Pedagogisch locatiebeleid van kinderdagverblijf en bso Columbus Versie 14-11-2013. Locatie informatie Naam locatie: Adres: Algemeen telefoonnummer: Algemeen mailadres: Website:
Columbus Oirschotsedijk 14B, 5651 GC Eindhoven 040-2490231 (0-4 jaar) en 040-2490232 (4-13 jaar)
[email protected] kinderstadwaalre.nl
Openingstijden Kinderdagverblijf Ochtenddagdeel: Brengen tussen: Halen tussen:
07.30 uur tot 13.00 uur 07.30 uur en 09.00 uur 12.30 uur en 13.00 uur
Middagdagdeel: Brengen tussen: Halen tussen:
13.00 uur tot 18.30 uur 13.00 uur en 13.30 uur 16.30 uur en 18.30 uur
Buitenschoolse opvang Schoolweken: 15.30 uur tot 19.00 uur Vakantiedagen en ADV-dagen 07.30 uur tot 19.00 uur
Management Locatiedirecteur: Geert van den Haterd Bereikbaar op de volgende dagen: Maandag, dinsdag en woensdag van 08.00 - 17.00 uur Donderdag van 08.00 - 13.00 uur Vrijdag van 08.00 - 12.00 uur Telefoonnummer: 06 - 30 18 29 73 Mailadres:
[email protected] 14-11-2013: vervanging wordt ingevuld door Gwen Vermaes (06-134912500) en Brigitte Drenthen (06-53332910)
1
Voorwaarden waarop getoetst wordt: Wij hebben een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Hoe doen wij dat: Wij werken volgens het pedagogisch beleid van de Kinderopvanggroep waarin visie en omgang met kinderen is omschreven. Dit beleid is te vinden op de website www.sbkinderopvang.nl
2
Wij informeren de ouders over het te voeren beleid.
Wij informeren ouders schriftelijk; via de website, via digitale nieuwsbrieven en via de informatieborden. Mondeling informeren we via de oudercommissie en via diverse oudercontacten zoals het kennismakingsgesprek, de breng- en ophaalmomenten en de individuele kindbesprekingen. Indien nodig kan er een extra gesprek worden georganiseerd.
3
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden.
Tijdens de opvangdagen volgen wij per groep een eigen dagritme waarin verzorging en opvoeding, aansluitend bij het pedagogisch beleid, een plaats hebben.
4
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
Onze locatie biedt opvang aan kinderen van 0 tot 4 in de dagopvang, driejarigen kunnen terecht bij de Foundationgroup en kinderen van 4 tot 13 zijn welkom na school, studiedagen en schoolvakanties op onze bso.
5
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep(-en), speelgroep(-en) en basisgroepen.
Groepen en leeftijdopbouw op onze locatie
Specifiek voor bso: Bij activiteiten op de bso in groepen groter dan dertig kinderen besteden we in dit beleidsplan aantoonbare extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.
b) Foundationgroup: Binnen ons kinderdagverblijf bieden we aan ouders de mogelijkheid om hun kind aan te melden voor de zogenaamde Foundationgroup; een speelleergroep voor kinderen van 3 en 4 jaar. We werken op deze groep nauw samen met de school. Doel: kinderen spelenderwijs voor te bereiden op school en specifiek in deze setting, het systeem en de Engelse taal die daar gevoerd wordt. Vorm: kinderen worden in kleine groepjes, op een informele manier, op vaste momenten van de dag begeleidt door een ‘teacher’ en een ‘klassenassistente’ van de ISE en door pedagogisch medewerkers van onze locatie, met een minimum van drie dagdelen per week. Middel: kinderen worden op een informele manier in hun persoonlijke en sociale ontwikkeling gestimuleerd. We zetten daarvoor in specifieke activiteiten, vrije spel momenten, taal-/rekenactiviteiten, groep- en individuele momenten. Door middel van voorbeeldgedrag, herhaling, aansluiting met thema’s en de belevingswereld van kinderen spelen medewerkers op die groep een grote rol. De engelse en de
1
a) Kinderdagverblijf: Er is ruimte voor vijf groepen. We werken nu met 1 verticale basisgroep van ongeveer 12 kinderen, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. De groep draait nu op maandag, dinsdag en woensdag.
2
nederlandse taal wordt zo op een speelse en informele manier geïntroduceerd. Resultaat: Kinderen starten beter voorbereid op de internationale school en zijn gewend om in het engels en nederlands te communiceren. c) Buitenschoolse opvang Er is plaats voor 4 basisgroepen van ieder 20 kindplaatsen maximaal; groep 1, 2, 3 en 4. Op dit moment zijn twee groepen operationeel. Hier bieden we opvang aan kinderen van 4 tot en met 12 jaar na schooltijd, studiedagen en tijdens de schoolvakanties. Algemeen: Het is mogelijk dat de groepssamenstelling of leeftijdsindeling vanwege veranderende wet- en regelgeving of pedagogische, organisatorische en/of bedrijfseconomische redenen opnieuw wordt ingedeeld. Ouders worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht. Tijdens opvang vanwege bv. ADVdagen of vakanties kan het zijn dat 1 of 2 kinderen opgevangen worden bij een kdv-groep of bij een andere bso. De werkwijze op onze groepen. a) De werkwijze op ons kinderdagverblijf Een goed dagritme komt tegemoet aan de basisbehoeften van de kinderen want het biedt hen structuur, veiligheid en welzijn. Het ritme sluit aan bij de ontwikkeling van de kinderen; bij baby’s sluit het aan bij hun bioritme van thuis en naar mate kinderen ouder worden kunnen ze zich beter aanpassen aan het ritme van de groep. Het ritme op een bso sluit aan op de openingstijden van de scholen. Dat betekent meestal een korte middag en soms hele dagen en weken in de vakanties. In het dagprogramma staan de activiteiten die iedere dag terugkeren op de groepen op ons kinderdagverblijf. Randen van de dag, personeelsbezetting Wij volgen de eisen voor de pedagogisch medewerker-kind-ratio. In de ochtend starten wij in twee basisgroepen op, ieder in de eigen ruimte. Tussen 17.00 en 18.30 uur kunnen de groepen samengevoegd worden. In principe heeft iedere groep 3 vaste pedagogisch medewerkers die het rooster draaien gedurende de week (buiten vakanties, zieken etc. om). Wanneer het nodig is, komt er een extra pedagogisch medewerker. Omdat op iedere groep dezelfde rituelen terugkomen, zoals fruit eten, samen liedjes zingen, de gezamenlijke broodmaaltijd, is er altijd een herkenbare situatie, wat het kind vastigheid geeft. Dit maakt het mogelijk dat na overleg met ouders, een kindje eens op bezoek kan bij een andere groep. Brengen en ophalen door ouders
3
Tijdens het brengen en ophalen van het kind, kunnen ouders altijd met vragen terecht bij de pedagogisch medewerker. Wij vinden het belangrijk als we van ouders informatie krijgen over bijzondere situaties, zodat we hiermee rekening kunnen houden. Afscheid nemen Wanneer de ouder aangeeft dat het tijd is om te gaan, neemt de pedagogisch medewerker het kind over. We laten het kind duidelijk afscheid nemen, dit voorkomt dat het na een poosje spelen, er plotseling achter komt dat de ouder weg is. De kinderen mogen, na het afscheid nemen, kiezen waarmee ze willen gaan spelen. Er staat speelgoed klaar waarmee de kinderen het eerste kwartiertje rustig kunnen spelen, na het binnenkomen. Vaste contactmomenten op de groep Gezamenlijke tafelmomenten: minimaal twee keer per dag met alle kinderen om liedjes te zingen, ervaringen uit te wisselen of elkaar verhaaltjes te vertellen (het kringetje). Er kunnen ook kleine activiteiten worden aangeboden zoals “toveren”. Voordat we aan tafel gaan, helpen de kinderen mee met het opruimen van het speelgoed. Hierdoor is het duidelijk dat er een eind is gekomen aan het spelen en dat we aan iets nieuws beginnen. Eten & drinken Voor we brood gaan eten, ruimen de kinderen samen het speelgoed op. Bij het dekken van de tafel mogen de kinderen helpen. Ook bij het afruimen mogen kinderen soms helpen. Tijdens de maaltijd verwachten we van ze dat ze aan tafel blijven zitten. Dit bevordert de rust in de groep. Als ze wakker zijn, worden ook de kleinste kinderen die nog geen brood eten, betrokken bij de groep door ze bij de (oudere) kinderen te zetten die al wel brood eten. ’s Middags krijgen de kinderen na het kringetje een koekje met drinken. Speelblok Tussen het kringetje en de broodmaaltijd is er tijd voor een activiteit of vrij spel; binnen of buiten. De pedagogisch medewerker brengt zoveel mogelijk variatie aan in het spel en de situaties, zodat de kinderen al doende ervaring opdoen en zich kunnen ontplooien. We maken hierbij gebruik van het Pedagogisch Kookboek. Zo kunnen er knutselactiviteiten worden aangeboden, kan er worden gedanst, gewandeld, gesnoezeld of gewoon lekker vrij gespeeld. Wij vinden het belangrijk dat kinderen elke dag buitenspelen. Dit hangt niet alleen af van het weer, maar ook van de samenstelling van de groep. Soms gaan alleen de peuters mee naar buiten. Af en toe wordt er een uitstapje gemaakt, bijv. naar de speeltuin in de buurt. Bij de baby’s zijn de slaaptijden nog wisselend, hierdoor zit er minder structuur in de dagindeling. De peuters die niet slapen krijgen ook gelegenheid om eventueel wat te rusten, we stemmen de activiteit hierop af. Afhankelijk van wat die dag is gedaan, laten we de kinderen vrij spelen of doen we een
4
activiteit. Indien mogelijk gaan we nog buiten spelen. Binnen spelen Als we binnen spelen doen we dat met z’n allen in de groepsruimte en in de aansluitende groepsruimte. Er zijn veel dingen die de kinderen binnen kunnen doen: gezellig met elkaar spelen, hun fantasie gebruiken en imiteren. Maar er kan ook geplakt, getekend en geverfd worden. Met elkaar of met de pedagogisch medewerker kunnen de kinderen ontwikkelingsspelletjes of gezelschapsspelletjes doen. Vaak lezen de pedagogisch medewerkers voor of vertellen een verhaal. De kinderen geven aan waar, hoe en met wie ze willen spelen. We luisteren naar wat kinderen aangeven. En betrekken het Pedagogisch Kookboek bij deze behoeftes. Spelen in de speelhal behoort ook tot de mogelijkheden. Buiten spelen Met de dreumesen en de peuters proberen we iedere dag tenminste één keer naar buiten te gaan. Het buitenspelen in de tuin brengt ook veel ontdekkingsmogelijkheden met zich mee. Zo kunnen kinderen lekker rennen en/of fietsen, in de zandbak spelen of gewoon lekker buiten zitten. Onze tuin is heel natuurlijk ingericht zodat kinderen daar veel kunnen ontdekken. Middagslaapje De pedagogisch medewerkers bespreken met de ouders welke tijden van slapen voor het kind op dat moment het beste is. Voordat ze gaan slapen gaan de kinderen nog naar het toilet of worden verschoond. Iets vertrouwds van thuis kan bij het slapen erg geruststellend zijn. Speelblok Omdat de meeste jonge kinderen nu slapen, is er gelegenheid om wat gerichte activiteiten te doen met de kinderen die dan op zijn. De peuters die niet slapen krijgen ook gelegenheid om eventueel wat te rusten, we stemmen de activiteit hierop af. Halen Tussen 12.30 uur en 13.00 uur kunnen de kinderen die een ochtend komen opgehaald worden en tussen 13:00 en 13:30 worden de kinderen die de middag komen gebracht. In deze periode komen ook de driejarigen die van de Foundationgroup komen, binnen. Bij het ophalen aan het einde van de dag, vinden we het belangrijk om even met de ouder bij te praten over de dag van hun kindje. Als er aanleiding is om wat uitgebreider te praten wordt hiervoor een aparte afspraak gemaakt. Overdracht van informatie Vanaf half 8 kunnen kinderen van het dagverblijf gebracht worden op 1 groep. Tot 8 uur staan hier 2 of 3 pedagogisch medewerkers. Hier gebeurt de overdracht en zal de pedagogisch medewerker ervoor zorgen dat alle informatie bij de vaste pedagogisch medewerker terecht komt als die om 8 uur begint.
5
b) De werkwijze op de Foundationgroup. Start van de dag Kinderen die zijn aangemeld voor de Foundationgroup worden tussen 8.45 en 9.00 uur op een open, gastvrije en vriendelijke manier ontvangen op de eigen groep. Op dit moment zijn er twee groepen. Voertaal bij de overdracht met de ouders en kinderen is in principe in het Nederlands maar passen we aan bij de behoefte en mogelijkheden van ouders en kinderen. We houden rekening met mogelijke culturele verschillen en benaderen ouders en kinderen respectvol. Na het nemen van afscheid van de ouder kunnen kinderen lekker spelen met de materialen die klaar staan Dat kan zijn in de speelhoeken, dat kan ook aan tafel zijn met een spelletje of tekenspullen; ze mogen dat zelf kiezen. We sluiten zo aan bij de behoefte van het kind en zoeken naar rust en ontspannen sfeer op de groep. Taal Voertaal voor de pedagogisch medewerkers is Nederlands. De teachers spreken Engels. Spelend leren Op een vast moment op de dag (9.00 uur) wordt het speelgoed opgeruimd. Kinderen worden uitgenodigd aan tafel en worden persoonlijk welkom geheten. Vaste onderwerpen in dit tafelmoment zijn de dagen van de week, het weer en het programma van die dag. We starten met een eigen groepsmoment bij de eigen pedagogische medewerkers door een kleine centrale activiteit uit te voeren zoals een liedje, rijmpje of een verhaaltje of iets dergelijks. Daarna kunnen de driejarigen kiezen of ze meedoen aan een activiteit of dat ze vrij spelen in de hoeken. De vierjarigen worden uitgenodigd en gestimuleerd mee te doen aan de activiteit. Activiteiten Het interactief voorlezen van een verhaal, het samen bespreken van een thema of het samenwerken aan een creatieve opdracht de kinderen in hun interactie met elkaar en met ons. Het ondersteunt het groepsgebeuren en laat kinderen ervaren dat ze deel uitmaken van onze groep. Er wordt gewerkt met thema's en die zijn vertaald in te bereiken doelen op gebied van sociaal-emotionele, cognitieve, communicatieve, motorische, creatieve, sociale en morele competenties. Activiteiten maken deel uit van een programma voor meerdere weken. Herhaling, benoemen, rollenspelen en doen/ondernemen vinden we belangrijke manieren om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Vrij spel In onze ruimtes is voldoende prikkelend en stimuleren spelmateriaal aanwezig en biedt de inrichting verschillende mogelijkheden tijdens die vrij spel momenten. In een bouwhoek, poppenhoek en op de speelmat worden kinderen geïnspireerd tot allerlei soorten spel. We observeren, stimuleren, laten kinderen zelf probleempjes oplossen, helpen kinderen bij moeilijke situaties en spelen voor.
6
Buitenspelen We vinden het belangrijk dat kinderen buiten spelen. Vaak als vrij spel moment waarin plezier en buiten zijn voorop staan. Maar ook als momenten om aan te sluiten bij hun belevingswereld en samen op zoek te gaan naar kabouters, zwarte pieten of spinnen. Samen kring- tik- en renspelletjes doen is een andere mogelijkheid die kinderen veel leert over winnen en verliezen, overleggen en onderhandelen, omgaan met regels en afspraken en samen leert werken. Door voorbeeldgedrag, structuur, goede uitleg en een positieve benadering spelen de pedagogisch medewerkers hier een actieve rol in. Pauze Tijdens de pauze kunnen de kinderen drinken en eten. Dit is tevens een moment van rust waarin we een rijke taalomgeving creëren waarin de pedagogisch medewerker Nederlands praat en de teacher Engels. Open deuren Beide groepen liggen naast elkaar. Door middel van ‘open deuren’ zullen tijdens de speelmomenten, beschreven in het dagprogramma, de kinderen van beide groepen samenspelen in de groepen en op de gang die beide groepen verbindt. Humor en plezier hebben, aandacht voor alle kinderen, zorg voor individuele kinderen en het betrekken van de kinderen bij het groepsgebeuren vinden we erg belangrijk. Door ons pedagogisch handelen, spelen de medewerkers een essentiële rol in het welbevinden van de kinderen; de basis voor ontwikkeling. Lunch en rust Aan het einde van de ochtend ruimen de kinderen op, gaan nog naar toilet en wassen hun handen. Ze gaan in hun eigen groepsruimte met hun eigen groep en begeleiders aan tafel voor de lunch. Daarna worden een aantal kinderen opgehaald door hun ouders. Andere kinderen gaan na de lunch naar het kinderdagverblijf. De vierjarigen blijven bij de teachers en hebben ook nog een middagprogramma. De overdracht aan ouders zal afhankelijk van de situatie gebeuren door de teacher of een pedagogisch medewerker. De middag voor de driejarigen van de Foundationgroup. Het middagprogramma voor de kinderen van 0-4 vindt plaats in de verticale dagverblijfgroep, in het Nederlands en met de focus op spelen, plezier en informeel leren daarbij kinderen hun eigen keuze kunnen maken. Als de driejarigen kinderen van de Foundationgroup op de dagverblijfgroep zijn, creëren we rust voor de groep. Kinderen die willen slapen kunnen naar bed, kinderen die willen rusten doen dat in de groepsruimte op de bank. Kinderen die hier geen behoefte aan hebben gaan rustig spelen aan tafel of gaan bijvoorbeeld samen luisteren naar een mooi verhaal. Lekker buiten spelen of met een groepje kinderen van een andere groep in een centrale ruimte spelen zijn ook mogelijkheden
7
die we inzetten als dat personeelstechnisch haalbaar is. We overleggen met ouders over dit rustmoment. c) De werkwijze op onze buitenschoolse opvang Het kindercentrum zit samen met de Internationale school Eindhoven in een gebouw. Om 15.30 uur is de school uit, op woensdag om 12.45 uur. De jongste kinderen worden door de leerkrachten van school naar de bso gebracht. Op dit moment is er 1 kindje van 4 dat bij de Foundationgroup wordt opgehaald door een pedagogisch medewerker en samen gaan zij naar de bso. Vanaf ‘groep 3’ lopen de kinderen zelfstandig naar de bso. Rustmoment aan tafel Bij binnenkomst worden de kinderen in hun eigen basisgroep begroet en staat er drinken en iets lekkers klaar. Er wordt een praatje gemaakt. Op onze bso associëren wij vrije tijd met huiselijkheid en gezelligheid. Het kind bepaalt zelf hoe hij/zij zijn stukje vrije tijd vorm geeft en kan zelf kiezen waar en met wie hij/zij gaat spelen. De pedagogisch medewerker ondersteunt hierbij en zorgt tijdens dit vrije spel ook voor activiteiten. Speelmoment Na het rustmoment mogen de kinderen zelf kiezen wat ze gaan doen op hun eigen groep, er zijn diverse hoeken waar de kinderen kunnen spelen. Kinderen mogen ook gaan spelen bij andere groepen. Ook kunnen ze deelnemen aan de activiteiten die aangeboden worden, hierin hebben zij een keuze. Buiten spelen (op de speelplaats) is natuurlijk ook mogelijk. Een pedagogisch medewerker gaat dan mee of kinderen gaan alleen als zij een zelfstandigheidcontract hebben. De kinderen kunnen een vrije activiteit doen of doen mee aan een georganiseerde activiteit en/of hebben zich opgegeven voor het cursusprogramma. Indien nodig worden ze begeleidt door de pedagogisch medewerkers. Per 1-1-2014 zullen we gaan werken volgens de ‘herdefiniëring bso’ en wordt dat in dit document beschreven. Rustmoment Rond 16.15 uur opruimen en rond 16.30 uur gaan we weer aan tafel met de kinderen of creëren een zelfstandig eetmoment, voor een gezonde snack en drinken. Speelmoment tot het ophaalmoment Na het rustmoment kunnen de kinderen weer een vrije activiteit doen of doen mee aan een georganiseerde activiteit. Indien nodig worden ze begeleidt door de pedagogisch medewerkers. Ophaalmoment Ouders kunnen hun kinderen ophalen van 17.00 uur tot 19.00 uur. Eerder mag, maar graag in overleg met de pedagogisch medewerker. Bij het ophalen nemen we de tijd voor een praatje met de ouders om te vertellen hoe de dag voor het kind is verlopen. Als er aanleiding is om wat uitgebreider te praten, wordt hiervoor een aparte afspraak gemaakt.
8
6
De wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep of stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
Wanneer kinderen nieuw komen op een kdv of bso is er een intakegesprek met ouders waarin we zoveel mogelijk informatie vragen over het kind om het wennen zo passend mogelijk te organiseren. Kinderen kunnen in overleg met ouders een aantal dagdelen komen wennen en nemen bv. knuffels of foto’s mee. Bij doorstroom naar andere groep of naar de bso doen we dat zo geleidelijk mogelijk en betrekken daar kind en ouder actief bij door vooraf en achteraf te bespreken. Samen met de medewerker gaat het kind vanuit de eigen groep verschillende keren een kijkje nemen in de nieuwe groep.
7
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
Wij bieden emotionele veiligheid door te zorgen voor een goede sfeer door onze eigen interactievaardigheden zoals interesse te tonen, humor, te zorgen voor elkaar, positief te kijken, te luisteren en oogcontact te maken. Emotionele veiligheid bieden we ook door duidelijkheid door onder andere consequent te zijn, uit te leggen, eerlijk te zijn en structuur te bieden. Door rust te bieden, plezier te maken en bijvoorbeeld veilige ontwikkelsituaties te creëren stimuleren we het welbevinden van kinderen. We stimuleren de ontwikkeling van persoonlijk competenties door kinderen te ondersteunen bijvoorbeeld jonge kinderen bij het bewegen, omrollen, optrekken e.d., en het oudere kind dagen we uit tot klimmen, glijden, rennen, fietsen of dansen. We stimuleren kinderen als ze iets nieuws proberen door hen de tijd daarvoor te geven, maar hen niet te forceren. Door te kijken wat kinderen nodig hebben voor hun ontwikkeling bieden we activiteiten aan via o.a. het Pedagogisch Kookboek. Onze locatie is zo ingericht dat kinderen worden uitgenodigd tot verschillende activiteiten zoals spelletjes doen, knutselen in het atelier, met de computer werken, droomhuizen te bouwen in de bouwhoek en verkleden en toneelspelen rond het podium. Sociale competenties van kinderen stimuleren we door kinderen uit te nodigen om mee te spelen. We betrekken kinderen bij elkaar helpen of troosten. We coachen kinderen bij het sluiten van vriendschappen. We helpen kinderen die uitgesloten worden om positieve contacten te maken. De overdracht van waarden en normen doen we door ons pedagogisch handelen; we benoemen bijvoorbeeld verschillen zonder te oordelen. We leren kinderen om met zorg om te gaan met dieren en planten in hun omgeving. We ondersteunen kinderen bij het oplossen van conflicten, bijvoorbeeld door zijn gevoel of idee te helpen verwoorden of alternatieven aan te bieden. Op iedere groep zijn regels en wij leven die zelf consequent en op de juiste manier na. We hebben als bijlage onze Gedragscode Taal toegevoegd.
8
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep, speelgroep of basisgroep verlaten. (open deuren beleid)
Kinderdagverblijf: Er is nu 1 verticale groep open en hier werken met niet met open deuren. Foundationgroup: Kinderen op de Foundationgroup kunnen tijdens het speelblok in de ochtend hun eigen groep verlaten
9
om aan activiteiten deel te nemen bij een andere groep of in de hal/speelhal. Ook voor vrij spel kunnen kinderen in de hal of andere groep terecht. Per periode maken we een planning van die activiteiten; een combinatie van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten en vrijspel momenten op een andere groep. Rustmomenten, eten en fruitmomenten vinden in principe in de eigen groep en de eigen groepsruimte plaats. Bso Kinderen van de bso starten hun middag (of dag in de vakantie) op met hun eigen basisgroep. Na die opstart start het open deurenbeleid en kunnen kinderen kiezen welke activiteit in welk vertrek van de speelgroep ze gaan doen. Op de kalender staat welke activiteiten waar plaats vinden. Kinderen kunnen ook vrij spelen in de andere vertrekken van de speelgroep. Tijdens de lunch (in de vakantie of een ADV-dag) en/of aan het einde een middag van een schooldag gaan de kinderen in hun eigen basisgroep zitten voor een rustmoment met hun vast pedagogisch medewerker. Meestal wordt er dan ook iets gegeten en gedronken. Per 1-1-2014 zullen we gaan werken volgens de ‘herdefiniëring bso’ en wordt dat in dit document beschreven.
9
De (spel)activiteiten die kinderen buiten de stamgroepen, speelgroep of basisgroepen kunnen verrichten.
Wanneer er gewerkt wordt met ‘open deuren’ hangen er lijsten met activiteiten op de groepen zodat ook ouders zien wat er allemaal gedaan is.
10
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
Op onze locatie werken bij opening een aantal pedagogisch medewerkers, aansluitend bij de wet- en regelgeving. Daarnaast zijn er op dit moment (onregelmatig) 2 vervangende locatiedirecteuren op locatie aanwezig. Verder zijn er ook een tuinman, die buiten de tuin op orde houdt, en een schoonmaakster van een externe organisatie werkzaam.
11
Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.
Dit is op locatie Columbus niet aan de orde vanwege de samenwerking met en aanwezigheid van medewerkers van de Foundationgroup en de bso.
12
Indien op grond van het tiende lid slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, dient ter ondersteuning van deze
Dit is op locatie Columbus niet aan de orde.
10
beroepskracht ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig te zijn. 13
Indien op grond van het zevende of achtste lid slechts één beroepskracht in een kindercentrum aanwezig is, dan dient de ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten te zijn geregeld.
Dit is op locatie Columbus niet aan de orde.
14
Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Extra opvang is mogelijk als er ruimte is in de groep en er geen extra inzet van personeel nodig is. De vaste pedagogisch medewerker van de betreffende groep kijkt samen met ouders of deze extra opvang mogelijk is op de groep of op een ander groep. Er wordt bekeken: - of er vriendjes zijn, - of er bekende pedagogisch medewerker voor het kind aanwezig zijn (op de dag dat er extra opvang noodzakelijk is) en als laatste wordt tussen ouders en pedagogisch medewerkers afgestemd wie het kind opvangt, wie er op de groep staat, wat belangrijke aandachtspunten zijn voor het kind en of er bijzonderheden zijn. Extra dagdelen worden aangevraagd via het formulier ‘Aanvraag extra opvang’.
15
De wijze waarop het vierogen- en – orenprincipe van artikel 5a is vormgegeven, indien sprake is van dagopvang.
Op ons kinderdagverblijf werken we nu met een babyfoon, open deuren en doorkijkjes door ramen en glas in de deuren waardoor we kunnen kijken of luisteren naar de groep waar 1 collega werkt. Op dit moment werken we met een babyfoon die in verbinding stat met de bso. Aan het begin van de dag en het einde van de dag is er altijd een andere volwassene in het pand. Tijdens de pauzes zijn er altijd meerdere mensen aan het werk en wordt de babyfoon ingezet. Verder staat het onderwerp ‘professionele aanspreekcultuur’ op de agenda van ons teamoverleg.
11
Gedragscode taal voor Columbus. In deze bijlage van ons Pedagogisch Locatiebeleid staan de afspraken over het gebruik van de nederlandse en de engelse taal binnen ons dagverblijf, de buitenschoolse opvang en de Foundationgroup. We onderzoeken in de komende periode of ondersteunend materiaal zoals dagritmekaarten, foto’s en afbeeldingen de kinderen en ouders helpen om beter zicht te krijgen op het programma van de dag, activiteiten die gedaan zijn, ontwikkelingen die kinderen hebben doorgemaakt en regels die we belangrijk vinden. Dagverblijf en buitenschoolse opvang Bieden van veiligheid en geborgenheid Op onze locatie is de voertaal Nederlands. Wanneer we echter merken dat kinderen zich hierdoor niet veilig voelen, en we weten dat engels bekend voor het kind is, schakelen we even over op het engels om ze gerust te stellen of te troosten. Een andere situatie waarbij we over kunnen schakelen op de engelse taal zijn situaties waarbij de fysieke veiligheid in het geding is. Zodra het kan schakelen we weer over op het nederlands. Het stimuleren van de persoonlijke competenties Een belangrijke manier voor het stimuleren van de persoonlijke competenties van kinderen zijn het gericht aanbieden van activiteiten. Hierbij zijn we bewust met de Nederlandse taal bezig; door liedjes, uitleg, verhaaltjes, gesprekjes, benoemen, tellen en aanwijzen brengen we kinderen hiermee spelenderwijs in aanraking. Op de buitenschoolse opvang is de voertaal nederlands. Ouders vinden dat ook belangrijk want hierdoor kunnen kinderen in de Nederlandse maatschappij gemakkelijker integreren. Tijdens bso-tijd maken een groot aantal kinderen hun huiswerk. Wanneer dit huiswerk in het engels is, begeleiden we de kinderen hierbij in de engelse taal. Zo vragen we niet van kinderen om nieuwe informatie die ze nog moeten leren en begrijpen, in hun moedertaal, het engels én het nederlands te denken. Het stimuleren van de sociale competenties Juist in een groep kunnen kinderen sociale competenties ontwikkelen; we stimuleren samen spelen. Wanneer we merken dat de taal een barrière is in dit contact, ondersteunen we kinderen door even over te schakelen op de engelse taal om bijvoorbeeld iets duidelijk te maken. Zodra het kan schakelen we weer over op het nederlands. De overdracht van waarden en normen Ons pedagogisch handelen is een belangrijke manier om waarden en normen over te dragen. Op iedere groep zijn regels en wij leven die zelf consequent en op de juiste manier na. Voertaal is nederlands. We schakelen over op het engels als er (sociale of fysieke) onveilige situaties ontstaan die het welbevinden of de veiligheid van kinderen in gevaar brengen. Foundationgroup Bij de Foundationgroup is er een duidelijke verdeling: de pedagogisch medewerker communiceert het nederlands met de kinderen. De teacher communiceert in het engels. Tijdens centrale momenten waarin bijvoorbeeld uitleg wordt gegeven, vertelt eerst de ISE teacher/klassenassistente in het engels wat de bedoeling is. Daarna vertelt de pedagogisch medewerker dit nogmaals in het nederlands. Bij spelmomenten en individueel contact met kinderen houden de pedagogische medewerkers vast aan hun nederlandse taal (pedagogisch medewerker) en engelse taal (de teacher en klassenassistente).
12