PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF WESTERDOK
Oktober 2014
Inhoudsopgave
1.Inleiding
Pagina 3
2.Onze Pedagogische uitgangspunten
Pagina 4
3.Pedagogische doelen
Pagina 6
3.1 3.2 3.3 3.4
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid aan het kind. Gelegenheid bieden tot het verwerven van persoonlijke competenties. Gelegenheid bieden tot het verwerven van sociale competenties. Kinderen gelegenheid bieden om zich waarden, normen en cultuur van de samenleving eigen te maken.
4.Kwaliteit en voorwaarden
Pagina 18
5.Personeel
Pagina 24
6.Contacten met ouders
Pagina 26
7.Tot slot
Pagina 28
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 2
1.Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Westerdok. Dit beleidsplan baseert zich op het pedagogisch kaderbeleid van IJsterk kinderopvang (IJKO) (Februari 2014). Het laat zien hoe er binnen de dagelijkse praktijk van kinderdagverblijf Westerdok vorm en uitvoering wordt gegeven aan dit kaderbeleid. Met dit pedagogisch beleidsplan willen wij: inzicht verschaffen in onze pedagogische opvattingen aan de ouders die hun kinderen aan onze zorg toevertrouwen; inzichtelijk maken hoe onze pedagogische visie vorm wordt gegeven binnen de dagelijkse praktijk van onze kinderopvang; richtlijnen geven aan onze medewerkers. Deze visie zal vervolgens aan de hand van een viertal pedagogische basisdoelen (wet kinderopvang 2005) worden vertaald naar de dagelijkse gang van zaken. Te weten: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid aan het kind. Gelegenheid bieden tot het verwerven van persoonlijke competenties. Gelegenheid bieden tot het verwerven van sociale competenties. Kinderen gelegenheid bieden om zich waarden, normen en cultuur van de samenleving eigen te maken. In het hoofdstuk ‘Kwaliteit en voorwaarden’ zal onder andere worden ingegaan op de werkwijze van de groepen met betrekking tot groottes en samenstellingen. Verder wordt er aandacht besteed aan de fysieke ruimtes en veiligheids- en gezondheidsmanagement. Ook de samenwerking met derden, in het kader van ‘een open blik naar buiten’, maakt hier deel van uit. In het hoofdstuk ‘Personeel’ geven wij inzicht hoe de pedagogische visie vorm wordt gegeven door het handelen van de pedagogisch medewerker. Wij benadrukken het belang van de communicatie tussen onze pedagogisch medewerkers en van Kindercentrum Westerdok en de ouders. Graag gaan wij dieper in op de mogelijke manieren van contact. Tot slot willen wij u meegeven op welke wijze er uitvoering wordt gegeven aan het pedagogisch beleidsplan als ‘werkdocument’. Vanwege het feit dat de functie van pedagogisch medewerker vooral door vrouwen wordt vervuld, hebben wij gekozen voor de vrouwelijke schrijfvorm, echter daar waar zij staat, kan ook hij worden gelezen. Daar waar pedagogisch medewerker staat kan indien van toepassing ook beroepskracht worden gelezen. Daarnaast is er gekozen voor de term ouders, maar daar waar ouders staat, kan ook verzorgers worden gelezen. Kinderdagverblijf wordt afgekort als KDV. De voertaal is Nederlands. Oktober 2014
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 3
2.Onze pedagogische uitgangspunten Wij vinden het belangrijk dat de kinderen gedurende de periode die ze doorbrengen binnen ons kinderdagverblijf een leuke, plezierige en gelukkige tijd hebben. 1. Kinderen worden op een positieve manier benaderd als unieke jonge mensen met ontwikkelingsmogelijkheden. 2. Cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen is de ondersteuning van een groeiproces naar zelfstandigheid en zelfrespect. 3. Wij bieden kinderen een veilige, geborgen, vertrouwde en tevens stimulerende omgeving waarbinnen de ontwikkeling van een eigen identiteit zoveel mogelijk gegarandeerd wordt. 4. Wij bieden kinderen specifieke activiteiten aan. 5. Wij geven kinderen de ruimte voor het experimenteren met sociale vaardigheden. 6. Opvoeden is een dynamisch proces. Binnen dit proces wegen wij af in hoeverre een kind zich op een speelse en vrije manier kan ontplooien en in hoeverre een duidelijke (grenzen stellende) structuur moet worden geboden. 7. Wij volgen kinderen op een gerichte wijze in hun ontwikkeling. 8. Kinderen zijn gelijkwaardig en worden op een gelijkwaardige wijze bejegend. 9. Het welzijn en welbevinden van kinderen staat centraal. Deze pedagogische uitgangspunten worden in het hoofdstuk over de basisdoelen verder uitgewerkt. Montessori KDV Westerdok is een op Maria Montessori geïnspireerd kinderdagverblijf. Bij de allerkleinsten wordt al een basis gelegd door veel Montessori activiteiten aan te bieden. Wij hebben gekozen voor inspireren, omdat wij niet dogmatisch willen werken. De elementen die ons aanspreken hebben we uitgewerkt in het pedagogisch beleid. In de verschillende hoofdstukken is de Montessori visie verwerkt. Twee uitgangspunten binnen de Montessori visie zijn: 1.De gevoelige periode Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen alles onderzoeken. Montessori ontdekte in de ontwikkeling van het kind een bepaalde periode waarin het kind erg gevoelig is om iets te ontdekken. Zij noemde dit de ‘gevoelige periode’. Tijdens zo’n gevoelige periode is het kind in staat met veel gemak iets onder de knie te krijgen, terwijl het voor het aanleren van diezelfde vaardigheden veel meer moeite zal moeten doen in een periode waarin hij/zij daar niet gevoelig voor is. 2.Zelfstandigheid Uitgangspunt van de Montessori pedagogiek is: help mij het zelf te doen. De ruimte is zo ingericht dat een kind zich optimaal zelfstandig kan ontwikkelen. Ook de pedagogische begeleiding is hierop gericht.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 4
Voorschoolse en Vroegschoolse educatie (VVE ) Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is, in eerste instantie, bedoeld als onderwijs voor peuters en kleuters met een taalachterstand. Hiermee kunnen kinderen op een speelse manier hun achterstand inhalen. Zo kunnen zij een goede start maken op de basisschool. Echter, het VVE programma is ook zeer geschikt voor kinderen zonder achterstand en is een goede manier om ontwikkelingsgericht te werken binnen de kinderopvang. Op KDV Westerdok bieden wij VVE aan voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. VVE gebeurt in de eigen groep. Het is een werkwijze die de hele dag en het hele jaar doorloopt. Wat is ontwikkelingsgerichte educatie ? Ontwikkelingsgerichte educatie is een methodische manier van werken waarbij de pedagogisch medewerkers kinderen stimuleren in hun ontwikkeling op ieder gebied. 1. Taalontwikkeling 2. Ontluikende rekenontwikkeling 3. Sociaal-emotioneel gedrag 4. Speel- en leergedrag 5. (Zelf)Redzaamheid 6. Motoriek Montessori Kaleidoscoop Er zijn diverse programma’s voor VVE. Wij hebben gekozen voor de Montessori Kaleidoscoop methode omdat deze het beste aansluit bij de Montessori visie. Zo zijn we veel bezig met de zelfstandigheid stimuleren, werken we thema gericht en werken we veel met Montessori materialen binnen het VVE programma. Zo slaan wij een brug tussen de VVE en de Montessori pedagogiek. Actief leren is de kern van de Montessori Kaleidoscoop methode: kinderen leren door actief betrokken te zijn bij mensen, materialen, gebeurtenissen en ideeën. Pedagogisch medewerkers ondersteunen het actief leren. Zij bieden kinderen een uitdagende leeromgeving, helpen hen hun spel uit te breiden, praten met de kinderen over wat ze aan het doen zijn en helpen hen om problemen zelf op te lossen. Kinderen leren het beste in een stimulerende en geordende leeromgeving. Montessori Kaleidoscoop besteedt daarom veel aandacht aan de inrichting en aankleding van het lokaal. De ruimte is ingedeeld in hoeken (Huishoek, Bouwhoek etc.) Een onderdeel van het dagschema is zelfstandig spelen. We vragen de peuters vooraf waar ze willen spelen en wat ze willen doen. Ze moeten dus een ‘plannetje’ maken. Na afloop ruimen ze zelf weer op. Er is veel aandacht voor de taalontwikkeling. Alle pedagogisch medewerkers van het vaste team én 3 invallers zijn gekwalificeerd in het VVE werken.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 5
3.Pedagogische doelen 3.1Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid aan een kind Wij willen kinderen vooral een (huiselijke) sfeer bieden waarin zij veilig en geborgen zijn. Kinderen ontplooien en ontwikkelen zich het beste als er aan de basisbehoefte van veiligheid en vertrouwen is voldaan. Hiervoor is een warme, liefdevolle omgeving nodig waarin plaats is voor plezier, gezelligheid en rust.
Wij werken volgens een vaste dagindeling. Dit geeft kinderen houvast en voorspelbaarheid. Door deze structuur, duidelijkheid en regelmaat bieden we kinderen veiligheid. Wij hebben huisregels. Ouders ontvangen deze bij de plaatsing. Er zijn vaste tijdstippen voor het brengen en halen van kinderen door hun ouders. Het is belangrijk dat de overgang van thuis naar de kinderopvang vloeiend verloopt. Het brengen en halen vindt plaats in een zo ontspannen mogelijke atmosfeer. Er zijn individuele wenprogramma’s voor nieuwe kinderen. Deze worden in overleg met de ouders vastgesteld. Wij streven ernaar zoveel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers op de groepen te hebben. Onze medewerkers creëren een prettige sfeer in de groep waardoor de kinderen zich geborgen kunnen voelen. De groepsruimtes zijn gezellig ingericht. De pedagogisch medewerkers leren de kinderen spelenderwijs op te ruimen, schoon te maken en netjes om te gaan met het materiaal en speelgoed. In overleg met ouders wordt vastgesteld wat ieder kind nodig heeft binnen de kinderopvang. Dit kan onder andere betrekking hebben op slaap- en/of voedingspatronen, maar ook op een specifiek ontwikkelingsaspect.
Dagindeling Om de kinderen een gevoel van veiligheid en geborgenheid te geven bieden wij een vaste structuur. De kinderen worden tussen 8.00 en 9.30 uur gebracht. Ouders kunnen tot 9.30 uur blijven om rustig afscheid te nemen of informatie uit te wisselen. Bijvoorbeeld: goed of slecht geslapen / tijdstip eerste fles / andere bijzonderheden. Voor de rust van de kinderen is het van belang dat iedereen om 9.30 uur binnen is en we kunnen beginnen met de dag. Soms komt het voor dat een kind wat later wordt gebracht, dan horen wij dat graag van te voren. 9.30 uur 10.00 uur 10.30 uur
11.30 uur
12.30 uur
Fruit en water/thee. De kleinsten gaan aan de grote tafel, de peuters zitten aan de peutertafel. De jongste baby’s liggen in de box of zitten in het kuipstoeltje aan tafel. Verschoonronde of naar de wc gaan. De oudste baby’s worden naar bed gebracht. Er is ruimte voor een activiteit met de oudste kinderen. Buiten spelen, knutselen, (Montessori) activiteiten of vrij spel. Als de kunstenares er is doet zij met de kinderen een knutselactiviteit. Eén pedagogisch medewerker blijft bij de jongste kinderen op de groep. Het is nu de tijd om flessen te geven. De kinderen die ’s ochtends slapen komen rond half 12 weer uit bed en worden verschoond en aangekleed. Lunchtijd. De lunch bestaat uit brood en een salade of een warme maaltijd en melk. Na het eten wassen de peuters hun handen en gezicht bij de wasbak. De jongere kinderen worden aan tafel schoongemaakt. De grote kinderen die naar bed gaan kleden zich uit, maar houden bovenkleding aan en worden verschoond. Het streven is om 13.00 uur te slapen. De baby’s hebben ondertussen de ruimte voor zichzelf en spelen veilig op de grond.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 6
15.00 uur De baby’s hebben een cracker/rijstwafel en sap gehad en gaan weer slapen. De peuters komen uit bed, worden verschoond of gaan naar de wc, en krijgen daarna een cracker/rijstwafel en sap. Het is weer tijd voor vrij spel, buiten spelen of activiteiten. Flessen worden gegeven aan de jongste baby’s. 16.30 uur De baby’s worden rond deze tijd wakker. Alle kinderen worden nog een keer verschoond of gaan naar de wc. Vanaf nu kunnen kinderen opgehaald worden. Ook is het mogelijk om uw kind i.v.m. omstandigheden eerder op te halen. Graag horen wij dit van te voren, zodat we daar rekening mee kunnen houden. Bij het ophalen is er tijd voor overdracht tussen pedagogisch medewerker en ouder(s). 18.15 uur Ruimt de pedagogisch medewerker de groep op en is er tijd voor een korte overdracht. KDV Westerdok sluit om 18.30 uur. Tafelgewoontes en rituelen rondom het eten
Voor de lunch plassen, handen wassen en afdrogen. Kinderen blijven in principe aan tafel zitten totdat iedereen klaar is. Wij leren de kinderen om zo spoedig mogelijk uit een beker te drinken. Rust aan tafel is belangrijk. Luisteren naar elkaar. Leren voeding benoemen in plaats van wijzen. Uitgangspunt aan tafel is dat het gezellig is. Het is een groepsmoment met aandacht voor elkaar. Zo worden kinderen op een vriendelijke manier aangemoedigd om korstjes te eten of een beker melk te drinken, maar het wordt ze niet opgedrongen als ze dit echt niet willen. Dit om een machtsstrijd te voorkomen.
Montessori en tafelmanieren Peuters vanaf ongeveer twee jaar, zitten tijdens de maaltijd aan de lage peutertafel. Bij een broodmaaltijd liggen er boterhammen klaar, boter, beleg, bestek en een schenkkan met melk. Wij leren de kinderen zoveel mogelijk zelf te doen, bijvoorbeeld zelf hun brood smeren, wat ze over het algemeen enorm leuk vinden! De kinderen kiezen zelf wat zij op hun brood willen. Variatie in broodbeleg wordt gestimuleerd. Bij een warme maaltijd worden de borden door de pedagogisch medewerkers opgeschept. Afhankelijk van de situatie en leeftijd van het kind haalt het zelf een doekje als er geknoeid is. Na het eten ruimen de peuters hun tafeltje zelf af. Borden, bestek en bekers brengen ze naar de keuken in de groep. Als we klaar zijn met eten, wassen de peuters zichzelf met een washandje bij de wasbak. De jongere kinderen worden aan tafel geholpen door de pedagogisch medewerkers.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 7
Voedingsbeleid Bij kinderdagverblijf Westerdok wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van biologische voeding. Het biologische brood komt vers van de bakker, en ook de kok gebruikt zo veel mogelijk biologische producten in de maaltijden. De kinderen van het kinderdagverblijf krijgen om de week elke dag een warme lunch. Onze kok kookt zeer gevarieerd en kinderen leren zo verschillende smaken en structuren te eten. In de andere week eten de kinderen boterhammen aangevuld met rauwkost of een salade. Wij vragen ouders bij de viering van een verjaardag rekening te houden met ons voedingsbeleid en zoetigheid/ snoep te vermijden en een gezonde traktatie mee te brengen.
Slapen
Zowel de baby’s als de peuters slapen in een eigen bedje met hun eigen beddengoed. In principe nemen kinderen niets mee naar bed. In overleg met de ouder kan een kind een eigen knuffel, doekje of speen mee naar bed nemen. Sieraden en haarspeldjes worden vanwege de veiligheid af en/of uitgedaan (zie IJKO huisregels). Ook gaan er geen speenkoordjes of grote knuffels/kussens mee naar bed. Baby’s Voor de jongste baby’s geldt dat zij in hun eigen ritme slapen. Opbouwend naar structureel twee keer per dag op vaste tijdstippen (dit is meestal vanaf 8 a 9 maanden). Daarna afbouwend naar één keer per dag op een vast tijdstip. Peuters Vanaf de peuterleeftijd zijn er vaste slaaptijden van 13.00 – 15.00 uur. In overleg met de ouders wordt de behoefte aan rust per kind vastgesteld. Ondanks de individuele slaap behoefte van een kind is het slapen een sociaal gebeuren. De kinderen kleden zich gezamenlijk uit en zij gaan met elkaar naar de slaapkamer. De kinderen slapen in onderkleding.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 8
Hoe benaderen wij de kinderen Wij nemen de kinderen serieus en vinden het belangrijk dat iedereen respect heeft voor elkaar. Respect voor elkaar hebben geldt voor de omgang met en tussen iedereen: kinderen onderling, tussen pedagogisch medewerker en kind, pedagogisch medewerker en pedagogisch medewerker, ouders en pedagogisch medewerkers, de manager en pedagogisch medewerkers. Hierdoor bevorderen wij het gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Concreet doen wij dit op de volgende manier: Door het geven van liefdevolle aandacht voelt het kind zich uniek. Wij begroeten elk kind dat binnenkomt, knuffelen de kinderen en laten weten dat ze welkom zijn. Pedagogisch medewerkers verwoorden wat een kind doet en voelt en leren kinderen zo emoties te kennen en herkennen. Op iedere groep zijn regels waar de kinderen zich aan moeten houden. De pedagogisch medewerkers stellen duidelijke grenzen waarbij ze de kinderen in hun waarde laten. Binnen deze grenzen kunnen de kinderen zichzelf zijn. Niet het kind afwijzen, maar het gedrag benoemen. Nooit zeggen ‘wat ben je toch altijd vervelend’, maar ‘Ik vind het niet leuk dat je….(slaat)’. Accepteren en gelijk behandelen van kinderen en hun ouders ongeacht religie, huidskleur of cultuur. Stimuleren van zelfstandigheid door zelf aan- en uitkleden, opruimen, eten en drinken. Maar ook door het zelf laten proberen kleine onderlinge conflicten op te lossen. Inspelen op individuele behoeftes. In overleg met het kind kijken naar de mogelijkheden op die dag. Bij activiteiten zoals knutselen gaat het om het plezier, beleving en ontdekking, en niet zozeer om het eindresultaat. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden: rekening houden met elkaar, elkaar helpen, naar elkaar leren luisteren, uitdelen bij traktatie, elkaar geen pijn doen, conflicten tussen kinderen begeleiden, bij conflicten tussen pedagogisch medewerker en kind maakt de pedagogisch medewerker het altijd weer goed met het kind, groepsregels aanleren. Hierbij maken wij veel gebruik van complimentjes. Stil staan bij het feit dat kinderen ook veel van elkaar kunnen leren. Dit op het gebied van spelervaringen, maar ook van emoties. Zo leggen we bijvoorbeeld aan de groep uit waarom een kind verdriet heeft. Met de kinderen in gesprek te zijn in plaats van over hen te spreken in hun aanwezigheid. Een baby die bijna op het punt staat om te rollen, speelgoed aanbieden zodat het aantrekkelijker wordt om echt door te rollen. Door op bovenstaande manier met de kinderen om te gaan proberen we een ‘warm welkom’ neer te zetten. Een liefdevolle en veilige omgeving te bieden. Ook de ouders willen wij het gevoel van het ‘warme welkom’ geven. Inrichting en ruimtegebruik Kinderdagverblijf Westerdok ligt op het Westerdokseiland en biedt een prachtig uitzicht op het water en de woonarken. In deze omgeving past een stoere, frisse en lichte Holland uitstraling. Ons kindercentrum heeft hoge plafonds, grote ramen en rood-witblauwe kleuraccenten. Er is gekozen voor rust in aankleding en inrichting. We hebben daarom geen drukke posters aan de muren.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 9
Het speelgoed bevat zo min mogelijk prints of afbeeldingen. Een autootje heeft bijvoorbeeld geen gezicht en op het poppenbedje staan geen Disney-figuren. Speelgoed is functioneel. Op de groep heerst een vertrouwde uitnodigende en huiselijke sfeer. In plaats van traditionele kinderopvang meubels hebben we echte teaktafels met Tripp Trapp stoelen, een mooie relax stoel of een bank en kasten waar kinderen zelf materiaal kunnen uitzoeken. Ieder kind op het KDV heeft een eigen rieten mandje met zijn of haar foto en naam daarop. Voor de kleinste baby’s is er een hangwieg en een hoge box. Voor de ontwikkeling van baby’s is het belangrijk dat ze veel kunnen oefenen met rollen, kruipen en andere motorische vaardigheden. Dit kan veilig in de box of op een kleedje op de grond. Er zijn een paar kuipstoelen voor fruithapjes aan tafel. Zo kunnen baby’s ook gezellig bij het tafelgebeuren betrokken worden. De speelgang is ingericht voor kinderen vanaf twee jaar. Er staat een vitrinekast met daarin uitgestald vanuit welk thema er wordt gewerkt.
De peuters van de Margriet en Narcisgroep kunnen op de speelgang torens bouwen of een treinbaan leggen zonder dat zij gestoord worden door de kleintjes. Verder liggen er zachte grote blokken waar kinderen overheen rollen, stapelen, huizen bouwen en al wat hun fantasie ingeeft. Op de gang mogen ze ook rennen als ze dat willen; op de groep mag dit niet in verband met de veiligheid van de kleinere kinderen. Ook zijn er verkleedkleren en een spiegel op de gang te vinden.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 10
De baby’s spelen niet op de gang. Zij kunnen op onderzoek in de groepsruimte, kruipen rond en de echte durfals nemen soms een kijkje bij de andere groep. Ook is er een speelgang voor de KDV kinderen ingericht: de ‘ bomengang’. Met het bomenbehang, cd-speler met bosgeluiden en de mooie lampen die een apart lichtval geven wordt een leuke relax- of speelplek gecreëerd waar de kinderen onder toezicht kunnen spelen.
Buiten spelen doen de kinderen van het kinderdagverblijf in de aangrenzende speeltuin van het kinderdagverblijf. De buitenruimte kan gescheiden worden in twee ruimtes door middel van een afsluitbaar hek. In de ene ruimte vinden we een zandbak en een glijbaan geschikt voor de allerkleinsten. Tevens zijn hier de opberghokken te vinden van ander materiaal spullen voor in de zandbak, (skippy)ballen en een watertafel. In de andere ruimte bevindt zich een grotere glijbaan en een moestuintje. Er zijn veel verschillende fietsjes aanwezig.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 11
3.1.1Wenbeleid, afname extra dag(deel) opvang, samenvoegen stam-of basisgroepen en vierogenprincipe De wijze waarop het wennen plaatsvindt, onder welke voorwaarden een extra dag (deel) opvang kan worden afgenomen, of stam-of basisgroepen worden samengevoegd én hoe het vierogenprincipe in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd, zijn belangrijke aspecten voor het borgen van de emotionele veiligheid van kinderen. Deze onderwerpen worden uitgewerkt in hoofdstuk 4. 3.2 Gelegenheid bieden tot het verwerven van persoonlijke competenties Bij kinderdagverblijf Westerdok speelt de Montessori pedagogiek bij de uitwerking van dit basisdoel een belangrijke rol. Uitgangspunt is hierbij om de zelfstandigheid te stimuleren.
Peuters trekken ’s ochtends zelf hun jas uit en hangen die aan het haakje. Natuurlijk gaat het sneller als papa of mama helpt; toch vragen wij de ouders niet teveel te helpen en de kinderen het zelf te laten doen. Een kind mag zelf iets uit de kast pakken en daarmee spelen. Het kind ruimt ook zelf weer op. Peuters kleden zichzelf uit voor het middagdutje. Peuters smeren zelf hun boterhammen en schenken melk in.
Materiaal en speelgoed Montessori materiaal is ontwikkelingsmateriaal dat aan specifieke en hoogwaardige eisen moet voldoen. Enkele kenmerken van Montessori materiaal zijn dat het zo veel mogelijk ‘controle van de fout’ mogelijk maakt; het kind merkt zelf of hij/zij iets niet goed doet. Hierdoor wordt de zelfstandigheid bevordert. Daarnaast is het materiaal zo ontworpen dat steeds één eigenschap centraal staat: bijvoorbeeld als het om sorteren gaat, moet het niet ook andere vaardigheden bevatten. Ten slotte voldoet Montessori materiaal aan hoge esthetische eisen: het is zeer degelijk vervaardigd, uit natuurlijke materialen. Ook de pedagogisch medewerkers ontwikkelen Montessori materiaal voor individuele en groepslesjes. Bijvoorbeeld een lesje schenken, wegen, vouwen of drijven en zinken. Als er veel kinderen op bed liggen, tussen 13.00 en 15.00 uur, is er ruimte om dit met de oudste peuters te doen. Na een korte introductie door de pedagogisch medewerker kan een kind hier zelfstandig mee verder gaan.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 12
In de kasten heeft alles een vaste plek. Dit maakt de omgeving voor de kinderen overzichtelijk. Het materiaal ligt veel in rieten manden met een foto met de inhoud op de voorkant. Kinderen kunnen zelf uitkiezen waar ze mee willen spelen, zij kunnen het zelf pakken en terugzetten in de kast. Naast het Montessori materiaal hebben we ook ‘gewoon’ speelgoed dat zoveel mogelijk uit natuurlijke materialen is vervaardigd. Er zijn bijvoorbeeld boerderijdieren, duplo, poppen en treinbanen.
Begeleiden van spel De pedagogisch medewerkers zijn professionals in het werken met kinderen. Onze pedagogisch medewerkers zijn verder Montessori minded door het volgen van workshops, werkbezoeken aan andere Montessori kindercentra, studiedagen en teamvergaderingen. Zij weten in welke ontwikkelingsfase het kind zich bevindt en passen het speelgoed daar op aan. Bijvoorbeeld een baby die gaat grijpen, speelgoed aanbieden voor deze fase of een peuter die steeds sneller de insteekpuzzels in elkaar legt een puzzel met stukjes aanbieden. Hierbij worden de voorkeuren en eigenheden van het kind meegenomen. Als een kind bijvoorbeeld graag met duplo speelt zal het, wanneer het groter wordt, op een rustig moment lego aangeboden krijgen.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 13
Pedagogisch medewerkers spelen, tijdens het begeleiden van spel, in op de emoties en leermomenten. Als een kind gefrustreerd raakt omdat iets nog niet zo goed lukt, zal de pedagogisch medewerker het kind op weg helpen. Als iets echt nog te moeilijk is, krijgt het kind in ieder geval een compliment voor de poging: ‘Wat goed dat je dat probeert’. Het zelfvertrouwen van het kind groeit hierdoor. Door steeds een stukje verder te gaan in het spelaanbod kan een kind ontwikkelen waar hij of zij goed in is. Buiten spelen, rennen, fietsen en klimmen dragen bij aan een goede grove motoriek, maar ook samen dansen. We beschikken over muziekinstrumenten, maar laten ze ook verschillende soorten muziek horen, van klassiek tot peuterpop. Voor het ontwikkelen van de fijne motoriek bieden we bijvoorbeeld verf of krijtjes aan, leren we baby’s met hun handjes of een lepel te eten, peuters met bestek of laten we kinderen mandarijntjes pellen. Ook zijn we veel bezig met taal: we lezen voor, zingen samen liedjes, praten aan tafel en zeggen versjes op. Kinderen leren ook van elkaar door met elkaar te communiceren. Op het kinderdagverblijf zijn er kinderen aanwezig in verschillende ontwikkelingsfasen: een zuigeling, dreumes en peuter. In deze fasen liggen verschillende accenten op motorische en cognitieve vaardigheden. Zo kan een zuigeling bezig zijn met het ontdekken van het eigen lichaam, een dreumes met de kunst van het lopen en een peuter met zinnetjes zeggen. Elke fase stelt specifieke eisen aan de vaardigheden van de pedagogisch medewerkers. Rust Naast de drukke activiteiten op de groep creëren wij rustmomenten. Dit doen wij op de volgende manier: Tijdens de maaltijden. Door geen radio’s in de groepen aan te hebben. Wanneer een deel van de kinderen in bed ligt op het kinderdagverblijf hebben de pedagogisch medewerkers de rust en de aandacht voor de kinderen die wakker zijn; We geven kinderen de ruimte om hun energie kwijt te kunnen, maar op sommige momenten is het fijn om het rustig te hebben op de groep. Voor het slapen gaan lezen we bijvoorbeeld een boekje voor zodat kinderen tot rust kunnen komen. De pedagogisch medewerker Om kinderen zich op een prettige manier te laten ontwikkelen is een professionele houding van de pedagogisch medewerker nodig. De pedagogisch medewerker: is actief in de begeleiding van het kind; stimuleert de kinderen om zelf initiatieven te nemen en gaat daar zo veel mogelijk in mee. Het kind ontwikkelt daardoor een gevoel van eigenwaarde en (zelf)respect; biedt het kind mogelijkheden om zijn spelsituaties uit te breiden; leert de kinderen eigen keuzes te maken en een eigen mening te hebben; biedt het kind de mogelijkheid zijn grenzen te verleggen. We willen dat elk kind zijn individualiteit in de groep kan bewaren. De pedagogisch medewerker: is zich bewust van en houdt rekening met de verschillen binnen een groep wat betreft de leeftijden, verschillende ontwikkelingsniveaus en eigen kenmerken van kinderen; houdt in haar aanpak en omgang met het kind rekening met die verschillen.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 14
3.3 Gelegenheid bieden tot het verwerven van sociale competenties Wij zijn ons ervan bewust dat de interactie met leeftijdgenoten, het deel uitmaken van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen, kinderen een leeromgeving biedt voor het opdoen van sociale vaardigheden. Wij proberen dit zo goed mogelijk te begeleiden. Hieronder kunt u lezen hoe wij dit op ons kinderdagverblijf vorm geven. Omgaan met elkaar Pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie. Zij laten zien hoe je met elkaar hoort om te gaan. Door dagelijks met de kinderen in de groep om te gaan, hebben de pedagogisch medewerkers zicht op de onderlinge verhoudingen van de kinderen: kinderen die naar elkaar toetrekken, minder goed met elkaar omgaan of kinderen die van nature wat minder op andere kinderen zijn gericht. Vriendschappen worden gerespecteerd. Vriendjes mogen samen spelen of naast elkaar aan tafel zitten. Kinderen oefenen in sociaal gedrag door samen spelen. Hierdoor kunnen de kinderen elkaar nieuwe vaardigheden leren. Kinderen inspireren elkaar vaak. Plotseling komen ze met creatieve ideeën, een spontane oplossing voor een probleem of zeggen nieuwe woorden die ze nog niet eerder hebben gezegd. Soms eindigt een samenspel in een conflict. We zullen dan eerst kijken of kinderen er zelf uit komen. Als dit niet lukt, dan bemiddelt de pedagogisch medewerker in het conflict. Wanneer kinderen elkaar niet zo liggen is het van de situatie afhankelijk hoe we hiermee omgaan. Op de eerste plaats respecteren wij dat sommige kinderen elkaar niet liggen. Uitgangspunt is wel dat kinderen elkaar geen pijn mogen doen en op een aardige manier met elkaar om moeten gaan. Als dit niet gebeurt, leggen we uit wat voor effect het heeft op een ander. Soms halen we een ruziemaker uit de situatie en zetten hem of haar even op de bank of stoel. Het kan zijn dat wij merken dat de kinderen elkaar eigenlijk niet goed kennen waardoor het niet klikt. Dan kunnen we de kinderen juist samen laten spelen om elkaar beter te leren kennen. Dit kan een positief effect opleveren. Voorwaarde is dat een kind zich veilig moet voelen en niet bang is voor het andere kind. Het gevoel van veiligheid en je lekker voelen in de groep houden wij goed in de gaten. Op een kinderdagverblijf leven kinderen in een groep. Het groepsgevoel wordt versterkt tijdens het gezamenlijk eten, activiteiten en het doen van spelletjes. Kinderen leren op elkaar te wachten, naar elkaar te luisteren en houden rekening met elkaar. De pedagogisch medewerkers bevorderen de communicatie tussen de kinderen door een gesprek met ze te voeren of ze zelf te laten vertellen over wat ze gedaan hebben.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 15
Subgroepjes naar leeftijd We maken vaak subgroepjes door bijvoorbeeld de peuters van de twee groepen een gezamenlijke activiteit aan te bieden: knutselen, een Montessori lesje, buiten spelen of in de ochtend spelen in de klaproos ruimte. Er kunnen dan pedagogisch medewerkers van beide groepen meegaan. De baby’s blijven dan met de andere pedagogisch medewerker op de groep. Door de verschillende leeftijden in de groep leren de kinderen van en met elkaar. Zo laten we soms de grote kinderen helpen bij het uitkleden of we laten ze een doekje halen wanneer een beker is omgegooid. Voor de grotere kinderen is dit goed voor het zelfvertrouwen en de kleinere leren hierdoor op een ander te kunnen terugvallen. Tevens leren ze van het gedrag van de oudere kinderen en nemen ze dit over. Open deuren beleid Wij hanteren op sommige momenten een open deuren beleid. Welke momenten dit zijn staan nader beschreven bij het hoofdstuk, situaties waarbij kinderen de stamgroepen verlaten. Kinderen van de groepen kunnen dan bij elkaar op bezoek gaan omdat de tussendeuren openstaan. Zo leren ze andere kinderen en andere pedagogisch medewerkers kennen.
3.3 kinderen gelegenheid bieden om zich waarden, normen en cultuur van de samenleving eigen te maken. Waarden en normen Respect hebben voor elkaar: kinderen, ouders en medewerkers. Aandacht en liefde. Veiligheid en geborgenheid. Dit uit zich in: Ieder kind mag er zijn. Wij staan open voor verschillende culturen en de waarden en normen van de verschillende ouders. Elk kind krijgt ongeacht huidskleur, religie of achtergrond onze liefde en aandacht. Wij discrimineren niet (KOIJ werkt volgens de anti discriminatiecode). Dit leren wij de kinderen ook; Als wij op de groep zijn, zijn we er voor de kinderen; We luisteren actief naar elkaar en we praten met de kinderen over de leuke, spannende of verdrietige dingen die zij hebben meegemaakt; We schreeuwen niet in de groep; Er worden geen kinderen buitengesloten; Kinderen hebben het recht om emoties te uiten; Kinderen mogen elkaar - lichamelijk en geestelijk - geen pijn doen; Het aanleren van tafelmanieren: het regelmatig gebruik van bestek, niet spelen met eten, wachten met eten tot iedereen eten heeft. We blijven rustig aan tafel zitten tot iedereen klaar is; Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 16
Het delen met elkaar; Respect hebben voor de omgeving en het milieu. We leren kinderen om aandacht te hebben voor hun omgeving (opruimen van speelgoed) en de natuur (o.a. aandacht voor de seizoenen).
Straffen en belonen Het accent ligt bij ons op belonen en niet op straffen. Bij straffen keuren wij het gedrag van het kind af en niet het kind. Wij leggen uit waarom wij het gedrag afkeuren en wat voor effect zijn/haar gedrag op de anderen kan hebben. Wij maken de straf niet te zwaar: het kind wordt bijvoorbeeld even uit de situatie gehaald. Wij houden er rekening mee dat het kind zich altijd veilig moet voelen bij ons. Wij maken veel lichamelijk contact zodat het kind zich geliefd en begrepen voelt. Wij geven vaak complimentjes aan de kinderen waardoor het kind zich prettig voelt en het minder vaak negatief gedrag zal laten zien. Feesten en rituelen Maria Montessori hechtte veel waarde aan rituelen. Wij staan stil bij de volgende gelegenheden: Verjaardagen: Er is een feestmuts voor de jarige Job of Jet, er hangen slingers, er wordt gezongen en er is een cadeautje. Trakteren tijdens een verjaardag vindt plaats in de ochtend rond 9.30 uur. Afscheidsfeestjes: als kinderen ons kinderdagverblijf verlaten wordt daar aandacht aan besteed. Sint Maarten, Sinterklaas, kerst, paasviering; Geboortes en ander lief en leed.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 17
4.Kwaliteit en voorwaarden 4.1 Werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw stam-of basisgroep Wij werken met stamgroepen op het kinderdagverblijf. Dat betekent dat iedere groep een eigen groepsruimte heeft met vaste pedagogisch medewerkers. Per groep zijn iedere dag twee pedagogisch medewerkers aanwezig die de kinderen begeleiden en verzorgen. Ouders worden bij het plaatsingsgesprek geïnformeerd in welke stamgroep hun kind geplaatst wordt en welke beroepskrachten op welke dagen werken. Ons kinderdagverblijf heeft vier verticale groepen, de Narcis, Margriet, Tulp en Klaproos. Er is plaats voor maximaal twaalf kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Kinderen worden voor 1, 2, 3, 4 of 5 dagen geplaatst. Bij de planning en plaatsing wordt gestreefd naar een evenwichtige leeftijdsopbouw en groepssamenstelling (verhouding jongens – meisjes). Ouders kunnen ook een groepsvoorkeur uitspreken. De voorkeur wordt alleen gehonoreerd als de groepssamenstelling dit toelaat. Ieder kind heeft een vaste stamgroep met de vaste pedagogisch medewerkers die bij deze groep horen. Dit biedt veiligheid en geborgenheid. Beroepskracht -kind ratio (BKR) Hoeveel kinderen er maximaal in een groep geplaatst mogen worden en het aantal pedagogisch medewerkers in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie is wettelijk vastgelegd in de Beleidsregels kwaliteit van de Wet kinderopvang. Deze zijn aangepast in januari 2013. Voor een kinderdagverblijf is dit: 0 tot 1 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 4 aanwezige kinderen 1 tot 2 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 5 aanwezige kinderen 2 tot 3 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 6 aanwezige kinderen 3 tot 4 jaar: 1 pedagogisch medewerker per 8 aanwezige kinderen Wij berekenen de BKR op www.1ratio.nl ------------------------------------------------------------------------------------------------In de praktijk stemt IJKO de personele bezetting af op het aantal aanwezige kinderen. Wij houden altijd rekening met de situatie in de groep en kijken naar de individuele kinderen. Soms is er een wenkind of vraagt een kind meer aandacht, dan is het beter dat de pedagogisch medewerker met minder kinderen werkt. 4.2 Wenbeleid Tijdens het wennen leren wij het kind kennen door het te observeren en zoveel mogelijk contact te leggen. We laten het kind de groep zien en het kind krijgt de eerste wendagen zoveel mogelijk extra aandacht. Hierdoor ontstaat een vertrouwensband tussen pedagogisch medewerker en kind, zodat het kind zich snel veilig en vertrouwd bij ons voelt. In deze wenperiode kunnen ook de ouders wennen aan (de gewoontes van) het kinderdagverblijf en vertrouwen krijgen in de pedagogisch medewerkers.
Als een kind is geplaatst op ons kinderdagverblijf worden de ouders ongeveer twee weken voor de startdatum uitgenodigd voor een plaatsingsgesprek (de intake). Het wenschema wordt tijdens dit gesprek ingepland. Het wennen van een kind vindt plaats in overleg met de ouder. Als de beroepskracht-kind-ratio het toestaat en de maximale groepsgrootte niet wordt overschreden, vindt het wennen van een kind plaats voorafgaand aan de plaatsingsdagen. Dit voor maximaal 8 uur. Hiervoor worden geen extra kosten in rekening gebracht. U kunt hier echter geen aanspraak op maken, wij doen ons uiterste best om dit mogelijk te maken. Wij wennen maar met één kind tegelijk per groep. Uitzondering hierop is een tweeling of broertje/ zusje uit één gezin. Tevens maken wij hierop een uitzondering bij het opstarten van een nieuwe groep. Wij wennen dan met meer kinderen tegelijk.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 18
Afhankelijk van hoe het wennen verloopt, kan een kind kortere of langere dagen óf een kortere of langere periode wennen; Afspraken m.b.t. het wennen worden schriftelijk vastgelegd; Gedurende de wenperiode is altijd een van de ouders of een andere volwassene die bekend is voor het kind bereikbaar en beschikbaar.
Er is geen mogelijkheid om intern van groep te wisselen binnen het kinderdagverblijf. Wij menen dat het voor de hechting en de stabiliteit goed is dat een kind gedurende zijn of haar gehele kinderdagverblijf periode in één groep blijft. 4.3 Extra dag(deel) opvang Kinderen worden in één vaste stamgroep geplaatst. Als ouders tijdelijk extra opvang af willen nemen, en er voor de gewenste extra opvang (nog) geen plaats is op de vaste stam- of basisgroep van het betreffende kind, kan de extra opvang plaatsvinden in één andere groep. Voorwaarde is dat ouders schriftelijke toestemming geven voor de extra opvang op de andere groep en er schriftelijke afspraken over de duur van de extra opvang op de andere buurgroep worden gemaakt met de ouders. Hiervoor wordt het formulier ingevuld “toestemming ouder extra kinderopvang in andere groep dan eigen stamgroep”. Ouders vullen voor een dag extra opvang het formulier “afrekening extra opvang” in. De extra opvang wordt achteraf in rekening gebracht. Structureel Als ouders voor langere tijd extra opvang willen, bv. vanwege (tijdelijke) uitbreiding van werk, en er is geen plaats in de eigen stamgroep dan geven ouders hiervoor schriftelijk toestemming middels een aanvullende plaatsingsovereenkomst waarin afspraken gemaakt worden over de duur van de extra opvang in de andere groep. De extra opvang wordt in de maand voorafgaand aan de maand waarin de opvang plaatsvindt in rekening gebracht. 4.4 Samenvoegen van stamgroepen De groepen werken op kinderdagverblijf Westerdok onderling veel samen. Bij KOIJ zijn alle pedagogisch medewerkers er voor alle kinderen. Door de onderlinge samenwerking en doordat alle pedagogisch medewerkers samen één team vormen, kennen de kinderen alle pedagogisch medewerkers en vice versa. Wij streven ernaar om zoveel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers en invallers in te zetten omdat dat vertrouwd is voor de kinderen (en ouders) en hen veiligheid biedt. Er is minimaal één vast gezicht op de groep. Op onze kinderdagverblijf groepen Margriet en Narcis en de groepen Tulp en Klaproos voegen wij samen van 18.00 uur tot 18.30 uur. Wij streven ernaar tevens een stagiaire in te zetten ter ondersteuning op deze tijden. Wij voegen de kinderen van de ‘voorgroepen’ niet samen met de ‘achtergroepen’. In onze visie vinden wij het niet goed dat de kinderen van de achterste groep moeten verblijven in de voorste groepen en andersom. Zij zijn niet voldoende vertrouwd met deze groepen. Wij bewaken hierbij de BKR middels een turfsysteem.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 19
4.5. Vierogenprincipe
Ons pand voldoet door het vele glas en doorkijkjes aan het vier ogen principe. Zo is er altijd toezicht op elkaar. Er is nooit iemand alleen in het pand met de kinderen. Wij maken gebruik van babyfoons om elkaar te kunnen ‘horen’. Tevens hebben wij een open aanspreek cultuur in het aanspreken op elkaars gedrag en omgang met de kinderen en met elkaar, lopen we regelmatig bij elkaar naar binnen, hebben we een nauwe samenwerking met elkaar en hebben we door het gebruik van stagiaires, een kok en een kunstenaar veel extra ogen. De manager is tevens veel uren in de week aanwezig. Zij is zeer regelmatig in de groepen te vinden. 4.6 Situaties waarbij kinderen de stamgroep verlaten In de onderstaande situaties verlaten kinderen hun stamgroep en maken gebruik van andere ruimtes of hebben te maken met andere pedagogisch medewerkers. Hierbij wordt de maximale omvang van de stamgroep tijdelijk losgelaten. Het aantal beroepskrachten blijft dan van kracht, toegepast op het totaal aanwezige kinderen. Kinderen worden in niet meer dan twee ruimtes per week opgevangen.
Bij kinderdagverblijf Westerdok werken wij met open deuren beleid. (zie ook het hoofdstuk 3.3 Gelegenheid bieden tot het verwerven van sociale competenties/ open deuren beleid). De kinderen kunnen dan in de aangrenzende buurgroep spelen (de inrichting is hierop afgestemd). Bij deze situatie is de pedagogisch medewerker van de groep waar het kind speelt verantwoordelijk voor de kinderen. Als er buiten wordt gespeeld op de buitenspeelplaats van het kinderdagverblijf. De groepen maken op hetzelfde tijdstip gebruik van de buitenruimte.
Bij het spelen in de speelgang. Bij specifieke activiteiten, bijvoorbeeld met de kunstenares in het atelier.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 20
In overleg met de ouder kan een kind een dag op een andere groep geplaatst worden als een gewenste extra dag op de eigen groep niet gehonoreerd kan worden vanwege de groepsbezetting (beroepskracht-kind-ratio). Als er een uitstapje wordt gemaakt met de bolderkar of met het openbaar vervoer (zie Richtlijnen bijzondere activiteiten en uitstapjes).
4.7 kwaliteitshandboek Het pedagogisch beleid van IJKO en kinderdagverblijf Westerdok staat niet op zich, maar heeft een duidelijke samenhang met ander beleid, richtlijnen, protocollen en afspraken. Dit betreft bijvoorbeeld de onderwerpen: plaatsingsbeleid, kennis maken en wennen, contacten met ouders, voeding, richtlijnen voor bijzondere activiteiten en uitstapjes, het toedienen van medicijnen en homeopathische middelen, het veilig laten slapen en inbakeren van jonge kinderen, hoe om te gaan met persoonsgegevens, veiligheid en gezondheid, ziekte en werkinstructies wat te doen bij calamiteiten. Deze stukken zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek, ter inzage bij kinderdagverblijf Westerdok. 4.8 Externe richtlijnen Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling: De kinderopvang heeft een verplichte meldcode wat betreft het signaleren of vermoeden van kindermishandeling. Wij werken met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor het signaleren en melden van huiselijk geweld volgen wij de geldende richtlijnen. Indien nodig wordt er contact opgenomen met het Advies Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Tevens is er op elke groep én op kantoor de meldcode en het stappenplan te vinden in een map, wordt er in elk groepsoverleg de kinderen die opvallen besproken en wordt de meldcode in teamvergaderingen en studiedagen regelmatig geagendeerd. Zo zorgen wij ervoor dat wij de meldcode geïmplementeerd houden in onze werkwijze. Meldplicht gewelds- en zeden delicten door professionals: Er is een meldplicht gewelds- en zedendelicten door professionals. Dit betekent dat alle medewerkers in de kinderopvang voorziening VERPLICHT zijn om bij een vermoeden dat een collega zich schuldig maakt aan seksueel of ander geweld tegen een kind, dit te melden bij de houder van het kindercentrum. IJsterk kinderopvang is dan verplicht om dat contact op te nemen met een vertrouwensinspecteur. Hygiëne en besmettelijke ziekten: IJKO volgt voor de kinderdagverblijven de richtlijnen die staan beschreven in het handboek “Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal”. Dit handboek ligt ter inzage op het kantoor van de manager kinderdagverblijf. Veiligheid en gezondheidsmanagement: Onze locatie voldoet aan de formele veiligheidseisen, zoals die door de overheid aan de kinderopvang gesteld worden. Wij hebben op elke groep minimaal één BHV-er die adequaat kan handelen in geval van calamiteiten en eerste hulp kan verlenen. Wat betreft de veiligheid van kinderen zijn onze medewerkers gebonden aan de werkinstructies en richtlijnen zoals wij die geformuleerd hebben in het Kwaliteitshandboek kinderdagverblijven. Deze werkinstructies kunt u inzien op de groep van uw kind. Ouders hebben de plicht de groepsleiding te informeren over bijvoorbeeld speciale voeding en/of ziekte. Binnen het centrum wordt hier aandacht voor gevraagd door middel van posters en protocollen, zodat iedere medewerker hiervan op de hoogte is, hiernaar handelt en invallende krachten hiervan op de hoogte brengt. Dit is in het belang van de veiligheid van het kind. Een keer per jaar worden er Risico Inventarisaties & Evaluaties (RI&E) Veiligheid en Gezondheid uitgevoerd. Hierbij wordt geïnventariseerd welke risico’s kinderen lopen en welke maatregelen er genomen moeten worden om die risico’s te verminderen. Op Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 21
basis van de uitkomsten van de inventarisaties wordt er een Plan van Aanpak gemaakt met verbeteracties. Hierbij wordt ook gekeken naar de registratie van (bijna) ongevallen. De oudercommissie geeft advies over deze plannen. De GGD (inspectie) controleert of de veiligheid en gezondheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is aan de hand van de RI&E en door bezoekjes. Enkele voorbeelden van afspraken en voorzieningen in het kader van de veiligheid: beveiligde stopcontacten, vingerstrips op deuren, schoonmaakmiddelen hooggeplaatst, niet rennen met potloden, kwastjes en scharen, hete dranken niet binnen bereik van kinderen, EHBO-trommel op de groepen, de nooddeuren zijn altijd open, een keer per jaar brandoefening, opgeleide bedrijfshulpverleners, etc. Voor het handhaven van de veiligheid vragen wij de medewerking van de ouders (zie de IJKO huisregels). Hygiëne is een belangrijke voorwaarde voor goede kinderopvang. Kinderen worden gemotiveerd om hun persoonlijke hygiëne serieus te nemen door bijvoorbeeld gezamenlijk hun handen en gezicht te wassen. Voor zowel de kinderen als de groepsleiding bestaan richtlijnen, zoals handen wassen na toiletbezoek, na het buitenspelen, voor en na het eten. Ook het uitkoken van spenen en het verschonen van bedden gebeurt volgens vaste schema’s; minimaal één keer per week, indien nodig vaker. Door het werken volgens duidelijke richtlijnen over hygiëne en besmettelijke ziekten wordt aan de basisvoorwaarde voldaan om een zo veilig mogelijke omgeving te scheppen voor opgroeiende kinderen. Onze locaties worden dagelijks schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf dat op de hoogte is van de geldende voorschriften. Ook het personeel is op de hoogte van de geldende voorschriften. Pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging en hygiëne van de kinderen, de ruimtes en het speelgoed. Wanneer een kind op de opvang niet zijn normale zelf is, wordt de ouder hierover geïnformeerd en overleg gepleegd wat het beste is voor het kind (zie KOIJ huisregels). Bij koorts (38 graden) of een erg zieke indruk waarbij het kind meer persoonlijke aandacht nodig heeft, verzoeken wij de ouders het kind op te halen. Wij geven alleen medicijnen aan kinderen die verblijven op onze kinderopvang als er een medische noodzaak bestaat. Heeft een kind in verband met een langdurige of chronische ziekte óf om bijvoorbeeld een kuur af te maken tijdens het verblijf op de opvang medicijnen nodig, dan vullen de ouders het formulier Toedienen medicijnen en homeopathische middelen in. Ook voor het geven van homeopathische middelen vullen de ouders het formulier in. Als het echt niet anders kan geven wij onder bepaalde voorwaarden medicijnen die zijn voorgeschreven door een huisarts of specialist. Ouders zijn er verantwoordelijk voor dat het medicijn op het centrum voorradig is en dienen de houdbaarheidsdatum in de gaten te houden. Het beleid Toedienen medicijnen en homeopathische middelen kunt u inzien op de locatie. Veilig slapen en inbakeren van jonge kinderen Protocol veilig slapen Baby’s slapen conform het protocol Veilig slapen en wiegendoodpreventie tijdens kinderopvang. De preventieve maatregelen zijn bekend bij onze medewerkers. Wij leggen baby’s op hun rug te slapen (niet op hun buik). De baby’s slapen in niet gewatteerde katoenen slaapzakjes (wij gebruiken geen dekbedjes) óf de bedjes worden kort opgemaakt met een dekentje. Een slaapzak wordt niet gecombineerd met ander beddengoed. De pedagogisch medewerkers gaan iedere 10 minuten in de slaapkamer kijken. Het protocol wiegendood ligt ter inzage op de groep en de werkinstructies inzake veilig slapen en wiegendoodpreventie hangen bij de slaapkamer. Inbakeren Wij bakeren baby’s nóóit in op eigen initiatief. Als ouders verzoeken een baby op de door hen toegepaste wijze in te bakeren, wordt in overleg met de manager en de pedagogisch medewerkers gekeken wat de mogelijkheden zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met een aantal voorwaarden. In alle gevallen wijzen onze pedagogisch medewerkers ouders nadrukkelijk op de risico’s en de preventieadviezen (zie beleid veilig slapen en inbakeren van jonge kinderen).
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 22
Hangmat en op de groep slapen In overleg met de ouder kan ervoor gekozen worden dat een baby op de groep slaapt. Baby’s slapen dan in een hangmat of in de box. Zodra baby’s zichzelf kunnen omdraaien gaan zij niet meer in de hangmat. 4.9 Welbevinden van kinderen Dagelijks zijn wij actief in het observeren van de kinderen en besteden daarbij veel aandacht aan het effect van onze begeleiding in de ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers vullen minimaal een keer per jaar een formulier in van ieder kind. Dit formulier wordt als leidraad gebruikt voor het jaarlijkse oudergesprek. Soms ontwikkelt een kind zich niet zo goed en heeft het extra aandacht nodig of geeft het extra zorgen. Dit kan zijn vanwege gedrag- en/of leerproblemen, een handicap of chronische ziekte of problemen in de thuissituatie. De dagelijkse opvang op de groep kan dan niet toereikend zijn en van invloed zijn op het welbevinden van een kind op het kindercentrum. Pedagogisch medewerkers hebben een belangrijke signalerende functie als zij menen dat de kwaliteit van de opvang voor het betreffende kind niet kan worden gewaarborgd en deskundigheid van buitenaf noodzakelijk is. 4.10 Samenwerking met derden Er vindt afstemming plaats tussen de verschillende instanties die met een kind te maken hebben. Indien nodig overleggen wij met het consultatiebureau, het Ouder Kind Centrum (OKC), VTO-team (Vroegtijdige Onderkenning) of de buurtregisseur. Voor de begeleiding van kinderen met een handicap of andersoortige ontwikkelingsproblemen zoeken wij ondersteuning. Geïnteresseerden zijn welkom om een blik te werpen in ons kinderdagverblijf. Op afspraak zal, bij voorkeur, de manager een rondleiding kan geven. Buurtfunctie van het kinderdagverblijf Veel kinderen van ons kinderdagverblijf wonen op het Westerdok of in de nabije buurt. Maar ook maken wij veel ‘verbinding’ met de buurt. Zo hebben wij samengewerkt met de dansstudio op het Westerdok en tuigen wij elk jaar de kerstboom op bij het Westerdoksplein en rond Valentijn kon een diner bij restaurant ‘Open’ worden gewonnen. Wij zijn dus echt een ‘buurt’ kinderdagverblijf.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 23
5. Personeel 5.1 De pedagogisch medewerker Wij werken met deskundige pedagogisch medewerkers en invalkrachten die beschikken over een diploma dat vereist is voor het werken in de kinderopvang (conform de CAO Kinderopvang minimaal mbo niveau). Tevens is het vaste team én 3 invalkrachten gecertificeerd in het VVE Montessori caleidoscoop werken. Alle medewerkers, stagiaires én invalkrachten beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) 1. De kinderopvangbranche heeft een beroepscode. De beroepscode vormt een leidraad voor het handelen en het gedrag tijdens de uitoefening van het beroep door de pedagogisch medewerker. IJKO heeft een anti-discriminatiecode. 5.2 Competenties De belangrijke competenties zijn te verdelen in vier domeinen: 1. Het omgaan met kinderen, samenwerking met collega’s en zelfreflectie; 2. Contacten met ouders, samenwerking met scholen en andere instanties; 3. Organisatorische vaardigheden; 4. Het omgaan met regels, procedures, protocollen en beleid. 5.3 Ondersteuning door ander volwassenen De pedagogisch medewerkers worden in hun dagelijkse werkzaamheden ondersteund en aangestuurd door de manager. Regelmatig krijgen zij werkbegeleiding in de vorm van werkoverleg, waarbij het pedagogisch handelen, de ontwikkeling van de kinderen, het contact met de ouders en de onderlinge samenwerking aan bod komen. Ook vindt er teamoverleg plaats. Onze kok kookt om de week. In de oneven week hebben de kinderen van het kinderdagverblijf een warme lunch.
Kinderdagverblijf Westerdok biedt mensen de gelegenheid het beroep van pedagogisch medewerker zich eigen te maken. Zo hebben er in het verleden bij ons beroepskrachten in opleiding en pedagogisch medewerkers in ontwikkeling gewerkt en zou het mogelijk kunnen zijn dat dit nogmaals gebeurt. De mate van inzetbaarheid op de groep is vastgesteld in het beleid Beroeps Praktijk Vorming en wordt schriftelijk vastgelegd op basis van hun vorderingen. Daarnaast werken wij in ons kinderdagverblijf graag met stagiaires van een relevante pedagogische opleiding. Deze stagiaires zijn voor langere (stage) periode verbonden aan één groep. Zij worden in het eerste en tweede leerjaar altijd boventallig op de groep
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 24
ingezet en werken naast de gediplomeerde pedagogisch medewerkers. In het laatste jaar van hun studie bekijken wij zorgvuldig of iemand in het leerproces eraan toe is om incidenteel, bij ziekte én in de vakanties ingezet kan worden als invalkracht. Wij schrijven de stagiaire dan in als 0-uren invalkracht en betalen daar dan ook als zodanig voor. Op kinderdagverblijf Westerdok werkt er per groep minstens één bedrijfshulpverlener (BHV er). In totaal zijn er 5 BHV ers in het team werkzaam. Eenmaal in de 2 weken komt er een kunstenares op de groepen werken en éénmaal per maand is er een muzikant van Memo (memorabele momenten).
Op het gebied van pedagogische ondersteuning kan een beroep gedaan worden op Het Pedagogium van IJsterk. Wat betreft de kwaliteit en veiligheid vindt ondersteuning plaats door de beleidsmedewerker. 5.4 Achterwacht Er zijn altijd, in ieder in ieder geval, twee pedagogisch medewerkers aanwezig tijdens de openingstijden van het kinderdagverblijf. Er is dan ook nooit een pedagogisch medewerker alleen in het pand. Zo kan dan, in het geval van calamiteiten één van deze medewerkers met het kind mee kan naar, bijvoorbeeld de huisarts of het ziekenhuis. Meer informatie over onze afspraken en regels omtrent calamiteiten kunt u vinden in onze werkinstructies calamiteiten, in het kwaliteitshandboek dat ter inzage op kantoor ligt. In geval van nood kan de pedagogisch medewerker zich altijd wenden tot de manager of haar achterwacht. Dit is een collega manager. De directeur kinderopvang is tevens telefonisch bereikbaar. Deze collega’s kunnen binnen 15 minuten aanwezig zijn in het kinderdagverblijf.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 25
6.Contacten met ouders Wij vinden een goede samenwerking, communicatie en wederzijdse informatieuitwisseling met de ouders belangrijk. Dat begint al bij de eerste rondleiding van de (potentiële) ouder, daarna bij de plaatsing, het kennismaken en wennen, vervolgens bij de dagelijkse breng- en haalcontacten en de oudergesprekken. Wij willen dat ouders (en kinderen) zich welkom voelen. Ouders zijn welkom op kinderdagverblijf Westerdok om mee te praten, te denken en te doen! Een goede onderlinge vertrouwensband bevordert het welbevinden van de kinderen. Respect voor elkaar, elkaars mening, visie en achtergrond, vormt hierbij de basis. Het is voor een kind belangrijk te zien en te voelen dat verschillende opvoeders in zijn leven een goede band hebben. De pedagogisch medewerker zet zich actief in voor het opbouwen en onderhouden van een goede en constructieve relatie met de ouders. Zij investeren in een goed contact met de ouders van ieder kind, zij ondersteunen de ouders in de zorg en de opvoeding van hun kind. Een keertje kijken, en dan? Als ouders na een rondleiding op ons kinderdagverblijf enthousiast zijn geworden, kunnen ze hun kind aanmelden via de afdeling klantencontact van IJKO. Bij plaatsing krijgen de ouders een uitnodiging voor een intakegesprek op kinderdagverblijf Westerdok. Het intakegesprek is bedoeld als nadere kennismaking tussen pedagogisch medewerker en ouder(s)/kind. Tijdens het intakegesprek wordt uitvoerig stil gestaan bij hoe het kind zich tot dusver heeft ontwikkeld. Uiteraard zijn de onderwerpen bij een baby voor het kinderdagverblijf van een andere orde (o.a. voedingstijden en slaapritme) dan bij de aanname van een tweejarige (o.a. fysieke, cognitieve en sociale ontwikkeling). Er worden afspraken gemaakt met betrekking tot de wenperiode. Deze informatie wordt bewaard in de groepsmap van de groep waar het kind geplaatst is. Informatie over kinderdagverblijf Westerdok en IJKO wordt aan de ouders meegegeven. Er is alle ruimte voor vragen, opmerkingen en wensen. Communicatiemiddelen Tijdens het verblijf op kinderdagverblijf Westerdok, dragen wij zorg voor de onderstaande informatie: Op het niveau van het welbevinden van het eigen kind Bij het kinderdagverblijf wordt dagelijks een lijst bijgehouden met slaaptijden, eetmomenten en eventuele andere bijzonderheden. Bijvoorbeeld taalspel gedaan/ geknutseld/ gespeeld met… Deze lijst vormt de leidraad bij het ophaalmoment. (Zie hoofdstuk 3.1 Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid aan het kind / dagindeling) Jaarlijks wordt er bij het kinderdagverblijf een formulier ingevuld. Dit is een uitgebreid formulier, waarin o.a. gewoontes van het kind met betrekking tot eten/ drinken/ slapen/ rustmomenten aan de orde komen, maar ook de ontwikkeling van het kind, lichamelijk, cognitief en sociaal. Dit formulier wordt als leidraad gebruikt bij het jaarlijkse oudergesprek. Er zijn evaluatiegesprekken na de wenperiode en er is een overdracht naar de basisschool bij 4 jaar en een exitformulier bij het verlaten van het kinderdagverblijf.
Op niveau van het kinderdagverblijf Regelmatig mailt de manager om ouders op de hoogte te brengen van de laatste nieuws. Wat is er gebeurd? Wat staat er te gebeuren? Bijvoorbeeld veranderingen in personeel of oproepen vanuit de oudercommissie. Maakt u als ouder uw mailadres bij ons bekend?
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 26
Tevens verschijnt er aan het begin van de maand een nieuwsbrief met informatie over de locatie. Jaarlijks wordt een ouderavond georganiseerd. Thema is bijvoorbeeld de verticale groep of Montessori pedagogiek. Het weblog van kinderdagverblijf Westerdok Uniek is onze fotodocumentatie op onze weblog, die wekelijks aangevuld wordt met leuke foto’s van de kinderen. Het webadres is op te vragen bij de groepsleiding of de manager. Facebookpagina U kunt ons kinderdagverblijf liken op facebook. Hier worden geen foto’s van de kinderen geplaatst.
Op niveau van de organisatie (Nieuws)brieven van IJKO worden per mail verstuurd. Meer informatie van IJKO is terug te vinden op de website www.ijsterk.nl
6.1 Medezeggenschap Kinderdagverblijf Westerdok heeft een actieve oudercommissie. De namen en omschrijving van de leden kunt u vinden boven de kapstokjes bij de toegangsdeur. De oudercommissie werft nieuwe leden als dit nodig is. De rechten en plichten van de oudercommissie zijn beschreven in het medezeggenschapsreglement. Hierin worden de onderwerpen genoemd waarover de oudercommissie adviesrecht heeft. Daarnaast helpt de oudercommissie bij het organiseren van activiteiten, uitstapjes en feesten. Het map van de oudercommissie staat in de kast op kantoor. 6.2 Klachtenprocedure Ouders hebben te allen tijden het recht om direct een klacht in te dienen bij de onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK) waarbij IJKO is aangesloten (zie www.klachtkinderopvang.nl). Klachtenformulieren zijn verkrijgbaar op kinderdagverblijf Westerdok of kunt u van onze website downloaden. Als ouders ontevreden zijn of klachten hebben, vinden wij het prettig als zij in eerste instantie contact opnemen met de direct betrokken medewerker, de locatiemanager, de manager kinderopvang of de afdeling klantencontact. Indien de klacht niet naar tevredenheid wordt behandeld of opgelost, kunnen zij schriftelijk een klacht indienen die volgens onze interne klachtenprocedure wordt behandeld. Bij plaatsing ontvangen de ouders de klachtenprocedure.
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 27
7.Tot slot Wij hopen met dit pedagogisch beleidsplan inzichtelijk te hebben gemaakt wat de visie en werkwijze van kinderdagverblijf Westerdok op dit moment is. Het pedagogisch beleidsplan wordt eenmaal per drie jaar in overleg met de oudercommissie geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Ook dit beleidsplan is aan de oudercommissie voorgelegd en na bijstelling vastgesteld. Hiermee komen vorige versies te vervallen. Het pedagogisch beleid is altijd in ontwikkeling. Binnen onze organisatie staan wij open voor initiatieven, kansen, veranderende (pedagogische) inzichten en andere maatschappelijke en professionele ontwikkelingen. Jaarlijks wordt een pedagogisch werkplan gemaakt op basis van het pedagogisch beleid. In het werkplan staan de concrete taken, activiteiten en doelen waaraan het team wil werken binnen een bepaalde tijd. De vaststelling van dit werkplan gebeurt in overleg met de werknemers en de oudercommissie. De verschillende onderwerpen uit het beleidsplan worden besproken tijdens werkbesprekingen en teamvergaderingen, waarin de pedagogisch medewerkers een actieve rol hebben. Hiermee wordt voorkomen dat het beleid niet alleen theorie is, maar ook daadwerkelijk in de praktijk wordt uitgevoerd. Bij de vaststelling van dit pedagogisch beleidsplan is tevens gebruik gemaakt van het pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Het kaderbeleid dat als basis is gebruikt voor dit pedagogisch beleid, zal ook iedere drie jaar worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Om vast te stellen of wij de kwaliteit leveren waar wij voor staan, maken wij gebruik van de kwaliteitsmonitor van het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKOKwaliteitsmonitor). Dat is een praktisch instrument waarmee wij de pedagogische kwaliteit van de opvang in kaart kunnen brengen. Het is mogelijk om de kwaliteit te beoordelen van de interacties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen, van de leefomgeving en de structurele kwaliteit. Het geeft inzicht in de sterke en zwakke kanten van de opvang en op welke concrete punten de pedagogische kwaliteit verbetert kan worden. De pedagogische kwaliteit wordt in ieder geval éénmaal per drie jaar gemeten. Mocht u na het lezen van dit pedagogisch beleid nog vragen hebben, dan horen wij dat graag! Namens het team wensen wij de ouders en kinderen een plezierige tijd op kinderdagverblijf Westerdok.
Bruisende Montessori geïnspireerde opvang; met plezier voorop ! Wat ik hier heel prettig vind is de kleinschaligheid, iedereen kent elkaar. Goed vanuit de buurtfunctie. En er is echt hele fijne begeleiding.’ Annemarie (moeder van Lucas, Lennart, Stella en Julie)
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf Westerdok Versie oktober 2014
Pagina 28