ORGANISATIE EN RISICO'S (nieuwe opzet) - ALGEMENE VRAGEN
Vraag
Antwoord
1
Waar vindt u informatie over: Informatie over de vernieuwde staat Organisatie en Risico's
http://www.toezicht.dnb.nl/7/50-229114.jsp
2
Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars (TSC)
http://www.dnb.nl/binaries/Regeling%20theoretisch%20solvabiliteitscriterium%20levensverzekeraars%20Wft_tcm46301454.pdf
3
Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie's en Risico's
http://www.dnb.nl/binaries/Toelichting%20bij%20het%20invullen%20van%20de%20staat%20Organisatie%20en%20Risico' s_tcm46-301455.pdf
4
TSC factsheet symmetrisch dempingsmechanisme 2013
http://www.toezicht.dnb.nl/2/50-229690.jsp
5
Hulpprogramma tegenpartijkredietrisico type 1
http://www.dnb.nl/binaries/TegenpartijrisicoType1%20ultimo%202013_tcm46-304320.xlsx
6
Toelichting bij het invullen van de (her)verzekeringstechnische tabellen
http://www.dnb.nl/binaries/Toelichting_bij_het_invullen_van_de_(her)verzekeringstechnische_tabellen_(11-022014)_tcm46-239485.pdf
7
De berekeningen ingevolge het TSC hoeven niet gecontroleerd te worden door een externe accountant of actuaris, hetgeen de administratieve lasten verder inperkt. Geldt dit ook voor de staat Scenario-analyses en Beleggingen in de staat O&R?
De onderdelen 'Scenario-analyses' en 'Beleggingen' behoren tot de staat 'Organisatie en risico's' en deze staat valt inderdaad niet onder de certificering van de exterme accountant of van de externe actuaris (zie de specificaties in de staten m.b.t. de Waarmerking accountant (VSJ200) en Waarmerking actuaris (VSJ203)). NB: de genoemde onderdelen vallen echter - net als de staat 'Organisatie en risico's' - wel onder de marginale toetsing.
8
De toelichting bij de aanvullende uitvraag heeft betrekking op verzekeraars (er wordt steeds gerefereerd aan VSJformulieren en de wijziging in de staten zijn verschillend), is er ook een toelichting die specifiek geldt voor herverzekeraars?
Nee, de "Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie en risico's" (in samenhang met de Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft) is ook op herverzekeraars van toepassing. Het enige verschil is dat de gewijzigde staat O&R voor de schadeverzekeraars in e-Line is geïmplementeerd (met VSJ-nummers) en dat deze voor herverzekeraars in een aanvullende Exel-rapportage worden uitgevraagd. Hierbij is het tabblad 'Scenarioanalyses' gelijk aan VSJ131 en het tabblad 'Beleggingen' gelijk aan VSJ132. De gewijzigde staat "Organisatie en risico's" is echter in essentie exact hetzelfde voor herverzekeraars als voor verzekeraars.
9
Welk boekjaar wordt bedoeld bij de vraag 3.2 op VSJ000: 'Was in het voorafgaande boekjaar het bruto geboekte premieinkomen groter dan of gelijk aan 5 miljoen euro of waren de technische voorzieningen vóór aftrek van herverzekering groter dan of gelijk aan 25 miljoen euro'
Volgens de wettekst gaat het om het 'voorafgaande boekjaar' (= voorafgaand aan het huidige boekjaar) en dit betreft boekjaar 2012
VSJ130
ORGANISATIE
1
Vraag Voor de uitleg van verbonden partijen wordt verwezen naar het BW. Waar staat dit?
Antwoord Het begrip 'verbonden partijen' staat toegelicht in artikel 2:379 BW.
2
Zijn er begrenzingen met betrekking tot het aangeven van de nevenfuncties van de bestuurders of interne toezichthouders? Vallen bestuursfuncties in de privé sfeer (school, sport, beleggingsclub etc) buiten de scope?
Er zijn geen begrenzingen aangegeven.
3
Onder 2.5 moeten de andere functies worden vermeld van de bestuurders of interne toezichthouders. In de toelichting staat dan het hier gaat om zowel betaalde als onbetaalde functies in andere organisaties dan de rapporterende verzekeraar. Kunt u aangeven waar we het dan over hebben als we het hebben over onbetaalde functies in andere organisaties? Gaat dit bijvoorbeeld ook om vrijwilligers-functies in verenigingen, enz.?
Het kan inderdaad vrijwilligersfuncties betreffen, maar ook bijvoorbeeld functies bij koepel- of beroepsorganisaties als het Verbond van verzekeraars, de FOV of het Actuarieel Genootschap, die vanuit de functie bij de verzekeraar vervuld worden.
VSJ131
1
SCENARIOANALYSES
Vraag Het totaal activa van de kolom balanswaarde in overzicht 1. Balans moet overeenkomen met het totaal activa uit de staat Balans (VSJ010). Wat betekent dit m.b.t. het doorkijkprincipe? Als wij door een aantal beleggingsvehikels heen kijken betekent dit dat het totaal van de activa zal gaan wijzigen aangezien hierin bijvoorbeeld ook schulden zijn opgenomen. Hoe moeten wij hiermee omgaan?
Antwoord Zie artikel 3 van de Regeling TSC voor een nadere toelichting op de toepassing van het doorkijkprincipe. Het is hier niet de bedoeling dat de toepassing van dit principe leidt tot balansverlenging. In het geval dat schulden niet materieel zijn, kunnen deze mogelijk wegvallen tegen vorderingen of andere niet-materiële posten aan de activakant. In geval van schulden die wel materieel zijn, zou dit mogelijk aanleiding kunnen zijn om de beleggingen mee te nemen in de scenarioanalyse van het aandelenrisico (zie bijvoorbeeld artikel 3, lid 7 of artikel 12, lid 3, van de Regeling TSC) en de post ook als zodanig op de initiële balans te rapporteren. U dient de gehanteerde uitgangspunten in elk geval toe te lichten bij de desbetreffende 'Toelichting op de balans'.
2
Volgens de 'Toelichting bij het invullen van de staat O&R' mag een schadeverzekeraar zelf scenario's opstellen voor de Een schadeverzekeraar mag inderdaad voor de catastroferisico's zijn eigen scenario's vaststellen, zolang deze maar berekening van het Schade-catastroferisico. In hoeverre kunnen we hiervoor gebruik maken van de scenario's zoals we ze in gebaseerd zijn op de eigen producten, de eigen portefeuille en eigen ervaringen. Dit kunnen dus ook scenario's zijn uit een ons Interne Model hanteren? (partieel) intern model. De gehanteerde scenario's met bijbehorende argumentatie moeten worden toegelicht in het daarvoor bestemde toelichtingsveld.
3
Discontering van de technische voorzieningen (Schade) In de handleiding (op blz. 8) staat dat de post 'Volume schadevoorziening' moet aansluiten met de toereikendheidstoets als deze kwantitatief is uitgevoerd. Bij schadeverzekeraars (NON LIFE business) is deze voorziening meestal niet verdisconteerd terwijl de markt waarde best estimate wel verdisconteerd is. Klopt het dat: - verzekeraars die kwalitatief toetsen de marktwaarde best estimate gedisconteerd kunnen opnemen in de staat O&R, op de Dat kan inderdaad, onder vermelding van de gehanteerde methodiek en de voor de discontering gehanteerde balans en bij de voorzieningen op te geven tbv het reserve risk (conform de SKV berekeningen)? rentetermijnstructuur. - verzekeraars die kwantitatief toetsen, maar geen discontering in de toets uitvoeren een verschil (kunnen) krijgen tussen de marktwaarde bij de SKV berekeningen (wel gedisconteerd) en de balanswaarde op de balans in de staat O&R (niet Dat is juist. (NB: in het geval van Levensverzekeraars/TSC is deze aansluiting tussen de staten O&R en gedisconteerd)? Toereikendheidstoets zonder meer evident)
4
5
6
Op welke regel in de balans moeten de asset backed securities vermeld worden?
De rubricering van de asset backed securities is afhankelijk van de onderliggende assets/beleggingen. Als de onderliggende beleggingen geen obligaties of hypothecaire leningen betreffen, kan rubricering onder 1.3.8 Andere leningen plaatsvinden. Bij welke balanspost moeten covered bonds en convertible bonds worden vermeld? Beiden dienen op regel Bedrijfsobligaties vermeld te worden (regel 1.3.6) (NB: in de rapportages onder Solvency II is de post 'Bonds' op de 'Balance sheet' wat meer gedifferentieerd en van definities/voorbeelden voorzien.) Onder punt 1 wordt de balans gevraagd, waarbij in kolom 1 ons inziens de boekwaarde balans (cf jaarrekening) wordt De nieuwe staat Organisatie en risico's staat niet op zichzelf, maar vormt een integraal onderdeel van de Wft-jaarstaten; dit gevraagd en in kolom 2 de marktwaarde balans (feitelijk de Solvency II-balans). Het verschil wordt in kolom 3 weergegeven betreft dus geen aparte uitvraag/rapportage op Solvency II grondslagen. als “meerwaarde”. Ons is echter onvoldoende duidelijk wat ingevuld zou moeten worden in de kolommen 4 en 5. Kunt u daar De initiële balans onder punt 1 wordt opgesteld uit de staat Balans (VSJ010/HSJ010) onder toepassing van het een toelichting op geven doorkijkprincipe (zie blz. 4 van de "Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie en risico's"). De balanswaarde in kolom 1 moet overeenkomen met de waarde(ring) zoals die wordt gehanteerd in de staat Balans (VSJ010/HSJ010); de actuele waarde moet in overeenstemming zijn met de waarde(ring) op actuele grondslagen zoals vermeld in andere Wftverslagstaten, zoals bijvoorbeeld in de staten Toelichting balans beleggingen (VSJ033/HSJ033), Toereikendheidstoets Leven (VSJ160L) of in de staat Solvabiliteit (VSJ125/HSJ125). In kolom 3 wordt inderdaad het verschil berekend, waarbij u in kolom 4 aangeeft welk deel/bedrag daarvan als meerwaarde is meegenomen in de staat Toereikendheidstoets (VSJ160/HSJ160, komt m.n. bij Leven voor) en in kolom 5 welk deel/bedrag daarvan met toestemming van DNBals meerwaarde is meegenomen in de berekening van de aanwezige solvabiliteitsmarge in de staat Solvabiliteit (VSJ125/HSJ125).
7
Bij de balans wordt onder punt 2.1 de verplichtingen gevraagd. Bij 2.1.2. wordt weergegeven als omschrijving “Beste schatting premies en schaden (Schade/Zorg)”. Hierbij kan alleen de cel onder de kolom “Toereikendheidstoets” worden gevuld. Wordt hier de berekende technische voorziening betreffende schaden op Solvency II-grondslagen bedoeld?
De waarde op Solvency II-grondslagen bestaat uit een (gedisconteerde) verwachtingswaarde en een onzekerheidsmarge. De hier gevraagde waarde dient in lijn te zijn met de verwachtingswaarde van de technische voorzieningen op basis van de schadestatistieken zoals gerapporteerd in de staat Toereikendheidstoets (VSJ160S/HSJ160).
8
In de balans bij punt 2.1 “Totaal technische voorziening” kan alleen de cel onder de kolom “Balanswaarde” worden gevuld. Wordt hier de berekende technische voorziening bedoeld conform weergegeven in de boekwaarde balans (jaarrekening)?
ja, dat klopt. In e-Line kan deze cel rechtstreeks worden berekend met een rekenregel (conform het totaal technische voorzieningen op de staat Balans VSJ010/HSJ010).
9
In de balans bij punt 2.3 tm 2.6 is het alleen mogelijk om de cellen te vullen onder de kolom “Balanswaarde”. Worden hier alleen de posten uit de boekwaarde balans (cf jaarrekening) gevraagd, dus niet op Solvency II-grondslagen? Hoeven we bijvoorbeeld geen belastinglatentie op basis van actuele waarden op te geven?
10
Bij het renterisico, punt 7.1 tm 7.6 worden ook de verplichtingen gevraagd. Wij gaan er hier vanuit dat het de technische De verplichtingen zullen inderdaad (grotendeels) bestaan uit de verwachte kasstromen mbt de technische voorzieningen, voorzieningen betreft inzake schaden en eventueel premie. Dienen hier de technische voorzieningen te worden weergegeven maar kunnen ook verwachte kasstromen bevatten van de post 'Afgeleide financiële instrumenten' en eventueel vreemd volgens boekwaarde (cf jaarrekening) of Solvency II-grondslagen? vermogen financiering. Zoals vermeld betreft dit de verwachte kasstromen, dus niet zozeer de technische voorzieningen op boekwaarde of op S II grondslagen: zie ook de toelichting bij het Renterisico op blz 6 van de 'Toelichting bij het invullen van de staat O&R'.
11
Onder punt 16 Toelichting verzekeringstechnisch risico Schade, kunt u hier aangeven wat hier dient te worden toegelicht?
Zie hiervoor de paragrafen 3.13 Premie- en schadevoorzieningsrisico (op blz. 8) en 3.14 Catastroferisico (op blz. 9) van de "Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie en risico's". Hierin staat expliciet vermeld welke onderdelen in elk geval verplicht van een toelichting moet worden voorzien, zoals bijvoorbeeld een toelichting op de gehanteerde methodieken/benaderingen en de catastrofescenario's. NB: voor een goede beoordeling van de uitkomsten van de catastrofescenario's is tevens vereist dat zowel de facultatieve risico’s van de schadeportefeuille in deze staat (VSJ135S/HSJ135S) als het herverzekeringsprogramma in de staat "Herverzekering Schade" (VSJ140S/HSJ140) volledig en adequaat zijn gerapporteerd.
12
Is er voor schadeverzekeraars ook een conclusie in de vorm van TSC? Of zijn het losse scenario’s die niet gezamenlijk in een totaalresultaat getoond worden? .
Alleen voor levensverzekeraars is er in de Regeling TSC een methodiek gegeven die (d.m.v. een voorgeschreven aggregatie van deeluitkomsten) leidt tot een concrete einduitkomst, nl het TSC. Voor schadeverzekeraars of herverzekeraars worden wel de uitkomsten van diverse scenario's uitgevraagd, maar worden deze uitkomsten inderdaad niet (op een voorgeschreven wijze) geaggregeerd tot een einduitkomst.
13
In de Regeling TSC, staat dat leningen meegenomen moeten worden onder het spread risico. Alleen leningen op schuldbekentenis aan het midden en kleinbedrijf en hypotheekleningen met en zonder schuldbekentenis tot 1 miljoen verstrekt aan natuurlijke personen, kleine en middelgrote ondernemingen, vallen onder het type II tegenpartijkrediet risico. Betekent dit dat leningen met schuldbekentenis aan consumenten of eigen personeel anders dan hypotheek leningen,onder het kredietrisico vallen?
Leningen met schuldbekentenis aan consumenten of eigen personeel anders dan hypotheek leningen vallen binnen de nieuwe Wft-jaarstaat "Organisatie en risico's" inderdaad onder het scenario van het Kredietrisico
14
Hoe bereken je het solvabiliteitspercentage onder het TSC regime, is het de aanwezige marge gedeeld door de vereiste marge plus de uitkomst van de TSC Met andere woorden, komt de TSC eis bovenop de reeds bestaande solvency I kapitaalseis?
In de Toelichting bij de 'Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft' (zie bij de gebruikersdocumentatie van e-Line op onze website) is onder de paragraaf 'Algemeen' het volgende te lezen. Het TSC is een criterium dat naast het vereiste solvabiliteitsmarge onder de Wft staat. Dat wil zeggen dat de uitkomst van het TSC getoetst wordt aan de aanwezige solvabiliteitsmarge. Het TSC kan zowel lager als hoger uitkomen dan de vereiste solvabiliteitsmarge. Als de uitkomst van het TSC hoger is dan de aanwezige solvabiliteitsmarge dan dient een verzekeraar te overwegen een verklaring van geen bezwaar voor dividenduitkeringen aan te vragen. Het plaatsen van het criterium naast het solvabiliteitsvereiste is gebeurd op verzoek van het Verbond van Verzekeraars. Op deze wijze is het criterium in lijn met de situatie onder Solvency II, waar de aanwezige solvabiliteitsmarge ook vergeleken wordt met de uitkomst van in de onderlinge samenhang toegepaste scenario's.
15
Bij de marktwaarde balansen voor de SKV herrubriceren wij de overlopende activa (bivoorbeeld lopende intrest en huren) De initiële balans (met de waarden waarop vervolgens de diverse scenario's worden toegepast) op de staat Organisatie en naar de balanspost waar de bijbehorende belegging op geboekt staan. Is dit ook bij de staat O&R balans op actuele waarde risico's dient te worden opgesteld onder toepassing van het doorkijkprincipe. Dat wil zeggen dat de rubricering van posten de bedoeling? Of dienen wij de lopende intrest en huren onder 1.8 overige op te nemen? plaatsvindt op basis van de aard van de onderliggende waarden (zie blz. 4 van de Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie en risico's). Deze aard bepaalt welke scenario's van toepassing zijn. Op grond van het bovenstaande ligt het wat minder voor de hand om bijvoorbeeld de lopende huur te rapporteren als vastgoed en te onderwerpen aan het desbetreffende scenario voor vastgoed. Wij verzoeken u om in elk geval de gemaakte keuzes en aannames toe te lichten in het bijbehorende toelichtingsveld.
16
Balanspost 1.3.9 Deposito’s (duur/looptijd > 1 jaar). Gaat het hier om de resterende duur van het deposito of de oorspronkelijke duur van het deposito?
Ja, dat klopt. De nieuwe staat "Organisatie en risico's" staat niet op zichzelf, maar vormt een integraal onderdeel van de Wftjaarstaten; dit betreft dus geen aparte uitvraag/rapportage op Solvency II grondslagen. Vanzelfsprekend hoeven alleen de (gele) invoervelden te worden ingevuld.
Het gaat hier om de oorspronkelijke duur/looptijd van het deposito.
17
Hoe dienen de activa en passiva te te worden gewaardeerd bij het doorrekenen van de scenario’s? In de toelichting bij het TSC op pagina 11 van het stuk in de staatscourant staat: De scenarioanalyses worden berekend op basis van de bestaande wettelijke uitgangspunten en op grond van ongewijzigde waarderingssgrondslagen van de jaarrekening en ongewijzigde uitgangspunten voor de toereikendheidstoets . Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer obligaties tegen nominale waarde of geamoritseerde kostprijs op de balans staan het rente scenario geen invloed heeft op deze beleggingen en ook bij een schadeverzekeraar die haar voorzieningen niet waardeert op marktwaarde of geen rente curve gebruikt bij de toereikendheidtoets het rente scenario geen effect heeft op de voorzieningen. Is dit een juist interpretatie?
Zie de volledige tekst van artikel 2, lid 1 van de Regeling TSC en daarna een aantal concrete voorbeelden waarbij er wel sprake is/kan zijn van een effect van het rentescenario in de geschetste situaties. Artikel 2, lid 1,d Voor de berekening van de separate effecten van de scenarioanalyses van de markt- en verzekeringstechnische risico's op de aanwezige solvabiliteitsmarge wordt de balans na doorrekening van een scenarioanalyse opnieuw opgesteld en wordt de aanwezige solvabiliteitsmarge, bedoeld in artikel 95 van het besluit, opnieuw berekend; de levensverzekeraar hoeft daarbij geen rekening te houden met veranderingen in het in artikel 98, derde lid, van dat besluit bedoelde verschil en de levensverzekeraar hoeft in de toereikendheidstoets geen rekening te houden met de veranderingen in de gehanteerde onzekerheidsmarges; Hierbij concrete voorbeelden (niet limitatief): hoewel de verzekeraar de balanswaarde van de assets/beleggingen en de technische voorzieningen onafhankelijk van de ontwikkelingen van de RTS vaststelt, zal er in de volgende situaties toch sprake zijn van concrete gevolgen voor de solvabiliteitspositie: - als de toetsvoorziening - al dan niet rekening houdend met verschillen tussen balanswaarde en actuele waarde van de beleggingen tegenover de technische voorzieningen - hoger uitvalt dan de balansvoorziening dan zal de balansvoorziening moeten worden opgehoogd (ten laste van het eigen vermogen) - als de meerwaarde van beleggingen in de berekening van de aanwezige solvabiliteitsmarge wordt meegenomen (nb: alleen met toestemming van DNB) dan zal een verlaging van die meerwaarde leiden tot een lagere aanwezige solvabiliteitsmarge - als de meerwaarde van de technische voorzieningen in de berekening van de aanwezige solvabiliteitsmarge wordt meegenomen (nb: alleen met toestemming van DNB) dan zal een verlaging van die meerwaarde leiden tot een lagere aanwezige solvabiliteitspositie - als de actuele waarde van beleggingen daalt beneden de balanswaarde, kan dat aanleiding zijn om de balanswaarde aan te passen dan wel een correctie aan te brengen op de aanwezige solvabiliteitsmarge.
Aan de andere kant wordt bijvoorbeeld bij het kredietrisico (artikel 13.4 TSC) en het tegenpartij risico (artikel wel expliciet Het is inderdaad de bedoeling om in de berekeningen van het kredietrisico en het tegenpartijkredietrisico de actuele waarde 16.1 TSC) verwezen naar het gebruik van actuele waardes in de scenario analyse. Is het de bedoeling bij deze schokken wel van de beleggingen te gebruiken. Het gaat hier niet om de verandering van de solvabiliteitspositie na de uitvoering van een de actuele waarde te gebruiken?" schok/scenario, maar het betreft een berekening op basis van een formule die een uitkomst/solvabiliteitsbeslag oplevert. Deze formule is ontwikkeld op basis van de actuele waarde van de beleggingen en niet op een (willekeurige) balanswaarde.
18 In de praktijk worden derivaten vaak m.b.v. 2 “legs” geadministreerd (bijvoorbeeld valutaderivaten of renteswaps). Dienen deze instrumenten per leg in de hulpsheet worden gezet, of dat eerst moet worden gesaldeerd. 19 Wat moet er in VSJ131 bij punt 7 (rente risico) verantwoorden worden van de beleggingen in deposito's en obligaties. Moet hier de contante waarde komen te staan of de balanswaarde?
Daar waar bij derivaten sprake is van twee tegengestelde kasstromen met perfecte samenhang, dient het saldo van beide in ogenschouw genomen te worden bij de bepaling van het tegenpartijkredietrisico De balanswaarde, omdat het hier gaat om de berekening van de separate effecten van de scenarioanalyses van de markten de verzekeringstechnische risico's op de aanwezige solvabiliteitsmarge (zie artikel 2, lid 1, sub d van de Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft).
20 De beleggingen bij het tegenpartijkredietrisico dienen op actuele waarde te worden meegenom. Bij verzekeraars die een kwalitatieve toets doen, wordt op de balans onder de toereikendheidstoets op de solvency II voorziening (gedisconteerd plus best estimate, zie ook uw antwoord op vraag 3 bij VSJ131). Bij het tegenpartij risico worden daarom niet alleen eventuele beleggingen, maar ook de herverzekerde voorziening op best estimate grondslagen bij berekening van het tegenpartij risico betrokken en ook bij VSJ132 8.14.1 bij te verhalen bedragen. Is dit een correcte aanpak?
In de staat Organisatie en risico's (VSJ131) dient op de initiële balans in de kolom van de toereikendheidstoets als bedrag bij de Beste schatting een bedrag gerapporteerd te worden dat in lijn ligt met de verwachtingswaarde van de technische voorzieningen op basis van de schadestatistieken zoals gerapporteerd in de staat Toereikendheidstoets (VSJ160S, zie punt 7 van de Q&A voor deze staat). In geval van een kwalitatieve toetsing kunnen benaderingsmethodieken zoals vermeld in paragraaf 3.13 van de 'Toelichting bij het invullen van de staat O&R' worden toegepast of technieken meer in lijn met Solvency II (waar u naar verwijst). De gehanteerde methodiek moet in elk geval worden toegelicht.
21 Dient het valutarisico mee genomen te worden in het geaggregeerd resultaat voor het TSC?
In de staat Organisatie en risico's worden meer scenario's uitgevraagd dan alleen de scenario's die deel uitmaken van het TSC zoals beschreven in de "Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft". De verzekeraars moeten het effect uitrekenen van alle scenario's die voor hun van toepassing zijn: zie de Toelichting bij het invullen van de staat O&R. Als een scenario onderdeel uitmaakt van het TSC wordt naar die Regeling verwezen; als een scenario geen onderdeel uitmaakt van het TSC (zoals bv het valutarisco) dan staat het scenario beschreven in de Toelichting bij het invullen van de staat O&R. Aangezien het TSC alleen voor Levensverzekeraars is voorgeschreven (zie de Regeling TSC), is in de staat O&R alleen voor levensverzekeraars een samenvatting opgenomen van de uitkomsten van de scenario's die onderdeel uitmaken van het TSC en moeten die uitkomsten worden geaggregeerd ten behoeve van een verdere berekening van het TSC (NB: hierin is het valutarisico dus niet opgenomen, hoewel dit scenario wel moet worden uitgerekend indien van toepassing!). Voor Schadeverzekeraars is geen samenvatting opgenomen in de staat O&R en wordt er ook geen TSC berekend maar moeten wel alle scenario's die van toepassing zijn worden ingevuld. Het valutarisico maakt geen onderdeel uit van het geaggregeerde resultaat voor het TSC van levensverzekeraars maar moet wel worden uitgerekend conform het scenario in de Toelichting bij het invullen van de staat O&R indien van toepassing.
VSJ132
BELEGGINGEN
Vraag De specificaties in de beleggingsoverzichten 8.1 t/m 8.12 moeten op totaal niveau aansluiten voor wat betreft de balanswaarde. Betreft dit de balanswaarde van de desbetreffende/gelijknaminge post in de staat Balans (VSJ010) of de balanswaarde in de staat VSJ131, overzicht 1?
Antwoord Dit betreft een aansluiting op totaalniveau met de gelijknamige post op de staat Balans (VSJ010). Deze aansluitingen zijn in e-Line ook in de vorm van controleregels geïmplementeerd. NB: voor de overzichten van 'Terreinen en gebouwen (inclusief indirect vastgoed)' en van 'Vorderingen uit hypothecaire leningen' ligt de aansluiting op het niveau van het totaal van de directe beleggingen (zie desbetreffende overzichten); de indirecte beleggingen volgen uit de toepassing van het doorkijkprincipe (zie ook vraag 5).
2
Moet het totaal van de kolom actuele waarde in de beleggingsoverzichten 8.3 t/m 8.12 aansluiten met het totaal van de kolom actuele waarde van deze posten in de balans op staat VSJ 131, overzicht 1?
Nee, dat hoeft niet persé. In de kolom 'Actuele waarde' moet de actuele waarde worden vermeld die behoort bij de gerapporteerde balanswaarde van de post in diezelfde rubriek/regel. Vanzelfsprekend zijn dit wel dezelfde actuele waarden die ook gehanteerd zijn bij het opstellen van de balans op basis van het doorkijkprincipe in overzicht 1 van de staat VSJ131 O&R - Scenarioanalyses. De bedragen die in de kolommen 'Balanswaarde' en 'Actuele waarde' staan hebben dus altijd betrekking op dezelfde posten; een eventueel verschil tussen deze bedragen is dus alleen het gevolg van een herwaardering en niet van een herrubricering van posten!
3
Moeten de vragen in overzicht 8.5 Overige financiële beleggingen beantwoord worden op basis van de Balans (VSJ010) of op basis van de initiële balans (met doorkijkprincipe) in staat VSJ131, overzicht 1?
Deze vragen moeten in beginsel worden beantwoord vanuit de waarden in de staat Balans (VSJ010), behalve in het geval van 'Vorderingen uit hypothecaire leningen' waarbij tevens de indirecte beleggingen worden uitgevraagd (dus met toepassing van het doorkijkprincipe) en voorts dienen de vragen mbt 'Afgeleide financiële instrumenten', 'Securities lending' en 'Vreemde valuta' ook beantwoord te worden o.b.v. het doorkijkprincipe.
4
In overzicht 8.9 Vorderingen uit hypothecaire leningen dienen de balanswaarde en de actuele waarde van de hypothecaire leningen te worden ingevuld. Wat wordt exact verstaan onder de balanswaarde en de actuele waarde?
De balanswaarde van deze post moet overeenkomen met de waarde(ring) van deze post zoals die is vermeld in de staat Balans (VSJ010). Voor de 'Directe hypothecaire leningen' is in e-Line ook een consistentieregel met de gelijknamige post op de staat Balans (VSJ010) opgenomen. De actuele waarde van deze post moet in overeenstemming zijn met de waarde(ring) van deze post op actuele grondslagen zoals vermeld in andere Wft-verslagstaten, zoals bijvoorbeeld in de staten Toelichting balans beleggingen (VSJ033), Toereikendheidstoets Leven (VSJ160L) of in de staat Solvabiliteit (VSJ125).
5
Als we de classificatie voor de marktwaarde en de balanswaarde gelijk dienen te houden, waar moet de balanswaarde van de indirecte hypothecaire leningen, zoals opgenomen in tabel 8.9 in staat VSJ132, opgenomen worden in staat VSJ033 Toelichting balans beleggingen? Of moet in staat VSJ132 deze post twee keer worden opgenomen, namelijk bij indirecte hypothecaire leningen en bijv. onder 8.7.9 Obligaties overige vastrentende waarden (oorspronkelijke titel)?
Deze post moet in staat VSJ132 inderdaad dubbel worden opgenomen, nl in overzicht 8.7 Obligaties etc. (ter toelichting/specificatie van de balanswaarde in VSJ010 van deze post) én in overzicht 8.9 Vorderingen uit hypothecaire leningen onder de indirecte leningen (NB: als deze leningen op grond van de toepassing van het doorkijkprincipe in wezen als hypothecaire leningen moeten worden beschouwd en deze leningen dus ook het bijbehorende scenario voor hypothecaire leningen zullen ondergaan). Deze 'dubbele vermelding' van posten kan overigens ook voorkomen m.b.t. overzicht 8.4 Terreinen en gebouwen, waar eveneens naast de directe beleggingen (met aansluiting op de balanswaarde in VSJ010) ook de indirecte beleggingen worden vermeld.
6
Wat valt er onder valutarisico in de tabel ‘Nadere specificatie valutarisico’?
Voor betreffende tabel wordt gevraagd of sprake is van activa of passiva, luidend in vreemde valuta. Het gaat hier dus om alle balansposten en met toepassing van het doorkijkprincipe.
7
Dienen de vragen over de beleggingsposities van de verzekeraar (Vraag 8.5.1 en volgende) m.b.t. belangen in fondsen gerapporteeerd te worden onder “beleggingspools” of o.b.v. de directe doorkijk posities van de maatschappij in aandelen, etc.?
De vragen dienen te worden ingevuld vanuit het perspectief van de desbetreffende verzekeraar en de wijze waarop deze haar eigen Balans (VSJ010) en de rest van haar verslagstaten heeft ingevuld (i.v.m. aansluitingen) Deze vragen moeten in beginsel worden beantwoord vanuit de waarden in de staat Balans (VSJ010), behalve in het geval van 'Vorderingen uit hypothecaire leningen' waarbij tevens de indirecte beleggingen worden uitgevraagd (met toepassing van het doorkijkprincipe). Voorts dienen de vragen mbt 'Afgeleide financiële instrumenten', 'Securities lending' en 'Vreemde valuta' ook beantwoord te worden o.b.v. het doorkijkprincipe. De specificaties in de beleggingsoverzichten 8.1 t/m 8.12 moeten op totaal niveau aansluiten voor wat betreft de balanswaarde; dit betreft de balanswaarde van de gelijknaminge post in de staat Balans (VSJ010). Deze aansluitingen zijn in e-Line in de vorm van controleregels geïmplementeerd. NB: voor de overzichten van 'Terreinen en gebouwen (inclusief indirect vastgoed)' en van 'Vorderingen uit hypothecaire leningen' ligt de aansluiting op het niveau van het totaal van de directe beleggingen; de indirecte beleggingen volgen uit de toepassing van het doorkijkprincipe. De beleggingsoverzichten 8.1 t/m 8.12 zijn nadere specificaties die moeten aansluiten m.b.t de desbetreffende balansposten uit de staat Balans (VSJ010). Het doorkijkprincipe komt met name volledig tot uitdrukking in de opstelling van de intitiële balans (o.b.v. doorkijkprincipe) op staat VSJ131 Scenario-analyses en in de waarden die worden opgevoerd bij de verschillende scenario-analyses.
8
Dienen bij de nadere specificatie van het valutarisico (overzicht 8.23) de bedragen in buitenlandse valuta of in euro's te worden ingevuld
1
U dient hier de bedragen omgerekend naar eenheden van duizend euro te vermelden
9
Wat wordt in de specificatie van het valutuoverzicht verstaan onder 'Bedrag waarover risico wordt gelopen'(kolom 5). Bedraagt dit het verschil tussen 'gesaldeerd bedrag en contractgrootte afdedekkingsinstrument' (kolom 3 - kolom 4).
10
Moeten, bij het onderdeel VSJ132 onderdeel 8.13 Specificatie financiële beleggingen vastrentende waarden, alle beleggingscategorieën worden meegenomen die een vastrentend karakter hebben? Dus ook deposito’s en liquiditeiten? Deze moeten namelijk ook schokt worden in het kredietrisico scenario (bij liquiditeiten moet een duration van 1 worden verondersteld).
11
In de staat VSJ132 wordt een uitsplitsing gevraagd van de vorderingen uit andere leningen. Onder welke categorie binnen 8.10 dient een lening aan het personeel (geen hypotheek, maar ivm auto’s) te worden verantwoord. Het is geen lening aan een instelling en geen lening aan het MKB.
12
Hoe wordt de blootstelling bij herverzekering vastgesteld?
Het bedrag in kolom 5, 'Bedrag waarover risico wordt gelopen' is niet zonder meer gelijk aan het verschil tussen kolom 3 en kolom 4. In deze kolom verwachten wij, de netto exposure per valuta, rekening houdend met alle activa, passiva en risicomitigerende instrumenten voor de desbetreffende valuta. Deze bedragen geven DNB inzicht in de berekening van de aard en omvang van het valutarisico bij de scenarioanalyses. In VSJ132 overzicht 8.13 'Specificatie financiële beleggingen vastrentende waarden' moeten de beleggingscategorieën/financiële beleggingen met een vastrentend karakter worden opgenomen die vallen onder het scenario van het Kredietrisico. In dit overzicht moeten wel de deposito's met een duur/looptijd langer dan 1 jaar worden opgenomen, maar niet de kortlopende deposito's (duur/looptijd korter dan 1jaar) en de liquide middelen. NB: deze laatsten staan immers al apart vermeld/gespecificeerd in overzicht 8.20. Met de duur/looptijd van deposito's wordt hier bedoeld de oorspronkelijke duur/looptijd van de deposito's (dus niet de resterende duur/looptijd). Het is inderdaad juist dat de korte termijn deposito's (< 1 jaar) en de liquiditeiten in het scenario voor Kredietrisico moeten worden meegenomen met een factor d=1: zie artikel 13, lid 4 van de 'Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft'. Het antwoord op deze vraag wordt bepaald door het scenario dat deze leningen moeten ondergaan. Uit de Regeling TSC blijkt dat deze leningen onder het scenario van Kredietrisico vallen (NB: leningen aan het MKB vallen onder het Tegenpartijkredietrisico). Overzicht 8.10 heeft tot doel om inzicht te geven welke leningen onder welk scenario vallen. Het antwoord op de vraag is dus dat deze leningen aan het personeel opgenomen moeten worden op regel 8.10.2 'Leningen aan instellingen zonder externe rating (excl. MKB)' en dat deze leningen opgenomen moeten worden bij het scenario van Kredietrisico. In de bijbehorende Toelichting kan eventueel nog aangegeven worden dat het hier om personeelsleningen gaat. Voor de vaststelling van de LGD zie de Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie en risico's, paragraaf 3.5 Tegenpartijkredietrisico (op blz 6) en de Toelichting tegenpartijkredietrisico (op blz 11). In beide toelichtingen wordt verwezen naar artikel 14 t/m 16 van de 'Regeling theoretisch solvabiliteitscriterium levensverzekeraars Wft'. Conform artikel 15, lid 1 van die Regeling wordt de LGD als volgt vastgesteld: LGD = max (0 ; 0,5 x Uitstaand Verhaal - 0,85 x Onderpand ) Als u gebruik maakt van het ter beschikking gestelde hulpprogramma dan wordt dit bedrag voor u uitgerekend. Zoals aangegeven in de Toelichting van de staat O&R wordt u verzocht om het ingevulde hulpprogramma als bijlage aan deze staat toe te voegen. De hierboven genoemde toelichtingen en hulpsheet kunt u vinden bij de gebruikersdocumentatie voor verzekeraars op het eLine deel van de site. (http://www.dnb.nl/statistiek/eline-dnb/verzekeraars/index.jsp).
13 In VSJ132 wordt bij onderdeel 8.12 een onderscheid gevraagd van de unit-linked beleggingen.Bij welke categroriedienen zogenaamde mix fondsen te worden gerapporteerd?
Op pagina 11 van de gebruikshandleiding wordt volgende vermeld van de specificatie Beleggingen voor unit-linked verzekeringen en spaarkassen: Dit betreft een specificatie van de aard van de onderliggende beleggingen van UL-verzekeringen en spaarkassen. Uit de wijze van berekening van het TSC vloeit voort dat beleggingen, zoals bijvoorbeeld de ‘Beleggingen voor UL-verzekeringen en voor spaarkassen’, moeten worden uitgesplitst naar de aard van de onderliggende risico’s, conform het onderscheid voor de diverse scenarioanalyses. Uit de ingevoerde bedragen bij de diverse scenario’s zal dan moeten blijken of de waarden van deze beleggingen en bijbehorende verplichtingen risicogevoelig zijn, bijvoorbeeld op grond van de bij de UL-verzekeringen verstrekte opties/garanties. U wordt verzocht om de binnen beleggingsfondsen gehanteerde afdekkingsinstrumenten en investment leverage toe te lichten in de staat ERB. Waar/hoe de zogenaamde 'mixfondsen' moeten worden gerapporteerd hangt dus af van de aard (aandelen type A, aandelen type B, vastrentende waarden, vastgoed of overig) van de onderliggende beleggingen van de desbetreffende mixfondsen. Dit onderscheid naar de aard van de beleggingen is ook bepalend voor het (schok)scenario dat op die waarde moet worden toegepast. Meestal wordt voor deze mixfondsen in elk geval wel opgegeven voor welke percentages in aandelen, in vastrentende waarden of in vastgoed wordt belegd. U zou deze verdeelsleutel dan op de totale waarde van het mixfonds kunnen loslaten. In het geval dat elk zicht ontbreekt op de onderliggende beleggingen, dan zou het totaal onder 'Aandelen type B' kunnen worden gerapporteerd met in de toelichting de vermelding dat dit een mixfonds betreft, maar dat de ware aard van de onderliggende beleggingen (nog) onbekend is. Het spreekt voor zich dat bij een belegging in een mixfonds feitelijk wel helder in beeld zou moeten zijn waar dit mixfonds (op hoofdlijnen) in belegt.
14 In de SKV berekeningen kun je je de LGD en verplichtingen tot de zelfde tegenpartij salderen. Uit de omschrijving van artikel Dit is inderdaad een terechte conclusie, in deze module is geen netting toegestaan. Redenen zijn onder meer een 15 krijg ik niet de indruk dat dit kan. Is dit een terechte conclusie? vereenvoudiging van deze module, het feit dat netting verbonden is aan strikte voorwaarden die moeilijk zijn te verifiëren aan de hand van de gerapporteerde gegevens en het feit dat de impact van deze module al naar beneden is bijgesteld omdat er geen rekening wordt gehouden met mogelijke toekomstige blootstellingen. 15 Is de internal rate of return voor obligaties hetzelfde als “yield to maturity” voor obligaties? Ja, dit is hetzelfde als we er van uitgaan dat de obligaties tot de einddatum worden aangehouden. Zie ook blz. 11 van de "Toelichting bij het invullen van de staat Organisatie en risico's" (opgenomen bij de gebruikersdocumentatie van e-Line). Specificatie Financiële beleggingen vastrentende waarden (na toepassing van het doorkijkprincipe) De ‘Modified duration’ (in jaren, op 2 decimalen nauwkeurig) kan worden gedefinieerd als een schatting van de gewogen gemiddelde looptijd van de projectie van toekomstige kasstromen. In de kolom ‘Internal Rate of Return’ (= IRR) dient u een percentage (op 2 decimalen nauwkeurig) in te vullen, te berekenen als de gemiddelde rentevoet welke de toegezegde kasstroom gelijk maakt aan de marktprijs plus lopende rente per de rapportagedatum. De IRR is op basis van de Yield to Maturity. Mocht dit geen correct beeld geven van de verdiencapaciteit van de portefeuille (bijvoorbeeld door de aanwezigheid van embedded opties) en een andere berekening van de IRR is toegepast dan moet dit nader worden toegelicht.
VSJ133
NIEUWE PRODUCTIE LEVENSVERZEKERINGEN
1
Vraag Op welk moment stel je de waarde van de nieuwe productie vast?
Antwoord De uitvraag betreft de nieuwe verplichtingen aangegaan in het rapportagejaar. De waardering daarvan vragen wij op basis van het inzicht per het einde van het boekjaar. Dat is per het einde van het jaar en niet op de contractingangsdatum. De contante waarde van baten, lasten en eventuele opties en garanties wordt daarom uitgevraagd, maar ook inzicht in de omvang van het totaal aan jaarpremies uit hoofde van de nieuwe productie en wat in het boekjaar al ontvangen is aan koopsommen voor die nieuwe productie. Het staat de verzekeraar vrij om in de toelichting aan te geven wat het resultaat is van de nieuwe productie berekend als waarde op de contractingangsdatum, "waarbij je alle kasstromen meeneemt die de waarde bepalen" op Wft grondslagen. Als men dat kan, dan graag. Maar we zijn bij het opstellen van deze staat er van uitgegaan, dan niet alle verzekeraars dit kunnen. Om verzekeraars toch te kunnen vergelijken, is voor deze benadering gekozen.
2
Op welke grondslagen moet de nieuwe productie berekend worden
De berekeningen moeten worden uitgevoerd op de grondslagen die ook voor de toereikendheidstoets worden gebruikt.
VSJ134
1
CONCENTRATIERISICO EN EXPOSURE STORMPORTEFEUILLE
Vraag Antwoord In tabel 7.5.3 wordt bij concentratierisico per provincie informatie opgevraagd. Klopt het dat deze tabel alleen voor Nederland Tabel 7.5.3 heeft inderdaad alleen betrekking op de Nederlandse risico´s. Alleen als het bijkantoor in België ook Nederlandse moet worden ingevuld, en niet voor verzekeringen in het buitenland? Indien er bijvoorbeeld een bijkantoor in België is, moet risico´s heeft geaccepteerd, dienen deze risico´s meegenomen te worden. de stormportefeuille van dit bijkantoor hier ook worden meegenomen?
VSJ135S1 Schade- en risicoprofielen
1
De indeling van de rapportagegroepen wijkt af van de indeling zoals die voor de kwartaalrapportages wordt gebruikt. De branche hulpverlening en diverse geldelijke verkiezen staan anders gerubriceerd.
Op pagina 15 in de "Toelichting bij het invullen van de (her)verzekeringstechnische tabellen" van 10 februari 2014 is een indeling van de rapportagegroepen weergegeven. Met ingang van het 1e kwartaal 2014 is deze indeling ook van toepassing op de kwartaalrapportages. De handleiding van de kwartaalrapportages zal worden aangepast.