Pedagogisch locatie beleid van:
Pedagogisch locatiebeleid van kinderdagverblijf Nemo. November 2015
1
1
Voorwaarden waarop getoetst wordt: Wij hebben een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Hoe doen wij dat: Nemo werkt volgens het pedagogisch beleid van de Kinderopvanggroep waarin visie en omgang met kinderen is omschreven. Dit beleid is te vinden op de website www.kinderstadinternational.nl In het algemeen pedagogisch beleid van onze organisatie is onze visie en doel in de omgang met kinderen als volgt omschreven: Voor de allerjongsten is geborgenheid en veiligheid, als aanvulling op de gezinssituatie, erg belangrijk. De sfeer in de groep, de gezelligheid en het vrije spel wat wij aanbieden, sluit goed aan bij deze behoeften van jonge kinderen. De dreumesen en peuters kunnen al meer vrijheid aan. Zij hebben meer behoefte aan spanning en uitdaging en willen hun leefwereld groter maken. De pedagogisch medewerkers stemmen de activiteiten voor deze kinderen meer af op hun behoeften. Bij Nemo zorgen we ervoor dat ieder kind zichzelf mag zijn en we respecteren gewoontes en behoeften uit het land van herkomst. Thuis in Kinderstad ‘Thuis in Kinderstad’, dat is ons motto. Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen zich bij ons thuis voelen.
2
Wij informeren de ouders over het te voeren beleid.
Wij informeren ouders schriftelijk; via de website, via digitale nieuwsbrieven en via de informatieborden. Mondeling informeren we via de oudercommissie en via diverse oudercontacten zoals het kennismakingsgesprek, de breng- en ophaalmomenten en de individuele kindbesprekingen. Indien nodig kan er een extra gesprek worden georganiseerd. Nemo is gevestigd op het terrein van de High Tech Campus in Eindhoven. Een groot bedrijventerrein waar zo’n 160 bedrijven gevestigd zijn veelal gericht zijn op technologische ontwikkeling en een internationaal karakter hebben. Voertaal op de Campus is Engels. Nemo is echter een Nederlandstalig kinderdagverblijf, waar natuurlijk wel rekening gehouden wordt met de taal, cultuur en achtergrond van ouders en kinderen. Dit vergt van medewerkers dat zij flexibel zijn en in (kunnen) spelen op de individuele situatie van het kind. De correspondentie met de ouders gebeurt zowel in het Nederlands als in het Engels.(nieuwsbrieven, mail, contracten etc.)
3
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare
Tijdens de opvangdagen volgt iedere groep een eigen dagritme waarin verzorging en opvoeding, aansluitend bij het pedagogisch beleid, een plaats hebben. Wij sluiten aan
termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
bij de pedagogische basisdoelen, zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Wij bieden emotionele veiligheid door te zorgen voor een goede sfeer, o.a. door onze eigen interactievaardigheden, zoals interesse tonen, humor, zorgen voor elkaar, positief kijken, luisteren en oogcontact maken. Emotionele veiligheid bieden we ook door duidelijk en consequent te zijn, uitleg te geven, eerlijk te zijn en structuur te bieden. Door rust te bieden, plezier te maken en veilige ontwikkelsituaties te creëren, stimuleren we het welbevinden van kinderen. We stimuleren de ontwikkeling van persoonlijk competenties door kinderen te ondersteunen, bijvoorbeeld: jonge kinderen bij het bewegen, omrollen, optrekken e.d., en het oudere kind dagen we uit tot klimmen, glijden, rennen, fietsen of dansen. We stimuleren kinderen als ze iets nieuws proberen door hen de tijd daarvoor te geven, maar hen niet te forceren. Door te kijken wat kinderen nodig hebben voor hun ontwikkeling bieden we activiteiten aan via o.a. het Pedagogisch Kookboek. Onze locatie is zo ingericht dat kinderen worden uitgenodigd tot verschillende activiteiten zoals spelletjes doen, knutselen in het atelier, met de computer werken, droomhuizen bouwen in de bouwhoek en verkleden en toneelspelen rond het podium. Sociale competenties van kinderen stimuleren we door kinderen uit te nodigen om mee te spelen. We betrekken kinderen bij elkaar helpen of troosten. We coachen kinderen bij het sluiten van vriendschappen. We helpen kinderen die uitgesloten worden om positieve contacten te maken. We werken aan de overdracht van waarden en normen in ons pedagogisch handelen, we benoemen bijvoorbeeld verschillen zonder te oordelen. We leren kinderen om met zorg om te gaan met elkaar, en ook met dieren en planten in hun omgeving. We ondersteunen kinderen bij het oplossen van conflicten, bijvoorbeeld door een gevoel of idee te helpen verwoorden of alternatieven aan te bieden. Op iedere groep zijn regels en wij leven die zelf consequent en op de juiste manier na. We hebben extra aandacht voor de diversiteit in culturen en bespreken met ouders wat zij belangrijk vinden in de opvoeding van hun kind. En proberen daarin natuurlijk aan te sluiten.
4
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs voor die kinderen begint.
Onze locatie biedt opvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
5
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroepen.
De werkwijze op ons kinderdagverblijf
Baby’s en hun dagritme
Groepen en leeftijdsopbouw op onze locatie: Groepen en leeftijdsopbouw op onze locatie: Nemo heeft uiteindelijk ruimte voor ca 96 kinderen verdeeld over 8 groepen: 2 baby-dreumesgroepen, 3 dreumespeutergroepen en 3 verticale groepen. We houden een gemiddelde doorstroomleeftijd van ongeveer 2 jaar aan van babygroep naar peutergroep.. Tijdens opvang vanwege vakanties kan het zijn dat enkele kinderen opgevangen worden bij een andere stam-groep. Ouders worden hiervan tijdig op de hoogte gesteld en er wordt een formulier ingevuld, wat aantoont dat de ouders hiermee akkoord gaan. Het team van kinderdagverblijf Nemo laat zich in haar pedagogisch handelen inspireren door de methode van Thomas Gordon. We proberen de gevoelens of behoeften van een kind te verwoorden om er zo achter te komen wat een kind bedoelt of wat er aan de hand is. Gordon noemt dit actief luisteren. Op die manier ontstaat er niet alleen begrip maar ook vertrouwen. Soms is het alleen maar nodig om te luisteren zonder woorden; passief luisteren. Daarbij laat de groepsleiding voelen dat zij het kind begrijpen en accepteert zoals het is. Gordon introduceerde de term “ik-boodschap” voor een heel specifieke vorm van communicatie. Als een kind iets doet wat een pedagogisch medewerker niet wil, benoemt ze heel concreet waarom dat voor haar vervelend is. Een kind krijgt daarmee de kans zich in een ander te verplaatsen, zonder dat het zich persoonlijk aangevallen voelt. Het dagprogramma geeft kinderen houvast en veiligheid. Het is voorspelbaar, zodat kinderen weten wat ze kunnen verwachten. Een dagprogramma is niet statisch; de aangegeven tijden zijn bij benadering. We spelen in op de behoefte van de kinderen, de situatie in de groep, het weer etc..
Dreumes-peuter dagritme
Bij de baby’s proberen we nauw aan te sluiten bij de wensen van de ouders en de individuele behoefte (bioritme) van het kind. Baby’s hebben een eigen ritme. Het ritme verschilt per kind. Wel heeft elk kind behoefte aan een aantal terugkerende rituelen. Wij vinden het belangrijk om 1 op 1 aandacht te geven aan het kind. Terugkerende rituelen zijn behalve eten, slapen, verschonen ook knuffelen/spelen en de kinderen mee naar buiten te nemen. Het schema wordt in grote lijnen bepaald door het ritme van het kind. Ouders geven aan in welk ritme het kind zit. Wij passen ons daar zo veel mogelijk op aan. Eventuele veranderingen in schema, al dan niet op advies van ons, kunnen we aangeven aan de ouders in een persoonlijk gesprek of terugkoppelen via het ‘babyschrift’.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
Naarmate de kinderen ouder worden, nemen ze steeds meer deel aan het dagprogramma van de grotere kinderen. De baby’s volgen zoveel mogelijk het ritme dat de ouders aangeven. Toch ontstaat er al snel een soort dagritme dat voor meerdere kinderen geldt, zeker als de kinderen iets groter worden. Dagritme 07.30 – 09.00: kinderen worden gebracht. Ze kunnen vrij spelen, het Blijft rustig in de groep. Tijd voor overdragen bijzonderheden tussen ouders en medewerkers 09.00 – 09.30: vrij spel in de groep 09.30 – 10.00: fruit eten, drinken. Hierbij worden liedjes gezongen of verhaaltjes verteld 10.00 – 10.30: verschoonronde + plassen op de wc. Baby’s brengen we naar bed 10.30 – 11.30: activiteiten tijd: gezamenlijk of in kleine groepjes, buiten spelen en gedeelte vrij spel 11.30: lunch tijd: brood eten en melk drinken 12.30: verschoonronde + plassen op de wc. Peuters die een middagslaapje nodig hebben gaan naar bed. Met de ouderen wordt gezamenlijk een (rustige) activiteit gedaan 14.30: vanaf deze tijd komen de eerste kinderen weer uit bed 15.00 – 15.30: drinken met een tussendoortje(soepstengel, gedroogd fruit of een cracker en liedjes zingen of verhaaltje vertellen 15.30 – 16.30: activiteiten tijd: gezamenlijk of in kleine groepjes, buiten spelen en gedeelte vrij spel 16.30 – 17.00: verschoonronde + plassen op de wc. Baby’s tot 1 jaar krijgen een groentehapje, peuters een soepstengel of fruit 17.00 – 18.30: kinderen worden opgehaald. Ze kunnen vrij spelen, het blijft rustig in de groep. Tijd voor overdragen bijzonderheden tussen ouders en medewerkers Brengen door ouders Tijdens het brengen en ophalen van het kind, kunnen ouders altijd met vragen terecht bij de pedagogisch medewerker. Wij vinden het belangrijk als we van ouders informatie krijgen over bijzondere situaties, zodat we hiermee rekening kunnen houden. Afscheid nemen Wanneer de ouder aangeeft dat het tijd is om te gaan, neemt de pedagogisch medewerker het kind over. We laten het kind duidelijk afscheid nemen, dit voorkomt dat het na een poosje spelen, er plotseling achter komt dat de ouder weg is. De kinderen mogen, na het afscheid nemen, kiezen waarmee ze willen gaan spelen. Er staat ook vaak al wat speelgoed klaar bij het binnenkomen.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
Vaste contactmomenten op de groep Gezamenlijke tafelmomenten: minimaal twee keer per dag met alle kinderen om liedjes te zingen, ervaringen uit te wisselen of elkaar verhaaltjes te vertellen (het kringetje). Er kunnen ook kleine activiteiten worden aangeboden zoals “toveren”. Voordat we aan tafel gaan, helpen de kinderen mee met het opruimen van het speelgoed. Hierdoor is het duidelijk dat er een eind is gekomen aan het spelen en dat we aan iets nieuws beginnen. Eten & drinken Voor we brood gaan eten, ruimen de kinderen samen het speelgoed op. Bij het dekken van de tafel mogen de kinderen helpen. Ook bij het afruimen mogen kinderen soms helpen. Tijdens de maaltijd verwachten we van ze dat ze aan tafel blijven zitten. Dit bevordert de rust in de groep. Als ze wakker zijn, worden ook de kleinste kinderen die nog geen brood eten, betrokken bij de groep door ze bij de (oudere) kinderen te zetten die al wel brood eten. ’s Middags krijgen de kinderen na het kringetje een tussendoortje met drinken. Halen Tussen 12.30 uur en 13.00 uur kunnen de kinderen die een ochtend komen opgehaald worden en tussen 13:00 en 13:30 worden de kinderen die de middag komen gebracht. Bij het ophalen aan het einde van de opvangdag, vinden we het belangrijk om even met de ouder bij te praten over de dag van hun kindje. Als er aanleiding is om wat uitgebreider te praten wordt hiervoor een aparte afspraak gemaakt. Ruimte bieden door open deuren beleid Belangrijk in onze werkwijze is, dat we letterlijk en figuurlijk ruimte bieden om kinderen de kans te geven om op ontdekking en onderzoek uit te gaan. Kinderen spelen in principe niet de hele dag in dezelfde ruimte, maar bijvoorbeeld ook in de speelhal, buiten of bij de buren. We proberen om binnen de groep in te springen op individuele wensen van kinderen. Het open-deuren beleid uit zich bij ons vooral door de speelhal en kinderdagverblijfgroepen die aan elkaar geschakeld zijn. In de speelhal mogen de kinderen op afgesproken tijden spelen, ook kunnen zij een kijkje nemen op de andere groepen en spelen in de diverse hoeken in de verschillende ruimten. We bieden ze de mogelijkheid om met leeftijdgenootjes of kinderen van een andere groep/ leeftijd samen te spelen, dit wordt regelmatig met elkaar afgesproken Personeel Wij volgen de eisen voor de pedagogisch medewerker-kindratio. In de ochtend starten wij gezamenlijk in de ruimte van 1 groep. Ook tussen 17.00 en 18.30 uur kunnen de groepen samengevoegd worden. In principe heeft iedere groep 3
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
vaste pedagogisch medewerkers gedurende de week (buiten vakanties, zieken etc. om). Wanneer het nodig is, komt er een extra pedagogisch medewerker. Omdat op iedere groep dezelfde rituelen terugkomen, zoals fruit eten, samen liedjes zingen, de gezamenlijke broodmaaltijd, is er altijd een herkenbare situatie, wat het kind stabiliteit geeft. Dit maakt het mogelijk dat na overleg met ouders, een kindje eens op bezoek kan bij een andere groep, mits schriftelijk vastgelegd. 6
De wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
Wanneer kinderen nieuw starten op onze locatie, is er een intakegesprek met ouders waarin we zoveel mogelijk informatie vragen over het kind om het wennen zo passend mogelijk te organiseren. Wij vertellen ouders ook hoe wij werken en sluiten graag zo goed mogelijk aan bij thuis. Kinderen kunnen in overleg met ouders een aantal dagdelen komen wennen en nemen bv. knuffels of foto’s mee. Bij doorstroom naar andere groep doen we dat zo geleidelijk mogelijk en betrekken daar kind en ouder actief bij door vooraf en achteraf te bespreken. Samen met de medewerker gaat het kind vanuit de eigen groep verschillende keren een kijkje nemen in de nieuwe groep. Als een kindje gaat doorstromen naar de peutergroep proberen we dat voor ieder kind zo geleidelijk mogelijk te doen. Tijdens het wennen wordt het kind door de ouders op de eigen groep gebracht en gaat daarna met de pedagogisch medewerker naar de nieuwe groep. We kijken goed naar het kind. Hoe het gaat hangt af van de ontwikkeling van het kind en de mogelijkheden binnen de groep. We geven een goede schriftelijke en mondelinge overdracht aan onze collega’s van de nieuwe groep. Verder gaan de stamkaart, kindgegevensformulier en het veilig slapen kaartje mee naar de volgende groep. Mochten de ouders na deze informatie behoefte hebben aan een intake gesprek, vindt deze ongeveer een week voorafgaand plaats.
7
Open deurenbeleid:
De visie van het open deurenbeleid is tweeledig: Ten eerste biedt het een meer natuurlijke afspiegeling van de belevingswereld van het kind. Er mag, net als thuis, in diverse ruimtes gespeeld worden en zodoende krijgt kinderen meer kansen om de wereld om zich heen te ontdekken. Zij maken kennis met meerdere activiteiten en spelen met ander speelgoed dan op de eigen groep. Ook komen kinderen in contact met kinderen uit andere groepen. Ten tweede zorgt het open deurenbeleid ervoor dat de doorstroom voor kinderen naar een andere groep makkelijker wordt. Kinderen kennen de andere ruimtes, andere kinderen en andere pedagogisch medewerkers.
8
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij
Op onze locatie hebben wij het open deurenbeleid als volgt vorm gegeven:
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep, verlaten. (open deuren beleid)
Kinderen op ons dagverblijf kunnen tijdens het speelblok in de ochtend en het speelblok in de middag hun eigen groep verlaten om aan activiteiten deel te nemen bij een andere groep of in de speelhal. In het gebouw hebben we een speelhal waar we activiteiten kunnen organiseren of waar kinderen met slecht weer zich heerlijk even kunnen uitleven met de klimkussens, het huisje en het klimkasteel. Ook met mooi weer volgen wij het opendeuren beleid. We hebben een ruime buitenruimte. In deze tuin hebben we heuvels met een glijbaan, een zandbak met een waterpunt, verder is er nog genoeg plaats om te fietsen en te rennen en waar kinderen op ontdekking kunnen gaan. Hierbij laten we één ruimte open, zodat de kinderen een keuze kunnen maken tussen binnen en buiten spelen. Per periode maken we een planning van die activiteiten; Taalontwikkelingsactiviteiten, techniekactiviteiten en een combinatie van specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten en vrij spel momenten op een andere groep. Op de tegenover elkaar liggende groepen worden verschillende activiteiten aangeboden. 2 + en 3 + bijvoorbeeld. De kinderen kunnen kiezen waar ze bij aansluiten. Rustmomenten, eten en fruitmomenten vinden in principe in de eigen groep en de eigen groepsruimte plaats. Zie verder in de voorgaande tekstblokjes.
10
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
Op onze locatie werken de volgende volwassenen: Stagiaires: Lerende voor Sociaal pedagogisch medewerkster (niveau 3 en 4); Directeur: 4 dagen per week aanwezig ma t/m do
11
Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.
Dit is op ons kinderdagverblijf niet van toepassing. Gezien de grote van onze locatie, openen en sluiten we altijd met minimaal 2 pedagogisch medewerkers.
12
Indien in afwijking van de BKR slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet, dient ter ondersteuning van deze
Dit is op ons kinderdagverblijf niet van toepassing. Gezien de grote van onze locatie, openen en sluiten we altijd met minimaal 2 pedagogisch medewerkers en zijn er ten alle tijden minimaal 2 pedagogisch medewerkers aanwezig.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
beroepskracht ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig te zijn. 13
14
15
Indien op grond van een kloppende BKR slechts één beroepskracht in een kindercentrum aanwezig is, dan dient de ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten te zijn geregeld.
Dit is op ons kinderdagverblijf niet van toepassing.
Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Extra opvang is mogelijk als er ruimte is in de groep en er geen extra inzet van personeel nodig is. De vaste pedagogisch medewerker van de betreffende groep kijkt samen met ouders of deze extra opvang mogelijk is op de groep of op een ander groep. Er wordt bekeken: - of er vriendjes zijn, - of er bekende pedagogisch medewerker voor het kind aanwezig zijn (op de dag dat er extra opvang noodzakelijk is) en als laatste wordt tussen ouders en pedagogisch medewerkers afgestemd wie het kind opvangt, wie er op de groep staat, wat belangrijke aandachtspunten zijn voor het kind en of er bijzonderheden zijn. Extra dagdelen worden aangevraagd via het formulier ‘Aanvraag extra opvang’ en als het kind op een andere groep gaat spelen, wordt het formulier ‘Plaatsing buiten stamgroep’ ingevuld.
De wijze waarop het vierogen- en –orenprincipe van artikel 5a is vormgegeven, indien sprake is van dagopvang.
Het gebouw is zo ingericht dat elke groep ‘open glasdeuren’ heeft en doorkijkjes door ramen en glas in de tussendeuren waardoor we kunnen kijken, luisteren of naar binnen gaan. Indien er slechts 1 pedagogisch medewerker op de groep werkzaam is wordt er te allen tijde gedurende de dag samengewerkt met de tegenover gelegen groep (open deuren beleid) of men kiest ervoor om samen met de kinderen bij een andere groep (baby of dreumes/peuter) aan te sluiten. Vanwege het vele glas in het gebouw is ten allen tijde vanaf de hal/gang de groep en het verschoonkussen zichtbaar. Vanwege de omvang/grootte (8 kindgroepen) kunnen er op alle tijden van de dag collega’s (pedagogisch medewerkers, directeur, stagiaires e.d.) op de groep binnen komen. Ook gedurende de pauzes zijn er altijd minimaal 6-8 collega’s in de groepen aan het werk, alsmede de directeur en stagiaires. Alle deuren in de slaapkamertjes zijn voorzien van een kijkglas. Als iemand alleen staat wordt er gewerkt met een babyfoon met camera voor extra toezicht. Aan het begin en aan het einde van de dag openen en sluiten samenwerkende groepen gezamenlijk, waarbij de kinderen veelal in de hal verblijven.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
Het onderwerp ‘professionele aanspreekcultuur’ heeft in de voorbereiding van deze nieuwe wetgeving herhaaldelijk op de agenda van teamoverleg gestaan. 16
Overdracht instrument 4jarigen voor de basisschool
Wanneer een kind onze opvang verlaat omdat hij of zij naar de basisschool gaat, wordt er soms door de basisschool informatie opgevraagd. In overleg met de ouders en alleen met hun toestemming wordt deze informatie verstrekt.
17
Observatie-instrument Kijken naar Kinderen
Tijdens de wenperiode en daarna jaarlijks, bijv. rond de verjaardag van een kind doen pedagogisch medewerkers een observatie van het kind en van de groep. Dit wordt met het eigen team en natuurlijk met de ouders besproken. Er kan altijd een extra observatie worden gedaan. We hebben hiervoor een eigen observatie-instrument ontwikkelend – Kijken naar Kinderen - op basis van het landelijke erkende kind volgsysteem KIJK. Van 0- tot 4-jarigen volgen we welbevinden en ontwikkeling. Doel van deze jaarlijkse observatie is het volgen van ieder kind en van de groep om de opvang van individuele kinderen maar ook van de groep als geheel te verbeteren en te versterken. Dit in goed overleg met ouders.
18
Vroegsignalering
Hieronder is beschreven hoe wij bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders kunnen doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Ook is beschreven hoe de pedagogisch medewerkers zijn toegerust voor deze taak en op welke wijze zij daarbij worden ondersteund. We verwijzen naar ons zorgprotocol en het algemene pedagogisch beleid van onze organisatie. We leggen alle stappen vast in het kinddossier wat we van ieder kind hebben. We bespreken de mogelijkheden van zorg en opvang voor kinderen die ons opvallen in gedrag en/of ontwikkeling met ouders en met elkaar als team. We hanteren 3 zorgcriteria: 1. Welzijn en ontwikkelingskansen voor het kind in deze groep (is het gebaat bij reguliere groepsopvang en voelt het zich veilig en gezien in de groep? 2. Welzijn en ontwikkelingskansen voor de andere kinderen uit deze groep waarin het zorgkind geplaatst is (groepssamenstelling, voldoende aandacht voor het groepsproces, voldoende individuele aandacht voor alle kinderen) 3. De praktische mogelijkheden en de vaardigheden van het team (competenties en stabiliteit van medewerkers om het kind te begeleiden in de groep met de andere kinderen) We hebben regelmatig kindbespreking op groepsniveau waarin we (bijzonderheden van) kinderen met elkaar doorspreken. Als een pedagogisch medewerker merkt dat
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
een kind opvallend gedrag vertoont, bijzonderheden in de ontwikkeling laat zien en/of specifieke zorg nodig heeft, bespreekt ze dit zo spoedig mogelijk met de ouders. Bijv. tijdens mondelinge overdracht bij haal- en brengmomenten. En indien mogelijk natuurlijk met het kind zelf. Er kan altijd een aparte afspraak gemaakt worden voor een gesprek met ouders. Na overleg met ouders, met collega’s en met de directeur gaan we gericht observeren met ons observatie-instrument (bijv. Kijken naar Kinderen, het IKO-formulier of de VVEobservatielijsten), waarbij we ons steeds afvragen wat de functie en betekenis kan zijn van het gedrag wat het kind laat zien. Dit wordt natuurlijk weer besproken met de ouders. Onze directeur (bege)leidt deze gesprekken met de ouders. Doel is altijd: afspraken maken hoe we het kind kunnen opvangen in de groep en hoe we ouders kunnen ondersteunen bij het zoeken naar gespecialiseerde hulp, als dat nodig lijkt. Als de zorgen blijven en de gekozen oplossingen en afspraken onvoldoende effectief zijn, kan de directeur, met instemming van ouders, een Intern Kindgericht Overleg (IKO) aanvragen. Ze bespreekt dan de zorgen met collegadeskundigen binnen de organisatie. Bij voorkeur sluiten ouders aan bij dit gesprek. Vanuit het IKO kunnen we verdere afspraken maken over hoe we het kind kunnen opvangen en wat ouders en wij als opvang nog kunnen doen, bijv. video opnames op de groep en / of thuis of observaties door de jeugdverpleegkundige of andere (extern) deskundigen. We bespreken ook hoe we kunnen ondersteunen bij eventuele verwijzing naar bijv. Loket Vroeghulp, de GGD of maatschappelijk werk.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11
Nemo Adres: High Tech Campus 18 5656 AE Eindhoven Telefoonnummer: Kantoor:
040-2928044
Zeehondje 040-2911992 Zeester
040-2911993
Dolfijn
040-2911994
Schildpad
040-2911995
Pinguïn
040-2911996
Inktvis
040-2911997
Schelp
040-2911998
Zeepaardje 040-2911999 Algemeen mailadres:
[email protected] Website: www.kinderstadinternational.nl www.hightechcampus.com Openingstijden: Kinderdagverblijf: Nemo 7.30-18.30 uur Locatiedirecteur: Anne-Marie van der Loo Bereikbaar op de volgende dagen: Maandag, dinsdag woensdag en donderdag Telefoonnummer: 0612471691 Mailadres:
[email protected] Opgroeien in een internationale omgeving
We heten alle ouders van harte welkom bij Kinderstad International in Eindhoven. We bieden professionele, Nederlandstalige kinderopvang met een internationaal karakter. Kinderdagverblijf Nemo is een kinderdagverblijf waar kinderen van verschillende nationaliteiten samen komen om te spelen, leren en ontdekken. In een stimulerende, vertrouwde en veilige omgeving waar ze helemaal zichzelf kunnen zijn.
Pedagogisch locatiebeleid Nemo– 12-11-2015
11