PENSIOEN IN BEWEGING
Jan Nijssen 4 maart 2015
Het eerste staatspensioen
Eerste staatspensioen gestart door graaf Otto von Bismarck in Duitsland in 1889 Verplichte deelname aan sociale verzekering Bijdragen door werkgevers, werknemers en overheid Ouderdomspensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen Pensioenleeftijd 70 jaar (gemiddelde levensverwachting Duitse man was toen 72 jaar) In 1916 verlaagd naar 65: werd internationale standaard
2
Pensioen in Nederland Nederlands pensioenstelsel heeft 3 pijlers
Pensioen in Nederland
AOW
Via werkgever
Zelf sparen
I
II
III
3
Eerste pijler: AOW
Begonnen in 1947 als Noodwet Ouderdomsvoorziening Gelanceerd door Minister van Sociale Zaken Willem Drees Vormde begin van Nederlandse verzorgingsstaat In 1956 officieel omgevormd tot Algemene Ouderdomswet Verplichte verzekering voor iedereen Bijdragen naar draagkracht
4
AOW Staatspensioen voor iedere Nederlander Maakt niet uit of je werkt of niet Voor elk jaar vanaf je 15e (wordt verhoogd naar je 17e) dat je in Nederland woont bouw je 2% recht op AOW brutobedragen per maand: Alleenstaand: € 1.181 Gehuwd, per partner: € 815
AOW-leeftijd was altijd 65 jaar Gaat in stappen omhoog naar 67 jaar 5
Verhoging AOW-leeftijd Nu in 2019 naar 66 jaar en in 2023 naar 67 jaar
Voorstel kabinet: Jaar 2014 2015
Kabinet wil stappen versnellen: in 2021 naar 67 jaar Daarna koppelen aan ontwikkeling levensverwachting
2016 2017 2018 2019 2020
2021 2022 e.v.
AOW-leeftijd
Geboortedatum: na 30/11/1948 en vóór 65 + 2 maanden 01/11/1949 na 31/10/1949 en vóór 65 + 3 maanden 01/10/1950 na 30/09/1950 en vóór 65 + 6 maanden 01/07/1951 na 30/06/1951 en vóór 65 + 9 maanden 01/04/1952 na 31/03/1952 en vóór 66 01/01/1953 na 31/12/1952 en vóór 66 + 4 maanden 01/09/1953 na 31/08/1953 en vóór 66 + 8 maanden 01/05/1954 na 30/04/1954 en vóór 67 01/01/1955 o.b.v. levensverwachting 6
Wanneer krijg jij AOW? (1) Inge, nu 20 jaar
Op welke leeftijd krijgt zij volgens de huidige prognoses AOW? 7
Wanneer krijg jij AOW? (1) Inge krijgt AOW als zij:
72 jaar is 8
Tweede pijler: aanvullende pensioenen
Via werkgever Aanbieden pensioenregeling is niet verplicht Ongeveer 90% van werknemers in loondienst bouwt aanvullend pensioen op Meestal via pensioenfonds Bedrijfstakpensioenfondsen (ca. 87% van werknemers) Ondernemingspensioenfondsen Beroepspensioenfondsen Soms via regeling bij verzekeraar
9
De eerste Nederlandse pensioenfondsen Eerste bedrijfspensioenfondsen: 1881: Stork in Hengelo 1886: Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek in Delft
Eerste bedrijfstakpensioenfonds 1917 Coöperatief Verzekeringsfonds (voor Zuivelindustrie) in Leeuwarden
Charles Theodorus Stork
Jacob Cornelis van Marken Ned. Gist- en Spiritusfabriek 10
Deelnemers aan pensioenregeling Aantallen deelnemers in miljoenen (2013) Deelnemers bij verzekeraars
1
Gepensioneerde deelnemers
2,2
Gewezen deelnemers
8,9
Actieve deelnemers Bron: DNB
5,7 0
2
4
6
8
10 11
Soorten regelingen (in % van totaal) Soort regeling
2015
1998
Eindloonregeling
15%
61%
57%
16%
10%
4%
(Pensioen gebaseerd op laatst verdiende salaris)
Middelloonregeling (Pensioen gebaseerd op gemiddeld tijdens loopbaan verdiende salaris)
Beschikbare premieregeling (Pensioen afhankelijk van behaalde beleggingsresultaten en rentestand)
Combinatie eind- of middelloon en beschikbare premie 12%
n.b.
Bron: DNB 12
Verdeling pensioeninkomen
AOW is 40% van pensioeninkomen
Aanvullend pensioen 35%
Gemiddeld bruto aanvullend pensioen per jaar: Totaal: € 12.700 Mannen: € 16.300 Vrouwen: € 8.000
13
Derde pijler
Vrijwillige, individuele voorzieningen ZZP-ers (800.000!) zijn aangewezen op derde pijler Fiscale mogelijkheden in afgelopen jaren beperkt Producten Levensverzekering Banksparen Beleggingsfondsen
Ook andere vermogenscomponenten belangrijk voor pensioeninkomen Eigen huis Erfenis
14
Pensioenstelsel in internationaal perspectief
Nederland heeft als klein land een groot pensioenvermogen Land
Pensioenvermogen 2013 (USD miljard)
Pensioenvermogen als % van BNP
US
18.878
113%
UK
3.263
131%
Japan
3.236
65%
Australië
1.565
105%
Canada
1.451
80%
Nederland
1.358
170%
Zwitserland
786
122%
Duitsland
509
14%
Brazilië
284
13%
Zuid-Afrika
236
67% 15
De beste pensioenstelsels ter wereld
Melbourne Mercer Global Pension Index 2014 Rangschikt pensioenstelsels op basis van 3 criteria Toereikendheid, houdbaarheid, integriteit Land
Totaalscore
Toereikendheid
Houdbaarheid
Integriteit
1. Denemarken
82,4
77,5
86,5
84,5
2. Australië
79,9
81,2
73,0
87,8
3. Nederland
79,2
75,3
76,3
89,4
4. Finland
74,3
72,2
64,7
91,1
5. Zwitserland
73,9
71,9
69,7
83,1
6. Zweden
73,4
67,2
74,7
81,6
7. Canada
69,1
75,0
58,6
74,3 16
Pensioenstelsel onder druk Wereldwijd staan pensioenstelsels onder druk: Hogere levensverwachting Demografische krimp door lagere geboortecijfers Hoge staatsschuld in veel landen Betaalbaarheid van bedrijfspensioenregelingen Onzekere economische vooruitzichten Volatiele financiële markten Extreem lage rente in veel landen
17
De sterkst vergrijsde landen ‘Senior pipeline’: 60Senioren als % 65 jarigen als van bevolking % van bevolking
Economisch niet actieve senioren als % van werkenden
Rangorde
Land
Jaarlijkse groei in aantal senioren (65+)
1
Japan
3.01%
22.10%
7.31%
26.87%
2
Italië
1.64%
20.21%
5.83%
29.79%
3
Kroatië
1.35%
17.18%
5.92%
24.09%
4
Griekenland
1.58%
18.54%
5.50%
26.58%
5
Finland
1.39%
16.94%
7.20%
24.29%
16
Nederland
1.29%
15.01%
6.24%
21.04% 18
Langer leven = langer pensioen Gemiddelde levensverwachting in jaren op leeftijd 65 1970 2012 2050 Mannen: 13,8 22,1 24,4 Vrouwen: 16,3 24,3 25,6
We leven gemiddeld steeds langer Pensioenfondsen moeten dus langer pensioen uitkeren Waren vroegere premiebetalingen niet op berekend Oplossingen Langer doorwerken: pensioenrichtleeftijd is verhoogd van 65 naar 67 jaar Pensioenopbouw verlagen: fiscale maxima zijn verlaagd in 2014 en 2015 19
Gezond en met plezier langer doorwerken
We moeten langer doorwerken tot ons pensioen Hoe gaan we dat gezond en met plezier doen?
Duurzame inzetbaarheid stimuleren Vernieuwing van arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen Verandering in bedrijfscultuur en HR-beleid Zorgen dat medewerkers zelf regie over inzetbaarheid oppakken
Deeltijdpensioen en part-time werk zijn waardevolle communicerende vaten Mogelijkheden communiceren: onbekend maakt onbemind Ook meer aandacht voor andere keuzemogelijkheden in pensioenregeling
20
Historisch lage rente
Hoe lager de rente, hoe meer kapitaal pensioenfondsen moeten aanhouden om huidige en toekomstige verplichtingen te kunnen nakomen Verwachting is dat rente nog een (lange) tijd op een zeer laag niveau kan blijven 21
De koopkracht van het pensioen
Wat kun je voor een pensioen van € 1,000 per maand nog kopen over 40 jaar? Toeslagverlening (indexatie) is van vitaal belang voor een goed pensioen Op basis van loonindex of prijsindex In meeste regelingen voorwaardelijk = alleen als de financiële positie van het pensioenfonds het toelaat Toeslagbeleid meestal gebaseerd op stand dekkingsgraad
22
Dekkingsgraad bepaalt gezondheid pensioenfonds
Dekkingsgraad = verhouding tussen bezittingen en verplichtingen uitgedrukt in percentage Absolute minimum vereiste voor alle pensioenfondsen is 105% Daarnaast eis per fonds gebaseerd op beleggingsbeleid Volgens nieuw Financieel toetsingskader (nFTK) moeten fondsen hogere buffers aanhouden om tegenvallers te kunnen opvangen Geen indexatie meer beneden dekkingsgraad van 110%
110% Geen indexatie
< Speelruimte beleidskader pensioenfonds > ongeveer 125% Gedeeltelijke indexatie
Volledige indexatie
Indexatiebeleid op basis van beleidsdekkingsgraad in nFTK 23
Solidariteit tussen generaties Zorgen jongeren: “Huidig stelsel behartigt vooral belangen van ouderen” “Als wij later aan de beurt zijn is de pensioenpot leeg”
24
Discussie over doorsneepremie
Doorsneepremie = zelfde premie voor jongeren en ouderen Jongeren betalen naar verhouding te veel en ouderen te weinig Was vroeger met lange dienstverbanden bij zelfde werkgever niet erg: eerste betaalde je te veel en daarna te weinig Arbeidsmarkt is sterk veranderd Kortere dienstverbanden Flexibele contracten, deeltijd, ZZPschap na periode loondienst of omgekeerd Ook ‘herverdeling’ door verschillen in levensverwachting van lager en hoger opgeleiden 25
Nationale Pensioendialoog (1)
Staatssecretaris Klijnsma van het Ministerie van SZW startte een brede maatschappelijke discussie over de vernieuwing van ons pensioenstelsel Er zijn 900 reacties binnengekomen Reacties gaan basis vormen voor hoofdlijnnotitie samen met: SER advies Notitie met internationale vergelijking pensioenstelsels door CPB Notitie over solidariteit door SCP Hoofdlijnnotitie wordt voor de zomer van 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd
26
Nationale Pensioendialoog (2) Belangrijkste kenmerken van bijdragen: Iedereen vindt dat verandering nodig is Pensioenstelsel aanpassen aan economische, demografische en culturele omstandigheden 21ste eeuw Pensioen is belangrijk, maar complex en weinig toegankelijk Verwarring over Nationale Pensioendialoog en actuele ontwikkelingen zoals nFTK Onzekerheid over pensioen door gebrek aan vertrouwen in pensioenfondsen, uitvoerders en overheid
27
Nationale Pensioendialoog (3) Thema’s die leven: Maak pensioenen transparanter en minder complex Dicht kloof tussen verwachting en realiteit Veranderende arbeidsmarkt maakt aanpassing stelsel noodzakelijk ZZP-ers en pensioen veelbesproken thema Meer mobiliteit en flexibiliteit Roep om meer aansluiting bij individuele behoeften Solidariteit, maar met wie en hoe? Verschil tussen solidariteit bij afdekken risico’s en solidariteit die leidt tot herverdeling Verschillende mate van risicodeling Wie is waarvoor verantwoordelijk Overheid, sociale partners, het individu
28
SER advies
SER heeft meerdere scenario’s onderzocht en komt met variant die inmiddels veel bijval heeft gekregen: persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling Goed uitgangspunt om sterke punten stelsel te behouden en tekortkomingen te verbeteren, maar verder onderzoek is nodig Elementen voor de beoogde nadere invulling zijn: Voldoende premie-inleg gericht op een koopkrachtbestendig en levenslang pensioen Opbouw in de actieve fase van een persoonlijk pensioenvermogen (inclusief mogelijkheid tot zelf extra sparen) Mogelijkheid om risico’s te blijven delen en een verplichtstelling die hierbij passend is Het afschaffen van de doorsneesystematiek Een voorwaardelijk pensioen in de uitkeringsfase
29
Integratie pensioen, wonen en zorg
Thema’s die elkaar raken Door vergrijzing nemen zorgkosten sterk toe SER variant met persoonlijk pensioenvermogen biedt mogelijkheden Voorbeeld: inzetten deel van pensioenvermogen voor aanpassingen in huis in verband met gewijzigde leefomstandigheden Zorgen voor verantwoorde keuzearchitectuur Inzetten van pensioen voor wonen in opbouwfase gaat al gauw snel ten koste van goed pensioen later
30
Hoe zouden jullie het doen? 1. Het huidige pensioenstelsel behouden met alleen enkele noodzakelijke aanpassingen 2. De SER variant: persoonlijke pensioenpot met collectief delen van risico’s 3. Geef mij maar een totaalbudget voor arbeidsvoorwaarden en dan zoek ik het zelf wel uit 4. Anders, namelijk …
31
Vraag: ontwerp ons toekomstige stelsel Hoofdvarianten: 1. Huidige stelsel iets aanpassen 2. Persoonlijke pensioenpot en samen risico’s delen 3. Ik regel het zelf 4. Anders: ….
Soorten regeling Eindloon Middelloon Beschikbare premie Combinatie Elementen Doorsneepremie of niet Risicodeling Toeslagverlening Beleggingsbeleid Communicatie
Soorten pensioen Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen
Thema’s Zorg, wonen, pensioen Duurzame inzetbaarheid Deeltijdpensioen Standaard of maatwerk Verantwoordelijkheid Overheid Werkgevers/werknemers Fondsen/verzekeraars Individu 32