Pedagogisch beleid bij buitenschoolse opvang Villa Lilla
✮ Inhoudsopgave
1 Inleiding 2 Visie op de ontwikkeling
6 7
Binnenkomst
16
Eten en drinken
16
Activiteitenaanbod
17
Afsluiten van de dag
18
3 Doelstelling
8
Ophalen
18
4 Ontwikkelingsfasen
8
7 Groepsregels
19
9
8 De dagelijkse praktijk
20
4.1 De kleuterperiode (4 t/m 6 jaar)
Verzorging van de groep en hygiëne 20
4.2 De lagere schoolperiode (6 t/m 12 jaar) 5 Normen en waarden
10 12
Verjaardagen
20
Feesten
20
Medicijngebruik
21
Ruildagen
21
6 Het dagprogramma
13
VSO Voorschoolse Opvang
21
Wennen
14
Schoolvakanties
21
Dagindeling
15
Televisie en computer
21
Overleg pedagogisch medewerker
15
Personeel
21
EHBO
22
Leidster-Kinderratio (aantal kinderen per medewerksters)
15
Jeugd EHBO
22
Vervoer
16
BHV (bedrijfshulpverlening)
22
Achterwacht
22
Ontruimingsplan en plattegrond
23
Risico-inventarisatie
Veiligheid en gezondheid
12 Werkzaamheden stagiaires 29 13 Randvoorwaarden
29
Bronvermelding
30
23
9 Taken van de pedagogisch
medewerker
10 Belonen en straffen
23 24
11 Contacten met de ouders 27
Dagelijkse contacten
27
Ouderavonden
27
Ouderportaal (Konnect)
28
Feestdagen
28
Problemen en klachten
28
Ouderraad
28
Huisregels
29
Meldcode huiselijk geweld
en kindermishandeling
29
Omgang vervanging
29
5
✮ 1. Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleid voor de BSO ‘Villa Lilla’ Springschans. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans is een buitenschoolse opvang aan de Breedelaan te Heiloo. Na 6 jaar gehuisvest te zijn op locatie De Omloop hebben we nu een mooie nieuwe ruimte gevestigd in de nieuwe basisschool De Springschans. We bieden dagelijks naschoolse opvang aan 2 groepen van 20 kinderen. Een groep voor kinderen van 4 tot 6 jaar en een groep van 6+. In het pedagogisch beleid wordt duidelijkheid gecreëerd omtrent het handelen van de pedagogisch medewerkers op de groep. Ook biedt het pedagogisch beleid houvast over het waarom van hun handelen. Dit pedagogisch beleid is tot stand gekomen door studie van literatuur, onderzoek en ervaring in de praktijk.
Onze kijk op naschoolse opvang Kinderen moeten de ruimte hebben, zich thuis voelen en zich kunnen ontwikkelen; ze moeten hun eigen gang kunnen gaan. Bij Villa Lilla bevorderen we de zelfredzaamheid. Rust, regelmaat en reinheid geven houvast aan onze vaste gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Wij proberen zoveel mogelijk dezelfde gezichten voor een groep te hebben. Ze hebben respect voor de kinderen en een goed contact met de ouders of verzorgers. Wij zien de BSO als een kleinere maatschappij in de grote maatschappij; kinderen leren aldoende wat het betekent op te groeien. Ze hebben contact met leeftijdsgenootjes uit verschillende culturen en subculturen. Buiten spelen is belangrijk. De eigenwaarde van de kinderen staat voorop. We laten ze kleine verantwoordelijkheden dragen.
6
Villa Lilla gaat uit van een bepaald pedagogisch beleid. Dit houdt in dat iedereen die verbonden is met Villa Lilla, in dit geval de directie, het team en de ouderraad, zich houdt aan de vastgestelde regels van het beleid. Deze vastgestelde regels komen voort uit de visie op hetgeen wij als kinderdagverblijf belangrijk vinden voor een goed functionerende kinderopvang. Iedere medewerker van het kinderdagverblijf behoort de uitgangspunten van het pedagogisch beleid als richtlijn te nemen voor hij overgaat tot handelen. De richtlijnen moeten voortdurend getoetst worden zodat ze in de dagelijkse situatie ook consequent nageleefd kunnen worden. Dit pedagogisch beleid kun je zien als een langetermijnbeleid die onze visie op de opvoeding van het kind omschrijft.
✮ 2 Visie op ontwikkeling Villa Lilla heeft een visie ontwikkeld voor de BSO over de opvang die zij biedt aan kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans probeert een hechte groep kinderen te creëren. Dit is vooral voor een BSO erg belangrijk, omdat deze groep voor een lange periode bij elkaar blijft. Er is veel direct contact met de kinderen, want dit is van groot belang voor de ontwikkeling van het kind. Door ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk vaste gezichten op de groep staan, ontstaat er een vertrouwensband tussen de pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans biedt het kind ruimte, rust, regelmaat en reinheid. De eigenwaarde van het kind staat voorop. Opdrachten, spel- en speelmateriaal worden zo goed mogelijk afgestemd op het individuele kind. We laten de kinderen kleine verantwoordelijkheden dragen. Zo zijn ze opener en weerbaarder en staan ze steviger in hun schoenen. De pedagogisch medewerkers geven invulling aan dagritme, geborgenheid en veiligheid. Ze hebben respect voor de kinderen en goed contact met u als ouder of verzorger.
7
✮ 3 Doelstelling Voor BSO ‘Villa Lilla’ Springschans is het belangrijk dat kinderen zich bij ons thuis voelen en geborgen weten. Tevens willen wij een goede verzorging bieden, waar nodig in samenspraak met ouders/verzorgers. Naast het creëren van een fijne sfeer en het waarborgen van een goede verzorging, streven wij ernaar dat de kinderen zich kunnen ontwikkelen in een ruime, rustige omgeving waar in tweerichtingscommunicatie (dus in samenspraak met de kinderen) sturing wordt gegeven aan de activiteiten van de kinderen. Waarbij de activiteiten een middel zijn om te trachten de zelfstandigheid of zelfredzaamheid van de kinderen te bevorderen. Een ander aspect is het stimuleren van het zelfvertrouwen van de kinderen. Als kinderen zelfvertrouwen hebben in hun eigen kunnen, stimuleert dit de verdere ontwikkeling.
Om deze doelstellingen te bereiken wordt in het pedagogisch beleid voor de BSO aandacht besteed aan de volgende gebieden:
- ontwikkelingsfasen - dagprogramma - groepsregels - taken van de pedagogisch medewerkers - straffen en belonen - contacten met ouders - waarden en normen overdragen
✮ 4 Ontwikkelingsfasen Een aantal kenmerken kan in de ontwikkelingspsychologie per leeftijdsfase worden beschreven. Het betreft hier de motorische ontwikkeling, de cognitieve functies, de sociale ontwikkeling en de dynamische en affectieve ontwikkeling. 8
✮
4.1 De kleuterperiode (4 t/m 6 jaar)
Motorische ontwikkeling De kleuter vertoont een zeer grote beweeglijkheid en is voortdurend in de weer. Daarnaast zijn er vorderingen in de fijne motoriek. Er is een toenemend belang van het constructiespel. Ook is er een toenemende motorische zelfredzaamheid. Bij BSO ‘Villa Lilla’ Springschans worden deze vaardigheden gestimuleerd door de kinderen de ruimte te bieden voor groot spel: fietsen, voetballen, klimmen. Ook besteden we aandacht aan constructiespel: lego, puzzels, knippen. Dit prikkelt ook de fijne motoriek, zoals knutselen en tekenen dat ook doen. Dit stimuleert de motorische zelfredzaamheid. Kleuters mogen bijvoorbeeld altijd zelf proberen hun jas en schoenen uit te doen, naar de wc te gaan en brood te smeren.
Cognitieve ontwikkeling De waarneming van een kleuter ontwikkelt zich van vrij globaal en ongedifferentieerd in het begin, tot een toenemende scherpte en differentiatie aan het eind van de periode. De uitbreiding van het geheugen komt onder meer tot uiting in het grote gemak waarmee kleuters nieuwe woorden opnemen. De kleuterperiode is de bloeiperiode van de fantasie. Er vindt in deze periode een overgang plaats naar intuïtief denken. De volgende kenmerken worden hierbij onderscheiden: Egocentrisme: de kleuter beoordeelt de werkelijkheid vanuit zijn eigen gezichtspunt. De kleuter kan zich nog niet verplaatsen in het standpunt van iemand anders. Gecentreerdheid: de kleuter kan maar met een kenmerk tegelijk rekening houden en laat zich hierbij meestal leiden door de meest opvallende eigenschap. Onomkeerbaarheid: de kleuter kan een gebeurtenis niet in de tijd terugdenken. In de loop van de kleuterperiode bereikt de kleuter een min of meer volwassen taalstructuur. De woordenschat ondergaat een geweldige uitbreiding, tot ongeveer 2.100 woorden rond het vijfde jaar. Deze vaardigheden worden bij Villa Lilla gestimuleerd door veel met de kleuters te praten en naar ze te luisteren. Door verschillende soorten speelmateriaal aan te bieden (keuken met attributen, poppen, poppenkast enz.) wordt het fantasiespel bevorderd. Door verhalen of sprookjes voor te lezen neemt de woordenschat toe en wordt het fantasiedenken gestimuleerd.
Sociale ontwikkeling De kleuter blijft nog steeds in de eerste plaats gericht op de volwassenen, hoewel ook leeftijdsgenootjes vanaf nu een steeds grotere rol in gaan nemen. Er vindt een overgang plaats van het 9
parallelspel (naast een leeftijdsgenootje spelen) naar samen spelen. Meestal blijft dit eerst nog beperkt tot een tweespel, maar vanaf 5 jaar worden steeds meer kinderen in het spel betrokken. Binnen de groep leeftijdsgenootjes ontstaat er bovendien vaak al een voorkeur voor bepaalde vriendjes. Deze vriendschappen zijn vaak nog wel oppervlakkig en wisselvallig. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans stimuleert deze vaardigheden door het begeleiden bij spelletjes en kringspelen, maar ook vrij spel is hierbij belangrijk. Vrij spelen betekent dat de kinderen zelf kunnen kiezen wat zij gaan doen en met wie, een pedagogisch medewerker kan eventueel ‘meespelen’.
Dynamische en affectieve ontwikkeling In de relatie met volwassenen wordt tijdens de kleuterperiode de basis gelegd van de gewetensvorming. De kleuter gaat de geboden en verboden van opvoeders geleidelijk opnemen en maakt ze eigen. Deze verinnerlijkte normen gaat de kleuter nu zowel ten aanzien van zichzelf als tegenover anderen op een strakke en absolute wijze hanteren. Bij de kleuter is een overgang naar het positief willen. Er wordt een groeiend taakbewustzijn ontwikkeld. Dit betekent dat de kleuter allerlei doelen gaat opstellen. In de kleuterperiode komen ook nieuwe gevoelens kijken. Bijvoorbeeld ten aanzien van leeftijdsgenootjes en broertjes en zusjes. Dit kunnen gevoelens van jaloezie zijn, maar ook van vriendschap. Andere gevoelens hebben betrekking op de fasen waar de kleuter in zit. Bijvoorbeeld trots als de kleuter resultaat behaald bij een taak of angst als de kleuter ver gaat in de fantasiebeleving. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans stimuleert deze vaardigheden door taken aan te bieden die de kleuters vaak willen doen (helpen met de tafel afruimen of een spelletje of knutselwerkje). Ook stimuleren de pedagogisch medewerkers de positieve gevoelens van de kleuters door bijvoorbeeld een kleuter te prijzen als hij trots zijn tekening laat zien, of een kleuter gerust te stellen als hij bang is voor een sprookje.
✮ 4.2 De lagere schoolperioden (6 t/m 12 jaar) Motorische ontwikkeling Tegen de achtergrond van de lichamelijke veranderingen (groei van de ledematen, de ontwikkeling van meer spierweefsel en de tandenwisseling) bij een schoolkind vinden ook motorische ontwikkelingen plaats. Er is een stijgende activiteit en motorische ontwikkelingen vinden plaats. Wat de grove motoriek betreft, valt vooral de verbeterde reactiesnelheid en evenwichtsbeheersing op. Met betrekking tot de fijne motoriek vindt er een verbeterde coördinatie plaats tussen de grote en de kleine spieren, die een grotere precisie meebrengt in behendigheidsactiviteiten. Daarnaast is er ook een meer verfijnde oog-handcoördinatie. 10
BSO ‘Villa Lilla’ Springschans stimuleert deze vaardigheden door ruimte te bieden voor groot spel: fietsen, voetballen, zwemmen, skateboarden enz. En door het aanbieden van kleinere spelactiviteiten: knikkeren, computerspelletjes, constructiespelletjes.
Cognitieve ontwikkeling Het schoolkind krijgt een steeds efficiëntere en nauwkeurige waarneming. Ook het geheugen wordt verder ontwikkeld. Er ontstaat bij het schoolkind een duidelijke grens tussen fantasie en werkelijkheid. Het schoolkind vertoont een uitgesproken voorkeur voor dingen die ‘echt’ zijn, of minstens ‘echt’ kunnen zijn. De pure fantasie heeft afgedaan. In verhalen en in het spel worden meer realistische elementen ingebouwd, hoewel het geheel toch voldoende avontuurlijk moet blijven. Hun voorkeur gaat dan vooral uit naar verhalen die zich bijvoorbeeld voordoen in een ver verleden, in een verre toekomst of plaatsvinden in afgelegen streken. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans probeert deze vaardigheden te stimuleren door veel met de kinderen te communiceren, door verschillend speelmateriaal aan te bieden (poppenkast, poppen, playmobil) en door informatie te geven in de vorm van boeken of themaweken, over interessante onderwerpen, zoals dinosaurussen, ridders, indianen of de ruimte.
Sociale ontwikkeling In de loop van de lagere schoolperiode doet zich een duidelijke verschuiving voor in de sociale voorkeur. Het schoolkind gaat zich steeds meer bezighouden met leeftijdsgenoten in plaats van volwassenen. Er worden groepjes gevormd die ontstaan en verdwijnen naar gelang van toevallige omstandigheden. Gaandeweg krijgen ze een steeds vaster karakter. Andere volwassenen buiten het gezin kunnen ook belangrijk worden voor het schoolkind, vooral als zij het kind weten te boeien. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans stimuleert deze vaardigheden door de kinderen te laten kiezen met wie ze willen spelen. De pedagogisch medewerkers proberen een hechte groep kinderen te creëren door het samenspel te bevorderen en hierbij te begeleiden. Ook proberen de pedagogisch medewerkers een vertrouwensband met de kinderen op te bouwen door respect voor de kinderen te hebben, ze in hun waarde te laten en hun handelen af te stemmen op het individuele kind.
Dynamische en affectieve ontwikkeling Het schoolkind is nu in staat tot een meer soepele toepassing van de normen, terwijl deze vroeger nog een dwingend karakter hadden. Het schoolkind beseft dat je ook rekening moet houden met omstandigheden. Over het algemeen wordt de lagere schoolperiode als een fase van emotioneel 11
evenwicht gezien. Er ontwikkelen zich wel nieuwe gevoelens zoals: competentie, plichtsbewustzijn, berouw en loyaliteit ten aanzien van de groep. BSO ‘Villa Lilla’ Springschans probeert de kinderen te begeleiden bij het initialiseren van deze nieuwe emoties. Dit gebeurt door met het kind te praten, gevoelens te erkennen en goed te luisteren.
✮ 5 Normen en waarden Het overbrengen van waarden en normen is een belangrijk aspect van opvoeden. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaald gedrag of aan bepaalde dingen of gebeurtenissen. Het zijn opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Waarden zijn onmiskenbaar cultuurgebonden; ze veranderen in de loop der tijd en variëren per samenleving. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften over hoe volwassenen en kinderen zich horen te gedragen. De waarde is bijvoorbeeld: respect te hebben voor elkaar. De norm is dat lijfelijke agressie niet wordt toegestaan. Over een aantal zaken is het mogelijk en gewenst om gezamenlijk afspraken te maken over wat belangrijk is om aan kinderen over te brengen. Kinderen komen op een BSO in aanraking met meer of andere aspecten van de cultuur dan thuis. In een groep doen zich relatief veel leermomenten voor, bijvoorbeeld bij conflicten tussen kinderen, bij verdriet of pijn, maar ook bij rituelen en feesten. Het gedrag van de pedagogisch medewerkers speelt een belangrijke rol bij de morele ontwikkeling van de kinderen. Door hun reacties ervaren kinderen de grenzen van goed of slecht, van anders, van mogen en moeten. Ook imiteren ze het gedrag van de volwassenen. De pedagogisch medewerkers hebben dus invloed op de ontwikkeling van inlevingsvermogen en wederzijds respect.
Waarden en normen van ‘Villa Lilla’ Belangrijke waarden voor ons zijn respect voor elkaar, jezelf kunnen zijn, saamhorigheid, emoties kunnen en mogen uiten, samen oplossingen zoeken, belangstelling hebben voor elkaar, accepteren van verschillen, samen spelen en samen delen. Wij proberen deze waarden zichtbaar te maken in onze gewoonten, rituelen en regels.
12
De belangrijkste regels voor de kinderen zijn: - Elkaar geen pijn doen - Anderen niet storen in hun spel - Niet afpakken, maar vragen - Geen spullen stuk maken - Eenvoudige omgangsnormen (goedemorgen, dank je wel, sorry, mag ik… etc.)
Verschillen tussen opvoeders Verschillen in normen, waarden en cultuur zijn een gegeven. Het is goed je daar bewust van te zijn en samen te zoeken naar heldere normen voor de kinderen. Zij hebben namelijk behoefte aan duidelijkheid en consequente grenzen. In de team- en groepsvergaderingen tussen de pedagogisch medewerkers en in de communicatie met de ouders is hier aandacht voor.
✮ 6 Dagprogramma Kinderen hebben structuur, veiligheid en regelmaat nodig. Om die reden is het noodzakelijk een duidelijk dagprogramma te bieden. Voor de pedagogisch medewerkers dient het dagprogramma als houvast. Het programma is opgesteld met als leidraad het evenwicht tussen structuur, vrij spel en activiteitenaanbod. De openingstijden van de BSO sluiten aan bij die van de basisscholen. In de schoolvakanties bieden wij de mogelijkheid tot langere opvang. Vanaf 7.30 - 18.30 uur kan uw kind dan bij ons terecht. Er zijn lange en korte opvangdagen. Maandag, dinsdag en donderdag zijn de korte dagen (inclusief vakantiedagen). Vrijdag is een lang dag. Een korte opvangdag kent veel momenten van verandering binnen een korte tijdspanne. Het vervoer neemt veel tijd in beslag. Kinderen komen binnen en gaan eerst iets drinken. Vervolgens worden activiteiten ondernomen. Na een uur kan er nog een tussendoortje genuttigd worden en aan het eind van de middag, verspreid over anderhalf uur komen de ouders hun kinderen ophalen. Op een lange opvangdag is er dezelfde indeling en wordt er nog tussen de middag gegeten. 13
De tijd is alleen langer en dus is de versnippering minder. Dat geeft ruimte om grotere activiteiten aan te pakken met de kinderen. Een hele vrije dag heeft minder verschillende momenten. Zo wordt er niet van school opgehaald, waardoor het vervoer vervalt. Er is meer ruimte voor activiteiten in een vakantie en er is een planning over verschillende dagen. Een korte opvang dag is dus het drukste en het meest versnipperd. Daarin passen rustige en korte activiteiten. Langere opvangdagen zoals een middag of een hele dag geven meer ruimte voor projecten en andere ondernemingen. De dag van de naschoolse opvang is uit verschillende onderdelen opgebouwd. Centraal staat het programma van de kinderen. Daarin gaat een voorbereiding van het programma door de pedagogisch medewerkers vooraf. Aan het eind van de dag is er een belangrijk moment, namelijk het informele contact met de ouders, wanneer zij hun kinderen komen halen.
Wennen Intake BSO Villa Lilla stelt zich ten doel zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van ouders. Deze wensen mogen uiteraard niet op gespannen voet staan met het groepsbelang. Vóór plaatsing vindt een zogenaamd intakegesprek plaats. Een vaste pedagogisch medewerkster ontvangt ouders en kind op de BSO Villa Lilla voor een intakegesprek. De vaste BSO-pedagogisch medewerkster informeert de ouders over de dagelijkse gang van zaken op BSO Villa Lilla. Gespreksonderwerpen zijn onder andere de dagen waarop het kind komt, het ophaalmomenten van de ouders, de voeding en de activiteiten die aangeboden worden. Ook kunnen de ouders hun wensen naar voren brengen. We benadrukken dat de ouders altijd op de locatie welkom zijn; wel ná 17.00 uur om te voorkomen dat de aangeboden activiteit wordt verstoord. Bellen kan natuurlijk altijd en via de digitale communicatie Ouderportaal kunnen ouders op de hoogte blijven via een digitaal bericht of foto. Het is natuurlijk altijd mogelijk de pedagogisch medewerksters aan te spreken tijdens het ophalen. Als ouders dat wensen maken wij een afspraak. Wennen In overleg met de ouders worden afspraken gemaakt over de gewenningsperiode. Meestal loopt deze gelijk aan het wennen op school. We kijken naar de meest gunstige manier voor het kind. Soms is dat eerst een keertje komen kijken met de ouder en dan een middag meespelen en vroeg 14
worden opgehaald. En soms is het gelijk helemaal meedoen.
Dagindeling Hieronder volgt het programma voor de korte dagopvang van de BSO ‘Villa Lilla’ Springschans:
Maandag, dinsdag en donderdag: 14.45 kinderen ophalen van andere scholen 15.15 kinderen ophalen van andere scholen 15.30 lopen de kinderen van De Springschans vanuit hun klas naar de BSO 15.45 limonade drinken, fruit eten, daarna kan er vrij gespeeld worden 16.30 wordt er een cracker gegeten en daarna is er weer ruimte om te spelen tot de kinderen gehaald worden
18.30 sluiting BSO ‘Villa Lilla’ Vrijdag; 12.15 kinderen van De Springschans (onderbouw) lopen vanuit hun klas naar de BSO 12.30 gezamenlijke lunch, daarna ruimte om vrij te spelen 14.45 kinderen van andere scholen halen 15.30 kinderen van De Springschans (bovenbouw) komen vanuit hun klas naar de BSO De rest van de dag is als maandag, dinsdag en donderdag. Dagindeling in de vakanties Tijdens de vakanties zal er een activiteitenprogramma opgesteld worden. Een week voor de vakantie zal het programma bekend gemaakt worden. Naar aanleiding van het aantal kinderen wordt er een activiteitenprogramma opgesteld.
Overleg pedagogisch medewerker Voordat voor de kinderen het programma in de naschoolse opvang begint, zijn de pedagogisch medewerkers al aanwezig om een aantal belangrijke zaken door te spreken, zoals het overzicht van aan- en afwezigheid, het ophaalschema, het verzorgen van drinken en fruit, het aanbod van activiteiten en de verzorging van de groep.
Leidster-Kindratio (aantal kinderen per medewerksters) We hanteren de regel dat er per 10 kinderen één pedagogisch medewerkster aanwezig is. Wij hebben 2 groepen kinderen met maximaal 20 kinderen per groep, tijdens o.a. het eten en drinken 15
wordt er een scheiding gemaakt tussen een groep van 4 t/m 6 jaar en een groep van 6 jaar en ouder. Bij maximaal 30 kinderen hanteren wij 2 groepen met 3 pedagogisch medewerksters, waarvan 1 groep met 1 pedagogisch medewerkster met maximaal 10 kinderen en 2 pedagogisch medewerksters met maximaal 20 kinderen. De kinderen zijn op de hoogte over de groepssamenstelling en weten in welke groep zij horen.
Vervoer Het kinderdagverblijf zorgt ook voor vervoer van de scholen naar de BSO. Wij maken daarbij gebruik van onze auto. De onkosten van het vervoer zijn bij de prijs inbegrepen. Met alle partijen zijn de volgende afspraken gemaakt: • De kinderen dragen altijd een gordel en zitten op een verhoger. • De kinderen worden altijd opgehaald door een bekende pedagogisch medewerkster, ook voor de nieuwe kinderen. • De pedagogiscch medewerksters streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk rond de tijd dat ze uit school komen, op te halen. • De kinderen worden uiterlijk 15 minuten na schooltijd opgehaald. • Ouders moeten tussen 9.00 uur en 10.00 uur van het desbetreffende dag aan de BSO doorgeven dat hun kind geen vervoer nodig heeft. • Met de school is geregeld dat zij de verantwoording over de kinderen hebben tot ze aan de pedagogisch medewerkster overgedragen zijn. De pedagogisch medewerksters halen de kinderen op een vaste plaats bij de school op. In bijzondere gevallen zoals een roekeloos kind zal de school het kind extra in de gaten houden en waar nodig begeleiden tot in de auto. • Wanneer ouders besluiten dat het kind zelfstandig naar de school kan per fiets of lopend, zullen de ouders daar van te voren schriftelijke goedkeuring voor moeten geven.
Binnenkomst De binnenkomst in de BSO na schooltijd is een kort moment, maar van groot belang voor kinderen om zich thuis te voelen. Het begint hierbij al in de gang of hal waar de kinderen binnenkomen. Hier is de sfeer vrolijk en uitnodigend.
Eten en drinken ’s Middags, na schooltijd, wordt er in de BSO thee, limonade of appelsap gedronken. Een argument waarom er wat gedronken wordt, is dat ‘het net is als thuis’. Kinderen kunnen iets vertellen 16
(over de schooldag) en naar elkaar luisteren. Op deze manier wordt een situatie die net als thuis zou moeten zijn, omgevormd tot een georganiseerde groepsaangelegenheid. Aan het eind van de dag (± 16.30) gaan alle kinderen nog even aan tafel voor een cracker met smeerkaas of iets dergelijks. Voor de dagopvang geldt dat het eten tussen de middag ook een gemeenschappelijke aangelegenheid is. De waarde van voedsel en de waarde van het samenzijn, worden met de aandacht voor een maaltijd overgebracht. Samen eten bij de BSO wordt daarom ook niet gedaan vanuit een trommeltje. Voor een maaltijd wordt de tafel gedekt. Kinderen mogen over het algemeen zelf hun broodje klaarmaken. Als ze dit nog niet kunnen leren wij dat de kinderen aan. Zij smeren eerst een broodje met hartig beleg, daarna mogen de kinderen kiezen voor zoet beleg als ouders hiervoor toestemming hebben gegeven. De pedagogisch medewerkers houden toezicht en begeleiden de kinderen zonodig bij het brood smeren. Bij het brood drinken de meeste kinderen een beker melk of thee (niet heet).
Activiteitenaanbod Na het drinken en het eten van fruit, mogen de kinderen een activiteit kiezen. Kinderen moeten de ruimte krijgen om een leuke activiteit te kiezen. De rol van de pedagogisch medewerkers hierin is niet alleen tot die keuze te komen of het kind begeleiden bij het opruimen, maar ook het voorkomen van onveilige situaties. Door de kinderen te leren kiezen, zelf structuur aan hun spel te laten geven en de verantwoordelijkheid van het opruimen op zich te laten nemen, stimuleren we de ontwikkeling van de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen. Kinderen moeten dus zo vrij mogelijk een keuze kunnen maken voor een bepaalde activiteit. Er blijkt veel mogelijk op een BSO. Creatieve activiteiten (tekenen en knutselen), computeren, lego, barbies, poppen, video kijken, buitenspelen, verkleden enz. Er kan natuurlijk ook rustig een boekje gelezen worden. Ook is er een verschil tussen de oudere en de jongere kinderen. De oudere kinderen hebben niet alleen behoefte aan buiten spelen, maar ook activiteiten waarbij ze hun vaardigheden kunnen vergroten, tot het uiterste kunnen gaan en grenzen kunnen verleggen. Ze doen meer aan sport, ontwikkelen een hobby en willen ‘volwassen’, ‘echte’ activiteiten doen. De pedagogisch medewerkers proberen hierop aan te sluiten door het activiteitenaanbod ook op de oudere kinderen af te stemmen. Bijvoorbeeld buiten voetballen met een pedagogisch medewerker of computerspelletjes, moeilijkere puzzels of spelletjes. Daarnaast moeten de kinderen de mogelijkheid hebben om hun huiswerk te maken. De jongere kinderen worden over het algemeen vaak al uitgedaagd door het 17
aanwezige materiaal. Toch is het leuk dat de pedagogisch medewerkers een of twee keer per week een activiteit organiseren, waaraan de kinderen mee kunnen doen en hun vaardigheden kunnen vergroten. Bijvoorbeeld knutselen, voorlezen of hutten bouwen met hun pedagogisch medewerker. Buitenschoolse opvang is geen les, maar vrije tijd en daar gelden andere regels. Daarom wordt nogmaals benadrukt dat de kinderen zelf mogen kiezen wat zij willen doen. Juist omdat deze kinderen de hele dag op school al aan allerlei verplichtingen moeten voldoen. Kinderen spelen het liefste buiten. Dit blijkt op school, thuis en ook bij de BSO. Wij bieden dan ook te allen tijde de mogelijkheid aan de kinderen om te kiezen voor een buitenactiviteit. Op de langere opvangdagen wordt de tijd dan ook vaak benut om een boerderij of speeltuin te bezoeken of om een lekkere wandeling te maken.
Afsluiten van de dag Het einde van de dag is een moment dat enige zorg vraagt. Aan het einde van de dag worden regels gehanteerd: - kinderen ruimen hun eigen spel of werkje op wanneer ze worden opgehaald door hun ouders/verzorgers - pedagogisch medewerker en kinderen zeggen elkaar gedag bij het ophalen - ouders/verzorgers melden hun kind af bij de pedagogisch medewerker als ze hun kind meenemen
Ophalen Een belangrijke stelregel bij het halen van de kinderen is dat BSO ‘Villa Lilla’ Springschans een kind nooit aan een derde persoon meegeeft, zonder dat de ouders hier toestemming voor hebben gegeven. Wanneer ouders hun kinderen aan het eind van de dag ophalen, willen zij soms weten of er die dag nog iets speciaals gebeurd is. Als hier behoefte aan is zorgt een van de pedagogisch medewerkers dat er tijd wordt vrijgemaakt voor een gesprekje. Bij het vertrek wordt er ook voor gezorgd dat er nog wat extra aandacht is voor het kind en dat schoolspullen mee naar huis worden genomen. Een zorgvuldig vertrek is de basis voor een goede start van de volgende dag. Daarnaast vullen de pedagogisch medewerkers elke dag een aanwezigheidslijst in. Ze doen dit samen met de kinderen, de naam van het kind moet door de kinderen zelf afgetekend worden bij het naar huis gaan! Op de lijst staan ook enkele redenen van afwezigheid.
18
✮ 7 Groepsregels Op de BSO wordt een duidelijke regelmaat en structuur in het dagprogramma geboden. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan het leren en handhaven van de groepsregels. Door het toepassen van de regels en de vanzelfsprekendheid daarvan, willen we de kinderen houvast en een gevoel van veiligheid geven. Voor kinderen is het belangrijk om bepaalde regels te leren en te handhaven. Juist door het leren van gewoonten en regels krijgen de kinderen een gevoel van veiligheid. Het stimuleert het zelfvertrouwen, de zelfredzaamheid en de zelfstandigheid. Ook draagt het bij aan het besef van het hebben van normen en waarden en het omgaan met deze normen en waarden. Om vorm te geven aan de groepsregels van de naschoolse opvang, is gebruik gemaakt van de 10 belangrijkste regels die in beeld en schrift afgebeeld staan. Wanneer een kind zich niet aan een regel houdt, wordt aan de hand van dat bord besproken wat de regel is, waarom de regel niet is nageleefd en wordt samen met het kind gekeken naar een mogelijke oplossing.
De tien gouden regels
1 Schoenen uit 2 Niet schreeuwen 3 Goed luisteren 4 Niet springen (op de bank), niet rennen (buiten wel) 5 Niet klikken, liegen, schelden 6 Samen delen 7 Niet gooien 8 Eetregels: eerst plassen, dan handen wassen 9 Na het eten de tafel afruimen (kinderen niet alleen in de keuken) 10 Speelgoed opruimen
De regel is dat er geen speelgoed van huis wordt meegenomen. In de vakantieperiode kan daar in overleg van worden afgeweken. 19
✮ 8 De dagelijkse praktijk Verzorging van de groep en hygiëne Een gezonde omgeving ziet er schoon en verzorgd uit. In een omgeving waar veel kinderen bij elkaar zijn is het besmettingsgevaar groot. Een aantal hygiënische maatregelen verkleint de risico’s. Schoon wil niet zeggen steriel. Het regelmatig schoonmaken van de ruimtes en het materiaal met een huishoudsopje is voldoende. De huishoudelijke taken moeten worden aangepast aan de dagindeling van de kinderen, zodat zij er het minste last van hebben. Als het mogelijk is, worden de kinderen ook betrokken in deze activiteiten. Kinderen doen graag volwassenen na; afstoffen, afwassen enz. zien zij als spel. Spel dat hun ontwikkeling stimuleert. Vaste regels die voor de pedagogisch medewerker en kinderen duidelijk zijn, dragen bij aan een gezonde en veilge omgeving. Kinderen kunnen hierin opgevoed worden doordat pedagogisch medewerkers zelf het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld in persoonlijk hygiëne; handen en gezichten wassen, tanden poetsen en neus snuiten, een schone speel-, was- en toiletruimte horen allemaal vanzelfsprekend bij de hygiëne-eisen van BSO ‘Villa Lilla’ Springschans.
Verjaardagen Een verjaardag of geboorte van een broertje of zusje, wordt bij BSO ‘Villa Lilla’ Springschans volop gevierd. De jarige wordt in het zonnetje gezet. Het jarige kind mag natuurlijk trakteren. Er wordt aangeraden om geen snoep mee te geven, maar iets hartigs, fruit of kleine cadeautjes. Mocht de ouder advies willen hebben over de traktatie of het aantal kinderen, dan kan hier uiteraard bij de pedagogisch medewerkers naar geïnformeerd worden. Dit laatste geldt vanzelfsprekend ook met betrekking tot een onderwerp als allergieën. Aan de ouders van een kind met een allergie wordt gevraagd eigen lekkernijen mee te geven, zodat het kind altijd mee kan doen aan feestelijkheden. Ouders mogen een foto -of videocamera afgeven, zodat we het een en ander vast kunnen leggen.
Feesten Ook aan verschillende feesten wordt bij BSO ‘Villa Lilla’ veel aandacht besteed. De pedagogisch medewerkers kleden de groep (samen met de kinderen) leuk aan in het thema van het desbetreffende feest. Bijvoorbeeld Kerst of Pasen. Er worden verschillende knutselwerkjes bij het feest bedacht en met de kinderen gemaakt.
20
Medicijngebruik Wanneer een kind medicijnen gebruikt, dient BSO ‘Villa Lilla’ Springschans hiervan op de hoogte gesteld te worden. De ouder/verzorger ondertekent in de groep een formulier als goedkeuring voor het toedienen van de medicatie aan zijn/haar kind. Met daarop een beschrijving, hoe, wanneer en hoeveel medicatie moet worden toegediend. Alleen gediplomeerde pedagogisch medewerkers mogen deze medicatie toedienen.
Ruildagen Wanneer kinderen een bepaalde dag ziek zijn geweest, kan dit een andere dag ingehaald worden. Mits het mogelijk is op de groep en er daardoor geen overbezetting is. Om een bepaalde grens vast te houden, kun je ziektedagen inhalen tot 2 weken na de afwezige datum. Een dag ruilen om een andere reden kan alleen in dezelfde week ervoor of erna. Ook hier geldt, mits dit kan en er plaats is op de groep.
VSO Voorschoolse Opvang Gedurende de schoolweken is er van 07.15 tot 8.45 uur VSO (voorschoolse opvang). De kinderen worden door een pedagogisch medewerkster van BSO Villa Lilla opgevangen in onze BSO ruimte. Op de voorschoolse opvang wordt een gezellige sfeer gecreÎerd en krijgen de kinderen de mogelijkheid om vrij te spelen of hun ontbijt te nuttigen. Daarnaast maken de pedagogisch medewerksters iedere ochtend een verse smoothie. Uw kind wordt daarna door de pedagogisch medewerkster naar school gebracht.
Schoolvakanties Tijdens schoolvakanties is er dagopvang op BSO ‘Villa Lilla’ Springschans. De kinderen kunnen tussen 7:30 en 9:00 gebracht worden en tussen 17:00 en 18.30 weer opgehaald worden. In overleg kunnen de kinderen ook eerder gehaald worden. De dagopvang verloopt grotendeels hetzelfde als de korte opvang, met als uitzondering dat er tussen de middag gegeten wordt. Ook is er meer tijd voor grotere activiteiten of projecten.
Televisie en computer Er wordt wel eens televisie gekeken met een beperkt aantal kinderen. Er worden educatief verantwoorde films getoond. Er worden afspraken gemaakt met de leiding hoe lang er gekeken gaat worden. Ook heeft BSO ‘Villa Lilla’ Springschans een computerlokaal en een Nintendo Wii spelcomputer. 21
Hier gelden ook bepaalde regels, bijvoorbeeld over hoe lang een kind aan de computer gaat en op een Wii mag spelen. Bij mooi weer gaat de televisie niet aan en worden de computertijden beperkt.
Personeel Bij BSO ‘Villa Lilla’ Springschans werken aansluitend gekwalificeerde pedagogisch medewerkers. Ze geven op een prettige manier invulling aan het dagritme, geborgenheid en veiligheid. Met respect voor kinderen en een goed contact met ouders/verzorgers. Bij BSO ‘Villa Lilla’ Springschans wordt de CAO Kinderopvang toegepast. De pedagogisch medewerkers en stagiaires zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag.
EHBO Villa Lilla beschikt dagelijks over minimaal een leidster met een EHBO-diploma. Wanneer er onverhoopt professionele medische hulp nodig is, dan zullen wij uw huisarts proberen te bereiken. Bij onbereikbaarheid van uw eigen huisarts, is er altijd nog de huisarts van Villa Lilla. Naam, adres en telefoonnummer van uw arts dient u op het intakeformulier te vermelden, evenals een telefoonnummer voor noodgevallen. Bij wijzigingen in de gegevens geven de ouders dit zo snel mogelijk door.
Jeugd EHBO Naast de EHBO-cursus hebben parttime pedagogisch medewerkers een jeugd EHBO-cursus gevolgd, die elk jaar wordt herhaald.
BHV Naast EHBO en jeugd EHBO, hebben verschillende pedagogisch medewerkers en de directrices de cursus BHV gedaan. Tijdens deze cursus wordt geoefend op wat je doet tijdens brand en eerste hulp. De cursus wordt ieder jaar herhaald.
Achterwacht Er zijn minimaal twee volwassenen in het pand. In geval van calamiteit is Basisschool de Springschans onze achterwacht en worden invalkrachten en de flexibele medewerkster of directie benaderd volgens de richtlijnen van het calamiteitenplan. Eén van de leidinggevende woont 5 minuten lopen van het pand af. Zij wordt allereerste gebeld in geval van calamiteiten. Op het moment dat zij niet aanwezig is, wordt de tweede leidinggevende gebeld. Zij woont 5 minuten 22
autorijden van het pand af. Het telefoonnummer hangt op elke groep.
Ontruimingsplan en plattegrond Voor de veiligheid bij ontruiming van het pand is het belangrijk dat iedereen bij de entree het ontruimingsplan en de plattegrond van het gebouw doorleest. Bij ontruiming gaan de kinderen gezamenlijk naar het speelplein. Het ontruimingsplan is aanwezig in elke ruimte van de BSO.
Risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid Ieder jaar wordt een inventarisatie gemaakt rondom veiligheid en gezondheid. Hier wordt uiteindelijk een verslag van gemaakt, welke wordt gelezen door alle medewerkers en de ouderraad. Dit verslag wordt een keer in het jaar gebruikt bij de inspectie van de GGD. Ook is er voor de ouders de mogelijkheid om de risico-inventarisatie in te zien en het inspectierapport van de GGD. Dit inspectierapport is te vinden bij de voordeur van de BSO.
✮ 9 Taken van de pedagogisch medewerkers De belangrijkste aspecten van de beroepshouding van onze pedagogisch medewerkers zijn:
- het hebben van goede contactuele eigenschappen - zelfstandig en in teamverband kunnen functioneren - verantwoordelijkheid kunnen en durven dragen - eigen initiatief kunnen en durven nemen - over een goed inlevingsvermogen beschikken - flexibel zijn
De pedagogisch medewerkers zijn belangrijke vertrouwenspersonen voor zowel ouder als kind. Het is daarom belangrijk dat iedere pedagogisch medewerker bovenstaande eigenschappen bezit. De pedagogisch medewerkers moeten niet alleen een grote betrokkenheid hebben, maar zich tegelijker- tijd bij elke handeling afvragen waarom en hoe het gedaan wordt en wat het uiteindelijke doel ervan is.
De hoofdzakelijke taken van de pedagogisch medewerkers zijn:
- ophalen van de kinderen uit school 23
- ontvangen van de kinderen uit school - voeding - lichamelijke verzorging van de kinderen - gezondheid, preventie en hygiëne - activiteitenaanbod - toezicht houden op de individuele ontwikkeling van het kind - observeren van de kinderen als groep en als individu - contacten met de ouders - samenwerking als team - administratieve zaken rondom de BSO
Bij de groep BSO past een natuurlijk overwicht. De pedagogisch medewerkers proberen het machtsverschil tussen hem/haar en de kinderen klein te houden. Iedere pedagogisch medewerker heeft zijn of haar eigen aanpak en gedrag. Wel streven de ze naar een gezamenlijke aanpak van probleemsituaties. Daarom geven zij inspraak in de besluitvorming, lichten de besluiten toe en geven gelegenheid tot het stellen van vragen. De pedagogisch medewerkers hebben een sterke voorkeur voor open overleg en voor tweerichtingscommunicatie met de groep. Ze hebben oog voor de individuele behoeften van het kind. Dit betekent op de BSO dat eerst de oudere kinderen in deze vorm van kinderparticipatie betrokken worden. Zij kennen deze vorm van inspraak veelal vanuit school en van de inspraak over themaweken bij de BSO. Hierdoor zullen ook de jongere kinderen gestimuleerd worden om mee te beslissen in besluitvormingsprocessen.
Trefwoorden bij deze vorm van leiderschap:
- streeft naar het verkleinen van de machtsverschillen - maakt gepast gebruik van de kinderparticipatie - coördineert de groep bij de taken - heeft oog voor de individuele behoefte van de kinderen
✮ 10 Belonen en straffen Belonen is positief reageren op positief gedrag. Het opmerken dat het goed gaat, dat er geen fouten worden gemaakt. Wie werkt vanuit een positieve opstelling tegenover de kinderen, krijgt respect. 24
Dat bevordert het groepsklimaat. Dingen die verkeerd gaan, vallen meer op dan dingen die goed gaan. Daardoor wordt belonen vaak vergeten. Bij kinderen die onrustig zijn of doorgaans de groepssfeer negatief beïnvloeden, valt gewenst gedrag soms niet op, of juist bij kinderen die altijd rustig aan het spelen zijn en waarnaar pedagogisch medewerkers bijna geen omkijken hebben.
Soorten beloningen die gebruikt worden bij de BSO zijn: - materiële beloningen: tastbare dingen (extra koekje of plaatjes) - a ctiviteitsbeloningen: dingen die de kinderen graag doen
(een uitstap maken, met een bepaald soort speelgoed spelen) - sociale beloningen: hebben te maken met lof, aandacht, vriendelijk zijn, aanmoediging; zij vormen de belangrijkste beloningen bij de BSO
Waar houden de pedagogisch medewerkers rekening mee bij belonen?
- afspraken over belonen worden ook nagekomen - een beloning (bijvoorbeeld aandacht) werkt het beste als ze zowel in tijd als plaats nauw aansluit bij het gedrag - een verrassende beloning heeft een grotere waarde, er wordt gezorgd voor voldoende afwisseling - gewenst gedrag wordt niet vaak beloond (sociale beloningen kunnen wel vaker gegeven worden) - een beloning heeft voor het kind ook echt de betekenis van een beloning. De beloning wordt bijvoorbeeld samen met het kind bedacht - er wordt eerder vaak beloond, dan groots beloond - ook wegvallen of verminderen van een straf is een beloning, dit gebeurt echter niet vaak, want dan kan de straf haar invloed verliezen
Binnen de opvoedende taak is het de opdracht van de pedagogisch medewerkers om grenzen duidelijk te maken en ze consequent te bewaken. Met straf probeert de pedagogisch medewerker de kinderen aan te zetten om het gedrag te veranderen en aan te passen aan de normen en regels die aanvaard zijn.
Als kinderen regels overtreden, probeert de pedagogisch medewerker:
- duidelijk te stellen dat hij/zij iets niet wil en waarom hij/zij dat wil. Daarmee wordt duidelijk 25
gemaakt dat hij/zij de verantwoordelijkheid heeft en die wil opnemen. Dat hij/zij verwachtingen heeft ten aanzien van de kinderen en dat er met hem/haar te praten valt. - de regel in herinnering brengen. Er wordt vanuit gegaan dat de kinderen de regels wel kennen en aanvaarden, maar wegens omstandigheden even uit het oog zijn verloren. - aan te tonen welk belang er gehecht wordt aan de regel. Niet alle regels zijn even belangrijk, de sanctie hangt ervan af.
De soorten straf die door de pedagogisch medewerkers gebruikt worden bij de BSO: - fysieke straffen: een kind vastpakken (niet knijpen), streng toespreken - activiteitsstraffen: verbieden van aangename bezigheden (bv. geen video kijken) of onaangename bezigheden opleggen (opruimen, op de bank zitten)
- sociale en psychologische straffen: iemand even apart van de groep zetten (niet te lang) Goede straf wil ongewenst gedrag afleren, fouten herstellen. Straffen zijn de hulpmiddelen. Ze helpen de kinderen aan motivatie om zich medeverantwoordelijk te voelen voor eigen gedrag.
Aandachtspunten bij een goede straf zijn:
- het kind moet voldoende begrijpen wat van hem verwacht wordt. Als een kind iets verkeerd doet uit onwetendheid, is er geen sprake van ongewenst gedrag - om het gedrag van een kind van gedrag te veranderen, kan straf niet de eerste strategie zijn. Met aanmoedigen en stapsgewijs aanleren kan ook resultaat bereikt worden - de straf moet ook de betekenis van een straf hebben bij het betrokken kind - de pedagogisch medewerkers proberen consequent te zijn. Kinderen weten anders niet waar ze zich aan moeten houden - kinderen worden gestraft om hun fout gedrag, niet om hun persoon, dit wordt ook gezegd - de straf is voorspelbaar. De afspraken daarover zijn duidelijk - de straf is zinvol. De straf moet iets te maken hebben met het foute gedrag - de aangekondigde of afgesproken straf wordt ook uitgevoerd. Anders heeft de straf geen effect - er wordt niet gedreigd met straffen die onuitvoerbaar zijn - de pedagogisch medewerkers zijn mild. De straf moet niet erger dan nodig zijn - de straf moet snel volgen op het ongewenste gedrag. Hoe sneller, hoe groter het effect - elke straf heeft ook een einde. De pedagogisch medewerker komt niet terug op een fout
De houding die een pedagogisch medewerker aanneemt bij ongepast gedrag van de 26
kinderen:
- de pedagogisch medewerker blijft rustig en beleefd. Hij/zij beledigt of kleineert niet - het ongepaste gedrag wordt benoemd. Er wordt beschreven wat de bijbehorende gevoelens zijn, er wordt herinnerd aan de afspraak en de concrete gevolgen. Eventueel wordt duidelijk gemaakt onder welke voorwaarden het gedrag wel gepast zou zijn - de pedagogisch medewerker vraagt het kind waarom er wordt afgeweken van de afspraak, luistert naar wat het kind te zeggen heeft. Misschien heeft het gedrag een oorzaak, betekenis of doel - de pedagogisch medewerker gaat in op wat het kind zegt, vertrekt vanuit het eigen standpunt en gaat niet in de verdediging
De pedagogisch medewerkers overleggen over wat nu moet gebeuren en zijn daarbij consequent. Let wel: aan elke straf of berisping gaat altijd een duidelijke waarschuwing vooraf!
✮ 11 Contacten met ouders BSO ‘Villa Lilla’ Springschans vindt het contact tussen ouders/verzorgers en de pedagogisch mederwerker erg belangrijk. Er wordt immers een gedeelte van de opvoeding van de ouders overgenomen. Een goede samenwerking tussen pedagogisch medewerkers en ouders is daarnaast ook duidelijker voor het kind. Om zo goed mogelijk contact te krijgen, zijn er binnen ‘Villa Lilla’ een aantal contactvormen bedacht om dit te realiseren:
Dagelijkse contacten Hoewel dit vaak vluchtige contacten zijn, aan het einde van de middag, kan de pedagogisch medewerker de ouders vertellen of er nog bijzonderheden zijn voorgevallen op de BSO, of op school als dit is doorgegeven door de desbetreffende leerkracht. De pedagogisch medewerkers kunnen ook vertellen wat de kinderen hebben gedaan bij de BSO.
Ouderavonden De pedagogisch medewerkers en de ouderraad verzorgen eenmaal per jaar een ouderavond voor 27
de ouders van de kinderen van hun groep. Tijdens deze bijeenkomst worden zaken besproken die op dat moment spelen binnen de kinderopvang.
Ouderportaal (Konnect) Bij Villa Lilla werken de pedagogisch medewerksters met Ouderportaal. Dit is de digitale communicatie die speciaal ontwikkeld is voor de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Met het Ouderportaal loggen ouders in met een persoonlijke inlogcode en kunnen ze op een veilige en persoonlijke manier een indruk krijgen van een dag bij Villa Lilla door middel van fotoís of het digitale contactschriftje. Ook kunt u informatie van ons kinderdagverblijf lezen, zoals nieuws van de BSO of de school.
Feestdagen Door de pedagogisch medewerkers en de ouderraad worden een paar keer per jaar feestdagen georganiseerd. Voorbeelden zijn; kerstochtend, paasontbijt of zomerfeest. Tijdens deze feestdagen kunnen de ouders en de kinderen samen met de pedagogisch medewerkers gezellig met elkaar praten onder het genot van een kopje koffie of drankje. Zo leert iedereen elkaar wat beter kennen.
Problemen en klachten Kinderdagverblijf Villa Lilla doet haar uiterste best om klachten zoveel mogelijk te voorkomen, door navolging van ideeën en regels. Desalniettemin staan wij open voor kritiek; wanneer iets niet naar uw zin gaat, kunt u dit kenbaar maken aan de groepsleiding van uw kind. Mocht dat u niet tevreden stellen, dan kunt u zich wenden tot de directie van het kinderdagverblijf. Kinderdagverblijf Villa Lilla publiceert jaarlijks een openbaar verslag van de behandelde klachten. Het openbare jaarverslag met interne klachtenreglement wordt besproken met de Oudercommissie van Kinderdagverblijf Villa Lilla. Dit verslag ligt ter inzage bij de voordeur van het kinderdagverblijf en wordt verzonden aan de GGD. Ouders zijn niet verplicht om eerst hun klacht neer te leggen bij de organisatie. Ook kunnen zij in alle gevallen gelijk gebruik maken van de externe klachtenregeling welke geregeld is bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK).
Ouderraad We hebben binnen BSO ‘Villa Lilla’ Springschans een ouderraad die zich actief bezighoudt met de communicatie tussen de medewerkers en de ouders van ‘Villa Lilla’ over de dagelijks gebeurtenissen. De ouders vergaderen geregeld met elkaar en met de directie erbij. De ouderraad geeft de 28
directie gevraagd advies en de directie wijkt alleen af indien zij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang zich tegen het advies verzet.
Huisregels Tijdens een intakegesprek krijgen de ouders een informatieboekje over het doen en laten bij BSO ‘Villa Lilla’ Springschans. Hierin staat de nodige informatie en huisregels.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ‘Villa Lilla’ heeft een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De beroepskrachten kennen de inhoud van het de meldcode en handelen er aantoonbaar naar. De meldcode kunt u inlezen bij de directie van ‘Villa Lilla’ en bij de voordeur van de BSO-ruimtes.
Omgang vervanging Als er iemand van de leiding ziek is of op vakantie gaat, worden de uren opgevangen door de andere leiding van ‘Villa Lilla’. Alle groepspedagogische medewerkers binnen ‘Villa Lilla’ hebben een contract met vaste uren en er zijn vaste invalkrachten.
✮ 12 Werkzaamheden stagiaires Bij BSO ‘Villa Lilla’ Springschans lopen ook stagiaires van verschillende opleidingen. Zij werken samen met de beroepskrachten en hanteren de normen en waarden van het kinderdagverblijf.
✮ 13 Randvoorwaarden Ieder kinderdagverblijf en BSO in Nederland heeft zich te houden aan een aantal randvoorwaarden die door aparte instanties in het leven zijn geroepen. Zo moeten wij ons houden aan bijvoorbeeld de gemeentelijke verordening, de CAO-welzijn, richtlijnen van de overheid, GGD-eisen wat betreft hygiëne/veiligheid, brandweervergunning, Arbo-wet, warenwet, bouwbesluit en attractie- en speeltoestellenbesluit. 29
bronvermelding 30
literatuur: Berg, van den A. (1997) Werken aan kwaliteit in de kinderopvang, Utrecht; uitgeverij SWP Bois-Reymond, du, M. Belt, J. e.a. (1998) Samenwerken aan opvang buiten schooltijd, Assen: van Gorcum Buunk, A.P en Veen, P. (1995) Sociale psychologie en praktijkproblemen: van probleem naar oplossing, Houten/Diegem: Bohn Staflaeu, van Loghum Craeynest, P (1995) De levensloop van de mens, inleiding in de ontwikkelingspsychologie, amersfoort: Acco Leuven Dijk, van, M. Nieuwenhuizen, van den P.J.C.M. ( 2001) Info Buitenschoolse Opvang 2001/2002, ’s Gravenhage: Elsevier bedrijfsinformatie
Hoesel, van, A. Stigter, B. (1998) Leren en werken in de kinderopvang, Maarssen: Elsevier/ De tijdstroom. Hol, A. Rusch, A. (1993) Kinderopvang als beroep, handboek voor opleiding en praktijk, Amerfoort: Academische uitgeverij Amersfoort Huisman, A. (1993) Pedagogisch beleid voor kindercentrum en gastouderbureau, Utrecht: uitgeverij SWP Ligter, D (1998) Discipline met zachte hand, 50 manieren om uw kind wat regels bij te brengen, Amsterdam: De Driehoek. Meijvogel, R. (1996) Buitenschoolse opvang, theorie en praktijk, Houten: Bohn Stafleu Van Lognum Radius, E. (2000) Kernboek kinderopvang , Baarn: Nelissen educatief
Remmerswaal, J. (1998) Handboek groepsdynamica, een nieuwe inleiding op theorie en praktijk, Baarn: Uitgeverij H. Nelissen Schreuder, ER.T. Meijvogel, M.C. (2000) De kinderclub, een open voorziening voor Buiten Schoolse Opvang, Utrecht: NIZW Abcouwer-Stam, P. Pedagogisch beleid kinderdagverblijf ‘Villa Lilla’ syllabus: Groen, P. (2000) Onderzoeksmethoden en statistiek, Amsterdam: Educatieve Facultiet Amsterdam internet: www.villalilla.nl www.devirtueleklas.150m.com/ straffenofbelonen.htm
Contactadres Villa Lilla Kinderdagverblijf De Omloop 13 1852 RJ Heiloo Tel: (072) 50 90 030 E-mail:
[email protected] Website: www.villalilla.nl BSO Villa Lilla Breedelaan 6 1851 MA Heiloo