Kabinet van de ViceEerste Minister en Minister van Begroting, Mobiliteit, Institutionele Her vormingen en de Noordzee Koningsstraat 180, 1000 Brussel Tel. 02210 19 11 Fax 02217 33 28
[email protected]
Persnota : begroting 2008 – dinsdag 26 februari ’08
Schema: 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Macroeconomische omgeving Overzicht gezamenlijke overheid Uitgangssituatie opmaak 2008 Begroting 2008 in vijf hoofdlijnen: a. Uitgangspositie b. Klimaat en energie c. Activering, werk en sociale zekerheid d. Veiligheid en justitie e. Koopkracht
1. Inleiding Deze regering stelde zich in haar regeerprogramma als doelstelling een begroting in evenwicht voor 2008 op te stellen. Ondanks tegenvallende economische parameters is de regering hierin geslaagd, dankzij een strakke begrotingsdiscipline en een begroting met duidelijke keuzes.
2. Mac roeconomische omgeving Een begroting is gebaseerd op hypotheses betreffende de evolutie van een aantal macro economische variabelen. Veranderingen binnen dit macroeconomisch kader kunnen een aanzienlijke impact hebben op het begrotingsresultaat. Daarom wordt hier een overzicht gegeven van de belangrijkste parameters die werden gebruikt bij de opmaak van deze begroting.
1
Tabel 1: Macroeconomische gegevens (Evolutie in % tenzij anders vermeld)
Reële BBPgroei Nominaal BBP (mia €) Index consumptieprijzen Gezondheidsindex Evolutie werkgelegenheid (duizendtallen) Werkgelegenheidsgraad (in %) Werkloosheidsgraad (in%) Interestvoet (3 maand) Interestvoet (10 jaar)
2007 2,7 330,5 1,8 1,8 68,1 62,5 7,6 4,3 4,3
2008 1,9 345,5 3,0 2,8 46,6 63,7 7,3 4,3 4,4
De economie in de wereld Na een sterke groei in het derde kwartaal, is de groei van de wereldeconomie naar het einde van 2007 sterk vertraagd. Dit liep voor een deel samen met de verscherping van de kredietcrisis in de VS en de reactie van de beursmarkten op de toenemende onzekerheid. De groeivertraging was dan ook duidelijk te merken in de Amerikaanse economie en minder uitgesproken in Europa. De nieuwe economieën, met China en India voorop konden, ondanks een vertraging in de groei van hun exportmarkten toch hun sterke groeiprestatie verder zetten. Het IMF raamt voor 2007 de groei van de wereldeconomie op 4,9%. Het IMF heeft in een update van zijn world economic outlook begin januari zijn groeiverwachtingen voor de wereldeconomie aanzienlijk naar beneden aangepast. De groei zou in 2008 een 4,1% bedragen. Deze groeiprestatie komt vooral op rekening van de nieuwe economieën, voor de VS wordt uitgegaan van een groei van 1,5% en voor Europa van 1,3%. De economie in Europa Net als in de VS vertraagde ook in Europa de groei in het vierde kwartaal van 2007 onder de impact van strengere kredietvoorwaarden, de groeivertraging in de VS en hoge prijzen voor olieproducten en verbruiksgoederen. De economische groei in de eurozone, die in 2006 nog 2,8% bedroeg, is in 2007 lichtjes teruggelopen tot 2,7%. Net als de voorgaande jaren was de groei voornamelijk gesteund op een sterke binnenlandse vraag. Vooral de bedrijfsinvesteringen presteerden sterk. De activiteit in de woningbouw kende daarentegen een sterke terugval en ook de private consumptie groeide minder snel dan in 2006. De minder gunstige omgevingsfactoren zullen ook in 2008 op de economische activiteit wegen. De Europese Commissie schat de groei voor de Europese Unie nu in op 2% en op 1,8% voor de eurozone. De Belgische economie Ondanks een lichte vertraging in de loop van het jaar tekende de Belgische economie in 2007 met een geraamde groei van 2,7% opnieuw voor een sterke prestatie. De economie bleef veerkrachtig ondanks belangrijke schokken, zoals de appreciatie van de euro, stijgende prijzen voor de verbruiksgoederen en de problemen op de financiële markten. De bedrijfsinvesteringen bleven samen met de particuliere consumptie de belangrijkste groeimotor van de BBPgroei.
2
In lijn met de slechtere vooruitzichten voor de internationale economie gaat het INR ook voor België uit van een aanzienlijke groeivertraging in 2008. In de Economische Begroting van 11 januari wordt de BBPgroei geraamd op 1,9%. Zowel onder de impact van de particuliere consumptie als van de bedrijfsinvesteringen zou de dynamiek van de binnenlandse vraag aanzienlijk vertragen. Het overschot op de lopende rekening daalt in 2008 tot 2,5% van het BBP (tov. 2,9% in 2007). De uitvoergroei blijft weliswaar op peil (+4,5%), maar de invoer stijgt sterker. De aangekondigde groeivertraging wordt ook weerspiegeld in de door de Nationale Bank uitgevoerde conjunctuur en consumentenenquête. Al voeden de resultaten van de enquêtes van februari het vermoeden dat de groeivertraging van korte duur kan zijn. Het ondernemersvertrouwen ging er in februari voor de tweede opeenvolgende maand op vooruit. De afgevlakte curve, die met een vertraging van enkele maanden het fundamentele verloop van de conjunctuur weergeeft, blijft neerwaarts gericht. De indicator van het consumentenvertrouwen is, na een lichte terugval in januari, in februari opnieuw gestegen.
3
Inflatie De inflatie gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen zou na een relatief beperkte toename in 2007 (+1,8% voor de consumptieprijsindex), in 2008 toenemen met 3%, de gezondheidsindex met 2,8%. De belangrijkste oorzaak voor deze evolutie is de stijging van de olieprijs, wat onder andere resulteert in een sterke verhoging van de binnenlandse energieprijzen. De hoge inflatie resulteert in een dubbele indexering van de sociale uitkeringen en de ambtenarenweddes in 2008. Een eerste indexering vond plaats in januari en februari, als gevolg van de overschrijding van de spilindex in december 2007. Het Planbureau verwacht een tweede overschrijding van de spilindex in april of mei 2008.
4
Tewerkstelling De werkgelegenheidsvooruitzichten voor het jaar 2008 blijven betrekkelijk solide. In de economische begroting wordt uitgegaan van een werkgelegenheidstoename van 46.600 personen, wat hoger is dan de toename van de beroepsbevolking. De werkloosheid zou dan ook verder teruglopen met 21.600 eenheden. De werkloosheidsgraad (volgens de Eurostat definitie) zou afnemen tot 7,3%. De werkgelegenheidsgraad zou verder toenemen tot 63,7% in 2008. Interesthypothesen Voor de raming van de interestlasten baseert de administratie van de Thesaurie zich, zoals gebruikelijk, op de forward rates zoals ze worden gevormd op de financiële markten. Voor 2008 wordt de kortetermijnrente (schatkistcertificaten met een looptijd van drie maanden) geraamd op 4,28%. De langetermijnrentevoet (OLO’s met een looptijd van 10 jaar) wordt geraamd op 4,41%.
5
3. Overzicht gezamenlijke overheid Het saldo van de gezamenlijke overheid is de optelsom van de saldi van de verschillende entiteiten, m.n. de federale overheid, sociale zekerheid, gemeenschappen en gewesten, lokale overheden. Voor de lokale overheden werd rekening gehouden met de doelstelling opgenomen in het meest recente stabiliteitsprogramma van november 2006. Met de gemeenschappen en gewesten werden enkele afspraken gemaakt om de grote overschotten die door hen de voorbije jaren werden gerealiseerd, ook dit jaar – weliswaar in mindere mate – te realiseren.
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Primair saldo
6,7
7,0
5,7
5,3
4,7
1,9
4,3
3,7
3,6
Entiteit I
6,3
5,8
5,6
4,9
4,3
1,5
4,1
3,2
3,1
5,8 0,6
5,2 0,7
5,2 0,5
5,3 0,3
4,3 0,1
1,6 0,0
3,9 0,3
2,8 0,5
2,9 0,3
In % BBP
Federale overheid Sociale zekerheid
0,5
1,2
0,1
0,4
0,5
0,5
0,2
0,5
0,5
Gemeenschappen & Gewesten
0,5
1,1
0,1
0,3
0,4
0,4
0,3
0,4
0,2
Lokale overheden
0,1
0,2
0,0
0,2
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
Vorderingensaldo
0,1
0,6
0,0
0,0
0,0
2,3
0,4
0,1
0,0
Entiteit II
Entiteit I Federale overheid Sociale zekerheid
Entiteit II
0,1
0,1
0,3
0,1
0,1
2,4
0,4
0,4
0,3
0,4 0,5
0,8 0,7
0,2 0,5
0,3 0,3
0,1 0,1
2,4 0,0
0,1 0,3
0,9 0,5
0,6
0,0
0,7
0,3
0,1
0,1
0,1
0,0
0,3
0,3 0,3
Gemeenschappen & Gewesten
0,2
0,8
0,1
0,0
0,2
0,3
0,2
0,3
0,2
Lokale overheden
0,3
0,1
0,2
0,1
0,2
0,1
0,2
0,0
0,1
107,8
106,5
103,4
98,6
94,2
92,2
88,2
85,1
82,0
1,0
3,0
1,7
2,8
2,7
1,9
Schuldgraad
Reële BBPgroei 3,7 0,8 1,5 Bron: Voor 2000 2006 : INR; 2007 : jaarverslag NBB; 2008 : cijfers regering,
6
4. Uitgangssituatie opmaak 2008 De begrotingsopmaak 2008 startte met enkele handicaps: de inflatie is relatief hoog, de groei van het bbp relatief laag, stijgende vergrijzingsuitgaven en een toename van de afdrachten van ontvangsten aan andere overheden. De totale ontvangsten nemen toe met 6 %, stijgen de afdrachten met 6,3 %. De rijksmiddelen nemen slechts toe met 5,8 %. De totale primaire uitgaven nemen in reële termen toe met 1,37 %. Dit is quasi volledig te wijten aan een sterke toename van de vergrijzingsuitgaven met reëel 2,47 %. De niet vergrijzingsuitgaven stijgen met slechts 0,37 %.
Fiscale ontvangsten Niet fiscale ontvangsten Overdrachten Fiscale ontvangsten (rijksmiddelen) Niet fiscale ontvangsten (rijksmiddelen) Primaire uitgaven Rentelasten Overgangscorrecties Vorderingensaldo federale overheid Begrotingssaldo sociale zekerheidwerknemers Begrotingssaldo sociale zekerheidzelfstandigen Overgangscorrecties Vorderingensaldo soc iale zekerheid VORDERINGENSALDO ENTITEIT I Vorderingensaldo lokale overheden Vorderingensaldo gewesten en gemeenschappen VORDERINGENSALDO ENTITEIT II VORDERINGENSALDO VAN DE GEZAMENLIJK E OVERHEID
7
2007
2008
2007
2008
(in miljarden euro)
(in miljarden euro)
(in % BBP)
(in % BBP)
90,8 2,8 50,1 40,8 2,7 32,3 12,1 2,1 3,1 1,0 0,2 0,6 1,8 1,8 0,0 0,8 0,9
96,5 2,7 53,3 43,3 2,7 34,0 12,2 1,8 2,1 0,2 0,0 1,0 1,2 0,9 0,3 0,5 0,9
27,5 0,8 15,2 12,3 0,8 9,8 3,7 0,6 0,9 0,3 0,1 0,2 0,5 0,5 0,0 0,3 0,3
27,9 0,8 15,4 12,5 0,8 9,8 3,5 0,5 0,6 0,1 0,0 0,3 0,3 0,3 0,1 0,2 0,3
0,4
0,0
0,1
0,0
5. Begroting 2008 in vijf hoofdlijnen a. Krachtlijnen van het begrotingsbeleid 1. Zuinige overheid De begroting 2008 toont een uiterst zuinig uitgavenbeleid van de federale overheid. De primaire uitgaven van de federale overheidsdiensten, exclusief de zgn. vergrijzingsuitgaven, stijgen in reële termen met amper 0,37 %. Ondanks het budgettair zeer strakke kader, werden duidelijke politieke keuzes gemaakt. De sterkste groeiers binnen de federale begroting zijn de veiligheidsdepartementen (justitie, binnenlandse zaken en federale politie), ontwikkelingssamenwerking en mobiliteit. Alle uitgaven van de federale overheid, inclusief de vergrijzingskosten, nemen toe in reële termen met 1,37%. Deze groei is lager dan de groei van het bbp, geschat op 1,9%. De federale overheid slankt dus af. 2. Verdere daling van de schuldgraad De schuld bedroeg in 2007 nog 85,1% van het bbp. In 2008 wordt deze verder afgebouwd tot 82% van het bbp. Dit heeft ook een impact op de intrestlasten. Terwijl in 2007 nog ongeveer 13,5 miljard euro intrestlasten werden betaald, kan dat in 2008 dalen tot ongeveer 12,5 miljard euro. 3. Evolutie impliciete schuld Belangrijk is ook de benadering van de impliciete schuld. Impliciete schuld wordt opgebouwd door het onderdrukken van betalingskredieten terwijl de juridische verbintenissen middels vastleggingskredieten wel genomen kunnen worden. In 2008 verlaten we dit ankerprincipe. T.a.v. de departementen geldt “what you see is what you get”. De departementen hoeven niet zoals de voorgaande jaren structureel minder uit te geven dan waartoe ze zich volgens de begroting kunnen engageren. Dit kon immers in het verleden leiden tot uitstel van betaling van facturen. 4. One shots One shots blijken onvermijdelijk in een uitzonderlijk jaar waar de impact van de structurele maatregelen in een begroting slechts maximaal een half jaar hun effect kunnen hebben. T.a.v. de zog. ‘one shots’ golden twee strikte principes: er mocht geen sprake zijn van vermogensverarming, d.w.z. geen kapitaal afstoten om lopende uitgaven te dekken; er mocht geen sprake zijn van een recurrente kost in de volgende begrotingsjaren. De regering is erin geslaagd de onvermijdelijke one shots in een begroting op deze manier te benaderen. De hergroepering van het FSI binnen de sector van de overheid is een voorbeeld van verstandige one shot. De financiële constructie rond het FSI, hoewel op zich valabel in het licht van het dispuut met Eurostat rond de NMBSschuldovername, kostte de overheid in ESRtermen meer dan een loutere toepassing van de regels inzake consolidatie door Europa opgelegd. Het terugschroeven van deze constructie levert een recurrente opbrengst op van ca. 200 miljoen euro. Inzake de gebouwen zijn valorisaties van onroerende goederen mogelijk binnen een strikt kader en onder precieze voorwaarden: bij desaffectie van een goed (anders gezegd, als het goed niet meer nodig is);
8
door te besparen op de ruimte die nodig is (informatisering van archieven, telewerk, dynamic office, op middellange termijn de pensionering van ambtenaren,…); uitvoering van een protocol tussen federale politie en regie der gebouwen om een oplossing te vinden voor de vroegere rijkswachterswoningen.
b. Klimaat en energie België moet in de eerste plaats zijn internationale verplichtingen onder het Protocol van Kyoto nakomen. De federale overheid heeft hierin een belangrijke rol te spelen. 2008 betekent de start van de eerste Kyotoperiode. In deze context wordt het “Kyotofonds” – dit is het begrotingsfonds voor de financiering van het federale beleid ter reductie van de emissies van broeikasgassen – versterkt. Deze uitbreiding biedt ook meer kansen voor communicatie met en sensibilisatie van de burger omtrent energiezuinig gedrag. Het betalingskrediet van het fonds wordt opgetrokken van 2 miljoen naar 3, 7 miljoen euro. Duurzaam of energiezuinig gedrag is een opdracht van iedereen: gezinnen, bedrijven en niet het minst van de overheid zelf. De federale overheid wil dan ook het goede voorbeeld geven. De federale overheidsgebouwen bieden een groot potentieel van besparing. In deze context wordt FEDESCO budgettair versterkt. FEDESCO prefinanciert via het principe van derde investeerder energiebesparende investeringen door de federale overheidsdiensten. Het betalingskrediet wordt in de begroting 2008 opgetrokken tot 2, 9 miljoen euro, een vertienvoudiging van het budget in 2007. Ecologie en economie moeten hand in hand gaan. Voor de bedrijven is het reduceren van hun broeikasgasemissies een uitdagende opdracht. Voor de periode 20082012 leveren de Belgische bedrijven een extra inspanning. In deze context wordt beslist de federale heffing op de gratis emissierechten voor de bedrijven op te heffen. Over de periode 20082012 betekent dat een verlaging van de belastingdruk van 30 miljoen euro op voor de bedrijven. Voor de staatskas komt dat neer op een minderontvangst van 6 miljoen euro per jaar. Het garanderen van de bevoorradingszekerheid van energie is een van de speerpunten van een energiebeleid voor de toekomst. In deze optiek voorziet de begroting in een budget van 400.000 euro voor “prospectieve studies” inzake de bevoorradingszekerheid van elektriciteit en aardgas, alsook inzake de te verwachten energievraag. Inzake de kerncentrales, zal er met de sector in overleg worden getreden om een bijdrage van 250 miljoen Euro te bekomen . Dit zal gebeuren in het kader van een globaal akkoord, gericht op het versterken van de concurrentie in het belang van de consument en de industrie , het op peil houden van de productiecapaciteit in België, het veilig stellen van de bevoorrading van ons land via een voldoende gediversifieerde energiemix en de doelstellingen van de Europese Commissie inzake hernieuwbare energie en de CO2 emissie .
c. Activering, werk en sociale zekerheid Activering en werk In 2007 werden volgens het recente verslag van de Nationale Bank 71.000 jobs gecreëerd. In 2008 wordt volgens de economische begroting een verdere aangroei van de werkgelegenheid met 46.600 bij een matige economische groei van 1,9% verwacht. We kunnen dus stellen dat de werkgelegenheidscreatie in ons land op een hoog peil blijft en voorlopig niet wordt aangetast door de internationale economische problemen. Een evaluatie van de nieuwe procedure ter evaluatie van het zoekgedrag naar werk leverde beter dan verhoopte resultaten op. In maart zal dit uitmonden in een eindverslag. Ondertussen is
9
al duidelijk dat de loutere voortzetting van de procedure ter evaluatie van het zoekgedrag 12.300 extra werkzoekenden aan een job zal helpen. Deze groei werd nog niet meegerekend in de ramingen van het Planbureau en komen er dus bovenop. De regering maakt bovendien een enveloppe van 33 miljoen euro vrij om het activeringsbeleid te versterken. Dit bedrag zal integraal besteed worden aan de strijd tegen de werkloosheidsvallen, bijvoorbeeld door de optrekking van de werkbonus, en aan de versterking van de regionale mobiliteit. Hiervoor werd aan de sociale partners in de RVA gevraagd een advies uit te werken. Daarnaast wordt het samenwerkingsakkoord van2004 inzake begeleiding van werkzoekenden geactualiseerd met het oog op een versterkte aanpak o.m. via een harmonisering van de oproepingstermijn tussen de RVA en de regionale arbeidsbemiddelingsbureaus. Deze inspanningen leveren op hun beurt ongeveer 2.700 extra werkenden op. De totale extra tewerkstelling van 15.000 werknemers ten gevolge van alle activeringsmaatregelen, heeft uiteraard een positief effect op de begroting. Er moeten immers minder uitkeringen worden betaald, terwijl er anderzijds meer belastingen en sociale bijdragen worden geïnd. In totaal zorgt de activering voor 286 miljoen extra inkomsten. Om werken verder aan te moedigen, komen de nietreccurente prestatiegebonden voordelen op kruissnelheid. Hierdoor kunnen werknemers een belastingvrije bonus van maximaal 2.200 euro ontvangen. Werkgevers betalen hierop enkel een bijdrage van 33% en kunnen de gehele som aftrekken van de vennootschapsbelasting. Door de prijsstijging van de dienstencheques met 0,3 euro, kan ook de koopkracht van de dienstenchequewerknemers erop vooruitgaan. 0,22 euro van de prijsstijging komt immers ten goede aan de dienstenchequebedrijven, die daarmee de lonen van hun werknemers kunnen laten stijgen. Ook vanuit de RVA is er goed nieuws: enerzijds dalen de uitgaven voor volledige werkloosheid van 5,57 miljard euro in 2007 naar 5,43 miljard euro in 2008. Anderzijds nemen de middelen voor de activeringsprogramma’s zoals Activa toe van 287 miljoen euro tot 300 miljoen euro. Dit toont overduidelijk dat de focus van de uitgaven steeds meer verschuift van passieve uitkeringen naar actieve tewerkstellingsinspanningen. Wie geniet van een overlevingspensioen of van een rustpensioen (na 65 jaar) mag voortaan meer bijverdienen. Hiervoor wordt een totale enveloppe van 7 miljoen euro voorzien. De bedoeling van deze maatregel is om mensen die meer willen werken, hierin niet af te remmen. Zelfstandigen die een loopbaan van 43 jaar hebben, zullen vanaf 2008 niet langer bestraft worden met een pensioenmalus. Voor zelfstandigen met een loopbaan van 44 en 45 jaar bestond deze maatregel al. Op die manier wordt een stuk van de discriminatie tussen zelfstandigen en werknemers (voor wie geen malus geldt) goedgemaakt, zonder de focus op de activering te verliezen. De regering engageert zich tegenover de sociale partners om, in het kader van het IPA 2009 2010 waarover in het najaar onderhandeld wordt over het voordeel van de ploegenpremie. De regering wenst een belangrijke stimulans te geven aan innovatie en ontwikkeling in onze economie. Daarom wordt vanaf 1 juli de korting op de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers opgetrokken. De totale budgettaire impact voor 2008 wordt geraamd op 41,8 mio eur. De rechtszekerheid over de notionele intrestaftrek blijft gewaarborgd.
10
Bescherming van de zwaksten Partners van personen met een handicap die een integratietegemoetkoming genieten, kunnen voortaan meer verdienen. Dit systeem bestond al voor de zwaarste categorieën van gehandicapten, maar wordt nu ook doorgetrokken naar de minst zware categorieën. Invaliden die een minimumuitkering genieten, krijgen op 1 juli een verhoging van hun uitkering met 2%. Ondersteuning van de gezinnen De schoolpremie wordt omgevormd tot een jaarlijkse leeftijdstoeslag. Op die manier zullen alle op kinderbijslag gerechtigde kinderen, en niet enkel de leeftijdscategorieën 618 jaar ervan kunnen genieten. In 2008 wordt een toeslag ingevoerd van 25 euro (eenmalig op jaarbasis) voor de categorie 1824 jaar. In 2009 wordt dan een toeslag van 25 euro ingevoerd voor de categorie 06 jaar. Uiteindelijk zal de leeftijdsbijslag deze opbouw vertonen: 25 euro voor 06 jaar, 50 euro voor 612 jaar, 75 euro voor 1218 jaar, 100 euro voor 1824 jaar. Deze maatregel kost ongeveer 11 miljoen euro. De kinderbijslag voor het eerste kind van zelfstandigen zal met 10 euro worden opgetrokken. Op die manier wordt ongeveer de helft van de overblijvende kloof tussen werknemers en zelfstandigen gedicht. Gezondheidszorgen Deze regering wil er uiteraard voor zorgen dat de best mogelijke medische zorg voor iedereen toegankelijk blijft. Dit kost uiteraard handenvol geld. Daarom is het belangrijk dat wij kunnen bevestigen dat de eerdere ramingen voor het budget gezondheidszorgen standhouden. Zoals beloofd in het regeerakkoord, zullen wij de beslissingen van de Algemene beslissingen van de Algemene Raad uitvoeren. Concreet betekent dit dat we 340 miljoen euro zullen besteden aan dringende dossiers zoals de uitvoering aan het Medicomutakkoord, de verbetering van de behandeling van chronische zieken, of de uitbreiding van de maximumfactuur. Een reserve van 580 miljoen euro is vastgelegd. Sociale fraude De strijd tegen de sociale fraude wordt opgevoerd. Er worden meer middelen uitgetrokken om de SIOD (Sociale Inlichtingen en OpsporingsDienst) volledig operationeel te maken en van voldoende personeel te voorzien. Het opdoeken van een specifiek fraudemechanisme met werkloosheidsuitkeringen op basis van fictieve loongegevens, zal 30 miljoen euro opbrengen. Samen met andere maatregelen, ook in de sector van de zelfstandigen, moet de strijd tegen de sociale fraude 55 miljoen euro opleveren. Dit is een realistisch objectief, aangezien deze strijd alleen al in de sector van de werknemers de afgelopen jaren meer dan 35 miljoen euro opleverde.
d. Veiligheid en Justitie In het kader van een geloofwaardige strafuitvoering zal geïnvesteerd worden in de uitbreiding van de gevangeniscapaciteit en de herconditionering van de gevangenissen. Dit gebeurt door een actualisering van het meerjarenplan Justitie bij de Regie der Gebouwen. Inzake politie zijn voor de uitvoering van het nationaal veiligheidsplan extra middelen voorzien (26 miljoen eur). Er werden ook middelen vrij gegeven voor 200 extra politiemensen.
11
e. Koopkracht In het regeerakkoord is uitdrukkelijk bepaald dat de interimregering binnen de beperkte budgettaire ruimte de koopkracht zal ondersteunen. Zij maakt daar nu ook werk van met de maatregelen die zij heeft aangekondigd: · belastingverlaging gericht op de lage en gemiddelde inkomens · verbreden van de uitkeringen om mensen aan te zetten om voor een job te kiezen · bijkomende welvaartsaanpassingen voor de pensioenen · uitbreiding stookoliefonds 1. Belastingverlaging voor lage en gemiddelde inkomens Het deel van het inkomen waarop geen belasting wordt betaald, wordt opgetrokken van 6.150 EUR per belastingplichtige tot 6.400 EUR. Dit geldt voor iedereen met activiteitsinkomsten (lonen, wedden, winsten…) en geldt voor een inkomen tot 22.873 EUR. De regering wil daarmee duidelijk de koopkracht verhogen van die groep. Bovendien wil ze een activerend beleid voeren. Door de belasting te verlagen op de lage en middelgrote activiteitsinkomens zullen de mensen nog meer worden gestimuleerd om voor een job te kiezen. De belastingverlaging wordt meteen ingevoerd in de schalen van de bedrijfsvoorheffing vanaf juli 2008. De kostprijs van de maatregel bedraagt 75 mio EUR in 2008 en 150 miljoen EUR vanaf 2009. 2. uitbreiden van werkbonus en handhaving van de jobkorting Momenteel wordt voor de lage lonen een bonus toegekend door de sociale zekerheid. Deze maatregel wordt verbreed. Deze maatregel is ingebed in het breder pakket voor de strijd tegen de werkloosheidsvallen. Ook dit jaar zullen werkenden een gemiddeld belastingvoordeel van 50 euro kunnen genieten. 3. Uitbreiding stookoliefonds Door een tussenkomst in de energiefactuur, ongeacht de verwarmingsbron, zal de koopkracht van ruim 500.000 mensen worden versterkt. Dit zal gebeuren door een uitbreiding van de doelgroep voor de bestaande sociale stelsels van stookolie, gas en elektriciteit. Mensen met een jaarlijks belastbaar inkomen tot 22. 873 euro, komen in aanmerking voor een korting op hun stookolie ,gas of elektriciteitsfactuur. Verleden maand werd al beslist om 30 miljoen euro uit te trekken voor het stookoliefonds. Dit wordt nu duidelijk in de begroting opgenomen. Bovendien wordt extra 9, 5 miljoen euro voorzien voor de sociale tarieven voor gas en elektriciteit. In totaal wordt hierdoor bijna 40 miljoen euro teruggegeven aan de gezinnen voor hun energiefactuur. 4. Verhoging van de Pensioenen Ik wil er eerst aan herinneren dat de pensioenen een steeds belangrijker budget zullen innemen. Voor 2008 stijgt het bedrag dat aan ambtenarenpensioenen alleen wordt uitgegeven, met bijna 500 miljoen euro. Toch werd bijkomend nog bijna 100 miljoen euro gevonden om aanpassingen aan de pensioenen te doen. Deze aanpassingen komen bovenop de eerder besliste welvaartsaanpassingen in het kader van de welvaartsenveloppe waarover de sociale partners tweejaarlijks beslissen. · · · ·
De welvaartsbonus wordt geïntegreerd in het maandelijkse pensioenbedrag. Deze vereenvoudiging komt er op vraag van de sociale partners. In juli 2008 wordt de Inkomens Garantie voor Ouderen, het leefloon voor 65plussers, zeg maar, met 2% opgetrokken. Deze maatregel kost 8,5 miljoen euro. In juli 2008 worden minimumpensioenen van werknemers en zelfstandigen opgetrokken met 2%. Dit kost 50,5 miljoen euro. De solidariteitsbijdrage zal vanaf 1 juli 2008 worden verminderd, met de focus op de onderste schijf van diegenen die de bijdrage nu betalen. De precieze modaliteiten moeten nog door
12
een werkgroep worden betaald, maar de enveloppe die hiervoor is vastgelegd, bedraagt 30 miljoen euro. De interimregering heeft zich ook tot doel gesteld om de kenniseconomie meer zuurstof te geven. Dit wordt nu concreet gemaakt door de loonlast van de bedrijven die onderzoekers tewerkstellen, te verlagen. Momenteel bestaat er al een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing (B.V.) voor deze bedrijven. Deze is al naar gelang het geval gelijk aan 65%, 50% of 25% van de totale BV. Vanaf 1 juli 2008 wordt de categorie die van een vrijstelling van 65% zal genieten, verruimd. De totale budgettaire impact voor 2008 wordt geraamd op 41,8 mio EUR.
13