Pedagogisch Beleid Kinderdagverblijf
Versie mei 2015
Inhoud Wat is een Pedagogisch Beleid? ......................................................................................................... 3 Onze visie ......................................................................................................................................... 4 De doelstellingen van kinderdagverblijf ’t Boerderijke ........................................................................ 5 De hoofddoelen ............................................................................................................................................ 5 De pedagogische doelen ............................................................................................................................... 5 Hoe bereiken wij deze doelen? .......................................................................................................... 6 Hoofddoelen ................................................................................................................................................. 6 1. Zorgen dat kinderen zich thuis voelen ................................................................................................. 6 2. Ondersteunen in de opvoeding en verzorging van kinderen. ............................................................... 7 3. Ondersteunen van de ouders. ............................................................................................................... 7 4. Ondersteunen van jezelf en je collega’s ............................................................................................... 8 5. Peuters op kinderdagverblijf 't Boerderijke ......................................................................................... 8 De pedagogische doelstelling ....................................................................................................................... 9 1 Emotionele veiligheid........................................................................................................................... 9 2 Persoonlijke competenties.................................................................................................................... 9 3 Sociale competenties ......................................................................................................................... 10 4 Waarden en Normen ......................................................................................................................... 10 Het werkplan .................................................................................................................................. 12 Groepsamenstelling .................................................................................................................................... 12 De ruimtes .................................................................................................................................................. 12 Verlaten stamgroep dagopvang .................................................................................................................. 14 Structuur......................................................................................................................................... 15 Dagindeling kinderdagverblijf ................................................................................................................... 15 Wennen....................................................................................................................................................... 17 Baby’s .................................................................................................................................................... 17 Dreumesen/Peuters ................................................................................................................................ 18 Afscheid ..................................................................................................................................................... 19 Extra dagen/dagdelen ................................................................................................................................. 19 De ontwikkeling .............................................................................................................................. 20 Lichamelijke (motorische) ontwikkeling ................................................................................................... 20 Emotionele ontwikkeling ........................................................................................................................... 20 Sociale ontwikkeling .................................................................................................................................. 21 Cognitieve (verstandelijke) ontwikkeling .................................................................................................. 21 Creatieve ontwikkeling............................................................................................................................... 22 Praktische benaderingen voor ons ................................................................................................... 24 Verdriet....................................................................................................................................................... 24 Conflicten ................................................................................................................................................... 24 Corrigeren en belonen ................................................................................................................................ 24 Het eigen lichaam ....................................................................................................................................... 25 Signaleren van problemen .......................................................................................................................... 25 Verschillende culturen ................................................................................................................................ 25 Beroepskracht-kind ratio ............................................................................................................................ 25 Beroepskrachten in opleiding ..................................................................................................................... 26 Vierogen principe ....................................................................................................................................... 26 Achterwachtregeling .................................................................................................................................. 27
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
2
Wat is een Pedagogisch Beleid? Een Pedagogisch Beleid is een beschrijving van de manier waarop wij naar kinderen kijken, onze visie, hoe wij met kinderen omgaan en waarom we dit zo doen, onze werkwijze. Volgens ons bestaat ons werk niet alleen uit het simpelweg opvangen van kinderen maar zijn wij gedurende het hele proces ook mede verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen. Kinderdagverblijf ’t Boerderijke is een kleinschalige professionele kinderopvang in Deurne en biedt opvang aan kinderen van 0 tot 4 jaar. Deze opvang bieden wij aan op twee locaties; dagopvang aan de Breemortelweg 12, aan de rand van Deurne/Zeilberg en dagopvang aan de Blasiusstraat 2, Den Draai, in het centrum van de Zeilberg. Bij de 3 groepen dagopvang ('t Boerderijke, 't Schuurke en Peutergroep 't Boerderijke) aan de Breemortelweg is er dagelijks per groep plaats voor 16 kinderen. Bij de groep dagopvang 't Boerderijke in Den Draai is ook dagelijks plaats voor 16 kinderen. De dagopvangkinderen hebben de mogelijkheid om van alle drie de kinderdagverblijven gebruik te maken. In ons kinderdagverblijf zijn verschillende kinderen en verschillende medewerkers aanwezig. Kinderen zijn allemaal anders, ze hebben hun eigen wijze hoe ze dingen doen en hierbij hoort ook een eigen wijze hoe ze hierop benaderd moeten worden. Medewerkers zijn ook allemaal anders, ook zij hebben hun eigen wijze en kijk op hoe kinderen benaderd moeten worden. Hoe kunnen al deze verschillende eigen wijze, al deze verschillende manieren, bij elkaar zorgen voor een verantwoorde opvang en opvoeding van zoveel verschillende kinderen? Kortweg gezegd, dit kan helemaal niet! Om nu te voorkomen dat iedereen zomaar op zijn eigen wijze bezig is en er dus geen samenhangend geheel is hebben wij een visie en daarbij behorende werkwijze ontwikkeld. Door het opschrijven van onze visie en werkwijze zorgen we voor duidelijkheid en openheid hierover, zowel naar ouders als voor onszelf. Ouders kunnen via het pedagogisch beleid lezen wat we doen en waarom we het zo doen. Zij kunnen zich hierdoor een duidelijk beeld vormen over hoe wij met hun kinderen omgaan. Tevens kunnen zij naar aanleiding hiervan ook beslissen of deze manier een manier is die past bij hun eigen wijze. Belangrijk hierbij is het besef van de ouders dat zij een gedeelte van de opvoeding uit handen geven aan ons. Voor ons als medewerkers is het pedagogisch beleid een handboek en naslagwerk. Hierin kunnen we altijd nakijken wat we afgesproken hebben en wat we waarom doen. Hierdoor hebben we tegelijk een meetinstrument, door te evalueren kunnen we kijken of we nog steeds handelen volgens en naar het pedagogisch beleid. Wanneer blijkt dat hier structureel van wordt afgeweken kan dit aanleiding geven tot herziening van het beleid. Hiermee bereiken we dan ook dat het pedagogisch beleid geen star geheel wordt maar dat dit open blijft staan voor veranderingen. Op deze wijze kunnen we dan ook blijven voldoen aan de kwaliteit die we ons zelf hebben opgelegd.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
3
Onze visie Wij gaan ervan uit dat een kind wordt geboren met een eigen karakter en aanleg en dat een kind goed is zoals het is, wij accepteren kinderen dus zoals ze zijn. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo en elk kind heeft daarbij begeleiding nodig. Om het kind de kans te geven zich te ontwikkelen is het belangrijk om een omgeving aan te bieden met voldoende veiligheid en uitdaging. Met omgeving bedoelen we alles waar het kind mee te maken krijgt: de accommodatie, de andere kinderen en de medewerkers. Met veiligheid bedoelen we niet alleen lichamelijke veiligheid zoals het aanbieden van veilig speelgoed en een veilige inrichting, maar ook de geestelijke veiligheid waardoor we kinderen een gevoel van geborgenheid en bescherming kunnen geven. Wij vertrouwen erop dat wanneer wij als medewerkers het kind liefde, ruimte en structuur geven, het kind als vanzelf een volwassene zal worden met zelfvertrouwen. Onder liefde verstaan wij de wil van de medewerkers om er voor het kind te zijn, dus met een open en aandachtige houding. Onder structuur verstaan wij ritme (dagindeling), vaste medewerkers en het aangeven van grenzen. Met ruimte bedoelen we dat we kinderen de mogelijkheid geven om zichzelf te zijn en zich te kunnen uiten. Wij realiseren ons dat we in ‘t Boerderijke te maken hebben met groepsproces, waardoor de persoonlijke aandacht toch anders is dan thuis. Hier tegenover staat dat in een groep het bijbrengen van structuur juist vaak makkelijker gaat omdat kinderen elkaar vaak imiteren. De opvang binnen ‘t Boerderijke wordt door ons gezien als een aanvulling op de thuissituatie en niet als een vervanging.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
4
De doelstellingen van kinderdagverblijf ’t Boerderijke Als kinderopvang hebben wij ons de volgende doelen gesteld.
De hoofddoelen
Naast de normale gezinssituatie aan kinderen een andere maar wel veilige en verantwoorde, huiselijke opvoedingsomgeving te bieden waarin zij kunnen spelen, ontdekken en zich kunnen ontwikkelen. Peutergroep 't Boerderijke heeft daarbij ook als hoofddoel om kinderen voor te bereiden op het basisonderwijs.
De pedagogische doelen
Een gevoel van emotionele veiligheid bieden Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De kans om zich waarden en normen van de samenleving eigen te maken
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
5
Hoe bereiken wij deze doelen? Hoofddoelen Het hoofddoel, naast de normale gezinssituatie aan kinderen een andere maar wel veilige en verantwoorde, huiselijke opvoedingsomgeving te bieden waarin zij kunnen spelen, ontdekken en zich kunnen ontwikkelen, bereiken we door:
1. Zorgen dat kinderen zich thuis voelen Dat lijkt vanzelfsprekend en eenvoudig, maar dat is het niet. Dit bereik je niet door even lief en rustig te doen. Daarbij is dit iets wat constant doorloopt, het houdt niet op. Belangrijke sleutelwoorden hierin zijn; acceptatie, respect, serieus nemen en structuur. Je accepteert het kind Je neemt het kind zoals het is. De aard van het kind, hoe het speelt, daar sta je voor open. Je probeert je in te leven in ieder kind. Kinderen worden in hun ontwikkeling naar eigen mogelijkheden gestimuleerd. Je ziet spel als een erg belangrijke mogelijkheid om te leren en de opgedane ervaringen te kunnen verwerken. Als je een kind accepteert, mag je hem dus ook nooit afwijzen. Je mag wel zijn gedrag afwijzen en je vertelt dan ook waarom, maar nooit het hele kind. Je verwoordt daarbij het gevoel van jezelf en het kind. Je respecteert het kind Door het kind met een open houding tegemoet te treden wil je het kind laten merken dat je hem respecteert. Dit hangt nauw samen met de normen en waarden. Je velt geen oordeel. Je laat een kind in zijn waarde. Je aanvaardt het karakter van een kind. Je kunt een kind respecteren, maar toch sturen door bijvoorbeeld af te remmen of druk spel om te buigen. Er wordt uitgegaan van het kind zelf. Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen naar hun eigen mogelijkheden en in hun eigen tempo. Je neemt het kind serieus Kinderen willen graag horen wat ze wel of niet goed gedaan hebben, dan voelen ze zich begrepen. Dit geldt voor zowel de leuke als de minder leuke dingen. Je doet dit door actief te luisteren en terug te vragen, op het kind in te gaan. Je schenkt aandacht aan wat het kind te vertellen heeft. Je luistert niet met een half oor. Voelt het kind zich serieus genomen door jou dan zal het kind vertrouwen krijgen in je. Voor het kind is het daarom heel belangrijk dat het weet dat hij van jou op aan kan, dat hij op je kan bouwen en zich dus serieus genomen voelt. Door zich steeds meer vertrouwt te voelen met jou en de groep zal het kind zich veilig gaan voelen. Het vinden van vertrouwen is een proces dat moet groeien. Je geeft het kind structuur en duidelijkheid Een kind ervaart veiligheid als de wereld om hem heen enigszins gestructureerd is. Ook als het kind bij ‘t Boerderijke komt, is het belangrijk dat het hier een gevoel van veiligheid ervaart. Dit doe je in eerste instantie door te laten merken dat je er bent voor het kind. Daarnaast zit een kind in een vaste groep en heeft het zijn eigen pedagogisch medewerkers. Ook de dagindeling zorgt voor structuur, het kind gaat het dagritme herkennen. Het voorspelbare draagt voor een kind bij aan de veiligheid die het nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen. Doordat jou handelen overeenkomt met dat van je collega’s (wat van jou niet mag, mag van je collega ook niet) en je hierdoor op één lijn zit weet het kind waar het aan toe is. Daarnaast zorg je er voor dat de ruimte ook een veilige ruimte is zowel in mentale als lichamelijke zin. Doordat je een kind veiligheid biedt, zal het zich geborgen voelen. Het zal zich hierdoor op een prettige manier kunnen ontwikkelen. Het kind ervaart de ruimte om te experimenteren en kan zo de wereld om hem heen ontdekken.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
6
2. Ondersteunen in de opvoeding en verzorging van kinderen. Hiervoor is al gesproken over opvoeding. Maar veel ouders zullen zoiets hebben van; opvoeden dat doe ik zelf wel. Zorgen jullie nou maar voor de opvang van mijn kind. Echter, opvoeden is voor ons onlosmakelijk verbonden met de opvang van kinderen. Hier zijn wij dus dagelijks mee bezig. Wat is dat dan, dat opvoeden? Volgens ons is dit het (bewust) beïnvloeden en vormen van het gedrag van een kind tijdens de verschillende ontwikkelingsfasen die een kind ondergaat. Dit beïnvloeden doe je ondermeer via; De algemene verzorging. Ondersteunen in en aanleren van vaardigheden Stimuleren van de ontwikkelingsgebieden. Aanleren normen en waarden Het einddoel is voor de meeste opvoeders het verkrijgen van een (volwassen) persoonlijkheid die voldoende zelfredzaamheid heeft, met een voldoende aanwezige en positief ingestelde emotionele en sociale ontwikkeling waardoor het kind op een algemeen maatschappelijk aanvaardbare manier kan functioneren. Oftewel iemand die goed in zijn vel zit. Iemand die het leven positief en zelfverzekerd kan en ook durft aan te gaan. Iemand die geaccepteerd wordt door anderen of kan omgaan met afwijzingen maar ook anderen accepteert. Wij beginnen redelijk bij het begin, dagopvang vanaf 0 jaar en BSO vanaf 4 jaar, het einddoel is nog ver weg. Het verkrijgen van een volwassen persoonlijkheid is hier nog niet van toepassing, ondanks dat we hier al wel aan bijdragen. Kinderen zijn en blijven hier nog kinderen. De opvoeding is niet iets wat je maar even (voor) hoeft te doen, waarnaar het kind het zelf wel kan oppakken en jij klaar bent. Opvoeden is iets waarmee je continue, bij herhaling, bezig moet zijn en wat afgestemd moet zijn op het niveau/leeftijd van het kind. Je kunt tenslotte van een vier jarige niet verwachten dat hij de huisregels kan lezen of al zijn eigen mogelijkheden kan inschatten. Het is voor ons dan ook zeer belangrijk dat je de kinderen behandeld naar leeftijd en vermogen. Hierop moeten dan ook jouw reacties en verwachtingen zijn afgestemd en gematigd. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het zelfbeeld van een kind niet aangetast maar versterkt. Naar mate de leeftijd en vermogen toenemen, kun je andere verwachtingen aan een kind stellen. Het opvoeden op professionele basis zoals wij dit doen is gebonden aan een manier; deze manier is onze visie. Hierbij werk je dus niet individueel en op je eigen manier maar op onze gezamenlijke manier, waaraan jij wel je persoonlijk inbreng geeft.
3. Ondersteunen van de ouders. Net zoals de kinderen, wil jij ook de ouders accepteren, respecteren en serieus nemen. In het belang van het kind besteed je dan ook veel aandacht aan de volgende punten. Je staat open voor allerlei zaken die ouders belangrijk vinden, zolang het past binnen het beleid en de mogelijkheden van ‘t Boerderijke
Het is belangrijk dat zowel jij als ouders de tijd nemen bij het brengen en halen. Dit zijn de waardevolle momenten voor het opbouwen van een goed contact en het onderhouden van een vertrouwensrelatie tussen ouders en pedagogisch medewerkers. Tijdens deze haal- en brengcontacten kunnen ouders en jijzelf elkaar op de hoogte houden als er iets bijzonders aan de hand is met het kind, maar ook gewone zaken kun je dan bespreken. Het afstemmen van de leefwereld thuis met die van ‘t Boerderijke. Buiten de haal- en brengmomenten heb je ook tijd voor ouders om zoveel mogelijk van elkaars handelen t.o.v. het kind op de hoogte te zijn. Om daarmee de opvoedingssituatie voor het kind zo stabiel mogelijk te houden, maar ook om ouders te helpen in hun thuissituatie. Bij het afscheid nemen weet je dat ouders en of de kinderen hier moeite mee kunnen hebben. Je laat dit ook merken aan de ouders en informeert hen hoe dit het beste gedaan kan worden.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
7
Contacten tussen ouders en de medewerkers zijn van groot belang voor de kwaliteit van de opvang. Door een goede afstemming over en weer zullen de medewerkers in staat zijn om de kinderen tijdens hun verblijf bij KDV ’t Boerderijke beter te begrijpen en te begeleiden. Ook krijgen ouders een beeld van wat hun kind beleefd in hun afwezigheid en hoe hun kind zich in een andere omgeving gedraagt. Tijdens het brengen en het halen hebben de medewerkers persoonlijk contact met de ouders. De medewerkers vertellen hoe de dag is gegaan, bijzonderheden, welke activiteiten hun kind heeft uitgevoerd, positief en zo nodig negatief gedrag. Praktische informatie zoals, de tijden van slapen, eten en drinken worden ook vermeld. Andersom is het voor de medewerkers belangrijk dat ouders bijzonderheden over de thuissituatie vertellen, bijvoorbeeld hoe hun kind geslapen heeft, of hun kind lekker in het vel zit e.d. Op deze manier kunnen de medewerkers beter inspelen op de behoeftes van ieder kind. Dan is er ook nog een schriftje waar we het verloop van de dag inschrijven zodat de ouders het thuis nog na kunnen lezen. Daarin worden de eet-, drink- en slaaptijden vermeld en hoeveel ze gegeten, gedronken en geslapen hebben en of ze ontlasting hebben gehad. Geregeld schrijven we ook een leuk verhaaltje over hun kind. Eén keer per jaar zullen er oudergesprekken worden ingepland. Natuurlijk kunnen de ouders altijd een afspraak met ons maken voor een persoonlijk gesprek mocht daar behoeft aan zijn.
4. Ondersteunen van jezelf en je collega’s
Jij en je collega’s moeten aan kwaliteitseisen voldoen. Te denken valt hier aan scholing, invoelend vermogen naar kinderen, flexibiliteit, geduld, kunnen samenwerken, overleg willen voeren enz. Je moet verzorgend goed bezig zijn. Dit is een belangrijk aspect i.v.m. het welbevinden van het kind. Maar jij zorgt hierbij ook voor jezelf en je collega’s. Het is belangrijk dat je rekening houdt met de individuele belangen van het kind evenals met het groepsbelang. Bij dit alles dien je ook rekening te houden met de verschillende ontwikkelingsfasen van de kinderen in de groep. Hierbij verlies je je eigen belangen en die van je collega’s niet uit het oog. Je dient een open, stimulerende en activerende houding aan te nemen. Deze zichtbare motiverende houding toon je aan de kinderen maar ook aan je collega’s. Je moet structuur kunnen aanbieden aan het kind. Je dient regelmaat in spel en activiteiten te verzorgen als ook rustmomenten in te bouwen daar waar de situatie erom vraagt. Deze rustmomenten zijn ook van belang voor jou en je collega’s. Je moet goed kunnen waarnemen en observeren om in te kunnen gaan op de spelvragen, ontwikkelingsfasen, voortgang en de emotionele belevingen van het kind. Dit geeft je een hulpmiddel in het vergelijken van bevindingen en onderbouwde adviezen naar en van collega’s en ouders. Je dient een goed contact met ouders te onderhouden. Door jou houding moet je aan ouders duidelijk kunnen maken dat jij je betrokken voelt bij de zorg voor hun kinderen. Je moet zorgen voor een goede informatieoverdracht naar de ouders betreffende de kinderen. Indien de situatie daarom vraagt, ga je ook een extra gesprek aan met de ouders. Dit zijn gesprekken die buiten de normale haal- en breng tijden en vaste oudergesprekken liggen. Je bent sociaal en controlerend naar je collega’s. Je helpt om de kwaliteit en kennis van onze werkwijze op peil te houden. Dit doe je door elkaar hierop aan te spreken, ideeën uit te wisselen en suggesties aan te dragen.
5. Peuters op kinderdagverblijf 't Boerderijke Je stimuleert kinderen van 2,5 tot 4 jaar in zijn/haar ontwikkeling, in een veilige en vertrouwde omgeving, tevens is dit voor de kinderen een goede opstap naar de basisschool. Het kinderdagverblijf ’t Boerderijke heeft ook als doel een goede voorbereiding op het basisonderwijs te zijn. Het vaste ochtendprogramma, de groepsregels en de Uk & Puk methode sluiten goed aan bij het Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
8
basisonderwijs. Uk & Puk stimuleert de brede ontwikkeling van peuters. De eerste stapjes op het gebied van taal, rekenen en sociale vaardigheden komen allemaal aan bod. Zo help jij de peuters spelenderwijs toe naar de overgang naar de basisschool. Een kinderdagverblijf is goed voor de sociale vaardigheden van een kind. Het kind leert om rekening te houden met de andere kinderen in de groep. Het leert dat je alleen, of met jou en of met de andere kinderen kunt spelen. Het kind leert om op een stoeltje in een kring te zitten en went eraan dat er regels zijn. Al deze ervaringen zorgen er voor dat de overgang naar de basisschool straks soepeler verloopt.
De pedagogische doelstelling 1 Emotionele veiligheid De basis van al het handelen van jou als medewerker is het bieden van een gevoel van veiligheid aan een kind. Hierbij is een vertrouwensrelatie met de medewerker onmisbaar. Vaste rituelen, ritme en regels zorgen ervoor dat kinderen zich zeker voelen. Vanuit die basis durven en kunnen zij de wereld gaan ontdekken. Persoonlijk contact met de medewerkers, een vertrouwde omgeving en de aanwezigheid van bekende groepsgenootjes dragen bij tot het verkrijgen van een veilig gevoel. Kinderen zullen vanuit een veilig gevoel op allerlei ontwikkelingsgebieden zich meer ontwikkelen en de omgeving ontdekken. In de praktijk betekent dit dat jij als medewerker een groot empatisch vermogen moeten hebben. Jij benadert een kind met een open en liefdevolle houding. We werken met vaste medewerkers op vaste dagen. Zo kunnen wij ervoor zorgen dat er altijd een bekend gezicht is voor een kind. ieder kind heeft een eigen bakje voor zijn of haar spulletjes zoals een knuffel en/of speen. Zolang het kind slaapt bij ’t Boerderijke heeft het een eigen bedje in de slaapkamer. Een kind moet zich tijdens de opvang vrij genoeg voelen om zijn emoties, zoals verdriet, boosheid en blijdschap aan de medewerkers te tonen en te delen. Een kind dat verdriet heeft omdat bijvoorbeeld zijn/haar moeder of vader weggaat, mag dat verdriet van ons tonen. Door dit verdriet bespreekbaar te maken en het kind te troosten, leert het kind dat zijn gevoelens worden gerespecteerd. Jij probeert het gevoel van het kind onder woorden te brengen. (Je vindt het niet leuk hè, dat mama/papa nu weggaat). Het kind moet zichzelf kunnen zijn, maar we leren het kind wel waar de grens is, wat wel en niet kan (je mag boos zijn, maar niet slaan). Het is belangrijk dat de medewerkers luisteren, begrip tonen, maar ook duidelijke grenzen aangeven in de groep.
2 Persoonlijke competenties Wij willen kinderen helpen zichzelf te leren kennen, zelfstandig te worden en een positief zelfbeeld te hebben. Kinderen vinden het leuk om iets zelf te doen, vooral als wij ze aanmoedigen. Het geeft ze zelfvertrouwen als iets lukt! Elk kind is uniek en waardevol. Wij accepteren kinderen zoals ze zijn en wij hebben vertrouwen in het vermogen van kinderen. Kinderen hebben vanaf de geboorte een innerlijke motivatie om te leren lopen, praten en contact te maken met anderen. Kinderen leren binnen het eigen vermogen, tempo en op een geheel eigen wijze. Het eigen en unieke ontwikkelingstempo van het kind is voor ons maatgevend in de begeleiding van de kinderen. Kinderen worden in hun ontwikkeling gestimuleerd, zoals de lichamelijke ontwikkeling (bijv. leren lopen), de verstandelijke ontwikkeling (bijv. leren praten) en de emotionele ontwikkeling (bijv. leren opkomen voor zichzelf). In de praktijk betekent dit dat we de kinderen zoveel mogelijk zelf laten doen wat ze al zelf kunnen. Dit geldt voor het omgaan met spelmateriaal en knutselmateriaal, bijvoorbeeld zelf laten bedenken met wat ze gaan spelen en hoe ze gaan knutselen.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
9
Het omgaan met zichzelf, bijvoorbeeld zelf de jas en schoenen uit- en aantrekken, handjes wassen en afdrogen, eigen gezicht schoonpoetsen maar ook het omgaan met de andere kinderen, bijvoorbeeld een ruzie (iets van elkaar afpakken) eerst zelf proberen op te lossen. Natuurlijk zijn we ook bezig met de zindelijkheidstraining. Als een kind dat nog een luier draagt op de wc wil dan zullen wij dat zeker stimuleren door middel van een stickerbeloningssysteem. Het kind moet daar wel aan toe zijn, het moet immers wel de aandrang voelen. De medewerkers kijken naar wat het kind zelf al kan en waar eventueel nog hulp geboden moet worden. Door individuele aandacht van de leidster leert een kind eerder grenzen te verleggen. Samen oefenen met de leidster geeft individuele aandacht en zelfvertrouwen.
3 Sociale competenties Wij willen kinderen de ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden. Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht. Ook de groep heeft een functie, want kinderen maken deel uit van de samenleving. Wij zien KDV ’t Boerderijke als een samenleving in het klein waar kinderen kunnen oefenen. Dit gaat letterlijk en figuurlijk met vallen en opstaan. Wij stellen kinderen in de gelegenheid om de wereld om hen heen te ontdekken. Kinderen leren van én door elkaar, voor nu én later. Het kennismaken met volwassenen en kinderen, het respecteren van anderen en het opkomen voor het eigen belang zijn belangrijke toegevoegde waarden van het samenzijn in een groep. In de groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door bijvoorbeeld elkaar te helpen, samen speelgoed op te ruimen en het vieren van feestelijke gebeurtenissen. Maar ook het samen eten en drinken aan tafel en wachten tot iedereen klaar is speelt hierbij een rol. Ook omgaan met verdriet van een ander kind en elkaar troosten zijn voorbeelden van sociale competenties. Begrip opbrengen voor een nieuw kind dat zich nog niet helemaal aan de groepsregels houdt is tevens een sociale competentie waar we belang aan hechten. De kinderen worden actief betrokken bij het groepsproces, hierbij is een positieve benadering het uitgangspunt. Kinderen die positief gedrag vertonen worden hierbij gestimuleerd en gecomplimenteerd.
4 Waarden en Normen Wij vinden waarden en normen van groot belang, dus wil je dit de kinderen ook bij brengen. Met waarden beoordelen we of iets goed of slecht is, mooi of lelijk, groot of klein, etc. Normen zijn de regels, de richtlijnen waaraan je, je moet houden. Deze verschillen per persoon en per situatie. Thuis zijn er andere regels dan hier op het kinderdagverblijf of in een ander gezin. Elke medewerker neemt vanuit haar eigen persoon en opvoeding normen en waarden mee en deze zullen doorspelen in haar manier van werken. Als kinderopvang ’t Boerderijke streven wij, naast respect hebben voor elkaar, de volgende waarden en normen na: Lief zijn voor elkaar Elkaar helpen en troosten Luisteren naar elkaar Samen spelen Samen delen Niet afpakken maar vragen Eerlijkheid De medewerkers geven het goede voorbeeld, zowel naar elkaar, naar de ouders en naar de kinderen. We streven dan ook naar een positieve werkomgeving, waardoor er een prettige sfeer hangt in en rondom 't Boerderijke Bij de baby’s en dreumesen staan de regels voornamelijk in het teken van de veiligheid. Zo mogen de kinderen niet op de tafels klimmen, uit hun kinderstoel klimmen of elkaar pijn doen.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
10
Wanneer de ene baby de ander aan de haren trekt, knijpt of bijt zullen de medewerkers de kleine hierop aan spreken en/of ergens anders neerleggen. Een bepaalde blik in je ogen of je stem licht verheffen is vaak al voldoende. Van straffen is bij de baby’s en dreumesen geen sprake. Het is wel bekend dat de kinderen die de taal nog niet of onvoldoende beheersen, bijten of knijpen gebruiken om duidelijk te maken wat ze willen of te laten merken dat ze het ergens niet mee eens zijn. De medewerkers leren de kinderen om dit ongenoegen op een andere manier te uiten en lief te zijn voor elkaar. Peuters moeten leren de waarden en normen te respecteren en zich daar aan te houden. Zonodig zullen zij gecorrigeerd worden. Het is heel belangrijk om duidelijk en geduldig uit te leggen waarom iets niet mag en hoe het dan wel moet. De peuter moet ook fouten mogen maken want dan komt de peuter tot een eigen waarde oordeel. Het overbrengen en eigen maken van waarden vindt plaats tijdens de hele normale dagelijkse dingen en gebeurtenissen.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
11
Het werkplan In dit gedeelte beschrijven we de manieren van wat, maar vooral hoe, waarom en waarmee we de dingen doen om onze doelen te bereiken. Uitgangspunt hierbij is dat wij een situatie willen creëren die aansluit bij de gemiddelde thuissituatie. We gebruiken niet alleen speciaal voor kinderopvang geproduceerd speelgoed maar ook het speelgoed wat iedere ouder in de winkel kan kopen. We laten de kinderen kennismaken met situaties die ook in thuissituaties voorkomen. Doordat het hier wel een groepsproces betreft zal dat niet helemaal gaan en zijn er extra regels en voorzieningen nodig. Allereerst beginnen we met de groepssamenstelling.
Groepsamenstelling ’t Boerderijke heeft drie dagopvanggroepen. De dagopvanggroepen zijn verticale groepen. Dit betekent dat kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar bij elkaar in de groep zitten. In de 2 grote groepen dagopvang aan de Breemortelweg is er dagelijks plaats voor 16 kinderen en in de groep dagopvang in Den Draai is er ook dagelijks plaats voor 16 kinderen. Als er 16 kinderen aanwezig zijn staan er 3 leidsters op de groep. Elke leidster heeft haar vaste groep kinderen, alleen als er een leidster ziek is of vakantie heeft wordt haar plek opgevuld door een vaste invalskracht. De dagopvang is geopend van 7:30 tot 18:00 uur. Tijdens de middagpauze zijn er altijd 2 leidsters aanwezig. De eerste leidster heeft pauze van 12.15 u tot 13.00 u, de tweede leidster van 13.00 u tot 13.45 u en de derde leidster van 13.45 u tot 14.30 u.
De ruimtes De groepsruimtes moeten een goede sfeer en uitstraling hebben, die de kinderen uitdaagt en stimuleert. De ruimtes zijn kleurrijk ingericht. De speelhoeken bijvoorbeeld leeshoek, huis(poppen)hoek, garage en autohoek, bouwhoek zijn zo gecreëerd, dat de medewerkers een goed overzicht houden op de jonge kinderen. Door de keuze uit verschillende uitnodigende spelmaterialen en spelmogelijkheden kunnen de kinderen zich ontwikkelen. In veel gevallen kunnen de kinderen zelf de spelmaterialen pakken met uitzondering van materiaal met kleine onderdelen, Er zijn wel groepsregels zoals eerst opruimen voordat je wat nieuws pakt en er wordt niet gerend binnen of met een bal gespeeld. Buiten mag dat wel.
KDV 't Boerderijke (aan de Breemortelweg) Deze groepsruimte is een gezellige lichte ruimte die zodanig ingericht is dat de bewonertjes er goed kunnen vertoeven. De muren zijn voorzien van leuke muurbeschilderingen die bijdragen aan een aangename sfeer. In een hoekje staat de box voor de allerkleinste en onder de box kunnen de grotere kinderen spelen in het speelhuisje.Het speelgoed is afgestemd op de leeftijd van de kinderen, waarbij goed naar de verhouding van verschillende soorten speelgoed gekeken wordt. Er zijn wipstoeltjes, voel en rammelattributen, activitycenters en babygyms voor de allerkleinste. Voor de iets grotere kinderen is er een leeshoek, een bouwhoek met kussens, een poppenhoek, een leuk speelkeukentje en allerlei ander uitnodigend speelgoed om te onderzoeken. In de kast staan verschillende spelletjes en puzzels voor de iets grotere kinderen. Aangrenzend aan deze ruimte zijn de slaapkamers. Alle slaapkamers hebben cameratoezicht vanuit de groepsruimte. In de slaapkamer heeft ieder kind een vast bedje met eigen beddengoed. Het beddengoed wordt door ons verzorgd en gewassen.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
12
KDV 't Schuurke (aan de Breemortelweg) Deze groepsruimte is een grote gezellige lichte ruimte die zodanig ingericht is dat de bewonertjes er goed kunnen vertoeven. De muren zijn voorzien van leuke muurbeschilderingen die bijdragen aan een aangename sfeer. Er is een grondbox voor de allerkleinste en in een hoekje staat de box voor de baby's en onder de box kunnen de grotere kinderen spelen in een leuk verstophuisje Het speelgoed is afgestemd op de leeftijd van de kinderen, waarbij goed naar de verhouding van verschillende soorten speelgoed gekeken wordt. Er zijn wipstoeltjes, voel en rammelattributen, activitycenters en babygyms voor de allerkleinste. Voor de iets grotere kinderen is er een leeshoek, een kast met bakken vol duplo, auto's, diertjes, een trein enz. Verder is er een poppenhoek, een leuk speelkeukentje en allerlei ander uitnodigend speelgoed om te onderzoeken. In de kast staan verschillende spelletjes en puzzels voor de iets grotere kinderen. Er is een aparte verschoningsruimte aanwezig waardoor je door een grote raam altijd toezicht hebt op de groepsruimte. In de verschoningsruimte bevinden zich twee kleine wc-eetjes waardoor de "grotere" kinderen gestimuleerd worden om zelf naar de wc te gaan. Aangrenzend aan de groepsruimte zijn de slaapkamers. Alle slaapkamers hebben cameratoezicht vanuit de groepsruimte. In de slaapkamer heeft ieder kind een vast bedje met eigen beddengoed. Het beddengoed wordt door ons verzorgd en gewassen. In de locatie 't Schuurke is ook nog een speelhal aanwezig waar ook kdv 't Boerderijke gebruik van mag maken. Hierin staat een vrolijk speelhuisje, een kruiprups en er is een ballenbak aanwezig. Op maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag vanaf 15.00 uur wordt deze speelhal gebruikt voor de BSO opvang. Buitenruimte KDV 't Boerderijke en 't Schuurke De buitenruimte is erg ruim van opzet en kinderen kunnen hier naar hartenlust spelen. Er is een trampoline, glijbaan, speelhuis, schommels, tentjes en zandbak aanwezig maar ook verschillend buitenspeelgoed zoals loopauto's, fietsjes, tractors enz. De buitenruimte is door middel van een hek afgesloten, hierdoor kunnen de kinderen op een veilige manier buiten spelen. Bij warm weer zetten we het zwembadje op of de sproeier aan. Op deze locatie is veel buitenruimte en een groot grasveld aanwezig waar de kinderen zich heerlijk kunnen uitleven. De medewerkers bieden ook buiten activiteiten aan. We letten wel op of het past bij de ontwikkelingsfase en interesse van de kinderen. De wat ‘grotere’ kinderen vinden het leuk om spelletjes te doen zoals schipper mag ik over varen, verstoppertje of zakdoekje leggen. De ‘kleinere’ kinderen zoeken hun eigen weg of doen op hun manier ook mee met de spelletjes. Ze willen graag mee doen en alles na doen.
Kinderboerderij 't Boerderijke Aan de Breemortelweg zijn we bezig met het opzetten van een kinderboerderij. Vanuit het speelterrein kijken de kinderen dan uit op de kinderboerderij. Met verzorgen, voeren en knuffelen helpen de kinderen graag een handje mee. Hiervoor bestaat het dierenprotocol. Activiteiten buiten de groepslocatie Er zijn enkele activiteiten waarbij de kinderen de binnen- of buitenruimte van de locatie verlaten bijvoorbeeld om te spelen in de speelhal, te gaan slapen en voor de buitenactiviteiten en het bezoeken van de diertjes op de kinderboerderij. KDV 't Boerderijke in Den Draai De groepsruimte is een gezellige lichte ruimte die zodanig ingericht is dat de kindjes zich goed kunnen vermaken. Het speelgoed is afgestemd op de leeftijd van de kinderen, waarbij goed naar de verhouding van verschillende soorten speelgoed gekeken wordt. Er is een box voor de allerkleinste en onder de box kunnen de grotere kinderen spelen in een leuk speelhuisje. Er zijn wipstoeltjes, voel en rammelattributen, activitycenters en babygyms voor de allerkleinste. Voor de iets grotere kinderen is er een leeshoek, een kast met puzzels en spelletjes. Verder
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
13
is er een poppenhoek, een leuk speelkeukentje en allerlei ander uitnodigend speelgoed om te onderzoeken. Aangrenzend aan de groepsruimte zijn de slaapkamers. Alle slaapkamers hebben cameratoezicht vanuit de groepsruimte. In de slaapkamer heeft ieder kind een vast bedje met eigen beddengoed. Het beddengoed wordt door ons verzorgd en gewassen. Buitenruimte KDV 't Boerderijke in Den Draai De aangrenzende buitenruimte is simpel van opzet, het is een vierkante bestrate ruimte waar kinderen rustig kunnen genieten van het buiten zijn. Maar dit genieten hoeft natuurlijk niet altijd rustig te zijn, hier is ook de mogelijkheid om lekker uit te razen, te rennen, springen enz. Jij zult als Pedagogisch medewerker zorgen voor een balans tussen actieve en rustige speelmomenten. Maar ook tussen actieve en rustige kinderen. Dit is niet anders dan zoals je al gewend bent van het binnenspelen. Hiervoor kun je bijvoorbeeld de kinderen richting een bepaald spel sturen. We hebben hier een grote bolderkar waar we met de kinderen gezellig een stukje rond kunnen wandelen in het dorp of we gaan ermee van de ene locatie naar de andere locatie.
Verlaten stamgroep dagopvang Het uitgangspunt is dat kinderen in een vaste groep opgevangen worden bij de dagopvang: de basisgroep. In bepaalde situaties zijn er echter wel mogelijkheden om hier van af te wijken. Tijdens schoolvakanties kan de dagopvang van KDV 't Boerderijke in Den Draai samengevoegd worden met KDV 't Boerderijke en 't Schuurke aan de Breemortelweg. De dagopvang groepen kunnen ook incidenteel worden samengevoegd indien de bezetting dit toelaat. Samengevoegde groepen bieden voordelen t.o.v. groepen met een kleine bezetting. Er zijn meer speelmogelijkheden voor kinderen en het samenwerken met leidsters biedt ook meer mogelijkheden. Indien kinderen gaan spelen in Peuterschool 't Boerderijke De ouders van de dagopvang geven hier wel vooraf schriftelijk toestemming voor.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
14
Structuur Wij vinden het belangrijk dat er een duidelijke en herkenbare dagindeling is voor de kinderen. Duidelijk in de zin dat we aangeven wat we gaan doen. Een voorbeeld hiervan kan zijn dat we 10 minuten voor we gaan eten we aangeven dat we nog eventjes doorgaan met wat we aan het doen zijn, dan op gaan ruimen en daarna gaan eten. 5 minuten hierna geven we aan dat we gaan opruimen en als we hiermee klaar zijn, we dan gaan eten. Tijdens het opruimen geven we wederom aan dat als we klaar zijn met opruimen, we gaan eten. Herkenbaar in de zin dat dezelfde activiteiten, gebeurtenissen, handelingen iedere dag terug komen. Zo hebben we iedere dag op dezelfde tijd de broodmaaltijd, hebben we iedere dag een fruit-eet moment, hebben we vaste verschoonmomenten, moeten de handen gewassen worden na toiletbezoek en zijn er iedere dag dezelfde vaste medewerkers aanwezig. Dat wil zeggen dat de medewerkers op vaste dagen aanwezig zijn. Deze duidelijk regelmaat oftewel structuur zorgt er voor dat de kinderen weten wat komen gaat, wat ze kunnen verwachten. Een structuur, die de kinderen ten goede komt.
Dagindeling kinderdagverblijf Voor de allerkleinste wordt er gewerkt volgens een eenvoudige en individuele dagindeling, wat voornamelijk gebaseerd is op voedings- en slaaptijden. Hiervoor wordt uitgegaan van het eigen schema van thuis. Voor de oudere kinderen is er een wat uitgebreider en gezamenlijke dagindeling. In grote lijnen ziet de dagindeling van de dreumesen en van de peuters er als volgt uit: 7.30 uur tot 9.00 uur De kinderen worden gebracht. Ieder kind en ouder wordt door jou persoonlijk begroet. Voor de ouders is er nu de tijd om de dingen over het kind door te kunnen spreken. Jij vindt het belangrijk dat de ouder bij de breng- en haalcontacten hier even de tijd voor nemen. Als het nodig is spreek je hen hier ook op aan. Dit om te voorkomen dat jij en ouders heel verschillend bezig zijn en het kind niet meer weet waar het aan toe is. Hierdoor ontstaat er ook een goede band tussen jou en de ouders. De dreumesen laat je tijdens de brengtijd lekker vrij spelen of bij jou zitten als zij dit willen. De peuters laat je aan tafel spelen zodat er een zekere rust is voor de kinderen die nog moeten komen. Zoals al eerder aangegeven geldt voor de baby’s dat je je aanpast aan het ritme van de baby. Je weet dat er baby’s zijn die lekker op schoot willen zitten bij jou, graag willen gaan slapen, liever spelen in de box of op het kleed of rustig zitten toekijken in een babystoeltje. 9.15 uur We ruimen samen op en beginnen de dag met een dansje en/of zingen van liedjes. Dit is de eerste groepsactiviteit van de dag. Gezamenlijk eten de kinderen fruit. De allerkleinste kinderen krijgen een fruithapje. Ondertussen wordt er gepraat over de dingen die ze gedaan hebben. Het met elkaar praten en naar elkaar luisteren wordt gestimuleerd. Je let erop dat iedereen zoveel mogelijk aan de beurt komt. Daarna drinken de kinderen ranja en eten een koekje. Tijdens het eten en drinken geldt de regel dat de kinderen zoveel mogelijk aan tafel blijven zitten; ze leren zo op elkaar te wachten en het voorkomt dat het onrustig en rommelig wordt. 10.00 uur tot 11.30 uur Hierna is er alle tijd voor vrij spelen of een andere activiteit. Tussendoor of na de activiteit ga je de kinderen verschonen of laat ze zelfstandig naar de speciale kinder wc-tjes gaan. Tijdens het verschonen of toiletbezoek besteed je ook aandacht aan de zelfstandigheid van de kinderen. Waar mogelijk laat je ze de dingetjes zelf doen: Bijvoorbeeld; laat ze maar proberen om zelf de broek naar beneden te doen, zelf de handen te wassen en afdrogen. Je helpt hen daar waar nodig is, bijvoorbeeld door het voordoen met het los of vast maken van Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
15
een moeilijke knoop. Je leert ze dat ze moeten doorspoelen en handen wassen na het plassen. Kinderen die bezig zijn met de zindelijkheidstraining, wat je alleen doet in overleg met de ouders, gaan onder jouw begeleiding naar het toilet. 11.30 uur de kinderen beginnen met opruimen en is het tijd om te eten. Je probeert de kinderen van jongs af aan te leren mee helpen met het opruimen. Als alles opgeruimd is, ga je handen wassen en aan tafel. De kinderen zitten gezamenlijk rond de tafel. De allerkleinste kinderen (0 t/m 2 jaar) krijgen alleen hartig beleg op hun boterham. Bij de peuters geldt als regel dat de kinderen eerst een boterham eten met hartig beleg en vervolgens mogen ze eventueel nog een boterham met zoet beleg. Kinderen die dat willen en mogen kunnen ook nog een derde of vierde boterham eten. Mochten we van deze regels afwijken dan gebeurd dat altijd in overleg met de ouders. Tijdens het eten gelden ook bepaalde regels: zoveel mogelijk aan tafel blijven zitten totdat iedereen klaar is, niet gooien met de boterham, ook de korstjes opeten. Natuurlijk hou je hierbij rekening met de leeftijd van de kinderen. Van een bijna vierjarige mag je iets anders verwachten dan van een tweejarige. Tijdens het eten wordt er verteld over van alles en nog wat. Je let erop dat ze naar elkaar luisteren en dat ieder zoveel mogelijk de kans krijgt om wat te vertellen. Natuurlijk eet jij met de kinderen mee. 12.15 uur Als iedereen klaar is met eten ga je de kinderen die het nodig hebben om te gaan slapen verschonen, omkleden en voorbereiden op hun middagdutje. Dan breng je ze naar hun eigen bedje met alles wat daar bij hoort (hun knuffel, doekje, speen enz.). Je stopt ze eventueel lekker onder met een dikke kus. Intussen hebben de grotere kinderen geplast en kunnen daarna rustig gaan spelen, terwijl je de groepsruimte opruimt en veegt. Hierna is het ook de tijd om met deze oudere peuters een extra activiteit te doen. Je kunt nu activiteiten doen die moeilijk te doen zijn als de kleintjes op zijn. Zoals kralen rijgen, kralenplank, prikken, een spelletje doen of een hoge toren bouwen op de grond (zonder dat je bang hoeft te zijn dat jongere peuters hem omgooien). 14.30 uur tot 15.30 uur De meeste kinderen hebben inmiddels de slaap al uit de oogjes gewreven en worden uit bed gehaald, verschoond en aangekleed. Daarna wordt er wat gedronken en een koekje gegeten en liedjes gezongen of een boekje voorgelezen. De kleinste kinderen die eerder die ochtend al een dutje hebben gedaan zijn nu wel weer aan nog een dutje toe en worden lekker in bed gelegd. 15.30 uur tot 18.00 uur Gezamenlijk gaan we nu spelen zoals het bouwen met de blokken, met de duplo spelen, kleien, verven enz. Dit kan elke dag weer anders zijn. Bij mooi weer gaan we buiten spelletjes doen, spelen of samen in de zandbak spelen Rond half vijf ga je de kinderen weer verschonen en oppoetsen zodat ze weer fris zijn als ze opgehaald worden. Tijdens het ophalen wordt door jou aan de ouders verteld hoe de dag voor het kind verlopen is. Eventuele werkjes die de kinderen gemaakt hebben worden mee naar huis gegeven. Bedenk wel dat dit een globale indeling is gericht op peuters die niet altijd even strak toegepast hoeft te worden. Ook de tijden zijn globale tijden. Natuurlijk heb je als pedagogisch medewerker de vrijheid om de dag in te delen zoals het toevallig uitkomt. Als je al lekker buiten aan het spelen bent kun je ook best besluiten om buiten te picknicken. Wijk ook rustig van de tijden af als je dit nodig vindt. Maar probeer wel vast te houden aan duidelijkheid en de volgorden. Gedurende de dag probeer je de kinderen te leren om op een goede manier met elkaar om te gaan. Dat betekent: niet plagen of pijn doen en geen dingen van elkaar afpakken. Als er ruzies zijn stimuleer je de kinderen om het zelf op te lossen. Je let er wel op dat ze elkaar niet slaan of op een andere manier pijn doen. Als je ingrijpt, doe je dit door duidelijk uit te leggen waarom en Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
16
wat de consequenties daarvan zijn. Je kunt dan besluiten het om te buigen of te stoppen. Als de kinderen zelf iets goed oplossen, beloon je ze door te zeggen dat ze dat goed hebben gedaan. Als ze speelgoed willen hebben dat een ander kind juist heeft, leer je ze het te vragen en niet af te pakken. Als het kind er nog even mee wil spelen leer je ze dit te accepteren en wachten tot het kind uitgespeeld is. Tijdens het spelen blijven een aantal regels gelden, bijvoorbeeld niet met speelgoed gooien, ben je klaar met puzzelen dan de puzzel terug in de kast zetten. Tijdens en door vrij spel leren de kinderen keuzen maken, bijvoorbeeld kiezen wat ze willen doen en met wie ze dat gaat doen. Ze ontdekken elkaars mogelijkheden en gaan bewuster kiezen voor bepaalde kinderen bij een bepaalde activiteit: bijvoorbeeld met Joost ga ik puzzelen en met Anne ga ik lekker gek doen. (let op, dit is nog niet het echte samenspelen. Dit is pas na het 4e jaar) Al naar gelang de kinderen er behoefte aan hebben, bied je in deze tijd ook activiteiten aan zoals plakken, tekenen, vingerverven, knippen ed. Soms ga je lekker zingen, muziek maken of spelletjes doen. Zo gaat het bijvoorbeeld bij het knutselen met de ‘kleinere’ kinderen niet zozeer om het resultaat maar om het ontdekken van de materialen en het plezier. Hoe voelt verf of plaksel aan je handen? Voor de wat ‘grotere’ kinderen kan het resultaat al wat belangrijker worden. Van een drie en een half jarige mag je al wat meer verwachten dan van een twee jarige. Maar het plezier staat voorop! Door het jaar heen werken we met thema’s zoals lente, zomer, herfst, winter, Sinterklaas, kerst, verjaardagen enz. Zowel spelletjes, liedjes, knutselen en voorlezen krijgen hierbij de aandacht.
Wennen Een kind mag voordat het naar het kinderdagverblijf komt altijd één dagdeel komen wennen Dit wennen gebeurt meestal op een ochtend vanaf 9 uur. Het kind blijft dan circa 3 uur. De ouders mogen nog even blijven om te kijken en om eventuele bijzonderheden te bespreken met de leidster. We vragen de ouders dit 'wen' dagdeel wel om in de buurt te blijven en telefonisch bereikbaar te zijn. Ouders moeten het kind eerder kunnen komen ophalen indien noodzakelijk. Kinderen hechten aan vaste gewoonten, aan bekende mensen. Nieuwe dingen worden pas onderzocht wanneer het kind zich veilig en geborgen voelt. Jij vindt het belangrijk dat kinderen de tijd krijgen om te wennen zodat ze zich thuis gaan voelen en het kinderdagverblijf ervaren als een veilige basis. Jij besteedt aan die gewenningsperiode van de kinderen veel aandacht. Hierdoor is het soms noodzakelijk dat je het nieuwe kind voorrang geeft op de andere kinderen. Het individu gaat in deze gevallen dus voor de groep. Op deze manier kan het gewenningsproces in een zo kort mogelijke tijd worden doorlopen wat het welbevinden van het kind en de groep ten goede komt. Omdat voor een baby de gewenningsperiode anders verloopt dan voor een dreumes of peuter wordt deze periode apart beschreven.
Baby’s Meestal levert de wenperiode van baby’s, op enkele uitzonderingen na, weinig problemen op. Met de meeste baby’s kun je betrekkelijk snel contact leggen; ze zijn afhankelijk, ze vertrouwen jou al snel. Ze zijn vaak tevreden als ze gegeten hebben en verschoond zijn. En ze zijn blij als ze geknuffeld worden. Kortom, ze beantwoorden meestal ongecompliceerd het door jouw geboden contact. Toch vind jij het belangrijk ook bij baby’s het wennen op te bouwen. Dit is zowel prettig voor de ouders als voor de pedagogisch medewerkers. Voor ouders is het belangrijk vertrouwd te raken met de pedagogisch medewerkers. Ze zien hoe de pedagogisch medewerkers met de baby’s omgaan en kunnen dan nog extra tips geven. Van tevoren zijn er wel informatie- en kennismakingsgesprekken geweest maar vaak zijn hele kleine dingetjes, die voor ouders zo gewoon zijn, niet aan de orde geweest. Voor de baby kunnen dit belangrijke zaken zijn. Jij biedt ouders dan ook de mogelijkheid er de eerste keer wat langer bij te blijven. Ouders kunnen hun kind iets vertrouwds meegeven zoals een knuffelbeest of een doekje. De geur ervan kan ze gerust stellen. Niet alleen de baby moet wennen, ook ouders moeten er vaak aan wennen dat ze de zorg voor hun baby aan anderen moeten overlaten. “Aan wie geef ik die zorg, doen ze het wel goed, wordt mijn kind op tijd verschoond, wat gebeurt er als de baby huilt enz.”. Voor ouders is het belangrijk te weten dat zij niet de enige ouders zijn die het in het begin moeilijk vinden om hun kind te brengen. Belangrijk is het om deze Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
17
zorg uit te spreken naar pedagogisch medewerkers, maar jij als pedagogisch medewerker moeten dit ook zelf kunnen aangeven en met de ouders hierin meeleven. Praten lucht op. Eventuele pedagogisch medewerkers met eigen kinderen in het kinderdagverblijf kunnen daarbij vertellen over hun eigen ervaringen. Gezamenlijk kan dan naar een weg gezocht worden om hier mee om te gaan.
Dreumesen/Peuters Een moeilijke periode om te wennen ligt tussen acht maanden en anderhalf jaar. Kinderen zijn of komen dan vaak in de eenkennigheidfase en de overgang van thuis naar het kinderdagverblijf kan dan moeilijk zijn. Ook bij twee- en driejarigen kan het wennen soms moeizaam verlopen. Voor jou is het belangrijk dat deze gewenningsperiode zorgvuldig wordt opgebouwd. Voordat het kind naar ’t Boerderijke komt, kunnen ouders het kind hierop voorbereiden door samen gesprekjes te voeren over het kinderdagverblijf of daarover een boekje te lezen. Het kind krijgt dan alvast een idee wat er gaat gebeuren. (Ook als het eenmaal zover is, kan een boekje een prima aanknopingspunt zijn om zijn ervaringen met de ouder te delen). De eerste keren kan de ouder naar eigen inzicht er een tijdje bij blijven. In het kinderdagverblijf krijgt het kind namelijk te maken met een totaal andere omgeving dan het gewend is: veel kinderen, de pedagogisch medewerkers en een ruimte met veel onbekend speelmateriaal. Vanuit de veilige aanwezigheid van de ouder kan het kind de nieuwe situatie verkennen. Bij het wennen speelt het afscheid nemen een duidelijke rol. Stiekem weglopen als het kind lekker aan het spelen is, voorkomt misschien dat de ouder bij het afscheid nemen niet met een huilend kind geconfronteerd wordt, maar op het moment dat het kind de ouder mist, kan het zich zwaar in de steek gelaten voelen. Kinderen houden van voorspelbaarheid, dat geeft ze houvast. Jij zorgt ervoor dat de ouders, voor ze weggaan, het kind even de gelegenheid geven om hier aan te wennen. Laat ze bijvoorbeeld samen met het kind een speelgoedje uitzoeken. Het is belangrijk dat de ouder daarna een duidelijk en kort afscheid neemt. Als het kind en/of de ouder het afscheid nemen erg moeilijk vindt, is het belangrijk dat jij het van de ouder overneemt. Voor het kind moet het duidelijk zijn dat het nu bij jou moet zijn voor zijn behoeften. Dit samenspel tussen jou en ouder is heel belangrijk. Jij maakt aan de ouder duidelijk dat een kort en duidelijk afscheid nu het beste is voor hen en het kind. Belangrijke aspecten bij het gewenningsproces zijn: We werken met vaste pedagogisch medewerkers. Een kind moet de gelegenheid krijgen om een gehechtheidrelatie met de pedagogisch medewerkers op te bouwen. Dit lukt niet als het kind iedere keer andere gezichten ziet. Kinderen houden van voorspelbaarheid, van structuur. Een kind zal zich veilig en geborgen voelen in een redelijk voorspelbare en bekende omgeving. Pas als het zich ergens thuis voelt zal het vrijuit kunnen spelen en experimenteren. We spelen hierop in door een vaste dagindeling aan te bieden, niet te vaak de inrichting te veranderen en door het stellen van regels en grenzen. Wanneer een kind voor het eerst het kinderdagverblijf bezoekt nemen we hier alle tijd voor. We zorgen ervoor dat er niet te veel nieuwe kinderen tegelijkertijd komen. We trachten ervoor te zorgen dat dezelfde pedagogisch medewerker het kind opvangt, niet alleen bij het binnenkomen maar ook tijdens het spelen opdat er zo snel mogelijk een vertrouwensrelatie kan ontstaan. De voorkeur van kind én pedagogisch medewerker speelt hierin mee. We vertellen het kind wie de andere kinderen zijn, noemen de namen van ze en wat ze aan het doen zijn. We laten ook zien dat er regels tussen de kinderen bestaan, dat niet alles mag. Een voorbeeld: je mag elkaar niet pijn doen. Om de structuur aan het kind te laten zien gaan we er uitgebreid op in wat er allemaal gebeurt: “Nu gaan we fruit eten, melk drinken. Kijk hier pak ik de bekers. We gaan nu aan de tafel zitten enz..” We laten het kind zien wat er aan speelgoed is. We vertellen de afspraken erbij: nu mag je alles pakken uit deze kast; als je daar mee wilt spelen moet je het even vragen; straks ruimen we alles samen op, daar spelen we alleen buiten mee. We letten niet alleen op verbale uitingen maar ook op houding, mimiek, gebaren. Goed ingaan op lichaamstaal betekent voor een kind dat je hem begrijpt. Hij zal zich dan ook eerder veilig voelen.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
18
Afscheid Wanneer de ouders weggaan, vind je het belangrijk dat er duidelijk en (indien nodig)kort afscheid genomen wordt. Als het nodig is spreek je de ouders hier ook op aan. Het kind weet dan wat er gebeurt en hoeft er niet later achter te komen dat papa/mama er ineens niet meer is of het verdriet verergerd doordat papa/mama geen afscheid kan nemen met alle gevolgen van dien. Bij het afscheid ga je (meestal) samen met het kind zwaaien. Als een kind bij het afscheid verdrietig wordt zorg jij ervoor dat je de emoties van het kind kunt verwoorden en ook goedkeurt. Je vraagt hem bijvoorbeeld of hij verdrietig is dat mama weggaat, zegt dat je dit wel begrijpt en dat hij hierom zeker mag huilen. Hierdoor leert het kind dat jij weet hoe het zich voelt en dat het ook best mag huilen bij jou. Daarna zul je als dit nodig is het kind troosten en/of afleiden. Het is heel belangrijk dat de kinderen weten dat hun ouders straks weer terugkomen. Maar jij beseft heel goed dat door te zeggen “papa/mama komt straks weer terug...” het verdriet van het kind niet wordt verzacht of over gaat. Sterker nog, veel kinderen hebben nog geen tijdsbesef waardoor ze niet weten wat “straks of vanavond” is en hiervan alleen denken dat dit heel vlug is.
Extra dagen/dagdelen Indien gewenst kan een ouder extra dagen/dagdelen opvang aanvragen bij kinderopvang 't Boerderijke. Dit kan worden aangevraagd bij de eigenaresse ( Anita) van 't Boerderijke. Hierbij kan zowel sprake zijn van het ruilen/inhalen van dagen of het aanvragen van extra dagen. Extra dagdelen opvang of ruilen van dagdelen is alleen mogelijk als er ruimte is op de groep en als de samenstelling van de groep dit toelaat. Omdat een kind bij een extra dagdeel wordt opgevangen in een andere groep kan dit zowel voor het kind zelf als voor de andere kinderen op de betreffende groep onrust veroorzaken. Het is de taak van de leidsters om dit in goede banen te leiden. In de praktijk geeft dit over het algemeen geen problemen, maar het is goed om hier alert op te zijn.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
19
De ontwikkeling Wij vinden het belangrijk dat kinderen de mogelijkheid krijgen om zich volledig te ontwikkelen, in alle facetten. Er moet ruimte en aandacht zijn voor de lichamelijke, de sociale, de emotionele, de cognitieve en de creatieve ontwikkeling. Jij als pedagogisch medewerker weet dat ontwikkeling, het los wikkelen van de mogelijkheden is die het kind bij zijn geboorte heeft meegekregen. Een deel van die ontwikkeling gaat vanzelf als gevolg van groei en rijping. Een ander belangrijk deel hangt af van de omgeving en de leefsituatie. Hierin speel jij een grote rol.
Lichamelijke (motorische) ontwikkeling Bij de motorische ontwikkeling maak je onderscheid tussen de grove en de fijne motoriek. De grove motoriek zijn de grote gebaren met behulp van de spieren en spiergroepen dicht bij de romp, zoals rollen, zwaaien, rennen, fietsen, lopen, klimmen enz. De fijne motoriek zijn de kleine bewegingen die je bv met handen en vingers maakt zoals puzzels leggen, knippen, scheuren, kralen rijgen, met blokken bouwen e.d. Jij begeleidt en stimuleert de motorische ontwikkeling om een basis te leggen voor de verdere ontwikkeling en het kind meer zelfvertrouwen te geven. De grove motoriek; Gedurende het eerste levensjaar ontwikkelt het kind zich zeer snel en is de motorische ontwikkeling van maand tot maand te volgen. Het kind beschikt nog vrijwel uitsluitend over een grove motoriek. Deze bestaat onder andere uit zwaaien, kruipen en gaan staan. De leidsters stimuleren de motorische ontwikkeling met name door het aanbod van diverse, op het kind afgestemd spelmateriaal. Zoals; een rammelaar, babyschommel, loopkar en voor de oudere kinderen een glijbaan, trampoline, schommel, driewieler en het leren met een bal te gooien. Ook wordt tijdens het buitenspelen en in zang- en dansspelletjes aandacht besteed aan de grove motoriek. De fijne motoriek: De fijne motoriek bestaat uit kleine bewegingen die je met je handen en vingers maakt. De fijne motoriek wordt gestimuleerd door met de kinderen te knutselen, te tekenen/kleuren, te puzzelen en te bouwen met constructiematerialen en dergelijke. Verder proberen we de kinderen in de dagelijkse dingen als eten en aankleden steeds meer zelfstandigheid mee te geven. Houding pedagogisch medewerkers t.a.v. de motorische ontwikkeling: Jij als pedagogisch medewerker geeft het kind de gelegenheid, de ruimte, de vrijheid en de tijd om met allerlei bewegingen bezig te zijn. Jij stelt je hierbij niet te beschermend op anders belemmer je het kind in zijn durf en zelfstandigheid en ontneem je kinderen de mogelijkheid te ervaren dat hun eigen gedrag invloed heeft op een situatie. Wel houd jij goed in de gaten dat het kind geen gevaarlijke dingen doet of dingen waar het nog niet aan toe is. Jij grijpt dan in en legt duidelijk uit waarom iets niet kan.
Emotionele ontwikkeling Voor de ontwikkeling van het gevoelsleven is een warme, veilige sfeer noodzakelijk. Daardoor ontwikkelt het kind vertrouwen in zichzelf. Zelfvertrouwen ontstaat als het kind voelt dat het de moeite waard is, dat het geaccepteerd wordt zoals het is. Dus wanneer jij duidelijk maakt dat je het fijn vindt om met het kind contact te hebben. Zelfvertrouwen ontwikkelt het kind ook wanneer de eigen pogingen om contact te leggen met succes wordt beantwoord. De emotionele ontwikkeling van kinderen wordt verder gestimuleerd door: het kind de gelegenheid te geven boosheid, verdriet, blijheid, angst enz. te uiten en die emoties te accepteren in te spelen op situaties en momenten waar emoties een rol spelen Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
20
kinderen d.m.v. spel en verhalen te stimuleren en te helpen bij het hanteren van emoties als volwassene zelf emoties te tonen en uitleggen waarom wij er zo mee omgaan. kinderen toe te staan lekker te giechelen, te schreeuwen, te lachen en “gek” te doen. duidelijk te maken aan het kind dat jij zijn emoties begrijpt en accepteert, dus het geven van jou goedkeuring voor het gedrag. verwoorden van de gevoelens van het kind wanneer deze ze zelf nog niet goed kan uitleggen. Om gevoelens te kunnen hanteren, is het belangrijk ze te ondergaan en ze daardoor te verwerken. Jij vindt het belangrijk dat hier ruimte voor is. Jij laat ook je eigen emoties merken tegenover het kind en legt uit waarom jij je zo voelt en hoe jij er mee om gaat. Jij geeft bij ongepaste uiting van gevoelens zoals slaan, schoppen en bijten of het ergens tegenaan bonken met bv het hoofd, aan hoe het ook anders zou kunnen.
Sociale ontwikkeling De sociale ontwikkeling heeft betrekking op de ontwikkeling van het omgaan met anderen, het mens zijn tussen mensen. Hoewel jongere en oudere kinderen nog niet altijd samen spelen, genieten ze toch van elkaars gezelschap en elkaars nabijheid of vrolijkheid. Je betrekt ze dan ook zoveel mogelijk bij het groepsproces. Je bevordert het sociale contact tussen kinderen door samen te eten, samen naar een buitenspeelplaats te gaan, samen spellen spelen enz. De sociale ontwikkeling wordt verder gestimuleerd door: het organiseren van groepsactiviteiten waarbij de kinderen het met elkaar spelen of met elkaar werken als prettig ervaren o.a. samen spelletjes doen, muziek maken, eten en drinken, boeken lezen, creatieve bezigheden. de verhalen van de kinderen serieus te nemen en hen te stimuleren naar elkaar te luisteren. kinderen vragen elkaar te helpen of samen “om de beurt te doen”. het “samen” spelen en “samen” werken bij activiteiten positief te waarderen. kinderen elkaar te leren kennen door zich onderling te begroeten, elkaars namen te laten zeggen, foto’s aan de muur te hangen in verband met de afwezigheid van kinderen. als samen iets doen op ruzie uitloopt, de kinderen zelf naar een oplossing te laten zoeken. Je grijpt dan niet te snel in maar houd wel in de gaten hoe het verloopt. Je let er goed op dat sommige van bovengenoemde dingen voor kinderen van deze leeftijd moeilijk of helemaal niet te begrijpen zijn. Echt sociaal samen spelen is bij de dagopvang nog niet van toepassing. Bij de sociale ontwikkeling gaat het erom dat je kinderen leert dat het niet vervelend hoeft te zijn als ze dingen moeten doen zoals het leren wachten op, of delen met elkaar of respect hebben voor elkaar maar ook dat ze het nut hiervan inzien. Deze opvoedingsmiddelen zijn op zich niet vervelend maar kunnen door kinderen wel als vervelend worden ervaren. Het is voor kinderen namelijk niet altijd fijn om het gevoel te hebben dat ze alleen maar moeten wachten op een ander, alleen maar te moeten delen met een ander of alleen maar fatsoenlijk met andere om te moeten gaan. Echter wanneer zij het nut hiervan inzien kunnen deze middelen voor hen minder vervelend overkomen. Zij kunnen dan ook inzien dat ze voordeel en plezier uit andere kinderen kunnen halen en beleven, bv dat het leuker kan zijn om met meerdere kinderen rond te rennen of het kan ook leuker zijn om met meerdere kinderen met een bal te spelen dan dit alleen te moeten doen, als een puzzel niet lukt kan een ander kind daar ook bij helpen, het kijken naar en dus wachten op een ander kind kan dus ook leerzaam zijn. Je benadrukt deze positieve dingen ook goed.
Cognitieve (verstandelijke) ontwikkeling De ontwikkeling van het denken is nodig om de wereld om je heen te begrijpen. Bij de verstandelijke ontwikkeling hoort het leren zien van oorzaak en gevolg, de ontwikkeling van het geheugen, het leren van de taal. Er zijn veel mogelijkheden om hier ervaring mee op te doen: puzzels, blokkenstoof, boeken, constructiemateriaal en spelletjes stimuleren het verstandelijke vermogen.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
21
De omgeving speelt hierbij een belangrijke rol. In het ‘t Boerderijke bied jij het kind uitgebreide ervaringen leermomenten. Je richt je vooral op het spontane leren dat er plaatsvindt. Kinderen krijgen de gelegenheid om uitgebreid met en naast elkaar te spelen met allerlei materiaal. Bij de keuze van het speelgoed, muziekinstrumenten, boeken, knutselmateriaal is er rekening mee gehouden dat het kind ervan kan leren. Voor iedere ontwikkelingsfase is er speelgoed dat het kind prikkelt en uitdaagt. Je zit niet vast aan het hanteren van een bestaand programma om de kinderen systematisch iets te leren. Verweven door verschillende activiteiten komen allerlei zaken aan de orde. Te denken valt hier aan de begrippen hoog/laag, ver/dichtbij, onder/boven, klein/groot, weinig/veel, oorzaak en gevolg. Omdat denken en taal nauw verweven zijn met elkaar, besteden we veel aandacht aan de taal. In het algemeen wordt er binnen ‘t Boerderijke door jou (Algemeen Beschaafd) Nederlands gesproken. Behalve veel praten, probeer je als volgt een taalrijke omgeving te creëren: het kind te stimuleren zijn wensen/bedoelingen in duidelijk verstaanbare Nederlandse woorden uit te drukken verhaaltjes te vertellen en voor te lezen samen bekijken en benoemen van prentenboeken rijmpjes en versjes op te zeggen liedjes te zingen gesprekjes te houden met kinderen tijdens het eten zoveel mogelijk te benoemen wat er gedaan wordt of wat er gebeurd
Creatieve ontwikkeling Belangrijk voor jou is hierbij dat het kind de kans krijgt zelf vorm te geven aan dingen. Niet het resultaat is het belangrijkste maar het bezig zijn “met”, het ontdekkingsproces. Verder stimuleer je de creativiteit van kinderen door hen de gelegenheid te geven zelf oplossingen voor allerlei vragen te vinden. Je geeft kinderen de tijd en de ruimte om hen te laten ontdekken dat een vraagstuk op verschillende manieren opgelost kan worden. Kinderen leren op die manier vertrouwen te krijgen in hun eigen vindingrijkheid. Voor de verschillende leeftijden ben je op verschillende manieren bezig met creativiteit. Kinderen zijn creatief bezig als ze aan het spelen zijn met zand, klei, verf of iets knutselen met papier en lijm. Maar de creativiteit wordt ook geprikkeld als ze bezig zijn met fantasiespel zoals: verkleden, vadertje/moedertje spelen, poppenkast spelen met handpoppen, maar ook tijdens bepaalde programma’s op TV Maar ook jij als pedagogisch medewerker moet creatief bezig zijn in je dagelijkse werk. Jij weet dat kinderen verschillend zijn en houdt er dan ook rekening mee dat het ene kind een andere aanpak nodig heeft dan een ander kind. Je kunt een dagindeling voor ogen hebben maar moet wel in staat zijn om hier van af te wijken indien de groep dit vraagt. Maar ook bij het bedenken van zaken als naar buiten gaan (waar naar toe, hoe en wat te doen) of door een spontane activiteit aan te bieden als dat door de kinderen aangereikt wordt. Het verzorgen van de groepsruimte hoort ook bij jouw taak als pedagogisch medewerker. Bij het aanbreken van een nieuw seizoen of een feest, versier je de groep met allerlei knutselwerkjes van de kinderen die met een bepaald thema, zoals bv de lente, water, dieren en noem maar op te maken hebben. Tijdens het zingen van liedjes kunnen deze versieringen dan weer worden gebruikt als uitgangspunt. Andere situaties waarin jij creatief bezig bent is tijdens het aanbieden van spelletjes, het voorlezen of improviseren hierbij of tijdens het troosten van een kind. Jij begeleidt de creatieve ontwikkeling bij de kinderen door het aanbieden van hindernissen (bijvoorbeeld door wel uitleg te geven maar kinderen het zelf uit te laten voeren) en kinderen zelf te laten ontdekken hoe ze ermee om kunnen gaan. Maar ook door kinderen zelf uit te laten zoeken wat ze kunnen doen met bijvoorbeeld klei en zand maar ook de verschillende mogelijkheden van speelgoed zoals duplo of Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
22
varianten hiervan, ook worden hiervoor de “waardeloze” dingen voor gebruikt zoals blaadjes, takjes, dennenappels ed. Je prikkelt de fantasie van de kinderen door geregeld iets nieuws aan te bieden op de groep. Je prijst de kinderen als ze zelf iets verzonnen hebben. Soms doe je voor wat je met materiaal kunt doen. Je stimuleert de kinderen, maar dwingt ze niet. Je gaat in op het fantasiespel van het kind en speelt mee.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
23
Praktische benaderingen voor ons Verdriet Kinderen zijn soms verdrietig. Meestal begrijp jij als pedagogisch medewerker de aanleiding, maar soms kan het zijn dat het verdriet van een kind voor ons volwassenen niet te begrijpen is. Toch moet jij er alle moeite voor doen om dit wel te begrijpen. Je neemt het verdriet van een kind serieus. Je geeft het kind dus de mogelijkheid om verdrietig te zijn. Kinderen met verdriet krijgen de ruimte om aan te geven of zij getroost willen worden. Verdriet wordt bespreekbaar gemaakt. Bij kinderen die regelmatig verdriet hebben, is het belangrijk dat de pedagogisch medewerker dit met de ouders bespreekt. Wat betekent het als een kind regelmatig verdriet heeft? Dit kan een fase zijn (eenkennigheid ) bij het afscheid nemen, een kind kan niet goed tegen de drukte om zich heen, of een kind is ziek. Om kinderen te troosten is het bieden van geborgenheid het belangrijkste. Het kind op schoot nemen of een knuffel geven bijvoorbeeld. In principe laten de pedagogisch medewerkers kinderen niet lang huilen. Bij baby's wordt er met de ouders veel overleg gevoerd over hoe er wordt omgegaan met huilen. Er kunnen zich echter wel situaties voordoen waarin er wordt afgesproken met de ouders om het kind kort te laten huilen ( bijvoorbeeld kind in slaap huilen ).
Conflicten Kinderen kunnen plezier met elkaar maken maar ook ruziën. Jij stimuleert ze om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan en duidelijk te maken wat zij wel en niet willen. Regel is dat kinderen elkaar geen pijn mogen doen. Maar voor vooral de jongere dagopvang kinderen is dit nog niet altijd te begrijpen. Ondanks dit beginnen wij bij hen toch met het uitleggen waarom iets niet kan en wat de gevolgen er van zijn. Bij ruzies proberen we de kinderen te begeleiden in het zoeken naar oplossingen. Bij de jongere dagopvang kinderen zal dit eerst door ons opgelost worden. Naar mate zij ouder worden wordt er door ons steeds een stapje verder terug genomen om hen de mogelijkheid te bieden het zelf op te lossen. Wanneer kinderen in conflict komen met elkaar kunnen ze hiervan leren om voor zichzelf op te komen en te onderhandelen. Bij conflicten kan jij als pedagogisch medewerker ruimte geven om zelf naar oplossingen te zoeken. Jij kan de kinderen leiden in het zoeken naar een oplossing, indien ze er zelf niet uitkomen. We proberen als leidsters een conflict op eenzelfde manier aan te pakken. Dit doen we door de huisregels na te leven, elkaar hierop te wijzen en door te overleggen. Schoppen of slaan kunnen uitdrukkingen zijn van het onvermogen om gevoelens te uiten en uit onmacht. Kinderen zijn bezig te leren hoe zij aangeven wat zij wel en niet willen. Wij kunnen kinderen hierin begeleiden. We kunnen en mogen niet verwachten dat kinderen altijd 'verstandig' met elkaar omgaan. Door tegen elkaar te kunnen zeggen wat het probleem is, neemt de behoefte om boosheid en woede lichamelijk te uiten, uiteindelijk af. Deze interactie tussen de kinderen onderling stimuleert je. Soms zal het echter nodig zijn voor een kind om even “af te koelen” voordat het kan zeggen wat er aan de hand is. Jij als pedagogisch medewerker dwingt een kind niet om te praten. Indien het kind er nog niet aan toe is, kan je er later altijd nog op terugkomen.
Corrigeren en belonen De kinderen worden op kinderdagverblijf ’t Boerderijke op een positieve manier benaderd. Door middel van positieve aandacht wordt het gewenste gedrag gestimuleerd. Wanneer een kind negatief gedrag vertoont, wordt gekeken naar het individuele kind en nagegaan waarom een kind dit gedrag vertoont (bijvoorbeeld niet lekker in zijn vel zitten, verveling, verandering thuissituatie, onzekerheid ) De medewerkers kunnen op deze manier de oorzaak van het probleem wegnemen en hier rekening mee houden. Wanneer een kind na een waarschuwing nog negatief gedrag blijft vertonen, zal de medewerker een kind op ooghoogte (gehurkt) op een rustige, duidelijke wijze aanspreken en het kind daarbij aankijken. Bij Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
24
herhaling van het negatieve gedrag kan het kind zo nodig voor een korte duur op een bepaalde plek neergezet worden om even uit de negatieve situatie gehaald te worden. Er wordt zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind wordt evt. afgeleid om herhaling van het negatieve gedrag te voorkomen. Tegelijkertijd wordt positief gedrag (complimenten ) gestimuleerd. Wij vinden het belangrijk om met de ouders te overleggen over het gedrag van het kind.
Het eigen lichaam De baby groeit niet alleen, maar leert ook zijn eigen lichaam ervaren. Via de huid ervaart een baby zo dat het prettig is om over zijn rug gekriebeld te worden. Maar ook met zijn handen en mond ontdekt hij zijn eigen lichaam. Dreumesen worden zich meer bewust van hun eigen lichaam; tijdens het verschonen en bloot zijn ontdekken kinderen hun geslachtsdelen. Het aanraken van hun geslachtdelen kan een prettig gevoel geven, waardoor sommige kinderen het vaker zullen gaan doen. Wij keuren seksueel gedrag niet af, maar we leren kinderen wanneer het wel en niet kan. Peuters en kleuters kunnen heel nieuwsgierig zijn naar hun lijfje en dat van anderen. Ze worden zich bewust van de lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Wij zien dan ook dat de kinderen in die leeftijdsfase dit gaan benoemen: " Zij heeft geen piemeltje, ik wel en papa ook ".Wij vinden het goed dat kinderen dit doen en bevestigen ze hierin.
Signaleren van problemen Het is niet onze primaire taak om problemen te herkennen en benoemen, we bedoelen hiermee problemen en stoornissen in de breedste zin van het woord. Toch kan het zo zijn dat jij al pedagogisch medewerker door al je ervaring toch een probleem signaleert. Je toetst dit eerst bij je collega’s, hoe kijken zij er tegen aan, wat vinden zij er van. Om je bevindingen te onderbouwen kun je het kind observeren. Hieruit komen duidelijke geobserveerde zaken naar voren. Hiermee voorkom je ook dat je iets wil bespreken zonder dat je dit concreet kunnen omschrijven. Natuurlijk overleg je dit met de ouders in een verkennend gesprek. Zien de ouders hetzelfde gedrag thuis? Hoe kijken ouders er tegenaan? Indien nodig stel je een plan van aanpak op over hoe je met dit kind verdergaat en wat de verwachtingen daarvan zijn; Wat voor maatregelen neem je, wie doet wat, wanneer, hoelang en waarom. Dit kun je eventueel doen in samenwerking met de ouders maar in ieder geval licht je hen hierover in. Als er een plan is ontwikkeld om een bepaald probleem aan te pakken, maar dit blijkt onvoldoende te werken, dan kan er bij problemen waarop dit van toepassing is besloten worden om over te gaan tot beëindiging van de plaatsing. Hierbij wordt altijd het belang van het kind (en de andere kinderen in de groep) betrokken. Er is dan reeds een aantal keer met de ouders gesproken over het probleem. De directie is dan zowel betrokken geweest bij het ontwikkelen en uitwerken van het stappenplan om het probleem aan te pakken, de gesprekken met de ouders als met het besluit om de plaatsing te beëindigen.
Verschillende culturen Alle kinderen zijn welkom op ‘t Boerderijke. Verschillen worden gezien als een verrijking van de groep. Er wordt rekening gehouden met andere culturele of levensbeschouwelijke gewoonten, zoals het niet eten van varkensvlees of het vieren van niet-christelijke feestdagen. In het activiteitenaanbod bied jij activiteiten aan, waardoor kinderen hun wereldbeeld kunnen verbreden.
Beroepskracht-kind ratio Geheel volgens de kwaliteitseisen gesteld in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt er bij KDV 't Boerderijke gewerkt met de beroepskracht-kind ratio: Zie de website www.1ratio.nl
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
25
Beroepskrachten in opleiding Wij bieden beroepskrachten in opleiding graag de mogelijkheid om beroepservaring op te doen. De opleiding Pedagogisch Werk niveau 3 en Gespecialiseerd Pedagogisch Werk niveau 4 kent twee varianten: Bol-opleiding; Een leerling van deze opleiding volgt 5 dagen per week theorie en loopt stage en is altijd boventallig inzetbaar. Wij willen hen de gelegenheid geven om inzicht te verkrijgen in het werken in een Kinderopvang. Hiervoor kunnen zij ons wel op diverse gebieden ondersteunen en assisteren De beroeps Opleidende Leerling wordt begeleid door een ervaren pedagogisch werker en een praktijkopleider. BBL-opleiding; Bij Kinderopvang 't Boerderijke bieden wij geen BBL-opleidingen aan. Naast bovengenoemde varianten is het mogelijk stage te bieden aan kortdurende stages van enkele weken ter oriëntering op de beroepskeuze. Afhankelijk van een stagiaire (ervaring, hoeveelste jaar van de opleiding, capaciteiten etc.) kan zij een leidster ondersteunen in het groepswerk. Een PW-stagiaire helpt in de groep wat betreft de verzorging van de kinderen, het aanbieden van activiteiten en huishoudelijke taken die moeten gebeuren in de groep. Deze taken doet ze onder begeleiding of onder toeziend oog van de leidsters. Enkele taken kunnen echter steeds zelfstandiger worden uitgevoerd.
Vierogen principe Per 1 juli 2013 is wettelijk vastgelegd dat bij dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar, een pedagogisch medewerker de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene De volgende maatregelen hebben wij getroffen om op een verantwoorde manier uitvoering te geven aan het vierogen principe. Vierogen principe kdv 't Boerderijke en 't Schuurke Bij kdv 't Boerderijke en kdv 't Schuurke aan de Breemortelweg is er nooit een leidster alleen aanwezig, zowel niet in de ochtend als aan het eind van de dag. Vanaf 7:30 u tot 8:00 u is het continu een komen en gaan van ouders die hun kinderen brengen en vanaf 17:15 u tot 18:00 u zijn er bijna continu ouders die hun kinderen weer komen ophalen. In de pauzes zijn er altijd twee leidsters aanwezig of een leidster en een stagiaire. De leidsters lopen gedurende de dag regelmatig elkaars groepsruimtes binnen zonder te kloppen. Hun taken zijn zo met elkaar verweven dat ze elkaar even spreken om iets te overleggen of af te stemmen. Daardoor is er zicht op elkaars (pedagogisch) handelen. De groepen aan de Breemortelweg zijn "open". Er zijn veel ramen. Men loopt en kijkt makkelijk bij elkaar binnen. De verschoonruimtes zijn in de groep of de deur blijft open staan tijdens het verschonen van kinderen. Wij hebben op alle twee de kinderdagverblijflocaties aan de Breemortelweg stagiaires staan die boventallig worden ingezet, dus als extra ogen dienen. Ook loopt Anita dagelijks onaangekondigd de twee kinderdagverblijven aan de Breemortelweg binnen. Vierogen principe kdv 't Boerderijke in Den Draai Bij kdv 't Boerderijke in Den Draai is er nooit een leidster alleen aanwezig, zowel niet in de ochtend als aan het eind van de dag. Vanaf 7:30 u tot 8:00 u is het continu een komen en gaan van ouders die hun kinderen brengen en vanaf 17:15 u tot 18:00 u zijn er bijna continu ouders die hun kinderen weer komen ophalen. In de pauzes zijn er altijd twee leidsters aanwezig of een leidster en een stagiaire. Als er in Den Draai één leidster de hele dag alleen aanwezig is gaan we of een camera plaatsen zodat Anita vanaf haar kantoor toezicht heeft of een stagiaire inzetten. Ook is de eigenaar van Den Draai vaak aanwezig in het gebouw en verenigingen die daar een zaaltje afhuren voor een activiteit. Deze kunnen ook een oogje in het zeil houden. Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
26
Wij hebben op kdv 't Boerderijke in Den Draai een stagiaires staan die boventallig worden ingezet, dus als extra ogen dienen. Ook loopt Anita dagelijks onaangekondigd kdv 't Boerderijke in Den Draai binnen.
Ook zijn de leidsters open tegen elkaar; als je onderbuik gevoel zegt dat er iets niet klopt dan zeg je er wat van.
Achterwachtregeling Gedurende onze openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 8.45 uur en na 17.15 uur en tijdens de gebruikelijke middagpauze. Deze pauze ligt tussen 12.15 uur en 14.30 uur. Omdat wij een kleinschalig kinderdagverblijf zijn kan het voorkomen dat er op bepaalde momenten, als het aantal kinderen conform de beroepskracht-kind-ratio het toelaat, maar één beroepskracht + stagiaire in het kinderdagverblijf aanwezig is. In geval van nood hebben wij Anita en Jos van der Kant om ons te steunen. Jos is ook in bezit van een VOG. Zij zijn altijd telefonisch bereikbaar en kunnen binnen enkele minuten aanwezig zijn in kinderdagverblijf 't Boerderijke en 't Schuurke aan de Breemortelweg en binnen 5 minuten bij kinderdagverblijf 't Boerderijke in Den Draai.
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf 't Boerderijke - mei 2015
27