Het V.O.S.-model De maatschappelijke rol van vrijwilligerscentrales
Het V.O.S.-model De maatschappelijke rol van vrijwilligerscentrales
Auteur(s)
Wendy Stubbe, Koos Berkelaar, Hanneke Mateman
Datum
Utrecht, 2006
© MOVISIE
Utrecht, 2006
1
MOVISIE Kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema's centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk doen. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl.
COLOFON Auteur(s): Wendy Stubbe, Koos Berkelaar, Hanneke Mateman Datum: 2006 © MOVISIE
Utrecht, 2006
2
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5
Inleiding ............................................................................................................................................. 4 Drie kerntaken ................................................................................................................................... 5 Functies <> kerntaken? ..................................................................................................................... 5 Het verband tussen kerntaken en activiteiten/projecten ................................................................... 6 Bruikbaarheid van het model............................................................................................................. 7
Utrecht, 2006
3
1
Inleiding
Verschillende landen hebben, onafhankelijk van elkaar, gekozen voor een vergelijkbaar organisatietype ter ondersteuning van het lokale vrijwilligerswerk: de vrijwilligerscentrale. De redenen om vrijwilligerscentrales op te richten zijn divers. Deze verschillende startsituaties of achtergronden werken door in het concrete werk van vrijwilligerscentrales in diverse landen. Bij de onderlinge vergelijking komen verschillende rollen van vrijwilligerscentrales naar voren. Traditionele vrijwilligerscentrales worden getypeerd als Voluntary Support Organizations: centrales die (potentiële) vrijwilligers stimuleren, informeren en ondersteunen. Een ander type vrijwilligerscentrale, Management Support Organization, adviseert en faciliteert vrijwilligersorganisaties. Ten slotte bestaan Community Support Organizations: vrijwilligerscentrales die maatschappelijke betrokkenheid, participatie en vrijwillige inzet in algemene zin bevorderen. In Nederland komen we uit op het V.O.S.-model voor vrijwilligerscentrales.
Utrecht, 2006
4
2
Drie kerntaken
Voluntary Support Organizations: vrijwilliger-gericht (V) De activiteiten van dit type vrijwilligerscentrale zijn vooral gericht op het individu. Burgers worden geïnformeerd, geactiveerd en bemiddeld naar vrijwilligerswerk. De centrale levert hierin maatwerk. Functies die binnen de activiteiten van deze centrale vallen zijn vooral bemiddeling en informatie. Met het oog op de Wmo is het bemiddelen van nieuwe doelgroepen goed onder dit type vrijwilligerscentrale te plaatsen. Management Support Organizations: organisatie-gericht (0) Deze centrales richten zich vooral op (vrijwilligers)organisaties. Organisaties worden bijvoorbeeld geadviseerd en gefaciliteerd in het aantrekkelijk(er) worden voor vrijwilligers. Activiteiten van deze centrales krijgen vooral vorm in organisatieondersteuning door middel van training, informatie en advies, en het bieden van faciliteiten. In de Wmo-gedachte valt het ondersteunen van verenigingen en stichtingen met vrijwilligers, als belangrijk onderdeel van de civil society, onder dit type vrijwilligerscentrale. Community Support Organizations: samenleving-gericht (S) Vrijwilligerscentrales kunnen ook gericht zijn op de civil society in z’n volle breedte, en op het aanboren en bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid. Activiteiten zijn promotie, belangenbehartiging en innovatie. Maar ook projectmatige activiteiten als maatschappelijk betrokken ondernemen, maatschappelijke stages, sociale activering en wijkgericht werken. De Wmo lijkt een extra beroep te doen op deze ondernemende en innoverende rol van vrijwilligerscentrales ten behoeve van de versterking van de civil society.
3
Functies <> kerntaken?
Voor de rol en activiteiten van vrijwilligerscentrales in Nederland hanteren wij tot op heden het model van 6 functies: Bemiddeling Promotie Belangenbehartiging Informatie & advies Deskundigheidsbevordering Ontwikkeling e De laatste jaren is daar een 7 functie bijgekomen: facilitaire ondersteuning. Geconcludeerd is dat het denken in en werken met het functiemodel de aard en samenhang van de activiteiten, de achterliggende (maatschappelijke) doelen en de beoogde doelgroepen en partners te weinig aan bod laat komen. De ambitie en toegevoegde waarde van vrijwilligerscentrales komen daardoor onvoldoende in beeld. Wordt de bemiddelingsfunctie bijvoorbeeld vooral uitgeoefend om burgers de mogelijkheid te geven actief deel te nemen aan de samenleving of is de belangrijkste doelstelling van de bemiddelingsfunctie maatschappelijke organisaties te voorzien van voldoende menskracht? Staat bij
Utrecht, 2006
5
deskundigheidsbevordering vooral het welzijn en de persoonlijke ontwikkeling van individuele vrijwilligers voorop of gaat het met name om de effectiviteit en efficiëntie van organisaties? Wordt onder Sociale Activering de bemiddeling en begeleiding van individuele burgers verstaan of wil de vrijwilligerscentrale met Sociale Activering in bredere zin bijdragen aan de lokale sociale samenhang? De beleidskeuzes en werkprocessen zullen verschillen afhankelijk van het gekozen perspectief.
4
Het verband tussen kerntaken en activiteiten/projecten
De activiteiten en projecten van vrijwilligerscentrale zijn onder te brengen in het V.O.S.-model. Dat kan met behulp van onderstaand schema:
V
O
S Enkele opmerkingen bij gebruik van het schema: De activiteiten en projecten van een vrijwilligerscentrale komen, in meer of mindere mate, in alle 3 vlakken voor. Vrijwilligerscentrales verrichten alle drie kerntaken in een specifieke (haalbare) mix die past bij de lokale context. Als het goed is, dan is die mix te onderbouwen met een totaalverhaal, met een visie op vrijwillige inzet en de rol van de centrale. De bemiddelingsfunctie van een vrijwilligerscentrale kan zowel binnen het V-, als O- als S-vlak geplaatst worden, afhankelijk van de visie op de rol van de centrale, en de doelstelling en doelgroep van de bemiddeling. De activiteiten en werkprocessen zullen wel variëren. Bij een S-project als Maatschappelijke Stage kan de centrale, op basis van de bredere visie op haar rol en de lokale context, ervoor kiezen vooral vrijwilligersorganisaties te ondersteunen bij het opvangen van en werken leerlingen (en de voorbereiding van de leerlingen op het vrijwilligerswerk vooral over te laten aan de scholen). Dit project zou als gevolg hiervan in het S-vlak meer aan de O-kant geplaatst worden. Projecten en activiteiten kunnen ‘doorgroeien’, bijvoorbeeld van S (in de verkennings- en ontwikkelfase) naar O.
Utrecht, 2006
6
5
Bruikbaarheid van het model
Het model biedt vrijwilligerscentrales de mogelijkheid duidelijkere keuzes te maken, en hier ook consequent bij te blijven. Bij activiteiten en projecten die buiten de keuze van ‘zelf doen’ vallen, zal samenwerking met of doorverwijzing naar derden plaatsvinden. Het model biedt een perspectief op wat een vrijwilligerscentrale nu doet en wat zij zou kunnen/moeten doen. De beweging en flexibiliteit van vrijwilligerscentrales wordt ook zichtbaar. De ene periode kan de centrale, ingegeven door diverse ontwikkelingen, bijvoorbeeld sterker V-gericht zijn, de andere nadrukkelijker O-gericht. Met het model kan extern goed verteld worden wat de achterliggende visie en (periodieke) beleidskeuzes van de vrijwilligerscentrale zijn.
Utrecht, 2006
7