Verslag Pauzelandschappen Hengelo: de rol van maatschappelijke partners en tijdelijk gebruik Dinsdag 14 november 2013, Telgenflat, Markt 502, Hengelo. Voor de start van de bijeenkomst (op de 4e verdieping van de Telgenflat) was er voor de bezoekers op dezelfde verdieping de gelegenheid een tentoonstelling te bekijken over wederopbouwarchitectuur in Hengelo. De Telgenflat is ter beschikking gesteld door de Hengelose woningcorporatie Welbions. Welkom door Frank Kerckhaert (KISS) Middagvoorzitter Frank Kerckhaert (directeur van KISS en oud-burgemeester van Hengelo) heet iedereen welkom bij deze bijeenkomst in de gemeente Hengelo. Het afgelopen jaar is een reeks van bijeenkomsten georganiseerd in Almelo, Deventer, Enschede en Zwolle over pauzelandschappen. Daarbij gaat het in essentie om tijdelijk leegstaande gebouwen of tijdelijk niet gebruikte terreinen. In de bijenkomsten kijken we steeds vanuit verschillende gezichtspunten naar het probleem, met als leidende vraag hoe we elkaar kunnen helpen bij het tijdelijk gebruik. Met dank aan Hengelo hebben we vanmiddag een inspirerend thema (de rol van maatschappelijke partners) en een mooi programma. Het gebouw waar we vanmiddag zitten (De Telgenflat) is ook een pauzeplek in het hart van het centrum. Inleiding van dhr. Martin Huiskes (LKSVDD architecten) Martin Huiskes is architect bij Leijh, Kappelhoff, Seckel, van den Dobbelsteen (LKSVDD) architecten met vestigingen in Hengelo en Amsterdam. De Hengelose vestiging zit op de 5e verdieping van de Telgenflat. Zijn presentatie gaat over ‘Cocreatie in Hengelo’ via het Pact MVO, waarbij de afkorting MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het fenomeen ‘pauzelandschappen’ is op zich niet zo fijn, maar het biedt wel kansen: het anders leren denken en iets nieuws creëren. Waarom zijn we hier als bureau bij betrokken? We zijn een middelgroot bureau en werken door het hele land, we bouwen o.a. stadions, scholen, gemeentehuizen, verzorgingshuizen, we doen aan inbreiding, we verbouwen monumentale panden en we bouwen kerken om tot een andere bestemming. We willen er kortom als bureau zijn voor de mens. We werken vanuit een visie op duurzaam ondernemen. Dan doen we in de eerste plaats door bewustzijn op dit gebied te creëren via een campagne binnen onze eigen organisatie. Verschillende teams kwamen tegen elkaar uit en het winnende team had een plan bedacht voor ‘guerrilla gardening’: een activiteit die erop is gericht om meer groen in stedelijke omgevingen te realiseren door, met behulp van kortdurende acties, tuintjes aan te leggen op plekken in steden met weinig of geen groen. In de tweede plaats doen we dat via onze projecten. Het gaat er ons om een goed, gezond en duurzaam gebouw, met toekomstwaarde, te genereren. In de derde plaats doen we dat door na te denken over de vraag hoe we met onze organisatie omgaan met de samenleving. Een mooi voorbeeld van een project is Fun-IE-Fit in het Meester Siebelinkhuis in Almelo. Daar is een gaming-ruimte ingericht die niet alleen door gehandicapten, maar ook door ziekenhuizen, fysiotherapeuten etc. wordt gebruikt.
1
Het Pact MVO in Hengelo heeft ongeveer 100 leden, bestaat vijf jaar en is een groot succes. We zijn als bureau lid geworden om onszelf te prikkelen en te stimuleren. Ook is het mogelijk om projecten te pitchen en te vragen wie er mee wil doen. Zelf heeft hij een pitch gehouden over de gaten in de stad (dat zijn echte ‘gribusgebieden’) en wat daar mee te doen. Je kunt er bijvoorbeeld een bloemenzee of een moestuin van maken. Er waren best wel veel enthousiaste bedrijven. Een voorwaarde voor een tijdelijke oplossing is dat het mobiel moet zijn. Via de groep Wij-landen ondersteunen we burgerinitiatieven, een soort samenleving 3.0. Het logo van de groep is ontwikkeld door het ontwerpbureau De Lijn, Design + Reclame, ook lid van het Pact MVO. We hebben voldoende locaties, omdat de gemeente Hengelo, de woningstichting Welbions en particuliere grondeigenaren meedoen. De organisatie is niet bureaucratisch. Het kernteam van de groep Wij-landen neemt de beslissingen, maar spiegelt dit aan een netwerkgroep (van 39 personen) binnen het Pact MVO, dat op die manier fungeert als een klankbord. De communicatie verloopt via een Facebook-pagina, Internet, Twitter en Dropbox. Er is een stroomschema met toelichting (een levend document op twee kantjes A4) dat fungeert als een ‘organisatieprikkelschema’. Het is een leidraad voor de projecten die moeten voldoen aan de drie P’s: People, Planet en Profit. Als de kadertoets succesvol is verlopen volgen de uitwerking en de uitvoering van het project (met een stukje public relations). Uitvoering van het project vindt plaats door de burgers zelf, indien nodig met steun voor zaken als vergunningen en dergelijke. Daarna volgen het onderhoud en het einde (het liefst via een verhuizing). De projecten worden getrokken door pioniers, drie voorbeelden zijn: a) De Händelstraat (Klein Driene) waar Kim en Wendy via een ideeëndag de buurt hebben gemobiliseerd. Daar is een plan uit voortgekomen dat nu in fasen wordt uitgevoerd. Een voorbeeld van een idee is ‘ruilgroen’. b) In de Beekstraat wilden Mara en Emma een Wensplein maken op het veldje van een oude parkeerplaats. Een brainstormsessie met bedrijven leverde mooie, inspirerende teksten op. Hieruit is een Wensplan voor het veldje voortgekomen, o.a. voor containers met wensborden en tractorbanden met bomen. Een ander idee is een pauzeplek voor de aangrenzende bioscoop, waar eventueel avondvoorstellingen kunnen worden gegeven. c) Lange Wemen was een veel besproken plek in verband met een plan voor stadskantoorontwikkeling. Vanuit het initiatief van Bureau Hengelo kwam het idee voor een voetgolfbaan voor gezinnen. Vlakbij is horeca, die er dus ook van kan profiteren. De technische tekening is gemaakt door landschapsarchitect André Bijkerk, er wordt gebruik gemaakt van 2e-hands kunstgras, de materialen worden geregeld via het Pact en de uitvoering gebeurt door het ROC. Er zijn verder plannen in voorbereiding voor o.a. het Brouwerij-terrein, fitnesstoestellen, een Kunsttuin, een Leertuin, Tuinstad 2.0, het Strobalenhuizen en skatevoorzieningen (maar daarover straks meer). Er zijn diverse financieringsmodellen, waarbij het zoveel mogelijk ‘om niet’ of met gesloten beurs gaat. We zorgen wel voor een potje waarin o.a. geld kan worden gereserveerd voor het opruimen van projecten. Via een planning en organisatie in de tijd proberen we een beweging op gang te krijgen. Er is ook een loket (nu nog bij de gemeente) om de groep een gezicht te geven: dat is de trainee bij Netwerkstad Twente Remy Maessen. Er is ook veel publiciteit nodig, drie dames zijn daar hard mee bezig. Het initiatief is ook aangemeld bij Nudge Broedplaats, dus graag hierop stemmen.
Frank Kerckhaert vraagt aan Martin wat je nodig hebt voor een dergelijk initiatief. Je hebt een kerngroep nodig van bedrijven die er energie in willen steken. Het is het belangrijkste platform in de stad Hengelo waar mensen graag komen. Het zijn bevlogen mensen met een breed netwerk. Iemand anders vraagt of plannen niet afhankelijk zijn van de eigenaren als medefinancier en aanjager. Martin
2
antwoordt dat we daar niet mee beginnen, omdat het dan meteen over geld gaat. In verband met de regelgeving hebben eigenaren geen prikkel, die prikkel willen we zijn, bijvoorbeeld door meerwaarde te genereren. Omdat eigenaren vaak de boot afhouden heb je enthousiaste mensen nodig (geen ‘uurtje factuurtje’ mentaliteit). Pas als ze eenmaal over hun angst heen zijn, kunnen eigenaren ook zelf aanjager worden. In Hengelo heb je het Pact MVO, in elke stad iets anders. In de gemeente zijn er geen financiële drempels en houden we het graag ‘low profile’. Binnen de gemeente doen politiek en bestuur mee, maar ook Welbions en andere actieve partijen buiten de gemeente als terreineigenaar Ter Steege. We doen het steeds in samenspraak met de initiatiefnemers, de verantwoordelijkheid ligt bij ons allemaal. Wandeling langs drie projecten In twee groepen onder leiding van Birgit Koers (zij is accountmanager bij de gemeente Hengelo) en Peter Neuteboom (beleidsmedewerker Ruimte en Wonen bij de gemeente Hengelo) wandelen we langs drie projecten. Het eerste project is de tijdelijke winkel MOMO in de Markstraat; het tweede project is het Wenspleintje in de Beekstraat bij de bioscoop; het derde project is de voetgolfbaan aan de Lange Wemen. Na afloop werd er nagepraat over de projecten. Frank Kerckhaert trapt af met de constatering dat voor dit soort projecten in de eerste plaats ideeën nodig zijn vanuit burgers of bedrijven. In de tweede plaats moet er ook een omgeving zijn waarin deze ideeën tot volwassenheid kunnen komen: een kerngroep die als steunorganisatie (met een niet-bureaucratische gemeente) functioneert. De ervaring leert dat het op die manier bij de meeste projecten lukt. Een uitzondering daarop is de tijdelijke winkel. Daar lukt het niet omdat het voor de betrokkenen (die dat in hun vrije tijd doen) veel energie kost, er te weinig klandizie en medewerking is. De winkel stopt er daarom mee. Een veranderkundige wijst op het belang van de mens achter/voor de functionaris en de organisatie. Er is een intrinsieke motivatie nodig, het idee moet een gezicht krijgen. De mensen achter de tijdelijke winkel (Paul Staats en Agnes Booijnk) vinden vooral dat het tempo van professionele organisaties te traag is voor ondernemers. Het duurt allemaal te lang, ze denken in verschillende termijnen. De systeemwereld en de leefwereld (termen van de Duitse filosoof Jürgen Habermas) moeten bij elkaar worden gebracht. Frank Kerckhaert vindt dat de winkels in de Markstraat nu nog teveel met zichzelf bezig zijn. Het duurt jaren voordat ze omschakelen. Daar kun je nu al mee beginnen, maar je moet daarvoor volgens Martin Huiskes wel omdenken, loslaten, reuring brengen en leren omgaan met onzekerheid (de uitkomst van het proces is onduidelijk). Je moet de moed er in houden. Peter Neuteboom van de gemeente Hengelo is blij met de feedback en het ‘spiegelen’, ook aan projecten die minder succesvol zijn. Frank Kerckhaert vindt de gemeente ook wel een beetje angstig reageren: een andere rol is nodig. Presentatie en bespreking casus Stichting skatevoorzieningen Hengelo (SkateLAB) Marco Matic (architect) en Tjeerd Derkink (ontwerper en fotograaf) zijn beide ook verwoed skater en betrokken bij de Stichting SkateLAB. Deze stichting is opgericht als reactie op het wegestoppen van de skaters en wil graag laten zien dat het ook anders kan: skaten is meer dan alleen speelgoed. Ze beginnen met een korte geschiedenis van de skatesport. Het is allemaal begonnen in de jaren vijftig met een karretje, maar in de jaren zeventig kreeg het een meer vaste vorm. Vanuit het ‘surfen’ in leegstaande zwembaden (met een ronde vorm) ontstond er een nieuw platform. Daarna vond een overgang plaats en werd de straat (met een hoekige vorm) het domein van de skaters. Beide vormen zijn in de loop van de tijd weer naar elkaar toe gegroeid. Er vond een doorontwikkeling plaats in binnenlocaties met aparte vormen. Er zijn ook mooie museale voorbeelden, zoals in Kassel. Skaters heb dezelfde mentaliteit: ze zijn individualistisch ingesteld, maar doen het wel samen met anderen.
3
Naast Amsterdam had ook Hengelo in Nederland vanaf de jaren zeventig een prominente plaats in de skatesport, maar intussen zijn alle faciliteiten verdwenen. Typerend zijn de schoenen die symbolisch in de bomen zijn gehangen. We streven nu naar een goede, moderne skatevoorziening in Hengelo, omdat het een volwaardige sport is en gigantisch in opkomst. We bedenken graag gekke objecten, om de gedachten op gang te brengen, zoals een paviljoen in een landschap met de vrijheid voor de bezoeker om gebruik te maken van de openbare ruimte. De skaters laten een kaart zien met onderzochte locaties in het centrum. Deze locaties zijn goed bereikbaar. De parken buiten het centrum zijn onveilig (graffiti en spuiten van niet-skaters) en zorgen voor een slecht imago voor de skaters. We willen andersoortige skateparken laten zien, bijvoorbeeld het skaten op kunstwerken (sculpturen). We hebben een duidelijke voorkeur voor beton in verband met geluid en blessures, omdat het glad en duurzaam is. Ze laten foto’s zien van een paar mooie voorbeelden, o.a. een skatepark met veel groen in Helsinki. De stichting SkateLAB is nu vier jaar bezig, er is zelfs al een locatie in beeld, waarover contact is met de groep Wij-landen. Er zijn kansen om via deze groep te komen aan een experimentele plek. In verband met de beeldvorming is het nodig om zo het succes van de missie te toetsen. Het idee is om op die locatie tijdelijk een ‘do it together park’ in te richten. Er zijn al modellen gemaakt van de objecten die in dat tijdelijke park kunnen komen te staan. In deze regio zijn meer dan 100 actieve skaters. In Enschede is een tijdelijk skatepark ingericht in het oude Polaroid-gebouw: voor de lessen daar bestaat veel animo. Dat gebeurt overal in Nederland, maar vooral in de provincie Brabant. Een keer een NK organiseren zou leuk zijn, maar daaraan worden wel hoge eisen gesteld. Voorlopig zoeken in verband met de tijdelijkheid van de locatie naar iets demontabels en verplaatsbaars. Een opstelling met verplaatsbare elementen is bedacht door iemand uit Deventer. Een nadeel is dat deze elementen wel laag en klein zijn en dus vooral geschikt voor tijdelijk gebruik in wijken. Het is mogelijk om elementen uit dit modulaire systeem (het is wel kostbaar) te combineren met andere elementen. Vanwege de kosten doet Martin Huiskes hen de suggestie om als wederdienst voor hulp evenementen te organiseren. Op dit moment zijn we bezig met een Mini Demo Ramp (van hout, dat via het Pact MVO door Welbions wordt geleverd) dat we in stappen opbouwen. We willen daarmee ook naar festivals. Af en toe is wel het duwen en trekken, ook financieel. Vanuit de zaal wordt gevraagd of er ook contact is gezocht met professionele bouwers. Niet met speelgoedbouwers en aannemers, want zij zijn daarvoor minder geschikt. Wel met skateboardbouwer, omdat zijn veel expertise hebben uit de Verenigde Staten. Een suggestie uit de zaal is te zorgen voor een samenwerking en een win-win situatie met ontwerpers (en betonbouwers) en de netwerken uit Pact MVO beter te benutten. Tot besluit gaan we terug naar de twee hoofdvragen van SkateLAB. De eerste vraag is of een skatevoorziening geloofwaardig is, ook in de binnenstad van Hengelo. Het past perfect in de plannen voor de binnenstad van Hengelo, maar er is wel angst voor geluidoverlast. Beton is daarom een beter materiaal dan asfalt en hout. Een goed voorbeeld is Enschede waar de lege ruimte op het stationsplein wordt gebruikt voor skateboarden. Dat geeft ook een mooi stedelijk gevoel. De tweede vraag is of de plannen realiseerbaar zijn. Belangrijk hierbij is om te zoeken naar draagvlak in de buurt, door te laten zien dat je ook wat terugdoet voor de jeugd. Je kunt ook een inbreng hebben vanuit het idee van de innovatieve regio en het wat breder inzetten door een skatebaan te combineren met een plantsoen met zitjes. Om het idee te realiseren heb je goede plaatjes nodig (een communicatiebureau als De Lijn kan daarbij helpen) en een goede samenvatting met inbegrip van de maatschappelijke aspecten van het project (een voorbeeld daarvan is het inschakelen van het ROC).
4
Afsluiting en reflectie Frank Kerckhaert bedankt de inleiders en iedereen voor hun inbreng en het meedenken. Er volgt nog een visuele reflectie aan de hand van karakteristieke tekeningen van Jeroen de Leijer. De tekeningen worden gescand en via KISS (samen het verslag van de bijeenkomst) naar de deelnemers gezonden. Verslag: Rik Reussing, Universiteit Twente.
5