crimelink over misdaad & veiligheid
MAART 2010 | JAARGANG 3 | NUMMER 1 | € 6,95
Nieuwe forensische opsporing Droomkansen en valkuilen
Door acquisitiefraude is uw bedrijf zwaar de dupe Bernie’s truc: Waarom Madoff de grootste zwendelaar werd Geweld door eerkrenking heb je overal www.crimelink.nl
crimelink over misdaad & veiligheid
Crimelink graaft dieper Crimelink wordt gemaakt door vooraanstaande onderzoeksjournalisten, criminologen, historici en antropologen. Zij staan borg voor kennis van zaken, diepgang én originele invalshoeken. In Crimelink leest u over spraakmakende strafzaken, de vertakkingen van criminele netwerken, beproefde en onbeproefde opsporingsmethodes, de diffuse grens tussen onder- en bovenwereld, maar ook over ‘crime’ in boeken, film en muziek.
www.crimelink.nl NEEM NU EEN ABONNEMENT (of geef een abonnement cadeau) Ook via de site kan snel en eenvoudig een abonnement of los nummer worden besteld
n J a, ik neem een jaarabonnement (4 nrs) op Crimelink en betaal het eerste jaar € 20,– i.p.v. € 25,–
Voor jaarabonnementen geldt dat opzegging schriftelijk dient te geschieden 2 maanden voor afloop van de abonnementsperiode. De introductieprijs geldt alleen het eerste jaar
2 crimelink
n J a, ik geef een jaarabonnement (4 nrs) op Crimelink cadeau voor € 20,–
Cadeau-abonnementen lopen automatisch af
gegevens betaler
gegevens ontvanger
Naam .................................................................................
Naam .................................................................................
Adres .................................................................................
Adres .................................................................................
Postcode Plaats .................................................................
Postcode Plaats .................................................................
Land ..................................................................................
Land ..................................................................................
E-mailadres .......................................................................
E-mailadres .......................................................................
Telefoon ............................................................................
Telefoon ............................................................................
Stuur deze bon in een envelop ZONDER postzegel (geldt alleen voor Nederland, verzendt u van buiten Nederland vergeet dan niet te frankeren): crimelink
Crimelink, Antwoordnummer 7086, 3700 TB Zeist, Nederland
3
COCKPIT
Volks woede? Er zat geen regie achter. Op maar liefst drie fronten borrelt het in deze Crimelink van de ergernis over het gedrag van de haute finance na de door hen veroorzaakte financieel-economische crisis. Met name het gebrek aan enig zichtbaar schuldbesef van de hoofdrolspelers en het gewoon weer doorgaan met het bonusbeleid, lijken daar de oorzaak van. In ieder geval wil Marcel Pheijffer in Podium de hieraan schuldige bankiers met pek en veren naar elders verjagen. Wenja van der Meulen ziet in Open deuren een verband tussen de dominantie van de vrije markt en het moderne slavendom. En Bob Hoogenboom haalt in de Gonzoreeks uit naar de psychopaten in de top van de financiële sector. Zijn dit nu slechts geluiden van de usual suspects of is er meer aan de hand? Ik denk dat dit gevoel veel breder is. Als onthullende, vuistdikke boeken als De prooi, De vastgoedfraude en De geldpers bestsellers worden, dan mort het volk over al die niets ontziende graaizucht van hoogmogenden. Als een onverdachte persoon als bijvoorbeeld Jaap van Duyn in De Financiële Telegraaf de staf breekt over de verhoren van de commissie-De Wit, dan is er mijns inziens iets aan het kantelen in de publieke appreciatie van topbankiers, toezichthouders en andere hotemetoten op een hoog verantwoordelijkheidsniveau. Of dat kantelen zit er snel aan te komen. Zeker als men de doorloop van de economische crisis meer in de portemonnee gaat voelen, kan er nog wel iets van een volkswoede hierover ontstaan. Een witte mars na een slachtoffer van zinloos geweld? Waarom niet – zoals in Engeland en de VS – een demonstratie tegen de hebzucht van de graaiers in het bedrijfsleven? Die de economie in een vrije val hebben gebracht? Goed beschouwd zijn die milieus tot dusver aardig buiten schot gebleven. Raar eigenlijk! Archie Barneveld Hoofdredacteur
4 crimelink
14
Actueel
De forensische valkuil De forensische opsporing maakt steeds meer mogelijk. Maar wie de immer talrijker aanwijzingen van DNA-sporen volgt, betreedt een verraderlijk traject. De forensische bevindingen moeten steeds beter worden onderbouwd om rechters te behoeden voor misinterpretatie. Een ontwikkeling van ambacht naar wetenschap.
20 Opgelicht Ondernemers misleid
12 Gonzo Psychopaten zijn onder ons
Business to business, maar dan anders. Malafide advertentieverkopers troggelen met nep-offertes en slinkse verkooppraatjes bedrijven miljoenen per jaar af. Flessentrekkerij waarbij zelfs advocaten, incassobureaus en deurwaarders komen opdraven. ‘Eenmaal genept heb je het nakijken.’
Ze schuilen overal, groot in getal. Psychopaten staan naast u in de file en voor u in de kantine. Achter de voordeur mishandelen ze hun gezin. Op het werk pesten ze ondergeschikten en plunderen ze bedrijven leeg. Lachend in hun vuistje doen ze het vuile werk bij reorganisaties.
32 Rechtspraak Dood in Lelystad (2)
38 Politie Geweld door eerkrenking Gekrenkte eer en geweld hebben een fatal attraction op elkaar. De politie heeft er een apart expertisecentrum voor ingericht. Nu worden er vooral gevallen gemeld uit allochtone milieus. Maar het komt evengoed in autochtone kringen voor. Een tweeluik.
26
True Detective Mysteries, July 1940
Dossier
De geest van Kafka waart rond in Flevoland. Een moordzaak zonder motief of bewijs maar wel een veroordeling tot twaalf jaar. De opsporing en rechtsgang zijn raadselachtig. Pijnlijk duidelijk wordt dat politie en justitie een voor de hand liggend spoor hebben genegeerd. Eindigt deze tunnel in hoger beroep bij het gerechtshof?
Bernie’s zwijgcomplot Bernie Madoff is de grootste zwendelaar in de geschiedenis. Als een hypnotiseur draaide hij jarenlang zijn klanten een rad voor ogen, rijke amateurs en doorgewinterde experts van Wall Street gelijk. Toezichthouder SEC toverde hij om tot een dansende beer. Conclusie: niemand wil weten hoe het zit zolang de geldkraan klaterend stroomt.
Verhalen 12
Gonzo: Psychopaten
14
De forensische valkuil
20
Malafide acquisiteurs
26
Het zwijgcomplot rond Madoff
32
Dood in Lelystad (2)
38
Eer & geweld
42
Reclassering Nederland
Rubrieken 4 Cockpit 6
Nieuws & opinie
18
Werk in uitvoering
24
Open deuren
25 Survival 35
Een opmerkelijke uitspraak
36 Dupe 44
Lezen: True, Thrill & Publicaties
48
Film, TV & DVD
50 Stemmen crimelink 5
NIEUWS&OPINIE
© 2010 Crimelink ISSN 1875-4333 Hoofd- en eindredactie Archie Barneveld Bureauredactie Wim van de Pol Beeldredactie Simone Berghuys Vormgeving Rémy Mettrop Correctie Hugo Jetten
[email protected]
PODIUM
Aan dit nummer werkten verder mee Onno Dokkum, Krista Huisman, Janine Janssen, C. Lien, Wenja van der Meulen, Wesley Meijer, Hans Moors, Claudia van Oort, Jaqueline Storm, Joost van der Wegen Advertenties Merijn van Stralen
[email protected] 030-6931177 Druk Koninklijke BDU, Barneveld Distributie VMBpress, Heemskerk
Abonnementen Voor vragen over abonnementen: SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen aan den Rijn Tel. 0172 – 47 60 85 Fax. 0172 – 65 33 07
[email protected] Crimelink verschijnt 4 x per jaar. Opzegging dient schriftelijk te geschieden, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Abonnementsprijzen: Nederland & België jaarabonnement (4 nrs) € 25,-. Europa € 35,-, buiten Europa € 45,-. Voor organisaties: € 50,-. Uitgever Virtùmedia Postbus 595 3700 AN Zeist Tel. 030 – 6020677 Fax. 030 – 691 33 12 www.crimelink.nl Uitgever Pepijn Dobbelaer
[email protected] Bladmanagement Merijn van Stralen
6 crimelink
MARCEL PHEIJFFER
OVER POLITIE
Pek en veren voor de bankiers! Marcel Pheijffer is hoogleraar NIVRANyenrode School of Accountancy
Adviseurs Marc Cools, Paul Gruter, Bob Hoogenboom, Peter Klerks, Paul Ponsaers Correspondenten Stefanie van der Burght, Elke Devroe, Marnix Eysink Smeets, Guus Meershoek, Martin Moerings, Evelien de Pauw, Marcel Pheijffer, Nathalie Roegiers, Ronald van Steden, Wouter Stol, Gabry Vanderveen, Antoinette Verhage
TEKST
D
e financiële crisis kent vele oorzaken. Deze worden onderzocht en benoemd door diverse (parlementaire) onderzoekscommissies. Met name die in Engeland, de Verenigde Staten en in Nederland de commissie-De Wit trekken de aandacht. Voor de commissies en in het openbaar verschijnen (oud-)bankiers. Politici, media en politiek verwachten een mea culpa of een andersoortige spijtbetuiging. Soms komt die. Als het eruit wordt getrokken door doorvragende commissieleden. Of via door bankiers met juristen afgestemde verklaringen waarin elk woord zorgvuldig is gekozen. Oprecht ogende spijtbetuigingen zien we niet of nauwelijks. Hoezeer deze ook op z’n plaats zouden zijn. Het is te veel gevraagd. Het zou volgens juristen onverantwoord zijn, gelijk staan aan een schuldbekentenis. Vandaar dat bankiers – en overigens geldt dat ook voor menig toezichthouder en politiek verantwoordelijke – niet verder komen dan de stelling dat ze het gebeurde ‘betreuren’. Of dat ze een onderscheid maken tussen het feit dat ze wel ‘verantwoordelijk’ waren, maar geen ‘schuld’ droegen. Tja. Het zijn woordspelletjes. Het volk heeft allang geoordeeld en neemt afstand van de ontvangers van exorbitante bonussen. Ook degenen voor wie draaikont (populaire koosnaam voor PvdA-prominenten) Wim Kok medeverantwoordelijk is. Het volk doorziet dat er sprake is van falend management en prikt dwars door de verdedigingslinies en mooie woorden
heen. Bijvoorbeeld die van voormalig bestuurder Rijkman Groenink. Die stelde zijn bonus met ‘enige woestheid’ te hebben geaccepteerd. ‘Enige woestheid.’ Een gotspe. ‘Jump, you fucker’, zouden de Amerikanen hierop zeggen. Zij leven in een land waar de bankiers nóg brutaler zijn. Waarin die zo snel mogelijk van de staatssteun proberen af te komen om de bonusdraad weer op te kunnen pakken. Alsof er op dit punt geen lessen zijn te trekken uit de huidige crisis. Voornoemd gedrag is niet alleen brutaal, het is ook onverantwoord. Je zou zelfs kunnen betogen dat het strafwaardig, crimineel is. Maar die crimelink wil ik niet te nadrukkelijk maken. Ik houd geen pleidooi om de onverantwoordelijken – schuldigen zo u wilt – in het gevang, naast Madoff en soortgelijke witte boorden te stoppen. Ik houd een pleidooi om terug te keren naar de straffen uit de Middeleeuwen. Nee, geen tortuur, niet de pijnbank. Het kan veel simpeler en wellicht ook effectiever. Ik pleit voor de terugkeer en het gebruik van pek en veren. De bedoeling van pek en veren is mensen te brandmerken. Om ze daarna de stad uit te jagen. Naar elders. Daar zullen anderen dan merken dat de gebrandmerkten zich in de plaats waar zij vandaan komen hebben misdragen. Het zal de bankiers leren. Monddood en bescheidener maken. Nederiger. En dat is nodig. Dat is mijn les van de (parlementaire) onderzoeken naar de oorzaken van de crisis. Karaktermoord, zegt u? Het zij zo. Ik heb er geen moeite mee. Laat bankiers niet langer geloven in hun eigen succes. Of zoals de voormalige financiële topman van KPN, Marcel Smits, het onlangs verwoordde: ‘Succes is goed voor het ego maar slecht voor het karakter.’ Zo bezien is er niets mis met karaktermoord. Rest nog slechts een klein probleem: waar verkrijgen we heden ten dage nog pek en veren?
Oprecht ogende spijtbetuigingen zien we niet of nauwelijks
TEKST
GUUS MEERSHOEK
NIEUWS&OPINIE
Boos aan de zijlijn Guus Meershoek is universitair docent aan de Universiteit van Twente/IPIT
W
ie wil weten wat er mis is met het gezag van de politie, doet er goed aan niet naar Netwerk of Pauw & Witteman te kijken, maar op een zaterdag een voetbalveld te bezoeken. ’s Middags spelen daar de leeftijdgenoten van de jongens die de politie tarten en vaak ook verantwoordelijk zijn voor criminaliteit en overlast; en soms spelen die jongens daar zelf ook. Een vrijwilliger leidt hun spel in goede banen: de scheidsrechter. Ook op die velden gaat het er, in het vuur van de strijd, soms fors aan toe. Dat ging het veertig jaar geleden toen ik ze voor het eerst betrad, en dat gaat het vandaag, nu mijn zoon en dochter daar spelen. Echt ernstige overtredingen heb je in twee soorten: onbehouwenheid en lichte ontvlambaarheid. Ingewijden spreken van boerenvoetbal en gekwetste ego’s. Een speler wil iets met de bal en heeft moeite rekening te houden met de tegenstander. Of hij wordt weggespeeld door een behendige dribbelaar en moet even iets incasseren. Vooral jongens in de leeftijd waarop de hormonen op gaan spelen, vinden dat lastig. Voetballen is één grote oefening in beheersing; beheersing van de bal, beheersing van het eigen lichaam, zelfbeheersing. Apollo is ook de god van de voetbalkunst. Een scheidsrechter heeft twee kaarten, een gele en een rode. Een goede arbiter durft die te gebruiken, maar weet ook dat als hij dat doet het al eerder ergens is misgegaan. Een overtreding is hem ontgaan, een scheldwoord heeft hij niet gehoord. Daar had hij iets van moeten zeggen. Want een wedstrijd leiden doe je door spelers te laten merken dat je overtredingen hebt gezien, hen aan te spreken of de aanvoerder aan te zetten de overtreder te corrigeren. Zonder het spel te verstoren, want dat spel zelf is de belangrijkste disciplinerende kracht. Een scheidsrechter moet onmerk-
baar aanwezig zijn en vooral tegenwoordigheid van geest hebben. Wie nu naar het voetbalveld gaat, ziet ook iets wat veertig jaar geleden afwezig was: ouders langs de zijlijn die zich opwinden, die schelden, op de eigen kinderen maar vaak ook op de scheidsrechter, soms zelfs woedend het veld oplopen. Als het gaat om de jongste voetballertjes komt dat gedrag vaak voort uit overbezorgdheid, onvermogen het eigen kroost vrij te laten. Dat kun je hoofdschuddend afdoen. Maar zijn de zoontjes en dochtertjes wat ouder, dan zijn er andere bronnen: het geloof dat hun kind de nieuwe Johan Cruijff is en soms de zelfzuchtige vrees de rest van de dag opgescheept te zitten met een humeurig kind. Soms verwordt het gedrag langs de zijlijn volledig en hoopt men met geschreeuw en gescheld het spel een wending te geven. Overtredingen zijn onderdeel van de sport, schreeuwende ouders niet. Die dragen zelfs flink bij aan de ontsporing. Als zo’n jongen
die zichzelf maar moeizaam kan beheersen, juist als de frustratie de venijnige prik uitdeelt, vanaf de zijlijn hoort dat de schuld bij een ander ligt, knalt de agressie naar buiten en is een schop gauw uitgedeeld. Als een scheidsrechter om de haverklap wordt lastig gevallen, kan hij zich niet meer focussen op het spel en dient de juiste reactie zich niet meer als vanzelf aan, laat staan de lichte toets van het verstand net voordat hij gebaart of fluit. Klagers over het tekortschietende politiegezag wijzen steevast op aangeschoten feestgangers en sarrende Marokkaanse jongetjes. De bekende beelden van YouTube waarmee een televisiescherm gemakkelijk is gevuld. Maar dergelijk gedrag is niet het probleem. Dat gedrag was en is gewoon de kern van het politiewerk. Zoals boerenvoetbal en gekwetste ego’s op het voetbalveld de kern van het scheidsrechterswerk zijn. De wérkelijke aantasting van het politiegezag komt vanaf de zijlijn. Het werkelijke probleem is dat velen het politiewerk niet meer met een gerust hart aan de politie overlaten en zelf, zoals die ouders, roepen hoe het moet. Stel je eens voor. De wedstrijd dreigt te ontsporen, voor de tweede maal wordt een tegenstander onrechtmatig getackeld en de KNVB roept de scheidsrechter op om beter te presteren, de clubleiding stuurt naast de arbiter halfbevoegde officials het veld in om spelers op hun overtredingen aan te spreken en de omroeper spoort aan tot het uitdelen van meer rode kaarten. Toch is dat wat op veiligheidsgebied de minister, de burgemeesters en de televisiepresentatoren doen. De politieleiding weet niet hoe zij haar tegenwoordigheid van geest kan herwinnen, hoe zij zo aanwezig kan zijn dat het spel als vanouds kan worden hervat. Beseffend dat geen scheidsrechter met het uitdelen van rode kaarten gezag heeft herwonnen, weerstaat zij slechts alle druk om ongericht meer verbalen uit te schrijven. Voor ons burgers is er wél een uitweg uit de impasse. Wie denkt het beter te weten, moet gewoon scheidsrechter worden en jongens in de moeilijkste fase van hun leven mooie sportieve ervaringen bezorgen. In Over politie becommentarieert de auteur van dienst het wel & wee van de politie.
crimelink 7
NIEUWS&OPINIE
BRIEVEN
NIEUWS&OPINIE
PAU L P O N S A E R S
Patchwork in Brussel Kortzichtig Burgernet (1) In Crimelink van december j.l. stond een column van Guus Meershoek getiteld Kortzichtig Burgernet. Dit label van kortzichtigheid hing Guus onder andere aan de bedenkers en uitvoerders van Burgernet op. Alleen op dat stukje van zijn column wil ik nu ingaan. Naast bedenker was ik tot mei 2005 (evaluatie eerste pilot, in Nieuwegein) algemeen projectleider en dus medeverantwoordelijk voor de uitvoering. Sindsdien zijn andere betrokken mensen dat. Bij Burgernet wordt informatie uit meldingen zoals een omschrijving van de inbreker in uw woning, door de politie direct teruggegeven aan de buurt zelf. Uw buurt, tenslotte ook tegen inbraken, meldt waar de inbreker met uw laptop heen gaat. De politie die hem dan pakt, kan met Burgernet een betere ‘sterke arm’ zijn. Burgernet was een ingeving in 1993. Ik was politieman in Ridderkerk, lag zwaar ziek op bed en kon niets meer. Alles viel op z’n plek, Burgernet was geboren. Ik had in mijn werk de gewoonte ontwikkeld fietsers en wandelaars bij urgente zoekacties op straat direct te informeren. Hun verbaasde, enthousiaste reacties inspireerden mij. Ik ging mezelf vragen stellen als: waarom gaan we als politie in een wijk vol betrokken bewoners eigenlijk in ons uppie een inbreker zoeken? En in het groot: met maximaal vijfduizend politiecollega’s tegelijk in dienst kan de pakkans in een land van 41.526 km2 toch niet serieus zijn? Ik realiseerde me dat de politie niet is opgericht om boeven te vangen, maar om boeven op te vangen, te zorgen dat de door de wijkbewoners achtervolgde inbreker niet gelyncht wordt maar een eerlijk proces krijgt. Maar ook: hoe kunnen we de criminaliteit en de pakkans meer onder controle krijgen? De bevolking is het spuugzat! Toen kwam de uitwerking. De technische mogelijkheden waren er in potentie al in 1993, het was alleen nog niet gemaakt. Het concept moest simpel blijven: Burgernet is ‘alle hens aan dek’ en alleen op die momenten dat het écht even nodig is. De politie ondersteunt met Burgernet burgers in hun rol als burger, niets meer, niets minder. Mijn grootste vraag was niet: zijn er genoeg burgers die dit willen? Maar:
8 crimelink
zijn er genoeg politieleiders die directe samenwerking met de massa aandurven? Komt er geen dwaze politiechef die Burgernet per ongeluk ziet als verlengstuk van zijn eigen macht? Burgernet, nu zes jaar werkend, zal dankzij alerte burgers, kritische journalisten en betrokken politiemensen echt Burgernet blijven en steeds beter gaan functioneren. En reken maar dat de uitvoerders van nu niets liever willen dan de uitvoering van en de communicatie over Burgernet verbeteren. Columns kunnen helpen, al gaat het misschien wat ver om een Burgernet (van straks twaalf miljoen deelnemers?) kortzichtig te noemen. Ode aan de vele Burgernet-deelnemers! Jankees van Baardewijk grondlegger van Burgernet
Kortzichtig Burgernet (2) Gemeente en politie werken dagelijks samen aan de veiligheid op straat. Burgernet is één van de middelen waarmee burgers zelf een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de veiligheid in hun wijk of gemeente. Guus Meershoek geeft in een vorige editie van Crimelink zijn beschouwing op Burgernet onder de kop Kortzichtig Burgernet, waarin hij de bemoeizucht van burgers in de maatschappij bediscussieert. Burgernet
is in zijn ogen een uitlaatklep voor deze zogenoemde bemoeizucht. De visie achter Burgernet is er echter een van verbinding. Inwoners die samen met gemeenten en politie de handen uit de mouwen steken om de leefbaarheid en de veiligheid van de eigen wijk te bevorderen. Meershoek gaat daarnaast voorbij aan de waarden die Burgernet-deelnemers associëren met deelname aan Burgernet; zij beschrijven dit doorgaans als ‘een steentje bijdragen’ of ‘je verantwoordelijkheid nemen in je eigen leefomgeving’. Op dit moment leveren meer dan 35.000 Burgernet-deelnemers een (zichtbare) bijdrage aan het oplossen van directe opsporingszaken. De belangrijkste reden om mee te doen is dat je zoiets als burger behoort te doen: ‘Het is belangrijk een actieve bijdrage te leveren aan de veiligheid.’ Dit blijkt uit de resultaten van een evaluatie van de pilot. Van de vrees dat deelnemers zelf ‘agentje gaan spelen’ is in de evaluatie van de proef niets gebleken, wat natuurlijk niet betekent dat het nooit kan voorkomen. Om dit risico uit te bannen of in ieder geval te minimaliseren worden Burgernet-deelnemers in alle communicatie-uitingen voorgelicht over de rol die zij vervullen: horen, zien, bellen. Momenteel bereidt Burgernet zich voor om landelijk gefaseerd te worden uitgerold, waarbij SMS-Alert wordt geïntegreerd. In een aantal van de bestaande politieregio’s wordt Burgernet nu al verder uitgerold. Daarnaast hebben veel politieregio’s en gemeenten waar Burgernet nog niet draait aangegeven het in de toekomst te willen inzetten. Nu richt Burgernet zich nog specifiek op opsporing, maar het systeem is gereed voor een bredere inzet en kan ook nuttig zijn voor preventie en alarmering. De uitbreiding van Burgernet kán grote maatschappelijke gevolgen hebben. De verdere invoering ervan gaat dan ook gepaard met een grote mate van zorgvuldigheid en (zelf) reflectie. De resultaten tot op heden laten zien dat deze constructieve samenwerking voor een veiligere leefomgeving vruchten afwerpt. Ragna Opten communicatieadviseur Landelijk Programmabureau Burgernet
Paul Ponsaers is professor strafrecht en criminologie aan de Universiteit Gent
R
egelmatig wordt Brussel opgeschrikt door rellen tussen jongeren en de politie. Eind januari verijdelde de politie een overval, waarbij een politieagent met een kalasjnikov werd verwond. De Vlaamse politici vielen over elkaar heen met hun eis een zero tolerance-beleid in te voeren, maar ook een ééngemaakte politiezone. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is één demografisch gebied waarin negentien gemeenten zijn te onderscheiden, elk met hun eigen burgemeester. Toen in de jaren zeventig in België een grote fusieoperatie werd doorgevoerd van gemeenten, slaagde men erin om bijvoorbeeld een stad als Antwerpen tot één stedelijk gebied om te vormen, maar in Brussel wilde dat niet zo lukken. Veel hield verband met het feit dat in België het cumuleren van politieke mandaten bon ton is, wat maakt dat een parlementslid tevens burgemeester kan zijn. Deze combinatie van mandaten is in het Brusselse schering en inslag, hetgeen met
zich meebrengt dat elk van de negentien Brusselse burgemeesters een politiek zwaargewicht is. Bij de politiehervorming in 1998 werd het land ingedeeld in politiezones. Dat betekent heel concreet dat de 589 gemeenten van België werden samengevoegd tot zones die één stad tot tien gemeenten konden omvatten. Omdat Antwerpen één stad was geworden bij de fusie, werd hier beslist om er één politiezone van te maken. Maar Brussel? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met zijn negentien gemeenten, werd omgevormd tot zes politiezones. Daarbij komt dat Brussel, in tegenstelling tot Parijs, een stad zonder banlieue is. Het heeft geen gordel waar je de achtergestelde bevolking vindt. De verpaupering, omwille van een hele reeks factoren, vindt bijgevolg plaats in de centra van de verschillende Brusselse gemeenten. Daarover wordt geen eenvormig beleid gevoerd. Een veiligheidsbeleid kan echter niet los staan van het bestuurlijk beleid op het vlak van tewerkstelling, onderwijs, sociale huisvesting en dergelijke. De achterstellingssituaties verdienen een sterke bestuurlijke daadkracht, ook in Brussel. Maar dat lukt niet al te best met dat patchwork-achtige beleid. In elk Europees land verdichten criminaliteit en onveiligheidsproblemen zich in de grote metropolen en de meeste landen heb-
Website vernieuwd
Omstreeks de verschijningsdatum van dit nummer gaat ook de geheel vernieuwde website van Crimelink online. De nieuwe site heeft een nieuw uiterlijk maar is ook inhoudelijk door de molen gegaan. Er zijn nieuwe rubrieken zoals een dagelijks meer (of minder) memorabel crimefact en wekelijks een nieuwe crimepic uit de oude doos. De site gaat ook op zoek naar verdwenen kunstwerken van oude of nog oudere meesters. Crimelink zal
ben dan ook precies op die metropolen fors ingezet met een robuust lokaal politiekorps. Dat laat toe om een coherent veiligheidsbeleid te voeren. Kortom, Brussel moet ook één politiezone hebben, je hebt geen rellen nodig om dat te weten. Brussel voert nu een verdeeld beleid, terwijl het de hoofdstad van Europa wordt genoemd. Cynischer kan bijna niet. Als het brandt, moet de brandweer blussen. De politie moet ingrijpen als zaken uit de hand lopen, maar daarmee neem je de oorzaken niet weg. Wat zich nu voordoet is een structureel probleem waarop je een structureel antwoord zou verwachten. Telkens weer komen met een ad hoc oplossing heeft geen zin. Het invoeren van een zogenaamd zero tolerance-beleid is het blussen van een uitslaande brand. Het New York van toenmalig burgemeester Rudy Giuliani heeft geleerd dat dergelijk beleid op de langere termijn een hoop gelazer met zich meebrengt, zoals overvolle gevangenissen (toch niet weer naar Tilburg?) en een toename van het aantal klachten tegen de politie. Dergelijk beleid tot een structurele aanpak verheffen komt als een boemerang terug. Overigens, als je het dan toch doet, voorzie dan een aantal flankerende maatregelen. Als een journaliste in nog geen zes uur tijd in Brussel een kalasjnikov kan versieren, dan zal de politie ook wel weten waar ze de wapens moet vinden. Dat hoop ik toch. Wel, waarom doet ze dát dan niet?
afbeeldingen van kunstwerken gaan publiceren die zijn gestolen of verduisterd. De Crimelinksite zal verder doorgaan met het brengen van nieuwsberichten en het aanbieden van nieuw verschenen studies en rapporten op het gebied van misdaad en veiligheid. De komende maanden zal de site verder inhoudelijk worden uitgebreid. Ten slotte: Crimelink wil zich - met name op de site - gaan richten op de strijd tegen de productie en handel van drugs en aandacht besteden aan de diepgaande effecten van drugshandel en de strijd ertegen op de samenleving. In de berichtgeving in de media ontbreekt het vaak aan diepgaande analyses van het fenomeen en met name aan het internationale perspectief. Crimelink zal op de site beginnen met een topic-page over de gewelddadige drugsoorlog in Mexico en er de achtergronden, context en mogelijke gevolgen van schetsen. Wim van de Pol
crimelink 9
NIEUWS&OPINIE
BACK CHANNELS
TEKST
PETER KLERKS
Toekomst: robotlegers leveren veldslag Bodyscanners onder vuur
D
e mislukte aanslag door de Nigeriaan Umar Farouk Abdulmutallab op Northwest Airlines vlucht 253 naar Detroit, vertrokken van Amsterdam, op 25 december 2009, heeft luchtvaartautoriteiten in vele landen doen besluiten tot versnelde invoering van bodyscanners. Met een dergelijke technologie zou het mogelijk zijn om onder de kleding verstopte wapens of explosieven tijdig te ontdekken. Van verscheidene kanten komt echter kritiek op de bodyscanners, en niet alleen van mensen die bezorgd zijn over hun privacy. Ron Noble, secretaris-generaal van Interpol, vroeg zich in januari tijdens een conferentie in Davos bijvoorbeeld af of de aanzienlijke investeringen in bodyscanners wel gerechtvaardigd
I
Boeven vangen met Facebook
nbrekers, geweldplegers en vandalen zijn de afgelopen maanden aangehouden met behulp van tips van Facebookgebruikers. Politiediensten in Nederland, Canada, de Verenigde Staten, Singapore en Nieuw-Zeeland, maar ook Interpol, tonen zich enthousiast over hun eerste positieve ervaringen met social networking sites. Beeldmateriaal afkomstig van bewakingscamera’s en mobiele telefoons, maar ook andere informatie kan worden gedeeld met gebruikers van de netwerkfora via fansites, hetgeen in een aantal gevallen tot herkenning en aanhouding van verdachten heeft geleid. Internetspecialisten waarschuwen wel voor het achterlaten van tips op publiek toegankelijke plaatsen, omdat verdachten daarmee kunnen worden gewaarschuwd en er bovendien represailles tegen de tipgever kunnen volgen. In Nederland zijn inmiddels ook verscheidene positieve ervaringen opgedaan met foto’s die op eigen houtje door de website Geenstijl werden gepubliceerd.
Militaire robots vormen risico
Bodyscan
TSA
O
zijn, omdat terroristen er wel voor zouden waken explosieven mee te nemen die zo ontdekt kunnen worden. Noble stelt meer vertrouwen in goed gebruikte intelligence, al zag hij ook daar wel problemen met persoonsidentificatie: Interpol heeft ruim elf miljoen gestolen en vermiste paspoorten in zijn computers. Een demonstratie op de Duitse omroep ZDF toonde eveneens in januari aan dat gevaarlijke chemicaliën wel degelijk langs een bodyscanner kunnen worden gesmokkeld.
10 crimelink
p afstand bediende of zelfs autonome robots voor militair gebruik maken een snelle ontwikkeling door. De technologie is populair omdat het inzet mogelijk maakt in situaties die te gevaarlijk worden geacht voor mensen, zoals bij het ontmantelen van bommen. Op afstand bediende, bewapende vliegtuigjes kunnen bovendien langdurig rondhangen boven moeilijk te benaderen gebieden zoals het grensgebied van Afghanistan en Pakistan, waar zich aan Al-Qaeda gelieerde strijders zouden ophouden. In Irak zou de Amerikaanse krijgsmacht momenteel al ruim twaalfduizend robots inzetten, waarvan 2500 bom-ontmantelingsmachines. Defecte robots worden er binnen enkele uren opgelapt in een van de zes ‘robothospitalen’. 43 landen hebben inmiddels militaire robottechnologie in ontwikkeling, en ook Hamas maakt al gebruik van op afstand bediende vliegtuigjes. Dit maakt sommige experts ongerust over het gebruik van ‘gekaapte’ robottechnologie door terroristen. Toch wordt voorspeld dat slagvelden binnen
Oerlikon MK5 luchtafweersysteem
twintig jaar gedomineerd zullen worden door autonome bewapende robots, en dat ook het zoeken naar gevaarlijke personen in gebouwen dan aan robots zal worden overgelaten. Ook grenzen kunnen door robots worden bewaakt: nu al patrouilleren met machinegeweren bewapende robots in de gedemilitariseerde zone tussen Noorden Zuid-Korea. Hier en daar wordt robottechnologie ingezet voor bewakingsdoeleinden in een niet-militaire omgeving. Dat dit tot risico’s kan leiden van RoboCop-achtige proporties blijkt uit een incident in Zuid-Afrika in oktober 2007. Tijdens een demonstratie sloeg een geautomatiseerd Oerlikon MK5 luchtafweersysteem, bewapend met twee 35mm kanonnen geladen met vijfhonderd patronen, door een softwarefout op hol. Negen omstanders kwamen om het leven en veertien raakten ernstig gewond.
Witwaspraktijken door internetgokken
D
eelnemers aan de Combating Cybercrime in Betting & Gaming 2010 Conference in Londen kregen op 26 januari 2010 te horen dat er op dat moment 23 onderzoeken liepen naar het misbruik van gambling websites voor witwassen, vooral door terroristische organisaties. Gebleken was onder meer dat veroordeelde terroristen in Groot-Brittannië tot voor kort zelfs vanuit hun cel nog actief waren op het web en over frauduleuze creditcards konden beschikken.
Geprivatiseerd doodseskader in Pakistan
O
nderzoek van het Amerikaanse tijdschrift The Nation bracht in november 2009 aan het licht dat elite-eenheden van het beveiligingsbedrijf Blackwater cen-
traal stonden in een geheim programma om topmensen van Al-Qaeda en de Taliban in en buiten Pakistan te liquideren of ontvoeren. Ook verzamelden de Blackwater-medewerkers inlichtingen waarmee onbemande vliegtuigjes bombardementen konden uitvoeren. De Blackwater-operaties stonden los van het CIA-liquidatieprogramma dat in opdracht van president Obama in juni 2009 werd stopgezet. In een commentaar ontkende Blackwater, dat onlangs zijn naam wijzigde in Xe Services & US Training Center, te opereren in Pakistan. Na 11 september 2001 zijn veel veteranen van Amerikaanse elite-eenheden in dienst getreden van bedrijven als Blackwater, omdat ze daar veel meer kunnen verdienen dan in de krijgsmacht. Ze hebben veel ervaring en een goede persoonlijke reputatie, wat ze
zeer waardevol maakt. Daardoor konden ze geheime operaties plannen en uitvoeren in landen als Tsjetsjenië, Bosnië, Somalië en Ethiopië. Het Amerikaanse Joint Special Operations Command (JSOC) beschikt door de uitstroom van deskundigheid en bezuinigingen volgens betrokkenen niet meer over de institutionele capaciteit om zelf dergelijke operaties geheel te organiseren. Daardoor moeten ze de geprivatiseerde expertise van hun vroegere collega’s tegen hoge kosten opnieuw inhuren.
Zorgen over kwetsbaarheid van nieuwe internetgebruikers
V
eiligheidsspecialisten op het gebied van cybercrime maken zich grote zorgen over de explosieve toename van onervaren internetgebruikers in ontwikkelingslanden. In 2010 wordt voorzien dat honderden miljoenen nieuwe gebruikers van vooral mobiele internetdiensten in Afrika en Azië bijzonder kwetsbaar zullen blijken voor allerlei criminele activiteiten als hacking,
phishing en virussen. Deze internetters kunnen door fraude bankroet raken vanwege hun geringe financiële draagkracht. Bovendien zijn de politie- en veiligheidsdiensten in de Derde Wereld nog nauwelijks in staat om onderzoeken te verrichten naar complexe internetfraudes. Indirect kan de groei van het net in de Derde Wereld ook een dreiging vormen voor de kritieke infrastructuur in de westerse wereld, doordat bijvoorbeeld botnets zich in Afrika en Azië sneller zouden kunnen vestigen. De dreiging van wormmalware als Conficker wordt als substantieel beschouwd. In de jaarlijkse gezamenlijke dreigingsanalyse van de Amerikaanse inlichtingengemeenschap, uitgebracht op 2 februari, wordt vastgesteld dat 2009 de opkomst zag van zelfmodificerende malware, die door voortdurende autonome ontwikkeling de gangbare virusscanners weet te omzeilen. Ook wordt gewaarschuwd voor virussen die zich richten op het lamleggen van mobiele telefoons, met grote verstoring van het maatschappelijk leven tot gevolg. Met het achterblijven van politie en justitie in de aanpak van cybercrime is voorzienbaar dat het bedrijfsleven grote internationaal opererende en gespecialiseerde cyberonderzoeksinstellingen zal voortbrengen, die intensief samenwerken met goedwillende computergebruikers via sociale netwerken. Een al bestaand voorbeeld hiervan is WorldCheck, een private inlichtingendienst die 49 van de top-vijftig banken en tweehonderd rechtshandhavings- en toezichthoudersorganisaties als klant heeft en een database onderhoudt van risicovolle individuen en bedrijven.
Peter Klerks is lector criminaliteits beheersing en recherchekunde aan de Politie academie in Apeldoorn. Hij schrijft deze rubriek op persoonlijke titel
van de olie-industrie, kost honderden miljoenen euro aan investeringen. De mate van geavanceerdheid indiceert volgens betrokkenen dat het gaat om zogenoemde ‘Level 3’dreigingen. Hieronder verstaan cybercrimespecialisten een aanval op een informatiesysteem door een team van computerexperts, ondersteund door een overheid. Dergelijke aanvallen hebben doorgaans niet het oogmerk van monetair gewin op korte termijn, maar veeleer lange-termijninfiltratie. Hoewel het nog niet vaststaat dat de Chinese overheid bij deze aanvallen betrokken is, zijn er wel indicaties in die richting. Een computerveiligheidsexpert die betrokken was bij het onderzoek gaf als commentaar nog nooit een dergelijke vernuftige en hardnekkige cyberaanval te hebben gezien. China heeft grote aantallen hackerclubs die veelvuldig experimenteren met hackerstechnieken en daarbij nauwgezet in de gaten
Olie-industrie slachtoffer van cyberspionage
N
aar onlangs bekend is geworden zijn drie Amerikaanse oliebedrijven (Marathon Oil, ExxonMobil en ConocoPhillips) in 2008 het slachtoffer geworden van zeer geavanceerde en op maat gemaakte cyberaanvallen, gericht tegen hun topmensen en bedrijfsnetwerken. Door deze bedrijfsspionage werden strategische gegevens achterhaald over de hoeveelheid, de waarde en locaties van net ontdekte oliereserves. Het vinden van dergelijke verborgen reserves, die worden beschouwd als de kroonjuwelen
worden gehouden door de overheid. Deze groepen fungeren als rekruteringspools voor de professionele eenheden voor cyberoorlogvoering van de Chinese krijgsmacht en inlichtingendiensten. Ook Google claimde onlangs bewijs te hebben voor minstens twintig gevallen van computeraanvallen op Amerikaanse bedrijven vanuit China. Back channels verschaft informatie over de mistige wereld van internationale veiligheids- en inlichtingendiensten.
crimelink 11
LET’S GO GONZO (2)
rk e w n u h r a a n n a a g n te a p o Psych en komen weer thuis d Psychopathie is een geestelijke gesteldhei die in brede lagen van de bevolking t voorkomt. Anders dan men vaak meent nie alleen bij gestoorden en criminelen, maar n’. ook in ruime mate onder ‘ons soort mense Kijk na lezing van het onderstaande maar van eens om u heen en tel ze: aan de vingers één hand heeft u niet genoeg.
TEKST
kent geen schuldgevoel en weten hoe ik overkom.’ De psychopaat aar Ted Bundy: ‘Try to deal with heeft geen geweten. De seriemoorden elens van anderen begrijpen the past... it’s not real. It’s just a dream.’ Gevo st’ is, hij begrijpt het woord zij niet. Een patiënt vraag Hare wat ‘ang en behoefte aan opwinding. niet. Psychopaten zijn impulsief en hebb logische keus. Hare stelt een vaak Er moet iets gebeuren. Misdaad is tig procent van zowel de twin zo’n dat in Amerikaanse gevangenissen zijn. Zij zijn verantwoordelijk vrouwen als de mannen psychopaten voor vijftig procent van de misdaad.
Psychopaten in Wassenaar
procent van de moordenaars) Psychopaten doden (volgens de FBI 44 n zij structureel hun ruike misb nt en in de ‘minder’ zware varia en we hierover huiveringhebb land ons in vrouwen en kinderen. Ook per jaar worden mishanwekkende statistieken: 610.000 kinderen BOB HOOGENBOOM ten leven niet alleen aan de deld waarvan er 55 overlijden. Psychopa ook in middenklassenwijken en onderkant van de samenleving, maar sloten, maar het overgrote deel eim Museum op 5th Avein Wassenaar. Psychopaten zitten opge k loop de hal binnen van het Guggenh ’s avonds thuis in een burgert de wand met uitspragaat ’s morgens naar het werk en kom nue. Mijn oog valt op grote posters aan en. Recent onderzoek naar houd te there in prison talking to lijke familieomgeving om daar huis ken. Op één daarvan: ‘You know I was up één op de negen vrouwen dat aan geeft in here or am I crazy?”’ huiselijk geweld in Nederland hot it “is me to says he and son, Man les Char toffer is van langdurig geweld tussen de twintig en zestig jaar het slach wijze dringt hij in 1969 de Van Charles weten we het. Op brutale deze vrouwen gaat het om w van Roman Polanski, en binnen een relatie. Bij bijna de helft van woning binnen van Sharon Tate, de vrou ling en seksueel misbruik. en we wel in het snotje, een combinatie van lichamelijke mishande vermoordt haar en anderen. Manson hebb ooit te maken gehad met lichart D. Hare schrijft al decenOngeveer 1,25 miljoen vrouwen heeft maar de psychopaten onder ons? Dr. Robe andeling of seksueel misbruik. melijke mishandeling, geestelijke mish tot misdaad, maar ook gewoon nia over psychopaten zowel in relatie er 280.000 ernstig tot zeer n Van alle ondervraagde vrouwen ware lopen er meer vrij rond dan er onder ons. Zoals mijn moeder zei: ‘Er er. Hoewel er heel veel vroupartn veilige waandenkbeelden tig mishandeld door hun (ex-) aan erns vast ons pen klam We n.’ slote opge zitten andeld, doet iets minder dan ici, bestuurders, ambtenaren, wen ernstig tot zeer ernstig worden mish polit onze van dat en ag gedr ons ratio dat bij de politie. En wij ons in de llingen en boeren en buitentien procent van de slachtoffers aangifte middenstanders, ceo’s van financiële inste ansgeweld, georganiseerde liteiten en zelfs waanzin uit. criminologie maar druk maken om uitga lui stuurt en beheerst. We sluiten irrationa t vermoord en alle andere . Hij is wereldberoemd in de misdaad, een enkele publicist die word ‘Keep on dreaming’, zegt psychiater Hare htkomt. Wij zitten statistisch een etentje. Als hij uitlegt criminaliteit die in de statistieken terec VS en wordt nogal eens uitgenodigd voor aderen met sociaal vaardige steevast wel iemand aan tafel gezien enkele malen in de week te verg hoe een psychopaat zich gedraagt, is er eigen kinderen de meest hun die-en-die.’ mensen die op een beestachtige wijze die zegt: ‘Jeetje, dat doet me denken aan hun partners psychisch en n inge ipuleren van het beeld van grove seksuele handelingen opdr Een psychopaat is een meester in het man Er lopen er meer rond dan . even beho terroriseren en misbruiken naar cht over. Veinst betrokkenheid opre en nd tuige over t kom hij elf: zichz seerd in de hypocrisie in het er opgesloten zitten. Gonzo is geïnteres Ripley in de psychologische en geïnteresseerdheid. De figuur Tom lopen jaren verfilmd: The gesloten criminaliteitsdebat. thrillers van Patricia Highsmith (de afge r Maa . beeld is een mooi voor Talented Mister Ripley en Ripley’s Game) Witter dan wit en ontegenzeggelijk sociale hebb ten hopa Psyc . kijk eens om je heen rachters is psychopathisch le socia zijn ten g naar Hare. De helft van de serieverk hopa Teru Psyc spel. een zijn ties ipula man talenten en hun de checklist. Potenrammers zijn en ook potenrammers scoren hoog op loos hun weg ploegen eten gew r maa zijn, t man char die roofdieren van wet en fatsoen overschrijeen soort psychopaten die de grenzen geen geweten. Niet iedere en hebb Zij . werk en ies relat le socia door suelen af te rossen. Deep den door op beestachtige wijze homosek criminelen zijn wel psychoveel r maa , ineel crim t word at hopa psyc indend vinden, maar zij zijn down misschien wel omdat ze het opw de laatste eurocent voor paat. Zij zijn gewelddadig, of frauderen zijn mannen tussen de vijftien doodsbang om dat te erkennen. Daders werken. zichzelf of de organisatie waar zij voor ent allochtoon en binnen en dertig jaar (47 procent is blank, 40 proc ontwikkeld. Een criterium Hare heeft een psychopathische checklist kkaanse afkomst). Een vanMaro deze groep is meer dan de helft van let my feelings get in the way. Do I is gevoelloosheid. Een patiënt: ‘I don’t de geïnterviewde homo’s van helft hield een enquête waarin de you squashed a bug?’ daag time last the feel you do How one? some feel bad if I hurt r op straat te hebben gevoeld. aangaf zich het afgelopen jaar onveilige t- en hoogmoedswaanzin. groo t heef en sch entri egoc is at hopa Een psyc schaal onder white collar crimiPsychopaten vinden we ook op grote ant, dominant en heeft altijd arrog vaak is , over kerd erze zelfv t Hij kom den die veelal onzichtbaar nals. Het zijn destructieve persoonlijkhe een mening die hij steevast opdringt. essen in de organisatie naar blijven voor hun omgeving, maar succ gesprek met zijn psychiater Een patiënt geeft toestemming om het Zij manipuleren verantwoorzich toe trekken (en falen afschuiven). neer kan ik de tape zien, ik wil op te nemen op video en vraagt: ‘Wan
I
gehinderd door doorvragende sie en overgave vertellen (overigens niet ook alleen maar de tv-banden ds avon ’s parlementariërs, die misschien kwamen’). doorzappen om te kijken ‘hoe ze over zijn van zichzelf dat niets tuigd over zo ten Hare zegt dat psychopa doorbreken. De criminoloog hun intellectuele of morele pantser kan ip white collar crime introduEdwin Sutherland die in 1939 het begr van witteboordencriminelen ceerde, schreef al over het onvermogen boordencrimineel beschikt om zichzelf als ‘crimineel’ te zien. De witte ingsmechanismen om edig verd e over een groot aantal psychologisch erzoek naar witteboorOnd . eren nalis voor zichzelf zijn gedrag te ratio toont keer op keer aan dat besef dencriminaliteit in de decennia daarna ntwaardiging van de heer Cor van schuld afwezig is. Denk aan de vero bed van Sylvia Toth, toponBoonstra, Philips-bestuurder die via het en verworven: ‘Hoe durft u derneemster, voorinformatie zou hebb – mij (die zoveel heeft betekend – samenleving, politie en justitie, AFM ndien filantropisch ook niet bove voor de Nederlandse economie en die is een grof schandaal!’ Het . nken te onderschatten is) ook maar te verde hopaten en een groot deel Het is díe psychische gesteldheid die psyc hebben. Zij zijn het centrum van de witteboordencriminelen gemeen van het universum. t-schandalen wordt deze psyIn de literatuur over de grote Wall Stree ven als ‘men with their big swinchische gesteldheid plastisch omschre we noemen het zakendoen, we ging dicks’. We noemen het bankieren, ns in het spel lopen mannen en noemen het toezicht houden, maar erge even: ze willen de grootste gedr Geen besef van schuld en wen die door testosteron word vrou zijn ook r maa acle, -deb ABN het n het hoogste salaris hebben, Lees De prooi van Jeroen Smit over bank worden, ergo overnames. Ze wille ldheid geste e hisch psyc de van iets om d, en in organisaties, nemen ze eerdere boek Het drama Ahol ergo bonussen. En, als ze de macht hebb wet- en van te rvlak oppe de er Ond . ijpen begr bankgebouwen in het centrum van bankbestuurders te architecten in de hand die de hoogste businessuze tigie pres aan van te rvlak oppe de en. ‘Nobody swings better with regelgeving, onder van de stad (of aan de Zuidas) laten bouw van rituelen te rvlak oppe de r onde en iers bank schools opgeleide his dick than me. Get it!’ erlandsche Bank en andere van toezicht en handhaving door De Ned binnen de banken bol te staan instellingen, blijken de interne processen Psychopathie als tool of management er, veelgee haat en onderstromen blind nst, afgu zie, jaloe p, aalt Hare verd erkla acht s, ruzie van Psychopaten zijn ironisch genoeg, zo verh nken, reorganiseren, fuseren afsla ten moe die ies van hebzucht. vraagd door organisat De van n plare exem nd uize erdd hond ige (organisatie)cultuur Jeroen Smit, die meer dan twee of grote overnames willen doen. De huid criminologile gehe de dan en boek r mee jnlijk meurs met ‘doortastende’ prooi verkocht (waarschi rekruteert (on)bewust manipulatieve char ocht), prikt dwars verk t heef ntaliteit jaar 25 n lope afge de in sche gemeenschap happen omdat de achter-de-ellebogen-me en andere abstrac- leiderschapseigensc nde ijfsku bedr van ie, richt nom gew o-eco tijds macr ige van huid door de façades en gewetenloosheid nuttig zijn in het en laat zien dat de werkvloer inrichten van de organisatie. te wetenschappelijke mumbo jumbo heen ontslagen, bezuinigingen of het opnieuw . liteit iona irrat van t hang r g om hun vieze werk te doen. van de financiële onderneming aan elkaa Organisaties hebben psychopaten nodi psydie s pule scru er zond iers gewetenloze technocraten door Dwars door het hele theater lopen bank Ook binnen de universiteiten dringen eld ldbe were Hun igd. vertu zelfo zijn cht ‘efficiënter’ maken en ‘verchopathische talenten hebben. Zij die gaan reorganiseren, kennisoverdra isten die Narc ct. perfe en lbaar anke onw ar, eesten. Milde vormen van en eigenbeeld zijn onwrikba antwoording’ eisen van academische vrijg en voor chijn vers Zij n. kijke ld elbee spieg eerd als managementvaardigde hele dag naar hun eigen psychopathisch gedrag worden gewaard rheid vol paswaa hun zij r waa ssies mmi ksco rzoe , and get things done quickly’). Ook parlementaire onde heden (‘they can shake a tree, rattle cages ing om een sterke leider past nlev het populistische geroep in de same hierin. ering van een psychopathisch Gonzo pleit voor een op- en herwaard zo Gon de Vries die schrijft over is de schrijver onderdeel perspectief. Lees Hare. Lees Manfred Kets Gonzo-journalistiek is subjectief, vaak che organisaties’. Kets de Gonzo kenmerkt zich door ‘neurotische managers’ en ‘psychopathis van het verhaal. Meestal in de ik-vorm. freudiaanse psychologie. Hij onderliggende boodschap Vries combineert bedrijfseconomie met een mix van feiten en meningen om de meest prestigieuze businessin een poging de lezer te geeft les aan Insead in Parijs, een van de in het gezicht van de lezer te werpen uikt ndernemers en politici. Ook hij voor het eerst gebr schools ter wereld en hij adviseert topo betrekken. De term ‘Gonzo’ werd in 1970 n hopathologie overal om zich . Gonzo stelt stijl bove ziet milde en extreme vormen van psyc voor het werk van Hunter S. Thompson state of mind’: ken je een psychoconzo de om ‘Gon e ervaringen heen. Nu jij nog. Daarom in een nauwkeurigheid en gebruikt persoonlijk iler die niet tegen kritiek kan en emoties en inzicht. Gonzo paat in de criminologie? Zo’n meesmu text van feiten te duiden. Het gaat om die over water kunnen lopen? en van de mainstream zichzelf het middelpunt vindt? Collega’s kijkt neer op de ‘opgepoetste’ brave tekst n zonder daar de kwalificaties or, overdrijving en schelOpdrachtgevers die wetenschapje spele journalistiek en gebruikt sarcasme, hum aan het einde van iedere zin uik van Gonzo-journalistiek (of de instelling) voor te hebben en die den niet zelden als stijlvorm. Het gebr een columnschrijver die je al snel in vergroten. Een beetje gelijk willen hebben? Of bijvoorbeeld in de criminologie kan het inzicht daar zich niet aan de ‘regels’ houdt nologie. lezend direct marginaliseert omdat hij zoals nu ook gebeurt in de culturele crimi is? en dus niet ‘echt’ wetenschappelijk
en conflicten en behandelen dingssystemen en overlegstructuren, creër vuil. Politie-socioloog oud collega’s (en zeker ondergeschikten) als al cases over moord aant t groo Maurice Punch inventariseerde een jarige medicijnen over n: inge rnem en doodslag door bonafide onde in fabrieksprocessen worden worden gedumpt in de Derde Wereld, ondergeschikt gemaakt aan arbeidsomstandigheden en veiligheid porteerd naar landen waar het omzet, illegaal milieuafval wordt geëx ilige producten worden toezicht niet bestaat of is omgekocht, onve s, groots en meeslepend, eloo toch op de markt gebracht. De lijst is eind van de criminologie. In ken nwij maar krijgt slechts aandacht in de buite ge criminologische veili n inere dom Main Street en in het oude centrum de psychopaten onder ons. En onderwerpen. Er is geen aandacht voor boorden witter zijn dan wit: toch zijn zij interessant omdat hun witte roven, stelen en plunderen zij. binnen de uitoefening van hun functie r de hand boven het hoofd Specialisten in ziekenhuizen houden elkaa kt. Er sterven drieduizend menals een hunner een dodelijke fout maa n. sen per jaar in ziekenhuizen door foute achter-de-ellebogen-gedrag het niet r maa zo, Gon rt ptee acce en Fout Gods vertegenwoordiger op zij dat en van verantwoordelijken die vind zijn. Ook al in de wetenschap aarde zijn en boven correctie verheven f)rechtelijk systeem zich toch dat de pakkans klein is omdat het (stra en in de samenleving. bezighoudt met easy targets: de schlemiel
crimelink 13
MEER SPOREN VRAGEN OM NAUWKEURIGER ONDERZOEK
De forensische valkuil
JOOST VAN DER WEEGEN Uit de film Minority Report (Tom Cruise)
Opsporing via DNA-sporen was de voorbode voor een revolutie in het forensisch onderzoek. Maar nu veel meer mogelijk is, moet de forensisch onderzoeker zijn bevindingen steeds beter onderbouwen. Want hoe zijn die sporen daar gekomen?
Z
al het toekomstbeeld uit het boek van sciencefictionschrijver Philip K. Dick ooit werkelijkheid worden? In de filmversie van Minority Report (2002), geproduceerd door Steven Spielberg, drukt Tom Cruise het in de openingsscène zo uit als de schrijver het had bedacht. ‘Uit naam van de afdeling Pre-Crime arresteer ik u voor de toekomstige moord die u wilde gaan plegen...’ De man reageert verbijsterd, in paniek. ‘Maar ik heb toch niets gedaan? Ik was niets van plan!’ Het protest is tevergeefs: de zogenaamde precogs, in een bad op sterk water staande helderzienden, hebben de gave om moorden te zien aankomen nog voordat ze plaatsvinden. De politie heeft daarop een speciale eenheid Pre-Crime ingesteld die de moorden op locatie moet zien te voorkomen. Binnen een maand is het aantal moorden tot nul gereduceerd. Moord met voorbedachten rade verdwijnt als eerste van het criminele tableau: mensen begrijpen dat het geen zin heeft om moorden te beramen als de overheid de gedachten daarover kan onderscheppen. De moord waarbij Cruise net op tijd ingrijpt is een crime passionel, waarbij de verdachte gaat handelen uit woede nadat hij zijn vrouw met een andere man in bed heeft betrapt.
principal scientist bij het NFI verantwoordelijk voor. Hij zag hoe de inzet van DNA-sporen zo’n tien jaar terug ‘de boel op z’n kop’ zette. In de opsporing, maar ook in het bewijzen van de onschuld van veroordeelden, zoals bij het Amerikaanse The Innocence Project: ‘De opkomst van DNA als truth serum is indrukwekkend’, concludeert Berger.
20TH CENTURY FOX
TEKST
‘De opkomst van DNA als “truth serum” is indrukwekkend’
Ondertussen onderzoekt het instituut onder meer het rendement van optische technieken, zoals het dateren van bloedsporen met laser (in samenwerking met het AMC), ‘waardoor het tijdstip van de misdaad in de toekomst misschien tot op het uur nauwkeurig bepaald kan worden’. Ook het analyseren van isotopen krijgt steeds meer aandacht. Het gaat dan om stoffen uit de omgeving die lichamen met zich meevoeren. ‘Aan de hand van atomen van hetzelfde element die in een stoffelijk overschot worden gevonden, kan steeds beter worden bepaald waar hij wanneer is geweest’, aldus Berger. ‘Bijvoorbeeld als iemand water heeft gedronken met een samenstelling die terug te voeren is tot Oost-Europa.’ In rap tempo is dus steeds meer mogelijk met steeds minder sporen. Berger maakt wel een voorbehoud. ‘De vragen om die sporen heen worden daardoor anders. De vraag hoe ze ergens gekomen zijn is bijvoorbeeld belangrijker geworden. Is het mogelijk dat iemand een ander alleen heeft aangeraakt, en geen geweld heeft gebruikt?’ Berger stelt vast dat forensisch onderzoekers steeds meer zullen moeten aantonen waarop hun methodes en kennis zijn gebaseerd. ‘Forensisch onderzoek is steeds meer een wetenschap aan het worden in plaats van een ambacht.’
Zichtbaar Levend bewijs daarvan is Susanne van Beest. Na haar studie medische biologie volgde zij de opleiding forensic sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds drie jaar is ze forensisch onderzoeker bij de politie in Utrecht. Van Beest was betrokken bij de opzet van het eigen forensisch lab van de politie in Utrecht, voor het beoordelen en selecteren van sporen, voorafgaand aan het opsturen naar het NFI. Groot voordeel van dit lab is dat het de politie in staat stelt al in de opsporingsfase gericht onderzoek te doen en dat daardoor de doorlooptijd van het sporenonderzoek wordt verkort.
Ook Van Beest ziet de mogelijkheden in het forensisch onderzoek snel toenemen. ‘We kunnen al steeds meer onzichtbare sporen zichtbaar maken, in vergelijking met tien jaar geleden. Met behulp van maar twee vloeistoffen kunnen we tegenwoordig vaststellen of er bloed op de plaats delict is.’ Van Beest ziet veel toekomstperspectief in het werken met huid-epitheelsporen. Ze geeft het antwoord op de vraag die Berger stelt over het mogelijke gebruik van geweld: ‘Aan de hand van het aantal cellen kunnen we straks vaststellen of iemand de ander een handdruk heeft gegeven of de ander – met beide handen om zijn nek – heeft proberen te wurgen.’ Net als Berger van het NFI ziet Van Beest hoe het vak zich ontwikkelt: ‘Doordat meer forensisch onderzoekers zich specialiseren, neemt de kennis op verschillende vakgebieden toe.’ Maar met een groter aanbod van sporen wordt het aantal variabelen in het forensisch onderzoek inderdaad omvangrijker. ‘Dat maakt ons werk lastiger. Het dwingt ons ertoe het werk op de plaats delict nog gestructureerder te doen en nog meer samen te werken met de tactische recherche.’
Schat Die tactische recherche krijgt ook steeds vaker informatie uit digitale bron. Frans Kolkman is hoofd van het Bureau Digitale Expertise Oost-Nederland en lid van de expertgroep Digitale Opsporing, die over dit onderwerp rechtstreeks adviseert aan de Raad van Hoofdcommissarissen. Hij denkt dat minstens een derde van de opsporingsonderzoeken in de toekomst uit onderzoek naar digitale gegevensdragers zal bestaan. ‘Kijk wat wij inmiddels al met gsm’s doen.’ Niet zo lang terug heeft de digitale recherche nog een doorslaggevende rol gespeeld in het oplossen van een moord: ‘We vonden een plaatje op de computer van een slachtoffer dat ons > rechtstreeks naar de dader leidde.’
De afdeling forensisch onderzoek van het Amsterdamse politiekorps doet onderzoek naar een - nog steeds onopgeloste - liquidatie aan de Amsterdamse Jacob van Lennepkade, 25 april 2008 Bloed op het wegdek na een schietpartij aan de Amsterdamse Bijlmerdreef, 17 februari 2009
14 crimelink
YVONNE WITTE POLITIESPOTTER.NL
Het uitzicht op een afdeling Voorkennis Misdaad bij het KLPD lijkt misschien nog ver weg. Desondanks heeft het opsporen van misdadigers via de voortschrijdende technologie een vlucht genomen die we ons, toen Philip K. Dick zijn boek schreef, niet hadden kunnen voorstellen. In het nieuwe gebouw langs de A4 dat in de film niet zou misstaan, doet het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoek naar de nieuwe mogelijkheden die wetenschap en techniek de strafrechtketen te bieden hebben. Dr. Charles Berger is er als
POLITIESPOTTER.NL
Op z’n kop
De stukken van overtuiging van de politiekorpsen, klaar voor onderzoek op DNA-sporen, in de opslag van de afdeling Biologie van het NFI
crimelink 15
Forensisch onderzoek wordt steeds meer een wetenschap in plaats van een ambacht Kolkman legt uit waarom het gebruik van digitale sporen zal toenemen: ‘In allerlei IT-systemen die het gemak van de mens dienen, zijn gegevens terug te vinden die voor de opsporing interessant zijn. We kunnen zo soms per seconde reconstrueren wat verdachten hebben uitgevoerd.’ De home server die in de toekomst in Nederlandse huishoudens zal staan om al onze apparaten te bedienen en in te stellen, zal een schat aan informatie bevatten, denkt Kolkman. ‘Die data kunnen bepalend zijn bij het vaststellen of iemand wel of niet op een zeker tijdstip thuis is geweest.’ Kolkman denkt ook dat de toenemende kwaliteit van camera’s ingrijpende gevolgen voor de opsporing zal hebben, ‘want de opslag daarvan kost niets meer’. Kolkman denkt dat de grenzen van de digitale opsporing liggen besloten in de wens van de burger om zijn privacy te behouden. ‘Maar de rechter zal bepalen tot hoe ver we mogen gaan.’
Deskundigenregister Die rechter is zich steeds meer aan het scholen in nieuwe technieken, om te voorkomen dat hij door de bomen straks het bos niet meer ziet. Erik van den Emster is voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. Onlangs was hij op bezoek bij het NFI voor de uitreiking van het nieuwe handboek De essenties van biologisch forensisch onderzoek, de bijbel als het gaat om DNA-onderzoek in de opsporing. ‘Als eenvoudige rechters begrijpen we nu eenmaal niet alles’, liet Van den Emster de zaal weten. ‘Rechters vertrouwen op getuigen-deskundigen. Maar ze moeten ook sceptisch tegenover hen kunnen staan’, gaf hij het dilemma aan. ‘Zijn er werkelijk aanwijzingen dat het om een bepaalde dader gaat, of komt er ook een andere verdachte in aanmerking?’ De voorzitter van de raad erkende het gevaar van rechterlijke fouten. Hoe maakt de rechter de sprong van het overtuigende bewijs naar het rechterlijk oordeel, zonder daarbij de plank mis te slaan?
‘Hij kan niet in alle gevallen op zijn gezond verstand vertrouwen. We moeten opletten geen denkfouten te maken op basis van verkeerde interpretaties.’ Van den Emster gaf als voorbeeld de zaak van Lucia de B., waarbij de rechterlijke macht zich ten onrechte verliet op de getuigenissen van statistici en medici. Van den Emster liet weten niet voor een constructie te zijn waarbij de raadkamer zelf forensisch onderzoekers in huis heeft. Hij ziet voor de toekomst meer heil in het deskundigenregister dat pas door de minister is opgericht. En in cursussen voor de rechterlijke macht. De toespraak van de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak werd voorafgegaan door een presentatie van drie forensisch onderzoekers die lieten zien hoe de wetenschappelijke en juridische vooruitgang het anno 2012 mogelijk zal hebben gemaakt de uiterlijke kenmerken van een verdachte vast te stellen, om de politie op basis daarvan onderzoek te laten doen. In de ‘keukenmoord’ is een aangetroffen DNA-spoor afkomstig van een man van wie het voor negentig procent duidelijk is dat hij uit Portugal of Spanje afkomstig is. DNA-afname van een verdachte door de politie levert snel daarna een match op. De zaak kan voor de rechter worden gebracht. Fred Teeven is de minister van Justitie die in 2012 in een krantenbericht met het succes aan de haal gaat, zo bleek uit de virtuele presentatie.
Wapenwedloop Je kunt je afvragen in hoeverre de werkelijkheid Minority Report is genaderd. Frans Kolkman vindt het verhaal van de film in ieder geval niet realistisch: ‘Drie waarzeggers in een bad, wat een flauwekul.’ De film wekt volgens hem, net als de televisieserie CSI, verwachtingen bij het publiek, ‘terwijl het helemaal niet mogelijk is om het gezicht op een camerabeeldje vijftig keer te vergroten.
‘Wij moeten nog meer samenwerken met de tactische recherche’
Vier pixels geven die informatie nu eenmaal niet.’ Kolkman ziet al langer hoe futurologen de ontwikkelingen in de opsporing proberen te voorspellen. ‘Maar zelfs met dertien jaar ervaring moet ik erkennen dat ik niet verder vooruit kan kijken dan een maand of negen.’ Waarmee Kolkman niet wil zeggen dat de politie niet is voorbereid op toekomstige ontwikkelingen. ‘Politie en criminelen zijn in een voortdurende wapenwedloop op technologisch gebied bezig. Maar als het erop aankomt kunnen wij een hoop uit de kast halen.’ Susanne van Beest kan zich nog niet voorstellen dat de werkelijkheid in Minority Report wordt benaderd. ‘Misschien zijn delen van de hersenen actiever bij agressie en is die adrenaline na een misdaad bij ze te testen? Of kunnen we straks een 3D-weergave van de plaats delict in de rechtszaal projecteren, met sporen erop geclipt in het beeldscherm?’ Ze wijst erop dat criminelen, als de forensische opsporing dramatisch verbetert, beter uit zullen kijken een misdaad te plegen. Ze merkt op dat criminelen zich altijd aanpassen aan de ontwikkelingen. ‘Nadat de politie vingerafdrukken is gaan afnemen, zijn dieven handschoenen gaan dragen.’ Charles Berger van het NFI ziet de gebeurtenissen in Minority Report als fundamenteel onmogelijk. Hij vermoedt wel dat er toekomstige mogelijkheden zullen ontstaan in de opsporing die tot ethische vragen gaan leiden. ‘En het inleveren van je privacy voor meer veiligheid is nooit zonder risico.’ Hoe waar die woorden zijn, bewijst de plot van de speelfilm zelf. Uiteindelijk komt naar voren dat de waarzeggers in het verhaal onder dwang worden vastgehouden en houdt justitie ontlastende voorspellingen verborgen in het zogenaamde Minority Report. Ondanks alle hightech wordt de waarheidsvinding geen recht gedaan. Blijkbaar is dat een fenomeen van alle tijden. n
Forensisch bewijs bijkans begrepen Uit onderzoek van het NSCR kwam onlangs naar voren dat rechters de rapportage van een getuige-deskundige vaak verkeerd interpreteren. Uit het onderzoek met de titel Bijkans begrepen van H. Elffers e.a. kwam onlangs naar voren dat rechters, advocaten en andere deskundigen maar weinig snappen van de nieuwe manier van rapporteren door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Die verslaggeving nieuwe stijl werd ingevoerd na de kritiek die het voormalige gerechtelijk lab onder meer kreeg na het echec in de Schiedammer parkmoord. Daarin werden de forensisch onderzoekers ervan beschuldigd hun bevindingen over het DNA van de onterecht veroordeelde Kees B. niet volledig genoeg voor het voetlicht te hebben gebracht. Uit het onderzoek van Elffers en zijn collega’s blijkt nu dat vooral de rechters lijden aan flinke zelfoverschatting als het gaat om het interpreteren van rapporten van deskundigen. Op de zeven vragen over twee zaken die aan 118 strafrechters werden voorgelegd, wisten zij niet meer dan vier goede antwoorden te geven. Ze maakten, volgens de onderzoekers, simpelweg te veel interpretatiefouten om van goed begrip van de conclusies te kunnen spreken. De wetenschappers vonden dit zorgelijk, hoewel ze niet dachten dat hierdoor op grote schaal verdachten zijn veroordeeld of vrijgesproken. Wel merkt men op dat er op basis van rapporten van deskundigen in de rechtspraktijk beslissingen worden genomen die ingrijpend zijn voor ‘echte mensen’.
Entree NF
Digitale technologie en biometrie, vingersporen
16 crimelink
NFI
Niet-humaan DNA-onderzoek, botanische sporen
NFI
NFI
NFI
NFI
Microsporen, zeefanalyse van grondmonsters
Microsporen, schotresten
crimelink 17
WERK IN UITVOERING
W
at is het leukste aan uw werk? ‘Als je nieuwsgierig van aard bent, en dat ben ik, dan kom je bij het Openbaar Ministerie wel aan je trekken; met name als je aan de top van het OM werkt. Als je spanning en hectiek leuk vindt, en dat vind ik, dan moet je bij het OM gaan werken. Als je een bijdrage wil leveren aan een veilige samenleving, en dat wil ik, dan is het OM daarvoor een van de beste plekken. Bij elkaar genomen vind ik dit werk daarom buitengewoon bevredigend.’
Wat maakt u in bijzondere mate geschikt voor deze functie? ‘Je moet natuurlijk in staat zijn om juridische redeneringen te doorgronden en beleidsmatig kunnen en willen denken. Tegelijkertijd ben je manager en bestuurder. En als je bij de tegenwoordig zo sterk gemedialiseerde strafrechtelijke handhaving wil werken, moet je een hoog incasseringsvermogen hebben om te kunnen overleven. Hardship is onderdeel van je werk. Je moet tegen stoten kunnen, ook tegen stoten onder de gordel. En je kunt je niet bedienen van “oog om oog, tand om tand”. Dat kun je je niet permit-
teren, omdat je nu eenmaal magistraat bent en omdat van jou rechtsstatelijkheid wordt verwacht. Dat is niet zo bij een vrije beroepsuitoefenaar, bijvoorbeeld een journalist die alleen aan zijn column denkt. Als OM’er werk je in een enorm spanningsveld met grote afbreukrisico’s. Een complex van spanningen naar de rechter toe, de advocaat, de rechter-commissaris, de verdachte en zeker ook de pers. En naarmate je hoger in de boom van het OM werkt, neemt die spanning toe. Daar moet je je echt van bewust zijn voordat je in zo’n baan stapt. Ik kan het aan, omdat ik een groot incasseringsvermogen heb. Ik heb natuurlijk mijn emoties en die uit ik ook. Ik ga ze niet zitten oppotten. Dat is niet altijd prettig voor anderen, maar dat leggen we later dan wel bij. Ook moet je over voldoende inhoudelijke vakkennis beschikken. Ik krijg bijvoorbeeld de “gevoelige zaken” voorgelegd, die bekijk ik op zaaksniveau. En op deze plek moet je natuurlijk goed kunnen “binden”. Het OM is een bizarre organisatie, een fabriek waar meer dan een miljoen dossiers jaarlijks in de rondte gaan, en tegelijkertijd is het een professionele organisatie waarin mensen werken die de ruimte moeten hebben om tot professioneel verantwoorde beslissingen te kunnen komen.’ U bent een ‘binder’? ‘Ja, ik kan binden. Dat werd mij bij mijn afscheid als president van de rechtbank Utrecht ook op artistieke wijze via een tekening van Van Manen onder de neus gehouden. In de procedure voor deze baan vroeg Donner (de toenmalige minister van Justitie – red.) mij ook heel nadrukkelijk en expliciet om de binding te herstellen van het College van PG’s met de hoofdofficieren en hoofdadvocaten-generaal. Het was ook mijn eigen analyse, daar moest iets aan gebeuren. Ik geloof dus dat ik dat kan.’ Wat wilde u worden als kind? ‘Ik was in 1969 goedgekeurd om beroepsofficier bij de mariniers te worden. Ik wilde dat gebruiken als opstap om te gaan vliegen. De eerste testen om straaljagerpiloot te worden, had ik al doorstaan. Maar toen bleek ik kort daarna bij één oog min ¼ te hebben en in die tijd kon er nog niet gelaserd worden. Dus ging dat niet door. Maar ik heb altijd iets
18 crimelink
Wat inspireert u in deze functie? ‘Het is geen “praatje voor de vaak”, maar het OM is zó’n boeiende organisatie. Er werken ook zo veel boeiende en bijzondere mensen en er wordt ook zo veel gelachen met elkaar. Er wordt veel “gek” gedaan met elkaar, ook om af te reageren. Het OM is zo veel boeiender dan de zittende magistratuur en het bedrijfsleven. De immense verantwoordelijkheid die je hebt en het ’s ochtends niet weten of je ’s avonds in de sloot ligt, ik vind dat geweldig. Ik kan daar echt van genieten.’
met vliegtuigen gehouden, ik loop buiten ook vaak omhoog te kijken en ik ben een eersteklas spotter. Vanuit mijn huis onder een aanvliegroute van Schiphol hou ik het ook allemaal in het oog, de verrekijker ligt klaar in de vensterbank. Ik kan werkelijk opgewonden raken als ik die ouderwetse zuigermotoren hoor van een DC6 of DC7, of van zo’n oude Dakota, fantastisch vind ik dat!’ Uw belangrijkste wapenfeit? ‘Waar ik trots op ben, is dat dit college in staat is geweest om de organisatie twee gelijktijdige reorganisaties met goed gevolg te kunnen laten doorstaan terwijl de winkel openbleef en het steeds drukker werd. Het project “Het OM verandert” en het gpsproject inzake geautomatiseerde bedrijfsprocessen. Menige organisatie zou daaraan ten onder zijn gegaan. Daar zit je ook voor als college, om zo’n grote organisatie als het OM daar doorheen te leiden. Daar ben ik best trots op.’ Wat ging minder goed? ‘Waar ik nog steeds het antwoord niet op heb, is hoe je vanuit het OM een adequaat persbeleid kunt voeren. Hoe je tegen die kritiekstroom in het OM goed voor het voetlicht kunt brengen. Soms lukt het ons, maar regelmatig slagen wij daar absoluut niet in. Omdat wij misschien te weinig assertief zijn. Het is ook buitengewoon moeilijk. Wij kunnen niet alles zeggen. Je hebt het onderzoeksbelang, het belang van de verdachte, van het slachtoffer, van getuigen. Je mag niet alles zeggen. En daartegenover staan de advocatuur en de journalist die er alles tegenin kunnen brengen. Terwijl wij met onze handen op de rug zitten. Daar heb ik het antwoord nog niet op gevonden. Wij hebben een goede afdeling voorlichting en wij experimenteren. Maar wij slagen er nog in onvoldoende mate in om het OM op een goede manier voor het voetlicht te krijgen.’ Heeft u veel invloed? ‘Natuurlijk heb ik dat, het zou wel raar zijn als ik dat niet had als voorzitter van het college. En daar streef ik ook naar, dat is part of the job. Ik heb invloed op alle andere “toppen” in de wereld van de handhaving. Maar het is invloed die je afdwingt door
ARCHIE BARNEVELD
Harm Brouwer
Het rechte pad van
U was wisselend zittende en staande magistraat. Veel cultuurverschil daartussen? ‘Ja. We mogen het niet hardop zeggen, maar de Nederlandse rechtspraak staat internationaal als zeer goed bekend. Maar men is erg naar binnen gericht en heeft moeite de verbinding te houden met die kolkende samenleving van anno 2010. Zie de affaire Saban B., waar de rechtspraak de volle laag kreeg, dan zie je dat de weerbaarheid niet groot is. Dat kan dan problematisch worden, tot en met een debat in de Tweede Kamer. Die zichtbare niet-weerbaarheid zegt iets over hoe de organisatie in de samenleving staat. Dat is bij het OM anders, omdat die in de volle branding van de samenleving en de publieke belangstelling staat. Die is dus ook meer gewend en weerbaarder. Dat is echt een verschil tussen die twee.’
PETER VAN DER STRUIJS
Harm Brouwer (1951) is voorzitter van het College van Procureurs-Generaal. Het meubilair en de kunst van zijn werkkamer stralen soberheid en relativering uit. Zijn kinderen kunnen er niet bij dat hun vader zich vrijwillig in zo’n hectische baan begaf. Zelf geniet hij daar juist volop van.
TEKST
overtuiging op inhoud en door herkenbaar rekening te willen houden met de gerechtvaardigde belangen van de ander.’ Machtige voormannen op hoge posities vallen wel eens van hun voetstuk. Hoe voorkom je dat? ‘Het allerergste wat je kan gebeuren, is wanneer je echt in jezelf begint te geloven. Wanneer je zelfkritische vermogen afneemt. Wanneer je niet meer openstaat voor waarschuwende signalen uit je omgeving. Omdat je denkt dat je het beter weet dan al die mensen om je heen. Iedereen op dit soort posities wordt daar op een gegeven
moment mee geconfronteerd. Dat is hetzelfde als het meest gevaarlijke moment bij zweefvliegen: je 150ste solostart, wanneer je denkt dat je het allemaal wel weet en alles wel een keer hebt meegemaakt. Ik heb dat vooral gezien in het bedrijfsleven, bij leden van de raad van bestuur. Die hielden op om kwetsbaar te willen zijn. Luisterden niet meer naar anderen. Hadden een enorm geloof in zichzelf. Iedere manager, bestuurder, hoog-in-de-boom-zitter moet zich van deze symptomen bewust zijn. Wees kwetsbaar, geef je fouten toe, daar heeft iedereen in het algemeen begrip voor.’
Zit u graag in een talkshow? ‘Ik hou van het debat, maar wel van een eerlijk debat. En dat biedt niet iedere talkshow. Zoals laatst in die Zembla-uitzending, als driekwart van wat je hebt gezegd wordt weggeknipt, ja dan voel je je gepakt. Wij wisten natuurlijk dat die kans dik aanwezig was, maar als je organisatie zo onder vuur ligt, dan kun je daar toch niet weg blijven? Dat was nog erger geweest dan het resultaat nu. Ik vind dat het allemaal op een journalistiek onzorgvuldige wijze is gebeurd. Het was echt een aanval op het OM door de redactie van Zembla, gevoed door een aantal advocaten. Ik vraag me af waarom. Ik accepteer het niet dat mijn verweer tegen een aantal zaken is weggeknipt.’ In Werk in uitvoering vertellen mensen over hun persoonlijke betrokkenheid bij hun functie of werk.
crimelink 19
MALAFIDE ACQUISITIE IN LEGALE VERMOMMING
Ondernemers misleid Talloze bedrijven worden jaarlijks het slachtoffer van acquisitiefraude. Advertentieverkopers troggelen met slinkse verkooppraatjes het bedrijfsleven miljoenen euro’s af. Geregeld blijft de gedupeerde bekaaid achter en gaat de oplichter vrolijk verder.
M
WESLEY MEIJER
WWW.FRAUDEMELDPUNT.NL
TEKST
Voorbeelden van frauduleuze offertes/nota’s
RegioPress Nel Germs is niet de enige die te maken heeft gehad met RegioPress. Op internet is er meer over te vinden. Crimelink bood RegioPress de gelegenheid te reageren. Hoewel de telefoon werd opgenomen met ‘RegioPress’, doet RegioPress ‘in principe al een jaar helemaal geen werkzaamheden meer’. De persoon achter RegioPress werkt inmiddels in loondienst, maar kon niet aan de telefoon komen. Van rechtszaken was RegioPress niet op de hoogte. Dat Crimelink iemand aan de lijn kreeg was toeval, want de telefoon wordt normaal niet opgenomen. Crimelink kon telefoonnummer en e-mail achterlaten en werd afsluitend succes gewenst met het script.
20 crimelink
edio mei 2007 krijgt Ko Hars, supermarkteigenaar, een telefoontje. Hoe het met hem gaat, vraagt iemand aan de andere kant van de lijn. Er was in december 2006 al gebeld, maar toen zou Hars druk zijn geweest. De andere kant beloofde in mei terug te bellen. De advertentie voor een tijdschrift over honden – waar Hars zelf niet om gevraagd heeft – is al helemaal klaar. De overeenkomst zal via de fax naar de supermarkt komen en Hars hoeft alleen nog maar te tekenen. Tot zover het joviale telefoongesprek. ‘Toen heb ik één keer mijn handtekening gezet’, zegt Hars. ‘Dat is de manier van benaderen. Hun tactiek is dat ondernemers zeggen: laat ik maar betalen. Ze laten je tekenen voor een eenmalige advertentie. Maar die zie je nergens meer terug.’ Hars blijkt vast te zitten aan een overeenkomst van vier advertenties voor een totaalbedrag van € 2592,97. Omdat hij niet betaalt, stromen de faxen en herinneringen, van steeds verschillende partijen, binnen. Hars: ‘Uiteindelijk dreigden ze met een incassobureau en werd ik zelfs gedagvaard. Die zaak won ik. Een geweldige overwinning.’ Echter, ook de tegenpartij komt er goed van af en hoeft slechts de proceskosten te betalen.
Duizenden euro’s kwijt Voor Nel Germs loopt het een stuk minder goed af. Ook in haar geval is een ongevraagd telefoontje begin 2007 het startpunt van alle ellende. De advertentie voor haar eenmansbedrijfje in computerlessen zal in Regiotoppers komen, een blad dat aan alle bedrijven langs de A7 in Groningen geleverd wordt. Eenmalig denkt zij, voor € 345,-. Omdat het haast heeft – het blad moet immers naar de drukker – tekent Germs zonder eerst het contract goed te lezen. Twee weken later wordt haar gevraagd het contract nog eens te tekenen, want het is niet goed overgekomen via de fax. Achteraf blijkt dit een overeenkomst voor nóg een blad, RegioVisie. ‘Toen kreeg ik in april het blad binnen’, zegt Germs. ‘De advertentie bleek de grootte te hebben van een visitekaartje.’ Maar het ergste moet nog komen: de totale som bedraagt € 929,15. Germs heeft immers getekend voor vijf advertenties. En zelfs dat blijkt niet alles. Na een telefoontje met het bedrijf, RegioPress, wordt duidelijk dat Germs heeft getekend voor zes keer RegioVisie voor een totaalbedrag van zesduizend euro. Germs: ‘Dat zou het einde van mijn bedrijfje hebben betekend. Gelukkig mocht ik € 4500,- betalen, dan zou ik er van af zijn.’
In mei 2007 betaalt Germs tweeduizend euro. Pas als een ander slachtoffer alle adverteerders mailt over de vuile gang van zaken bij RegioPress, realiseert Germs zich dat ze is opgelicht. Ze neemt contact op met het Steunpunt Acquisitiefraude (SAF) en stuurt in totaal vijf aangetekende brieven naar RegioPress. RegioPress stuurt op zijn beurt gedurende twee jaar rekeningen, betalingsherinneringen en aanmaningen naar Germs, maar geen reactie op de aangetekende brieven. In juli vorig jaar valt een dagvaarding bij Germs op de mat. Haar wordt verweten dat ze geen enkele keer heeft gereageerd. Vervolgens vraagt RegioPress tot twee keer toe om uitstel van de zaak. Germs: ‘Toen belden ze met het verzoek om te schikken. Ik zei: “Stuur maar wat op”, maar heb nooit een schriftelijk verzoek gezien. Later belden ze op en zeiden ze dat ík een brief had moeten sturen. Alsof ik om een schikking had gevraagd.’ De kantonrechter laat eind januari weten dat de uitspraak op 24 februari zal volgen. Zo ver laat RegioPress het niet komen. Het bedrijf doet alsnog zelf een schriftelijk schikkingsvoorstel en de belofte het eenmansbedrijfje van Germs nooit meer lastig te vallen. Daarmee is de zaak afgedaan. Germs is in totaal zo’n € 2500,- kwijt, RegioPress komt er af zonder sanctie. ‘Ik kan wel doorgaan’, zegt Germs, ‘maar dan moet ik een advocaat nemen en je weet niet hoe het zal aflopen. SAF zegt dat RegioPress zal doorgaan tot het einde. Ik heb er wel een goed gevoel bij. Ze dachten dat ik een bange schijterd was. Ik verwijt mezelf nauwelijks iets. Ik had nooit gedacht dat iemand mij op deze manier zou bedriegen. Achteraf gezien had ik het misschien aan mijn man moeten laten lezen. Ik ben stom geweest. Ik heb mijn billen gebrand. Dan moet je op de blaren zitten.’
Miljoenenschade Germs is er nog relatief goed van af gekomen. Bij SAF zijn gevallen bekend van een dakdekker die voor zestigduizend euro is opgelicht en een loonbedrijf dat zelfs een paar ton kwijt is. Volgens Fleur van Eck, directeur van SAF, is met acquisitiefraude naar schatting vierhonderd miljoen op jaarbasis gemoeid. SAF registreert klachten en fungeert als schakel naar verschillende partijen, zoals MKB Nederland, ministeries en de Kamer van Koophandel. In 2009 kwamen er 4167 klachten binnen over 334 bedrijven met een betwist contractbedrag van 7,3 miljoen euro. In de zes jaar dat SAF bestaat heeft het ongeveer vijftienduizend meldingen over zo’n achthonderd partijen binnen gekregen. En dat is lang niet alles. Vaak doen slachtoffers uit schaamte geen melding. Van Eck: ‘Men vindt zichzelf vaak stom. “Hoe heb ik daar in kunnen trappen”, zeggen ze dan. Maar het gebeurt bij iedereen, ook bijvoorbeeld bij orthopedenmaatschappen. Kleine ondernemers hebben het meeste aan ons, maar ook grote bedrijven als banken en verzekeringsmaatschappijen zijn soms het slachtoffer. Hoe meer mensen er werken, hoe makkelijker het soms is.’ Advertentiefraude is samen met vermelding in internetgidsen, spooknota’s en domeinnaamregistratie de bekendste vorm van acquisitiefraude. Bij de advertenties in bladen en plaatsing in een internetgids blijkt het vaak te gaan om bladen met een zeer geringe oplage, zoals kleurboeken en onbekende websites. Vaak worden slachtoffers, net als in bovenstaande gevallen, op agressieve wijze
De politicus: ‘Meer expertise voor aangifte en opsporing’ Tweede-Kamerlid Sybrand van Haersma Buma (CDA) houdt zich bezig met de aanpak van acquisitiefraude. Hij noemt de omvang ervan zorgelijk: ‘Het gaat om het vertrouwen waarmee je zaken doet. Je gaat ervan uit dat een nota of advertentie betrouwbaar is. Als je slachtoffer bent geworden levert het los van de financiële schade ook een psychische tik op.’ Hij heeft aangedrongen op het aanscherpen van de aangifte en opsporing. ‘Een aantal jaren geleden was de alertheid bij justitie beperkt. Je moest je er als bedrijf maar tegen wapenen.’ Aangiftes hebben nog altijd vaak niet het gewenste effect en ook de expertise bij de rechterlijke macht ontbreekt dikwijls. ‘Voor rechters is het geen dagelijkse kost. Daar wordt nu energie in gestoken en dat is precies mijn punt. We moeten meer specialiseren en opleiden. Er is te weinig expertise.’ Ook de handel en wandel van twijfelachtige juristen verdient de aandacht, vindt hij: ‘Niet zelden stuurt een advocaat namens dubieuze ondernemingen brieven.’ Van Haersma Buma realiseert zich dat het compleet uitroeien van acquisitiefraude een lastige opgave is. ‘Het is niet voor niets dat criminelen dit zoeken. Je houdt schone handen, bent moeilijk te pakken en de kans op succes is groot. Veel fraudeurs houden de schijn op dat ze een normale onderneming zijn. Het belangrijkste is dat de ondernemer scherp is en er niet in tuint.
crimelink 21
Feiten over acquisitiefraude
O
nderzoekers van de sectie criminologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam deden in opdracht van het ministerie van Justitie onlangs onderzoek naar acquisitiefraude. In hun rapport Misleidende handelspraktijken: Een onderzoek naar de aard, achtergronden en aanpak van acquisitiefraude in Nederland, staan zij onder meer stil bij de definiëring van acquisitiefraude, de aard van het probleem, de schade en de knelpunten in de aanpak. De uitkomsten zijn gebaseerd op onder meer het databestand van het Steunpunt Acquisitiefraude (SAF), bankrekeningen van malafide actoren, literatuur en jurisprudentie en interviews met slachtoffers en experts.
Misleidingstechnieken Kenmerkend voor de diverse verschijningsvormen van acquisitiefraude is het gebruik van misleidende verkooptechnieken gericht op het ontfutselen van een handtekening of instemming van de klant, zodat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand komt en dus een betalingsverplichting voor de klant, bijvoorbeeld voor een advertentie of een opname in een telefoongids. Het maakt dus in principe niet uit wat er wordt aangeboden, aangezien de malafide aanbieders niet van plan zijn een deugdelijke tegenprestatie te leveren. Om die reden vinden de onderzoekers dat de term ‘misleidende handelspraktijken tussen organisaties’ beter de lading dekt dan acquisitiefraude. Om het vertrouwen van de klant te winnen en positieve verwachtingen te wekken, maken de malafide actoren gebruik van verschillende misleidingstechnieken. Zo wordt, om geen argwaan bij de klant te wekken, tijdens het verkoopgesprek bijvoorbeeld beweerd dat er al een zakelijke relatie bestaat, of wordt gesuggereerd dat het genoemde bedrag – zoals gebruikelijk – een jaarprijs is, terwijl het om een maandprijs gaat. Voorts proberen de aanbieders op een subtielere manier de klant te misleiden door zich een bonafide imago aan te meten. Met een bedrijfsnaam en beeldmerk die veelal grote gelijkenissen vertonen met die van bekende en gerespecteerde bedrijven, zaaien ze bewust verwarring. Naast deze nabootsing doen de aanbieders aan impression management. Ze staan ingeschreven bij officiële instanties en hebben (ogenschijnlijk) een mooi bedrijfspand, een professionele website, goed vormgegeven nota’s en sommigen doen zelfs aan sponsoring. Maar niets is minder waar: er wordt een virtueel kantoor gehuurd en gewerkt vanuit een sobere locatie, de website bestaat vrijwel alleen uit links en de opgestuurde documenten bevatten taalfouten.
Moeilijk grijpbaar Het SAF krijgt jaarlijks drieduizend meldingen binnen van gedupeerden van 250 malafide aanbieders die veelal aan elkaar gelieerd blijken te zijn. Het merendeel van de aanbieders opereert vanuit de noordelijke provincies van Nederland, maar ook buitenlandse aanbieders zijn actief op de Nederlandse markt. Doordat dergelijke bedrijfjes eenvoudig kunnen worden opgericht en weer uit de markt kunnen verdwijnen, zijn ze moeilijk grijpbaar. Bovendien verhullen ze hun bedrijfslocatie door het gebruik van ‘katvangers’, het huren van virtuele kantoren of de oprichting van rechtspersonen in het buitenland. De financiële schade van acquisitiefraude is niet gering. Voor het onderzoek is contact opgenomen met vier grote Nederlandse banken en is inzage verkregen in transactieoverzichten van enkele malafide aanbieders. Deze bijzondere onderzoeksmethode heeft interessant materiaal opgeleverd: een malafide aanbieder kan jaarlijks tonnen en in sommige gevallen miljoenen euro’s verdienen. Het stereotiepe beeld dat alleen de kleine of argeloze startende
22 crimelink
Krista Huisman ondernemer wordt getroffen is onjuist. Ook grote organisaties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken, onderwijsinstellingen en ziekenhuizen worden gedupeerd. Naast ondernemingen worden eveneens de gesubsidieerde sector en overheidsorganisaties getroffen. De meldingsbereidheid onder de gedupeerde organisaties is laag. Niet alle klanten zien namelijk in dat zij zijn misleid, en degenen die het zich realiseren worden veelal door hun eigen schaamte- of schuldgevoelens weerhouden om hier melding van te maken. De geregistreerde meldingen bij het SAF en de politie vormen hierdoor slechts een fractie van het totaal aantal gedupeerde klanten, wat ook blijkt uit de vele overboekingen op de bankrekeningen van de malafide actoren. Met hun misleidende handelspraktijken balanceren de aanbieders tussen slim, agressief zakendoen en onrechtmatig handelen. Hierdoor is het niet alleen voor de klant moeilijk om de misleiding te herkennen, maar ook wordt het slachtofferschap vaak niet serieus genomen: hoe hadden ze daar nu in kunnen trappen? Ook uit een eigen aangifteonderzoek, waarbij de onderzoekers 25 korpsen hebben gebeld met een gefingeerde casus, blijkt dat de politie gedupeerden wijst op hun eigen stommiteit. Door dergelijke negatieve reacties kruipen gedupeerden vaak (nog) meer in hun schulp. Bovendien zorgt dit diffuse karakter van acquisitiefraude ervoor dat de misleiding in juridische procedures moeilijk te bewijzen is.
Weinig actiebereidheid Acquisitiefraude kan worden aangepakt door te reageren op concrete gevallen en door een situationeel preventieve benadering van het probleem. Bij deze laatste aanpak worden diverse partijen in het handelsverkeer – dienstverleners, brancheorganisaties en de ondernemers zelf – aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid om maatregelen te treffen die acquisitiefraude kunnen tegengaan. Gedupeerde klanten hebben zelf civiele en strafrechtelijke actiemogelijkheden tot hun beschikking. Het onderzoek toont echter aan dat gedupeerden weinig civiele actiebereidheid hebben vanwege de hoge procesrisico’s en -kosten die een procedure met zich meebrengt. Het gaat namelijk veelal om betrekkelijk kleine schadebedragen per geval. Bovendien blijkt de bewijsvoering een groot knelpunt te vormen bij civiele procedures, doordat de misleidende handelingen meestal plaatsvinden tijdens het verkoopgesprek, terwijl de rechter uitgaat van het voorliggende schriftelijk bewijs, namelijk de ondertekende overeenkomst. Op strafrechtelijk gebied kunnen de activiteiten van malafide aanbieders gezien worden als oplichting en/of als valsheid in geschrifte. Ook hier lopen gedupeerden tegen hindernissen aan. Politie en het Openbaar Ministerie reageren namelijk terughoudend op meldingen van acquisitiefraude. Vaak wordt acquisitiefraude bestempeld als een civielrechtelijke kwestie, wat een strafrechtelijke aanpak van het probleem zou uitsluiten. Bovendien bestaat bij de politie geen goed overzicht van de omvang en de ernst van het probleem, wat ertoe kan leiden dat het probleem wordt onderschat en dat aan individuele aangiften weinig prioriteit wordt gegeven. Een succesvolle veroordeling door het OM blijkt bovendien moeilijk vanwege bewijsproblemen bij het delict oplichting. Hoewel de schade in individuele gevallen vaak gering is, is de totale financiële schade van acquisitiefraude aanzienlijk, naar schatting enige honderden miljoenen op jaarbasis. Er is dan ook geen enkele reden om misleidende handelspraktijken tussen organisaties als een bagatelmisdrijf te zien.
telefonisch benaderd op de drukste momenten van de dag. De vraag is dikwijls om de gegevens die via de fax worden opgestuurd te controleren en voorzien van een handtekening terug te sturen. Echter, dan is het leed al geschied, want tekenen betekent werkelijk vastzitten aan een overeenkomst. De crux zit hier letterlijk in ‘de kleine lettertjes’. Spooknota’s zijn zogenaamde facturen die malafide bedrijven sturen in de hoop dat niet goed wordt gecontroleerd waarvoor wordt betaald. Zo was er een fraudeur die onder de naam Kantoor voor Klanten een nepfactuur verstuurde die opvallend veel gelijkenis vertoonde met die van de Kamer van Koophandel. Gesuggereerd werd dat het ging om de jaarlijkse bijdrage voor het handelsregister van 2009. Zeker 350.000 bedrijven ontvingen zo’n spookfactuur van € 149,-. Bij domeinnaamfraude vragen registratiekantoren zeer hoge kosten voor het blokkeren van andere extensies van een website, zoals .eu en .info, omdat een andere partij erachteraan zou zitten.
Balanceren op het randje Malafide acquisiteurs presenteren zich als betrouwbare bedrijven en staan vaak ook gewoon ingeschreven in het handelsregister. Dikwijls staan op één adres verschillende BV’s ingeschreven die zich met dergelijke vermogensdelicten bezighouden. Geregeld opereren criminele netwerken ook internationaal. Soms zijn er ook advocatenkantoren, incassobureaus en deurwaarders bij betrokken. Van Eck: ‘Dat is een onderdeel van de agressieve werkwijze naar de bedrijven toe. Het is onlosmakelijk verbonden met de problematiek van acquisitiefraude.’ Acquisitiefraudeurs kloppen op het randje van het toelaatbare geld uit de zak van argeloze slachtoffers. Dat fraudeurs ver gaan bewijst de recente waarschuwing van SAF dat Nigeriaanse oplichters middels e-mails zogenaamd geld inzamelen voor de slachtoffers van de aardbeving in Haïti. Het bewijzen van misleidende handelspraktijken is lastig omdat de misleiding meestal plaatsvindt tijdens een telefoongesprek. Bovendien heeft het slachtoffer dikwijls zelf over de kleine lettertjes heen gelezen en staat de handtekening zwart op wit. Derhalve is er sprake van een geldige overeenkomst. Op grond van dwaling of bedrog kan een overeenkomst worden aangevochten, maar procederen levert vaak maar weinig op omdat het slachtoffer meestal zelf weigert te betalen. ‘Dat geeft aan hoe moeilijk het is om het fenomeen als geheel aan te pakken’, zegt Van Eck. Desondanks is er volgens haar wel een ‘opgaande lijn’. Steeds vaker zijn er rechterlijke uitspraken in het nadeel van de fraudeurs. Ook besteden brancheorganisaties steeds meer aandacht aan preventie en is er meer aandacht voor bij politie en justitie. In het Actieplan Veilig Ondernemen 3 van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing, een samenwerkingsverband tussen overheid en bedrijfsleven, is een project opgenomen dat gericht is op de aanpak van acquisitiefraude. Het doel van het Actieplan is dat de criminaliteit in het bedrijfsleven in 2010 met 25 procent wordt verminderd. Alle initiatieven zijn volgens SAF even gewild als noodzakelijk. ‘De politiek weet zo langzamerhand wel dat er iets aan gedaan moet worden. Beleidmakend Nederland heeft zich tot voor kort niet gerealiseerd wat voor wereld dit is’, aldus Fleur van Eck van het SAF. n
Acquisitiefraude ook literair Hoewel acquisitiefraude een relatief onbekend fenomeen is, schreef Willem Elsschot er al in de eerste helft van de vorige eeuw over. In de tweedelige roman Lijmen (1924) en Het been (1938) weet de hoofdpersoon op een slinkse manier het slachtoffer honderdduizend tijdschriften aan te smeren.
crimelink 23
OPEN DEUREN
TEKST
S U R V I VA L
WENJA VAN DER MEULEN
De kleren van de koningin
Wenja van der Meulen is zelfstandig gevestigd als GZ-psycholoog in Amsterdam
T
wintig jaar na het vallen van de Berlijnse Muur lijkt het gejuich, waarmee toen eensgezind het vrijemarktkapitalisme werd omhelsd, te zijn verstomd tot een pijnlijk gekreun. Uit een wereldwijde opiniepeiling die BBC World Service najaar 2009 onder ruim 29.000 mensen in 27 landen liet uitvoeren, bleek dat maar elf procent vertrouwen heeft in het huidige kapitalisme en meer regulering niet nodig vindt. Dit vertrouwen bleek het hoogst in de VS (een kwart) en in Pakistan (21 %). Bijna een kwart (gemiddeld 23 %) verklaart het kapitalisme echter failliet en wenst een ander economisch systeem. ‘Het volk’ lijkt gechoqueerd en voelt zich blijkbaar misleid en misbruikt door de ongelimiteerde zelfverrijking in de financiële wereld. Kennelijk geldt in een politiek systeem waar vrijheid de kernwaarde vormt, dat iedereen vrij is, maar dat sommigen meer vrij zijn dan anderen, om met George Orwell te spreken. Met het wegvallen van het tegenwicht van het communistische Oostblok en het verdwijnen van de invloed van de kerk, werd de vrije markt het enige domein van de waarheid. Daarin bepaalt niet wát er verkocht wordt de waarde, maar dát het verkocht wordt. Het denken in termen
van bedrijfsmodellen en het economisch principe van vraag en aanbod, verlies en winst, is niet alleen ons wereldbeeld gaan bepalen, maar daarmee ook ons mensbeeld. In managementtermen wordt de gezonde, actieve (lees productieve) mens beschreven als ‘menselijk kapitaal’. Deze mens ontleent zijn waarde aan zijn employability, dat wil zeggen aan zijn actuele marktwaarde, waardoor er een levendige mensenhandel is ontstaan. De moderne mens in het hedendaagse liberalisme wordt geacht zich te gedragen als een vrije ondernemer van een ‘gezond’ bedrijf en zelf verantwoordelijk, productief en competitief te zijn. Wij hebben de paradoxale plicht om vrij te zijn. Zoals winst en groei het gezondheidsideaal vormen in een handelseconomie, geldt dit ook voor het gezonde individu. Tegelijk met een opgeklopte ambitie om te scoren en een tomeloze carrièredrift, ontstaat ook het besef dat om bij te blijven, er op allerlei manieren aan zichzelf gewerkt dient te worden. Niet roken, meer bewegen, minder eten, een gezond sociaal leven en het volgen van trainingen zijn niet genoeg. Terwijl wij ons voorheen behoorden te verdiepen in ons gedrag en vervolgens in onze emoties en gedachten, krijgen we nu steeds meer informatie over onze hersenen, genen en
S
traks is het weer Koninginnedag. Vestingstad Middelburg maakt zich op voor een festijn. Wemeldinge heeft de hoogste vliedberg van Zeeland. Altijd handig voor een goed heenkomen. Het drama van 2009 werpt zijn schaduw natuurlijk vooruit. Vorig jaar plette Karst T. zijn zwarte Suzuki tegen ‘de Naald’ in Apeldoorn. Er vielen acht doden. De koningin en haar familie kwamen met de schrik vrij. Dit jaar zal de beveiliging scherper en preciezer zijn dan tevoren. Uiteraard met behoud van de ‘open sfeer’. Want dat is zo mooi Nederlands. Het ringsteken en stoeltjesrijden met Zeeuwse knollen zal op meer camera’s gevolgd worden dan die van de televisie. Wie ter plaatse een traantje wegpinkt bij de coutureske ‘ensembles’ van vorstin en prinsessen staat er ongetwijfeld prachtig op.
hormonen. Genezing en onderhoud zijn niet goed genoeg meer voor onze imperialistische geest. Verbeteren, overtreffen en het uitbreiden van onze invloedssfeer is het nieuwe ideaal; we worden gepusht tot steeds verdergaande zelfregulering met stemmingsverbeteraars, angstremmers, geheugenpillen, verrijkte voeding, supplementen, vitamines en hersengymnastiek. Wij investeren continu in onze toekomstige gezondheid, waardoor het onderscheid tussen patiënten en niet-patiënten wegvalt en wij onszelf zijn gaan behandelen als potentiële patiënt. De socioloog Nicolas Rose bedacht hiervoor de term symptomless pre-diseases, omdat we constant anticiperen op ziektes die we (nog) niet hebben. In het kader van onze gezondheid leven wij als een patiënt, zoals wij onder het mom van de vrijheid leven als een slaaf.
30 April 2009: was het kamikaze, een aanslag, terreur? Was het een eenmansactie of een complot? Wat mankeerde de dader en wat waren zijn motieven? De toedracht en gebeurtenissen zijn in drie onderzoeken gereconstrueerd. Begin september werden de conclusies openbaar. Karst T. handelde alleen en tamelijk onvoorbereid, was er waarschijnlijk wel op uit om de koninklijke bus te raken, maar hij wist vermoedelijk niet dat hij dan eerst door een mensenmassa heen moest razen. Het motief blijft onhelder. Aanwijzingen dat de daad vanuit een extremistische overtui-
Ons zelfbeeld vertoont karakteristieken van een ingewikkelde biochemische fabriek, waarvan wij tegelijk directeur, werknemer, p&o-functionaris en aandeelhouder zijn. Terwijl de schoorsteen moet blijven roken, doemen daarachter steeds meer signalen van een – inderdaad – crisis op. Kennelijk zijn wij ook door onze reserves heen. Het antidepressivagebruik in Nederland verdubbelde tussen 1999 en 2006 en steeg verder tot 1 miljoen gebruikers oftewel zes procent van de bevolking. Analoog aan de economie lijken wij ook persoonlijk ‘in de min’ te verkeren. Opvallend is dat de grote depressietoename ontstond in de jaren negentig, toen de laatste socialistische idealen verdwenen en de oude verzorgingsstaat afgebroken werd. Toen de maakbare samenleving werd vervangen door het maakbare individu. Het lijkt – zoals altijd achteraf – zo simpel en bekend: voor een even-wicht is een tegenwicht onontbeerlijk, omdat je anders domweg omkiepert, of mooier gezegd, ten onder gaat aan je eigen ‘succes’. In Open deuren belicht Crimelinks huispsycholoog allerlei maatschappelijke omstandigheden die raakvlakken hebben met veiligheid dan wel het gevoel van veiligheid.
ging is gepleegd, zijn niet sterk. Het lezen van Nietzsche en Céline blijft gelukkig onverdacht. Het meest curieuze onderzoek van de drie was gericht op de ‘geestesgesteldheid’ van de dader. Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) voerde het uit en sprak zelf niet van een ‘onderzoek’, maar van een ‘gedragskundige analyse’. Karst T. kon immers zelf niet meer worden geobserveerd of bevraagd, dus harde conclusies zou dit ‘onderzoek’ niet bieden. Destijds was er aardig wat scepsis over het voornemen te ‘kijken in de geest van Karst T.’, zoals NRC Handelsblad (25 juni 2009) het formuleerde. Leverde dit wel iets op? Specialisten debatteerden daarover. De twijfel bleef. Vrijwel niemand vroeg zich echter af waarom dergelijke onderzoeken in binnenen buitenland dan wel aan de lopende band plaatsvinden én bovendien een belangrijke rol spelen in het beoordelen van wat extremisten of terroristen tot hun daden brengt. The mind of the terrorist is al lang big business in (beleids)wetenschappelijk onderzoek. Doorgaans ontbreken de daders. Ze kunnen nooit op het moment suprême worden gevolgd. Alleen ver vóór of pas veel later vertellen ze eventueel over hun daden. Toch is er veel en zinnige studie van gemaakt, resulterend in fijnmazige psychologische profielen. Wat in deze omvangrijke litera-
HANS MOORS
tuur ontbreekt, is de empirische verklaring waarom – zelfs in terroristische groeperingen – de een tot een verschrikkelijke daad komt en de ander niet. Dat men sceptisch was over de aanpak van het NIFP is daarom logisch. Een zogeheten ‘triple-onderzoek’ waarbij een psychiater, een psycholoog en een forensisch milieuonderzoeker los van elkaar in de psychopathologie van één overleden persoon graven, lost dat empirische deficit per definitie niet op. De teleurstellende uitkomst lag voor de hand. De keizer kreeg zijn kleren aan. Lonender zou het zijn geweest als historici, (cultureel) criminologen en psychologen de handen ineen hadden geslagen om het ‘schouwtoneel’ van de aanslag in kaart te brengen. Er bestaan dergelijke studies van uitstekende kwaliteit. Ze richten zich op het hele systeem van de wijze waarop de daders hun beelden en mythes vormen en veiligheidsdiensten die bestrijden: achter de coulissen, maar op de bühne van het publieke debat dat context en betekenis geeft aan de collectieve angst voor de psyche van de terrorist. Terrorisme en terrorismebestrijding zijn vormen van communicatie, betoogt Beatrice de Graaf in haar boek Theater van de angst. Die communicatie én die angst ontwikkelen zich namelijk niet in het luchtledige. Ze zijn van vlees en bloed. De (historische) context van ideeën, motieven en handelingen is een cruciaal perspectief in de analyse van gewelddadige aanslagen. Zonder blijft de wereld bedreigd door verklaard onverklaarde gekken. Met overleven we vast en zeker een nieuwe Koninginnedag. In Survival belicht Hans Moors aspecten van sociale onveiligheid die van belang zijn in de overlevingsstrijd van de moderne mens.
PIM RAS / HH
Slaven van de vrijheid
TEKST
Apeldoorn, 30 april 2009
24 crimelink
crimelink 25
DOSSIER LESSEN UIT DE GROOTSTE BELEGGINGSZWENDEL OOIT
Het zwijgcomplot rondom Bernie Madoff TEKST
ARCHIE BARNEVELD
Hoe kon Bernie Madoff twintig jaar lang zóveel mensen voor zo’n enorm bedrag belazeren? Waarom faalde het toezicht van de Securities and Exchange Commission (SEC)? Welke mechanismen hebben daarbij een rol gespeeld? En welke lessen zijn eruit te trekken?
H
Op 11 december 2008 werd Bernie Madoff door de Amerikaanse toezichthouder, de Securities and Exchange Commission (SEC), aangeklaagd wegens beleggingsfraude. Madoff had de dag ervoor al aan zijn twee bij hem in dienst zijnde zonen toegegeven dat zijn beleggingsactiviteiten volledig fake waren. Gedurende zo’n twintig jaar had hij investeerders in de waan gebracht en gehouden dat hun geld ook feitelijk werd belegd in aandelen. Zijn klanten kregen periodiek bedragen uitgekeerd. Maar dat geld was afkomstig van nieuw aangetreden investeerders. In werkelijkheid werd er door Madoff nooit een dollarcent belegd. Volgens hem was zijn beleggingsafdeling een zogenaamd ponzi-schema (vernoemd naar de Amerikaanse gelukszoeker Charles Ponzi die deze frauduleuze beleggingsvorm in de vorige eeuw opzette). De oorzaak van Madoffs collaps was de in 2008 – als gevolg van de kredietcrisis – aanhoudende vraag van zijn investeerders om hun geld. Een vraag waar hij uiteindelijk niet aan kon voldoen. Madoff verklaarde zich schuldig op alle aanklachten en werd in juni 2009 conform de eis veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 jaar.
26 crimelink
RUBY WASHINGTON/THE NEW YORK TIMES / HH
et meest bizarre is nog wel dat Madoffs naaste familie, die vele jaren voor hetzelfde bedrijf nauw met hem samenwerkte, naar alle waarschijnlijkheid niets wist van zijn reuzenzwendel. Wat was het geheim van Madoffs heimelijkheid? Henk van de Bunt, hoogleraar criminologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, deed onderzoek naar de omstandigheden rond de beleggingsfraude van Madoff en met name naar de vraag hoe het toch mogelijk is geweest dat zelfs mensen in de nabijheid van Madoff zo lang op een dwaalspoor werden gebracht. Hij stelt dat Madoff zijn praktijken naar buiten toe goed wist te verhullen en dat hij maar een paar noodzakelijke medewerkers had ‘omgekocht’ om mee te werken aan de ponzi. Daarbij was de ‘beleggingsafdeling’ intern volstrekt afgeschermd van de overige, legale afdelingen van Madoffs firma. Verder genoot Madoff een zodanig aanzien in het Wall Street-wereldje en de high society van Manhattan dat niemand ook maar op het idee kwam dat hij er een illegale handel op nahield. Van de Bunt: ‘Madoff was het archetype van de trusted
Bernard L. Madoff, de gerenommeerde Wall Street-trader in zijn kantoor (New York, 1999)
crimelink 27
‘Madoff was het archetype van de “trusted criminal”’
criminal, iemand die door zijn positie en voorkomen boven elke verdenking staat. Hij was toch een prominente filantroop met een enorme staat van dienst in de financiële wereld? Dan moest het wel vertrouwd zijn om bij hem te investeren. En mensen willen hun opvattingen nu eenmaal graag aanpassen aan hun gedrag: Madoff is oké, want ik heb geld in hem gestoken. Dat kan heel ver gaan. Toen de Gooise beleggingszwendelaar René van den B. in 2006 werd veroordeeld tot een fikse gevangenisstraf, kreeg hij een ovationeel applaus van circa tachtig klanten tot wie nog niet was doorgedrongen dat hun vertrouwensfiguur feitelijk een ponzi-fraudeur was.’
Doodsangsten En de SEC? Die liet zich met een kluitje in het riet sturen. Er waren wel degelijk aanwijzingen dat het beleggingsvehikel van Madoff niet kosjer was. Harry Markopolos, een ex-concurrent van Madoff, berichtte al in 1999 aan de SEC dat hij vermoedde dat Madoff fraudeerde. Want de door Madoff gerealiseerde stabiele winstuitkeringen waren echt te mooi om waar te zijn. Maar de SEC zag geen reden om een diepgaand onderzoek in te stellen en oordeelde in 2007 dat er bij Madoff geen sprake was van fraude. De SEC deed in de afgelopen twintig jaar wel vijf onderzoeken bij Madoff naar aanleiding van signalen dat er iets niet klopte. Maar uit een diepgaand onderzoek naar het optreden van de SEC blijkt dat men vooral bewondering had voor Madoff en tot de conclusie kwam dat ‘het minder waarschijnlijk was dat hij ponzi-fraude zou plegen’. Madoff zelf zou later over de SEC zeggen dat men helemaal niet op zoek was naar beleggingsfraude. Want zij konden zich dat niet voorstel-
Ofschoon de Madoff-case qua duur (twintig jaar) en omvang (vijftig miljard dollar) volstrekt uniek is, moet ik bij de analyse van deze zwendel terugdenken aan een aantal situaties die ik ooit als hoofd veiligheid bij een grote bank heb meegemaakt. Waarbij ook steeds werd gezegd dat er ‘niets aan de hand was’, ‘dat ik mij geen zorgen hoefde te maken’ en ook (!) ‘dat men sommige dingen niet expliciet geweten wilde hebben’. Ik snapte toen bijvoorbeeld al niet hoe het mogelijk was dat je tot zulke verschillende conclusies kon komen, terwijl je toch naar hetzelfde keek. En waarom hoogmogenden soms liever van niets wilden weten, terwijl zij toch verantwoordelijk waren. Had ik nu last van paranoia of leden mijn gesprekspartners, veelal commerciële directeuren of leden van de Raad van Bestuur, soms aan ‘professionele naïviteit’? Zo noemde ik dat toen: bepaalde risico’s gewoon niet willen zien en er van wegkijken. Dat was vijftien, twintig jaar geleden. Een paar voorbeelden. Archie Barneveld
28 crimelink
De SEC liet zich met een kluitje in het riet sturen
van verboden bedrijfsactiviteiten en de mensen uit hun omgeving: het zwijgcomplot. De affaire-Madoff is daar een voorbeeld van, naast vele andere voorbeelden. Dat zwijgcomplot was er niet alleen met de directe medewerkers van Madoff, maar ook met zijn sociale omgeving van investerende klanten. Ook zij stelden geen kritische vragen, hun hebzucht was groter dan hun gezonde verstand. Zoals een slachtoffer zei: ‘Wij hoopten er het beste van, maar heel diep wisten wij dat het te goed ging om waar te zijn.’ len van iemand met een reputatie als Madoff. Zij hadden echt geen idee van het illegale karakter van Madoffs beleggingsactiviteiten. Dit falen van de SEC kan mogelijk ook worden toegeschreven aan het mechanisme van capturing. Dat is het proces waardoor publieke toezichthouders onder invloed raken van grote gevestigde belangen, zoals commerciële belangen van grote ondernemingen. Madoff met zijn Wall Street-reputatie pakte de functionarissen van de SEC gewoon in. Als zij al iets raars tegenkwamen, werden Madoffs verklaringen op face value geaccepteerd. Van de Bunt: ‘De SEC ging wel kijken, maar men heeft niet op de goede manier gezocht. De onderzoekers zijn echt wel binnen geweest en hebben wat spullen ingezien. Madoff heeft later verklaard doodsangsten te hebben uitgestaan dat zij zouden dóórvragen en bijvoorbeeld de liggende aandelen hadden willen zien. Maar niemand deed dat. Men geloofde hem gewoon ondanks alle tegenstrijdigheden in wat hij zei. Men vond zijn verklaring goed genoeg. Ik vind dat fascinerend. Het laat zien hoe sterk reputaties werken op het gedrag van onderzoekers.’
‘Geregisseerde onwetendheid’
Priesters in Ierland
De socioloog Stanley Cohen heeft het in zijn States of Denial (2001) over het ontkenningsgedrag van omstanders over misstanden waar zij toch boven op staan. Of het nu gaat om kindermishandeling bij de buren of om fraude/corruptie van superieuren. Het gaat om de mogelijkheid van ontkenning die zich bevindt in het schemergebied tussen weten en niet-weten. Het is een houding van afzijdigheid, van wegkijken als men ongewild wordt geconfronteerd met een mogelijke misstand. Waarom kritische vragen stellen als je belang hebt bij het voortduren van de bestaande situatie? Zolang er maar goed geld verdiend kon worden, wist de leiding van Enron bijvoorbeeld iedereen in te pakken: niet alleen de interne en externe accountants, maar iedereen die kritische vragen had kunnen stellen. Deze ‘geregisseerde onwetendheid’ is een voorwaarde voor geheimhouding. Onwetendheid om je te kunnen indekken als het geheim later uitkomt. Daarom moet je – ook als leidinggevende – maar niet het naadje van de kous willen weten. Dit is de voedingsbodem van het gedeelde belang tussen plegers
Hoe komt het nu dat deze enorme zwendel in de Verenigde Staten met die strenge SEC zo lang heeft kunnen duren? Van de Bunt: ‘Enerzijds had Madoff een groot talent om zijn zwendel te verhullen en een paar mensen in zijn directe werkomgeving blijvend aan zich te binden; anderzijds wist hij zijn klanten zand in de ogen te strooien door hun bijvoorbeeld jarenlang volstrekt verzonnen beleggingsoverzichten te sturen. Miljoenen pagina’s die nergens op waren gebaseerd, maar dat deed hij wel consequent en met de regelmaat van de klok. Die nauwgezetheid tref je vaker aan, bijvoorbeeld in de schaduwboekhoudingen van de bouwbedrijven die in Nederland kartelafspraken maakten, of recent bij de hoofdverdachte in de vastgoedfraude, Van Vlijmen. Ook over hem is te lezen dat hij een man was op wie je kon rekenen. Hij was, hoe gek het ook klinkt, “goudeerlijk” en dat was bij Madoff ook zo. Die maakte ook geen fouten, was altijd op tijd en was onberispelijk in zijn doen en laten. Hieraan ontlenen deze personen ook zo’n reputatie van onkreukbaarheid.’ >
‘Wegkijken’ in de praktijk van een grote bank Analyse megafraudes: wij zijn oké Bijna alle grote banken lopen wel eens tegen een fraude van vele miljoenen aan. Vaak spant een fraudeur van buiten dan samen met iemand van binnen de bank. Zo had een Israëlische gentlemanschurk een onderdirecteur van een groot kantoor van onze bank plat gemaakt en diens medewerking verkregen voor een fraude van vele nullen. Zo’n klapper wist hij elke paar jaar wel ergens bij een bank te maken. Hij bleef aldus financieel in goeden doen als privé-persoon en kon in eigen land ruim geld naar goede doelen strooien. Wat ik toen dacht: zou je nu niet de voorwaarden of criteria kunnen vinden die ertoe leiden dat dit soort fraudes kunnen lukken. Sommige kleven aan de fraudeur, sommige aan de plat gemaakte bankman en andere aan de organisatie en de cultuur van de bank, zo dacht ik. Als je die factoren kunt benoemen als, in hun samenhang, voorspellers van kwetsbaarheid, dan kun je gericht preventieve maatregelen nemen. Ik aan het werk, en yes, na een aantal van die megafraudes geanalyseerd te hebben, had ik een keurig rijtje van ‘voorspellende
factoren’. Maar ja, ik zag de bui al hangen: een aantal daarvan wees naar de organisatie, de managementstijl en de bedrijfscultuur. Wat te denken van het fenomeen fêteren en gefêteerd worden? Hoe moet de voorbeeldstelling van de hoogste organen van de bank worden ingevuld? Ik legde het allemaal uit aan een lid van de Raad van Bestuur, tevens voorzitter van het Security Committee. Ik zag hem bedenkelijk kijken, totdat hij de zaak afmaakte met: ‘Prima verhaal, erg verhelderend. Daar moeten wij zeker wat aan gaan doen. Ik ben vooral erg voor het versterken van de interne controle op de boekhouding en het opkrikken van het pre-employment-beleid. De overige adviezen wil ik eerst graag met mijn collegae bespreken. Over nu graag naar het volgende punt van de agenda.’
De nepbul van de nepjurist: doorpakken Binnen de gelederen van onze bank was een jurist werkzaam wiens onberispelijke maatpak en intellectuele praatjes omgekeerd evenredig waren aan de organisatie van zijn werk en zijn feitelijke output. Daarom werd hij bij de juridische afdeling
weggestuurd en daarna van afdeling naar afdeling verplaatst, totdat hij een klein vergrijp pleegde en onder mijn aandacht kwam. Althans, ik kreeg een vuistdik dossier op mijn bureau dat uitpuilde van allerlei slechte beoordelingen, onderzoekingen naar zijn antecedenten, diploma’s en dergelijke. Duidelijk was dat deze bundel papier niet voor het eerst ter hand werd genomen om te zoeken naar de oorzaak van ’s mans disfunctioneren. Ergens onderaan lag de in het Latijn gestelde doctoraalbul, althans een kopie daarvan. Ik herkende het type tekst van mijn eigen bul, maar ik zag ook iets geks: de grammatica van het Latijn klopte niet, het leek alsof er twee niet bij elkaar behorende tekstgedeelten aan elkaar waren geplakt en vervolgens tot één geheel waren ‘gekopieerd’. Mijn onderzoek bij de pedel van de betreffende universiteit dreigde eerst vast te lopen. Men zat niet te wachten op het bestaan van een mogelijke nepbul, dat zou de reputatie van de universiteit kunnen schaden. Maar toen ik aandrong, kwam het hoge woord eruit: de kopie van de bul was vervalst, de nepju> rist had nooit in Utrecht gestudeerd, maar had slechts een half
crimelink 29
Een strategie moet zijn om klokkenluiders beter te beschermen en misschien ook wel materieel te belonen Volgens Van de Bunt ligt de belangrijkste verklaring voor het lang bewaarde geheim van Madoff evenwel niet in zijn talent om iedereen om de tuin te leiden, maar in het stilzwijgen in zijn sociale omgeving. ‘De mensen die het hadden moeten zien of weten, maar er niks mee deden. Vergelijk het met de priesters in Ierland die ontucht pleegden met kinderen. Dat was een publiek geheim, velen “wisten” het. Maar niemand deed zijn mond open omdat de waarheid soms te pijnlijk is om naar buiten te brengen. In die Ierse kwestie ging het veel meer om het beschermen van de reputatie van de katholieke kerk dan om het beschermen van de belangen van het kind. Bij Madoff wisten de mensen werkelijk niet wat er aan de hand was, anders hadden ze hun geld wel schielijk opgevraagd. Maar ook bij deze beleggers bestond er geen direct belang om alles te willen weten. Wat zij zagen aan beleggingswinsten op hun rekening was voldoende om geen kritische vragen te stellen. Tussen weten en niet-weten ligt eigenlijk een grijs gebied. Een extreem voorbeeld van er heel dichtbij staan en toch niet “weten” zijn de broer, neef en twee zonen van Madoff die op sleutelposities voor hetzelfde bedrijf werkten. Van hen is niet aangetoond dat zij kennis hadden van de zwendel of kennis hebben willen dragen daarvan. Kennelijk hebben zij zich ook niet afgevraagd wat er gebeurde op de zo afgeschermde beleggingsafdeling, wat daar werd uitgespookt op die aparte verdieping.’
Filantroop Zouden de collegiale professionals nu helemaal geen lont hebben geroken? Van de Bunt: ‘Een aantal beleggingsbedrijven en
propedeusejaar in Leiden doorlopen. Grijnzend vroeg ik belet bij het hoofd van de juridische afdeling, die nog niet zo lang daarvoor hoofdschuddend diezelfde nepbul van zijn nepjurist in zijn handen had gehouden. En weer in het dossier had teruggelegd.
Jij zoekt uit, ik weet van niks Vijftien, twintig jaar geleden waren de banken allemaal op zoek naar potentiële overname- of fusiekandidaten. Daar was men aan de top meer mee bezig dan met het besturen van de eigen organisatie, zo leek het soms. Op een ochtend kwam er een telefoontje van mijn directeur: bij een belangrijke interbancaire vergadering was zomaar de voorzitter van een grote bank absent geweest, zonder plausibele verklaring. Onze Raad van Bestuur vermoedde dat hij ergens met een andere bank aan het onderhandelen was. Of ik dat even uit kon zoeken, en ook met wie hij aan het praten was en liefst ook nog waarover precies. Mijn directeur kon er geen kant mee op, maar hij wilde wel graag zijn referent in de Raad van Bestuur plezieren. Daarom had hij mij maar gebeld, want ik had ‘toch wel het vernuft, de manschappen en de middelen om een en ander discreet uit te zoeken?’ Toen ik vroeg of hij soms wilde dat ik een inkijkoperatie ging regisseren in kantoor en woonhuis van de absente collegavoorzitter Raad van Bestuur, zweeg hij veelbetekenend. Ik zei hem dat ik wel wat simpel onderzoek kon doen door links en rechts wat
30 crimelink
‘Het “know your customer”-principe moet een zware verplichting worden’ ken en doorprikken. Dan moet je niet alleen “gedekt” willen zijn, je moet het ook echt onderzoeken. Die houding zie je niet al te vaak in de praktijk.’
Klokkenluiders
investeerders had het gevoel van: dit kan eigenlijk helemaal niet, zo’n consistente winst in zulke turbulente tijden, steeds zo’n twaalf à veertien procent per jaar winst op je beleggingsinvestering, dat is te mooi om waar te zijn. Wat die professionals onderhuids dachten, was dat Madoff een truc had, dat hij iets deed wat niet mocht, dat hij bijvoorbeeld steeds voorkennis had. Deze mensen dachten wel dat het stonk; maar één ding vond men niet stinken en dat was de winst die men ieder jaar opstreek. Men stelde er geen belang in om precies te weten wat er gebeurde.’ Madoff genoot ook een reputatie van filantroop, van grote schenker aan charitatieve doelen. Van de Bunt: ‘Dat was zijn handelsmerk. Iemand die zoveel weggeeft aan goede doelen, kan toch geen bedrieger zijn? Die reputatie van filantroop had hij handig opgebouwd, want zo iemand staat toch boven iedere verdenking? Die reputatie beschermde hem. En daarnaast was het reuze knap wat hij deed. Zoveel duizenden beleggers tegelijk belazeren, steeds weer op tijd die fake beleggingsoverzichten ophoesten. Transacties suggereren die nooit hebben plaatsgevonden. Alles zonder vergis-
singen te begaan, dat ben ik nog nergens tegengekomen, nooit eens een foutje maken. Want als hij fouten had gemaakt was het veel eerder uitgekomen.’
te laten bellen, maar dat er geen haar op mijn hoofd was die er ook maar over dacht om verder te gaan dan dat. Aan de andere kant plofte daarop de hoorn op de haak, mijn baas was gepikeerd. Toen ik hem later tegen het lijf liep op een receptie – die waren er toen nog meer dan vergaderingen –, nam hij mij apart en siste me toe: ‘Je bent een waardeloos hoofd veiligheid, je kunt wel zien dat je niet van de politie komt!’
navraag deed bij de Federatie Goud & Zilver, bleek dat door dat ene kantoor van onze bank circa negentig procent van de Nederlandse goudhandel liep. Dat kon niet pluis zijn en al gauw bleek dat inderdaad het geval: wij waren tot over onze oren betrokken geraakt bij een BTW-carrousel van goud. Dat werd in Luxemburg BTW-vrij ingekocht, Nederland binnengesmokkeld en maakte vervolgens een rondreis langs diverse schakels, waarbij de omzetbelasting wel in rekening werd gebracht, maar uiteindelijk niet werd afgedragen. Vette winst voor de heren carrousel-organisatoren! Korte tijd later kwamen er vogels van diverse pluimage met sporttassen vol kleine coupures aan vreemde valuta naar het wisselkantoor. Graag omwisselen tegen dollars in grote coupures. Waar kwam dat vandaan? Toeristische transacties bij wisselkantoren in de binnenstad? Enige dagen laten ‘posten’ bij die wisselkantoortjes bevestigde ons vermoeden: nauwelijks een toerist langs geweest. Kortom, het betrof contant geld uit de eindfase van de drugshandel. In beide gevallen werd de verantwoordelijke directie van het wisselkantoor met onze bevindingen geconfronteerd; in beide gevallen werden deze eerst tegengesproken en geridiculiseerd. Men wilde er echt niet aan dat hier iets niet-reguliers aan de hand was. Uiteindelijk pakte een doortastende voorzitter Raad van Bestuur, die qua criminaliteitsbestrijding graag op mijn kompas voer, door. Ik had het met argumenten niet voor elkaar gekregen.
Know your customer: hoezo foute boel? Twintig jaar geleden was er nog geen MOT-wetgeving, het woord ‘witwassen’ bestond nog niet en de politie was nog enkel verslaafd aan de opsporing van drugscriminaliteit. Dat financiële instellingen betrokken konden raken bij dit type frauduleuze handel in ‘van misdrijf afkomstig geld’, dat was een brug te ver. In die tijd had onze bank een opvallende bedrijvigheid binnen de organisatie van het hoofdkantoor: het wisselkantoor. Hier werden contante vreemde valuta tegen andere valuta omgezet of op rekening geplaatst. Een andere tak van sport was de handel in edelmetalen, met name goud. Dat laatste nam een hoge vlucht: er werd steeds meer goud aangekocht en weer doorverkocht, soms ook aan kennelijk dezelfde handelaren. Tamelijk zinloze transacties leken me dat, toen ik hierop werd geattendeerd. Maar het bracht wel lekker veel provisie op, zo wreven de mensen van het wisselkantoor zich in de handen. Toen ik
Naadje van de kous In de financiële wereld werd al lang gehamerd op het principe van ‘know your customer’. Het devies is vooraf de bonafiditeit van degene met wie je zaken wilt doen te onderzoeken en na te denken of een constructie economisch wel of niet klopt. In het geval-Madoff is know your customer ver te zoeken geweest. Van de Bunt: ‘Daar heb je het mooie begrip van de “geregisseerde onwetendheid”. Men zegt: wij weten het niet. Tegelijkertijd zegt men: hoe zouden wij het ook moeten weten, immers, wij kunnen het niet aan de kleur van zijn ogen zien. Zo heb je meteen een rechtvaardiging voor je niet-weten. Dat is handig voor het geval dat de waarheid naar buiten komt. Zo maakt men zich er heel makkelijk van af. Als je écht wilt weten hoe het zit, kun je een heel eind komen, maar dan moet je dat ook echt wíllen, werkelijk willen doorpak-
De standaardles die men in dit soort zwendel meent te zien, is het nog verder versterken en uitbreiden van de financiële toezichtfunctie. Toezicht kan een bijdrage leveren, maar moet niet alléén worden ingezet, zegt Van de Bunt: ‘Belangrijk is dat het “zwijgcomplot” wordt doorbroken zodat men durft te spreken over misstanden om zich heen. Dat kan op een paar manieren. Allereerst kun je bestuurders persoonlijk aansprakelijk stellen voor bijvoorbeeld foute of misleidende jaarrekeningen. Verder moet het know your customer-principe een zware verplichting worden, die men niet alleen uitvoert om later gedekt te zijn. De tweede strategie moet zijn om klokkenluiders beter te beschermen en misschien ook wel materieel te belonen. Zo krijgen insiders een belang om te praten waardoor zij hun angst voor mogelijke afkeuring door hun omgeving misschien overwinnen. Of je klokkenluiders ook echt zo wilt belonen, is trouwens een discussie waard. Je kunt ook redeneren dat het een maatschappelijke plicht is om misstanden aan de kaak te stellen; een plicht die je niet moet willen belonen. Maar bij elkaar moet het beleid zijn dat je mensen aanmoedigt om te spreken en ontmoedigt om te zwijgen. En doordat je dat combineert met de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder, creëer je bij hem ook een belang om wél te willen weten in plaats van liever maar niet. Want mensen gedragen zich nu eenmaal naar hun belang.’ n
Wij maken een deal, maar niks op papier Een dikke tien jaar geleden bedacht een grote dochter van de bank dat voor contante geldopnames aan het loket een pinpas en pin vragen voldeed. Verdere legitimatie kon achterwege blijven, dat scheelde weer balieseconden in de afhandeling. Zo konden bankklanten makkelijk tot 2500 gulden opnemen. In diezelfde tijd waren overvallen op bank- en postkantoren uit de mode geraakt. Belangrijkste oorzaak was dat, door allerlei maatregelen en voorzieningen, de direct te roven hoeveelheid geld veelal ver onder de 2500 gulden lag. Dat was opgelost, maar nu konden rovers bankklanten dus fysiek gaan bedreigen om de pas en pin te ontfutselen en rustig 2500 gulden op gaan nemen. Ik zag al voor me hoe een wakkere journalist dit scheve beeld zou presenteren. De betreffende directie zag dat anders. ‘Er zijn nog nauwelijks klanten die om deze reden een klap op hun kop hebben gehad. Dus kunnen wij deze procedure best introduceren. Als er te veel ongelukken gebeuren, kunnen wij altijd nog verdergaande beveiligingsmaatregelen nemen.’ Er volgde een moeizaam bereikt compromis, op elk moment kon direct naar een hoger veiligheidsniveau worden opgeschaald. Aan het einde van het beraad vroeg ik op papier bevestiging van mijn advies en de gemaakte afspraak. Maar nee, dat hoefde liever niet. Het was toch goed zo: een man een man, een woord een woord. Dat hoeft toch niet op papier?
crimelink 31
M O G E L I J K H E I D VA N W U R G S E K S N I E T O N D E R Z O C H T
Dood in Lelystad (2): De tunnel in Er was geen bewijs en ze had geen motief. Toch werd de vrouw van de dode uitvinder uit Lelystad veroordeeld tot twaalf jaar cel. Want ‘het kon niet anders dan dat Anita haar man om het leven had gebracht’. Inmiddels wordt pijnlijk duidelijk dat politie en justitie een voor de hand liggende mogelijkheid over het hoofd hebben gezien. Gaat het hof die fout herstellen? Het vervolg van het drama in Lelystad. TEKST
WIM VAN DE POL
O
p 20 oktober 2008 ligt een dode man naakt en overdekt met bloed op bed, om zijn penis zit een koordje en in de halsstreek zijn steekwonden zichtbaar. Op zijn lichaam is sperma aanwezig. Dat is het raadsel: hoe is deze man om het leven gekomen? U bent amateur, dus op het eerste gezicht denkt u waarschijnlijk aan een thriller over een seriemoordenaar en dus aan een misdrijf – moord of doodslag. Dat laatste denken de eerste politieambtenaren die ’s ochtends om acht uur in de slaapkamer verschijnen ook. Ze schrijven in hun eerste proces-verbaal: ‘Inzake strafbare feiten doodslag/ moord hebben wij het volgende vastgesteld (...).’ Hier gaat iets mis, want deze geüniformeerde agenten zijn weliswaar niet van de afdeling moordzaken, we moeten ze toch als professionals beschouwen. Door zonder meer uit te gaan van een misdrijf trappen ze, waarschijnlijk zonder het te beseffen, in een valkuil. Maar er gaat nog veel meer mis in Flevoland.
Geen messteken Om 09.15 betreedt de lijkschouwer van de GG & GD de plaats des onheils en kort nadien komt ook de rechter-commissaris (rc). Zij denkt dat er sprake is van een misdrijf en maakt hierover een proces-verbaal op ambtseed op. Helaas, zij is weliswaar een professional maar concludeert niettemin, zoals later zal uitkomen, te vroeg. Uit Den Haag komt die morgen de arts-patholoog R. Visser van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aangereden. Om 13.25 stelt hij letsel vast in de halsstreek door ‘een scherprandig voorwerp’. Om 17.55 worden de bebloede vingernagels van het slachtoffer afgeknipt en veiliggesteld. Het lichaam van het slachtoffer gaat de volgende dag door een scan-apparaat. De conclusie: er zijn geen messteken zichtbaar. Met welk voorwerp de steekletsels zijn toegebracht is vooralsnog duister. En van een misdrijf is twee dagen na de vondst van het lichaam geen sprake. Bij een moordonderzoek is het vorderen door de officier van justitie van een gerechtelijk vooronderzoek (gvo) vrijwel standaard. Bij een gvo kijkt een rechter-commissaris mee bij het onderzoek, en de inzet van opsporingsmiddelen die toestemming van de rc behoeven is dan makkelijker. In dit geval vordert de officier van justitie geen gvo. Officier Beatrijs van de Ven is ook een professional en heeft kennelijk geen behoefte aan een rechter die over haar schouders meekijkt. Van de Ven heeft twee dagen na de vondst van het lichaam bepaald dat het om een misdrijf gaat en de vrouw van de dode man, Anita van Zwietering, als verdachte aangemerkt. De politie schrijft dat Van de Ven haar verdachte maakt ‘naar aanleiding van de eerste forensische bevindingen’. Alweer gaat er iets mis. Want uit die voorlopige forensische bevindingen is nu juist níet op te maken dat het om een misdrijf gaat. Althans, er is weliswaar sprake van ‘uitwendig mechanisch en perforerend geweld’, maar forensisch gezien betekent dat nog niet dat er een misdrijf is gepleegd. Verder bleek uit de sectie al dat er geen messteken te zien zijn. En er is ook geen scherpsnijdend voorwerp aangetroffen. NFI-patholoog Visser weet de doodsoorzaak wel – bloedverlies en inademen van bloed – maar niet of er een misdrijf is gepleegd. Hij stelt onder meer toxicologisch onderzoek in het vooruitzicht. Als er geen misdrijf blijkt uit het forensisch onderzoek, dan kan er ook geen verdachte zijn. Zou je zeggen, de realiteit op het parket in Flevoland is evenwel anders.
meerdere steek- en snijwonden in de borst en zijn keel was deels doorgesneden.’ Hier gaat niet alleen iets mis, je kunt je afvragen of dit niet valsheid in geschrifte is. Want deze bewering is volstrekt in strijd met de NFI-bevindingen. Boosheid? Nee, er waren geen steekschaduwen op de scan. In de borst waren geen verwondingen en de keel was helemáál niet doorgesneden. Waarom verbaliseert een brigadier zo flagrant in strijd met de waarheid? Als het erom ging de rc zo ver te krijgen een microfoon in de auto van de verdachte Anita te laten plaatsen, dat is gelukt. Maar het zal geen enkel bewijs opleveren.
Ook automutilatie mogelijk Op 29 oktober is er een overleg tussen politie en de officier van justitie. De conclusie van dat overleg is dat het slachtoffer met een sjaal is vastgebonden geweest aan het bed. Maar voor deze theorie zal nooit bewijs worden gevonden. Een paar dagen later komt het toxicologisch onderzoek van het NFI gereed. In het lichaam van het slachtoffer zijn sporen gevonden van alcohol- en cannabisgebruik. Opvallend is dat het NFI spreekt van ‘een mogelijk’ niet natuurlijk overlijden, ook zelfmoord of automutilatie kan dus in het spel zijn. Ook op een vergadering op 10 december 2008, met de teamleiding en officier Van de Ven, ziet Visser nog steeds geen misdrijf. Dan neemt de officier van justitie Van de Ven een vergaande beslissing. Ze kan niet forensisch beredeneerd aangeven hoe het slachtoffer door een misdrijf om het leven is gebracht, maar beveelt desondanks de arrestatie van Anita van Zwietering. Het is 7 januari 2009 en een week later laat Van de Ven zelfs in een persbericht schrijven dat ‘uit onderzoek is gebleken dat het slachtoffer door een misdrijf om het leven is gekomen’. Een half jaar later concludeert de rechtbank eender en veroordeelt Anita tot twaalf jaar cel. De rechtbank zegt ‘dat het niet anders kan’ dan dat Anita haar echtgenoot om het leven heeft gebracht. Het vonnis is een beredenering, bewijzen ervoor zijn er niet.
‘Het slachtoffer was hoogstwaarschijnlijk bezig met een extreme vorm van masturbatie’
Wurgseks Volgende maand begint voor het gerechtshof van Leeuwarden de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep. Advocaat Achmed Baaijens heeft al in het najaar van 2009 een rapport overlegd van een medisch deskundige. Die schrijft op basis van de foto’s van de technische recherche dat automutilatie met de vingernagels in de halsstreek – al dan niet in combinatie met verdovende middelen als alcohol – waarschijnlijk is en ook vaker voorkomt. Hij verklaart daarmee ook de ‘steekwonden’. Verder stelt de Amsterdamse seksuoloog Rik van Lunsen op basis van het dossier dat het slachtoffer hoogstwaarschijnlijk bezig was met een extreme vorm van masturbatie. Van Lunsen is specialist op het gebied van auto-erotic asphyxiation (AEA), oftewel wurgseks. De bedoeling van AEA is de intensiteit van het orgasme te verhogen door een verstikking op te wekken tijdens de seks, bijvoorbeeld met huishoudfolie en een koord om de penis. Verschillende omstandigheden waaronder het lichaam werd aangetroffen pasten precies in dat beeld. Volgens Van Lunsen leidt deze extreme vorm van masturbatie soms tot de dood omdat op het moment van maximale verwurging een reflex kan ontstaan waarbij de bloeddruk snel daalt en de persoon het bewustzijn verliest. En dan kan de strop niet meer worden losgemaakt. De wurgsekstheorie komt overeen met wat Anita al in haar eerste verhoren tegen de politie heeft verteld: haar man trok zich soms terug om AEA te doen. Doden door AEA komen geregeld voor en halen soms de internationale media, bijvoorbeeld na het overlijden van David Carradine in juni 2009. Carradine werd verwurgd in een hotel in Thailand gevonden met een koordje om zijn penis. Het EO-radioprogramma Dit is de dag benaderde specialisten op het gebied van AEA die de omstandigheden van >
Geen doorgesneden keel
Er is geen scherpsnijdend voorwerp aangetroffen 32 crimelink
Wanneer er geen gvo loopt is voor de inzet van een bijzonder opsporingsmiddel een apart gemotiveerde aanvraag bij de rc nodig. Een brigadier van de districtsrecherche in Lelystad gaat die motivering optikken. Het is dan 29 oktober. Er moeten zender en microfoon in de VW Passat van verdachte Anita worden geplaatst. De rechtsorde is door de doodslag c.q. moord ernstig geschokt, schrijft de brigadier. Hij schrijft: ‘Het tegen het slachtoffer gebruikte geweld duidde erop dat er iemand erg boos was geweest. Het slachtoffer had
crimelink 33
LET WEL, EEN OPMERKELIJKE UITSPRAAK
Met vijf hennepplanten voor de strafrechter
De bizarre feiten op een rij Op 20 oktober 2008 werd in Lelystad het lichaam van Jenno van Zwietering gevonden in zijn slaapkamer. De deur was op slot. Tien dagen eerder was hij voor het laatst gezien door zijn vrouw en een van zijn vijf kinderen. Anita sliep vanaf 10 oktober, omdat de deur van de slaapkamer gesloten was, tien dagen lang bij haar dochter, totdat ze op de ochtend van 20 oktober elders in het thuis een sleutel vond. Er lagen negen sleutels in de afgesloten slaapkamer. Die zijn niet onderzocht. Evenmin zijn de laptop en de kleren van het slachtoffer onderzocht. De politie arresteerde Anita op 8 januari 2009. Zij werd in juli 2009 veroordeeld tot twaalf jaar voor doodslag. Politie en rechtbank gaan uit van een uit de hand gelopen SM-spel. Een getuige houdt stellig vol dat hij met het slachtoffer heeft getelefoneerd toen die volgens het OM al overleden was. Volgens het OM zijn de telefoniegegevens hierover onvindbaar. Aan de verdediging zijn tal van stukken onthouden. Pas een maand voor de inhoudelijke zitting op 25 juni 2009 kwam het NFI-rapport over de doodsoorzaak bij de verdediging. Daags voor de zitting kreeg de advocaat nog zes ordners met stukken van direct na de vondst van het lichaam in oktober 2008. Nog altijd zijn er computers en andere eigendommen spoorloos of niet teruggegeven. Van Zwietering had met zijn bedrijf onkraakbare cryptosoftware ontwikkeld. Maar een relatie tussen de zaak en die software is nooit vastgesteld. Op de ochtend van de ontdekking van het levenloze lichaam van Jenno heeft een mysterieuze doorzoeking plaatsgevonden, in het kader van artikel 552n Strafvordering, een zogenaamd diplomatiek rechtshulpverzoek uit het buitenland. Dit gebeurde vóórdat de technische recherche het onderzoek naar de doodsoorzaak aanvatte.
de dood van Van Zwietering rechtstreeks met het verschijnsel in verband brengen. Zoals de Canadese forensisch psychiater John Hucker: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is dat de politie bekend is met dit soort fatale ongelukken. Ook om te voorkomen dat iemand wordt beschuldigd van een misdrijf zonder dat daar sprake van is.’ Hucker zegt in de praktijk combinaties van AEA met het toebrengen van verwondingen middels vingernagels aan te treffen, ‘tot aan het doorsnijden van aders toe’. De Amerikaanse lijkschouwer John Cox leidt politiemensen op, ook over AEA. ‘De politie in de VS is erop geoefend AEA-ongelukken te herkennen.’ Volgens de deskundigen is het goed mogelijk dat Jenno van Zwietering zichzelf met zijn vingernagels verwondingen in de hals heeft toegebracht waarmee hij zijn luchtpijp dichtdrukte en uiteindelijk bloed in de longen terechtkwam.
Geen onderzoek gedaan In reactie op de wurgsekstheorie heeft NFI-patholoog Visser in november vorig jaar een nieuw rapport geschreven. Bijna schoorvoetend geeft Visser aan dat de AEA-theorie kan kloppen. Het verschijnsel AEA is hem ambtshalve bekend en de verwondingen in de halsstreek kunnen inderdaad door vingers veroorzaakt zijn. Maar Visser laat ook de mogelijkheid open dat er een dader in het spel is die met de vingers de steken zou hebben toegebracht: ‘Immers zelfs al zouden alle letsels door vingers veroorzaakt zijn (hetgeen wij uitermate onwaarschijnlijk achten) dan nog is het niet uit te sluiten dat het om de vingers van een ander persoon gaat.’ Maar hij schrijft ook: ‘Er waren bij sectie letsels die alle mogelijk door de overledene zelf, mogelijk door een ander persoon opgeleverd zijn. Derhalve zijn er geen aanwijzingen voor geweld door een ander persoon.’ Een raadselachtige formulering, want wat denkt Visser nu echt? En als de vingers van ‘een ander persoon’ in het spel kunnen zijn, waarom is dat dan niet onderzocht? Dan zouden toch juist ook de afgeknipte nagels van het slachtoffer minutieus zijn onderzocht? Al met al stelt het rapport van Visser, in retrospectief, het onderzoek in een zeer vreemd daglicht. Al direct de eerste dag had de mogelijkheid van wurgseks in beeld kunnen zijn. Bij de medici was dat waarschijnlijk ook het geval, maar dat staat niet vast omdat er in het rechtbankdossier geen verslag van de eerste medische bevindingen is toegevoegd. Tijdens de bijeenkomst op het NFI over de zaak op 10 december 2008 moet Visser aan de officier van justitie en aan de politie ambtshalve hebben uitgelegd dat het hier mogelijk een AEA-geval betreft. En dat het slachtoffer zelf het extern geweld kan hebben toegebracht. Maar van deze bijeenkomst is geen verslaglegging in het dossier. Officier van justitie Beatrijs van de Ven moet ook hebben gezien dat AEA een mogelijkheid was. Maar zij heeft geen enkel onderzoek naar wurgseks gelast. Er is geen visie hierover door het NFI op schrift gesteld. De afgeknipte nagels van het slachtoffer zijn niet opgenomen in het NFI-verslag en ook de knoop van het koordje rond de penis is niet geanalyseerd. Van de Ven heeft alleen de mogelijkheid onderzocht dat Anita het extern geweld heeft veroorzaakt. Niet met wurgseks maar met SM, waarvoor geen bewijs is gevonden.
Feestje: ‘Wurgseks’ Het ontbreken van gericht onderzoek naar wurgseks wordt nog navranter door een recente ontdekking van advocaat Achmed Baaijens. Niet alleen bij de medici maar waarschijnlijk ook bij de rechercheurs was de wurgseks in beeld. Pas onlangs stuitte advocaat Baaijens op een schriftelijke klacht van de stiefvader van het slachtoffer over het politieoptreden in de eerste weken van het onderzoek. Rechercheurs van de recherche in Flevoland zouden op een verjaardagsfeestje hebben rondverteld dat Jenno van Zwietering aan wurgseks was overleden. De klachtencoördinator van de politie Flevoland schrijft in antwoord dat hiernaar een ‘intern onderzoek’ is gelast. Als zelfs de politie al speculeerde over wurgseks, waarom is dan alleen het spoor van verdachte Anita gevolgd? Advocaat Baaijens: ‘Het is een feit dat er een dode man naakt op bed lag, er is geen bewijs voor vastbinden of doodslag.’ n Deel 1 van ‘Dood in Lelystad’ verscheen in Crimelink oktober 2009
34 crimelink
Wat zijn de strafrechtelijke consequenties van het thuis telen van vijf hennepplanten? Volgens het gedoogbeleid van het Openbaar Ministerie blijft vervolging dan achterwege, mits van de hennepplanten afstand wordt gedaan. Er wordt bij maximaal vijf planten van uitgegaan dat er geen sprake is van bedrijfsmatige teelt.
R
ecent verleende ik bijstand aan Mike. Hij was voor de politierechter gedagvaard, terwijl hij niet meer dan vijf hennepplanten voor eigen gebruik had geteeld. Hoe zit dat? Nadat de politie de planten in de achtertuin van Mike ontdekte, had Mike er direct vrijwillig afstand van gedaan. De planten werden compleet met wortel, stam en bladeren nat op de weegschaal gegooid. Dat was schrikken voor Mike, de planten wogen maar liefst zo’n acht kilo per stuk. Er werd geen rekening mee gehouden dat slechts een fractie hiervan als bruikbaar eindproduct kon worden beschouwd. Het Openbaar Ministerie bood Mike aan het strafbare feit af te doen middels een transactie van vijfhonderd euro. Mike weigerde op dit voorstel in te gaan, omdat hij vond dat hij ervan uit mocht gaan dat hij geen straf zou krijgen. Nadat
hij een dagvaarding ontving om wegens overtreding van de Opiumwet voor de politierechter te verschijnen, wendde Mike zich tot mij. De tenlastelegging hield in dat hij opzettelijk vijf ‘grote’ hennepplanten had geteeld. Daardoor mocht Mike er in de optiek van het Openbaar Ministerie niet op vertrouwen dat zijn handelen onbestraft zou blijven.
Verdediging: vijf planten is vijf planten Ter terechtzitting bepleitte ik namens Mike dat de grootte van de planten in de tuin een gevolg was van moeder natuur. Op dit natuurlijke groeiproces, waarbij zon en regen de hoofdrol spelen, kon mijn cliënt geen invloed uitoefenen. Ik wees op de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie, waarin het beleid in hennepzaken is neergelegd. Hierin staat niets over de grootte of omvang van de hennepplant, terwijl hierin wel staat dat bij ontdekking van de teelt van niet meer dan vijf hennepplanten, na het afstand doen daarvan, vervolging achterwege blijft. Op de Aanwijzing Opiumwet kan iedere betrapte hobbyteler een beroep doen. Door in afwijking daarvan wél te vervolgen bij niet meer dan vijf hennepplanten, schendt het Openbaar Ministerie het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel. De rechter dient dan te onderzoeken of die schending de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de weg staat. Ik stelde van wel en wees de politierechter op jurisprudentie van het Hof Den Bosch, waarin het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk werd verklaard bij een verdenking van het telen van vier hennepplanten, die samen een gewicht van negentig kilo vertegenwoordigden. Aangezien de hoeveelheid aangetroffen hennepplanten
TEKST
CLAUDIA VAN OORT
Claudia van Oort is strafadvocaat in Utrecht
onder de gedooggrens van vijf planten was gebleven, kon volgens het hof als uitgangspunt worden genomen dat de verdachte erop mocht vertrouwen dat ten aanzien van het telen van die hennepplanten tegen hem geen strafrechtelijke vervolging zou worden ingesteld. De Aanwijzing Opiumwet zag naar mijn mening dus niet alleen op vijf hennepplantjes in potten op de vensterbank, maar ook op vijf hennepplanten in de volle grond. Zelfs als die negentig kilo wegen, zo blijkt uit de rechtspraak, en dus zeker als die ‘slechts’ veertig kilo wegen. De politierechter nam mijn redenering over en verklaarde het Openbaar Ministerie nietontvankelijk. Mike ging dus vrijuit.
Let op: de grens voor bezit ligt bij vijf gram De lezer die niet meer dan vijf hennepplanten teelt, dient wel te beseffen dat slechts bij ontdekking van de teelt daarvan een niet-ontvankelijkheidsverweer kan worden gevoerd. Op het moment dat u de geteelde plantjes bewerkt of verwerkt (oogst), geldt als uitgangspunt dat u niet meer dan vijf gram hennep onbestraft aanwezig mag hebben. Het gedoogbeleid op dit punt is en blijft krom. En zelfs indien u handelt binnen de grenzen van het beleid, heeft u niet de garantie dat de zaak geseponeerd wordt. Met Mike zijn er jaarlijks vele cannabisliefhebbers die – wat mij betreft – onterecht gedagvaard worden. En een onterechte dagvaarding of niet: u loopt toch het risico op een veroordeling. Een feit dat onder het gedoogbeleid valt, blijft immers wel strafbaar. In Let wel, een opmerkelijke uitspraak worden rechterlijke uitspraken behandeld die directe en ogenblikkelijke relevantie hebben voor een breed publiek.
Het gedoogbeleid ziet ook op vijf hennepplanten als die samen negentig kilo wegen crimelink 35
DUPE
TEKST
ONNO DOKKUM
‘U heeft haar vermoord!’ Als forensisch arts maak ik wat mee aan de rafelrand van de samenleving en spreek ik wel eens slachtoffers van misdaad. Leuk om op te schrijven in het kader van deze rubriek. Maar het is wel anders wanneer je als arts zélf de dupe bent…
Doctor Death Ik had mevrouw N. uitgenodigd voor een gesprek omdat me ter ore was gekomen dat ze ontevreden was over de gang van zaken rond het levenseinde van haar vriendin, die ze al sinds haar jeugd kende. Ik schrok van haar beschuldiging en toonzetting. Het zou een moeilijk gesprek worden. Ze had zich vastgebeten in het krantenartikel dat haar vermoedelijk een of twee dagen na het overlijden van haar vriendin onder ogen was gekomen. In die tijd stonden de buitenlandse kranten bol van allerlei medische schandalen. Groot-Brittannië was onbetwist koploper, dankzij Doctor Death, een soort Britse dokter Mengele, die allerlei uiterst onfrisse dingen met oude mensen deed en ze uiteindelijk allemaal om het leven bracht. Misschien was dit krantenartikel wel een voorbode van een grote klopjacht op de Nederlandse Dokter Dood? Mevrouw N. keek mij aan alsof zij de politie al gewaarschuwd had. Ze was heilig overtuigd van mijn perfide praktijken. Ik kon praten wat ik wilde, maar ze bleef bij haar opvatting dat ik haar vriendin van het leven had beroofd. Na drie kwartier pogingen en nog eens pogingen doen om alles te bespreken en uit te leggen, gaf ik het op. ‘Mevrouw, als u er zo over denkt, moet u een klacht tegen me indienen. Ik zie geen andere mogelijkheid.’ Ik gaf haar een folder, ‘Hoe te handelen bij een klacht’, en beëindigde het gesprek met de mededeling dat ik het nogmaals betreurde dat ik haar niet van mijn goede bedoelingen kon overtuigen. Ik stak mijn hand uit om haar te bedanken voor haar aanwezigheid en toen gebeurde het. ‘Dokter, nu ik hier toch ben, wilt u even naar m’n knie kijken. Want daar heb ik de laatste tijd zo’n pijn aan. Vooral als ik de trap op moet.’ Ik dacht dat ik het niet goed verstond. Dat ik hallucineerde. Maar ze herhaalde haar vraag nog eens. Ik had het goed gehoord: of ik even naar haar knie wilde kijken omdat die zo’n pijn deed tijdens het traplopen. Heel even overwoog ik de aanwezigheid van een geheime
36 crimelink
camera. Een flauwe grap van collega’s die een streek met me wilden uithalen. Of iets van 1 april. Maar ik zag geen camera en ook was het geen 1 april. Ze meende het van die knie. ‘En nu eruit! Weg! Kssst! Opdonderen! Ga maar naar je psychiater met die knie van je!’ Het was eruit voordat ik het wist. Ik had mijn zelfbeheersing volkomen verloren. Buiten zinnen. Ze trok lijkbleek weg, blijkbaar geschrokken van mijn uitbarsting, en schuifelde zo snel als ze kon naar de deur van mijn kamer. Ik liep haar achterna en riep: ‘Hier! Vergeet die folder niet!’ En ik smeet haar ‘Hoe te handelen bij een klacht’ na. Beduusd raapte ze dat ding op en verdween.
Palliatieve zorg Ik had haar betreurde vriendin, mevrouw E., een jaar daarvoor leren kennen toen zij op een psychogeriatrische verpleegafdeling werd opgenomen, waar ik als arts werkte. Ze was ernstig dement. Daarnaast leed ze aan een ernstige vorm van de ziekte van Parkinson en had forse hart- en longproblemen. Haar toestand verslechterde vanwege bedlegerigheid en verminderde voedselinname. Door de bedlegerigheid dreigde er decubitus, doorliggen. Daarom werd ze met regelmaat in wisselligging gelegd. Dit om schade aan de huid te voorkomen, of in ieder geval te beperken. Tijdens deze wisselliggingen gaf zij de
Aanklacht op de deurmat Het bleef tijden stil aan het front. Geen klacht. Was mevrouw N. tot het inzicht gekomen dat ze misschien een tikje emotioneel was vanwege het overlijden van haar vriendin en dat ze in feite niet kwaad was op de dokter, maar op de dood, die haar had beroofd van haar laatste jeugdvriendin? Ik heb het wel vaker meegemaakt: mensen die slecht
‘Ik kreeg heel even de behoefte om te gaan moorden’
‘Onder het mom van pijnbestrijding had ik actief gewerkt aan een versneld levenseinde’ FRANK MULLER / HH
‘U
heeft haar vermoord. Gewoon vermoord! U heeft, net als al die andere artsen, geen trek in die oudjes. Gewoon morfine spuiten en weg ermee!’ Zo begon ze. Ze pakte een krantenartikel uit haar tas en gooide het op tafel. Het was afkomstig uit NRC Handelsblad, van recente datum. Ik nam het ter hand en las vluchtig. Het ging over de schemerige wereld tussen palliatieve sedatie en euthanasie. Dat er veel begripsverwarring was over deze vormen van levensbeëindiging. En dat er gevallen bekend waren waarin zo veel terminale sedatie (morfine in combinatie met een slaapmiddel) is gegeven dat je in feite kon spreken van euthanasie. Ik legde het artikel weer op tafel. ‘Ik heb uw vriendin niet vermoord. Ik heb geen euthanasie toegepast. Ik heb ook geen palliatieve sedatie gegeven. Alleen morfine tegen de pijn. Alles volgens het protocol.’ ‘U heeft haar vermoord. U heeft doelbewust de trekker overgehaald, omdat u en uw instelling zo snel mogelijk van oude, zieke en onschuldige mensen af willen. Zo is het! Niet anders!’
laatste weken van haar leven toenemend pijn aan. Zij kreunde dikwijls en uitte zich bij de verpleging die deze wisselligging uitvoerden afwerend. Haar verslechterende conditie maakte haar prognose, maar ook de kwaliteit van leven op de korte termijn, bedenkelijk. Regelmatig had ze longontsteking. Koorts, hoesten en benauwdheid. Ze was, zoals wel eens wordt gezegd, aan het vechten. Volgens de verpleging en volgens mij leed ze in sterke mate. Ik heb toen met haar eerste contactpersoon, bovengenoemde mevrouw N., gebeld, haar geïnformeerd over de kritieke toestand van haar vriendin en haar uitgenodigd om samen een behandelingsstrategie te formuleren. Zij sloeg dit af, omdat zij de toestand van mevrouw te confronterend vond. Ik kon me dit voorstellen. Ze zei dat ik de dokter was. En dat ik wel wist wat goed voor mevrouw was. We spraken af dat de verpleging eten en drinken zou aanbieden, uiteraard zonder te forceren. En dat we, als de lijdensdruk (pijn en onrustige, bemoeilijkte ademhaling) zou toenemen, eventueel met morfine zouden starten. Puur als symptoombestrijding en volgens het bestaande protocol palliatieve zorg. Kort voor het overlijden van mevrouw E. zijn we, om haar zo veel mogelijk lijden te besparen, gestart met morfine volgens het zojuist genoemde protocollaire schema. Voordat de morfine werd toegediend, hebben we mevrouw N. hiervan op de hoogte gesteld. Enige tijd later is mevrouw E. in betrekkelijke rust overleden.
tegen hun verlies kunnen en die daar iemand de schuld van moeten geven. Wie is er, in het geval van de dood, een betere schuldige dan de dokter of de verpleegster? Meestal trok het vanzelf bij. Nu natuurlijk ook! Mevrouw N. zal haar verdriet wel door de tijd laten helen. Toch? Een half jaar later lag er een aanklacht op de deurmat. Ingediend bij de klachtencommissie van de regionaal samenwerkende ziekenhuizen en verzorgings-/verpleeginstellingen. Onder het mom van pijnbestrijding had ik actief gewerkt aan een versneld levenseinde. En de kwaliteit van leven waarover ik in vorige gesprekken met mevrouw N. had gesproken had ik volgens haar gebruikt om als maatstaf voor levensbeëindiging te hanteren. Met andere woorden: ik had mevrouw E. onder valse voorwendselen morfine toegediend. Ik had haar einde doelbewust versneld, omdat ik, en ook de instelling waarvoor ik werkte, van oude, zieke mensen af wilde. Ik belde met de hoofdredacteur van een vooraanstaand medisch blad. Deze deed al jaren schriftelijk verslag van medische tuchtzaken. Ik legde de kwestie aan hem voor. Of hij het ook geen schande vond dat ik voor deze affaire het schavot op moest. Of er mogelijkheden bestonden om deze klaagster een proces aan de broek te doen wegens smaad of naamsbezoedeling. Ik raakte weer aardig van de kook. Mijn vriend de hoofdredacteur zei dat ik in een lastig parket zat, dat ik een advocaat in de arm moest nemen. En hij zou me een band toesturen met daarop interviews met aangeklaagde artsen en wat dat met je doet. ‘Maar Ben, ik ga deze zaak toch glansrijk winnen?’ ‘Nee, mijn jongen, deze zaak ga jij nooit glansrijk winnen. Nooit! Als het remise wordt, heb je geluk.’
Zin in moorden De maanden erna begreep ik wat de hoofdredacteur bedoelde. Ik schreef verweerschriften waar medisch-theoretisch niks verkeerd aan was. Waarin alleen veel te veel kwaadheid, cynisme en apocalyptische kwinkslagen zaten richting de aanklaagster. Dat ik haar een psychisch gestoorde vrouw vond die met haar knie maar naar een psychiater moest. Mijn advocaat schrapte gelukkig al dat gescheld en getier en ruilde dat in tegen verstandige, juridisch gefundeerde argumenten. Steeds als ik emotioneel werd, of kwaad, zei hij: ‘Dokkum, dit is geen medische kwestie. Dit is een juridische kwestie. Misschien zelfs een strafrechtelijke kwestie.’ Ik begon te transpireren, steeds harder, want een collega heeft een keer voor het geven van de combinatie morfine en een slaapmiddel een tijdje achter de tralies gezeten. Een buitengewoon gewetensvol arts. Ik begreep niets meer van de wereld. Hoe het is afgelopen? Ik werd vrijgesproken van de beschuldiging dat ik actief had gewerkt aan een versneld levenseinde, maar ik was wel nalatig geweest in de informatieverstrekking naar mevrouw N., de klaagster, over het nut en de functie van morfine bij terminaal zieke patiënten. Toen die laatste zin werd voorgelezen, verscheen er een brede grijns op het gezicht van mevrouw N. Ik kreeg heel even de behoefte om te gaan moorden, of euthanasie te plegen, of terminale sedatie toe te passen. Gewoon ter plaatse. Maar ik vermande me, gaf haar een hand en vroeg geïnteresseerd hoe het met haar knie was. In Dupe vertellen slachtoffers van misdaad of politieke regimes hun verhaal. Hierbij wordt het taalgebruik van betrokkenen zoveel mogelijk gerespecteerd.
crimelink 37
TEKST
38 crimelink
MICHIEL WIJNBERGH / HH
Fatal attraction
HET EXPLOSIEVE HUWELIJK TUSSEN EER EN GEWELD (1)
Eerwraak, of beter gezegd eergerelateerd geweld, komt niet alleen in allochtone kringen voor. Een gekrenkte eer kan bij iedereen een motief voor geweld zijn. Hoe dit uitpakt, wordt onder andere cultureel ingegeven. Een tweeluik over geschonden eer bij allochtonen en autochtonen. JANINE JANSSEN
H
et Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG) ondersteunt regionale politiekorpsen bij lastige zaken waarbij een eermotief wordt vermoed. De behandeling van de zaak in kwestie blijft te allen tijde de eindverantwoordelijkheid van dat regiokorps, maar het LEC EGG probeert de behandeling met praktische raad en daad bij te staan. Dat kan concreet gaan over het opstellen van een verhoorplan, maar ook om het vinden van een externe deskundige die zijn of haar licht over bepaalde aspecten van een casus laat schijnen. Naast deze operationele taak heeft het LEC EGG ook een wetenschappelijke: onderzoekers in dienst van dit centrum buigen zich onder meer over de vraag wat voor soort zaken zich aandienen. Een andere onderzoekslijn bestaat uit aandacht voor het (door)ontwikkelen van adequate methoden en technieken voor politieagenten om dit soort zaken vroegtijdig te kunnen herkennen en aan te pakken. Wat blijkt zoal uit die onderzoeken? Jaarlijks worden honderden
Dat betekent dat je niet met één partner trouwt, maar met zijn of haar héle familie
zaken uit het hele land in Den Haag aangemeld waarbij rekening wordt gehouden met een eermotief. Het gaat dus om mogelijke eerzaken. De politie ijvert voor terughoudendheid bij het toekennen van het etiket ‘eergerelateerd geweld’. Een geschonden eergevoel is namelijk niets meer dan een mogelijk motief voor (dreiging met) geweld. Eer is simpelweg geen concreet feit, maar door rekening te houden met de aanwezigheid van dit mogelijke motief, komen andere zoekrichtingen voor het politieonderzoek in beeld. Het openstaan voor verschillende zoekrichtingen en theoretische scenario’s voor wat zich zou kunnen hebben afgespeeld, doet recht aan de complexiteit van zaken met een gewelddadig karakter en draagt bij aan het voorkomen van tunnelvisie.
Bebloede trouwjurk Hoe lastig het labelen van casuïstiek kan zijn, blijkt uit het volgende relaas van commissaris Willem Timmer, hoofd van het LEC EGG. ‘Enkele jaren geleden werden wij betrokken bij een vreemde
>
crimelink 39
zaak. Ergens in de struiken was een vuilniszak gevonden met daarin een bebloede trouwjurk. Er waren nergens sporen van een lichaam te vinden. Dit was een vreemde puzzel. Aan de hand van het etiket in de jurk gingen onze gedachten wel uit naar een bepaalde streek in het Midden-Oosten, maar dat wierp nog geen licht op de vraag wat er gebeurd zou kunnen zijn. Een DNAonderzoek van het bloed maakte wel duidelijk dat het niet om menselijk, maar om dierlijk bloed ging.’ Naar mogelijke oplossingen voor dit raadsel kan alleen maar geraden worden. Trachtte de bruid een bloeding van het maagdenvlies te simuleren en is die actie een kip of schaap noodlottig geworden? We zullen het antwoord wellicht nooit weten. ‘Ik begrijp wel dat dit soort zaken bij ons terechtkomt’, gaat Timmer door. ‘De collega’s zitten met de handen in het haar en denken meteen: cultuur. Dan bellen ze ons. Maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat wij dit ook niet weten, er ontbreken nog te veel stukjes om definitief het etiket “geweld”, laat staan “eergerelateerd geweld”
‘Trachtte de bruid een bloeding van het maagdenvlies te simuleren?’
op deze casus te kunnen plakken. Het is nu hooguit dierenmishandeling. Dat is uiteraard ook laakbaar gedrag, maar de aanpak daarvan komt niet voor rekening van ons centrum.’
Geweld en cultuur De politiële betrokkenheid bij eerzaken is dan ook eerst en vooral gebaseerd op de preventie en aanpak van geweld. Het LEC EGG moet vooral niet begrepen worden als een soort ‘antropologische’ of ‘culturele politie’. Dat zou echt onzin zijn, want waar het bij eergerelateerd geweld om gaat, is dat burgers naar aanleiding van gekrenkte eergevoelens geweld gaan gebruiken om hun gezicht te redden en dus in feite eigen rechter gaan spelen. In een rechtsstaat is echter geen plaats voor dergelijke vormen van eigenrichting. De politie, die een deel van het geweldsmonopolie van de overheid beheert, komt dan onvermijdelijk in beeld. Zo bleek het merendeel, circa zestig procent, van de eerder genoemde zaken bedreigingen te betreffen. In één procent van deze zaken ging het om moord of doodslag. Verder ging het om kwesties die bij binnenkomst bij de politie werden gelabeld als mishandeling, ontvoering of vermissing. Uit een nog te verschijnen onderzoek van het LEC EGG wordt duidelijk dat veel van deze zaken te maken hebben met problemen rond het aangaan en verbreken van relaties: de partnerkeuze of de wens om een huwelijk te beëindigen of een relatie met een ander voort te zetten valt niet altijd goed bij de (schoon)familie. Voor westerlingen is dat vaak moeilijk te begrijpen, aangezien hier het beeld van het huwelijk als een liefdesrelatie tamelijk dominant is. Voor antropologen is het echter oud nieuws dat in veel culturen het huwelijk een wat meer zakelijk karakter kent. Dat betekent dat men niet alleen een partner huwt, maar in feite zijn of haar hele familie. Van één persoon kan men zich relatief eenvoudig los maken, maar van een hele familie, dat is een ander verhaal. Economische verplichtingen – denk aan afhankelijkheid van een partner wat
40 crimelink
betreft de verblijfsstatus – en eeropvattingen, dat wil zeggen het zich als familie voor gek gezet voelen als er een scheiding op til is, kunnen dan de zaak op scherp zetten. Bij dergelijke gevallen van fatal attraction tussen geweld en opvattingen over fatsoen en relatiekeuze, spelen uiteraard door culturele achtergronden vormgegeven patronen van normen en waarden een belangrijke rol. Maar mensen zijn geen cultureel voorgeprogrammeerde robots. Als dat wel zo zou zijn, dan zou een ieder met dezelfde ‘culturele chip’ onder alle omstandigheden op identieke wijze moeten reageren. Ook zou het dan somber gesteld zijn met de mogelijkheden voor verandering. Cultuur is een dynamisch iets, een fenomeen dat voortdurend aan verandering onderhevig is. Dat geldt ook voor cultureel beïnvloede opvattingen over eer.
Andere verklaringen Inspecteur Wilfred Janmaat, die door zijn werk als coördinator bij het LEC EGG veel zicht heeft op de casuïstiek die zich dagelijks bij het centrum aandient, merkt in dit verband het volgende op: ‘Het merendeel van de zaken die wij binnenkrijgen kun je herleiden naar een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Met name aandacht voor Turkse casuïstiek ligt voor de hand: daar weten we meer van omdat daar ook meer over is geschreven. Het is logisch dat wij eerder binnen krijgen wat collega’s kunnen plaatsen doordat ze daar bijvoorbeeld in het politieonderwijs al over hebben gehoord. Maar we krijgen tegenwoordig ook regelmatig zaken aangemeld die betrekking hebben op mensen met een Afghaanse of Somalische achtergrond. Daar zitten eerste generatie migranten tussen. We weten allemaal dat het hier om oorlogsgebieden gaat. Ik vraag me daarom wel eens af, als we in deze kringen zaken met een gewelddadig karakter moeten behandelen, of dat dan zonder meer allemaal onder de noemer “cultuur” moet worden gebracht. Het kan toch ook zijn dat die mensen getekend zijn door de narigheid die ze in het land van herkomst hebben meegemaakt en dat ze daardoor misschien psychisch anders met geweld omgaan? Ik ben geen psycholoog, dus ik waag me niet aan harde uitspraken, maar het is zinnig om ook voor zulke psychologische verklaringen open te staan.’
Allochtone en autochtone eer Uit het verhaal van Janmaat blijkt dat bij het LEC EGG met name zaken uit allochtone kring onder de aandacht worden gebracht. Maar hoe zit het met de lange tenen van autochtonen? Escaleert een aanval op de eer daar dan nooit? Zoals hiervoor al is aangegeven, is het een principieel uitgangspunt dat geweld, en niet cultuur, centraal staat in de taakstelling van dit centrum. In de praktijk heeft het LEC EGG alleen weinig met autochtone casuïstiek te maken. Autochtonen komen vooral in beeld als ze relaties aangaan of hebben met allochtonen. Er ontstaan dan bijvoorbeeld problemen als de allochtone schoonfamilie niet blij is met een schoonzoon of -dochter uit een andere etnische groep en/of met een ander geloof. Ook zijn voorbeelden bekend van botsende
‘Voor westerlingen is het beeld van het huwelijk als een liefdesrelatie tamelijk dominant’
opvattingen tussen autochtonen en allochtonen wat betreft de toewijzing van de kinderen aan vader of moeder na een echtscheiding. Maar de reden voor de focus op allochtone casuïstiek moet beslist niet gezocht worden in de stelling dat dergelijke kwesties bij autochtonen nooit hebben gespeeld. Groepsdruk in familieverband is in Nederland van oudsher ook bekend. Onder andere de toe-
Groepsdruk in familieverband is hier in Nederland van oudsher ook bekend genomen individualisering en seksuele vrijheid sinds de tweede helft van de vorige eeuw hebben de familiebanden echter aanzienlijk losser gemaakt. Dat betekent dat individuen meer ruimte hebben om bijvoorbeeld uit te komen voor hun homoseksualiteit, een relatie aan te gaan met iemand van een andere geloofsovertuiging of om seks voor het huwelijk te hebben. Alhoewel, op de Veluwe zal men daar wellicht iets anders tegenaan kijken.
Huiselijke en familiaire kring Die aandacht voor allochtonen heeft vooral te maken met de politieke en bestuurlijke afbakening van het begrip ‘eergerelateerd geweld’. Met name door politici als Ayaan Hirsi Ali, Miriam Sterk en Rita Verdonk, om er maar eens een paar te noemen, is veel geijverd voor aandacht voor de positie van allochtone vrouwen. In dat debat is ook de link gelegd met eeropvattingen. Dit alles heeft twee consequenties gehad. In de eerste plaats is niet alleen de discussie maar ook het beleid ten aanzien van eergerelateerd geweld zich met name gaan richten op allochtone groepen. In de tweede plaats is het veld dat de term ‘eer’ bestrijkt beperkt tot die van de huiselijke en familiaire kring. Het is echter niet zo dat buiten de warme schoot van de familie geen eer zou bestaan die kan worden geschonden. Er is bijvoorbeeld nog zoiets als beroepseer. Zo zijn in studies over georganiseerde misdaad tal van voorbeelden te vinden over erecodes. Een schoolvoorbeeld levert de Italiaanse maffia, waarvan de leden zich ‘mannen van eer’ noemen. In een vervolgnummer zal Crimelink verder aandacht besteden aan het eerfenomeen op meer alledaagse terreinen waarop zowel autochtonen als allochtonen zich manifesteren: het voetbalveld en het straatverkeer. n Verder lezen De werkwijze van de politie staat uitvoerig beschreven in: Janssen, J., Je eer of je leven? Een verkenning van eerzaken voor politieambtenaren en andere professionals. Tweede herziene druk, Den Haag, Stapel & De Koning, 2008. Op de website van het ministerie van Justitie is nog meer informatie te vinden over de preventie en aanpak van eergerelateerd geweld. Ook de onderzoeksrapporten van het LEC EGG kunnen van deze site als pdf worden gedownload: http://www.veiligheidbegintbijvoorkomen.nl/onderwerpen/ Agressie_geweld/Eergerelateerd_geweld/
Allochtone eerschendingen Hieronder een vijftal typen ‘eerzaken’ waarin de regionale politie het LEC EGG om assistentie verzocht. HERTROUWEN NA EEN ECHTSCHEIDING Een Turkse man komt naar Nederland om met een Turkse vrouw te trouwen. Tijdens zijn huwelijk staat de man bloot aan mishandelingen door zijn schoonfamilie. Uiteindelijk besluit hij te gaan scheiden. De voormalige schoonfamilie wil niet dat hij zijn kinderen nog ziet en wil ook niet dat hij opnieuw in het huwelijk treedt. De man heeft inmiddels een nieuwe partner en hij besluit in het geheim met haar te trouwen. De man is echter bang voor dodelijk geweld jegens hem van de kant van zijn ex-schoonfamilie. NAAR DE DISCO Een achttienjarig Marokkaans meisje heeft in het geheim een vriendje, met wie ze al een paar keer stiekem naar de disco is geweest. Een goede vriendin, in wie het meisje veel vertrouwen had, is van deze relatie op de hoogte. Deze vriendin dreigt nu uit de school te klappen: zij wil de ouders van het meisje inlichten over de relatie. Ze heeft al het een en ander verteld aan een oudere broer van het meisje. Het meisje is bang dat wanneer haar ouders alles aan de weet komen, zij zal worden teruggestuurd naar Marokko. OMSTREDEN TROUWPLANNEN Een angstige vrouw met een Iraanse achtergrond vertelt bij de politie over de problemen in haar familie: haar ouders hadden beloofd de bruiloft van een oom te financieren. Maar op dit moment zijn haar ouders niet in staat om een praalbruiloft te betalen. De oom en zijn aanstaande vrouw nemen echter geen genoegen met een meer bescheiden trouwerij. De oom heeft doodsbedreigingen geuit. HET TWEEDE HUWELIJK Een vrouw met een Marokkaanse achtergrond meldt zich met haar echtgenoot die van oorsprong uit het Midden-Oosten komt aan het bureau. Het echtpaar voelt zich bedreigd door een neef van de vrouw, die niet kan accepteren dat zijn nicht gescheiden is van haar eerste man en bovendien ook nog voor de tweede maal met een niet-Marokkaan is getrouwd. OP ZICHZELF WONEN De familie van een gescheiden Iraakse vrouw is het er niet mee eens dat de vrouw met haar zoontje alleen woont. Volgens de familie zijn er voor haar twee opties: of zij sluit een nieuw huwelijk, of zij komt weer bij haar familie wonen.
Janine Janssen is als hoofd onderzoek verbonden aan het LEC EGG.
crimelink 41
NIEUW RECLASSERINGSTOEZICHT VOOR TBS’ER
‘Ik word beter in de gaten gehouden’ Naar aanleiding van enkele incidenten is het psychiatrisch toezicht op tbs’ers aangepast. Medewerkers van Reclassering Nederland krijgen eerder inzicht in het functioneren van de onder toezicht gestelden. Ex-tbs’er Mirjam: ‘Ik maak nu betere keuzes.’
DONALD MACLEOD / TSPL / CAMERA PRESS / HH
Z
e kan zich niet meer voorstellen dat ze terug zal vallen in de prostitutie en in de verslaving waar ze jarenlang mee worstelde. De drank en de drugs heeft Mirjam afgezworen, ze taalt er zelfs niet meer naar. ‘Er is een knop omgegaan’, vertelt ze in het kantoor van Reclassering Nederland aan het Almelose Schouwburgplein. ‘En al tijden hè, Mirjam’, voegt reclasseringswerker Irma Nibbelink eraan toe. Vanzelf ging het allemaal niet bij de Rotterdamse. Ze is bijna toe aan de afsluiting van alle behandeltrajecten, via een te verwachten uitspraak van de rechter over een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. Mirjam leidt al jaren aan de geestesziekte schizofrenie, een ziektebeeld dat zich bij één op de honderd (jonge) mensen openbaart en waarbij de patiënt het contact met de werkelijkheid kan kwijtraken door wanen en hallucinaties. In 2001 ging het helemaal mis, toen Mirjam na het spuiten van cocaïne in een psychose terechtkwam en een klant in zijn huis neerstak – in de waan dat hij haar zou afhouden van het ophalen van haar methadon. De man overleefde, achteraf zag Mirjam de waanzin van haar poging tot doodslag in. ‘Ik had het recht niet om dit te doen. Uit de tijdstippen in het politierapport bleek dat ik nog ruim de tijd had tot die methadonverstrekking. Voor mij een aanwijzing dat ik totaal niet meer mezelf was.’
TEKST
Behandeling
Tweede keer
Dat vond ook de rechter, die haar ontsloeg van rechtsvervolging op basis van volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Ze kreeg dus geen gevangenisstraf, maar werd wel veroordeeld tot behandeling in een tbs-kliniek. Daar ging toch een jaar in de cel aan vooraf omdat er nog geen behandelplaats vrij was. In de cel kwam Mirjam niet op een bijzondere zorgafdeling terecht, ‘maar ik maakte gelukkig ook geen psychoses mee’. Mirjam belandde vervolgens op een afdeling van tbs-kliniek Oldenkotte in Rekken voor mensen met een psychiatrische stoornis. Naast de behandeling kreeg ze een medicijn waarmee ze haar geestesziekte goed onder controle bleek te kunnen houden. Na acht behandeljaren deed ze in 2009 een aanvraag voor een proefverlof, onder begeleiding van medewerkers van de kliniek. Voor Mirjam was dit wennen: ‘Na de betutteling van de inrichting krijg je te maken met een meer op de eigen verantwoordelijkheid gefocust toezicht door de reclassering, omdat deze zich richt op terugkeer in de maatschappij.’ Irma Nibbelink legt uit dat de reclassering in haar aanpak meer met de klinieken is gaan samenwerken: ‘Wij zijn invoegend: we worden al betrokken in het overleg over Mirjam terwijl zij nog in de kliniek verblijft. Het geeft ons de gelegenheid om eerder te zien met wie we te maken hebben en een plan voor het toezicht op de tbs’er op te stellen. We hebben meer overzicht over het hele palet aan problemen van de onder toezicht gestelde. Als het mis zou kunnen gaan, is dat bij ons meteen duidelijk. Als er bijvoorbeeld een conflict in de familie speelt, kunnen we daar eerder over in overleg om alvast tot een oplossing te komen.’ Irma voegt eraan toe dat elke tbs’er een tweede contactpersoon krijgt aangesteld die als achtervang fungeert, zodat hij of zij niet uit het oog kan worden verloren.
Mirjam voelt zich door de nieuwe manier van werken veel beter in de gaten gehouden en begeleid dan voorheen. Ze is in staat dit te beoordelen omdat ze al eerder een tbs-maatregel kreeg opgelegd, in 1989. Ze bracht vervolgens negen jaar in de Utrechtse Van der Hoeven Kliniek door, waar ze weer de deur uit mocht nadat ze was uitbehandeld. Mirjam is over die tijd veel minder te spreken: ‘Mijn resocialisatie was destijds meer ingegeven door het feit dat ze binnen niets meer met me konden. Er kwam ook ineens een einde aan het proefverlof, zonder dat ik binnen op de buitenwereld was voorbereid.’ Ze was ook niet onder de indruk van het toezicht van de reclassering. ‘Het waren maar korte gesprekken. Hoewel ik moet zeggen dat ik er destijds – ik was 26 – ook niet voor openstond.’ Over de begeleiding die ze tot nu toe van de tbs-kliniek en de reclassering heeft gekregen oordeelt Mirjam veel beter. ‘De begeleiding door de instanties vloeit veel meer in elkaar over, dat ervaar ik echt zo. Ik heb daardoor meer inzicht
JOOST VAN DER WEGEN
gekregen in wat er met me gebeurd is en ik weet in wat voor situaties ik me niet meer moet begeven, omdat ik het dan wel kan schudden. Ik zie nu wat de keuzemomenten zijn en wat voor keuzes ik moet maken. In het verleden overkwam alles me veel meer.’
Onder controle Mirjam heeft de laatste maanden van haar verblijf in de tbs-kliniek doorgebracht op de resocialisatieafdeling De Wiem, waar ze is voorbereid op terugkeer in de samenleving. Kort geleden heeft ze de instelling mogen verlaten en nu heeft ze haar eigen woonruimte, waar de reclassering eens in de drie weken een uur op bezoek komt. ‘Dat is genoeg om te kunnen controleren of het nog goed gaat met Mirjam’, geeft Nibbelink aan. Ze constateert dat Mirjam inmiddels in staat is zelf zaken te regelen. Mirjam denkt dat dit ook met andere tbs’ers die dit traject doorlopen het geval is: ‘Ik heb daar wel vertrouwen in. De reclassering is voor mij een heel goed aanklampingspunt gebleken. Ik ben serieus door hen begeleid.’
Ada Andreas over verscherpt toezicht op tbs ‘Voorheen lieten we tbs’ers veel abrupter vrij in de samenleving, nu gaat dat veel geleidelijker.’ Ada Andreas is als beleidsmedewerker van Reclassering Nederland verantwoordelijk voor hoe de reclassering toezicht houdt op mensen die aan het einde van hun tbs-maatregel zijn gekomen. Ze merkt op dat patiënten nu veel gecontroleerder hun plek in de samenleving terugkrijgen: ‘Als ze in de gevarenzone komen, schakelen we meteen terug. Als de spanning in het reclasseringstraject onaanvaardbaar toeneemt, hebben we bijvoorbeeld de mogelijkheid om de onder toezicht gestelde voor een time out tijdelijk te laten opnemen in een tbs-kliniek, om het risico voor terugkeer in de samenleving te monitoren.’ Andreas vertelt dat de meeste tbs’ers zonder ernstige problemen terugkeren in die maatschappij. ‘Helaas is er vooral het beeld dat tbs’ers altijd bloedgevaarlijke psychopaten zijn. Dat is niet de werkelijkheid.’ Ze benadrukt dat de risico’s die genomen worden bij de terugkeer in de samenleving uitgebreid worden afgewogen en besproken, met als belangrijke vragen of de tbs’er het aankan en of de risico’s die er nog bestaan aanvaardbaar zijn.
Reclassering Nederland in Crimelink
42 crimelink
Crimelink belicht in een serie artikelen het werk van Reclassering Nederland, de organisatie die zich bezighoudt met het voorkomen en verminderen van crimineel gedrag in de samenleving. In eerdere artikelen beschreven we de werkwijze van het jongvolwassenenteam, de risicodiagnose, de nieuwe leerstoel reclassering, de nieuwe vorm van handhaving en het toezicht op vrijgelaten zedendelinquenten.
crimelink 43
lezen Van de getuigenis van een Amerikaanse undercoveragent, via het relaas van de echtgenote van een terreurverdachte, naar een overzicht van de crime facts van 2009. Het true crime-genre in zijn diverse facetten.
TRUE
JOOST VAN DER WEGEN
Functieomschrijving van een undercoveragent Om zeep Undercoveracties zijn vaak waardevol in opsporingsonderzoeken, maar ook onvoorspelbaar. Dat kwam onlangs naar voren in een rapport van het WODC, het onderzoeksbureau van het ministerie van Justitie. In Donnie Brasco, de getuigenis van de voormalige Amerikaanse FBI-undercoveragent Joe Pistone, blijkt hoe waar die conclusie is. Het boek is een getuigenis van Pistone’s jaren als politie-infiltrant in het maffiamilieu van New York in de jaren zeventig, onder de naam Donnie Brasco. In de gelijknamige film met Johnny Depp en Al Pacino lijkt het dubbelleven van de hoofdrolspeler redelijk op rolletjes te lopen. Maar in het boek komt naar voren in wat voor onmogelijke situaties een undercoveragent terecht kan komen. Wat doe je als je maatjes je vragen om mee te helpen iemand om zeep te brengen, terwijl in je functieomschrijving staat dat je dit juist moet zien te voorkomen? En wat als de dochter van een grote boss je mee uit vraagt en je haar dus om dezelfde reden moet afwijzen, maar ook moet oppassen haar (en indirect haar vader) niet te beledigen? Door de operatie van ‘Donnie Brasco’ zijn uiteindelijk zo’n honderd maffiakopstukken voor de rechter gebracht. Maar Pistone, zijn vrouw, en zijn kinderen zijn voor de rest van hun leven gedwongen om onder een valse identiteit verder te gaan. Misschien is het afluisteren van telefoons als manier om criminelen op te sporen toch niet zo’n onverstandige werkwijze? Joe Pistone, Donnie Brasco. In het Nederlands vertaald en uitgegeven door Lebowski Publishers, 2009 (met een voorwoord van Roberto Saviano)
Rara? Wat als een true crime-verhaal achter de voordeur van je eigen schrijverswoning heeft plaatsgevonden? Christine Otten kreeg daarmee te maken naar aanleiding van de arrestatie van haar levenspartner in de zogenaamde Rara-affaire. In 1994 werd journalist Hans Krikke opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij deze terroristische organisatie (en vrijgesproken). Over de impact die dat jarenlang op de relatie en het gezinsleven van Otten heeft gehad, baseerde zij haar boek In Wonderland. Otten laat de verhaallijn gaan langs de besprekingen die haar man heeft met een filmmaker over de mogelijke verfilming
44 crimelink
TEKST
van zijn belevenis. Het hoofdpersonage, de echtgenote, bespreekt haar ervaringen tijdens het politieonderzoek veertien jaar later, tijdens geheime ontmoetingen met de officier van justitie die destijds ook bij de huiszoeking aanwezig was. In Wonderland is een literair hoogstandje, het boek kan over honderd jaar bij wijze van spreken nog met plezier gelezen worden. Otten is – niet helemaal onbegrijpelijk – ver weg gebleven van de behandeling van de schuldvraag van haar man, hoewel er aan het einde van het verhaal verrassend genoeg toch nog even wordt afgerekend met justitie. Jammer dat de schrijfster hier toch nog een moreel oordeel heeft willen vellen over wat haar gezin door de overheid is aangedaan. Hoe begrijpelijk misschien ook: show, don’t tell had ook hier het uitgangspunt moeten blijven, zoals dat in de 236 pagina’s daarvoor juist zo mooi het geval was. Christine Otten, In Wonderland. Atlas, 2010
Misdaadrevue In de waan van de dag worden de echte achtergronden bij het nieuws niet altijd duidelijk, omdat de verslaggevers in kwestie geen specialisten zijn op hun vakgebied, of omdat zij in items van een paar minuten niet compleet weer kunnen geven wat er daadwerkelijk heeft gespeeld. In de nuances ligt nu eenmaal vaak de waarheid rond een gebeurtenis besloten. In dat opzicht is het Crimineel Jaarboek 2009, onder redactie van ANP-rechtbankverslaggever Peter Elberse, een interessant naslagwerk. Niet alleen omdat alle gebeurtenissen op misdaadgebied nog eens de revue passeren, maar ook omdat hij aan journalisten, advocaten en politiemensen gevraagd heeft om de materie uit het afgelopen jaar nog eens te behandelen. Daarin komen overigens wel weer de gebruikelijke usual suspects aan het woord. Van jurist Jan Boone (over het tappen van geheimhoudersgesprekken) tot oud-hoofdcommissaris Jan Blauw (Puttense moordzaak). Daar ontkom je misschien niet aan als je een overzicht maakt van de belangrijkste zaken uit de afgelopen twaalf maanden. Qua nieuwswaardigheid sprong de aanslag op Koninginnedag eruit. ‘Het dodelijkste wapen uit 2009’, constateert de samensteller van het boek, ‘was een zwarte Suzuki Swift.’ Peter Elberse (red.), Crimineel Jaarboek 2009. De Fontein, 2010
lezen Is het de taal? Of is het ’t prachtige decor van water en wouden? Hoe het ook zij: Friesland vormt het decor van een groeiend aantal spannende boeken. Daarom, in deze aflevering van Thrill: misdaad uit de provinsje Fryslân.
THRILL
TEKST
JAQUELINE STORM
Friese moorden Dorpsperikelen Je ziet het helemaal voor je: Randstedelijk echtpaar verhuist naar het rustige Friesland en ontdekt dat een dorpje verderop vier gemummificeerde lichamen in een grafkelder liggen. Als ze ontdekken dat een van die mummies waarschijnlijk Anna Maria van Schuurman is, een zeventiende-eeuwse vrouw wier naam is verbonden aan een duistere sekte, is het idee voor een thriller natuurlijk snel geboren. En dus besloten schrijfster Sabine van den Berg en journalist Maarten Meester – onder het pseudoniem Mimi Meester – het dorpje Wieuwerd te bestempelen als de nieuwe woonplaats van Claudia, Anton en hun twee zoontjes. Het jonge gezin is uit Amsterdam vertrokken vanwege de rust. Maar u raadt het vast: van rust komt weinig. Eerst verdwijnen de mummies uit de grafkelder, iets waarvan Claudia en Anton de schuld krijgen, dan wordt hun jongste zoontje ontvoerd. Claudia verdenkt Gert, de klusjesman met wie ze een verhouding is begonnen, en gaat op onderzoek uit. Wat volgt, is een doldwaze klucht, waarin een hoofdrol blijkt te zijn weggelegd voor – juist! – een duistere sekte. Spannend? Niet echt. Maar fijn leesvoer is Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd (2005) wel. Al is het maar omdat je je weer eens realiseert dat de grote stad misschien hectisch is, maar het dorpsleven ook niet automatisch een feestje is. Mimi Meester, Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd. Vassallucci, 2005 (alleen nog antiquarisch verkrijgbaar)
Politiegeploeter Waar Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd af en toe bijna uit de bocht vliegt door alle verwikkelingen, is Het Koepelmysterie (2009) bijna het tegenovergestelde. Als er één ding duidelijk wordt uit het in Leeuwarden gesitueerde debuut van oud-politiecommissaris Marc Jacobs en communicatieadviseur Marike Vreeker, is het wel dat politiewerk taai en saai is. Dat is dan ook meteen de grote charme van dit boek: dat het zo’n eerlijk inkijkje in de politiepraktijk geeft. Ook leuk: het speurdersduo, bestaande uit de slimme maar botte rechercheur-inspecteur Erik van Houten en z’n stoer doende, maar nogal impulsief handelende collega Sigrid de Wilde. Aan hen de taak te achterhalen wie de vice-president van de Koepel Geestelijke Gezondheidszorg Noord-Nederland
heeft vermoord. En daarmee beginnen de problemen. Niet alleen voor Van Houten en De Wilde, maar ook voor hun scheppers. Hoewel de plot helemaal niet slecht is, wankelt de stijl van het boek behoorlijk. Het is alsof Jacobs en Vreeker het niet helemaal eens konden worden: een hardboiled politieroman of een literaire thriller à la Lieneke Dijkzeul? Duidelijk wordt dat niet, en dat stoort – net als het feit dat je als lezer soms per alinea in het hoofd van wéér een ander personage wordt geacht te kruipen. Maar toch: helemaal geen slecht boek. Alleen al vanwege de vermakelijke dialogen tussen politiemensen onderling, met als onbetwist hoogtepunt de venijnige conversatie tussen Van Houtens meerdere en diens vrouwelijke baas. Marc Jacobs & Marike Vreeker, Het Koepelmysterie. Friese Pers Boekerij, 2009
Familiedrama Net als Claudia en Anton uit Hoe de mummies verdwenen uit Wieuwerd, komt ook Liv naar Friesland voor de rust. Of liever: ze keert er terug, na een mislukt liefdesavontuur in Kenia. Maar ze is nog maar net weer gewend aan het leven op haar ouders boerderij, of haar broer Ron – een politieagent die in scheiding ligt – wordt met zijn kinderen dood in huis aangetroffen. De politie gaat uit van een familiedrama: man vermoordt z’n kroost en slaat daarna de hand aan zichzelf. Maar Liv heeft haar twijfels, vooral als ze een krantenartikel over een oude moordzaak in Rons agenda aantreft. Hoewel de plot van Nachtvlucht zeker niet slecht is, is dat niet wat het debuut van journaliste Anita Terpstra zo goed leesbaar maakt. Nee, de charme van deze literaire thriller zit ’m vooral in de soepele schrijfstijl en de geloofwaardige personages. Van Livs recht-voor-z’n-raap-zussen en haar intens verdrietige moeder, tot haar nieuwe liefde Nick – iedereen wordt met de grootste zorg geschetst. Net als de omgeving trouwens. Dit is echt een boek waarvan je elke stap van de hoofdpersoon voor je ziet. Of Liv die nu zet in de plaatselijke kroeg of op de zeedijk met uitzicht op de Waddenzee, waar ze voor haar leven moet vechten. Nachtvlucht is geloofwaardig, goed geschreven én spannend – een Fryske aanrader. Anita Terpstra, Nachtvlucht. Cargo, 2009
crimelink 45
lezen
P U B L I C AT I E S
TEKST
GUUS MEERSHOEK
Drugskartels domineren het openbare leven in Mexico Genuanceerde analyse Sinds de moord op Theo van Gogh staat gewelddadig islamitisch radicalisme volop in de aandacht. De theatrale wellust waarmee de moordenaar zijn daad pleegde en de gretigheid waarmee hij een martelaarsdood door politiekogels zocht, schokten velen. Het openbare leven was lange tijd danig ontregeld. Voor meer inzicht in het verschijnsel waren we de eerste tijd aangewezen op de journalistiek, maar inmiddels zijn ook wetenschappelijke studies voorhanden. Aan die laatste groep is nu een degelijke publicatie toegevoegd, getiteld Jihadistisch terrorisme in Nederland. Een must voor eenieder die beroepshalve met dit fenomeen te maken heeft of als burger er gewoon een goed oordeel over wil vormen. De studie geeft een analyse van het milieu van gewelddadige islamieten in Nederland. De onderzoekers, verbonden aan het WODC, hadden de beschikking over twaalf opsporingsonderzoeken, uitgevoerd tussen juli 2001 en juli 2005, met informatie over 113 verdachten: 93 mannen en 20 vrouwen. Omdat sommige verdachten in meer dan één onderzoek voorkwamen, hebben zij, anders dan veelal in onderzoek naar georganiseerde misdaad gebeurt, de gegevens samengevoegd. Zij bedienden zich ook van een ongebruikelijk stramien bij de analyse, door zich te concentreren op achtereenvolgens de organisatorische verbanden, de activiteiten en de persoonlijke kenmerken. Het resultaat is een studie die minder dan gebruikelijk licht werpt op de modus operandi en daarom minder nuttig is voor de opsporing, maar die wel een ongekend rijke, relatief concrete en genuanceerde analyse geeft van dit gevaarvolle verschijnsel. En passant brengen de onderzoekers ook de praktijk van criminaliteitsbeeldanalyse een stap verder. Uit het onderzoek blijkt bovenal dat niet, zoals na de moord op Van Gogh en de aanslagen in Londen lange tijd wel is gedacht, de homegrown terrorist karakteristiek is, maar dat in Nederland sprake is van fluïde, gemêleerde groepen, gedomineerd door illegaal in het land verblijvende, zelf opgeworpen geestelijk leiders, vaak afkomstig uit Noord-Afrika of Syrië. De gelijkenis met de groep rond Pjotr Verkhovenski, door Dostojevski geportretteerd in De duivels, dringt zich op. De aanhang bestaat uit vier
46 crimelink
soorten personen: illegalen, (ex-)criminelen en (ex-)verslaafden, jongeren op zoek naar zingeving en ten slotte politieke idealisten. De mannen zijn gemiddeld 29 jaar oud en vaak afkomstig uit Noord-Afrika; de vrouwen 23 jaar oud en veelal in Nederland geboren. De religieuze ideologie is een belangrijk bindmiddel: zij worden niet gedreven door reëel ervaren onrecht maar door de verbeelding van westerse misdragingen tegen de moslimwereld. Binnen de groepen heersen gespannen verhoudingen en is soms sprake van intimidatie om anderen tot inschikken te bewegen. Hoewel moderne communicatiemiddelen voorhanden zijn, bedient men zich vooral van directe persoonlijke contacten. Het gewelddadig radicalisme – de gekozen onderzoeksstrategie laat dat goed zien – kent nog veel lossere verbanden dan reguliere georganiseerde misdaad. Het is bovenal een sociaal verschijnsel. In de lopende tekst en vooral in het slotwoord pogen de auteurs, in weerwil van wat de directeur van het WODC in zijn voorwoord beweert, de bekeringsdrang en gewelddadigheid te verklaren. Uit de overvloed aan verklaringen die in reactie op de aanslagen naar voren zijn gebracht, schuiven zij heel wat terzijde. De destructiedrift van de radicalen is niet speciaal op Nederland gericht: de wereld is hun strijdtoneel. Wel krijgen die buitenlandse predikers, die richting geven aan de groepen, in een internationaal georiënteerde samenleving als de Nederlandse gemakkelijk voet aan de grond. De leden die hun heil bij deze figuren zoeken, vinden in de groep bevrediging van behoeften aan geborgenheid, veiligheid en zingeving. Voor het meest verbijsterende – en daarom ook het sterkst om verklaring vragende – gedrag, de wankele combinatie van destructiedrift en drang tot zelfdestructie, doen de auteurs weinig overtuigend een beroep op sociaal-psychologische theorieën over boosheid en wraakzucht. Vooralsnog ben ik geneigd met Dostojevski in te stemmen dat een theorie die uitgaat van rationeel handelende actoren daar geen vat op krijgt. C.J. de Poot, A. Sonnenschein, m.m.v. M.R.J. Soudijn, J.G.M. Bijen, M.W. Verkuylen, Jihadistisch terrorisme in Nederland: Een beschrijving op basis van afgesloten
opsporingsonderzoeken. Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2010. Zie ook: B. de Graaff, C.J. de Poot, E. Kleemans (red.), Radicalisering en radicale groepen, themanummer van het Tijdschrift voor Criminologie (2009, 4)
Stevig empirisch fundament Uit Mexico bereiken ons huiveringwekkende berichten. Van de ontwrichting van bestuur en samenleving die volgde op de val van de eenpartijstaat in 2000, profiteerde vooral de criminaliteit. Drugskartels domineren sindsdien het openbare leven; liquidaties zijn aan de orde van de dag. De politie is niet tegen deze misdaad opgewassen, hoge politiechefs blijken gecorrumpeerd, arrestanten worden mishandeld, politieagenten door omstanders gelyncht. Ten einde raad heeft de regering bij de criminaliteitsbestrijding het leger ingezet. Naar de forse inspanningen om die politie om te vormen tot een effectieve, rechtstatelijke organisatie heeft de Nederlandse onderzoeker Niels Uildriks, bekend van zijn proefschrift over de normering van politiegeweld en inmiddels verbonden aan het COT, de afgelopen jaren onderzoek gedaan. Het resultaat is een fraaie studie, stevig empirisch gefundeerd en hecht verankerd in wetenschappelijke literatuur over Latijns-Amerika en de politie. Uildriks enquêteerde en interviewde politiepersoneel in MexicoStad en ontdekte zo dat dat personeel wel vooruitgang ziet maar zich machteloos voelt, corruptie in de eigen organisatie signaleert, zich door de leiding belemmerd voelt om rechtmatig op te treden en binnen de eigen organisatie rechteloos is. Uildriks concludeert dat de hervormingen vooral vastlopen op het volstrekte gebrek aan vertrouwen van de bevolking in formele rechtspleging. Het lynchen wordt gezien als een alternatieve vorm van justitie. In zijn conclusies grijpt Uildriks terug op het recept waarmee in het begin van de twintigste eeuw de Amerikaanse politie van corruptie en machtsmisbruik werd gezuiverd: opleiding, personeelsbeleid, formele verantwoordingsstructuren. Pas als het personeel verlost is van de willekeur in de beoordeling binnen de organisatie, kan verwacht worden dat het
de bevolking rechtmatig bejegent. Uildriks beseft dat de gangbare community policingachtige recepten, gericht op versterking van de contacten met de bevolking, in een land als Mexico de corruptie alleen maar versterken en komt daarom tot slot met een originele suggestie: gepersonaliseerd toezicht, elke straatagent verantwoordelijk voor een eigen straat.
maar geeft ook inzicht in politiezorg onder buitengewone en bijzonder lastige omstandigheden.
N. Uildriks, Mexico’s Unrule of Law: Implementing Human Rights in Police and Judicial Reform under Democratization. Plymouth, Lexington Books, 2010
De Cahiers Politiestudies, vier jaar geleden begonnen als tijdschrift van het Belgische Centrum voor Politiestudies, verschijnen sinds een jaar in een nieuwe formule, nu ook ondersteund door de Nederlandse Stichting Maatschappij, Veiligheid en Politie. Inmiddels verschenen themanummers over onder meer restorative policing en de justitiële keten. Het is een mooi initiatief, zeker in een taalgebied waar wetenschappelijke publicaties over de politie tussen wal en schip dreigen te belanden. Het laatste nummer van 2009 stelt de klassieke vraag naar het daadwerkelijke optreden van de politie en bevat interessante maar weinig verrassende bijdragen van onder anderen Isabel Verwee, Brice de Ruyver en Wouter Stol. De laatste constateert weinig veranderingen in de tijdsbesteding van de Nederlandse politie tussen 1991 en 2005: alleen krijgt verkeer iets minder en repressief optreden iets meer aandacht. Jammer genoeg ontbreekt een systematische vergelijking tussen de Belgische en Nederlandse politie. Over de gehele linie kunnen de tot dusverre verschenen nummers echter nog niet echt overtuigen. Veel bijdragen zijn breedsprakig en doorspekt met ambtenareske formuleringen, weinig levendig of prikkelend. De uitgaven worden lang van tevoren gepland en de redactie wordt gedragen door een hiërarchie van medewerkers, als leefden we nog in de tijd van Maria Theresia. De prominente vermelding op het omslag dat sprake is van internationale double blind peer review wekt de indruk dat men vooral in publicatienood verkerende academici wil bedienen. Hoeveel politiechefs zullen de tijd kunnen vrijmaken die nodig is om de driehonderd pagina’s tellende nummers door te worstelen?
Koloniale politie Aan het begin van de eeuw startte een onderzoeksproject naar de geschiedenis van de Nederlandse politie. Ondergetekende nam daar ook deel aan. In het kader van dat project is nu een fascinerende studie verschenen naar de politie in NederlandsIndië, een onderwerp waar tot op heden nauwelijks studie naar is verricht. De auteur, de historica Marieke Bloembergen die eerder publiceerde over koloniale tentoonstellingen, toont hoe lastig het voor de politie was om in die koloniale samenleving haar centrale opgave te vervullen: macht uitoefenen met behoud van legitimiteit. Het bestuur was sterk afhankelijk van inheemse krachten. Een relatief kleine politiemacht, waarvan de lagere rangen uit de lokale bevolking waren gerekruteerd, bediende een enorm groot gebied. Het koloniale bestuur en de Nederlandse ondernemers voelden zich nooit zeker, met als gevolg een sterk accent op militaire organisatievormen. De urgentie van professionalisering werd sterk gevoeld, moderne opvattingen over politiezorg werden vooral in de grote steden ook doorgevoerd, maar met beperkt succes. Uit vrees voor het communisme ontstond in de jaren dertig een politiestaat, met een politieke recherche die jacht maakte op communisten en homoseksuelen, later ook NSB’ers, Duitsers en Japanners, maar ondanks alle machtsvertoon was ook die staat wankel. Uit zorg en angst is een rijke studie die soms enige voorkennis van de koloniale geschiedenis vergt. Het boek schetst niet alleen een indringend beeld van het Nederlandse koloniale bestuur,
M. Bloembergen, Uit zorg en angst: De geschiedenis van de politie in NederlandsIndië. Amsterdam, Boom/KITLV, 2009
Ambtenareske formuleringen
I. Verwee, E. Hendrikx, F. Vlek (red.), Wat doet de politie? Cahiers Politiestudies 13, Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 2009
crimelink 47
FILM | TV | DVD
TEKST
FILM Stieg Larsson maakte het succes van zijn Millennium-trilogie niet meer mee. Voor wie er geen genoeg van kan krijgen of er niets voor voelt de drie pillen te lezen: de boeken zijn nu zelfs verfilmd. In 2004 stierf de Zweedse onderzoeksjournalist Stieg Larsson op 54-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval. De nachtelijke productie van zijn Millennium-trilogie – naast het runnen van een tijdschrift over extreem-rechts en een ongezonde levensstijl met veel sigaretten en fast food – werd hem te veel. En dat terwijl hij het schrijven van fictie ooit omschreef als ‘ontspannend’. In tegenstelling tot de doodsbedreigingen die hij ontving vanwege zijn publicaties over neonazi’s, had hij met zijn trilogie niets te vrezen van de boze buitenwereld. Larsson schreef trouwens zo fel over extreem-rechts omdat zijn opa in de Tweede Wereldoorlog bijna werd gedeporteerd.
Deel vier Larsson mocht het overweldigende succes van zijn thrillers niet meer meemaken. Na zijn dood vlogen er wereldwijd miljoenen van zijn boeken over de toonbank. In de displays in de boekhandels waren de eerste twee delen zelfs gebroederlijk naast elkaar te vinden, de laatst uitgebrachte wat duurder geprijsd dan de vorige, om het commerciële succes maar zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen. Ondertussen wordt in Zweden nog steeds tussen ex-vriendin Eva Gabrielsson en Larssons familie geruzied om de royaltymiljoenen. Waarbij te pas en te onpas wordt gemeld dat in een verdwenen laptop van Larsson nog het begin en het einde van een vierde deel te vinden zouden zijn (hij mailde dit bericht aan een vriend). Fans die het niet kunnen verkroppen dat er nooit een vierde deel zal verschijnen – Larsson had er oorspronkelijk wel tien gepland – hebben aan Gabrielsson gevraagd of zij dit
Geloofwaardig Vorig jaar werd de gehele Millenniumtrilogie verfilmd. Vraag is natuurlijk of de films in net zulke mate bevrediging bieden als de boeken. Voor de mensen die de meer dan vijftienhonderd pagina’s inmiddels hebben verorberd en er nog geen genoeg van hebben (of voor hen die geen zin hebben om de drie dikke Millennium-delen te lezen): het antwoord op die vraag is ja. Hoewel de films meer weg hebben van een goed geproduceerde televisieserie, brengen ze de fantasie van de boeken meer dan acceptabel tot leven. Noomi Rapace zet een geloofwaardige Lisbeth Salander neer. Michael Nyqvist speelt de journalist Mikael Blomqvist vrij overtuigend. Inmiddels waren er de eerste Millennium-kijkdagen in de Nederlandse filmtheaters; wie wil kan de eerste twee delen van de filmcyclus na elkaar zien. Vanaf 25 maart is ook het derde deel te bekijken. Daarin raakt de kettingrokende Zweedse punk-researcher wel heel erg in de penarie. Maar zoals het hoort helpt Mikael Blomqvist haar alle losse eindjes aan elkaar te knopen.
Moord en doodslag-docu’s op Holland Doc TV Van 12 tot 18 april is op documentairekanaal Holland Doc een serie films en documentaires te zien met als thema misdaad. Een aantal van deze documentaires is ook on demand te bekijken op de gelijknamige internetsite. De match, een documentaire die Kees Hin en Sandra van Beek maakten voor het Humanistisch Verbond, geeft een integer beeld van hoe de inwoners van het Zeeuwse Sint Philipsland de moord op een bejaarde vrouw in hun dorp beleven. Het is een historische moord, omdat het een van de eerste was waarin met succes een grootschalig DNA-onderzoek werd uitgevoerd. Dat had wel tot gevolg dat alle mannelijke inwoners van het dorp plotseling tot verdachten werden bestempeld. De match volgde onder meer een vader en zijn twee zoons die dit proces ondergingen. Voor de vader was dit extra intensief omdat een van de zoons een serieuze verdachte bleek te zijn.
Millennium 3: gerechtigheid. Noomi Rapace als Lisbeth Salander
48 crimelink
BENELUX FILM DISTRIBUTORS
Vrij The West Lusaka Man is het indringende verslag over de Nederlandse ex-commando Roel Goosen, die in 2001 ter dood werd veroordeeld voor de moord op een Zambiaanse vrouw. De documentaire, die Walter Stokman produceerde voor de VPRO (2003), richt zich vooral op de pogingen die zijn ouders ondernemen om hem vrij te krijgen. Het is een pijnlijke roadmovie, een wanhopige poging om gerechtigheid te krijgen in een land dat vooral ziet hoe een blanke man een zwarte vrouw om het leven heeft gebracht.
Verleden In 2003 werd Maja Bradaric, een tiener van Bosnische afkomst, vermoord door haar vrienden. In de documentaire Sweety (BNN)
duikt filmmaker Menna Laura Meijer in het verleden van de vriendengroep en probeert ze erachter te komen wie Maja was en hoe het plan ontstond haar te vermoorden. Door een bank te beroven wilde John Wojtowicz de geslachtsoperatie voor zijn transseksuele vriend bekostigen. Aan de hand van verschillende getuigenissen, waaronder die van de bankovervaller zelf, reconstru-
VPRO/WALTER STOKMAN
Lisbeth Salander komt tot leven
wil schrijven, omdat zij van nabij betrokken was bij het schrijfwerk van Larsson. Maar Gabrielsson heeft laten weten dit gevoelsmatig niet in orde te vinden. Lisbeth Salander was van Stieg Larsson en van niemand anders.
Uit: Based on a True Story
eert Walter Stokman in Based on a True Story (VPRO) de dag van de bankoverval in 1972. Verder wordt bij Holland Doc de driedelige serie Le flic, la juge et l’assassin van Yves Hinant uitgezonden. Deze documentaire laat zien hoe de politie in Brussel een moord oplost, van het moment van aankomst op de plaats delict, via de getuigenverhoren, tot de bijna theatrale ontknoping.
Woedeaanvallen van Wallander
DVD
Een verademing in het tijdperk van de actiehelden is de verfilming van de boeken van Henning Mankell over de Zweedse recherchechef Kurt Wallander. In het provinciale Ystad, in het zuidelijkste puntje van Zweden, krijgt het kleinsteedse politiekorps te maken met de meest waanzinnige veiligheidsproblemen (het geheel doet denken aan Fargo van de Coen Brothers). In het eerste deel mag Wallander aan de slag met een moord en een aanslag op een elektriciteitscentrale op dezelfde avond. De uiterst onderkoelde Kurt Wallander heeft per aflevering ten minste één woedeaanval nodig om de zaak helemaal opgelost te krijgen. Ondertussen loopt hij als een schoothondje achter de charmante nieuwe officier van justitie aan, die pas zijn buurvrouw is geworden. Deze dvd bevat zes verfilmingen, op basis van scenario’s van de Scandinavische crimi-meester zelf. Die zelf weer afgeleid zijn van nooit eerder verschenen, korte verhalen. De vader van Mankell was overigens rechter, zijn dochter is inmiddels inspecteur van politie. Henning Mankells Wallander, Volume 3, Lumière Crime Series
LUMIÈRE
STIEG LARSSONS MILLENNIUM-TRILOGIE VERFILMD
JOOST VAN DER WEGEN
Krister Henriksson als Kurt Wallander
crimelink 49
STEMMEN
TEKST
al mijn zintuigen stonden afgesteld op geld, zon, seks, drugs en rock&roll. De enige taal die ze spraken. Geld had ik zeker. Ergens op een geheime rekening. Als je poen hebt, dan heb je respect. Met geld gaat iedereen bloot in de gevangenis. Zeker de grote, zware jongens. Heb je poen, elke week veel bezoek, veel boodschappen, krijg je stapels post, nou dan heb je het wel gemaakt. De aandacht was dus al snel op mijn persoontje gericht. Ik kreeg allerlei privileges. Ik mocht bellen wanneer ik wilde. Kreeg toegang tot de fitnessclub. Kon ik dagen aan die apparaten sjorren. Waarom? Omdat ik binnen de gevangenis speciale baantjes had: eerst schoonmaker en later sporthulp. Ik had, naar omstandigheden, de tijd van mijn leven.
‘E
en paar jaar geleden moest ik voor het eerst zitten. Oplichting, heling, verduistering en nog wat akkefietjes. Ik kreeg anderhalf jaar aan m’n broek. Ik was nooit eerder in een gevangenis geweest. Dat wil zeggen: nooit aan de verkeerde kant van de tralies. Een primeur dus. Ik zag er ontzettend tegenop. Tussen welk schorem zou ik terechtkomen? Moordenaars? Verkrachters? Overvallers? Ontvoerders? Ik had me ingesteld op Amerikaanse taferelen. Gespierde klerenkasten, doorlopende wenkbrauwen, vol gepleisterd met tattoo’s. Lopende kladblokken zal ik maar zeggen. Koude cellen met derderangs stapelbedden. Maar het viel ontzettend mee. Ik kreeg een cel voor m’n eentje en mijn kamertje was van alle gemakken voorzien. Televisie, bureau, lekker bed en een fatsoenlijke plee. Ik dacht nog: hier maken ze
50 crimelink
me niet gek, hier hou ik ’t best een tijdje vol. Mijn cel was in de toren voor de langgestraften. Mijn medegevangenen waren oké. Zware jongens, dat wel, maar niet verkeerd. Het leek me wijs om m’n kop te houden over het feit dat ik rechten gestudeerd had. Dat valt in dat milieu verkeerd, schatte ik zo in. Er is een overzichtelijke hiërarchie in de bajes. Onder aan de ladder staan de zwervers, junkies, alcoholisten en andere losers. De middenmoot bestaat uit pooiers, dealertjes en oplichters. De top, de eredivisie zullen we maar zeggen, zijn de grote jongens. Moordenaars, grote dealers, internationale handelaren en smokkelaars. Ik had vrij snel contact met de top. De big boys. Die vonden het prachtig dat ik op mijn leeftijd, een beginnende twintiger, zo veel schijt aan wetten en regels had. En dat
DIENST JUSTITIËLE INRICHTINGEN
Achter de tralies
‘Mijn kamertje was van alle gemakken voorzien’
C. LIEN
Na een maand had ik vele vriendschappen gesloten. Namen noemen doe ik niet. Maar er zaten toffe gozers tussen. Ook gasten met geld. Lieden die op een professionele manier te werk gingen. Geen kruimelaars. Een goed product. Natuurlijk maakten we plannen voor als we straks weer ‘buiten’ zouden staan. Mijn buurman, de witte raaf, had een goed geoliede handel in drugs. Daar had hij zijn eerste miljoenen mee verdiend. Hij had over de hele wereld contacten, tot in Suriname aan toe. Hij kocht groot in en smokkelde de boel Europa binnen. Ze hadden hem voor iets stoms achter de tralies gezet, iets met belastingen, maar zijn netwerk bleef buiten schot. Alles ging gewoon door. Hij regisseerde het vanuit de gevangenis. Om je suf te lachen. Ik had er wel oren naar. Bovendien, ik wilde graag. Ik had genoeg van die zogenaamde nette bovenwereld, ik wilde een lekker spannend bestaan als smokkelaar. Bovendien was ik daar goed in. Weet je waarom? Ik was betrouwbaar, kwam altijd mijn afspraken na. Niet rippen, liegen, belazeren et cetera, gewoon je werk doen. Goed en degelijk. Dat is het hele geheim. Wanneer de basis van je handel goed is en iedereen er goed aan kan verdienen, kan je daar nog heel lang profijt van hebben. Wat me trouwens opviel aan het leventje in de gevangenis is dat er binnen de muren heel veel plannen worden gemaakt, maar dat er buiten de muren bar weinig van terechtkomt. Het zij zo. Als ik terugkijk op die periode achter de tralies, dan denk ik wel eens: het is beter als je niet gepakt wordt, maar als het dan toch gebeurt... Ach, zo slecht had ik het er niet!’ In Stemmen worden ervaringen van delinquenten opgetekend. Hierbij wordt zo veel mogelijk het taalgebruik van betrokkenen gerespecteerd.
3 – 2008
4 – 2008
1 – 2009
2 – 2009
3 – 2009
4 – 2009
Maak uw verzameling Crimelink compleet Voor een los nummer betaalt u € 6,95 (excl. € 1,95 verzend- en administratiekosten) Surf naar www.crimelink.nl/service/abonnement/los-nummer
www.crimelink.nl crimelink 51
52 crimelink