

» De uitreiking zal plaats hebben op de prijsuitdeling, met een klein bijzonder diploma.... » Gezien de besluiten waarbij de commissie van openbare onderstand en de gemeenteraad van Wanze machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hen betreffende legaten; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Wanze en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Luik; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat het aan de commissie van openbare onderstand te Wanze vermaakt legaat bestaat uit : a) een met recht van bewoning bezwaard onroerend goed gelegen aldaar, enige wijk, n' 211rl8 van het kadaster, 3 aren 66 centiaren grpot en 200,000 frank b) het met een recht van gebruik_ bezwaard meubilair van bedoeld onroerend goed, geschat op 13,535 frank; (1) Belgisch

r

Staatsblad, 1947, n 298.

194

17 octobre 1947.

c) la pleine propriété de biens meubles, évalués à environ 42,985 francs; le passif et les charges grevant la succession, compte non tenu de la rente annuelle de 2,000 francs due à la commune de Wanze, s'élevant à environ 5,635'francs; En ce qui concerne les clauses par lesquelles le testateur prescrit la vente publique de son mobilier, désigne le notaire qui devra procéder a cette aliénation et défend de vendre sa maison ou d'en céder la jouissance à titre d' « avantage en nature » à un agent de la commission d'assistance publique l é g a t a i r e : C o n s i d é r a n t que ces clauses portent atteinte aux droits de propriété et d'administration de la commission d'assistance publique susvisée, qu'en c o n s é quence elles doivent ê t r e considérées comme n ' é t a n t que l'expression de simples vœux; Quant aux clauses prescrivant que la dite maison doit être louée à un m é n a g e composé comme i l est indiqué dans Je testament et à l'exclusion de personnes n o m m é m e n t désignées : C o n s i d é r a n t que ces clauses sont contraires à l'article 52 de la loi du 10 mars 1925 organique de l'assistance publique et qu'elles doivent, d è s lors, ê t r e r é p u t é e s non écrites, par application de 1 article 900 du Code civil; V u les articles 900, 910 et 937 du Code civil, 71, 3", de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865 et l'arrêté royal du 14 août 1933, 1" et 10 de la loi du 19 décembre 1864, 51 de la loi du 10 mars 1925; Sur la proposition du Ministre de la Justice, du Ministre de l'Instruction publique, du Ministre de l'Intérieur et du Ministre de la Santé publique et de la Famille, • Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : Article unique. L a commission d'assistance publique et le conseil communal de Wanze sont autorisés à accepter les legs qui les concernent, aux conditions imposées en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Le Ministre de la Justice, le Ministre de l'Instruction publique, le Ministre de l'Intérieur et le Ministre de la S a n t é publique et de la Famille sont c h a r g é s , chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P.

STRUYE.

Le Ministre de l'Instruction publique, C. HUYSMANS.

Le Ministre de

l'Intérieur,

P. V E R M E Y L E N .

Le Ministre de la Santé publique et de l a Famille, VERBIST.

CORRESPONDANCE DES DÉTENUS.

2* dir. gén., Bureau d'Etude, litt. R., n A MM. les Directeurs

VII/4.

Bruxelles, le 17 octobre 1947. des prisons et des centres d'internement.

Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires q u ' à partir du 1" novembre prochain, les prévenus sont a u t o r i s é s à écrire et à recevoir une lettre par semaine. Pour le Ministre : Le Directeur général ff., J. DUPRÉEL.

17 October 1947.

195

c) de voile eigendom van roerende goederen, geschat op ongeveer 42,985 frank, terwjjl net passief en de lasten, welke de nalatenschap bezwaren, de aan de gemeente Wanze verschuldigde rente van 2,000 frank niet medegerekend ongeveer 5,635 frank bedragen; Wat de bepalingen betreft waarbij de erflater de openbare verkoping van zijn meubilair voorscnrijft, de notaris aanwijst die tôt die vervreemding zal moeten overgaan en verbiedt net huis te verkopen of het genot er van als « voordeel in natura » aan een agent van de erfgemaakte commissie van openbare onderstand over te laten; Overwegende dat die bepalingen afbreuk doen aan de rechten van eigendom en beheer van hogerbedoelde commissie van openbare onderstand, dat zij dienvolgens slechts als de uitdrukking van eenvoudige wensen moeten worden aangezien; Wat de bepalingen betreft, waarbij wordt voorgeschreven dat bedoeld huis moet worden verhuurd aan een gezin dat is samengesteld zoals in het testament wordt aangeduid en met uitsluiting van met name vermelde personen; Overwegende dat die bepalingen in strijd zijn met artikel 52 der wet van 10 Maart 1925 tôt regeling van de openbare onderstand en dat zij derhalve, bij toepassing van artikel 900 van het Burgerlijk Wetboek, als niet geschreven moeten worden beschouwd; Gelet op de artikelen 900. 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 76-3°, der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en net koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 1 en 10 der wet van 19 December 1864, 51 der wet van 10 Maart 1925; Op de voordracht van de Minister van Justifie, de Minister van Openbaar Onderwijs, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Wij hebben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. A a n de commissie van openbare onderstand en de gemeenteraad van Wanze is machtiging verleend t ô t het aanvaarden van de hen betreffende legaten, onder de opgelegde voorwaarden, voor zover deze niet in strijd zijn met de wet. De Minister van Justifie, de Minister van Openbaar Onderwijs, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P . STRUYE.

De Minister van Openbaar Onderwijs, C . HUYSMANS.

De

Minister van P.

De

Binnenlandse Zaken,

VERMEYLEN.

Minister van Volksgezondheid en van het

Gezin,

VERBIST.

BRIEFWISSELING DER GEDETINEERDEN.

2* alg. dir., Studiebureau, litt. R., n ' V U M . Brussel, de 17 October 1947. De heren Bestuurders der strafinrichtingen worden ter kennis gebracht dat vanaf 1 November aanstaande, de beklaagden toegelaten zijn één brief per week te schrijven en te ontvangen. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J . DUPRÉEL.

196

19-24 octobre 1947. SERVICE

D'ORTHOPÉDIE.

2* dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R, n° X I I / 1 . Bruxelles, le 19 octobre 1948. A MM. les Directeurs des prisons et des centres

d'internement.

Informé M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement qu'un service orthopédique fonctionne notamment à l'établissement pénitentiaire, à Merksplas (cf. Bulletin n" 4 de l'Administration des Prisons, p. 65). Les t r a n s f è r e m e n t s des condamnés a m p u t é s devront au préalable faire l'objet d'une demande a d r e s s é e à la direction de cet établissement et, conjointement, d'un état 58, a c c o m p a g n é d'un rapport médical, à transmettre pour information à l a 2* direction générale, 1" section, 1" bureau. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL.

FOURNITURE DE BLOCS ÉPHÉMÉRIDES ET D'AGENDAS. e

2' dir. g é n , 3 ' sect, 3 b u r , litt. C, n» 258. Bruxelles, le 20 octobre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement Par sa note en date du 24 septembre 1947, M M / D C , l'Office central des Fournitures fait savoir que les mesures suivantes seront prises d'office en ce qui concerne les blocs éphémérides et les agendas d e m a n d é s pour 1948 : 1° Les q u a n t i t é s nécessaires pour les grands blocs seront réduites de moitié, tandis que la seconde moitié de même que les blocs moyens seront remplacés par des petits blocs; 2" Les agendas de bureau, deux pages par jour, seront remplacés par des agendas, une page par jour; ceux de une page par jour, par des agendas de deux jours à la page, et ceux de deux jours à la page par des agendas de trois jours et demi à la page. Pour le Ministre : L'Inspecteur, LAMBOT.

TRAVAIL DES DÉTENUS.

2

e

dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R, n" X . Bruxelles, le 24 octobre 1947.

A MM. les Directeurs des prisons et des centres

d'internement.

U n nombre considérable de détenus ont été mis au travail à l'intérieur et à l'extérieur des divers établissements pénitentiaires. Cette mesure, dont l'heureuse influence sur le moral des c o n d a m n é s n'est pas douteuse, ne peut cependant produire tous ses effets que si elle est appliquée dans un esprit de stricte égalité. J'attire donc l'attention sur la nécessité de répartir judicieusement et équitablement les divers travaux. E n particulier, les occupations à c a r a c t è r e intellectuel ou peu pénible, telles que les emplois de bureau, seront confiées, à compétence égaie, aux c o n d a m n é s pour les faits les moins graves. De même, les détenus inciviques c h a r g é s de missions dans le cadre de l'enseignement technique ou des délassements ne peuvent ê t r e entièrement^ dispensés des corvées habituelles. Il importe que chaque membre du personnel prenne, dans son domaine d'activité, les mesures nécessaires pour éviter les inégalités de traitement qui suscitent la jalousie et le découragement. Le Ministre P . STRUYE.

19-24 October 1947.

197

ORTHOPEDISCHE DIENST.

2

e

r

alg. dir., Studiebureau, litt. R, n XI1/1. Brussel, de 19 October 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren Bestuurders der gevangenissen en der interneringscentra wordt kennis er van gegeven dat een orthopedische dienst op normale wijze werkt in de strafinrichting te Merksplas (cf. Bulletijn n 4 van het Bestuur def Gevangenissen, blz. 65). De overbrengingen van-de geamputeerde verordeelden moeten eerst het voorwerp uitmaken van een tôt het bestuur van bedoelde inrichting te richten aanvraag en tegelijk van een aan de 2 algemene directie, I sectie, I bureel tôt kennisgeving toe te sturen staat n 58, vergezeld van een geneeskundig attest. r

e

e

e

r

s

Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.

DUPRÉEL.

LEVERINGEN VAN SCHEURBLOKKEN EN AGENDA'S. e

e

r

2' alg. dir., 3 sect., 3 bur., litt. C, n 258. Brussel, de 20 October 1948. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Door zijn nota van 24^September 1947, M M / D C , laat het Centraal Bureau voor Benodigdheden weten dat de voigende maatregelen ambtshalve zullen getroffen worden voor wat betreft de scheurblokken en bureelagenda's besteld voor 1948 : 1° De nodige hoeveelheden grote blokken worden verminderd tôt de helft; de overige helft en de middelmatige blokken worden vervangen door kleine blokken; 2° De bureelagenda's twee bladzijden per dag worden vervangen door agenda's een bladzijde per dag; deze van een bladzijde per dag door agenda's van twee dagen per bladzijde, en deze van twee dagen per bladzijde, door agenda's van drie dagen en half per bladzijde. Voor de Minister : De Inspecteur, LAMBOT.

TEWERKSTELLING VAN DE GEDETINEERDEN. r

2" alg. dir., Studiebureau, litt. R, n X . Brussel, de 24 October 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Een aanzienlijk aantal gedetineerden werd binnen en buiten de muren van de diverse strafinrichtingen tewerkgesteld. Deze maatregel, waarvan de heilzame invloed op het moreel der veroordeelden geenszins twijfelachtig is, kan evenwel niet al de vruchten opleveren indien hij niet in een geest van volstrekte gelijkheid wordt toegepast. Ik vestig derhalve uw aandacht op de noodzakelijkheid de verschillende werkzaamheden oordeelkundig en billijk te verdelen. In het bijzonder zullen de bezigheden van intellectuële of van weinig lastige aard, zoals kantoorwerk, bij gelijke bekwaamheid, worden toevertrouwd aan gedetineerden, die wegens de minst erge feiten werden veroordeeld. Tevens zullen de incivieke gedetineerden, die in het kader van het technisch onderricht of van de ontspanningen met opdrachten belast werden, niet helemaal van de gewone karweien mogen vrijgesteld worden. Het betaamt dat ieder lid van het personeel, in het domein van zijn bedrijvigheid, de maatregelen treffen welke nodig zijn, teneinde de verschillen in de behandeling, die de naijver en de ontmoediging verwekken, te vermijden. De Minister, P.

STRUYE.

198

27-30 octobre 1947. INTERDICTION

LÉGALE. — RÉFÉRÉS A L'ADMINISTRATION CENTRALE.

2

e

dir. gén., bureau d'étude, litt. R, n" X / 2 / 1 . Bruxelles, le 27 octobre 1947.

À MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

j

Je rappelle à^MM. h s Directeurs des établissements pénitentiaires qu'il leur appartient de soumettre à mon département (bureau d'étude de l'administration des prisons) et non à d'autres autorités, les difficultés de principe qu'ils pourraient rencontrer dans l'application des lois et règlements, notamment en ce qui concerne le régime de l'interdiction légale frappant certains c o n d a m n é s .

Le

Pour le Ministre : Secrétaire général, P.

ADMINISTRATION

CORNIL.

DES BIENS DES PERSONNES CONDAMNÉES PAR DÉFAUT PAR LES CONSEILS DE GUERRE.

5

e

dir. g é n , 2

r

sect, litt L, n° 2548.

Bruxelles, le 27 octobre 1947. A MM. les Procureurs généraux près à Bruxelles, Liège, Gand.

les Cours

d'appel

L'arrêté-loi du 17 janvier '1945 organise l'administration 'des biens des personnes inculpées ou condamnées du chef de crimes ou délits contre la sûreté extérieure de l'Etat. Les biens de ces personnes sont placés sous le séquestre de l'office prévu à .l'article 7 de l'arrête-loi du 23 août 1944. L a question m'a été posée de savoir si, en cas -de condamnation par défaut, les biens du c o n d a m n é sont d'office mis sous séquestre, sur base de l'arrêté-loi du 17 janvier 1945, ou si, au contraire, étant donnée l'incertitude qui, dans certains cas, pèse sur la vie ou l a mort du c o n d a m n é , i l y a lieu à l'application des règles, prévues par les articles 112 et suivants du Code civil, en matière d'absence. Certains parquets se sont p r o n o n c é s en faveur de cette dernière solution, que je considère comme entièrement fondée en droit. Il va sans dire toutefois que le ministère public, avant d'entamer la p r o c é d u r e prévue par les articles 112 et suivant du Code civil, a l'obligation stricte de s'enquérir du point de savoir si l'Office des Séquestres renonce effectivement à l'exercice de toutes mesures sur le patrimoine du condamné. Je vous prie, monsieur le Procureur général, de bien vouloir donner des instructions en ce sens à M M . les procureurs du R o i de votre ressort. Le Ministre, P . STRUYE.

MESURES GÉNÉRALES DE SÛRETÉ.

2* dir. g é n , bureau

d'étude,

litt. R., n° V / l .

Bruxelles, le 30 octobre A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

1947.

d'internement.

Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que les surveillants non revêtus de l'uniforme réglementaire devront d o r é n a v a n t porter un brassard officiel sur lequel seront a p p o s é s un numéro d'ordre et le sceau

27-30 October 1947. WETTEL1JKE ONTZETT1NG. — VERZOEKEN

199

EN INLICHTINGEN BIJ HET flOOFDBESTUUR. r

2" alg. dir., studiebureau, litt. R, n X / 2 / 1 . Brussel, de 27 October 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Ik herinner er de heren Bestuurders der strafinrichtingen aan dat zij er toe gehouden zijn Ue princiepsmoeilijkheden, welke zij bij de toepassing van de wetten en reglementen zouden kunnen ontmoeten, aan mijn' département (studiebureau van het bestuur der gevangenissen) en geenszins aan andere overheden over te maken. Zulks geldt onder meer wat betreft het regiem van de wettelijke ontzetting, die sommige veroordeelden hebben opgelopen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P . CORNIL.

BEHEER DER GOEDEREN VAN PERSONEN DIE DOOR DE KRIJGSRADEN VEROORDEELD ZIJN.

5

e

r

r

alg. dir., 2 sect, litt. L., n 2548. Brussel, de 27 October 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep te Brussel, Luik, Gent. Bij besluitwet van 17 Januari 1945 wordt het beheer ingericht voor de goederen der personen aan wie een misdaad of een wanbedrijf tegen de uitwendige veiligheid van de Staat wordt ten laste gelegd of die er voor veroordeeld zijn. De goederen van die personen worden onder het sequester van de bij artikel 7 der besluitwet van 23 Augustus 1944 voorziene dienst gesteld. Er werd mij gevraagd of ingeval de veroordeling bij verstek wordt uitgesproken, de goederen van de veroordeelde van ambtswege onder sequester worden gesteld op grond der besluitwet v a n 17 Januari 1945, ofwel of daarentegen in verband met ^ de onzekerheid welke in sommige gevallen bestaat omtrent het nog in leven zijn of het -overlijden van de veroordeelde, de regelen voorzien bij artikelen 112 en voigende van het Burgerlijk Wetboek inzake afwezigheid dienen toegepast. Sommige parketten hebben zich voor laatstbedoelde oplossing'uitgesproken, welke ik als volkomen gegrond naar de eisen van het recht beschouw. Het spreekt nochtans vanzelf dat het openbaar ministerie, vooraleer het de bij artikelen VI2 en voigende van het Burgerlijk Wetboek voorziene proceduur inspant, «r streng toe verplicht is navraag te doen om te vernemen of de dienst van het sequester daadwerkelijk van de uitoefening van aile maatregelen op het vermogen van de veroordeelde afziet. Ik verzoek u, mijnheer de Procureur-Generaal, onderrichtingen in die zin te geven aan de heren procureuren des Konings iri uw rechtsgebied. De Minister, P.

STRUYE.

ALGEMENE VEILIGHEIDSMAATREGELEN. r

2 ' alg. dir., studiebureau, litt. R., n V / l . Brussel. de 30 October 1947. Aan de heren-Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat de bewaarders, die geen reglementair uniform dragen, voortaan een officiële armband zullen moeten dragen. waarop een rangnummer en de stempel van de inrichting zijn aangebracht. Een naamlijst, die door het bestuur dient bewaard

200 de un de ne

31 octobre-7 novembre 1947, l'établissement. Une liste nominative, à conserver par la direction et dont exemplaire sera remis au chef-surveillant et au portier renseignera le nom chaque agent et le numéro du brassard qu'il aura reçu. Le port du brassard dispense pas de celui d u képi, qui est obligatoire.

Ces agents devront en outre être mis en possession d'une carte avec photographie, délivrée par la direction, et portant le sceau, l'identité et le numéro d'ordre correspondant à celui du brassard. Le portier, choisi parmi les meilleurs agents, devra, en cas de doute, faire exhiber la carte. Le brassard sera déposé à la porte 'principale à la cessation . du service. Les intéressés sont responsables et du brassard et de la carte; ils s'exposent à des sanctions graves en cas de perte. Celle-ci sera signalée sur-le-champ à la direction, laquelle prendra toutes les mesures de sécurité utiles. Le

Secrétaire général, Pour le Ministre : P. CORNIL.

CARTES D'IDENTITÉ

DES DÉTENUS.

2° dir. g é n , bureau d'étude, litt. R., n" V I / 5 . Bruxelles, le 31 octobre 1947. A MM. les Directeurs


d'internement.

Il arrive fréquemment que, lors de leur libération, les détenus ne possèdent pas de carte d'identité. Outre que cette situation leur cause de sérieux ennuis, elle p r é s e n t e souvent un obstacle à leur reclassement par le fait que le certificat de détention, qui leur est délivré à la sortie, porte inévitablement l'indication de la prison. Les directeurs sont instamment priés d'informer les détenus qui ne possèdent pas de carte • d'identité qu'ils peuvent obtenir ce document en adressant leur demande au bourgmestre de la localité de leur dernier domicile. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, 0

P.

CORNIL.

PÉCULE D E SORTIE.

2* dir. g é n , bureau d'étude, litt. R,

w°X/2/3.

Bruxelles, le 7 novembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres

d'internement.

Informé M M . les directeurs des établissements pénitentiaires que la somme prévue au § 3 de l'article 361 du règlement général pour ê t r e remise au détenu lors de sa sortie est portée à 1,000 franca C e montant pourra ê t r e d é p a s s é lorsqu'ils le jugeront utile, dans un cas particulier. Pour le Ministre, L e Secrétaire général, P. CORNIL.

31 October-7 November 1947.

201

en waarvan een exemplaar aan de hoofdbewaarder en aan de portier zal worden overhandigd, moet de naam van ieder agent en het nummer van de door hem ontvangen armband vermelden. Het dragen van de armband ontslaat geenszins van de verplichte dracht van de dienstpet. Deze agenten dienen eveneens in het bezit gesteld van een kaart met foto, afgeleverd door de directie en waarop stempel, de identiteit en het rangnummer, dat met dit van de armband overeenstemt, zijn aangebracht. De portier, die onder de beste agenten dient uitgekozen, zal, in twijfelachtige gevallen, het vertoon der kaart vorderen. Bij het eindigen van de dienst moet de armband aan de hoofdpoort worden afgegeven. De betrokkenen zijn voor de armband en de kaart verantwoordelijk : in geval van verlies stellen zij zich bloot aan strenge sancties. Dit verlies moet onmiddellijk worden b e k é n d g e m a a k t aan de directie, die aile nuttige veiligheidsmaatregelen zal treffen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

IDENTITEITSKAART VAN DE GEDETINEERDEN.

2

e

alg. dir., studiebureau,

litt. R., n

r

VI/5.

Brussel, de 31 October 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Het komt veelvuldig voor dat de gedetineerden, bij hun ontslag g e e n i d e n titeitskaart bezitten. Behalve dat deze toestand hun ernstige moeilijkheden berokkent, vormt hij dikwijls een hinderpaal voor hun reclassering door het feit dat het bewijs ivan opsluiting, -dat hen bij hun ontslag wordt afgeleverd, onvermijdelijk de aanduiding v a n de gevangenis draagt. De bestuurders Worden nadrukkelijk verzocht, de gedetineerden, die geen identiteitskaart bezitten er attent op te maken dat zij dit stuk kunnen bekomen door het aan te vragen bij de burgemeester van de gemeente van hun laatste woonplaats. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

UITGANGSGEL0. r

2 ' a!Ig. dir., studiebureau, litt. R, n X / 2 / 3 . Brussel, de 7 November 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Aan de heren bestuurders van de strafinrichtingen wordt ter kennis gebracht dat het bedrag, voorzien bij § 3 van artikel 351 van het algemeen règlement om aan de gedetineerde bij zijn vrijlating te worden overhandigd op 1,000 frank is gebracht. Dit bedrag zal, in een bijzonder geval, mogen overschreden worden wanneer zij het nuttig oordelen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

202

12 novembre 1947. FABRIQUE D'ÉGLISE. — LEGS. — MAISON DESTINÉE AU LOGEMENT DU VICAIRE DE LA PAROISSE. — SIMPLE VLŒU (1).

Administration des cultes, dons et legs. — Fondations, 1" sect.,litt. DL, n" 1983. Bruxelles, le 12 novembre 1947. CHARLES,

Prince de Belgique, Régent du Royaume.

A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. V u l'expédition du testament reçu le 17 février 1947, devant le notaire Muylle, de résidence à Middelkerke, et par lequel Mme V a n Nieuwenhuyse ( M . ) , veuve de M . Vandercruyssen ( A . ) , sans profession, demeurant en cette commune, y décédée le 13 mars 1947, dispose notamment comme suit : {Traduction) « . . . Je donne et l è g u e à la fabrique d'église de Middelkerke : ma maison et terrain, sis et situés à Middelkerke, Koninginnelaan, 20, pour servir de maison vicariale, et à charge de faire célébrer à Middelkerke immédiatement a p r è s mon décès trente messes chantées et cerrt messes basses et à charge de faire célébrer mensuellement durant quarante ans pour le repos de mon â m e et de celle de feu mon époux Adolf Vandercruysen unie messe c h a n t é e et de commémorer à perpétuité nos deux â m e s pendant le service annuel pour les bienfaiteurs de la paroisse, avec recommandation au p r ô n e durant cinquante ans pour les prières des défunts ainsi que de faire entretenir 'convenablement le caveau de famille dans lequel nous sommes enterrés et d'y faire graver le millésime d é mon décès... » Le legs précité est fait libre de d r o i t s . . . » ; V u la délibération par laquelle le conseil de fabrique de l'église de Middelkerke sollicite l'autorisation d'accepter ce legs; V u les avis du conseil communal de Middelkerke, de M g r l'évêque diocésain et de la députation permanente du conseil provincial de la Flandre occidentale; V u les pièces de l'instruction d ' o ù i l résulte que la maison léguée, sise à Middelkerke, section B , n° 180/950 du cadastre, à une contenance de 1 are 37 centiares et une valeur de 195,000 francs; En ce qui concerne la clause par laquelle la testatrice prescrit que la maison léguée doit servir de maison vicariale : Considérant que la législation n'oblige pas les fabriques d'église de fournir une habitation aux vicaires; que, d è s lors, la dite clause ne peut être admise que comme l'expression' d'un simple v œ u et que l'usage de l a dite maison ne peut être cédé à un vicaire par la fabrique d'église intéressée que moyennant un loyer correspondant à la valeur locative; V u les articles 900, 910 et 937 du Code civil, 59 du décret d u 30 décembre 1809, 76, 3 ° , de la loi communale, modifié par l a loi du 30 juin 1685 et l ' a r r ê t é royal du 14 août 1933, le tarif des services religieux, approuvé par Notre arrêté du 30 janviere 1946; Sur la proposition du Ministre de l a Justice, 'Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s :

•

Article unique* L a fabrique de iféglise de Middelkerke est autorisée à accepter le legs prémentiominé, aux conditions i m p o s é e s en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Le Ministre de la Jlustice est c h a r g é de l'exécution du p r é s e n t a r r ê t é . CHARLES.

Par le Régent : Le Ministre de la Justice, P.

(1) Moniteur

belge 1947, n° 324.

STRUYE,

12 November 1947.

203

KERKFABRIEK. — LEGAAT. — HUIS BESTEMD TOT WOONGELEGENHE1D VOOR DE ONDERPASTOOR VAN DE PAROCHIE. — EENVOUDIGE WENS (1).

t

Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten. — Stichtingen, 1* sectie, litt. SL, n' 1983. Brussel, de 12 November 1947. KiA'REL, Prins van België, Regent van het Konin'krijk. Aan

alilen, tegenwoordigen en toekomenden, H E I L .

Gezien de expeditie van het op 17 Februari 1947, door notaris iMuylle, ter standplaats Middelkerke, ontvangen testament waarbij Mevr. Van Nieuwenhuyse ( M . ) , weduwe van de heer Vandercruyssen ( A . ) , zonder beroep, wonende alflaar, er overleden op 13 Maart 1947, onder meer de volgende schikkingen treft : « ... Ik geef en legateer aan de kerkfabriek te Middelkerke : mijn huis en erve gestaan en gelegen te Middelkerke, Koninginnelaan ,20, om te doen dlienen voor een onderpastorij en onder last dat er zohaast na mijn overlijden gecelebreerd worde te Middelkerke : dertig gezongene missen en honderd gelezen missen en onder last dat er gedurende veertig jaar maandelij'ks voor mijn zielelafenis en deze van wijlen mijn echtgenoot Adolf Vandercruyssen een gezongen mis zou gedaan worden en ten eeuwigen dage onze beide zielen indachtig te zijn in de jaarlijkse dienst voor de weldoeners der parochie en vijftig jaar op de predikstoel afgeroepen te worden voor de gebeden der overledenen, alsmede den grafkelder waarin wij begraven zijn goed te onderhouden en het jaartal van mijn overlijden erop te graven... » Voornoemd legaat is gedaan vrij van r e c h t e n . . . » ; Gezien de beraadslaging waarbij de fabriekraad der kerk te Middelkerke machtiging vraagt tôt het aanvaarden van dit legaat; » Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Middelkerke, ihet hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van West-Vlaanderen; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit tilijkt dat het vermaakt hulis, gelegen te Middelkerke, wijk B , n 180/950 van het kadaster 1 are 37 centiaren groot is en 195,000 frank w a a r d ; Wat de bepaling betreft waarbij de erflaatster voorschrijft dat het vermaakt huis dienen moet voor een onderpastorij : Overwegende dat de wetgeving de kerkfabrieken er niet toe verplicht aan de onderpastoors een woongelegenheid te verscbaffen; dat bedoelde bepaling bij gevolg slechts als de uitdrukking van een eenvoudige wens kan worden in acht genomen en het gebruik van voormeld huis niet door betrokken kerkfabriek aan een onderpastoor kan worden overgelaten dan mite een huurgeld dat met de huurwaarde overeenkomt; Gelet op de artikelen 900, 910 en 937 van het (Burgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76, 3", der gemeemtewet. gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, het tarief der kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 Januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justitie, r

Wij hebben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. A a n de fabriek der kerk te Middelkerke is machtiging verleend tôt het aanvaarden van bovenvermeld legaat, onder de opgelegde voorwaarden voor zover zij niet met de wet in strijd zijn. De Minister van Justifie is belast met de uitvoering' van het tegenwoordig besluit. (KAREL, Vanwege de Regent : De Minister van Justitie, P.

(1) Belgisch

Staatsblad

1947, n ' 324.

STRUYE.

204

12-14 novembre 1947. VICAIRES. —

TRAITEMENT. —

TRANSFERT

(1). e

Adm. des Cultes, Dons et Legs, 2 sect., n°21178A. 12 novembre 1947. — U n a r r ê t é du Régent : 1 "supprime le traitement, à charge de l'Etat, attaché, par arrêté royal du 26 juillet 1899, à la troisième place de vicaire p r è s la paroisse Notre-Dame à Ruiselede; 2° attache un traitement à charge de l'Etat à la troisième place de vicaire p r è s la paroisse-succursale de la Sainte-Coix à Sint-Kruis-lez-Bruges.

PAROISSE-SUCCURSALES.

—

MODIFICATIONS

AUX

CIRCONSCRIPTIONS

(2).

Adm. des Cultes, Dons et Legs, 2 ' sect., n" 4976. 12 novembre 1947. — U n a r r ê t é du Régent annexe à la paroisse-succursale Sainte-Anne à Baal, la partie de la paroisse-succursale Notre-Dame à Tremeloo circonscrite, à partir de l'axe de la rue dite Molenstraat, par : la limite séparative des communes de Baal et de Tremeloo, A - B ; la limite séparative des communes de Tremeloo et de Betekom, B - C ; la limite séparative des communes de Tremeloo et de Wechter, C - D ; l'axe de la rue dite Molenstraat, D - A , conformément au plan annexé au dit arrêté.

LIBÉRATIONS PROVISOIRES

ET

CONDITIONNELLES.

2° dir. gén., Condamnés pour infractions contre la Sûreté de l'Etat. Service de la Libération provisoire et conditionnelle. Bruxelles, le 14 novembre 1947. A MM. tes Directeurs des prisons et des centres d'internement. Les dispositions de la circulaire ministérielle du 4 juin 1947, § 2, 2 Direction générale, C o n d a m n é s pour infractions contre la Sûreté de l'Etat, Service de la libération provisoire et conditionnelle, litt. L . B . L, sont modifiées comme suit : Dès qu'il aura été décidé d'examiner, en conférence du personnel, le cas d'un c o n d a m n é en vue d'une libération conditionnelle éventuelle, vous recueillerez immédiatement l'avis des autorités locales sur l'opportunité du retour de l'intéressé dans la commune de son domicile ou de sa résidence. La réponse devra être jointe à l'état 78 transmis à la Commission administrative. Je saisis cette occasion pour rappeler le litt. J de la circulaire ministérielle du 16 janvier 1947 même émargement, prescrivant de joindre à toute proposition de libération conditionnelle un plan de reclassement en trois exemplaires. T r o p de directeurs m'envoient ces documents s é p a r é m e n t ou même omettent de le faire. E n résumé, toute proposition de libération conditionnelle, pour être complète, devra nécessairement être accompagnée de l'avis des autorités locales au sujet du retour éventuel du c o n d a m n é dans la commune et du plan de reclassement en trois exemplaires. e

;


(1) Moniteur belge, 1947, n° 323. (2) Moniteur belge 1947, n° 326.

CORNIL.

1214 November 1947.

205

ONDERPASTOORS. — WEDDE. — OVERDRACHT (1). r

Adm. der Erediensten, Giften en Legaten, 2' sect, n 21178À. 12 November 1947. — Bij besluit van de Regent is : 1° de bij koninklijk besluit van 26 Juli 1899 aan de derde plaats van onderpastoor bij de parochie van OnzeLieve-Vrouw te Ruiselede op Staatsgelden verbonden wedde afgeschaft; 2° aan de derde plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van het H . Kruis te Sint-Kruisbij-Brugge een wedde op Staatsgelden verbonden.

HULPPAROCHIEN. — WIJZIGINGEN AAN GEBIEDSOMSCHRIJVINGEN

(2).

Adm. der Erediensten, Giften en Legaten, 2" sect, n" 4976. 12 November 1947. — Bij besluit van de Regent is aan dé hulpparochie SinteAnna te Baal, gehecht het gedeelte der hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw, te Tremeloo begrensd, van af de as van de Moienstraat, door : de grensscheiding tussen de gemeenten Baal en Tremeloo, A - B ; de grensscheiding tussen de gemeenten Tremeloo en Betekom, B - C ; de grensscheiding tussen de gemeenten Tremeloo en Werchter, C - D ; de as van de Moienstraat, D - A , overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan.

VOORLOPIGE EN VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLINGEN.

2* A l g . D i r , Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat. Dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidsstelling. Brussel, de 14 November 1947. Aan de heren Bestuurders van de en internemingsdiensten.

gevangenissen

De bepalingen van de ministeriële omzendbrief van 4 Juni 1947, § 2, 2* Algeme Directie, Veroordeelden wegens misdrijven tegen de V e i l i g h e i d van de Staat, Dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidsstelling, litt. L . B . I , worden als volgt gewijziga : Zodra op de conferentie van het personeel zal besloten zijn het geval van een veroordeelde te onderzoeken met het oog op een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling, dient gij onmiddellijk het advies van de plaatselijke overheden in te winnen betreffende de gepastheid van de terugkeer van de betrokkene naar de gemeente waar hij zijn woonplaats of zijn verblijfplaats heeft. Het antwoord dient gevoegd bij de staat 78, die aan de bestuurscommissie wordt overgemaakt. Ik neem deze gelegenheid te baat om te herinneren aan litt J van de ministeriële omzendbrief van 16 Januari 1947, zelf de kanttekening, waarbij wordt voorgeschreven dat bij elk voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling een reclasseringsplan in driedubbel afschrift dient gevoegd. T e veel bestuurders zenden mij deze stukken afzonderlijk of sturen ze zelfs met. Kortom, ieder voorstel tôt voorwaardelijke invrijheidstelling moet, om volledig te zijn, noodzakelijkerwijze vergezeld gaan van het advies der plaatselijke overheden ten opzichte van de eventuele terugkeer van de veroordeelde in de gemeente en van het in drie exemplaren opgestelde reclasseringsplan. Voor de Minister : De Secretaris-generaal, P . CORNIL.

(1) Belgisch (2) Belgisch

Staatsblad Staatsblad

1947, n 1947, n

r r

323. 326.

206

~

16-24 novembre 1947. PROCÈS-VERBAL DE LA CONFÉRENCE DU PERSONNEL.

2' dir. gén., Condamnés pour infractions contre la Sûreté de l'Etat. °

Service de la Libération provisoire et conditionnelle. Bruxelles, le 16 novembre 1947.


des prisons

et des centres

d'internement.

M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires voudront bien, à l'avenir, adresser au service de la libération provisoire et conditionnelle des c o n d a m n é s our infraction contre la Sûreté de 1 Etat ( M . le Directeur Pomba, 491, avenue ouise) une seconde copie du procès-verbal de la conférence du personnel dont l'envoi à l'administration est prescrit par le § 2 des instructions relatives à la formule n° 68.

E

Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P. CORNIL.

TRAVAIL PÉNITENTIAIRE EN DEHORS DE L'ENCEINTE DES ÉTABLISSEMENTS. OCTROI D'UNE SOMME FORFAITAIRE A L'ADMINISTRATION DES PRISONS. 2

e

e

dir. gén.. 4 sect-, Service central du travail, n° 16429 R. Bruxelles, le 24 novembre 1947.

M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement sont informés de ce q u ' à partir du 1" janvier 1948, la régie du travail pénitentiaire paiera à l'administration des prisons une somme forfaitaire de 12 francs par j o u r n é e de travail industriel, prestée par des d é t e n u s en dehors de l'enceinte des établissements pénitentiaires. A cet effet, les établissements intéressés par cette mesure dresseront trimestriellement à charge de l a susdite régie une facture renseignant la somme globale due par cet organisme à l'administration des prisons, a titre de remboursement à cette dernière des frais supplémentaires résultant pour elle de l'emploi des d é t e n u s à des travaux extra-muros. Afin de permettre au S. C. T . de contrôler l'exactitude du calcul de l a somme à rembourser pour le trimestre, il sera annexé à la facture un relevé conçu suivant le modèle ci-joint. A partir du 1" janvier 1948, l a somme de 14 francs par j o u r n é e de travail que la régie paie, depuis le 1 "octobre 1947, à l'administration des prisons pour tout détenu travaillant pour compte de la Société nationale des Chemins de Fer belges (voir ma dépêche n° 8200/3287 G du 17 octobre 1947), est r a m e n é e à- 12 francs par j o u r n é e de travail. Pour le Ministre : L'ingénieur, chef de service, E . WOLVESPERGES.

16-24 November 1947.

207

PROCES-VERBAAL DER CONFERENT IE VAN HET PERSONEEL.

2" A l g . dir., Veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat. Dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidsstelling. Brussel, de 16 November 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra.

en

interneringscentra.

De heren bestuurders van de strafinrichtingen worden verzocht voortaan aan de Dienst van de voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelden wegens misdrijven tegen de Veiligheid van de Staat (de heer Directeur Pomba, 491, Louizalaan), een tweede afschrift van het proces-verbaal der conferentie van het personeel toe te zenden : de toezending van dit proces-verbaal aan de administratie wordt voorgeschreven door lid 2 van de onderrichtingen betrefr fende de formule n 68. r

De

Voor de Minister : Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

GEVANGENISARBEID BUITEN DE OMHEINING VAN DE STRAFINRICHTINGEN. TOEKENNING V A N EEN FORFAITAIRE SOM AAN HET BESTUUR DER GEVANGENISSEN.

2'alg. d i r , 4 ' sect. Centrale Arbeidsdienst, n ' 16429 R. Brussel, de 24 November 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra wordt hierbij fer kennis gebracht dat, van af 1 Januari 1948, de régie van de gevangenisarbeid aan het bestuur der gevangenissen een forfaitaire som van 12 frank zal afdragen per d a g industriële arbeid gepresteerd door gedetineerden buiten de omheining van de strafinrichtingen. T e dien einde zullen de bij deze maatregel betrokken inrichtingen driemaandelijks, ten laste van de régie, een factuur opstellen voor de. globale som die dit organisme aan het bestuur der gevangenissen verschuldigd is ten titel van terugbetaling der. bijikomende onkosten welke voor dit bestuur uit de tewerkstelling van gedetineerden aan extramuroswerken voortspruiten. Ten einde de C . A . D . in de mogelijkheid te stellen de juistheid van de berekening der terug te betalen som na te gaan, zal bij de factuur een opgave volgens bijgaand model gevoegd worden. Van af 1 Januari 1948, zal de som van 14 frank, welke van af 1 October 1947, per werkdag aan het bestuur der gevangenissen wordt terugbetaald voor elke edetineerde die voor rekening van de Nationale Maatschappij van Belgische poorwegen werkt (zie mijn ambtsbrief n ' 8200/3287 G van 17 October 1947), op 12 frank per werkdag teruggebracht worden.

§

Voor de Minister : De ingénieur, diensthoofd, E . WOLVESPERGES.

Etat déterminant le nombre de journées de travail « extra-muros » du ..." trimestre 19..., pour lesquelles la régie doit rembourser à l'administration des prisons une somme de 12. francs par jour.

Nom du client

Situation

ou de

du

l'entrepreneur.

chantier.

(0

(2)

Données extraites des factures n" 156 dressées par l a r égie pour les travaux du trimestre : Nature des travaux.

(3)

N° de la facture n» 156. (4)

Nombre d'heures de travail. (voir note). (5)

Nombre de journées de travail (6)

Total : Note : L a colonne (5) né doit être complétée que si la facture n° 156 renseigne des heures de travail. Dans ce cas, le pombre de journées de travail correspondant doit être indiqué dans la colonne (6). Celle-ci doit toujours être remplie.

Staat tôt berekening van het aantal werkdagen « extra-muros », gepresteerd in de loop van het ...* trimester 19... en voor dewelke de régie aan het bestuur der gevangenissen een som van 12 frank per dag moet terugbetalen.

Naam van de klant of aannemer.

Gegevens geput uit de facturen n ' 156 die de régie voor de werken van het trimester heeft opgesteld.

Plaats waar wordt uitgevoerd.

Aard der werken.

(2)

(3)

Nummer van de factuur n 156. (4) r

Aantal werkuren (zie nota).

Aantal werkdagen.

(5)

(6)

0)

-

Totaal : r

Nota : Kolom (5) dient slechts dan ingevuld wanneer de factuur n 156 het aantal werkuren vermeldt. In dit geval moet het overeenstemmende aantal werkdagen in kolom (6) aangeduid worden. Deze laatste kolom moet altijd worden ingevuld.

210

25 novembre 1947.

PAROISSE-SUCCURSALE. — ÉRECTION. — VICAIRE. — TRAITEMENT. — SUPPRESSION (1). Adm.

des Cultes, Dons et Legs, 2" sect, n° 30211.

25 novembre 1947. — U n a r r ê t é du Régent : 1° érige la partie orientale du territoire de la ville de Tongres et de la paroisse Notre-Dame en cette ville, en paroisse-succursale, sous Te vocable de Sainte-Lutgarde. Cette paroisse est circonscrite, à partir de la limite séparative de la ville de Tongres et de la commune de Nederheim, par l'axe du chemin de fer de Liège à Hasselt, A - B ; la limite séparative de la ville de Tongres et de la commune de Berg, B - C ; la limite séparative de la dite ville d'une part, et des communes de M a l et de Nederheim, d'autre part, C - D - A , conformément au plan annexé au dit arrêté; 2° supprime le traitement à charge- de l'Etat a t t a c h é à la troisième place de vicaire p r è s la paroisse Notre-Dame a Tongres.

COMMISSION D'ASSISTANCE PUBLIQUE. — FABRIQUE D'ÉGLISE. — LEGS. — DESSERTE DE L'HOSPICE PAR DES RELIGIEUSES. —r SIMPLE V Œ U . — SERVICE RELIGIEUX A CÉLÉBRER DANS LA CHAPELLE DE L'HOSPICE. — ADMIS (2). Adm. des Cultes, Dons et Legs, Fondations, 1" sect, litt. DL, n" 2008. Bruxelles, le 25 novembre 1947. C H A R L E S , Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT! V u l'expédition du testament reçu, le 16 décembre 1946, par le notaire Furnemont, de résidence à Ensival, et par lequel Mlle Snoeck ( M . - A . - A . ) , sans profession, demeurant en cette commune, rue de Pepinster, n° 74, y décédée le 27 février 1947, dispose notamment comme suit : « ... J'institue comme légataire universel de tous les biens meubles et immeubles, que je délaisserai au jour de mon décès, la commission d'assistance publique d'Ensival pour les besoins exclusifs de l'Hospice des vieillards d'Ensival. » J'entends que mes immeubles soient affectés à l'Hospice d'Ensival en vue d ' h é b e r g e r des m é n a g e s de vieillards. Ceux-ci seront soignés exclusivement par des religieuses et je désire qu'un service religieux soit célébré chaque mois à mon intention dans la chapelle de l'Hospice. > Je lègue : ... » 12° A la fabrique d'église d'Ensival une somme de cinquante mille francs pour la restauration et l'embellissement de l'église. - » Tous ces legs à titre particulier sont faits nets de tous frais et droits de succession, qui restent à charge du légataire universel... » ; V u les délibérations par lesquelles la commission d'assistance publique et le conseil de fabrique de l'église d'Ensival sollicitent l'autorisation d'accepter les legs qui leurs sont faits; V u les avis du conseil communal d'Ensival, de M . l'évêque diocésain et de la d é p u t a t i o n permanente du conseil provincial de Liège; Vu les pièces de l'instruction d'où il résulte que le legs fait à la commission d'assistance publique comprend : 1° les immeubles inscrits au cadastre, commune d'Ensival, section A , n°" 515d 515/, 516/, 516», d'une contenance totale de 24 ares et d'une valeur globale de 1,350,000 francs; 1) Moniteur belge, 1947, n° 345. ,2) Moniteur belge, 1947, n" 337.

25 November 1947.

211

HULPPAROCHIE. — OPRICHTING. — ONDERPASTOOR. — WEDDE. — AFSCHAFFING (1). e

Adm. der Erediensten, Giften en Legaten, 2 sect., n ' 30211. 25 November 1947. — Bij besluit van de Regent, is : 1° het oostelijk gedeelte van het grondgebied der stad Tongeren en van de parochie van Onze-Lieve-Vrouw aldaar, opgericht tôt hulpparochie, onder de aanroeping van de Heilige Lutgardis. Die parochie is begrensd, van af de grensscheiding tussen de stad Tongeren en de gemeente Nederheim, door de as van de spoorweg van Luik naar Hasselt, A - B ; de grensscheiding tussen de stad Tongeren en de gemeente Berg, B - C ; de grensscheiding tussen voormelde stad, enerzijds, en de gemeenten M a l en Nederheim, anderzijds, C - D - A ; overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd plan; 2° de aan de derde plaats van onderpastoor bij de parochie van Onze-LieveVrouw te Tongeren, op Staatsgelden verbonden wedde, afgeschaft.

COMMISSIE VAN OPENBARE ONDERSTAND. — KERKFABRIEK. — LEGATEN. — BEDIENING VAN HET OUDMANNENHUIS DOOR KLOOSTERZUSTERS. — EENVOUDIGE WENS. — KERKDIENSTEN TE CELEBREREN IN HET OUDELIEDENHUIS. — AANGENOMEN (2). e

r

Best, der Eredienst., Schenkingen en Legaten, Stichting., I sect., litt. SL, n 2008. Brussel, de 25 November 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan

allen, tegenwoordigen en toekomenden,. HEIL.'

Gezien de expeditie van het op 16 December 1946, door notaris Furnemont, ter standplaats Ensival, ontvangen testament, waarbij juff. Snoeck ( M . - A . - A . ) , zonder beroep, wonende in deze gemeente, rue de Pepinster,. n ' 74, er overleden op 27 eFbruari 1947, onder meer voigende schikkingen treft : (Vertaald.) « ... Ik benoem tôt algemene legatarisse van al de roerende en onroerende goederen, die ik op de dag van mijn overlijden zal nalaten, de commissie van openbare onderstand té Ensival voor de uitsluitende behoeften van het oudmannenhuis van Ensival. » 1k w i l dat mijn onroerende goederen gebruikt worden voor het gesticht van Ensival, met het oog op het huisvesten van gezinnen van oude heden. Deze laatste zullen uitsluitend door kloosterzusters verpleegd worden en ik wens dat elke maand te mijner intentie een kerkdienst in de kapel van het .gesticht gecelebreerd worde. » 1k vermaak : ... » 12° A a n de kerkfabriek van Ensival een bedrag van vijftig duizend frank -voor de herstelling en de verfraaiïng der kerk. » A l deze legaten ten bijzonderen titel worden vermaakt vrij van aile kosten en erfenisrechten, die ten laste blijven van de algemene legataris... » ; Gezien de beraadslagingen waarbij de commissie van openbare onderstand en de raad tôt beheer van.de fabriek der kerk van Ensival machtiging vragen tôt het aanvaarden van de hun vermaakte legaten; Gezien de adviezen van de gemeenteraad van Ensival, het hoofd van het bisdom en de bestendige deputatie van de provinciale raad van Luik; Gezien de stukken van het onderzoek waaruit blijkt dat het aan de commissie van openbare onderstand vermaakt legaat bestaat uit : 1° de onroerende goederen, bekend ten J t â d a s t e r , gemeente Ensival, wijk A , n " 515d, 515f, 516/', 516o, gezamentlijk 24 aren groot en bij elkaâr 1,350,000 frank waard; r

(1) Belgisch Staatsblad, 1947, n 345. (2) Belgisch Staatsblad, 1947, n 337. r

212

26 novembre 1947.

2" des biens meubles qui, déduction faite du passif, des charges et des legs particuliers grevant la succession de la de cujus, sont évalués - à environ 1,191,945 francs; En ce qui concerne la clause portant que les vieillards dé l'hospice fondé seront soignés par des religieuses; Considérant qu'il résulte de la loi du 10 mars 1925, spécialement de l'article 34, que les commissions d'assistance publique sont exclusivement c h a r g é e s de l'administration intérieure, de la nomination et du remplacement des employés de l'assistance publique; qu'en conséquence, la dite clause doit être considérée comme n'étant que l'expression d'un simple v œ u ; V u les articles 900, 910 et 937 du Code civil, 59 du décret du 30 décembre 1809, 76-3° de la loi communale, modifié par la loi du 30 juin 1865, et l'arrêté royal du 14 août 1933, 51 de la loi du 10 mars 1925, ainsi que le tarif des services religieux, approuvé par Notre a r r ê t é du 30 janvier 1946; Sur l a proposition du Ministre de la Justice et du Ministre de la Santé publique et de la Famille, Nous avons arrêté et a r r ê t o n s : Article 1". L a commission d'assistance publique d'Ensival est autorisée à accepter le legs qui Kii est fait, aux conditions imposées en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Art. 2. L a fabrique de l'église d'Ensival est autorisée à accepter le legs qui lui est consenti. Le Ministre de l a Justice et le Ministre de la Santé publique et de la Famille sont c h a r g é s , chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. CHARLES. Par le R é g e n t : Le Ministre de la Justice, P. S T R U Y E .

Le Ministre de la Santé publique et de la Famille, VERBIST.


2

e

dir. g é n , bureau d'étude, litt. R, n ° V I I I / 4 / 3 . Bruxelles, le 26 novembre 1947.



d'internement.

M M . les directeurs des établissements pénitentiaires trouveront ci-après un cinquième complément de la liste des publications périodiques auxquelles peuvent s'abonner les détenus : Armée et Nation, Qulden Boek. Pour le Ministre : L e directeur général ff, J. DUPRÉEL.

NOTAIRES. — ACTES NOTARIÉS. MENTION OBLIGATOIRE DES STIPULATIONS RELATIVES AUX FRAIS. e

5" dir. g é n , 2 sect, litt. P„ n" 3283. Bruxelles, le 26 novembre 1947. A MM. les Procureurs généraux près les Cours d'appel à Bruxelles, Liège, Gand. Il me revient que certains notaires, en p r o c é d a n t à la vente de gré à g r é d'un immeuble qui a été mis en vente publique, mais dont l'exposition n'a pas donné de résultat satisfaisant ne font aucune stipulation quant aux frais, mais

26 November 1947.

213

2° de roerende goederen die, na aftrek van het passief, de lasten en de bijzondere legaten, die de nalatenschap van de de cujus bezwaren, op ongeveer 1,191,945 frank zijn geschat; * Wat het beding betreft houdende dat de oude lieden van de gestichte inrichting door kloosterzusters zullen verpleegd worden : Overwegende dat uit de wet van 10 Maart 1925 en in het bijzonder uit artikel 34 blijkt dat de commissies van openbare onderstand uitsluitend belast zijn met het innerlijk beheer, de benoemingen en de vervangingen van de bedienden van de openbare onderstand; dat genoemd beding dientengevolge enkel als de uitdrukking van een eenvoudige wens moet worden aangezien; Oelet op de artikelen 900, 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 59 van het decreet van 30 December 1809, 76-3° der gemeentewet, gewijzigd bij de wet van 30 Juni 1865 en het koninklijk besluit van 14 Augustus 1933, 51 van de wet van 10 Maart 1925, alsmede het tarief van de kerkdiensten, goedgekeurd bij Ons besluit van 30 januari 1946; Op de voordracht van de Minister van Justifie en van de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, Wij hebben besloten en W i j besluiten : Artikel 1. Aan de commissie van openbare onderstand te Ensival is machtiging verleend t ô t het aanvaarden van het haar vermaakt legaat, onder de opgelegde voorwaarden, voor zover zij niet in strijd zijn met de wet. Art. 2. A a n de fabriek der kerk van Ensival is machtiging verleend tôt het aanvaarden van het haar vermaakt legaat. De Minister van Justifie en de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit. >

KAREL. Vanwege de Regent : De Minister van Justifie, P.

De

STRUYE.

Minister van Volksgezondheid en van het

Gezin,

VERBIST.

TIJDSCHRIFTEN.

2* alg. dir., studiebureau, litt. R, n* ViHI/4/3. (Brussel, de 26 November 1947. Aan de heren Bestuurders


en

internerïngseentra.

De heren bestuurders der strafirtichtingen vinden hiena het vijfde bijvoegsel van de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen abonneren : Gulden Boek, Het Léger, De Natie. Voor de Minister : iDe dd. DriecteurJGeneraal, J. DUPRÉEL.

NOTARISSEN. — NOTARIËLE AKTEN. — VERPLICHTENDE VERMELDING VAN D E 'VOORWAARDEN WAT D E KOSTEN feETREFT. T

5* alg. dir., 2° sect., litt. P, n 3283. Brussel, de 26 November 1947. " Aan de 'heren Pracureuren-Generaai bij de Hoven van beroep te 'Brussel, Gent, Luik. Ik verneem dat sommige notarissen, die overgaan tôt de verkoop uit de hand van een onroerend goed, dat openbaar te koop werd gesteld, maar waarvan de te koopstelling geen bevredigend resultaat heeft opgeleverd, geen enkele voorwaarde

214

26 novembre 1947.

réclament à l'acquéreur de g r é à g r é un pourcentage tel que c'est ce dernier qui acquitte en réalité les dépenses occasionnées par l'exposition en vente publique restée infructueuse. De la sorte, l'acquéreur de gré à g r é subit une charge supplémentaire, à savoir la différence entre le taux de la vente publique et celle de la vente de g r é à «ré. Cette charge est évidemment sujette à taxation. Si le notaire n'a rien stipulé au sujet de cette charge, l'administration de l'enregistrement ne peut évidemment en avoir connaissance et elle est frustrée de la perception des droits y afférents. J'ai l'honneur de vous prier, en vue d'éviter ces abus, de vouloir bien rappeler aux notaires les termes de la circulaire du 24 mai 1887, direction générale, 2' section, n° 3283P, dont vous trouverez ci-jointe la copie et d'inviter les notalires à stipuler expressément dans leurs actes le pourcentage réel des frais chaque fois qu'il est différent du tarif légal. Le Ministre, P. STRUYE.

MINISTERE D E LA JUSTICE. 5

e

dir. g é n , 2

e

sect, n° 3283 P

Bruxelles, le 24 mai 1887. A MM. les Procureurs

généraux

près les Cours d'appel.

J'ai l'honneur d'attirer votre attention sur la circulaire ci-jointe <1) en copie du d é p a r t e m e n t des finances du 1 avril 1879, concernant l'omission par les notaires de la mention, dans leurs actes, des stipulations relatives aur frais. er

Si des notaires persistent dans les errements incriminés par M . le ministre des finances, je vous laisse le 60in d'apprécier quelles mesures i l échet de prendre à leur é g a r d et notamment s'il y a lieu d'exercer des poursuites disciplinaires. L e Ministre de la Justice, J. D E VOIJDER.

(1) Ministère des finances. »

3* d i r , 1" b u r , n° 6000. \Bruxelles, le 1" avril 1879.

L'administration a constaté à diverses reprises que des notaires ne mentionnent pas dans le cahier des charges des adjudications publiques d'immeubles, auxquelles ils procèdent le taux pour cent des frais à payer par les personnes qui se porteront adjudicataires; ils se bornent verbalement à annoncer ce taux au „ public ou à lui faire connaître que l a vente est faite <« aux conditions 'ordinaires », formule dont le public comprend parfaitement le sens et qui est suivie d'exécution comme si elle avait été insérée au cahier des charges. Il est arrivé aussi que, a p r è s avoir adjugé provisoirement, le notaire r é d i g e plus tard un contrat de vente de gré là gré, où le prix est conforme à celui exprimé dans le procès-verbal d'adjudication, qu'il s'abstient de citer, mais où font défaut les conditions pécuniaires stipulées dans le cahier des charges.

26 November

1947.

215

voorzien wat de kosten betreft doch van de aankoper uit de hand een dusdanig percentage eisen dat het in werkeliikheid deze laatste is die de uitgaven heeft te dragen t ô t dewelke de zonder gevolg gebleven openbare te koopstehng aanleiding heeft gegeven. Aldus korht een bijkomend bedrag ten laste van de aankoper, namelijk het verschal tussen het bedrag voorzien voor een verkoop bij openbare veiling en dît voorzien voor een verkoop aùt de hand. Deze belasting is natuurijk aan taxatie ionderworp'en. Indien de inotaris niets nopens deze last heeft bepaald, kan het ibestuur der registratie 'er natuurlijk niet van op de hoogte zijn en wordt zij beroofd van de. inning der rechten die 'er betrekking op hebben. Ik heb de eer u met het oog op het vermijden van deze misbruiken te verzoeken de notarissen te herinneren aan de termen- van de omzendbrief van 24 M e i 1887, 3 algemene directie, 2° sectie, n 3283P, waarvan een afschrift hierbijgaat en de notarissen uit te nodigen in hun akten het werkelijk percentage der kosten uitdrukkelijk te vermelden, telkens het van het wettelijk tarief afwijkt. e

r

De Minister, P . STRUYE.

»

MINISTERIE

V A N JUSTITIE. 5

e

alg. dir., 2

e

sect., n

r

3283 P .

Brussel, de 24 M e i 1887. Aan de heren Procureuren-Generaal

bij de Hoven

van

beroep.

Ik heb de eer uw aandacht te vestigen op de in afschrift hierbijgevoegde omzendbrief (1) van het d é p a r t e m e n t van financiën, dd. 1 A p r i l ;1879, ibetreffende het verzuimen door de notarissen de voorwaarden betreffende de kosten in hun akten te vermelden. Indien de notarissen i n de door de Minister van iFinanciën g e w r a a k t ë handelwijze voiharden, laat ik het aan uw -zorg over ma te gaan welke maatregelen nodig blijken te hunne opzichte en of er onder meer tuchtmaatregelen dienen getroffen. D e IMinister v a n Justifie, J. D E VOLDER.

(1) Ministerie van financiën. 3* dir., ,1* tour., n ' 6000. Brussel, de 1 A p r i l . 1879. Het bestuur heeft herhaalde malen vastgesteld dat er notarissen zijn die in het lastenkohier van de openbare toewijzingen van onroerende goederen, waartoe zij overgaan, geen melding imaken van het percentsgewijze herekend bedrag der kosten, welke door de personen., aan wie net goed toegewezen, [dienen foetaald; zij bepalen zich erbij dit bedrag mondeling aan het iipubliek bekend te maken of mede de delen dat de verkoop geschiedt onder « de gewone voorwaarden », een formule, waarvan het publiek de zin volkomen begrijpt en die gevolg wordt door uitvoering, als ware zij in het lastenkohier ingelast. . Het is eveneens voorgekomen dat de notanis n a een vooriopige toewijzing, achteraf een overeenkomst over Iverkoop uit de hand opmaakt, waarin de prijs overeenstemt met deze welke lis uitgedrukt in het prooes-verbaal van toewijzing, waarover hij niet gewaagt, maar waarin de geldelijke voorwaarden, die in het lastenkohier zijn voorzien, ontbreben.

216

28-29 novembre 1947.

Par des faits de cette nature, non seulement les notaires éludent des droits, mais ils manquent à leurs devoirs professionnels et ce manquement est plus grave encore lorsqu'il ont agi de mauvaise foi. Je vous prie d'inviter 'les employés supérieurs à s'assurer d'une manière s p é ciale, là l'occasion de leurs 'visites périodiques des bureaux, si des- notaires ne se sont pas placés dans la situation définie ci-dessus. Dans l'affirmative, les dits employés p r o c é d e r a i e n t à une instruction approfondie dans laquelle ils tâcheraient notamment de se procurer la quittance délivrée là l'adjudicataire pour le montant des frais. Ils vous adresseraient un rapport circonstancié, a p p u y é de toutes les pièces utiles à l'éclaircissement de l'affaire, sous Ile double point de vue du droit fraudé et du manquement aux devoirs professionnels. Il est entendu que l'ordre qui p r é c è d e ne dispense pas les receveurs de .l'enregistrement des mêmes devoirs ainsi que leurs prescrivent la circulaire n° 857 et les instructions qui s'y trouvent citées. Le Ministre des Finances, CHARLES G R A U X .

SUPPRESSION D'UN QUARTIER DE FEMMES.

2

e

dir. gén., bureau

d'étude, litt. R., n" X V .

Bruxelles, le 28 novembre 1947. A MM. les Directeurs

des prisons et des centres d'internement'.

Le quartier de femmes de la prison à Ypres sera supprimé le 31 décembre 1947. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P.

APPROVISIONNEMENT E N SAVON DE TOILETTE

CORNIL.

ET SAVON DE LESSIVE. e

e

2' dir. g é n , 3 sect, 3 b u r , litt. 97

A/E.

Bruxelles, le 29 novembre 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Le Moniteur belge du 10 octobre 1947, page 9368, prévoit de nouvelles dispositions pour la distribution de savon de toilette et de savon à lessiver. Suite à un accord intervenu entre le Ministère de la Justice et le Ministère des Affaires économiques, il y aura d o r é n a v a n t lieu d'appliquer strictement les instructions ci-dessous : 1. Fourniture de savon de toilette. A la fin de chaque période de rationnement, soit à la fin de chaque mois, les directeurs des établissements pénitentiaires introduiront a u p r è s de l'administration communale de la localité dont ils dépendent, une demande de timbres spéciaux F R , demande qui sera basée sur la moyenne des j o u r n é e s de détention durant le mois écoulé. Sur le vu de cette demande, les services.de ravitaillement de ces communes délivreront, contre reçu, les timbres spéciaux d e m a n d é s . 2. Fourniture de savon mou ou de savon en poudre. L'administration centrale se chargera de fournir ce savon sur le vu de demandes introduites par les établissements et b a s é e s sur les besoins d'un trimestre. Les p r é s e n t e s instructions seront à appliquer à partir du 1" novembre 1947. Pour le Ministre Le Directeur, E . LAMBOT.

:

28-29 November 1947.

•

217

Door een dergeijke handelwijze ontduiken de notarissen niet alleen rechten, maar komen zij tekort aan hun ambtsplichten en deze tekortkoming is nog erger wanneer zij te kwader trouw hebben gehandeld. Ik verzoek u de hogere bedienden uit te nodigen zich, bij hun periodieke bezoeken aan de burelen, te vergewissen of er geen notarissen zijn die zich in de hierboven bepaalde toestand bevindero. 'Zo ja, dienen bedoelde ibedienden t ô t een nader onderzoek over te gaan, waarbij zij onder meer zullen trachten de hand te leggen op het kwijtschrift, dat aan de aankoper voor het bedrag der 'kosten werd afgeleverd. Z i j dienen u een omstandiig versiag uit te brengen, igestaafd door de ter opheldering van de zaak nuttige stukken, uit het dubbel oogpunt van het ontdoken recht en /van de tekortkoming aan de ambtspichten. Het is wel verstaan dat bovenstaand bevel de ontvangers van de registratie niet vrijstelt van dezélfde verplichtingen, zoals die hun werden voorgeschreven door de omzendbrief n ' 857 en door de onderrichtingen die er in voorkomen. D e IMinister van iFinanciën, !

CHARLES IGRAUX.

OPHEFFING VAN E E N VROUWENKWARTIER.

2" aig. dir., studiebureau,

litt. /?., n ' X V .

Brussel, de 28 November 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Het vrouwenkwartier van de gevangenis te Ieper zal op 31 December 1947 opgeheven worden. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

BEVOORRADING IN TOILETZEEP EN WASZEEP.

2" alg. dir., 3

e

sect., 3

e

r

bur., n 97

A/E.

Brussel, de29November 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

Het Belgisch Staatsblad van 10 October 1947, bladzijde 9368, voorziet nieuwe schikkingen voor de verdeling van toiletzeep en waszeep. Aïs gevolg van een overeenkomst tussen het Ministerie van Justifie en het Ministerie van Economische Zaken, zullen de hiernavolgende onderrichtingen voortaan nauwkeurig dienen nageleefd. 1. Bevoorrading in toiletzeep. Op het einde van elke rantsoeneringsperiode, namelijk op het einde van iedere maand, dienen de bestuurders van de strafinrichtingen bij het gemeentebestuur waarvan zij afhangen, een aanvraag tôt het bekomen van bijzondere zegels F R in te dienen. Deze aanvraag zal berekend worden op het gemiddelde aantal dagen hechtenis gedurende de verlopen maand. De ravitailleringsdiensten van deze gemeenten zullen, op vertoon van deze aanvragen, de gevraagde bijzondere zegels tegen ontvangstbewijs afleveren. 2. Bevoorrading in zachte zeep of in zeeppoeder. Het hoofdbestuur zal zich met de levering van deze zeep belasten tegen overlegging van de aanvragen, die door de inrichtingen worden ingediend en berekend zijn op het driemaandelijks verbruik. Onderhavige onderrichtingen dienen van 1 November 1947 af toegepast. Namens de Minister : De Directeur, E . LAMBOT.

218

3 d é c e m b r e 1947. BUDGET DE L'EXERCICE 1948.

(2

e

e

D i r . g é n , 5 sect, 1" bureau, n° 134, litt. E . Bruxelles, le 3 décembre 1947.

A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. L a ventilation des dépenses afférentes à l'exercice 1948 est assez différente de celle des exercices précédents. C o m p a r é e à celle de 1947, elle se présente de la façon suivante, en ce qui concerne les dépenses courantes qui incombent aux prisons : c

Art. Art. . du budget du budget de 1947 de 1948 CHAPITRE 1". — Dépenses Art. 2- 15 3- 10 Art. 3-10 6-4 6-4 41-8 6- 4 7- 4

Art. Art.

8- 6 8- 6 et Qbis-2 14 10- 4 11- 6 11-6 Art. 9- 6 9bis-2 9-6 ou 96/s-2 41-8

Art. Art. Art.

d'administration.

3

Rémunérations du personnel des services permanents (prisons). 1 Agents définitifs. 2 Agents temporaires. 5 Allocations et indemnités diverses. 2 Honoraires des médecins, rémunération d'experts é t r a n g e r s à l'administration et prestations de tiers. 3 Indemnités pour exercice de fonctions supérieures au grade, de fonctions dirigeantes. 4 Indemnités pour travaux supplémentaires ou prestations spéciales (chauffeurs, infirmiers, é d u c a t e u r s qui donnent des cours). 6 Indemnité de changement de résidence. 7 Indemnité d'équipement et de tenue. 6 Allocations et dépenses de service social en faveur du personnel. 7 Dépenses d'entretien et de consommation. 1 Eclairage, chauffage, service des eaux, loyers, impositions et toutes dépenses de consommation relatives aux locaux. 2 Affranchissement de correspondance, communications et abonnements téléphoniques. 2 Transports d'objets et toutes dépenses de même nature relatives au fonctionnement des services. 3 Achat d'uniformes (habillement des surveillants). Travaux et fournitures; entretien des locaux, du matériel, du mobilier et toutes dépenses de même nature. 4 Fourniture de bureau à l'intervention de l ' O . C. F. 5 Achats de publications (abonnements aux journaux). 6 Autres fournitures de bureau. 8 Dépenses d'équipement et de renouvellement. 1 Travaux et fournitures pour l'équipement des locaux, pour le matériel, le mobilier et toutes dépenses de même nature. 2 Achat de voitures automobiles pour les services de l'Etat. 3 Autres dépenses d'équipement et de renouvellement à s p é cifier éventuellement (telles que camions automobiles). 9 Publications effectuées par le département. 10 Dépenses afférentes aux déplacements du personnel. 10-6 Frais de route et de séjour. CHAPITRE IV.

19-1 19-2 41-6

Art. 17

Autres dépenses de fonctionnement.

3 December 1947.

219

BEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1948.

2* A l g . Dir., 5» sect, 1* bureel, n ' 134 E. Brussel, de 3 December 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De verdeling van de uitgaven met betrekking t ô t het dienstjaar 1948 verschilt tamelijk wel van die der vorige dienstjaren. Vergeleken met die van 1947 doet zij zich, wat betreft de dagelijkse uitgaven welke ten laste komen van de gevangenissen, als volgt voor : Art. Art. van de van de begroting begroting voor 1948 voor 1948 HOOFDSTUK I. — Bestuursuitgaven. Art.

2- 15 3- 10 3-10 6-4 6-4 41-8 6- 4 7- 4 8- 6 8- 6 en Qbis-2 14 10- 4 11- 6 11-6 9- 6 9bis-2 9-6 ou 96/s-2

41-8

3

Bezoldigingen van het personeel der vaste diensten (gevangenissen). c 1 Vastaangestelde personeelsleden. 2 Tijdelijk personeel. Art. 5 Allerhande toelagen en vergoedingen. 2 Erelonen van de geneesheren, bezoldiging van niet t ô t de administratie behorende deskundigen en prestaties van derden. 3 Vergoedingen wegens het uitoefenen van hogere functi^n dan die van de graad, van leidende functiën. 4 Vergoeding voor overwerk of voor bijzondere prestaties (autogeleiders, ziekenverplegers, opvoeders die les geven). 6 Vergoedingen wegens standplaatsveranderingen. 7 Vergoedingen voor uitrustingen en kledij. Art. 6 Toelagen en uitgaven voor maatschappelijk dienstbetoon ten bate van het personeel. Art. 7 Kosten voor onderhoud en verbruik. 1 Verlichting, verwarming, waterdienst, huurgelden, belastingen en aile verbruiksuitgaven betreffende de lokalen. 2 Frankering van dienststukken, telefoongesprekken en abonnementen. 2 Vervoer van voorwerpen en aile uitgaven van dezelfde aard betreffende de werking der diensten. 3 Aankoop van uniformen (kleding der bewaarders), werken en leveringen; onderhoud van de lokalen, het materieel, het meubilair en aile uitgaven van dezelfde aard. 4 Bureelbenodigdheden door toedoen van het C . B . B . 5 Aankoop van publicaties (dagbladabonnernenten). 6 Andere bureelbenodigdheden. Art. 8 Uitgave voor uitrusting en vernieuwing. 1 Werken en leveringen voor de uitrusting der lokalen, voor het materieel, het meubilair en andere uitgaven van dezelfde aard. 2 Aankoop van autorijtuigen voor de diensten van de Staat. 3 Andere eventueel te vermelden uitgaven voor uitrusting en vernieuwing (zoals autovrachtwagens). Art. 9 D o o r het d é p a r t e m e n t uitgevoerde publicaties. Art. 10 Uitgaven in verband met de verplaatsingen van het personeel. Art. 10-6 - Reis- en verblijfkosten. HOOFDSTUK I V .

19-1 19-2 41-6

A r t . 17

Andere werkingsuitgaven.

220

3 décembre

1947.

Il ne sera possible d'allouer des avances de fonds qu'aux articles ci-après désignés : 5-2, 5-4, 7-1, 7-2, 7-3 (du moins pour certains établissements); 7-6, 10-6 et 17. Vous voudrez bien vous inspirer des directives suivantes quant à leur utilisation ou au mode de liquidation en cas d'absence de cette faculté. L'article 52 comprendra la rémunération des médecins spécialistes (radiographes exceptés), chirurgiens dentistes, organistes; maîtres de musique et de gymnastique, acolytes et aides ménagères, ainsi qu'il est prévu pour l'article 2-15 à l'annexe de la circulaire du 12-2-1946. L a rémunération de ces agents, dont les services ne sont généralement requis que fortuitement, ne tombe pas (cfr. cire, du 17 décembre 1945) sous 4'application de la loi de sécurité sociale. Pour l'avenir, les imputations tombant à charge du présent article ne feront plus l'objet de retenues d'impôts à la source. Par contre, comme par le passé, la liste des rémunérations allouées devra soigneusement être transmise au receveur des contributions, ainsi que le prévoit la C. M . du 20 juin 1922, n° 134 E. Spécialement, en ce qui concerne les médecins, il y a lieu de considérer comme honoraires, et d'imputer par conséquent au présent article, toute somme payée à un praticien, pour autant que la créance ne soit pas accompagnée de frais de salle d'opérations, de pansements, d'appareils de prothèse ou d'orthopédie, ou de séjour en clinique, auquel cas la créance globale doit être imputée à l'article 17. Article 5-3 : A liquider par bordereau, comme précédemment. Article 5-4 : A noter que les indemnités couvrant ou ne couvrant pas des charges réelles ne sont plus passibles de retenues. A u même titre que les dépenses grevant l'article 5-2, elles cesseront de faire l'objet de retenues fiscales à la source. Article 5-6': Dépenses confondues précédemment avec celles de l'article 41-8 (actuellement 10-6). Devront à l'avenir, même en ce qui concerne les surveillants, être introduites par bordereaux 170. Articles 5-7 et art. 6 (anc. 7-4) : A liquider uniquement par bordereau comme précédemment. Article 7-1 : Comprendra notamment les dépenses prévues au chapitre II, litt. A et B, de l'annexe à la C. M . du 12 février 1946. Article 7-2 : Comprend les dépenses prévues aux titres C, D, E et F du chapitre II. (En ce qui concerne F, pour autant qu'il s'agisse de marchandises.) Les frais de c h ô m a g e non inhérents au transport de marchandises grèveront le même article que la dépense en principal. Enfin, celles reprises aux litt. G et W (à l'exception des taxes pour bicyclettes et automobiles) et les six (6) premières de litt. / . Se liquideront également sur l'article 7-2, celles prévues pour le budget a n t é rieur à l'article 96/s-2 « Dépenses résultant de l'utilisation de véhicules automobiles » (achats de carburants et de lubrifiants, fournitures, r é p a r a t i o n s et transformations, frais de garage, indemnité de location et de réquisition), peu importe qu'il s'agisse de transports de personnes ou de marchandises. Article 7-3 : Fusionne les dépenses précédemment prévues à l'article 14 et l'article 9-6, ainsi que la vérification des poids et mesures et les quatre dernières du titre / . Article 7-4 : Correspond exactement au 10-4 de l'exercice précédent. Les dépenses précédemment prévues à l'article 11-6 sont actuellement scindées en : a) Article 7-5 comprenant uniquement l'achat de livres, périodiques ou autres, ceux destinés aux bibliothèques, circulantes inclus; les frais d'abonnements (Moniteur y compris). A u point de vue de la comptabilité des matières, les termes de la circulaire du 29 février 1944 restent d'application. V u la modicité des dépenses y afférentes, il ne sera plus possible d'allouer des avances de fonds. Lorsque les comptables auront à effectuer une dépense de l'espèce qu'ils pourraient normalement liquider par é t a t 168, — _abonnement au Moniteur, par exemple, — ils en feront l'avance et introduiront fin d'exercice cette créance en remboursement. Elle tiendra lieu entretemps de pièce comptable.

'

3 December 1947.

221

Geldvoorschotten zullen slechts op de hierna aangeduide artikels kunnen worden toegestaan, ni. 5-2, 5-4, 7-1, 7-2, 7-3 (althans voor sommige inrichtingen), 7-6, 10-6 en 17. Gelieve u naar de volgende wenken te richten voor de aanwending of de wijze van vereffenirig er van, ingeval desbetreffende toelating ontbreekt. Artikel 5-2 moet de bezoldigingen behelzen van de geneesheren specialisten (radiografen uitgezonderd), tandheelkundigen, orgelisten, muziek- en rurnmeesters, koorknapen en huishoudelijke helpsters, zoals voorzien is voor artikel 2-15 in de bijlage bij de rondzendbrief van 12-2 1946. De bezoldiging van die personeelsleden wier diensten over 't algemeen alleen maar toevalligerwijze gevorderd worden valt niet (cfr. rondzendbrief van 17 December 1945) onder de toepassing van de wet betreffende de maatschappelijke zekerheid. De ten laste van dit artikel komende aanrekeningen zullen voor de toekomst niet meer het voorwerp zijn van afhoudingen van belastingen aan de bron. D a a r e n t ç g e n zal de lijst der toegekende bezoldigingen zoals in 't verleden zorgvuldig aan de ontvanger der belastingen moeten worden toegestuurd zoals bij rondzendbrief van 20 Juni 1922, n ' 134 E is voorzien. Bijzonder wat betreft de geneesheren dient als honoraria aangezien en bijgevolg op dit artikel aangerekend, ieder bedrag, dat aan een arts werd betaald voor zover bij de schuldvordering geen kosten voor operatiezaal, verbandmiddelen, prothesis- of orthopedische apparaten, of verblijf in een kliniek behoren, zoniet moet de schuldvordering in haar geheel op artikel 17 aangerekend worden. Artikel 5-3 : Door middel van borderel te vereffenen zoals vroeger. Artikel 5-4 : E r valt op te merken dat de vergoedingen die al dan niet werkelijke lasten dekken niet meer aan kortingen onderworpen zijn. Zij zullen zoals de uitgaven welke artikel 5-2 bezwaren niets verder in aanmerking komen voor fiscale afhoudingen aan de bron. Artikel 5-6 : Uitgaven die vroeger met die van artikel 41-8 (thans 10-6) vermengd waren. Zij moeten voortaan door middel van borderel 170 ingediend worden, zelfs voor de bewaarders. Artikel 5-7 en Artikel 6 (vroeger 7-4) : Enkel en alleen door middel van borderel te vereffenen zoals vroeger. Artikel 7-1. Moet o. m. de bij litt. A en B in hoofdstuk II van de bijlage bij de M . O. van 12 Februari 1946 voorziene uitgaven behelzen. Artikel 7-2 : Behelst de uitgaven voorzien onder de titels C, D . , £ en F van hoofdstuk II (wat betreft F, voor zover het goederen geldt). Het staangeld dat aan het vervoer van goederen niet is verbonden, moet hetzelfde artikel bezwaren als de uitgave in .hoofdsom. Ten slotte, de onder de litt. G en H voorkomende uitgaven (met uitzondering van de belastingen op rijwielen en autorijtuigen) en de eerste zes (6) van litt. / . Moeten eveneens uit artikel 7-2 worden vereffend, die voorzien voor de vorige begroting bij artikel 9bis-2 « Uitgaven voortvloeiende uit het gebruik van motorvoertuigen » (aankoop van brandstof en smeerolie, leveringen, herstellingen en veranderingen, garagekosten, huur- en opeisingsvergoeding), zonder dat het er op aankomt of het om het vervoer van personen of van goederen gaat. Artikel 7-3 : Verenigt in een artikel de uitgaven die vroeger voorzien waren bij artikel 14 en artikel 9-6 alsmede het ijken van de maten en gewichten en de laatste vier van titel / . Artikel 7-4 : Stemt volkomen overeen met 10-4 van het vorig dienstjaar. De vroeger bij artikel 11-6 voorziene uitgaven zijn thans ingedeeld bij : a) Artikel 7-5 dat enkel en alleen de aankoop behelst van boeken, tijdschriften of andere, boeken bestemd voor de bibliotheken (rondreizende bibliotheken inbegiepen) en de abonnementskosten (Staatsblad inbegrepen}. In opzicht van de boekhouding der waren blijven de bewoordingen van mijn rondzendbrief van 29 Februari 1944, van toepassing. Gezien het gering bedrag der daaraan verbonden uitgaven zullen onmogelijk geldvoorschotten nog kunnen toegekend worden. Wanneer de rekenplichtigen dergelijke uitgave zullen moeten doen, welke zij normaal door middel van staat 168 zouden kunnen vereffenen — bij voorbeeld abonnement op het Staatsblad — zullen zij het bedrag er van voorschieten en op het einde van het dienstjaar die schuldvordering ter terugbetaling indienen.

222

3 d é c e m b r e 1947.

Je rappelle à cet é g a r d que c'est la date de la présentation de la quittance par la poste qui détermine l'exercice d'imputation de la dépense. Quand i l y a prise en charge virtuelle, les factures seront introduites en dépense par bordereau 170. b) Article 7-6 couvre toutes dépenses — à l'exception des machines à écrire, dont la location ou l'achat incombent à l'article 7-3 — relatives aux imprimés, registres, reliure éventuelle comprise. Il est loisible à l'administration d'octroyer des avances sur cet article, mais elles ne le seront que t r è s parcimonieusement, vu les cas restreints, de leur emploi. Article 10-6 : Frais de route et de séjour, à l'exclusion des frais de changement de résidence, prévus à l'article 5-6. Il est r a p p e l é pour stricte observation ma circulaire du 15 octobre 1946. De façon générale, son interprétation a été erronée. Je tiens à rappeler qu'elle ne vise que les frais de séjour, dont le tarif est fixé par a r r ê t é royal du 29 novembre 1945 (Moniteur 349 du 15 février 1945) et non ceux relatifs aux déplacements, auxquels il est fait allusion à l'article 5 de cet a r r ê t é . Ces derniers, notablement inférieurs, doivent toujours être liquidés au moyen des avances de fonds, quelle que soit la qualité du bénéficiaire. Article 17 : Autres dépenses de fonctionnement, groupe les dépenses prévues pour 1947 aux articles 19-1, 19-2 et 41-6. A titre exemplatif : Nourriture. Habillement et couchage. * Menus articles pour le culte. Indemnités aux aumôniers pour achat de vin, hosties, etc. Articles pour école. Céréales et engrais. Médicaments. Articles de p r o p r e t é pour soins corporels ou hygiéniques. Entretien dans les hôpitaux. Frais de radiographie, y compris honoraires éventuels de l'opérateur. Appareils de prothèse ou d'orthopédie. Salaires pour travaux domestiques. Toute dépense relative au transport de personnes (y compris le personnel). Frais et indemnités des agents d'escorte (coupons inclus). Location et entretien des voitures cellulaires hippomobiles. Frais de funérailles des détenus indigents et d'exécution des sentences de condamnation à mort.

* •

-

•

E n cas de doute au sujet d'une imputation, l'objet de sa dépense déterminera ordinairement l'imputation; et i l est toujours loisible, à cet é g a r d , de consulter l'administration centrale, en lui fournissant les éléments d'appréciation. Il est de même recommandé de ne pas hésiter à ajouter sur les factures d'achat la destination des articles, si ce renseignement est de nature à en justifier l'imputation b u d g é t a i r e .

*

•

En ce qui concerne les centres d'internement, le coût de leur fonctionnement est, comme en 1947, rattaché au budget des recettes et des dépenses résultant de l a guerre. Chaque article du budget ordinaire ayant un article correspondant dans ce dernier, les p r é s e n t e s dispositions sont applicables tant aux centres qu'aux prisons. Pour le Ministre : L e Secrétaire général, P . CORNIL.

3 December 1947.

223

Zij zal intussen als rekeningstuk gelden. Te dien opzichte herinner ik er aan dat de datum waarop de quitantie door de post ter betaling wordt aangeboden het dienstjaar voor de verrekening der uitgave bepaalt. Wanneer de boeking voor ontvangst virtuéel is, moeten de rekeningen door middel van borderel 170 in uitgave geleid worden. b) Artikel 7-6 : Dekt aile uitgaven (met uitzondering van de schrijfmachines waarvan de huur of de aankoop ten laste van artikel 7-3 komen) betreffende drukwerken, registers, eventueel het inbinden inbegrepen. Het staat het bestuur vrij voorschotten op dit artikel toe te kennen; daarbij zal echter zeer zuinig worden omgegaan daar de gevallen voor hun aanwending beperkt zijn. Artikel 10-6 : Reis- en verblijfkosten met uitsluiting van de kosten wegens verandering van standplaats, voorzien bij artikel 5-6 T ô t stricte naleving er van wordt miin rondzendbrief van 15 October 1946 in herinnering gebracht. Aan die rondzendbrief werd over 't algemeen een verkeerde interpretatie gegeven. Ik acht het nodig er aan te herinneren dat daarbij slechts de verblijfkosten worden beoogd, waarvan het tarief bij het besluit van de Regent dd. 29 November 1945 is vastgesteld (Staatsblad 349 van 15 December 1945) en niet die betreffende de verplaatsingen waarvan gewag wordt gemaakt in artikel 5 van dat besluit. Deze laatste kosten, welke merkelijk lager zijn, moeten in ieder geval door middel van de geldvoorschotten worden vereffend, welke de hoedanigheid ook weze van de belanghebbende. Artikel 17 : Andere werkingsuitgaven groepeert de uitgaven voorzien voor 1947 bij de artikelen 19-1, 19-2 en 41-6. Bij wijze van voorbeeld : Voeding. Kleding- en liggingstukken. Kleine artikelen voor de eredienst. Vergoeding aan de almoezeniers voor aankoop van wijn, hostiën, enz. Schoolgerief, granen en meststoffen. Geneesmiddelen. Reinheidsartikelen voor lichamelijke of hygiënische verzorging. Onderhoud in de gasthuizen. Kosten van radiografie, met inbegrip van de eventuele honoraria van de operateur. Prothesis- of orthopaedische toestellen. Lonen voor huiswerk. Ieder uitgave betreffende het vervoer van personen (het personeel inbegrepen). Kosten en vergoedingen voor de begeleidende personeelsleden( reisbiljetten inbegrepen). Huur en onderhoud van de door paarden voortbewogen celrijtuigen. Kosten van teraardbestelling van behoeftige gedetineerden en van tenuitvoerlegging der vonnissen van terdoûdveroordeling.

*

•*

*

Bestaat er twijfel nopens een aanrekening dan zal het voorwerp van de uitgave gewoonlijk de aanrekening bepalen en dienaangaande kan steeds het hoofdbestuur worden geraadpleegd mits hem de gegevens ter beoordeling worden verstrekt. Ook wordt aanbevolen niet te aarzelen de bestemming van de artikelen op de fakturen van aankoop te vermelden als die inlichting van die aard is dat de aanrekening op de begroting er door verantwoord wordt.

*

*

•

W a t betreft de interneringscentrums, zijn de kosten van hun werking zoals in 1947 voorzien op de begroting van ontvangsten en uitgaven voortvloeiende uit de oorlog. Daar voor ieder artikel der gewone begroting een artikel in laatsbedoelde begroting is voorzien dat er mede overeenstemt, zijn deze onderrichtingen van toepassing zowel op de centrums als op de gevangenissen. Voor de Minister : De Secretaris-generaal, P.

CORNIL.

224

4-5 d é c e m b r e 1947. œRRFSPONDANCF- DES DÉTF.NUS.

2* dir. gén., bureau d'étude, litt. R., n° VII/4. Bruxelles, le 4 d é c e m b r e 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres \Finternement. II me revient que dans certains établissements les d é t e n u s sont obligés d'utiliser, pour leur correspondance, des formules en papier léger et transparent du modèle « carte-lettre ». L'expédition de ces lettres, qui sont facilement reconnaissables, est de nature à jeter le discrédit sur le destinataire. M M . les Directeurs sont priés d'autoriser l'emploi d'enveloppes opaques, qui seront vendus à la cantine. Pour le Ministre : Le Directeur général ff., J. DUPRÉEL.

PAIEMENT DE CHÈQUE « PAYABLE EN MAIN PROPRE » .

2

e

d i r . gén., 5" sect., 1" bur.

Bruxelles, le 5 décembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. L a Caisse nationale des Pensions de l a Guerre émet, en paiement des allocations dont elle assure le service, des chèques portant la mention « payable en main propre » adressés au domicile des bénéficiaires. Cette clause restrictive a pour but de veiller au paiement des chèques à l'intéeressé même, et de remplacer, p a r ce procédé, l a délivrance d'un certificat de vie. P a r suite de l'incarcération d u titulaire de semblable rente, i l peut se produire qu'un mandat de l'espèce a d r e s s é au domicile du bénéficiaire, a p r è s modification de l'adresse primitive, soit remis à l'établissement sous votre direction, aux fins d'encaissement par le comptable pour compte de- son bénéficiaire. Vous voudrez bien à l'avenir refuser pareil mandat et prier l'administration des postes de le retourner à l'émetteur. E n effet, l a seul poursuite du chef de certains délits rend contestable le droit à l a perception de toute indemnité à charge du T r é s o r . A u retour d u titre primitif de c r é a n c e et vu le motif tie ce retour, l'organisme émetteur se chargera d examiner s'il y a lieu pour lui d'émettre un nouveau titre qu'il adressera cette fois à l'établissement pénitentiaire, s ' i l estime que les poursuites intentées à sa charge ne sont pas de nature à compromettre l'existence de son droit. Il pourrait se produire entretemps que le bénéficiaire ait été transféré. Dans ce cas, i l convient de transmettre le chèque à l'établissement où se trouve le bénéficiaire. L e seul fait que le titre porte l'adresse d'un établissement pénitentiaire suffit pour en justifier l'acceptation et l'encaissement. Semblable mandat sera d'ailleurs reconnu comme valable par l'Office des c h è q u e s postaux qui a reçu des instructions à cet é g a r d . P a r contre, celui émis à l'adresse d u domicile du bénéficiaire et dont cette adresse aura subi des modifications, sera refusé par cet organisme. Vous voudrez bien attirer l'attention des comptables sur le fait qu'ils supporteront l a responsabilité pécuniaire inhérente au refus de remboursement des mandats « payables en main propre » qui ne r é p o n d r a i e n t pas aux conditions précitées. Pour le Ministre : Le Secrétaire général, P . CORNIL.

4-5 December 1947.

225

BRIEFWISSELING VAN DE GEDETINEERDEN.

2* a l g . d i r , studiebureau, litt. R., n" VU/4. Brussel, de 4 December 1947. Aan \de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Het komt mij ter ore dat in sommige inrichtingen de gedetineerden verplicht worden voor hun briefwisseling formulieren in licht en doorschijnend papier van het model « briefkaart » te bezigen. De venzending van zulke brieven, die gemakkelijk te herkennen zijn, is van die aard dat zij de geadresseerde in discrediet zou kunnen brengen. De heren Bestuurders worden verzocht het gebruik toe te laten van ondoorschijnende omslagen, die in de kantien zullen verkocht worden. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL. 1

BETALING VAN EEN « EIGENHANDIG TE BETALEN > CHECK. e

e

2° alg. d i r , 5 sect, I bur. Brussel, de 5 December 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De Nationale Kas der Oorlogspensioenen geeft, ter betaling van de vergoedingen waarvan zij de dienst verzekert, checks uit waarop de vermelding « eigenhandig te betalen » voorkomt en die aan de woonplaats van de begunstigde geadresseerd worden. Door dit beperkend beding w i l men bereiken dat de check aan de betrokkene zelf wordt uitbetaald en hierdoor het afleveren van een attestatie de vita vervangen. A l s gevolg van de opsluiting van de titularis van een zulkdanige rente, kan het nochtans gebeuren dat een soortgelijk mandaat, geadresseerd aan de woonplaats van de begunstigde, na wijziging van het oorspronkelijk adres, wordt afgegeven aan de inrichting waarover gij het bestuur hebt om door de rekenplichtige voor rekening van de begunstigde te worden geïnd. Genève voortaan dergelijik mandaat te weigeren en het bestuur der posterijen te verzoeken, het aan de uitgever terug te zenden. Inderdaad, het volstaat soms dat vervolgingen wegens sommige misdrijven ingesteld zijn opdat het recht om eender welke vergoeding ten laste van de Schatkist te ontvangen, zou kunnen betwist worden. Het organisme dat de oorspronkelijke check heeft uitgegeven zal, nadat hem die check werd teruggezonden, en na nagegaan te hebben waarom zij werd teruggestuurd, onderzoeken of er voor hem aanleiding bestaat om een nieuwe titel uit te geven. Deze zal het alsdan aan de strafinrichting adresseren, indien het van oordeel is dat de tegen de betrokkenen ingestelde vervolgingen niet van die aard zijn dat ze aan zijn recht afbreuk zouden doen. Het zou ondertussen kunnen gebeuren dat de begunstigde naar elders wordt overgeplaatst. In dit geval dient de check te worden overgemaakt aan de inrichting, waar de begunstigde zich bevindt. Het feit alleen dat op het stuk het adres van een strafinrichting voorkomt volstaat om de aanvaarding en de incassering ervan te verantwoorden. Dergelijk mandaat zal trouwens als geldig worden erkend door het postcheckbestuur dat in dit opzicht onderrichtingen heeft ontvangen. Het mandaat dat werd uitgegeven aan het adres der woonplaats van de begunstigde en welks adres wijzigingen mocht ondergaan hebben, zal integendeel door dît organisme geweigerd worden. Gelieve de aandacht van de rekenplichtigen te vestigen op het feit dat zij de geldelijke verantwoordelijkheid zullen Uragen, die verbonden is aan de weigering tôt terugbetaling van deze « eigenhandig te betalen > mandaten, welke niet aan de hogerbedoelde voorwaarden zouden voldoen. Voor de Minister : De Secretaris-Generaal, P.

CORNIL.

226

8-10 décembre 1947. PUBLICATION PÉRIODIQUE.

A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. 2' dir. gén., Bureau d'étude, lit. R, m<° V H I / 4 / 3 . Bruxelles, le 8 d é c e m b r e 1947. M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires trouveront c i - a p r è s un sixième complément des publications périodiques auxquelles ^peuvent s'abonner les détenus : Burgerwelzijn. Pour ie Ministre : L e Directeur g é n é r a l H , J. DUPRÉEL.

HABILLEMENT DES SURVEILLANTS. 2

e

dir. gén., Bureau d'étude, litt. R, n° 111/5/5. Bruxelles, le 10 décembre 1947.

Le Ministre de la Justice, V u l'article 88, § 2, du Règlement général des prisons, en date du 30 septembre 1905; Revu l'arrêté ministériel du 15 mai 1906; Arrête :• Article 1". L'arrêté ministériel du 15 mai 1906, relatif à l'habillement, à l'équipement et à l'armement des surveillants, est remplacé par les dispositions suivantes : Art. 2. L'habillemenf des surveilants comprend les effets renseignés ci-dessous, que ces agents reçoivent aux frais de l'Etat : a) Chefs-surveillants et surveillants. 2 2 1 1 2 1 6 4 4 3 3 3 1 2

képis de drap; vareuses de drap; vareuse d ' é t é ; burnous; pantalons de drap; paire de gants blancs; chemises de toile'bleue; caleçons courts, en coton, pour les agents â g é s de moins de 55 ans; caleçons longs, en coton, pour les agents â g e s de plus de 55 ans; paires de chausettes de laine; paires de chaussures; cols de toile bleue; col de toile blanche; cravates noires. . b) Techniciens.

2 képis de drap; 2 vareuses de drap; 1 vareuse d'été; 2 pantalons de drap; 1 paire de gants blancs; 6"chemises de toile bleue; 3 cols de toile bleue; 1 col de toile blanche; 2 cravates noires; 2 vêtements de travail (salopettes).

^

"

; .;

8-10 December 1947.

227

TIJDSCHRIFTEN.



en

interneringscentra.

2" alg. dir., Studiebureau, lit. R, n ' V I I I / 4 / 3. 'Brussel, de 8 December 1947. De heren Bestuurders der strafinrichtingen vinden hierna het zesde bijvoegseJ van de lijst der tijdschriften waarop de gedetineerden zich mogen atoonneren : Burgerwelzijn. V o o r de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. D U P R É E L .

KLEDING VAN DE BEWAARDERS.

2* algm. dir., Sudiebureau, litt. R., n

r

111/5/5.

Brussel, de 10 December 1947. De Minister van Justifie, Gelet op artikel 88, § 2, van het Algemeen Règlement der dd. 30 September 1905;

gevangenissen,

Herzien het ministerieel besluit van 15 M e i 1906; Besluit : Artikel 1. Het ministerieel besluit van 15 M e i 1906, betreffende de kleding, de uitrusting en de bewapening der bewaarders, wordt vervangen door de voigende bepalingen : Art. 2. De kleding van de bewaarders bestaat uit de hiernavermelde stukken, welke die agenten ontvangen op kosten van de Staat : a) Hoofdbewaarders en bewaarders. 2 2 1 1 2 1 6 4 4 3 3 3 1 2

laken képi's; laken vareuzen; zomervareuze; burnoe; laken broeken; paar witte handschoenen; blauwe lijnwaden hemden; korte onderbroeken, in katoen, voor de agenten onder de 55 jaar; lange onderbroeken, in katoen, voor de agenten boven de 55 jaar; paar wollen sokken; paar schoenen; boordjes in blauw lijnwaad; boordje in wit lijnwaad; zwarte dassen.

2 2 1 2 1 6 3 1 2 2

laken képi's; laken vareuzen; zomervareuze; laken broeken; paar witte handschoenen; hemden in blauw lijnwaad; boordjes in blauw lijnwaad; boordje in wit lijnwaad; zwarte dassen'; werkkleren (morspakken).

b) Technfci.

228

10 décembre 1947.

Art. 3. A leur entrée en fonctions, les agents reçoivent : a) Les surveillants. 1 képi de drap; 1 vareuse de drap; . 1 vareuse d'été; 1 burnous; 1 pantalon de drap: 1 paire de gants blancs; 3 chemises de toile bleue; 2 caleçons courts; 3 paires de chausettes de laine; 2 paires de chaussures; 3 cols de toile bleue; 1 col de toile blanche; 2 cravates noires. b) Les techniciens. 1 képi de drap; 1 vareuse de drap; 1 vareuse d'été; 1 pantalon de drap: 1 paire de gants blancs; 3 chemises de toile bleue; 3 cols de toile bleue; 1 col de toile blanche; y 2 cravates noires; 2 vêtements de travail (salopettes). Art. 4. En cas de promotion, les agents reçoivent immédiatement les insignes attachés à leurs nouvelles fonctions. Art. 5. Tous les objets sont m a r q u é s au numéro de l'agent intéressé. L a date à laquelle la mise en usage des effets prend cours est indiquée sous ce numéro. Durée de trousseau. — Propriété. Art. 6. Les effets d'habillement mentionnés à l'article 2 sont renouvelés comme suit : Le képi : tous les ans. L a vareuse de drap : tous les ans. La vareuse d'été : tous les cinq ans. Le burnous : tous les six ans. Le pantalon : tous les ans; Les gants : tous les deux ans. Les chemises : trois la seconde année, deux à partir de la troisième année. Les caleçons : deux tous les ans. Les chaussettes : trois paires tous les ans. Les chaussures : une paire tous les ans, à partir de la seconde année. Les cols de toile bleue : trois tous les ans. Le col de toile blanche : un tous les ans. Les cravates noires : deux tous les ans. Les vêtements de travail (salopettes) : deux tous les ans. Art. 7. Après le premier renouvellement, les surveillants sont obligés de maintenir leur trousseau au complet, tel qu'il est déterminé à l'article 2. Les objets qui excèdent le nombre prescrit deviennent la propriété de l'intéressé. Art. 8. Le terme de durée du trousseau d'habillement prend cours à partir du 1" du mois qui suit celui pendant lequel l'agent est entré en fonctions. Responsabilité. — Entretien du trousseau. — Dégradations. Art. 9. a) Les agents sont responsables de leur trousseau; ils doivent l'entretenir en bon état et le faire réparer, le cas échéant, à leurs frais; b) Les objets d é g r a d é s ou détériorés avant terme, é g a r é s ou non représentés, sont remplacés d'office, par ordre de la direction, savoir : 1° A u x frais de l'intéressé, lorsque les d é g r a d a t i o n s ou détériorations sont le fait de sa négligence;

10 December 1947.

229

Art. 3. Bij hun indiensttreden ontvangen de agenten : a) De bewaarders. 1 laken képi; 1 laken vareuze; 1 zomervareuze; 1 burnoe; 1 laken broek; 1 paar witte handschoenen; 3 hemden in blauw lijnwaad; 2 korte onderbroeken; 3 paar wollen sokken; 2 paar schoenen; 3 boordjes in blauw lijnwaad; 1 boordje in wit lijnwaad; 2 zwarte dassen. b) De technici. 1 laken képi; 1 laken vareuze; 1 zomervareuze; 1 laken broek; 1 paar witte handschoenen; 3 hemden in blauw lijnwaad; 3 boordjes in blauw lijnwaad; 1 boordje in wit lijnwaad; . 2 zwarte dassen; 2 werkkleren (morspakken). Art. 4. In geval van bevordering ontvangen de agenten onmiddellijk de aan hun nieuwe functie verbonden insignes. Art. 5. A l de voorwerpen worden gemerkt met het nummer van de betrokken agent. De datum, waarop de stukken in gebruik worden genomen, wordt onder dit nummer aangebracht. Dimr van het uitzet. — Eigendom. Art. 6. De onder artikel 2 vermelde kledingstukken worden als volgt vernieuwd : De képi : ieder jaar. De laken vareuze : om het jaar. De zomervareuze : om de vijf jaar. De burnoe : om de zes jaar. De broek : om het jaar. De handschoenen : om de twee jaar. De hemden : drie het tweede jaar; twee te rekenen van het derde jaar. De onderbroeken : twee ieder jaar. De sokken : drie paar ieder jaar. De schoenen : een paar ieder jaar, te rekenen van het tweede jaar. De boordjes in blauw lijnwaad : drie ieder jaar. Het boordje in wit lijnwaad : een ieder jaar. De zwarte dassen : twee ieder jaar. De werkkleren (morspakken) : twee ieder jaar. Art. 7. Na de eerste hernieuwing zijn de bewaarders verplicht hun uitzet volledig te houden, zoals het bij artikel 2 wordt bepaald. De voorwerpen die het voorgeschreven aantal overtrefren worden eigendom van de betrokkene. Art. 8. De duur van het kledingsuitzet vangt aan op de I van de maand na deze waarin de agent in dienst is getreden. Verantwoordelijkheid. — Onderhoùd van het uizet. — Beschadiging. Art. 9. à) De agenten zijn verantwoordelijk voor hun uitzet; zij moeten het in goede staat houden en het desvoorkomend op hun kosten laten herstellen; b) De voorwerpen, die vôôr de tijd afgedragen of beschadigd zijn, die zoek geraakt of niet meer voorhanden zijn, worden bij bevel van het bestuur ambtshalve vervangen, en wel in dezer voege : 1° Op de kosten van de betrokkenen, wanneer de beschadigingen of de slijtage te wijten zijn aan zijn slordigheid; e

230

H d é c e m b r e 1947.

2° Aux frais de l'administration, lorsqu'il est constaté que les d é g r a d a t i o n s ou détériorations sont le résultat de causes exceptionnelles et indépendantes de la volonté de l'employé en cause; c) Les retenues à opérer sur le traitement, dans le cas prévu au 1° du § b ci-dessus, ne pourront dépasser le taux de 10 p. c. Sortie. Art. 10. Les surveillants cessant leurs fonctions sont tenus de conserver leurs effets d'uniforme dont le terme de durée n'est pas atteint et d'en payer la valeur, calculée d ' a p r è s le temps pendant lequel ils devaient encore servir. Les dispositions qui précèdent ne sont pas applicables en cas de cessation de fonctions par suite de mise en disponibilité, d admission à la retraite ou de décès. E n cas de disparition des agents, leurs ayants cause doivent rembourser la valeur des effets emportés, cette valeur étant calculée d'après le terme de durée non accompli. Commandes. — Fournitures. Art. 11. Les objets d'habillement nécessaires au personnel de surveillance sont c o m m a n d é s par l'Administration centrale. A cet effet, les directeurs adressent au Ministre de la Justice, au commencement de décembre et, au besoin, lors de l'entrée en fonctions d'employés nouvellement nommés, un bordereau, en triple expédition, indiquant le nombre de ces objets. Après commande, une expédition de ce bordereau est envoyée aux directeurs. Art. 12. Les effets d'habillement sont fournis aux prix de revient. P . STRUYE.

SÉMINAIRE (FONDATION D E BOURSES D'ÉTUDEJ. — LEGS. DÉSJGNATION D E L'ÉTABLISSEMENT A FRÉQUENTER. — NON ÉCRIT (1).

Administration des cultes, Dons et Legs, Fondations, 1" sect., n° 3086, Bruxelles, Je 11 décembre 1947. C H A R L E S , Prince de Belgique, R é g e n t du Royaume, A tous, p r é s e n t s et à venir, SALUT. V u l'expédition, délivrée par le notaire M a r é c h a l , de résidence à Bastogne, des testament et codicille olographes, en date du 8 juillet 1933, par lesquels M . Maurice '(F.), négociant, demeurant en cette ville, y décédé le 28 décembre 1939, dispose notamment comme suit : (Testament.) « ... Je laisse la nue p r o p r i é t é de tous mes biens à... à charge... » 1° D e verser... dans les trois mois du d é c è s de... au bureau administratif du .grand séminaire de Namur l a somme de quarante mille francs, à charge par lui d'employer les intérêts annuels en des subsides pour favoriser les jeunes gens faisant les 'humanités gréco-latines ou l a philosophie en vue du sacerdoce, soit .pour rester dans Ile diocèse, soit pour les missions. » On suivra l'ordre suivant : »>1° Mes parents; 2° les jeunes gens de iBastogne; 3° ceux qui sont nés dans la province de Luxembourg, à l'exclusion de tou6 autres... » (Codicille.) « Pour jouir des intérêts de l a somme laissée au grand séminaire de Namur, les jeunes gens devront faire leurs études au petit séminaire de Bastogne... »; (1) Moniteur,

1947, n° 352.

11 December 1947.

231

2° Op kosten van het bestuur, wanneer wordt vastgesteld dat de beschadigingen of de slijtage het gevolg zijn van uitzonderlijke oorzaken buiten de w i l van de betrokken beambte; c) De afhoudingen, die moeten gebeuren op de bezoldigingen in het geval, dat bij 1" van b van dit artikel is voorzien, mogen niet hoger zijn dan 10 t. h. Stopzetten der functies. Art. 10. De bewaarders, die hun functie stopzetten zijn er toe gehouden de uniformstukken, wier gebruikduur niet is beëindigd, te behouden en er de waarde van te betalen, deze wordt berekend volgens de tijd gedurende dewelke zij nog moeten dienst doen. De bovenstaande bepalingen zijn niet toepasselijk in geval van stopzetting van functies als gevolg van terbeschikkingstelling van op ruststelling of van overlijden. In geval van verdwijning der agenten, moeten de rechthebbenden de waarde van de meegenomen kledingsstukken terugbetalen; deze waarde wordt berekend volgens de nog niet voltrokken gebruiksduur. Bestellingen.

—

Leveringen.

Art. 11. De voor het bewaarderspersoneel nodige kledingsstukken worden door het Middenbestuur besteld. Te dien einde zenden de bestuurders, in het begin van December en, zo nodig, bij het indiensttreden van pas benoemde beambten aan de Minister van Justifie, in drie exemplaren, een borderel, waarop het aantal dezer voorwerpen is aangeduid. N a de bestelling wordt een der exemplaren van dit borderel aan de bestuurders teruggezonden. Art. 12. De kledingsstukken worden tegen kostprijs geleverd. P.

STRUYE.

SEMINARIE (STICHTING VAN STUD1EBEURZEN). — LEGATEN. AANDUID1NG VAN DE TE BEZOEKEN ONDERW1JSINRICHT1NG. — NIET GESCHREVEN (1). e

r

Bestuur des erediensten, Sehenkingen en Legaten, Stichtingen, I sect., n 3086. Brussel, de M December 1947. K A R E L , Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL. Gezien de door notaris Maréchal, ter standplaats Bastenaken, verstrekte expeditie van het eigenhandig testament en de eigenhandige testamentsbijlage, dd. 8 Juli 1933, waarbij de neer Maurice (F.)', handelaar, wonende aldaar en er op 28 December 1939 overleden, ondermeer de voigende schikkingen treft : (Testament.) (Vertaald.) « ... Ik laat de iblote eigendom van al mijn goederen, aan... met last... » 1° T e storten... binnen de drie maand na het ©verfijden van... aan het hestuurscoUege van het groot seminarie v a n i N a m e n het bedrag van veertig duizend frank met last voor bedoeld seminarie de jaarlijkse intresten te gebruiken als subsidies ten einde de jonge lieden te begunstigen die de Griek-Latijnse humaniora of de wijsbegeerte studeren met het oog op het priesterschap, hetzij om in het bisdom te blijven, hetzij voor de missies. » 1° Mijn bloedverwanten; 2° de jonge lieden van Bastenaken; 3° deze die in provincie Luxemburg zijn geboren, met uitsluiting van a i e anderen... » (Testamentsbijlage.) « Om van de intresten van het aan het groot seminarie van Namen nagelaten bedrag te genieten zullen de jonge lieden hun studies moeten doen in het klein seminarie van Bastenaken... » ; (1) Slaaisblad,

r

1947, n 352.

232

11-12 décembre

1947.

V u la délibération par laquelle le bureau administratif du séminaire de 'Namur sollicite l'autorisation d'accepter le legs l a i t en vue de l a dite fondation de bourses d'étude; V u la délibération de la commission provinciale des fondations de bourses d'étude du Luxembourg; V u les avis de iMigr l'Evêque diocésain et de la députation permanente du conseil provincial du Luxembourg; En ce qui concerne lia clause 'portant que les jeunes gens, titulaires des bourses fondées, devront faire leurs études au petit séminaire de Bastogne : Considérant qu'aux termes de ^'article ,38 de l a l o i du 19 d é c e m b r e 1864, les boursiers ont la faculté de fréquenter un établilssement public ou privé à leuf, choix, sans que cette faculté puisse ê t r e restreinte par l'acte de fondation; qu'en conséquence la clause susvisee ne peut être observée qu'en tant qu'elle indique la nature des études que les boursiers doivent faire; V u les articles 900, 910, et 937 du Code civil, 31 et 33 de la loi du 19 d é c e m bre 1865 et le titre IV du décret du 6 novembre 1813; Sur l a proposition du Ministre de l a

Justice,

Nous avons a r r ê t é et a r r ê t o n s : Article unique. L e bureau administratif du séminaire de Namur est autorisé à accepter le legs fait en vue de l a dite fondation de bourses d'étude, aux conditions imposées, en tant qu'elles ne sont pas contraires aux lois. Le Ministre de la Justice est c h a r g é de l'exécution du p r é s e n t a r r ê t é . CHARLES. Par ilè Régent : Le Ministre de la Justice, P.

STRUYE.*

CORRESPONDANCE AVEC L'ADMINISTRATION CENTRALE.

2

e

dir. g é n . Bureau d'étude, lit. R, n ° ';XVI/2. Bruxelles le 11 d é c e m b r e 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. Informé M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires que la correspondance adressée à l'Administration centrale, qu'il s'agisse de rapports, de référés, de lettres de gestion ou de simples lettres transmissives, doivent être signées par le directeur. 'Le directeur adjoint ou l'agent que le remplace n'est autorisé à signer la correspondance que si le directeur est en repos ou en congé. Le motif de l'absence de ce fonctionnaire sera mentionné. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J. DUPRÉEL.

RAPPORTS

JOURNALIERS.

e

2 dir. g é n . Bureau d'étude, lit. R, n° 14/4/1. Bruxelles, le 12 décembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. 'Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires d'annexer au rapport journalier un tableau dactylographié renseignant les nom, p r é n o m s , lieu et date de naissance de tout détenu libère, évadé ou décédé. J'insiste une nouvelle fois pour qu'il soit apporte plus de soin a la rédaction du rapport journalier et que sa transmission ne souffre aucun retard. 'Pour le Ministre : - L e Directeur général ff, J. DUPRÉEL.

11-12 December 1947.

233

Gezien de beraadslaging, waarbij thet bestuurscollege van het seminarie van Namen machtiging vraagt tôt het aanvaarden van het legaat dat met het oog op bedoelde stichting van studiebeurzen werd vermaakt; Gezien de beraadslaging van de provinciale commissie der stichtingen van studiebeurzen van Luxemburg; Gezien de adviezen van het Hoofid van het bisdom en van de bestendige deputatie van de provinciale raad van Luxemburg; Wat het beding betreft dat de jonge lieden, titularissen van de gestichte beurzen, hun studies zullen moeten doen in het klein ^seminarie van Bastenaken : Overwegende dat, luidens artikel 38 van de 'wet van 19 December 1864, de beursstudenten het redit hebben een openbare of private instelling naar hun keuze te bezoeken-, zonder dat dit recht door de stichtingsakte kan beperkt worden; dat bijgevolg hogerbedoeld beding slechts mag worden nageleefd voor zover het de aard aanduidt van ide studies welke de beursstudenten moeten doen; Gelet op de artikelen 900, 910 en 937 van het Burgerlijk Wetboek, 31 en 33 van de wet van 19 December 1864, 1 van het koninklijk besluit van 19 December 1865 en titel IV van het decreet van 6 November 1813; Op de voordracht van de Minister van Justifie, Wij habben besloten en Wij besluiten : Enig artikel. Aan het ibestuurscollege van het seminarie 'van Namen is machtiging verleçnd tôt het aanvaarden van het met het oog op bedoelde stichting vermaakt legaat, onder de 'opgelegde voorwaarden voor zover deze niet in strijd zijn met de wet. De Minister v a n Justifie is belast met de uitvoering van dit besluit. KARBL. Vanwege de Regent : De Minister van justifie, P. S T R U Y E .

BR1EFWISSELING MET HET HOOFDBESTUUR.

2« alg. dir., 'Studiebureau, lit. R, m" X V I / 2 . ©russel, de 11 December 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren Bestuurders van de stnafinirichtingen wordt -ter kennis gebracht dat de tbriefwisseling, die aan het Hoofdbestuiur 'wordt geadresseerd, o.m het even of het om verslagen, ireferaten, brieven over het beheer Of eenvoudige foestelbrieven gaat, door de bestuurder moet worden getekend. De adjunct bestuurder of de hem vervanigende beambte mag de briefwisseling slechts dan tekenen indien de bestuurder met rust of verlof is. D e ireden d«r afwezigheid van deze ambtenaar dient vermeld. Voor de Minister De dd. iDirecteur-Generaal, J

J. D U P R É E L .

DAGVERSLAGEN. r

2* alg. dir., Studiebureau, lit. R, n 11/4/1. Brussel, de 12 December 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. De heren Bestuurders van de strafinrichtingen worden verzocht bij het dagverslag een getijpte tabel te voegen, waarop naam, voornamen, geboorteplaats en -datum voorkomen van ieder ontslagen, gevlucht of overleden gedetineerde. Ik dring er andermaal op aan dat aan het opstellen van het verslag meer zorg besteed worde en dat het overmaken ervan zonder verwijl gebeure. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. D U P R É E L .

234

15 décembre 1947. PROPOSITION DE LIBÉRATION CONDITIONNELLE. e

2 dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R, n" I X / 2 . Bruxelles, Hé 15 décembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. L'examen des propositions de libération conditionnelle m ' a permis de constater que certains chefs d'établissement 'formulaient des avis qui constituent des a p p r é ciations personnelles du bien-fondé de l a sentence judiciaire. C'est ainsi que des opinions sont é m i s e s sur la matérialité des faits ayant m o t i v é la condamnation, suite taux excessif de la peine prononcée, sur l'innocence du condamné. 'Il v a deiBoi que de tells errements doivent être évités, car ils ne sont .pas conciliables avec le respect dû à la chose j u g é e et ils provoquent, à ce titre, les protestations justifiées des parquets. " ^ Je crois donc devoir rappeler que l'avis des autorités 'pénitentiaires doit porter essentiellement sur le degré d'amendement et les thances de reclassement du condamné (art. 324 du règlement général). Lorsque le détenu affirme qu'il est innocent ou exprime des considérations personnelles sur la décision judiciaire qui l'a condamné, il peut être utile de le signaler aux autorités supérieures pour mieux mettre le cas en lumière. Toutefois, une telle communication sera faite avec toute la réservevqui s'impose, en précisant qu'il s'agit, de déclarations faites par le détenu. Pour le Ministre : Le Directeur général ff,

J. DUPRÉEL.

CIRCULAIRE RELATIVE A LA LOI DU 14 NOVEMBRE 1947 DÉTERMINANT LES CONDITIONS DANS LESQUELLES PEUVENT ÊTRE LÉGITIMÉS LES ENFANTS DONT LES PARENTS SE SONT TROUVÉS, PAR SUITE DE LA GUERRE, DANS L'IMPOSSIBILITÉ DE CONTRACTER MARIAOF. e

e

5 dir. g é n , 2 sect, litt. L., n° 1647. Bruxelles, le 15 décembre 1947. A MM. les Procureurs généraux près les Cours de Bruxelles, Liège, Gand.

d'appel

L a loi déterminant les conditions dans lesquelles peuvent être légitimés les enfants dont les parents se sont trouvés, par suite de la guerre, dans l'impossibilité - de contracter mariage, votée le 29 octobre .dernier (Moniteur belge, 5 décembre 1947), contient deux contradictions apparentes entre les textes français et néerlandais p r o p o s é s par la commission de l a justice du Sénat. L'article 2 prévoit, dans le premier membre de phrase du texte français, que l'action en légitimation est portée devant le tribunal de première instance du lieu Ue naissance de l'enfant et, dans le texte néerlandais que « de vordering tôt wettiging wordt gebracht vôôr de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van het kind ». Il ne me p a r a î t pas douteux que l'intention du législateur était d'approuver te texte français de 1 article 2 dont l'ensemble forme un tout logique et cohérant, tandis que le premier membre de phrase du texte néerlandais précité est inintelligible s i on le rapproche du contexte. L'article 22, d'autre part, prévoit, dans le texte français que « par le même jugement, le tribunal pourra, sur sa demande, autoriser la mère à porter le nom du père de l'enfant légitimé ». Le texte.néerlandais de son côté oblige le tribunal à accorder cette autorisation en disposant que : « bij hetzelfde vonnis z a l de rechtbank aan de moeder, op haar verzoek, toelating verlenen, om de naam van de vader van het gewettiga kind te dragen ».

235

15 December 1947. VOORSTELLEN

TOT VOORWAARDELIJKE

INVRIJHEIDSTELLING.

2« alg. dir., Studiebureau, litt. R, n' / X / 2 . Brussel, de 15 December 1947. Aan de heren Bestuurders


interneringscentra.

Bij het onderzoek der voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling heb ik kunnen vaststellen dat sommige inrichtingshoofden 'adviezen uitbrachten, die neerkwamen op persoonlijke beschouwingen over de juistheid van de rechterlijke uitspraak. Zo worden aldus opinies uitgebracht over de materialiteit der feiten die tôt de veroordeling aanleiding gaven, over de overdreven zwaarte van de uitgesproken straf, over de onschuld van de veroordeelde. ' Het spreekt vanzelf dat dergelijke praktijken moeten vermeden worden, daar zij niet vereniglbaar zijn met de eerbied voor het gewijsde en zij uit dien hoofde het gerechtvaardigd protest van de parketten uitlokken. Ik meen er derhalve te moeten aan herinneren dat het advies van de p é n i t e n tiaire overhedeh hoofdzakelijk gaan moet over de graad van verbetering en de kansen tôt reclassering van de veroordeelde (art. 324 van het algemeen r è g l e m e n t ) . Wanneer de gedetineerde verzekert dat hij onschuldig is of uitdrukking geeft aan persoonlijke beschouwingen over de rechterlijke beslissing die hem veroordeelde, dan kan het nuttig zijn zulks aan de hogere overhedèn belkend te maken ten einde het geval beter toe te lichten. Een dergelijke mededeling moet é d i t e r met het nodige voorbehoud gebeuren, terwij.l er op gedrukt wordt dat het over verklaringen gaat, die door de gedetineerde werden afgelegd. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. D U P R É E L .

O M Z E N D B R I E F B E T R E F F E N D E D E W E T V A N 14 N O V E M B E R 1947 TOT BEPALING V A N DE V O O R W A A R D E N W A A R O N D E R D E K1NDEREN, W I E R O U D E R S , T E N G E V O L G E V A N D E O O R L O G , G E E N HUWEL1JK K O N D E N A A N G A A N , K U N N E N G E W E T T I G D WORDEN. e

5" alg. dir., 2 sect, litt. L., n ' 1647. Brussel, de 15 December 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal bij de Hoven van beroep te Brussel, Gent, Luik. De wet tôt bepaling van de voorwaarden waaronder de kinderen wier ouders, tengevolge van de oorlog, geen huwelijk korïden aangaan, kunnen gewettigd worden, die op 29 October 1.1. werd aangenomen (Belgisch Staatsblad van 5 December 1947) behelst twee schijnbare tegenstrijdigheden tussen de door de commissie voor justifie van de Senaat voorgestelde Franse en Nederlandse teksten. Bij artikel 2 wordt in de eerste zinsnede van Ue "Franse tekst het voigende voorzien : « L'action en légitimation est portée devant le tribunal de première instance du lieu de naissance de l'enfant » en in de Nederlandse tekst het voigende : « De vordering tôt wettiging wordt gebracht vôôr de rechtbank van eerste aanleg van de woonplaats van het kind ». Ik meen dat er geen twijfel over zijn kan dat het de bedoeling van de wetgever was de Franse tekst v a n artikel 2 goed te keuren welke, bij elkaar, een logisch en samenhangend geheel vormt terwijl daarentegen voormelde eerste zinsnede van de Nederlandse tekst onbegrijpelijk is als men ze met het context in verband brengt. Anderzijds, wordt bij artikel 22 in de Franse tekst het voigende voorzien : « Par le même jugement le tribunal pourra, sur sa demande, autoriser la m èr e à porter le nom du p è r e de l'enfant légitimé. » De Nederlandse tekst, zijnerzijds, verplicht de rechtbank er toe die toelating te verlenen door het voigende te bepalen : « Bij hetzelfde vonnis zal de rechtbank aan de moeder, op haar verzoek, toelating verlenen om de naam van de vader van het gewettigd kind te dragen. »

236

18 d é c e m b r e 1947.

Le rapport de "la commission de la justice du Sénat, tant en français qu'en néerlandais, commentant l'article 22, ne permet pas de douter de la portée de celui-ci : « De meerderheid van de commissie was niettemin van oordeel dat, in sommige gevallen, een bepaling, waarbij de moeder van het gewettigde kind toelating krijgt om de naam van de vader te dragen, nuttig kan zijn, maar dat er aanleiding bestaat om ailes te vermijden wat de belangen van het kind kan schaden en om aan de rechtbanken een ruime macht tôt beoordeling over te laten. » P l u t ô t que de déposer un projet de loi interprétatif sur base de l'article 28 de la Constitution, je crois plus expédient de vous soumettre l'interprétation que j'estime devoir donner à cette divergence des textes conformément au principe énoncé dans l'article 7 de la loi du 18 avril 1898 relative à l'emploi de la langue flamande dans les publications officielles. Il est bien certain que c'est aux tribunaux qu'il appartiendra de trancher définitivement les difficultés d'interprétation éventuelles du texte de la loi du 29 octobre dernier qui nous occupe. z P e u t - ê t r e estimerez-vous, néanmoins, si vous faites vôtre l'interprétation que j'en donne, d'en faire part à M M . les procureurs du R o i de votre ressort aux fins d'assurer dans la mesure du possible l'uniformité de la jurisprudence. Le Ministre, P. STRUYE.

EXPERTISES FAITES PAR LES RECEVEURS DE L'ENREGISTREMENT ET DES DOMAINES POUR L E COMPTE DE FABRIQUES D'ÉGLISE. — RÉTRIBUTION. »

Administration des cultes, dons et 'legs fondations, 1" sect., n° 11899. (Bruxelles, • le 18 décembre 1947. A MM. les Gouverneurs

de

province.

Monsieur le Gouverneur, Les circulaires de mon d é p a r t e m e n t des 4 juillet et .15 novembre 1928, 1" direction générale, 2 direction, littera M, ai "16889, ont prescrit notamment aux conseils des fabriques d'église de joindre aux délibérations qu'ils soumettent à l'autorisation royale en vue de l'acquisition, de l'aliénation ou de l'échange d'immeubles, un procès-verbal d'expertise d r e s s é soit par Je receveur de l'enregistrement et des domaines de l a situation des biens, soit par un g é o m è t r e - e x p e r t . 'Les receveurs de l'enregistrement ont é t é a u t o r i s é s à réclamer, du chef des diligences accomplies, une rétribution calculée «à 'raison de dix francs par heure de travail, outre,. Ile cas échéant, les frais de route et de séjour. Suivant une communication que me fait parvenir M . lie Ministre des Finances, cette rémunération doit être portée à 50 (cinquante) francs l'heure. Il ne vous é c h a p p e r a pas qu'en effet le ttarif actuel de 10 francs, déjà trop modeste à son origine, n'a p l u s aucun rapport avec l a qualité du travail fourni par des fonctionnaires ranges dans la p r e m i è r e c a t é g o r i e des agents de l'Etat. Je vous prie de bien vouloir en informer les fabriques d'église de la province. e

Pour l e Ministre : ,'Le Directeur général délégué, L.

GRIMONPONT.

18 December 1947.

237

Het verslag, zowel in het Frans als in het Nederlands, van de commissie voor justifie van de Senaat waarbij artikel 22 nader wordt toegelicht, laat geen mogelijkheid om aan de betekenis van dit artikel te twijfelen : « De meerderheid van de commissie was niettemin van oordeel dat, in sommige gevallen, een bepaling, waarbij de moeder van het gewettigde kind toelating krijgt om de naam van de vader te dragen, nuttig kan zijn, maar dat er aanleiding bestaat om ailes te vermijden wat de belangen van net kind kan schaden, en om aan de rechtbanken een ruime macht tôt beoordeling over te laten. » Ik meen het doelmatiger, veeleer dan op grond van artikel 28 van de Grondwet, een interpretatief ontwerp van wet in te dienen, u de interpretatie voor te leggen welke ik omtrent dat verschil tussen de teksten meen te moeten geven, overeenkomstig het beginsel dat in artikel 7 der wet van 18 A p r i l 1898 betreffende het gebruik van de Vlaamse t a a l . in de officiële bekendmakingen, werd vastgelegd. Het staat vast dat het aan de rechtbanken zal behoren definitief te beslissen over de eventuële moeilijkheden in verband met de verklaring van de in dit schrijven bedoelde tekst der wet van 29 October 1.1. Wellicht zult gij niettemin menen als gij de interpretatie, die ik er van geef, tôt de uwe maakt, deze ter kennis te brengen van de heren procureuren des Konings in uw rechtsgebied ten einde eenvormigheid van rechtspraak zoveel mogehjk te verzekeren. De Minister, P . STRUYE.

SCHATTINGEN GEDAAN DOOR D E 'ONTVANGERS] DER REGISTRAT1E E N DOMEINEN TEN BEHOEVE ,VAN KERKFABRIEKEN. — VERGOEDING. e

r

Bestuur der erediensten, schenkingen en legaten, stichtingen, I sect., n '11899. Brussel, de 18 December ,1947. Aan de Provwci,egouverneurs.

v

Mijnheer de Gouverneur, Bij de omzendbrieven van 4 Juli en 15 November 1928, 1" algemene directie, 2 directie, liftera M, n ' 26*889, van mijn d é p a r t e m e n t werd onder meer aan de kerkfabriekraden voorgeschreven bij de beraadslagingen die zij, met Ihet oog op het aanwerven, vervreemdën of ruilen van onroerende goederen, voorleggen ten einde de koninklijke machtiging tefoekomen, een proces-verbaal Van schatting te voegen door de ontvanger der registratie en domeinen van de plaats w a à r de goederen gelegen zijn of door een meetkundige-schatter imoet worden opgemaakt. Aan de ontvangers der registratie werd machtiging verleend, jwegens de gedane bemoeiingen, een vergoeding te vorderen berekend tegen 10 frank per uur werk benevens, desvoorkomend, de reis- en Verblijfkosten. i Door de heer Minister van Financiën wordt mij pas medegedeeld dat die vergoeding op 50 (vijftig) frank per tmr moet worden gebracht. Inderdaad, gij zult stevig inzien dat het tegenwoordig tarief van 10 frank, hetwelk aanvankelijk reeds te gering w a s .buiten verhouding i s met de hoedanigheid van het werk, verstrekt door ambtenaren die in de eerste c a t é g o r i e van het Rijkspersoneel gerangschikt zijn. I Gelieve het bovenstaande aan de kerkfabrieken in de provincie mede te delen. e

Voor de Minister : De gemachtigde Directeur-Generaal, 'L.

GRIMONPONT.

.

238

20-24 d é c e m b r e 1947. ACTIVITÉ DES CLERCS DES NOTAIRES. — SURVEILLANCE PAR LES NOTAIRES.

i

5* d i r . g é n , 2 ' sect., litt. P, m° 116571.

;

Bruxelles, le 20 d é c e m b r e 1947. A MM. les Procureurs généraux et Gand.

près les Cours d'appel à Bruxelles,

Liège

II me revient que des clercs de notaires se livrent à une activité d'agents d'affaires agissant comme mandataires de particuliers. Certains n'hésiteraient m ê m e pas à se livrer à des pratiques répréhensibles en se présentant comme mandataire ou employé du notaire, allant j u s q u ' à utiliser le papier à en-tête de l'étude notariale afin d'abuser plus complètement de la confiance des personnes qui ont recours à leurs services. Je vous saurais g r é , Monsieur le Procureur général, de bien vouloir attirer l'attention des notaires de votre ressort sur la nécessité de surveiller de très p r è s l'activité de leurs clercs en ce domaine. 1

L e 'Ministre, P . STRUYE.

TRAVAIL DES DÉTENUS. —

RÉMUNÉRATIONS.

e

2 d i r . gén., 4° sect.. Service central du travail, n° 6161 A. Bruxelles, le 23 décembre 1947. A MAT. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

Informé M M . les Directeurs qu'au point de vue rémunération du travail, les c o n d a m n é s à mort doivent être compris dans la catégorie « détenus d'autres catégories ». "

'

Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J . DUPRÉEL.

I REMISE DE PHOTOGRAPHIES AUX DÉTENUS.

2° dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R., r f VII/2. Bruxelles, A MM. les Directeurs

des prisons

le 24 décembre 1947.

et des centres

d'internement.

Prié M M . les Directeurs des établissements pénitentiaires d'autoriser la remise aux détenus des photographies de leurs enfants, conjoint et ascendants en ligne directe. Pour le Ministre : L e Directeur général f f , J. DUPRÉEL.

20-24 December 1947.

239

BEDRIJVIGHEID VAN D E NOTARISKLERKEN. — TOEZICHT DOOR D E NOTARISSEN. r

5* alg. dir., 2* sect, litt. P, n 116571. Brussel, de 20 December 1947. Aan de heren Procureuren-Generaal Gent, Luik.


Brussel,

Ik verneem dat notarisklerken zich dnlaten met verrichtingen van zaakwaarnemer waar zij als lasthebber van private personen optreden. Sommige zouden zelfs niet aarzelen laakbare praktijken te gebruiken waar zij zich als lasthebber of als bediende van de notaris aanmelden en het zover d r i ver» papier met de firma van het notariskantoor te bezigen om gemakkelijker misbruik te maken van het vertrouwen van de personen die ieen beroep op hun diensten doen. ;Gij zoudt mij verplichten, Mijnheer de Procureur-Generaal, wildet gij de aandacht van de notarissen i n
TEWERKSTELLING VAN GEDETINEERDEN. — VERGOEDINGEN. e

r

2 alg. dir., 4" sect, Centrale Arbeidsdienst, n 6161/1. Brussel, de 23 December 1947. Aan de heren Bestuurders


en

interneringscentra.

De heren Bestuurders van de strafinrichtingen wordt bericht dat voor wat aangaat de vergoedingen toe te kennen wegens gepresteerde arbeid, de terdoodveroordeelden dienen begrepen in de catégorie « gedetineerden van andere categoriën ». Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J.

DUPRÉEL.

OVERHANDIGEN VAN FOTO'S AAN DE GEDETINEERDEN.

2

e

alg. dir., Studiebureau, litt. /?., n ' V I I / 2 . Brussel, de 24 December 1947.



en

interneringscentra.

De heren Bestuurders van 'de strafinrichtingen worden verzocht toe te laten dat aan de gedetineerden foto's van hun kinderen, echtgenoot en bloedverwanten in de opgaande rechte lijn worden overhandigd. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, J. DUPRÉEL.

240

27-30 décembre 1947. PRÉPARATION DE LA TUTELLE DES CONDAMNÉS.

2

e

dir. g é n . Bureau d'étude, litt. R., n° VI11/5. Bruxelles, le 27 décembre 1947.

A MM. les Directeurs des prisons et des centres d'internement. M a circulaire du 12 septembre dernier, Bureau d'étude, litt. R., n° V111//115, stipule que la correspondance échangée entre les condamnés et les personnes qui ont accepté de se charger ultérieurement de leur tutelle post-pénitentiaire, devait être soumise à la censure habituelle. A l'avenir, M . le conseiller Hanssens, directeur du S. R. R. T , pourra, dans des cas exceptionnels, prescrire aux établissements de ne pas exercer cette censure. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J . DUPRÉEL. ÉTATS N° 171 DES GRATIFICATIONS ACCORDÉES AUX DÉTENUS. e

e

2 dir. g é n , 4 sect. Service central du travail, Bruxelles, n° 16.594 R. Bruxelles, le 30 décembre 1947. A MM. les Directeurs

des prisons

et des centres

d'internement.

. Informé M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement q u ' à partir de l'année 1948, les règles suivantes doivent être observées pour la rédaction et la liquidation des états des gratifications accordées aux détenus : 1° U n état mensuel n° 171 des gratifications doit être dressé, comprenant uniquement les travaux industriels (travaux directement productifs et travaux indirectement productifs). Cet état doit être compris dans un bordereau n" 170 régie, être inscrit au facturier n" 169 des achats et des dépenses de la régie et être transmis au Service central du Travail, aux fins de liquidation. 2° Deux autres états mensuels n° 171 doivent être établis : l'un se rapportant aux gratifications accordées pour travaux domestiques; l'autre, relatif aux gratifications octroyées pour travaux d'entretien du mobilier et des bâtiments. Ces deux états doivent être compris dans un bordereau n° 170 (prison), être inscrit au facturier des achats et des d é p e n s e s n° 169 de l'administration des prisons et être envoyés au Service de la comptabilité des prisons, pour liquidation. A partir de l'année 1948, le service de la régie ne peut plus dresser aucune facture à charge de l'administration des prisons, du chef de gratifications pour travaux domestiques et pour travaux d'entretien du mobilier et des bâtiments. Pour le Ministre : Le Directeur général ff, J . DUPRÉEL.

CLÔTURE DES ÉCRITURES DE LA RÉGIE AU 31 DÉCEMBRE e

1947.

e

2 dir. g é n , 4 sect. Service central du Travail, n° 16591#. Bruxelles, le 30 décembre 1947. A MM. les Directeurs des prisons' et des centres

d'internement.

M M . les Directeurs des prisons et des centres d'internement trouveront ci-dessous les instructions relatives à la clôture des livres de la Régie du travail pénitentiaire au 31 décembre 1947 et à l'envoi au Service central du Travail des pièces annuelles de la Régie. Ces instructions sont précédées, d'une exposé des règles de l'imputation exacte des recettes et des dépenses par exercice.

27-30 December 1947. VOORBEREIDING

VAN DE VOOGDIJ

241

OVER DE VEROORDEELDEN. r

2' alg. dir., Studiebureau. litt. /?., n VIII/5. Brussel, de 27 December 1947. Aan de heren Bestuun)iers van de gevangenissen en interneringscentra. Mijn omzendbrief van 12 September j l . , Studiebureau, litt. R., n V I H / 5 , bepaalt dat de correspondentie die gewisseld wordt tussen de veroordeelden en de personen die aanvaard hebben zich later, na het ontslag van de betrokkenen uit de strafinrichting, met hun voogdij te belasten, aan de gebruikelijke censuur moest onderworpen worden. In de toekomst zal de heer raadsheer Hanssens, directeur van de D . W . R. V . , in uitzonderlijke gevallen, aan de inrichtingen kunnen voorschrijven deze censuur niet uit te oefenen. Voor de Minister : De dd. Directeur-Generaal, r

J.

STATEN N " 171

DUPRÉEL.

VAN DE AAN DE GEDETINEERDEN TOEGEKENDE VERGOEDINGEN.

2

e

alg. dir., 4

e

r

sect., Centrale Arbeidsdienst, n 16.594 R. Brussel, de 30 December 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren Bestuurders der gevangenissen en der interneringscentra wordt ter kennis gebracht dat, van het jaar 1948 af, voor het opmaken en de vereffening van de staten der aan de gedetineerden toegekende vergoedingen, de hiernavolgende regelen moeten worden in acht genomen : 1° Een maandelijkse staat n 171 der vergoedingen, die enkel indusriële werken mag bevatten (direct-productieve en indirect-productieve werken) moet worden opgemaakt. Deze staat moet begrepen zijn in een borderel n 170 régie, hij moet in het factùurboek n 169 der aankopen en uitgaven der régie worden ingeschreven en ter vereffening overgemaakt aan de Centrale Arbeidsdienst. 2° Twee andere maandelijkse staten n 171 moeten worden opgemaakt : de ene betreffende de vergoedingen toegekend voor huishoudelijke arbeid; de andere betreffende de vergoedingen toegekend voor onderhoud van mobilair en gebouwen. Deze twee staten moeten worden begrepen in een borderel n 170 (gevangenissen), zij moeten worden ingeschreven in het factùurboek n" 169 der aankopen en uitgaven van het bestuur der gevangenissen en ter vereffening worden gezonden aan de dienst der c o m p t a b i l i t é ^ van de gevangenissen. Van het jaar 1948 af, mag de dienst der régie geen enkele factuur meer opmaken ten laste van het beheer der gevangenissen wegens vergoedingen voor huishoudelijke werken en voor onderhoud van mobilair en gebouwen. r

r

r

r

r

De

Voor de Minister : wn. Directeur-Generaal, J.

DUPRÉEL.

AFSLUITING VAN D E GESCHRIFTEN DER REGIE OP 31 DECEMBER 1947» 2" alg. dir., 4 ' sect., Centrale Arbeidsdienst, n 16591#. Brussel, de 30 December 1947. Aan de heren Bestuurders van de gevangenissen en interneringscentra. Aan de heren Bestuurders van de .Gevangenissen en de Interneringscentra worden hieronder de onderrichitngen rnedegedeeld die op het afsluiten van de boeken van de Régie van de Gevangenisarbeid per 31 December ,1947 en het indienen bij de Centrale Arbeidsdienst van de jaarstukken der Régie betrekking hebben. Deze onderrichtingen worden voorafgegaan door een uiteenzetting van de regels tôt juiste aanwijzing der ontvangsten en uitgaven per dienstjaar. r

242

30 d é c e m b r e I. Régie

d'imputation

1947.

par

exercice.

a) Produit du travail : Appartient à l'exercice 1947-B (exercice comprenant les quatre derniers mois de 1947) le produit des fournitures et travaux faits par la Régie depuis le 1"* septembre jusqu'au 31 décembre 1947, peu importe la date à laquelle la facture n" 156 est établie. Ainsi le produit des travaux exécutés au cours du mois de décembre 1947 doit profiter à l'exercice 1947-B. b) Dépenses : Incombent à l'exercice 1947-B, toutes les dépenses pour des fournitures ou travaux effectués par des tiers pour compte de la Régie pendant la période allant du 1" septembre 1947 au 31 décembre 1947. S'il s'agit de fournitures, la prise en recette par le comptable doit avoir lieu au plus tard le 31 décembre 1947, pour que la dépense puisse être imputée à l'exercice 1947-B. c)

Ihscription sur tout document comptable du nom de l'exercice intéressé : Les établissements doivent, sur chacune des pièces de la Régie, indiquer le nom de l'exercice intéressé. II. De la clôture

des

livres.

Les livres et é t a t s comptables désignés ci-après et relatifs à la Régie doivent être a r r ê t é s au 31 décembre 1947 : a) Le facturier des ventes et cessions n° 160. Ce facturier doit, au préalable, avoir reçu l'inscription de toutes les factures n° 156 (de vente ou de cession) intéressant l'exercice 1947-B; b) Le facturier des achats et des dépenses n° 169. Ce facturier doit, au préalable, avoir reçu l'inscription de toutes le dépenses incombant à l'exercice 1947-B, les cessions reçues du 1" septembre au 31 décembre 1947 y comprises; c) Le journal des recettes n" 162; d) Le livre de magasin n° 222 régie et tous ses états justificatifs; e) Les états du matériel, c'est-à-dire les états n° 521 relatifs aux machines, outils et objets mobiliers de la Régie (matériel se trouvant dans les magasins du comptable et matériel en usage dans les bureaux, ateliers ou services). III. Des pièces à introduire à l'Administration

centrale, Service central du

Travail.

Les établissements doivent transmettre au Service central du Travail : A. Avant le 15 janvier 1948 : quatre exemplaires de l'état n° 183, Régie, établi au 31 décembre 1947. Cet état doit récapituler les opérations en recettes et en dépenses de toute l'année 1947. Doivent y figurer séparément : a) L'encaisse au 31 décembre 1946; b) Les opérations en recettes et en dépenses reprises à l'état n° 183 du 1" trimestre 1947; c) Les opérations en recettes et en dépenses reprises à l'état n° 183 du 2 trimestre 1947; e

d) Les opérations en recettes et en dépenses faites du 1" juillet 1947 au 31 décembre 1947 (à séparer par mois). Les recettes faites pendant les six derniers mois de 1947, à titre de sommes payées par les clients, doivent être détaillées par facture sur un imprimé « Relevé des factures recouvrées ». Cet imprimé doit accompagner l'état n° 183 du 31 décembre 1947, sur lequel doivent figurer ces recettes. Aucune copie de facture ne doit être produite.

30 December 1947. !. Regels van aanwijzing

243

per

dienstjaar.

a) Opbrengst van de arbeid. Behoort tôt het dienstjaar 1947-B (dienstjaar dat de vier laatste maanden van 1947 omvat) de opbrengst van de leveringen en prestaties door de Régie gedaan van 1 September t ô t 31 December 1947, welke ook de datum weze waarop de factuur re" 156 wordt opgesteld. Zo moet de opbrengst van de werken in de loop van December 1947 voor aannemers verricht ten bate v a n het dienstjaar 1947-B worden ingeschreven. b) Uitgaven. Vallen ten laste van het dienstjaar :1947-B al de uitgaven voor leveringen of werken die door derden voor rekening v a n de Régie gedurende de p é r i o d e gaande van 1 September t ô t 31 December 1947 werden gedaan. In zover het ieveringen betreft moet echter de inontvangtsneming door de rekenplichtige geschied zijn vôôr 31 December 1947; anders kan de uitgave niet ten laste van het dienstjaar 1947-B worden gelegd. ' 1 c) Vermelding van de benaming van het "betrokken dienstjaar op al de stukken der boekhouding. De strafinrichtingen moeten op al de stukken van de Régie de benaming van het betrokken dienstjaar vermelden. II. Afsluiting

der boeken.

Hietrm>averme!de staten en boeken van de !R«gie moeten op 31 December 1947 afgesloten worden. a) Het factùurboek der verkopen en àfstanden n 160. Vooraf echter moeten in dit factùurboek al de facturen n* 156 (van verkoop of overlating) die het dienstjaar 1947-B betreffen ingeschreven zijn. u b) Het factùurboek der aankopen en uitgaven ni' 169. Vooraf moeten in dit factùurboek al de uitgaven die ten laste vaMen van het dienstjaar 1947-IB ingeschreven zijn, met inbeerip van de overlatingen die van 1 September tôt en met 31 December 1947 werden ontvangen. c) Het dagboek der ontvangsten n 162. d) Het magazijnboek n 222 en al zijn bewijsstaten. e) D e staten van het materieel, dit ziin de staten n 521, betreffende de machines, werktuigen en mobilaire voorwerpen der Régie (materieel berustende in de magazijnen van de rekenolichtige en materieel in gebruik op de kantoren, in de werkplaatsen en diensten). > 1 r

1

r

III. Bij het hoofdbestuur,

Centrale Arbeidsdienst,

in te dienen stukken.

De inrichtingen moeten hiernavermelde stukken indienen bij de Centrale Arbeidsdienst : A. Vô6r "IS Jlanuari 1948 : 4 exemplaren v a n de staat n 183, régie, opgesteld op 31 December 1947. Deze staat moet een samenvatting geven van de ontvangsten en uitgaven van gans h é t iaar 1947. ! Moeten op die staat afzonderlijk voorkomen : a) Het inkas op 31 December 1946; 6) De ontvangsten en uitgaven vermeld op de staat n* 183 van het eerste kwartaal 1947; c) D e ontvangsten en uitgaven vermeld op de staat n ' 183 van het tweede kwartaal 1947; d) De ontvangsten en uitgaven gedaan van 1 Juli 1947 t ô t 31 December 1947 (te scheiden per maand). De ontvangsten welke gedurende de laatste zes maanden van het jaar 1947, als door de klanten betaalde sommen werden gedaan moeten per factuur op een druksel « Opgave der geïnde facturen » gedetailleerd worden. D i t druksel moet de staat n* 183 van 31 December 1947, waarop bedoelde ontvangsten moeten worden Sngeschreven vergezellen. Geen enkel afschrift van factuur moet worden overgelegd. 1

1

244

30 décembre 1947. B. Avant le 15 février 1948 :

1. Le bordereau n" 170, cessions régie, se rapportant à l'exercice 1947-B. Les établissements qui ont reçu des factures de cession émanant d'autres services de la Régie doivent comprendre ces factures dans un bordereau n" 170 des cessions régie et transmettre ce bordereau au Service central du Travail, a p r è s l'avoir inscrit au facturier des achats et des dépenses n" 169. Le bordereau doit comprendre les factures de cession se rapportant aux fournitures et prestations qui ont été faites à l'établissement du 1" septembre au 31 décembre 1947 (exercice 1947-B). Les factures doivent y être classées et totalisées par établissement qui a fait la cession. 2. Le relevé des dépenses par avances de fonds non acquittées au 31 décembre 1947 et incombant a l'exercice 1947-B. 3. Les inventaires des biens possédés par la Régie à la date du 31 décembre 1947 : a) Inventaire des matières premières, c'est-à-dire des matières qu'on retrouve dans les produits fabriqués-et dont le coût figure aux devois et aux bons d'exécution. Cet inventaire comprendra toutes les matières premières se trouvant dans l'établissement (magasins et ateliers) à la date du 31 décembre 1947. Il faut toutefois que ces matières aient été prises en recette par le comptable, au plus tard le 31 décembre 1947. Ainsi, une matière reçue à l'établissement le 31 décembre 1947, mais seulement prise en recette le 1 janvier 1948, ne peut être comprise dans l'inventaire au 31 décembre 1947. Les matières premières doivent être valorisées aux prix d'acquisitions, frais d'achat compris; er

h) Inventaire des matières de consommation et du petit outillage neuf (magasins et ateliers). L a valorisation de ces matières et objets doit se faire au prix d'acquisition; c) Inventaire des emballages et vidanges (magasins et ateliers). Cet inventaire doit comprendre les emballages et les vidanges qui se trouvent à l'établissement, qui ont été facturés par les fournisseurs et qui seront renvoyés à ceux-ci. L a valeur à inscrire à l'inventaire est celle qui sera remboursée par les fournisseurs; d) Inventaire des produits en cours de fabrication (ateliers). Les produits en cours de fabrication dans les ateliers au 31 décembre 1947 seront portés à l'inventaire pour le montant des dépenses déjà e n g a g é e s à la susdite date (total des dépenses formé par : la valeur des matières premières déjà utilisées, les gratifications réelles déjà accordées pour la fabrication, les frais de force motrice déjà constatés, les frais généraux déjà imputables à la fabrication). L'inventaire des produits en cours de fabrication doit être accompagné d'une copie des bons d'exécution intéressés, tels que ces bons se présentent après inscription des dépenses faites jusqu'au 31 décembre 1947 pour la fabrication; e) Inventaire des produits finis et des articles pour ventes commerciales (magasins et ateliers). La valorisation des produits finis se trouvant en stock à l'établissement au 31 décembre 1947 doit être faite au prix de revient, c'est-à-dire au prix de fabrication. Une copie des bons d'exécution relatifs à ces produits doit être annexée à l'inventaire, pour autant que les produits aient été fabriqués pendant les quatre derniers mois de l'année 1947; /) Inventaire du matériel, c'est-à-dire des machines, outils, objets mobiliers de la Régie. Le matériel de la Régie, existant au 31 décembre 1947, doit être recensé.

30 December 1947.

245

B. V66r 15 Februani 1948 : r

1. Het borderel n 170 der overlatingen régie, betrekking hebbende op het dienstjaar 1947-B. De inrinchringen die vanwege andere regiediensten overlatingsfacturen ontvingen moeten deze facturen begrijpen in het borderel n 170 der overlatingen Régie en dit borderel aan de Centrale Arbeidsdienst toezenden, na het vooraf in het factùurboek van aankopen en uitgaven n 169 ingeschreven te hebben. Dit borderel moet al de overlatingsfacturen omvatten die verband houden met de leveringen en prestaties welke van 1 September t ô t 31 December 1947 (diienstjaar 1947-B aan de inrichting werden gedaan. D e facturer» moeten.. op dit borderel per afstanddoende inrichting gerangschikf en samengesteld zijn. 2. De opgave van de uitgaven door voorschotten welke ten lasté vallen van het dienstjaar 1947-B en op 31 December 1947 niet vereffend waren. 3. D e inventaris op 31 December 1947 van de goederen toebehorende aan de Régie. I | d) ilnventaris van de grondstoffen, dit is van de stoffen die i n de fabricaten teruggevonden worden en op de bestekken en uitvoeringsbons worden vermeld. Deze inventaris zal al de grondstoffen vermelden die op 31 December 1947 in de inrichiting (magazijnen en werkplaatsen) aanwezig zijn. Deze waren moeten evenwel ten laatste ô p 31 Decemiber 1947 fdoor den rekenplichtige in ontvangst genomen geweest zijn. Zo m a g een waar, die op 31 December 1947 in de inrichting aankwam, doch slechts op 1 Januari 1948 in ontvangst werd genomen, in de inventaris van 31 December 1947 niet begrepen worden. D e grondstoffen moeten gevaloiriseerd worden tegen de aanschaf.fingsprijs, inkoopkosten inbegrepen. ft) Inventaris van de hu'pstoffen en van het klein gereedschap in nieuwe staat (magazijm en wierkplaatseni). Deze stoffen en voorwerpen moeten gevaloriseerd worden tegen de aanschaffingsprijs. c) Inventaris van de verpakkingeTi en van het ledig goed (magazijnen en we>rkolaatsen). Deze inventaris moet de verpakkingeni en het tedig igoed omvatten, die in de inrichting aanwezig zijn, door de leveranciers werden aangerekend en aan dezen teruggezonden zullen worden. De op de inventaris in te schrijven waarde is deze die door de leveranciers zal worden teriighetaald. d) Inventaris van de in verwerking zijrvde producten (werkplaatsen). D e producten die, op 31 December 1947, in verwerking ziin, zullen op de inventaris vermeld worden voor het bedrag van de 'uitgaven 'die op bovenvermelde datum ireeds voor de fabricage van die nroducten 'gedaan werden (totaal der uitgaven gevormd door : de waarde der reeds gebruikte grondstoffen, de voor de fabricage werkelijk ireeds toegekende vergoedingen, de reeds vastgestelde kosten voor dirijfkracht, de algemene onikosten die op de fabricage reeds toepasselijk zijn). De inventaris van de in verwerking zijnde 'producten moet vergezeld zijn ya-ii een afschrift van de betrokken 'uitvoeringsbons. zoafls deze zich voordoen na insch'rijving van de uitgaven die t ô t op 31 December 1947 voor de 'fabricage werden gedaan. c) Inventaris van de fabricaten en van de artikelen voor handelsverkoop (magazijnen en werkplaatsen). De valorisatie van de fabricaten die op 31 December 1947 in de rnrichting in voorraad zijn, moet ge9chieden tegen kostende wriis, dit is de fabrica'geprijs. Een afschrift van de uitvoeringsbons die-op de fabricaten betrekking hebben dient aan de inventaris te worden toegevoegd, voor zover deze producten gedurende de laatste vier maanden van het dienstjaar 1947 vervaardigd werden. /) Inventaris van het materieel, dit is van de machines, werktuigen en mobilaire voorwerpen van de 'Régie. Het materieel van de Régie moet op 31 December 1947 geïnventariseerd worden. r

r

246

30 décembre 1947.

Cette disposition s'applique aussi bien au matériel utilisé par le bureau, les ateliers et les services de la Régie qu'au matériel se trouvant dans le magasin du comptable. Ce dernier matériel sera subdivisé en : a) objets neufs; b) objets en dépôt; c) objets au rebut. L'inventaire du matériel doit, en dehors du prix d'acquisition de chacun des objets, mentionner le montant des amortissements acquis à la date du 31 décembre 1947. Cette dernière donnée (amortissements acquis) ne doit pas nécessairement être fournie par les établissements n'exploitant aucun atelier. Remarques générales concernant les inventaires : a) Les inventaires doivent être détaillés. Ils ne peuvent comprendre aucun poste global. Ils doivent, pour chaque matière ou objet, indiquer le prix unitaire; b) Les inventaires doivent être subdivisés, valorisés et totalisés par branche d'activité Ou service. 4. L'état reaux n° 170 Cet état achats et des

relatif aux achats et aux dépens ayant fait l'objet de bordeintéressant l'exercice 1947-B. doit reproduire, en somme, les inscriptions faites au facturier des dépenses de l'exercice 1947-B.

5. L'état des cessions internes ayant eu lieu du ï" septembre au 31 décembre 1947. (Cessions faites par une branche d'activité ou service à une autre branche d'activité ou service du même établissement.) 6. Un rapport sur l'activité de la Régie de l'établissement pendant les quatre derniers mois de l'année 1947. 7. Le cas échéant, un état mentionnant : A. Les produits fabriqués, expédiés en 1947 aux clients ou les travaux faits au cours de l'année 1947 et qui, à la suite d'un ordre spécial et formel, ne peuvent être facturés par la Régie au profit de l'exercice 1947. L'état doit indiquer : a) L a date.et le numéro du bon de commande du S. C . T . ; b) Le nom et l'adresse du client; c) L a date de l'expédition travaux;

faite au client ou la date de l'exécution

des

d) L a nature et la quantité des produits expédiés ou des travaux exécutés; e) Le prix qui sera facturé au profit de l'exercice 1948. B. Les sommes qui ont été facturées à des clients au profit de l'exercice 1947 pour des fournitures ou travaux qui ne seront effectués qu'en 1948. L'état doit renseigner : a) L a date et le numéro de la facture n° 156 établie au profit de l'exercice 1947; b) Le nom et l'adresse du client; c) L a nature et la quantité des fournitures ou travaux restant à effectuer à la date du 31 décembre 1947 et déjà facturés; d) Le prix facturé pour ces fournitures ou ces travaux.

30 December 1947.

247

Deze schikking is itoepasselijk zowel op met materieel gebruikt op (het kantoor en in de wencplaatsen en diensten van de Régie, als op het materieel dat zich in het magazijn van de rekenplichtige bevindt. D i t 'laatste materieel zal onderverdeeld worden in : a) nieuwe voorwerpen; 6) in 'bewaring gestelde voorwerpen; r) in uitschot gestelde voorwerpen. •De inventaris van het materieel moet, benevens de aanschaffinigsprdjs van iedeT voorwerp, het bedrag van de afsohrijvingen verworven op 31 December 1947 vermelden. De inrichtingen die geen enkele iwerkplaats uitbaten zijn niet verplicht dit laatste gegeven '(verworven afschrijvingen) te verstrekken. Algemene opmerkingen aangaande de inventarissen. a) De inventarissen .moeten omstandig worden. opgemaakt. Zij mogen geen enkele globale post omvatten. Voor elke stof of voorwerp dient een eeniheidsprijs te worden vermeld. 6) D e .inventarissen moeten per bedrijfstak of dienst ingedeeltd, gevaloriseerd en opgeteld zijn. 4. D e staat 'betreffende de aarekopen en uitgaven welke (het voorwerp hebben uitgemaakt van borderellen n 170 die het dienstjaar 1947-iB betreffen. 'In feite moet deze staat de insch'rijvingeni .weergeven die in het ifactu'urboek der aankopen en uitgaven van het dienstj'aar 1947-if igedaan werden. r

5. De 6taat van de interne overlatingen die plaats grepen van 1 September tôt 31 December 1947 (overlatingen door een bedrijfstak of dienst aan een andere bedrijfstak of dienst van dezelfde inrichting gedaan). 6. iEeni verslag over de bedrijvigheid van de (Regiedienst der inrichting gedurende de laatste vier maanden van net jaar 1947.. 7. Desgevallend, een staat waarop vermeld zijn : A. D e afgewerkite producten die in 1947 aan de klanten werden verzonden of de werken die in de lloop van. ihet jaar 1947 werden verricht en die, ingevolge een speciaal en formeel 'bevel, door de 'Régie niet mogen gefactureerd worden ten bate van het dienstjaar 1947. De staat moet de volgende aanduidimgen 'bevatten : a} Datum en nummer van de ibestelibon. van de C A D ; b) Naam en adres van de klant; c) Datum v a n de verzending gedaan aan de klant of datum van de uitvoerin.g der werken; d) Aard en hoeveelheid der verzonden producten of der uitgevoerde werken; e) De prijs die ten bate van ihet dienstjaar

1948 zal gefactureerd worden.

B. D e sommen die ten ibate van het dienstjaar 1947 aan de klanten gefactureerd werden voor leveringen of werken die électifs in 1948 zullen- gedaan worden. De staat moet vermelden : r

a) Datum en nummer van de ifactuur n 156 opgemaakt ten bate van het dienstjaar 1947; b} Naam en adres van de klant; 1

c) Aard en hoeveelheid van de leveringen of werken die op 31 December 1947 nog niet waren gedaan en reeds 'gefactureerd zijn; d) Prij9 welke v o o r d i e leveringen of werken w e r d in rekening gebracht.

248

30 décembre IV. Formulaires

à

1947. utiliser.

Pour communiquer au Service central du Travail certaines des données qui leur sont demandées, les établissements dépourvus d'ateliers utileront l'imprime : « Etat annuel relatif aux opérations de la Régie du Travail pénitentiaire ». Ils y indiqueront la mention .: « Exercice 1947-B. » Les tableaux V et VII ne doivent pas être remplis. Les établissements exploitant un ou plusieurs ateliers utiliseront les formulaires portant les numéros 515, 516, 518, 519, 521, 524, etc., ainsi que la « Farde des pièces annuelles », qui portera la mention « exercice 1947-B ». Le tableau V de cette farde ne doit pas être remplit. Toutes les pièces incluses dans cette farde indiqueront clairement que'lles se rapportent à l'exercice 1947-B. V.

Recommandations.

Il est recommandé aux établissements : 1. D'introduire aussitôt que possible au Service central du Travail l'état n° 168 du mois de décembre 1947. Cet état ne peut comprendre aucun paiement exécuté a p r è s le 31 décembre 1947. 2. D'aviser le Service central du Travail du numéro que porte la dernière facture n° 156 qui a été établie au profit de l'exercice 1947-B. Pour le Ministre : L'Ingénieur, Chef de Service, E . WOLVESPERGES.

ANNEXE. — SUPPRESSION.

Adm. des

<1)

ouïtes, dons et legs, 2

e

sect., n°

22289A

• 30 décembre 1947. — Un a r r ê t é du 'Régent supprime l'annexe du B é g u i n a g e à Hasselt, ressortissant à la paroisse Saint-Quentin en cette ville. (1) Moniteur belge 1948, n° 8.

30 December 1947. IV. Te gebruiken

249

formulieren.

Om de Centrale Arbeidsdienst sommige van de gevraagde gegevens te verschaffen, zullen de inrichtingen die over geen werkplaatsen beschikken. gebruik maken van het druksel « Jaarstaat betreffende de verrichtingen van de 'Régie van de Gevangenisarbeid ». Zij zullen er de vermelding « Dienstjaar 1947-B » o.p aanbrengen. D e tabellen V en VII van dit dtruksel dienen niet ingevuld te worden. De inrichtingen die één of meer werkplaatsen uitbaten zul'len gebruik maken van de formulieren n " 515, 516, 518, 519, '521, 524, enz., atomede van de « M a p van de jaarstukken », die de vermelding « Dienstjaar 1947-B » zal dragen. De tabel V van deze map moet niet ingevuld worden. A l de stukken die in deze map worden verzameld zuMen duidelijk aantonen dat ze betrekking hebben op het dienstjaar 1947-B. V.

Aanbevelingen.

De inrichtingen gelieven : r

1. Zodra .mogelijk de staat n 168 v a n de maand December 1947 bij de Centrale Arbeidsdienst in te dienen. Deze staat m a g geen enkele betaling vermelden die na 31 December 1947 werd uitgevoerd. •

imee

2. A a n de C A D het nummer te delen van de alleriaatste factuur n die ten bate van het dienstjaar 1947 B werd opgesteld.

r

156

J

Voor de Minister : D e .ingenieuT-diensthoofd, E . WOLVESPEROES.

ANNEXE. — AFSCHAFFING.

(1)

•Adm. der 'erediensten, giften en legaten, 2" sect., n ' 22289A. 30 December 1947. — Bij 'besluit van de 'Regent, i s de annexe van het Begijnhof te Hasselt, afhangende van de parochie van de Heilige-Quintinus aldaar afgesohaft. (1) Belgisch Staatsblad

1948, n ' 8.

TABLE

A C T E S N O T A R I E S . Mention (C. 26 novembre 1947.)

ALPHABÉTIQUE

obligatoire des stipulations relatives aux

frais.

A D M I N I S T R A T I O N D E S B I E N S . Personnes condamnées par défaut par conseils de guerre. — Administration des biens. (C. 27 octobre 1947.)

les

A L I E N E . Indemnités pour frais de séjour des personnes chargées du transport des aliénés indigents. (A. 16 octobre 1947.) A M E N D E S P E N A L E S . Majoration en décimes des amendes pénales. (C. 7 mai 1947.) A S I L E S D ' A L I E N E S . Sections pour malades mentaux tuberculeux. — Conditions auxquelles doit ê t r s eatisfait. (C. 6 mars 1947.) ASILES D'ALIENES E T INSTITUTS POUR E N F A N T S A N O R M A U X . d'achat de médicaments coûteux. (C. 9 janvier 1947.)

Frais

B B A U X A L O Y E R . Arrêté-loi du 19 février 1947. — Surséance aux expulsions. (C. 27 mars 1947.) — Arrêté-loi du 19 février 1947. (C. 15 avril 1947.) B U L L E T I N S J U D I C I A I R E S . Bulletins judiciaires relatant les condamnations prononcées en Belgique à charge d ' é t r a n g e r s . Traduction. Nationalité. Peines de police. (C. 23 septembre 1947.)

C A S I E R J U D I C I A I R E . Epuration civique. Déchéance des droits civils et politiques par application de l'arrêté du 29 septembre 1945. (C. 21 janvier 1947.) — Bulletins de renseignements. Instructions aux administrations communales. Application de l'arrêté-loi d'amnistie du 20 septembre 1945 et de l'arrêté-loi du 19 septembre 1945 sur l'épuration civique, etc. ( C . 9 septembre 1947.) C E R T I F I C A T S D ' H E R E D I T E . Droit de timbre. (C. 18 mars 1947.) C O M B A T S D E C O Q S . Répression. (C. 26 mars 1947.)

252

Table alphabétique.

C U L T E S . Eglises et presbytères. P r o c é d u r e à suivre pour l'introduction des dossiers en vue de l'obtention des subsides de l'Etat. Travaux nouveaux et réparation des dommages de guerre. Arrêtés des 6 novembre 1946 et 30 juin 1941. (C. 13 mars 1947.) — Edifices du culte. Placement de vitraux peints. (C. 29 mai 1947.) — Expertises faites par les receveurs de l'enregistrement et des domaines pour le compte de fabriques d'église. Rétribution. (C. 18 décembre 1947.) CULTE CATHOLIQUE : ANNEXES. Suppression de l'annexe du B é g u i n a g e à Hasselt. (A. 30 décembre 1947.) CHAPELLENIE. Quartier de Herhout, à Tollembeek. Erection. (A. 14 août 1947.) — Erection de l'église-annexe de Koksijde-Baden, commune de Koksijde, en chapellenie ressortissant à la paroisse-succursale de cette commune. (A. 14 août 1947.) PAROISSE-SUCCURSALE. Paroisse-succursale du Bourgeois à Rixensart. Modifications aux circonscriptions. ( A . 7 juillet 1947.) — Chapellenie Saint-Joseph, à Mortsel. Erection. ( A . 14 août 1947.) — Modifications aux circonscriptions de la paroisse-succursale Notre-Dame, à Oolen. (A. 14 a o û t 1947.) — Chapellenie de Ezaart, à M o l . Erection. Circonscriptions. (A. 14 août 1947.) — Partie du territoire de la commune de Ruiselede, prise sur les circonscriptions de la paroisse Notre-Dame et de la paroisse-succursale Saint-Charles,- en cette commune. Erection. Modifications aux circonscriptions. (A. 14 août 1947.) — Partie nord-est de la commune de Nijlen. Erection. Circonscriptions. (A. 14 août 1947.) — L a chapellenie du quartier de la Station, à Mortsel. Erection. (A. 14 a o û t 1947.) L a chapellenie de Nieuw-SintTruiden, à Saint-Trond. Erection. ( A . 27 août 1947.) — L a chapellenie du quartier dénommé Ottomont, à Andrimont. Erection. (A. 27 a o û t 1947.) — Le quartier Den Hoorn, à Moerkerke. Erection. (A. 27 août 1947.) — Paroissesuccursale Sainte-Anne, à Baal. Modifications aux circonscriptions. (A. 12 novembre 1947.) — L a partie orientale du territoire de la ville de Tongres et de la paroisse Notre-Dame, en cette ville. Erection. ( A . 25 novembre 1947.) VICAIRES. Création d'une place de vicaire p r è s la paroisse-succursale du S a c r é Cceur-de-|ésus, à Jumet. ( A . 22 janvier 1947.) — Sppression d e ' l a place de vicaire p r è s la paroisse-succursale de Froidmont. (A. 22 janvier 1947.) — Création d'une seconde place de vicaire près la paroisse-succursale de PetitWasmes, à Wasmes. (A. 22 janvier 1947.) — Suppression de la place de vicaire p r è s la paroisse-succursale de Meslin-PEvêque. (A. 22 janvier 1947.) — Création d'une première place de vicaire p r è s la paroisse-succursale du S a c r é C œ u r , à Deurne. (A. 14 août 1947.) — Création d'une première place de vicaire p r è s la paroisse-succursale Saint-Joseph, à Oolen. ((A. 14 août 1947.) — Création d'une place de vicaire près la paroisse-succursale Notre-Dame, à Assebroek. (A. 14 a o û t 1947.) — Suppression d'une place de vicaire près la paroissesuccursale de Beerst. ( A . 14 août 1947.) — Créaton d'une place de vicaire p r è s la paroisse-succursale Notre-Dame, à L a Panne. (A. 14 a o û t 1947.) — Suppression de la seconde place de vicaire près la paroisse-succursale de Beselare. (A. 14 août 1947.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale de la Sainte-Famille, à Montegnée. .(A. 14 août 1947.) — Création d'une première place de vicaire p r è s la paroisse-succursale SaintGilles, à Grand-Bigard. (A. 14 a o û t 1947.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale Notre-Dame, à Hever. (A. 14 août 1947.) — Création d'une première place de vicaire p r è s la paroisse-succursale NotreDame, à Rhode-Saint-Genèse. (A. 14 août 1947.) — Création d'une seconde place de vicaire près la paroisse-succursale Saint-Clément, à Watermael, commune de Watermael-Boitsfort. ( A . 14 août 1947.) Création d'une première . place de vicaire près la paroisse-succursale Notre-Dame du Perpétuel Secours, à Beerse. (A. 14 août 1947.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale S a i n t - F r a n ç o i s d'Assise, a Braine-l'Alleud et Waterloo. (A. 14 a o û t 1947.) — Création d'une seconde place de vicaire p r è s la paroissesuccursale de la Sainte-Trinité, à Berchem-lez-Anvers. (A. 14 a o û t 1947.) — Création d'une première place de vicaire près la paroisse-succursale SaintPhilippe, à Schoten. (A. 14 août 1947.) — Création d'une seconde place de

m


253

vicaire près la paroisse-succursale Saint-Lamoert, à Grivegnee. (A. 14 août 1947.) — Création d'une seconde place de vicaire près la paroissesuccursale Sainte-Brigitte, à Koersel. (A. 14 août 1947.) — Création d'une première place de vicaire p r è s la paroisse-succursale Saint-Pierre, à Elen. (A. 14 août 1947.) — Suppression de la troisième place de vicaire près la paroisse Notre-Dame, à Ruiselede. — Création d'une troisième place de vicaire près la paroisse-succursale de la Sainte-Croix, à Sint-Kruislez-Bruges. (A. 12 novembre 1947.) — Suppression de la troisième place de vicaire près la paroisse Notre-Dame, à Tongres. (A. 25 novembre 1947.) C U R A T E U R . Désignation d'un curateur aux c o n d a m n é s du chef d'infraction contre la sûreté de l'Etat. (C. 23 avril 1947.)

D D E T E N T I O N P R E V E N T I V E . Contrôle de la détention préventive. C. 21 juin 1947.) D O N S E T L E G S . Association sans but lucratif. Etablissement d'utilité publique. Commission d'assistance publique. Ville. Legs. Legs au profit de la caisse des pauvres du bourgmestre. Défaut de compétence de l a commission d'assistance publique. (A. 18 janvier 1947.) — Université catholique de Louvain. Commission provinciale des fondations de bourses d'étude. Fabrique d'église. Legs. Legs d'un immeuble à une fabrique d'église pour servir de local d ' œ u v r e s paroissiales. Incompétence de la fabrique d'église. Legs nul. ( A . 3 février 1947.) — Commune. Commission d'assistance publique .Legs. P r i x de vertu au profit d'un pupille de la commission d'assistance publique. Compétence de cette dernière. Incompétence de la commune. (A. 19 mars 1947.) — Association sans but lucratif. Donation. Droit d'usage perpétuel au profit d'une personne civile. Réduit à trente ans. (A. 19 mars 1947.) — Legs au patrimoine propre de l'Université de Liège, en vue de la fondation de bourses d'études universitaires. Capacité de ce patrimoine. (A. 3 mai 1947.) — Fabrique d'église. Séminaire (Fondation de bourses d'étude). Legs. (A. 7 mai 1947.) — Association sans but lucratif. Fabrique d'église. Séminaire. Commission provinciale des fondations de bourses d'étude. Legs. (A. 13 juin 1947.) — Fabrique d'église. Legs. Location des biens ruraux légués. Droit de préférence au profit d'une personne déterminée. Non écrit. (A. 14 juillet 1947.) — Association sans but lucratif. Legs. Clause prescrivant la location et éventuellement la vente des immeubles légués. {A. 7 octobre 1947.) — Commission d'assistance publique. Commune. Legs. Obligation de vendre publiquement le mobilier. Désignation du notaire qui en est c h a r g é . Interdiction d'aliéner l'immeuble ou d'en céder la jouissance a un agent de l'établissement légataire. Simples vœux. Location de l'immeuble à un petit ménage, à l'exclusion de personnes nommément d é s i g n é e s ^ N o n écrit. (C. 17 octobre 1947.) — Fabrique d'église. Legs. Maison destinée au logement du vicaire de la paroisse. Simple vœu. (C. 12 novembre 1947.) — Commission d'assistance publique. Fabrique d'église. Legs. Desserte de l'hospice par des religieuses. Simple' v œ u . Service religieux à célébrer dans la chapelle de l'hospice. Admis. (A. 25 novembre 1947.) — Séminaire (Fondation de bourses d'étude). Legs. Désignation de l'établissement à fréquenter. Non écrit (A. 11 décembre 1947.)

F F O N D A T I O N S D E B O U R S E S D ' E T U D E . Fondation Lambinon (G.-M.-N.). Bourses d'étude! Nombre et montant. (A. 9 janvier 1947.) — Fondation Naveau (M.). Bourse d'étude. Montant. (A. 15 janvier 1947.) Fondation Van de Venne (G.). Bourse d'étude. Montant.
254

Table alphabétique. ]

J O U R N E E S D ' E N T R E T I E N . Maisons de refuge et dépôts de mendicité. P r i x d'entretien à payer à partir du 1" janvier 1947. (A. 19 mai 1947.) — Etablissements d'éducation et institutions publiques de l'Etat destinés aux mineurs. Coût de la journée d'entretien en 1947. (A. 15 octobre 1947.) J U R E S . Formation des listes de jurés pour l'année 1948. (C. 11 mars 1947.) L L E G I T I M A T I O N D E S E N F A N T S . Circulaire relative à la loi du 14 novembre 1947, déterminant les conditions dans lesquelles peuvent être légitimés les enfants dont les parents se sont trouvés, par suite de la guerre, dans l'impossibilité de contracter mariage. C. 15 décembre 1947.) N N A T I O N A L I T E . Circulaire concernant les arrêtés-lois du 1" janvier 1944, portant modification temporaire de la législation sur la nationalité, et du 27 février 1947, relatif aux déchéances de nationalité résultant de certaines condamnations prononcées par défaut et demeurées inexécutées sur la personne du condamné. (C. 1" juillet 1947.) N O T A R I A T . Transfert de résidence d'Eprave à Rochefort. (A. 8 mars 1947.) — Activité des clercs des notaires. Surveillance par les notaires. (C. 20 décembre 1947.) P P O L I C E D E S E T R A N G E R S . Etrangers. (C. 15 avril 1947.) — Délivrance par les bourgmestres d'un laissez-passer tenant lieu provisoirement de titre de séjour. (C. 25 avril 1947.) P R I S O N S . Instructions 13 mai 1947.)

accompagnant

la

formule

n°

68.

Modification.

(A.

P R I S O N S E T C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T . Condamnés pour infractions à la sûreté de l'Etat. Libération provisoire et condiitonnelle. Nouvelles directives. (C. 16 janvier 1947.) — Cantine. ((C. 25 et 29 janvier 1947.) — Cartes d'identité et de ravitaillement (C. 23 janvier 1947.) — Billet d'entrée n" 21. (C. 30 janvier 1947.) — Personnes agréées pour visiter les détenus. Indemnités de séjour. (C. 31 janvier 1947.) — Portion du produit du travail à remettre aux détenus. (A. 17 février 1947.) — Comptabilité morale. (C. 18 février 1947.) — Centre médico-chirurgical. (C. 19 février 1947.) — Honoraires des pharmaciens. (C. 20 février 1947.) — Etats annuels n " 195 et 247. (C. 21 février 1947.) — Détenus atteints de tuberculose.

255

Suppression d'un établissement. (C. 18 avril 1947.) — Habillement des détenus. (C. 19 avril 1947.) — Paiement par avances de fonds. (C. 21 avril 1947.) — Approvisionnement en combustible et bois d'allumage pour les fonctionnaires et agents bénéficiant du chauffage gratuit. (C. 28 avril 1947.) — Travaux de couture. Matériel à employer. ( C . 3 mai 1947.) — Exécution de travaux domestiques par des prévenus. Gratifications. (C. 12 mai 1947.) — Conférence du personnel. (C. 14 mai 1947.) — Emploi de la nouvelle orthographe de la langue néerlandaise. (C. 16 mai 1947.) — Organisation de centres d éducation professionnelle (C. E. P , S. R. T. T . ) . (C. 22 mai 1947.) — Organisation de 'centres d'éducation professionnelle S. R. R. T . (C. 23 mai 1947.) — Fournitures effectuées par l'office central des fournitures. (C. 31 mai 1947.) — Cantine. (C. 2 juin 1947.) — Evasions (C. 3 juin 1947.) — Libérations provisoires et conditionnelles. (C. 4 juin 1947.) — Achats effectués par le commissionnaire pour compte des détenus. (C. 5 juin 1947.) — Publications périodiques. {C. 20 juin 1947.) — Transfèrement par voiture ambulance. (C. 21 juin 1947.) — Tenue des écritures relatives aux opérations de la régie du travail pénitentiaire. (C. 25 juin 1947.) — Contrôle des visiteurs. (C. 25 juin 1947.) — Régime des condamnés à mort. (C. 26 juin 1947.) — Reconnaissance de dettes en devises étrangères. (C. 1 juillet 1947.) — Visites. C. 2 juillet 1947.) — Régime des condamnés à mort. (C. 1" août 1947.) — Dépenses pour achat de lunettes pour les détenus. (C. 4 août 1947.) — Travaux domestiques. (C. 4 août 1947.) — Achats de légumes et de fruits frais effectués pour l'alimentation des détenus et internés. (C. 5 août 1947.) — Publications périodiques. (C. 7 août 1947.) — Section spéciale pour récidivistes. (C. 9 août 1947.) — Règles concernant les factures n" 156 de la régie. (C. 14 août 1947.) — Personnel. Service d'été. (C. 18 a o û t 1947.) — Condamnés pour crimes et délits contre la sûreté extérieure de l'Etat. Application de la loi Lejeune. (C. 18 août 1947.) — Clôture des écritures de la régie au 31 août 1947. (C. 26 août 1947.) — Reclassement des condamnés. C . 27 août 1947.) — Mise au travail. (C. 28 août 1947.) — Publications, périodiques. (C. 4 septembre 1947.) — P r é p a r a t i o n de la tutelle des condamnés. (C. 12 septembre 1947.) — Examen des propositions de libération conditionnelle. (C. 13 septembre 1947.) — T r a n s f è r e m e n t des détenus. ( C . 18 septembre 1947.) — Suppression d'établissements. (C. 19 septembre 1947.) — P u b l i cations pénitentiaires. (C. 20 septembre 1947.) — Publications périodiques. (C. 22 septembre 1947.) — Imputation des internements. (C. 23 septembre 1947.) — Publications périodiques. (C. 24 septembre 1947.) — Rapports entre les avocats et les détenus. (C. 25 septembre 1947.) — Fonds du service social. (C. 29 septembre 1947.) — Pertes à l'occasion de transport par chemin de fer. (C. 30 septembre 1947.) — Correspondance des détenus. (C. 17 octobre 1947.) — Service d'orthopédie. (C. 19 octobre 1947.) — Fourniture de blocs éphemérides et d'agendas. (C. 20 octobre 1947.) — Mise au travail des détenus. (C. 24 octobre 1947.) — Interdiction légale. — Référés à l'administration centrale. (C. 27 octobre 1947.) — Mesures générales de sûreté. (C. 30 octobre 1947.) — Carte d'identité des détenus. ( C . 31 octobre 1947.) — Pécule de sortie. ( C . 7 novembre 1947.) — Libérations provisoires et conditionnelles. (C. 14 novembre 1947. — Procèsverbal de la conférence du personnel. (C. 16 novembre 1947.) — Travail pénitentiaire en dehors de l'enceinte des établissements. Octroi d'une somme forfaitaire à l'administration des prisons. (C. 24 novembre 1947.) — Publications périodiques. ( C . 26 novembre 1947.) — Suppression du quartier de femmes à la prison d'Ypres. (C. 28 novembre 1947.) — Approvisionnement en savon de toilette et savon de lessive. (C. 29' novembre 1947.) — Budget de l'exercice 1948. Ventilation des dépenses. (C. 3 décembre 1947.) — Correspondance des détenus. (C. 4 décembre 1947.) — Paiement de chèques payables en main propre. {C. 5 décembre 1947.) — Publications périodiques. (C. 8 décembre 1947.) — Habillement des surveillants. (A. 10 décembre 1947.) — Correspondance avec l'administration centrale. (C. 11 décembre 1947.) — Rapports journaliers. (C. 12 décembre 1947.) — Proposition de libération conditionnelle. (C. 15 décembre 1947.) — Travail des détenus. Rémunérations. (C. 23 décembre 1947.) — Remise de photographies aux détenus. (C. 24 décembre 1947.) — P r é p a r a t i o n de la tutelle des condamnés. (C. 27 décembre 1947.) — Etats n" 171 des gratifications accordées aux détenus. (C. 30 décembre 1947.) — Clôture des écritures de la régie au 31 décembre 1947. (C. 30 décembre 1947.) er

256


PRISONS, C E N T R E S D ' I N T E R N E M E N T , COLONIES D E BIENFAISANCE, E T A B L I S S E M E N T S D E D E F E N S E S O C I A L E . Régime alimentaire des détenus : œufs, fromage. (C. 31 mai 1947.) — Personnel. Consommation d'électricité et de gaz. ( C . 28 juin 1947.) — Personnel. — Consommation d'électricité et de gaz. (C. 2 août 1947.) R R A V I T A I L L E M E N T . Application des sanctions administratives dans la répression des infractions aux dispositions réglementaires sur le ravitaillement du pays. (C. 22 avril 1947.) • R E G I S T R E D U C O M M E R C E . Circulaire relative à certaines conditions d'immatriculation au registre du commerce. (C. 2 septembre 1947.) T T R I B U N A U X D E C O M M E R C E . Place de référendaire adjoint à Namur. Création. (A. 5 juin 1947.) T R I B U N A U X D E P R E M I E R E I N S T A N C E . Bruxelles. Rétablissement douzième place de juge d'instruction. (A. 10 mars 1947.)

de

la

ALPHABET1SCH

REGISTER 3>

B B E H E E R D E R G O E D E R E N . Personen die bij versfek door de krijgsraden veroordeeld zijn. Beheer van hun goederen. (O. 27 October 1947.)

C U R A T O R . Aanstelling van een curator over veroordeelden wegens misdrijf tegen de uitwendige veiligheid van de Staat. (O. 23 A p r i l 1947.)

E

E R E D I E N S T E N . Kerken- en pastorijen. T e volgen procédure voor het indienen der dossiers met het oog op het bekomen van Staatstoelagen. Nieuwe werken en herstel van oorlogsschade. Besluiten van 16 November 1946 en 30 Juni 1941. (O. 13 Maart 1947.) — Gebouwen van de eredienst. Plaatsing van geschilderde glasramen. (O. 29 M e i 1947.) — Schattingen gedaan door de ontvangers der registratie en domeinen ten behoeve van kerkfabrieken. Vergoeding. (O. 18 December 1947.) EREDIENST (KATHOLIEKE) : ANNEXE. Afschaffing van de annexe van het begijnhof te Hasselt. ( B . 30 December 1947.) HULPPAROCHIËN. Hulpparochie van Le Bourgeois, te Rixensart. W i j z i gingen aan gebieds omschrijvingen. ( B . 7 Juli 1947.) — De kapelanij van de Satie-wijk te Mortsel. Oprichting. ( B . 14 Augustus 1947.) — De kapelnij van de H . Jozef, te Mortsel. Oprichting. ( B . 14 Augustus 1947.) Wijzigingen aan de gebiedsomschrijving van de hulpparochie Onze-LieveVrouw, te Oolen. (B. 14 Augustus 1947.) — De kapelanij van Ezaart, te M o l . Oprichting. Gebiedsomschrijving. (B. 14 Augustus 1947.) — Het gedeelte van het grondgebied der gemeente Ruiselede, afgenomen van de gebiedsomschrijvingen der parochie van Onze-Lieve-Vrouw en der hulpparochie van de H . Carolus, aldaar. Oprichting. Grenswijzigingen. ( B . 14 Augustus 1947.) — Het Noord-Oostelijk gedeelte van de gemeente Nijlen. Oprichting. Gebiedsomschrijving. (B. 14 Augustus 1947.) — De kapelanij van de wijk genaamd Ottomont, te Andrimont. Oprichting. ( B . 27 Augustus 1947.) — De wijk Den Hoorn te Moerkerke. Oprichting. ( B . 27 Augustus 1947.) — De kapelanij van Nieuw-Sint-Truiden, te Sint-Truiden. Oprichting. (B. 27 Augustus 1947.) — Hulpparochie Sinte-Anna, te Baal. Wijzigingen aan gebiedsomschrijvingen. ( B . 12 November 1947.) — Het Oostelijk gedeelte van het grondgebied der stad Tongeren en van de parochie van Onze-Lieve-Vrouw, aldaar. Oprichting. (B. 25 November 1947.)

Alphabétiser! register.

258

X A P E L A N I J . De wijk Herhout, te Tollembeek. Oprichting. {B. 1 4 Augustus 1947.) — Oprichting van de bijkerk te Koksijde-Baden gemeente Koksijde, tôt kapelanij afhangende van de hulpparochie, aldaar. (B. 1 4 Augustus 1947.) ONDERPASTOORS. Afschaffing van de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Meslin-l'Evêque. (B. 2 2 Januari 1947.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Petit-Wasmes, te Wasmes. (B. 2 2 Januari 1947.) — Afschaffing van de plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Froidmont. (B. 2 2 lanuari 1947.) — Oprichting van een plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van het H . Hart van Jésus, te Jumet. (B. 2 2 Januari 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Petrus, te Eelen. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een tweede plaats van enderpastoor bij de hulpparochie van de H. Brigitta, te Koersel. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Lambertus, te G r i vegnée. (B. 1 4 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Philippus, te Schoten. (B. 1 4 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van het H . Hart, te Deurne. ( B . 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Jozef, te Oolen. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw, te Assebroek. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van eenn plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Beerst. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw, te De Panne. (B. 1 4 Augustus 1947.) — Afschaffing van de tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie Beselare. (B. 14 Augustus 1947. — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Familie, te Montegnée. (B. 1 4 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Sint-Gillis, te Groot-Bijgaarden. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw, te Hever. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw, te Sint-Genesius-Rode. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Clemens, te Watermaal, gemeente WatermaalBoschvoorde. (B. 1 4 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw van Gedurigen Bijstand, te Beerse. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een eerste plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Franciscus van Assisië, te Eigenbrakel en Waterloo. (B. 14 Augustus 1947.) — Oprichting van een tweede plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van de H . Drievuldigheid, te Berchem-bij-Antwerpen. (B. 14 Augustus 1947.) — Afschaffing van de derde plaats van onderpastoor bij de parochie van Onze-Lieve-Vrouw, te Ruiselede. — Oprichting van een derde plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van het H . Kruis, te Sint-Kruis-bij-Brugge. (B. 1 2 November 1947.) — Afschaffing van de derde plaats van onderpastoor bij de hulpparochie van Onze-Lieve-Vrouw, te Tongeren. (B. 2 5 November 1947.)

G

G E R E C H T E L I J K E B U L L E T I N S . Gerechtelijke bulletins die in België uitgesproken veroordelingen vermelden ten laste van vreemdelingen. Vertaling. Nationaliteit. Politiestraffen. (O. 2 3 September 1948.) G E T U I G S C H R I F T E N V A N E R F R E C H T . Zegelrecht. (O. 18 Maart 1947.) r

G E V A N G E N I S S E N . Onderrichtingen welke gevoegd zijn bij het formulier n 6 8 . Wijziging. (B. 1 3 Mei 1947.)

259

Alphabétiser! register.

G E V A N G E N I S S E N E N I N T E R N E R I N G S C E N T R A . — Veroordeelden wegens misdrijven tegen de veiligheid van de Staat. Voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstelling. Nieuwe richtlijnen. (O. 16 Januari 1947.) — Identiteits- en rantsoeneringskaarten. (O. 23 Januari 1947.) — Kantien. (O. 25 en 29 Januari 1947.) — Inkombewijs n 211. (O. 30 Januari 1947.) — Personen die de gedetineerden mogen bezoeken. Verblijfsvergoeding. O. 31 Januari 1947.) — Aan de gedetineerden te overhandigen gedeelte van de opbrengst van de arbeid. (B. 17 Februari 1947.) — Zedelijke rekendienst. (O. 18 Februari 1947.) — Heel- en geneeskundig centrum. (O. 19 Februari 1947.) — Honoraria van de apothekers. (O. 20 Februari 1947.) — Jaarlijkse staten n " 195 en 247. (O. 21 Februari 1947.) — Aan tering leidende gedetineerden. (O. 22 Februari 1947.) — Onderhorigen van het buitenland. Teruggave van de identiteitsstukken, enz. (O. 24 Februari 1947.) — Medisch onderzoek met het oog op de tewerkstelling in de koolmijnen. (O. 25 Februari 1947.) — Opheffing van een inrichting. (O. 26 Februari 1947.) Dienstorders. (O. 26 Februari 1947.) — Kantine. (O. 27 Februari 1947.) — Verloven van het bewaarderspersoneel. (O. 28 Februari 1947.) — Organisatie van de bewakingsdienst. (O. 1 Maart 1947.) — Voor rekening van de gedetineerden in bewaring gegeven voorwerpen. {O. 1 April 1947.) — Vergoedingsen aannemingstarieven. (O. 3 April 1947.) — Maand verslag n 250. (O. 4 April 1947.) — Bezoeken in bijzondere spreekkamer. (O. 10 April 1947.) — Maatregelen welke moeten getroffen worden om de invordering der facturen van de régie van de gevangenisarbeid te waarborgen (facturen opgesteld ten laste van private aannemers). (O. 10 April 1947.) — Abonnement op dagbladen en tijdschriften. (O. 11 April 1947.) — Morele boekhouding. (O. 16 April 1947.) — Afsluiting van het dienstjaar 1946. (O. 17 A p r i l 1947.) — Opheffing van een inrichting. (O. 18 April 1947.) — Kleeding van de gedetineerden. (O. 19 April 1947.) — Betaling door voorschotten. (O. 21 April 1947.) — Bevoorrading in brandstof en brandhout ten behoeve van de ambtenaren en beambten die het voordeel van de kosteloze verwarming genieten. (O. 28 April 1947.) — Naaiwerken. T e gebruiken materieel. (O. 3 Mei 1947.) — Uitvoering van huishoudelijke werken door beklaagden. Vergoedingen. (O. 12 Mei 1947.) — Conferentie van het personeel. (O. 14 Mei 1948.) — Gebruik van de nieuwe spelling. (O. 16 Mei 1947.) — Inrichting van vakopleidingscentrums i(V. O. C , D. W . R. V.). (O. 22 M e i 1947.) Inrichting van vakopleidingscentrums D. W . R. V . (O. 23 Mei 1947.) — Leveringen gedaan door het centraal bureau voor kantoorbehoeften. (O. 31 M e i 1947.) — Kantien. (O. 2 Juni 1947.) — Ontvulchtingen. (O. 3 Juni 1947.) — Voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstellingen. (O. 4 Juni 1947.) — Aankopen door de boodschapper gedaan voor rekening van de gedetineerden. (O. 5 Juni 1947.) — Tijdschriften. (O. 20 Juni 1947.) — Overbrenging per ambulantiewagen. (O. 21 Juni 1947.) — Toezicht op de bezoekers. (O. 25 Juni 1947.) — Het houden van de getuigschriften betreffende de verrichtingen van de régie van de gevangenisarbeid. (O. 25 Juni 1947.) — Régime van de terdoodveroordeelden. ( O . 26 Juni 1947.) — Schuldbekentenis in vreemde deviezen. (O. 1 Juli 1947.) — Bezoeken. (O. 2 Juli 1947.) — Régime van de terdoodveroordeelden. (O. 1 Augustus 1947.) — Huishoudelijke werken. (O. 4 Augustus 1947.) — Uitgaven voor de aankoop van brillen voor de gedetineerden. (O. 4 Augustus 1947.) — Aangekochte verse groenten en vers fruit voor de voeding van de gedetineerden en geïnterneerden. (O. 5 Augustus 1947.) — Tijdschriften. (O. 7 Augustus 1947.) — Bijzondere afdeling voor recidivisten. (O. 9 Augustus 1947.) — Regels betreffende de facturen n 156 van de régie. (O. 14 Augustus 1947.) — Personeel. Zomerdienst. (O. 18 Augustus 1947.) — Veroordeelden wegens misdaden en wanr

r

r

260

Alphabetisch register. bedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat. Toepassing van de wet Lejeune. (O. 18 Augustus 1947.) — Afsluiting van de geschriften der régie op 31 Augustus 1947. (O. 26 Augustus 1947.) — Herclassering van de veroordeelden. (O. 27 Augustus 1947.) — Tewerkstelling. (O. 28 Augustus 1947.) — Tijdschriften. (O. 4 September 1947.) — Voorbereiding van de voogdij over de veroordeelden. (O. 12 September 1947.) — Onderzoek van de voorstellen tôt voorwaardelijke invrijheidstelling. (O. 13 September 1947.) — Overbrenging. van de gedetineerden. (O. 18 September 1947.) — Opheffing van gestichten. (O. 19 September 1947.) — Pénitentiaire tijdschriften. (O. 20 September 1947.) — Tijdschriften. (O. 22 September 1947.) — Afrekening der interneringen. (O. 23 September 1947.) — Tijdschriften. (O. 24 September 1948.) — Betrekkingen tussen de advokaten en de gedetineerden. (O. 25 September 1948.) — Fonds van de sociale dienst. (O. 29 September 1947.) — Verlies bij het vervoer per spoor. (O. 30 September 1947.) — Briefwisseling der gedetineerden. (O. 17 October 1947.) — Orthopedische dienst. (O. 19 October 1947.) — Leveringen van scheurblokken en agenda's. (O. 20 October 1947.) — Tewerkstelling van de gedetineerden. (O. 24 October 1947.) — Wettelijke ontzetting. Verzoeken en inlichtingen bij het hoofdbestuur. '(O. 27 October 1947.) — Algemene veiligheidsmaatregelen. (O. 30 October 1947.) — Identiteitskaart van de gedetineerden. (O. 31 October 1947.) — Uitgangsgeld. (O. 7 November 1947.) — Proces-verbaal der conferentie van het personeel. (O. 16 November 1947.) — Voorlopige en voorwaardelijke invrijheidstellingen. (O. 14 November 1947.) — Gevangenisarbeid buiten de omheining van de strafinrichtingen. Toekenning van een forfaitaire som aan het bestuur der gevangenissen. (O. 24 November 1947.) •— Tijdschriften. (O. 26 November 1947.) — Opheffing van het vrouwenkwartier van de gevangenis te leper. O. 28 November 1947.) Bevoorrading in toiletzeep en waszeep. (O. 29 November 1947.) — Begroting van het dienstjaar 1947. Verdeling van de uitgaven. (O. 3 December 1947.) — Briefwisseling van de gedetineerden. (O. 4 December 1947.) — Betaling van een « eigenhandig te betalen » check. (O. 5 December 1947. — Tijdschriften. (O. 8 December 1947.) — Kleding van de bewaarders. (B. 10 December 1947.) — Briefwisseling met het hoofdbestuur. (O. 11 December 1947.) — Dagverslagen. (O. 12 December 1947.) — Voorstellen t ô t voorwaardelijke invrijheidsteling. (O. 15 December 1947.) — Tewerkstelling van gedetineerden. Vergoedingen. (O. 23 December 1947.) — Overhandigen van foto's aan de gedetineerden. (O. 24 December 1947.) — Voorbereiding van de voogdij over de veroordeelden. (O. 27 December 1947.) — Staten n 171 van de aan de gedetineerden toegekende vergoedingen. (O. 30 December 1947.) — Afsluiting van de geschriften der régie op 31 December 1947. ( O . 30 December 1947.) r

GEVANGENISSEN, INTERNERINGSCENTRA, WELDADIGHEIDSKOLON1EN, G E S T I C H T E N T O T B E S C H E R M I N G V A N D E M A A T S C H A P P I J . Voedingsregiem van de gedetineerden : eieren, kaas. (O. 31 M e i 1947.) — Personeel. Verbruik van electriciteit en gas. (O. 28 Juni 1947.) — Personeel. Verbruik van electriciteit en gas. (O. 2 Augustus 1947.) G E Z W O R E N E N . Samenstelling van de lijsten der gezworenen voor het jaar 1948. (O. 11 M a a r t 1947.) G I F T E N E N L E G A T E N . Vereeniging zonder winstoogmerken. Inrichting van openbaar nut. Commissie van openbaren onderstand. Stad. Legaten. Legaat ten behoeve van de armenkas van de burgemeester. Onbevoegdheid van de commissie van openbaren onderstand. (B. 18 Januari 1947.) — Katholieke

Alphabétise"! register.

261

Universiteit van Leuven. Provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen. Kerkfabriek. Legaten. Legaat van een onroerend goed aan een kerkfabriek, om te dienen voor lokaal van parochiale werken. Onbevoegdheid der kerkfabriek. Nietig legaat. (B. 3 Februari 1947.) — Gemeente. Commissie van openbaren onderstand. Legaten. Prijs van deugdzaamheid gesticht ten behoeve van een pleegkind van de commissie van openbaren onderstand. Bevoegdheid van deze laatste. Onbevoegdheid van de gemeente. (B. 19 Maart 1947.) — Vereniging zonder winstgevend doel. Schenking. Eeuwigdurend recht van gebruik ten behoeve van een rechtspersoon. Verminderd op dertig jaren. (B. 19 Maart 1947.) — Legaat aan het eigen vermogen der Universiteit Luik met het oog op het stichten van studiebeurzen voor hooger onderwijs. Bevoegdheid van dit eigen vermogen. (B. 3 M e i 1947.) — Kerkfabriek. Seminarie (studiebeursstichting). Legaten. ( B . 7 M e i 1947.) — Vereniging zonder winstoogmerken. Kerkfabriek. Seminarie. Provinciale commissie voor studiebeurzenstichtingen. Legaten. (B. 13 Juni 1947.) — Kerkfabriek. Legaten. V e r huring van de vermaakte landeigendommen. Recht van voorkeur ten behoeve van een bepaald persoon. Niet geschreven. (B. 14 Juli 1947.) — Verenigingen zonder winstoogmerken. Legaten. Beding waarbij de verhuring en eventueel de verkoop van de vermaakte onroerende goederen voorgeschreven worden. Niet geschreven. (B. 7 October 1947.) — Commissie van openbare onderstand. Gemeente. Legaten. Verplichting het meubilair openbaar te verkopen. A a n duiding van de notaris die ermede belast is. Verbod het onroerend goed te vervreemden of het genot ervan aan een agent van de erfgemaakte instelling af te staan. Eenvoudige wensen. Verhuring van het onroerend goed aan een klein gezin met name vermelde persoon. Niet geschreven. ( B . 17 October 1947.) — Kerkfabriek. Legaat. Huis bestemd tôt woongelegenheid voor de onderpastoor van de parochie. Eenvoudige wens. (B. 12 November 1947.) — Commissie van openbaren onderstand. Kerkfabriek. Legaten. Bediening van het oudmannenhuis door kloosterzusters. Eenvoudige wens. Kerkdiensten te celebreren in het oudeliedenhuis. Aangenomen. (B. 25 November 1947.) — Seminarie (stichting van studiebeurzen). Legaten. Aanduiding van de te bezoeken onderwijsinrichting. Niet geschreven. (O. 11 December 1947.)

H H A N D E L S R E G 1 S T E R . Omzendbrief betreffende sommige voorwaarden vastgesteld met het oog op de inschrijving in het handelsregister. (O. 2 September 1947.) H A N E N G E V E C H T E N . Bestraffing. (O. 26 Maart 1948.) H U U R O V E R E E N K O M S T E N . Besluitwet van 19 Februari 1947. Schorsing van de uitzettingen. (O. 27 Maart 1947.) — Besluitwet van 19 Februari 1947. (O. 15 April 1947.) K K R A N K Z I N N I G E N . Vergoeding voor verblijfkosten van de personen belast met het vervoer van de behoeftige krankzinnigen. (O. 16 October 1947.) KRANKZINNIGENGESTICHTEN. Afdelingen voor aan teringlijdende geesteszieken. Voorwaarden waaraan dient voldaan. (O. 6 Maart 1947.) KRANKZINNIGENGESTICHTEN E N GESTICHTEN VOOR ABNORMALE K 1 N D E R E N . Uitgaven voor aankoopen van dure geneesmiddelen. O. 9 Januari 1947.)

262

Alphabétiser-, register. N

N A T I O N A L I T E I T . Omzendbrief betreffende de besluitwetten var, 1 Juni 1944, houdende tijdelijke wijziging van de wetgeving op de nationaliteit, en van 27 Februari 1947, betreffende het verval van nationaliteit dat voortvloeit uit sommige veroordelingen welke bij verstek worden uitgesproken en op de persoon van de veroordeelde niet werden uitgevoerd. (O. 1 Juli 1947.) N O T A R I A A T . — Overbrenging van de standplaats Eprave naar Rochefort. (B. 8 Maart 1947.) — Bedrijvigheid van de notarisklerken. Toezicht door d é notarissen. (O. 20 December 1947.) N O T A R I E L E A K T E N . Verplichtende vermelding van de voorwaarden wat de kosten betreft. (O. 26 November 1947.)

P -r--»q PRIJS V A N H E T O N D E R H O U D P E R D A G . Toevluchtshuizen en bedelaarsgestichten. Prijs van het onderhoud per dag van 1 Januari 1947. (B. 19 M e i 1947.) — Rijksopvoedingsgestichten en openbaar Rijksinstellingen voor minderjarigen. Prijs van het onderhoud per dag gedurende het jaar 1947. (B. 15 October 1947.) R R A V I T A I L L E E R I N G . — Toepassing van administratieve sancties bij de bestraf• fing van de misdrijven tegen de réglementaire bepalingen in zake s' lands ravitaillering. (O. 22 A p r i l 1947.) R E C H T B A N K E N V A N E E R S T E N A A N L E G . Brussel. Wederoprichting van een twaalfde plaats van onderzoeksrechter. (B. 10 Maart 1947.) R E C H T B A N K E N V A N K O O P H A N D E L . Plaats van adjunct-referendaris te Namen. Oprichting. (B. 5 Juni 1947.) S S T R A F B O E T E N . Verhoging met decimen van de strafboeten. (O. 7 Mei 1947.) *

S T R A F R E G I S T E R . Epuratie in zake burgertrouw. Ontzetting van de burgerlijke en politieke rechten bij toepassing van de besluitwet van 29 September 1945. (O. 21 Januari 1947.) — Inlichtingsbulletins. Onderrichtingen aan de gemeentebesturen. Toepassing van de amnestie-besluitwet van 2 September 1945 en van de besluitwet van 19 September 1945 op de epuratie in zake burgertrouw. (O. 9 September 1947.) S T U D I E B E U R Z E N S T I C H T I N G E N . Stichting Lambinon (G.-N.-M.). Studiebeurzen. Aantal en bedrag. (B. 9 januari 1947.) — Stichting V a n de Venne (p.). Studiebeurs. Bedrag. ( B . 15 januari 1947.) — Stichting Naveau (M.). Studiebeurs. Bedrag. (B. 15 januari 1947.) — Stichting Renardi (W.). Studiebeurzen. Aantal en bedrag. (B. 15 Januari 1947.) — Stichting Huyn van Amstenraedt. Studiebeurs. Bedrag. (O. 24 Januari 1947.) Stichting Dufour. Studiebeurzen. Machtiging ( B . 7 Mei 1947).

Alphabetisch register.

263

V VOORARREST. Contrôle over de préventive sancties. (O. 21 Juni 1947.) VREEMDEL1NGEN POL1T1E. Vreemdelingen. (O. 15 April 1947.) — Aflevering door de burgemeesters van een vrijgeleide voorlopig geldend als verblijfstitei. (O. 25 Apriri947.) W WETTIGING V A N K1NDEREN. Omzendbrief betreffende de wet van 14 November 1947 tôt bepaling van de voorwaarden waaronder de kinderen, wier ouders, tengevolge van de oorlog, geen huwelijk konden aangaan, kunnen gewettigd worden. (O. 15 December 1947.)

MINISTERIE VAN JUSTITIE UITGEGEVEN

Recommend Documents