BELEIDSDOMEIN LANDBOUW EN VISSERIJ - ACTIEPLAN -
Administratieve Vereenvoudiging & Kwaliteitsvolle Regelgeving
Brussel, 7 februari 2011
www.vlaanderen.be/landbouw
1
INHOUDSOPGAVE 1.
Situering van het actieplan: nulmeting administratieve lasten in Vlaanderen ............... 4
2.
Doelstelling en inhoud van het actieplan ................................................................. 6
3.
Acties in het actieplan .......................................................................................... 7 3.1. Inleiding ......................................................................................................... 7 3.2. Lopende acties sinds de BUM ............................................................................ 7 3.2.1.
E-loket landbouw en visserij...................................................................... 7
3.2.2.
Verzamelaanvraag ................................................................................... 8
3.2.3.
Kwaliteitsvolle regelgeving ........................................................................ 9
3.2.3.1. Landbouwdecreet....................................................................................10 3.2.3.2. Wetgeving karkasclassificatie ...................................................................11 3.2.3.3. Wetgeving gespecialiseerde pluimveebedrijven...........................................13 3.2.3.4. VLIF-regelgeving ....................................................................................14 3.2.4.
Samenwerkingsakkoorden .......................................................................15
3.2.5.
Formulieren ...........................................................................................16
3.2.6.
Unieke gegevensbevraging ......................................................................16
3.2.7.
e-VLIF ...................................................................................................17
3.2.8.
Samenwerking met FOD Economie rond de landbouwenquête ......................19
3.2.9.
Stroomlijning controles op de landbouwbedrijven door samenwerking ...........21
3.2.10. Slachtpremie kalveren .............................................................................22 3.2.11. Ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag ..............23 3.3. Schoolfruit .................................................................................................24 4.
Reductiedoelstelling ............................................................................................26
5.
Bijlage: Stand van zaken van vereenvoudigingsprojecten: Gerealiseerde acties sinds de BUM .....................................................................................................27 5.1. Eenmalige perceelsregistratie (EPR) ..................................................................27 5.2. E-loket landbouw en visserij.........................................................................28 5.3. Verzamelaanvraag ......................................................................................30 5.4. Kwaliteitsvolle regelgeving ...........................................................................33 5.4.1.
Fokkerijwetgeving...................................................................................34
5.4.2.
Wetgeving biologische productie ...............................................................35
5.5. Formulieren ...............................................................................................36 5.6. Subsidie biologische productiemethode..........................................................37 5.7. Premie voor energiegewassen ......................................................................38
www.vlaanderen.be/landbouw
2
5.8. Slachtpremie kalveren .................................................................................38 5.9. Melkquotum en register rechtstreekse verkoop melk .......................................39 5.10. Zoogkoeienpremie ......................................................................................40 5.11. Groenbedekking .........................................................................................42 5.12. Ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag ..................43 5.13. Schoolfruit .................................................................................................44 5.14. Nationale rassencatalogi ..............................................................................45
www.vlaanderen.be/landbouw
3
1. Situering van het actieplan: nulmeting administratieve lasten in Vlaanderen Op 8 en 9 maart 2007 kondigde de Europese Raad in Brussel aan dat alle administratieve lasten verbonden aan Europese regelgeving tegen 2012 met 25% verminderd moeten worden. Daarbij stelde diezelfde Europese Raad dat, rekening houdend met de verschillende uitgangsposities en tradities, de lidstaten elk voor zich en uiterlijk in 2008 binnen hun eigen bevoegdheidssfeer nationale streefcijfers met een vergelijkbaar ambitieniveau moesten vaststellen.
Door middel van gerichte inspanningen wil Vlaanderen een topregio worden op het vlak van regelgevingskwaliteit en administratieve vereenvoudiging. Daarom besliste de Vlaamse Regering op 29 juni 2007 over te gaan tot het meten van de administratieve lasten verbonden aan alle Vlaamse regelgeving. (VR/2006/29.06/DOC.0675)
Het beleidsdomein Landbouw en Visserij heeft in 2007 en 2008 al een eerste nulmeting uitgevoerd. Op 13 juni 2007 werd de bottom-up Quick Scan Administratieve Lasten Landbouwers (kortweg: BUM) gefinaliseerd door extern consultant Idea Consult. Deze nulmeting had als doel de administratieve lasten in kaart te brengen die het resultaat zijn van de regelgeving opgelegd aan de individuele landbouwers in Vlaanderen. De BUM bevat zodoende niet alleen regelgeving van het beleidsdomein Landbouw en Visserij, maar ook van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie, het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid en het Nationaal Instituut voor de Statistiek.
De BUM is een volwaardige nulmeting van de administratieve lasten van de individuele landbouwer. De meting werd echter verricht met de toen voorgeschreven methodiek. De informatie in de BUM diende dan ook geactualiseerd te worden om binnen de hernieuwde aanpak van de nulmetingen in Vlaanderen te passen. Deze aanpak houdt in dat alle resultaten geregistreerd worden in SAMBAL (Systeem voor Actualiseren, Meten en Beheren van Administratieve Lasten) en dat de resultaten van de metingen geanalyseerd kunnen worden in functie van de (sub)doelgroep en het betrokken beleidsthema. De actualisatie van de BUM spitst zich toe op de actualisatie van de parameters.
Actualisatie van de parameters was noodzakelijk om de uniformiteit en vergelijkbaarheid van de nulmetingen over de beleidsdomeinen heen te garanderen. Zo werden de meetresultaten
aangepast
www.vlaanderen.be/landbouw
aan
de
geïndexeerde
standaarduurtarieven
van
2008.
4
Actualisatie van de parameters was ook nodig om de informatie via SAMBAL in de toekomst te kunnen hergebruiken.
De actualisatie van de BUM beperkt zich inhoudelijk tot de bevoegdheden van het beleidsdomein Landbouw en Visserij.
De nulmeting vormt slechts een start voor administratieve vereenvoudiging. Volgens de beslissing van de Vlaamse regering van 14 december 2007 moet elke Vlaamse minister een specifiek rollend actieplan opmaken ter vermindering van de administratieve lasten. (VR/2007/1412/EOC.1408/BIS).
www.vlaanderen.be/landbouw
5
2. Doelstelling en inhoud van het actieplan Het actieplan is niet beperkt tot de acties resulterend uit de nulmeting. Het actieplan combineert alle projecten en structurele initiatieven (zowel op korte als op lange termijn) die
bijdragen
tot
administratieve
vereenvoudiging,
kwaliteitsvolle
regelgeving
en
kwaliteitsvolle informatie over de regelgeving. Deze acties zijn in sommige gevallen zelfs ruimer dan de scope (individuele landbouwer) van de initiële en geactualiseerde BUM.
Het actieplan is een rollend actieplan: het kan bijgestuurd worden door acties toe te voegen of aan te passen waar nodig. Op basis van eventuele aanpassingen aan het actieplan kan ook de reductiedoelstelling aangepast worden.
Het actieplan draagt bij tot het behalen van de reductiedoelstelling. Op basis van de concrete acties en in verhouding tot het meetresultaat formuleert het beleidsdomein LV in dit actieplan een reductiedoelstelling van 20%. Deze reductiedoelstelling moet eind 2012 worden bereikt.
Jaarlijks wordt een specifiek voortgangsrapport opgemaakt waarin over de vooruitgang van het specifiek rollend actieplan wordt gerapporteerd. Het voortgangsrapport is een tussentijdse stand van zaken en geeft weer in welke mate de reductiedoelstelling van 2012 gehaald zal worden. Bij de jaarlijkse voortgangsrapportage wordt ook de reductiedoelstelling zelf geëvalueerd en eventueel bijgestuurd.
www.vlaanderen.be/landbouw
6
3. Acties in het actieplan 3.1.
Inleiding
Het actieplan is de totale weergave van acties binnen het beleidsdomein Landbouw en Visserij sinds de initiële nulmeting (BUM) voltooid werd op 13 juni 2007. Alle gerealiseerde
en
vereenvoudiging
lopende of
(inclusief
toekomstige)
kwaliteitsvolle
regelgeving
acties
de
acties
beogen,
die
een
worden
in
administratieve het
actieplan
opgenomen.
Het actieplan omvat: 1. Gerealiseerde
sinds
BUM
(in
bijlage:
stand
van
zaken
van
vereenvoudigingsprojecten) 2. Lopende acties sinds de BUM De lopende acties worden hierna besproken. De gerealiseerde acties werden als bijlage aan dit actieplan toegevoegd als een stand van zaken van vereenvoudigingsprojecten.
3.2.
Lopende acties sinds de BUM
3.2.1. E-loket landbouw en visserij
Binnen het beleidsdomein LV zijn de voorbije jaren al heel wat stappen gezet op het vlak van e-government en klantgericht werken. Mede door het e-loket Landbouw en Visserij werden belangrijke stappen gezet op het pad van de administratieve vereenvoudiging.
Binnenkort kunnen via het e-loket ook online gewijzigde contactgegevens doorgegeven worden. Bovendien wil ALV verder werken om alle beschikbare informatie over de status van dossiers zo maximaal mogelijk op het e-loket beschikbaar te stellen.
Regelgeving: besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden (oprichting e-loket).
Contactpersoon: Lieve Van Geldre Meer info: https://www.landbouwvlaanderen.be/ Zie ook: verzamelaanvraag en e-loket bij gerealiseerde acties www.vlaanderen.be/landbouw
7
3.2.2. Verzamelaanvraag
Naast de foutencontroles op de administratieve gegevens wordt in de loop van 2011 verder vorm gegeven aan de foutencontrole op de grafische intekeningen. De grafische overlappingen zullen explicieter zichtbaar worden op het e-loket. Dit met als doel om op deze manier ook de grafische overlappingen pro-actiever aan te pakken.
De communicatie met de landbouwer en de consulent over de afhandeling van een verzamelaanvraag zal daar waar mogelijk op een elektronische manier gevoerd worden.
In 2012 is een verdere advisering van de landbouwers voorzien door per perceel de verschillende combinatiemogelijkheden van de agromilieumaatregelen te tonen. De landbouwer zal eveneens samen met het indienen van zijn verzamelaanvraag zijn interesse tot participatie aan plattelandsmaatregelen kunnen kenbaar maken. Deze informatie zal overgemaakt worden aan de bevoegde contactpersoon die de landbouwer op een geïndividualiseerde manier verder kan begeleiden.
Regelgeving: Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
en
tot
vaststelling
van
bepaalde
steunregelingen
voor
landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003; Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling
van
gemeenschappelijke
voorschriften
inzake
rechtstreekse
steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde
www.vlaanderen.be/landbouw
8
regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van
Verordening
(EG)
nr.
1234/2007
van
de
Raad
wat
betreft
de
randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector; Wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990; Decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 3, § 3; Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden; Besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en
landbouwgrond
in
het
kader
van
het
meststoffenbeleid
en
van
het
landbouwbeleid, artikel 4; Ministerieel
besluit
van
19
augustus
2009
tot
instelling
van
een
bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden voor wat betreft de uitvoering van de gedeelde bevoegdheden met het oog op de inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid.
Contactpersoon: Gilbert Maesschalck/Ruben Fontaine Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=79 Zie ook: e-loket (lopende en gerealiseerde acties) en verzamelaanvraag (gerealiseerde acties) 3.2.3. Kwaliteitsvolle regelgeving
Om beleid en visie concreet te maken is er een goed doordachte wetgeving nodig. Daarbij moet zoveel mogelijk gestreefd worden naar kwaliteitsvolle regelgeving.
Een prioriteit is het tegengaan van de versnippering van het reglementaire en decretale kader door: -
de bundeling van het decretale kader van het landbouw- en visserijbeleid in één decreet;
www.vlaanderen.be/landbouw
9
-
de bundeling met betrekking tot een bepaalde landbouw- en visserijmaterie in één besluit.
Een aantal landbouw- en visserijmateries liggen nog steeds vervat in verschillende wetten, decreten, besluiten en omzendbrieven. Deze versnippering is zowel nadelig voor de administratie als voor de burger.
Daarnaast dateren de wetten, decreten en besluiten van voor de regionalisering, waardoor zij gedeelde bevoegdheden bevatten. Dit zorgt voor onduidelijkheden inzake bevoegdheid bij de administraties en zorgt ervoor dat het voor de burger niet duidelijk is welke bepalingen door welke overheid opgelegd worden.
Een gevolg van de gedeelde bevoegdheden is dat wijzigingen aan deze wetten, decreten en besluiten soms voor ongewenste effecten zorgen.
Inzake het streven naar kwaliteitsvolle regelgeving werden sinds de BUM reeds acties ondernomen en beëindigd (zie: kwaliteitsvolle regelgeving – gerealiseerde acties.). Hierna worden de lopende acties in dit kader besproken, met als belangrijkste actie het landbouwdecreet.
3.2.3.1.
Landbouwdecreet
Het landbouwdecreet zal een overzicht bieden van de rechtsgronden voor de uitvoering van het landbouw- en visserijbeleid. Voor de burger zal dit een duidelijk, overzichtelijk instrument vormen en tegemoetkomen aan de rechtszekerheid. Bovendien zal het de Vlaamse Regering machtigen om de bestaande decreetsbepalingen en de bepalingen van het landbouwdecreet te coördineren in een Codex Landbouw en Visserij.
Toekomstige regelgeving: Ontwerp van decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid
Huidige regelgeving: Wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren; Wet van 12 april 1957 waarbij de Koning gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee;
www.vlaanderen.be/landbouw
10
Wet van 5 februari 1999 houdende diverse bepalingen betreffende de kwaliteit, artikel 37; Wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt; Wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten; Decreet van 17 maart 1998 houdende diverse beleidsbepalingen, artikel 10; Decreet
van
3
maart
2004
inzake
de
subsidiëring
van
meer
duurzame
landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw; Decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij, artikel 1 tot 8 en 10 tot 13.
Contactpersoon: Evi Vervueren en Wim Stoop
3.2.3.2.
Wetgeving karkasclassificatie
In het toekomstige besluit karkasclassifcatie worden alle bestaande besluiten en omzendbrieven gecoördineerd en worden tegelijk een aantal beleidskeuzes uitgewerkt. Daarnaast wordt de regelgeving karkasclassificatie aangepast aan de nieuwe Europese verordeningen.
Toekomstige
regelgeving:
Ontwerpbesluit
van
de
Vlaamse
Regering
houdende
vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte volwassen runderen en van geslachte varkens
Huidige regelgeving: Het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte volwassen runderen; het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2004 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte varkens;
www.vlaanderen.be/landbouw
11
het
ministerieel
besluit
van
25
november
2003
tot
vaststelling
van
de
toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte volwassen runderen; het
ministerieel
besluit
van
23
januari
2004
tot
vaststelling
van
de
toepassingsvoorwaarden voor de indeling van geslachte varkens; het ministerieel besluit van 16 juni 2004 houdende de toekenning van opdrachten aan IVB v.z.w. betreffende de controle op de indeling van geslachte varkens en volwassen runderen; omzendbrief Kc1 betreffende de nieuwe wetgeving betreffende de indeling van geslachte volwassen runderen; omzendbrief
Kc2
betreffende
de
financiering
van
de
cel
Begeleiding
Karkasclassificatie door de varkensslachthuizen; omzendbrief Kc3 van 6 januari 2004 betreffende de procedure van opleiding, erkenning en evaluatie van classificeerders van geslachte volwassen runderen; omzendbrief Kc4 van 2 februari 2004 betreffende de procedure van opleiding, erkenning en evaluatie van classificeerders van geslachte varkens; omzendbrief Kc5 betreffende de richtsnoer bij de omzetting van warm geslacht gewicht naar levend gewicht bij volwassen runderen; omzendbrief Kc6 van 30 september 2004 betreffende de positionering van varkenskarkassen voor de camera; omzendbrief Kc7 van 24 november 2004 betreffende de procedure van opleiding, erkenning en evaluatie van toezichthouders van geslachte volwassen runderen; omzendbrief Kc8 van 14 december 2004 betreffende de werkprocedure van de IVB bij het toezicht in de slachthuizen op de karkasclassificatie van volwassen runderen; omzendbrief Kc9 van 31 maart 2005 betreffende de procedure van opleiding, erkenning en evaluatie van toezichthouder op de indeling van geslachte varkens. Contactpersoon: Wim Van Moeseke Meer
info:
http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=262#Wetgeving
(karkasclassificatie runderen) http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=268 (karkasclassificatie varkens) www.vlaanderen.be/landbouw
12
3.2.3.3.
Wetgeving gespecialiseerde pluimveebedrijven
Momenteel wordt de werking van de gespecialiseerde pluimveebedrijven geregeld door het koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften
voor
de
verbetering
en
de
instandhouding
van
de
pluimvee-
en
konijnenrassen. Dit KB werd door het nieuwe BVR van 19 maart 2010 betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren (Fokkerbesluit) grotendeels opgeheven op 1 januari 2011 waarbij enkel het gedeelte omtrent de erkenning van gespecialiseerde pluimveebedrijven behouden blijft.
Het koninklijk besluit wordt uitgevoerd door twee ministeriële besluiten: o
Ministerieel
besluit
van
17
maart
2005
betreffende
de
erkenning
van
gespecialiseerde pluimveebedrijven (MB 1); o
Ministerieel besluit van 17 maart 2005 houdende de erkenning en subsidiëring van organisaties in het kader van de aanmoediging en de verbetering van de pluimvee- en konijnenfokkerij (MB 2).
Het tweede MB werd impliciet opgeheven als gevolg van de opheffing van een aantal artikelen van het KB.
In 2011 wordt een nieuw besluit van de Vlaamse Regering opgemaakt dat het bestaande KB zal opheffen. Een nieuw uitvoeringsbesluit komt in de plaats van het oude MB (MB 1). Een eerste reden hiervoor is het vermijden van verdere onduidelijkheid, daar enerzijds de besluiten die geviseerd worden, dateren van vóór de regionalisatie van de landbouwmateries en anderzijds het MB (MB 1) impliciet werd opgeheven door opheffing van delen van het KB. Daarnaast wordt de regelgeving aangepast aan de gewijzigde Europese regelgeving waardoor
een
correcte
en
volledige
omzetting
van
de
Europese
regelgeving
bewerkstelligd wordt. Tenslotte worden de bestaande erkenningen gecentraliseerd in één besluit dat een overzicht biedt van alle bestaande erkenningen.
Reeds opgeheven regelgeving: Ministerieel besluit van 17 maart 2005 houdende de erkenning en subsidiëring van organisaties in het kader van de aanmoediging en de verbetering van de pluimvee- en konijnenfokkerij.
Huidige regelgeving:
www.vlaanderen.be/landbouw
13
Koninklijk besluit van 2 juni 1998 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de verbetering en de instandhouding van de pluimvee- en konijnenrassen; Ministerieel
besluit
van
17
maart
2005
betreffende
de
erkenning
van
gespecialiseerde pluimveebedrijven. Toekomstige regelgeving: BVR en MB gespecialiseerde pluimveebedrijven (titel nog onbekend) Contactpersoon: Hanne Geenen Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=127 3.2.3.4.
VLIF-regelgeving
Parallel aan het e-VLIF project (zie e-VLIF) werd ook een wijziging van de VLIFregelgeving principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering om de procedure van afhandeling administratief te vereenvoudigen. Deze aanpassingen werden in overleg met de sector voorbereid en bevatten eveneens een aantal wijzigingen die louter gericht zijn op het verminderen van de administratieve last. Concreet gaat het om soepelere voorwaarden
voor
het
bijhouden
van
de
boekhouding,
een
vereenvoudigde
aanvraagprocedure met een aanvraag in één keer en minder gedocumenteerd, en een overschakeling naar louter steun in de vorm van een kapitaalpremie bij geringe steunintensiteiten. De aanpassingen
aan de informaticatoepassing
e-VLIF
en
de
regelgeving moeten elkaar versterken en operationeel zijn begin 2011.
Huidige regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 inzake steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw; Ministerieel besluit van 24 november 2000 inzake steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw.
Toekomstige regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw; Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 november 2000 inzake steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw (in procedure). www.vlaanderen.be/landbouw
14
Meer
info:
http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1837;
www.vlaanderen.be/VLIF Zie ook: e-VLIF (lopende acties) 3.2.4. Samenwerkingsakkoorden
Om zowel de relaties tussen de gewesten en de federale overheden, als tussen de gewesten onderling te optimaliseren, zijn twee samenwerkingsakkoorden afgesloten: -
Samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;
-
Samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij.
Deze samenwerkingsakkoorden dienen als basis voor de opmaak van specifieke, materiegebonden samenwerkingsakkoorden in uitvoering hiervan genomen.
In
eerste
instantie
wordt
een
optimalisatie
voorzien
van
de
inhoud
van
de
samenwerkingsakkoorden met het oog op een eventuele overdracht van bijkomende bevoegdheden in het kader van een regionalisering. Daarnaast is het de bedoeling om de samenwerkingsakkoorden het voorwerp te laten uitmaken van een parlementaire instemming. Regelgeving: Samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij; Samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij.
www.vlaanderen.be/landbouw
15
Contactpersoon: Marian Debonne en Jurgen Secember 3.2.5. Formulieren
Het Beleidsdomein Landbouw en Visserij kent een groot aantal formulieren. Deze formulieren zijn gecentraliseerd op de formulierenwebsite. Daarnaast zijn een aantal van deze formulieren ook terug te vinden op de externe website van het beleidsdomein Landbouw en Visserij.
Inzake het streven naar kwaliteitsvolle formulieren werden sinds de BUM reeds acties ondernomen (zie: formulieren – gerealiseerde acties). Het werk is echter niet ten einde. Hierna worden dan ook de geplande acties in dit kader vermeld.
De meeste van deze formulieren hebben al het kwaliteitslabel gehaald. Een aantal van de formulieren moet dit label echter nog behalen. Er zullen inspanningen geleverd worden om de formulieren stelselmatig te verbeteren. Formulieren moeten eenvoudiger en leesbaarder zijn en er mag vooral geen informatie gevraagd worden waarover LV al beschikt of die LV via andere instanties kan bemachtigen.
Daarnaast dienen een aantal formulieren ook aangepast te worden aan gewijzigde regelgeving of gecreëerd worden als gevolg van nieuwe regelgeving, waarna de actuele formulieren op de externe website van landbouw en visserij geplaatst worden. Hierdoor vindt de burger op de website de actuele formulieren terug die hij nodig heeft.
Tenslotte bestaat dat mogelijkheid dat bepaalde formulieren dienen aangepast te worden als gevolg van de unieke gegevensbevraging.
Meer info: www.vlaanderen.be/formulieren (formulierenwebsite), http://lv.vlaanderen.be (externe website beleidsdomein LV). Zie ook: externe website beleidsdomein LV, unieke gegevensbevraging 3.2.6. Unieke gegevensbevraging
Het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer voert het principe van de unieke gegevensbevraging in. Dit principe houdt in dat de overheid gegevens niet opnieuw rechtstreeks mag opvragen bij haar klanten als deze gegevens al elders binnen de overheid beschikbaar zijn. De Vlaamse administraties mogen geen informatie opvragen die de overheid al heeft, en die in authentieke
www.vlaanderen.be/landbouw
16
gegevensbronnen
kan
geconsulteerd
worden.
Die
bronnen
zijn
bijvoorbeeld
het
Rijksregister, de Kruispuntbank Ondernemingen en de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.
Het Beleidsdomein Landbouw en Visserij streeft ernaar om het principe van de unieke gegevens bevraging zo goed mogelijk te integreren in haar werking. In het kader hiervan wordt momenteel een machtiging aangevraagd tot de toegang tot het Rijksregister om in het kader van de naschoolse vorming bepaalde persoonsgegevens te kunnen opvragen en
te
mogen
gebruiken.
Deze
machtiging
zorgt
ervoor
dat
de
gegevens
die
raadpleegbaar zijn via het Rijksregister niet meer door de burger zelf aangeleverd moeten worden.
Mogelijks zullen andere machtigingsaanvragen het voorbeeld van deze aanvraag volgen, zodat zoveel mogelijk persoonsgegevens via authentieke bronnen i.p.v. via de burger opgevraagd zullen worden.
Regelgeving:
De
naschoolse
landbouwvorming,
waarvoor
momenteel
een
machtigingsaanvraag in voorbereiding is, is geregeld in: decreet van 3 maart 2004 inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw (artikel 8 tot en met 14); besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 10 september 2004, 28 april 2006 en 14 maart 2008; ministerieel besluit van 26 november 2007 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector.
Contactpersoon: Jean Steenberghen (i.v.m. naschoolse vorming) Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=152 (naschoolse vorming) http://www.wetsmatiging.be/formulieren/unieke-gegevensbevraging.html
(unieke
gegevensbevraging) 3.2.7. e-VLIF
Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) ondersteunt de Vlaamse land- en tuinbouw. Naast de professionele land- en tuinbouwer komen ook de voedingsindustrie,
www.vlaanderen.be/landbouw
17
de
omkaderingssector
(zoals
praktijkcentra),
sociale
instellingen
en
consumentencoöperaties in aanmerking voor steun.
Aanvraagformulier Vanaf 1 januari 2011 is er nog slechts 1 aanvraagformulier (afschaffen van 1e en 2e luik). Indien de investering of vestiging wordt gefinancierd door een door het VLIF erkende kredietinstelling, dan is het nog steeds deze kredietinstelling die de aanvraag om steun moet indienen.
Re-engineering VLIF
Eind 2008 is het project re-engineering VLIF van start gegaan.
Dit moet leiden tot het optimaliseren van de dossierbehandeling. Het voornaamste doel van het project is een kortere doorlooptijd. Een koppeling met andere databanken van ALV zal leiden tot een lagere administratieve last, tot efficiëntiewinsten en een correcter niveau van afwerking. Het project moet uitmonden in een webplatform waarbij de landbouwer de mogelijkheid krijgt om zijn VLIF-dossier online te raadplegen en waar hij of zij zelf proactief kan optreden en het dossier vervolledigen.
Concreet is het de bedoeling om te komen tot een procedure waarbij de aanvrager administratief zo veel mogelijk wordt ontlast door de aanvrager zo weinig mogelijk te verzoeken om bijkomende informatie. In eerste instantie zal binnen de beschikbare data van het ALV en daarbuiten opgezocht worden welke gegevens al voorhanden zijn om vervolgens in het licht van een eenvoudig aangemeld dossier na te gaan welke gegevens nog noodzakelijkerwijze opgevraagd moeten worden om het dossier volledig te kunnen afhandelen. Alle documenten met betrekking tot een bedrijf en/of landbouwer zullen worden opgeslagen in een digitaal dossier. Eens een bepaald document in dit digitaal dossier is opgeslagen, dan moet het niet meer worden opgevraagd bij de landbouwer. Enkel wanneer er zich wijzigingen hebben voorgedaan op het bedrijf die bijvoorbeeld de vergunningstoestand hebben gewijzigd, zullen nieuwe documenten aan het digitaal dossier moeten worden toegevoegd, overeenkomstig de toestand op het bedrijf op dat
www.vlaanderen.be/landbouw
18
moment. Bovendien zal de toegang tot het VLIF vertrekken van vrij algemeen objectieve voorwaarden, zal de doorlooptijd korter worden en zijn er interactiemogelijkheden zodat de klant via een webplatform zijn dossier kan opvolgen.
VLIF-regelgeving
Parallel aan het project re-engineering VLIF werd ook een wijziging van de VLIFregelgeving principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering om de procedure van afhandeling administratief te vereenvoudigen. (zie VLIF-regelgeving bij lopende acties). De aanpassingen aan de informaticatoepassing en de regelgeving moeten elkaar versterken en operationeel zijn begin 2011.
Huidige regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 inzake steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw; Ministerieel besluit van 24 november 2000 inzake steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw.
Toekomstige regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw; Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 november 2000 inzake steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw (in procedure).
Contactpersoon: Johan De Schryver (wetgevende aspecten), Peter Dekelver (informatica) Meer
info:
http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1837;
www.vlaanderen.be/VLIF Zie ook: kwaliteitsvolle regelgeving – VLIF-regelgeving (lopende acties) 3.2.8. Samenwerking met FOD Economie rond de landbouwenquête
Jaarlijks organiseert de Federale Overheidsdienst Economie een landbouwenquête bij de landbouwers, beter bekend als de 15 meitelling. Deze bevraging overlapt een groot deel met gegevens die al beschikbaar zijn in federale en gewestelijke databanken. Zo ook wat
www.vlaanderen.be/landbouw
19
betreft de identificatie- en perceelsgegevens van landbouwers in Vlaanderen. ALV vraagt de teeltgegevens jaarlijks op bij de landbouwers via de verzamelaanvraag. De opgevraagde teeltgegevens worden, net zoals de identificatiegegevens, opgeslagen in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem (GBCS) van ALV. Deze databank zou dan ook de basis vormen om de landbouwenquête in Vlaanderen te vereenvoudigen.
In
het
kader
van
tuinbouwbedrijven
dit
administratieve
werd
in
februari
vereenvoudigingsproject
2010
een
stuurgroep
op
de
land-
en
opgericht
voor
de
vereenvoudiging van de jaarlijkse landbouwenquêtes van het ADSEI. In deze stuurgroep zijn de stakeholders Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), Direction Générale Opérationnelle de l'Agriculture, des Ressources Naturelles et de l'Environnement (DGARNE),
Kruispuntbank
voor
Ondernemingen
(KBO),
Dienst
Administratieve
Vereenvoudiging (DAV), Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en ook het Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) vertegenwoordigd.
In eerste instantie werd een analyse uitgevoerd op de identificatie van de landbouwers zoals die geregistreerd staan in het register van ADSEI en deze die gekend zijn bij de gewesten. De resultaten van deze analyse geven aan dat het mogelijk is om de identificatieregisters
van
de
gewesten
te
gebruiken
als
basis
voor
het
nieuw
landbouwersregister van ADSEI. Voor enkele specifieke categorieën van landbouwers moeten wel nog bijkomende oplossingen uitgewerkt worden.
In de eerste helft van 2010 werd eveneens een vergelijkende studie uitgevoerd op de perceelsgegevens van ALV en ADSEI. Deze studie toont aan dat er voor bepaalde teeltcategorieën nog grote verschillen zijn. Het is dan ook nodig de reden van deze verschillen verder te onderzoeken. Aan de gewesten werd gevraagd om voor 2011 een aantal aanpassingen aan de teeltcodes te doen, zodat voor 2011 een volledige simulatie van de resultaten van de meilandbouwenquête mogelijk werd. Dit moet het mogelijk maken om te zoeken naar verklaringen voor grote trendbreuken en om, waar nodig, oplossingen uit te werken. Op deze manier kan een gedetailleerd dossier opgesteld worden voor de Hoge Raad voor de Statistiek.
www.vlaanderen.be/landbouw
20
Voor de teeltcategorieën waar de analyse geen trendbreuken detecteerde zal de landbouwenquête reeds vanaf 2011 worden vereenvoudigd. Bovendien zal ADSEI deze landbouwenquête baseren op hun nieuw landbouwregister dat gebaseerd is op de landbouwerregisters van de gewesten, waaronder die van ALV voor de Vlaamse landbouwers. Dat houdt in dat de gemeentebesturen niet meer belast zullen worden met het actualiseren van het landbouwerregister van ADSEI.
Regelgeving: Decretale grondslag en reglementaire uitwerking nog op te maken Contactpersoon: Ruben Fontaine Meer info: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/gegevensinzameling/enquetes/landbouwtelling/inde x.jsp 3.2.9. Stroomlijning controles op de landbouwbedrijven door samenwerking
Een landbouw- en tuinbouwbedrijf wordt geconfronteerd met een brede waaier van reglementeringen en verplichtingen, die trouwens niet alleen door de overheden wordt opgelegd, maar ook via lastenboeken e.d. Het is de taak van de overheid om deze noodzakelijke controles zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren, waarbij rekening wordt gehouden met de eigen verplichtingen, maar ook met de gecontroleerden, in dit geval de land- en tuinbouwers zelf. De diverse controles vormen een complexe materie gebaseerd op de onderscheiden wetgevingen en de organisatie van de overheid in Vlaanderen en in België. Vereenvoudiging en stroomlijning aanbrengen is geen evidentie. Interne samenwerking Binnen het ALV werd een intern overlegplatform opgericht met de bedoeling om de controles die binnen de Vlaamse landbouwadministratie vallen te stroomlijnen. De beginstappen zijn hier het uitwisselen van kennis en informatie en het afstemmen van controles. Externe samenwerking Het is van belang om ook de stem van de sector in dit verhaal niet te vergeten. Daarom heeft de Vlaamse landbouwadministratie een speciale werkgroep opgericht, waaraan de verschillende erkende landbouworganisaties actief deelnemen en waarin ze zo (vanuit de praktijkervaring van de landbouwer) hun mening geven over mogelijkheden tot stroomlijnen en eventuele prioriteiten in dat verband. Inventaris van de diverse controles en onderlinge relaties www.vlaanderen.be/landbouw
21
Een eerste inventaris van de diverse controles op de landbouwbedrijven door de Vlaamse overheid (bv. ALV, VLM, enz. ) en de federale overheid (bv. FAVV, enz. ) werd opgemaakt
en
besproken
in
de
werkgroep
met
de
landbouworganisaties.
Dit
uitgangsdocument wordt nu verder vervolledigd met hun onderlinge relaties en combineerbaarheid. Van hieruit worden verdere voorstellen voor samenwerking en integratie opgesteld. Voorstellen en planning 2011 De verspreiding van de landbouwbevoegdheden zorgt ervoor dat echte afstemming en integratie voor bepaalde controles moeilijker is. Het gaat hier voornamelijk om de controles op bevoegdheden die zich nog op het federale niveau bevinden. De focus kan hier gelegd worden op het afstemmen van controlepunten en het vermijden van interpretatieverschillen. Het interne en externe overleg over het stroomlijnen van controles
wordt
voortgezet.
Het
doel
blijft
om
mogelijkheden
te
zoeken
voor
efficiëntiewinsten in middelen en tijd. De aandacht voor de gecontroleerde blijft een belangrijk punt in deze aanpak.
Concreet zal in 2011 een procedure gebruikt worden waarbij de controles op voorhand worden aangekondigd, tenzij het gaat om een controle m.b.t. de randvoorwaarden (op een bedrijf met een actief veebeslag) of rundveepremie. Hierdoor moet de landbouwer de mogelijkheid krijgen zich beter voor te bereiden op de uitvoering van de controle. Daarnaast worden verdere stappen genomen om landbouwers die deelnemen aan de verschillende lastenboeken die opgelegd worden door de sector zelf (bv. codiplan) te bevoordelen bij de berekening van het risicoprofiel van het bedrijf (kleinere kans op controle).
Contactpersoon: voor ALV-MIB: Dhr. Danny Van den Bossche en Kristof Van Oost Meer info: http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2009-2010/g190-1.pdf http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2009-2010/g252-1.pdf 3.2.10.
Slachtpremie kalveren
Op het e-loket zal een overzicht van alle berekeningen en van de uitbetaalde steun toegevoegd worden, zoals alle berekeningen van de uitbetaalde voorschotten voor de slachtpremie kalveren.
www.vlaanderen.be/landbouw
22
In 2012 wordt de slachtpremie ontkoppeld; dit brengt mee dat landbouwers dan geen aparte aanvragen meer moeten indienen.
Regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden; Ministerieel besluit van 3 maart 2006 betreffende de slachtpremie voor kalveren.
Contactpersoon: Lindy Van den Bossche en Marian Debonne Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=234 Zie ook: e-loket en ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag (lopende en gerealiseerde acties) 3.2.11.Ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag
De ontkoppeling van steun betekent een sterke vereenvoudiging voor de landbouwer. Gekoppelde steun moet immers jaarlijks worden aangevraagd door de landbouwer. Bij ontkoppeling wordt op basis van historische referentiegegevens de steun berekend waar een landbouwer recht op heeft, en die steun wordt toegevoegd aan de bedrijfstoeslag, wat één steunbedrag is op het niveau van het bedrijf.
Voor de administratieve lasten betekent dat: Eenmalige administratieve last: de landbouwer krijgt voorafgaand aan de ontkoppeling van de bevoegde entiteit zijn referentiegegevens toegestuurd. Als de landbouwer niet akkoord is met die gegevens, of als de landbouwer zich wil beroepen op een uitzondering in de regelgeving waardoor hij een hoger steunbedrag kan ontvangen, dient hij zich tot de bevoegde entiteit te richten. De eenmalige administratieve lasten liggen dus in het verifiëren van de referentiegegevens door de landbouwer en in de eventuele stappen die de landbouwer moet doorlopen om zich op een uitzondering te beroepen. De aard van de ingeroepen uitzondering bepaalt de administratieve last (meesturen van bepaalde stavingsstukken) Daling van de administratieve lasten: na de ontkoppeling en opname van de steun in de bedrijfstoeslag, moet de landbouwer niet langer afzonderlijke steunaanvragen indienen. Doordat de steun volledig in de bedrijfstoeslag zit, zal de landbouwer enkel nog de verzamelaanvraag moeten invullen. Enkel voor nog gekoppelde sectoren blijft een afzonderlijke aanvraag noodzakelijk.
www.vlaanderen.be/landbouw
23
Als gevolg van de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid worden de volgende Ontkoppelingen uitgevoerd in 2012:
Steun voor eiwithoudende gewassen Verwerkingssteun
vezelvlas
01/01/2012 en
01/07/2012
vezelhennep Slachtpremie kalveren
01/01/2012
Huidige regelgeving: besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden.
Toekomstige regelgeving: Drie ontkoppelingsMB’s.
Contactpersoon: Marian Debonne, Mart Vanhee Meer info: http://lv.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?id=2588 Zie
ook:
Ontkoppeling
van
steunregelingen
en
opname
in
de
bedrijfstoeslag
(gerealiseerde acties) 3.3.
Schoolfruit
De gesubsidieerde schoolfruitactie nam aanvang in het schooljaar 2009-2010.
Inmiddels wordt de regelgeving rond de schoolfruitactie aangepast. Het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen houdt een administratieve vereenvoudiging in. Bij de erkenningsaanvraag vervalt immers de administratieve last om een kopie of scan van het contract te maken en dat mee te sturen met de erkenningsaanvraag of in voorkomende geval de hernieuwing van de erkenning.
Huidige regelgeving: Verordening(EG) nr. 13/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het
www.vlaanderen.be/landbouw
24
gemeenschappelijk landbouwbeleid en van verordening (EG) nr. 1234/2007 houdende
een
gemeenschappelijke
specifieke bepalingen voor
een
ordening
aantal
van
de
landbouwmarkten
landbouwproducten
en
(Integrale-GMO-
verordening), met het oog op het opzetten van een schoolfruitregeling; Verordening (EG) Nr. 288/2009 van de commissie van 7 april 2009 houdende bepaling voor de uitvoering van Verordening (EG) Nr 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen; Besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de subsidiëring en ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen; Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009; Ministerieel Besluit van 22 juli 2009 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de subsidiëring en ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen; Ministerieel besluit van 13 augustus 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 22 juli 2009; (Regionale strategie Schoolfruitactie – Tutti Frutti).
Toekomstige regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen
Contactpersoon: Aranka Delombaerde (departement LV) Hilde Squire (ALV) Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1370 Zie ook: www.fruit-op-school.be; schoolfruit als gerealiseerde actie
www.vlaanderen.be/landbouw
25
4. Reductiedoelstelling Op basis van de concrete projecten van het actieplan in verhouding tot het meetresultaat formuleert het beleidsdomein Landbouw in dit actieplan een reductiedoelstelling van 20%. Deze reductiedoelstelling houdt in dat de administratieve lasten binnen het beleidsdomein Landbouw en Visserij tegen 2012 met 20% gedaald moeten zijn. Het actieplan draagt op die manier bij tot het realiseren van de reductiedoelstelling in 2012.
De reductiedoelstelling stelt het percentage voor dat de beoogde administratieve vereenvoudiging van het actieplan ten opzichte van de nulmeting weergeeft. Aangezien de scope van het actieplan ruimer is dan de nulmeting worden hierbij dus zowel vereenvoudingsprojecten opgenomen die binnen de scope van de nulmeting vallen als projecten die daarbuiten vallen. Ook de inspanningen geleverd door het beleidsdomein LV in het kader van de compensatieregel sinds 1 januari 2005 worden hierbij in rekening gebracht.
De reductiedoelstelling van 20% is zodoende gebaseerd op: 1. Het eindresultaat van de nulmeting van administratieve lasten;
2. De concrete vereenvoudigingsprojecten opgenomen in dit actieplan; 3. Inspanningen geleverd ten opzichte van de voorzieningen in het kader van de compensatieregel.
Het actieplan wordt ter goedkeuring voorgelegd op de beleidsraad Landbouw en Visserij van 7 februari 2011.
www.vlaanderen.be/landbouw
26
5. Bijlage:
Stand
van
zaken
van
vereenvoudigingsprojecten:
Gerealiseerde acties sinds de BUM Deze bijlage biedt een overzicht van alle acties die gerealiseerd werden sinds de BUM (2007). 5.1.
In
Eenmalige perceelsregistratie (EPR)
2007
werd
de
Eenmalige
Perceelsregistratie
geïmplementeerd,
een
beleidsdomeinoverschrijdend project tussen de beleidsdomeinen LV en LNE. Tot 2006 moesten landbouwers van ieder bewerkt perceel jaarlijks twee maal aangifte doen: één keer bij ALV om allerhande premies te krijgen en één keer voor de mestbank. Door de uitwisseling van gegevens tussen de betrokken administraties volstaat nu één aangifte.
Een
eenmalige
jaarlijkse
perceelregistratie
houdt
ook
onlosmakelijk
een
unieke
identificatie in van de gebruikers van die percelen. De identificatie van landbouwers werd vergeleken tussen ALV en de Vlaamse Landmaatschappij (hierna: VLM). Hierdoor zijn de nummers die ALV en de VLM gebruiken om landbouwers te identificeren, samengebracht tot één unieke identificatie. Het resultaat is terug te vinden op de identificatiefiche.
In de loop van 2007 werd tevens de basis gelegd om de identificatiegegevens van ALV op een geautomatiseerde manier uit te wisselen met de VLM.
Vervolgens werden in het kader van de EPR twee authentieke gegevensbronnen uitgebouwd:
één
voor
landbouwpercelen
en
één
voor
identificatiegegevens
van
landbouwers en landbouwbedrijven. Tijdens de uitwerking van de EPR werd de identificatiedatabank van landbouwers en landbouwbedrijven volledig afgestemd op de Verrijkte Kruispuntbank Personen (VKBP), de Verrijkte Kruispuntbank Ondernemingen (VKBO) en het Centraal Referentie Adressen Bestand (CRAB).
Regelgeving: decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid; besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties
www.vlaanderen.be/landbouw
27
en
landbouwgrond
in
het
kader
van
het
meststoffenbeleid
en
van
het
landbouwbeleid.
Contactpersoon: Ruben Fontaine Meer info: http://www.corve.be/overegov/publicatie/artikel_2008_epr.php Zie ook: verzamelaanvraag (lopende en gerealiseerde acties)
5.2.
E-loket landbouw en visserij
Binnen het beleidsdomein LV zijn de voorbije jaren al heel wat stappen gezet op het vlak van e-government en klantgericht werken. Mede door het e-loket Landbouw en Visserij werden belangrijke stappen gezet op het pad van de administratieve vereenvoudiging.
Het e-loket is een internettoepassing van ALV. Hoofddoelstelling van het e-loket is administratieve vereenvoudiging. Het e-loket begeleidt de land- en tuinbouwers (of hun volmachthouders) maximaal bij het invullen van de aanvragen, met als doel de kwaliteit van de aanvragen te verhogen en zo de verwerking van de aanvragen te versnellen en te vereenvoudigen.
Daarnaast
geeft
het
e-loket
de
land-
en
tuinbouwers
een
gebruiksvriendelijk overzicht van hun historische en hun meest recente bedrijfsgegevens. Op die manier kunnen land- en tuinbouwers de trends binnen hun bedrijf ontdekken en hun bedrijfsevolutie eenvoudig en snel evalueren. Ook de individuele en vergelijkende bedrijfsrapporten van de leden van het landbouwermonitoringsnetwerk (LMN) werden in 2010 toegevoegd aan het e-loket: de leden van het LMN kunnen sinds juni hun bedrijfsrapporten online raadplegen via het e-loket.
Aanvraag premies en quota
Daarnaast kan via het e-loket ook de premieaanvraag zoogkoeien ingediend worden, net zoals alle aanvragen met betrekking tot het quotumfonds (aan- en verkoop).
Communicatie
ALV wil meer en meer elektronisch communiceren met haar klanten. Om dit op een efficiënte en veilige manier te doen werd in 2010 het ‘mijn berichten’ luik op het e-loket in gebruik genomen. Daar vindt de e-loket gebruiker algemene berichten maar ook
www.vlaanderen.be/landbouw
28
persoonlijke berichten omtrent de verwerking van zijn dossier of de percelen door hem in gebruik.
Verdere uitbreidingen
Het e-loket wordt gestadig verder uitgebreid met nieuwe functionaliteiten en dit gebeurt steeds in nauw overleg met een pilootgroep landbouwers en landbouwconsulenten. Het aantal voorbeelden van het resultaat van de samenwerking is groot. Zo werd op verzoek van de pilootgroep landbouwers het overzicht van alle berekeningen en alle steun uitbetaald door het Vlaams betaalorgaan toegevoegd op het e-loket. Op vraag van de pilootgroep landbouwconsulenten wordt een overzicht van ingediende aanvragen en statusbar gerealiseerd. Zo kunnen ze op eenvoudige wijze nagaan voor welke klanten nog geen dossier werd ingediend. Bovendien werden snelle zoekmethodes geïntegreerd zodat in een minimum van tijd in een uitgebreide lijst van klanten en de juiste klant en het juiste dossier kan gevonden worden. Ook binnen de verzamelaanvraag werden een aantal aanpassingen gerealiseerd zoals de snelle ingave in tabel en de mogelijkheid om extra email adressen op te geven voor de bevestigingsmail.
Mandaat
Landbouwers die onvoldoende tijd hebben om zelf hun aanvragen te beheren via het eloket of landbouwers die consulenten de mogelijkheid willen geven op gegevens te consulteren, kunnen hiervoor een mandaat geven aan een andere persoon of organisatie. Duizenden landbouwers hebben hier al gebruik van gemaakt.
Ondersteuning
ALV ondersteunt zijn e-loket gebruikers op verschillende manieren: het ganse jaar door is er een infolijn ter beschikking. Elke e-loket gebruiker kan bij deze infolijn terecht met allerlei vragen, zoals over het aanmelden op het e-loket, het grafisch intekenen van percelen, enzovoort. Een groot voordeel is dat de medewerkers van de infolijn kunnen meekijken op het computerscherm van de persoon die belt. Op die manier wordt iedereen die een vraag of een probleem heeft rond het e-loket verder op weg geholpen. Bovendien kunnen de medewerkers van het agentschap uit al deze oproepen heel wat nuttige informatie verzamelen, zodat ze de elektronische verzamelaanvraag tegen het volgende jaar nog gebruiksvriendelijker kunnen maken. Naast de infolijn kan de e-loket
www.vlaanderen.be/landbouw
29
gebruiker via mail contact opnemen of buiten de infolijnuren een bericht nalaten op het antwoordapparaat. Tot slot heeft het e-loket een uitgebreide help-functionaliteit die afhankelijk van waar de e-loket gebruiker de help-functie aanroept de meest geschikte help-pagina aanroept.
Conclusie
Sinds de BUM werd een e-loket geïnstalleerd waarvan de functionaliteiten jaar na jaar uitgebreid worden en waarvan het succes en gebruik jaar na jaar toeneemt. Voor wat de verzamelaanvraag betreft heeft het e-loket heden een aandeel van 40% van de dossiers. Voor de premieaanvraag zoogkoeien bedraagt dit nu ca. 28%. Voor de dossiers quotumfonds schommelt dit rond 22% afhankelijk van het type dossiers. De impact van deze elektronische indiening is niet altijd vermeld en geraamd maar is wel van groot belang, niet alleen voor wat betreft de administratieve last maar ook omwille van het assisterend en adviserend aspect waardoor grote vergissingen met financiële gevolgen worden uitgesloten.
Regelgeving: besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden (oprichting e-loket).
Contactpersoon: Lieve Van Geldre Meer info: https://www.landbouwvlaanderen.be/ Zie ook: verzamelaanvraag (gerealiseerde en lopende acties) en e-loket (lopende acties) 5.3.
Verzamelaanvraag
Sinds 2007 kan de verzamelaanvraag online ingevuld en ingediend worden voor het administratieve luik van de aanvraag. Vanaf 2008 is het grafische luik aan de elektronische verzamelaanvraag toegevoegd. Landbouwers moeten zo niet langer hun fotoplannen per post opsturen. Ze kunnen nu hun percelen grafisch intekenen via het eloket. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het geGIS-platform voor ontsluiting van geografische gegevens.
Landbouwers krijgen jaarlijks (als onderdeel van de verzamelaanvraag) de meest recente fotoplannen in kleur opgestuurd (schaal 1/5000). Deze fotoplannen zijn veel meer
www.vlaanderen.be/landbouw
30
gedetailleerd dan vroeger, hierdoor worden minder intekenfouten door de landbouwers gemaakt.
In de toelichtingsnota bij de verzamelaanvraag wordt duidelijk toegelicht hoe de fotoplannen moeten ingevuld worden en hoe wijzigingen kunnen aangebracht worden. Na het indienen van de verzamelaanvraag worden de fotoplannen ingescand en deze PDF-files worden door de dossierbehandelaars in de buitendienst gebruikt om nauwkeurig de (eventuele) aanpassingen van de landbouwers op de fotoplannen over te brengen in de
GIS-toepassing
(GISEditor).
Via het e-loket kunnen landbouwers zelf hun percelen grafisch intekenen of wijzigen. Deze intekening wordt (indien correct uitgevoerd) geïmporteerd in GISEditor en zoveel mogelijk ongewijzigd gelaten (behalve bijvoorbeeld na een controle ter plaatse). Binnen de grenzen van wat door de EU-wetgeving is toegelaten, wordt een maximale flexibiliteit
toegepast
met
betrekking
tot
wijzigingen
en
doorhalingen.
Via volgende link wijst een stappenplan de landbouwer de weg om de verzamelaanvraag correct
in
te
vullen
en
te
versturen:
https://www.landbouwvlaanderen.be/Help/eVa/eVA_index.htm
Jaarlijks worden ‘verdwenen percelen’ (ten opzichte van voorgaande campagnes) gedetecteerd en worden de landbouwers die het jaar voordien het perceel in gebruik hadden aangeschreven met de vraag wat de huidige bestemming is van het perceel. Indien blijkt dat dit perceel toch nog in gebruik was voor landbouwdoeleinden wordt het toegevoegd in de verzamelaanvraag van de landbouwer-gebruiker en wordt er aan dit perceel een vaststelling gekoppeld die kan leiden tot een sanctie voor onderaangifte (indien meer dan 3% landbouwgrond van deze landbouwer ten opzichte van de vorige campagne verdwenen is). Het opsporen van onderaangiftes (verdwenen percelen) is door de Europese wetgeving opgelegd en dient daarom ook strikt toegepast te worden om boetes te vermijden.
Bij het invullen van een elektronische verzamelaanvraag worden automatisch een aantal foutencontroles uitgevoerd. Hierdoor stijgt de kwaliteit van de aanvragen die via het eloket worden ingediend. Zo is in 2007 gebleken dat achteraf slechts bij 4% van de ingediende elektronische verzamelaanvragen bijkomende briefwisseling moest gevoerd worden, terwijl dat bij de papieren aanvragen nog 40% was. Het e-loket zorgt dus duidelijk voor een grote administratieve lastenvermindering.
www.vlaanderen.be/landbouw
31
Vanaf 2011 kunnen landbouwers bij het invullen van de elektronische verzamelaanvraag de
contractinformatie
van
hun
lopende
agromilieuverbintenissen
of
beheerovereenkomsten raadplegen. Deze informatie wordt online opgehaald uit de databanken van het ALV en ondersteunt de landbouwers bij het invullen van hun aangifte. Ook kunnen de landbouwers op eenvoudige wijze doorklikken naar een overzicht van alle premievoorwaarden voor deze agromilieumaatregelen. Bovendien is het ook mogelijk voor de landbouwers om een simulatie te doen van hun premies op basis van hun aangifte.
Regelgeving: Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
en
tot
vaststelling
van
bepaalde
steunregelingen
voor
landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003; Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling
van
gemeenschappelijke
voorschriften
inzake
rechtstreekse
steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers; Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van
Verordening
(EG)
nr.
1234/2007
van
de
Raad
wat
betreft
de
randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector; Wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;
www.vlaanderen.be/landbouw
32
Decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, artikel 3, § 3; Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden; Besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en
landbouwgrond
in
het
kader
van
het
meststoffenbeleid
en
van
het
landbouwbeleid, artikel 4; Ministerieel besluit van 7 juni 2010 tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 augustus 2009 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden voor wat betreft de uitvoering van de gedeelde bevoegdheden met het oog op de inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers,
exploitaties
en
landbouwgrond
in
het
kader
van
het
meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, voor de campagne 2010.
Contactpersoon:Gilbert Maesschalck/Ruben Fontaine Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=79 Zie ook: e-loket (lopende en gerealiseerde acties) en verzamelaanvraag (lopende acties) 5.4.
Kwaliteitsvolle regelgeving
Om beleid en visie concreet te maken is er een goed doordachte wetgeving nodig. Daarbij moet zoveel mogelijk gestreefd worden naar kwaliteitsvolle regelgeving.
Een prioriteit is het tegengaan van de versnippering van het reglementaire en decretale kader door: -
de bundeling van het decretale kader van het landbouw- en visserijbeleid in één decreet;
-
de bundeling met betrekking tot een bepaalde landbouw- en visserijmaterie in één besluit.
www.vlaanderen.be/landbouw
33
Een aantal landbouw- en visserijmateries liggen nog steeds vervat in verschillende wetten, decreten, besluiten en omzendbrieven. Deze versnippering is zowel nadelig voor de administratie als voor de burger.
Daarnaast dateren de wetten, decreten en besluiten van voor de regionalisering, waardoor zij gedeelde bevoegdheden bevatten. Dit zorgt voor onduidelijkheden inzake bevoegdheid bij de administraties en zorgt ervoor dat het voor de burger niet duidelijk is welke bepalingen door welke overheid opgelegd worden.
Een gevolg van de gedeelde bevoegdheden is dat wijzigingen aan deze wetten, decreten en besluiten soms voor ongewenste effecten zorgen.
Inzake het streven naar kwaliteitsvolle regelgeving worden sinds de BUM nog steeds acties ondernomen (zie: kwaliteitsvolle regelgeving – lopende acties). Hierna worden de reeds gerealiseerde acties in dit kader besproken, met als belangrijkste actie het fokkerijbesluit. 5.4.1. Fokkerijwetgeving
Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren (hierna: fokkerijbesluit) werd ontwikkeld om het hoge aantal bestaande besluiten te coördineren in één besluit. Die veelheid en complexiteit van de bestaande reglementeringen was bovendien storend omwille van de parallellen die bestaan in de bepalingen die per diersoort of groep van diersoorten werden uitgewerkt in de Europese reglementering. Ter vereenvoudiging voor zowel de administratie als de burger werd gepoogd om voor alle diersoorten zoveel als mogelijk dezelfde voorwaarden voor erkenning en werking op te leggen.
De besluiten die geviseerd werden, dateren van vóór de regionalisatie van de landbouwmateries.
Naast
de
omzetting
van
de
Europese
regels
werden
daarin
beleidsopties vastgelegd door de toenmalige federale Minister van Landbouw. Sinds de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen behoren deze beleidsopties tot de bevoegdheid van de Vlaamse regering. Bovendien dateren ze van de periode rond 1990 en zijn ze daarom aan herziening toe. Daarnaast werd hierdoor verholpen aan problemen als gevolg van de verstrengeling van federale en gewestelijke bepalingen in hetzelfde besluit.
www.vlaanderen.be/landbouw
34
Daarnaast
werd
de
fokkerijregelgeving
aangepast
aan
de
gewijzigde
Europese
regelgeving waardoor een correcte en volledige omzetting van de Europese regelgeving bewerkstelligd werd.
Tenslotte werden de bestaande erkenningen, die vervat lagen in een groot aantal individuele besluiten, gecentraliseerd in twee besluiten die een overzicht bieden van alle bestaande erkenningen in het kader van de fokkerij.
Regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren (fokkerijbesluit); Ministerieel besluit van 11 januari 2011 tot uitvoering van artikel 8, 36 en 42 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren; Ministerieel besluit van 18 november 2010 tot erkenning van verenigingen, organisaties en ondernemingen ter uitvoering van artikel 59, §1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren; Ministerieel besluit van 18 november 2010 tot erkenning van centra ter uitvoering van artikel 59, §2, van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren. Contactpersoon: Leen Versmissen Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=248 5.4.2. Wetgeving biologische productie
De biologische productie was zeer versnipperd geregeld in het koninklijk besluit van 17 april 1992 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (hierna: KB), de uitvoeringsbesluiten en een reeks omzendbrieven en richtlijnen, wat het geheel zeer complex maakte. Deze regelgeving bevatte bovendien een aantal onduidelijkheden.
Daarnaast doken terug dezelfde problemen op als gevolg van het feit dat het KB dateerde van voor de bevoegdheidsoverdracht inzake het landbouwbeleid aan de
www.vlaanderen.be/landbouw
35
gewesten, bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen.
Tenslotte diende de regelgeving ook aangepast te worden aan de nieuwe Europese regelgeving en diende men als gevolg hiervan een aantal beleidsopties te nemen.
Hieraan werd tegemoet gekomen door de creatie van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van de biologische producten.
Regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten; Ministerieel besluit van 22 juni 2009 tot uitvoering van artikelen 7, 9, 10, 11 en 48 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten.
Contactpersoon: Vanessa De Raedt Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=34 5.5.
Formulieren
Het Beleidsdomein Landbouw en Visserij kent een groot aantal formulieren. Deze formulieren zijn gecentraliseerd op de formulierenwebsite.
Inzake het streven naar kwaliteitsvolle formulieren worden sinds de BUM nog steeds acties ondernomen (zie: formulieren – lopende acties). Hierna worden de reeds gerealiseerde acties in dit kader vermeld.
Sinds de BUM hebben een hoop formulieren al het kwaliteitslabel gehaald. Hierdoor zijn de formulieren kwalitatiever en gebruiksvriendelijker geworden voor de burger.
Daarnaast werden een aantal formulieren ook gecreëerd of aangepast aan de sinds de BUM ontstane nieuwe of gewijzigde regelgeving. Een voorbeeld hiervan zijn de nieuwe formulieren voor de erkenningen in het kader van het fokkerijbesluit. Hierdoor vindt de burger op de website van Landbouw en Visserij de actuele formulieren terug die hij nodig heeft.
www.vlaanderen.be/landbouw
36
Meer info: www.vlaanderen.be/formulieren (formulierenwebsite), http://lv.vlaanderen.be (externe website beleidsdomein LV). Zie ook: formulieren (lopende acties) 5.6.
Subsidie biologische productiemethode
In België geldt sinds 1994 een systeem waarbij Belgische landbouwers en tuinders, die de biologische productiemethode invoeren of verder toepassen en een aanvraag voor de biologische productiemethode indienen, rechtstreeks kunnen worden gesubsidieerd middels hectaresteun. Deze subsidie wordt toegekend voor verbintenisperiodes van 5 jaar. Vanaf het 6 de jaar en voor zover de reglementering het op dat ogenblik toelaat, kan een nieuwe verbintenis voor 5 jaar gesloten worden.
Verzamelaanvraag
De perceelsaangifte, het aangeven van een nieuwe verbintenis en de betalingsaanvraag voor de subsidie voor de biologische productiemethode dienen te gebeuren via de verzamelaanvraag. De formulieren met bijhorende toelichting worden verstuurd door ALV.
Het afzonderlijk Vademecum werd sinds campagne 2007 afgeschaft zodat de landbouwer enkel de toelichtingsbrochure bij de verzamelaanvraag moet raadplegen.
Aanmelden van percelen voor bio-certificering via het e-loket
Vanaf 2010 is het mogelijk voor de landbouwers die de biologische productiemethode toepassen om hun verzamelaanvraag in te dienen via het e-loket. Op het e-loket kan men als bio-landbouwer aanduiden bij welk controleorgaan men zijn percelen wenst aan te melden en welke percelen men wenst te laten controleren voor certificering. Het ALV bezorgt deze gegevens dan aan zijn controleorgaan. Door deze administratieve vereenvoudiging dient men als bio-landbouwer niet langer zowel in de verzamelaanvraag als bij zijn controleorgaan jaarlijks dezelfde perceelsgegevens door te geven.
Regelgeving:
www.vlaanderen.be/landbouw
37
Besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling; Ministerieel besluit van 3 oktober 2003 betreffende de toekenning van subsidies voor het toepassen van de biologische productiemethode met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling.
Contactpersoon: Katleen Butaye Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=162 Zie ook: Verzamelaanvraag en e-loket (lopende en gerealiseerde acties) 5.7.
Premie voor energiegewassen
De steunmaatregel premie voor energiegewassen omvatte veel administratieve last om een kleine extra subsidie te kunnen krijgen. De administratieve last voor inzamelaars en eerste verwerkers werd in 2008 een beetje vereenvoudigd. Het systeem van zekerheden werd vervangen door een systeem van erkenningen (MB van 25 juli 2008). Het principe van de steunmaatregel werd opgeheven met ingang van 1 januari 2010, onder invloed van de health check.
Regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010
tot wijziging van
diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden; Ministerieel besluit van 25 juli 2008 betreffende de steun voor energiegewassen.
Contactpersoon: Kaat De Cubber Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=241 Zie ook: e-loket (lopende en gerealiseerde acties) 5.8.
Slachtpremie kalveren
Het overzicht van alle berekeningen en uitbetaalde steun zijn toegevoegd op het e-loket, zoals alle berekeningen van de uitbetaalde voorschotten voor slachtpremie kalveren.
Regelgeving:
www.vlaanderen.be/landbouw
38
Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden (e-loket); Besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot instelling van bepaalde rundvleespremies (grondslag premie); Ministerieel besluit van 3 maart 2006 betreffende de slachtpremie voor kalveren (grondslag premie).
Contactpersoon: Lindy Van den Bossche Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=234 Zie ook: e-loket en ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag (lopende en gerealiseerde acties) 5.9.
Melkquotum en register rechtstreekse verkoop melk
Aanvraag overdracht melkquotum Melkquota
zijn
definitief
overdraagbaar,
hetzij
via
'eerste
installatie',
hetzij
via
'familieverwantschap', hetzij via 'overdracht tussen derden'. Een overdracht zonder samenvoeging van quota (eerste installatie) is mogelijk bij een 'overname' of een 'oprichting' van een bedrijf. Bij samenvoeging van quota (overdracht in cumul genoemd) moeten
de
producent-overlater
en
de
producent-overnemer
eerste-
of
tweedegraadsverwanten of echtgenoten zijn of moet er minimaal 40 % van het over te laten quotum worden vrijgemaakt via het Quotumfonds.
Het formulier voor de definitieve overdracht van melkquotum (mobiliteiten) moet uiterlijk op 30 november van het lopende tijdvak aangetekend verstuurd worden naar de buitendiensten van het Agentschap voor Landbouw en Visserij, afdeling Markt- en Inkomensbeheer. Voor een overdracht van quotum naar een echtgeno(o)t(e) of partner in de groepering ten gevolge van het overlijden van de landbouwer, is een afzonderlijk formulier voorzien.
De aanvragen voor aankoop van het quotumfonds kunnen elektronisch worden ingediend via het e-loket.
Een aantal documenten moeten verplicht aan het dossier worden toegevoegd. Eén van de documenten zijn de statuten in het geval dat de overlater en/of overnemer een www.vlaanderen.be/landbouw
39
rechtspersoon is. Vroeger diende men de statuten altijd te bezorgen, sinds 2009 dient men enkel nog een kopie van deze statuten te bezorgen wanneer de statuten niet digitaal te consulteren zijn via de Kruispuntbank Ondernemingen. Invullen van register rechtstreekse verkoop van melk Wanneer
een
landbouwer
melk
of
andere
zuivelproducten
rechtstreeks
aan
de
eindverbruiker verkoopt of indien een landbouwer afgeroomde melk of room levert aan een koper, dient deze landbouwer een register rechtstreekse verkopen in te vullen en uiterlijk op 14 mei een jaarlijkse verklaring rechtstreekse verkopen in te sturen. Gratis afstand wordt ook als rechtstreekse verkoop beschouwd.
Het register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten werd herschreven om het invullen te vergemakkelijken.
Daarnaast werd een rekenblad ontwikkeld om de
jaarlijkse verklaring correct in te vullen. De landbouwers dienen in dit excelsheet een aantal gegevens in te vullen. Aan de hand van formules wordt de totale hoeveelheid daarna automatisch berekend. De landbouwer kan dit afdrukken en aan zijn register toevoegen of kan deze hoeveelheden overnemen in rubriek 2 op de jaarlijkse verklaring. Zo kunnen er minder vergissingen gebeuren.
Regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten; Ministerieel besluit van 22 november 2007 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten.
Contactpersoon: Lea Elst en Noortje Michiels Meer
info:
http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1157
(rechtstreekse
verkopen) http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?fid=286 (overdracht melkquotum) 5.10. Zoogkoeienpremie Landbouwers die op hun bedrijf een zoogkoeienbestand aanhouden, dat wordt gebruikt voor het opfokken van kalveren voor de vleesproductie, kunnen een premie voor zoogkoeien aanvragen. Daartoe dient de landbouwer over een zoogkoeienquotum te beschikken. www.vlaanderen.be/landbouw
40
Het aantal premierechten voor zoogkoeien waarover een landbouwer beschikt noemt men het zoogkoeienquotum. Dit is het maximum aantal vrouwelijke runderen waarvoor een landbouwer de zoogkoeienpremie kan bekomen. Premierechten voor zoogkoeien kunnen op verschillende manieren bekomen worden, namelijk via:
•
een volledige bedrijfsovername
•
een overdracht tussen landbouwers
•
een verdeling van premierechten uit de Vlaamse reserve (= herziening)
De aanvraagprocedure is zeer eenvoudig. De landbouwers moeten enkel aangeven voor Aanvraag zoogkoeienpremie hoeveel zoogkoeien en vaarzen ze de premie wensen aan te vragen. Aan de hand van Sanitel bepaalt de administratie automatisch voor welke dieren de premie wordt toegekend.
Landbouwers die beschikken over een elektronische identiteitskaart en een kaartlezer kunnen vanaf 2010 de premieaanvraag zoogkoeien ook online via het e-loket indienen. Een groot voordeel is dat het e-loket de premieaanvraag al controleert vooraleer ze wordt ingediend. De kans op een verkeerd ingevulde premieaanvraag vermindert dus sterk. Als de verzamelaanvraag elektronisch wordt ingediend, moet het papieren formulier niet meer ingevuld en opgestuurd worden. Een ontvangstbevestiging wordt per e-mail verkregen.
Via volgende link kan een demofilmpje geraadpleegd worden die uiteenzet hoe de aanvraag moet ingediend worden: https://www.landbouwvlaanderen.be/Doc/Htm/Eloket_indienen_zoogkoeien.htm
Het overzicht van alle berekeningen en uitbetaalde steun is toegevoegd op het e-loket, zoals alle berekeningen van de uitbetaalde voorschotten voor premie zoogkoeien. In plaats van een kopie van de geboorteakte in bijlage te steken, moet nu enkel nog het Formulier overdracht zoogkoeienquotum rijksregisternummer opgegeven worden.
Regelgeving: Besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010
tot wijziging van
diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde www.vlaanderen.be/landbouw
41
steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden (eloket); Besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot instelling van bepaalde rundvleespremies (grondslag premie); Ministerieel besluit van 3 maart 2006 betreffende de zoogkoeienpremie (grondslag premie).
Contactpersoon: Lindy Van den Bossche Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=235 Zie ook: e-loket (lopende en gerealiseerde acties) 5.11.
Groenbedekking
Elke landbouwer, zowel in hoofdberoep als in nevenberoep, kwam op basis van het ministerieel besluit van 19 december 2003 betreffende de toekenning van subsidies voor het inzaaien van een groenbedekker (hierna: MB groenbedekking) in aanmerking voor de subsidie groenbedekking op percelen die in Vlaanderen gelegen zijn.
De perceelsaangifte, het aangaan van nieuwe verbintenissen en de betalingsaanvraag voor de subsidie voor groenbedekking dienden te gebeuren via de verzamelaanvraag. De
formulieren
met
bijhorende
toelichting
werden
verstuurd
door
ALV.
De
verzamelaanvraag kon ook online ingediend worden via het e-loket.
Het MB groenbedekking werd opgeheven door het ministerieel besluit van 23 maart 2007 tot opheffing van bepaalde ministeriële besluiten betreffende de toekenning van subsidies voor milieumaatregelen en de instandhouding van de genetische diversiteit. Het opheffingsbesluit vermeldt dat het MB groenbedekking van toepassing blijft op de verbintenissen en overeenkomsten die aangegaan zijn voor 1 januari 2007.
2010 is dus het laatste jaar dat betaling kan aangevraagd worden door landbouwers die een lopende verbintenis hebben met als startjaar 2006. De subsidie groenbedekking kan sinds 2011 niet meer aangevraagd worden, waardoor de subsidie de facto is afgeschaft.
Oude regelgeving: Besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 2003 betreffende de toekenning van
subsidies
www.vlaanderen.be/landbouw
voor
het
toepassen
van
milieuvriendelijke
42
landbouwproductiemethoden
en
het
in
stand
houden
van
de
genetische
diversiteit; Ministerieel Besluit van 19 december 2003 betreffende de toekenning van subsidies voor het inzaaien van een groenbedekker.
Contactpersoon: Ruben Fontaine Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=137 5.12.
Ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag
De ontkoppeling van steun betekent een sterke vereenvoudiging voor de landbouwer. Gekoppelde steun moet immers jaarlijks worden aangevraagd door de landbouwer. Bij ontkoppeling wordt op basis van historische referentiegegevens de steun berekend waar een landbouwer recht op heeft, en die steun wordt toegevoegd aan de bedrijfstoeslag, wat één steunbedrag is op het niveau van het bedrijf.
Voor de administratieve lasten betekent dat: Eenmalige administratieve last: de landbouwer krijgt voorafgaand aan de ontkoppeling van de bevoegde entiteit zijn referentiegegevens toegestuurd. Als de landbouwer niet akkoord is met die gegevens, of als de landbouwer zich wil beroepen op een uitzondering in de regelgeving waardoor hij een hoger steunbedrag kan ontvangen, dient hij zich tot de bevoegde entiteit te richten. De eenmalige administratieve lasten liggen dus in het verifiëren van de referentiegegevens door de landbouwer en in de eventuele stappen die de landbouwer moet doorlopen om zich op een uitzondering te beroepen. De aard van de ingeroepen uitzondering bepaalt de administratieve last (meesturen van bepaalde stavingsstukken) Daling van de administratieve lasten: na de ontkoppeling en opname van de steun in de bedrijfstoeslag, moet de landbouwer niet langer afzonderlijke steunaanvragen indienen. Doordat de steun volledig in de bedrijfstoeslag zit, zal de landbouwer enkel nog de verzamelaanvraag moeten invullen. Enkel voor nog gekoppelde sectoren blijft een afzonderlijke aanvraag noodzakelijk.
Als gevolg van de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid werden de volgende Ontkoppelingen uitgevoerd in 2010:
Areaalsteun voor noten
www.vlaanderen.be/landbouw
01/01/2010
43
Steun voor zaaizaden van vlas en spelt
01/01/2010
Regelgeving: besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden (e-loket); ministerieel besluit van 7 december 2010 betreffende de bepaling en de herziening van de referentiegegevens bij integratie van de steun voor noten en voor zaaizaden van vezelvlas en spelt in de bedrijfstoeslag.
Contactpersoon: Mart Vanhee Meer info: http://lv.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?id=2588 Zie ook: Ontkoppeling van steunregelingen en opname in de bedrijfstoeslag (lopende actie) 5.13.
Schoolfruit
De gesubsidieerde schoolfruitactie nam aanvang in het schooljaar 2009-2010. Voor de indiening van de steunaanvragen schoolfruit werd een e-loket op maat ontwikkeld zodat aanvragen op elektronische, eenvoudige wijze kunnen worden ingediend.
Aanvankelijk werd de scholen de mogelijkheid geboden hun steunaanvraag maandelijks of trimestrieel in te dienen via het e-loket. Vanaf het schooljaar 2010-2011 kunnen ook de erkenningsaanvragen elektronisch worden verlengd en moet nog slechts 3 maal per jaar (trimestrieel) steun worden aangevraagd in plaats van maandelijks.
Gezien het om een subsidieregeling gaat, worden er ook controles uitgevoerd door de bevoegde
diensten.
De
controleurs
zijn
dezelfde
die
de
controles
voor
de
schoolmelkregeling uitvoeren.
Regelgeving: Verordening(EG) nr. 13/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en van verordening (EG) nr. 1234/2007 houdende
een
www.vlaanderen.be/landbouw
gemeenschappelijke
ordening
van
de
landbouwmarkten
en
44
specifieke bepalingen voor
een
aantal
landbouwproducten
(Integrale-GMO-
verordening), met het oog op het opzetten van een schoolfruitregeling; Verordening (EG) Nr. 288/2009 van de commissie van 7 april 2009 houdende bepaling voor de uitvoering van Verordening (EG) Nr 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen; Besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de subsidiëring en ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen; Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009; Ministerieel Besluit van 22 juli 2009 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de subsidiëring en ondersteuning van de verstrekking van groenten en fruit aan leerlingen in onderwijsinstellingen; Ministerieel besluit van 13 augustus 2010 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 22 juli 2009; (Regionale strategie Schoolfruitactie – Tutti Frutti).
Contactpersoon: Aranka Delombaerde (departement LV) Hilde Squire (ALV) Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1370 Zie ook: www.fruit-op-school.be, schoolfruit als lopende actie 5.14.
Nationale rassencatalogi
Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal werd begin 2011 gewijzigd.
Deze regelgeving werd aangepast omwille van diverse redenen: o
Ten einde de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen, wordt de verplichting om sommige retributies voorafgaandelijk als voorschot te storten, afgeschaft (1);
o
De verwijzingen naar andere regelgeving en terminologie wordt geactualiseerd, hetgeen een juridisch-technische vereenvoudiging inhoudt (2);
www.vlaanderen.be/landbouw
45
o
Tegelijk wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele steeds gehanteerde interpretaties neer te schrijven: zo worden een aantal onduidelijkheden weggewerkt.
(1) Ten einde de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen, wordt de verplichting
om
sommige
retributies
voorafgaandelijk
als
voorschot
te
storten,
afgeschaft. Zoals werd bepaald, moesten de betrokken bedrijven de retributies in verschillende schijven betalen. De voorafgaandelijke betaling door de bedrijven van jaarlijkse erkenningen en inschrijvingen ter keuring was een supplementaire administratieve last voor de bedrijven, gezien zij bij iedere inschrijving een betaling van een relatief klein bedrag dienen te verrichten; deze betalingen vertegenwoordigen slechts 10% van de totale retributies. Achteraf kregen de betrokken bedrijven een globale afrekening. Het afschaffen
van
deze
opsplitsing
van
betaling
zal
dan
ook
een
administratieve
lastenverlaging en vereenvoudiging tot gevolg hebben.
(2)
De verwijzingen naar andere regelgeving en terminologie wordt geactualiseerd,
hetgeen een juridisch-technische vereenvoudiging inhoudt. In het nieuwe besluit wordt verwezen naar recent gepubliceerde nieuwe technische regelgeving en de terminologie uit deze besluiten zoals: o
het ministerieel besluit van 27 februari 2007 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen;
o
het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen;
o
het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;
o
het ministerieel besluit van 21 juni 2010 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen.
Regelgeving: besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal;
www.vlaanderen.be/landbouw
46
besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2011 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal.
Contactpersoon: Gilbert Crauwels Meer info: http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=305
www.vlaanderen.be/landbouw
47