1
PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN - Buitenschoolse opvang VISIE De kern van ons pedagogisch beleid is, dat wij kinderen op respectvolle wijze volgen en ondersteunen in hun ontwikkeling. We laten ons hierbij inspireren door de theorieën van Reggio Emillia (Loris Malaguzzi). Deze ideeën zijn in onze eigen visie verwerkt zoals hieronder weergegeven. Onze belangrijkste uitgangspunten zijn: respect voor mens, dier en natuur en de zelfstandigheidbevordering van een kind. Wij werken vanuit de visie dat ieder kind nieuwsgierig is en zich wil ontwikkelen. Om die ontwikkeling goed te laten verlopen heeft hij een stimulerende, huiselijke en veilige omgeving nodig. Van de volwassenen wordt verwacht dat zij vanuit een positieve instelling willen bijdragen aan die ontwikkeling. Wij hebben het beleidsplan allereerst geschreven om ouders en belangstellenden te informeren over onze werkwijze. Daarnaast kan deze notitie een steuntje in de rug zijn voor de mensen die bij Kindercentrum “Marijtje Doets” werken. ORGANISATIE Locaties Kindercentrum “Marijtje Doets” heeft momenteel 4 BSO locaties. Locatie: Willem de Vlamingh is een BSO met 3 stamgroepen van 4 tot 7 jaar. Maximale groepsgrootte: 30 kinderen / Maximaal aantal beroepskrachten: 3 (waarvan 1BBL medewerkster = leidster in opleiding) Geopend: maandag-, dinsdag-, (woensdag-), donderdag- en (vrijdag)middag. Locatie: Pieter van Damstraat is een BSO met 1 stamgroep van 7 tot 12 jaar. Maximale groepsgrootte: 15 kinderen / Maximaal aantal beroepskrachten: 2 Geopend: maandag-,dinsdag- en donderdagmiddag. Locatie: “Makassar” is een BSO met 4 stamgroepen van 4 tot 12 jaar. Maximale groepsgrootte: 40 kinderen / Maximaal aantal beroepskrachten: 4 (waarvan 1 BBL medewerkster = leidster in opleiding) Geopend: maandag-,dinsdag-, woensdag-,donderdag- en vrijdagmiddag. Locatie: “Malmo” is een BSO met 3 stamgroepen van 4 tot 12 jaar. Maximale groepsgrootte: 30 kinderen / Maximaal aantal beroepskrachten 3 (waarvan 1 BBL medewerkster = leidster in opleiding) Geopend: maandag-, dinsdag-, (woensdag-), donderdag- en (vrijdag)middag.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
2
Openingstijden De BSO is open van 07:00 uur tot 18:30 uur met eventueel een uitloop naar 19:00 uur. Hierbij dient wel te melden, dat de BSO locatie aan de Pieter van Damstraat tussen 17:30 uur en 18:00 uur zich zal voegen bij het hoofdgebouw aan de Willem de Vlaminghstraat 31. Dit geldt tevens voor de locatie Makassarweg 211, die zich om 18:00 uur zal voegen bij de locatie Makassarweg 66. Afhankelijk van het aantal kinderen, zal de BSO op vrijdagmiddag, locatie Pieter van Damstraat, zich samenvoegen op de locatie Willem de Vlaminghstraat. De locatie Makassarweg 211 voegt zich samen op de locatie Makassarweg 66. Gezien het aantal kinderen voegen op woensdagmiddag alle BSO groepen zich samen op de locatie Makassarweg 66. Halen en brengen De kinderen van de BSO worden van en naar school gebracht. Binnen de school mogen de kinderen vanaf groep 3 zelfstandig naar de groep lopen en de kleuters worden in de klas afgeleverd. De pedagogisch medewerkster controleert wel of de kinderen uit de hogere groepen daadwerkelijk in de klas zitten. Het is ook mogelijk met de auto van en naar school gebracht en gehaald te worden. Hiervoor brengen wij kosten in rekening. Plaatsing Plaatsing van de kinderen gebeurt in volgorde van aanvraag. Indien nodig worden zij op een wachtlijst gezet tot er plaats is of er wordt een alternatief aangeboden. Wennen
Voor het kind (en vaak ook voor de ouder) brengt een plaats op de buitenschoolse opvang een grote verandering te weeg. Het is daarom van groot belang dat het kind samen met de ouder(s) langskomen voor de opvang van start gaat om kennis te maken met de pedagogisch medewerksters en de groep. Tijdens deze kennismaking krijgt de ouder de ruimte vragen te stellen en kunnen bijzonderheden over het kind worden gemeld. De regel dat ouders te allen tijde mogen bellen tijdens het wennen is een standaardregel bij ons. Zelfs na het wennen is dit nog altijd mogelijk. Er is de mogelijkheid een extra dag of ruildag af te nemen op een andere groep dan de stamgroep van het kind als er geen plek is op de stamgroep zelf. Dit wordt in overleg gedaan met de ouders van het betreffende kind en schriftelijk vast gelegd.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
3
Afmelden van kinderen Als een kind onverhoopt een dag niet aanwezig kan zijn op de BSO, vragen we ouders dit voor 9:30 uur aan ons door te geven tijdens studie en/of vakantiedagen of voor 14:30 uur op schooldagen, zodat wij weten op hoeveel kinderen we kunnen rekenen. Als we geen afmelding hebben ontvangen en uw kind blijkt afwezig te zijn, dan nemen we contact op met de ouders om te informeren of we hun kind nog kunnen verwachten die dag of dat er misschien iets aan de hand is. Voor de vakanties vernemen wij graag van tevoren of uw kind geen gebruik maakt van de vakantieopvang, zodat wij hier rekening mee kunnen houden bij de inzet van onze pedagogisch medewerkers en het activiteitenprogramma. Ophalen door derden De kinderen die bij ons op de BSO aanwezig zijn mogen alleen door de eigen ouders opgehaald worden. Kinderen worden niet aan derden meegegeven, tenzij ouders dit van te voren hebben laten weten door dit bijvoorbeeld tijdens de overdracht in de ochtend te vertellen of op de dag zelf te bellen. Mocht er onverhoopt een derde zijn die het kind komt ophalen, dan bellen we altijd met de ouders of ze toestemming geven dat deze derden hun kind meeneemt. Mochten we de ouders niet kunnen bereiken dan geven we het kind niet mee. Er kan door de pedagogisch medewerkster gevraagd worden te legitimeren. OUDERS Oudercommissie De oudercommissie van Kindercentrum “Marijtje Doets” streeft naar minimaal 4 - 6 vertegenwoordigers. Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een evenredig mogelijke vertegenwoordiging van ouders van alle stamgroepen. Ze stelt zich tot doel: 1. De belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum waar de oudercommissie aan verbonden is zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen; 2. Te adviseren ten aanzien van kwaliteit; 3. Het behartigen van de belangen van de ouders van het kindercentrum bij de directie. 4. Te adviseren in het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
4
Informatieoverdracht tussen ouders en pedagogisch medewerkers Wij hechten groot belang aan een goed contact met ouders en streven ernaar om door ouders gezien te worden als partners in de opvoeding. Voor het welbevinden van kinderen is het belangrijk dat ook ouders zich thuis en gehoord voelen bij ons, zodat de verschillende leefwerelden van het kind (thuis en op het kinderopvang) met elkaar verbonden worden. Daarom hebben wij vaste momenten waarop wij met ouders in gesprek gaan over opvoeding en de ontwikkeling van hun kind. Denk hierbij aan ouderavonden, nieuwsbrieven en de haal- en brengmomenten. Tijdens de haalmomenten informeren we de ouders over hoe het die dag ging en delen met ouders de belevenissen, successen en teleurstellingen van het kind. De tijd die de pedagogisch medewerkster daarvoor vrij kan maken is afhankelijk van de behoefte die de nog aanwezige kinderen op dat moment hebben. Er kunnen daarom ook gespreksmomenten worden ingepland als de ouders en/of de pedagogisch medewerkers daar behoefte aan hebben. Klanttevredenheidsonderzoek Om onze dienstverlening voortdurend te kunnen toetsen en te verbeteren houden wij met eenmaal per jaar een klanttevredenheidonderzoek. Zowel het onderzoek als de uitslag ontvangt u per mail. PERSONEEL Pedagogisch medewerkers Elke groep beschikt over vaste en vertrouwde pedagogisch medewerkers. Bij afwezigheid door vakantie en/of ziekte worden zij zoveel mogelijk vervangen door collega’s of bekende invalkrachten. Ook in de vakantieperiode is ons streven minimaal 1 vaste pedagogisch medewerkster op de groep te hebben. Alle medewerksters, inclusief onze vaste invalkrachten, beschikken over een erkend diploma voor het werken in de kinderopvang en een verklaring omtrent gedrag. Opleidingseisen De minimale opleidingseis van de beroepskrachten is SPW 3 of een MBO opleiding niveau 3 uit de zorg & welzijn. Naast deze medewerk(st)ers hebben we BBL leidsters (= leidster in opleiding) in dienst. Zij zijn volgens de gestelde eisen en normen 100% inzetbaar en staan gelijk aan een gediplomeerde leidster. Echter stellen wij hen in de gelegenheid opdrachten voor school uit te voeren en de nodige kennis te verbreden. Wij begeleiden als erkend leerbedrijf ook regelmatig stagiaires van de MBO SPW 3 & 4 opleiding. Naar gelang in welk leerjaar de stagiaire zit, staan zij boventallig.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
5
Deskundigheidsbevordering De directie van Kindercentrum "Marijtje Doets" draagt zorg voor de deskundigheidsbevordering van de pedagogisch medewerkers. Dit gebeurt middels diverse overlegvormen: gesprekken met individuele medewerkers, groepsoverleggen en vier maal per jaar een teamoverleg. Daarnaast is er vakliteratuur aanwezig op de hoofdlocatie. Onze pedagogisch medewerksters volgen jaarlijks een herhaling (kinder-)EHBO/BHV cursus en we bieden workshops op het gebied van pedagogische kwaliteit aan . De rol van de omgeving Wij hechten belang aan een omgeving waar kinderen zich op hun gemak voelen. Ze moeten er kunnen luieren of zich in een hoekje kunnen terugtrekken. Op iedere groep is hiervoor een plekje gecreëerd. Tevens is er op iedere groep ruimte te spelen en te ontdekken. Verder kunnen alle groepen gebruik maken van dichtbij zijnde openbare gelegenheden om buiten te rennen, te klimmen en te klauteren. De natuur speelt een belangrijke rol. We zijn veel buiten en we volgen de seizoenen. De duur van het buitenspelen is afhankelijk van het weer. Bij slecht weer is er voldoende ruimte om een eigen activiteit te ondernemen. Bij bepaalde thema’s is er ruimte voor het planten van tuinkers, aardbeien, tomaten, radijsjes, worteltjes, bloemen. Dit gebeurd zowel binnen als buiten. Hiermee proberen wij ze te leren respect op te brengen voor mens, dier en natuur. PEDAGOGISCHE ASPECTEN De rol van de pedagogisch medewerk(st)er De pedagogisch medewerkster vormt in onze ogen de basis voor de pedagogische kwaliteit van ons kindercentrum. Een goede interactie met kinderen en met collega’s is van essentieel belang voor het welbevinden van kinderen, de belangrijkste voorwaarde voor de ontwikkelingsgebieden. De pedagogisch medewerkster heeft tot haar taak aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind. Dat betekent dat zij goed moet kunnen kijken en luisteren naar het kind. Hetgeen zij ziet en hoort moet zij kunnen vertalen: wat heeft dit kind nodig? Bij al haar handelen staat deze vraag steeds centraal. Een pedagogisch medewerkster communiceert de hele dag en zal zich dus bewust moeten zijn van de invloed van haar manier van communiceren op de kinderen en op haar collega’s. Onze pedagogisch medewerksters zijn zo opgeleid dat ze kinderen goed kunnen begeleiden, maar ook dagelijks bewust zijn van hun eigen handelen en afstemmen met collega’s
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
6
Naast de behoeften van het individuele kind heeft de pedagogisch medewerk(st)er te maken met de dynamiek van de groep. Zij zal in staat moeten zijn groepsprocessen te begeleiden en de mogelijkheden van de groepssituatie te benutten. Kinderen moeten zich veilig kunnen voelen te midden van de andere kinderen. Dat gevoel van veiligheid zal de pedagogisch medewerk(st)er creëren door ieder kind positief te benaderen en daarbij de grenzen te bewaken. Zij realiseert zich dat haar gedrag een voorbeeld is voor de kinderen en dat datgene wat zij doet, dus het nadoen waard moet zijn. Komt de veiligheid van een kind in het gedrang dan zal de pedagogisch medewerk(st)er moeten ingrijpen, zoals verder verwoord is bij het kopje sociale en emotionele ontwikkeling. Dagritme
Bij binnenkomst wordt ieder kind persoonlijk verwelkomd. Vervolgens krijgen alle kinderen de mogelijkheid naar het toilet te gaan en hun handen te wassen, om zich daarna te kunnen voegen in hun eigen stamgroep. Zodra alle kinderen zitten controleert de pedagogisch medewerkster of ze alle kinderen van haar stamgroep heeft. Hierna volgt er een moment van rust en wordt er een koekje en iets te drinken uitgedeeld en is er gelegenheid voor een praatje. Dit om het groepsproces te bevorderen. Zo wordt het kind zich bewust van de anderen om zich heen. Daarna kunnen alle stamgroepen een keuze maken uit een aantal activiteiten, zoals knutselen, lezen, spelletjes doen, bouwen, luieren, kindvriendelijke films kijken, buiten spelen en dergelijke. Ze moeten voor ze hiermee beginnen aan de pedagogisch medewerk(st)er aangegeven wat ze willen gaan doen. Indien nodig zal de pedagogisch medewerk(st)er in die keuze wat sturen, zodat alle kinderen tot hun recht komen. Zowel de kinderen van de locatie “Malmo” als wel de kinderen van de locatie “Makassar” spelen gezamenlijk buiten op het grote schoolplein. Voorafgaand zijn de kinderen al verdeeld in stamgroepen met daaraan een pedagogisch medewerk(st)er gekoppeld. Zoals afgesproken blijft de pedagogisch medewerk(st)er ook buiten het aanspreekpunt voor haar stamgroep. Alle pedagogisch medewerk(st)ers stellen zich zo op dat ze het gehele plein kunnen overzien, om in geval van calamiteiten of een gebeurtenis direct in te kunnen grijpen. Om 17:00 uur stopt de activiteit voor de groep die warm gaat eten. De andere kinderen krijgen om 17:30 uur de ene dag een stukje fruit en de andere dag een cracker belegd met iets hartigs. Hier is duidelijk een rustmoment voor de hele groep. Daarna worden de activiteiten weer opgepakt totdat de kinderen gehaald worden door hun ouders.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
7
Jaarritme en feesten In de loop van het jaar worden de traditionele feesten (Carnaval, Pasen, Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst) op de BSO gevierd. Dit versterkt het gevoel zich ergens op te verheugen. Rondom alle feesten worden de ruimtes versierd passend bij het feest. Ook de activiteiten worden hierin aangepast. Dit vind je terug in de knutselwerkjes en lekkernijen die worden genuttigd en/of zelf worden gemaakt. Natuurlijk worden verjaardagen, de geboorte van een broertje of zusje en andere hoogtepunten uit het leven van het kind ook gevierd. Bij de verjaardag mogen de kinderen verantwoord trakteren, voorbeelden hiervoor zijn op iedere groep aanwezig. Tijdens de vakanties worden er diverse activiteiten georganiseerd. Uiteenlopend van leerzame tot sportieve tot uitdagende activiteiten, welke worden afgestemd op de stamgroep. U ontvangt voor iedere vakantie het activiteitenprogramma. Maaltijd Wij streven erna iedere dag vers te koken en daarbij hoort uiteraard een goed verzorgde en gevarieerde maaltijd op vaste tijden. Soms wordt er samen met de kinderen gekookt. Met sommige diëten en geloofsovertuigingen proberen wij rekening te houden of is er de mogelijkheid zelf eten mee te nemen. De maaltijd is een rustig moment met aandacht voor het eten en voor elkaar. De pedagogisch medewerk(st)er speelt hierbij een belangrijke rol: zij stimuleert dat de kinderen attent zijn op elkaar en zij leeft goede tafelmanieren na. Zij mag dan ook zelf mee eten! Kinderen die niet willen eten worden gerespecteerd. Wij vertrouwen erop dat een goede sfeer aan tafel de moeizame eters op den duur zal stimuleren iets meer te gaan eten. Samenvoegen van stamgroepen In verband met het kindaantal kan het zijn dat tijdens studie-, marge- en/of vakantiedagen, diverse locaties zullen samenvoegen. Bij een minimaal aantal kinderen zal dit de hoofdlocatie zijn aan de Willem de Vlaminghstraat. Bij meer dan het toegestane aantal kinderen zal tevens de locatie “Malmo” worden opengesteld. Daarnaast zal de opvang op woensdagmiddag plaatsvinden op de locatie “Makassar” en op vrijdagmiddag zijn zowel de locatie “Willem de Vlamingh” als “Makassar” opengesteld.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
8
Uitgangspunten bij het samenvoegen van groepen zijn: Elk kind heeft een vaste basisgroep Elk kind is gekoppeld aan tenminste 3 pedagogisch medewerkers Bij het samenvoegen van groepen wordt de leeftijdsopbouw en beroepskracht-kind-ratio gevolgd Elk kind maakt naast zijn eigen basisgroep gebruik van andere basisgroepen. Ouders worden bij plaatsing geïnformeerd over de samenwerking met de andere basisgroepen. In geval van veranderingen c.q. wijzigingen proberen wij de ouders hier tijdig van op de hoogte te stellen. We streven ernaar dat bij het samenvoegen van verschillende locaties, er altijd een pedagogisch medewerk(st)er aanwezig is van de eigen locatie. Verder houden we er rekening mee bij het maken van stamgroepen, dat de kinderen elkaar zoveel mogelijk kennen binnen de stamgroep. Wij vinden het belangrijk, maar het is niet verplicht, dat kinderen 2 weken aaneengesloten vakantie doorbrengen met de ouders, zodat als zij weer terugkomen op de BSO het plezier dat zij met u hebben gehad, kunnen delen met hun vriendjes en vriendinnetjes. Tevens vinden wij het belangrijk dat zij even weg zijn uit het dagelijkse ritme bij ons op de BSO. Dit moment is door ouders zelf te kiezen en komt meestal voor in de schoolvakanties. Verzorging en hygiëne. Waar veel kinderen samen zijn is een goede hygiëne van groot belang. Wij realiseren ons dat we niet kunnen voorkomen dat kinderen ziektes van elkaar overnemen, maar we kunnen door goede hygiëne die kans wel verkleinen. Daarom leren wij de kinderen tijdens het hoesten en niezen hun hand voor de mond te houden en vervolgens hun handen te wassen. De groepsruimte en het sanitair worden aan het eind van de dag grondig schoon gemaakt. Zo nodig gebeurt dit ook eens tussendoor. Het speelgoed wordt regelmatig gereinigd en worden de ruimtes regelmatig gelucht. Bij ziektes worden extra maatregelen genomen. Besmettelijke ziektes worden gemeld op de voordeur van de BSO. Het meubilair en sanitair wordt dan extra schoongemaakt. Uitgangspunten pedagogisch handelen In de wet kinderopvang worden een viertal competenties genoemd die in elk pedagogisch beleidsplan uitgewerkt dient te zijn. In dit pedagogisch beleidsplan geven we aan hoe we deze competenties vorm willen geven binnen de vier BSO locaties van Kindercentrum “Marijtje Doets”.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
9
Sociaal emotionele veiligheid Doordat we op de BSO met stamgroepen werken, kan de pedagogisch medewerk(st)er meer individuele aandacht geven aan de kinderen doormiddel van bijvoorbeeld een praatje of een te spelletje doen. Tevens bouwen de kinderen en pedagogisch medewerk(st)er op deze manier een vertrouwensrelatie op. De belangrijkste voorwaarde voor een optimale sociale en emotionele ontwikkeling is een omgeving waarin het kind zich gewaardeerd en geliefd voelt. Wij doen er op de BSO alles aan om een dergelijke omgeving aan ieder kind te bieden. Dat betekent dat de pedagogisch medewerk(st)er vooral positief reageert op de acties van de kinderen. Zij gaat uit van hun goede intenties en zij zal vooral het positieve benoemen. Tevens zijn wij van mening dat ieder kind bemoediging nodig heeft, zodat het kind een goed beeld over zichzelf kan opbouwen, waardoor zij het gevoel krijgen erbij te horen. Dit is belangrijk voor hun ontwikkeling en zelfvertrouwen. Natuurlijk dient er door de pedagogisch medewerkster bij het samenzijn op de BSO ook gecorrigeerd te worden. Dit doet zij kort en duidelijk. Soms hebben kinderen verdriet of maken zij ruzie. Kinderen krijgen ruimte voor deze emoties, maar de pedagogisch medewerk(st)er houdt de grenzen goed in de gaten. Waar nodig, zal zij kinderen helpen een uitweg te vinden door de emoties te benoemen of voor afleiding te zorgen. Voordat het programma begint, worden duidelijk de regels van de BSO benoemd. Er zijn basisregels opgesteld, maar door de kinderen mee te laten denken, laten meebeslissen in regels, conflicten (zeggenschap) ed., raken de kinderen meer betrokken bij het groepsproces. Door de kinderen meer verantwoordelijkheid hierin te geven worden ze ook mee betrokken bij het groepsproces. Zij bepalen daardoor ook mede de sfeer op de groep. Wanneer er een irritatie tussen kinderen ontstaat leren wij ze doormiddel van goede communicatie dit probleem op te lossen. Tijdens de middag- en avondmaaltijden proberen wij de kinderen de tafelmanieren bij te brengen. Via deze regels proberen wij de kinderen de normen en waarden bij te brengen en hun sociale vaardigheden te bevorderen. Het is de taak van de pedagogisch medewerk(st)er om erop toe te zien dat deze regels ook worden nageleefd.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
10
Persoonlijke competentie Dit willen we vorm geven door een vertrouwensband met het kind op te bouwen. De pedagogische medewerkster leert het kind kennen en het kind leert de pedagogisch medewerkster kennen. Het kind veiligheid bieden hierin is een belangrijk aspect. Het kind wordt gestimuleerd in spel‐ en of contact zoeken met andere kinderen in de groep. Door veel te communiceren met de kinderen, spelletjes aan te bieden, allerlei gesprekjes te voeren en belangstelling te tonen voor wie ze zijn en wat ze doen. Een groot aanbod in spelmaterialen aan te bieden. Er is speelgoed aanwezig voor de fijne en grove motoriek, maar ook om creatief, ontspannend en ontwikkelingsgericht bezig te zijn. Daarnaast hebben we ook divers buitenspeelgoed. Doordat kinderen de hele dag al binnen hebben gezeten proberen we actief het buitenspelen te stimuleren. Spelactiviteiten die in de vakanties georganiseerd worden geven we vorm aan de hand van verschillende thema’s. Regelmatig wordt speelgoed vervangen. Bij een teveel aan speelgoed wordt een deel tijdelijk weggezet om later weer opnieuw te kunnen aanbieden. Kinderen worden begeleid in hun spel en individuele ontwikkeling. Daarbij is er speciaal aandacht voor de jongere kinderen in hun taal en motorische ontwikkeling. Door ze actief te betrekken in het groepsproces kan hier spelenderwijs aandacht aan geschonken worden. De fijne motoriek wordt volop geoefend door met de kinderen te knippen, plakken, scheuren en andere knutselvaardigheden uit te oefenen. Ook met divers speelgoed (puzzels, lego, kapla, etc) wordt deze vaardigheid gestimuleerd. Sociale competentie Dit willen we vorm geven door de contacten onderling te stimuleren en de kinderen ook te leren op welke wijze ze contact kunnen leggen met elkaar, maar ook hoe ze respect kunnen hebben voor elkaar als de dingen misschien anders lopen dan ze van te voren verwacht hadden. Bijvoorbeeld als ze willen meespelen, maar de ander dat niet wil of iets voor zichzelf wil doen. Een aantal kinderen kennen elkaar al van school. Anderen ontwikkelen vriendschappen op de BSO. We geven kinderen de ruimte elkaar uit en op te zoeken. Na het eetmoment zij de kinderen niet aan hun stamgroep gebonden en kunnen van elke ruimte gebruik maken. Vriendschap opbouwen wordt op deze bevorderd. Kinderen worden niet gedwongen apart te spelen of juist met anderen te spelen als ze dat niet willen. Wel waken we ervoor dat kinderen niet buitengesloten worden. Bij vriendschap moet er sprake zijn van gelijkheid. Is dit niet het geval en wordt een kind buitengesloten, dan kan de pedagogisch medewerkster aparte activiteiten aanbieden waardoor er meer ruimte, zowel fysiek als geestelijk, ontstaat tussen de kinderen. Dit geldt ook voor broertjes en zusjes. Zij kunnen veel aan elkaar hebben, maar we zorgen er ook voor dat ze eigen vriendschappen kunnen ontwikkelen.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
11
Bij samen spelen hoort ook af en toe ruzie. Kinderen in conflict leren voor zichzelf op te komen en te onderhandelen. We kijken daarom eerst of de kinderen er zelf uit komen. Lukt dit niet, dan bemiddelt de pedagogisch medewerkster in het conflict. De werkwijze van de pedagogisch medewerker verschilt per conflict. Ieder conflict moet beoordeelt worden en vraagt een eigen oplossing. Belangrijk hierbij is dat een kind zelf een keuze kan maken. Er wordt samen met het kind gekeken wat hen zou helpen uit de conflictsituatie te komen. De kinderen zijn mede verantwoordelijk voor de sfeer in de groep. De kinderen worden hier actief in betrokken. Zo stellen ze samen met de pedagogisch medewerksters de groepsregels en afspraken op en worden ze ook betrokken bij het oplossen van groepsproblemen en het plannen en uitvoeren van leuke activiteiten op de groep. Afspraken zijn er voor de rust, structuur, stabiliteit, veiligheid en hygiëne op de groep.
Normen en waarden Binnen ons Kindercentrum hanteren we bepaalde normen & waarden zoals; Zelfvertrouwen Positief zelfbeeld Eerlijkheid Respect Verantwoordelijkheidsgevoel Zelfstandigheid Wij vinden het belangrijk kinderen te helpen met een bepaald gevoel van eigenwaarde en een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Vanuit een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen durft een kind de wereld te gaan ontdekken. Het kind heeft vertrouwen in zijn eigen kunnen. De pedagogisch medewerkster probeert het kind het gevoel te geven dat het onvoorwaardelijk wordt geaccepteerd. Hierbij is het van belang dat het kind begrijpt en voelt dat bepaald ongewenst gedrag wordt afgekeurd om het gedrag en niet om de persoon. Actief luisteren is een basishouding van onze pedagogisch medewerksters in het contact met de kinderen. Het is een onderdeel van respectvolle communicatie. Wij geven als pedagogisch medewerker zoveel mogelijk het goede voorbeeld. De manier waarop we de kinderen benaderen, handelen en spreken willen we deze normen & waarden laten zien aan de kinderen. Goed voorbeeld doet volgen. Een kind leert respect voor mens, dier en natuur te hebben als het zelf met respect wordt behandeld. Een kind mag zijn gevoelens uiten en kan op die manier duidelijk maken wat hem bezighoudt en wat het voelt. Er is ruimte voor de emotie van het kind en hij wordt niet afgeremd in het uiten hiervan. Wel kunnen er eventuele suggesties worden geboden door de pedagogisch medewerkster.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
12
Enkele belangrijke omgangsvormen zijn: Rustig en vriendelijk met elkaar praten. Overleggen met elkaar (pedagogisch medewerker en kinderen). Niet aan elkaar zitten (dus niet slaan of schoppen, etc….). Respect tonen voor mens, dier en natuur. Beleefd zijn (dus geen vieze woorden of schelden). Enkele belangrijke regels en afspraken zijn: Jassen en tassen netjes ophangen. Rustig praten op de groep. Eten, drinken, verven en kleuren aan tafel. Op de groep wordt gelopen en buiten wordt gerend. Speelgoed opruimen, voordat je iets anders gaat doen. Speelgoed is om mee te spelen en niet om mee te gooien. RI & E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) Een opgesteld RI & E plan ziet erop toe dat alle aspecten binnen de organisatie veilig & gezond zijn en blijven. Eenmaal per jaar zal er een algehele controle plaats vinden waarbij het RI & E plan zo nodig vernieuwd en aangepast wordt. Zo blijft de veiligheid en gezondheid gewaarborgd. Inspectie Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en kind-leidster ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De directie stuurt de oudercommissie het definitieve rapport, zorgt dat het rapport ter inzage ligt op de locatie en plaatst het op de website. Vier- ogenprincipe Een pedagogisch medewerk(st)er kan in principe alleen binnen of buiten zijn met niet meer dan 10 kinderen. De BSO groep aan de Pieter van Damstraat is momenteel gevestigd in een dependance van school.
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets
13
Gedurende de openingstijden van school zijn er meerdere volwassenen (leerkrachten) in het pand aanwezig. Tevens is er in het zelfde schoolgebouw nog een collega-concurrent met een naschoolse opvang aanwezig. Hierdoor zorgt de BSO ervoor, dat deze nu nog kleine groep ook “vier ogen” heeft. Wij hebben een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. Ook hebben wij een gedragscode binnen kindercentrum "Marijtje Doets" waarvan alle pedagogisch medewerksters op de hoogte zijn van de inhoud. Dit geldt tevens voor de inhoud van de meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Achterwachtregeling De afspraak met onze pedagogische medewerk(st)ers is dat zij nauw (telefonisch) contact heeft met de anderen in of om het pand. Deze achterwacht kan dan bij een eventuele noodsituatie binnen 3 minuten op de locatie aanwezig zijn om de pedagogisch medewerker te ondersteunen. Tevens is de afspraak dat zij te allen tijde zich moet samenvoegen met de locatie Willem de Vlaminghstraat wanneer zij nog als enige in het pand is. Uitstapjes vinden alleen plaats met minimaal twee begeleiders. Medewerkers melden altijd aan de achterblijvers op de vestiging en aan de medewerkers van het hoofdkantoor dat men op stap gaat, waarheen en wanneer men terugkomt. Hierbij dienen zij te allen tijde een mobiele telefoon mee te nemen in geval van nood. Alleen vaste medewerkers en oproepkrachten die goed bekend zijn met de vestiging openen en sluiten. Aan het begin en eind van de dag werken pedagogisch medewerkers samen. Er staan in principe nooit twee invalmedewerkers tegelijk op één groep, waar nodig wordt gewisseld met een vaste medewerker. TOT SLOT Dit pedagogisch beleidsplan schetst een beeld van het pedagogische klimaat op Kindercentrum “Marijtje Doets”. Kern van ons pedagogisch beleid is - zoals gezegd - dat wij kinderen op een respectvolle wijze willen volgen en ondersteunen in hun ontwikkeling. Wij hopen dat dit beleidsplan belangstellenden informeert over wat we doen en dat het pedagogisch medewerk(st)ers van Kindercentrum “Marijtje Doets” steunt in hun belangrijke dagelijkse taak. Dit pedagogisch beleidsplan zal jaarlijks bijgesteld worden.
Almere, Ingangsdatum: Revisiedatum:
Januari 2015 Januari 2016
Pedagogisch beleidsplan – Kindercentrum Marijtje Doets