Pedagogisch-didactisch beleidsplan peuterspeelgroep “De Step”
In doorgaande lijn voor alle kinderen Dé opstap voor alle kinderen voor een succesvolle instroom in het onderwijs!
1
Inhoud 1. Inleiding ......................................................................................................... 3 2. Aanleiding voor een geïntegreerde peuterspeelgroep .................................... 4 2.1 De Prins Bernhard, BOEIenD en Kindcentrum Dolfijn ............................................ 4 2.2 Uit de zorgstructuur 0-4 gemeente Rheden ......................................................... 4 2.3 De onderwijsinspectie ....................................................................................... 4 3. Doel en resultaat ............................................................................................ 5 3.1 Uitgangspunten ............................................................................................... 5 3.2 Doel ............................................................................................................... 5 3.3 Visie ............................................................................................................... 5 4. Curriculum “De Step” ..................................................................................... 6 4.1 Fasen ............................................................................................................. 6 4.2 Legenda .......................................................................................................... 6 4.3 De tussen- en einddoelen .................................................................................. 6 4.4 De observaties ................................................................................................. 7 4.5 Belangrijk ....................................................................................................... 7 4.6 Dit-Ben-Ik ....................................................................................................... 7 5. De groep ......................................................................................................... 8 5.1 De intake ........................................................................................................ 8 5.2 Gesubsidieerde peuterspeelzaal ......................................................................... 8 5.3 Brengen/halen ................................................................................................. 8 5.4 Wennen .......................................................................................................... 8 6. Dagindeling .................................................................................................... 9 6.1 Activiteiten ...................................................................................................... 9 6.2 Hallo Wereld .................................................................................................... 9 6.3 Eten en drinken ............................................................................................... 9 7. De ruimtes .................................................................................................... 10 8. Gezondheid en veiligheid .............................................................................. 10 8.1 Vier-ogen-principe ..........................................................................................10 9. Zorg .............................................................................................................. 11 9.1 Zorgvisie........................................................................................................11 9.2 Metacognitie ...................................................................................................11 9.3 De aanpak van taakjes en probleemoplossend denken .......................................11 9.4 Bewust worden van eigen strategieën ................................................................11 9.5 Zelfredzaamheid ...........................................................................................11 9.6 Plezier in leren ..............................................................................................12 10. Ouders/verzorgers .................................................................................... 13 10.1 Eigen Kracht versterken .................................................................................13 10.2 ouders en communicatie ................................................................................13 10.3 Oudercommissie ...........................................................................................13 11. Samenwerking ............................................................................................ 13 12. Tot slot ....................................................................................................... 14
2
1. Inleiding Het Kindereiland is in 2002 opgezet met als één van de doelen een nauwe samenwerking tussen de diverse ‘bewoners’, waaronder Dolfijn (Driestroom), kinderopvang BOEIenD, en Daltonschool de Prins Bernhard. De partijen zijn bekend met elkaar en onderstrepen het belang van nauwe samenwerking voor kinderen, ouders, de omgeving en de medewerkers. Kinderopvang Boeiend, Daltonschool Prins Bernhard en Dolfijn (Driestroom) gaan er vanuit dat kinderen een natuurlijke kracht hebben om zich te ontwikkelen en dat ze geboren worden met veel mogelijkheden in zich. Kinderen moeten op hun eigen manier de wereld ontdekken en dat aan hun eigen unieke leven toevoegen. Alle kinderen hebben een ontwikkelingsvraag; ze leren van elkaar, komen elkaar tegen en ontmoeten elkaar. Met een PeuterSpeelGroep beogen wij een doorgaande ontwikkellijn neer te zetten van: passende kinderopvang naar passend onderwijs. De Step valt onder het regime van de peuterspeelzalen. Dat betekent dat er wordt voldaan aan de eisen die hieraan gesteld worden. De PeuterSpeelGroep is een vorm van kinderopvang voor elk kind om zich spelend voor te bereiden op de stap naar het basisonderwijs en ontstaan vanuit een behoefte. Kinderopvang BOEIenD BOEIenD is in 2011 opgericht met als doel één gezicht, letterlijk en figuurlijk, voor de kinderen in en buiten de school. Eén visie. Eén manier van handelen. De pedagogische plannen verschillen per locatie. Ze sluiten nauw aan bij de visie van de school waar ze bij horen. Ze vallen binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van PCBO Rheden. BOEIenD organiseert de buitenschoolse opvang, voor de scholen die vallen onder de vereniging PCBO Rheden. De leiding is in handen van de locatiemanager, dit is dezelfde persoon als de schooldirecteur. In het strategisch beleidsplan staat dat PCBO Rheden expliciet werkt aan integrale kindcentra (IKC’s). Zo gauw wet- en regelgeving het toelaten kan BOEIenD vloeiend overgaan in PCBO Rheden. BOEIenD wil daarin een voorbeeldfunctie vervullen. Daltonschool Prins Bernhard Daltonschool Prins Bernhard staat voor: zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking. Ze gaat ervan uit dat kinderen (mede-)eigenaar zijn van hun eigen ontwikkeling en dat ze moeten leren hun verantwoordelijkheid te nemen. De rol, opstelling en taak van de leerkracht en de ouders is daarbij essentieel. Samenwerken is om diverse redenen belangrijk o.a. voor reflectie, feedback, 1 + 1 = 3 en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Samenwerken binnen de groep, de school en de omgeving. Dolfijn Specialistische Kindcentrum Dolfijn maakt deel uit van Driestroom. Ze vindt dat ieder kind het recht heeft om veilig en prettig op te groeien en om zich te ontwikkelen in een omgeving waarin aandacht en zorg vanzelfsprekend is. In een omgeving waarin een kind gewoon kind kan zijn. Driestroom begeleidt en behandelt kinderen met een ontwikkelingsachterstand en/of beperking en ondersteunt het gezin, thuis, binnen de reguliere kinderopvang of in het onderwijs. Dichtbij de eigen omgeving van het kind en passend bij wat het kind en het gezin nodig hebben. Voor kinderen die meer specialistische behandeling en intensieve zorg nodig hebben in een aangepaste omgeving. Waarbij ambulante ondersteuning onvoldoende is, is er de specialistische groep op MFC Presikhaven en de kindcentra Dol-Fijn in Velp, Luna en Elstine in Elst.
3
2. Aanleiding voor een geïntegreerde peuterspeelgroep 2.1 De Prins Bernhard, BOEIenD en Kindcentrum Dolfijn De Prins Bernhard, BOEIenD en Kindcentrum Dolfijn zijn van mening dat zij elkaar meer kunnen aanvullen op het Kindereiland. Het kantelende beleid van de overheid, passend peuteronderwijs’ en de ontwikkeling van het schoolprofiel met speciale zorgarrangementen nodigen de partijen uit tot samenwerking. 2.2 Uit de zorgstructuur 0-4 gemeente Rheden Doel 'De herstructurering betekent concreet dat er een betere samenwerking tot stand komt tussen het onderwijs, voorschoolse voorzieningen en externe hulpverlenende instanties. Doel hiervan is dat de begeleiding rond het individuele kind zo optimaal mogelijk plaats vindt. Door een betere afstemming kan efficiënt, snel en vroegtijdig hulp worden geboden van een hoog kwalitatief niveau. De zorgstructuur voor de doelgroep 0-4 jaar wordt ingericht op basis van de zorgstructuur rondom het basisonderwijs, om in de toekomst eventuele integratie van beide zorgstructuren mogelijk te maken. Hulpverlening binnen en buiten voorschoolse voorzieningen en het onderwijs dient in samenhang plaats te vinden voor een optimaal resultaat. Er dient sprake te zijn van een integraal plan. 2.3 De onderwijsinspectie Ook de onderwijsinspectie is van mening dat de basisscholen te weinig doen aan voorschoolse educatie. Genoeg aanleiding om samen aan de slag te gaan. Gezien de goed bij elkaar aansluitende visies, de ontwikkelingen binnen het passend onderwijs en de interesse om meer gebruik te maken van elkaars expertise is er afgesproken om de krachten te bundelen en om samen te werken rondom en ten dienste van het kind. We willen aan ‘de voorkant’ werken en daarmee voorkomen dat er op een later tijdstip zwaardere middelen moeten worden ingezet (duurdere en intensieve zorg). Om daaraan praktische invulling te geven starten we een pilot: een passende peuterspeelgroep voor (jonge) kinderen uit de omgeving. We kiezen bewust voor de naam ‘PeuterSpeelGroep’, omdat kinderen van die leeftijd leren door te spelen. Spelen is leren. Uit onderzoeken van ontwikkelingspsychologie blijkt dat kinderen van rond de drie jaar niet op de cognitieve manier kunnen leren zoals op de basisschool.
4
3. Doel en resultaat Daltonschool Prins Bernhard, kinderopvang BOEIenD en Kindcentrum Dolfijn (Driestroom) realiseren per 1 januari 2016 een tussenvoorziening voor vroegtijdige signalering door een passende ontwikkeling en passend ‘onderwijs’ aan jonge kinderen aan te bieden. 3.1 Uitgangspunten Kind en ouder zijn eigenaar Er wordt gewerkt op basis van partnerschap. Dichtbij en laagdrempelig Gewoon waar mogelijk, speciaal waar het moet. Denken vanuit oplossingen en werken vanuit mogelijkheden. Geïntegreerd samenwerken. Een goede, gezonde ontwikkeling van het kind 1 gezin (1 kind) 1 plan 3.2 Doel 1. De Step wil voor peuters van 2,5 tot 4 jaar een uitdagende omgeving bieden om samen te spelen en samen te leren, want spelen = leren. Op een manier zodat ze zich goed op zowel sociaal emotioneel als didactisch gebied in hun eigen tempo kunnen ontplooien en ontwikkelen. Vanuit vertrouwen kinderen de ruimte geven om te groeien. Alle aanwezige potentie stimuleren en aansluiten bij het kind en zijn mogelijkheden. 2. De Step wil kinderen uit de omgeving vroeg in beeld krijgen en waar nodig de juiste ondersteuning bieden op een laagdrempelige plek. Hiermee wordt ook voorkomen dat op een later moment intensieve (en daardoor duurdere) zorg nodig is. 3. De Step wil de peuters voldoende toerusten en begeleiden naar het regulier onderwijs of indien het reguliere onderwijs niet van toepassing is/ haalbaar blijkt, naar een andere vorm van onderwijs. 4. De Step wil een doorlopende ontwikkellijn van passende opvang naar passend onderwijs realiseren. 5. De Step wil dat de ouders betrokken zijn en zich medeverantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van hun kind buiten de thuissituatie om. 6. Daarnaast wil de Step inzetten op een laagdrempelige buurtfunctie door ontmoeting, het inzetten van ouders bij activiteiten en dagelijkse zaken en een meer dan welkom bij het halen en brengen van de kinderen. In de
praktijk betekent dit voor de kinderen dat er onder andere aandacht is voor: samenspel en samenwerken spelontwikkeling sociaal-emotionele ontwikkeling taalontwikkeling cognitieve ontwikkeling bewegen/motoriek zelfstandigheid algemene ontwikkeling
3.3 Visie Elk kind is uniek! Elk kind heeft talenten! Elk kind kan leren! En elk kind heeft ook een eigen manier van leven en leren. De Step is een PeuterSpeelGroep waar kinderen welkom zijn. Waar kinderen zichzelf kunnen ontdekken, zichzelf op hun eigen manier kunnen ontwikkelen en daarbij al hun aanwezige talenten mogen benutten. Soms met wat meer hulp en ondersteuning. Op de Step komen kinderen elkaar tegen en leren van elkaar.
5
4. Curriculum “De Step” Het BOEIenD curriculum is een complete aanpak voor kinderen van 0 – 4 jaar dat verder gaat dan wat door de wet voor peuterspeelzalen wordt voorgeschreven. Het omvat niet alleen de emotionele veiligheid, stimuli van sociale- en persoonlijke competenties en de overdracht van waarden en normen, maar is een volledig curriculum. Het omschrijft welke ontwikkeldoelen binnen welke ontwikkelfasen we met de kinderen willen bereiken per leergebied of leergebied overschrijdend. We werken dus vanuit ontwikkeldoelen, talenten en voorkeuren die de natuurlijke ontwikkelingen van kinderen volgt. Hierin zijn deze ontwikkeldoelen, talenten en voorkeuren duidelijk beschreven en vastgesteld. Omdat we de kinderen coachen in de zelfontwikkeling, zijn de doelen in de ik-vorm geschreven. Het curriculum voor de kinderen van 2,5 tot 4 jaar maakt dus deel uit van het curriculum en bevat een doorlopende leerlijn binnen de groep van 0 tot 4 jaar, maar ook naar de onderbouw van de basisschool. BOEIenD heeft gekozen voor het VVE-programma Peuter/Kleuterplein. De leergebieden zijn (in alfabetische volgorde): Mijn Brein, Mijn Creativiteit, Mijn Engels, Mijn Leren, Mijn Muzikaliteit, Mijn Rekenen, Mijn (Senso)motoriek, Mijn Sociaal Emotioneel Functioneren, Mijn Taal-Lezen-Schrijven en Mijn Wereld. Voor de totstandkoming van het ‘BOEIenD curriculum’ is gebruik gemaakt van o.m. de volgende bronnen: - Riksen Walraven (pedagogische ontwikkeling) - Medina (kinderbrein) - Dweck (mindset) - Vervaet (ontwikkelfasen) - Kleefkens (Leren Leren) - Gardner (meervoudige intelligenties) - Feuerstein (Leren Leren) - Pikler (motoriek en sensomotoriek) - Garcia (kindgebaren) - VVE-methodes (Piramide, Peuterplein, etc.) - peutervolgsysteem 4.1 Fasen 1–4 5–7 8 – 10 11 – 12 13
Baby Dreumes Jonge peuter Peuter Kleuter
4.2 Legenda Ontwikkeldoel Vanaf jr;mnd Fase Kerngebied K/V/H
Omschrijving van het doel Leeftijd (0,4 = 0 jaar en 4 maanden) 0 t/m 13 Omschrijving kerngebied Kennis, Vaardigheid, Houding
(0 (1 (2 (3
– – – –
1 2 3 4
jaar) jaar) jaar) jaar) (4+ jaar)
4.3 De tussen- en einddoelen Vanuit het curriculum hebben we per leeftijd (0-1, 1-2 en 2-3 jaar) de tussendoelen en voor de leeftijd van 3-4 jaar de einddoelen vastgesteld. We geven hiermee aan wat we aan het einde van elke periode met het kind willen bereiken. Per leergebied, maar ook leergebied overschrijdend, ontstaat een goed beeld van de ontwikkelingen van het kind vanaf de geboorte tot het naar school gaat. 6
4.4 De observaties Om te kunnen zien in welke ontwikkelfasen kinderen zich bevinden, zijn observatieformulieren ontwikkeld voorzien van praktische instructies en video’s. Hiermee wordt inzicht verkregen in de cognitieve en metacognitieve vaardigheden van kinderen. Met behulp van proefjes wordt achterhaald in welke ontwikkelfase het kind zich bevindt en een bepaald leergebied. Voor elke leeftijd zijn aan de hand van de tussen- en einddoelen observatieformulieren samengesteld waarmee de professionals direct aan de slag kunnen. Deze zijn bedoeld voor het halfjaarlijks observeren van de kinderen, aangeduid met 1 en 2. Resultaten worden periodiek met ouders besproken. 4.5 Belangrijk Het toetsen is niet onze insteek. We willen vaststellen wat het kind al allemaal kan! Het kind ondersteunen en coachen in de eigen ontwikkeling, zodat het met een ruim basispakket naar de basisschool gaat en plezier in leren heeft en houdt. Het curriculum, de observatieformulieren, de toelichting en de verschillende video’s zijn mede tot stand gekomen dankzij de medewerkers van BOEIenD en leerkrachten van de Bernhardschool én kennis en ervaring van professionals Bernarda Geurtzen en Henny Bisselink. 4.6 Dit-Ben-Ik De Dit-Ben-Ik map is een portfolio van het kind en wordt aangemaakt op het moment dat het kind in de groep start. Het geeft aan wie het is, waar het staat in zijn ontwikkeling en waar interesses en talenten liggen. Ook worden o.m. de observatieformulieren en werkjes hierin bewaard. Aan het einde van de SpeelLeerGroep wordt de portfolio meegegeven aan de ouders. Zij bepalen zelf of de map wordt gebruikt om de leerkracht van de onderbouw inzicht te geven. Het portfolio sluit aan bij de portfolio´s die op Daltonschool Prins Bernhard worden gebruikt. BOEIenD bespreekt in overleg met de school de gegevens van het laatste observatieformulier dat ook met de ouders is besproken.
7
5. De groep De Step vindt 2 a 3 ochtenden in de week plaats. De begeleiding is in handen van BOEIenD en Dolfijn medewerkers in samenwerking en met ondersteuning van een leerkracht van de basisschool en een gedragskundige vanuit Driestroom. Het specifieke en bijzondere van deze pilot is dat de kinderen gezamenlijk, zowel kinderen met een ontwikkelingsvraag en/of achterstand als kinderen van de reguliere opvang, kunnen groeien naar het basisonderwijs en er sprake is van een doorgaande ontwikkellijn voor alle kinderen. Vroegtijdige signalering en preventie zijn daarbij belangrijke onderwerpen. Concreet gaat het om een peuterspeelgroep voor jonge kinderen van 2 1/2 t/m 4 jaar uit de omgeving met en zonder leer- en/of ontwikkelingsachterstand. Vijf of zes kinderen met een leer en/of ontwikkelingsachterstand en rond de 10 kinderen waarvan niet is vastgesteld of er sprake is van een achterstand. Uit onderzoek van de Radboud Universiteit blijkt dat de criteria voor VVE niet dekkend zijn. Ook andere factoren dan opleiding van de ouders kunnen zorgen voor een achterstand. We willen een aanvulling zijn op de VVE-groepen en het ‘gat’ van nietgeïndiceerde peuters, die toch tot de risicogroep behoren, opvullen. We stellen tot vijf jaar, zodat er een overlap is tussen peuterspeelgroep en kleutergroep. Een warme overdracht en een ‘warm’ volgsysteem met indien nodig, in doorgaande lijn, extra ondersteuning op school voor het kind. Voertaal is Nederlands. De groep wordt aangestuurd door een coördinator, dat is een leidster met een afgeronde HBO en/of PABO opleiding. Daarnaast wordt er een vrijwilliger of stagiaires geplaatst. 5.1 De intake De coördinator heeft een kennismakingsgesprek met de ouders. Ouders worden geïnformeerd over de uitgangspunten van de Step, de werkwijze en het dagritme. Voor kinderen met ontwikkelingsproblematiek geldt dat de verwijzing en beschikking in overleg met ouders, vanuit het wijkteam gebeurt. Dit gaat in overleg met Dol-Fijn, het specialistisch kindcentrum. Hierin kan de gedragsdeskundige een adviserende rol spelen. Er zal zorgvuldig gekeken worden of er het kind past binnen de Step en zich optimaal kan ontwikkelen. 5.2 Gesubsidieerde peuterspeelzaal Alhoewel we zeker aan de eisen voldoen, zijn we (nog) geen gesubsidieerde peuterspeelzaal. Overwogen wordt of dat zal worden aangevraagd. 5.3 Brengen/halen De Step is geopend van 08.30 uur tot 12.00 uur. Tijdens het brengen ontvangen ouders informatie over de activiteiten van die dag en bij het halen wordt hiervan verslag gedaan. Het zijn ook de momenten dat ouders bijzonderheden kunnen uitwisselen met de medewerksters. Als de peuters door anderen dan de ouders zelf worden opgehaald, dan moet daarvoor vooraf toestemming zijn gegeven. 5.4 Wennen De wenperiode van een nieuw kind in de groep wordt in overleg besproken. Op de wendag wordt aandacht besteed aan de kennismaking met de leidsters en de kinderen. Een nieuw kind kan pas wennen als er een plaats in de groep over is. De groepsgrootte wordt hierbij niet overschreden. In deze periode kunnen het kind, de ouder(s)/verzorger(s) en de pedagogisch medewerkers wennen aan elkaar, de groep, het dagritme, regels en gewoonten. Er wordt rekening gehouden met emoties van het kind tijdens het wennen. 8
Het kind is gewend wanneer het een plaats in de groep gevonden heeft. Tot die tijd houden pedagogisch medewerkers dit proces nauwlettend in de gaten. Wanneer kinderen echt niet kunnen wennen wordt dit eerst besproken met de ouder(s)/verzorger(s) en vervolgens met leidinggevende. Bij het brengen van een nieuw kind is het ook van belang dat er met de ouder wordt afgesproken wat de prettigste manier is van afscheid nemen. In de meeste gevallen is een vlot afscheid het fijnste voor het kind. Als leidster heb je de taak de ouder een vertrouwd gevoel te geven, het is hun kostbaar bezit dat ze in „vreemde‟ handen achterlaten. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de ouders staat dan ook hoog in het vaandel bij onze kinderopvang.
6. Dagindeling De Step hanteert een weekprogramma waarbij regelmaat en herhaling belangrijke elementen zijn. Dit geeft veiligheid en duidelijkheid. Er is een juiste balans tussen activiteiten en rustmomenten. De kinderen herkennen de elementen van de dagindeling aan de hand van pictogrammen en foto’s. 6.1 Activiteiten In het programma is et voldoende ruimte zijn voor spontane en creatieve activiteiten. Het dagritme kent vaste delen zoals de kring, eten en drinken. Veel aandacht wordt besteed aan het zelfstandig spelen, samenspel en taalontwikkeling in kader van VVE. We werken met thema’s omschreven in Peuterplein, maar ook thema’s die school en kindcentrum breed plaatsvinden. Samen met de leerkracht en gedragskundige worden deze vooraf besproken vanuit een doorlopende leerlijn. Alle activiteiten worden op de thema’s afgestemd. Accenten worden gelegd op inzet van materialen en ontdekhoeken. Er wordt geverfd, geknutseld of getekend. Bewegen is essentieel. Dit gebeurt door buitenspelen. Kan het door de weersomstandigheden niet, dan wordt er extra gebruik gemaakt van de speelzaal van het kindcentrum. We zetten dan materialen in om te klimmen, klauteren, fietsen en ballen. Er is ook aanbod voor kinderen die kiezen voor rustige spellen. 6.2 Hallo Wereld We willen de wereld naar binnen halen en opzoeken. Er worden, soms gekoppeld aan het thema, mensen uitgenodigd die er iets over komen vertellen (politie, boswachter, brandweer, boer, metselaar, enz.) of we gaan ergens naar toe (kasteel, bos, winkel, kinderboerderij). Er is veel ruimte voor kunst, cultuur en natuur. De school schenkt veel aandacht aan het lezen, spelen en werken met natuurlijke materialen. Als we buiten de deur gaan, worden ouders vooraf geïnformeerd en zorgen we voor voldoende begeleiders (1 begeleider op 4 peuters). 6.3 Eten en drinken Dit gebeurt samen met de leidsters. Net zoals thuis. Belangrijk vanuit het oogpunt sociale functie en rust. Ouders geven eten en drinken aan hun peuters mee.
9
7. De ruimtes Deze zijn zodanig ingericht dat de kinderen veilig kunnen spelen en ruimte hebben om te ontdekken en te ervaren. De buitenruimte wordt minimaal 1x per dagdeel gebruikt. De kinderen kunnen in een eigen (omheinde) buitenspeelruimte spelen. Er wordt een keur aan materialen en speelmateriaal aangeboden. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de speelzaal en kan er gebruik worden gemaakt van de beleveningsruimte van het kindcentrum.
8. Gezondheid en veiligheid Voor de Step hanteren de vastgelegde BOEIenD en Dol-Fijn richtlijnen, zoals: - de jaarlijkse risico inventarisatie en planning - het ontruimingsplan - BHV’ers - medicijngebruik - melding bij vermoeden van kindermishandeling - klachtenafhandeling - omgang met zieke kinderen
8.1 Vier-ogen-principe BOEIenD hanteert het vier-ogen-principe. Bij de Step zijn altijd 2 medewerkers op de groep. Tevens lopen er geregeld op onverwachte moment medewerkers van de school en Dolfijn de Step binnen. Dit wordt geregistreerd op een formulier bij de deur van de Step. Er is geen achterwacht regeling omdat er altijd twee medewerkers zijn en omdat er tijdens de openingsuren altijd volop mensen in het gebouw zijn.
10
9. Zorg De Step werkt nauw samen met de school en het kindcentrum. Er is naast een compleet curriculum gekozen voor Peuter- en Kleuterplein. De begeleiding vanuit het kindcentrum Dol-Fijn is gespecialiseerd in ontwikkelingsgericht werken met jonge kinderen volgens het peutervolgsysteem. 9.1 Zorgvisie Leren verloopt het beste wanneer kinderen er zelf actief en zelfstandig vorm aan kunnen geven. Zelf actief keuzes maken, relaties leggen, strategieën toepassen en dergelijke als zij daar zelf toe in staat zijn om dat te doen. Dit betekent dat de groepsleiding het programma afstemt op de mogelijkheden van de kinderen om zelf actief bij te dragen aan het leerproces. Voorkennis over een thema vormt een ankerpunt waaraan nieuwe kennis wordt opgehangen. Dit gebeurt o.a. door het maken van een mindmap. Het is een effectieve manier om leerprocessen te verbeteren en om op nieuwe ideeën te komen. Op eenvoudige wijze kunnen we er informatie mee oproepen en opslaan in de hersenen. 9.2 Metacognitie Naast de bevordering van kennis wordt vooral ook de bevordering van metacognitieve doelen nagestreefd. Door denkvragen te stellen, door aandacht te besteden aan de wijze waarop kennis in het geheugen wordt georganiseerd. Het accent wordt steeds gelegd op het zelf construeren van betekenis door relaties te leggen, structuur aan te brengen en zelf na te denken. Voortdurend wordt in de gaten gehouden en getoetst of de kinderen nog wel op de gewenste wijze leren. Belangrijke diagnostische vragen kunnen hierbij zijn: Waarom stokt het leerproces? Hoe zou het doel langs een andere weg alsnog bereikt kunnen worden. 9.3 De aanpak van taakjes en probleemoplossend denken De groepsleiding laat zien hoe zij aan het werk gaan. Zij denken hardop en laten het proces van taken en probleemoplossend denken zien. Daarbij wordt niet alleen accent gelegd op de correcte of beste manier van leren en denken, maar ook op mislukkingen en op mogelijkheden om dit te voorkomen. De groepsleiding houdt ook in de gaten welke strategieën en processen de kinderen hanteren en hoe zij reageren op problemen , teleurstellingen en conflicten. In de feedback ligt het accent op het proces in plaats van het resultaat. 9.4 Bewust worden van eigen strategieën In gesprekjes wordt aandacht besteed aan hoe een activiteit of probleem aangepakt wordt. Als een kind iets wil gaan doen dan stelt de groepsleiding denkvragen zoals; Wat heb je nodig? Wat doe je eerst, wat daarna? Hierin zien we een verschillende rolverdeling. Het kind dat de rol van leider op zich neemt legt bv. de spelregels van een spelletje uit. 9.5 Zelfredzaamheid Aandacht voor de obstakels die kinderen tegenkomen tijdens het spelen en leren. De kinderen worden gestimuleerd om de volgende vragen zelf te leren stellen en zelf het antwoord te leren vinden. Weten waar en wanneer hulpbronnen te vinden? Hoe ga ik dit oplossen?
11
9.6 Plezier in leren Intrinsieke motivatie is van belang om plezier te hebben in het zelf oplossen en plezier in het oplossen zelf. Het resultaat staat hierbij niet centraal. De groepsleiding zal de beoogde doelen afstemmen op de mogelijkheden van het kind. Zo voorkomen we dat het niet te makkelijk maar ook niet te moeilijk wordt, waardoor succes-ervaringen uitblijven. Werken aan het zelfbeeld doen we door de volgende ‘ik’ vragen te beantwoorden; Ik ben goed zoals ik ben, niets weerhoudt mij ervan mijzelf te ontplooien, de herkomst van (faal)angst achterhalen en te overwinnen en een gevoel van bekwaamheid te verkrijgen.
We werken vanuit de Step met onderstaande schematisch werkschema
Er zijn hiervoor een aantal voorwaarden - wat is het ontwikkelingsniveau van de kinderen (sterke en zwakke punten) - welke ontwikkelvragen heeft een peuter en welke ondersteuning heeft de peuter nodig - kwaliteit van de leidsters en ondersteuning bij zorg - goed contact met ouders - goede en uitdagende materialen op groepen - goede zorgstructuur
12
10. Ouders/verzorgers 10.1 Eigen Kracht versterken De peuterspeelgroep kan voor ouders veel betekenen als het gaat om herkenning en erkenning bij het halen en brengen van hun kind. Ouders kunnen steun aan elkaar hebben, ervaringen delen en mogelijk elkaar helpen. Dit ondersteunen we door de betrokkenheid en inzet van ouders te vragen bij het organiseren van activiteiten, deelname aan een klankbordgroep, het verrichten van dagelijkse (huishoudelijke) taken en het organiseren van themaochtenden. 10.2 ouders en communicatie We geven de ouders eerlijke transparante informatie over de ontwikkeling van hun kind(eren). Dat gebeurt o.m. tijdens: - breng- en haalmomenten - de 10 minutengesprekken (2x per jaar) - gesprekken op verzoek van leidster en/of ouders - Voor de kinderen vanuit Dol-Fijn worden er aan de hand van een individueel begeleidingsplan (2 jaarlijks) besprekingen met ouders gehouden. door uitwisseling van informatie, en door: - ouderavonden, inloopochtenden, themaochtend. 10.3 Oudercommissie BOEIenD en Dolfijn streven er naar zo spoedig mogelijk een oudercommissie op te starten. De oudercommissie praat mee en adviseert bij allerlei zaken die in het belang zijn van het kind.
11. Samenwerking Dolfijn, BOEIenD en Prins Bernhard werken samen op basis van partnerschap. Er wordt integraal samengewerkt door een pedagogische medewerker van BOEIend, een leidster van Dolfijn en ondersteuning vanuit de leerkracht en een gedragskundige. Na een ondersteuningsvraag van het kind en ouder is inzet van therapeuten, ambulante ondersteuning en andere organisaties mogelijk. Dit gebeurt in samenwerking en op indicatie van het gebiedsteam In de stuurgroep zit vanuit elke organisatie één persoon: Martienke van Til, Heleen Wienke en Tineke Klein Beernink. De werkgroep waaronder de leidsters van de Step krijgen vooral een uitvoerende voorbereidende opdracht. De zorgconsulenten van het wijkteam en VVE consulent Saskia Goedings van de gemeente Rheden worden betrokken bij de verdere ontwikkelingen van de Step. De aanmelding van de peuters gebeurt door de ouders zelf. Dit kan na aanmoediging, voorlichting en begeleiding door bovengenoemde betrokkenen. Ouders worden meegenomen in de ontwikkelingen en ervaringen van de Step door deelname aan een klankbordgroep, oudergesprekken en tevredenheidonderzoek. Andere mogelijke betrokkenen: consultatiebureau, andere organisaties zoals Kentalis, Karakter, thuiszorg, bibliotheek en combifunctionarissen van de gemeente.
13
12. Tot slot De Step start januari 2016. De komende periode wordt het programma uitgewerkt, aanpassingen gerealiseerd en een belangrijk deel van de risico-analyse uitgevoerd. Ook wordt gewerkt aan de totstandkoming van het uitvoeringsplan voor de leidsters en een zorgplan. In de loop van het seizoen 2016 wordt verder gewerkt aan de inrichting en de afronding van de in de risico-analyse vastgestelde en geplande activiteiten. De leidsters worden periodiek op de werkvloer ondersteund door de IB-er vanuit Prins Bernhard en gedragskundige vanuit Dol-Fijn. Ouders worden zo spoedig mogelijk betrokken bij de ontwikkelingen.
14