NL
RAAD VA DE EUROPESE UIE
5289/13 (OR. en) PRESSE 7 PR CO 2
PERSMEDEDELIG 3216e zitting van de Raad
Landbouw en Visserij Brussel, 28 januari 2013 Voorzitter
Simon COVEEY minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Mariene Zaken
PERS Wetstraat 175 B – 1048 BRUSSEL Tel.: +32 (0)2 281 8352 / 6319 Fax: +32 (0)2 281 8026
[email protected] http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
5289/13
1
L
28.I.2013
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
Wat visserij betreft, heeft het voorzitterschap zijn werkprogramma en prioriteiten aan de Raad gepresenteerd. De ministers hielden voorts een gedachtewisseling over het hervormingspakket van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) en een oriënterend debat over bepaalde technische maatregelen en controlemaatregelen voor het Skagerrak. De Raad werd vervolgens geïnformeerd over de stand van zaken na de recente besprekingen over de visserijovereenkomsten tussen de EU en oorwegen. Wat landbouw betreft, heeft het voorzitterschap zijn werkprogramma en een stappenplan voor de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voorgesteld, en heeft de Raad een gedachtewisseling gehouden over de prioriteiten en plannen. Tot slot werden de ministers geïnformeerd over de groepshuisvesting van zeugen, de risicobeoordeling van neonicotinoïden door de EFSA wat de mogelijke gevaren voor bijen betreft, het gebruik van polyfosfaat in nat gezouten vis, de Europese schoolfruitregeling, de handelsovereenkomsten met Singapore en Canada en de voorbereiding van de ministeriële conferentie van de WTO in december 2013. Tijdens de lunch bespraken de ministers kwesties in verband met meerjarige beheersplannen inzake visserij.
5289/13
2
L
28.I.2013
IHOUD1
DEELEMERS.................................................................................................................................. 5
BESPROKE PUTE VISSERIJ ............................................................................................................................................. 7 Werkprogramma van het voorzitterschap en hervormingspakket van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) ............................................................................................................................ 7 Technische maatregelen en controlemaatregelen voor het Skagerrak ................................................. 9 Bilaterale besprekingen EU-Noorwegen ........................................................................................... 10 LANDBOUW .................................................................................................................................... 11 Werkprogramma van het voorzitterschap en stappenplan voor de GLB-hervorming ....................... 11 DIVERSEN........................................................................................................................................ 12 Dierenwelzijn: groepshuisvesting van zeugen ................................................................................... 12 Risicobeoordeling van neonicotinoïden door de EFSA..................................................................... 12 Gebruik van polyfosfaat in nat gezouten vis...................................................................................... 13 Europese schoolfruitregeling. ............................................................................................................ 13 Vrijhandelsakkoord met Singapore.................................................................................................... 14 Handelsovereenkomst met Canada en voorbereiding van de ministeriële conferentie van de WTO................................................................................................................................................... 15 ADERE GOEDGEKEURDE PUTE I&TER&E MARKT –
Trekkers - nieuwe veiligheids- en milieueisen voor de typegoedkeuring.................................................................. 16
JUSTITIE E& BI&&E&LA&DSE ZAKE& – 1
Overeenkomst inzake samenwerking tussen Liechtenstein en Europol..................................................................... 16
Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens. De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad http://www.consilium.europa.eu. Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
5289/13
3
L
28.I.2013 KER&E&ERGIE –
Verdrag inzake nucleaire veiligheid - onderhandelingsrichtsnoeren ......................................................................... 17
BE&OEMI&GE& – Comité van de Regio's ............................................................................................................................................... 17 TRA&SPARA&TIE –
Toegang van het publiek tot documenten .................................................................................................................. 17
5289/13
4
L
28.I.2013
DEELEMERS
België: de heer Kris PEETERS
Bulgarije: de heer Miroslav NAJDENOV mevrouw Petia VASSILEVA Tsjechië: mevrouw Jaroslava BENEŠ ŠPALKOVÁ Denemarken: mevrouw Mette GJERSKOV Duitsland: de heer Robert KLOOS Estland: de heer Helir-Valdor SEEDER de heer Clyde KULL Ierland: de heer Simon COVENEY Griekenland: de heer Athanasios TSAFTARIS de heer Dimitrios MELAS Spanje: de heer Miguel ARIAS CAÑETE Frankrijk: de heer Frédéric CUVILLIER
minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid minister van Landbouw en Voedselvoorziening plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger directeur-generaal Externe Betrekkingen, ministerie van Landbouw minister van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij staatssecretaris, ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Consumentenbescherming minister van Landbouw plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Mariene Zaken minister van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening secretaris-generaal, ministerie van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Milieubeheer
de heer Stéphane LE FOLL
minister van Milieubeheer, Duurzame Ontwikkeling en Energie minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw
Italië: de heer Mario CATANIA
minister van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw
Cyprus: de heer Sofoclis ALETRARIS
minister van Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Milieubeheer
Letland: mevrouw Laimdota STRAUJUMA
minister van Landbouw
Litouwen: de heer Vigilijus JUKNA de heer Mindaugas KUKLIERIUS
minister van Landbouw viceminister van Landbouw
Luxemburg: de heer Romain SCHNEIDER
minister van Landbouw, Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling, minister van Sport, gedelegeerd minister van Solidaire Economie
Hongarije: de heer Olivér VÁRHELYI
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Malta: de heer Patrick R. MIFSUD
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
ederland: mevrouw Sharon DIJKSMA
minister van Landbouw
5289/13
5
L
28.I.2013 Oostenrijk: de heer Harald GÜNTHER mevrouw Edith KLAUSER Polen: de heer Stanisław KALEMBA de heer Kazimierz PLOCKE Portugal: mevrouw Assunção CRISTAS
plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger directeur-generaal minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling staatssecretaris, ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling
de heer Manuel PINTO DE ABREU
minister van Landbouw, Mariene Zaken, Milieubeheer en Ruimtelijke Ordening staatssecretaris van Mariene Zaken
Roemenië: Mevrouw Lucia Ana VARGA de heer Achim IRIMESCU
minister van Waterbeheer, Bossen en Visserij staatssecretaris
Slovenië: de heer Branko RAVNIK
staatssecretaris
Slowakije: de heer Lubomir JAHNÁTEK mevrouw Magdaléna LACKO-BARTOŠOVÁ
minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling staatssecretaris, ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling
Finland: de heer Jari KOSKINEN
minister van Land- en Bosbouw
Zweden: de heer Magnus KINDBOM
staatssecretaris
Verenigd Koninkrijk: de heer Owen PATERSON de heer Richard BENYON de heer Richard LOCHHEAD de heer Alun DAVIES
Commissie: de heer Dacian CIOLOȘ mevrouw Maria DAMANAKI
minister van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken staatssecretaris van Milieubeheer, Voedselvoorziening en Plattelandszaken minister van Plattelandszaken en Milieubeheer (Schotse regering) viceminister van Landbouw, Voedselvoorziening, Visserij en Europese Programma's (Welshe regering)
lid lid
De regering van de toetredende staat was als volgt vertegenwoordigd: Kroatië: de heer Tihomir JAKOVINA
5289/13
minister van Landbouw
6
L
28.I.2013 BESPROKE PUTE VISSERIJ Werkprogramma van het voorzitterschap en hervormingspakket van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) Het voorzitterschap heeft zijn werkprogramma en prioriteiten met betrekking tot visserij aan de Raad gepresenteerd. Er was brede steun van de lidstaten voor het voorstel van het voorzitterschap om de werkzaamheden met betrekking tot visserij die tijdens het Poolse, het Deense en het Cypriotische voorzitterschap werden verricht, voort te zetten, met het doel uiterlijk eind juni 2013 een politiek akkoord te bereiken over het hervormingspakket voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Een groot aantal delegaties steunde de algemene doelstelling om een aanlandingsverplichting en een teruggooiverbod in te stellen, maar vele delegaties waren voorstander van een geleidelijke invoering van deze maatregelen naar gelang van de specifieke kenmerken van de betrokken regio's of visserijtakken. Zij maakten een koppeling tussen het teruggooiverbod en het concept van de regionalisering. Een ander belangrijk punt voor de delegaties was dat duidelijk moet worden omschreven welke de interinstitutionele verantwoordelijkheden zijn wat de meerjarige beheersplannen betreft. Vele delegaties waren van oordeel dat vereenvoudiging van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) nodig is. Sommige leden wensen de nationale historische uitgavenpercentages van het Europees Visserijfonds (EVF) te behouden, andere delegaties willen nieuwe criteria opstellen voor financiële verdeling. Een aantal delegaties wees erop dat een specifieke financiering voor aquacultuuractiviteiten nodig is. Verscheidene lidstaten onderstreepten dat steun voor de kleinschalige visserij nodig is. De drie hoofdvoorstellen voor verordeningen uit het hervormingspakket van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) zijn: –
een voorstel voor een verordening inzake het GVB (12514/11) waarbij de basisbepalingen van het GVB worden vervangen (de basisverordening);
–
een voorstel voor een verordening houdende een gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor visserijproducten en aquacultuurproducten (12516/11), speciaal gericht op vraagstukken inzake het marktbeleid (de marktverordening);
5289/13
7
L
28.I.2013 –
een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) (17870/11); dat fonds komt in de plaats van het Europees Visserijfonds.
De hervorming van de huidige basisverordening voor het GVB is gekoppeld aan de herziening van het financieel instrument (EFMZV), die zelf gekoppeld is aan het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2014-2020, en aan een herziening van de marktverordening. De Raad Landbouw en Visserij van 12 juni 2012 heeft overeenstemming bereikt over een algemene oriëntatie over de basisverordening (11322/12) en de marktverordening (10415/12), en in oktober 2012 werd een partiële algemene oriëntatie bereikt over het EFMZV (15458/12).
5289/13
8
L
28.I.2013 Technische maatregelen en controlemaatregelen voor het Skagerrak De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over een voorstel voor een verordening inzake bepaalde technische maatregelen en controlemaatregelen voor het Skagerrak (13264/12). De meeste lidstaten waren ingenomen met het voorstel en beschouwden het als een regionaal experiment met de daadwerkelijke toepassing van een teruggooiverbod, waarbij opgemerkt zij dat regionalisering en teruggooiverbod twee pijlers zijn van de voorgestelde hervorming van het GVB. Vele delegaties onderstreepten echter dat die bepalingen geen precedent mogen vormen voor de hervorming van het GVB. Zij zijn van oordeel dat de inhoud van de regeling betreffende de aanlanding van alle vangsten afgestemd moet zijn op de specifieke regionale omstandigheden. Een aantal lidstaten had vragen bij de verplichting van volledig gedocumenteerde visserij en het verplicht installeren van in een gesloten circuit geplaatste camera's (CCTV) aan boord van vaartuigen om de visserijactiviteiten te monitoren, vooral om dat deze verplichting niet geldt voor Noorse vaartuigen die in EU-wateren vissen. Verscheidene delegaties vermeldden andere maatregelen die kunnen worden onderzocht, bijvoorbeeld met betrekking tot selectiviteit, monitoring in de haven of waarnemers aan boord, als alternatieve oplossing voor CCTV. Het voorstel strekt tot uitvoering van het akkoord met Noorwegen om een teruggooiverbod in te stellen in het Skagerrak (de wateren tussen de Noordzee en de Oostzee die worden omsloten door Denemarken, Zweden en Noorwegen). Tevens kan dit voorstel worden gezien als een regionaal experiment met een teruggooiverbod, waarbij opgemerkt zij dat regionalisering en teruggooiverbod twee pijlers zijn van de voorgestelde hervorming van het GVB. Het Skagerrak is een klein gebied waarin vaartuigen vaak tussen de EU-wateren en de Noorse wateren heen en weer varen; daarom dienen technische en andere maatregelen, waaronder een teruggooiverbod dat in Noorwegen bij wet is opgelegd, te worden geharmoniseerd. Een werkgroep EU-Noorwegen is belast met de opstelling van aanbevelingen betreffende de harmonisering van technische maatregelen. Dit voorstel stoelt op deze aanbevelingen. Met het oog op de uitvoering van het teruggooiverbod voorziet het voorstel, voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer, in elektronische monitoring op afstand van visserijactiviteiten en meer specifiek in een toereikend aantal in een gesloten circuit aan boord geplaatste camera's (CCTV). Noorwegen zal het teruggooiverbod en de geharmoniseerde technische maatregelen toepassen per 1 januari 2013. Er is met Noorwegen overeengekomen dat de EU deze per 1 januari 2014 kan toepassen. Denemarken en Zweden zullen de geharmoniseerde technische maatregelen per 1 februari 2013 op nationaal niveau toepassen.
5289/13
9
L
28.I.2013 Bilaterale besprekingen EU-oorwegen De Raad is door de Commissie geïnformeerd over de sluiting van een overeenkomst tussen de EU en Noorwegen inzake het beheer van gedeelde visbestanden tijdens de laatste besprekingsronde die van 15 tot en met 18 januari van dit jaar in Clonakilty (Ierland) is gehouden. De meeste lidstaten waren ingenomen met de overeenkomst, en onderstreepten de positieve resultaten van de evenwichtige quotaruil tussen Noorwegen en de EU. Gezien het mislukken van de onderhandelingen van de EU en Noorwegen met IJsland en de Faeröer over het beheer van het makreelbestand in de noordoostelijke Atlantische Oceaan, zouden vele lidstaten graag zien dat de Commissie de handelsmaatregelen activeert die zijn vastgesteld in het vorig jaar door de EU aangenomen instrument. De Commissie zal nagaan in welke omstandigheden dat instrument kan worden geactiveerd, maar zij was van oordeel dat het hoge niveau van totaal toegestane vangsten (total allowable catches of TAC's) voor Noorwegen en de EU het proces van de vaststelling van handelssancties zou kunnen ondermijnen. De overeenkomst tussen de EU en Noorwegen bestrijkt de volgende aspecten: –
de TAC's voor bestanden die zowel door de EU als door Noorwegen worden beheerd;
–
het delen van die bestanden tussen de EU en Noorwegen, en
–
de overdracht van quota tussen de EU en Noorwegen als onderdeel van een evenwichtig akkoord in het belang van de vissers van de EU en Noorwegen.
5289/13
10
L
28.I.2013 LADBOUW Werkprogramma van het voorzitterschap en stappenplan voor de GLB-hervorming Het voorzitterschap heeft aan de Raad zijn werkprogramma en prioriteiten inzake landbouw en een stappenplan voor de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voorgesteld. Gedurende zijn voorzitterschap zal Ierland zijn inspanningen richten op het tot stand brengen van een interinstitutioneel politiek akkoord over de GLB-hervorming uiterlijk eind juni van dit jaar. Daartoe streeft het voorzitterschap naar de vaststelling van een alomvattend standpunt van de Raad uiterlijk eind maart 2013. De delegaties steunden het strakke tijdschema voor de hervorming van het GVB dat door het voorzitterschap is voorgesteld. Vele delegaties merkten op dat dit werkprogramma ambitieus maar realistisch is, gelet op het feit dat de Commissie landbouw van het Europees Parlement onlangs amendementen op de GLB-hervorming heeft goedgekeurd. Zij wezen er evenwel op dat eventuele vorderingen bij de GLB-hervormingen slechts mogelijk zijn wanneer tijdens de volgende Europese Raad overeenstemming over het meerjarig financieel kader (MFK) voor 2014-2020 wordt bereikt. Het voorzitterschap zal ook met het Europees Parlement blijven samenwerken aan de afstemming van andere aspecten van het rechtskader inzake landbouw op de bepalingen van het Verdrag van Lissabon. Onder het huidige voorzitterschap zal de Raad tevens politieke sturing geven wat het verslag van de Commissie over de verordening inzake de biologische productie betreft. Met betrekking tot levensmiddelen en veterinaire kwesties, is het voorzitterschap voornemens te werken aan de herziening van het pakket hygiëne en de verordening betreffende officiële controles, alsmede aan de nieuwe regelgeving inzake diergezondheid en plantengezondheid. Het voorzitterschap zal tevens streven naar akkoorden in eerste lezing over het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en over de elektronische identificatie van runderen/de facultatieve etikettering van rundvlees.
5289/13
11
L
28.I.2013 DIVERSE Dierenwelzijn: groepshuisvesting van zeugen De Commissie heeft de Raad een stand van zaken gepresenteerd van de uitvoering van vereisten inzake dierenwelzijn betreffende de groepshuisvesting van zeugen in de gehele EU, op basis van de jongste gegevens en informatie van de lidstaten (5464/13). Een aantal delegaties merkte op dat het van belang is dat alle lidstaten deze vereisten inzake dierenwelzijn toepassen teneinde oneerlijke concurrentie te voorkomen tussen landen waar de varkenshouders de vereisten naleven en landen waar een aantal varkenshouders dat niet doet. De Commissie is voornemens een vordering wegens inbreuk in te stellen tegen lidstaten die niet aan de vereisten voldoen. De nieuwe huisvestingsregels zijn bij Richtlijn 2001/88 ingevoerd. Die regels voorzien in verplichte voorschriften voor groepshuisvesting, en bepalen met name dat zeugen en gelten (jonge vrouwelijke varkens die nog niet hebben geworpen) in alle varkenshouderijen met tien of meer zeugen gedurende een gedeelte van hun dracht in groepen moeten worden gehouden. Ook wordt bepaald dat zeugen en gelten permanent moeten kunnen beschikken over materialen om te wroeten, en stellen nieuwe minimumvoorschriften voor de vloeroppervlakten vast. Dit voorschrift inzake groepshuisvesting zou door alle lidstaten per 1 januari 2013 moeten worden toegepast. Risicobeoordeling van neonicotinoïden door de EFSA Op verzoek van de Nederlandse delegatie heeft de Commissie aan de Raad verslag uitgebracht over de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) verrichte risicobeoordeling van insecticides met neonicotinoïden wat betreft de gevolgen voor bijen (5667/13). Vele lidstaten steunden het voorstel van Nederland om een actie op uniaal niveau op te zetten wanneer grote risico's zijn vastgesteld of niet kunnen worden uitgesloten met betrekking tot bepaalde aspecten van de risicobeoordeling voor honingbijen. Een aantal lidstaten was evenwel van oordeel dat meer wetenschappelijk advies moet worden ingewonnen voordat tot actie wordt overgegaan. De Commissie zal naar verwachting binnenkort met voorstellen komen om zowel het voorzorgsbeginsel als het evenredigheidsbeginsel op deze kwestie toe te passen. De Commissie heeft de EFSA verzocht een risicobeoordeling te verrichten naar neonicotinoïden wat de mogelijke gevaren voor bijen betreft. De EFSA heeft op 16 januari gerapporteerd dat wetenschappers een aantal risico's voor bijen hebben vastgesteld bij drie bestrijdingsmiddelen van de neonicotinoïdengroep (imidacloprid, thiamethoxam en clothianidin) die voor een aantal gewassen worden gebruikt. De EFSA heeft zijn conclusies gebaseerd op de beoordeling van het momenteel in Europa toegestane gebruik van de stoffen bij de behandeling van zaaizaad of in de vorm van korrels voor diverse gewassen.
5289/13
12
L
28.I.2013 Gebruik van polyfosfaat in nat gezouten vis De Portugese delegatie heeft de ministers geïnformeerd over het gebruik van polyfosfaat in nat gezouten kabeljauw (5739/13). Portugal maakt zich zorgen over een voorstel waarbij het gebruik van fosfaten voor de bereiding van nat gezouten vis wordt toegestaan. Volgens de Portugese delegatie kan die praktijk het voortbestaan in gevaar brengen van een traditioneel gastronomisch product dat in Portugal normaal uitsluitend met zout wordt bereid. Voor de Commissie is deze kwestie, zodra het conserveermiddel naar behoren is vergund, voornamelijk een etiketteringskwestie. Europese schoolfruitregeling. De Commissie heeft bij de ministers verslag uitgebracht over de uitvoering van de Europese schoolfruitregeling (18070/12 + ADD 1). De inhoud van het verslag zal grondig worden bestudeerd tijdens een komende vergadering van het Speciaal Comité Landbouw (SCL). Uit het verslag blijkt dat meer dan 8 miljoen kinderen en 54 000 scholen in 2010/2011 van de schoolfruitregeling gebruik hebben gemaakt. De EU-begroting voor deze regeling beloopt momenteel 90 miljoen EUR per jaar; de uitvoering van de regeling is gebaseerd op cofinanciering. De regeling is weliswaar pas in de herfst van 2009 van start gegaan, maar de eerste resultaten tonen aan dat ze met succes is opgenomen in lidstaten die ervoor hebben gekozen de regeling toe te passen, en dat de doeltreffendheid ervan groeit. De kortetermijnresultaten geven aan dat de regeling heeft geleid tot een grotere inname van fruit en groenten bij kinderen, en het verslag concludeert dat de regeling op de lange termijn een passend instrument zou kunnen zijn om een positieve invloed op de eetgewoonten van kinderen uit te oefenen. Op 28 januari 2013 heeft de Commissie een openbare raadpleging van start doen gaan over de evaluatie van de Europese schoolfruitregeling en schoolmelkregeling om het effect van beide programma's te meten en te analyseren hoe zij er in de toekomst uit moeten gaan zien, wat betreft de keuze van de aan kinderen geboden producten en steun voor opvoedkundige maatregelen. De Commissie wil het resultaat van deze analyse en eventueel een begeleidend wetgevingsvoorstel, aan het eind van dit jaar aan de Raad voorleggen.
5289/13
13
L
28.I.2013 Vrijhandelsakkoord met Singapore De Raad is door de Commissie op de hoogte gebracht van de afronding van de onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst met Singapore (5535/13). De belangrijkste elementen van deze vrijhandelsovereenkomst zijn: –
betere mogelijkheden voor de handel in diensten voor beide partners;
–
bescherming van investeringen op EU-niveau;
–
betere toegang tot openbare aanbestedingen in het kader van overheidsopdrachten;
–
de vermindering van niet-tarifaire belemmeringen in belangrijke sectoren van de industrie, en
–
de toepassing van duurzame ontwikkeling.
Wat landbouw betreft, zal Singapore een nieuw register invoeren voor regiospecifieke levensmiddelen, wijnen en gedistilleerde dranken waarvoor geografische aanduidingen gelden. Dat zou voor deze producten een hoog beschermingsniveau op de Singaporese markt garanderen. Dat is van belang in een regio waarin de concurrentie van producenten uit derde landen aanzienlijk is, in het bijzonder voor vlees- en zuivelproducten. Singapore is de belangrijkste handelspartner van de EU in Zuidoost-Azië, en de EU is de belangrijkste bestemming voor de uitvoer van Singapore, vóór China, de VS en andere ASEANlanden. De Raad zal op basis van een voorstel van de Commissie een besluit nemen over de parafering en voorlopige inwerkingtreding van de vrijhandelsovereenkomst. Vervolgens zal de overeenkomst voor goedkeuring aan het Europees Parlement worden toegezonden en mogelijk in mei 2014 worden ondertekend.
5289/13
14
L
28.I.2013 Handelsovereenkomst met Canada en voorbereiding van de ministeriële conferentie van de WTO De Commissie heeft de Raad geïnformeerd over de onderhandelingen over een brede economische en handelsovereenkomst (comprehensive economic and trade agreement (CETA)) met Canada, alsmede over de voorbereiding van de 9e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op Bali van 3 tot en met 6 december. (5688/13). De EU onderhandelt momenteel over een CETA met Canada waarin de belangrijkste kwesties in verband met handel en investeringen worden behandeld. De onderhandelingen zijn begonnen in mei 2009. Ze zijn nu in de eindfase beland, en het is de bedoeling de onderhandelingen over de CETA in het eerste kwartaal van 2013 af te ronden. De toegang tot de landbouwmarkt en de tariefcontingenten voor gevoelige producten zoals rundvlees, varkensvlees en zuivel vormen het moeilijkste onopgeloste vraagstuk. Vele delegaties hadden bezwaren bij de huidige onderhandelingen met Canada. Zij benadrukten dat een overeenkomst met Canada over markttoegang evenwichtig moet zijn, zeker vanwege de verbanden met toekomstige onderhandelingen met de VS. Met betrekking tot de voorbereidingen van de negende ministeriële conferentie van de WTO maakten verscheidene delegaties zich zorgen over het onderdeel landbouw van de onderhandelingen en zij benadrukten dat reeds overeengekomen teksten niet opnieuw mogen worden besproken en dat er moet worden gewerkt aan een alomvattende, evenwichtige en omzichtige benadering in de richting van een mogelijke "vroege oogst". Dat houdt in dat er eerlijke voorwaarden moeten blijven bestaan voor uitvoer en voor toegang voor de minst ontwikkelde landen (MOL). Verscheidene lidstaten vonden dat zij eerst uitgebreidere informatie nodig hebben voordat er een overeenkomst kan worden gesloten. De Commissie bevestigde haar voornemen om de lidstaten in het Comité handelspolitiek van de Raad, of zonodig in de Raad, op de hoogte te houden.
5289/13
15
L
28.I.2013 ADERE GOEDGEKEURDE PUTE ITERE MARKT Trekkers - nieuwe veiligheids- en milieueisen voor de typegoedkeuring De Raad heeft een verordening aangenomen waarin nieuwe veiligheids- en milieueisen voor de typegoedkeuring van trekkers en andere landbouw- en bosbouwvoertuigen worden vastgesteld (PECO&S 51/12) De verordening beoogt voor deze categorieën voertuigen het veiligheidsniveau te verhogen, de luchtverontreinigende emissies te verminderen, het huidige regelgevingskader te vereenvoudigen, het markttoezicht te verbeteren en de bepalingen aan de technische vooruitgang voor deze categorieën van voertuigen aan te passen. De aanneming volgt op een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement. JUSTITIE E BIELADSE ZAKE Overeenkomst inzake samenwerking tussen Liechtenstein en Europol De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de overeenkomst inzake operationele en strategische samenwerking tussen het Vorstendom Liechtenstein en de Europese Politiedienst (Europol) (17959/12), nadat de raad van bestuur was geraadpleegd en het gemeenschappelijk controleorgaan een advies had uitgebracht, zoals is vereist overeenkomstig het Besluit van de Raad tot oprichting van de Europese Politiedienst1. De samenwerkingsovereenkomst strekt tot het voorkomen en bestrijden van georganiseerde criminaliteit, terrorisme en andere vormen van ernstige criminaliteit en kan, naast informatieuitwisseling, met name algemene situatieverslagen, resultaten van strategische analyses, informatie over misdaadpreventiemethoden, deelname aan opleidingsactiviteiten en het verlenen van advies en bijstand bij individuele strafrechtelijke onderzoeken omvatten.
1
OJ L 121, 15.5.2009.
5289/13
16
L
28.I.2013 KEREERGIE Verdrag inzake nucleaire veiligheid - onderhandelingsrichtsnoeren De Raad heeft een besluit aangenomen houdende richtsnoeren voor de Commissie voor de onderhandelingen over de herziening van het Verdrag inzake nucleaire veiligheid. BEOEMIGE Comité van de Regio's De Raad heeft de heer Jean-Luc VANRAES (België) en de heer Rosario CROCETTA (Italië) tot leden van het Comité van de Regio's benoemd voor de verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2015 (5424/13 en 5471/13). TRASPARATIE Toegang van het publiek tot documenten De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan: –
5289/13
het antwoord op confirmatief verzoek nr. 21/c/01/12 van de heer Antpöhler; de Deense, de Estse, de Finse en de Zweedse delegatie stemden tegen (17553/12).
17
L