New Babylon Bezuidenhoutseweg 57 2594 Ac Den Haag
Postbus ~~756 z5o~ aT Den Haag telefoon (070) 5~5 30 00 www.pelsrijcken.nl
Pe I s R i'J cke n CSC ~Í~~ •
I ~~V~ r /`!
~
~,
..
Per e-mail (
[email protected]) De raad van de gemeente Lingewaard
onze ref. AJV/-/10038761
AeJ. van der Ven advocaat
uw ref.
-
inzake
Omgevingsvergunning dubbel woonhuis
t (070) 515 34 31
Woerdsestraat 1b en lc Gendt
f (070) 515 31 71
[email protected]
20 januari 2014
Geachte leden van de raad, Voor de politieke avond van 22 januari a.s. en de raadsvergadering van 6 februari a.s. staat het onderwerp `Omgevingsvergunning dubbel woonhuis Woerdsestraat lb en lc Gendt' geagendeerd. Het college vraagt u om voor deze omgevingsvergunning een verklaring van geen bedenkingen te geven. Mijn cliënte, mevrouw Th.H.J. Beusker-Koenders, woonachtig aan de Woerdsestraat 1a te Gendt kan zich -net als vele andere buurtbewoners -niet met het bouwplan verenigen en verzoekt u om de verklaring van geen bedenkingen te weigeren. Namens cliënte maak ik graag van de gelegenheid gebruik om haar standpunt tijdens de politieke avond nader toe te lichten. Ter ondersteuning van de inspraakreactie en omwille van een efficiënte besteding van de 5 minuten spreektijd, stuur ik u hierbij alvast enige achtergrondinformatie. 1
Inleiding Bij besluit van 16 oktober 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een twee-ondereen-kapwoning aan de Woerdsestraat lb en lc te Gendt.
Alle werkzaamheden worden verricht op grond van een overeenkomst van opdracht met de naamloze vennootschap Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn N.V. gevestigd te Den Haag en ingeschreven in het Handelsregister onder nr. 27283716. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd ter griffie rechtbank Den Haag onder nr. 27/2013. Daarin is een aansprakelijkheidsbeperking opgenomen. De algemene voorwaarden worden op verzoek toegezonden of zijn te raadplegen op www.pelsrijcken.nl/algemene-voorwaarden. Kwaliteitsrekening notariaat NL72ABNA0213013495. Rekening Stichting Beheer Derdengelden Advocatuur Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn NL68ABNA0257546073.
datum
20 januari 214
onze ref.
AJV/-/10038761
2/9
De omgevingsvergunning ziet op de activiteiten bouwen, handelen in strijd met het bestemmingsplan en maken van een uitweg. Mijn cliënte, woonachtig aan de Woerdsestraat ia te Gendt, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland, omdat de gevolgen voor haar woon- en leefklimaat onvoldoende zijn onderzocht, het besluit in strijd is met gemeentelijk beleid (de Nota inbreidingslocaties) en uw raad ten onrechte niet is gevraagd zich uit te spreken over een verklaring van geen bedenkingen. De rechtbank heeft cliënte in een tussenuitspraak van 27 november 2013 op alle punten in het gelijk gesteld. Zij oordeelt dat de belangenafweging inderdaad onvolledig en onzorgvuldig is geweest. De gevolgen van het bouwplan voor de omliggende percelen, voor bijvoorbeeld privacy, uitzicht en bezonning, zijn niet in kaart gebracht. Bovendien is het college uitgegaan van een onjuist uitgangspunt door de ruimtelijke gevolgen van een twee-onder-een-kapwoning te vergelijken met de ruimtelijke gevolgen van een vrijstaande woning, terwijl het bestemmingsplan in het geheel geen woning mogelijk maakt. Voorts oordeelt de rechtbank dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom in dit geval kan worden afgeweken van de Nota inbreidingslocaties en dat het college ten onrechte geen verklaring van geen bedenkingen aan uw raad heeft gevraagd. De rechtbank heeft het college in de gelegenheid gesteld om de gebreken in het besluit binnen twee maanden te herstellen. Een afschrift van de uitspraak van de rechtbank treft u als biila4e 1 bij deze brief aan. Bij besluit van 23 december jl. heeft het college een aanvullende nota van zienswijzen vastgesteld, zonder het bestreden besluit inhoudelijk te wijzigen. Ook heeft het college uw raad gevraagd om een verklaring van geen bedenkingen te geven. Namens mijn cliënte verzoek ik u om de verklaring van geen bedenkingen te weigeren. Hiertoe breng ik het volgende onder uw aandacht. 2
Nadelige effecten op het woon- en leefklimaat onvoldoende in beeld gebracht
2.1
Inleiding
De met de omgevingsvergunning mogelijk gemaakte bouw van de twee-onder-eenkapwoning heeft verschillende nadelige effecten op het woon- en leefklimaat van cliënte en de andere buurtbewoners. Zo vermindert de nieuwe woning de bezonningssituatie en worden het uitzicht vanuit haar huis in zuidelijke richting en de privacy in haar woning en voor- en achtertuin beperkt.
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
datum
20 januari 2014
3/9
onze ref. AJV/-/10038761
2.2
Bezonning De nieuwe twee-onder-een-kapwoning (8,09 m hoog) wordt op korte afstand van het perceel van cliënte gebouwd; op slechts 3,10 m. De bij de nieuwe woning behorende garage (2,85 m hoog en 6,37 lang) wordt op slechts 1 m van de erfgrens gebouwd. De realisatie van de nieuwe woning heeft ontegenzeggelijk nadelige effecten op de bezonningssituatie van cliënte, in het bijzonder op het raam in de zuidelijke gevel. Desondanks is door het college geen bezonningsonderzoek gedaan; zelfs niet na de tussenuitspraak van de rechtbank. In de aanvullende nota van zienswijzen gaat het college het onderwerp uit de weg door alleen te stellen dat "niet ontkend kan worden dat het bouwplan gevolgen heeft voor de aangrenzende percelen. Zaken als uitzicht en bezonning zullen wijzigen". Dat de bezonningsituatie zal wijzigen is vanzelfsprekend. Het gaat er nu juist om in welke mate de bezonning wijzigt en welke gevolgen dat heeft voor het woon- en leefklimaat van omwonenden zoals cliënte. Die gevolgen had het college in beeld moeten brengen, aan de hand van een bezonningsonderzoek. Door dat niet te doen, heeft het college ten onrechte geen uitvoering gegeven aan de tussenuitspraak van de rechtbank. Het bestreden besluit is daardoor nog steeds onvoldoende gemotiveerd en onzorgvuldig voorbereid. De belangen van cliënte zijn nog altijd onvoldoende afgewogen. Doende wat het college had behoren te doen, heeft cliënte zelf een bezonningsonderzoek laten verrichten, om de gevolgen van het bouwplan op haar bezonningsïtuatie in beeld te brengen. Zie het bezonningsonderzoek 'Zonnestudie Woerdsestraat te Gendt', The Form Foundation, 8 juni 2012, dat als bijlac~e 2 bij deze brief is gevoegd. Uit de studie van The Form Foundation blijkt dat de twee-onder-een-kapwoning en de bijbehorende garage voor meer dan de helft van het jaar voor schaduw zorgen op de zuidelijke gevel van cliëntes woning. Dit terwijl cliënte in de huidige situatie in het geheel geen last heeft van schaduwwerking. Het college heeft niet onderzocht, noch gemotiveerd waarom een dergelijk nadelig effect niet onevenredig is met de met het besluit te dienen doelen. Dit terwijl cliënte het bezonningsonderzoek al zowel bij haar zienswijze als bij haar beroepschrift heeft gevoegd.
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
datum
20 januari 2014
4/9
onze ref. AJV/-/10038761
Z.3
Uitzicht en privacy Door de bouw van de twee-onder-een-kapwoning gaat het uitzicht vanuit de woning van cliënte in zuidelijke richting volledig verloren. Waar cliënte nu een vrij uitzicht heeft over een afstand van meer dan 30 m in zuidwestelijke richting en circa 50 m in zuidoostelijke richting, kijkt zij straks vanuit haar raam tegen de 2,85 m hoge garagemuur aan, die zich op slechts 3 meter van haar raam bevindt. Daar komt bij dat in de noordelijke zijgevel van de te bouwen woning drie ramen (twee op de begane grond en één op de eerste verdieping) worden gerealiseerd. Deze ramen kijken direct uit op de woning en het (voor)erf van cliënte. Enkele ramen in de achtergevel kijken bovendien rechtstreeks uit op de achtertuin van cliënte. Het bouwplan leidt daarmee onherroepelijk tot een aantasting van de privacy van cliënte. In de ruimtelijke onderbouwing van het besluit is op geen enkele wijze aandacht besteed aan de gevolgen van het bouwplan voor het uitzicht en de privacy van omwonenden zoals cliënte. In de aanvullende nota van zienswijzen maakt het college zich er te gemakkelijk van af door simpelweg te stellen dat "zaken als uitzicht en bezonning zullen wijzigen" en "De toevoeging van het dubbel woonhuis zal enigszins van invloed zijn op de privacy. Wij stellen echter vast dat in het voorliggende geval sprake is van een volstrekt gangbare situering, gangbare afstanden en een bescheiden maatvoering. De maatvoering wijkt niet significant af van de maatvoering van de bestaande bebouwing in de Woerdsestraat en past ruimschoots binnen de maatvoering voor tweekappers van het bestemmingsplan 'Kom Gendt'. Anders dan het college is van een "volstrekt gangbare sïtuering, gangbare afstanden en een bescheiden maatvoering" juist geenszins sprake. Het perceel (19 m breed) is niet geschikt voor een twee-onder-een-kapwoning, maar uitsluitend voor een vrijstaande woning. Met het bouwplan worden de twee woningen gedraaid, omdat ze anders niet op het perceel zouden passen. Hierdoor wordt niet alleen afgeweken van het stedenbouwkundige beeld van de Woerdsestraat, dat zich kenmerkt door een evenwijdige oriëntatie van de bebouwing, maar worden ook letterlijk de grenzen van het perceel opgezocht. Aan beide zijden van de twee-onder-een-kapwoning resteert nog een onbebouwd strookje van maar één meter. Zie voor een bovenaanzicht van de geplande bebouwing op het perceel de schets die als biLc~e 3 bij deze brief is gevoegd. Om u een beeld te geven van de afwijkende maatvoering van de twee-onder-een-kapwoning zijn ook twee zijaanzichten en een vergelijking van het bebouwde oppervlak met de woning van cliënte bijgevoegd.
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
datum
20 januari 2014
onze ref.
AJV/-/10038761
5/9
De maatvoering wijkt bovendien wel degelijk af van de maatvoering van de bestaande bebouwing in de Woerdsestraat. De Woerdsestraat kenmerkt zich door bebouwing die . ruim op de kavel staat. Dit blijkt duidelijk uit het kadastrale bovenaanzicht van de bebouwing aan de Woerdsestraat, dat als biila4e 4 bij deze brief is gevoegd. De argumenten van het college gaan, voor zover ze uberhaupt al iets zeggen over de gevolgen van het bouwplan voor de privacy en het uitzicht van cliënte, dan ook niet op. Overigens Iaat de opmerking in de aanvullende nota van zienswijzen dat "opteren voor een vrijstaand woonhuis niet op voorhand betekent dat geen sprake zal zijn van gevolgen voor uitzicht, bezonning en privacy" heel duidelijk zien dat het college weer het verkeerde uitgangspunt hanteert. Zoals de rechtbank al heeft overwogen, dienen de ruimtelijke gevolgen van een twee-onder-een-kapwoning niet te worden vergeleken met de gevolgen van een vrijstaande woning, maar met de huidige planologische situatie, waarin in het geheel geen woning is toegestaan. Ook op dit punt is dus geen uitvoering gegeven aan de opdracht van de rechtbank. 2.4
Tussenconclusie
Cliënte is van mening dat voornoemde nadelige effecten op haar woon- en leefklimaat nog steeds onvoldoende zijn betrokken bij het bestreden besluit en dat haar belangen onevenredig door de bouw van de twee-onder-een-kapwoning worden getroffen. Aan de opdracht van de rechtbank om deze effecten alsnog in kaart te brengen, is niet voldaan. Doordat er nog altijd geen onderzoek naar de gevolgen voor de bezonningssituatie, het uitzicht en de privacy van cliënte is uitgevoerd, staat niet vast, noch is het aannemelijk, dat de belangen van cliënte niet onevenredig worden getroffen. Het besluit kan in zijn huidige vorm dan ook niet in stand blijven. 3
Strijd met Nota inbreidingslocaties In de ruimtelijke onderbouwing bij de omgevingsvergunning wordt gewezen op de 'Nota inbreidingslocaties Gendt', die op 23 augustus 2000 in opdracht van de gemeente Gendt is opgesteld. In deze nota is het gemeentelijke beleid inzake de intensivering van woningbouw in de bebouwde kom neergelegd. In de nota wordt de bouwlocatie aangemerkt als "geschikt voor een incidentele vrijstaande woning, onder voorwaarde dat de hinder van het nabijgelegen glastuinbouwbedrijf is gesaneerd". Zie blz. 19 van de Nota inbreidingslocaties Gendt, versie van 3 mei 2001. De Nota is als bijlage 5 bij deze brief gevoegd. In de Nota is de bouwlocatie aangewezen alslocatie 27'. Met het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning wordt op twee punten afgeweken van het beleid zoals dat is vastgelegd in de Nota inbreidingslocaties. In de
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
datum
20 januari 2014
6/9
onze ref. AJV/-/10038761
eerste plaats wordt geen incidentele vrijstaande woning mogelijk gemaakt, maar een twee-onder-een-kapwoning. In de tweede plaats is de hinder van het nabijgelegen glastuinbouwbedrijf nog niet gesaneerd. Door niet te motiveren waarom op deze tv~ree punten van de Nota inbreidingslocaties wordt afgeweken, is het besluit onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank heeft cliënte ook op dit punt in het gelijk gesteld. Het college heeft de opdracht gekregen om te motiveren waarom van het beleid uit de Nota inbreidingslocaties kan worden afgeweken. Het collegevoorstel en de daarbij behorende aanvullende nota van zienswijzen geven echter nog niet het begin van een motivering van deze beleidsafwijking. Gesteld wordt slechts: "De gemeenteraad heeft in de vergadering van 6 februari 2014 een zogeheten verklaring van geen bedenkingen afgegeven voor de bouw van een dubbel woonhuis. Hiermee geeft de raad aan dat, in afwijking van genoemde nota, wordt ingestemd met de bouw van een dubbel woonhuis. Er is daarmee geen sprake meer van strijd met vastgesteld beleid". Kortom, het college is van mening dat met één simpele pennestreek en zonder enige onderbouwing kan worden afgeweken van beleid dat zorgvuldig door uw gemeenteraad ís opgesteld. Daar komt bij dat uw gemeenteraad in het geheel niet wordt geinformeerd waar de strijdigheid met de Nota inbreidingslocaties uit bestaat. Doende wat het college had behoren te doen, wijs ik u ter toelichting op het volgende.
3.1
Twee-onder-een-kapwoning in plaats van vrijstaande woning Met de vergunning wordt geen vrijstaande woning, maar een twee-onder-eenkapwoning gerealiseerd. In de ruimtelijke onderbouwing wordt opgemerkt dat de Nota inbreidingslocaties inmiddels gedateerd is en dat de gemeente Lingewaard nu flexibeler omgaat met dit soort bouwplannen. Gezien de frontbreedte (19 m) en de totale oppervlakte (635 m2)van het perceel is het perceel volgens het college stedenbouwkundig geschikt voor realisatie van een twee-onder-een-kapwoning. De ruimtelijke impact van een twee-onder-een-kapwoning is volgens het college niet groter dan die van een vrijstaande woning.
3.1.1
Afwijken van gemeentelijk beleid Het college motiveert niet waarom de Nota inbreidingslocaties gedateerd zou zijn. De Nota inbreidingslocaties is een vastgesteld gemeentelijk beleidsstuk; volgens het college zelf een beleidsregel in de zin van artikel 4:84 van de Awb. Zie de 'Reactienota zienswijzen omgevingsvergunning met uitgebreide procedure "Woerdsestraat tussen 1 en ia te Gendt"', behorende bij het bestreden besluit, par. 2.1, onder "gemeentelijk standpunt" t.a.v. de eerste zienswijze.
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
datum
20 januari 2014
onze ref.
AJV/-/10038761
7/9
Dat een beleidsregel 12 jaar oud is, wil nog niet zeggen dat daarvan eenvoudig kan worden afgeweken. Het beleid is nog steeds van kracht. Als het beleid achterhaald zou zijn, dan zou uw raad daarvoor een nieuwe beleidsregel vast kunnen stellen. Het kan het college niet ontslaan van de verplichting om te handelen overeenkomstig het door uw raad vastgestelde beleid. Bovendien draait het college de motivering voor het afwijken van de Nota inbreidingslocaties om. Het college stelt dat de nadelige gevolgen die belanghebbenden door afwijking van de nota ondervinden verwaarloosbaar zijn. Zie nogmaals de 'Reactienota zienswijzen omgevingsvergunning met uitgebreide procedure "Woerdsestraat tussen 1 en ia te Gendt"', behorende bij het bestreden besluit, par. 2.1, onder "gemeentelijk standpunt" t.a.v. de eerste zienswijze. Van een beleidsregel zoals de Nota inbreidingslocaties kan echter slechts worden afgeweken indien handelen volgens de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. Het is dus aan het college om aan te tonen welke bijzondere omstandigheden ertoe leiden dat het onevenredig zou zijn om te handelen overeenkomstig de Nota inbreidingslocaties. Het is niet aan cliënte of andere belanghebbenden om aan te tonen waarom afwijken van het beleid onevenredig is. Handelen volgens de beleidsregel is immers uitgangspunt. Door zonder deugdelijke motivering af te wijken van het gemeentelijk beleid zoals geformuleerd in de Nota inbreidingslocaties is het bestreden besluit in strijd met artikel 3:46 van de Awb. 3.1.2
Stedenbouwkundig beeld Woerdsestraat Anders dan het college stelt, is het betrokken perceel niet geschikt voor realisatie van een twee-onder-een-kapwoning. Het perceel is 19 m breed, 28 m lang aan de noordkant en 39 m lang aan de zuidkant. De totale oppervlakte bedraagt 635 m 2. Op dit smalle, langgerekte perceel worden twee woningen met elk een aangebouwde garage gebouwd. Hiertoe worden letterlijk de grenzen van het perceel opgezocht: •
De afstand tussen de zijgevel van de twee-onder-een-kapwoning en de woning van cliënte is 3,10 m, terwijl de (andere) woningen in de Woerdsestraat juist op geruime afstand van elkaar zijn gelegen.
•
De garages (van 2,85 m hoog) bevinden zich op slechts 1 m van de erfgrens.
Pels Rijeken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
20 januari 2014 onze ref. AJV/-/10038761 datum
•
Als de twee-onder-een-kapwoning - in lijn met de overige huizen in de Woerdsestraat -evenwijdig aan de straat zou worden gebouwd, dan zou het gebouw een andere vorm moeten hebben en niet in het perceel passen. Het gebouw is daarom 'gedraaïd', waardoor de woning schuin ten opzichte van de straat komt te staan. Deze situering wijkt af van de evenwijdige oriëntatie van bebouwing in de straat, waardoor een rommelig aanzicht ontstaat. Deze afwijkende oriëntatie is dan ook ïn strijd met de in de Welstandsnota vastgelegde welstandscriteria.
•
De welstandscriteria bepalen ook dat woningen ter plaatse overwegend los van elkaar dienen te worden gebouwd. Een twee-onder-een-kapwoning voldoet niet aan deze welstandseis. Ook om deze reden is het bouwplan in strijd met de Welstandsnota.
Het is juist om deze redenen dat in de Nota inbreidingslocaties specifiek voor deze locatie wordt gesproken over "geschikt voor een incidentele vrijstaande woning". Voor een twee-onder-een-kapwoning is het perceel simpelweg niet geschikt. Het standpunt van het college dat de ruimtelijke impact van een twee-onder-een-kapwoning niet groter is dan die van een vrijstaande woning kan niet worden gevolgd. De woning zal immers twee gezinnen huisvesten in plaats van één. Alleen al het aantal verkeersbewegingen van en naar de woning is daarom groter, met extra overlast tot gevolg. Ook is de omvang van een twee-onder-een-kapwoning vanzelfsprekend aanzienlijk groter, met alle gevolgen voor de bezonning, het uitzicht en de privacy van omwonenden van dien. 3.2
Sanering glastuinbouwbedrijf In de Nota inbreidingslocaties wordt de bouwlocatie aangemerkt als "geschikt voor een incidentele vrijstaande woning, onder voorwaarde dat de hinder van het nabijgelegen glastuinbouwbedrijf is gesaneerd". De hinder waarop in de Nota inbreidingslocaties wordt gedoeld, wordt veroorzaakt door de kas van het glastuinbouwbedrijf aan de Woerdsestraat 6, aan de overzijde van de bouwlocatie en de woning van cliënte. Deze hinder is nog niet gesaneerd. In de ruimtelijke onderbouwing wordt hieraan geen aandacht besteed. Aan de voorwaarde tot sanering van de hinder van het glastuinbouwbedrijf is niet voldaan.
3.3
Tussenconclusie Voor de afwijking van de Nota inbreidingslocaties is geen motivering is gegeven. Het bestreden besluit is daarmee onvoldoende gemotiveerd, in strijd met geldend gemeentelijk beleid en in strijd met de eisen van een goede ruimtelijke ordening.
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
datum
9/9
20 januari 2014
onze ref. AJV/-/10038761
4
Conclusie De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangenafweging in het onderhavige besluit onvolledig en onzorgvuldig is geweest. De gevolgen van het bouwplan voor de omliggende percelen, voor bijvoorbeeld privacy, uitzicht en bezonning zijn niet in kaart gebracht. Ook oordeelt de rechtbank dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom in dit geval kan worden afgeweken van de Nota inbreidingslocaties. Het college heeft, in strijd met de opdracht van de rechtbank, de gevolgen van het bouwplan voor de omliggende percelen nog steeds niet in kaart gebracht. Ook heeft het college nog niet het begin van een motivering gegeven van de afwijkingen van de Nota inbreidingslocaties. Uit het voorgaande blijkt dat het besluit zoals het nu voorligt niet in stand kan blijven. Namens cliënte verzoek ik u dan ook dringend om de gevraagde verklaring van geen bedenkingen te weigeren. Hoogachtend, Pels Rijcken
roo leever Fortuijn N.V.
A.J. van der Ven
Pels Rijcken &Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
Bijlage 1
de R e c h t s p r a a k Rech tb an k G e ld e r la n d
AANTEKENEN [X | PER POST | ] PER FAX (070) 515 31 00
Pels Rij eken & Droogleever Fortui) n tav de heer mr. A.J. van der Ven Postbus 11756 2502 AT 's-Gravenhage
datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk
27 november 2013 Team 1 dhr A.M. Klaasen 026-359 3798 zaaknummer ARN 12 / 5952 WABOA 209 AJV/-/10038761
bijlage(n) faxnummer afdeling onderwerp
(026) 359 28 15 het beroep van TH.H.J. Koenders e/v Beusker te Gendt
Team bestuursrecht Arnhem
bezoekadres Walburgstraat 2-4 6811 CD Arnhem correspondentieadres Postbus 9030 6800 EM Arnhem t (026)3 592 000 f (026)3 592 815 algemeen f (026)3 592 750 belasting www. rechtspraak, n I bankrekening 56.99.90.548 t.n.v. DS 533 Arrondissement Arnhem Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Geachte heer,
Over het beroep met procedurenummer ARN 12 / 5952 WABOA 209 deel ik u het volgende mee. De rechtbank heeft een tussenuitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een LJN-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. De rechtbank stelt verweerder in de gelegenheid om binnen twee maanden na verzending van deze uitspraak het in de uitspraak geconstateerde gebrek te herstellen met inachtneming van hetgeen de rechtbank in de uitspraak heeft overwogen. Indien verweerder overgaat tot herstel van het gebrek bent u op grond van artikel 8:51b, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van de mededeling van verweerder schriftelijk uw zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren te brengen. Tegen deze uitspraak kunt u (nog) geen rechtsmiddel instellen. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. HoogacMtend,
griffier
BB974
Tussenuitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team bestuursrecht Zittingsplaats Arnhem registratienummer: AWB 12/5952 u its p ra a k ingevolge artikel 8:80a van de Algemene w et b e stu u rsrech t (Awb)
van
^ _
2 7 NOV. 2013 inzake TH.H.J. B eusker-K oenders, wonende te Gendt, vertegenwoordigd door mr. A.J. van der Ven, eiseres, tegen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, verweerder, alsmede A.M .E. D erksen, partij ex artikel 8:26 van de Awb, vergunninghoudster, wonende te Gendt, vertegenwoordigd door G.J. Visser.
1. Aanduiding bestreden besluit Besluit van verweerder van 16 oktober 2012.
2. Procesverloop Bij besluit van 16 oktober 2012 heeft verweerder, met toepassing van artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen, handelen in strijd met het bestemmingsplan en maken van een uitweg, ten behoeve van het bouwen van een dubbel woonhuis aan de Woerdsestraat lb en lc te Gendt. Tegen dit besluit is beroep ingesteld en door verweerder is een verweerschrift ingediend. Naar deze en de overige door partijen ingebrachte stukken wordt hier kortheidshalve verwezen. Bij schrijven van 8 april 2013 heeft vergunninghoudster zich gesteld als partij in het geding. Het beroep is, gevoegd met de zaak met registratienummer AWB 12/6111, behandeld ter zitting van de rechtbank van 20 augustus 2013. Eiseres is aldaar vertegenwoordigd door haar zoon H.T.R.M. Beusker, bijgestaan door mr. A.J. van der Ven. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door D. Brouwer. Vergunninghoudster is vertegenwoordigd door haar
registratienummer: AW B 12/5952
2
zoon Y.G.J.H. Botterblom, bijgestaan door G.J. Visser. N a de zitting zijn de zaken gesplitst en wordt afzonderlijk uitspraak gedaan. 3.
Overwegingen
Ingevolge het bestemmingsplan “Dorpskern Gendt 1980” heeft het perceel Woerdsestraat 1b en lc de bestemming “Tuin”. Het bouwen van een dubbel woonhuis ter plaatse is in strijd met deze bestemming. Teneinde het bouwplan toe te staan heeft verweerder met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo, omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en het gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Namens vergunninghoudster is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, ter onderbouwing van het standpunt dat het bouwplan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Eiseres betoogt dat de nadelige effecten op haar woon- en leefklimaat onvoldoende in beeld zijn gebracht door verweerder en dus onvoldoende zijn betrokken bij de belangenafweging. De rechtbank stelt vast dat in het geval een bouwplan niet binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan past en verweerder in beginsel bereid is om van dat bestemmingsplan a f te wijken, een afweging van alle in het geding zijnde belangen dient plaats te vinden. De rechtbank stelt echter eveneens vast dat in de ruimtelijke onderbouwing niet wordt ingegaan op de effecten van het bouwplan voor de omliggende percelen. In de reactienota zienswijzen volstaat verweerder met de conclusie dat het bouwplan geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de naaste omwonenden oplevert, zonder dat de afzonderlijke aspecten, zoals privacy, uitzicht en bezonning, duidelijk in kaart zijn gebracht. Verweerder verwijst vervolgens naar de mogelijkheid om een verzoek tot planschade in te dienen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder met deze motivering onvoldoende blijk gegeven van een integrale belangenafweging. De rechtbank stelt bovendien vast dat verweerder bij de besluitvorming is uitgegaan van een onjuist uitgangspunt. Verweerder heeft de ruimtelijke gevolgen van een twee-onder-een-kapwoning vergeleken met de ruimtelijke gevolgen van een vrijstaande woning. Echter, indien verweerder afwijkt van een bestemmingplan dient bij de beoordeling van de ruimtelijke gevolgen het geldende bestemmingplan uitgangspunt te zijn. Verweerder dient dus a f te wegen de ruimtelijke gevolgen van de bouw van een twee-onder-een-kapwoning ten opzichte van die van de in het bestemmingsplan toegestane situatie van géén woningen (tuin). De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat de belangenafweging onzorgvuldig en onvolledig is geweest. Eiseres heeft voorts betoogd dat het bouwplan in strijd is met de Nota inbreidingslocaties. Dat leidt er volgens eiseres tevens toe dat er een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad gevraagd had moeten worden. De rechtbank stelt vast dat de status van de Nota inbreidingslocaties onduidelijk is gebleven. Vast staat wel dat deze Nota er is, deze kennelijk bij de voorbereiding van het bestreden besluit een rol heeft gespeeld, zelfs in zoverre dat verweerder bij de afweging van de ruimtelijke gevolgen de in deze nota beschreven vrijstaande woning als uitgangspunt heeft
registratienummer: AWB 12/5952
3
genomen. De rechtbank merkt de Nota daarom aan als beleid. In de Nota is het desbetreffende perceel geschikt geacht voor de bouw van een vrijstaande woning. Met de bouw van een twee-onder-een-kapwoning wordt dus afgeweken van het beleid. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom in dit geval van dit beleid kan worden afgeweken. Voorts stelt de rechtbank vast dat blijkens de “geconsolideerde lijst van categorieën van gevallen als bedoeld in artikel 6.5 lid 3 Bor”, die door de gemeenteraad is vastgesteld, van de in de lijst genoemde categorieën van gevallen genoemd onder Algemeen, Stedelijk gebied en Buitengebied, geen gebruik mag worden gemaakt als het project niet past binnen het gemeentelijk beleid. Nu hiervoor is vastgesteld dat het project afwijkt van gemeentelijk beleid, is de rechtbank daarom van oordeel dat voor het project een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 6.5, eerste lid van het Besluit omgevingsrecht, vereist is. Verweerder heeft deze ten onrechte niet gevraagd. De rechtbank ziet in het belang bij een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding om verweerder op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Awb, in de gelegenheid te stellen voornoemde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Verweerder dient aldus een verklaring van geen bedenkingen bij de gemeenteraad te vragen en een integrale belangenafweging te maken. De rechtbank zal de termijn waarbinnen verweerder dit kan doen, omdat de gemeenteraad erbij dient te worden betrokken, bepalen op twee maanden na de verzenddatum van deze tussenuitspraak. Indien verweerder heeft medegedeeld geen gebruik te maken van de gelegenheid het gebrek in het bestreden besluit te herstellen of de termijn die daarvoor is bepaald ongebruikt is verstreken, zal de rechtbank met inachtneming van artikel 8:57, tweede lid, van de Awb, het onderzoek sluiten en einduitspraak doen zonder nadere zitting. In de overige in dit artikel genoemde gevallen kan de rechtbank bepalen dat een nadere zitting achterwege blijft. In de einduitspraak zal worden beslist over de proceskosten en vergoeding van het betaalde griffierecht.
4
registratienummer: AW B 12/5952
4. Beslissing De rechtbank I. II.
heropent het onderzoek; stelt verweerder in de gelegenheid om binnen twee maanden na de datum van verzending van deze tussenuitspraak de geconstateerde gebreken te herstellen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.A. Murray, griffier. De griffier,
z -'
Uitgesproken in het openbaar op 2
7 NQV 2013
Hoger beroep tegen deze tussenuitspraak kan alleen tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de einduitspraak worden ingesteld. Perzow&m op. * y #|Qy
conform D reef
griffier van de ank Gelderland
!
Bijlage 2
Woerdsestraat te Gendt Coördinaten: 51.882935, 5.971348 Datum: 08.06.12
ZONNESTUDIE
21 maart
21 juni
21 september
21 december
10:00 uur
10:00 uur
10:00 uur
10:00 uur
13:00 uur
13:00 uur
13:00 uur
13:00 uur
16:00 uur
16:00 uur
16:00 uur
16:00 uur
JAARVERLOOP
21 maart
21 juni
21 september
21 december
10:00 uur
10:00 uur
10:00 uur
10:00 uur
13:00 uur
13:00 uur
13:00 uur
13:00 uur
16:00 uur
16:00 uur
16:00 uur
16:00 uur
Zonder schaduw noordelijke pand.
JAARVERLOOP
07:00 uur
08:00 uur
09:00 uur
10:00 uur
11:00 uur
12:00 uur
13:00 uur
14:00 uur
15:00 uur
16:00 uur
17:00 uur
21 MAART
07:00 uur
08:00 uur
09:00 uur
10:00 uur
11:00 uur
12:00 uur
13:00 uur
14:00 uur
15:00 uur
16:00 uur
17:00 uur
Zonder schaduw noordelijke pand.
21 MAART
21 MAART - 13:00 UUR
21 MAART - 13:00 UUR
Bijlage 3
1183
19322
1008 2272
961
2002 7800
perceelgrens
zijkant garage
705
981
2862
981
2862
981
5929
5612 11541
2860
606
2860
17262
18753
Plattegronden met onderlinge afstanden
Project Tekening Schaal Formaat Datum
Woerdsestraat 1a, Gendt Afstanden woningen 1:100 A3 16.01.14
5164
5082
2264
2850
silhouette woerdsestraat 1a
2850
8104
3937
7400
8111
Aanzicht woningen voorkant (oostzijde)
Aanzicht woningen zijkant (noordzijde) Project Tekening Schaal Formaat Datum
Woerdsestraat 1a, Gendt Aanzicht straatzijde 1:100 A3 16.01.14
woning woerdsestraat 1a (kwartslag gedraaid) 83m2 bebouwd oppervlak
woning woerdsestraat 1c 104m2 bebouwd oppervlak
woning woerdsestraat 1b 107m2 bebouwd oppervlak
Vergelijking bebouwd oppervlak Project Tekening
Schaal Formaat Datum
Woerdsestraat 1a, Gendt Vergelijking bebouwd oppervlak 1:100 A3 16.01.14
Bijlage 4
Uittreksel Kadastrale Kaart
Uw referentie: 10038761ven
3792
3793 9
7a
1339 7
4148
1798 5
4149
3
3912 2505
1a
3028
2767 3027 4608 2a
4609
4986 2917
2769
4610 4611 5012 1 6
4
2
520 8
520 7
2918 2771
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 2 augustus 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
2 0m
5m
25 m
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
GENDT A 2505
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Bijlage 5