PERSDOSSIER Mijnbouwconflicten in Peru: het Conga-project in Cajamarca
Juni 2012
Inhoud Over CATAPA .....................................................................................................................................2 De Conga-kwestie samengevat.............................................................................................................2 Mijnbouw in Peru .................................................................................................................................3 Conflictgeschiedenis Yanacocha ..........................................................................................................4 Economische dimensie van het conflict ...............................................................................................5 Milieu-impact .......................................................................................................................................6 Water ................................................................................................................................................6 Biodiversiteit ....................................................................................................................................6 Milieueffectenrapport .......................................................................................................................6 Bijlagen.................................................................................................................................................9
Over CATAPA CATAPA vzw is een jonge vrijwilligersbeweging in België. We werken rond (anders)globalisering en duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika en focussen hierbij op de problematiek van grootschalige mijnbouw. CATAPA staat voor Comité Académico Técnico de Asesoramiento a Problemas Ambientales, letterlijk Technisch Academisch Comité voor Bijstand bij Milieuproblemen. Concreet ondersteunen we boerengemeenschappen in Bolivië, Peru en Guatemala die conflicten ondervinden met mijnbouwbedrijven. In België doen we aan onderzoek, sensibilisering en netwerking. Meer info op www.catapa.be.
De Conga-kwestie samengevat De geplande goudmijn Conga, in de noordelijke Andes van Peru, zorgt sinds najaar 2011 voor heel wat commotie. Het is een nationaal symbooldossier geworden voor de problematiek van grootschalige mijnbouw. Tegelijkertijd is het een eerste grote test voor het beleid van president Ollanta Humala, die sinds juli 2011 aan de macht is. Over het hele land woeden sociale conflicten, die vaak te maken hebben met de ontginning van natuurlijke rijkdommen. Het Conga-project is een uitbreiding van de goudmijn Yanacocha, de grootste van Latijns-Amerika. Boerenorganisaties en andere sociale bewegingen, gesteund door de regionale overheid van Cajamarca en het brede middenveld in Peru, vragen dat het Conga-project wordt afgelast. Na bijna twintig jaar van mijnbouwactiviteiten in de regio, hebben zij hun vertrouwen in Yanacocha verloren. Het bedrijf kwam herhaaldelijk in opspraak voor mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling. ‘Conga no va!’, luidt het dan ook bij de protestbeweging tegen Conga – ‘Conga komt er niet door!’. Er lijkt bij de lokale bevolking bijzonder weinig draagvlak te bestaan voor een nieuwe goudmijn. Sinds oktober 2011 vonden talrijke stakingen en protestacties plaats. De regering reageert hardhandig op het protest, en lijkt vastberaden om het project desnoods manu militari door te drukken. Wat vraagt de protestbeweging? 1. Een verbod op mijnbouw in kwetsbare brongebieden in de Andes, zoals de omgeving van Conga, omdat ze cruciaal zijn voor de watervoorziening van nabije gemeenschappen, dorpen en steden. 2. Respect voor het recht op voorafgaande raadpleging, ernstige dialoog met de centrale overheid en een einde aan de criminalisering van het protest. 3. Investeringen in duurzame economische alternatieven, zoals landbouw, veeteelt en ecotoerisme. CATAPA ondersteunt het eisenpakket van de protestbeweging in Cajamarca om het Conga-project af te gelasten, en wil een internationale partner zijn om deze problematiek mee op de agenda te zetten.
2
Mijnbouw in Peru Sinds de jaren 1990 kent de mijnbouwindustrie een snelle expansie in Peru. Vandaag is het land één van de belangrijkste producenten ter wereld van onder meer zilver, zink, koper, lood en tin. Peru is de grootste goudproducent van Latijns-Amerika en de zesde wereldwijd. Hoewel de mijnbouwsector vandaag ‘slechts’ 6% van het BNP uitmaakt, is het overgrote deel (om en bij de 60%) van de export van Peru afhankelijk van de mijnbouw. Parallel met de stijgingen van de metaalprijzen op de wereldmarkten, groeit ook de Peruaanse economie gestaag. Achtereenvolgende regeringen hebben sinds het bewind van Alberto Fujimori (1990-2000) gebouwd aan een interessant wetgevend kader voor buitenlandse investeerders, kenmerkend voor de tendens van liberalisering in heel Latijns-Amerika. De lage belastingen en de lakse regulering op sociaal en milieuvlak trokken heel wat grote mijnbouwmultinationals aan. Vandaag is volgens cijfers van het Ministerie voor Energie en Mijnbouw een oppervlakte van 17 miljoen hectaren voor exploratie toegekend aan mijnbouwbedrijven, dat is 13% van het totale territorium. Effectieve exploitatie vindt tot nu toe plaats op slechts 1% van het landoppervlak: er is dus een enorm potentieel aan onontgonnen ertsen in Peru. De concessies voor mijnbouw bevinden zich voornamelijk in het Andesgebergte, dat het land van noord tot zuid doorkruist en de kust van het Amazonebekken scheidt. Veel concessies liggen in hoogvlaktes waar belangrijke waterbronnen ontspringen. Bovendien overlappen ze vaak met gronden van inheemse boerengemeenschappen, die leven van landbouw en veeteelt. De snelle expansie van de mijnbouwindustrie zorgde de laatste jaren voor heel wat sociale conflicten en protesten in Peru. Op verschillende plaatsen eisen mijnwerkers betere werkomstandigheden en een eerlijkere verdeling van de opbrengsten. In andere gevallen vragen lokale gemeenschappen een groter deel van de koek, in de vorm van tewerkstelling, sociale projecten of investeringen in infrastructuur. Tot slot zijn er conflicten waarbij de bevolking massaal protesteert tégen (nieuwe) mijnbouwprojecten, omdat ze als een bedreiging worden beschouwd voor de lokale economie en het leefmilieu. Het conflict rond het Conga-project in Cajamarca is hiervan een voorbeeld. Het Conga-project Het Conga-project is eigendom van Minera Yanacocha S.R.L. Yanacocha is op haar beurt in handen van het Amerikaanse bedrijf Newmont Mining Corporation (51,35% van het kapitaal), het Peruaanse Compañía de Minas Buenaventura (43,65%) en de International Finance Corporation (5%), een onderdeel van de Wereldbank-groep. Het project bestaat uit de exploitatie van Perol en Chailhuagón, twee minerale afzettingen ten oosten van de huidige Yanacocha-mijn die goud, zilver en koper bevatten. De ertsen zullen worden ontgonnen door middel van grootschalige dagbouw. Volgens de planning van Yanacocha zou het Conga-project in productie moeten gaan eind 2014 of begin 2015. De exploitatie zou 19 jaar duren. De Conga-mijn zal bestaan uit twee gigantische groeves van bijna 2 km breed en 1 km diep. Daarnaast komen er twee storten voor afvalgesteente van respectievelijk 289 en 160 hectaren groot. Tailings, het giftige restproduct van het ontginningsproces, zullen tientallen meters hoog worden opgestapeld op een terrein van 700 ha. Het gebied van Conga bevindt zich ongeveer 73 kilometer ten noordoosten van de stad Cajamarca, in de districten Sorochuco en Huasmín in de provincie Celendín en in het district La Encañada in de provincie Cajamarca. Het is ongeveer 2000 hectaren groot en ligt tussen 3700 en 4262 meter hoog, in een zone in een kwetsbaar ecosysteem gekenmerkt door draslanden, bergmeren en meer dan 600 bronnen.
3
In de invloedssfeer van het project liggen volgens Yanacocha 32 boerengemeenschappen. 10 ervan bevinden zich in het gebied waar de projectinfrastructuur komt en zullen dus onfleefbaar worden en verdwijnen. Bijkomend wordt ook de rest van de districten Sorochuco, La Encañada en Huasmin tot de invloedssfeer gerekend. Als alle gemeenschappen van die districten worden meegerekend, moet het aantal potentieel getroffen gemeenschappen worden opgetrokken tot 250. Conga is onderdeel van de ontwikkeling van een groter mijnbouwdistrict, dat verschillende andere koper- en goudafzettingen omvat die Yanacocha in concessie heeft. Vandaag al telt het Yanacochacomplex vijf groeves (San José, La Quinua, Cerro Yanacocha, Carachugo en Maqui Maqui). Met het Conga-project komen hier twee groeves bij, maar Conga is slechts een begin. Twee andere zones, La Carpa en Amaro, worden op hun beurt beschouwd als toekomstig uitbreidingsgebied voor Conga. Bovendien staan in hetzelfde gebied verschillende projecten van andere bedrijven in de stijgers, zoals El Galeno (China Minmetals Corporation), Michiquillay (Anglo American Exploration Peru S.A.), La Zanja (Compañía de Minas Buenaventura), Cerro Corona (Gold Fields), Tantahuatay (Compañía de Minas Buenaventura, Southern Perú Copper Corporation).
Conflictgeschiedenis Yanacocha Yanacocha kent een lange geschiedenis van ongelukken en conflicten in Cajamarca, die van belang is om de tegenstand tegen Conga te kunnen begrijpen. Het Yanacocha-project ging van start in 1992 en was één van de eerste megamijnbouwprojecten in Peru. In de loop der jaren is het uitgegroeid tot de grootste goudmijn van Latijns-Amerika. Sinds 1993 produceerde Yanacocha zo’n 736 ton goud. De conflicten rond Yanacocha hebben in de eerste plaats te maken met de ontginningstechnologie die wordt gebruikt. Yanacocha is een open-pit of dagmijn, waarbij het erts in een groeve van de oppervlakte wordt afgegraven. Vervolgens wordt het fijngemalen, opgestapeld op ertshopen en besproeid met een cyanideoplossing, die het goud losweekt en meevoert naar bekkens waar het wordt gescheiden. In tegenstelling tot gesloten mijnen, heeft deze vorm van mijnbouw enorme hoeveelheden grond nodig en brengt ze ingrijpende veranderingen in het landschap teweeg. Yanacocha is de grootste grondeigenaar van Cajamarca. Over een oppervlakte van meer dan 100 km² heeft het bedrijf miljoenen tonnen grond verplaatst en de waterhuishouding ingrijpend veranderd. Een eerste reeks conflicten heeft betrekking op de aankoop van gronden door Yanacocha. Tussen 1992 en 2000 kocht Yanacocha meer dan 11.000 hectaren grond voor bij benadering 5 miljoen dollar. Het bedrijf stimuleerde de ontmanteling van de traditionele patronen van grondgebruik en de opdeling en privatisering van gronden. De nieuwe privéeigenaars werden onder druk gezet om hun grond te verkopen, met gedwongen onteigening door de staat als stok achter de deur. Grondgebruikers die geen eigenaars waren, verloren toegang tot de gronden die hen hielpen om in hun levensonderhoud te voorzien. Zij kregen hiervoor geen compensatie. Tussen 1992 en 1996 stegen de grondprijzen rond de mijn met 600 procent. Veel eigenaars en gemeenschappen voelden zich achteraf bedrogen en protesteerden om bijkomende compensaties af te dwingen. Een tweede reeks conflicten heeft betrekking op de milieu- en gezondheidsimpact van de mijn. De enorme verplaatsing van gesteente en het ontginningsproces met behulp van cyanide leidden tot klachten over de aantasting van de waterkwaliteit en -kwantiteit. In 2002 stierven ongeveer 36.700 forellen in het dorpje Granja Porcón, nadat sedimenten van de mijn naar een forelkwekerij waren gegleden. In 2005 sloot de mijn bij uitbreidingswerken het irrigatiekanaal van La Ramada, dat door haar eigendom loopt. Daarmee beroofde ze 240 families van water. Verschillende studies tonen bovendien aan dat de concentraties cyanide, chroom, ijzer en magnesium in het drinkwater van Cajamarca boven het normale niveau liggen.
4
Een triest 'hoogtepunt' in de geschiedenis van Yanacocha vond plaats in 2000. Een vrachtwagen afkomstig van de mijn lekte 151 kg kwik over een afstand van 43 kilometer van de weg. Meer dan 900 inwoners van de gemeenten Choropampa en San Juan werden vergiftigd en kregen te kampen met nierpijn, ademhalingsproblemen, huidaandoeningen en verslechterd zicht. In eerste instantie probeerde Yanacocha het incident stil te houden en ontkende het alle betrokkenheid. Het bedrijf werd aangeklaagd en betaalde tenslotte een schadevergoeding in een buitenrechtelijke geschillenregeling, zonder evenwel de volle verantwoordelijkheid voor het incident op zich te nemen. Voor Yanacocha is het incident gesloten, maar de gezondheidsproblemen van de slachtoffers zullen nog jaren blijven voortduren. Omdat de bestaande groeves geleidelijk aan minder opbrengen, zoekt Yanacocha voortdurend naar uitbreidingsmogelijkheden. In 2004 protesteerden meer dan tienduizend mensen uit de streek tegen de uitbreiding van de mijn naar Cerro Quilish, een berg die belangrijk is voor de watervoorziening van Cajamarca. Met voorlopig succes: Yanacocha moest haar exploratieplannen opbergen. In augustus 2006 brak protest uit tegen de uitbreiding van de Carachugo-groeve, waar Yanacocha een nieuwe dam wilde bouwen. Inwoners van Combayo vreesden verontreiniging van hun water en klaagden over de weinige sociale en economische voordelen van het project. Het protest eindigde in confrontaties tussen de politie en privé-bewakers van Yanacocha enerzijds en de boeren anderzijds. Daarbij werd de boerenleider Isidro Llanos Canvar doodgeschoten en raakten verschillende mensen gewond. In november 2006 werd de boer en milieuactivist Edmundo Becerra Corina vermoord met vijftien kogels, enkele dagen voorafgaand aan een ontmoeting met vertegenwoordigers van het Ministerie voor Energie en Mijnbouw. Hij had verschillende doodsbedreigingen ontvangen.
Economische dimensie van het conflict Mijnbouwbedrijven betalen in Peru 30% belastingen op hun winsten. De helft daarvan is rechtstreeks bestemd voor de lokale gemeenschappen, in de vorm van het ‘canon minero’ – een regelgeving die voorziet in sociale herinvesteringen van mijnbouwopbrengsten. 20% van dit ‘canon’ gaat naar de overheid van de provincie waar de ertsen zich bevinden, 60% wordt verdeeld onder de districten en provincies van de hele regio en de overige 20% gaat naar de regionale overheid. Het is echter niet altijd duidelijk hoe dit geld lokale gemeenschappen bereikt. Yanacocha maakt zich sterk ‘een belangrijke actor te zijn in de ontwikkeling van de gemeenschappen’. Het zet verschillende sociale projecten op, zoals gezondheidsposten en voedselprogramma’s. Desondanks behoort Cajamarca anno 2012, na twintig jaar van grootschalige mijnactiviteit, tot de armste regio’s van het land. Uit de recentste cijfers (2009) van het Nationaal Instituut voor Statistieken blijkt dat 56% van de bevolking van Cajamarca in armoede leeft, ver boven het nationale gemiddelde van 34,8%. Momenteel stelt Yanacocha zo’n 8000 mensen te werk, dat is 10% van de totale actieve bevolking in de regio. Volgens Yanacocha zal het Conga-project tussen 900 en 6.000 bijkomende krachten tewerkstellen tijdens de 42 maanden durende constructiefase. De tewerkstelling tijdens de operatiefase wordt geschat op 1660 werkkrachten, waarvan 1174 vaste personeelsleden 486 onderaannemers gedurende de eerste 11 jaar. Het project hanteert een tewerkstellingsbeleid dat voorrang geeft aan lokaal personeel, op voorwaarde dat dit te vinden is. In de invloedzone van het Conga-project is 98% van de bevolking voor haar levensonderhoud afhankelijk van landbouw en veeteelt. Veel voorkomende gewassen zijn aardappelen, gerst, graan, bonen, quinoa, maïs en erwten. De veeteelt zorgt onder andere voor vlees, melk en melkproducten. Cajamarca staat bovendien bekend als dé zuivelstreek bij uitstek van Peru. ‘Cajamarca moet investeren in de landbouw en de veeteelt’, klinkt het dan ook bij de boerenorganisaties.
5
Milieu-impact Water Yanacocha wil het Conga-project uitvoeren in een omgeving die volgens nationale wetten voldoet aan de criteria van ‘ kwetsbaar ecosysteem’. De Algemene Milieuwet (wet nr. 2861, 'Ley General del Ambiente') zegt dat waterbronnen, hooggelegen meren en natuurlijke sponsen kwetsbare ecosystemen zijn. De Waterwet (artikel 75, wet nr. 29338, 'Ley de Recursos hídricos') schrijft voordat meren en waterbronnen beschermd moeten worden. Het mijnbouwproject is gelegen in de brongebieden van 5 bergstromen: Jadibamba, Chailhuagón, Chugurmayo, Alto Chirimayo en Toromacho. Dat zijn op hun beurt bijrivieren van de Sendamal, de Chonta en de Llaucano, de voornaamste rivieren van de provincies Celendín, Cajamarca en Bambamarca. Daarnaast zal het project 4 bergmeren vernietigen. De meren Mala en Perol moeten plaatsmaken voor een open-pit mijn, die de rivieren Chailhuagón en Chirimayo direct zal beïnvloeden. De meren Azul en Chica worden afvalputten, die de bron van de rivier Jadibamba zullen aantasten. Het bergmeer Chailhuagón wordt een dijk, waardoor de bron van de rivier Chailhuagón zal aangetast worden. Het toxische afval zal het bedrijf opslaan op de plaats waar de rivieren Jadibamba en Toromacho ontstaan. 260 hectaren aan natuurlijke sponsen en 17200 hectaren aan graslanden zullen op die manier worden aangestast. Het mijnbedrijf wil deze aantasting van de watervoorziening compenseren door de bouw van vier waterreservoirs, en stelt op die manier de watervoorziening van deze overwegend agrarische streek te verzekeren. Dit wordt door de oppositie in vraag gesteld: een complex hydrologisch systeem kan volgens hen niet vervangen worden door enkele kunstmatige reservoirs, die op lange termijn hoge kosten met zich mee zullen brengen. De bergmeren staan immers via boven- en ondergrondse rivieren in contact met elkaar, en zijn essentieel voor de watervoorziening via diverse rivieren en zijrivieren. Men vreest daarenboven dat de komst van het project de habitat van verschillende specifieke planten en dieren zal bedreigen.
Biodiversiteit De Conga-mijn zal impact hebben op een uniek ecosysteem. In het gebied van de geplande mijn zijn 460 plantensoorten geregistreerd, waarvan er 34 bedreigd zijn. 46 planten zijn endemisch - dit wil zeggen dat ze enkel in Peru voorkomen. Van die 46 zijn er 6 planten die enkel voorkomen in de regio van Cajamarca, zoals Quishuar, Ichu en Pinco Pinco. In de regio leven 225 gewervelde dieren, waaronder 4 soorten amfibieën en 3 soorten reptielen. Er leven 13 soorten zoogdieren, waaronder de endemische Montaraz muis, 9 endemische vogels en 13 bedreigde vogelsoorten.
Milieueffectenrapport Het officiële Milieueffectenrapport (MER) van het Conga-project werd goedgekeurd op 27 oktober 2010, door het Ministerie voor Energie en Mijnbouw zelf. Er kwam echter felle kritiek op het rapport, niet in het minst omdat datzelfde ministerie ook bevoegd is voor de promotie van mijnbouwinvesteringen, en dus rechter en partij tegelijk is. Dr. Robert Moran, een Amerikaans bioingenieur en mijnbouwspecialist, nam het kritisch onder de loep. Zijn conclusie was duidelijk: een dergelijk vernietigend project zou in geen enkel westers land toegelaten worden. Als antwoord op de golf van protesten tegen het Conga-project sinds najaar 2011, liet de Peruaanse regering een doorlichting van het officiële MER opstellen door een commissie van buitenlandse experts. Op 17 april 2012 werd dit rapport voorgesteld. Enkele conclusies van de doorlichting: • • •
De kwaliteit van de bergmeren is slecht, het water bevat resten van uitwerpselen, en het is niet geschikt voor dieren. Er zijn weinig vissen te vinden in deze wateren. Er werden geen belangrijke bronnen voor grondwater gevonden. In deze regio bevinden zich veel páramos (páramos zijn natuurlijke graslanden die grote hoeveelheden water opslaan en dit geleidelijk lossen). 6
•
•
• •
Het volume van de rivieren in dit gebied is heel laag. Het volume is vooral te danken aan de regenval en de bergmeren. De regenval in deze regio (+ 4000 meter) is normaal, maar de regenval in de lagere gebieden is groter. De hoger gelegen gebieden zijn op vlak van regenval veel minder belangrijk dan de lager gelegen gebieden. Gedurende droge periodes komt slechts weinig vocht vrij van de páramos. Het bevat slechts 5% van al het oppervlaktewater in het gebied. Slechts 90 hectaren van de 20000 hectaren páramos in het gebied zal geaffecteerd worden. 82% van de bronnen in het hoger gelegen gebied hebben een watercapaciteit van minder dan 0.1 liter per seconde. De waterreservoirs moeten het verlies aan natuurlijk water compenseren. De watercapaciteit van het geplande waterreservoir moet verhoogd worden. Er zijn meer investeringen nodig door het mijnbouwbedrijf.
President Humala communiceerde dat mijnbouwbedrijf Yanacocha slechts 2 bergmeren mag doen verdwijnen. Het bedrijf gaat hiermee niet akkoord en vreest dat deze maatregel haar investering zal devalueren. Tot op heden gaf het mijnbouwbedrijf geen officiële bevestiging dat ze deze toegeving zullen doen. De oppositie stelde van bij het begin de referentietermen van het internationale expertenrapport in vraag, omdat de experts enkel naar hydrologische aspecten mochten kijken en zich niet mochten uitspreken over de leefbaarheid van het project. Op 31 mei begon opnieuw een staking in de regio Cajamarca. De einddatum van de staking is nog niet gekend. De inwoners van het gebied willen op die manier aan de regio tonen dat ze niet akkoord zijn met het project en blijven vechten voor hun water en biodiversiteit. Protest van de lokale bevolking & criminalisering De unilaterale beslissing van de Peruaanse regering tot het verlenen van de concessie aan Minera Yanacocha heeft geleid tot veel protest. De lokale bevolking werd immers niet vooraf geraadpleegd, wat nochtans verplicht is volgens internationale verdragen zoals Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie. Het sociaal protest tegen het Conga-project wordt door de regering gecriminaliseerd, met repressieve middelen tot meer verdoken juridische maatregelen, die tot doel hebben het protest af te zwakken. Het Peruaanse juridische kader laat deze criminalisering op verschillende manieren toe. Dankzij wetten afgevaardigd door de vorige president Alan García, en door de huidige president Ollanta Humala, kunnen politie en leger hard optreden zonder vrees voor juridische vervolging. Voorbeelden van overdreven repressief optreden tegen protest zijn legio. De manifestatie van 29 november 2011 aan de bergmeren is emblematisch. De DINOES, een speciale eenheid binnen de Nationale Peruaanse Politie die ingehuurd wordt door Minera Yanacocha ter beveiliging van haar terreinen, reageerde met groot geweld op de manifestatie. Meerdere mensen raakten zwaar gewond. Marino Rodriguez, één van de boegbeelden van het verzet, verloor tijdens deze manifestatie zijn oog. Elmer Campos raakte verlamd aan de onderste ledematen en zit tot op vandaag in een rolstoel. Een meer recent optreden van provocatie en geweld door staatstroepen is het optreden tegen manifestanten op de eerste dag van de regionale staking tegen het Conga-project in de regio Cajamarca (31/05/2012). De politie reageerde bijzonder provocatief door het omver gooien van kookpotten met maaltijden voor de manifestanten, en door het mishandelen van een jonge vrouw. Algauw raakten de gemoederen verhit en werd traangas ingezet. Vier personen raakten gewond en acht personen werden gearresteerd. Een andere vorm van criminalisering is het aanklagen van sociale leiders van het protest. Er werden reeds 15 aanklachten ingediend tegen meerdere personen, door de staat en/of Minera Yanacocha. Bijgevolg zijn meer dan 94 personen gedagvaard voor een heleboel feiten: obstructie van publiek 7
transport, schade aan eigendommen, dwang, beperken van persoonlijke vrijheid, geweld (tegen de autoriteiten), ... . Strafmaten lopen uiteen van 0 tot 20 jaar. Sommige van deze aanklachten zijn preventief van aard, bij andere aanklachten loopt reeds een onderzoek. Veel van deze aanklachten zijn heel vaag van omschrijving. De Peruaanse strafwet is dan ook heel vaag gedefinieerd. De lijsten van alle aanklachten zijn te vinden op http://congaeuropa.wordpress.com/criminalization-of-congaprotest/criminalization-by-the-arbitrary-use-of-legal-framework/. Een andere vorm van criminalisering van het sociaal protest tegen het Conga-project is de militarisering van de regio Cajamarca. Eind mei 2012 werden decreten gestemd die een grote aanwezigheid van het leger toelaten (30 dagen) zonder dat daarvoor een noodtoestand werd uitgeroepen. Bijgevolg zijn politie en leger heel aanwezig in de straten van de regio. Op 5 december 2011 werd een tijdlang de noodtoestand afgekondigd. Militairen uit het hele land zakten af naar Cajamarca om de regio te beveiligen. Gevreesd wordt dat er een nieuwe noodtoestand zal worden uitgeroepen in de regio, waardoor weer verschillende burgerlijke rechten zullen worden opgeschort. Het uitroepen van de noodtoestand is problematisch: deze unieke maatregel wordt snel en makkelijk uitgeroepen, waardoor een normalisering van militarisering ontstaat. Militairen en agenten kunnen gecontracteerd worden door privébedrijven, alsook door het mijnbedrijf zelf. Zo krijgt men een vermenging van publieke en private sferen, die een verkeerde boodschap geeft aan de manifestant. De agenten mogen volgens de wet hun politie-uniform en –wapens gebruiken tijdens uitoefening van privé-opdrachten. Bijgevolg krijgt de bevolking de indruk dat de staat aan de kant staat van de bedrijven. Conga: een risico-investering Het Conga-project is niet alleen omwille van zijn sociaal-ecologische problematiek een risicoinvestering, ook voor de aandeelhouders van het bedrijf betekent deze investering een risico. Het mijnbedrijf heeft een reputatie investeringen aan te gaan die gepaard gaan met sociale conflicten, wat het bedrijf reeds heel wat geld heeft gekost. Een goed voorbeeld hiervan was de investering in Cerro Quilish. Deze investering werd, na heel wat sociale conflicten, geannuleerd; Yanacocha heeft zich later hiervoor verontschuldigd. Newmont Mining Corporation, de Noord-Amerikaanse hoofdinvesteerder van het Conga- mijnproject, verloor tijdens de voorlopige opschorting van project tengevolge van de staking in november 2011, 2 miljoen dollar per dag. Net zoals bij Cerro Quilish is er bij het Conga-project een gebrek aan publiek draagvlak. Het overgrote deel van de bevolking spreekt zich publiekelijk uit tegen het project. Net zoals Cerro Quilish is Conga een risico-investering, die de aandeelhouder van Newmont een aardige duit kan kosten. Vijf jaar geleden aanvaardde de raad van bestuur van Newmont Mining een Communitry Relations Review (2007). Bedoeling van deze resolutie was de ontwikkeling van een beleid dat focust op de ontwikkeling van een publiek draagvlak bij mijnbouwprojecten. Volksraadplegingen en andere democratische methodieken zouden het aantal sociale conflicten bij projecten moeten verminderen. Vandaag is er weinig verandering merkbaar. Het gebrek aan inspraak van de lokale bevolking bij de totstandkoming van dit project resulteerde in massale protesten.
8
Bijlagen
Afbeelding 1: Mijnbouwconcessies in de regio Cajamarca.
Afbeelding 2: Het Conga-project t.o.v. de nabije stedelijke kernen.
9
Afbeelding 3: Eén van de bedreigde bergmeren binnen de concessie voor Conga.
10