Pensioen Meer rendement uit het MKB-segment
Inhoud Voorwoord Inleiding Werkgeverspensioen Pensioentekorten Lijfrente Het pensioen van de werkgever Rechtstreekse regelingen Kansen voor u als pensioenadviseur Motieven van de MKB’er voor een pensioenregeling Pensioen, de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde Basisbehoeften De overheid helpt mee Werkgever en werknemer betalen allebei mee Pensioentoezegging en de budgettaire consequenties De belangrijkste variabelen van invloed op de pensioenlasten Pensioenopbouw Een goede pensioenregeling is meer dan alleen een ouderdomspensioen De tips op een rij Uw rol als pensioenadviseur Betrokkenen bij pensioenadvies Voorlichting Beïnvloeders De uitvoering van het pensioencontract Regelmatig onderhoud Personal benefits De tips op een rij
5 7 7 8 9 10 10 11 12
Ten slotte Winterthur Verzekeringen Bon voor aanvraag pensioenondersteuning
21 22 23
12 12 13 14 14 15 16 16 17 17 17 18 18 19 19 20 20
4
Voorwoord Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat het onderwerp pensioen in het nieuws is. De ontwikkelingen op de effectenbeurzen van de afgelopen jaren, de economische tegenwind waarin ons land al enige tijd verkeert en de toenemende vergrijzing en ontgroening die de betaalbaarheid van ons pensioenstelsel ondermijnen, zijn hiervoor belangrijke redenen. Eén ding is wel duidelijk. De verantwoordelijkheid voor een goed pensioen komt steeds meer te liggen bij werkgever en werknemer. De rol van de overheid beperkt zich tot het stellen van regels waaraan een pensioenregeling moet voldoen en het bieden van fiscale faciliteiten. Op beide terreinen doet de overheid regelmatig van zich spreken. De regelgeving op pensioengebied heeft niet eerder zo’n overweldigende productie gekend. Voor een belangrijk deel is dit te verklaren uit Europese initiatieven, die moeten uitmonden in nationale wet- en regelgeving. De wetgeving op het gebied van bijvoorbeeld gelijke behandeling heeft een enorme hoeveelheid regels opgeleverd die de verzekeringswereld voor tal van problemen plaatst. Het andere deelgebied waarop de overheid een duidelijke stempel drukt, is dat van de fiscale begunstiging bij de pensioenopbouw. Door steeds strakkere regels te stellen, beperkt de overheid de mogelijkheden om een beroep te doen op de overheidsfinanciën. Dat laat overigens onverlet dat er altijd voldoende mogelijkheden blijven om tot een goed pensioen te komen. Al deze omstandigheden maken ‘pensioen’ tot een ingewikkelde materie, die de adviesrol van het intermediair benadrukt. Voor de financieel adviseur die pensioen tot zijn vakgebied rekent, zijn er goede vooruitzichten. Naast hypotheken is pensioen hét terrein met toekomst voor de levenspecialist. Voor het intermediair dat zich (wil) richt(en) op de MKB-markt en pensioen tot zijn aandachtsgebied rekent, is Winterthur de geschikte partner. Onze ondersteuning zal zich richten op alle fasen van het pensioenadvies – van marketing
5
tot en met het onderhoud – en zal vooral praktisch zijn. Onze specialisten zullen voor u de theorie vertalen in praktische tools waarmee u succesvol de markt kunt bewerken, uw relaties van advies kunt dienen en pensioenvoorzieningen tot stand kunt brengen. Met het boekje dat nu voor u ligt willen we het onderwerp ‘pensioen’ voor u in een kader plaatsen. U kunt er argumenten aan ontlenen die van belang zijn in uw gesprekken met uw relaties. Daarnaast kunt u erop rekenen dat we u waar nodig en mogelijk bij de pensioenadvisering terzijde zullen staan.
Norbert Schultz directeur
6
Inleiding In de ons omringende landen wordt met enige afgunst gekeken naar ons pensioenstelsel. Het pensioenbouwwerk in Nederland bestaat uit drie pijlers: de AOW, het werkgeverspensioen en de lijfrente. In vergelijking met het buitenland zijn er in de tweede pijler van het systeem belangrijke financiële reserves opgebouwd voor onze toekomstige pensioenuitkeringen. Maar er zijn ook zorgen. De AOW wordt gefinancierd via het omslagstelsel. De actieven dragen de lasten van de huidige AOW-uitkeringen. Door de vergrijzing en ontgroening loopt het niveau van de uitkering in de toekomst – als de babyboom van vlak na de Tweede Wereldoorlog met pensioen gaat - gevaar. Bezuinigingen door de overheid, vertaald in steeds bescheidener wordende fiscale faciliteiten, bedreigen verder zowel de voorzieningen in de tweede als de derde pijler.
De grijze druk is nu ongeveer 22%, dat wil zeggen dat op 100 potentiële arbeidskrachten 22 65-plusser zijn. In 2040 bereiken we de piek met een grijze druk van 43% (Bron: CBS).
Werkgeverspensioen Een werkgever zoekt vrijwel nooit de fiscale grenzen op in een regeling voor zijn medewerkers. De pensioenregeling moet gezien worden als een belangrijke arbeidsvoorwaarde waarvan de kosten – ook in de toekomst - in een redelijke verhouding moeten staan tot de financiële draagkracht van het bedrijf. Moderne pensioenvormen als de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling voldoen aan deze eis. We hebben in Nederland geen pensioenplicht. Voor de werkgever die een pensioen toezegt aan zijn medewerkers zijn er wel verplichtingen om de nakoming van de toezeggingen te waarborgen. Het is opmerkelijk dat ondanks het ontbreken van een pensioenplicht, vrijwel elke Nederlande in loondienst zich verzekerd weet van een pensioen. In 2001 heeft de Sociaal Economische Raad (SER) een schatting gemaakt van het aantal ‘witte vlekken’ – werkgevers zonder
7
pensioenvoorziening – en dit werd begroot op 16% (Bron: rapport Witte vlekken op pensioengebied, quick scan 2001). De verwachting is dat dit percentage intussen weer verder is gedaald tot ongeveer 10%. Dit cijfer wil nog niet zeggen dat iedere werknemer een optimale pensioentoezegging heeft. In dit verband wordt ook wel gesproken over ‘grijze vlekken’. Hiermee wordt bedoeld dat er weliswaar een pensioenvoorziening is, maar dat deze ruimte laat voor (aanzienlijke) verbeteringen. Hier liggen kansen voor de pensioenadviseur.
In 2001 beschikte 83% van de 65-plushuishoudens over een aanvullend pensioen. De verwachting is dat dit aandeel zal stijgen tot 92% in 2020. (Bron: SZW)
Pensioentekorten De algemeen aanvaarde norm voor een goed pensioen is 70% van het laatst verdiende loon met inbegrip van de AOW-uitkering. Gerekend naar deze norm heeft ongeveer 80% van de mensen te maken met een pensioentekort. De gezamenlijke omvang van dit tekort is ooit becijferd op 15,7 miljard euro. Een deel van dit tekort kan worden toegeschreven aan de persoonlijke situatie van de werknemer, bijvoorbeeld omdat hij bij wisseling van werkgever een carrièresprong gemaakt heeft of pas op latere leeftijd tot de pensioenregeling is toegetreden; een ander deel van dit tekort kan het gevolg zijn van beperkingen binnen de huidige pensioenregeling, bijvoorbeeld: • een te laag opbouwpercentage of een te laag bedrag aan beschikbare premie • een hoge AOW-franchise in de pensioenregeling • de werknemer is een tweeverdiener en zowel bij zijn eigen pensioenregeling als bij die van zijn partner wordt rekening gehouden met twee keer de AOW voor gehuwden; • in het loon zijn onderdelen begrepen die niet als pensioengevend salaris gelden voor de pensioenregeling.
8
Daarnaast willen de meeste mensen niet doorwerken tot hun 65ste. Ondanks het streven van de overheid om mensen gemiddeld langer te laten doorwerken, zullen de meeste werknemers bereid zijn financiële offers te brengen om toch eerder te kunnen stoppen. Hier liggen kansen voor de pensioenadviseur in de vorm van excedentregelingen, bijspaarregelingen of aanvullingen in de lijfrentesfeer.
Ongeveer 63% van de 50-plussers wil niet doorwerken tot het 65ste jaar. (Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 van TNO Arbeid).
Lijfrente Als de pensioenopbouw in de tweede pijler niet voldoende is, kan met behulp van de fiscus zelf een voorziening getroffen worden. De ruimte die hiervoor beschikbaar is, moet elk jaar opnieuw berekend worden. Deze formule zal voor de meeste mensen te ingewikkeld zijn en dat geeft de financieel adviseur de mogelijkheid zijn toegevoegde waarde te bewijzen. Omvang en verdeling pensioenmarkt in miljarden euro's
De premieomvang is in totaal ongeveer 42 miljard
25
euro, waarvan ruim 16 miljard besteed aan het
20
arbeidspensioen. 15
10
5
0 AOW
Arbeidspensioen
Lijfrente
De belangrijkste kansen voor u liggen echter in de tweede pijler. Zowel voor het adviseren van de pensioenregeling bij de start, het aanpassen van bestaande regelingen, het opnieuw onderbrengen van expirerende regelingen als voor het sluiten van aanvullende regelingen. 9
Het pensioen van de werkgever Als een werkgever een pensioen toezegt aan zijn werknemer(s) dan eist de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) dat de pensioenopbouw wordt veiliggesteld. Dat kan door deze onder te brengen bij een pensioenfonds of een verzekeraar. Veel werknemers in ons land zijn verplicht verzekerd bij een pensioenfonds. Er zijn bedrijfstak-, ondernemings- en beroepspensioenfondsen met in totaal ruim 6,2 miljoen actieve deelnemers. Het aantal ondernemingspensioenfondsen neemt gestaag af. Vooral voor kleinere fondsen is het steeds moeilijker om te voldoen aan alle eisen die de Pensioen- en Verzekeringskamer stelt. Waren er in 1998 nog 853 zelfstandige ondernemingsfondsen, in 2002 waren dat er nog 690, een afname van ruim 16,5%. Dit is een ontwikkeling die zich in de nabije toekomst nog versterkt zal voortzetten. Dit biedt veel kansen voor de pensioenadviseur, aangezien de meeste regelingen verzekerd kunnen worden. Een pensioen, ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (BPF), is een standaardregeling voor alle aangesloten bedrijven. Zo’n regeling kenmerkt zich door onder andere verplichte deelname en een doorsneepremie. Er bestaat een grote mate van solidariteit tussen jonge en oude deelnemers. Rechtstreekse regelingen Behoort een bedrijf niet tot een bedrijfstak waarvoor een verplichte regeling geldt of is er een vrijstelling mogelijk van verplichte deelname dan kan de pensioenregeling worden ondergebracht bij een verzekeraar. Die vrijstelling kan gegeven worden voor een heel bedrijf maar ook voor een groep werknemers binnen het bedrijf. Zo is het mogelijk om voor bijvoorbeeld het management een verzekerde regeling buiten de verplichte sfeer te regelen. Uit cijfers over 2002 van de Pensioen- en Verzekeringskamer blijkt dat er bij verzekeraars ongeveer 40.500 rechtstreeks verzekerde regelingen zijn ondergebracht waarbij 845.000 actieve deelnemers zijn verzekerd.
10
Deze verzekerde regelingen kunnen verschillende gedaanten hebben. De belangrijkste zijn: • volledige pensioenregelingen boven de AOW-franchise • aanvullende pensioenregelingen boven het verplichtgestelde (BPF) • volledige regelingen voor groepen werknemers die buiten de verplichtstelling van het BPF vallen. Kansen voor u als pensioenadviseur Uit het voorgaande blijkt dat het niet uitmaakt of er sprake is van een verplichte pensioenregeling of niet. Een verzekerde pensioenregeling kan heel goed als aanvulling gesloten worden op een BPF-regeling. De kansen op een rij: • (startende) bedrijven benaderen die niet vallen onder een verplichte regeling (witte vlekken) • ontheffing vragen voor (delen van) bedrijven met een verplichte regeling en deze particulier verzekeren • opnieuw onderbrengen van een expirerende regeling • aanvullende regelingen verzekeren voor het deel waarover geen pensioen wordt opgebouwd in een (verplichte) regeling (grijze vlekken) • vrijwillig pensioensparen introduceren om een tekortschietende pensioenregeling aan te vullen. U kunt vrij eenvoudig met de (MKB-)ondernemer in gesprek komen over zijn pensioen. Als ondernemer begrijpt u zijn positie, spreekt u dezelfde taal en hebt u de deskundigheid in huis om zijn financiële zaken verantwoord te regelen.
11
Motieven van de MKB’er voor een pensioenregeling Zoals al eerder opgemerkt, is er in Nederland geen pensioenplicht en dat is een rechtstreeks gevolg van het feit dat er zo weinig witte vlekken zijn. Werkgevers en werknemers beschouwen het als een onderlinge kwestie waarbij een verplichting vanuit de overheid gemist kan worden. De meeste werkgevers hebben aan hun werknemers een pensioen toegezegd. Maakt een bedrijf deel uit van een bedrijfstak waarvoor een verplichte regeling geldt, dan zal die in principe voor elke werknemer in die sector gelden. Pensioen, de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde Is er geen verplichte regeling dan zal een werkgever in veruit de meeste gevallen toch een pensioenregeling in het leven roepen voor zijn medewerkers. Pensioen is een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde, die voor (nieuwe) medewerkers een belangrijke plaats kan innemen in de totale beloning. Dit geldt voor jonge medewerkers in mindere mate dan voor medewerkers vanaf een leeftijd van 35 à 40 jaar. Dus een bedrijf dat gekwalificeerd personeel wil aantrekken en behouden, zorgt voor een goede pensioenregeling.
Circa 60% van alle werkgevers zet pensioen op de eerste plaats van de secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden. Bron: PensioenSurvey 2003-2004.
Basisbehoeften Het beeld van ‘de huilende weduwe aan de poort van het bedrijf’ is iets wat veel ondernemers willen voorkomen. De meeste werkgevers voelen de zorg voor de nabestaanden van een werknemer als een plicht die hoort bij goed ondernemerschap. Risicodekkingen kunnen een goede basis zijn voor een bedrijf dat start met een pensioenregeling voor zijn personeel. Naarmate het bedrijf groeit, kan de pensioenregeling meegroeien, afhankelijk van het budget.
12
De overheid helpt mee Een belangrijk aspect bij de opbouw van pensioen via de werkgever is de fiscale stimulans. Premies voor pensioen zijn voor de werkgever bedrijfslasten, die dus via de belastingbesparing voor een deel worden afgewenteld op de overheid. Ondanks de fiscale stimulans spelen de kosten van een pensioenregeling een grote rol. Een ondernemer kijkt daarbij niet alleen naar de actuele situatie, maar ook naar de verwachte toekomstige kosten van een pensioenregeling. Veel werkgevers vinden het belangrijk dat de pensioenlasten calculeerbaar zijn en die eis bepaalt voor een groot deel de keuze voor een pensioensysteem. Juist in tijden van economische tegenwind is dit een belangrijk gegeven en de reden dat veel pensioenregelingen worden omgezet van eindloon naar middelloon of beschikbare premie.
25 Bestaande regeling
ontwikkeling middelloon (rood) en beschikbare premie (blauw)
Nieuwe regeling
Premie in % van salaris
Vergelijking pensioenlasten-
20
15
10
5 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013 2015 2017 2019 2021 2023 2025 2027 2029 2031 2033 2035 2037
Jaar
Door nieuwe wet- en regelgeving is een keuze voor de middelloonregeling voor een werkgever die zijn pensioenlasten wil beheersen een goede keuze. Voor de beheersbaarheid van de lasten is er nauwelijks verschil met een beschikbare premieregeling. De middelloonregeling heeft een duidelijke voorkeur voor ondernemers die pensioen als arbeidsvoorwaarde zien en niet alleen als een (extra) financiële last. Ook voor de pensioenadviseur biedt het advies veel voordelen.
13
Werkgever en werknemer betalen allebei mee De kosten van een pensioenregeling kunnen – afhankelijk van de toezegging en de keuze van het pensioensysteem – behoorlijk uiteenlopen. Landelijk vormen pensioenkosten ongeveer 14 procent van de loonsom. Die kosten hoeft een werkgever overigens niet alleen te dragen. Gebruikelijk is dat werknemers een deel van de pensioenlasten betalen. Misschien wordt zo’n eigen bijdrage wel beschouwd als een minpunt in de pensioenregeling, anderzijds vergroot het de betrokkenheid van de medewerkers bij hun eigen pensioenopbouw.
Pensioentoezegging en de budgettaire consequenties De keuze voor eindloon of middelloon c.q. beschikbare premie is bepalend voor de kostenontwikkeling van een pensioenregeling en de mogelijkheid om toekomstige lasten te beheersen. Het streven naar kostenbeheersing heeft in het recente verleden geleid tot de populariteit van het middelloonsysteem en het beschikbare premiesysteem. Bij het laatstbedoelde systeem staat niet de hoogte van het te bereiken pensioen centraal, maar de premie die hiervoor beschikbaar wordt gesteld. Deze wordt bijvoorbeeld uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag. Ook in de cijfers van de Pensioen- en Verzekeringskamer over de types pensioenregelingen bij pensioenfondsen is de tendens zichtbaar dat het aantal eindloonregelingen afneemt ten gunste van de middelloonregeling.
14
De belangrijkste variabelen van invloed op de pensioenlasten De wijze waarop de pensioentoezegging wordt ingericht is bepalend voor de uiteindelijke pensioenlasten. Hierbij gaat het in principe om drie factoren die in combinatie met elkaar van invloed zijn op de hoogte van de pensioenaanspraak en de premie: • de gemiddelde leeftijd • de gemiddelde pensioengrondslag, en • de hoogte van de toezegging. Gemiddelde leeftijd De leeftijdsopbouw is een vrij stabiel gegeven binnen ondernemingen vanaf tien man personeel. De totale pensioenlasten zijn afhankelijk van de gemiddelde leeftijd van de deelnemers. Hoe ouder de deelnemer, hoe hoger de premie. Maar de hogere pensioenlasten van de oude(re) deelnemers worden gecompenseerd door de lagere pensioenlasten van de jonge(re) medewerkers. Bij een zich normaal ontwikkelend bedrijf zullen de pensioenlasten zich dus ook gelijkmatig ontwikkelen. Maximering pensioengevend inkomen Een gelijkmatige inzet van het (beperkte) beschikbare budget kan ook verkregen worden door het pensioengevend salaris te maximeren. Door de opbouw van pensioen tot een bepaald inkomen toe te zeggen, wordt voorkomen dat een te groot deel van het budget vloeit naar de oude(re) deelnemers. Over het algemeen is dit de groep werknemers met hogere inkomens. Ook moet duidelijk zijn welke inkomensbestanddelen meetellen bij het pensioengevend inkomen. De werkgever is vrij om dit te bepalen, met uitzondering van de auto van de zaak. Die mag in het werkgeverspensioen niet meetellen als inkomen waarover pensioen wordt opgebouwd. Hoogte van de franchise De franchise binnen een pensioenregeling is bedoeld om pensioenopbouw over het deel waarin de AOW al voorziet te voorkomen. Er is een zekere mate van vrijheid om de hoogte van deze franchise als werkgever zelf te bepalen. Hoe hoger de franchise, hoe minder de eigen pensioenopbouw zal zijn. Het is duidelijk dat een (al te) hoge franchise juist de lagere inkomensgroepen treft. 15
Pensioenopbouw Een andere variabele waarmee de pensioenregeling kan worden afgestemd op het budget van een werkgever is de hoogte van het opbouwpercentage. Afhankelijk van de toezegging bedraagt deze voor een middelloonregeling maximaal 2,25% per dienstjaar. Volgens de Pensioenen Verzekeringskamer is de toezegging met een opbouw met 1,75% de meest voorkomende. Omdat een pensioentoezegging aan medewerkers is te beschouwen als een arbeidsrechtelijke voorwaarde zullen de fiscale grenzen in de meeste gevallen niet opgezocht worden. Eigen bijdrage werknemer Ten slotte kan de werkgever een deel van de kosten afwentelen op het personeel in de vorm van een eigen bijdrage en zo een betere pensioentoezegging doen met hetzelfde budget. Voor het personeel betekent de eigen bijdrage dat zij een betere pensioenregeling hebben dan wanneer de regeling alleen zou zijn afgestemd op de bijdrage van de werkgever. Een goede pensioenregeling is meer dan alleen een ouderdomspensioen Tot nu toe hebben we ons voor het gemak beperkt tot het ouderdomspensioen, maar een goede regeling bestaat ook uit een nabestaanden- en een arbeidsongeschiktheidspensioen. Het mag duidelijk zijn dat de wijze waarop deze pensioenvormen ingericht worden ook van invloed is op de lasten. Door voortdurende wetswijzigingen in ons sociale verzekeringsstelsel zijn aanpassingen in de pensioenvoorzieningen tussen werkgever en werknemers een noodzakelijk gevolg. Deze zijn namelijk aanvullend op de uitkeringen uit de sociale voorzieningen. De enorme hoeveelheid wetswijzigingen vindt zijn oorsprong in fiscale motieven, is een gevolg van Europese wetgeving of is ingegeven door de wens van de overheid om de invloed van de sociale verzekeringen te beperken. Hoe dan ook, de pensioenwereld is heftig in beweging en dit doet de behoefte aan pensioenspecialisten alleen maar toenemen.
16
De tips op een rij De budgetwensen van de werkgever zijn tegenwoordig dominant bij de invulling van een pensioenregeling. De mogelijkheden voor u om de regeling op maat te maken, zijn: • Begin met het vaststellen van een redelijk budget op basis van het personeelsbestand en de loonsom • Bij bedrijven in de pioniersfase kan een ingroeimodel geadviseerd worden. Beginnen met risicodekkingen, die later gemakkelijk zijn uit te breiden. • Een goed pensioen bestaat uit ouderdoms-, nabestaandenen een arbeidsongeschiktheidspensioen. • Door het inregelen van de pensioenregeling met de belangrijkste variabelen die de premiehoogte bepalen, kan het pensioen gerealiseerd worden binnen het budget van de werkgever. • De combinatie van de maximale hoogte van het pensioengevend inkomen, de hoogte van de franchise en de pensioenopbouw bepalen de hoogte van de premie. • Met de verdeling van de pensioenlasten over de werkgever en de werknemer kan de regeling definitief ingaan.
Uw rol als pensioenadviseur De advisering aan bedrijven verschilt aanmerkelijk van die aan particulieren. De doorlooptijd van het adviestraject aan particulieren zal over het algemeen kort zijn. In de zakelijke markt zal deze beduidend langer zijn. Daarnaast treft u een professioneel inkopende partij aan, die vanuit verschillende invalshoeken de pensioenproblematiek benadert. Betrokkenen bij het pensioenadvies Bij de pensioentoezegging en het verzekeren ervan bij een pensioenuitvoerder zijn – schematisch weergegeven – de volgende partijen betrokken:
17
Externe adviseurs: - accountant - belastingadviseur
Werkgever
(Verzekerings)overeenkomst
Pensioentoezegging
Pensioenadviseur
Werknemers
Pensioenuitvoerder Pensioenreglement / polis
Afhankelijk van de grootte van het bedrijf zijn er verschillende beslissers. Behalve de directeur is er vaak – afhankelijk van de grootte van het bedrijf - een personeelsfunctionaris betrokken en iemand uit de financiële discipline. Als pensioenadviseur zult u met uw informatie op de verschillende behoeften moeten inspelen. Bij uw advies over de totstandkoming van een pensioenregeling zult u met alle belangen rekening moeten houden. Voorlichting Is er eenmaal overeenstemming over hoe de regeling eruit moet zien en zijn de financiële consequenties in kaart gebracht, dan zult u een rol spelen bij de voorlichting aan het personeel. Is er een ondernemingsraad dan speelt deze ook een belangrijke rol, die zelfs een wettelijke grondslag heeft. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) kent de ondernemingsraad instemmingsrecht toe bij de invoering, wijziging of intrekking van een pensioenregeling. Beïnvloeders Ook de externe accountant en de belastingadviseur spelen een rol bij de advisering aan de ondernemer over de inrichting en uitvoering van de pensioenregeling. Omdat over het algemeen de accountant of de belastingadviseur zelf niet over specifieke verzekerings- en pensioendeskundigheid beschikt, zal het voldoende zijn als het vertrouwen van deze belangrijke externe adviseur van de ondernemer gewonnen wordt. Het spreekt vanzelf dat de deskundigheid van de pensioenadviseur hierin de doorslag geeft.
18
De uitvoering van het pensioencontract Is het pensioencontract eenmaal een feit, dan komt het aan op de invoering. In contracten zullen de wederzijdse rechten en plichten van werkgever en pensioenuitvoerder worden vastgelegd. In een pensioenreglement wordt de pensioentoezegging opgenomen. De werkgever verschaft de pensioenuitvoerder alle relevante personeelsgegevens, zodat de pensioenregeling correct kan worden uitgevoerd. De salarisadministrateur zal de eventuele eigen bijdragen van de medewerkers moeten inhouden op het salaris. Regelmatig onderhoud Nadat de pensioenregeling definitief is geworden, is voorlichting aan de medewerkers een belangrijk onderwerp. Pensioen is een ingewikkeld onderwerp en de pensioenadviseur zal zich inspannen om zo duidelijk mogelijk uit te leggen waarop precies aanspraak bestaat en welke pensioenuitkeringen bereikt kunnen worden. Ook de wetgever is overtuigd van het belang van duidelijke en heldere communicatie over het pensioen. In de toekomstige Pensioenwet, die de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet zal opvolgen, zal dit ook met zoveel woorden worden vastgelegd. Is de pensioenregeling eenmaal een feit, dan zal aandacht besteed moeten worden aan het onderhoud van het contract. Regelmatig contact met de werkgever moet ervoor zorgen dat het contract actueel blijft, dat vragen van medewerkers beantwoord worden en dat de in- en uitstromers correct verwerkt worden in het pensioencontract.
Als het om pensioenvoorlichting gaat geeft een derde aan dat men graag een kant-en-klaar persoonlijk advies over het pensioen wil ontvangen. Bron: Monitoring pensioenvoorlichting en inventarisatie van activiteiten gericht op verbetering van de kwaliteit van de pensioenvoorlichting, Stichting van de Arbeid, 2004.
19
Personal benefits Behalve de ‘employee benefits’ kunnen ook de eigen verzekeringsbelangen van de medewerkers – de personal benefits – in aansluiting op het pensioen door de pensioenadviseur behartigd worden. Een regelmatig contact met de medewerkers over hun financiële zaken biedt veel kansen. Adviseurs die regelmatig in een bedrijf een spreekuur houden, onderhouden zo op efficiënte wijze klantcontact met volop kansen op vervolgproductie. De tips op een rij Communicatie met de klant, het personeel en de beïnvloeders is van doorslaggevend belang bij de totstandkoming van een pensioen. • Onderken de rol van de verschillende partijen en speel in op hun belangen. • Is de pensioenregeling een feit dan bent u de ‘smeerolie’ tussen de klant en de verzekeraar. • Elk bedrijf worstelt regelmatig met pensioenvraagstukken, bij sollicitanten, echtscheiding, waardeoverdracht, etc. Bied actief uw diensten aan als deskundige. • Houd regelmatig spreekuur binnen het bedrijf voor medewerkers. Behalve de employee benefits die u verzorgt, bent u ook voor de personal benefits het vanzelfsprekende aanspreekpunt.
20
Ten slotte De rol van de pensioenadviseur is van het allergrootste belang. In alle fasen van het proces wordt een groot beroep gedaan op zijn deskundigheid. Pensioen geldt als een complex vakgebied en het kost de bedrijfstak veel inspanning om alle gevolgen van veranderende wetgeving in kaart te brengen en in adviezen en pensioencontracten terug te laten komen. Winterthur beseft dat u hierbij de steun kunt gebruiken van een betrokken en deskundige verzekeraar. Winterthur deelt graag haar kennis op het gebied van pensioen met adviseurs die van pensioenadvies hun vak (willen) maken. Met ‘Pensioen, meer rendement uit het MKB-segment’ geeft Winterthur u een handreiking om het pensioenadvies inzichtelijk te maken en aan te geven welke aspecten bij de advisering van belang zijn. In een hechte relatie kan het intermediair een beroep doen op de deskundige pensioenmedewerkers van Winterthur bij het bewerken van de pensioenmarkt en de pensioenadvisering aan werkgever en werknemers. Met de bon kunt u gemakkelijk de gewenste ondersteuning aanvragen via uw inspecteur of accountmanager. Want die is en blijft het eerste aanspreekpunt voor u bij Winterthur.
21
Winterthur Verzekeringen Met een bruto premie-inkomen van meer dan 21 miljard euro behoort Winterthur tot de grootste verzekeringsmaatschappijen in Europa. Het hoofdkantoor van Winterthur is gevestigd in de gelijknamige Zwitserse stad. Wereldwijd werken meer dan twintigduizend mensen bij Winterthur, verdeeld over ruim vijftig landen. In Nederland verkoopt Winterthur al meer dan 125 jaar verzekeringen. We doen dat door uitsluitend samen te werken met onafhankelijke en vakbekwame verzekeringsadviseurs. Hierdoor zijn klanten verzekerd van een objectief en deskundig advies.
Disclaimer: Hoewel aan de verzorging van de tekst de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de samensteller en de uitgever ervan geen aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden en onvolkomenheden in de tekst en eventuele schade die hieruit voortvloeit, in welke zin dan ook.
22
✁ Bon voor aanvraag pensioenondersteuning ✓ Ja, ik zie de geweldige kansen die er op pensioengebied zijn en maak ❏
graag gebruik van de mogelijkheid me hierbij te laten ondersteunen door Winterthur. Dat kan zijn op kennisgebied, maar bijvoorbeeld ook bij het verzorgen van de communicatie over pensioenen. Neem contact met mij op om te bespreken wat de mogelijkheden zijn. Mijn gegevens zijn:
Naam kantoor ................................................................................................. Tussenpersoonnummer.................................................................................... Naam en voorletters contactpersoon .............................................. ❏ M ❏ V* Functie ............................................................................................................ Adres .................................................... Postcode .......................................... Vestigingsplaats ..................................... Telefoon........................................... E-mail .................................................... Mobiel ............................................. Ruimte voor vragen, suggesties en/of opmerkingen: ........................................................................................................................ ........................................................................................................................ ........................................................................................................................
Dit formulier toezenden of faxen aan: Winterthur Levensverzekering Maatschappij NV Prinses Irenestraat 33 1077 WV Amsterdam Telefoon (020) 5 411 902 Fax (020) 6 428 428 e-mail:
[email protected]
L419-07-2004
Winterthur Levensverzekering Maatschappij NV Prinses Irenestraat 33 Postbus 83000 1080 AA Amsterdam Telefoon (020) 5 411 754 Fax (020) 6 428 428