Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf
Kinderopvang Villa Kakelbont Kinderdagverblijf buitenschoolse en tussenschoolse opvang
Pagina 1 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Inleiding Pedagogische aandachtspunten Triple P Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Eigen initiatief en keuzes Mogelijkheden uitdagen Emoties Normen en waarden Gelijkheid Ontwikkeling volgen en stimuleren Seksuele ontwikkeling Rekening houden met elkaar Structureer Stimuleer Negeer of isoleer Communiceer Sfeer en gezelligheid Veilige en vertrouwde omgeving Contact met ouders Wenbeleid Opendeurenbeleid Kindermishandeling en huiselijk geweld Incidentele en structurele opvang buiten de basis- of stamgroep Achterwachtregeling
Pagina 2 van 30
2 3 5 5 7 9 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Inleiding De voorbeelden genoemd in dit beleidsstuk zijn voorbeelden van gebeurtenissen die zouden kunnen gebeuren in Villa Kakelbont en gebaseerd op meerdere gebeurtenissen in Villa Kakelbont. Ze dienen om te illustreren hoe wij handelen in een dergelijke situatie. Enige overeenkomsten tussen de (fictieve) personages en klanten (ouders en/of kinderen) van Villa Kakelbont berusten op puur toeval. Kinderopvang Villa Kakelbont biedt professionele opvang aan kinderen van nul tot en met twaalf jaar. Een van de doelen van Villa Kakelbont is het bieden van ‘goede’ kinderopvang. Voor ‘goede’ kinderopvang is veel noodzakelijk, zoals op het gebied van de accommodatie, beroepskrachten, materiaal, pedagogische uitgangspunten en werkwijze, samenwerking met ouders, en organisatie. Veel van de kwaliteit van een kindercentrum hangt af van het pedagogisch beleidstuk. Tegelijkertijd is het benoemen van een pedagogische werkwijze ook het moeilijkste. De werkwijze, die we samen ontwikkeld hebben, hebben wij willen vastleggen omdat: we een gezamenlijke, éénduidige visie willen ontwikkelen over hoe wij omgaan met kinderen en wat wij belangrijk vinden in onze relatie met kinderen. we willen dat (toekomstige) ouders een duidelijk beeld krijgen van hoe wij met hun kinderen omgaan. Ouders kunnen dan bewuster kiezen voor een bepaalde vorm van opvang voor hun kind. Hoe wij omgaan met kinderen heeft alles te maken met onze visie op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden. Alvorens met het pedagogisch beleidsplan te beginnen is het daarom van belang deze visie toe te lichten en aan te geven welke pedagogische doelstelling wij nastreven. In onze visie gaat het in de ontwikkeling van het kind om een gezonde samenhang tussen nature en nurture, oftewel tussen aangeboren en omgevingsinvloeden. Het kind is uit zichzelf op zoek naar stimulering en nieuwe impulsen. De omgeving kan het kind hierin begeleiden en ondersteunen. Hierdoor kunnen eigenschappen van het kind worden bekrachtigd of juist worden verminderd. In onze visie vinden wij dat de pedagogisch medewerkers van Villa Kakelbont zowel een begeleidende als sturende rol hebben in de opvoeding van het kind. De kinderen moeten de ruimte krijgen te ontdekken en zich te ontwikkelen om zo zelfstandigheid en zelfredzaamheid te stimuleren. Daarnaast worden ze geconfronteerd met duidelijkheid en structuur om de kinderen om te leren gaan met normen, waarden en regels. Dit alles vindt plaats in een liefdevolle, vertrouwde omgeving, die verder door humor, creativiteit en respect wordt gekenmerkt. Tot slot is het van groot belang dat de opvoeding door verschillende zorggevers op een lijn ligt. Daarvoor moet er regelmatig overleg zijn tussen (stief-)ouder/voogd en Villa Kakelbont. Vanuit deze visie stellen wij ons als pedagogisch hoofddoel dat uit een kind een volwassene groeit die positief, vrolijk en spontaan in het leven staat. Het is een zelfstandig, zelfredzaam persoon met een gezonde dosis zelfvertrouwen en ambitie. De volwassene is assertief en heeft een eigen mening. Daartegenover staat dat de volwassene sociaal is, mensen met respect benadert, zorgzaam en behulpzaam is en zich kan inleven in andere mensen. De volwassene is zich bewust van de geldende normen en waarden en leeft deze na. Aan de hand van concrete voorbeelden laten wij zien hoe wij onze visie en pedagogische hoofddoelstelling vertalen naar de dagelijkse praktijk. De voorbeelden maken duidelijk wat we van elkaar verwachten in soortgelijke situaties. Zo willen we werken, met daarin natuurlijk ruimte voor ieders persoonlijke accenten, maar wel binnen een duidelijk gestelde marge. Opvoedkundige ideeën van nieuw aan te stellen werknemers moeten er ook in passen. Iedere werksoort heeft een eigen pedagogisch beleidsplan ontwikkeld. Onze voorkeur voor een concrete beschrijving van ons pedagogisch handelen, maakte een pedagogisch beleidsplan voor het hele kindercentrum Pagina 3 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
niet wenselijk. De karakteristieke kenmerken van iedere werksoort komen onzes inziens door een afzonderlijk pedagogisch plan bovendien beter tot hun recht. Wij zijn ervan bewust dat ideeën over pedagogisch handelen kunnen wijzigen in de tijd. Dit pedagogisch beleidsplan moet daarom ook gezien worden als een momentopname. Tijdens de werkbesprekingen en teamvergaderingen zal het pedagogisch handelen op basis van het pedagogisch beleidsplan een terugkerend thema zijn. Zo ontstaat een wisselwerking tussen het pedagogisch beleidsplan en de praktijk. Een pedagogisch beleidsplan staat niet op zichzelf. Het pedagogisch beleid beïnvloedt en wordt beïnvloed door andere beleidsterreinen zoals accommodatiebeleid, plaatsingsbeleid, personeelsbeleid. De uitgangspunten van de overige beleidsgebieden benoemen wij hier niet. Vanuit praktisch oogpunt beperken wij ons tot het beschrijven van het pedagogisch beleid. Dit pedagogisch beleid is tot stand gekomen in ongeveer jaar tijd. Het raamwerk is gemaakt door de directie in samenwerking met de pedagogisch medewerkers. De invulling is de neerslag van reacties van pedagogisch medewerkers op vragen vanuit de directie. Elke pedagogisch medewerker werd geacht mee te werken en in de praktijk gebeurde dit ook. De resultaten hiervan weren in teamvergaderingen besproken. Uiteraard werd in meerdere stadia van het tot stand komen van het pedagogisch beleid de oudercommissie ingeschakeld. Zij kregen dan de gelegenheid de stukken samen te bespreken en reacties te geven. Deze reacties werden dan verwerkt in de stukken. Uiteindelijk heeft de oudercommissie haar goedkeuring gegeven. Steeds wanneer in dit stuk “wij” staat, bedoelen wij hier alle teamleden mee. Gaat het om de theoretische achtergrond dat staat “wij” voor teamleden en bestuursleden samen. Ten slotte: wij hebben met veel plezier aan dit pedagogisch beleidsplan gewerkt. Wij hopen dat wij met dit plan een duidelijk beeld geven van hoe wij omgaan met de kinderen die wij opvangen.
Pagina 4 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Pedagogische aandachtspunten Triple P Wij werken volgens de methodiek van Triple P (Positief Pedagogisch Programma), een gevarieerd ondersteuningsprogramma dat opvoeden makkelijker en plezieriger wil maken. De methodiek staat bekend onder de naam ‘Positief Opvoeden’. Positief Opvoeden is een manier van opvoeden die erop gericht is om de ontwikkeling van kinderen te bevorderen. Het betekent dat we op een opbouwende en niet kwetsende manier omgaat met het gedrag en de emoties van kinderen. De nadruk lig op goed communiceren en het geven van positieve aandacht aan dingen die kinderen goed doen. Een positieve opvoedingsaanpak zorgt ervoor dat kinderen zich het beste kunnen ontwikkelen. Kinderen zitten daardoor lekkerder in hun vel, ze doen het goed en lopen minder kans om gedragsproblemen te ontwikkelen. Positief Opvoeden kent vijf belangrijke principes: Een veilige en stimulerende omgeving bieden Jonge kinderen hebben een veilige omgeving nodig om te spelen en te ontdekken, vooral wanneer ze beginnen te kruipen. Ongelukken thuis vormen een belangrijke oorzaak van letsel bij jonge kinderen. Probeer je omgeving zo veilig mogelijk te maken. Let op het mesje op de rand van het aanrecht, de afstandsbediening van de tv. En ineens kunnen ze, op hun teentjes staand, wel iets van tafel pakken dat er al zo lang interessant uitziet… Wat eerst nog geheel buiten bereik was, is plotseling binnen bereik en een potentieel gevaar. Je wil niet de hele dag “nee” en “niet aankomen” roepen. Je wil een gezellige sfeer waarbij het kind zijn gang kan gaan in zijn spel en jij toekomt aan jouw activiteiten. In een veilige omgeving kun je zelf meer ontspannen zijn terwijl het kind op onderzoek uitgaat. Je hoeft minder bang te zijn dat het kind zich pijn doet of iets kapotmaakt. Emotionele veiligheid Een veilige omgeving is ook een omgeving waarin kinderen zich gewaardeerd en geborgen voelen. Een plek waar je erbij hoort, waar je jezelf kunt zijn en waar aandacht is voor jouw verhalen en verdriet. Dat is belangrijk thuis in het gezin maar ook de school/kinderopvang moet een veilige plek zijn voor kinderen. Stimulerende omgeving Behalve veiligheid hebben kinderen ook uitdagingen nodig om zich goed te ontwikkelen. Het is belangrijk dat kinderen kunnen opgroeien in een stimulerende omgeving waarin wat te beleven en te onderzoeken valt. Zo kunnen ze nieuwe ervaringen opdoen en hun vaardigheden ontwikkelen. Een groep met interessante dingen om te doen, stimuleert de nieuwsgierigheid van kinderen en bevordert hun taal- en verstandelijke ontwikkeling. Kinderen die lekker spel en actief bezig zijn vervelen zich niet en lopen minder kans om ongewenst gedrag te vertonen of lastig te zijn. Laten leren door positieve ondersteuning Ouders moeten aanwezig en beschikbaar zijn voor hun kinderen. Dit betekent niet dat je de hele tijd bij het kind moet zijn, maar wel dat je beschikbaar bent als het kind hulp, zorg of aandacht nodig heeft. Door het kind positief te ondersteunen is hij gemotiveerd om nieuwe vaardigheden en gedrag te leren. Opvoeders kunnen hun goedkeuring op verschillende manieren laten blijken, door complimenten te geven, door een opgestoken duim, een knipoog of een glimlach. Positieve ondersteuning betekent niet dat je de hele tijd complimenten aan het kind geeft. Dit doe je alleen al het kind nieuw gedrag leert, van veters strikken tot niet storen tijdens een telefoongesprek. Aansprekende discipline hanteren Als de omgeving duidelijk en voorspelbaar is, ontwikkelen kinderen zich het beste. Aansprekende discipline betekent dat opvoeders duidelijke regels stellen, op een heldere manier instructies geven en snel en doortastend reageren wanneer kinderen ongewenst gedrag vertonen. Realistische verwachtingen Iedere opvoeder heeft verwachtingen over hoe een kind zich moet gedragen. Maar ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Het is belangrijk om uit te zoeken wat het kind ongeveer moet Pagina 5 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
kunnen op welke leeftijd. Als opvoeders te veel van het kind eisen, kunnen er problemen ontstaan. Verwacht niet dat het kind perfect is. Elk kind maakt fouten en doet dat meestal niet met opzet. Verwacht ook niet teveel van jezelf als opvoeder, want ook opvoeders zijn niet perfect. Opvoeden is iets dat je met vallen en opstaan leert. Goed voor jezelf zorgen Opvoeden is makkelijker als er ook ruimte is voor je eigen behoeften aan intimiteit, vriendschap, ontspanning en tijd voor jezelf. Een toegewijde opvoeder zijn betekent niet dat de kinderen je leven volledig bepalen. Je kunt voor jezelf zorgen door bijvoorbeeld elkaar te steunen, strategieën te leren om met onplezierige emoties zoals, woede, depressie en stress om te gaan. Het is makkelijker om geduldig, consequent en beschikbaar voor het kind te zijn als aan jouw eigen behoeften wordt voldaan. Zorg dat je uitgerust en fit bent en ga na of je jezelf prettig voelt op je werkplek.
Pagina 6 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. VVE programma’s zijn programma’s gericht op het stimuleren van de (taal)ontwikkeling van kinderen in de peuterleeftijd en worden daartoe ingezet op peuterspeelzalen of kinderdagverblijven. Doel van VVE is om eventuele achterstand op de basisschool te voorkomen en de kinderen een goede start van de schoolcarrière te bieden. Wij werken op het gehele kinderdagverblijf met VVE, op locatie de Boomhut wordt met VVE programma Piramide gewerkt en op locatie Langkous wordt met VVE programma Uk & Puk gewerkt. Piramide Het programma Piramide richt zich op gebieden die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind, bijvoorbeeld de denk- en taalontwikkeling en de creatieve en persoonlijkheidsontwikkeling. Het is een totaalprogramma. Dat betekent dat er aandacht is voor alle ontwikkelingsgebieden van het kind. Er wordt dus niet alleen op gelet of het kind goed leert praten of tellen, maar ook of het prettig met anderen kan omgaan, plezier heeft in het spel en zich goed voelt. Het gaat binnen Piramide om het welzijn van het kind en daarom is er ruimte om als kind te ontwikkelen op alle mogelijke gebieden. Kinderen die extra steun nodig hebben, krijgen individuele hulp: bij Piramide heet dat tutoring. De Piramide-methode start op de groep waar het kind start en loopt door in groep 1 en 2 van de basisschool. Met deze goede basis hebben de kinderen in groep 3, als ze met het echte reken- en taalwerk aan de slag gaan, een goede kans op succes. In het Welkom Programma, het thema aan het begin van het Piramidejaar, leren de kinderen alle vaste regels en rituelen kennen. Het zal dan ook ontdekken dat alle spulletjes in het lokaal een vaste plek hebben. Dit geeft de kinderen een gevoel van veiligheid en houvast, waardoor het bijna vanzelf gaat spelen. Piramide is gericht op brede ontwikkelingsstimulering van jonge kinderen met als doel dat zij met succes de basisschool kunnen volgen. Het programma is erkend voor de doelgroep van kinderen van 2,5 tot 6 jaar, met name de kinderen die extra steun nodig hebben om het doel te bereiken. Inmiddels is Piramide uitgebreid en verbreed tot een methode voor alle jonge kinderen van 0 tot 7 jaar en voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Uk & Puk Uk & Puk is een voorschools educatief programma voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Het is speciaal ontwikkeld voor gebruik in kinderdagverblijven. Het programma richt zich op de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek. Het hoofddoel van Uk & Puk is het voorkomen dat kinderen met een achterstand aan de basisschool beginnen en een onderwijsachterstand oplopen. In Uk & Puk wordt gewerkt aan concrete subdoelen op het gebied van de spraak- en taalontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling, de motorische en zintuiglijke ontwikkeling en de ontluikende rekenontwikkeling. De doelen zijn afgestemd op de leeftijd in maanden van het kind en kunnen specifiek gemeten worden. De doelgroep bestaat uit achterstandskinderen van 0 tot 4 jaar in kindercentra. Onder achterstandskinderen worden kinderen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status of kinderen waarvan Nederlands niet de eerste taal is verstaan. Uk & Puk is echter zo beschreven dat alle kinderen ervan kunnen profiteren. De intermediaire doelgroepen van Uk & Puk worden gevormd door de pedagogisch medewerkers die met de kinderen werken en door de ouders van de kinderen. Uk & Puk is een centrumgericht, speels totaalprogramma voor alle kindercentra met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Uk & Puk is thematisch opgebouwd. Een thema duurt vier tot zes weken. Binnen een thema zijn twaalf activiteiten uitgewerkt voor de verschillende doelgroepen. Elke activiteit is volgens een vast stramien beschreven, onder te verdelen in een organisatorisch gedeelte, de beschrijving van de eigenlijke activiteit (met daarin opgenomen de interactievaardigheden) en de doelen waaraan tijdens de activiteit gewerkt wordt. Met behulp van Uk & Puk grijpen en creëren pedagogisch medewerkers kansen om kinderen leerervaringen op te laten doen. Door op het kinderdagverblijf en thuis activiteiten te doen die in elkaars verlengde liggen, krijgen
Pagina 7 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
kinderen meer gelegenheid om te ontdekken, vaardigheden te oefenen, woorden te leren en hun omgeving te begrijpen.
Pagina 8 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Eigen initiatief en keuzes Wij vinden het belangrijk dat de kinderen eigen keuzes leren maken en zelf initiatieven nemen. Eigen initiatief wordt gestimuleerd en we gaan als pedagogisch medewerkers zo veel mogelijk mee in de initiatieven van de kinderen. Het geeft een gevoel van zelfstandigheid en individualiteit. Het kind ontwikkelt een gevoel van eigenwaarde en (zelf)respect. Kinderen leren een eigen mening te hebben en daarvoor uit te komen. Zo zal het kind een eigen identiteit ontwikkelen. In eerste instantie gaan we uit van initiatieven van het kind. Verder zijn we zelf heel actief in de begeleiding van het kind. We bieden ze meer mogelijkheden of breiden de spelsituatie uit. Wij besteden aandacht aan eigen initiatief en keuzes van kinderen onder andere op de volgende manier: In de keuze van de activiteiten laten we ons zoveel mogelijk leiden door de inbreng van de kinderen. Ook in de uitvoer van de activiteiten is het eigen initiatief van de kinderen de leidraad. Ook in de invulling van een knutselwerkje laten we de kinderen vrij. De kinderen krijgen begeleiding en handreikingen om iets te maken. Wat zij daar verder mee doen is aan de kinderen. Als we bijvoorbeeld een sneeuwpop maken en de neus moet er op worden geplakt, laten we ze vrij om te bepalen waar die moet. Ze hebben op het voorbeeld kunnen kijken waar de neus kan komen en de pedagogisch medewerker begeleidt het kind door te vragen: “Waar denk je dat de neus moet, waar staat hij mooi?”. Als het kind de neus vervolgens niet op de “juiste” plaats plakt, geeft dat niets. We belonen het kind evengoed: “Hartstikke mooi, Lara! Goed gedaan”. Wanneer een kind weinig initiatief neemt, stimuleren wij het kind hierin. Wij laten het kind de mogelijkheden zien en bieden ze spelmogelijkheden. Stap voor stap zullen we de kinderen steeds meer initiatief laten nemen. Wanneer een kind ervoor kiest iets niet te doen wat eigenlijk wel goed voor hem is, zoals brood eten of iets drinken, stimuleren wij het dit toch te doen, door te praten en uit te leggen. Het kind heeft in principe keuzevrijheid, maar wij letten hierbij op veiligheid en gezondheid en zoeken naar compromissen. Wanneer het kind ervoor kiest iets te doen wat boven zijn niveau ligt, geven we het kind hiervoor de ruimte, mits dit veilig is. Later geven we ze iets op hun eigen niveau, zodat ze zich gesterkt voelen in hun zelfvertrouwen. Als kinderen willen buiten spelen gaan we daarin mee. Buiten bieden wij verschillende activiteiten aan. We houden daarbij de pedagogische bijdrage in ons hoofd. Zo kunnen de kinderen buiten met speelgoed spelen als ballen, fietsjes, steps en de zandbak. Ook doen we spelletjes als “Schipper mag ik overvaren” en “Jan Huygen in de ton” en natuurlijk mogen ze ook zelf iets bedenken. Door het aanbieden van deze mogelijkheden hebben de kinderen de mogelijkheid zich te ontwikkelen op meerdere gebieden als: motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling, taal en zelfredzaamheid. Ook bij de activiteiten binnen zijn we actief in het bieden van de mogelijkheden. Als de kinderen willen knutselen, bieden wij ze een kader waarin ze hun fantasie de vrije loop kunnen laten gaan. We bieden een thema aan en een aantal materialen, de invulling is verder aan de kinderen. Zo kunnen we in de winter bijvoorbeeld een sneeuwpop maken met papier, watjes, kralen en lijm. We tonen ze een voorbeeld van een sneeuwpop en laten ze verder vrij. We helpen de kinderen wel in het aanleren van de handelingen die ze nodig hebben om te kunnen knutselen. Zo leren we ze hoe ze iets kunnen plakken met lijm. Wáár ze, bijvoorbeeld de watjes, plakken is aan de kinderen. Door regelmatig met de andere groepen van speelgoed te wisselen, hebben de kinderen regelmatig ander speelgoed waarmee ze kunnen spelen. Zo blijft de interesse van de kinderen geprikkeld. De basis blijft wel gelijk. Zo hebben we altijd boekjes, maar wisselen de boekjes af en toe. Verder zijn er altijd blokken, treinsporen en puzzels. Ook passen we ons speelgoed aan thema’s aan. Daarvoor lenen we themacollecties bij de bibliotheek. Wij richten onze ruimtes zo in dat de kinderen initiatieven kunnen nemen die ‘veilig’ zijn. Oudste peuters moeten bepaald materiaal zelf kunnen pakken.
Pagina 9 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Wij observeren baby’s goed om te kunnen begrijpen wat zij willen wanneer dit nog niet verbaal kenbaar gemaakt kan worden. Hierdoor kunnen wij tegemoet komen aan eigen initiatief en keuzes van de jongste kinderen.
Praktijkvoorbeeld Het is maandagochtend, een uur of half tien. We hebben liedjes gezongen en zitten nog aan tafel van het fruit eten. We maken van de gelegenheid gebruik de kinderen te vragen wat ze willen doen. We krijgen twee verschillende antwoorden, namelijk knutselen en buitenspelen. We stellen de kinderen voor eerst te gaan knutselen en daarna nog buiten te gaan spelen. Dat vinden de kinderen een goed idee. Terwijl de ene leid(st)er de kinderen verschoont, bereid de andere een knutsel voor. Ze heeft wel eerst gevraagd wat de kinderen zouden willen maken. De kinderen weten niets, maar nadat de leid(st)er een thema geeft (indianen) komen de ideeën. “Zullen we een indianenmuts maken juf?” vraagt Stan. “Wat een leuk idee, Stan. Zo een muts met veren?”. “Jaaaah!” roepen de kinderen in koor.
Pagina 10 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Mogelijkheden uitdagen Wij vinden het belangrijk dat ieder kind in zijn/haar mogelijkheden wordt uitgedaagd. Ieder kind ontwikkelt zijn of haar verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden in een ander tempo. Wij zullen altijd het beste van de kinderen verwachten. We dagen de mogelijkheden van het kind zoveel mogelijk uit. Door altijd het beste van het kind te “eisen”, laten we het kind merken dat we vertrouwen in het kind en zijn/haar mogelijkheden hebben. Het kind zal vertrouwen in zichzelf krijgen. Als een poging goed afloopt, dan geeft dat het kind een plezierig en tevreden gevoel: “dat kan ik!” Door het kind in zijn mogelijkheden uit te dagen stimuleren wij de zelfstandigheid.
We laten kinderen bepaalde handelingen uitvoeren en stimuleren het daarin. Het is niet erg als iets niet lukt, het gaat om de pogingen. Deze instelling is in het hele dagritme verweven. Voorbeelden zijn: o baby’s hun bordje eten voorschotelen en zichzelf laten voeden; o dreumesen leren hun speelgoed opruimen; o kinderen zelf hun kleding aan en uit laten trekken; o kinderen zelf hun handen laten wassen (en alle bijbehorende handelingen); o kinderen bepaalde conflicten zelf op laten lossen. o We stimuleren kinderen een poging te wagen. We zijn te allen tijde geduldig en belonen het kind (non-)verbaal voor zijn pogingen zelfstandigheid te verwerven. Al in de babygroep beginnen we de kinderen aan te spreken op hun mogelijkheden. Bijvoorbeeld: “Pak zelf maar een stukje brood.” “Wil je die beker zelf vasthouden?” “Kom maar aan tafel.” We accepteren dat het ene kind met veel enthousiasme aan een nieuwe vaardigheid begint en het andere een langere periode van steeds even proberen nodig heeft. Vanaf het moment dat de kinderen in de peutergroep zijn, stimuleren we de kinderen zelf hun broek op te hijsen, zelf hun sokken aan en uit te trekken, zelf hun jas aan en uit te doen. We stellen de eisen steeds iets hoger, zodra het kind het vorige goed onder de knie heeft. Er zit een grens aan het accepteren van ieders tempo van eten of aankleden. Om het dagritme niet teveel te verstoren kunnen we de kinderen niet te lang aan tafel laten zitten, of hun kleding aan of uit laten trekken. We bereiden de langzaam etende kinderen voor dat de tijd om te eten bijna over is, dan is het “jammer, maar de tijd is voorbij”. Op die manier maken we de kinderen duidelijk dat er een grens is aan gezellig leuteren en niet eten. Ook zit er een grens aan het wachten tot een kind uit zichzelf toe is aan het leren van nieuwe dingen. Toen Peter een jaar en zes maanden was, liet de pedagogisch medewerker hem met twee handen vast lopen, ook al had hij er niet veel lol in. Sonja (twee jaar) kreeg geen beleg op haar boterham als ze alleen wees en het woord niet noemde, terwijl ze alle woorden voor het beleg wel kende. Wim (zes jaar) werd niet geholpen met zijn jas voor hij naar school moest. Wanneer we zeker weten dat kinderen iets zouden kunnen, geven we hen een zetje om het te doen, omdat we weten dat het plezier van het beheersen van een vaardigheid opweegt tegen het tijdelijke onaangename aanzetten tot iets waar het kind niet veel zin in heeft. Het stimuleert de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid van het kind.
Praktijkvoorbeeld We gaan buiten spelen. We gaan met de kinderen naar de kapstok en laten ze hun eigen jas en schoenen pakken. Als we samen op de mat zitten, laten we ze eerst zelf even proberen zichzelf aan te kleden. Het is grappig om te zien. Kees heeft zijn schoenen verkeerd om aan en Danny heeft zijn linkerarm in zijn rechtermouw en is op zoek naar zijn andere mouw. Een aantal van de andere kinderen hebben echter wel hun jas aan, sommige hun schoenen en sommige zelfs hun schoenen en hun jas. Na een paar minuten helpen we de kinderen en belonen we hun pogingen.
Pagina 11 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Emoties Wij vinden het belangrijk om aandacht te besteden aan emoties van kinderen. Emoties zijn uitingen van gevoelens, zoals blijdschap, boosheid, verdriet, angst, agressie, kwetsbaarheid, Kinderen uiten dit onder andere door huilen, lachen, slaan, bijten, juichen, dansen en knuffelen. Zij leren op die manier gevoelens herkennen, verwerken en plaatsen. Wanneer wij emoties serieus nemen, waarnemen en begeleiden, zal het kind zich evenwichtig ontwikkelen en zal de eigen identiteit gestimuleerd worden.
Wij werken aan een vertrouwensrelatie tussen kind en pedagogisch medewerker waardoor het kind zijn emoties durft te uiten. Wij zorgen ervoor het kind goed te leren kennen door onder anderen te observeren. Wij stellen een kind dat angstig is gerust. We proberen de angst te verminderen of weg te nemen door uit te leggen en samen met het kind dingen te doen. We vermijden hierbij zo weinig mogelijk het beangstigende object of handeling. Een kind dat verdrietig is kan bij ons terecht. We nemen het kind op schoot en laten het even huilen. We troosten het en proberen de aandacht van het kind te richten op iets anders. Met een kind wat stil en teruggetrokken is, proberen we een vertrouwensband op te bouwen. Dit doen we door middel van communicatie en open te staan voor (non)verbale signalen. We houden rekening met het ontwikkelingsniveau van het kind in de benadering van de emoties. o We begrijpen dat een kind van twee in woede kan uitbarsten als het wordt gedwarsboomd en straffen het er niet voor, maar begeleiden het erin; o We weten dat kinderen vanaf 2;6 jaar erg koppig kunnen overkomen en daardoor ook conflicten met de omgeving kunnen hebben. Het kind heeft zichzelf ontdekt en wil IK laten gelden in de vorm van koppigheidsgedrag. Het wil zijn zelfstandigheid bewijzen en is egocentrisch. Dit is een normaal onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling. We begeleiden de kinderen hierin; o We weten dat een kind van boven de drie minder angstig zou moeten zijn voor onbekende zaken / mensen; o We weten dat een kind van boven de drie al leert delen en op de beurt te wachten; o We weten dat kinderen van bijna vier op sociaal vlak een versnelde ontwikkeling doorgaan. Het kind weet dat andere kinderen ook wensen hebben, maar het moet daar nog mee om leren gaan. Het kind kan wreed lijken, maar dat heeft vaak te maken met het feit dat het moeite heeft zich in te leven in anderen, de zgn. rolneming. Wel begint het inleven in anderen te ontstaan en te groeien. Het kind houdt in deze periode zo nu en dan rekening met anderen. Het verzet zich minder tegen de omgeving.
Praktijkvoorbeeld Katja, een kind van 3 jaar, begint midden op de dag ineens te huilen omdat ze naar haar moeder wil. De pedagogisch medewerker neemt haar op schoot en geeft haar aandacht. Ze vraagt even wat er is. “Waarom huil je Katja?”. “Ik wil naar mama!”. “Ach meisje, mis je mama zo?”. “Ja, snik”. De pedagogisch medewerker laat haar even huilen en geeft haar een heel dikke knuffel. Dan zegt ze: “Nou, weet je wat we doen? We gaan samen een mooie kleurplaat maken en dan kan je die vanmiddag aan mama geven, wat vind je daarvan?”. “Ja, een heel mooie kleurplaat, dan kan ze die op haar werk ophangen en aan mij denken”. Vrolijk loopt ze naar de tafel en gaat een tekening maken.
Pagina 12 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Normen en waarden Als onderdeel van de opvoeding zien wij het overbrengen van waarden en normen. Wij zien waarden en normen als de richtlijnen van ons doen en laten. Wanneer wij kinderen waarden en normen bijbrengen, helpen wij hen op te groeien tot eerlijke en volwaardige mensen met respect voor de wereld om hen heen.
Wij vinden het belangrijk dat volwassenen en kinderen respect hebben voor elkaar. Er wordt niet gepest of gekleineerd. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt op basis van sekse, geloofsovertuiging, ras, cultuur, handicaps of andere kenmerken. Wij vinden het belangrijk dat volwassenen en kinderen elkaar behulpzaam zijn. Kinderen worden actief bij elkaar betrokken door de leid(st)ers. Zo kan een leid(st)er vragen aan een kind: “Mark, wil jij even de wc deur open maken voor Jill?”. Wij verwachten van een volwassene en een kind eerlijkheid. We houden hierbij rekening met de leeftijd. Zo kan een heel jong kind vaak fantasie en werkelijkheid door elkaar halen. Dat betekent niet dat een kind liegt. Wij verwachten van volwassenen en kinderen dat ze zorgvuldig zijn met speelgoed, boeken en andere materialen. Speelgoed is om mee te spelen en boeken zijn om te lezen, niet om te vernielen. Ook vinden wij het belangrijk dat kinderen leren met respect met de natuur en milieu om te gaan. Planten worden niet vernield. Vuil wordt in de vuilnisbak gedaan (en gescheiden) en niet buiten op de grond gegooid. We zijn lief voor dieren. We doen elkaar geen pijn. Dit is zowel fysiek als mentaal. Dus niet slaan, schoppen, bijten, duwen, schelden en pesten. We zijn ons bewust van onze eigen cultuur en normen en waarden. We realiseren ons dat onze normen en waarden door onze cultuur wordt bepaald. We staan open voor andere culturen en bijbehorende normen en waarden. We houden rekening met het ontwikkelingsniveau wat betreft de gewetensontwikkeling. o We weten dat kinderen van twee hardop vertellen dat iets niet mag, maar dat ze er dan gewoon mee doorgaan; o We weten dat kinderen van rond de drie jaar geneigd zijn om de schuld op anderen te schuiven; o We weten dat twee-/driejarige kinderen zich vaak nog onvoldoende kunnen sturen om zich aan regels te houden. Ze kunnen de verleiding niet weerstaan. Driejarige kinderen weten wat ze wel en niet mogen, maar pas rond het vierde levensjaar is er sprake van een innerlijke rem die niet alleen voor een bepaalde situatie wordt gehanteerd, maar al breed wordt toegepast; o Algemene principes als goed en kwaad zijn pas vanaf het vijfde jaar aanwezig.
Praktijkvoorbeeld Er is een nieuw jongetje op de groep, hij heet Jesper. Hij moet nog erg wennen aan de regels en de structuur. Hij test de regels uit en moeder geeft aan dat we hem op zijn vingers mogen slaan als hij stout is naar andere kinderen. Wij leggen de moeder uit dat wij niet slaan, maar dat we wel andere manieren hebben om Jesper te laten merken dat zijn gedrag niet geaccepteerd wordt.
Pagina 13 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Gelijkheid We maken geen onderscheid en discrimineren op generlei wijze. We leren kinderen dat iedereen anders is en dat we in een samenleving leven met vele verschillende culturen, rassen, geloven leeftijden en handicaps. Wij staan open voor normen en waarden die niet binnen ons culturele referentiekader passen, proberen ze te begrijpen en respecteren ze.
We hanteren voor elk kind dezelfde regels en behandelen alle kinderen gelijk. Kinderen merken zo dat iedereen gelijk is en iedereen gelijke kansen verdient. We bespreken juist wel verschillen die kinderen opvallen. Er zijn nou eenmaal veel verschillen tussen culturen, rassen, sekse, etc. Door ze te negeren kunnen we ze niet accepteren. Daarom bespreken we ze juist wel. Kinderen zijn heel alert en ze staan voor alles open. Ook vinden we het belangrijk om zelf verschillen te vertellen. Bijvoorbeeld door te vertellen over een feest van een andere cultuur, of door een spelletje te doen waarbij kinderen kunnen voelen hoe het is om blind te zijn. We doen dit op een speels manier met behulp van boekjes, kleurplaten, knutsels, spelletjes e.d.
Praktijkvoorbeeld Een nieuw kindje komt op de groep, Sendar. Bij binnenkomst wordt door een ander kindje geroepen: “Hé een Surinamer!”. De pedagogisch medewerker reageert door te zeggen: “nee, Sendar is geen Surinamer” en pakt de atlas erbij om de kinderen te laten zien waar Senegal ligt. Samen praten we over Senegal en over de cultuur daar. We maken gelijk van de gelegenheid gebruik om meteen Suriname, waar een ander kindje vandaan komt, en Zweden, waar de papa van een ander kindje vandaan komt, op te zoeken.
Pagina 14 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Ontwikkeling volgen en stimuleren Ieder kind ontwikkelt zijn of haar verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden in een ander tempo. We zijn actief in het observeren van de kinderen en besteden daarbij veel aandacht aan het effect van onze begeleiding in de ontwikkeling. We zijn daarbij flexibel en realiseren ons dat kinderen de meeste ontwikkelingsdoelen uit zichzelf wel halen. Wij proberen hiervoor de optimale omgeving te creëren. In de begeleiding van het kind proberen we de intellectuele en motorische / lichamelijke ontwikkeling zo veel mogelijk te prikkelen. Dit doen we op zowel een structurele als een variërende en speelse wijze. We houden hierbij rekening met de mogelijkheden en wensen van het individuele kind. We proberen de ideale omstandigheden te creëren, zodat het kind er optimaal van kan profiteren.
Voor het observeren van de kinderen gebruiken we een kind volg- en hulpsysteem. Kinderen tot vier jaar worden elk half jaar geobserveerd naar aanleiding van een ontwikkelingsboekje. Door het regelmatige observeren zijn we ook tussen deze meetmomenten met ontwikkeling en de observatie bezig. Als we stagnaties of achterstanden signaleren, stimuleren we de ontwikkeling op speelse wijze met behulp van de handreikingen die in het systeem worden gegeven. We betrekken de ouders hier zoveel mogelijk in. Na een halfjaarlijks observatiemoment maken we groepsoverzichten. Zo kunnen we zien of er op een bepaalde groep in groepsverband bepaalde interventies nodig zijn. Mocht er van een groep een groot deel van de kinderen op het gebied van taalontwikkeling iets achter liggen, dan besteden wij als pedagogisch medewerker daar wat meer aandacht aan in het dagelijkse programma. Zo krijgen we door middel van het systeem feedback op ons handelen. We bieden de kinderen activiteiten aan die een uitdaging zijn voor de ontwikkeling. Dit betekent dat we constant kijken wat het kind al kan en vervolgens een activiteit bieden die een iets hoger niveau vereist. Zo geven we een kind dat met gemak inlegpuzzels maakt, een puzzel van zes stukjes. Een kind dat juist goed is in puzzels van bijvoorbeeld 60 stukjes, geven we een blokkenpuzzel of een puzzel met meerdere niveaus. We lezen vaak boeken voor en doen dit op een interactieve manier. We proberen dan de kinderen het verhaal te laten vertellen naar aanleiding van de plaatjes en vragen van ons. We stellen dan vragen als: “wat zal er hier aan de hand zijn?” “waarom denk je dat?” en “Wat denk je dat er in dat pakje zit?”. Niet alle boeken zijn geschikt om ze geheel interactief voor te lezen, daarmee doen we het anders. Dan stellen we vragen als: “heb jij ook wel eens een krokodil gezien?” en “welk dier vind jij het liefst?”. We zingen vaak liedjes met de kinderen. Elke dag zijn er drie vaste momenten dat er liedjes worden gezongen. Daarbuiten worden er ook vaak liedjes gezongen. We proberen veel te variëren met de liedjes. Vaak mogen de kinderen kiezen welke ze willen kiezen, maar regelmatig kiezen wij om de variatie erin te houden. We zingen liedjes die met het actuele thema te maken hebben en natuurlijk liedjes die vaak terugkomen in het leven zoals verjaardagsliedjes. De kinderen kunnen hun fantasie in de liedjes kwijt, ontwikkelen de motoriek door de bijbehorende bewegingen, breiden hun vocabulaire uit en ontwikkelen een gevoel voor ritme. Daarnaast is zingen een vrolijke gebeurtenis. Kringgesprekken horen ook bij de vaste dagindeling. In deze kringgesprekken stimuleren we de kinderen na te denken en te vertellen. We grijpen actuele onderwerpen aan om een gesprek te beginnen. Als er bijvoorbeeld een kindje naar de dierentuin is geweest: “Nou kinderen, weten jullie waar Dirk gisteren is geweest?” “In de dierentuin!” zegt Dirk. “Dirk heeft veel dieren gezien, weten jullie welke dieren er in de dierentuin wonen?” Als kinderen iets kunnen, vinden ze het vaak een uitdaging om andere kinderen te helpen. Wij stimuleren ze daarin, mits het niet de ontwikkelingskansen van het andere kind niet worden belemmerd. Indien de pedagogisch medewerkers van mening zijn dat er professionele hulp noodzakelijk is, dan verwijzen zij de ouders door naar de noodzakelijke hulpverlening: Centrum voor Jeugd en Gezin Heerhugowaard.
Pagina 15 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Conform de geldende wet- en regelgeving voldoen de pedagogisch medewerkers aan de vastgestelde opleidingseisen. Medewerkers worden eventueel periodiek bijgeschoold op zowel pedagogisch gebied als ook op hun vaardigheden met betrekking tot communicatie, brandpreventie, ziekte en ongevallen enzovoorts. Het pedagogisch handelen, de organisatie en uitvoering in de praktijk en de aansturing van dit alles zijn onderwerpen die in vergaderingen met de directie aan de orde komen. Ook is er voor de pedagogisch medewerkers ondersteuning en vraagbeantwoording beschikbaar via: Centrum voor Jeugd en Gezin Heerhugowaard.
Praktijkvoorbeeld Bij het invullen van het ontwikkelingsboekje van Carla constateren we dat ze op de meeste gebieden op het niveau zit van haar leeftijd. Op het gebied van taalontwikkeling is ze iets verder en op het gebied van motoriek ligt ze iets achter vergeleken met haar leeftijdsgenoten. We kijken ons systeem na voor handreikingen. In het systeem vinden we leuke spelletjes die we kunnen doen om de motoriek te stimuleren. Ook geven we de ouders in het tien-minuten-gesprek een brief mee die hen ook tips geeft om de motoriek te stimuleren. Op het gebied van taal geven we haar juist wat meer uitdaging om haar ontwikkeling toch uit te dagen. Dus lenen we taalspelletjes en boekjes van de buitenschoolse opvang.
Pagina 16 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Seksuele ontwikkeling We vinden het belangrijk dat kinderen niet worden belemmerd in hun ontwikkeling. Dit geldt uiteraard ook voor de seksuele ontwikkeling. Een baby heeft een stijf piemeltje tijdens het verschonen. Een achtjarige wil met je tongzoenen. Een peuter vraagt je wat tampons zijn. Kinderen maken een seksuele ontwikkeling door. Dat betekent dat zij hun eigen lichaam en dat van elkaar en de bijbehorende gevoelens verkennen. Of vragen stellen over seksualiteit. Juist in een vertrouwde omgeving zoals de kinderopvang. Seksualiteit hoort bij het leven. Het gaat bovendien een leven lang mee. In de kindertijd wordt de basis gelegd voor seksueel gedrag als volwassene. Kinderen die ruimte krijgen voor een eigen seksuele ontwikkeling, ervaren (later) een positief gevoel over seksualiteit. Wie zich als opvoeder bewust is van persoonlijke ideeën over seksualiteit kan kinderen hierin positief begeleiden.
Kinderen zullen nooit worden gestraft voor het uiten van seksueel gedrag. We begeleiden ze er juist in. Als een kindje bijvoorbeeld met een knuffel de hele tijd over haar geslachtsdelen wrijft dan straffen we dat niet af. We vertellen het kind dat ze dat beter straks in bed kan doen als ze gaat slapen. We realiseren ons dat peuters masturberen, maar stimuleren kinderen erin dat alleen in bed te doen en niet op de groep. We staan het toe dat peuters elkaar kunnen zien bij gebeurtenissen waarbij ze (gedeeltelijk) ontbloot zijn, zoals verschonen, aan- en uitkleden voor het slapen gaan en plassen. We blijven in situaties bij de kinderen en beantwoorden eventueel vragen. We staan het echter niet toe dat ze daarbij elkaar aanraken. We willen niet dat de kinderen langdurig ontbloot rondlopen. Wij als leid(st)ers van Villa Kakelbont zullen echter nooit ons lichaam ontbloten. Ook niet om vragen van kinderen te beantwoorden. Wij vinden dat we dan over de grenzen van goed fatsoen gaan. Als kinderen naar de wc gaan mag de deur open blijven als het kind dat wil. We weten uit ervaring dat kinderen het reuze interessant vinden om bij elkaar te kijken tijdens het plassen en poepen. We vinden dat dit een onderdeel is van de ontwikkeling. Het is echter alleen toegestaan als het kind wat op de wc zit het goed vind. Wij vinden dat we vragen over het menselijk lichaam kunnen beantwoorden, mits op een laag niveau. Vragen over seksuele handelingen beantwoorden we op deze leeftijd niet. De kinderen zijn er nog te klein voor en begrijpen het niet goed. Dit laten we over aan de ouders.
Praktijkvoorbeeld: Mik (drieëneenhalf jaar) gaat plassen. Hij is heel zelfstandig en de pedagogisch medewerker laat hem daarom met rust. Abel (ook drieëneenhalf) kijkt op een afstandje toe. “Kijk Abel, ik ga plassen. Zie je dat?”. “Ja”, zegt Abel “ik zie het, hé, ik heb ook een piemel! Jij ook hè?” Ondertussen kijkt de pedagogisch medewerker toe en besluit de kinderen te laten gaan. Mik is klaar met plassen en veegt zijn piemeltje met een papiertje en trekt zijn broek omhoog. “Zo, nu ik” zegt Abel. “Ja, en dan ga ik kijken bij jou hè?” zegt Mik.
Pagina 17 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Rekening houden met elkaar Wij vinden het belangrijk dat wij rekening houden net elkaar en respect hebben voor elkaar. Dit is een belangrijke waarde die wij willen overdragen aan kinderen. Hierbij is het van belang te leren luisteren naar elkaar, zowel verbaal als non-verbaal. Zo kan een vertrouwensrelatie ontstaan. Wanneer wij luisteren naar elkaar en rekening houden met elkaar ontstaat een veilige sfeer. Het kind leert zo deel uit maken van een groep; er ontstaat saamhorigheid.
Door middel van communiceren houden wij rekening met elkaar. Wij spreken bijvoorbeeld af dat er geen speelgoed van elkaar wordt afgepakt en dat er om de beurt op de nieuwe fiets gefietst wordt. We moedigen kinderen aan om op elkaar te wachten. We vinden het belangrijk dat kinderen rekening houden met kinderen, volwassenen met volwassenen, kinderen met volwassenen en volwassenen met kinderen. Wij hebben hierin een voorbeeldfunctie. In de kring krijgt iedereen de kans om zijn/haar verhaal te vertellen. We spreken hierbij af dat we luisteren naar elkaar, het verhaal van een ander niet onderbreken en dat iedereen aan bod komt. Als het nodig is vragen we om stilte. Soms trekken we de aandacht door zachter te gaan praten of door een bepaalde intonatie in de stem te gebruiken. We laten een kind merken aandacht te hebben voor zijn/haar verhaal door op ooghoogte van het kind te gaan zitten, het kind aan te kijken en erop te reageren. We attenderen kinderen erop dat ze soms moeten wachten wanneer de leid(st)er iets aan het doen zijn of met elkaar praten, afhankelijk van de prioriteit van de vraag van het kind. We stimuleren het samen spelen, samen delen en wachten op elkaar wanneer het kind daar qua leeftijd aan toe is. Wij zeggen ook tegen baby’s (van ongeveer 8 maanden en ouder) dat zij voorzichtig moeten doen met andere baby’s. Dat het pijn doet als ze een andere baby in het gezicht grijpen. Wij doen dit door op ooghoogte te gaan zitten, oogcontact zoeken en zeggen dat het pijn doet.
Praktijkvoorbeeld Het is ochtend en we zitten met alle kinderen en pedagogisch medewerkers in de kring. We praten over de dierentuin, want gisteren is Paul daar geweest. Paul is aan het vertellen over de leeuwen. Midden in zijn verhaal begint Jan een verhaal te vertellen over die keer dat hij bij de giraffen was. De pedagogisch medewerker grijpt in en zegt: “Jan, Paul is nog aan het vertellen dus jij wacht nog even met jouw verhaal. Als Paul klaar is mag jij vertellen. Paul, vertel jij maar weer verder”. Als Paul klaar is krijgt Jan de kans om zijn verhaal te vertellen. Ook de andere kinderen krijgen allemaal een kans om iets te vertellen.
Pagina 18 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Structureer Wij vinden het belangrijk dat er regels en routines vaststaan: ‘er wordt hier niet gevloekt’, ‘we blijven aan tafel zitten tot iedereen klaar is met eten’. We leggen de regels en routines uit en het belangrijkste: we zijn consequent. Kinderen weten op deze manier precies waar ze aan toe zijn.
In het kinderdagverblijf hanteren we strakke structuur. We hebben vaste tijden voor vaste onderdelen. Wel geeft deze strakke structuur ruimte voor verscheidene activiteiten zodat we genoeg afwisseling hebben. Vaste onderdelen met vaste tijden zijn: fruit met limonade, lunch, slaaptijd, yoghurt en de avondmaaltijd. Het maakt dus niet uit op welke dag of welke groep een kind komt, het kind weet wat het kan verwachten. Ook hebben we regels die iedere pedagogisch medewerker hanteert. Ook hierin scheppen we een mate van voorspelbaarheid voor de kinderen. De regels gelden in alle groepen en bij alle pedagogisch medewerkers. Zo weten de kinderen dat ze niet mogen slaan en dat ze hun handen moeten wassen na het plassen. Als we ‘nee’ hebben gezegd tegen een kind blijven we consequent. Het kind kan op de kop gaan staan, gaan gillen of gaan huilen maar we blijven bij ons antwoord. Als we zouden toegeven zal het kind volgende keer weer zo een toestand er van maken. Nu weet het kind dat we bij ons antwoord blijven en dat het geen zin heeft om er een drama van te maken. We vinden dat kinderen moeten leren dat er op regels en routines ook uitzonderingen gemaakt kunnen worden. Dit houden we incidenteel en we leggen het uit aan de kinderen. Na de uitzondering houden we ons weer aan de regel of routine.
Praktijkvoorbeeld Mark vraagt of hij met de vloerpuzzel mag spelen. Er is te weinig tijd waardoor de pedagogisch medewerker nee zegt. Mark wil heel graag met de puzzel spelen en blijft erom vragen. De pedagogisch medewerker blijft bij haar antwoord. Mark begint nu te jammeren en trekt aan de pedagogisch medewerker. “Nee Mark, we hebben er echt geen tijd voor nu, straks weer”. Mark wil de puzzel gaan pakken, waarop de pedagogisch medewerker zegt: “Nee Mark, wat heb ik nou gezegd. Die laat je staan!”. Mark jammert verder en gaat mokkend op de bank zitten. De pedagogisch medewerker negeert het gedrag en gaat verder met haar werkzaamheden.
Pagina 19 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Stimuleer Wij vinden het belangrijk om voorbeeldig gedrag te belonen, zodat het gedrag zich eerder zal herhalen.
Er zijn veel momenten op een dag waarop we een kind kunnen belonen: o Als een kind rustig is tijdens het eten o Als een kind lief zit te spelen o Als een kind lief is voor een ander kind o Als een kind een conflict met een ander kind goed oplost o Als een kind zelf aangeeft dat hij/zij een poepluier of snotneus heeft o Als een kind een paar stappen zet of probeert te zetten o … De wijze waarop we belonen is verbaal en non-verbaal. We doen dit dus door stimulerende woorden te zeggen, de intonatie in onze stem aan te passen, een stimulerend gebaar te maken (zoals de duim omhoog of een high-five), het kind aan te kijken, het kind te knuffelen en dergelijke. Juist op een dag waarop de kinderen druk zijn of er een aantal kinderen zich stout gedragen, letten we erop om alle kinderen op bovenstaande momenten te belonen. We letten erop dat we de kinderen die zich stout gedragen te belonen als ze even wel lief of rustig zijn. Zo vergroten we de kans dat het goede gedrag zich zal herhalen.
Praktijkvoorbeeld Tijdens het eten zijn alle kindjes heel goed aan het eten. Ze zijn rustig en blijven allemaal op hun stoel zitten. Na afloop benoemen de pedagogisch medewerkers dit naar de kinderen: “jeetje jongens, wat waren jullie allemaal goed aan het eten. Jullie waren heel lief, hartstikke goed!”. Het positieve gedrag wordt gestimuleerd door deze beloning.
Pagina 20 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Negeer of isoleer Wij vinden het belangrijk om, waar mogelijk, geen aandacht te schenken aan negatief gedrag. We vergroten zo de kans dat negatief gedrag langzaam zal verdwijnen.
We kiezen ervoor om negatief gedrag te negeren. We letten hierbij op de veiligheid van andere kinderen. Als een kind baldadig is en vaak andere kinderen slaat, halen we het geslagen kind weg en geven we die aandacht. Het kind wat slaat laten we achter zonder het aandacht te geven. Het negatieve gedrag van het kind heeft nu geen functie meer, waardoor het spoedig zal ophouden. Als een kind veel huilt en alleen ophoudt als de pedagogisch medewerker het op schoot neemt, besluiten we het negatieve gedrag niet meer te belonen, maar juist te negeren. Het huilen geeft het kind geen aandacht meer, waardoor het geen functie meer heeft. We vinden het belangrijk om het negeren te combineren met het stimuleren. Als het negatieve gedrag, zoals in bovenstaande gevallen, wordt genegeerd, letten we er goed op om positief gedrag van het kind te stimuleren. Het kind merkt meer resultaat te behalen met positief gedrag dan met negatief gedrag. We geven eventueel een time-out op een rustige plaats. Daarna leggen we uit wat er fout was en hoe het anders kan. We vinden het belangrijk om er daarna niet over door te zeuren. Het kind moet een tweede kans krijgen. Niet in alle situaties kiezen we meteen voor negeren en isoleren. Wij vinden het belangrijk om kinderen duidelijk te maken wat het kind fout doet. Als een kind dus een ander kind slaat, leggen we uit dat het niet mag en waarom niet. Dan laten we het kind zijn/haar excuses aan het andere kind aanbieden. Pas als het kind vaak slaat en een negatief patroon in zijn/haar gedrag te zien is, gaan we over op negeren.
Praktijkvoorbeelden Mechteld van drieëneenhalf jaar is de laatste tijd erg handtastelijk naar haar groepsgenoten. Ze duwt, slaat en trekt aan haren. De pedagogisch medewerkers zitten met de handen in het haar. Ze proberen, in overleg met de ouders, van alles: een denkstoel, uitgebreid erover praten. Één van de pedagogisch medewerkers komt met een idee. Al het negatieve gedrag van Mechteld wordt genegeerd. Als er kinderen door haar worden pijn gedaan, worden die bij haar weggehaald en getroost, maar aan Mechteld wordt geen aandacht besteed. Op het moment dat ze positief gedrag vertoont krijgt ze wel aandacht. Het duurt geen dag voordat Mechteld eieren voor haar geld kiest en minder handtastelijk wordt. Ze is duidelijk vriendelijker en er zijn geen conflicten meer met haar en haar groepsgenootjes.
Pagina 21 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Communiceer Wij vinden het belangrijk dat er voor rustpunten wordt gezorgd waarop ieder individueel kind aandacht krijgt, zodat het zich gewaardeerd voelt. We doen, naast de groepsactiviteiten, zo nu en dan een activiteit met een kind apart.
In het kinderdagverblijf hebben we het druk met groepsgerichte activiteiten, vaste onderdelen in het dagritme en huishoudelijke activiteiten. Toch proberen we tijd te maken voor de individuele kinderen. We zorgen voor rustpunten waarin we ieder kind individueel aandacht geven. Als er meerdere taken te doen zijn door de leid(st)ers, verdelen we het zo dat er altijd iemand bij de kinderen is. Eerst doet één van ons zijn/haar taken, terwijl de ander bij de kinderen is en daarna wisselen we het om. In die momenten kunnen we de kinderen individueel begeleiden. Tijdens activiteiten die meerdere kinderen doen, richten we onze aandacht ook op de individuele kinderen. Zo gaan we tijdens het puzzelen bij elk kind even zitten. Dan vragen we hoe het gaat, of ze het leuk vinden en of ze hulp nodig hebben. Ook tijdens het knutselen en tijdens andere activiteiten doen we dit.
Praktijkvoorbeeld Na de eerste luierronde laten we de kinderen vrij spelen. Één van de twee pedagogisch medewerkers doet de afwas. De andere pedagogisch medewerker gaat bij Björn zitten, die met de blokken speelt. De pedagogisch medewerker vraagt aan Björn: “Mag ik even met je mee spelen?”. “ja hoor” zegt Björn, “zullen we een vliegveld maken voor het vliegtuig?” pedagogisch medewerker: “Dat is goed, en hoe moet dat?”. Als de andere kindjes in bed liggen en één van de twee pedagogisch medewerkers met pauze is, blijft één pedagogisch medewerker over met Annika. Samen doen ze een spelletje kaartje-keer. Het is het favoriete spelletje van Annika, waar vaak te weinig tijd voor is.
Pagina 22 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Sfeer en gezelligheid Wij vinden het belangrijk dat er een goede, gezellige sfeer is. Als er een gezellige sfeer is, zullen kinderen zelf hierdoor gestimuleerd worden en ook aan een positieve sfeer bijdragen. Met een positieve instelling en een flinke dosis humor kunnen veel conflicten worden opgelost en zullen er minder ontstaan.
We hebben een positieve instelling ten opzichte van het leven en alle bijbehorende (kleine) tegenslagen. Als we in ons privé-leven iets vervelends meemaken of we voelen ons niet lekker, laten we onze werkhouding daardoor niet verstoren. De kinderen zien van ons altijd een lach en een vriendelijke uitstraling. Ook maken we ons niet druk over (kleine) tegenslagen in het kinderdagverblijf. We maken ons niet druk. De kinderen voelen dit aan en blijven ook rustig. Denk aan een heel drukke dag met een paar stoute kindjes. Als wij ons laten verleiden om in paniek te raken, onrustig te worden of chagrijnig te worden, voelen de kinderen dit aan en zullen ze zich ook drukker gaan gedragen. Doordat wij een positieve instelling hebben, zullen de kinderen ervaren wat de voordelen zijn om zo in het leven te staan. We hebben hierin een voorbeeldfunctie. Gezelligheid is wat we allemaal heel belangrijk vinden. We genieten van kleine dingetjes als samen een broodje eten, of lekker een boekje lezen op de bank. Hier maken we echt iets gezelligs van. Humor vinden we heel belangrijk. We vinden het heerlijk om met de kinderen te lachen en de kinderen laten voelen hoe humor invloed heeft op je humeur. Zo doen we regelmatig gekke liedjes, gekke dansjes, leuke spelletjes en rare stemmetjes. Ook de baby’s reageren heel sterk op bijvoorbeeld kiekeboe spelletjes, gekke stemmetjes en kietelen. We proberen kinderen vaak van hun stoute gedrag af te leiden met humor, zodat we minder hoeven in te grijpen.
Praktijkvoorbeeld We zitten aan tafel voor het fruit. Eerst zingen we nog een aantal liedjes. De kinderen zijn nog wat mak en wij besluiten de boel een beetje te laten opleven. We zingen eerst een liedje van de dikste billen van de olifant en maken daar grappige bewegingen bij. Daarna zingen we een liedje van een krokodil, die de kinderen in hun bil bijt (dat doen we dan na met onze handen). Om vervolgens de boel helemaal wakker te maken, praten we met heel gekke stemmetjes met de kinderen en doen we alsof we iemand anders zijn. De kinderen liggen helemaal in een deuk en proberen zelf ook mee te doen. Wij stimuleren dat vervolgens door daar ook hard om te lachen.
Pagina 23 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Veilig en vertrouwde omgeving Wij vinden het belangrijk om in het kinderdagverblijf een omgeving te creëren waar kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. Het is de basis van waaruit een kind ervaringen opdoet en zich ontwikkelt. Een kind moet zich welkom voelen en zich geaccepteerd weten. In een veilige omgeving loopt het kind zowel fysiek als pedagogisch geen gevaar en kan vol vertrouwen de wereld in stappen. We benaderen de kinderen met geduld, liefde en warmte. De pedagogisch medewerkers hebben een open houding waardoor kinderen voelen dat ze bij de pedagogisch medewerkers terecht kunnen.
Voor het grootste gedeelte is de opvoeding in het kindercentrum een aanvulling op de situatie thuis door de specifieke mogelijkheden: de (speel)contacten met leeftijdsgenoten en omgaan met meerdere volwassenen. We proberen dit specifieke van een kindercentrum uit te buiten. We moedigen kinderen aan zelf hun motorische problemen op te lossen. In eerste instantie bieden we hulp met woorden, daarna geven we daadwerkelijk hulp. Voor ieder kind apart bekijken we welke situatie gevaarlijk is en wat niet toegestaan is. We tonen bovenstaande aan de kinderen door (non)verbale gedragingen als naar de kinderen te lachen, een vriendelijke intonatie in onze stem te houden, op ooghoogte van de kinderen met ze te praten, ze te knuffelen of een aai over de bol te geven. Verder door geduldig te zijn. We vinden dat het bij onze beroepshouding horen dat we veel tijd stoppen in het opbouwen van contacten met de kinderen. We realiseren ons dat kinderen ook in de omgang met volwassenen keuzes maken, in dat geval proberen we eerst iets op gang te krijgen met één pedagogisch medewerker. Als dat eenmaal op gang is, proberen we de relatie uit te breiden met de andere pedagogisch medewerkers van de groep. In het kindcentrum hebben de kinderen vanaf tien weken leeftijdsgenoten om zich heen. Elke week komen zoveel mogelijk dezelfde gezichten terug. Kinderen leren dat anderen op hen reageren. Na een maand of vijf zien we dat kinderen keuzes maken: Marcel (vijf maanden) die veel met Beppie (dertien maanden) lacht en niet met René (negen maanden). Bij de dreumesen en peuters zie ook dergelijke vriendschappen. Soms veranderen die contacten als ze ouder worden, andere vriendschappen blijven bestaan. Wij moedigen een vriendschap aan die voor beide partijen prettig en stimulerend is. Wanneer de autonomie van één of beide kinderen beperkt wordt, zoeken we naar mogelijkheden om de kinderen een gedeelte van de dag uit elkaar te halen. In gesprekken tussen pedagogisch medewerkers en kinderen blijkt dat normen en waarden van pedagogisch medewerkers en ouders niet altijd dezelfde zijn. De kinderen ervaren dat dit soort verschillen bestaan en dat ze geen belemmering vormen voor een goed contact tussen pedagogisch medewerkers en hun ouders. Ook stimuleren we kinderen zelf hun sociale problemen op te lossen. Wel houden we hierbij rekening met “sterkere” en “zwakkere” kinderen. Eventueel bemiddelen we door concrete mogelijkheden aan te reiken. Zo kunnen we twee kinderen die aan elkaar gewaagd zijn die over speelgoed staan te kibbelen met woorden begeleiden. “Cees, jij was ermee aan het spelen, pak het maar weer” en tegen de ander: “Cees was ermee aan het spelen, geef het hem maar terug en pak jij maar iets uit de kast”. We vinden het belangrijk kinderen weerbaarder te maken, maar we moedigen kinderen nooit aan om terug te slaan.
Praktijkvoorbeeld Esther zit zo te wiebelen op haar stoeltje dat ze op een gegeven moment staat met het stoeltje aan het riempje nog om haar middel. Ze begint te huilen. De pedagogisch medewerker probeert pratend Esther weer zittend op het stoeltje te krijgen: “Ga maar naar achter en dan zitten, ja probeer het maar.” Als het dan niet lukt, helpen we ermee.
Pagina 24 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Contact met ouders We investeren in een goed contact met de ouders van het kind. We ondersteunen de ouders in de zorg voor het kind en willen de samenwerking zo optimaal laten verlopen.
In de overdrachtmomenten en in eventuele oudergesprekken bespreken we (de begeleiding van) het kind en maken we eventueel afspraken. Door met de ouders op één lijn te komen en onderling een positieve sfeer te creëren, zal dat ook reflecteren op het kind. We vinden het belangrijk om in de contactmomenten een open contact op te bouwen met de ouders. Zo zijn ze ’s ochtends welkom om op de groep een kopje koffie of thee mee te drinken. De ouders en pedagogisch medewerkers leren elkaar op die manier kennen en er ontstaat een sfeer van vertrouwdheid en openheid. In de breng- en haaltijden vinden we het belangrijk tijd te maken voor een overdracht. Hierin bespreken we het kind en andere aspecten die te maken hebben met de gezamenlijke zorg voor het kind. Naast deze vaste momenten van contact met de ouders is er voor de ouders en de pedagogisch medewerkers de mogelijkheid om een gesprek aan te vragen met respectievelijk de pedagogisch medewerker(s) of de ouder(s). Hierin kan in een vertrouwelijke sfeer openlijk met elkaar gesproken worden. Ook is er dan de mogelijkheid om eventuele problemen of meningsverschillen uit te praten. In de contactmomenten doen we ons best om een leuk contact op te bouwen met de ouder(s). Dit doen we door vriendelijk te zijn, interesse te tonen, open te staan voor de ouder, empathie te tonen en eerlijk te zijn. We willen dat de ouders zich ook thuis voelen in ons kinderdagverblijf en dat ze hun kind(eren) met een goed gevoel achter laten. Door deze houding aan te nemen tegenover de ouders, dragen we uit dat we ze willen steunen in de opvoeding van hun kind(eren) en die niet willen overnemen. De ouders blijven de primaire zorggevers. Wij zullen proberen met de ouders op één lijn te komen wat betreft de opvoeding van de kinderen, mits dit niet in strijd is met ons pedagogisch beleid. Als een ouder ons vraagt zijn kind op de vingers te tikken als hij iemand knijpt, kunnen wij hier niet mee instemmen. Een tik is geen onderdeel van ons beleid. Wij proberen juist de aandacht op het positieve gedrag te leggen door dat te belonen.
Praktijkvoorbeeld Elke ochtend beginnen we met alle pedagogisch medewerkers met een vroege dienst in de bso. Daar kunnen de kinderen (en pedagogisch medewerkers) ontbijten en drinken de pedagogisch medewerkers een kopje koffie of thee. De ouders brengen hier hun kinderen naartoe en worden uitgenodigd om een kopje koffie of thee mee te drinken. Sommige ouders maken hier gebruik van. Samen beginnen we dan op een gezellige manier de dag. We praten over allerlei dingen en niet alleen over de kinderen. We bouwen zo een band op.
Pagina 25 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Wenbeleid Het beginnen met opvang in een kindcentrum wordt door iedereen anders ervaren. Het kan soms voor de ouders moeilijk zijn om het kind weg te brengen en soms lijkt het kind het er juist moeilijker mee te hebben. In andere gevallen gaat het bij zowel ouder als kind zonder moeite. Wij willen doormiddel van ons wenbeleid alle klanten de gelegenheid geven om te wennen aan de opvang, de ruimte, de pedagogisch medewerkers en andere kinderen enerzijds en anderzijds aan het wegbrengen van het kind op zich. Tijdens het intakegesprek wat in de maand voor de opvang plaatsvindt worden afspraken gemaakt over het wennen. Hieronder samengevat de regels en voorwaarden voor het wennen: Kinderen mogen 1 dagdeel van ongeveer drie uur wennen op de geplaatste groep; Op de babygroepen bestaat er de mogelijkheid om eventueel een keer extra te wennen. Dan wordt het eerste wendagdeel twee uur en het tweede wendagdeel drie uur; Op de peutergroepen bestaat er ook de mogelijkheid om een extra keer te wennen. Dit tweede wendagdeel duurt ook drie uur. Deze mogelijkheid wordt alleen bij uitzondering aangeboden als het kind en/of de ouder erg veel moeite met het wennen heeft; Op de buitenschoolse opvang (BSO) bestaat er ook de mogelijkheid om een extra keer te wennen. Op woensdagen (en voor sommige kinderen ook op de vrijdagen) kan dan maximaal drie uur worden gewend. Op de andere dagen kan er worden gewend tussen ongeveer 15:45 uur en 17:00 uur. Wij halen de kinderen die wennen niet op van school. Ze dienen gebracht te worden naar de opvanglocatie; Indien er twee wendagdelen worden afgesproken worden afgesproken mogen deze niet op dezelfde dag vallen; Bij het wennen kan de ouder niet aanwezig zijn. Het wennen is tenslotte ook om te wennen aan het apart zijn en om het brengen en halen te oefenen; Het wennen mag alleen plaats vinden als de plaatsing van het kind al definitief is. Het plaatsingsbewijs dient dus al ondertekend in ons bezit te zijn; Het wennen dient plaats te vinden in de twee weken voor de plaatsingsdatum; Ouders moeten goed telefonisch bereikbaar zijn tijdens de wendagdelen; Ouders moeten beschikbaar zijn om het kind tijdens de wendagdelen op te halen in het geval dat het wennen niet goed gaat; De wendagen moeten zoveel mogelijk worden gepland op dezelfde dagen als de ouders afnemen na de plaatsingsdatum. Uitzonderingen zijn kinderen met flexibele opvang; Wennen bij overgang van ene groep naar de andere is in overleg met de ouders. Het kind krijgt dan, vaak een dagdeel, de kans om op zijn/haar reguliere opvangdag even mee te draaien en te wennen aan de nieuwe groep.
Pagina 26 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Opendeurenbeleid Wij vinden het belangrijk dat kinderen in vaste groepen worden opgevangen maar wel de mogelijkheid hebben om andere ruimtes te ontdekken en andere kinderen te ontmoeten. De kinderen worden in de vaste basis- of stampgroep opgevangen, hierin hebben zij hun vaste groepsmomenten zoals het eten en drinken. Naar mate het kind ouder wordt heeft het naast veiligheid en geborgenheid, behoeft aan een grotere leef/speel omgeving. Daarom geven de pedagogisch medewerkers de kinderen de gelegenheid om kennis te maken met de omgeving buiten hun basis- of stamgroep. Dit noemen wij het opendeurenbeleid. Het kind krijgt hierin de ruimte om met kinderen van andere leeftijden te spelen en de andere groepen te ontdekken. Dit draagt positief bij aan de ontwikkeling van het kind.
Pagina 27 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Kindermishandeling en huiselijk geweld Pedagogisch medewerkers en andere medewerkers zijn op de hoogte van de meldcode “kindermishandeling en huiselijk geweld” en zij handelen hiernaar. Definitie kindermishandeling Onder kindermishandeling wordt aldus de organisatie “Veilig Thuis” verstaan: “Elke vorm van voor het kind bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de opvoeders van het kind in de afhankelijkheidsrelatie, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend aan het kind in de vorm van fysiek letsel en/of psychische stoornissen”. Dagelijks zijn er binnen de organisatie aandachtsfunctionarissen aanwezig. Zij zijn op de hoogte van de geldende richtlijnen met betrekking tot dit thema en zijn getraind in het voeren van gesprekken met ouders over dit moeilijke onderwerp. De aandachtsfunctionaris zal aan de hand van de meldcode “kindermishandeling en huiselijk geweld” handelen. Deze code bevat een protocol hoe om te gaan wanneer er een vermoeden is van kindermishandeling bij een kind. Ook zijn de medewerkers getraind in het herkennen van signalen van kindermishandeling.
Pagina 28 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Incidentele en structurele opvang buiten de basis- of stamgroep Incidentele opvang binnen en buiten de basis- of stamgroep Toelichting ruildagen Onder bepaalde voorwaarden kunnen ouders een standaard opvangdag ruilen naar een andere dag waarop een kind normaal niet komt. De voorwaarden zijn: Ruilen…. Ruilen kan mits er een plek vrij is en de groepsomstandigheden het toelaten. Een dag dat eenmaal geruild is, kan niet opnieuw worden geruild. Aan ruilen zijn geen extra kosten verbonden. Vooraf aanvragen via formulier “….”. Dit formulier is terug te vinden op de website of te verkrijgen op de groep. Toelichting extra dag Een extra dag kan afgenomen worden als er plek is en de groepsomstandigheden dit toelaten. Een extra dag wordt achteraf in rekening gebracht. Voor de kosten wordt verwezen naar de actuele prijslijsten op de website. Toelichting bij het opvangen in een andere groep dan de stamgroep van het kind Kinderen van 0 tot 4 jaar mogen alleen in een soortgelijke of leeftijdsgeschikte groep worden opgevangen binnen de dezelfde locatie. Kinderen van 4 tot 12 jaar mogen opgevangen worden in elke BSO groep welke voor de leeftijd van het kind geschikt is. Vooraf aanvragen via formulier “……”. Dit formulier is terug te vinden op de website of te verkrijgen op de groep. Een ouder dient te verklaren dat opvang in een andere stamgroep akkoord is. Structurele opvang binnen en buiten de basis- of stamgroep Binnen Villa Kakelbont zijn er afspraken met betrekking tot het plaatsen van een kind in een andere stam- of basisgroep. Het uitgangspunt bij een structurele afname van een dag(deel) is het kind te plaatsen in de oorspronkelijke stam- of basisgroep. Wanneer de groepsgrootte of de groepsomstandigheden dit niet toelaten, wordt in overleg met de ouders besloten het kind te plaatsen in een andere stam- of basisgroep. Met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouder kan een kind gedurende een van tevoren overeengekomen periode, worden opgevangen in één andere stam- of basisgroep dan de eigen groep, dit wordt vastgelegd middels een getekend plaatsingsovereenkomst.
Pagina 29 van 30
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf Uitgiftedatum: Status: Vastgesteld versienummer: 4 Versiedatum: Doel: Regels vastleggen hoe wordt omgegaan binnen het KDV Gebruiker: Elke medewerker Documenteigenaar: Directeur
20/11/11 15/06/15
Achterwachtregeling Indien er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is binnen de locatie en de beroepskracht-kind-ratio wordt niet overschreden dan is een achterwachtregeling van toepassing. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar dient te zijn die binnen 15 minuten op de locatie aanwezig kan zijn. Bij alle locaties van Villa Kakelbont kan het voorkomen dat er soms maar één pedagogisch medewerker aanwezig is. Hiervoor hebben we de achterwachtregeling ingesteld. Dit houdt in dat er altijd een persoon (achterwacht) bereikbaar en beschikbaar is in het geval van calamiteiten en dat deze persoon binnen 15 minuten aanwezig moeten kunnen zijn. Alle locaties van Villa Kakelbont zijn gevestigd in de gemeente Heerhugowaard en liggen binnen een straal van 5 kilometer van elkaar af. Voor alle locaties is Nikkie van der Hulst de achterwacht, zij is tevens opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Zij woont en werkt op maximaal 10 minuten afstand van alle locaties. De achterwacht is altijd tijdens de openingstijden mobiel bereikbaar, het telefoonnummer is op iedere groep bekend en inzichtelijk en tevens terug te vinden in het ontruimingsplan. Bij afwezigheid van de achterwacht zorgt zij voor een vervangende achterwacht welke binnen 15 minuten aanwezig kan zijn op alle locaties. Deze achterwacht wordt tijdig bekend gemaakt binnen de organisatie.
Pagina 30 van 30