Pedagogisch werkplan (concept)
BSO Columbus Versie 2015
Van Bijnkershoeklaan 8 3527 XL Utrecht Mail:
[email protected]
VOORWOORD De organisatie BSO Columbus maakt deel uit van Ludens. Ludens biedt professionele kinderopvang en telt diverse kinderdagverblijven en locaties voor buitenschoolse opvang in vrijwel de hele stad Utrecht. Ook verzorgt Ludens op diverse basisscholen de tussenschoolse opvang. Ludens vindt het belangrijk dat kinderen zich bij ons thuis voelen. Ludens staat dichtbij de ouders en kinderen, werkt wijkgericht en speelt in op de ontwikkelingen in de leefomgeving, in de buurt. BSO Columbus is onderdeel van het gebied Oudwijk, Sterrenwijk en Schildersbuurt. Dit gebied bestaat verder uit: BSO Dino, BSO het Fort, BSO Homerus en KDV `t Klavertje. De nieuwe BSO op de ISU is een locatie met maximaal twintig kindplaatsen. De BSO is geopend in de schoolweken, op maandag, dinsdag en donderdag. In de vakantieweken en iedere woensdag en vrijdag gaan de kinderen naar BSO Dino, Burgemeester Fockema Andreaelaan 11. BSO Columbus vangt uitsluitend kinderen van de ISU op. Het internationale karakter van de school maakt dat we op de BSO Nederlands spreken en dat we incidenteel Engels met de kinderen praten. Dit doen we wanneer bijvoorbeeld een kind kort in Nederland is en daardoor de Nederlandse taal nog niet begrijpt. Dan spreken we Nederlands en herhalen in het Engels, zodat het kind went aan s de Nederlandse taal en zich toch begrepen voelt BSO Dino is achterwacht voor de BSO Columbus. BSO Dino is gevestigd aan de Burgemeester Fockema Andreaelaan. In geval van een calamiteit of afwezigheid van de teamleider volgen we het protocol achterwacht.(zie bijlage Achterwacht). BSO Dino is te bereiken op nummer: 030-8200717. De BSO opent haar deuren op 18 mei 2015 in de nieuwe locatie van de ISU. De ISU is verhuisd naar deze locatie omdat de vorige locatie te klein werd voor het aantal kinderen. De locatie aan de van Bijnkershoeklaan is van tijdelijke aard, de school is van plan om op termijn weer terug naar Utrecht-Oost te keren; de verwachting is dat de BSO mee verhuist. Ludens en de ISU werken al samen sinds de oprichting van de ISU. De kinderen gingen voorheen j naar BSO Dino en BSO `t Fort. Er zijn kinderen die gekozen hebben om daar te blijven spelen:deze kinderen worden per taxi na school naar BSO Dino of BSO ’t Fort gebracht.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-2-
INHOUDSOPGAVE
1.
Pedagogische doelen en uitgangspunten -------------------------------------------------------- - 4 -
2.
Pedagogisch handelen ---------------------------------------------------------------------------------- - 5 -
3.
2.1.
De Groeimeter -------------------------------------------------------------------------------------- - 5 -
2.2.
Met elkaar -------------------------------------------------------------------------------------------- - 5 -
2.3.
Communicatie ------------------------------------------------------------------------------------ - 11 -
2.4.
Het spelende kind ------------------------------------------------------------------------------- - 13 -
Samenwerken met ouders --------------------------------------------------------------------------- - 15 -
Bijlage 1: Basis-groepen en dagindeling ------------------------------------------------------------- - 17 Bijlage 2: Rituelen en feesten ----------------------------------------------------------------------------- - 18 Bijlage 3: Ondersteuning beroepskrachten ---------------------------------------------------------- - 19 Bijlage 4: Omgaan met bijzondere gebeurtenissen ----------------------------------------------- - 20 Bijlage 6: Omgaan met samenvoegen van groepen ----------------------------------------------- - 22 Bijlage 7: Seksuele ontwikkeling van kinderen ----------------------------------------------------- - 23 Bijlage 8: Omgaan met het vier-ogen principe ----------------- Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 9: Afname extra dagdelen en ruildagen andere stamgroep Bijlage 10: Ontwikkelingsgericht werken
Bijlage 11 : Achterwachtregeling
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-3-
1. Pedagogische doelen en uitgangspunten De visie van Ludens Ludens biedt verantwoorde opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van kinderen, in een veilige omgeving. Ons doel is om kinderen emotionele veiligheid te bieden. We geven kinderen de mogelijkheden om hun persoonlijke en sociale competenties te ontwikkelen en bieden ze de kans om zich de waarden en normen van onze samenleving eigen te maken. De pedagogische uitgangspunten staan op onze Groeimeter.
Op de achterzijde van de Groeimeter verwoorden we onze pedagogiek :
Bij Ludens kijken we naar de kinderen die voor ons staan. Ludens ziet kinderen als uniek, competent, krachtig en creatief: kinderen hebben van oorsprong al heel veel in huis. Onze pedagogiek gaat uit van wat een kind allemaal al is en kan, rijk aan mogelijkheden om zichzelf uit te drukken. Wij bieden de kinderen een veilige omgeving waarin zij zelf, in hun eigen tempo., de wereld kunnen ontdekken. Een plek om te kijken naar die wereld, hierover na te denken en zelf te komen tot oplossingen voor problemen die zich in hun wereld voordoen. Wij denken dat het heerlijk is voor een kind om te experimenteren, te ervaren, te spelen, te onderzoeken en vooral ook om te doen. Om te merken dat je als kind gezien wordt en dat er echt naar je geluisterd wordt. Dat er veel positieve aandacht voor je is en dat er ook duidelijke grenzen worden gesteld. En dat we steeds kiezen voor win-win-oplossingen. Wij bieden een plek waarin kinderen met elkaar zijn, waarin ze leren om samen besluiten te nemen en respect te hebben voor iedereen die anders is. Waarin ze verantwoordelijkheid leren nemen en zich verbonden voelen met elkaar. Een omgeving waarin kinderen begeleid worden door pm-ers, die vertrouwen in hen hebben en een voorbeeld zijn waar ze van kunnen leren en die hun werk doen met hart en ziel en die de kinderen iedere dag weer stimuleren: Probeer het maar, je kunt het best!’
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-4-
2. Pedagogisch handelen 2.1. De Groeimeter Op de voorkant van de Groeimeter hebben we in 12 items samengevat hoe wij werken aan onze pedagogische doelen en uitgangspunten:
Samen kun je meer: we werken aan verbondenheid, we doen het samen Zo kan het ook!: we hebben aandacht voor ieders eigen wijze Wij lossen het samen wel op: we zoeken met elkaar naar win-win-oplossingen Wat vinden jullie ervan?: we nemen kinderen serieus en geven hen een stem Fijn dat je vertelt wat er is: we communiceren op een respectvolle manier Goed gedaan!: we geven veel positieve aandacht aan de kinderen Je vliegt!: we werken met plezier Mmm, lekker appeltje: we geven het goede voorbeeld Bij ons mag je vies worden: we geven ruimte aan kinderen, laten kinderen zelf ontdekken Spring maar, ik vang je op: we bieden uitdagingen aan kinderen en stellen grenzen Wat heb je gevonden?: we kijken en luisteren goed naar wat kinderen bezig houdt Probeer het maar!: we hebben vertrouwen in kinderen
In dit hoofdstuk beschrijven we wat deze items concreet betekenen voor ons praktische pedagogisch handelen.
2.2. Met elkaar Samen kun je meer In de kinderopvang leven kinderen in groepsverband. De bijzondere kenmerken van groepsdynamiek zijn bijvoorbeeld het leren vrienden maken, aangeven van eigen grenzen, het respecteren van anderen, de betekenis van normen en waarden leren, leren wachten en delen, en heel veel plezier beleven in samen spelen. We erkennen dat meedoen met de groep veel vraagt van kinderen. Kinderen worden daarom begeleid in het innemen van een positie in de groep. We leren kinderen welk gedrag wel en niet kan in de groep. Activiteiten doen in groepsverband krijgt veel aandacht, omdat hierin een belangrijke meerwaarde zit van kinderopvang.
Basisgroepen Samenzijn en Samendoen is belangrijk op onze BSO. We werken met een vaste basisgroep van 20 kinderen, in de leeftijd van 4 – 12 jaar, met twee pedagogisch medewerkers. In de basisgroep houden we rekening met leeftijdsopbouw aan tafel en ook bij de activiteiten die georganiseerd worden op de BSO. Dit doen we door goed te luisteren en te kijken naar de behoeftes van de kinderen, en ontwikkelingsgericht te werken. Zie bijlage 5 voor meer informatie hierover.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-5-
We beginnen de middag met het begroeten van elkaar en twee keer op een middag gaan we met de basisgroep aan tafel om wat te eten en/of te drinken. (zie bijlage 1 voor de dagindeling). De pm-ers zitten samen met de kinderen aan tafel en hebben aandacht voor de individuele verhalen van de kinderen en doen ook regelmatig een groepsspelletje (‘binnenkomers’) Deze binnenkomers bevorderen het ‘wij zijn een groep’ gevoel en kinderen leren elkaar hierdoor wat beter kennen. Ook hebben we op de groep de zgn. Earth-Games’, spellen waarbij kinderen met elkaar moeten samenwerken (ipv. tegen elkaar) om het spel tot een goed einde te brengen. Na het gezamenlijke eet- en drinkmoment in de basisgroep gaan de kinderen spelen, in de groepsruimte of daarbuiten. Wij hanteren een open deurenbeleid. Dit betekent dat kinderen op BSO Columbus de vrijheid krijgen om zich buiten de grenzen van de groepsruimte te bewegen. Omdat de BSO gevestigd is in een school, zijn niet alle ruimtes in school open voor de kinderen van de BSO. De buitenruimte, toiletten en keuken bijvoorbeeld wel. Er gaat altijd een pedagogisch medewerker mee uit de groepsruimte om overzicht te houden. Gedurende de middag zijn er regelmatig allerlei activiteiten te doen. Deze activiteiten bieden we aan in de basisgroep, in de keuken, in het speellokaal, het atelier of in de aula. De kinderen mogen zelf kiezen of ze mee doen aan een aangeboden activiteit; door steeds wisselende activiteiten te verzinnen en enthousiast te brengen stimuleren we de kinderen om mee te doen. Als kinderen echt niet mee willen doen kunnen ze in de basis- groepsruimte of buiten gaan spelen. In de groepsruimte is van allerlei spelmateriaal aanwezig voor de verschillende ontwikkelingsgebieden bv. materiaal om te bouwen, materiaal om te knutselen, een huis- en poppenhoek, boeken, spelletjes etc. In de keuken organiseren we regelmatig kookactiviteiten, in het atelier kunnen de kinderen zich creatief uitleven en buiten is er alle ruimte voor sport en spel. Op woensdag en vrijdag zijn de kinderen van BSO Columbus die aanwezig zijn ingedeeld op de middengroep (het Atelier) op BSO Dino. Dit is aangegeven bij de basisgroepen. Kennismaken en wennen Voor nieuwe kinderen geldt dat we de ouders/verzorgers ongeveer drie weken van te voren (tenzij later aangemeld) bellen voor een intakegesprek. In dit gesprek maakt de ouder en het kind kennis met het team en de locatie en wordt informatie uitgewisseld over de dagelijkse gang van zaken op de BSO. Ook wordt er meteen een afspraak voor de wenevaluatie gepland. (Tijdens de eerste BSO-dag mag de ouder meekomen naar de BSO.) zou ik anders formuleren: bv. ouders zijn van harte welkom om de eerste middag mee te komen naar de BSO Vriendschappen Vriendschappen worden steeds belangrijker op de BSO. Vriendjes die op dezelfde dag ook op de BSO zijn maken een dag leuker dan welke activiteit of pm-er dan ook. We stimuleren vriendschappen tussen kinderen dan ook van harte. Dit doen we bv. door ze de mogelijkheid te geven samen te spelen, kinderen attent te maken op elkaar of ze samen een taakje te laten doen. Kinderen die niet zo gemakkelijk vrienden maken stimuleren en ondersteunen we hierin bv. door hen te helpen hoe je kunt vragen of je ook mee mag doen. Er kan een spanningsveld ontstaan tussen enderzijds bestaande vriendschappen respecteren en anderzijds kinderen helpen nieuwe vriendschappen aan te gaan. Per situatie schatten we in of en hoe we kunnen helpen en stimuleren. We doen regelmatig activiteiten met de hele groep en activiteiten in wisselende samenstellingen. Dit kan ook een klein groepje zijn die met elkaar een spelletje doet. Er zijn kinderen die soms willen spelen bij een vriendje of vriendinnetje in plaats van op de BSO. Dit is mogelijk, mits van te voren telefonisch doorgegeven door de ouders. Ook zijn vriendjes en vriendinnetjes van kinderen op onze BSO welkom. Hierbij is het wel een voorwaarde dat er plek is in de basisgroep van het kind.
Groepsactiviteiten Iedere dag doen we bij BSO Columbus activiteiten. Deze vinden plaats in de basisgroep, hal, atelier en buiten. Tijdens deze activiteiten kunnen de kinderen samen werken en samen spelen. De activiteiten zijn soms voor alle kinderen maar soms ook gericht op bepaalde leeftijdsgroepen.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-6-
Op de BSO mogen kinderen kiezen of ze meedoen aan (de aangeboden) een activiteit en we stimuleren de kinderen om mee te doen. Kinderen die vaak niet mee willen doen, proberen we op een andere manier bij de groepsactiviteit te betrekken: mee helpen met spullen klaarzetten, scheidsrechter zijn etc. Een activiteit kan ook zijn om samen te koken of te eten. We vinden het belangrijk om regelmatig met een groep een activiteit te doen. Kinderen leren van elkaar. Omgaan met je verlies, verschillen in ervaring, samen regels maken, overleggen en vriendschappen sluiten hoort er allemaal bij. De pm-ers proberen zoveel mogelijk de activiteit te begeleiden in plaats van te leiden. Iedere vakantie wordt er een activiteitenprogramma samengesteld. Dit programma wordt op de website geplaatst en op social media, zodat ouders en kinderen kunnen zien wat er zoal georganiseerd wordt in de vakantie.
Samenwerken Wij laten de kinderen regelmatig taakjes doen ten behoeve van de hele groep. Ook stimuleren wij de kinderen elkaar te helpen, bv. dat de oudste kinderen de jongere kinderen helpen met schoenen aan doen als we gaan buiten spelen. Samen met de kinderen hebben we de regels opgesteld over hoe we met elkaar en de groepsruimtes omgaan en deze regels hangen op iedere groep zodat alle kinderen, pm-ers en ouders ze kunnen lezen. Zo kan het ook!
Verschillen Verschillen mogen er zijn, we waarderen de kleur die dit met zich meebrengt. Kinderen zijn goed zoals ze zijn, welke achtergrond ze ook hebben. ‘Lang zal ze leven’ kan je in heel veel talen zingen, dat maakt het extra feestelijk. Door te benoemen dat we het leuk vinden als iemand iets anders aanpakt laten we zien dat we de verschillen waarderen. In de basisgroep hangen foto’s van de kinderen thuis: dit schept een band, je hoort erbij ! Op deze BSO speelt diversiteit ook een letterlijke rol omdat de kinderen veel verschillende nationaliteiten hebben. Dit betekent dat we openstaan voor de eigen wijze en gebruiken die kinderen hebben en deze mogelijk integreren in de BSO-middag. Een voorbeeld is dat een kind vertelt over een bepaald feest of ritueel uit een ander land. Daarnaast betekent oog voor diversiteit ook dat we in de communicatie alle kinderen willen volgen. Wij spreken Nederlands op de BSO. Echter, als we merken dat een kind het niet begrijpt en zich daardoor niet veilig of goed voelt op de BSO , herhalen we wat er gezegd is in het Engels om ervoor te zorgen dat iedereen zich erbij voelt horen. Alle kinderen ontwikkelen zich elk op een eigen manier, in hun eigen tempo. We zorgen erovor dat kinderen voldoende ruimte hebben om spel te kiezen dat past bij hun ontwikkeling van dat moment. Er staat uiteenlopend spelmateriaal voor het grijpen en we maken veel tijd voor spel dat ontstaat vanuit de kinderen zelf. We benoemen en waarderen individuele talenten, kwaliteiten en eigenaardigheden. Tot slot zien we dit thema terug in het anders kijken naar bijvoorbeeld materiaal. Zo kan een dop van het wasmiddel ineens fungeren als een robothoofd en zijn oude glazen potten de mooiste kandelaars voor thuis. Kortom, creatief omgaan met materialen is belangrijk voor ons! Zindelijkheid Als kinderen naar school gaan zijn ze bijna altijd zindelijk. Toch kan er altijd een keer een ‘ongelukje’ gebeuren, dit is geen probleem. We helpen het kind dan met verschonen, reservekleding is aanwezig op de bso. Mocht het regelmatig gebeuren besteden we meer aandacht aan hetop tijd naar de wc te gaan. We helpen de kinderen herinneren en stemmen regelmatig af met de ouders hoe we het kind het beste kunnen ondersteunen bij het zindelijk worden.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-7-
Jongens en meisjes Op de BSO zijn we ons ervan bewust dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes. Deze verschillen kunnen zich uiten in spel maar ook in ontwikkelingsgebieden, emoties, enzovoorts. Wij zien kinderen echter als een uniek mens, en kijken dan ook naar de initiatieven die vanuit het kind komen, ongeacht het geslacht van het kind. Wij erkennen en waarderen de verschillen tussen jongens en meisjes wij sturen hen echter niet in activiteiten en voorkeuren. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting wanneer er een potje voetbal wordt gespeeld door jongens en meisjes samen, of wanneer er samen geschilderd wordt. Seksualiteit Seksualiteit is een onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn bezig om de omgeving te ontdekken en grenzen te verkennen, ook op het gebied van seksualiteit. Op alle leeftijden zijn kinderen over het algemeen open en vragen van alles. Op school en thuis krijgen kinderen seksuele voorlichting, dit is geen primaire taak van de BSO. Wanneer seksualiteit te sprake komt, vragen we wat het kind zelf al weet of heeft geleerd van de ouders. We gaan het onderwerp niet uit te weg maar laten het zoveel mogelijk bij het kind zelf. Door een wedervraag te stellen op hun vragen: “wat denk je zelf?” “of hoe zou dat zijn” gaan we in op de belevingswereld van het kind. We besteden op onze BSO’s, in teamoverleg, werkoverleg, kindbespreking of intervisie met enige regelmaat aandacht aan thema’s als intimiteit en seksualiteit. Op deze manier dragen we bij aan de ontwikkeling van kinderen maar ook aan het voorkomen van grensoverschrijdende seksuele incidenten. We signaleren grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Wij baseren ons daarbij op drie criteria: toestemming, vrijwilligheid en gelijkwaardigheid. Als aan een van deze criteria niet is voldaan, is er mogelijk sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag en gaan wij het stappenplan ‘Grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling’ hanteren uit onze Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. De voertaal op de BSO Hoewel op school voornamelijk Engels wordt gesproken, is de voertaal op de BSO Nederlands. De pedagogisch medewerkers en kinderen spreken in het Nederlands met elkaar. Sterker nog, we besteden extra aandacht aan het Nederlands in het activiteitenaanbod. Denk aan liedjes zingen of andere ‘taalactiviteiten’. Dit is ook een specifieke vraag van ouders en school. Soms kan het, gezien het internationale karakter van de aanwezige kinderen, voorkomen dat een kind de Nederlandse taal nog onvoldoende beheerst om zich veilig en thuis te voelen op de BSO. In een dergelijk geval zal de pedagogisch medewerker het gezegde in het Engels en Nederlands uitspreken zodat het kind kan begrijpen wat er om hem of haar heen gebeurt en leert hoe dit in het Nederlands gezegd wordt.
Wij lossen het samen wel op
Omgaan met conflicten Zoals in iedere setting komen ook op de BSO conflicten voor. We leren de kinderen zoveel mogelijk om zelf de conflicten op te lossen. Dit doen we volgens de Gordon-methode. De kinderen worden op een constructieve, positieve manier geleerd om win-win situaties te bedenken met elkaar. We leren de kinderen duidelijk te zijn in wat ze willen, wat hun behoeften zijn en dit te verwoorden. We houden het proces uiteraard goed in de gaten en grijpen in als dat nodig is, bijvoorbeeld wanneer een kind steeds het onderspit delft. Bij het ingrijpen blijven we luisteren naar de kinderen en helpen mee met het zoeken naar een oplossing. We leren de kinderen om conflicten zoveel mogelijk zelf op te lossen. Dit doen we volgens de zes stappen van de Gordon-methode, een methode om een conflict zo op te lossen waarbij iedereen wint en niemand verliest. We leren de kinderen om goed na te denken over hun eigen
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-8-
gevoelens en behoeften en om goed te kijken en te luisteren naar de gevoelens en behoeften van de ander. Ook gebruiken wij deze overlegmethode om te bemiddelen bij ruzies tussen kinderen. (‘mediatie’) Wij denken dat opkomen voor jezelf en tegelijk rekening houden met de belangen van anderen belangrijke democratische vaardigheden. Deze overlegmethode komt overeen met de manier van conflictoplossen in de Vreedzame School. Bij een conflict tussen kinderen helpen regelmatig kinderen om te bemiddelen (‘mediatoren’ ) Stappenplan: 1. STOP, hou op! Afkoelen -we benaderen de kinderen rustig en stoppen het gedrag dat evt. pijn veroorzaakt -we vragen/bekijken of de kinderen hulp nodig hebben bij het oplossen van het probleem -we zoeken een rustige plek om te praten 2. Praat en luister: wat willen jullie allebei -we bevestigen en benomen de gevoelens van de kinderen -we verzamelen informatie over wat er gebeurd is -we formuleren het probleem in termen van behoeften en checken of dat klopt 3. Bedenk zoveel mogelijk oplossingen voor het probleem -we constateren: dus jullie hebben een probleem, hoe kun je dit oplossen -we geven de kinderen tijd om zelf oplossingen te bedenken -we geven eventueel zelf ook suggesties voor mogelijke oplossingen 4. Kies een win-win-oplossing. Maak een plan en voer het uit -we bespreken de uitwerking van de aangedragen oplossingen -we laten de kinderen uiteindelijk samen een oplossing kiezen en steunen hen hierbij 5. We vatten de oplossing zo samen dat deze concreet en uitvoerbaar is voor de kinderen 6. We feliciteren de kinderen met de oplossing en laten ze elkaar een hand geven Vreedzame Wijk De Vreedzame Wijk komt voort uit de Vreedzame School, waar kinderen een stem krijgen,
mogen meedenken en verantwoordelijkheden hebben. Het doel van een Vreedzame Wijk is om mensen en organisaties in de wijk met elkaar in verbinding te brengen en te zorgen voor een omgeving waarin kinderen veilig kunnen opgroeien. Er wordt gestreefd naar een eenduidig pedagogisch klimaat in de wijk, waardoor kinderen overal dezelfde regels leren: thuis, op school, bij de kinderopvang en op straat. Onderdeel van de Vreedzame Wijk is het instellen van een Vreedzame Kinderraad en het opleiden van wijkmediatoren. Het kindercentrum als oefenplaats Het Vreedzame gedachtegoed sluit naadloos aan op de pedagogiek van Ludens. Bij Ludens kunnen kinderen in het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang oefenen en ervaring opdoen met het vreedzaam oplossen van conflicten, verantwoordelijkheid nemen en
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
-9-
samenwerken. Zo ervaren kinderen dat ze ertoe doen en groeien ze op tot democratische burgers, met het kindercentrum als oefenplaats. Vreedzaam werken Ludens is een vreedzame organisatie. We leren de kinderen naar elkaar te luisteren, duidelijk te zijn over hun eigen gevoelens en behoeften en rekening te houden met die van iemand anders, te overleggen en op een vreedzame manier conflicten op te lossen. Zo ervaren kinderen dat ze ertoe doen en groeien ze op tot democratische burgers, met het kindercentrum als oefenplaats. Samen met scholen en andere partners in de wijk dragen wij deze vreedzame gedachte uit: op een positieve en zorgzame manier met elkaar omgaan en op een democratische manier beslissingen nemen. Hierdoor ontstaat verantwoordelijkheid voor de gemeenschap. Meer informatie over de vreedzame methode vindt u op de website van de Vreedzame School (www.vreedzameschool.nl) Wat vinden jullie ervan?
Kinderinspraak Op BSO Columbus vinden we het belangrijk dat kinderen meedenken. Dit doen we door te kijken en luisteren naar de behoeftes van de maar ook door ze keuzes te geven. Zo kunnen ze kiezen welke activiteit ze willen doen tijdens de BSO. Ook vragen we regelmatig aan de kinderen wat zij willen doen op de BSO en hebben ze geholpen met het opstellen van de huisregels. Wanneer er nieuw speelgoed besteld mag worden, wordt dit in de basisgroep besproken en mogen de kinderen hierover meebeslissen. We vinden het belangrijk dat kinderen hierin betrokken worden zodat ze met plezier naar BSO Columbus komen. Kinderinspraak vindt ook op individueel niveau plaats wanneer we kinderen om hun mening vragen. Het kijken en luisteren naar de behoeftes van kinderen komt terug bij bijvoorbeeld de eetmomenten aan tafel, waarbij de pedagogisch medewerkers samen met de kinderen gesprekken voeren en daardoor een beeld krijgen van de leefwereld van de kinderen. Kinderen hebben een stem bij ons op de BSO. Hiervoor is het nodig om systematisch te luisteren naar de behoeften van de kinderen en hier ook iets mee te doen. Zo vragen we bv. regelmatig welke activiteiten de kinderen leuk vinden, welke thema’s leuk zijn voor het vakantieprogramma en stellen we regels op samen met de kinderen. Dit doen we officieel in onze kinderraadvergaderingen. Twee keer per jaar houden we een kinderraadvergadering en daarin vergaderen we over zaken als aan te schaffen speelgoed, regels etc. We laten ook zien dat wij van de kinderen willen leren. Dit doen we door bv. activiteiten niet allemaal vooraf te bedenken maar dit samen met de kinderen te doen.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 10 -
2.3. Communicatie Fijn dat je vertelt wat er is
Op BSO Columbus werken we zoveel mogelijk met een vast team van medewerkers. Hiermee zorgen we ervoor dat er een veilige, warme groep is waar de kinderen zichzelf kunnen zijn. Daarnaast communiceren we respectvol met de kinderen volgens de Gordon-methode. We luisteren naar de behoeften van de kinderen en vertellen ook duidelijk wat onze behoeften en grenzen zijn. We spreken zoveel mogelijk in de ik-vorm en luisteren actief naar de kinderen door hun emoties te bevestigen en te respecteren. Als een kind verdrietig is bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je verdrietig bent, wat vervelend. Wil je me vertellen waarom je verdrietig bent? Dan kan ik je helpen.’ Ook benaderen we de kinderen positief en geven we veel complimentjes. Wij communiceren op een respectvolle manier met elkaar. We gaan uit van ‘ik ben belangrijk, jij bent belangrijk en onze relatie is belangrijk’. Hiervoor is het nodig om gericht aandacht te besteden aan zowel onze eigen behoeften en gevoelens als aan die van de kinderen. Deze aandacht geven we door onze manier van praten en onze manier van luisteren. Als we praten met de kinderen praten we zoveel mogelijk vanuit onze eigen gevoelens en behoeften ( ikboodschappen) en als we luisteren naar de kinderen luisteren we ook naar de (achterliggende) gevoelens en behoeften (actief luisteren) Vragen altijd beantwoorden Kinderen stellen veel vragen, dit is uit interesse of uit onduidelijkheid. Als het voor een kind niet duidelijk is, wordt de situatie onveilig. Wij proberen met de kinderen in gesprek te blijven en dingen uit te leggen. Hierdoor weten de kinderen waarom iets is zoals het is en kunnen ze het accepteren. Wij zijn zo duidelijk en eerlijk mogelijk naar kinderen toe. Daarom letten we op onze lichaamshouding of taal. We vinden het belangrijk dat deze overeenkomt met wat we willen zeggen.
Goed gedaan!
Wij spreken onze waardering uit naar de kinderen en naar elkaar. Vanuit de hierboven genoemde positieve benadering zorgen we ervoor dat er een fijne sfeer is op de groep. Als kinderen iets goed doen benadrukken we dit en we bevestigen gedrag en emoties. Hierdoor voelt het kind zich begrepen en prettig bij de pedagogisch medewerkers. Wat ook goed voorbeeld is van positieve aandacht is het geven van een gemeend compliment aan de kinderen. Dit kan zijn op groepsniveau of individueel. We geven bijvoorbeeld complimenten als kinderen goed hebben opgeruimd (groepsniveau), of wanneer een kind zelf een mooie tekening heeft gemaakt. Wij spreken onze waardering uit naar de kinderen en naar elkaar. Vanuit de hierboven genoemde positieve benadering zorgen we ervoor dat er een fijne sfeer is op de groep. Als
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 11 -
kinderen iets goed doen benadrukken we dit en we bevestigen gedrag en emoties. Hierdoor voelt het kind zich begrepen en prettig bij de pm’ers. Ook moedigen we kinderen aan om iets te gaan doen of juist door te gaan. We komen terug op eerder besproken onderwerpen met de kinderen. We geven kinderen complimenten en aandacht op momenten waarop het kind het niet vraagt. We laten zien dat we interesse hebben in het kind en gaan in op wat het kind bezig houdt. Werkjes die gemaakt worden, worden met veel zorg opgehangen in de ruimte, zodat we er met z’n allen nog naar kunnen kijken.
Je vliegt!
Op de BSO worden iedere dag activiteiten voor en met de kinderen georganiseerd. Wij doen mee met de kinderen, en hebben een actieve rol. We maken zoveel mogelijk plezier met de kinderen en gaan mee in hun enthousiasme en creativiteit. Als kinderen willen rennen buiten, rennen we mee, we spelen spelletjes met de kinderen samen en sporten mee in de gymzaal. Wij kiezen op BSO Columbus bewust voor een positieve houding door het plezier met de kinderen en met elkaar in het team voorop te zetten. Ook maken we regelmatig foto’s van het moment om ze op een later moment nog een keer met elkaar te bekijken en het er met elkaar over te hebben.
Mmm, lekker appeltje
We geven op onze BSO´s bewust het goede voorbeeld en staan model ten aanzien van gewenst gedrag. Wij zijn ons bewust van onze waarden en normen en praten hierover met de kinderen, geven informatie, leggen uit en handelen daarnaar. Wij zeggen wat we doen en doen wat we zeggen ! Dit laten wij zien door: Het gedrag te vertonen dat wij graag bij de kinderen willen zien, bijvoorbeeld aan tafel blijven zitten tijdens het eten, we eten hetzelfde met de kinderen mee en we gebruiken geen woorden waarvan we niet willen dat de kinderen die gebruiken. We laten bij ongewenst gedrag zien hoe het ook anders kan en de regels zijn er voor de kinderen en ook voor de pm-ers Omgaan met hygiëne Wij vinden het belangrijk dat we hygiënisch werken. Vanuit de inspectie en het kwaliteitskeurmerk wordt regelmatig geïnspecteerd op hygiëne en hygiënisch werken. We stimuleren hygiënisch gedrag: we leren bijvoorbeeld kinderen om handen te wassen na bezoek aan de wc en na het eten, buitenspelen en knutselen. Normen en Waarden Wij vinden het belangrijk dat we samen met de kinderen waarden en normen vaststellen voor onze basisgroep. Dit zorg voor duidelijke omgangsregels en geeft de kinderen veiligheid. Belangrijke waarden bij ons zijn respect voor jezelf, voor anderen en voor alle vormen van leven. Een regel die hieruit voortvloeit is bv. dat we elkaar geen pijn doen en geen dingen kapot maken.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 12 -
De regels zijn voor alle kinderen duidelijk en hangen op een ook voor ouders zichtbare plek. Aan het begin van het schooljaar bekijken en bespreken we de regels weer met elkaar en stellen ze evt. bij. Deze zorgen voor omgangsnormen en geven de kinderen veiligheid. Op onze BSO vinden we respect voor jezelf, voor anderen en voor alle vormen van leven belangrijke waarden. Daarnaast hebben we huisregels voor pm’ers, kinderen en ouders. Deze staan in het informatieboekje wat u bij de intake hebt gekregen. We vinden het belangrijk dat kinderen zelf nadenken en uitleggen waarom iets wel of niet mag/kan. Pedagogisch medewerkers bespreken aan het begin van het jaar welke regels belangrijk zijn in de groep en stellen deze gezamenlijk op met de kinderen. Voedingsbeleid Ludens heeft een voedingsbeleid. Dit is ook inzichtelijk op de BSO voor ouders. Hierin staat uitvoerig beschreven wat wij belangrijk vinden m.b.t. voeding en hoe we daarin keuzes in maken. Voor onze BSO betekent dit in een notendop: - We eten biologisch op de BSO; - Iedere dag fruit en groente, seizoensvariatie; - Tussendoor eten we rijstwafel, tarmebiscuit of cracker; - We drinken water en thee op de BSO-middag; - Suiker en zout beperken we waar mogelijk; - Als er tussen de middag opvang is, verzorgen we een broodmaaltijd met volkoren brood, verschillend beleg en melk; - Trakteren mag (is ook leuk toch ?): graag een gezonde traktatie. De pm-ers zitten samen met de kinderen aan tafel en eten gezellig mee met de kinderen.
2.4. Het spelende kind Bij ons mag je vies worden
Kinderen ruimte geven Een van de belangrijkste uitgangspunten van ons pedagogisch werkplan is dat kinderen zoveel mogelijk mogen experimenteren en zelf ontdekken. Wij kijken naar wat een kind kan, leuk vindt, waar het in geïnteresseerd is en we stimuleren ze om hier iets mee te doen. Kinderen spelen bv. graag toneel en willen verkleden terwijl anderen graag knutselen of willen zagen. Er zijn kinderen die buiten willen sporten en er zijn kinderen die in bomen willen klimmen. We gaan uit van de nieuwsgierig- en leergierigheid van het kind waarbij de omgeving uitnodigend is. Inrichting ruimtes De ruimte heeft bij ons een belangrijke opvoedkundige functie. Een goed ingerichte ruimte draagt bij aan de ontwikkeling en het speelplezier van de kinderen De basisgroep is ingedeeld met verschillende hoeken, bedoeld voor bepaald soort spel. We hebben een fantasiehoek, een bouwhoek, een keuken om gerechten te bereiden, een knutselhoek en een plek om te lezen. Op de BSO hebben we verschillende soorten speelgoed met eigen functies. Van verkleedkleren tot Lego, van de sjoelbakken tot kinderboeken, we zorgen dat kinderen altijd een keuze hebben. Hierin hebben we ook specifiek gelet op de verschillende ontwikkelingsgebieden van kinderen. Ook is er rekening gehouden met het concentratievermogen en de verschillende leeftijden van de kinderen.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 13 -
Daarnaast maken we gebruik van verschillende ruimtes, zoals het speellokaal, de keuken en de fraaie buitenruimte. Dit betekent in de praktijk dat er op verschillende plekken een activiteit aangeboden wordt of kan ontstaan, en dat daar letterlijk en figuurlijk de ruimte voor is. Wanneer de kinderen de basisgroep verlaten doen zij dat onder begeleiding van een pedagogisch medewerkers. De kinderen verlaten de basisgroep alleen voor activiteiten, het eten, drinken en tafelmoment vindt plaats in de basisgroep. We gaan iedere dag naar buiten, weer of geen weer: buiten spelen is heel goed voor kinderen en geeft hen optimaal de ruimte om zichzelf te ontwikkelen! Zelfstandigheidscontract De ruimte krijgen als kind houdt ook in dat we werken met een zelfstandheidscontract. Kinderen die acht jaar of ouder zijn kunnen samen met hun ouders en een pedagogisch medewerker een dergelijk contract ondertekenen. In dit contract worden zaken vastgelegd als: buiten spelen zonders begeleiding, alleen naar een sportclub fietsen of een boodschap doen bij de supermarkt om de hoek. In overleg worden deze afspraken vastgelegd en ondertekend. Spring maar, ik vang je op
We vinden het belangrijk dat kinderen genoeg uitdaging hebben op de BSO. Niet alleen zorgen we voor een gevarieerd activiteitenaanbod, kinderen maken ook gebruik van de verschillende ruimtes die de BSO te bieden heeft. Ons activiteitenaanbod wordt van te voren bedacht en voorbereid door het team van pedagogisch medewerkers en heeft dus een wisselende inhoud. We bieden onder andere creatieve activiteiten, kookactiviteiten en sportactiviteiten aan. Bewegen vinden we erg belangrijk, we spelen dan ook iederen dag buiten en maken dagelijks gebruik sport en spelactiviteiten, hier ligt een duidelijk accent op. We spitsen de activiteiten toe op behoefte en vraag van de kinderen, waardoor het voor hen uitdagend is. Ook is er ruimte voor kinderen om zelf te ontdekken en spel te kiezen of te laten ontstaan. Op deze manier is er, naast het aanbod, ook de mogelijkheid voor spontane activiteiten. Na inspanning hoort ontspanning. Op de BSO is het van belang om een goede balans tussen actie en rust te hebben. De momenten van rust worden gecreëerd door meerdere tafelmomenten te hebben op een middag. Hierbij wordt er wat gegeten of gedronken en zijn de kinderen in de groepsruimte met vaste pedagogisch medewerker.
Wat heb je gevonden?
We vinden het belangrijk, ondanks het groepskarakter van een BSO, om ieder kind individueel te zien. We beginnen bijvoorbeeld de middag door alle namen op te noemen en iedereen welkom te heten. Jaarlijks wordt ieder kind geobserveerd door de pedagogisch medewerkers van de stamgroep. We kijken dan naar het welbevinden van het kind op de groep. Dit bespreken we desgewenst met de ouder tijdens een tien-minutengesprek. Gedurende het jaar hebben alle stamgroepen eenmaal per zes weken kindgroepsbespreking waarin ook het welbevinden van alle kinderen aan de orde komt. Als er bijvoorbeeld bijzonderheden of signalen zijn, worden deze met de
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 14 -
pedagogisch specialist en teamleider besproken, nadat we het besproken hebben met de betreffende ouders. In de Gordon-methode komt het aandachtig luisteren naar kinderen ook duidelijk naar voren. Het hebben of maken van tijd voor elk kind hoort bij het werk van de pedagogisch medewerker. Op een BSO zijn de activiteiten vaak op groepsniveau, maar tijdens de eetmomenten en in vrij spel is er ook ruimte voor individuele aandacht voor ieder kind. Door de keuzevrijheid die kinderen hebben in activiteiten of vrij spel, kunnen ze ook ervoor kiezen iets voor zichzelf te doen als ze daar meer behoefte aan hebben. In het spel is het van belang dat de pedagogisch medewerkers goed aansluiten bij de beleving van de kinderen en hier nieuwsgierig naar zijn. Dit uit zich in de praktijk door goed te kijken en te luisteren naar kinderen en interesse te tonen in hun spel.
Probeer het maar
Wij hebben vertrouwen in kinderen. Kinderen mogen regelmatig op zichzelf zijn en we helpen of corrigeren niet te snel. We geven kinderen keuzes en verantwoordelijkheden (op hun niveau) en vragen hen ook ons te helpen bv. helpen met boodschappen doen, meedenken over broodbeleg, zelf hun eigen brood smeren, zelf drinken inschenken, zelf fruit schillen etc. We stimuleren kinderen om te durven en laten kinderen zoveel mogelijk zelf doen. We geven kinderen regelmatig taakjes en verantwoordelijkheden die het aankan. We doen regelmatig onze handen op onze rug zodat we de kinderen de gelegenheid geven om dingen zelf uit te proberen Op BSO Columbus laten we kinderen in hun waarde. Hierbij hoort ook dat we een beroep doen op de zelfstandigheid van kinderen. De pedagogisch medewerkers spreken kinderen aan op hun verantwoordelijkheid. Dit kan zijn met het houden aan regels zoals deze gelden op de BSO, maar ook bijvoorbeeld wanneer kinderen een conflict hebben. We sturen er dan altijd op aan dat kinderen het zelf oplossen, met elkaar of zelf waar dat kan. Het geven van verantwoordelijkheid en de positieve, ondersteunende benadering die daarbij hoort dragen bij aan een positief zelfbeeld van het kind. Zelfstandigheid stimuleren kan hetzelfde effect hebben. De pedagogisch medewerkers stimuleren deze zelfstandigheid door kinderen bijvoorbeeld zelf hun jas te laten aantrekken, of ze zelf de veters te laten strikken. Ook stimuleren we kinderen om zelf na te denken wanneer zij een vraag stellen door kinderen te laten nadenken over de oplossingen, zodat ze hun eigen vraag zelf beantwoorden. Dit kan ook door kinderen, wanneer ze onverhoopt knoeien, ze zelf een doekje te laten pakken en het op te ruimen. Kinderen mogen hierin ook zelf experimenteren of oplossingen uitzoeken: Probeer het maar!
Samenwerken met ouders Zie ook: Onze Spelregels, ‘Ouderbetrokkenheid en communicatie’ Oudercommissie De ouders zijn vertegenwoordigd in een oudercommissie (OC). De OC geeft advies over de algemene gang van zaken, bijvoorbeeld over dit pedagogisch werkplan en denkt mee over het reilen en zeilen van het kindercentrum. De OC fungeert als aanspreekpunt voor de ouders. De
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 15 -
oudercommissie komt elke zes weken bij elkaar en eens in de twaalf weken is de teamleider erbij aanwezig. De OC organiseert jaarlijks een ouderavond.
Centrale Oudercommissie Ouders, als belangenbehartigers van hun kind, hebben ook organisatiebreed een plaats bij Ludens. Hiertoe is er de Centrale Oudercommissie. Het doel van de Centrale OC is gemeenschappelijke belangenbehartiging op centraal niveau. Daarnaast is de centrale OC klankbord, stimulans, aanspreekpunt en signaleerder.
Contacten met de ouders Het belangrijkste contact dat ouders hebben, is met de pedagogisch medewerkers (pm’ers) van de groep. Wij vinden het belangrijk om een goede band op te bouwen met ouders en kinderen. Als ouders zich goed voelen bij ons, zal dit zeker een positieve invloed hebben op hun kinderen. Wij staan open voor vragen en opmerkingen van ouders. De meeste contactmomenten vinden plaats tijdens de dagelijkse breng- en haalmomenten. Als er in de groep even geen tijd is om een gesprek te voeren, kan er een afspraak gemaakt worden om op een ander tijdstip te praten. Nadat de definitieve plaatsing van een kind is geregeld, neemt één van de pm’ers die het kind in de groep krijgt, contact op met de ouders. Er worden afspraken gemaakt over de wenperiode. In het plaatsingsgesprek worden alle praktische zaken besproken. Wij observeren een kind jaarlijks, nadat de observatie is besproken in het groepsoverleg en voeren wij daarover ook een gesprek met de ouder(s). Als er zaken zijn waar ouders ontevreden over zijn, kunnen zij terecht bij de pm’er of bij de teamleider. Wij horen graag van ouders hoe zij de opvang ervaren. Hiervoor hebben wij ook klacht- en complimentenformulieren. Op deze manier kunnen wij onze kwaliteit blijven verbeteren. Evaluatie Omdat Ludens steeds verbeteringen nastreeft in de kwaliteit van de diensten en activiteiten houden we regelmatig klanttevredenheidsmetingen. Als kinderen de bso verlaten, vragen wij ouders een exitformulier in te vullen. Ouders zijn dan in de gelegenheid eventuele op- en aanmerkingen alsnog te plaatsen. Wij krijgen zo feedback over ons eigen functioneren en kunnen daar vervolgens verbeteringen in aanbrengen.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 16 -
Bijlage 1: Dagindeling Op BSO Columbus werken we met een dagstructuur. Hiermee brengen we rust en duidelijkheid in de dag van de kinderen. Echter, er is altijd ruimte voor activiteiten die spontaan ontstaan of uitstapjes die gedaan worden. Dan wijken we incidenteel af van (een deel van) de dagindeling. Globale dagindeling op maandag en dinsdag. Op donderdag sluit school om 14,30 en is er een half uur langer de tijd voor activiteiten. 15.00 uur De kinderen worden door de pedagogisch medewerker opgehaald uit de klas. De medewerkers hanteren een checklist waarop staat welke kinderen die dag worden opgevangen op de BSO. 15.15 uur Er wordt gezamenlijk in de stambasisgroep gegeten en gedronken. We beginnen de middag door alle namen op te noemen en iedereen welkom te heten. Deze worden geregistreerd. 15.30 uur De kinderen kunnen buitenspelen op het plein. 16.00 uur De kinderen kunnen nu deelnemen aan een georganiseerde activiteit. 17.00 uur Er wordt gezamenlijk gegeten en wat gedronken in de basisgroep. 17.15 uur De kinderen kunnen nog even ‘vrij’ spelen in de basisgroep. 18:00 uur De reguliere opvang sluit. De verlengde opvang gaat in 18:30 uur De opvang sluit Globale dagindeling in de vakantie of op studiedagen 08:00 - 10:00 uur De BSO opent haar deuren. De kinderen worden gebracht 10:00 uur De kinderen hebben een gezamenlijk eetmoment 10.00-12.00 Er wordt een activiteit aangeboden 12:00 uur Er wordt gezamenlijk geluncht op de BSO of bij een uitje op locatie 13:00 – 15:00 uur Er wordt een activiteit aangeboden 15.30 uur Er wordt gezamenlijk gegeten 16.00 uur De activiteit of het uitstapje wordt afgerond 17:00 uur Er wordt gezamenlijk opgeruimd. 17.15 uur Er wordt gezamenlijk nog wat gegeten en gedronken 17.30 uur De kinderen kunnen nog even ‘vrij’ spelen 18:00 uur De reguliere opvang sluit. De verlengde opvang gaat in 18:30 uur De opvang sluit Voor de dagindeling op woensdagen, vrijdagen en vakantiedagen verwijzen we u door naar het pedagogisch werkplan van BSO Dino. In de vakantie worden er op de BSO regelmatig uitstapjes gemaakt. Het activiteitenprogramma voor de vakantie hangt op het informatiebord in de groepsruimte op de BSO. Ook kunt u het vakantieprogramma vinden op de website www.ludens.nl. Ouders kunnen ook altijd s ochtends bij een pedagogisch medewerker informeren wat er die vakantiedag op het programma staat. De uitstapjes vinden over het algemeen plaats tussen 10:00 en 17:00 uur. Wij vragen de ouders dan ook vriendelijk om hun kind te brengen vóór 10:00 uur en pas op te halen na 17:00 uur. Mocht dit om wat voor reden dan ook niet uitkomen, kunnen ouders dit altijd aangeven bij de pedagogisch medewerker en zoeken we met elkaar naar een andere oplossing
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 17 -
Bijlage 2: Rituelen en feesten In verband met emotionele veiligheid is het belangrijk dat er herkenningspunten zitten voor een kind in de structuur van een dag, een maand, een jaar en rituelen bij o.a. eten, verjaardag, afscheid etc. Op BSO Columbus hanteren wij de volgende rituelen: Jarig Wij vieren de verjaardagen van de kinderen die aangeven het te willen vieren op de BSO. We maken er een feestelijk moment van: er wordt gezongen en gefeliciteerd in de basisgroep. Daarnaast plannen de jarigen iedere maand een kookactiviteit waarbij zij mogen kiezen wat ze maken; en als het klaar is mogen ze dit trakteren ter ere van hun verjaardag op de BSO. Sinterklaas Wij vieren elk jaar het feest van Sinterklaas. Een feestcommissie bekijkt ieder jaar hoe het feest gevierd gaat worden. Wij bereiden de kinderen voor op de komst van Sinterklaas door activiteiten te bedenken rondom dit thema, verhaaltjes te lezen, liedjes te zingen, etc. Kerstmis We brengen de groep gezellig in kerstsfeer met een kerstboom of andere versieringen. In de aanloop naar het Kerstfeest worden er activiteiten georganiseerd op de BSO waar kinderen aan mee kunnen doen. Pasen We brengen de groep gezellig in paassfeer met een paastak of andere versieringen. In de aanloop naar het paasfeest organiseren we samen met de kinderen activiteiten op de BSO waar kinderen aan mee kunnen doen. Oud en Nieuw Op de eerst BSO-middag van het nieuwe jaar organiseert de BSO een ‘Nieuwjaarsborrel’ voor de ouders en kinderen. Samen met de kinderen maken we lekkere hapjes en drankjes zodat er aan het einde van de middag, in stijl en samen met de ouders, kan worden geklonken op het nieuwe jaar. Suikerfeest Het feest van samen koken en delen: iets moois doen voor de ander. Dit vieren we met de kinderen door hier activiteiten rond dit thema te organiseren (zoals een lekker eten maken met elkaar kookactiviteit) waarbij we uitleggen aan de kinderen wat dit feest betekent. Afscheid van de BSO Wij nemen afscheid van elkaar als de kinderen de BSO verlaten. Het kind mag trakteren en we staan stil bij het vertrek van het kind. Dit doen we door samen herinneringen op te halen en het kind iets tastbaars mee te geven als herinnering aan de BSO. Thema`s en seizoenen Op BSO Columbus werken we met thema`s. Deze komen zowel in de inrichting van de ruimte als in de activiteiten voor. De seizoenen komen ieder jaar terug, maar ook thema`s als ‘Ik en de BSO’ of ‘Licht’ zijn hier voorbeelden van. We sluiten met de keuze van thema`s zoveel mogelijk aan bij school.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 18 -
Bijlage 3: Ondersteuning beroepskrachten
Bij Ludens werken we met gediplomeerde pedagogisch medewerkers (pm’ers). We houden ons aan de regels die voorgeschreven zijn door de wet en de GG&GD. De omvang van de groepen ligt vast in de CAO en Ludens hanteert deze norm. Bij het uitvoeren van hun werkzaamheden worden de pm’ers ondersteund door: De Teamleider voor aansturing, begeleiding en coördinatie in verband met het uit te voeren beleid en de dagelijkse gang van zaken. Afdeling Informatie en Plaatsing (I&P): regelt de aanmelding en plaatsing van kinderen. Afdeling Personeel en Organisatie (P&O): regelt de aanstelling van medewerkers. Afdeling Facilitaire zaken: zorgt voor reparaties en onderhoud van gebouwen en buitenterreinen. Externe schoonmaakbedrijven: zorgen voor reinigingswerkzaamheden. Gebiedsmanager voor aansturing en begeleiding op managementniveau. Pedagoog voor advies en ondersteuning van pm’ers indien dit noodzakelijk is (in overleg met de ouders). Oudercommissie voor advies. GG&GD voor toezicht houden en controleren op uitvoering van wettelijk vastgesteld beleid Ludens is HKZ gecertificeerd en werkt volgens het HKZ kwaliteitssysteem. Dit wordt gecontroleerd door een extern auditbureau. Ludens leidt ook mensen op. Dit doen we via het leerlingwezen. Dit betekent dat er soms leerlingen in het kinderdagverblijf werken die in opleiding zijn. Zij worden begeleid in de groep en daarbuiten door een praktijkopleider. Daarnaast werken er bij ons stagiaires die de traditionele mbo-opleiding doen en bij ons stage lopen. Deze mensen zijn niet in dienst bij Ludens en worden niet betaald.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 19 -
Bijlage 4: Omgaan met bijzondere gebeurtenissen
Ieder kind kan in aanraking komen met gebeurtenissen die van invloed zijn op het functioneren of op de ontwikkeling van het kind. Een kind kan bijvoorbeeld ernstig ziek worden, er kunnen problemen in de gezinssituatie zijn, er kan sprake zijn van een stoornis of achterstand in de ontwikkeling of lastig gedrag. Deze gebeurtenissen kunnen klein van aard zijn en met wat extra zorg en aandacht of wat kleine aanpassingen kan het kind geholpen worden. Echter, er komen ook situaties voor die de pedagogisch medewerkers (pm’ers) en/of ouders niet eenvoudig opmerken of die ernstiger van aard zijn, zodat professionele hulp en zorg van buiten het kindercentrum noodzakelijk is. Vastlegging van beleid Ludens heeft beleid vastgelegd conform de wet BIG, het signaleren en begeleiden van problemen t.a.v. kinderen met opvallend gedrag of kinderen die extra zorg nodig hebben, hoe te handelen bij vermoeden van kindermishandeling, hoe om te gaan met pestgedrag in een groep, hoe te handelen in geval van overlijden en hoe te handelen bij ziekte en ongevallen. Dit beleid is terug te vinden in het kwaliteitshandboek. Protocollen beschrijven welke stappen wij kunnen zetten als er iets bijzonders is met een kind. We kunnen onze eigen Ludens pedagoog inschakelen om de pm’ers te ondersteunen en te adviseren bij hun omgang met kinderen met gedrags- of ontwikkelingsproblematiek. De pedagoog kan gevraagd worden daartoe een kind op de groep te observeren, dit wordt alleen gedaan na toestemming van de ouders. Contact met ouders Wanneer wij ons zorgen maken over het functioneren of de ontwikkeling van een kind, dan delen wij onze bezorgdheid met ouders. Ouders kunnen ook met vragen ten aanzien van de ontwikkeling van hun kind bij de pm’er of de teamleider terecht. Samen met ouders en eventueel in samenwerking met andere instanties kan het kindercentrum meewerken aan een oplossing van het probleem.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 20 -
Bijlage 5: Omgaan met het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen
1. Nieuwe kindplaats of uitbreiding van het contract: In principe wordt een kind in één groep geplaatst, maar wanneer het niet anders kan, wordt hier tijdelijk van afgeweken, na overleg met de ouders door I&P. Kinderen die in 2 groepen zijn geplaatst hebben de hoogste prioriteit bij de overplaatsing in één van beide groepen. Ouders ondertekenen hiervoor bij de plaatsing het formulier ‘opvang in twee stamgroepen voor een bepaalde periode’ waarop vermeld staat dat het kind in 2 groepen is geplaatst. Er wordt een toevoeging / aanpassing gedaan op de stamkaart. I&P stemt met de ouders de tijdelijke plaatsing in 2 groepen af. De teamleider zorgt er voor dat de ouders het formulier “opvang in twee stambasisgroepen voor een bepaalde periode” ondertekenen. 2. Extra dag of ruilen Als voor een extra dag of een ruildag het kind niet in de eigen stambasisgroep kan worden opgevangen, moet hiervoor vooraf getekend worden door de ouder. Dit kan op het “Formulier toestemming incidentele opvang in andere stambasisgroep”. Dit is een formulier dat in de groep wordt bewaard. De locatie zorgt er voor dat de ouder vooraf ondertekent. NB voor de facturering moet bij een extra dag ook het formulier “aanvullende facturen” worden ingevuld en ondertekend! 3. Structurele mutatie samenstelling groepen Wanneer door het herschikken van de groepen een kind in 2 basisgroepen wordt geplaatst zal de teamleider schriftelijk met de ouders overeenkomen dat het kind in 2 groepen is geplaatst. Hiervoor wordt het “formulier opvang in twee stamgroepen voor een bepaalde periode”, ondertekend door ouder en leidinggevende. 4. Samenvoegen/samenwerken van groepen Wanneer de groep in zijn geheel wordt samengevoegd met een andere groep hoeft er niets geregeld te worden op voorwaarde dat van iedere groep een vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. De teamleider zorgt voor informatie aan ouders en aanpassing van het pedagogisch werkplan. Bijlagen: de formulieren: - formulier ouders opvang in twee basisgroepen voor een bepaalde periode - toestemmingsformulier groep incidentele opvang in twee basisgroepen
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 21 -
Bijlage 6: Omgaan met samenvoegen van groepen BSO Columbus heeft 1 basisgroep, waardoor er op de geopende dagen altijd sprake is van een enkele groep. Echter, op woensdag, vrijdag en in de schoolvakantie spelen de kinderen van de BSO samen met de kinderen van BSO Dino waardoor ze in een andere basisgroep geplaatst zijn. Ouders zijn hiervan op de hoogte en hebben toestemming gegeven voor het opvangen op twee basisgroepen middels een toestemmingsformulier. Naast het organisatorische betekent samenspelen ook iets in de pedagogische praktijk. De kinderen spelen op twee locaties, waardoor ze ook te maken hebben met andere pedagogisch medewerkers en kinderen. De praktijk wijst uit dat dit geen probleem is voor de kinderen, sterker nog, dit is juist een kans en kan van toegevoegde waarde zijn. De pedagogisch medewerkers die op woensdag en vrijdag werken zijn zich hiervan bewust. Er is oog en aandacht voor ieder kind, op individueel niveau en in de groep. Aangezien het een structurele samenvoeging is zullen de kinderen hier snel genoeg aan wennen.
Documenten
K1 F K1 F K1
Plaatsing in 2 stamgroepen Formulier 2 stamgroepen Toestemmingsformulier voor opvang op 2 stamgroepen
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 22 -
Bijlage 7: Seksuele ontwikkeling van kinderen
Seksualiteit is een wezenlijk onderdeel van de ontwikkeling van een kind naar volwassenheid. Daarom besteden we op ons kindercentrum in teamoverleg, werkoverleg, kindbespreking of intervisie met enig regelmaat aandacht aan thema’s als intimiteit en seksualiteit. Op deze manier dragen we bij aan de ontwikkeling van kinderen, maar ook aan het voorkómen van grensoverschrijdende seksuele incidenten. Wij bieden de kinderen op ons kindercentrum een plek waar ze fysiek veilig zijn en zich ook zo voelen, ook op het gebied van seksualiteit. Daarnaast ondersteunen wij kinderen, afhankelijk van hun leeftijd en situatie, bij hun ontwikkeling op het gebied van intimiteit en seksualiteit. Kinderen hebben seksuele gevoelens. Ieder kind maakt in zijn algemene ontwikkeling een seksuele ontwikkeling door. In zijn eigen tempo, wanneer hij daar aan toe is, verkent hij zijn eigen lichaam en dat van anderen. Kinderen zijn nieuwsgierig en stellen vragen over seks. Wij accepteren seksueel gedrag binnen bepaalde grenzen. (geef hier een paar voorbeelden waar jullie grenzen liggen; bv kleren aan houden bij doktertje spelen; elkaar geen pijn doen) Wij signaleren grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Wij baseren ons daarbij op drie criteria: toestemming Vrijwilligheid gelijkwaardigheid Als aan één van deze criteria niet voldaan is, is er mogelijk sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag en gaan wij het stappenplan “Grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling” hanteren uit onze Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 23 -
Bijlage 8: Omgaan met het vier-ogen principe/Achterwachtregeling De volgende maatregelen hebben wij op onze BSO genomen in het kader van het vierogenprincipe. Deze maatregelen hebben het team en de oudercommissie samen opgesteld. Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een volwassene kan meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Dit hoeft niet altijd een andere beroepskracht te zijn. Een beroepskracht kan nog steeds alleen op de groep staan zolang er een andere volwassene kan meekijken of meeluisteren. Stagiaires en invalkrachten Stagiaires zijn altijd onder toezicht. Bij gevorderde stagiaires kan het voorkomen dat zij ingezet worden, maar dan zijn ze al langere tijd (maanden) bij ons in dienst. Invalkrachten zijn net als vaste medewerkers tijdens pauzes e.d. alleen op de groep. Wij werken echter veel met vaste invalkrachten, mensen die al jaren bij ons werken. Daarbij hebben we een cultuur waarbij we geregeld bij elkaar binnenlopen en tussen deuren openstaan. Extra afspraken pauzes Als we wel werken met een onbekende invaller nemen we als extra maatregel dat de vaste medewerker in haar pauze even op een onverwacht moment de groep opgaat (of dit vraagt aan een collega). Open ruimten, glazen wanden, enz. Onze toiletten bevinden zich in open verbinding met de hal of groepsruimtes. We hebben vaste momenten waarop kinderen gebruik maken van toilet en handen wassen daar is begeleiding bij. Als jonge kinderen niet gewend zijn om hun wc deur dicht te houden is er een ander ouder kind of volwassene bij. Deuren staan heel vaak open en er is een inloopcultuur. Als we elkaar iets willen vragen lopen we naar elkaar toe en gebruiken we niet de telefoon, dit geldt voor pedagogisch medewerkers en voor teamleiders.. We werken met een vast team, dat elkaar goed kent en open en eerlijk is naar elkaar. Veiligheid rondom het pand . Uitstapjes Soms maken we uitstapjes met de kinderen. Als er minimaal twee pedagogisch medewerkers meegaan is dat geen probleem. Het komt af en toe voor dat pedagogisch medewerkers met enkele kinderen een boodschap gaat doen.We spreken af dat ze minimaal twee kinderen meenemen. We hebben afgesproken dat de pmer het altijd meldt aan de collega als zij weggaat en je een andere collega alleen achterlaat.
Achterwachtregeling Er is tijdens de openingstijden van de BSO vrijwel altijd iemand aanwezig in het schoolgebouw. Wanneer er slechts 1 pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is met de kinderen geldt BSO Dino (gegevens in de agenda) als achterwacht. Ook de teamleiders in het gebied kunnen gebeld worden wanneer er iets nodig is of in het geval van een calamiteit. Hierbij geldt tevens het protocol calamiteit.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 24 -
Bijlage 10 Ontwikkelingsgericht werken Elke kind heeft een aangeboren drang tot spelen en ontdekken. Kinderen zijn nieuwsgierig, hebben een enorm doorzettingsvermogen. Vallen en weer opstaan, blijven proberen tot het lukt. Spelenderwijs leren ze met hun handen, hoofd en hart. Jonge kinderen hebben een combinatie nodig van een voorspelbare omgeving en ruimte om te ontdekken en te experimenteren. Herhalingen maken de wereld voorspelbaar en veilig. Vaste gewoonten en rituelen dragen daartoe bij. En vanuit deze veiligheid gaan kinderen spelen en ontwikkelen ze zich. Er bestaan nogal wat verschillen in het tempo, waarin kinderen zich ontwikkelen. Waar de een vlot is met praten, kan de ander eerder fietsen. Wie intensief op een gebied leert, houdt minder energie over voor groei op andere gebieden. Een kind kan niet alles tegelijk, ieder kind heeft talenten en voorkeuren. Om een optimaal ontwikkelingsklimaat te scheppen kijken we waar het kind in de ontwikkeling aan toe is en passen daar de omgeving en het activiteitenaanbod op aan. Wij motiveren en stimuleren de kinderen om zich al spelend te ontwikkelen op hun eigen, unieke wijze en in hun eigen tempo. Uit recente onderzoeken wereldwijd blijkt dat vooral de kwaliteit van de pm-er bepalend is voor het succes van het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en niet de methode. Ontwikkelingsgericht werken in de kinderopvang is vooral een pedagogische basishouding: bewust en systematisch handelen van de pm-er.
ONTWIKKELINGSGERICHT WERKEN BIJ LUDENS 1. Sensitieve responsiviteit Dit gaat om ‘warme en ondersteunende aanwezigheid’ en past bij het Groeimeter item ‘Fijn dat je vertelt wat er is’ (respectvolle communicatie). Pm-ers tonen een warme belangstelling voor de kinderen en geven hun emotionele steun wanneer zij die nodig hebben. Zij reageren tijdig en adequaat op de signalen van de kinderen en fungeren daardoor als een ‘veilige haven’. 2. Respect voor autonomie Dit gaat om het Groeimeter-item ‘Zo kan het ook’(omgaan met verschillen, diversiteit). Pm-ers erkennen en waarderen de kinderen als individuen met hun eigen ideeën en perspectieven. Een pm-er laat deze erkenning en waardering expliciet blijken door de kinderen te stimuleren om ze veel mogelijk zelf te doen en zelf keuzes te maken, door het perspectief van het kind te verwoorden en waardering uit te spreken voor hun ideeën 3. Structureren en grenzen stellen Pm-ers maken de kinderen duidelijk wat er van hen verwacht wordt en zorgen ervoor dat zij zich daar ook aan houden. ‘Spring maar, ik vang je op’ (uitdaging en houvast bieden) Een pm-er structureert situaties, activiteiten en taken voor de kinderen zodanig dat zij ze kunnen overzien en met succes kunnen voltooien. Zij stelt voldoende grenzen en doet dat ook tijdig 4. Praten en Uitleggen Pm-ers praten veel en leggen vaak uit aan kinderen. ‘mmmm, lekker appeltje’ (het goede voorbeeld geven) Een pm-er begeleidt op een ‘vanzelfsprekende’ manier haar interacties met de kinderen met taal. Zij legt bv. steeds uit wat er gaat gebeuren en wat zij doet, luistert naar en reageert op vragen van kinderen en verwoordt hun intenties en gevoelens als zij dat zelf (nog) niet kunnen. 5. Ontwikkelingsstimulering Pm-ers ZIEN dat elk moment van de dag een ontwikkelingskans biedt ‘Wat heb je gevon-
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 25 -
den’ (goed kijken en luisteren naar wat kinderen bezig houdt) Pm-ers stimuleren de persoonlijke competentie van kinderen ‘bij ons mag je vies worden’ (ruimte geven, kinderen zelf laten ontdekken). Een pm-er biedt niet alleen veel ‘extra’ stimulering maar stemt die stimulering ook goed af op de aandacht, het ontwikkelingsniveau en de toestand van de kinderen waardoor zij de interesse van de kinderen prikkelt terwijl ze overstimulering voorkomt Pm-ers GRIJPEN KANSEN door op veel momenten van de dag kinderen te stimuleren in hun actieve, nieuwsgierige, onderzoekende houding. Zij spelen in op de grote hoeveelheid initiatieven die de kinderen laten zien binnen en buiten en gebruiken de verzorgingsmomenten als ‘gouden ontwikkelingsmoment’. Pm-ers CREEREN KANSEN door te zorgen voor een verzorgde, rijke, stimulerende omgeving waarin veel te ontdekken en te experimenteren valt voor de kinderen zodat de kinderen zich al spelend kunnen ontwikkelen. Kinderen mogen veel aanraken, voelen en concreet ervaren. 6. Begeleiden van Sociale Interacties De pm-er besteedt aandacht aan positieve interacties tussen kinderen en probeert deze te bevorderen. ‘Samen kun je meer’ (Je doet het samen, verbondenheid) Pm-ers reageren positief op positieve interacties tussen kinderen die zich spontaan voordoen en bevorderen zelf actief positieve interacties tussen kinderen door situaties te creëren die de kans op deze interacties tussen kinderen vergroot, ofwel door kinderen actief op elkaar te richten en hen aan te moedigen tot positieve interacties wanneer zich daar een positieve gelegenheid voordoet.
Pedagogisch werkplan BSO Columbus, versie 2015
- 26 -