crimelink
Pedofilie anno 2011
over misdaad & veiligheid
JANUARI 2011 | JAARGANG 4 | NUMMER 1 | € 6,95
De hetze voorbij?
• Interview Petrus van Duyne: ‘Weg uit domineesland’ • Amsterdamse prostitutie-branche in beeld www.crimelink.nl
ADVERTENTIE
crimelink over misdaad & veiligheid
Crimelink graaft dieper Crimelink wordt gemaakt door vooraanstaande onderzoeksjournalisten, criminologen, historici en antropologen. Zij staan borg voor kennis van zaken, diepgang én originele invalshoeken. In Crimelink leest u over spraakmakende strafzaken, de vertakkingen van criminele netwerken, beproefde en onbeproefde opsporingsmethodes, de diffuse grens tussen onder- en bovenwereld, maar ook over ‘crime’ in boeken, film en muziek.
www.crimelink.nl NEEM NU EEN ABONNEMENT (of geef een abonnement cadeau) Ook via de site kan snel en eenvoudig een abonnement of los nummer worden besteld
n J a, ik neem een jaarabonnement (4 nrs) op Crimelink en betaal het eerste jaar € 20,– i.p.v. € 25,–
Voor jaarabonnementen geldt dat opzegging schriftelijk dient te geschieden 2 maanden voor afloop van de abonnementsperiode. De introductieprijs geldt alleen het eerste jaar
n J a, ik geef een jaarabonnement (4 nrs) op Crimelink cadeau voor € 20,–
Cadeau-abonnementen lopen automatisch af
gegevens betaler
gegevens ontvanger
Naam .................................................................................
Naam .................................................................................
Adres .................................................................................
Adres .................................................................................
Postcode Plaats .................................................................
Postcode Plaats .................................................................
Land ..................................................................................
Land ..................................................................................
E-mailadres .......................................................................
E-mailadres .......................................................................
Telefoon ............................................................................
Telefoon ............................................................................
Stuur deze bon in een envelop ZONDER postzegel (geldt alleen voor Nederland, verzendt u van buiten Nederland vergeet dan niet te frankeren): crimelink
Crimelink, Antwoordnummer 7086, 3700 TB Zeist, Nederland
3
COCKPIT
Open zenuw Een jaar geleden verscheen een editie van Crimelink met twee artikelen over pedofilie en pedoseksualiteit bij mannen én bij vrouwen. Even later meldde zich bij ons Ferdi Pijnboom, een veroordeelde pedoseksueel die zijn behandeling uitzit in een TBS-kliniek. Hij ging zijn levensverhaal doen in een blog op de site; ook ging hij reflecteren op de aanpak van zijn behandelaars. Wij spraken met Job Knap, Pijnbooms advocaat en voormalig voorzitter van de Coornhert Liga in de tijd dat die kritische club van strafrechthervormers zich beijverde voor de herziening, lees liberalisering van de zedenwetgeving. Ruim voor de uitbraak van de ‘Amsterdamse ontuchtzaak’ besloten wij een themanummer te wijden aan een materie die de publieke gevoeligheid heeft van een open zenuw: pedofilie en alles wat daarmee samenhangt. Hoe gevoelig en dus eng dit ligt, merkten wij ook toen wij het ministerie van Justitie om uitleg en medewerking inzake de TBS vroegen: onze verzoeken werden met een smoes afgewezen. Vroeg in de productie van dit themanummer denderde tweede week december ineens de Amsterdamse ontuchtzaak door de media; sensatiepers en opgetrommelde ‘deskundigen’ konden niet veel bakken van de ontuchtbeschuldiging van een pedotrio in Amsterdamse crèches en elders. En niet alleen de onderbuikpers schoot vol uit zijn slof; ook bij ‘nette’ programma’s als Pauw & Witteman werd het onbedekte gezicht van Robert M. groot geprojecteerd, zonder dat enig opsporingsbelang daarmee was gediend. Crimelink belicht dit keer een onderwerp waar velen liever vandaan blijven, of doorschieten in stereotiepe scheldpartijen. Pedofilie is anno 2011 géén comfortabel thema en daarom kijkt men er liever van weg. Terwijl wij het beter onder ogen kunnen zien als bedenkelijke en riskante realiteit in het rariteitenkabinet van ons dagelijkse leven. Archie Barneveld Hoofdredacteur
4 crimelink
20 t/m 37 Thema Pedofilie anno 2011 De opening van deze special over pedofilie is een interview met Job Knap, oud-voorzitter van de Coornhert Liga en old time-raadsman van seksuele delinquenten. Hij ziet een lichte kentering in de taboeïsering van pedo’s. Daarna vertelt TBS-inmate Ferdi Pijnboom over zijn leven als pedoseksueel en hoe hij de maatschappelijke reactie daarop ervaart. Jeanine Janssen zet de overeenkomsten en verschillen op een rij als het gaat om pedofilie en bestialiteit. Zo kennen wij bijvoorbeeld geen incest met dieren; leeftijd van het
dier en wel of niet binnen het gezinsverband doen er niet toe. De gekte die bij pedojagers toeslaat, laten wij zien in een beeldcollage. Inclusief een voorbeeld uit de media die soms al te gemakkelijk tot opruiing aanzetten. Tot slot een voorpublicatie uit Misbruik, een binnenkort in Nederland te verschijnen Deense thriller van het schrijverspaar Hammer. Als wij de pedohetze niet indammen, dan springen opgejaagde verdachten binnenkort ook hier van de vijfde verdieping naar beneden. Misschien reden voor bezinning.
Foto Caroline Koning
Verhalen 12 Gonzo: ideologieën i.p.v. wetenschap Job Knap
14
Prostitutie in Amsterdam
26
Reflectie van een TBS-klant
32
Pedofilie & bestialiteit
35
Hetze tegen pedo’s
36
Voorpublicatie Misbruik
Interviews
44
fscheid A Verloren voor Holland Zo excentriek als hij eruit ziet, zo gedegen zijn en waren de wetenschappelijke opvattingen van criminologiebeoefenaar Petrus van Duyne. Als taalpurist kon hij niet uit de voeten met het begrip ‘georganiseerde misdaad’. Maar niemand kan er zó goed en vooral mooi over vertellen.
14
Onderzoek Hoeren in Amsterdam Tot voor kort was er slechts een gefrag menteerd beeld van het Amsterdamse hoerendom. Nu ligt er een studie die een omvattend beeld schetst van alle prostitutie-sectoren. Van de ontwikkelingen en verschuivingen daarbinnen. En van de nog altijd onop geloste schimmigheid van deze branche.
20
Job Knap over pedofilie
44
Petrus C. van Duyne
Rubrieken 4
Cockpit
6
Nieuws & opinie
38
Open deuren
39
Survival
40
Dupe
43
Een opmerkelijke uitspraak
48
Publicaties
50
Stemmen crimelink 5
PODIUM
Hoofd- en eindredactie Archie Barneveld Bureauredactie Wesley Meijer Beeldredactie Simone Berghuys Vormgeving Rémy Mettrop Correctie Hugo Jetten
[email protected]
Tofik Dibi is politie-/ justitiewoordvoerder van GroenLinks (Tweede Kamer)
Adviseurs Marc Cools, Paul Gruter, Bob Hoogenboom, Peter Klerks, Paul Ponsaers
Aan dit nummer werkten verder mee Jaap Barneveld, Patrick van Calster, Tofik Dibi, Onno Dokkum, Henk Ferwerda, Janine Janssen, Caroline Koning, C. Lien, Wenja van der Meulen, Hans Moors, Claudia van Oort, Ferdi Pijnboom, Jaqueline Storm, Marsha de Vries, Anton van Wijk Advertenties Merijn van Stralen
[email protected] 030-6931177 Druk Koninklijke BDU, Barneveld Distributie VMBpress, Heemskerk
Abonnementen Voor vragen over abonnementen Abonnementenland Postbus 20 NL-1910 AA Uitgeest Tel. 0031 (251)-257926 Fax 0031 (251)-310405 of via www.aboland.nl Crimelink verschijnt 4 x per jaar. Opzegging dient schriftelijk te geschieden, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Abonnementsprijzen: Nederland & België jaarabonnement (4 nrs) € 25,-. Europa € 35,-, buiten Europa € 45,-. Voor organisaties: € 50,-. Uitgever Virtùmedia Postbus 595 3700 AN Zeist Tel. 030 – 6920677 Fax 030 – 6913312 www.crimelink.nl Uitgever Pepijn Dobbelaer
[email protected] Bladmanagement Merijn van Stralen
6 crimelink
TOFIK DIBI
OVER POLITIE
Krijgshaftige praatjes
© 2011 Crimelink ISSN 1875-4333
Correspondenten Stefanie van der Burght, Elke Devroe, Marnix Eysink Smeets, Guus Meershoek, Martin Moerings, Evelien de Pauw, Marcel Pheijffer, Nathalie Roegiers, Ronald van Steden, Wouter Stol, Gabry Vanderveen, Antoinette Verhage
TEKST
D
e twee partners in crime op Veiligheid en Justitie, minister Opstelten en staatssecretaris Teeven, kennen we van hun martiale benadering van het veiligheidsvraagstuk. De war on crime is uitgeroepen, het tolerantieniveau is nihil en wie voor de tweede maal de criminele fout in gaat komt niet snel meer op vrije voeten. En wordt het de politie en justitie allemaal even te veel, dan wordt het leger ingezet. Het justitiële vocabulaire verruwt, denk bijvoorbeeld aan de inmiddels ingeburgerde term ‘straatterrorisme’. Maar ook de voorgestelde maatregelen tegen overlast en criminaliteit liegen er niet om. Er komt een speciaal strafrechtelijk regime voor adolescenten, er wordt een soort strafdienstplicht ingevoerd en minimumstraffen doen hun intrede in het Wetboek van Strafrecht. Wetenschappelijk onderzoek heeft in het verleden meermaals de onzin van dit soort rechtse hobby’s aangetoond. Rechts hobbyisme voert sowieso ernstig de boventoon in het gedoogakkoord. Het kraakverbod wordt actief en prioritair gehandhaafd. Slecht nieuws voor de vele kinderpornozaken waar niemand aan toe komt. En wat te denken van de sluiting van instellingen waar opgeroepen wordt tot haat en geweld? Dat kan al jaren, maar het ontbreekt, ook in de nabije toekomst, aan handhavingscapaciteit. Uitgeprocedeerden wordt het leven zuur gemaakt door een verbod op illegaliteit. Herziening ten nadele krijgt terugwerkende kracht, terwijl het grootste probleem nu juist ligt in het achterhalen en voorkomen van gerechtelijke dwalingen. Tot slot natuurlijk het coffeeshopbeleid. Naast aanscherping van het afstandscriterium (slecht nieuws voor Amsterdam)
Te verwachten valt dat veel van de voorgestelde maatregelen onhoudbaar en onwerkbaar zijn. Is er bijvoorbeeld nou werkelijk behoefte aan een afzonderlijk adolescentenstrafrecht? Volgens kinderrechters is er veel meer te bereiken door jongeren te behandelen, niet door te straffen. En zijn minimumstraffen nu werkelijk nodig in een strafklimaat dat als een van de strengste in Europa geldt? Dat tast de rechterlijke mogelijkheden om maatwerk te leveren ernstig aan. Confectie zit immers altijd slechter dan een maatpak. We moeten ervoor waken al te snel wetenschappelijk verworven inzichten bij het grof vuil te plaatsen. GroenLinks wil een perspectief op veiligheid en rechtsstatelijkheid in 2015. Ik wil geen krijgshaftige praatjes, maar werkbare daadjes. Ietwat demagogisch: niet de kraker, maar de kinderpornoproducent moet wat ons betreft als eerste aangepakt worden. En handhaving van onze eigen wet tegen hatecrimes prevaleert boven een klopjacht op illegalen. n
GUUS MEERSHOEK
NIEUWS&OPINIE
Een nieuwe gemeentepolitie
wil dit kabinet besloten coffeeshops en strafverhoging voor teelt, in- en uitvoer en handel, zonder onderscheid naar softof harddrugs. Wie de georganiseerde drugscriminaliteit een fiks steuntje in de rug wil geven, moet met zulke voorstellen komen. Nog voordat het kabinet goed en wel is begonnen is de belangrijkste belofte uit de veiligheidsparagraaf al afgeschreven. De in het vooruitzicht gestelde drieduizend extra politieagenten zullen er niet komen. Sterker nog, door de vijfhonderd animal cops neemt de operationele politiecapaciteit gewoonweg af. En de voorgestelde plannen rondom het softdrugsbeleid worden versneld ingevoerd na de ernstige drugsgerelateerde geweldsdelicten in Noord-Brabant. Ernstig geweld moet hard worden bestreden, maar criminele betrokkenheid in coffeeshops bestrijd je niet met een pasjessysteem, maar met een goede gereguleerde bevoorrading. Een illegale markt gedijt immers het best met een geregulariseerde vraag en een gecriminaliseerd aanbod. Dat is vragen om ellende.
TEKST
Guus Meershoek is universitair docent aan de Universiteit van Twente/IPIT
D
e nieuwe minister van Veiligheid en Justitie heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat wij een door hem geleid nationaal politiekorps krijgen en dat dit betekent ‘minder bureaucratie, grotere eenheid, meer professionaliteit, betere en snellere samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de politie en meer politiemensen die bezig zijn met het uitvoerende politiewerk’. Wie kan daar tegen zijn? Hoewel ik wist dat dit kabinet voorstander van zo’n ingreep is, verraste het besluit mij toch, want van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid had ik deze zomer begrepen dat de invoering van de nationale systemen van informatie-uitwisseling, die als een loden last om de nek van het uitvoerend politiepersoneel hangen, vastloopt. Bovendien is de vorming van 25 veiligheidsregio’s nog niet afgerond en lijkt ook die reorganisatie niet tot het verhoopte resultaat te gaan leiden. Bij zijn aantreden trof de nieuwe minister dus al twee enorme klussen aan. Natuurlijk zie ik wel de voordelen van een nationaal korps: het beheer van de politie is de laatste jaren uitgegroeid tot een bestuurlijk gedrocht. Maar ik zie ook de nadelen, op lange termijn maar ook al op korte termijn. Want reorganiseren betekent ambtelijke drukte, frustratie, overtollige managers die moeten worden weggepromoveerd, veel vergaderen, minder blauw op straat, budgetoverschrijdingen, tegenvallende uitkomsten, klagend politiepersoneel en verontwaardigde reacties in de pers. Maar in zijn brief aan de Kamer rept de nieuwe minister niet over al deze sores. Wie affiniteit heeft met de politie, raakt bij lezing zelfs in een roes. Binnenkort verdwijnen alle ergernissen van het vak als sneeuw voor de zon en hebben we een flexibele, slagvaardige organisatie van goed toegeruste en
opgeleide professionals die dichter dan ooit bij de burger staan maar ook veel effectiever de georganiseerde misdaad bestrijden. Heeft de minister, zo vroeg ik mij af, zich al eens afgevraagd hoe hij straks 430 burgemeesters in staat gaat stellen om hun verantwoordelijkheid voor het gezag over de politie tegenover de gemeenteraad waar te maken terwijl hij zelf gaat beslissen over de verstrekking van de middelen? Zullen zij zich niet allemaal tekortgedaan voelen en zich over hem gaan beklagen? En hebben we dan naast een gefrustreerde onderklasse ook nog een gefrustreerde bestuurdersklasse? Of zullen de burgervaders hun bestuurlijke handhavers in een pool bijeenbrengen en zo een nieuwe gemeentepolitie oprichten? En hebben we dan niet een nieuw probleem in de informatie-uitwisseling? Nieuwsgierig naar de afwegingen en inschattingen van de minister ging ik de verslagen lezen van zijn overleg met de Tweede Kamer. Nu, zoiets doe je niet voor je plezier. Surrealistische taferelen spelen zich daar af. Terwijl hun spreektijd streng gelimiteerd was, vulden Kamerleden deze deels met het razendsnel oplaten van proefballonnetjes, maar vooral met woordspelletjes over in dit geval de vraag of de in het regeerakkoord beloofde drieduizend extra agenten er ook daadwerkelijk komen. Nu was het aan de minister om zijn plan te presenteren, maar dat deed hij met zoveel aplomb dat van zijn afwegingen anders dan dat hij uitvoert wat in het regeerakkoord staat, geen glimp was te ontwaren.
WWW.INTERCREST.NL
NIEUWS&OPINIE
Hij beschouwt zichzelf al als baas van het Openbaar Ministerie (wat niet helemaal te ontkennen valt, maar uit rechtsstatelijke overwegingen beter niet had kunnen worden gezegd), kondigt aan dat hij ook de baas zal worden van de nieuwe politie en dat daarmee alle problemen zijn opgelost. Aanmerkingen pareert hij keer op keer met een beroep op zijn persoon. ‘Hier sta ik voor.’ ‘Ik ben daar helder in.’ ‘Ik vertel telkens hetzelfde verhaal en dat is dan ook het verhaal.’ Redelijke argumenten overbodig. Krachtige steun kreeg de minister vooral van de PVV en de SP, twee partijen die zich tot pleitbezorger van de gewone politieman en -vrouw en vooral tot tolk van hun frustraties opwerpen en in dit dossier gezamenlijk optrekken. In het overleg lieten zij zich gemakkelijk door de minister enthousiasmeren, door het eigen gebrek aan interne democratie wellicht ook het meest vatbaar voor diens suggestie van een conflictvrije toekomst. Maar van de andere niet aan het kabinet deelnemende partijen kwam evenmin oppositie. Ook dat leek de uitkomst van het optreden van de minister. Iedere weerstand ontwapende deze namelijk door de proefballonnetjes prompt in ontvangst te nemen. Overwerkte rechters op maatschappelijke stage: fantastisch idee. Een kinderhand is gauw gevuld. Staan ons rampen te wachten nu de politie wordt genationaliseerd? Zeker niet. In tegenstelling tot wat politici en sommige kranten ons verkondigen, gaat het al jaren steeds beter met de publieke veiligheid. Dat zal nog wel even doorzetten. We kunnen ons wel wat veroorloven. Maar als over een paar jaar duidelijk wordt dat wij geen goed functionerende politie hebben, dat de omvorming meer geld heeft gekost dan verwacht, dat we in Den Haag wel een directeur-generaal van politie hebben met een uitgebreide staf maar dat op straat minder blauw rondloopt en dat de informatieuitwisseling nog steeds gebrekkig verloopt, wie kan ons dan herinneren aan de motieven voor de keuze die wij nu maken en ons zo behoeden voor een woedeaanval op de dan heersende regenten? n In Over politie becommentarieert de auteur van dienst het wel & wee van de politie
crimelink 7
NIEUWS&OPINIE
PAU L P O N S A E R S
De impact van sociaal vertrouwen Paul Ponsaers is professor strafrecht en criminologie aan de Universiteit Gent
J
e gelooft het of niet. Het spook van Loch Ness is opnieuw gesignaleerd in Vlaanderland, begin december 2010. Marc Hooghe (KULeuven) publiceert met een aantal collega’s een artikel in het British Journal of Criminology, waarbij het structureel verband tussen werkloosheid en criminaliteit in de verf wordt gezet. Die relatie wordt niet gelegd tussen ‘werklozen’ en ‘criminaliteit’, waaruit zou kunnen afgeleid worden dat bij een werkloze de kans groter zou zijn dat hij overgaat tot het plegen van criminaliteit dan bij een werkend burger. Wél gaat het om het structurele kenmerk van een hoge werkloosheidsgraad op gemeentelijk niveau en een hoge criminaliteitsgraad op datzelfde niveau. Het stuk suggereert dus duidelijk geen relatie op het individuele niveau, maar een sterk verband op het gemeentelijk niveau. Ronduit een interessante bevinding, die in ons land nog niet werd aangetoond. Op zich niks mis mee. Tot op het moment... Of het nu moest of niet, het is gebeurd. Hooghe kon zich in zijn enthousiasme niet beheersen en beschreef – terloops – de onderzoeksbevindingen als een antwoord op
het onderzoek Criminaliteit en Criminalisering: Allochtone jongeren in België dat Marion van San afrondde in 2001 in opdracht van de toenmalige minister van Justitie, waarin de betrokkenheid van allochtonen bij criminaliteit werd belicht. Meteen zat het spel op de wagen. De oude demonen staken de kop op, Vlaamse ‘kwaliteitskranten’ voerden Hooghe op tegen Van San, Van San reageerde op Hooghe, en de mallemolen draaide opnieuw. Je staat erbij en kijkt ernaar. Het debat kan toch op een ander niveau gevoerd worden, bedenken we. We schrijven een commentaarstuk waarin we uitleggen dat, als het beleid het criminaliteitsprobleem wenst aan te pakken, het zonder meer effectiever is om een proactief preventiebeleid te voeren dan een reactief repressief beleid; niet omdat het ideologisch meer verdedigbaar zou zijn, maar omdat het gewoonweg leidt tot hogere levenskwaliteit. Het gaat met andere woorden om ‘being tough on the causes of crime’. Als de analyse van Hooghe en zijn collega’s een relatie legt tussen werkloosheid en criminaliteit op gemeentelijk niveau, geeft precies dat resultaat een suggestie op welke manier gemeentelijke beleidsmakers op de oorzaken van criminaliteit kunnen inspelen. We argumenteren dat het gemeentelijk niveau immers toelaat het tewerkstellings- en preventiebeleid op elkaar af te stemmen, wat alleen maar kan leiden tot een hogere levenskwaliteit in de gemeente. Kortom: de studie van Hooghe geeft inspiratie tot zinvol beleidshandelen, toch?
www.crimelink.nl
Magazine en website van Crimelink ondergaan vanaf dit nummer een wijziging van format. Door middel van themanummers, specials, willen wij aan het magazine meer diepgang en overzicht geven, waardoor het meer ‘leesurgentie’ krijgt. De site wint aan ac-
8 crimelink
We herinneren er tevens aan dat de studie van Hooghe & co. tot stand kwam in het kader van een breed onderzoeksproject, waarbij vier onderzoeksploegen waren betrokken vanuit de KULeuven, de Universiteit Antwerpen, de VUB en UGent. Het project viseerde het uitbouwen van sociale indicatoren inzake sociale cohesie voor de Vlaamse regio, voorgesteld op een studienamiddag begin december; deze werd gekenmerkt door een oorverdovende persafwezigheid, precies op de dag dat het debat Hooghe-Van San de media intuimelde. Wim Hardyns, medeauteur van het artikel over de relatie werkloosheid-criminaliteit, verdedigde midden november zijn doctoraalproefschrift naar aanleiding van het project. Dat proefschrift richtte zich niet op de relatie werkloosheid-criminaliteit, maar bestond uit een zorgvuldig samengestelde reeks van deelonderzoeken waaruit blijkt dat sociaal vertrouwen veel meer impact heeft op onveiligheidsgevoelens dan het uitbouwen van allerhande vormen van informele sociale controle. We besluiten ons commentaarstuk dat de studie van Hardyns een indicatie oplevert die dezelfde richting uitwijst als deze van Hooghe: een sterker sociaal vertrouwen leidt tot een positief veiligheidsgevoelen, opnieuw aanknopingspunten dus voor een evidence based gemeentelijk preventie- en cohesiebeleid. Uiteindelijk bieden we het stuk aan bij een aantal Vlaamse ‘kwaliteitskranten’, in de hoop dat de bijdrage de discussie HoogheVan San op een ander niveau zal tillen. Naïef, hoe ongelooflijk naïef toch. De kranten melden ons dat ze het stuk niet wensen op te nemen omdat het te informatief is en te weinig opiniërend. We slikken effe en bedenken dat het een zegen is dat Crimelink bestaat. n Mede namens Wim Hardyns en Lieven Pauwels
tualiteit en variatie om deze nog aantrekkelijker te maken met het oog op de toename van bezoekers. Meer en meer zullen publicaties hier hun weg vinden. En een aantal servicerubrieken wordt van blad naar site overgeheveld. Te midden van alle hypes en juist in een politiek tijdsgewricht waarin alle nuance wat betreft misdaadbestrijding en veiligheidsbeleid teloor dreigt te gaan, is er behoefte aan een zelfstandig en onafhankelijk medium dat de ontwikkelingen en het onderzoek op deze terreinen kritisch volgt en beschouwt. En dat zo zijnde moet er ook ruimte zijn voor relevant vertier: zie daarom op de site onder andere de nieuwe rubriek Crimetune van Martijn Stoffer. Daarin wekelijks een kort beschreven audiovidual van een misdaadsong. Red.
crimelink 9
NIEUWS&OPINIE
BACK CHANNELS
TEKST
PETER KLERKS
Bezuinigingen treffen inlichtingendiensten
D
oor de economische crisis staan de geheime diensten in verscheidene Europese landen onder druk om te bezuinigen. De combinatie van omvangrijke budgetten en een niet altijd geheel overtuigende meerwaarde voor de belastingbetaler maakt dat parlementariërs de omvang en soms zelfs het voortbestaan van inlichtingendiensten ter discussie stellen. Een goed voorbeeld hiervan is de Duitse Militärische Abschirmdienst (MAD). Het blad Focus bericht dat volksvertegenwoordigers van de christen-democraten en de liberalen, die samen de regeringscoalitie vormen, de militaire inlichtingendienst willen opheffen. Taken en medewerkers zouden over de binnenlandse veiligheidsdienst (BfV) en buitenlandse inlichtingendienst (BND) moeten worden verdeeld. Bij de in Keulen en dertien dependances gevestigde MAD werken circa dertienhonderd mensen. Het jaarbudget bedraagt ongeveer 65 miljoen euro.
Pseudo-Mullah Mansour wilde onderhandelen over vrede
V
erscheidene nieuwsmedia berichtten in november hoe in Afghanistan een bedrieger die zich voordeed als een hooggeplaatste Taliban-commandant erin slaagde om hooggeplaatste militairen,
10 crimelink
diplomaten en inlichtingenmedewerkers wekenlang te misleiden om er uiteindelijk met een grote som geld vandoor te gaan. De man, van wie de identiteit niet bekend is geworden, deed zich voor als commandant Mullah Akhtar Mohammad Mansour, de op een na hoogste Talibanleider. Hij verklaarde zich bereid tot onderhandelingen. Dit aanbod was zulk welkom nieuws voor de veelgeplaagde westerse militairen en diplomaten dat er niet al te kritisch naar zijn geloofsbrieven werd gekeken. Ook medewerkers van de Afghaanse president Hamid Karzai lieten zich misleiden, ondanks tekenen van bedrog. De Amerikaanse generaal David Petraeus suggereerde al sinds augustus dat de Taliban bereid zouden zijn tot onderhandelingen, wat als een voorbode van strategisch succes werd gezien. Het bedrog begon in de zomer toen een man die claimde Mullah Mansour te zijn erin slaagde Amerikaanse functionarissen te overtuigen hem naar Kaboel te brengen voor onderhandelingen met president Karzai. Hoewel de man een
Mullah Mansour
vredesaanbod deed in ruil voor banen en vrijlating van gevangenen, geheel in strijd met de publieke lijn van de Taliban, kreeg niemand argwaan. Volgens Amerikaanse kranten reageerde Petraeus door hem een aanzienlijk geldbedrag te geven om de onderhandelingen voort te zetten. Van augustus tot oktober verzekerde de generaal tijdens interviews met Amerikaanse nieuwsmedia dat de Taliban bereid waren tot vergaande concessies. Al die tijd ontkenden Taliban-leiders, waaronder de leider Mullah Omar, ten stelligste dat er onderhandelingen plaatsvonden met de Afghaanse regering. Zij benadrukten dat
zonder terugtrekking van Amerikaanse troepen iedere onderhandeling bij voorbaat was uitgesloten. Ten slotte legden functionarissen van de International Security Assistance Force (ISAF) eind oktober contact met iemand die Mullah Mansour persoonlijk had ontmoet. Zij kregen te horen dat de veronderstelde onderhandelaar in feite een bedrieger was. De man slaagde er evenwel in tijdig met de noorderzon te verdwijnen. De veiligheidsspecialisten die de geheime onderhandelingen begeleidden, vergaten blijkbaar het oude Engelse inlichtingenprincipe: ‘If something sounds too good to be true, it probably is.’
Falende samenwerking Amerikaanse overheidsdiensten
H
oewel Amerikaanse inlichtingendiensten al in 2008 e-mails onderschept hadden tussen majoor Nidal Hasan en een radicale moslimgeestelijke, werd de ontspoorde majoor ongemoeid gelaten. Hij kon daardoor in november 2009 dertien mensen, overwegend collegamilitairen, om het leven brengen tijdens een schietpartij in Fort Hood, Texas, zo blijkt uit een onderzoek dat het leger heeft verricht. Enkele maanden voor de fatale schietpartij ontdekte de FBI dat Hasan geld had overgemaakt naar Pakistan, maar die informatie kwam niet bij het leger terecht en leidde niet tot actie. Een van de oorzaken is dat de krijgsmacht destijds onvoldoende actief was in zogenoemde Multi-agency Joint Terrorism Task Forces. In april 2010 zegde minister van Defensie Robert Gates toe dat het Pentagon het e-Guardian dreigingsrapportagesysteem van de FBI zou gaan gebruiken om toekomstige missers te voorkomen. Ook introduceerde de krijgsmacht een dreigingsalertheids- en meldingsprogramma om verdacht gedrag bij collega-militairen te rapporteren. Bovendien neemt de krijgsmacht op termijn het Army Investigative Enterprise Solution System in gebruik, waarmee automatische screening van persoonsgegevens en antecedenten mogelijk wordt.
HTTP://MILITARY.TECHNOMAD.COM
Nep-Taliban fopt westerse inlichtingen diensten
Luidsprekers bij een militaire basis in Afghanistan
Het systeem is voor de komende twee jaar begroot op ongeveer 170 miljoen dollar. Tot slot wordt een robuust alarmeringssysteem op legerbases aangebracht, waardoor het personeel bij een crisis door middel van giant voice-luidsprekers ten bedrage van ruim tweehonderd miljoen dollar kan worden gewaarschuwd.
Russen willen verrader liquideren
V
olgens berichten in de Britse pers zou de ontmaskering van een tiental Russische spionnen in Engeland in juni 2010, onder wie Anna Chapman, het werk zijn van kolonel Scherbakov van de Russische buitenlandse inlichtingendienst SVR. De kolonel zou een programma hebben geleid waarin zogenoemde sleeper agents of illegals naar de Verenigde Staten zouden zijn gestuurd. Het gaat daarbij om spionnen die niet onder diplomatieke dekmantel, maar als gewone burgers onopvallend gegevens moeten verzamelen, bij voorkeur door op langere termijn
tot sleutelposities door te dringen. Hij is volgens de Russische krant Kommersant de overloper die de FBI de namen gaf van de Russische spionnen. Een anonieme bron in het Kremlin wordt daarbij aangehaald, die suggereert dat Scherbakovs verblijfplaats bekend is en dat er al een moordenaar naar hem onderweg is. Premier Vladimir Poetin, die zelf in de jaren tachtig als KGB-officier in Oost-Duitsland werkte, hintte afgelopen zomer al dat hij de identiteit van de verrader kende. ‘Dit was het resultaat van verraad’, zo zei hij, ‘en met verraders loopt het altijd slecht af.’ De FBI bracht de namen van de tien Russische spionnen naar buiten kort nadat kolonel Scherbakov naar de VS was gevlucht. Scherbakovs veronderstelde verraad is volgens Russische bronnen een fenomenaal fiasco. Invloedrijke parlementariërs, onder wie de ondervoorzitter van de veiligheidscommissie Gennady Gudkov, hebben al opgeroepen tot een parlementair onderzoek, dat niet zonder gevolgen zou mogen blijven voor de in Gudkovs ogen incapabele leiding van de geheime dienst. Hoewel van de spionnen de goed uitziende blondine Anna Chapman vooral de aandacht van de Britse pers trok, was waarschijnlijk Mikhail Vasenkov de meest waardevolle bron voor Rusland. Werkend onder de schuilnaam Juan Lazaro zou hij de reisagenda van de Amerikaanse president jaren vooruit hebben weten te bemachtigen.
Peter Klerks is raadsadviseur bij het ParketGeneraal van het Openbaar Ministerie. Hij verzorgt deze rubriek op persoonlijke titel
Works Protection Act uit 1939, waaronder (naar men dacht) de mogelijkheid om iedereen die binnen vijf meter van het hek kwam om identificatie te vragen en bij weigering te fouilleren en arresteren. Tijdens het G20-weekend van 26-27 juni ging iedereen ervan uit dat de politie inderdaad deze bevoegdheden onder de verder onbekende wet had. Later bleek echter dat dit alleen opging voor personen die het hek poogden te passeren. Meer dan duizend mensen werden tijdens het weekend aangehouden, waarvan de meesten uiteindelijk weer werden vrijgelaten zonder dat een aanklacht tegen hen was geformuleerd. n
Anti-demonstratiewet afgekeurd
D
e ombudsman van de Canadese deelstaat Ontario heeft een geheime wet die was gemaakt om demonstranten tijdens de G20-top in Toronto in juni 2009 te kunnen aanpakken, naar de prullenmand verwezen. De wet was ‘opportunistisch en ongepast’, zo oordeelde ombudsman Andre Marin in zijn rapport getiteld Caught in the Act. Het parlement van de Canadese deelstaat nam Regulation 233/10 op 2 juni zonder enig debat aan, waardoor het hek rond de locatie van de G20-top tot een ‘publiek werk’ werd verklaard. Dit gaf de politie vergaande bevoegdheden onder de Public
Back channels verschaft informatie over de mistige wereld van internationale veiligheids- en inlichtingendiensten
crimelink 11
TEKST
LET’S GO GONZO (4)
Terreur van n ë ie g lo o e id s id e h ig il e v
E
el dat ik samen nige tijd geleden stuurde ik een artik Wesselink had Loes met collegae Marc Schuilenburg en wed (d.w.z. revie peer geschreven naar een double blind t beoordeeld word gae colle e dat het vóór publicatie door twee deskundig over de elde hand el artik Het – red.) wetenschappelijk tijdschrift. u kort me Laat g. Haa Den in O) (CW collectieve winkelontzegging een aansneed. De CWO is inwijden in de problematiek die het ) om overlastgevend gedrag te 2005 s (sind l relatief nieuwe maatrege rneming met een CWO-beleid voorkomen. Wie winkelt in een onde toegang tot al de winkels en ongewenst gedrag vertoont, kan de en ontzegd. Het gaat die het CWO-beleid onderschrijven word theaters, ateliers en om ook hierbij niet alleen om winkels, maar apothekers. De CWO zelfs en ts galerieën, hotels, banken, restauran dat een ontzegen zegg wil Dit l. is een civielrechtelijke maatrege ls die ter plaatse rege van d gron op is ging uit een winkel mogelijk op te kunnen leggen moet een gelden. Om officieel een ontzegging één getuige en door degene formulier worden ondertekend door overtreder het formulier te die in overtreding was. Weigert een in plaats van de overtreder tekenen, dan mag een tweede getuige geldig wordt. Wanneer er og tekenen waardoor het document alsn de overtreder vrijspreekt, en en een strafrechter aan te pas zou kom k niet te houden. Dit praa vrijs hoeven winkeliers zich aan deze chte dat niet elk gevaar geda de op seerd soort maatregelen zijn geba dat een gebrek aan bewijs niet gekend of bewezen kan worden. En ar. Daarom is een gebrek aan hoeft te wijzen op een gebrek aan geva beschermende maatregelen bewijs geen voldoende reden om géén te nemen.
and citaat, één lijntje uit een gepubliceerd omwille van een voorafga van een overheidsinstantie songtekst… En het protest kwam niet maar van mijn collegatie, of een fundamentalistische organisa de Amerikaanse overheid aan en wetenschappers. Het deed me denk van populaire muziekbands ten tijde van de eerste Golfoorlog toen als deze naar oorlogstergeëist werd dat ze hun naam aanpasten Attack zolang de oorlog minologie verwees. Zo moest Massive duurde door het leven gaan als Massive.
euw inzien dat veel van de Dit kleine voorvalletje deed me opni s eigenlijk doordrenkt zijn zogenaamde wetenschappelijke filter en. Hoe kan het ook anders. keur van ideologische en politieke voor ook maar mensen; ze zijn Sociale wetenschappers zijn immers hun eigen samenleving. Ze nauw betrokken bij de problemen van gemeenschap en trachten voelen zich verantwoordelijk voor hun rtoe zij behoren in stand te de welstand van de samenleving waa dat ze betrokken zijn bij de houden. Het is dus niet verwonderlijk dingen die hen bezighouden. Elias is het precies deze Echter, volgens de socioloog Norbert e sociale en politieke acut de met emotionaliteit, in samenhang k in de sociale wetenrzoe onde van g spanningen, die de voortgan er een voortdurende druk om schappen verhindert. Volgens hem is wat tot veel specialismen leidkorte-termijnproblemen op te lossen, sociaal-wetenschappelijke de en dus tot de verbrokkeling van het is dat het voornemen om de onderzoek. Een bijkomend probleem ialismen met elkaar in een spec problemen en bevindingen van deze steeds wegens gebrek gen, bren ruimer theoretisch kader samen te n. Er moeten immers hove gesc t word aan tijd naar de achtergrond geblust. Elias en zijn volgevoortdurend nieuwe brandjes worden ele ition trad met we rbij waa , ken over dubbelbinding: een Het was, al bij al, een braaf artikeltje lingen S. Mennell en J. Goudsblom spre vorm als CWO de rop waa e wijz de g leidt tot een hoog niveau vragen – zoals de vraag naar hoog niveau van gevaar en bedreigin g naar vraa de en , reert gene ten effec n eige ties, en dat belemmert dan van sociale controle haar van emotionaliteit in de menselijke reac i binnen moo – t bied CWO de die g rmin sche gevaren, en vermindert daarde mate van rechtsbe weer een realistische analyse van de kon niet anders het ; even gebl n ware ce scien al role te krijgen. norm de lijntjes van de door de kansen om ze beter onder cont e van grap lieten wijz Bij erd. blice gepu en word st moe of dit artikel zinnetje uit een songtekst van Elias het verwoordt) heeft we het artikel vooraf gaan door een Deze betrokkenheid (involved, zoals ’ over! take and e vragen die wetenschappers The Smiths: ‘Shoplifters of the world. Unit daarom onvermijdelijk invloed op de mas tot en eerd lanc ep opro een bat twee grote kampen Alsof we Ali Baba zelve waren en stellen. Zo zien we in het veiligheidsde dat actie tred chrif tijds de van il e-ma r de menselijke vrijheid sale diefstal, kregen we een ontstaan. Enerzijds is er het kamp waa wel door was el artik Het en. nom opge en del van mensenrechten en het citaat niet kon word en het waarborgen daarvan door mid met succes w revie peer de had en nden bevo als Britta Böhler, Herman de redactie geschikt burgerrechten centraal staan. Auteurs age die bijdr Een niet. kon dat nee, t… citaa en nadrukkelijk op de dat doorstaan, maar van Gunsteren en Benjamin Barber wijz r niet kon worden maa , staan door had toets lijke appe de wetensch
12 crimelink
PATRICK VAN CALSTER
blijven of worden afgewezen dat verschijnselen vaak onopgemerkt visie. Van dat laatste gaven de omdat ze niet passen in de gangbare Brazis een fraaie illustratie. Zij psychologen L.D. Goodstein en K.L. samenvatting van een onderstelden twee versies samen van een de psychologie omstreden zoek naar de waarde van een binnen ltaten vermeld die steun resu theorie. In de ene versie werden de de andere versie werden in rie, theo verleenden aan de omstreden vermeld. De twee samenvatuitsluitend de negatieve bevindingen gd aan twee afzonderlijke tingen werden ter beoordeling voorgele de er, Echt k. gelij a logic n eige hun nschappelijke afspraken Beide kampen hebben binnen groepen psychologen. Volgens de wete ideologizijn n tone te aan k gelij hun om n gen bevatte die de omstreden argumenten die ze geve zou de samenvatting die de bevindin n komt dat chie Miss . lijke appe nsch wete geen ten krijgen omdat de wetensche argumenten en theorie ondersteunde meer bijval moe appelijk maar nsch wete niet eld gest s moet worden en word die omdat de vragen consensus bepaalt dat meer betekeni appelijk beantwoord schappelijke nsch wete t significante nooi nietook aan om dan daar en gen – ideologisch zijn toegekend aan significante bevindin om tot in het oneindige daar en waarin de n blijv s inge ussie ontv disc ie De vers en. de die word kunnen bevindingen. Echter, degenen en kunn p kam re ande het en benadrukt, achtten doorgaan, zonder dat ze iemand van negatieve aspecten van de theorie werd icten confl en en ning span lei aller s ekkender en waardevoller overtuigen. Omdat deze discussie het samengevatte onderzoek belangw ie relat de wat g vraa de rond ien draa ie werden geconfronteerd. blijven genereren, en blijven dan degenen die met de andere vers dat ertoe het leidt zijn, te órt behó ving it dat de samenvatting tussen individu en samenle Goodstein en Brazis concludeerden hieru werkelijk nu ie relat die wat en naar g vraa lijke gedaan aan de status van de omstred de échte wetenschappe r het heersende waarin afbreuk werd onde die g esenvraa repr ng deze stigi ook is beve Het een t. het is onzichtbaar word theorie, beter werd beoordeeld omdat vraag te ontlijke feite deze gen. om holo gen psyc rmo r onve onde het eel debat lijdt. En teerde van een bestaand vooroord ieke debat, is de belangrijkste trekken aan het ideologische en polit n zich amper kunnen niet uitsluitend beoordeeld reden waarom de sociale wetenschappe Wetenschappelijk onderzoek wordt dus eerd verk agen ksvr rzoe onde vele tstaven, maar de opvattinontwikkelen. Het resultaat is dat volgens erkende methodologische maa er en eid lijkh appe nsch wete van is ie ar staan de vorming van een gesteld worden, er een illus gen en vooroordelen van de beoordela teerde erela idsg bele vaak lde, epaa welb was nochtans de realist Karl slechts aandacht is voor objectief oordeel vaak in de weg. Het . aden verr en denk mijn e-ter kort e een belangrijk wetenschapproblemen, die een Popper die met zijn falsificatiemethod er was ervan overtuigd pelijk standpunt heeft ingenomen. Popp hebben de voorbije Zij aan. niet hier en napp is robuust is omdat zij onts kenn gen ware Ook criminolo dat – conform de opvatting dat dacht en gesproken over nage ier man lde heid ‘daarbuiten’ – epaa elijk welb werk de een op van decennia een adequate representatie is r rdoo waa zijn, role’ cont ‘in waarover de wetenschap hun vakgebied, vooral in termen van er een objectieve werkelijkheid bestaat (met ap nsch wete e gisch inolo crim e kan verkrijgen. Echter, Popper de collectieve identiteit van de maar steeds nauwkeuriger informati is), gie inolo crim ies prec wat van eid ondersteunend bewijsmaandere woorden, de definitie onderkende dat geen enkele hoeveelh criminoende chill vers vele de van en titeit these te bevestigen, terwijl het ook de individuele iden teriaal ooit voldoende is om een hypo manier van deze met zijn n onde verb nauw k en één enkel tegenbewijs is. logen onvermijdelij enige wat nodig is om haar te weerlegg ideeën… die dit ken, rzoe onde n, linge iege Besp erk ‘wit’ een voorwaarde is ken. denken en spre Kortom, men kan bepalen dat het kenm ntieel voor nieuwe pote het en hebb , agen uitd zwaan. De dag echter dat en een denk van vastgeroeste opdat men zou kunnen spreken r tezelfdertijd bedreimaa n, mee feno rde erken van een zwaan udee kenm best alle het aan over kennis iemand een vogel ontdekt die re ande Met en. titeit iden ele niet-wit), zijn er twee gen zij ook de collectieve en individu beantwoordt behalve één (bijvoorbeeld ronve n eige bedr en op t angs k delij is zeggen dat het dier dat woorden, ze wekken onvermij mogelijkheden. De eerste mogelijkheid ct van aspe jk ngri bela een die s, latie htsre ussie stopt dan en iedereen mijdelijk de vigerende mac wordt getoond geen zwaan is. Elke disc van de wegie inolo term de In zijn. titeit iden De andere mogelijkheid is om de wetenschappelijke doet verder waarmee hij bezig was. htsrelaties mac e rend vige deze zijn n Kuh as euw te onderzoeken en te tenschapsfilosoof Thom de definitie van wat een zwaan is opni e machtsrelaties aand best de van nen rmij onde elijkheid waarmee volgens Het mog normal science. bediscussiëren. Het is deze tweede e machtsrelaties in rend vige deze die enen ghouden. Misschien is de dieg bezi bij ten uit lokt reacties er wetenschappers zich moe Popp de om en stell werk het in ze door diversiteit de ‘officiële’ stand houden en ze zullen dan ook alles taak van de wetenschappen wel dat en. sluit te af l ntiee htsrelaties voortdurend moeideeën met een kenniscreërend pote opvattingen en dus de vigerende mac nog lang en hard is. ten uitdagen. Het lijkt mij dat die weg ruit waa den beel voor van tal n geve er M.J. Mahoney en Th. Barb nologie aan digma verhindert dat nieuwe Patrick Van Calster is hoogleraar crimi afdoende blijkt dat het vigerende para t Groningen rsitei unive Rijks en de en vind ng ekkingen inga wetenschappelijke inzichten en ontd
leid heeft op de burgerlijke inbreuken die het extreme veiligheidsbe g die focust op wat de rechvrijheden. Anderzijds is er de bewegin en in de samenleving behóren ten en verplichtingen van de individu ving als geheel als belangrijte zijn, dat het welzijn van de samenle dat van individuen. Dit is ker behoort te worden beschouwd dan ctief voorop plaatst. Individuen duidelijk een argument dat het colle gheid tot stand te brengen. zijn ondergeschikt aan het doel om veili
crimelink 13
Tien jaar na het opheffen van het bordeelverbod is de prostitutiebranche haar schimmige karakter nog niet kwijt. Zij is gevoelig voor mensenhandel en witwaspraktijken. Is sluiting van de ramen een oplossing? Bureau Beke bracht de diverse prostitutievormen in kaart. Een actueel en voor het eerst alomvattend beeld. DE AMSTERDAMSE PROSTITUTIEBRANCHE IN BEELD GEBRACHT
Ups & downs van het hoerendom ANTON VAN WIJK en HENK FERWERDA
A
llereerst werden in het onderzoek Kwetsbaar beroep: Een onderzoek naar de prostitutiebranche in Amsterdam1 de verschillen tussen de prostitutiegebieden de Wallen, het Singel en de Ruysdaelkade in beeld gebracht. Daaruit bleek, weinig verrassend, dat de Wallen de meeste raambordelen hebben. Sofia, een Surinaamse prostituee, is in de dertig en heeft op verschillende plekken in Amsterdam in de raamprostitutie gewerkt. Zij vertelt dat de klanten op de Wallen van een ander kaliber zijn dan bijvoorbeeld aan de Ruysdaelkade. Op de Wallen komen vooral de toeristen en dat is in het gebied van de Ruysdaelkade en het Singel minder het geval. De prostituees daar hebben vaak vaste klanten. De verschillen tussen de drie gebieden blijken ook uit de kenmerken en achtergronden van de prostituees. Op de Wallen werken voornamelijk jonge vrouwen uit landen als Bulgarije, Roemenië en Hongarije. Ze zijn gemiddeld 25 jaar en werken vooral ’s avonds en ’s nachts. De prostituees in het Singelgebied zijn Nederlandse en Zuid-Amerikaanse vrouwen, maar er werken ook vrouwen uit OostEuropa. Een groot deel van de prostituees in het Singelgebied is ouder dan dertig jaar. In het gebied van de Ruysdaelkade werken prostituees uit onder meer Bulgarije, Nederland en Zuid-Amerika. Kenmerkend
is het aanbod van bepaalde specialiteiten, zoals SM, en dat de prostituees minder uren maken dan op de Wallen. Aan verschillende prostituees is gevraagd wat hun verdiensten zijn. Vaak volgt een veelzeggende glimlach: daar geven ze geen antwoord op. Maar, zo zeggen ze, het is hard werken en de verdiensten gaan achteruit. Vooral de toestroom van prostituees uit Oost-Europese landen zorgt voor veel concurrentie, want zij werken onder de prijs en/of bieden meer diensten aan. De huur van de ramen is ook omhoog gegaan. Een raam kost per shift, afhankelijk van gebied, dag en tijdstip, tussen de tachtig en 150 euro. Een bezoek van een klant levert tussen de vijftig en zeventig euro op, maar bedragen onder de vijftig euro zijn thans geen uitzondering meer. Sommige oudere prostituees uit met name Nederland en Zuid-Amerika houden het voor gezien. Een exploitant van raambordelen die al jaren ramen verhuurt, ziet de populatie prostituees continu veranderen. De Nederlandse vrouwen zijn vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw opgevolgd door vrouwen uit Zuid-Amerika, Thailand, Nigeria, die de klanten niet uitpeesden, en thans uit OostEuropese landen. De exploitant verwacht voor de komende jaren een nog groter aandeel van Oost-Europese vrouwen in de Amsterdamse prostitutie. schatting aantal prostituees per jaar (min.- max.)
aantal ramen
schatting aantal prostituees per dag
290
410
710 - 3000
Singelgebied
74
100
240 - ?
Ruysdaelkade
43
60
140 - ?
407
570
Wallen
totaal
14 crimelink
1090 - 3380
Raam dicht en dan? De gemeente heeft inmiddels zo’n honderd raambordelen gesloten en wil er op termijn nog meer sluiten. Van de oorspronkelijk ongeveer vijfhonderd raambordelen mogen er 240 overblijven. Een belangrijke vraag is wat de raamprostituees doen in geval hun raam wordt gesloten. Stoppen ze met het werk, gaan ze in andere sectoren van de prostitutie werken of blijven ze werkzaam in de raamprostitutie? Er zijn weinig raamprostituees die het werk leuk vinden. Ze doen het voor de verdiensten, omdat zij geen reëel alternatief hebben, om wat extra’s te verdienen naast hun andere inkomsten of om hun schulden te betalen. Na sluiting van hun ramen blijven ze werkzaam in de prostitutie, en wel in de raamprostitutie. Een enkeling houdt ermee op en begint als ze een vaste klantenkring heeft voor zichzelf. Uiteraard komt het voor dat prostituees tussen de diverse sectoren (raam, club, escort) switchen, maar dat lijkt een beperkt aantal. Elke sector heeft zijn voor- en nadelen en die moeten passen bij de (situatie van de) prostituee. Het voordeel van het werken achter de ramen is de grote toestroom van (potentiële) klanten. Andere steden, zoals Den Haag, hebben ook raambordelen, maar er gaat niets boven Amsterdam, zo zeggen Angela en Wendy. ‘That’s the place to be’, daar is het meest te verdienen met al die toeristen. Zij hebben bij andere raamexploitanten in Amsterdam een raam gehuurd, maar zijn daar niet over te spreken. Ze moeten een hogere huur betalen dan voorheen. Daardoor moeten ze langer werken en soms voor een langere periode een kamer huren, waardoor ze geen vrije dagen kunnen nemen. En ze moeten extra geld betalen om verzekerd te blijven van een werkplek. Die >
1 Het onderzoek Kwetsbaar beroep: Een onderzoek naar de prostitutiebranche in Amsterdam is te bestellen via www.beke.nl. De samenvatting is als PDF te downloaden
BRAM BUDEL
TEKST
Raamprostitutie aan de Amsterdamse Hobbemakade
crimelink 15
Oost-Europese vrouwen stellen minder eisen aan de verhuurder
Gedwongen prostitutie Dat de prostituees na sluiting van hun ramen in de raamprostitutie werkzaam blijven, is niet altijd hun vrije keus. Ze worden daar soms toe gedwongen. De raamprostitutie is voor pooiers erg geschikt om toezicht te houden op het doen en laten van ‘hun’ prostituees. Ze weten wie er naar binnen gaat, hoe lang het duurt en met wie de prostituee praat. Als de pooiers het niet vertrouwen, bellen ze naar hun prostituee en vragen met wie ze staan te praten. Op de Wallen is er vrijwel geen prostituee die zonder pooier werkt, zo zegt een hulpverleenster die al jaren met raamprostituees werkt. De grootste groep die in dit verband naar voren komt, zijn de prostituees uit Hongarije, Roemenië en Bulgarije. Waar voorheen vrouwen onder het mom van werken in de horeca vervolgens in de prostitutie te werk werden gesteld, weten de vrouwen thans dat ze in de prostitutie gaan werken. Ze willen de armoede in het thuisland ontvluchten en verlaten zich op criminele groeperingen die zorgen voor transport, papieren en een woon/werkadres in Amsterdam. Het gedwongen karakter van het werk kan op vele manieren tot uiting komen, variërend van het bedreigen van achtergebleven familieleden, het achterhouden van inkomsten om de (hoge) huur en andere schulden te betalen, het laten maken van lange werkdagen, de verplichting een aantal klanten af te werken, dwingen tot werken in
andere steden, dwingen tot onveilige seks en tot werken onder de prijs. Fysiek geweld komt ook voor, alleen in mindere mate, want de prostituees moeten er aantrekkelijk uit blijven zien voor de klanten. In alle gevallen zijn de prostituees niet vrij om naar eigen inzichten hun werk te verrichten en te beschikken over de inkomsten. Hierbij komt dat zij de taal veelal niet spreken en de weg niet weten in het bureaucratische Nederland. Instanties, met name de politie, worden gewantrouwd. In het thuisland zijn die immers vaak corrupt.
Het aantal seksclubs en privéhuizen is de laatste tien jaar drastisch afgenomen Het is lastig om precies vast te stellen hoeveel prostituees worden gedwongen. Een kleine tien procent van de raamprostituees geeft dat toe, maar dit zal zeker de ondergrens zijn. Politie en hulpverleners komen op basis van een inschatting tot veel hogere percentages. Veel prostituees durven en/of kunnen geen melding maken bij de politie van het feit dat zij worden gedwongen. Ze zijn bang voor de represailles van de pooiers, maar ook om hun enige bron van inkomsten kwijt te raken. Zowel de pooier als de prostituee heeft er alle belang bij om de duistere praktijken verborgen te houden.
Teloorgang van de seksclubs In de seksclub is het schemerig. Er staan een klant en een prostituee bij de bar. De barman heeft weinig te doen en staat
‘In vergelijking tot de escort krijg je in clubs meer fooi, maar je moet maar afwachten of er klanten komen’
16 crimelink
achterover geleund tegen de achterwand. Het witlederen interieur ziet er groezelig uit en heeft zijn beste tijd gehad. In de keuken zitten nog vier prostituees; ze brengen hun wachttijd drinkend door. De eigenaar strijkt lakens. Het aantal seksclubs en privéhuizen (geen alcoholvergunning) is de laatste tien jaar drastisch afgenomen. In 2000 telde Amsterdam nog zo’n veertig clubs en privéhuizen, anno 2010 zijn dat er achttien. Er zijn voor die afname verschillende oorzaken te noemen. Het bezoeken van een
seksclub zou niet meer van deze tijd zijn; alternatieve vormen zoals thuisprostitutie zijn thans meer in trek. Daarnaast zijn de strikte exploitatievoorwaarden en de prijzen gestegen, mede als gevolg van de zogenoemde opting-in-regeling, een oorzaak van de afname. De opting-in-regeling houdt in dat de exploitant de prostituee als zelfstandige beschouwt en zorgdraagt voor de afdracht van belasting. En uiteindelijk betaalt de klant hiervoor. Een bezoek aan een club kost gemiddeld bijna 120 euro, met uitschieters naar onder en boven. De prostituees die in de seksclubs werken zijn gemiddeld dertig jaar en het merendeel heeft een Nederlandse achtergrond. De meeste bezoeken vinden op doordeweekse dagen overdag plaats. Sommige prostituees die in een seksclub werken bieden ook escortservice aan, maar zullen niet snel in een raambordeel gaan werken. In een club kunnen ze anoniem werken en profiteren van een veilige werkomgeving. Sonja, een clubprostituee die ook ervaring heeft in de escort, ziet ook wel nadelen van het clubwerk. ‘Je zit minimaal acht uur lang op een club en je zit dan eigenlijk te wachten op klanten, dat is erg vermoeiend. De meeste clubs zijn ook tot laat in de nacht open en je moet dan wakker
JEROEN OERLEMANS / HH
werkplek moeten zij vaak zelf schoonmaken voordat ze gaan werken, want die zijn nogal eens vies. Angela komt uit de Dominicaanse Republiek en Wendy uit Ghana. Ze vertellen dat de exploitanten liever aan Oost-Europese vrouwen verhuren, want die stellen minder eisen. Beide prostituees voelen zich gediscrimineerd, maar zien geen andere optie om geld te verdienen.
Amsterdam, Red Light District
blijven. In een club drink je veel meer; het is meestal niet verplicht, maar het is wel gezellig om een glaasje met de klant mee te drinken. In sommige clubs gelden duidelijke regels, bij andere niet. In de meeste clubs wordt het drankgebruik wel gestimuleerd, een soort sfeermaker. In een club werken meerdere vrouwen, in de escort werk je alleen. Het is veel persoonlijker en je moet zelf je sfeer maken. In vergelijking tot de escort krijg je in clubs meer fooi, maar je moet maar afwachten of er klanten komen.’
Mobiele prostituees Camiel is chauffeur in dienst van een escortbureau. Hij brengt de prostituees naar de klanten, wacht buiten en brengt ze na het werk weer terug. Zo nodig zorgt hij ook voor de veiligheid van de prostituee. Het bureau waarvoor hij werkt zit in het duurdere segment van de escortmarkt, daarvan zijn er maar een paar in Amsterdam. Er werken voornamelijk Nederlandse vrouwen in dit segment. In het goedkopere segment zijn het vooral Oost-Europese vrouwen in de leeftijd van achttien tot 25 jaar. Waar sommige raamprostituees niet kunnen stoppen met het werk omdat ze worden gedwongen, geldt voor sommige escorts
dat ze niet ‘kunnen’ stoppen vanwege de inkomsten. Safiella, een Roemeense escort, vertelt dat zij moeite heeft om te sparen voor later; ze woont vlakbij een aantal luxe winkels. Ze verdient al gauw vijftienhonderd euro netto per week en besteedt een aanzienlijk gedeelte daarvan aan exclusieve kleding, dure parfum en andere (mode-) accessoires. Ze moet eigenlijk wel blijven
rendabel te kunnen zijn (tussen 125 en 140 euro voor het eerste uur). Vermoedelijk spelen zich hier ook misstanden af in termen van gedwongen prostitutie en belastingontduiking. Bij escortservice gaat het overigens niet alleen om vrouwelijke prostituees. In de escort zijn veel mannelijke prostitués actief. Het merendeel biedt zich aan op zogenoemde profielensites en werkt zelfstandig (geldt
In de escort zijn veel mannelijke prostituees actief werken als escort want in een reguliere baan verdient ze nooit zoveel. In Amsterdam geldt sinds 2008 een vergunningsverplichting voor escortbedrijven en gelden de belastingregels van de opting-inregeling. Inmiddels zijn veel bureaus, ook dat van Camiel, vergund; men wil de zaakjes goed op orde hebben. Maar een aantal bureaus ontloopt die verplichting door zich bijvoorbeeld in andere steden te vestigen of illegaal op het internet te adverteren. Ze bieden hun diensten aan ver onder de prijs die een doorsnee bureau moet rekenen om
overigens ook voor sommige vrouwelijke escorts), maar is niet geregistreerd c.q. vergund. De mannen zijn tussen de achttien en 35 jaar oud. Contacten worden gelegd via chatboxen en profielsites voor homo’s, die niet specifiek voor het koppelen van escort en de mogelijke klant bedoeld zijn. Gebruikers geven op chatboxen in hun gebruikersnaam aan dat zij escortdiensten aanbieden; op profielsites verwerken zij dit vaak in hun gebruikersnaam en profieltekst. In dergelijke gevallen is in de naam vaak > een $ of € verwerkt.
crimelink 17
Ook parkeerplaatsen, massagesalons, bossen, vakantiehuisjes, belwinkels, pizzeria’s en kapsalons zijn genoemd als plaatsen waar prostitutie plaatsvindt Eind 2003 is de tippelzone op de Theemsweg gesloten. Oorspronkelijk was deze locatie bedoeld om zorg te bieden aan de veelal verslaafde prostituees, maar al snel werd de situatie onhoudbaar door de komst van verslaafde prostituees van elders. Diverse evaluatieonderzoeken laten zien dat de niet-verslaafde prostituees in andere prostitutiesectoren zijn gaan werken of naar het land van herkomst zijn teruggegaan. De verslaafde prostituees zijn verspreid over de stad gaan werken; sommigen in het centrum, dichtbij de dealers, anderen in Zuidoost. Thans zijn er nog zo’n veertig verslaafde straatprostituees in Amsterdam. Ze zijn onder andere afkomstig uit Nederland, Suriname en de Antillen. Naast hun verslaving kampen deze prostituees met problemen op tal van gebieden: huisvesting, financiën, soa’s en andere gezondheidsproblemen. Ook dwang is een onderwerp, zoals blijkt uit de dagrapporten van de politie. Zij krijgt een melding van een ruzie tussen een man en een vrouw (prostituee) die elkaar tot bloedens toe hebben geslagen. De vrouw kijkt verwilderd uit haar ogen en blijft schelden en trappen naar de man. Als ze tot bedaren gekomen is, vertelt ze dat ze erg boos is op de man omdat ze van hem nog een klant moest ‘doen’ alvorens ze drugs van hem zou krijgen. Vanuit diverse instanties, zoals de GGD, wordt geprobeerd om de prostituees zoveel mogelijk te ondersteunen. Of ze ook van hun verslaving en dus hun noodzaak om te tippelen afkomen, is de vraag.
Thuiswerkers De buurtregisseur van de Amsterdamse politie weet twee thuisprostituees in haar werkgebied te noemen. Ze heeft geen last van de vrouwen, die wel eens klanten ontvangen maar geen overlast voor de buurt veroorzaken. De vrouwen, beide
Nederlands en rond de dertig en vijftig jaar, verdienen er op deze manier wat bij. Wat de buurtregisseur betreft is dat prima. De vrouwen doen het vrijwillig en willen geen hulpverlening. En de buurt heeft er geen last van. Zodra de buurt begint te klagen over overlast, moet de buurtregisseur ingrijpen. Door de komst van het internet is het voor iedere prostituee die daartoe in staat is een peulenschil om haar diensten tegen betaling aan te bieden via advertenties, eigen websites en profielen. Afgaande op de advertenties op Google en Marktgigant Amsterdam zijn er veel mensen,
Pizzeria’s, salons en ‘happy endings’ Met enige regelmatig verschijnen er berichten dat prostitutie zich ook op minder voor de hand liggende locaties voordoet. Zo heeft de gemeente Amsterdam een
Omgerekend per uur is het huren van een hotelkamer goedkoper dan een raambordeel voornamelijk vrouwen, die seksuele diensten tegen betaling aanbieden. Soms staat de aard van de dienstverlening erbij vermeld, soms alleen de prijs en een wervende advertentietekst die potentiële klanten moeten verleiden tot het maken van een afspraak. Het merendeel van de thuisprostituees is vrouw en van Nederlandse afkomst. Ze zijn rond de dertig jaar. De klant betaalt gemiddeld 130 euro per uur. De prostituees ontvangen thuis, maar er blijkt ook een deel naar de klant toe te gaan. In feite doen ze dan escortwerk. Ze ontvangen de klanten meestal overdag op doordeweekse dagen, net als de seksclubs. Als de thuisprostitutie een bedrijfsmatig karkater heeft, moeten de prostituees zich inschrijven en belasting betalen. Er zijn er
Advertentie voor thuisprostitutie
Hallo, Mijn naam is W..., een aantrekkelijke vrouw met halflang donkerbruin haar uit Amsterdam… Daar ik van mijn hobby mijn beroep heb gemaakt, ontvang ik heren uitsluitend op afspraak van maandag t/m donderdag van 10.00 uur tot ca. 16.00 uur in een gezellige privésfeer tegen een redelijke vergoeding. Bel me eens op bovenstaande tijden voor ’n afspraak. Je zult er beslist geen spijt van krijgen want: “Wie W. niet kent, is nog nooit goed verwend” Tel. 06… e-mail... w@...
18 crimelink
nog maar weinig die dat hebben gedaan. In de praktijk blijkt het erg lastig om het bedrijfsmatige karakter aan te tonen. Sommige thuisprostituees stoppen tijdelijk met het sekswerk. Het is onduidelijk waarom, maar een reden zou kunnen zijn dat zij alleen bij geldtekort dergelijk werk doen.
café gesloten waar Bulgaarse prostituees kwamen. Deze dienstverlening bij het café veroorzaakte veel overlast voor de buurt, die vervolgens ging klagen. Er zou ook sprake zijn van gedwongen prostitutie. Naast de cafés zijn ook parenclubs genoemd door politie, hulpverleners en andere deskundigen. Ook parkeerplaatsen, massagesalons, bossen, vakantiehuisjes, belwinkels, pizzeria’s en kapsalons zijn genoemd als plaatsen waar prostitutie plaatsvindt. Het onderzoek Kwetsbaar beroep maakt duidelijk dat dergelijke prostitutievormen weliswaar voorkomen, maar dat het niet die omvang heeft zoals soms wordt gesuggereerd. Om hoeveel prostituees het precies gaat, is erg lastig vast te stellen, juist omdat het zich in het verborgene afspeelt. Een hulpverleenster zegt dat betaalde seks overal en altijd kan plaatsvinden. ‘Wat je kunt bedenken, dat gebeurt’, maar er moet wel een contactmogelijkheid bestaan voor de prostituee en de klant. Prostituees moeten vindbaar zijn, bijvoorbeeld via advertenties op het internet; onvindbare prostituees krijgen immers geen klanten. In bepaalde gevallen zijn de prostituees voor degene die de weg weet wel te
JOOST VAN DEN BROEK / HH
Van de straat
Amsterdam, 31-03-2007. Bezoeker kijkt naar vrouwen in sexclub de Bananenbar tijdens de tweede open dag op de Wallen
vinden, bijvoorbeeld in massagesalons die ook body-to-body-massage aanbieden (en soms een ‘happy ending’). Er zijn sites waarop vrouwen hun diensten in een hotel aanbieden. Zij huren een kamer in een hotel en geven op de website aan wanneer en waar zij beschikbaar zijn. Omgerekend per uur is het huren van een kamer goedkoper dan een raambordeel. Een vertegenwoordiger van de seksbedrijven stelt dat deze vorm van prostitutie door de toegenomen controle door onder andere hotelpersoneel nauwelijks meer voorkomt in Amsterdam. Het is onbekend waar deze prostituees naartoe zijn gegaan.
Schimmig karakter De prostitutie is van oudsher aan verandering onderhevig. Trends komen en gaan. De huidige stand van zaken in de Amsterdamse prostitutiebranche laat zien dat de traditionele vormen van prostitutie (raam, seksclubs) minder in trek raken en plaats moeten maken voor vormen van prostitutie waarbij het internet (als middel om in contact te komen met klanten) een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Dit vergt ook een andere manier van regulering, toezicht houden en handhaven. Ook hierin zal het internet – zeker bij gemeenteoverstijgende problematiek – een
Aantal prostituees in Amsterdam op jaarbasis Minimum per jaar
Maximum per jaar
1090
3380
Seksclubs
820
820
Escort (vergund)
600
660
Raamprostitutie
Escort (onvergund) Thuisprostitutie
600
750
2000
2000
Straatprostitutie
40
45
Overige vormen
?
?
5150
7655
Totaal
grotere rol moeten gaan spelen. De verschijningsvormen van de prostitutie veranderen in de loop van de tijd, alsook de groepen prostituees. Waar in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw voornamelijk Nederlandse vrouwen in de prostitutie werkten, zijn het nu veel buitenlandse vrouwen. Er heeft vanaf begin 2000 een grote toestroom van OostEuropese vrouwen plaatsgevonden. Deze ontwikkeling lijkt nog niet ten einde. Ze ontvluchten hun soms erbarmelijke leefomstandigheden en zoeken hun heil in het rijke Nederland. Zorgelijk is dat een deel van deze vrouwen niet in alle vrijheid zelf hun werk kan bepalen en inrichten. Pooiers maken op verschillende manieren misbruik van de afhankelijke positie waarin deze vrouwen verkeren. Zorgelijk is ook dat deze misstanden vooral in het vergunde deel van de prostitutiebranche voorkomen. Weliswaar is prostituee een legaal beroep, ingebed in allerlei bureaucratische kaders, maar zo’n tien jaar na opheffing van het bordeelverbod is een deel van de prostitutiebranche nog steeds zijn schimmige karakter niet kwijt. n Anton van Wijk en Henk Ferwerda zijn criminoloog en directeur van Bureau Beke
crimelink 19
INTERVIEW JOB KNAP GOLFBEWEGINGEN IN HET DENKEN OVER PEDOFILIE
Bron van alle kwaad
‘Alles moest kunnen, met kinderen, met dieren, waarom ook niet?’
De Amsterdamse advocaat Job Knap verdedigt al zijn hele loopbaan pedofielen die in de fout zijn gegaan. Als geen ander kan hij dit thans zo beladen onderwerp in zijn historische context plaatsen. Nu nog een moral hype; voor enige nuancering zou het wel eens tijd worden. TEKST FOTOGRAFIE
ARCHIE BARNEVELD en WESLEY MEIJER JAAP BARNEVELD
J
e verdedigt al langer pedo’s. ‘Ik ben in 1976 begonnen met mijn praktijk, in februari 1977 werd ik beëdigd door mijn vader die rechter was. Ik werd lid van de Coornhert Liga, een nogal kritische vereniging voor strafrechthervorming, en zat al vrij snel in het bestuur. In 1985 of 1986 werd ik voorzitter. In die tijd was er de zoveelste langdurige herziening van de zedelijkheidsparagraaf. Die stond in het teken van de liberalisering van de seksualiteit. De discussie over leeftijdsgrenzen in het strafrecht liet de Coornhert Liga niet onberoerd, wij werden altijd benaderd door de media en gouvernementele organisaties. De Coornhert Liga had toen een vrij radicaal standpunt: die grenzen hoefden we niet alleen te verlagen maar we konden ze zelfs afschaffen. Want, behalve dat we het strafrecht integraal wilden afschaffen – maar dat was voorlopig een stap te ver –, we kunnen heel goed de strafbaarheid, de vervolgbaarheid en het ter verantwoording roepen veiligstellen door te spreken van een gekwalificeerde vorm van mishandeling, of het misbruik maken van uit omstandigheden of uit leeftijdsverhoudingen voortvloeiend overwicht.’ Hoe dan? ‘Je kunt heel goed de beladen terminologie van de seksuele gedraging of de ontuchtelijke of onzedelijke handeling vermijden door wat hardere criteria in de strafbepalingen op te nemen. Door bijvoorbeeld te zeggen: het is strafbaar om iemand te dwingen dingen te doen of te dulden die hij niet wenst, of onder invloed van geweld of misbruik van gezag.
20 crimelink
De Coornhert Liga mengde zich vrij fel in die discussie en dat ging via mij. Ik had de contacten met de pers en belangenbehartigers als COC en NVSH. Het COC had een belangrijke werkgroep pedofilie. Pedofilie was eigenlijk het jongere broertje van homoseksualiteit. Het afschaffen van de leeftijdsgrens vonden ze prachtig. In bijvoorbeeld Scandinavië waren ze daar al veel verder mee. Daar mocht je op je veertiende of twaalfde al doen wat je wou. Vanuit de gedachte dat je dan al een vrije wil hebt wat seksuele contacten betreft. Tegenwoordig denken we dat je ten minste achttien moet zijn voordat je beschikt over een vrije wil. Ik was een belangrijke referent in die hele lobby. Met Brongersma, de pedofiele PvdA-senator, en met het Instituut voor Ambulante Therapie, het zogenaamde Ambulatorium van Lex van Naersen in Utrecht. De pedovereniging Martijn, die toen net was opgericht, kwam bij mij om te vragen of de artikelen en plaatjes in hun blad nét binnen de marges van het strafrecht bleven. Ik kreeg ook hun tijdschrift OK opgestuurd, ik stond op de verzendlijst. En ik kreeg toen mensen doorverwezen die op dit gebied in de problemen waren gekomen. En zo groeide mijn ontuchtpraktijk, ik werd er soms gek van. Zelfs dachten mensen, zoals van de reclassering, dat ik een “gevoelsgenoot” was. Ik heb er verder geen schade door ondervonden, maar dat vond ik heel erg vervelend. Je kunt iemand momenteel niet ernstiger beschadigen dan de suggestie op te werpen dat hij het met jonge kinderen doet, dat is volstrekt dodelijk. Daar kun je > je nauwelijks tegen verweren.’
crimelink 21
‘Er is een volksangst ingeslopen dat pedofilie de bron van alle kwaad is’ Heeft die lobby qua zedelijkheidswetgeving nog wat opgeleverd? ‘Wij waren eigenlijk abolitionisten, wég met het strafrecht. Maar uit opportunisme zijn wij toen reductionisten geworden. Wij vonden het al mooi om de Opiumwet en de zedelijkheidsparagraaf af te schaffen. Drugs en seks uit het strafrecht, dat was al een hele stap. Laat het strafrecht zich terugtrekken op de core business, zoals op moord en doodslag, diefstal, fraude en dergelijke. Maar zo ver is het niet gekomen, dus.’ De publieke opinie is later geheel gekanteld, alles over seks met kinderen werd een taboe. Wat zijn de krachten hierachter geweest? ‘We zagen een kentering, een dramatische omslag die heel snel vorm heeft gekregen in de publieke en strafrechtelijke aandacht voor ontucht. Ontucht was eigenlijk een chapiter dat bijna uit de boot was gevallen. Er werd weinig aan gedaan. Zowel aan de homo-pedo- als de hetero-pedokant, de mannen die het met jonge meisjes doen – ontucht plegende vrouwen zijn een curiositeit. Er moet oneindig meer heteropedoseksualiteit worden gepraktiseerd dan
homo-pedoseksualiteit. Maar vooral het laatste wordt nu strafrechtelijk enorm fel vervolgd. Dat is in zekere zin geworden tot de bron van alle kwaad.’ Die opvattingen lagen toen wel anders? ‘Ja, justitie seponeerde het merendeel van die ontuchtzaken van pedo’s. Wat met jongetjes gebeurde vond men sowieso niet interessant, dat lag anders als er iets met meisjes gebeurde, als er sprake was van penetratie. Maar de homo-pedo-wereld, daar bleef men gewoon áf.’ Waren er toen helemaal geen tegenkrachten tegen die opvattingen over liberalisering van seks? Zo gek is de gedachte toch niet dat jonge kinderen daarvan verschoond moeten blijven? Zoals nu de gangbare opvatting is. ‘Nee, op de golven van de flower power-beweging gingen mensen bloot lopen, gingen naar naaktcampings, kinderen moesten naakt et cetera. En het seksuele taboe werd toen met kracht radicaal bestreden. Iedereen moest alles kunnen met iedereen. Het enige criterium was: is het gewild of niet gewild? Alles moest kunnen, met kinderen, met
dieren, waarom ook niet? Kinderporno was ook een dode letter toen. De criteria zijn toen wat aangescherpt, zo van: wat moeten wij verstaan onder kinderporno? Dat werd toen bedreigd met een paar maanden straf, dat werd nooit opgelegd. Kinderporno vond men gewoon onschadelijk. En dat is toen in één klap op het niveau van ontucht gekomen, vier en zes jaargevangenisstraf. En nu hoor je de officier op zitting zeggen: bijdragen aan de vervaardiging, verspreiding van kinderporno is de allerergste vorm van ontucht. En dat is gegaan in een tijdsbestek van tien, vijftien jaar. En nu is kinderporno het ergste wat er is. Omdat het ook op grote schaal ontucht bevordert; omdat er vraag naar is, moet het ook gemaakt worden en daar komt onvermijdelijk ontucht aan te pas.’ Enerzijds is onze maatschappij meer en meer doordrenkt van seksualiteit, anderzijds zijn we steeds preutser geworden. ‘Zo gaat het kennelijk, het is onvoorstelbaar. De geest des tijd is toen omgeslagen in het kielzog van de bevolkingsonderzoeken van psycholoog Nel Draijer eind jaren
‘Veel mensen vinden homoseksualiteit stilletjes helemaal niet normaal, men vindt het bezopen en walgelijk’ tachtig. Die heeft gevonden dat een héél groot percentage van de vrouwen op een onaangename manier seksueel is ingewijd. De emancipatie moest ook het onderscheid tussen jongens en meisjes verkleinen, dus ongewenste seks, of seks met jongeren die nauwelijks weten wat het betekent, is altijd rampzalig. Wanneer er nu een gerucht gaat op een school, crèche of zwembad dat er pedoseksuele contacten zijn geweest, breekt de pleuris uit. Dan ontstaat er moral panic en moeten er meteen psychologen en traumatologen op af om te dempen. We hebben op dat punt toch heel rare dingen meegemaakt, denk aan de Bolderkar-affaire of die kwestie in Oude-Pekela. Die dingen zijn zo eng omdat mensen denken dat, als men op jeugdige leeftijd bijvoorbeeld betast is aan de geslachtsdelen, of gepenetreerd is, dat diegene zijn leven lang getraumatiseerd is; óf het zelf ook gaat doen, óf een heel agressieve, moeilijke persoon zal worden. Er is een volksangst ingeslopen dat dit de bron van alle kwaad is. Het gerucht zelf is al vreselijk schadelijk voor iemand. Ik heb een spastische cliënt die bijna niets kan en zelf ook misbruikt is. Deze jongen
had een vrijwilligersbaantje als kinderoppasser. Brengt een jongetje van zes jaar naar bed en zegt: “Nu lekker slapen en pielemoosje gaat ook slapen.” En hij geeft een kus op pielemoosje en schrikt meteen van zich zelf: “Oei, wat heb ik gedaan?” Het verhaal gaat rollen, moeder in paniek naar de politie. Hij geeft meteen toe, maar het was helemaal niet seksueel bedoeld. Maar hij werd toch vervolgd, waarna de zaak met kunst- en vliegwerk uiteindelijk toch niet op de zitting behandeld hoefde te worden: voorwaardelijk sepot met reclasseringstoezicht. Met vervolgens toch onvermijdelijk als gevolg dat die jongen voorlopig niet meer zo’n baantje kan doen. Volgens de richtlijn zelfs in geen twintig jaar, want met zo’n aantekening in je dossier krijg je geen verklaring omtrent gedrag meer, als een werkgever die verklaring tenminste verlangt. We hebben tot aan de Raad van State doorgeprocedeerd, maar hij komt er niet doorheen. Hij wordt dus nu maatschappelijk écht uitgesloten; het enige wat hij goed kan, mag hij niet meer doen. Dat vind ik echt verschrikkelijk. Dat is een uitwas van die tegenwoordige miserabele media-aandacht.’
Heb je de indruk dat vanwege die moral panic pedo’s langer in de TBS-kliniek worden gehouden? ‘Ja, dat is zeker zo. De gemiddelde duur van de TBS was altijd zes, zeven jaar. Dat is ook terecht, want iemand die na twee, drie jaar niet geresocialiseerd kan worden, daar slaat de behandeling niet aan. Daar keert de wal het schip. Dan is een TBSbehandeling niet meer vruchtbaar. Vorig jaar bleek dat de gemiddelde TBS-duur elf jaar was! Gemiddeld dus, dat betekent dat een enkeling er na vijf, zes jaar uitkomt maar dat een ander er twintig, 25 jaar in zit. En waarom? Omdat die longstayafdelingen erbij kwamen en druk bevolkt werden. Daar verdwenen de onbehandelbare mensen in. Welke stoornissen zijn onbehandelbaar? Goeie vraag. Voorop staat in elk geval de pedoseksuele oriëntatie. Daarbij is er wel een scholenstrijd. De behandelbaarheid zal zeer moeilijk zijn, want er komen vaak ook andere stoornissen bij. Maar pas op: het ligt ook dicht tegen de homoseksualiteit aan, er zijn veel homo’s die best wel eens een jongetje van > vijftien willen.’
S L AC H TO F F E R S VA N P E D O S E K S UA L I T E I T
‘Hoe jonger, hoe schadelijker’
M
ontucht zijn gedragsveranderingen, terugval in zindelijkheid of spraak, snel schrikken en gespannen zijn, slaap- en eetproblemen en concentratieproblemen.
Ontucht met kinderen van nul tot en met vier jaar kan toch niet zo schadelijk zijn? Ze herinneren zich er later toch niets meer van? Die vragen werden aan Margreet Visser, coördinator en klinisch psycholoog bij het Kinder- en Jeugd Traumacentrum in Haarlem, tot haar verbazing vaak gesteld na de ontvouwing van de recente Amsterdamse zedenzaak rond Robert M.. Juist op die leeftijd kunnen ontuchtige handelingen blijvende schade aanrichten, zegt Visser. ‘De eerste drie jaar gebeurt in de hersenen zó veel. Ze leren lopen, spraak en taal ontwikkelt zich. Juist dan kan door traumatische ervaringen blijvende schade worden aangericht.’ Signalen dat zulke jonge kinderen mogelijk slachtoffer zijn van
Seksueel misbruik behoort tot het soort ‘rampen’ dat de grootste trauma’s kan veroorzaken. Socioloog dr. Frank Hermans promoveerde eind 2010 aan de Universiteit van Amsterdam op rampen en trauma’s. Volgens hem is het trauma na aanhoudend onheil als seksueel misbruik of martelingen over het algemeen langduriger dan na eenmalige rampen als vliegtuigrampen of branden. Was er aanvankelijk voornamelijk aandacht voor de dader, in de jaren zestig en zeventig verschoof de aandacht meer naar de slachtoffers. Hermans: ‘Van oudsher biedt de juridische wereld de daders rechtsbescherming tegen de overheid. Door de veteranenbeweging in de Verenigde Staten en de wereldwijde vrouwenbeweging, die aandacht vroegen voor psychische hulp na oorlogstrauma’s en huiselijk geweld, kwam er meer aandacht voor de slachtoffers.’
et name in de media is er altijd veel aandacht voor de daders van pedoseksuele gedragingen, en minder voor de slachtoffers. Veel aandacht gaat uit naar het ontuchtverleden van pedo’s of over de jacht op hen, maar hoe zit het met de slachtoffertjes? Welke schade lopen zij op?
22 crimelink
Een probleem bij verhalen over misbruik was de geloofwaardigheid. Men geloofde die verhalen vaak niet, omdat er geen getuigen waren. Een dergelijke reactie is catastrofaal voor de verwerking door het slachtoffer. Dat is vooral gebaat bij opvang in een veilige omgeving. Om die reden is ontucht door eigen ouders vaak schadelijker dan wanneer zoiets eenmalig buitenshuis gebeurt. Ook geldt dus dat hoe jonger, hoe groter de schade is en dat het ene kind er makkelijker mee kan omgaan dan de ander. Maar naast deze factoren - de mate van intimiteit, de leeftijd en het karakter van het slachtoffer - is de opvang direct nadat de ontucht bekend wordt, het meest cruciaal. Volgens Visser is de eerste reactie van de ouders de belangrijkste en de juiste deskundige hulp - ook voor de ouders - daarna is even fundamenteel. Ouders dienen hun emoties in bedwang te houden waar het kind bij is. Het kind eindeloos onderwerpen aan (suggestieve) vragen werkt niet. Kinderen moeten hun eigen reactie kunnen geven, positief en/of negatief over het seksueel misbruik. En ouders moeten duidelijk maken dat volwassenen niet op een seksuele manier aan kinderen mogen zitten. Het ergste voorbeeld is volgens Hermans het kind dat de schuld krijgt van de gebeurtenissen. ‘Als je geen veiligheid krijgt van je
eigen omgeving sta je alleen. Zo’n kind voelt zich dan nergens veilig en zo ontstaat een van de meest complexe trauma’s.’ Dergelijke slachtoffers gaan met ernstige stoornissen door het leven: schaamte, relatieproblemen, psychiatrische stoornissen, concentratieproblemen en/of lichamelijke klachten. Hermans: ‘Het kan enorme gevolgen hebben en dat komt soms niet alleen door het misbruik zelf. Vaak is het de emotionele verwaarlozing daarna.’ Slachtoffers van seksueel misbruik hebben op latere leeftijd dikwijls moeite met intimiteit en vertrouwen en bekend is ook dat een aantal heel veel of juist heel weinig seksuele contacten aangaat. Door de aandacht voor de (psychische pijn van) slachtoffers, is de dader meer en meer in het verdomhoekje terecht gekomen. Hermans: ‘Men wil strengere straffen, vooral ter genoegdoening van de slachtoffers. Ik denk niet dat dát de oplossing is. Een aantal daders heeft zelf een verschrikkelijk verleden, is vroeger zelf slachtoffer geweest. Daarmee wil ik het niet goedpraten, maar je hebt er wel mee te maken.’ Hermans ziet de volkswoede, waarbij men de dader soms het liefst gelyncht ziet worden, doorslaan. Hij vindt dat een gevaarlijke ontwikkeling. Visser: ‘Ik ben ook geen voorstander van zo’n jacht op daders, maar het is wel een maatschappelijk signaal. Het is schandalig dat zo’n zedenzaak in Amsterdam kan. Dat roept angst en woede op.’ WM
crimelink 23
‘De financiële overweging speelt wel degelijk een rol bij het verlengingsadvies’
Scholenstrijd? ‘Zoals de homo’s voortdurend hopen op een “homo-gen” (“ik kan er niks aan doen, ik was al zo”), zo hopen de pedo’s op een “pedo-gen”. Natuurlijk zijn ze er beide niet, wat voor constructies je ook verzint. Lex van Naersen met dat Ambulatorium in Utrecht was een psycholoog/therapeut die de pedoseksuele oriëntatie weet aan een gestagneerde eigen seksuele ontwikkeling. Die laatste gaat in fasen en wat is nu het geval? De mensen die achteraf pedo blijken te zijn, zijn blijven steken in hun seksuele ontwikkeling op acht-, tien-, twaalfjarige leeftijd. En die seksuele ontwikkeling kun je onder omstandigheden weer op gang brengen. Daar kun je weer een motortje in monteren door voldoende zelfkennis en therapeutische gesprekken. Die ontwikkeling kan weer op gang komen, dus homo-pedo’s kunnen homo’s worden. Bij hetero-pedo’s ligt dat
24 crimelink
anders, want dat zijn van origine gewone hetero’s die vanuit welke frustratie dan ook wel eens iets met een jong meisje willen doen. Dus het is geen absolute werkelijkheid dat pedofilie onbehandelbaar is, althans er wordt verschillend over gedacht. Je kunt de seksuele oriëntatie misschien veranderen, zoals je ook een ernstige verslaving kunt verschuiven naar andere, onschuldiger middelen.’ Hoe denkt men in de TBS-klinieken hierover? ‘Men denkt in het algemeen dat de pedoseksuele oriëntatie onbehandelbaar is. Het hoogst haalbare is het beheersbaar maken. Het zo bewust maken van triggers die de verlangens en lust kunnen opwekken, dat je daar dan tijdig bij bent en kunt bijsturen. Dat je zelf een mechanisme ontwikkelt dat je behoedt voor het afglijden naar daadwerkelijk ontuchtig contact.’
Waarom nu die volkswoede op de pedo’s? ‘Door een combinatie van factoren, bijvoorbeeld klein van stuk, verlegen, vrouwen niet durven aan te spreken, beetje contactgestoord, liefst kind willen blijven, niet goed kunnen meedoen in de grote-mannenwereld, kom je snel in een dergelijke gesloten subcultuur van pedo’s terecht. De homosubcultuur echter is een heel sterke lobby die inmiddels volledig is geaccepteerd. Tenminste, het is politiek correct om het te accepteren, maar een heleboel mensen denken er in hun hart heel anders over, accepteren het niet. Veel mensen vinden homoseksualiteit stilletjes helemaal niet normaal, men vindt het bezopen en walgelijk. Die ideeën leven óók, maar die mag je niet hardop uiten. Ik denk nu dat al die rancune omdat je die homo’s nu wel moet accepteren, zich richt op de homo-pedo, die al het kwaad van de wereld op zijn geweten heeft, als je de moral panic moet geloven. En de homobeweging zelf doet daaraan mee, want die distantieert zich met kracht en publiekelijk van die walgelijke pedo’s. Homoseksualiteit, dat is hiep hoi, hup en we rossen door de stad heen. Maar als er een jongetje van onder de zestien bij is, dan ís me dat toch verschrikkelijk. Daar zit een geweldige hypocrisie in! Ik denk dus dat de pedo’s in het afvalputje terecht zijn gekomen door twee grote krachten. Eén: homoseksualiteit is eigenlijk veel minder geaccepteerd dan bon ton en politiek correct is. Twee: de pedo’s zijn vaarwel gezegd door de inmiddels geëmancipeerde homobeweging die zich daar nadrukkelijk van heeft gedistantieerd. Terwijl die pedo’s vroeger gewoon de jongerenafdeling van het COC waren. Vandaar dus die extreme zondebokfunctie van de pedo’s die we vandaag de dag zien.’ Terug naar de pedo’s in de longstay-afdelingen van de TBS. ‘Onevenredig veel pedo’s kwamen als onhandelbaar in de longstay. En de rechterlijke macht zegt nu: ja maar, dat is de bedoeling niet, de bedoeling is dat je behandeld wordt en terugkeert in de maatschappij, en als dat te lang gaat duren, dan maken wij er een eind aan. Daarom zie je nu van die contraire beëindigingen door de rechter tegen het advies van de deskundigen in. Dan vindt men dat de maatschappij dit risico maar moet nemen. Je gaat niet iemand in de longstay
nog tig jaar vasthouden, tenzij je redelijk zeker bent dat die persoon bij terugkeer nog steeds bloedlink is. Niet iemand van wie je niet weet hoe groot het recidiverisico is. Die lange duur van de TBS is de rechtbank gaan verontrusten en het is de Raad van de Strafrechtstoepassing en de Jeugdbescherming geweest die een aantal malen behandelaars heeft verplicht om een andere behandelbestemming te zoeken, om mensen uit te ruilen, in het kader van een tweede behandelpoging.’ De TBS-klinieken hebben sinds kort met leegloop te maken. Kan het zijn dat hun advisering inzake verlengingen en dergelijke nu wordt beïnvloed door financiële respectievelijk continuïteitsoverwegingen? ‘Op een goed moment zijn die walgelijke achterstanden tot wel tweeënhalf jaar aan toe ingelopen. Want de TBS werd minder vaak opgelegd en minder vaak verlengd. Toen waren er onvoldoende TBS’ers voor de openstaande plaatsen en ontstond een financieel probleem voor de particuliere inrichtingen. Die hadden gebrek aan patiënten die vorstelijk betaald worden door justitie. Het scheelt een paar honderd euro per dag of een plaats door justitie of door de GGZ wordt ingehuurd. Een aantal klinieken is door de afname van TBS’en in de financiële problemen terecht gekomen. Dat mag best wel eens hardop gezegd worden. Terug naar je vraag: daar hoor je natuurlijk niets over op de zitting. Maar ik weet van een behandelaar dat die financiële overweging wel degelijk een rol speelt bij het verlengingsadvies. Ook bij de keuze van een mogelijke overgang naar de GGZ in relatie tot het verlengen van het TBSkader. Je kunt zo’n verhaal toch alle kanten uit praten? Het geeft misschien niet de doorslag, maar het speelt wel degelijk mee. Een paar honderd euro per dag, dat is een formatieplaats. Weet wel dat het verloop van personeel in die klinieken verschrikkelijk is. Zeer zelden ziet men een echte psychiater of psycholoog. Voor de rest zijn het assistenten in opleiding, studenten die bezig zijn aan hun co-schappen psychiatrie. Aan individuele of gesprekstherapie wordt niet gedaan. Het bieden van structuur, dagritme en toezicht daarop is de belangrijkste vorm van behandeling.’
Is dat meenemen van het financiële motief in het TBS-adviestraject niet al publiekelijk bekritiseerd? ‘Nee. Ik zeg het nu hardop en ik zeg het bij gelegenheid hardop. En als de minister van Justitie niet razendsnel tot de orde wordt geroepen, dan haal ik de krant erbij. Strafrecht is al het uiterste middel, en TBS is een justitieel dwangmiddel, een maatregel van de allerbovenste plank. Er mag heel veel bij de TBS. Men wordt er geleefd, en je moet nog enthousiast meedoen ook, anders vertoon je schijnaanpassing! Neem die libido-remmende middelen bij de seksuele delinquenten. Die hebben heel ernstige medische bijwerkingen, met name botontkalking, waar niks aan te doen is. Het departement had bij de pedo’s het idee: we geven ze pas proefverlof als ze instemmen met en ingesteld zijn op een langdurige inname van die middelen. Vandaar dat de Raad van de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming zich afvroeg of dit geen ongeoorloofde medische ingreep is, of je dit wel mag doen. Maar tja, als je anders als geile bok nooit de kliniek uit kan…’ Een tijdje geleden kwamen de directeuren van TBS-klinieken met het idee om al na anderhalf jaar met proefverlof te beginnen. Is dat een noodsprong? ‘Dat is typisch het antwoord op de leegloop. De TBS heeft door de gemiddelde lange verblijfsduur een zeer slechte reputatie gekregen. Het is typisch een propagandastunt van die club. Maar het is natuurlijk wel zo dat nu de wachttijden voor plaatsing zijn verdwenen. Dat is anders dan vroeger. Het is een tegengeluid tegen de verschrikkelijk lange gemiddelde verblijfsduur van elf jaar die weer geleid heeft tot die leegloop. Die anderhalf jaar vind ik erg kort. Maar anderzijds: als er na twee,
tweeënhalf jaar helemaal geen lucht komt in de detentie, in de vorm van enige “vrije” beweging buiten de kliniek, dan verzuurt het. De patiënt hospitaliseert waar je bijstaat, en niemand kan meer een zinnig woord over het herhalingsgevaar zeggen.’ Zal er weer een kentering optreden in de publieke opinie ten aanzien van pedo’s? ‘Geen kentering, het is meer een golfbeweging. Uit het beleid van de rechtbanken om minder TBS op te leggen en om wat kritischer naar de verlengingen te kijken, kun je opmaken dat het met die scapegoating van die pedo’s wel weer de goede kant op zal gaan. Andere signalen heb ik niet. Pieter van der Kruijs bijvoorbeeld, de advocaat van Benno L., die zwemleraar uit Den Bosch, heeft het goed gedaan. Die zaak is natuurlijk weerzinwekkend, die L. is meer dan fout. Maar Van der Kruijs heeft hem neergezet als een man die er veel spijt van heeft en iemand die een kans moet krijgen. Dat heeft hij heel goed gedaan. In de publieke opinie is het een open zenuw, maar ik denk dat er door de rechtspraak signalen kunnen worden afgegeven van: maak het niet te gek, de ene ontucht is de andere niet. Ik heb ook altijd een onderscheid willen aanbrengen naar grofheid, naar leeftijd, naar leeftijdsverschil, onderlinge relatie, hoe de omgeving heeft gereageerd, waar de moral panic zit. Dus ik ben ook direct die schadediscussie aangegaan: waar zit de schade precies, wat kan die verergeren en wat kan die verzachten? Door daar zoveel mogelijk nuance in aan te brengen en details te zien. Maar die discussie kan bezwaarlijk op de televisie gevoerd worden, want daar is in De wereld draait door en Pauw & Witteman helemaal geen tijd voor. Die nuances moeten langzamerhand wel eens doordringen in de publieke discussie.’ n
Justitie geeft geen gehoor Tijdens de voorbereidingen van dit themanummer over pedofilie heeft Crimelink het ministerie van Justitie uitgenodigd om een deskundige uit het TBS-veld te laten vertellen wat er komt kijken bij het fase-gewijs terug laten keren van pedo-patiënten in de maatschappij. Na ampel beraad wilde men daaraan niet meewerken, naar zeggen omdat men de invalshoek van pedofilie te smal vond om het TBS-beleid in de volle breedte te kunnen presenteren; alsof daarom door ons was gevraagd. Red.
crimelink 25
Sinds een half jaar blogt Ferdi Pijnboom op de site van Crimelink. Hij doet zijn levensverhaal en beschrijft zijn detenties. Op deze pagina’s van het blad zit hij in een TBS-kliniek ter behandeling van zijn pedoseksuele gedrag. Wordt verder vervolgd op de website.
Reflectie van een TBS-klant
iets waaraan ik tot op de dag van
tiek, elkaar respecteren, motiveren,
mijn deviante geaardheid? Is het een
vandaag niet heb kunnen wennen.
ondersteunen en goedbedoeld bekri-
genetisch bepaalde of een aange-
Ongetwijfeld zal een dergelijke ka-
tiseren. Nou geloof me, na vier jaren
leerde afwijking? Welke persoon-
Geplaatst op: 18-01-2011 om 9:09
rakterstructuur van grote invloed zijn
in de TBS ben ik er wel van overtuigd
lijkheidsstoornissen hinderen mij en
geweest op de totstandkoming van
dat dit een utopie is. Het werkt, alle
spelen zij een rol bij mijn seksuele
geweldsgerelateerde delicten.
forensisch-psychiatrische ideologie
voorkeur en/of bij het uiten daarvan?
‘Ik kreeg bericht dat ik was geselec-
Wat mij echter ook is opgevallen
ten spijt, eerder averechts en levert
Wat waren mijn (werkelijke) motieven
Wat vooraf ging
teerd voor het vrij nieuwe Forensisch
is dat géén van de pedoseksuele
uiteindelijk polarisatie op, waardoor
om dertig jaar geleden in praktische
Psychiatrisch Centrum de Kijvelan-
zedendelinquenten – vergeef me
men aan de therapeutische doelstel-
zin vorm te durven geven aan mijn
Ferdi Pijnboom wordt 57 jaar geleden geboren met een slecht vooruitzicht.
den in Poortugaal, bij Rotterdam. Op
de narcistische ondertoon – aso-
ling voorbij schiet. Dit is niet altijd
seksuele voorkeur, ondanks eerdere
28 februari 2006 was het zo ver. Mijn
ciaal gedrag vertoonde. Zo’n con-
onmiddellijk waarneembaar bij vormen
eigen morele bezwaren? In welke
straf had ik uitgezeten. Nu was het
statering noopt je dan wel om
van groepstherapie, waar men begrip
mate heb ik de feiten door een roze
tijd voor behandeling.
nadere overeenkomsten dan wel
en inleving voor elkaar lijkt te tonen.
bril gezien, of ben ik toch wel die
Bij aankomst werd ik geplaatst op de
verschillen met de eigen en andere
Nee, duidelijk wordt zoiets pas als je
flegmatieke pragmaticus, zoals ik
inkomsten/observatieafdeling Koraal.
delict-categorieën te zoeken en je
bij een hooglopend meningsverschil
mezelf dikwijls zie?
De helft van de groep, die uit veer-
vervolgens af te vragen welke oor-
of conflict je delict op denigrerende
Vragen te over dus, maar een ding is
tien man bestond, was nieuweling.
zakelijke verbanden je delict met je
wijze voor de voeten geworpen krijgt;
zeker: ik was nooit een impulsdader,
Er waren recentelijk negen patiënten
persoonlijkheidsstoornis(sen) kunnen
of als er aan de lopende band grap-
ging nooit over één nacht ijs en wilde
naar de longstay doorgeschoven en
hebben gehad.’
jes worden gemaakt over dat delict,
zoveel mogelijk zekerheid inbouwen
dat dan nét even erger is dan dat
eer ik toegaf aan mijn verlangens.
Een niet al te beste gezondheid maakt dat hij tot dik in zijn puberteit regelmatig verblijft in ziekenhuizen, sanatoria en astmacentra. Een groot deel van zijn jonge jeugdjaren gaat zo aan hem voorbij. In de fase dat andere jongens op de versiertoer gaan, ontdekt Ferdi dat hij meer op jonge jongens valt. Desondanks trouwt hij als vroege twintiger met een jeugdvriendin. Beiden zijn vol goede moed dat die ‘afwijking’ van Ferdi wel zal slijten. Niet gehinderd door veel maatschappelijke afkeer knoopt hij relaties met jonge jongens aan. Ook leest hij over de achtergronden van zijn pedofilie. Het is midden jaren zeventig in de nadagen van de flower power: vrijheid/ blijheid óók op het gebied van de seksualiteit. Maar de tijden kenteren. In 1980 moet hij voor de rechter verschijnen voor ontucht met jonge jongens. Het blijft bij een boete en een voorwaardelijke straf. Maar het patroon zet zich voort: hij verzamelt een reeks van jonge pubers om zich heen met wie hij ook seksueel contact heeft. En hij verzeilt in de subcultuur van pedo’s waarin het maken en uitventen van kinderporno gemeengoed is. Eind jaren tachtig wordt hij meegesleept in de berechting van een dergelijk pedonetwerk: één jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In de jaren negentig werkt hij als buschauffeur en doet hij het aanvankelijk wat kalmer aan wat betreft contacten met jonge jongens. Totdat hij in 1998 op een stelletje Amsterdamse prepuberale straatschoffies stuit. Binnen de kortste keren zakt hij weer volledig door het ijs en geeft hij zich over aan een veelheid van seksueel gedrag dat inmiddels door de samenleving als abject wordt beschouwd. Een combinatie van jaloezie, ruzie en wraak leidt in 2001 tot een aangifte bij de politie. Hij wordt op de vlucht voor de politie op de Balkan gearresteerd en na maanden diplomatiek geharrewar aan Nederland uitgeleverd. Er worden diverse gedragskundige rapportages over hem opgesteld en de rechtbank komt in 2004 met een forse straf: vier jaar onvoorwaardelijk + TBS met dwangverpleging. Door de geruime tijd die hij in voorarrest heeft gezeten, kan hij begin 2006 de TBS in: de Kijvelanden in Poortugaal. Red.
26 crimelink
zoiets bevordert de doorstroming in een TBS-kliniek.
‘Persoonlijkheidsstoornissen die in
van de ander. Maar ook als details
Vaak gebeurde er daarom ook ge-
In theorie neemt zo’n observatie drie
TBS-klinieken veelvuldig, voorname-
van iemands delict – ondanks de
woon niks wat het zonlicht niet kon
maanden in beslag, maar sommigen
lijk bij de patiënten worden gecon-
discretieplicht – in no time de hele
verdragen. Tenslotte wilde ik nim-
verbleven al zo’n negen maanden of
stateerd zijn: psychose, paranoia,
kliniek doorreizen. Ergo, een drugs-
mer een kind op welke manier dan
langer op Koraal. Het had niet alleen
ADHD, borderline, narcisme, theatra-
verslaafde geweldpleger of moor-
ook beschadigen en ook zeker geen
te maken met het “gemak” waarmee
le of vermijdende trekken, antisociaal
denaar zal net zomin begrip kunnen
aanvaring met Justitie forceren. En
men iemand psychisch kon inschat-
gedrag, empathieloosheid, disfunctie
opbrengen voor een zedendelinquent
hier, in de TBS, was het moment ge-
ten en “waarderen”, maar ook of er
van het geweten et cetera. Buiten de
of pedoseksueel, als deze laatste dat
komen om alle mogelijke denkfouten
op een z.g. “doorstroomafdeling”
muur kun je mensen die andermans
zal hebben voor de agressie en het
eens goed tegen het licht te houden
een plek vrij was. Ik had met twee
kwaliteit van leven negatief beïnvloe-
geweld van eerstgenoemde. Het is
en een nieuwe levenswandel uit te
anderen patiënten het geluk dat wij
den, simpelweg mijden. Zeker wan-
een sociaal fenomeen dat men zich
stippelen. Want welke ezel stoot zich
na twee weken al in staat werden
neer zij niet voor rede vatbaar zijn.
verheven en “beter” kan voelen door
nou viermaal tegen dezelfde steen?
geacht om naar zo’n doorstroomaf-
Het is ook een vrij logisch gegeven
een ander te blameren. En dat zie je
Er moeten toch zeker wel meerdere
deling te verhuizen. Het werd afde-
dat gelijkgestemde personen assi-
vaak gebeuren in huizen van bewa-
gecompliceerde factoren een rol
ling Saffier, waar in totaal dertien
mileren. Wat zou een Ajacied tussen
ring, gevangenissen én binnen de
spelen, als je geweten niet tijdig aan
patiënten met de meest uiteenlopen-
supporters van Feyenoord moe-
TBS-cultuur.’
de noodrem trekt? Want aan een
de delict-achtergronden verbleven.
ten doen? Vanuit welk belang zou
Ik was één van de vijf zedendelin-
een hetero een homosauna willen
‘Het moment was aangebroken om
quenten.
bezoeken? Ik bedoel maar... Binnen
nog meer de diepte in te gaan met
Wat mij al snel opviel was het
de TBS is het echter de onvrijwillige
een persoonlijke introspectie. Er
‘Door een vers afgestudeerde psy-
grote aantal medebewoners met een
bedoeling dat patiënten, met elk een
moesten vele vragen beantwoord
chologe werd een seksuele anam-
antisociale persoonlijkheid. Dat is
flinke dosis persoonlijke problema-
worden, zoals: waar ligt de bron van
nese afgenomen. Daarbij werd mijn >
functionerend geweten ontbrak het mij niet.’
crimelink 27
‘Wat mij opviel was het grote aantal medebewoners met een anti sociale persoonlijkheid’ ‘Ik was nooit een impulsdader, ging nooit over één nacht ijs’ ‘Ik heb in de TBS vele behandelaars met dezelfde trekken ontmoet’ ‘Wie niet op de dagopening komt, mag niet naar zijn eerste arbeidsblok’ ‘“Gemakshalve” noemen de thera peuten alle verblijfs- en observatietijd “behandeling”’
28 crimelink
hele levensloop met een zekere
mij over als er met de haren bijge-
aspirant TBS’ers nog steeds in vrij-
groepstherapie Delictscenario c.q.
althans behoorlijk aan het diepgraven
diepgang onder de loep genomen.
sleept om het geheel TBS-waardig
heid leven. Om 07.45 uur wordt er
Risicomanagement, waarin patiënten
gezet.
Af en toe ging dat er mijnerzijds
te houden. Pedofilie is volgens een
op mijn deur geklopt en omdat het
bij toerbeurt de achtergronden en de
Na hooguit twee of drie jaar we-
emotioneel aan toe. Je ontkomt er
niet te verwaarlozen aantal weten-
geen 5 december is moet het een
toedracht van hun delict uiteenzetten.
ten de meeste daders van ernstige
niet aan dat oude wonden worden
schappers geen ziekte, geen stoor-
sociotherapeut(e), een ST zijn die
Iedereen wordt geacht daarover mee
feiten wel hoe en waarom zij tot hun
opengehaald. Het viel de jonge
nis in psychiatrische zin, maar een
mij komt uitsluiten. Voor diegenen
te denken, vragen te stellen, kritiek
onacceptabele gedrag kwamen en
psychologe op dat ik een zekere
afwijkende seksuele geaardheid.
die daar gebruik van willen maken
te uiten of meningen te geven. In de
weet de meerderheid ook wel hoe en
koppigheid aan de dag legde, die in
Of deze nu wel of niet het gevolg
wordt er tussen 07.50 en 08.10 uur
praktijk komt daar niet altijd zo veel
waarom zij de rest van hun leven –
verdere rapportages als hardnek-
is van een bepaalde ontwikkelings-
even snel ontbeten. Van de veertien
van terecht. Het is ook mede afhan-
zo mogelijk met de nodige support
kige cognitieve distorties werden
problematiek in de jeugdjaren. Om
groepsleden zijn er meestal slechts
kelijk van de samenstelling van een
– anders moeten invullen. Tegelijker-
omschreven. Ik ben nou eenmaal
het dan gemakshalve een stoornis
één tot drie, plus twee ST’ers. Dan
groep. Ik bedoel, sommigen begrij-
tijd denk ik persoonlijk dat het geen
niet iemand die zich makkelijk iets
te noemen om je vervolgens in het
volgt om 08.10 uur de dagopening,
pen zichzelf al niet eens, laat staan
toeval is dat de behandelduur van de
op de mouw laat spelden onder
psychiatrische verdomhoekje te kun-
waarbij iedereen geacht wordt aan-
een ander… Anderzijds is het niet
TBS behoorlijk aan het oprekken is
het mom van wetenschap, om-
nen drukken gaat mij persoonlijk wel
wezig te zijn. Wie niet komt, mag
iedereen gegeven om zich kwetsbaar
en gelijke tred houdt met de stagne-
dat ik daarmee tevens dertig jaar
wat ver. Al valt niet te ontkennen dat
niet naar zijn eerste arbeidsblok. Dat
op te kunnen stellen. Bovendien kan
rende aanvoer van verse TBS’ers.
ervaringsdeskundigheid overboord
mijn persoonlijke geschiedenis mijn
scheelt natuurlijk inkomsten én je
in andere situaties je delict voor je
Vergeet niet: wij zijn het beleg op
gooi. Bovendien ben ik van mening
seksuele voorkeur behoorlijk moet
moet gedurende dat arbeidsblok op
voeten worden geworpen dan wel
de boterham van een aanzienlijke
dat de forensische wetenschap
hebben beïnvloed. Echter, dan zou
je kamer blijven. Wie geen eerste ar-
belachelijk worden gemaakt. Dat is
categorie werknemers binnen de
geen exacte wetenschap is. Bij die
iedereen met identieke jeugdervarin-
beidsblok heeft kan desnoods op bed
niet de bedoeling en tegen de regels.
forensische sector... Dat de veilig-
wetenschap staan de neuzen im-
gen ook pedofiel moeten zijn.
blijven liggen, al wordt zulks toch wel
Maar niets menselijks is ons vreemd.’
heid van de samenleving vandaag de
mers altijd dezelfde kant op. En dat
En wat de geconstateerde vermij-
als “ongestructureerd” aangemerkt.
kun je van forensische wetenschap
dende en narcistische trekken betreft
De dagopening is bedoeld om aan te
‘Halverwege de ochtend is er altijd
onmiddellijk geloven. Maar laat die-
bepaald niet altijd zeggen. Ik ken
kunnen vele miljoenen aardbewoners
geven hoe je hebt geslapen, hoe je
koffiepauze en halverwege de mid-
zelfde samenleving eerst en vooral
een aantal deskundigen (psycholo-
mij de hand schudden. Ik heb in de
er op dat moment bijzit, of je met een
dag eveneens. De staat kent een
de hand in eigen boezem steken.
gen, psychiaters, seksuologen en
TBS vele behandelaars met dezelfde
of andere discipline een afspraak wilt
zak- & kleedgeldregeling toe van om
Anders krijgt de doorsnee TBS’er een
criminologen) wier mening geloof-
trekken ontmoet. Toch realiseer ik mij
maken, of andere vermeldenswaar-
en nabij de € 59,- per maand. Met
onbedoelde zondebokfunctie. Zolang
waardiger aansluit bij mijn eigen
terdege dat ik een probleem heb. Ik
dige vragen en opmerkingen. Het
minimaal tien en maximaal twintig
politici en media met populistische
ervaringen dan bij de op Ameri-
heb een probleem omdat ik proble-
meest gehoord is echter een onver-
arbeidsblokken per week kun je dit
uitspraken hoog kunnen scoren vrees
kaanse leest geschoeide boeken-
men veróórzaak. Ik verstoorde met
schillig “niks te melden”, of “geen
optrekken tot een maandinkomen van
ik echter dat er op korte termijn wei-
wijsheid van doorgaans piepjonge
mijn deviante seksuele en sociale
bijzonderheden”, mits de bewoner het
rond de € 260,-. Ikzelf doe wekelijks
nig hoopvols valt te verwachten.’
TBS-deskundigen zonder al te veel
voorkeur de algemeen geaccepteerde
überhaupt kan opbrengen om enig
twaalf blokken – omdat ik ook veel
levenswijsheid. Wat dan overblijft is
en biologisch gezien meest voor de
stemgeluid te produceren. Vergeet
tijd voor mijn schrijfhobby nodig heb
‘Om 16.20 uur zit de werkdag erop.
het Wetboek van Strafrecht en de
hand liggende zedelijkheidsmoraal.
niet dat de meesten dit ritueel al
– bestaande uit twee blokken onder-
Daarna kun je per afdeling naar de
morele maatschappelijke veront-
In die zin vormde mijn pedofilie voor
honderden, zo niet duizenden keren
wijs (computervaardigheid), een blok
winkel of de bibliotheek. De socio-
waardiging, maar dat is te mager
mezelf en anderen onmiskenbaar een
hebben meegemaakt.
cardio (fitness), een zwemblok en vijf
therapeuten stimuleren dat men zich
om je noodzakelijke behandeling tot
stoornis. Zo dacht ik er toen over en
Om 08.30 uur vangen de arbeidsblok-
blokken bibliotheek (sommige tijdens
zoveel mogelijk in de groepshuiska-
een succes te maken.
zo heb ik mij deze standpunten in
ken aan, bestaande uit (naar keuze):
de winkelopeningsuren). Deze laatste
mer ophoudt. Velen echter verkiezen
Omdat ik niets voel voor een schijn-
dertig jaar tijd eigen gemaakt. Dat er
houtbewerking, metaalbewerking,
tellen dubbel zodat ik aan twaalf blok-
meestal het eigen wereldje binnen de
aanpassing is het dus zaak dat ik mij
hier en daar hoognodig wat bijge-
handvaardigheid, onderwijs, fitness,
ken per week kwam en het maximum
muren van de eigen kamer, met hun
verdiep in de oorzaken van de maat-
schaafd diende te worden werd mij
zwemmen, restauratie, tuin (groen-
inkomen genoot én zinvol bezig was.
eigen muziek, hun eigen films, hun
schappelijke en wettelijke afwijzing
geleidelijk aan echter wel duidelijk...’
voorziening), emballage, schoon-
Wat mij betreft zou er veel meer
eigen boeken en hun eigen proble-
dag hoog op de agenda staat wil ik
maak en bibliotheek. Tussendoor
tijd aan behandeling mogen worden
men. Feitelijk is dat een afspiege-
De diagnose luidde na de seksuele
‘Hoe ziet zo’n dag in de TBS er
zijn er therapieblokken zoals drama,
besteed. “Gemakshalve” noemen de
ling van het leven buiten de muur,
anamnese: “pedofilie, exclusieve
eigenlijk uit? Wel, laat ik een mid-
psychomotorische therapie, muziek,
therapeuten echter alle verblijfs- en
waar je ook niet de godganse dag
type (alleen jongens, maar dat klopt
weekse werkdag nemen. Om 07.00
agressiehantering, verslaving, cog-
observatietijd “behandeling”. De
je buurman/vrouw in de weg loopt.
niet omdat ik meisjes eveneens
uur gaat mijn wekker. Niet dat ik er
nitieve therapie, sociale vaardighe-
belastingbetaler zou eens moeten
De warme maaltijd om 17.15 uur
in alle opzichten kan waarderen),
dan al uit moet, maar ik heb altijd
den en misschien vergeet ik er nog
weten hoeveel geld er aldus aan
wordt afgesloten met een dagsluiting,
persoonlijkheidsstoornis n.a.o. (niet
even tijd nodig om de dagelijkse
wel een. De therapieblokken vinden
“verveling” en “zinloos wachten”
waarbij het wederom de bedoeling
anderszins omschreven) met vermij-
realiteit op mij te laten inwerken. Het
doorgaans eenmaal per week plaats,
verloren gaat. TBS’ers noemen hun
is om vermeldenswaardige onder-
dende en narcistische kenmerken”.’
koffieapparaat staat dan al aan en
al vallen er regelmatig sessies uit
behandeltijd in TBS derhalve vaak
werpen aan te kaarten of onderlinge
vervolgens begeef ik mij onder de
wegens ziekte, vakantie of gewoon
“verkapte detentie c.q. levenslang”.
conflicten te spuien. In de TBS blijkt
‘Nou, wat de pedofilie aangaat voelde
douche. Daarna toont de televisie
onderbezetting. Elk van de tien afde-
Ik wil niet zeggen dat TBS volkomen
er ook dan zelden iets vermeldens-
ik mij niet verrast en de rest kwam op
mij via het journaal dat de meeste
lingen heeft een keer per week een
zinloos is. Zeker niet. Het heeft mij
waard. Meestal is er sprake van een >
van mijn perverse seksuele voorkeur.
crimelink 29
‘Wij zijn het beleg op de boterham van de werknemers binnen de forensische sector’ ‘Het was juist dat sociale gebeuren binnen de relaties waar ik het meest en het liefst aan terugdenk’ ‘Ik was een goed mens die ook sléchte dingen heeft gedaan’
trekken, lieten het alarm in Burgers’
niet ter verdediging aanvoer om mijn
de hoge rotsen in zee springen of
Dierenpark afgaan met klauterpartij-
verantwoordelijkheid als volwassene
duiken, op plekken waar we de diepte
en in verboden gebied en kregen het
te bagatelliseren. De dingen liepen
huiskamer opaten. Als er gedoucht
kenden. Of we hielden watergevech-
op vakantie in Kroatië letterlijk aan
echter zoals ze liepen en zoals ik
was lag er al een plan hoe we de
ten rond de bungalows met groepjes
de stok met een groepje Kroatische
ze heb verwoord. Nee, ik was geen
gesprek met een gescreend lid van
dag zouden gaan besteden. Plan-
andere kinderen.’
leeftijdsgenoten, zoals zij dit ook zo
slecht mens. Ik was een goed mens
je persoonlijke netwerk, of voor de
nen werden op de valreep bijgesteld
vaak in hun eigen woonbuurt beleef-
die ook sléchte dingen heeft gedaan.
liefhebbers een of meer dagen per
als de weersomstandigheden daar
‘Het laat zich raden dat we op een
den. Ik kon nu eenmaal niet overal
En daar zit het vól mee op deze
week een sportactiviteit.
aanleiding toe gaven. Het varieerde
gegeven moment over een zeer
bij zijn en alles voorkomen.
aardbol, heb ik altijd begrepen.’
Wie behoefte heeft aan een frisse
van een fietstocht op de Veluwe tot
gevarieerd internationaal en jeug-
Nee, behalve veel plezier bezorgden
neus of wat zonlicht kan zich overdag
een bezoek aan de bioscoop of van
dig vriendengezelschap beschikten,
zulke vakanties en uitstapjes mij ook
‘Er is in een kliniek als deze sprake
of ’s avonds op de patio begeven,
een strand- & duinwandeling tot een
waarmee ik ten slotte een toneel-
vele hoofdbrekens. Maar uiteindelijk
van een onrustbarend personeels-
waarvan elke afdeling er een heeft.
middagje zwemmen in een subtro-
stukje voor de “bonte avond” op het
liep alles altijd gelukkig toch weer
verloop. Soms is dat omdat de jonge
Soms ook wordt er op de vrijdag-
pisch zwembad. Maar het kon ook
animatieterras arrangeerde. Het werd
goed af.’
afgestudeerde hbo’ers een job in de
avond een bingo gehouden of een
gebeuren dat we gewoon thuis ble-
een regendans door vijf als indianen
muziekbandje ingehuurd op het
ven met een paar gehuurde video’s
uitgedoste jongens tussen de elf en
‘Ik wéét dat ik absoluut fout en ver-
een plezieriger werkomgeving. Maar
centrale plein. Ik moet toegeven dat
en/of spelletjes deden. En misschien
dertien jaar, met medewerking van
wijtbaar gedrag heb getoond waar
het aantal “overstappers” dat het
er soms heel verdienstelijke bij zit-
moesten er aankopen worden gedaan
het muziekbandje. Na afloop hiervan
ik oprecht spijt van heb. Zowel naar
gewoonweg niet eens is met het hier
ten. Persoonlijk heb ik zelden zin in
in een winkelcentrum. Maar gezel-
werd het publiek door de jongens
de slachtoffers als naar hun ouders!
gevoerde TBS-beleid is aanzienlijk.
die “bezigheidstherapie”. Het lukt mij
lig en ontspannen was het eigenlijk
nat gespat, met behulp van emmers
Maar in de TBS-kliniek dreigen de
Dat blijkt wanneer deze werknemers
maar niet om het anders te zien dan
altijd wel, of het moest zijn dat een
water die wij achter de coulissen
forensische wetenschappers de
dit, daags voor vertrek, alsnog aan
zoethoudertjes, waarvan ik onder de
van de jongens of ik een dagje tegen
klaar hadden staan. Het werd een
waarheid te veel naar de theoreti-
de patiënten durven te erkennen.
gegeven omstandigheden nooit echt
de stroom in roeide. ’s Avonds aten
hilarische vertoning die veel applaus
sche kennis van zaken te verbuigen.
Ook voor hen geldt immers: het is
kon genieten. Maar goed, anderen
we meestal onderweg, of ik haalde
oogstte. Misschien mede doordat de
Ik ben echter een pragmaticus, die
slikken of stikken.
hebben er wel degelijk profijt van. Ik
chinees o.i.d., waarna we thuis vol-
jongens behalve een hoofdtooi en
zichzelf, mea culpa, ervaringsdes-
Ik heb als verhuurfunctionaris bij
zocht mijn heil liever in een spelle-
daan languit op de bank ploften. Dan
wat schmink slechts een schaamlapje
kundige mag noemen. Oók als ik de
een woningcorporatie en later als
tje scrabble of gaf me over aan mijn
speelden en grapten we met elkaar of
voor hun edele delen droegen.
roze bril afzet...
buschauffeur met enorm veel en
schrijfhobby op mijn kamer, als een
keken tv. De avond werd dan traditio-
Er was echter nog een ander aspect
Waar ik persoonlijk echter zo’n
uiteenlopend publiek te maken
goeie film of goed boek niet de voor-
neel afgesloten met een douchebeurt
aan dit vakantieplezier verbonden.
moeite mee heb is wanneer ik in
gehad. Zulke beroepen vormen een
keur geniet. Op werkdagen worden
voordat we in bed doken. En het
Ik realiseerde mij terdege ook de
een Teletekst-item lees dat er tus-
aanwinst voor je mensenkennis. Ik
we om 22.00 uur ingesloten. In het
was nou juist dat sociale gebeuren
enorme verantwoordelijkheid voor
sen januari en november 2009 maar
durf daarom te stellen dat de meeste
weekend is dat 18.45 uur, terwijl de
binnen de relaties waar ik het meest
alle jongens. En die baarde mij
liefst dertienhonderd kinderen in
TBS’ers qua gedrag in niets verschil-
deur ’s morgens om 11.15 uur van
en het liefst aan terugdenk. Omdat
best wel eens zorgen. Vooral omdat
ziekenhuizen zijn beland als gevolg
len van de gemiddelde burger.
het slot werd afgedraaid.’
het zo gelinkt is aan mijn eigen deels
ongelukjes in deze samenstelling
van (zwaar) lichamelijk letsel door
Natuurlijk, de eerste categorie heeft
gemiste jeugd en ik dat kennelijk via
en frequentie nauwelijks uit konden
toedoen van de eigen ouders. Dat is
zich één of meerdere keren schuldig
‘Hoe anders zag zo’n weekend er
hen compenseerde, waardoor het
blijven. Jongens in de puberjaren
dus 130 (!) kinderen per maand, dan
gemaakt aan daden die onze maat-
ruim zeven jaar geleden uit. Mijn
mes aan twee kanten sneed. Ben ik
zien zelden gevaar. Zo liet Marco
begrijp ik nooit dat de media dagen-
schappelijke normen en waarden
“slachtoffer” – toen “vriendje” gehe-
soms ambivalent? Nou vooruit dan
zich op zijn vijftiende een keer in de
lang bol staan van emotie na – hoe
(ver) te buiten gaan. Dikwijls lagen
ten – en ik ontwaakten naast elkaar.
maar. Verwacht van mij echter niet
vakantiedisco achter mijn rug om
erg ook – een ontuchtzaak... Is het
daar onverwerkte jeugdtrauma’s,
Ik knuffelde hem en soms kroelden
dat ik overál spijt van heb. Dan heet
door andere vrienden voor de grap
dan toch de seks die op dubieuze
negatieve menselijke emoties of –
we op onwettige wijze verder. Daarna
het weer “schijnaanpassing”… Maar
dronken voeren, waardoor hij een
wijze tot onze verbeelding spreekt en
inderdaad – pathologische oorzaken
een gewetenloos roofdier? Zeker niet!
levensgevaarlijke alcoholvergiftiging
waarmee we misschien onze eigen
aan ten grondslag. Het gevaar van
Zoals eerder beschreven ging ik tot
opliep. De opgetrommelde arts liet
verwerpelijke fantasieën of gedra-
de forensische psychiatrie is m.i.
gemeenschappelijke vorm van “be-
ging ik koffie inschenken en brood-
gingen op een “eigen” eiland vanaf
handelmoeheid”. Hoe langer iemand
jes smeren c.q. roosteren, die we
in de TBS verblijft, hoe minder hij
soms in bed bij de tv of anders in de
te melden heeft. In de avond is er tijd voor je wasgoed, een telefoon-
Gesprek met Ferdi Pijnboom niet toegestaan
TBS als springplank gebruiken naar
1988 een aantal malen in groepsver-
mij de hele nacht naast hem waken.
gingen kunnen vergoelijken, dan wel
echter dat men doorschiet en overal
Graag had Crimelink persoonlijk gesproken met Ferdi Pijnboom over de inhoud en
band met mijn vriendjes op vakantie.
En moest ik Guido toen hij nog der-
camoufleren?
te gemakkelijk het etiket van een
strekking van de op de site van Crimelink gepubliceerde blogs. Gelijktijdig met Pijn-
Na mijn daaruit voortkomende eerste
tien was een keer naar een veertig
Het is naïef om te denken dat mijn
persoonlijkheidsstoornis op plakt.
boom deden wij daartoe een verzoek aan de directie van de TBS-kliniek Oldenkotte,
detentie in 1988 deed ik dat jaarlijks
kilometer verderop gelegen zieken-
slachtoffers stuk voor stuk wilsonbe-
Te gemakkelijk wordt misschien het
waarin Pijnboom thans verblijft. Beide verzoeken werden afgewezen gelet op de
zonder de aanwezigheid van het ver-
huis “racen” toen zijn knie helemaal
kwame “onschuldige” jongens waren
gezegde “eens een dief, altijd een
‘inhoud en stijl van de blogs’. “Terwijl wij die laatste juist in samenspraak met Pijn-
keerde soort volwassen vrienden. Ik
open lag na een val bij een spelletje
die zich onwetend onderwierpen aan
dief” op de ter beschikking gestelde
boom aan een kritische beschouwing hadden willen onderwerpen. Bij gebreke van
nam de jongens doorgaans mee naar
“rotsje springen” in de regen. Remco
mijn manipulatieve vaardigheden.
geplakt. Met alle gevolgen van dien.
die mogelijkheid laten wij het hier bij de door Pijnboom gebezigde bewoordingen.”
een bungalowpark voor naturisten in
en Michiel presteerden het, zoals ik
Wie dat als uitgangspunt neemt is
Bij velen mét mij komt daarbij soms
Red.
Kroatië waar ik al van oudsher kwam.
eerder beschreef, om een trein stil
niet meer van deze planeet. Met
een angstig vermoeden van het “ei-
Dan huurden we een motorbootje en
te zetten door aan de noodrem te
nadruk wil ik stellen dat ik dit ook
gen belang” om de hoek kijken…’ n
30 crimelink
crimelink 31
PEDOFILIE EN BESTIALITEIT IN VERGELIJK
Ook ontucht met dieren straf baar gesteld Ouders zien niet graag dat hun kroost wordt vergeleken met huisdieren. Wat kinderen en dieren echter gemeen hebben is hun kwetsbare positie in het samenleven met volwassenen. Dat komt pijnlijk tot uiting als het gaat om seksueel verkeer. Welke zijn de overeenkomsten en verschillen in hun slachtofferschap? TEKST
JANINE JANSSEN
N
iets is zo veranderlijk als de opvattingen van mensen. Op pedagogisch gebied hebben wij in Nederland de laatste decennia tussen kinderen en volwassenen een overgang gezien van hiërarchische gezagsverhoudingen naar een onderhandelingsmodel, waarbinnen kinderen een stevige vinger in de pap hebben. De plaats van huisdieren is eveneens geëvolueerd.
bevreemden en de vraag waar (seksuele) grenzen worden overschreden is alles behalve eenvoudig of eenduidig te beantwoorden. Maar die gewijzigde positie brengt nu eenmaal andere omgangsvormen met zich mee, althans vanuit het perspectief van de mens. Of dieren hier onverdeeld gelukkig mee zullen zijn, is nog maar de vraag. Want zitten zij er nu echt op te wachten om in de menagerie van mensen te worden ingelijfd? In hoeverre kunnen zij nog zichzelf, dus hun eigen unieke diersoort zijn?
Honden worden niet alleen maar gehouden om te waken of katten om muizen te vangen. Deze viervoeters en andere harige, geschubde of gevederde huisgenoten zijn troeteldieren geworden die een miljardenindustrie van producenten van diervoeders en speeltjes ook in deze barre economische tijden van een dik belegde boterham voorzien. Dat we ze aaien, knuffelen of zelfs zoenen zal veel van onze voorouders wellicht
CAROLINE KONING
Geen incest met huisdieren
32 crimelink
Hoewel deze vragen over de ethische grenzen van de behandeling van dieren door mensen buitengewoon belangrijk zijn, ligt de beantwoording van dat soort vragen enigszins buiten de reikwijdte van dit artikel. Maar feit is dat ondanks de gewijzigde maatschappelijke posities van kinderen en dieren, seksueel verkeer met hen door de samenleving wordt afgewezen. Wie eens met een half oog kijkt naar het aan de Politieacademie gebruikte handboek Facetten van zedencriminaliteit uit 2007, leert dat met de term ‘bestialiteit’ het hebben van seks met dieren wordt bedoeld. Er wordt ook wel gesproken over ‘zoöfilie’ als een aantal kenmerken aanwezig is die beschreven zijn in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), het diagnostisch handboek van de American Psychiatric Association: er moet onder meer sprake zijn van het hebben van fantasieën en aandrang op dit gebied en het ondervinden van lijden en psychosociale beperkingen, dit alles over een periode van minimaal zes maanden. DSM maakt verder geen onderscheid tussen soorten dieren waar mensen seksuele omgang mee hebben. In de literatuur en in de praktijk wordt echter waargenomen dat dit seksuele verkeer zich niet alleen richt op huisdieren zoals honden, maar ook op landbouwhuisdieren. In dat verband kan gedacht worden aan geiten, schapen of paarden. Eigenlijk is het opvallend dat de sociale relatie tussen mensen en dieren op dit seksuele vlak niet verder wordt uitgediept. Bij pedofilie is volgens DSM sprake als er onder andere over een periode van minimaal zes maanden herhaalde intense en seksueel opwindende fantasieën, aandrang of handelingen aanwezig zijn gericht op
seksualiteit met een of meer kinderen in de prepuberteit. Hier wordt een onderscheid gemaakt op basis van de vraag of de seksuele aantrekkingskracht zich op kinderen binnen of buiten het gezinsverband richt. Als seksuele contacten binnen het gezin plaatsvinden, spreken we immers van incest. Hoewel uit verschillende onderzoeken blijkt dat mensen huisdieren dikwijls als gezinsleden ervaren, is de term ‘incest’ uitsluitend gereserveerd voor seksueel contact met jonge menselijke gezinsleden. Samenvattend kan dus gesteld worden dat seksueel verkeer tussen mensen en andere diersoorten – mensen zijn immers ook dieren – over het algemeen negatief gekarakteriseerd wordt. De kritische criminoloog Piers Beirne spreekt in dit verband zelfs over ‘interspeciesistisch seksueel geweld’. Leeftijd van het dier of positie in het gezin lijken daarbij niet van invloed te zijn op de maatschappelijke verwerping van bestialiteit. Het seksuele verkeer tussen mensen – dus binnen één soort – wordt op zijn zachtst gezegd als problematisch ervaren wanneer zich dat afspeelt tussen volwassenen en (verwante) kinderen.
Beul van Twente Mensenkinderen en andere dieren zitten dus niet helemaal in hetzelfde schuitje. Wat kinderen en dieren als het gaat om seksueel contact met volwassen mensen wél delen, is hun buitengewoon ongelijke uitgangspositie. Een menselijke norm is toch dat het bij seksualiteit tussen partners om gelijkwaardigheid gaat. Niet voor niets wordt in het zojuist genoemde handboek ook seksueel sadisme met als kenmerken een drang om pijn te doen en te vernederen, afgedaan als een parafilie, een ziektebeeld. Met kinderen en dieren kan er op seksueel vlak eenvoudig geen sprake zijn van ‘gelijk oversteken’. Want hoe kunnen zij duidelijk maken of zij daadwerkelijk instemmen met seksueel contact? Domineert in seksueel verkeer tussen volwassenen met jonge kinderen of dieren niet de fantasie en het verlangen van de volwassen mens? En hoe zit het dan met letsel? Bestaat er niet het risico dat door de fysieke interactie met een volwassen mens, kind of dier bedoeld of onbedoeld fysiek letsel oploopt? En wat betekent dat dan wel niet voor het psychisch welbevinden van kind en dier? In hoeverre zijn zowel kinderen als >
crimelink 33
Circa 65 procent van de dierenporno zou uit Nederland afkomstig zijn
dieren die seksueel contact met volwassen mensen hebben gehad in staat om andere volwassen mensen nog te vertrouwen? En wat zijn de consequenties in de rest van hun levensloop voor de verdere ontwikkeling van hun (seksuele) gevoelsleven en hun vermogen om de motieven van andere mensen te beoordelen? Het is praktisch ondoenlijk om dit soort vragen in overdrachtelijke zin bevredigend te beantwoorden. Wat mensenkinderen betreft zullen weinigen de risico’s van seksueel verkeer met volwassenen willen ontkennen en afzwakken. Bij dieren wordt daar toch nog wat lacherig over gedaan, hoewel het in deze tijd echt niet bon ton is om nog besmuikt te doen over fysiek leed dat dieren is aangedaan. Denk alleen maar eens aan alle consternatie die het handelen van de Beul van Twente1 teweegbracht, die in de periode van november 2000 tot 2004 geiten, pony’s, paarden, een stierkalf en schapen met messen en stokken bewerkte of zelfs doodde, nadat hij vaak de geslachtsdelen had verwijderd of kapot gesneden. Maar het inschatten van de psychische gevolgen als er geen sprake is van fysiek letsel bij dieren, blijft lastig. Een paard zal wellicht niet snel onder de indruk raken van de penetratie door een mannetjesmens, maar zou het niet kunnen zijn dat een hond die zijn baas als roedelleider ziet, enigszins in de war raakt over zijn positie in de hiërarchie als hij of zij seksueel contact heeft met de baas of de bazin? Dat laatste moeten we overigens niet over het hoofd zien: hoewel net als bij pedofilie ook bij bestialiteit vooral aan mannen als daders wordt gedacht, kunnen hier óók vrouwelijke plegers in beeld komen. Maar dit terzijde.
Ook geen virtuele dierenporno Seksueel verkeer met kinderen of dieren maakt deel uit van een zeer lucratieve pornoindustrie. Nederland werd in 2004 opgeschrikt doordat bekend werd dat in een loods in Kraggenburg vrouwen werden gegijzeld, verkracht en gedwongen tot seks met dieren. Van deze gebeurtenissen werd pornografisch materiaal vervaardigd. Kamerlid Waalkens die zich sterk heeft gemaakt voor een wetsvoorstel dat een verbod op seks met dieren én op pornografie met dieren moest regelen, stelt in de Memorie van Toelichting bij dit wetsontwerp dat naar verluidt circa 65
34 crimelink
procent van de dierenporno uit Nederland afkomstig zou zijn. In februari 2010 is het wetsvoorstel van Waalkens door de Eerste Kamer aangenomen. De wet werd van kracht op 1 juli 2010. De nieuwe wet in het Wetboek van Strafrecht verbiedt ‘ontuchtige handelingen’ met dieren. Er is voor deze formulering gekozen en niet voor ‘seksuele handelingen’ omdat de wet dan ook de werkzaamheden op stations voor kunstmatige inseminatie zou verbieden, want dat is onmiskenbaar een seksuele handeling. Net als bij kinderporno is er op het gebied van dierenporno ook sprake van ‘virtuele porno’. Dit is porno gemaakt van kunstmatige of gemanipuleerde beelden, die echter op echte dieren lijken. De nieuwe wet verbiedt ook virtuele dierenporno. Dat is een belangrijke stap, omdat anders het Openbaar Ministerie in een strafzaak telkens zou moeten bewijzen dat er daadwerkelijk dieren van vlees en bloed misbruikt zijn voor het vervaardigen van pornografische afbeeldingen. Een andere bedoeling van de wetgever om virtuele porno strafbaar te stellen is het afgeven van het signaal dat seksueel verkeer met dieren afgekeurd wordt. Bij het opstellen van dit soort wetgeving is duidelijk gelet op de juridische ontwikkelingen rond kinderpornografie. Naast het feit dat de strafmaat voor bestialiteit en het maken, verspreiden of bezitten voor dierenporno doorgaans lager ligt dan voor pedofilie, incest en het maken, verspreiden of bezitten van kinderporno, is er nog een verschil: het blijft wel toegestaan om beeldmateriaal te maken, te bezitten of te verspreiden waarop dieren onderling seksueel contact hebben. De films van Sir David Attenborough mogen we dus wel in huis hebben. Natuurlijk mag ook materiaal vervaardigd en getoond worden waarop menselijke soortgenoten seks met elkaar hebben, maar dat mogen uiteraard geen kinderen zijn. Dat leeftijdscriterium speelt dus niet bij dieren.
Geen dierenbescherming maar zedelijkheidswetgeving Tussen mensenkinderen en dieren tekent zich één levensgroot verschil af en dat heeft te maken met de rechtspositie. Die is voor kinderen nu eenmaal een heel andere dan voor dieren. Kinderen hebben (mensen)rechten. Als zij zelf niet hun woordje kunnen voeren in het rechtsbedrijf, dan zijn er anderen, medemen1 Zie voor het dossier over ‘De beul van Twente’ Crimelink jrg.1, nr.1
sen, die namens hen kunnen spreken en voor hun rechten op kunnen komen. Van pedofilie, incest of de productie, verspreiding en het bezit van kinderporno vindt het merendeel van de lezers ongetwijfeld dat het niet getuigt van goede smaak. Maar de meesten zullen dit gedrag niet zozeer als ‘ongepast’ labelen, maar vooral als een schending van een maatschappelijk gedragen en juridisch stevig verankerde rechtsnorm, te weten de bescherming van de integriteit van minderjarigen. Een dergelijke afwijzing gaat dus een behoorlijk stuk verder dan uitsluitend een appèl op goed fatsoen. Wie de Memorie van Toelichting bij de hiervoor genoemde wet op het verbod op seks met dieren en de verdere behandeling in de Tweede en later in de Eerste Kamer bekijkt, ziet dat bij seksualiteit tussen mensen en dieren dikwijls gesproken wordt over de aantasting van normen van goede zeden. Het blijft lastig om aan te tonen of, hoe en in welke mate dieren lijden door seksueel contact met mensen. Om die reden stelt de indiener van het wetsvoorstel dan ook dat ‘de onwenselijkheid van seks met dieren (…) veeleer te maken [heeft] met de aantasting van de goede zeden. Om deze reden wordt dit artikel opgenomen in de titel betreffende misdrijven tegen de zeden.’ Veel kritische dierenbeschermers hadden natuurlijk liever gezien dat – net als bij kinderen – het dier zélf uitgangspunt was geweest. In het politieke debat rond dit wetsvoorstel is in dit verband verder ook gesproken over rechten van dieren. Sommigen menen dat dieren geen rechten hebben omdat ze die simpelweg niet op kunnen eisen. Dergelijke denkers redeneren dan dat het wijzer is om te spreken van plichten van mensen in plaats van rechten van dieren. Dit is inderdaad een lastig punt. Want hoe ken je dieren een stevige positie toe in een hun per definitie vreemd rechtssysteem, dat nu eenmaal ontsproten is aan het brein en in de context van mensen? Dat maakt dat dieren fundamenteel zwakker staan dan mensenkinderen, ook al realiseren wij ons dat wij mensen zelf ook dieren zijn. n Janine Janssen is als hoofd onderzoek verbonden aan het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld. Daarnaast publiceert zij op persoonlijke titel frequent over de positie van dieren in de criminologie.
Hetze tegen pedo’s Het principe van ‘onschuldig tot het tegendeel is bewezen’ is in onze maatschappij een belangrijk goed. Echter, dit motto geldt in de rechtspraak. Elders in de samenleving gelden soms andere wetten. Pedohunters gaan op internet niet alleen op jacht naar pedo’s. Zij openen de jacht ook op elkaar na geruzie en beschuldigingen over en weer. Pedo’s die hun straf hebben uitgezeten, worden nog lang daarna achtervolgd. Wie wil, kan op internet zijn
postcode invoeren om erachter te komen of er een pedo in de buurt woont. Omgekeerd vragen sites om NAW-gegevens van pedo’s om die vervolgens op het net te publiceren. Internet is als het middeleeuwse dorpsplein waar veroordeelden publiekelijk werden onthoofd. Het is een vorm van digitale steniging. Hoe ontstaat deze hetze? Sommige media zetten zwaar in. Bij de ‘Amsterdamse ontuchtzaak’ kopte men in chocoladelet-
ters Pedopaleis? terwijl de eigenaar op dat moment van niets werd verdacht; en kopte men Het monster van Riga terwijl Robert M. nog maar verdachte was. Deze opruiing wakkert de publieke onrust aan. Dit kan een voedingsbodem zijn voor de diverse pedohunt-sites die op internet te vinden zijn. Gruwelijker en lelijker kunnen boosheid en frustraties niet tot uiting komen. Bezoek eens http://stopkinderseks. com en http://voddevanhertum.com en ontdek de duistere krochten van verwarde geesten op kruistocht naar de ‘bron van alle kwaad’. Red. n
crimelink 35
VO O R P U B L I C AT I E
Spring dan, monster! Hoofdstuk 48
D
e gegevens uit de database van (pedohunter – red.) Erik Mørk kwamen in het hele land hard aan en zorgden voor veel onheil. Jutland was echter oververtegenwoordigd, want de kaartenbak met klanten van de (pedofiele – red.) gebroeders Ditlevsen tikte daar zwaar aan. Zo waren er een stuk of twintig mensen op de been voor een huis in de wijk Kvaglund in Esbjerg. Ze stonden allemaal met hun hoofd achterover kwaad naar een man op de vijfde verdieping te kijken, die half zat en half stond in een raam boven hen. Met zijn ene hand hield hij zich vast aan het dwarskozijn dat de onderste ruit van de bovenste scheidde, en hij huilde. Af en toe keek hij angstig naar beneden. Een vrouw van middelbare leeftijd wier poolvossenbontje verried dat ze niet in deze buurt woonde, riep opgewonden: ‘Spring dan, monster. Kom op, spring, we kunnen niet eeuwig wachten.’
ISTOCKPHOTO
MISBRUIK van Lotte en Søren Hammer Op een maandagmorgen wordt het moordzakenteam van hoofdinspecteur Konrad Simonsen naar een lagere school in een voorstad van Kopenhagen geroepen. In de gymzaal hangen de lijken van vijf naakte, op sadistische wijze toegetakelde mannen. Hun handen en geslachtsdelen zijn verwijderd, hun gezichten onherkenbaar verminkt. Het heeft alle schijn van een openbare terechtstelling. Aanvankelijk lopen alle sporen dood, totdat de daders zich anoniem via internet melden: de vijf mannen waren pedofielen, en ze zijn niet zozeer vermoord als wel gestraft voor hun misdaden – en nieuwe executies zullen volgen. Degenen die achter deze moorden zitten, ontketenen tegelijkertijd en doelbewust een hetze tegen de pedofielen in Denemarken. Volgens de personages is de rechtspraak in Denemarken op het gebied van pedofilie tamelijk soft. Daarop spoelt een golf van sympathie met de daders door het land, gevoed door de gretige sensatiepers. Pedofielen in Denemarken zijn hun leven niet zeker meer. Het politieteam van Simonsen staat voor een onmogelijke taak: terwijl de hele Deense samenleving zich tegen hen lijkt te keren, moeten zij de moordenaars vinden. Lotte en Søren Hammer zijn broer en zus. Ze wonen en werken in hetzelfde huis in de binnenstad van Frederiksværk. Zij schreven zes jaar aan hun debuut Misbruik, waarna uitgeverij Gyldendal besloot om het uit te geven – met overdonderend succes. Het boek bestormde de Deense bestsellerlijst. De rechten van dit boek werden nog vóór het was gepubliceerd aan achttien landen verkocht. Het tweede deel in de serie, Wraak, verschijnt medio mei 2011. Red.
36 crimelink
Een jongere man viel haar bij. Hij zat op zijn brommer, een eindje van de anderen vandaan. ‘Ja, kom op, verdomme. Dan heb je het maar gehad, schijterd.’ Een keukenraam op de begane grond ging open en een vrouw met een forse boezem, geverfd rood haar en een geruit schort leunde naar buiten en keek omhoog. Het bontje verklaarde ongevraagd: ‘Het is een kinderlokker. Hij heeft anderhalf jaar gezeten voor het verkrachten van twee kleine kindjes in Nakskov. Het is griezelig dat onze kinderen hier wonen terwijl zo iemand vrij rondloopt.’ ‘Ónze kinderen, jij hebt hier volgens mij geen kinderen.’ Het bontje antwoordde niet, maar een geestverwant nam het voor haar op. Zijn Deens was slecht. ‘Ik heb vier kinderen onder zijn deur.’ De vrouw toonde de groep een dikke middelvinger en gooide haar raam dicht. Het geroep ging door. Even later kwam er een politiewagen, waar twee agenten uitstapten, een man en een vrouw. Nadat ze even rondgekeken hadden in de menigte, die inmiddels was gegroeid, verdwenen ze in het trappenhuis. Op de vijfde verdieping was de voordeur beklad met scheldwoorden: ROTZAK, KINDERNEUKER, VIEZE VUILAK en dan nog wat Arabische letters, die vast ook niet aardig bedoeld waren. De mannelijke agent verschafte zich toegang met een verkeerd berekende trap die de deurkruk raakte, maar de deur ging open en de vrouw ging naar binnen. Ze stopte op
een paar passen van de potentiële zelfmoordenaar en vlak daarna kwam haar collega strompelend achter haar staan. De man in het raam was wanhopig: ‘Als jullie dichterbij komen, laat ik los.’ De vrouwelijke agent pakte een willekeurige stoel en ging rustig zitten. Het roepen op straat ging over in een maatvast gebrul: ‘Springen, springen, springen.’ De kreet weergalmde tussen de huizen en de echo kwam met enige vertraging aangerommeld als een bas met distortion. ‘We blijven hier. Ik wil alleen maar met je praten.’ De man reageerde niet. ‘Het is het niet waard; de dingen kunnen veranderen, het kan weer goed komen.’ De agente praatte langzaam en overtuigend, maar haar woorden werden verstoord door het vonnis van de straat, dus ze commandeerde haar collega naar beneden te gaan om een eind te maken aan het geschreeuw. De man in het raam keek haar smekend aan, alsof zij het kwaad uit de wereld kon halen, maar daarin vergiste hij zich vreselijk. Zodra ze alleen waren, veranderde ze als bij toverslag van houding. Als kind was ze haar vaders kleine poppetje geweest, totdat hij zich eindelijk dood zoop. Kleine meid, klein poppetje – de laatste dagen hadden veel in haar losgemaakt. Ze stond op en liep naar hem toe. ‘Spring of kom binnen, mij maakt het niet uit.’ Wantrouwend staarde hij haar een lange seconde aan, en toen liet hij los. Een huivering van vreugde in de menigte begeleidde zijn val. Een kruidenier in Arnborg, ten zuiden van Herning, midden in Jutland, juichte niet; hij was verbaasd. Drie vaste klanten waren zijn winkel binnengekomen, maar geen van hen groette hem. Nu bleven ze zwijgend en ernstig, zonder mandje staan. De een bij de marmelade en de jam, de ander bij de
wijnschappen, de derde bij de toonbank. Plotseling was het plompe geluid te horen van een pot jam die stukviel op de stenen vloer. ‘Hè, wat onhandig van me.’ De winkelier zei geruststellend: ‘Het geeft niet, Karsten, dat kan gebeuren.’ ‘Zo is het. Oeps, daar gebeurt het nog een keer. En hoeps, hoeps, hoepsasa.’ Elke uitroep werd gevolgd door doffe klappen van versplinterend glas. ‘Hé, wat doen jullie? Maak dat jullie mijn winkel uit komen.’ De man bij het wijnschap had zorgvuldig twee flessen uitgezocht. ‘Deze zien er goed uit. Ik denk dat ik die vanavond wil hebben. O, nee, nou ben ik toch ook al zo klungelig, wat een troep.’ De zwijgende klant bij de toonbank leunde voorover en legde een klauw op de schouder van de winkelier. De winkelier was groot en sterk, maar de man bij de toonbank was groter. ‘Jij hebt die lange slungel uit Sorvad toch in dienst, hè?’ ‘Nee, niet meer. Smijten jullie mijn spullen daarom kapot? Ik heb hem vanmorgen ontslagen; ik wist niet dat hij... nou ja, je weet wel was.’ Deze informatie bracht een glimlach op het gezicht van de drie mannen, en de ene haalde zijn portemonnee te voorschijn. ‘O, maar dat verandert de zaak. Wij hadden gehoord dat je hem wilde houden, ondanks zijn vuiligheid. Dat worden dan vijf potten jam, twee flessen rode wijn en dan had ik nog graag twintig Kings. En dan zijn we je nog wel een rondje verschuldigd in de aangrenzende vertrekken, zeker?’ De winkelier liet zich vermurwen toen hij het geld zag en dat van dat bier hoorde. ‘Ja, doe dat maar.’ Hij riep naar achteren: ‘Magda, wil jij je even verdienstelijk maken met een dweil en een emmer water?’ Toen wendde hij zich weer tot de mannen. ‘Jullie hadden het toch wel eerst kunnen vragen? Jullie kennen me toch.’ Ze knikten een beetje gegeneerd; dat was ook zo – ze kenden hem toch. n
crimelink 37
OPEN DEUREN
TEKST
O
p het moment dat dit geschreven wordt zijn we nog volop verwikkeld in onze heksenjacht. De foto van de van kinderverkrachting verdachte pedofiel bij diverse Amsterdamse crèches prijkt triomfantelijk, open en bloot op de voorkant van zichzelf respecterende kranten en op achtergrondschermen van praatprogramma’s. De opwinding ten aanzien van ons gelegitimeerde slachtoffer lijken we bevredigd te moeten zien in een gewelddadige openbare terechtstelling. Nog liever lynchen wij de man persoonlijk in een al dan niet gefantaseerde orgie van geweld. De wellust waarmee ieder intiem detail tentoon wordt gespreid en de voyeuristische verslaggeving van de privélevens van mogelijke betrokkenen, doen op hun beurt hitserig en pervers aan en weerspiegelen het o zo verachte gedrag. Onze gevoelens van boosheid en onmacht zoeken naar een weg om hem, de (vermoedelijke) dader – ons slachtoffer – nog onmachtiger, bozer en verdrietiger te maken en nog meer pijn te laten lijden dan wij zelf, wanneer wij ons in de plaats van de kinderen denken. En gaandeweg gaan wij daarmee steeds meer aan het daderprofiel voldoen. Pas als wij van plaats hebben gewisseld – de rollen hebben omgedraaid – lijkt iets rechtgezet te kunnen worden. Maar wat wordt er dan rechtgezet? Worden de schrik, de verwarring, de pijn en onmacht van de slachtoffertjes hiermee verminderd? Hun onschuld, hun onbevangenheid, hun waardigheid in ere hersteld? Wordt hun veiligheid verbeterd, worden hun ouders gerustgesteld? Worden er minder kinderverkrachters geboren of gevormd? Wordt de dader een ander mens? Is er iemand wijzer van geworden, begrijpt er iemand iets van wat er allemaal rondom en in ons gebeurt? Is er ergens een inzicht gegroeid? De schok van de pijn proberen we zo snel mogelijk van ons af te slaan en terug te kaatsen. Verontwaardiging is nou eenmaal een stuk prettiger om te voelen dan pijn, maar door die defensieve reflex om pijn te vermijden, zal de pijn niet makkelijk veranderen in iets anders dat minder destructief is. Afstand kan nog wel eens helpen om onze reactiepatronen onder ogen te zien. De zogenaamde dramadriehoek maakt inzichtelijk hoe wij automatisch in bepaalde rollen schieten en welke overtuigingen dit rollenspel gaande houden. Het ‘drama’ verwijst naar de dramatiek van het spelen van een rol, om de confrontatie met pijnlijke en beangstigende aspecten van de realiteit te vermijden. De driehoeksverhouding bestaat uit een Slachtoffer, een Redder en een Dader. Ieder handelt volgens een zogenaamd ‘script’, dat het resul-
38 crimelink
WENJA VAN DER MEULEN
S U R V I VA L
TEKST
Wenja van der Meulen is zelfstandig gevestigd als GZ-psycholoog in Amsterdam
Van drama naar drama driehoek taat is van een set van overtuigingen over hoe het leven zou dienen te verlopen. Dit script houdt – uiteraard – een miskenning in van de realiteit. Men heeft elkaar daarom nodig om zijn overtuigingen waar te maken. De posities die men kan innemen, worden simpelweg uitgedrukt in ‘oké’ of ‘niet oké’. De rolverdeling is als volgt: Redder: ‘Ik ben oké (en jij niet).’ Slachtoffer: ‘Ik ben niet oké (en jij wel).’ Dader: ‘Jij bent niet oké (en ik ook niet).’ In het drama dat zich ontvouwt worden deze rollen tegen elkaar uitgespeeld om – relatief – voordeel te behalen. Zo heeft de Redder een Slachtoffer nodig om zich over te ontfermen, vanuit een superieure positie – ‘ik weet beter wat goed voor jou is en kan beter voor jou zorgen dan jij’. De Redder voelt zich nuttig en nodig, hetgeen zijn behoefte om ‘oké’ te zijn bevestigt. Het Slachtoffer voelt zich bevestigd in zijn hulpeloosheid en passiviteit en hoeft geen verantwoordelijkheid te nemen. De Dader ten slotte kan zijn gelijk halen en zijn boosheid richten op de buitenwereld, zonder
Hans Moors is hoofd van de afdeling veiligheid, criminaliteit, welzijn en zorg en senior onderzoeker bij IVA Beleidsonderzoek en Advies aan de Universiteit van Tilburg
naar zichzelf te hoeven kijken. De dramadriehoek is uiteindelijk onproductief, want in plaats dat mensen in hun kwetsbaarheid, angst en pijn nader tot elkaar komen voor steun en troost, drijven zij elkaar verder uiteen. De tegenspelers dwingen elkaar in hun gepolariseerde rollen, maar tegelijk doen zij de driehoek elk moment kantelen, waardoor de antagonisten van plaats verwisselen en de rollen worden omgedraaid. Het ‘boompje verwisselen’ is begonnen. Zodra het Slachtoffer (of de Redder) bijvoorbeeld iemand beschuldigt en identificeert als ‘Dader’, wordt hij daarmee zelf tot Dader/ vervolger ten opzichte van die ander, die daarmee tot Slachtoffer wordt. Ook kan het Slachtoffer in opstand komen en zich – als Dader/aanklager – keren tegen zijn Redder. Het Slachtoffer kan zich ook rechtstreeks ontpoppen als Redder, bijvoorbeeld omdat de rollen op enig moment worden omgedraaid, of omdat hij het voorbeeld van zijn Redder naar anderen om hem heen gebruikt, als aangeleerde strategie. Zo zijn er steeds allerlei rolwisselingen mogelijk, zowel tussen mensen als in mensen zelf. Een dergelijke dynamiek van angst en (on) macht levert automatisch, defensief gedrag op, waardoor het effect dat dat gedrag op een ander heeft onvoldoende wordt gerealiseerd. Deze rolverdeling is niet constructief en zelfs disfunctioneel, omdat iedereen de ander er als tegenspeler bij nodig heeft, maar elkaar daarmee ook tegelijk in de tang houdt, zodat er voor niemand werkelijke groei of autonomie mogelijk is. De driehoek maakt de menselijke interacties zichtbaar en daarmee wordt ook het drama inzichtelijk. Mooi is natuurlijk als u deze stoelendans ook binnen uzelf herkent. Door achterover te zitten en gade te slaan is het distantiëren reeds begonnen, de regisseur geboren en het script opnieuw ter discussie. Vondel verwoordde het al: de wereld is een schouwtoneel, elck speelt zijn rol en krijght zijn deel. n In Open deuren belicht Crimelinks huispsycholoog allerlei maatschappelijke omstandigheden die raakvlakken hebben met veiligheid dan wel het gevoel van veiligheid
HANS MOORS
en criminaliteitsbestrijding – kunnen helpen? De kwijnende handel in soutanes zou ervan profiteren, maar op die manier pedo’s vangen brengt te veel praktische risico’s met zich mee. Wel lopen er interessante experimenten vanuit desistance of crime- en wrap around care-perspectief die laten zien dat zo’n aanpak bij de re-integratie van ex-delinquenten denkbaar en zinvol is. De goegemeente krijg je daar beslist niet warm voor. Die stoppen kinderlokkers liever in een onverwarmde trein, zonder wc, op een spoor met bevroren wissels voorgoed op weg naar de gevangenis (‘ga niet langs start’).
Hoe overleef ik de kinderliefhebbers?
T
erwijl Crimelink in retraite was, werd Nederland er niet gezelliger op. Het eerste sneeuwvleugje van het jaar leidde tot de langste file ooit. Prorail en NS moesten bij de minister op het matje komen omdat de treinen niet weersbestendig bleken. Bovendien hadden de nationale veevervoerders bedacht dat we ons gerief voortaan op de stations moesten zoeken (vijftig cent per plasje), want in de nieuwe treinen was geen ruimte voor wc’s. Bolkesteins bezorgde zinsnede over ‘bewuste’ Joden werd een mediahype die links en rechts over de open zenuw van onvaderlands antisemitisme raspte. Dat pedofiele fraters, paters en priesters aardig hadden huisgehouden en hun slachtoffers door de moederkerk onbehoorlijk in de steek waren gelaten, onderstreepte de commissieDeetman nog eens vakkundig in haar tussentijdse advies. Kwestie van Hulp & Recht reorganiseren, denken de bisschoppen. Wikileaks deed de historici onder ons een groot plezier. Diplomatieke geschiedenis is weliswaar een beetje uit, maar de wondere wereld voorbij de natiestaat gaat een
prachtig studiegebied worden. De actie om meer dan 250.000 embassy cables op internet te zetten, veroorzaakte een World of Warcraft met boze regeringen, verlegen diplomaten en anonieme hacktivisten die voor het vrije woord financiële instellingen lam legden. En toen bleek dat de kinderopvang Nieuwe Stijl evenmin van zonde vrij is. Bij mijn weten is Hoe overleef ik de kinderliefhebbers? nog geen bestseller. Een echte oplossing bestaat natuurlijk ook niet. Er is niet zoveel land meer vrij voor ‘bewuste’ lokkers en betasters. Moet je ze dan maar met huid en haar op internet zetten? Toegegeven: naming & shaming is een krachtig instrument – als er een reputatie te vernachelen valt. Maar de neveneffecten zijn al even stevig. Privacy en de individuele vrijheid om er typische hobby’s op na te houden zijn toch wezenlijke rechten. Wat er gebeurt als bekend wordt dat een pedo terug komt in de wijk weten we: angst, onrust en het risico van eigenrichting. Zou het inzetten van ervaringsdeskundigen – een onderschat instrument in de hulpverlening
Leefstijlonderzoeken tonen Nederlanders als somber. We hebben het goed, ofschoon onze kinderen het niet meer automatisch beter doen dan wijzelf. De samenleving is gejaagd, agressief en respectloos. Mensen zijn egocentrisch en hard jegens elkaar. Politici beschouwen de markt als toverzalf. Hun optimisme over de toekomst is steriel, verbindt niet, heeft geen hart. De teleurgestelde, ontevreden burger krijgt alle aandacht. Die paar positivo’s kiezen voor comfort, gemak, belevenissen en zoeken het zelf wel uit. En over de toekomst zijn we het eens: die is hetzelfde als nu, alleen erger. België mag dan ‘Europas kranker Mann’ zijn, Nederland is het droef te moede. De laatste tijd heb ik te weinig kinderen sneeuwpoppen zien maken. Ouders zijn misschien bang voor de wortelverkopers, maar om nu de winter alleen op televisie te bekijken gaat te ver. Het wordt tijd voor nieuwe helden (www.one11.nl). En tijd voor iets lekkers, zoals de Resto’s VanHarte laten zien. Mijn moestuin en fruitbomen stonden er goed bij dit jaar. De kippen zijn aan de leg. Wie strandt, is welkom. Wie komt, eveneens. Want om echt op elkaar te mopperen of te schelden, is internet toch zoveel minder praktisch dan de keukentafel. n In Survival belicht Hans Moors aspecten van sociale onveiligheid die van belang zijn in de overlevingsstrijd van de moderne mens
crimelink 39
DUPE
TEKST
ONNO DOKKUM
Waarschijnlijk had m’n vader nooit kinderen moeten krijgen Van artsen verwacht je toch wel menselijke betrokkenheid. Deze vader was arts, maar thuis maakte hij alles en iedereen kapot. op het witte paard. Ze trouwden en wij kwamen. M’n broertje, m’n zusje en ik. In die tijd moet-ie als een blad aan de boom zijn omgedraaid. Er bleek een beest, een duivel, in hem te schuilen. Of dat iets met ons te maken had, de kinderen, ik weet het niet. Maar feit was dat zowel ik als m’n broer en zus ons knap overbodig voelden. Ongewenst. Waarschijnlijk had m’n vader nooit kinderen moeten krijgen. Voor hem telde maar één ding en dat was carrière maken. Wij liepen hem alleen maar in de weg. Kinderen zijn hinderen. Althans, dat is mijn verklaring. M’n moeder kreeg de volle laag. Zowel verbaal als fysiek. Schelden, tieren, vernederen. Dat ze van simpele komaf was. Dat de kinderen, wij dus, haar intellectueel boven het hoofd groeiden. Als ze dan begon te huilen, volgden er klappen. Harde klappen. En als er drank in het spel was, en dat was altijd het geval, dan gingen bij m’n vader alle remmen los. Hij sleurde haar naar de slaapkamer en misbruikte haar seksueel. Keer op keer.’
gewoon vluchten, maar dat gaf haar zo’n schuldgevoel dat ze maar één werkelijke vluchtroute zag en dat was de dood. En de tragiek wilde dat ze talloze zelfmoordpogingen deed die allemaal mislukten. Op de laatste na. Ik raakte op een gegeven moment gewend aan het geluid van ambulances. Die reden bij wijze van spreken af en aan. Op een goeie dag is het haar gelukt. Ik was toen twaalf, dertien jaar. M’n vader vertelde tegen iedereen dat m’n moeder geestesziek was en dat-ie het maar zwaar had met haar.’
Zelfmoord ‘Ik trok me het lot van m’n moeder het meest aan. M’n zusje ging, als er weer herrie was, op haar kamer tekenen en verhalen schrijven. Sprookjes, gedichten, noem maar op. M’n broer zorgde dat-ie op tijd het huis uit was als m’n vader van z’n werk kwam. Die ging bij vriendjes spelen. Hij is op een gegeven moment naar Nederland vertrokken, naar een oom en een tante. Hij is later, net als m’n vader, arts geworden, psychiater. Het was een vreemde situatie. M’n vader
‘Uit angst en schaamte hielden we alles voor de buitenwereld verborgen’
HERMAN WOUTERS / HH
‘I
k ben geboren in Suriname. Eind jaren vijftig. Mijn moeder herinner ik me als een lieve, zachtaardige vrouw. Ze was van eenvoudige komaf. Haar ouders werkten op de plantages. Ze was bijzonder mooi. Het schijnt dat ze over belangstelling van mannen niet te klagen heeft gehad. Mijn vader was een man met twee gezichten. Naar buiten toe heel vriendelijk, voorkomend en een en al beschaving. Maar naar binnen toe, naar z’n gezin, was het een beest. Als-ie thuis kwam van z’n werk – hij was arts – dan was het elke dag hommeles. Eerst ging de fles open. Whisky. Alleen maar whisky. En niet zo’n beetje ook! Na een paar glazen was het altijd raak. Iedereen bij ons thuis wist wat er gebeuren ging. Hij begon te schelden en te tieren. Hij sloeg erop los. En dat was pas afgelopen als-ie van de drank out ging. Dan lag-ie letterlijk bewusteloos ergens op de grond. M’n moeder moest het nog het meest ontgelden. Die werd ook regelmatig tot seks gedwongen. Gewoon met de deur open. Dan had-ie zo veel drank op en was zo door het dolle heen dat elk gevoel van schaamte verdwenen was. Ik hoorde m’n moeder altijd zachtjes huilen als het weer gebeurde. Ze heeft me wel eens verteld hoe ’t zo gekomen was tussen haar en m’n vader. Toen ze ’m leerde kennen, was het de charmantste, liefste, knapste man die je je als vrouw maar wensen kon. Bovendien was-ie van goede komaf, en stond-ie op het punt om arts te worden. Huisarts. Natuurlijk zei m’n moeder ja tegen m’n vader. Voor haar was-ie echt een ridder
was arts en van artsen zou je toch mogen verwachten dat ze zich het lot van mensen aantrekken. Maar het tegendeel bleek dus het geval. Hij maakte alles en iedereen kapot. Op een of andere manier bleef alles binnenskamers. Iedereen bij ons thuis was monddood gemaakt. Eén groot zwijgen! Uit angst en schaamte hielden we alles voor de buitenwereld verborgen. Niemand in de omgeving wist wat er bij ons thuis speelde. Voor m’n moeder was het sprookje snel voorbij. Haar huwelijksbootje bleek zo lek als een mandje. Het liefst wilde ze weg,
Dood gedronken
Harm reduction
‘Ik was een moederskindje. We hadden hetzelfde karakter. Te goeder trouw en denken dat het kwaad altijd overwonnen zou worden. Ik verdedigde haar. Als ik tegen m’n vader zei: “Hou nou toch op! Doe ’t toch niet!” en begon te huilen, dan zei-ie: “Gaan we sentimenteel doen!” en dan kreeg ik tabletten om te kalmeren. Uit z’n eigen apotheek. Hij schreef ze zelf voor. Of hij haalde me ’s nachts uit bed en dan moest ik voor straf m’n kamer opruimen. Ik huilen, m’n moeder huilen. Dan werd m’n vader weer des duivels, vooral als-ie gedronken had. Dus huilen deden we op een gegeven moment ook maar niet meer. Mijn moeder was letterlijk en figuurlijk murw gebeukt door m’n vader en schikte zich uiteindelijk in haar lot. Ze was een stille slavin geworden. Vreselijk. Ze accepteerde alle klappen die ze kreeg. Ze had eigenlijk maar één oplossing: vluchten, weglopen. Maar ze wist dat ze ons, haar kindertjes, nooit meer zou zien. Dat was voor haar niet te verkroppen. Daarom heeft ze waarschijnlijk een einde aan haar leven gemaakt. Ze zag geen uitweg meer. M’n vader heeft zich op een dag dood gedronken. Tenminste, dat is het verhaal. Ik was ’m toen ook al naar Nederland gesmeerd. Ik ben nog een keer naar Suriname teruggegaan. Naar het graf van m’n vader. Een paar jaar geleden. Dat was nadat m’n zusje vertelde wat er allemaal gespeeld had. Zij was door m’n vader ook misbruikt en het bleek dat m’n vader vroeger op een katholiek internaat ook misbruikt was. Toen vielen alle puzzelstukjes op z’n plaats. Geweld is altijd te verklaren vanuit eerder geweld. Daar ben ik inmiddels wel achtergekomen. Verder bleek m’n vader niet tegen teleurstellingen te kunnen. Hij kon het niet verkroppen dat-ie als arts geen medicijn tegen de dood had. Dan heb je het als arts niet gemakkelijk. Tenminste, dat lijkt me.’
‘Het is opvallend hoe het verleden de toekomst bepaalt. M’n broer is psychiater geworden, m’n zus schrijfster. Zij ziet het papier als psychiater. En ik heb het tot jurist geschopt. Waarschijnlijk omdat ik toentertijd op zoek was naar de oorsprong van recht en onrecht. Die zoektocht was niet eenvoudig. Sterker nog, ook binnen de rechtspraak is een hoop krom. Om het maar zachtjes uit te drukken. Ik raakte aan de drank, net als m’n vader. En heb ook ter verlichting van mijn lot een tijd heroïne en andere spullen gebruikt. Nu gaat het redelijk met me. Ik ben bij een verslavingszorginstelling onder behandeling en gestabiliseerd op methadon. Harm reduction heet dat met een sjieke term. De bedoeling is dat ik op een gegeven moment ga afbouwen, en op eigen kracht, zonder hulp- en roesmiddelen m’n levenspad vervolg. Maar makkelijk is het niet. Ik tob veel. En zelfs nu ik weet waar de agressie van m’n vader vandaan kwam, blijf ik moeite houden met het verleden. En daardoor ook met de toekomst. Het is grappig, of misschien is grappig niet het juiste woord, dat geen van ons drieën, noch m’n broer, noch m’n zus, noch ik, het heeft aangedurfd om kinderen te nemen. Waarschijnlijk zijn we toch bang voor onszelf, ook op dat vlak. We hebben wel alle drie een relatie. Ik heb mezelf weer bij mekaar geraapt en werk als jurist in de schuldsanering. Ik lees veel. Vooral zware boeken. Flaubert, Celine, Reve. Die laatste heeft wel iets moois, troostrijks gezegd. Ik geloof zoiets als: “Niet tobben. Moedig voorwaarts!” Daar hou ik me maar aan vast.’ n In Dupe vertellen slachtoffers van misdaad of politieke regimes hun verhaal. Hierbij wordt het taalgebruik van betrokkenen zoveel mogelijk gerespecteerd
‘Mijn vader was vroeger op een katholiek internaat ook misbruikt’ Priestergewaden in een etalage
40 crimelink
crimelink 41
LET WEL, EEN OPMERKELIJKE UITSPRAAK
Pedofiele verdachten hebben effectieve rechtsbijstand nodig
TEKST
CLAUDIA VAN OORT
Claudia van Oort is strafadvocaat in Rotterdam
Alle personen die worden aangehouden hebben tegenwoordig het recht om vóór het eerste politieverhoor een advocaat te raadplegen. Om te voorkomen dat verdachten op een advocaat moeten wachten en daardoor langer dan nodig op het bureau moeten blijven, is er onlangs in Rotterdam-Rijnmond geëxperimenteerd met videoconsulten.
de verhoren louter passief mogen opstellen, kunnen zij verdachten het beste adviseren te zwijgen. Op een zwijgende verdachte wordt weliswaar doorgaans iets meer pressie uitgeoefend, maar uiteindelijk zal zwijgen toch tot minder verklaringen van verdachten leiden. De verhoren – en eventuele bekentenissen – worden dan vanzelf minder belangrijk.
D
Pedofiele verdachten staan in de gevangenis dusdanig onder aan de ladder dat zij zich ten opzichte van medegevangenen nogal eens voordoen als ‘stoere’ drugs- of wapenhandelaar. Ook bij politieverhoren zijn pedofielen soms niet de verdachten die op het meeste respect kunnen rekenen. Een advocaat die controle uitoefent op de gehanteerde verhoormethoden, de naleving van het pressieverbod en de juistheid van het proces-verbaal is dan verre van een overbodige luxe. Voor pedofiele verdachten is niet alleen bijstand van een advocaat belangrijk. Het zou ook nogal helpen als we stoppen met de hetze tegen pedofielen en in plaats daarvan beseffen dat een pedofiel nog geen pedoseksueel is. De meerderheid van de pedofielen vergrijpt zich niet aan kinderen en kan heel normaal in de samenleving functioneren. En voor pedofielen die wel een pedoseksueel delict plegen, geldt dat zij dit doen vanuit een psychische stoornis. Pedofilie is een psychische stoornis, een parafilie om precies te zijn. Iemand die handelt vanuit een stoornis, is niet of verminderd toerekeningsvatbaar. Dit heeft voor de rechter consequenties voor de straftoemeting. Een van de kernwaarden van het Nederlandse rechtssysteem is namelijk het principe ‘straf naar de mate van schuld’. Buiten de rechtszaal lijken maar weinigen dit principe te kennen, laat staan zich hier wat van aan te trekken. Zonde. n
e aangehouden verdachten, zowel meerder- als minderjarigen, die voorafgaand aan het eerste politieverhoor een advocaat wensten, kregen een consult via een videoverbinding aangeboden. Verdachten die tegen deze wijze van bijstand bezwaar maakten, kregen op de gebruikelijke wijze een advocaat op het politiebureau te spreken. Momenteel vindt een evaluatie van de proef plaats. Dat verdachten recht hebben op een advocaat vóór het verhoor en dat het gebruik maken van dit recht niet tot een onnodig lang verblijf op het bureau moet leiden, is duidelijk. Maar of videoconsulten nu de oplossing zijn, is de vraag. Een van de verdachten die ik in het kader van de proef wilde adviseren zei me: ‘Ik wil geen tv-advocaat, maar gewoon een echte.’ Er zijn waarschijnlijk weinig verdachten die dit durven zeggen, maar ik schat in dat een substantieel aantal het denkt.
Rechtsbijstand ook tijdens het politieverhoor Als de advocatuur, het Openbaar Ministerie, de politie en de andere betrokken partijen straks overeenstemming hebben bereikt over de wijze waarop de consultatiebijstand in de praktijk vormgegeven moet worden, zijn we er nog niet. Minderjarigen hebben al recht op bijstand tijdens het politieverhoor en met de uitspraak van het Europese Hof in de zaak Brusco tegen Frankrijk kunnen we (vroeg of laat) ook voor meerderjarigen niet meer om het
recht op verhoorbijstand heen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de bijstand van een advocaat tijdens het politieverhoor het aantal valse bekentenissen doet afnemen, omdat de politie dan minder geneigd is ‘intimiderende ondervragingstechnieken’ te gebruiken. Bovendien bevordert de aanwezigheid van een advocaat bij het politieverhoor de kwaliteit van het proces-verbaal. De aanwezigheid van de advocaat bij het politieverhoor heeft dus evidente voordelen. Toch gaan er in Nederland nog steeds genoeg stemmen op tégen de aanwezigheid van een advocaat bij het politieverhoor. En als een advocaat thans in de praktijk van het Openbaar Ministerie wél toestemming krijgt om bij het politieverhoor aanwezig te zijn, dan wordt hij in beginsel geacht passief te zijn. Ik vind dat advocaten geen genoegen moeten nemen met een passieve rol. Verdachten hebben immers recht op effectieve rechtsbijstand van een advocaat. Zolang advocaten niet bij de politieverhoren aanwezig mogen zijn dan wel zich tijdens
Een pedofiel is nog geen pedoseksueel
In Let wel, een opmerkelijke uitspraak worden meestal rechterlijke uitspraken behandeld die directe en ogenblikkelijke relevantie hebben voor een breed publiek
Ook bij politieverhoren zijn pedofielen soms niet de verdachten die op het meeste respect kunnen rekenen crimelink 43
I N T E R V I E W P E T R U S C . VA N D U Y N E C R I M I N O L O G I S C H K L I M A AT I N N E D E R L A N D : D R O O G , D O R E N B E L E I D S A F H A N K E L I J K
‘Ik ben onafhankelijk en ongebonden’ Van zijn generatie was Petrus van Duyne de kleurrijkste criminologiebeoefenaar. Origineel in zijn studie van georganiseerde misdaad; nooit te beroerd om collegawetenschappers publiekelijk de les te lezen; stijf in zijn opvatting dat wetenschap waardevrij moet worden bedreven. Als eenling in het criminologisch landschap zette hij zich in voor internationaal onderzoek naar grensoverschrijdende misdaad. TEKST FOTO’S
ARCHIE BARNEVELD en BOB HOOGENBOOM JAAP BARNEVELD
J
e gaat binnenkort met pensioen bij de Universiteit van Tilburg. Maar je blijft actief voor het Cross-border Crime Colloquium, je valt dus niet stil? ‘Haha, nee, dat zouden velen wel willen, maar dat gebeurt niet!’ Wat heb je eigenlijk gestudeerd? ‘Taalpsychologie, filosofie en later rechten, na mijn proefschrift in 1983.’
Ik (AB) leerde jou zo’n twintig jaar geleden kennen toen je bij het WODC werkte. Je hebt daar lang gezeten? ‘Van 1977 tot 1996. Daarna was ik voor de helft van de tijd gedetacheerd vanuit het WODC. Ik was toen bezig met onderzoeken naar georganiseerde misdaad, waar ik twee rapporten over maakte. Misdaadondernemers en Het spook en de dreiging van de georganiseerde misdaad. Die waren gebaseerd op CRIrapportages en op politie- en strafdossiers.’ In de tweede helft van de jaren tachtig had je die CRI-rapporten met vijf of acht criteria voor georganiseerde misdaad met daaraan gelinkt wel zo’n 250 misdaadgroepen. ‘Dat was volkomen fout en voos. Die aantallen die in de krant kwamen waren gewoon de formulieren die ze bij de CRI telden. Dat was een publiek en politiek misleidende verslaggeving. Duidelijk gemanipuleerd door de PG Gonsalves, de voorzitter van de
44 crimelink
gelijknamige commissie. Als zulke fouten en misleiding ten beste waren gegeven op het gebied van Volksgezondheid, dan waren er koppen gerold. Dat kwam pas vijf jaar later uit, maar haalde niet meer dan één kolommetje op pagina 4 van het Utrechts Nieuwsblad. De toenmalige korpschef Wiarda kwam toen daarmee. Maar op een ander beleidsterrein was het een grote kop geworden: De overheid fraudeert met cijfers…’ Later had je weer andere criteria voor misdaadorganisaties. ‘Er kwamen er ook van de Europese Unie en elders uit het buitenland. Methodologisch stak het allemaal ronduit slecht in elkaar. Daar kon je niet op meten. Er was maar één lijstje met definities dat goed sluitend was en dat was ontworpen door de KLPD (Korps Landelijke Politiediensten –red.). En vervolgens is die door de dienstleiding en de politie niet aanvaard. En zo viel men terug op de verkorte definitie van Fijnaut die eigenlijk niet deugde.’ Al zo’n twintig jaar geleden had jij wel een bijzondere positie in het criminologendebat. ‘Er was en is nauwelijks een debat. Wel in het buitenland. Veel criminologen toen hadden autistische trekjes waardoor het bij een “debat” voor doven bleef. Ook over de definitie van “georganiseerde criminaliteit”. Die van Fijnaut klopte gewoon niet, die was niet
voldoende, dat was helemaal geen definitie. Die leunde op een bepaald beeld dat hij had van misdadigers. Het was meer een weerspiegeling van zijn “ergheidsbeleving”, die hij tot de IRT-uitbarsting consequent heeft uitgebouwd. Dat heeft grote invloed gehad op de politiek, want aan iets wat “erg” is kun je makkelijk een geweldige begroting hangen. Iets wat alleen maar technisch vervelend is, dat krijg je nooit goed begroot. Zie alle inzet die bijvoorbeeld op het gebied van fraude wordt gedaan, die is binnen drie jaar weer afgekalfd. “Georganiseerde misdaad” is de meest succesvolle formule geweest die wij in de beleidsvorming gehad hebben. Misschien nu wat ingehaald door “terrorisme”. Dat zijn de beste verkoopvlaggen die je je kunt voorstellen, toen en nu.’ Wat hield die ‘eigen’ positie van jou in het criminologenlandschap in? Tussen lieden als Fijnaut, Van de Bunt, Bruinsma en Bovenkerk. Die wél samen voor de commissie-Van Traa dat onderzoek naar de georganiseerde misdaad in Nederland deden? En waar jij niet bijzat. ‘Ik ben tijdens de voorbesprekingen bij Van Traa langs geweest. Ik was toen al aan het schrijven. Dat had om onbekende redenen de gramschap van Fijnaut opgeroepen. Van Traa vroeg: Petrus, kan jij met Fijnaut door één deur? Ik had daar geen antwoord op. Kennelijk wist hij iets wat ik niet wist. Maar ik ben gewoon doorgegaan met schrijven, niet om de wereld te verbeteren maar wel om met een cynisch-opgewekte grijns weer te geven wat ik zag. Ik ben onafhankelijk en ongebonden, ik zat en zit niet in de “hoofdstroom” van enig onderzoek. Ook die discussie over de definitie van “georganiseerde misdaad”, dat deed me sterk denken aan de middeleeuwse scholastiek. En daar wilde ik geen tijd aan besteden. Dat niveau van criminologiebeoefening zonder behoorlijke operationalisering, daar wilde ik niet in meegaan. Met toepassing van het bekende zuinigheidsbeginsel heb ik toen mijn eigen begripsomschrijving gehanteerd. Ik hoefde zo het begrip “georganiseerde misdaad” helemaal niet meer te gebruiken. Wel “misdaadondernemers” en “ondernemende misdadigers” en dat heeft bij het > lezen niemand gestoord.’
crimelink 45
‘Ik heb toen al die elkaar over georganiseerde misdaad naschrijvende criminologen behoorlijk gehekeld’ Waarom is hier het criminologendebat in vergelijking met het buitenland zo marginaal ontwikkeld? ‘Beetje dorpspolitiek. De molenaar aan de rand van het dorp is een beetje de “gekke jongen”, die staat er wat buiten. Ik heb mij er ook niet erg in verdiept. Kan om afgunst gaan. Eerst was ik voor de commissie-Van Traa niet uitgenodigd om te spreken, en later tot ergernis van die vier werd ik wél uitgenodigd. En toen ik tijdens een congres een scherpe taalkundige analyse gaf van hun gehanteerde definitie van georganiseerde misdaad, vroeg mij een goede bekende: “Wanneer word je nu ontslagen?” Rare vraag. Van zo’n klimaat word je allemaal geestelijk niet rijker. Daarom heb ik mij vanaf 1996 ook meer gericht op netwerkvorming in het buitenland. Toen ben ik ook als halftime hoogleraar in Tilburg begonnen.’ Ben je eigenlijk vanuit Justitie verbannen? Ja, dat is zo. Ik ging halftijds naar Tilburg en halftijds werd ik vanuit het ministerie verbannen. Men stelde niet langer op prijs dat ik nog iets voor Justitie deed. De hoop was dat ik niet meer terugkwam. Want men vond mij op het hoogste niveau onbestuurbaar. Terwijl ik als schrijver van al die rapporten uitermate gouvernementeel was. Geen slaande deuren, geen roddels verder, zo gaat het kennelijk in de Grote Mensen-wereld. Wie was toen de baas van het WODC? ‘Van de Bunt. Die wilde toen de uitgave van mijn boek Het spook en de dreiging van de georganiseerde misdaad verbieden. Na vier jaar vergaderen met de begeleidingscommissie kwam hij ineens met bezwaren vanuit het WODC. Hij vond onder andere dat ik het te eenvoudig had geschreven. Daarom vond hij het “geen goed boek”. Het kwam toen niet tot een schriftelijk publicatieverbod, en onder de titel Het Spook en de dreiging van de georganiseerde misdaad werd het uitgegeven op gezag en last van de directie Politie waar ik toen was gedetacheerd. Terwijl het bedoeld was als WODCuitgave1. Mijn hypothese daarvoor is dat het te veel een schaduw zou werpen op de exclusieve deskundigheid van de vier criminologen die aan het werk moesten gaan voor de commissie-Van Traa. Het spook en de dreiging was een succes en ik heb me in al dat gedoe niet verder verdiept.’
46 crimelink
Zijn je relaties met de mainstream-criminologie nu wat genormaliseerd? Wij zijn nu toch vijftien jaar na dato. ‘Er is verder geen contact geweest, we leven gewoon langs elkaar heen. Ik werk met mijn mensen in het buitenland. Nee, ik heb nu elf colloquia georganiseerd en ondanks zelfs persoonlijke uitnodigingen is er nog nooit een Nederlander verschenen. Behalve Dina Siegel die wat breder kijkt. Ik had net zo goed op de Universiteit van Groenland kunnen zitten of zo.’ Wat is tot nu de productie van het Crime Colloquium? ‘Tien boeken en tegen de honderd afzonderlijke bijdragen. Nederland had ook geen belangstelling om eens een colloquium te organiseren, ik heb dat wel aangeboden. Daarom zijn ze allemaal in het buitenland gehouden. Maar verder is er helemaal geen polemiek of zo, ik ga gewoon mijn eigen gang en dat is goed zo.’ Jouw intree-rede in Tilburg viel toch niet zo goed bij iedereen? ‘O ja, die riep grote boosheid op bij de criminologen in Nederland. Met verwijzing naar Menno ter Braak had ik namelijk gezegd dat Nederland nog steeds een domineesland was. En dat de criminologie ook nog geen afscheid had genomen van domineesland. Wij lopen nog voortdurend te zalven en te verbeteren. Een experimenteel psycholoog doet dat niet, die onderzoekt om te weten en komt pas in hoofdstuk 6 met verbeteringen. Ik laat mijn kennisbehoefte niet bepalen door verbeteringsdrift. Je ziet in Nederland veel dominee-achtige druiloorschrijverij, overheerst door de Vrij Universiteit overigens. Nou, dat maakte allemaal geen vrienden natuurlijk. Ik werd toen gewezen op een kritisch artikel daarover van Chrisje Brants in het Tijdschrift voor Criminologie, dat ik nauwelijks meer inkeek. Daar heb ik toen nog gereageerd op die domineesdochter. En dat was de eerste en de laatste keer dat ik zoiets als een polemiek voerde. Daarna heb ik vrijwel niets meer in het Nederlands geschreven, maar des te meer in het Engels.’ Hoe zou je de criminologische theorievorming in Nederland sinds 1960 willen indelen? ‘Dat is een moeilijke vraag, ik ben niet eens een criminoloog. Iedere keer als ik
als psycholoog daarvan iets ging lezen, kreeg ik de zenuwen van het gedruiloor van Bianchi, Jongman en anderen. In die “kritiese verbeteringsleer” van de “kritiese kriminologie” bleef de zendingsdrang naar het Goede zitten. Eigenlijk is het een soort van criminele theologie. Daarna kreeg je de volstrekt nutteloze strijd tussen de anti- en gouvernementele criminologen. Vervolgens had je het uitlogen en uitbleken van iedere vorm van individuele kritische zin. Dat was de tijd dat het WODC werd ingekapseld door Junger-Tas en overvleugeld door Steenhuis. En toen veranderde het wetenschappelijk klimaat voor de criminologiebeoefening nogal.’ Licht dat eens toe. ‘Het WODC werd voor wat betreft de geldkraan gereorganiseerd en toen is iedereen keurig in de rij gaan staan. Want toen de verdeling van de subsidiegoederen nog werd gedaan door het Bureau Externe Wetenschappelijke Betrekkingen had men daarmee een afzonderlijk en onafhankelijk beslissingsorgaan. Maar na de reorganisatie onder Van de Bunt werden de beslissingen over de gelden genomen door het hoofd WODC. De wetenschappelijke wereld bepaalde niet meer zelf de verdeling van haar eigen subsidiestroom. Nu is het zelfs zo dat alle wetenschappelijke publicaties van welk een buiteninstituut, zoals een universiteit, dan ook, WODC-publicaties worden genoemd. Tot mijn grote verbazing kwam en komt daar geen enkele criminoloog tegen in verzet. Men heeft gewoon geaccepteerd dat de beslissing over de geldstroom door de beleidsdirecties van Justitie wordt gedaan. Als je een wetenschappelijk landschap hebt dat aanvaardt dat de aard en wijze van onderzoek niet wordt bepaald door het corps van wetenschappers maar door ambtenaren, dan heb je een criminologiebeoefening die droog, dor en afhankelijk is. Zo werd de afhankelijkheid van de criminologische wetenschappers van het ministerie, lees de beleidsdirecties, vergroot. Dat heeft men aanvaard, dat vindt niemand gek.’ Jij hebt ook je handen vol aan het Crime Colloquium? Hoe is dat ontstaan? ‘In 1998 wilde ik vanuit Tilburg een internationale conferentie over grensoverschrijdende misdaad beleggen. Dat zou een
1 Henk van de Bunt bevestigt desgevraagd dat de beslissing tot niet-publicatie onder WODC-vlag werd genomen in overleg met de betreffende begeleidingscommissie en de staf van het WODC. Van Duyne kreeg wel de ruimte om het boek zelf uit te geven, hetgeen gebeurde bij de Sdu. Van ‘gezag en last’ van directie Politie zou geen sprake zijn geweest.
Naar welk deel van Europa wil je het Colloquium uitbreiden? ‘Volgend jaar probeer ik de Scandinavische landen erbij te betrekken. Maar als dat niet lukt, zakken wij gewoon weer de Balkan in. Dat is lekker goedkoop en ze hebben er ook lekkere wijn. We zien het wel. Wij hebben ook geen echte structuur, net als de georganiseerde misdaad hebben we een ongrijpbaar netwerk.’
betaalde conferentie worden met ondersteuning van de politie om voor de nodige betalende deelnemers te zorgen. Maar toen dreigde er toch een financieel tekort te ontstaan, waardoor de conferentie op losse schroeven kwam te staan. Toen sprak ik met een vriend die werkte voor het Instituut voor Criminologie en Sociale Preventie in Praag. Met hem organiseerde ik toen daar die conferentie, zonder gedoe van subsidie en pottenkijkers. Alle deelnemers betaalden hun eigen reis en de gastheer betaalde het verblijf. Kosten en inkomsten van het begeleidende boek werden gedeeld. Zo is het ontstaan en die formule is steeds gevolgd. Zo bedelden we elk jaar wat rond en gingen wij van hoofdstad tot hoofdstad.’ Hoe groot is die groep die dan bij elkaar komt? ‘Zo’n 25 auteurs, inclusief aanwezigen van het gastland kom je dan op zo’n veertig personen. Allemaal onderzoekers uit diverse disciplines, want anders kom je niet tot goede publicaties. Aan politiemensen en officieren van justitie heb je niks, want die kunnen niet schrijven. En het Leitmotiv is dus de grensoverschrijdende misdaad, bijvoorbeeld sigarettensmokkel, vrouwenhandel en dergelijke. Een aantal van die mensen heeft dit goed kunnen gebruiken voor hun carrière, is hoogleraar geworden.’ Zit er veel (schrijf)talent in die Oost-Europese landen? ‘Nee, ze lopen jaren achter. Maar de jongeren lopen snel in. Ouder dan 45 jaar, zij die
het communisme nog hebben meegemaakt, die kun je gevoeglijk afschrijven. Maar bij de anderen is er veel collegialiteit onder elkaar, men is leergierig en dat werkt erg prettig.’ Heb je die omstandigheden ook niet gemist hier in Nederland? ‘Ja, daar heb je niet veel van hier. Het leuke van het Colloquium is dat we geen status zoeken en gewoon doorgaan. We nodigen nieuwe mensen uit en zo verbreidt de kennis zich ook. We lopen ook niet naast onze wetenschappelijke schoenen, daar wordt helemaal niet over nagedacht. Het kost wel tijd en moeite om het schrijfniveau vast te houden. Bij de Oost-Europese schrijvers is het vaak meer een kwestie van reconstrueren dan redigeren. Maar daar ligt ook een pedagogische en educatieve taak voor ons.’ Kun je je voorstellen dat jullie eens ingekapseld worden door een internationaal orgaan, bijvoorbeeld de EU of de Raad van Europa? En dat je dan weer met subsidies moet gaat werken? ‘Ik heb een keer iets aangevraagd in die zin. Maar daar kwam zoveel bureaucratie bij kijken dat ik bang was dat onze aanvraag zou worden gehonoreerd. En het niveau waarop Brussel dat evalueerde was dermate bedroevend dat ik uiteindelijk besloot daar geen tijd meer in te steken. Achteraf was ik blij, want het is echt een karrenvracht aan administratie en last die je krijgt.’
Zie je inmiddels in al die publicaties van het Colloquium iets terug van je eigen gedachten over misdaad? ‘Ja, de marktbenadering bijvoorbeeld en begrippen als netwerken, gedrag en dynamiek, minder hiërarchie in de georganiseerde misdaad, dat is er wel in geslopen. Je ziet toch wel verschillende stroompjes als een soort cement in al die colloquiumbundels neerslaan.’ Heb je nog een bijzonder plezierige herinnering aan iets wat je hier in Nederland aan de criminologiebeoefening hebt bijgedragen? ‘Ja, in 1992 of 1993 schreef ik op de achterkant van de NRC een artikel, De Vikingen komen. Met van die bollende zeilen op hun boten. Dit was naar aanleiding van een seminar over georganiseerde misdaad en terrorisme. Bovenkerk kon toen niet, die was te druk met Bettine Martens, dus ik viel voor hem in. Ik heb toen al die elkaar over georganiseerde misdaad naschrijvende criminologen behoorlijk gehekeld. Ik had toen een vergelijking gemaakt met de monnik Beda die vroeger over de inval van de Noormannen schreef. Andere monniken schreven hem na en zo ontstond het beeld van “de Noormannen komen”. Niemand reageerde op deze vergelijking, maar drie jaar later zei Wooldrik, hoofd Directie Politie, toen ik bij hem gedetacheerd was: “Maar Petrus, als je dat soort dingen schrijft, dan praten we niet meer met je.” Dat zei hij letterlijk!’ Je schrijft altijd erg beeldend. Heb je ook een bepaald beeld dat op jou persoonlijk slaat? ‘Kijk maar op de achterkant van het logo van de Colloquium-groep, dan zie je het vosje. Het vosje kan je niet temmen, niet domesticeren, niet oefenen, niet gevangen houden; die is autonoom, ontembaar en vrij. Dat spreekt mij wel aan.’ n
crimelink 47
lezen
P U B L I C AT I E S
TEKST
MARSHA DE VRIES en GUUS MEERSHOEK
Criminologen kunnen leren van de penose Wat beweegt daders? Criminologen gebruiken vele bronnen en onderzoeksmethoden om inzicht te krijgen in de aard, omvang en achtergronden van criminaliteit. Al deze bronnen en methoden kennen hun methodologische beperkingen. Zo maken analyses van politieregistraties en slachtofferonderzoeken criminaliteitstrends inzichtelijk, maar geven zij geen volledig en representatief beeld van de criminaliteit die in werkelijkheid plaatsvindt. Opsporingsdossiers leren ons over de werkwijzen die daders hanteren bij het uitvoeren van hun delicten, maar zijn tegelijkertijd slechts een reflectie van de prioriteitstelling en werkwijze van opsporingsinstanties. Gesprekken met daders leveren een beeld op van de motieven en oorzaken die ten grondslag liggen aan crimineel gedrag en vormen daarmee een waardevolle bron van informatie voor criminologen. Het zijn uiteindelijk alleen de daders zelf die ons, zij het vanuit hun eigen perspectief, kunnen vertellen over hoe zij tot hun daden zijn gekomen. Tegelijkertijd roept dergelijk onderzoek de vraag op in hoeverre daders in staat en bereid zijn de waarheid te vertellen over hun criminele activiteiten en hoe je als onderzoeker deze informatie kunt controleren en valideren. In een studie die onlangs onder redactie van Wim Bernasco is verschenen staat offender based research centraal, een term waaronder zowel observaties van daders als interviews met daders worden geschaard. Deskundige auteurs, van wie sommigen zich al decennialang bezighouden met onderzoek onder daders, gaan in hun bijdragen in op de meerwaarde van dergelijk onderzoek, op de wijze waarop daders gemotiveerd kunnen worden om de waarheid (of hun waarheid) te vertellen en op de vraag hoe de juistheid van de informatie die door daders wordt verstrekt kan worden gecontroleerd. Daarnaast beschrijven zij hoe, waar en onder welke omstandigheden daders het beste geobserveerd en geïnterviewd kunnen worden. In de studie wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoek onder gedetineerden en onderzoek onder actieve daders, een onderscheid dat vanuit methodologisch oogpunt gezien minder relevant blijkt te
48 crimelink
zijn dan verwacht. Een veelgehoord kritiekpunt als dat zich in de gevangenis slechts onsuccesvolle criminelen zouden bevinden wordt door verschillende auteurs op overtuigende wijze weersproken en in de praktijk blijkt het niet zo te zijn dat daders in detentie minder worden afgeleid door andere bezigheden dan daders die op vrije voeten zijn. De problemen waar onderzoekers mee te maken krijgen, komen voor een groot deel overeen, onafhankelijk van de context waarbinnen dader en onderzoeker elkaar treffen en onafhankelijk van de keuze voor interviews of observaties. Het blijkt in de eerste plaats lastig om een waarheidsgetrouw en compleet beeld te krijgen van criminele activiteiten en van de motieven die daaraan ten grondslag liggen. Auteurs zijn eenduidig in hun oordeel dat de validiteit van offender based research is gebaat bij variatie in de methoden en bronnen die worden gebruikt. Tijdens interviews moeten niet alleen vragen worden gesteld; beeldmateriaal als foto’s en kaarten kunnen helpen om een beter beeld te krijgen van de beweegredenen en criminele handelingen van daders. En naast interviews met en observaties van daders, zou gebruik gemaakt moeten worden van documenten als rechtbankverslagen en opsporingsdossiers, en moeten de verhalen van daders geverifieerd worden door andere betrokkenen zoals mededaders, slachtoffers, getuigen en ook vrienden en familieleden van daders te interviewen. Meerdere gesprekken en observaties zijn wenselijk om een goed beeld te krijgen van wat daders beweegt bij het plegen van hun delicten en om daarnaast een tweede uitdaging die zich voordoet bij offender based research, het opbouwen van een band tussen onderzoeker en dader, het hoofd te bieden. Ook een gedegen uitleg van het onderzoek waarin de onderzoeker beschrijft naar welke informatie hij op zoek is (en naar welke informatie zeker niet) en aangeeft dat hij geheimhouding garandeert kan hieraan bijdragen. Een derde uitdaging is het vinden van de juiste respondenten. Verschillende auteurs pleiten ervoor daarbij gebruik te maken van het sociale netwerk van daders om zo namen te krijgen van andere mogelijke respondenten. Voor mij springt de bijdrage van Zhang eruit. Aan de hand van jarenlang onderzoek
onder Chinese mensensmokkelaars weet hij de problemen die zich voordoen bij offender based research en de manier waarop hij daarmee is omgegaan op boeiende wijze te beschrijven. Sociale netwerken bleken hierbij van groot belang. De studie van Bernasco en anderen is zeer waardevol voor onderzoekers die gebruik willen maken van observaties van daders en interviews met daders. De valkuilen van dergelijk onderzoek worden inzichtelijk gemaakt en de auteurs slagen in hun doel om handreikingen te bieden om de validiteit van offender based research te vergroten. Doordat verschillende auteurs dezelfde vragen als uitgangspunt nemen, terwijl tegelijkertijd het onderscheid in context en methode methodologisch gezien minder grote gevolgen blijkt te hebben dan verondersteld werd, is het echter wel zo dat er een grote mate van overlap zit tussen de verschillende bijdragen, wat bij de lezer op een gegeven moment tot een gevoel van verzadiging leidt. (MdV) W. Bernasco (ed.), Offenders on Offending: Learning about Crime from Criminals. Cullompton (Willan), 2010
Integriteit onderzocht In de afgelopen drie decennia is integriteit een belangrijk thema geworden in de veiligheidszorg. Misdragingen werden altijd al bestraft, maar voortaan diende ook ongepast optreden dat vaak een voedingsbodem voor wangedrag is, niet langer te worden afgedekt met een beroep op de eigen professionaliteit: het vergde en vergt persoonlijke verantwoordelijkheid. Het interne onderzoek werd nieuw leven ingeblazen en allerlei vormen van intervisie werden geïntroduceerd. De Amsterdamse korpschef drukt zijn medewerkers tegenwoordig op het hart om hun eigen hoofdcommissaris te zijn. Het door Frans Denkers geïntroduceerde idee van een moreel kompas, ontleend aan de eigen levenservaring, verschaft hun enige ruimte voor een persoonlijke invulling van die norm. In de in opdracht van de Stichting Politie en Wetenschap uitgevoerde studie Het integriteitsbeleid van de Nederlandse politie biedt de Amsterdamse politieonderzoekster
Mieke van Tankeren een overzicht, analyse en waardering van deze belangrijke ontwikkeling in de politie. Vier korpsen houdt zij in het bijzonder tegen het licht: niet alleen Amsterdam-Amstelland dat op dit terrein een pioniersrol vervulde, maar ook Drenthe, Midden-West-Brabant en Rotterdam-Rijnmond. Het resultaat is een helder, informatief overzicht van het brede scala aan uitgedragen visies, trainingen en tuchtrechtelijk optreden dat in de politie zijn intrede heeft gedaan. Van de praktische uitwerking van al deze initiatieven wordt een nuchter beeld gegeven, onderbouwd met interviewfragmenten. De mate waarin de politie er werk van maakt, loopt sterk uiteen. De onderzoekster onderscheidt vijf grondvormen: sommige korpsen doen er met tegenzin iets aan (minimumbeleid), andere vinden ieder initiatief wel best (proeftuin van ideeën), weer andere geven het een plek in de opleiding (de lerende organisatie), sommige vinden dat de leidinggevenden verantwoordelijk zijn (de goede ouder), terwijl de verst gevorderde korpsen zich beijveren om hun medewerkers de nieuwe standaard te laten internaliseren (nadenkende vaklieden). Al met al een fraaie studie waaraan politiemensen nuttige ideeën kunnen ontlenen en waaruit burgers kunnen opmaken hoezeer de politie zich inspant om misdragingen te voorkomen. Eenzelfde ontwikkeling als de politie begint nu ook de krijgsmacht door te maken, zo blijkt uit de studie Geweten onder schot van Desiree Verweij, een boek dat in veel opzichten lijkt op de voor haar overigens onbekende publicatie van Frans Denkers. Zeven thematische hoofdstukken worden aangevuld met evenveel gespreksverslagen met militairen. Evenals Denkers heeft de ook van de katholieke Nijmeegse universiteit afkomstige Verweij veel affiniteit met Aristoteles en zijn deugdenleer. In de beschouwingen en gesprekken wordt nader ingegaan op karaktereigenschappen als moed, kameraadschap, gehoorzaamheid en verantwoordelijkheidszin. Verweij onderkent dat deze deugden ook negatief kunnen uitpakken: zij belicht bijvoorbeeld de gehoorzaamheid die Eichmann aan de dag legde, maar trekt daar niet zoals Denkers de consequentie uit dat de moraal soms iets anders van ons kan vergen dan de organisatie of het bevoegd gezag. Zij gaat sowieso ietwat eclectisch te werk. Een
aansprekend idee zoals dat van het moreel kompas, heeft het boek ook niet te bieden. Ook komen we vrijwel niets te weten over de waarden en normen die de krijgsmacht zelf uitdraagt. Maar dat een voor die krijgsmacht relevante en waardevolle kwestie wordt aangesneden, staat buiten twijfel. (GM) M.H.M. van Tankeren, Het integriteitsbeleid van de Nederlandse politie: Wat er is en wat ertoe doet. Apeldoorn (Politie en Wetenschap)/Amsterdam, 2010 D. Verweij, Geweten onder schot: Ethiek en de militaire praktijk. Boom, Amsterdam, 2010
Hilarische anekdotes In het moderne politieonderzoek vormt de cultuur van de organisatie een belangrijke grootheid. De studies naar dit fenomeen zijn niet te tellen; de hardnekkige uitvoeringsproblemen die daaraan worden toegerekend evenmin. Voor onderzoekers is de confrontatie met de politiecultuur een opwindende ervaring, maar helaas doen zij daarvan meestal dodelijk saai verslag. Het boek Een stormbaan! waarin de Amsterdamse ME-commandant Hans van Veen terugblikt op vier decennia hoofdstedelijk politiewerk, maakt dat tekort in één klap goed. De lezer wordt overspoeld door hilarische anekdotes, levensecht en vaak erg grappig, dikwijls politiek zeer incorrect, voor kenners van de politie heel herkenbaar, alleen tegen het einde worden de toon en strekking van zijn betoog wat gelijkhebberig. Van Veen spaart niemand. Hoewel elke lezer begrijpt dat de schrijver geen fair oordeel over zijn collegae velt, heeft deze er verstandig aan gedaan de chefs waarmee hij in de clinch heeft gelegen niet met hun eigen naam aan te duiden. Alleen de korpschefs worden onder hun eigen naam opgevoerd. Geprezen zij de organisatie waarin gewone medewerkers zo hun hart publiekelijk uit kunnen storten. Dat lucht op en dat scherpt de realiteitszin. Nu is alleen te hopen dat al die bestuurders die denken het politiewerk te kunnen regelen en al die onderzoekers die denken te weten hoe de politie werkt van deze verhalen kennis nemen. (GM) H. van Veen, Een stormbaan! Free Musketeers, Zoetermeer, 2010 n
crimelink 49
STEMMEN
‘I
TEKST
k loop die winkel binnen en zie alleen zo’n verkoopstertje staan. Verder niemand. Wat wil je anders: het is nog vroeg in de ochtend. Ik storm op dat jonge ding af en schreeuw dat ik geld wil. De kassa. Ze schrikt zich de tyfus. Helemaal als ik een pistool te voorschijn haal. Ze begint te janken en te trillen: “Maak me niet dood! Laat me leven! Er zit niks in de kassa. Niks. Echt waar!” Ik geniet als mensen bang van me worden. Als de angst uit hun ogen komt. Als ze in hun broek pissen van de schijterij. Ik pak haar vast en zet de loop van het pistool op haar slaap. Ze begint opnieuw te smeken om haar niet dood te maken: “Ik heb geen geld. Het is pas kwart voor tien! Hoe kan ik nu al geld hebben?” O, wat is ze bang! Heerlijk! Ik weet wat bang is. Wat banger is. En wat op z’n bangst betekent. Dat heb ik geleerd in Bosnië. Toen ik terugkwam uit die hel had ik het vlees en bloed nog aan m’n uniform zitten. De afgehakte hoofden spookten door m’n kop. Ze praatten tegen me. Ze scholden, ze vloekten. Ze lieten me van de ene hel naar de andere hel lopen. Toen ik terug in Nederland was, terug van m’n vredesmissie, was niemand geïnteresseerd in m’n angst. Niemand. De koningin niet. De psychiater niet. M’n vrouw niet. En zelfs je bloedeigen hond zet het op een lopen. Je bent een sukkel die zichzelf had opgegeven voor de strijd voor vrede. Niemand kan het een moer schelen dat je na je missie in de goot terechtkomt. En dat je alles kwijtraakt. Dit terzijde.’
Een bloemrijke impulsdoorbraak ‘Shit, ze heeft gelijk, denk ik. Het is pas kwart voor tien! Er is natuurlijk nog geen hond die een bloemetje gekocht heeft. Natuurlijk zit er nog niks in kas! Ik sta daar dus in die bloementent... half tien in de ochtend... zonder een cent in kas... met zo’n jankend mokkel voor me en ik denk: shit, dit heb ik niet goed gepland! Maar goed, ik ben nou eenmaal aan die overval begonnen, dus ik zal ’m afmaken ook! Ik zeg tegen die meid: “Geef me dan maar bloemen!” Wat is het geval: gisteren heb ik ruzie gemaakt met m’n vriendin en haar zoon. Ik zei dat ik haar ex volkomen begreep. Dat-ie zich voor z’n kop geknald had met zo’n wijf en zo’n kind. Zij kabaal maken. Dus ik knijp die strot van haar even stevig dicht, niet te stevig natuurlijk, want dat moeten we ook niet hebben. En toen ze begon te janken van ellende en van angst,
4 – 2008
1 – 2009
2 – 2009
3 – 2009
4 – 2009
1 – 2010
toen vond ik het mooi geweest. Ik liet los, nam een slokkie en smeerde ’m. Niet zo netjes van me, natuurlijk. Want feitelijk is ze niet de kwaadste. Dus ik sta in die bloementroep, en denk opeens dat dit een mooie gelegenheid is om de boel goed te maken. Ik grijp een bosje van dit en van dat en loop de winkel uit. Die meid kijkt me na of ik knettergek geworden ben, maar dat ben ik dus niet.’ ‘Ik ga met die bloemen naar m’n vriendin terug. Bel aan. Zij doet open. Ik douw die bos in haar handen. Zeg dat ik het allemaal niet zo bedoeld heb. En weet je wat er gebeurt? Ik word door vier kippen besprongen, in de boeien geslagen en afgevoerd. Ze flikkeren me in een kouwe cel, er komt een psychiater langs en die vraagt me de oren van m’n kop. Over vroeger. Of ik een ongelukkige jeugd gehad heb. Of ik vaak van school getrapt ben. Of ik drugs gebruik, of ik drink. Heel verhaal. Aan het eind vraag ik die lijperd wat-ie denkt van de situatie. Hij zegt met een vroomkloterige smoel dat m’n geweten niet goed meer werkt. En dat ik een impulsdoorbraak heb gehad. Een impulsdoorbraak! Heb ik nog nooit van gehoord. Ik vraag die vent hoe je dat schrijft, impulsdoorbraak! Begint-ie nog half te lachen ook!’ n
Maak uw verzameling Crimelink compleet Voor een los nummer betaalt u € 6,95 (excl. € 1,95 verzend- en administratiekosten)
In Stemmen worden ervaringen van delinquenten opgetekend. Hierbij wordt zo veel mogelijk het taalgebruik van betrokkenen gerespecteerd
‘De afgehakte hoofden spookten door m’n kop’ 50 crimelink
C. LIEN
Surf naar www.crimelink.nl/service/abonnement/los-nummer
www.crimelink.nl 2 – 2010 crimelink 51
52 crimelink