Finse leiderschapslessen!
h"p://omjs.nl/pres/07112013.pdf
Leiderschap in Nederland verandert …. Binnen tien jaar met pensioen: • leraren -> circa 28% PO en 37% VO • schoolleiders -> circa 32% PO en 38% VO
Feminisering van het onderwijs (2011): onderwijzend personeel = 86% directie = 43,1% Meerscholen directeuren -> gedeeld leiderschap www.stamos.nl
Bezuinigingen: meer doen met minder middelen
Leiderschap in Nederland verandert …. Leerbehoe!es van de leerlingen veranderen (21st CS) Leerverwachtingen van de ouders veranderen -> maatschappelijke status Afrekencultuur: opbrengsten – opbrengsten – opbrengsten!
Leerverwachtingen ouders 20% e f f e c t
80%
school/leraar
maximaal
§ aanleg (erfelijke factoren) § thuissituatie § omgevingsfactoren
Nieuwe leiderschapsprofielen? Elf kernwaarden -> vijf domeinen: a. visie gestuurd werken b. in relatie staan tot omgeving c. vormgeven aan organisatiekenmerken vanuit een onderwijskundige gerichtheid d. hanteren van strategieën t.b.v. samenwerking, leren en onderzoeken op alle niveaus e. hogere orde denken Acht competenties, drie profielen per competentie: uitvoerend, vormgevend, strategisch
Zeventien specifieke competenties, drieëndertig criteria
Leiderschap: de afgelopen jaren § Transformationeel leiderschap § Transactioneel leiderschap § Total Quality Management § Dienend leiderschap § Situationeel leiderschap § Onderwijskundig leiderschap § Opbrengstgericht leiderschap
Leiderschapsstijlen
§ Pedagogisch leiderschap § Ervaringsgericht leiderschap (betrokkenheid & welbevinden) § Coöperatief leiderschap (samenwerken) § Nederlands leiderschap! TIJD VOOR EEN NIEUWE LEIDERSCHAPSAGENDA!
Nederlands leiderschap Ingrediënten?
Goed vakmanschap
§ differentiatie
sturen en herontwerpen programma
§ instructie
didactische aanpak
§ organisatie
klassenmanagement
§ relatie
pedagogisch handelen
Pedagogisch handelen – pedagogisch leiderschap Pedagogisch handelen: 1. Relatie leraar – leerling 2. Mentale instelling leraar
Pedagogisch leiderschap 1. Relatie schoolleider – team 2. Mentale instelling schoolleider
Marzano ‘What Works in School!’
Pedagogisch leiderschap Schoolleiders zorgen ervoor dat de interactie tussen leraren en leerlingen goed verloopt: natuurlijk gezag à pedagogisch tact (Luc Stevens) To encourage las
Schoolleader: the one everybody knows, but nobody needs……
De Mooiste Weg (2013): Spitteler/Buijs
Waar zit jouw leiderschapsegel?
De Mooiste Weg (2013): Spitteler/Buijs
Interventies Elke fase van de reis kent een unieke set van interventies
Van zwak naar voldoende
Werken aan de basis
Van voldoende naar goed
Zorgen dat de basis op orde is
Van goed naar steengoed
De professie georganiseerd; de school/het team leert
Van steengoed naar excellent
Verbeteren door verbinding en innovatie
Finland
Finland Oppervlakte:
338 145 km2, 188 000 meren, 76 000 eilanden
Populatie:
5.4 miljoen (17 inwoners /km2)
Twee officiële talen: Fins (91.2%), Zweeds (5.5%)
Sámi is the taal van 1800 bewoners (officiële taal in 3 gemeentes)
Religie:
Luthers (81.8%), orthodox (1.1%), overige (1.2%), geen affiniteit met religie (15.9%)
Immigranten:
3,6 % van de bevolking
Gemiddeld inkomen: 37,990 (World Bank) Belangrijkste export: elektronica, land- en bosbouw, veeteelt, machinebouw
Finland: geschiedenis Sinds de 13e eeuw deel van het Zweedse Rijk 1809: veroverd door Rusland (personele unie) 1917: onafhankelijkheid 1940: Tweede Wereldoorlog -> twee oorlogen met Rusland 1995: lidmaatschap Europese Unie
Finnish Lessons
‘Wat Nederland kan leren van het Finse onderwijs’
Enkele verschillen op een rij • Excellente onderwijsresultaten
Goede onderwijsresultaten (OESO, PISA)
• Lesuren PO en VO: 600 – 700 uur
Lesuren PO en VO: 940 – 1040 uur
• Maximum aantal lesuren leraar = 4 uur
Maximaal aantal lesuren leraar = 5,5 uur
• Start basisonderwijs: 7 jaar
Start basisonderwijs: 4 jaar
• Onderwijsbudget (5,6 % BNP)
Nederland 5,1 % (OESO- gem. = 5,7%)
• Geen gestandaardiseerde toetsen
Toetsbatterij -> monopolie CITO (95)
• Geen onderwijsinspectie • Kleine(re) scholen • Geen doublures • Meer leerlingen (parttime) SBO • Universitaire opleiding (wachtlijsten)
HBO (inclusief zij-instromers)
• Onderwijskoers los van kabinet
Nieuwe onderwijskoers na verkiezingen
Enkele verschillen op een rij • Geen gestandaardiseerde methodes • Continurooster • Leraren gaan mee met de groep
Vaak ieder jaar een nieuwe leraar
• Leraren in dienst van de overheid
Leraren in dienst van bestuur
• Hoge mate autonomie leraar • Erkenning voor het vak
Erkenning voor de (werk)druk?
• Publiek vertrouwen
Kritischer, mondiger publiek/opinie
• Gratis onderwijs (incl. boeken en maaltijd) • Lokaal
Regionaal
• Rapportgesprekken
Rapportcijfers
Enkele leiderschapsverschillen op een rij • Directeuren hebben lesbevoegdheid • Masteropleiding (3 jaar universiteit) • Lokaal overleg
Regionaal overleg (bestuur, WSNS)
• District
School
• Collegiaal overleg
Competentiecyclus
• Schoolleiders geven les • Beperkt scholingsaanbod
Onbeperkt scholingsaanbod
• Aanstelling gemeente/district
Bestuursaanstelling
• Profileren
concurreren
• ‘Ranking the stars’
‘ranking the schools’
• Sturen op feiten
sturen op getallen
Finse leraren
Vijf soorten leraren: 1. Kleuterleid(st)ers 2. Leraren primair onderwijs (peruskoulu - grade 1 to 6) 3. Vakleraren: hogere groepen (peruskoulu, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs) 4. Leraren speciaal onderwijs 5. Leraren beroepsonderwijs (minstens drie jaar ervaring voor toelating) *
Toelating opleiding: 10% per jaar
Het voordeel van de Finnen: VERTROUWEN
De 21 essentiële leiderschapstaken 1. Bevestiging 2. Veranderaar 3. Persoonlijke waardering 4. Communicatie 5. Cultuur 6. Beschermen /bewaken 7. Flexibiliteit 8. Focus 9. Idealen / overtuigingen 10.Invloed geven
11. Intellectuele uitdaging 12. Betrokkenheid progr., did.aanpak, toetsing 13. Kennis van progr. & did.aanpak, toetsing 14. Monitoring/ evaluatie 15. Optimisme 16. Structuur 17. Woordvoerder 18. Relaties 19. Voorwaarden 20. Situationeel bewustzijn 21. Zichtbaarheid
Robert Marzano: Schoolleadership that works
Global Education Reform Movement(GERM) GERM
FERM (= Finnish Way)
Standaardisatie van het leren en lesgeven (voorgeschreven)
‘Op maat’ leren en lesgeven (flexibel nationaal curriculum)
Focus op taal- en rekenvaardigheid
Focus op creatief leren
Werken met een voorgeschreven curriculum
Aanmoedigen van risico’s nemen
Lenen van hervormingsideeën uit het bedrijfsleven
Eigenaar blijven van de eigen innovatietraditie (good practice!)
Verantwoording op basis van toetsen en controle
Gedeelde verantwoordelijkheid en vertrouwen (ondersteuning geven)
Fins klaslokaal …..
Finse gang ……
Traditie en culturele identiteit als waardevolle ankers Finland blij" trouw aan zijn traditie en culturele identiteit: Gelijke onderwijskansen, respecteren en benutten van diversiteit als basis voor leren, maatschappelijk vertrouwen in de professional Wat zijn de Nederlandse verworvenheden van het onderwijs? • Artikel 23 van de grondwet: Vrijheid van Onderwijs • Nederlandse kinderen zijn de gelukkigste kinderen van de wereld -> veel aandacht voor pedagogisch klimaat • Het bevoegd gezag benoemt haar personeel -> hoge eisen vakbekwaamheid • Nederland hee! van oudsher een open, democratische samenleving MAAR WAT IS ONZE CONTEXT?
Nederland, het land van: Polderen
Ruilverkavelen
Maar vanuit welke context? 1. Wie de baas is mag het zeggen
Wie het weet mag het zeggen
2. Mensbeeld: individualisme
Mensbeeld: solidariteit
3. Doelstelling is vertrekpunt
‘Hier en nu’ als vertrekpunt
4. Organisatie als geldmachine
Organisatie is werkgemeenschap
5. Zelf willen schitteren
Samen schitteren: team play
6. Regelgedreven
Principegedreven
7. Regels zijn regels
Contextgevoelig
8. Functiesplitsing als norm
Vakmanschap als basis
9. Coördinatie van bovenaf 10. Staf(aan)gestuurd
Coördinatie vanaf de werkvloer Primair proces centraal
11. Standaardisering
Maatwerk
12. Weten is meten
Meten is weten
Het Rijnlandboekje: Matthieu Weggeman, Jaap Peters
De Anglo-Amerikaanse school
De Rijnlandse school
1. Gericht op leerstof
Gericht op kwaliteiten en talenten
2. Leerstofopbouw->makkelijk naar moeilijk
Interesse en talent sturen het leren
3. Leerstof centraal
Kinderlijke ontwikkeling centraal
4. Standaardisering
Pluriformiteit
5. Toets is er voor de leraar
Toets voor de leerling
6. Eerst theorie, dan praktijk
Praktijk en theorie gaan samen
7. Leren voor later
Leren voor nu
8. Zinvol
Betekenisvol
9. Alleen leren 10. Leerkracht als uitvoerder
Samen leren Leerkracht als vakman
11. Leerkracht stuurt het proces
Zelfsturing/verantwoordelijkheid leerling
12. Directie als beheerder
Directie als onderwijskundig leider
Het Rijnland praktijkboekje: Matthieu Weggeman, Jaap Peters
Nederland: het land van leuk en aardig, van ruilverkaveling en ruilhandel De Finse onderwijsconsensus: Gemeenschappelijk ideaal: algemeen toegankelijk onderwijs voor iedereen Nederlandse belemmeringen: Regieverlegenheid en vrijblijvendheid: sectoren, koepels, organisaties, instituten, adviesorganen, stuur-, werk-, actie- en klankbordgroepen, klachten-, bezwaren-, geschillen- of tuchtcommissies, beroepsorganen, parlementaire enquêtes Machten en krachten overheid: Ontwikkeling van (jonge) kinderen bij diverse ministeries, beleid afhankelijk van kabinet(speriode) en middenveld (positiemacht) Uitgevers (kennismacht), ruilhandel -> “wij laten elkaar met rust”
Nederland: het land van leuk en aardig, van ruilverkaveling en ruilhandel Nodig:
Erkenning van de professionaliteit van de leraar! * beroepsethos: “Het is een intensief en prachtig vak” * scherpe, professionele dialoog: in en tussen scholen * sturen op pedagogiek en didactiek, fors investeren in vakmanschap en professioneel leren in en tussen scholen
VERTROUWEN!
TOEGANKELIJKHEID!
SAMENWERKING!
Cirkel van invloed § Studenten en invallers ‘strenger beoordelen -> zwarte lijst, in samenwerking met de PABO’s/ lerarenopleidingen § Onvoldoende, incompetente leraren beoordelen -> competentiecyclus? § Lokale samenwerking met gemeente, pedagogische partners en collega- scholen uitbouwen § Expertise van het S(B)O/VSO veel meer benutten -> parttime SBO op de eigen school creëren § Minimum toets-programma opstellen: meten of weten? § Essenties van leerstof bepalen -> keuzes (durven) maken binnen bestaande methodes § Leerlingen laten samenwerken!
Cirkel van invloed § Focus op de collegiale dialoog -> vergadercultuur en –structuur § Is het kind klaar voor de school - Is de school klaar voor het kind? § Gesprekken over de leerling – gesprekken over de cijfers van de leerling § Meer draagvlak door het stimuleren van ‘bottom-up’ initiatieven à good practice § Blijven lesgeven, ook interne begeleiders en directies § Meegaan met je leerlingen (ped. klimaat – doorgaande lijn) § Studeren uit de taboesfeer halen/houden: kennis delen § Positief over je vak praten -> vertrouwen creëren, ook bij je omgeving!
Finse lessen voor Nederland 1. Meer samenwerking – minder competitie 2. Meer verantwoordelijk, gebaseerd op vertrouwen – minder afrekening door toetsen 3. Meer eigenaarschap bij het lesgeven - minder externe controle 4. Meer focus op gelijke kansen - minder op marktwerking 5. Meer beleid, gebaseerd op succeservaringen – minder experimenteren met mensen
Nederlands leiderschap = pedagogisch leiderschap? VERTROUWEN: 1. 2. 3. 4.
verdienen geven uitstralen krijgen