De maatschappelijke waarde van het acteren Een kwalitatief onderzoek naar het effect van het acteren op de identiteitsvorming en –ontwikkeling van adolescenten.
Naam: E.G. Bulder (Esther Gaby) Studentnummer: s1712209 Scriptiebegeleider: dhr. B.P. van Heusden
Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Letteren Masterscriptie Kunsten, Cultuur en Media Kunstvak: Theater | Specialisatie: Kunsteducatie
De maatschappelijke waarde van het acteren Een kwalitatief onderzoek naar het effect van het acteren op de identiteitsvorming en –ontwikkeling van adolescenten.
Naam: E.G. Bulder (Esther Gaby) Studentnummer: s1712209 Telefoonnummer: 06 - 28 47 57 71 E-mailadres:
[email protected] Collegejaar: 2012-2013 Vakcode: LWX99M20 Scriptiebegeleider: dhr. B.P. van Heusden Datum: 27 februari 2013
Voorwoord Groningen, 27 februari 2013.
Voor u ligt het resultaat van zes maanden hard werken: een scriptie geschreven door mij, Esther Gaby Bulder, in 2008 begonnen met de opleiding Kunsten, Cultuur en Media aan de Rijksuniversiteit te Groningen. In de scriptie komen de door mij destijds gekozen specialisaties Theater en Kunsteducatie samen, waaraan een psychologische invalshoek is toegevoegd. Na in juni 2011 mijn Bachelorscriptie te hebben afgerond, ben ik in september 2011 begonnen met de Master KCM. Eén van de door mij gevolgde vakken tijdens de Master was ‘Kunst, Cognitie en Educatie’, gegeven door dhr. Barend van Heusden, tevens de begeleider van deze scriptie. Het opstellen van een haalbaar onderzoeksvoorstel was het doel van dit vak. Als uitwerking van dit onderzoeksvoorstel heb ik een doelstelling en hoofd- en deelvragen voor mijn scriptie geformuleerd. Het resultaat van dit ‘trechteren’ is een onderzoek naar het effect van het acteren op de identiteitsvorming en –ontwikkeling van de adolescent zowel op persoonlijk als sociaal vlak. Om geschikte respondenten te vinden heb ik diverse gezelschappen, projecten, opleidingen en culturele instellingen op het gebied van theater benaderd. Al snel heb ik vele enthousiaste reacties ontvangen op het onderzoek dat ik voor ogen had. De mogelijkheden en educatieve kant van het theater, het bezoeken van voorstellingen en het zelf acteren, zijn zowel in mijn Bachelor- als Masterscriptie terug te vinden. Ook identiteit is een terugkerend thema in de door mij geschreven werkstukken. Vanaf februari 2012 tot heden loop ik stage bij Theater te Water en heb ik langzamerhand steeds meer inzicht gekregen in wat er op het moment speelt in het kunstenveld. Met betrekking tot de subsidietoekenningen merkte ik tijdens het doen van mijn onderzoek, dat veel van de benaderde instellingen graag zouden willen weten wat hun werkwijzen en visies nu daadwerkelijk bij dragen aan het kunstenveld en de samenleving in zijn geheel. Het onderzoek naar deze maatschappelijke waarde is dan ook in de vorm van een adviesrapport gekoppeld aan mijn Masterscriptie. De scriptie is mede mogelijk gemaakt door een aantal mensen die ik graag zou willen bedanken. Allereerst wil ik de diverse contactpersonen van de gezelschappen, projecten en opleidingen bedanken voor de mogelijkheid om met hun spelers, deelnemers en leerlingen in contact te kunnen treden. Ook wil ik alle respondenten bedanken voor hun medewerking en bijdrage aan het onderzoek. Mijn oudhuisgenoot en goede vriend Joey Teussink wil ik bedanken voor het uittypen van een tweetal interviews. Dhr. Barend van Heusden zou ik willen bedanken voor het commentaar tijdens het schrijven van mijn scriptie. Last, but not least wil ik mijn lieve vriend Gerke bedanken voor de hulp en steun tijdens het onderzoeks- en schrijfproces. Op 27 februari 2013 is deze scriptie te Groningen afgerond en ingeleverd. Veel leesplezier toegewenst!
Esther Gaby Bulder
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Samenvatting Een aantal theatergezelschappen en –initiatieven in Groningen hebben op het moment te lijden onder de subsidietoekenningen. Het beoordelingskader van de Kunstraad is onder ander gericht op de artistieke kwaliteit, authenticiteit, talentontwikkeling en educatie van de diverse gezelschappen. Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, wordt hen gevraagd om de maatschappelijke relevantie en waarde van hun werk aan te tonen. De koppeling van het acteren aan het concept identiteit staat in dit onderzoek centraal. De resultaten en conclusies uit het onderzoek zijn gebruikt om een advies te formuleren voor de diverse gezelschappen. Het doel van deze Masterscriptie is te onderzoeken of het acteren van invloed zou kunnen zijn op en effecten teweeg zou kunnen brengen in de vorming en ontwikkeling van de (sociale) identiteit van adolescenten. Om inzicht te krijgen in wat er al bekend is over deze variabelen en de relatie tussen hen, is er een theoretisch kader vormgegeven. Allereerst is het concept adolescentie gedefinieerd om inzicht te kunnen krijgen in de ontwikkelingen en veranderingen die in deze levensperiode opkomen en hoe dit door de jongeren zou kunnen worden ervaren. Ten tweede is er geprobeerd om het concept identiteit een betekenis te geven. De vorming van een identiteit is een cruciale taak in de adolescentie en behelst een samenkomen van persoonlijke gevoelens en sociale invloeden. Het individu bevindt zich in diverse contexten, waardoor de persoonlijke identiteit tegelijkertijd sociaal wordt. Met de vorming van een identiteit gaat een evaluatie van het zelf gepaard. Ook hier speelt de omgeving een belangrijke rol. Dit alles wordt uiteindelijk gekoppeld aan de mogelijke effecten van het acteren. Uit de literatuur blijkt dat de adolescent in het theater een eigen identiteit kan gaan onderzoeken, vormen en ontwikkelen en tegelijkertijd leert over de maatschappij. Het hebben van een identiteit geeft het individu een rol in de samenleving en een referentiekader waar vanuit kan worden gecommuniceerd en gehandeld. Aan de hand van een kwalitatieve onderzoeksmethode in de vorm van interviews, vragenlijsten en directe observatie zijn de benodigde data verkregen. Er is gebruik gemaakt van semigestructureerde interviews, waarbij de vragen globaal zijn opgedeeld in een viertal thema’s rondom het hoofdthema acteren: ervaringen, effect op persoonlijk vlak [identiteit en zelfvertrouwen], effect op sociaal vlak [invloed vanuit de omgeving] en verwachtingen [reflectie]. Er hebben in totaal negenendertig interviews plaatsgevonden met vierendertig verschillende respondenten tussen de 14 en 28 jaar, afkomstig van De Noorderlingen (7), het NNT Dichterbij Project (3), de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek (6), de Jeugdtheaterschool (6), De Steeg (2) en Theater te Water (10). Negenentwintig respondenten zijn eenmalig [reflectieve interviews] geïnterviewd, vijf respondenten op een tweetal momenten [pre- en postinterviews].
~4~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
De verkregen data zijn gecodeerd en gefragmenteerd in een drietal fasen: open codering (fragmenten en codes), axiale codering (categorieën en citaten) en selectieve codering (verbanden). Dit heeft geleid tot 289 verschillende codes, die zijn ondergebracht in een zevental categorieën: ervaringen en verwachtingen; waarom theater?; effect op persoonlijk vlak; effect op sociaal vlak; zelfvertrouwen; acteren en koppeling. De respondenten zijn allereerst kort met elkaar vergeleken aan de hand van geslacht [16 meisjes, 18 jongens], leeftijd [14 t/m 28 jaar], opleidingsniveau [VMBO t/m WO] en jaren ervaring met het acteren en bezoeken van theater [0-1 jaar t/m 8+ jaar]. Vervolgens is er gekeken hoeveel verschillende codes er per categorie aan bod zijn gekomen en wat de gemiddelde frequentie van een code in een categorie is. Van de 289 codes zijn de codes die 10+ keer (107 codes) aan bod zijn gekomen in het onderzoek meegenomen. Deze codes zijn vergeleken met de eerste 50 codes van elk gezelschap. Door de hiërarchieën aan de hand van de codes en aan de hand van de frequenties met elkaar te vergelijken valt op dat hoewel bepaalde categorieën relatief minder aan bod zijn gekomen – qua het aantal codes in de categorie – zijn deze codes relatief vaak voorgekomen. Het overzicht van het gemiddelde van alle gezelschappen samen komt niet op alle punten overeen met de overzichten per gezelschap. Het verschilt per gezelschap waar de nadruk op wordt gelegd. Gemiddeld gezien staan de categorieën ervaringen en verwachtingen, effect op persoonlijk vlak, zelfvertrouwen en koppeling bovenaan. Het accent ligt minder op de categorieën effect op sociaal vlak en acteren. Een aantal gezelschappen vertonen qua volgordes interessante gelijkenissen. Wat betreft deze volgordes valt er in het bijzonder bij de jongeren van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water een ontwikkeling te constateren. In eerste instantie stonden de categorieën ervaringen en verwachtingen, effect op persoonlijk vlak, acteren en koppeling centraal, in tweede instantie waren dit ervaringen en verwachtingen, effect op persoonlijk vlak, effect op sociaal vlak en zelfvertrouwen. De volgorde van de categorieën van elk gezelschap zijn veelal terug te voeren naar de doeleinden en werkwijze van het betreffende gezelschap. Er is ook een vergelijking gemaakt op basis van de ingevulde begrippenlijsten. Bij de reflectieve interviews valt op dat de gekozen begrippen voornamelijk positief van aard zijn en betrekking hebben op het sociale vlak en het zelfvertrouwen, wat wordt gekoppeld aan de persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling als acteur. Voor de pre- en postinterviews is er wederom een duidelijke ontwikkeling zichtbaar. Als we kijken naar de ‘toename in relevantie’ – de aangekruiste begrippen uit de pre-interviews vergeleken met de begrippen uit de post-interviews – worden er vooral positieve begrippen gekozen. Hier spelen de sociale ontwikkeling en het acteren, naast het persoonlijke vlak en de koppeling aan de realiteit een belangrijke rol. Ten opzichte van de ‘afname in relevantie’ is vooral een negatieve ontwikkeling te constateren, met uitzondering van schaamte, onzekerheid en verlegenheid. Zo zijn begrippen als zelfvertrouwen, ontspannend, uitdaging en veiligheid in het tweede deel minder gekozen. Op basis van
~5~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de verwachtingen van de respondenten in eerste instantie positiever waren, dan zij uiteindelijk hebben ervaren. Een andere manier waarop de data zijn vergeleken is aan de hand van representatieve citaten per categorie. Op die manier heb ik een beeld kunnen vormen van de gedachten, gevoelens en meningen van de verschillende respondenten. Zo ervaren de respondenten vrijheid om het zelf op het toneel te onderzoeken en beschouwen zij een persoonlijke ontwikkeling of groei als gevolg van de inzichten en kennis die zij opdoen. Op sociaal vlak geeft de groep hen vertrouwen en de veiligheid om het zelf kwetsbaar op te kunnen stellen en bloot te geven. Met betrekking tot het zelfvertrouwen ontwikkelen de respondenten meer durf en gaan zij bepaalde uitdagingen aan. Het theater is bij uitstek een plek waar de jongere kan oefenen met diverse mogelijkheden en zich voor kan gaan bereiden op de volwassenheid en het leven in de maatschappij. Op basis van de verschillende bevindingen kan er worden gesteld dat het acteren inderdaad een effect kan hebben op de identiteitsvorming – zowel persoonlijk, als sociaal – en het zelfvertrouwen van de adolescent. In het theoretisch kader wordt gesteld dat er weinig bekend is over de relatie tussen het acteren en de vorming van een identiteit. Brian Way (1967) noemde een tweetal ‘functies’ van het acteren: als vorm van identiteitsoplossing en maatschappelijke vorming. Zoals verwacht, kan het acteren als een ontdekkingsreis en zoektocht naar het zelf worden beschouwd. Het toneel zou hierbij als ultieme uitlaatklep kunnen fungeren om de eigen gedachten, gevoelens en frustraties eruit te gooien, te verwerken en te oefenen met maatschappelijke rollen, verantwoordelijkheden en mogelijkheden. De zelfreflectie die hiermee gepaard kan tegelijkertijd als leerzaam en confronterend worden beleefd. Niet alleen kunnen leermomenten en zelfvertrouwen worden ervaren, het kan ook zorgen voor gevoelens van onzekerheid en twijfel. Hoe er met dergelijke ervaringen wordt omgegaan is afhankelijk van de persoonlijkheid van het individu. De manier van werken van de gezelschappen is daarnaast van invloed op hoe en in welke mate de adolescent zijn of haar identiteit vormt en ontwikkelt. In het onderzoek zijn conclusies getrokken op basis van een kleine groep adolescenten, in ongelijke hoeveelheden afkomstig van verschillende gezelschappen uit Groningen. Voor het vervolgonderzoek is het belangrijk dat er een groter aantal respondenten wordt geïnterviewd, die in gelijke mate de gezelschappen representeren. Van de vierendertig respondenten zijn er slechts vijf op een tweetal momenten geïnterviewd. Om een duidelijke ontwikkeling of verandering te kunnen constateren is het van belang dat alle respondenten op minimaal twee momenten worden ‘gemeten’. De invloed vanuit de omgeving op het onderzoek dient zoveel mogelijk te worden beperkt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden gedaan aan de hand van een controlegroep, zodat het daadwerkelijke effect van het acteren kan worden vastgelegd.
~6~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Lijst van figuren Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9 Figuur 10 Figuur 11 Figuur 12 Figuur 13 Figuur 14 Figuur 15 Figuur 16 Figuur 17 Figuur 18 Figuur 19 Figuur 20 Figuur 21 Figuur 22 Figuur 23 Figuur 24 Figuur 25 Figuur 26 Figuur 27 Figuur 28 Figuur 29 Figuur 30 Figuur 31
Robert Havighurst’s Ontwikkelingstaken Leeftijdscategorieën in de adolescentie George Herbert Meads’ I en Me Sigmund Freud’s Es, Ich en Überich Carl Jung’s Zelf Jean Piagets’ Cognitieve Ontwikkelingsstadia Jane Loevinger’s Fasenmodel Robert Kegan’s Evenwichtsfasen Erik Erikson’s Identiteitsfasen James Marcia’s Identiteitsstatussen James, Cooley en Mead’s ‘Reflected Appraisal’ Stanley Coopersmith’s Zelfvertrouwensratio Abraham Maslow’s Hiërarchie van Behoeften Brian Way’s Persoonlijkheidsfacetten in relatie tot het drama Matthew Miles’ en Michael Huberman’s Data-analyse Open, axiaal en selectief coderen Voorbeeld van één van de uitgetypte gesprekken Lijst met categorieën, hoofd- en sub-codes Voorbeeld woordspin categorie Zelfvertrouwen Voorbeeld codeboom categorie Zelfvertrouwen Voorbeeld citaten per categorie Voorbeeld codes en frequenties De Noorderlingen Voorbeeld codes en frequenties alle gezelschappen Voorbeeld definities van de codes in het kader van het onderzoek Codes en frequenties voor alle categorieën Hiërarchie van de categorieën op basis van codes Hiërarchie van de categorieën op basis van frequentie Frequentie gedeeld door het aantal respondenten Begrippenlijst en frequentie reflectieve interviews, deel 1 Begrippenlijst en frequentie reflectieve interviews, deel 2 Ontwikkeling begrippenlijsten pre- en post-interviews
Afkortingen DICE Geb. JTS KTM s.a. s.l. TTW WP ZP
= = = = = = = = =
Drama Improves Lisbon Key Competencies Education geboren in. Jeugdtheaterschool. Kunst, Theater, Media en Muziek. sine anno; jaartal onbekend. sine loco; plaats onbekend. Theater te Water. Winterproductie (2011-2012) van Theater te Water. Zomerproductie (2012) van Theater te Water.
~7~
20 23 26 27 27 28 28 29 29 30 42 43 43 51 72 73 74 75 – 78 78 79 79 – 80 81 81 81 84 85 87 87 91 92 93
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Samenvatting........................................................................................................................................... 4 Lijst van figuren ....................................................................................................................................... 7 Afkortingen .......................................................................................................................................... 7 Inleiding ................................................................................................................................................. 12 Hoofd- en deelvragen ........................................................................................................................ 14 Theoretisch kader .................................................................................................................................. 15 Adolescentie ...................................................................................................................................... 15 Adolescentietheorieën ...................................................................................................................... 16 ∗
Biologische adolescentiebenadering: Stanley Hall (1844 – 1924) ........................................ 16
∗
Psychoanalytische adolescentiebenadering: Sigmund Freud (1856 – 1939) ........................ 17
∗ Antropologische adolescentiebenadering: Ruth Benedict (1887 – 1948) en Margaret Mead (1901 – 1978)................................................................................................................................. 18 ∗
Gestalt-adolescentiebenadering: Kurt Lewin (1890 – 1947) ................................................. 19
∗
Cognitief-structurele adolescentiebenadering: Jean Piaget (1896 – 1980) .......................... 19
∗
Psychosociale adolescentiebenadering: Robert Havighurst (1900 – 1991) .......................... 20
∗
Sociologische adolescentiebenadering: Allison Davis (1902 – 1983).................................... 20
∗
Socio-psychoanalytische adolescentiebenadering: Erik Erikson (1902 – 1994) .................... 21
∗
Cognitief-morele adolescentiebenadering: Lawrence Kohlberg (1927 – 1987).................... 21
Leeftijdscategorieën binnen de adolescentie ................................................................................... 22 Belangrijke veranderingen in de adolescentie .................................................................................. 23 ∗
Intellectuele veranderingen ...................................................................................................... 24
∗
Persoonlijke veranderingen....................................................................................................... 24
∗
Sociale veranderingen ............................................................................................................... 25
Identiteit ................................................................................................................................................ 25 Identiteitstheorieën .......................................................................................................................... 26 ∗ Socio-culturele identiteitsbenadering: William James (1842 – 1910), George H. Mead (1863 – 1931) en Charles Cooley (1864 – 1929) ............................................................................................. 26 ∗ Psychoanalytische identiteitsbenadering: Sigmund Freud (1856 – 1939) en Carl Gustav Jung (1875 – 1961)..................................................................................................................................... 27 ∗ Structurele identiteitsbenadering: Jean Piaget (1896 – 1980), Jane Loevinger (1918 – 2008) en Robert Kegan (geb. 1946 ) ............................................................................................................ 28
~8~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Psychosociale identiteitsbenadering: Erik Erikson (1902 – 1994) en James Marcia (± 1966)... 29
∗ Narratieve identiteitsbenadering: Paul Ricoeur (1913 – 2005), Ulrich Neisser (1928 – 2012) en Dan McAdams (geb. 1954) ................................................................................................................ 31 De identiteit en het zelfconcept ........................................................................................................ 33 Identiteitsvorming ............................................................................................................................. 33 ∗
Het dynamische en adaptieve aspect van de identiteit ............................................................ 34
∗
Het sociale aspect van de identiteit .......................................................................................... 35
∗
Het meervoudige aspect van de identiteit ................................................................................ 35
Identiteitsvorming in de adolescentie............................................................................................... 36 Sociale identiteit .................................................................................................................................... 37 De sociale identiteitstheorie: Henri Tajfel (1919 – 1982) en John Turner (1947 – 2011) ................. 38 ∗
Het belang van het sociale ........................................................................................................ 39
De sociale identiteit in de adolescentie ............................................................................................ 40 ∗
De peergroup als socialiseringsmiddel ...................................................................................... 40
Zelfvertrouwen ...................................................................................................................................... 41 Theorieën met betrekking tot het zelfvertrouwen ........................................................................... 42 ∗ Historische (socio-culturele) zelfvertrouwensbenadering: William James (1842 –1910), George H. Mead (1863 – 1931) en Charles Cooley (1864 – 1929) ................................................................. 42 ∗ Behavioristische zelfvertrouwensbenadering: Stanley Coopersmith (1929 – 1979) en Abraham Maslow (1908 – 1970) ....................................................................................................................... 43 ∗
Socio-culturele zelfvertrouwensbenadering: Morris Rosenberg (1922 – 1992) ....................... 43
∗
Psychoanalytische of -dynamische zelfvertrouwensbenadering: Robert White (± 1963) ........ 44
∗ Humanistische zelfvertrouwensbenadering: Carl Rogers (1902 – 1987) en Nathaniel Branden (geb. 1930)......................................................................................................................................... 44 ∗
Cognitief-ervaringsgerichte zelfvertrouwensbenadering: Seymour Epstein (1924 – 2012) ..... 45
∗
Sociometrische zelfvertrouwensbenadering: Mark Leary (± 1999) .......................................... 45
Kenmerken van het zelfvertrouwen.................................................................................................. 46 Zelfvertrouwen en de identiteit ........................................................................................................ 46 Zelfvertrouwen en het sociale vlak ................................................................................................... 47 Zelfvertrouwen in de adolescentie.................................................................................................... 47 Acteren .................................................................................................................................................. 49 Het acteren als persoonlijk uitingsmiddel ......................................................................................... 50 De koppeling van het acteren en het dagelijkse, sociale leven......................................................... 51 Het mogelijke effect van het acteren ................................................................................................ 51 ∗
Drama als maatschappelijke vorming of identiteitsoplossing .................................................. 52
~9~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Het acteren en de adolescentie ........................................................................................................ 53 Begripsdefiniëring ................................................................................................................................. 55 Hypothese ............................................................................................................................................. 57 Methodologie ........................................................................................................................................ 58 Het interview ..................................................................................................................................... 58 De opbouw van het gesprek.............................................................................................................. 59 ∗
De vragenlijst ............................................................................................................................. 59
∗
De topiclist van het interview.................................................................................................... 60
Duur van het onderzoek .................................................................................................................... 61 Duur van het interview...................................................................................................................... 61 De onderzoeksobjecten..................................................................................................................... 61 Sampling .................................................................................................................................... 62
∗
Profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten ......................................... 63 De Noorderlingen ...................................................................................................................... 63
∗ ◊
De Productiegroep ................................................................................................................ 64
∗
Het NNT Dichterbij project ........................................................................................................ 65
∗
Kunsten, Theater, Media en Muziek (Noorderpoort College) .................................................. 66
∗
De Jeugdtheaterschool .............................................................................................................. 67
∗
De Steeg..................................................................................................................................... 68
∗
Theater te Water ....................................................................................................................... 69
Praktische aspecten........................................................................................................................... 70 ∗
Benadering van de respondenten ............................................................................................. 70
Betrouwbaarheid, validiteit en objectiviteit ..................................................................................... 71 Ethische verantwoording .................................................................................................................. 71 Beperkingen ...................................................................................................................................... 71 Data-analyse .......................................................................................................................................... 72 Het coderingsproces.......................................................................................................................... 73 Stapsgewijs te werk ........................................................................................................................... 74 Stap 1: fragmenteren en coderen .................................................................................................. 74 Stap 2: lijst met hoofd- en sub-codes, onderverdeeld in zeven categorieën ................................. 75 Stap 3: categorieën en bijbehorende hoofd- en sub-codes schematisch weergeven .................... 78 Stap 4: codeboom per categorie met hoofd- en sub-codes ........................................................... 79 Stap 5: citaten per categorie onderbrengen.................................................................................. 79 Stap 6: de frequentie van de codes weergeven ............................................................................. 81
~ 10 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Stap 7: de codes definiëren............................................................................................................ 81 Resultaten ............................................................................................................................................. 82 De respondenten: geslacht, leeftijd en opleidingsniveau ................................................................. 82 De meest voorkomende codes en categorieën ................................................................................ 83 De frequentie van de codes en categorieën ..................................................................................... 83 Hiërarchie van de categorieën op basis van de codes ...................................................................... 84 Hiërarchie van de categorieën op basis van de frequenties ............................................................. 87 Vergelijking van de tabellen .......................................................................................................... 89 Vergelijking van de codes .................................................................................................................. 90 Vergelijking van de begrippenlijsten: reflectieve interviews ............................................................. 91 Vergelijking van de begrippenlijsten: pre- en post-interviews .......................................................... 92 Vergelijking van de interviews aan de hand van citaten: ervaringen en verwachtingen.................. 94 ∗
Waarom theater? .................................................................................................................. 94
∗
Effect op persoonlijk vlak ...................................................................................................... 95
∗
Effect op sociaal vlak ............................................................................................................. 96
∗
Zelfvertrouwen ...................................................................................................................... 96
∗
Acteren .................................................................................................................................. 97
∗
De (los)koppeling van het acteren en de realiteit ................................................................. 98
∗
Het acteren als middel .......................................................................................................... 98
Vergelijking van de interviews aan de hand van citaten: werkwijzen............................................. 100 Andere belangrijke bevindingen ..................................................................................................... 103 De ontwikkeling in de pre- en postinterviews............................................................................. 103 Vergelijking van twee respondenten op basis van leeftijd en ambities...................................... 103 Combinaties van gezelschappen ................................................................................................. 105 Samenvatting van de resultaten ......................................................................................................... 106 Conclusie ............................................................................................................................................. 111 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek........................................................................................... 114 Bibliografie .......................................................................................................................................... 115 Bijlagen ................................................................................................................................................ 122
~ 11 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Inleiding “Kunst en cultuur staan binnen onze samenleving onder druk. Het grootste probleem van deze tijd is uiteindelijk niet de bezuiniging of de meetbaarheid van resultaten, maar de onmeetbaarheid. Niet het feit dat subsidie niet meer vanzelfsprekend is, maar het feit dat kunst en cultuur niet meer vanzelfsprekend zijn. De opdracht om het respect terug te winnen is niet eenvoudig. Maar toch is dat wat de cultuursector te doen staat. Kunst claimt de rol van degene die visie schept, bevraagt en omver werpt. Deze rol is nu meer dan ooit nodig.” 1 De Kunstraad
Vele partijen in het kunstenveld hebben te lijden onder het al dan niet ontvangen van subsidies. Zo ook een aantal van de theatergezelschappen en -initiatieven in Groningen. Het beoordelingskader van de Kunstraad is onder andere gericht op de artistieke kwaliteit en authenticiteit, talentontwikkeling, educatie en participatie en de zichtbaarheid, toegankelijkheid en de bereikbaarheid van de gezelschappen. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidies, wordt de verschillende gezelschappen gevraagd om de maatschappelijke waarde van hun werk aan te tonen. In mijn Bachelorscriptie heb ik geschreven over het theater als ‘laboratorium’ waarbinnen een individu kan experimenteren met de eigen identiteit. In mijn conclusie stelde ik dat het theater als zogenaamde ‘veilige’ plek zou kunnen fungeren om te oefenen met potentiële identiteiten, rollen en verantwoordelijkheden. Dit is mogelijk omdat de theatrale omgeving fictie is, het uiten van de eigen gevoelens, gedachten en frustraties op het toneel kan plaatsvinden zonder directe consequenties. Tevens zou het een proces van zelfreflectie in gang kunnen zetten, wanneer het individu wordt geconfronteerd met de eigen gedragingen, denkwijzen en gevoelens. In dit onderzoek is het onderwerp uit mijn Bachelorscriptie verder uitgediept aan de hand van een ‘cognitieve benadering’. Het doel van deze scriptie is te onderzoeken of en hoe het acteren een effect kan hebben op de identiteitsvorming- en ontwikkeling van acterende adolescenten. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is een advies geformuleerd die gericht is aan de diverse gezelschappen en waarin de maatschappelijke waarde van het acteeronderwijs is weergegeven. Ik verwacht dat dit onderzoek bij kan dragen aan het wetenschappelijk discours door inzicht te bieden in hoe adolescenten hun persoonlijke en sociale identiteiten vormgeven en hoe het acteren hierop van invloed kan zijn. Naast een wetenschappelijke relevantie, zou het onderzoek aan kunnen tonen hoe individuen binnen het acteren de ruimte wordt geboden om met bepaalde potentiële rollen en verantwoordelijkheden uit het dagelijks leven te oefenen. Tegelijkertijd leert het individu om met anderen samen te werken en te functioneren binnen sociale groepen. Als gevolg hiervan zou een individu zich zelfverzekerder kunnen gaan voelen, wat van invloed kan zijn op persoonlijk en sociaal vlak. Ik hoop een wetenschappelijke basis te kunnen leggen voor het acteeronderwijs aan adolescenten en een advies te geven met betrekking tot de maatschappelijke waarde van het acteren.
1
“Kunst en Cultuur in de gemeente Groningen – Advies over de plannen van de culturele instellingen in de gemeente Groningen in het licht van de gemeentelijke cultuurnota 2013-2016” (13)
~ 12 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Gedurende zijn of haar leven reflecteert een individu continu op zichzelf. Op die manier wordt de eigen identiteit steeds herzien en vormgegeven. Voornamelijk tijdens de adolescentie, de zogenaamde overbruggingsperiode tussen de kindertijd en volwassenheid, speelt deze identiteitsvorming een belangrijke rol. Het hebben van een enigszins stabiele identiteit geeft de adolescent zelfvertrouwen en de mogelijkheid om met anderen uit de samenleving in contact te treden. De keuze om specifiek het effect van het acteren te onderzoeken is gebaseerd op mijn eigen veronderstelling dat een positief zelfbeeld bij zou kunnen dragen aan de vorming en ontwikkeling van een identiteit. In het acteren kunnen herkenbare thema’s naar voren worden gebracht, wat zou kunnen resulteren in een verbondenheid tussen de verschillende jongeren op basis van ervaringen, gevoelens, gedachten, interpretaties en problemen. Het goed voelen op persoonlijk vlak zal doorwerking kunnen hebben op het sociale vlak en vice versa. Op basis van de analyse van de data kan worden gesteld dat het acteren wel degelijk een effect kan hebben op de identiteitsvorming en ontwikkeling van adolescenten. Naast een soort maatschappelijke vorming, kan het acteren worden beschouwd als een vorm van identiteitsoplossing. Naast een oefening met en voorbereiding op de volwassenheid, kan het individu in het theater zelfkennis op doen. De vele, vooral leerzame, ervaringen kunnen een proces van persoonlijk en sociale verbreding in gang zetten. Positieve ontwikkelingen binnen het zelf op het vlak van het zelfvertrouwen kunnen hier aan bij dragen. Echter, bepaalde confronterende ervaringen kunnen zorgen voor gevoelens van onzekerheid en twijfel. Over het algemeen vindt er een continue koppeling plaats tussen het acteren en de realiteit en tussen het persoonlijke en sociale vlak. In het aan dit onderzoek gekoppelde adviesrapport zullen de bijdragen van het acteren op maatschappelijk, sociaal en persoonlijk vlak – onder andere met betrekking tot de identiteit en het zelfvertrouwen – uiteen worden gezet. De veronderstellingen zullen hierbij worden teruggekoppeld aan de uit het onderzoek verkregen data. In het rapport zal ik aanbevelingen doen op basis van de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek, zodat deze kunnen worden gebruikt door de gezelschappen, projecten en opleidingen.
~ 13 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Hoofd- en deelvragen De vorming en ontwikkeling van de (sociale) identiteit van adolescenten staan in dit onderzoek centraal. Een identiteit wordt hier opgevat als het individu’s eigen idee en gevoel van wie hij of zij is, gekoppeld aan hoe je als individu door de maatschappij wordt benaderd en benoemd. De invloed die het acteren op de vorming en ontwikkeling van een identiteit kan hebben heeft hierbij de focus. In het acteren kunnen adolescenten oefenen met rollen en verantwoordelijkheden die zij, als adolescent en als volwassene, in sociale groepen en de samenleving als geheel zouden kunnen hebben. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt:
Heeft het acteren effect op de vorming en ontwikkeling van de (sociale) identiteit van de adolescent? En zo ja, welk(e) effect(en)? Om een antwoord te kunnen formuleren op de hoofdvraag zullen een aantal deelvragen worden beantwoord. Allereerst is er geprobeerd om inzicht te krijgen in hoe adolescenten hun persoonlijke en sociale identiteit ontwikkelen. Daarnaast heb ik gekeken naar wat er al bekend is over de relatie tussen het acteren en de vorming en ontwikkeling van een identiteit. Aan de hand van het theoretisch kader heb ik geprobeerd om een voorlopig antwoord op deze vragen te formuleren. Vervolgens zijn de data uit de interviews hieraan gekoppeld, waarmee is getracht te achterhalen of en hoe het acteren van invloed kan zijn op de identiteitsvorming en –ontwikkeling van adolescenten. Ook heb ik gekeken of en hoe het acteren zou kunnen zorgen voor gevoelens van zelfvertrouwen op persoonlijk en sociaal vlak. Aan de hand van de hieruit getrokken conclusies zal ik in de vorm van een adviesrapport de volgende doelstelling proberen te bereiken: de maatschappelijke waarde van het acteeronderwijs aantonen.
~ 14 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Theoretisch kader
Adolescentie “Adolescent development is that period within the life span when most of the person’s processes are in a state of transition from what typically is considered childhood to what typically is considered adulthood” 2 Richard Lerner (1980)
Het concept “adolescent” is vrij recent ontstaan en wordt veelal beschouwd als een sociaal construct. Pas vanaf de 20e eeuw wordt de adolescentie in de Westerse wereld gedefinieerd als een op zichzelf staande levensfase.3 De adolescentie wordt tegenwoordig voornamelijk, zo stelt Wim Meeus (1994), vanuit twee invalshoeken benaderd. In het psychologische perspectief staan belangrijke ontwikkelingstaken als de totstandkoming van een eigen identiteit, zelfreflectie, volwassenwording en het opbouwen van relaties met anderen centraal. Het sociologische perspectief beschouwt de adolescent in relatie tot diverse statuspassages die het individu doorloopt en de maatschappelijke posities die hij of zij verwerft.4 De adolescentie wordt beschouwd als de overgang van de kindertijd naar de volwassenheid.5 Kurt Lewin (1890-1947) stelde dat de adolescent deels thuishoort in de kinderlijke wereld en deels in die van de volwassenen. Het individu bevindt zich volgens Lewin dan ook in een toestand van ‘sociale voortbeweging’ waarin geen zekerheid of duidelijkheid bestaat.6 De adolescentie wordt veelal omschreven als een emotioneel onrustige periode. Erik Erikson (1902-1994) sprak van een identiteitscrisis: het individu kent en aanvaardt de eigen identiteit of ervaart identiteitsverwarring.7 Stanley Hall (1844-1924) omschreef de adolescentie als een periode van ‘storm en stress’. Volgens Hall schommelt de adolescent continu tussen emotionele extremen. Een dergelijke onrust en onberekenbaarheid zijn belangrijke kenmerken van de adolescente identiteitsontwikkeling.8 Naast deze ‘negatieve’ insteek, wordt de adolescentie ook positief benaderd. Zo stelde Erikson dat de belangrijkste ontwikkelingstaak in deze periode het vormen van een samenhangende en enigszins constante ego-identiteit is. Tijdens de adolescentie kan het individu experimenteren met diverse rollen en identiteiten en zich voorbereiden op het volwassen leven.9 Gerald Adams, Michael Berzonsky (2006) en Wim Meeus (1994) stellen dat het individu zich in een spanningsveld begeeft tussen twee belangrijke 2
Lerner, Richard M. en Graham B. Spanier. Adolescent Development: a life-span perspective. New York: McGraw-Hill Book Company, 1980. (23) 3 Meeus, W. (red.) Adolescentie: een psychosociale benadering. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1994. (11) 4 Meeus (12) 5 Manaster, Guy J. Adolescent Development and the Life Tasks. Boston: Allyn and Bacon Inc., 1977. (4) 6 Muuss, Rolf E. (vert. L. Rijkens) Visie op de adolescentie. Meppel: Boom, 1972. (101) en Lerner (22) 7 Verhofstadt-Denève, Leni. Adolescentiepsychologie. Apeldoorn: Garant, 1998. (37) 8 Muuss, 1972 (126-27) en Jackson, A.E. en Luc Goossens (ed.) Handbook of Adolescent Development. Hove: Psychology Press, 2006. (14 & 51) 9 Dieleman, A.J. e.a. Jeugd in meervoud. Utrecht: Uitgeverij De Tijdstroom, 1993. (16)
~ 15 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
taken. De jongere wordt geacht een plaats in te nemen in de maatschappij en de eigen individualiteit naar voren te brengen, maar dan wel in overeenstemming met bepaalde sociale verwachtingen.10 De puberteit markeert het begin van de adolescentie en zet diverse rijpende veranderingen op lichamelijk, emotioneel, cognitief en sociaal vlak in gang.11 Max Sugar (1979) stelt dat de puberteit onverwachts opkomt en voor de adolescent als zeer stressvol kan worden ervaren, als gevolg van de grote aanpassingen die moeten worden gedaan. Volgens Sugar dient de puberteit te worden verbonden aan andere ontwikkelingen uit deze periode, in plaats van het te beschouwen als een enkelvoudige gebeurtenis.12 Vanaf de puberteit maken individuen zich steeds meer los van hun ouders en beginnen zich te focussen op leeftijdsgenoten. Het maken van vrienden en geaccepteerd worden in een sociale groep worden in deze periode, zo stellen Huub Nelis en Yvonne van Sark (2009), van levensbelang.13 Naast biologische en sociale veranderingen, vinden er ook belangrijke persoonlijke, cognitieve en intellectuele veranderingen plaats. De adolescent gaat anders denken en voelen dan daarvoor en bereidt zich voor op zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.14 Dit zet de volwassenwording en een reorganisatie en revaluatie van zelfdefinities in gang. Het individu wordt zich meer en meer bewust van het zelf en zou op zoek kunnen gaan naar diepere niveaus van zelfbewustzijn.15 Bovenstaande auteurs zijn interessant, omdat hun ideeën aansluiten bij mijn onderzoek. De adolescentie kan inderdaad als een belangrijke levensperiode worden beschouwd. De opkomende puberteit zet bepaalde veranderingen, ontwikkelingen en verwachtingen in gang en zorgt ervoor dat de jongere op zoek gaat naar een eigen identiteit en zijn of haar plek in de sociale omgeving. De adolescentie is voor een ieder een uitdaging, maar kan voor de één complex en confronterend zijn en door de ander juist als leerzaam en nuttig worden ervaren.
Adolescentietheorieën Om het concept adolescentie uit te kunnen leggen, zullen een aantal verschillende benaderingen worden aangehaald. De diverse theoretici zullen aan de hand van hun relevantie voor het onderzoek worden besproken. ∗
Biologische adolescentiebenadering: Stanley Hall (1844 – 1924)
Stanley Hall omschreef de adolescentie als een periode van fysieke rijping. 16 Deze biologische ontwikkeling is van invloed op het emotioneel en sociaal functioneren van de adolescent. In de adolescentie komt het individu, volgens Hall, in een periode van ‘storm en stress’ terecht. Deze periode 10
Adams, Gerald R. en Michael D. Berzonsky (ed.) Blackwell Handbook of Adolescence. Malden: Blackwell Publishing, 2006. (188) en Meeus (114) 11 Papalia, Diane E. et al. Human Development. New York: McGraw-Hill, 2009. (354-55) 12 Sugar, Max. Female Adolescent Development. New York: Brunner/Mazel, Publishers, 1979. (23 & 37) 13 Nelis, Huub en Yvonne van Sark. Puberbrein binnenstebuiten: Wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar. Utrecht: Kosmos Uitgevers, 2009.(91) 14 Heuves, Wilhemus. Pubers: ontwikkeling en problemen. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2006 en Muuss, 1972 (10) 15 Verhofstadt-Denève (38) 16 Rice, F. Philip. The Adolescent: Development, Relationships and Culture. Boston: Allyn and Bacon Inc., 1975. (31)
~ 16 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
wordt gekenmerkt door een drietal aspecten: conflict met de ouders, stemmingswisselingen en riskant gedrag. Vanuit de biologische benadering wordt de adolescentie dan ook vooral gezien als een ingewikkelde levensperiode.17 Deze ideeën zijn interessant voor het onderzoek, omdat zij inzicht kunnen bieden in hoe bepaalde fysieke veranderingen van invloed kunnen zijn op de ontwikkelende adolescent. Toch zou de adolescentie niet enkel als periode van moeilijkheden, zoals genoemd door Hall, moeten worden beschouwd, deze fase zou ook positieve ontplooiingen met zich meebrengen. Hoe iemand omgaat met bepaalde veranderingen en ervaringen, verschilt uiteraard per persoon. Volgens Hall begint de adolescentie met een fysiologische verandering (de puberteit) en resulteert in een psychosociale wijziging (de vorming van een identiteit). De adolescentie wordt door Hall beschouwd als een specifieke, op zichzelf staande doch cruciale periode in de levensloop van het individu. Andere theoretici beschouwen de adolescentie als verbonden aan de voorafgaande kindertijd en de naderende volwassenheid. De adolescentie wordt vanuit deze invalshoek benaderd als een proces waarin het individu houdingen en overtuigingen ontwikkeld die nodig zijn voor een effectieve participatie in de samenleving.18 De adolescentie kan zonder meer worden beschouwd als een essentiële periode in de levensloop. Toch zou deze fase misschien ook moeten worden verbonden aan de ontwikkelingen uit de kindertijd en zal ongetwijfeld van invloed zijn op de periode na de adolescentie. Ervaringen die de jongere tijdens de puberteit opdoet kunnen worden meegenomen in het verdere leven. Zo kan de adolescent bepaalde gedachten, gevoelens of belevenissen op het toneel tot uiting brengen en deze verwerken in de eigen identiteit. ∗
Psychoanalytische adolescentiebenadering: Sigmund Freud (1856 – 1939)
Het uitgangspunt van de psychoanalytische theorie is dat ervaringen uit de kindertijd hun sporen achterlaten op de persoonlijkheid. Adolescent gedrag wordt door psychoanalytici dan ook gekoppeld aan vroegere ervaringen en onopgeloste kwesties uit de kindertijd.19 Vanuit de, aan de psychoanalytische theorie gerelateerde, psychoseksuele benadering wordt de adolescentie beschouwd als een periode van seksuele opwinding, angst en persoonlijkheidsverwarring.20 Sigmund Freud stelde dat de adolescentie een universeel fenomeen is dat gepaard gaat met fysiologische, psychologische, sociale, emotionele en gedragsveranderingen die van invloed zijn op het zelfbeeld.21 Dit laatste gegeven is interessant voor het onderzoek, omdat de diverse veranderingen die door de puberteit in gang worden gezet een niet te onderschatten invloed zullen hebben op hoe het individu zichzelf ziet en waardeert. Op het toneel kan de jongere met bepaalde gevoelens oefenen en leren hoe er met bepaalde ervaringen en teleurstellingen zou kunnen worden omgegaan. 17
Arnett, Jeffrey Jensen. “Adolescent Storm & Stress Reconsidered.” American Psychologist 54.4 (1999): 317-326. (319) Manaster (3) 19 Gullotta, Thomas P. et al. The Adolescent Experience. New York: Academic Press, 1999. (8) 20 Rice (32-33) 21 Muuss, 1972 (38) 18
~ 17 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Het ego is voornamelijk tijdens de adolescentie een (zelf)regulerende kracht. Deze kracht dient een balans te vinden tussen de impulsen vanuit het ego (het ‘Es’) en de omringende sociale omgeving. Hiertegenover staat het geweten (het ‘Superego’) dat het morele besef reguleert. Tijdens de adolescentie is het ego volgens Freud niet opgewassen tegen de toenemende kracht van het ‘Es’ en het ‘Superego’. De seksuele rijping speelt hier in het bijzonder een belangrijke rol. Elk individu bezit volgens Freud een instinctieve drift die van invloed is op het eigen gedrag en de omgang met anderen. Tijdens de adolescentie raken jongeren meer geïnteresseerd in sociale relaties.22 Toch stellen Freud en David Elkind (geb. 1931) dat er kan worden gesproken van een ‘cognitief egocentrisme’. Het individu denkt uniek te zijn (de ‘persoonlijke fabel’) en ontwikkelt een beeld van hoe hij of zij zichzelf het liefst ziet (het ‘ik-ideaal’). Tegelijkertijd denkt het individu dat hij of zij continu wordt bekeken en beoordeeld door de anderen om hem of haar heen (het ‘imaginaire publiek’). Als het individu bewonderend of bekritiserend naar zichzelf kijkt, verwacht hij of zij dat anderen dat ook doen.23 Voor het onderzoek zou dit kunnen betekenen dat de jongere al dan niet rekening houdt met wat anderen van hem of haar zullen vinden. Op die manier kan de zelfevaluatie worden beïnvloedt door de omringende sociale wereld. Door op het toneel te gaan staan en jezelf bloot te geven zal de adolescent het zelfbeeld kunnen ontwikkelen. ∗
Antropologische adolescentiebenadering: Ruth Benedict (1887 – 1948) en Margaret Mead (1901 – 1978)
Ruth Benedict benadrukte dat de jongere door middel van een sociaal leerproces waarden en gedrag kan worden bijgebracht, wat van pas kan komen in de volwassenheid.24 Vanuit de antropologische benadering wordt het belang van de sociale omgeving bij de persoonlijkheidsontwikkeling benadrukt.25 Er zijn diverse cultureel antropologische studies die de adolescente ontwikkeling bespreken. Margaret Mead en Ruth Benedict beschrijven de adolescentie in een culturele context. Om het concept adolescentie uit te leggen halen zij het ‘cultureel relativisme’ aan. Het cultureel relativisme benadrukt het belang van sociale ‘instanties’ en culturele factoren bij de menselijke ontwikkeling. Margaret Mead stelde dat het zoeken naar een betekenisvolle identiteit de belangrijkste taak van de adolescentie is. Het eigen gedrag wordt geëvalueerd aan de hand van dat van leeftijdsgenoten. Tegelijkertijd nemen individuen de, vaak instabiele, waardesystemen van de peergroup over.26 Ook bij het acteren speelt de sociale omgeving een belangrijke rol, zij kan de adolescent leren over de omgang met anderen en de volwassenwording. In dit onderzoek wordt vooral gekeken in hoeverre het acteren an sich van invloed is op de jongere. Toch zullen aspecten als de invloed en het belang van de peergroup of sociale omgeving eveneens in acht worden genomen.
22
Meeus (43-44) Harter, Susan. The Construction of the Self – A Developmental Perspective. New York: The Guilford Press, 1999. (76) en Rice (371) 24 Muuss, 1972 (111-13) 25 Rice (40) 26 Muuss, Rolf E. Adolescent behavior and society: a book of readings. New York: Random House, 1975. (111) 23
~ 18 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Gestalt-adolescentiebenadering: Kurt Lewin (1890 – 1947)
Kurt Lewin stelde dat de invloed van de omgeving op het gedrag en de ontwikkeling van het individu erg belangrijk is.27 Lewin omschreef de adolescentie als een overgangsperiode waarin de adolescent zich dient aan te passen aan verschillende sociale groepen. Terwijl het kind en de volwassene volgens hem een vrij duidelijk beeld hebben van de groep waartoe zij behoren, hoort de adolescent gedeeltelijk bij de kinderen en gedeeltelijk bij de volwassenen. Lewin spreekt dan ook van een gebrek aan groepsstatus. Dit zorgt voor vele onzekerheden, omdat kinderlijke gedragsvormen niet langer geaccepteerd worden en volwassen gedrag nog niet is toegestaan. Doordat de adolescent nog geen duidelijk begrip heeft van de eigen status, verwachtingen en verplichtingen, vertoont hij of zij onduidelijk gedrag. De adolescent heeft dan ook, zo stelt Lewin, specifieke doeleinden en constructieve sturing nodig.28 De ideeën van Kurt Lewin zijn voor dit onderzoek relevant, omdat zij de adolescent in een sociale omgeving centraal stellen. De adolescent wordt geacht om zich voor te bereiden op de volwassenheid door een identiteit te ontwikkelen en zelfkennis en sociale kennis op te doen. De sturing die Lewin hiervoor nodig acht kan bijvoorbeeld door middel van het acteren worden geboden. ∗
Cognitief-structurele adolescentiebenadering: Jean Piaget (1896 – 1980)
Jean Piaget schetste de cognitieve ontwikkeling van de mens in een viertal stadia: de sensomotorische, pre-operationele, concrete operaties en formele operaties fase. Deze stadia omschrijft hij aan de hand van het egocentrisme. De sensomotorische en pre-operationele fase kenmerken zich door een gebrek aan differentiatie tussen het eigen gezichtspunt en die van een ander. De adolescent bevindt zich volgens Piaget tussen de concrete operaties en formele operaties fase. In deze faseovergang vormt het individu een idealisme dat bestaat uit onrealistische voorstellingen en een omvorming van de realiteit. Dit wordt mogelijk gemaakt door het formeel operationeel denken: de adolescent kan de echte, objectieve wereld achter zich laten en in de ideeënwereld stappen. Hier kan hij of zij logische deducties maken en nadenken over mogelijkheden en gevolgen.29 Vooral het idee van Piaget met betrekking tot de ontwikkeling van een formeel operationeel denkvermogen kan belangrijke inzichten bieden voor het acteren. Aan de hand van een dergelijk denkpatroon kan de adolescent zich inleven in anderen en de verschillende mogelijkheden en uitkomsten van situaties indenken. Het toneel fungeert als veilige plek om deze mogelijkheden uit te testen.
27
Lewin, Kurt. A dynamic theory of personality: selected papers. New York: McGraw-Hill Book Company, 1935. (94) Muuss, 1972 (125) 29 Muuss, 1972 (186 & 192) 28
~ 19 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Psychosociale adolescentiebenadering: Robert Havighurst (1900 – 1991) In de psychosociale benadering worden individuele
De ontwikkelingstaken van de adolescent volgens Havighurst: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Accepting one's physique and a masculine or feminine role. New relations with age-mates of both sexes. Emotional independence of parents and other adults. Achieving assurance of economic independence. Selecting and preparing for an occupation. Developing intellectual skills and concepts necessary for civic competence. Desiring and achieving socially responsible behavior. Preparing for marriage and family life. Building conscious values in harmony with an adequate scientific world-picture.
behoeften verbonden aan de eisen vanuit de samenleving.30 Het gedrag van het individu is dan ook sociaal gemotiveerd. De adolescentie kent, zo stelde Robert Havighurst, een aantal belangrijke ontwikkelingstaken.
Deze
taken
omvatten
vaardigheden, kennis, functies en houdingen die een individu in zijn of haar leven dient te verwerven.
Figuur 1: Robert Havighursts’ Ontwikkelingstaken
Door
middel van
fysieke
rijping
en persoonlijke
inspanningen kunnen de taken worden volbracht. Wanneer het individu bepaalde taken niet volbrengt, zal hij of zij zich onzeker voelen over toekomstige taken. Elke taak is, zo stelde Havighurst, een vereiste voor de volgende. Voor elk van deze taken zag hij een biologische basis en een specifieke tijdsperiode waarin de taak dient te worden volbracht. Om dit proces goed te laten verlopen, bestaan er voor elk van de taken zogenaamde ‘leerzame momenten’. Door middel van socialiserende media kan de samenleving het individu helpen bij het vervullen van de taken op gepaste leeftijden.31 In het kader van het onderzoek is deze psychosociale benadering van belang, omdat Havighurst de ontwikkelingstaken die ieder individu dient te volbrengen in zijn of haar leven hierin weergeeft. Het acteren zou hierbij als socialiserend medium kunnen fungeren, omdat het de adolescent de ruimte biedt om zichzelf, anderen en de maatschappij te leren kennen. Tegelijkertijd kan de jongere een eigen levensplan en identiteit ontwikkelen en over sociaal geaccepteerde normen en gedrag leren. ∗
Sociologische adolescentiebenadering: Allison Davis (1902 – 1983)
Vanuit een sociologisch perspectief wordt de adolescent gezien als actor in een sociale omgeving. Allison Davis stelde dat het individu door middel van socialisering steeds meer onderdeel wordt van de samenleving. In deze socialisering leert de adolescent nieuwe manieren, overtuigingen, normen en waarden en maakt dit onderdeel van de persoonlijkheid. Davis beschouwde de menselijke ontwikkeling dan ook als een continu proces waarin sociaal acceptabel gedrag kan worden verworven.32 Het individu wordt zich in deze periode steeds bewuster van de eigen sociale behoeften – het hebben van vrienden en zich geaccepteerd voelen door de peergroup – en wordt gevoeliger voor sociale druk.33 Ook in deze adolescentiebenadering ligt de nadruk op de rol van de sociale omgeving bij de ontwikkeling van de
30
Rice (43) Manaster (13 & 17) en Muuss, 1972 (141-142) 32 Rice (39) en Muuss, 1972 (139) 33 Muuss, 1972 (140) 31
~ 20 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
adolescent. Gezien het onderzoek zou het acteren kunnen worden beschouwd als middel om bepaalde sociale opvattingen eigen te maken en een zelfbewustzijn te ontwikkelen. ∗
Socio-psychoanalytische adolescentiebenadering: Erik Erikson (1902 – 1994)
De adolescentie is door Erik Erikson omschreven als een periode waarin het individu een positieve persoonlijke identiteit dient te vormen en de gevaren van rolverwarring dient te vermijden.34 Bij deze identiteitsvorming komen een drietal processen samen: een biologisch, een ego- en een omgevingsproces. In de zoektocht naar een identiteit, of zoals Erikson dat noemt ‘het gevoel van continuïteit’ binnen het zelf, wordt het individu geacht een actieve rol te spelen in en in interactie te treden met de omgeving. Op diverse gebieden ervaart de jongere identiteitscrises, die kunnen worden opgelost en verhelderd, maar ook voor meer verwarring kunnen zorgen. Dit zorgt voor een constante schommeling tussen extremen, zekerheden en onzekerheden. Het acteren zou de ruimte kunnen bieden om diverse mogelijke identiteiten te onderzoeken en uit te testen. Door samen met anderen op het toneel te staan, kunnen de jongeren elkaar bij deze zoektocht de nodige hulp en steun bieden. Naast het ontwikkelen van een persoonlijke identiteit, wordt het zich verhouden tot de sociale omgeving dan ook steeds belangrijker. Dit maakt de persoonlijke identiteit tegelijkertijd sociaal. Erikson hecht veel waarde aan de ‘peergroup’: zij helpt het individu antwoord te vinden op de vraag ‘Wie ben ik?’35 Ook bij het vormen van persoonlijke ideologieën en een levensfilosofie, waarmee keuzes kunnen worden gemaakt en het eigen gedrag kan worden gestuurd, spelen leeftijdsgenoten een belangrijke rol. Met een goedgevormde persoonlijke identiteit kan de adolescent interpersoonlijke relaties aangaan.36 ∗
Cognitief-morele adolescentiebenadering: Lawrence Kohlberg (1927 – 1987)
Volgens Lawrence Kohlberg gaat de cognitieve ontwikkeling van het individu vooraf aan zijn of haar morele ontwikkeling. Kohlberg omschreef moraliteit als een gevoel van rechtvaardigheid die instinctief, onbevooroordeeld en sociaal is. Het is een soort bewustzijn van universele waarden en ethische principes. Om moreel te kunnen oordelen is een bepaald niveau van cognitieve ontwikkeling nodig en dienen sociale normen door het individu eigen te worden gemaakt. Kohlberg maakte een onderscheid tussen een drietal morele ontwikkelingsniveaus: het pre-conventionele of pre-morele niveau, het conventionele niveau en het post-conventionele niveau. 37 In de adolescentie wordt de moraliteit socialer als gevolg van interpersoonlijke relaties en sociale verplichtingen die worden aangegaan. Uit deze sociale ervaringen en interacties ontwikkelt de adolescent morele en sociale conventies.38 Deze sociale en morele normen zouden onder andere in het acteren door de jongere kunnen worden opgedaan. 34
Rice (37) en Muuss, 1972 (55) Erikson, Erik H. Identity and the life cycle. New York: W.W. Norton & Company, 1959.(89) 36 Muuss, 1972 (67) 37 Papalia (375-77) 38 Adams en Berzonsky (99-100, 248 & 253) 35
~ 21 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
De adolescent bevindt zich volgens Kohlberg tussen het tweede (conventionele) en derde (postconventionele) morele stadium. Op het conventionele niveau (vanaf ± tien jaar) leert het individu om zich conform geïnternaliseerde sociale rollen te gedragen. In de vroeg-adolescentie (vanaf ± twaalf, dertien jaar) zou het individu conflicten kunnen herkennen en eigen beoordelingen kunnen maken op basis van juistheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid (de zogenaamde ‘autonome morele principes’).39 In de ene situatie maakt de adolescent autonome morele beoordelingen, in de andere situatie ligt de focus op persoonlijke doeleinden. Dit kan worden verbonden aan het feit dat er in de adolescentie een uitbreiding van sociale kennis plaatsvindt. De jongere denkt na over eigen en andermans acties. De sociale ontwikkeling die dit tot gevolg kan hebben, zou kunnen zorgen voor een verandering in het zelfconcept, wanneer het zelf wordt vergeleken met anderen.40 Het acteren zou dus daadwerkelijk van invloed kunnen zijn op de identiteitsvorming en ontwikkeling van het individu. De jongere leert zichzelf door het acteren kennen en leert omgaan met anderen om hem of haar heen. De opgedane sociale en maatschappelijke kennis, als gevolg van het oefenen met bepaalde rollen en verantwoordelijkheden, kunnen door de adolescent in het echte, volwassen leven worden toegepast. Tegelijkertijd positioneert het individu zich in deze omgeving en ontwikkelt een zelfdefinitie.
Leeftijdscategorieën binnen de adolescentie Een ander onderscheid dat binnen de adolescentie kan worden gemaakt is aan de hand van verschillende leeftijdscategorieën. Als we de diverse indelingen met elkaar vergelijken kan er worden geconcludeerd dat de adolescentie door elk van de theoretici wordt opgedeeld in een drietal fasen: vroeg-, midden- en laat-adolescentie. Elizabeth B. Hurlock en Leni Verhofstadt-Denève spreken daarnaast van een preadolescentie die voorafgaat aan de vroeg-adolescentie. Manuela Du Bois-Reymond spreekt daarnaast nog van een post-adolescentie, een periode die op de laat-adolescentie volgt. De leeftijden van de preadolescentie komen ongeveer overeen met wat Du Bois-Reymond en Huub Nelis en Yvonne van Sark de vroeg-adolescentie noemen; de vroeg-adolescentie, zoals genoemd door Hurlock en Verhofstadt-Denève behelzen globaal dezelfde leeftijden als wat door Du Bois-Reymond en Nelis en Van Sark wordt omschreven als de midden-adolescentie. Voor dit onderzoek is het onderscheid van Du Bois-Reymond interessant, omdat er een vierde ‘fase’ wordt toegevoegd aan het onderscheid. Deze extra categorie zorgt ervoor dat ook de respondenten die ouder zijn dan 21 jaar worden meegenomen in het vergelijken van de diverse stadia binnen de adolescentie.
39 40
Papalia (377-78) Adams en Berzonsky (263)
~ 22 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
ELIZABETH B. HURLOCK (1949) 41
MANUELA DU BOIS-REYMOND (1995) 42
Pre-adolescentie: 10-12 jaar
Vroeg-adolescentie: 12-14 jaar
Vroeg-adolescentie: 13-16 jaar (puberteit)
Midden-adolescentie: 15-17 jaar
Laat-adolescentie: 17-21 jaar (adolescentie)
Laat-adolescentie: 18-20 jaar
LENI VERHOFSTADT-DENEVE (1998) 43
Post-adolescentie: 21-24 jaar
Pre-adolescentie: 11-13 jaar
HUUB NELIS & YVONNE VAN SARK (2009) 44
Vroeg-adolescentie: 14-16 jaar
Vroeg-adolescentie: 10-14 jaar
Laat-adolescentie: vanaf 17 jaar
Midden-adolescentie: 14-16 jaar Laat-adolescentie: 16-22 jaar
Figuur 2: Leeftijdscategorieën in de adolescentie
Belangrijke veranderingen in de adolescentie De adolescent bereikt niet alleen een bepaalde leeftijd en reproductieve rijpheid, maar ondergaat tevens diverse veranderingen. Dergelijke aanpassingen en ervaringen zullen van invloed zijn op de periode daarna: de volwassenheid. Naast biologische veranderingen vinden er in de adolescentie op een drietal andere vlakken belangrijke, ingrijpende veranderingen plaats: 1.
Intellectueel vlak: De adolescent leert abstracter te denken aan de hand van hypotheses en concepten; het denken wordt hierdoor gestructureerder en logischer.
2.
Persoonlijk vlak: De zoektocht naar een stabiel en permanent gevoel van het zelf komt centraal te staan.
3.
Sociaal vlak: De adolescent maakt zich steeds meer los van de ouders en gaat zich verhouden tot peergroups, waar het individu gevoelens van behoren en acceptatie zou kunnen ervaren.
41
45
Muuss, 1972 (15) Bois-Reymond, Manuela du et al. Childhood and Youth in Germany and the Netherlands: Transitions and Coping Strategies of Adolescents. Berlin: Walter de Gruyter, 1995. (230) 43 Verhofstadt-Denève (149) 44 Nelis en Van Sark (20-25) 45 Hughes, Fergus P. Children, Play and Development. London: Allyn and Bacon, 1999. (108-09 & 123) 42
~ 23 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗ Intellectuele veranderingen Voor sommige jongeren is de adolescentie een periode van positieve veranderingen, voor anderen een periode van intellectuele instabiliteit.46 De adolescent wordt zich meer bewust van zichzelf, verbreedt de eigen horizon en krijgt inzicht in zichzelf en anderen, waardoor het individu kritischer zal worden ten opzichte van zichzelf en de ander.47 Jean Piaget (1896-1980) stelde dat de adolescent in cognitief opzicht in de formeel operationele fase terechtkomt, waarmee het denken abstracter, rationeler en systematischer wordt. Piaget en Bärbel Inhelder (1913-1997) beschreven het formeel operationeel denkvermogen als volgt: “The most distinctive property of formal thought is this reversal of direction between reality and possibility (…) formal thought begins with a theoretical synthesis implying that certain relations are necessary and thus proceeds in the opposite direction. This type of thinking proceeds from what is 48 possible to what is empirically real.”
De adolescent kan niet alleen denken over wat is, maar kan ook speculeren over wat kan zijn. Een dergelijke ontwikkeling kan bijdragen aan het inlevingsvermogen en het nadenken over ‘wat - als’ situaties. Tegelijkertijd wordt de adolescent zich bewust van het eigen denken en het feit dat de eigen mentale processen kunnen worden gestuurd vanuit het zelf – een proces genaamd metacognitie.49
∗ Persoonlijke veranderingen Adolescenten krijgen meer dan daarvoor een zelfbewustzijn waarmee een maatschappelijk perspectief kan worden gevormd, dat zowel gevoelig, als idealistisch is ten opzichte van het daadwerkelijke leven.50 Steeds meer voelt de adolescent de behoefte om samenhang te vinden tussen de diverse aspecten binnen het zelf. Dit is niet altijd even eenvoudig en het individu zou dan ook verwarring of identiteitsverlies kunnen ervaren. 51 Tijdens de adolescentie wordt het individu geacht het zelf te ontdekken, over het zelf na te denken en een zelfbeeld te vormen.52 Dit zelfconcept bestaat volgens A.E. Jackson en Luc Goossens (2006) uit een tweetal samenkomende processen: het individu wil zich onderscheiden van anderen (differentiatie), maar tegelijkertijd het zelf integreren in sociale groepen (assimilatie).53 Dit biedt mogelijkheden voor zelfexpressie en persoonlijke groei. Door het onderzoeken van rollen, normen, waarden en relaties kan er door het individu worden gezocht naar gevoelens van samenhang binnen het zelf en in de relaties met anderen.54
46
Gullotta et al., 1999 (57) Beets, Nicolaas. Persoonsvorming In de Adolescentie – Kanttekeningen bij de educatieve uitdaging. Utrecht: Bijleveld, [s.a.] (57-60) 48 Erikson, E. en B. Inhelder. The Growth of Logical Thinking from Childhood to Adolescence. New York: Routledge, 1999. (251) 49 Heuves (25) en Papalia (309) 50 Meeus (24) 51 Kroger, Jane. Identity Development: Adolescence through Adulthood. London: SAGE Publications, 2000. (38) 52 Meeus (36-38) 53 Jackson en Goossens (276) 54 Harter (71) 47
~ 24 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗ Sociale veranderingen Naast persoonlijkheidsverandering speelt de interactie met anderen een belangrijke rol tijdens de adolescentie. In deze levensfase dringen sociale rollen, verwachtingen en hun potentiële culturele betekenissen zich aan de adolescent op.55 De adolescent wordt door middel van zijn of haar identiteit aan de sociale wereld verbonden, waarbij hij of zij zich bewust zou kunnen worden van bestaande rollen en zal proberen zich deze eigen te maken. Dergelijke rollen zijn zowel een subjectief, als objectief deel van de persoonlijkheid: het individu denkt na over de eigen rol in de maatschappij en gaat zich bezighouden met hoe anderen hun gedrag zullen interpreteren. 56 De invloed van de peergroup is groot tijdens de adolescentie, zij helpt het individu om de eigen identiteit binnen een sociale context te vinden. Het zelf ligt diep geïntegreerd in de relaties die worden aangegaan en het zelf betekenis geven.57 De peergroup fungeert als sociaal referentiekader en begeleidt het individu bij het uitproberen van uiteenlopende, alternatieve rollen. Hiermee anticipeert de jongere op potentiële, toekomstige rollen.58
Identiteit Een individu is tijdens zijn of haar leven op zoek naar een eigen identiteit. Deze identiteit kan worden beschouwd als het unieke karakter dat onafscheidelijk verbonden is aan het individu. De identiteit kan worden gekoppeld aan de vragen ‘Wie was ik? Wie ben ik? Wie zal ik zijn?’59 De persoonlijke identiteit is enkelvoudig: het geeft het individu een definitie en wordt gevormd aan de hand van de eigen gedachten, gevoelens en wensen ten opzichte van het zelf. Tegelijkertijd kan deze identiteit als meervoudig worden beschouwd. Zo stelt Maaike Bleeker (2005) dat de identiteit door de relaties die worden aan gegaan een continue transformatie doormaakt.60 De identiteit wordt op die manier niet alleen vormgegeven aan de hand van eigen ervaringen, verlangens en verwachtingen, maar ook door hoe het individu door de samenleving wordt benaderd of benoemd.61 Bij de vorming van een identiteit vindt er een constante wisselwerking plaats tussen de samenleving en het individu. De uiteindelijke identiteit is dan ook deels afhankelijk van de context waarin deze wordt vormgegeven. “Identity is conceptualized as an internalized, self-selected regulatory system that represents an organized and integrated psychic structure that requires the developmental distinction between the inner self and the outer social world.” 62 Gerald Adams (1992).
55
Lerner (331) Gullotta et al., 1999 (76) 57 Lapsley, Daniel K. and Darcia Narvaez (ed.) Moral Development, Self, and Identity. London: Lawrence Erlbaum Associates, 2004.(267) 58 Ausubel, David P. et al. Theory and Problems of Adolescent Development. New York: Grune & Stratton, 1977. (306) en Lerner (45) 59 Lapsley en Narvaez (128) 60 Bleeker, Maaike e.a. Multicultureel Drama. Amsterdam: AUP, 2005. (83) 61 Verhofstadt-Denève (53-54) 62 Adams, Gerald R. et al (ed.) Adolescent Identity Formation. London: SAGE Publications, 1992. (1) 56
~ 25 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Identiteitstheorieën Er zijn diverse theorieën beschikbaar die het concept identiteit een definitie kunnen geven. Aan de hand van de literatuur over identiteit zijn een aantal benaderingen uiteengezet. De keuze voor de verschillende denkers is gelegen in de relevantie van hun theorieën voor het onderzoek. ∗
Socio-culturele identiteitsbenadering: William James (1842 – 1910), George H. Mead (1863 – 1931) en Charles Cooley (1864 – 1929)
Volgens de socio-culturele benadering wordt de identiteit van het individu grotendeels bepaald door de cultuur waarin hij of zij zich bevindt; een zogenaamde door de cultuur gedefinieerde rol.63 William James maakte een onderscheid tussen het subjectieve en het objectieve zelf. Het subjectieve zelf ervaart, denkt en construeert kennis: het individu ervaart samenhang binnen het zelf. Het objectieve zelf is een object waar over nagedacht kan worden en waarop kan worden gereflecteerd: het is het individu dat onderdeel uitmaakt van een groter geheel. Het zelf wordt hierdoor reflexief.64 Charles Cooley en George H. Mead stellen dat het zelf ontstaat uit sociale ervaringen en interacties: het is een afspiegeling van de verwachtingen van anderen om het zelf heen. 65 De wisselwerking tussen het persoonlijke en het sociale is fundamenteel voor het uiteindelijke zelfconcept. George H. Figuur 3: George Herbert Mead's I en Me
Mead definieerde identiteit als het Zelf bestaande uit het ‘I’ (of het private zelf: het individuele, creatieve en reflexieve deel van het zelf) en het ‘Me’ (of het publieke zelf: het sociale, maatschappelijke deel van het zelf; de samenleving in het individu).66 Mead omschreef het zelf als een ‘gegeneraliseerde ander’: het zelf is de gemene deler van wat iemand in zijn of haar omgeving aan opvattingen en houdingen aantreft.67 Charles Cooley sprak van een zogenaamde “looking glass self”: het individu formuleert een zelfevaluatie op basis van hoe anderen hem of haar benoemen of beoordelen. Cooley noemt het zelf een spiegel waarin de verwachtingen en houdingen van anderen ten opzichte van het zelf worden gereflecteerd.68 In dit proces zijn een drietal dimensies te onderscheiden: 1.
De zelfperceptie.
2.
Hoe anderen het individu zien.
3.
Hoe het individu denkt gezien te worden. (de zogenaamde ‘reflected appraisals’)
63
69
Kroger (12-13) Shaffer, David R. (ed.) Social & Personality Development. California: Brooks/Cole Publishing Company, 1994. (211) en Rosenberg, Morris. Conceiving the Self. New York: Basic Books, Inc. Publishers, 1979. (24) 65 Hoof, Anne van. Identity formation in adolescence: structural integration and guiding influences. Enschede: Febodruk bv., 1997. (3) 66 Worchel, Stephen et al (ed.) Social Identity: international perspectives. London: SAGE Publications, 1998 (2) 67 Jackson en Goossens (92) 68 Postmes, Thomas T. and Nyla R. Branscombe. Rediscovering Social Identity: key readings. New York: Psychology Press, 2010. (316-17) en Pope, Alice W. et al. Self-esteem enhancement with children and adolescents. New York: Pergamon, 1988. (16-17) 69 Van Hoof (74) en Shaffer (210) 64
~ 26 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
De theorieën van William James, George H. Mead en Charles Cooley maken duidelijk dat de zelfbeoordeling in belangrijke mate is afgeleid van “reflected appraisals”: de interpretatie van andermans reacties.70 Dit is relevant voor het onderzoek, omdat het laat zien dat de individuele identiteit wordt vormgegeven door een combinatie van de eigen ideeën en gevoelens met hoe anderen het individu beschouwen en benaderen. De beoordeling door anderen speelt ook op het toneel een belangrijke rol voor de uiteindelijke identiteit die door het individu wordt gevormd. ∗
Psychoanalytische identiteitsbenadering: Sigmund Freud (1856 – 1939) en Carl Gustav Jung (1875 – 1961)
De vorming van een identiteit is volgens Sigmund Freud iets wat binnenin het individu Figuur 4: Sigmund Freuds' Es, Ich en Überich
plaatsvindt. Zoals al eerder is gesteld, bevinden er volgens Freud een drietal aspecten binnen het individu: het Es, het Ich
en het Űberich. Het Es roept bepaalde driften op; het Ich (of ego) zou kunnen zorgen voor de bevrediging van deze driften. Het Űberich laat de bevrediging toe als dit moreel geoorloofd is. Het individu dient, zo stelde Freud, leren om de eigen driften te reguleren. Dit kan hij of zij doen door zich aan te passen aan de verwachtingen van de samenleving. Uiteindelijk maakt het Űberich (of het Superego) zich de normen van de samenleving eigen. Het individu bevindt zich continu in een tweestrijd tussen de eigen, instinctieve behoeften en het verlangen om tot een groep te behoren.71 Als we dit relateren aan het onderzoek kan er worden gesteld dat het individu zichzelf probeert te positioneren in de samenleving in overeenstemming met bepaalde sociale verwachtingen. Carl Gustav Jung omschreef
Figuur 5: Carl Jungs' Zelf
het ‘Zelf’ als de totaliteit van de psyché: het verenigt het bewuste en het onbewuste.72 In Jungs’ theorie is het Ego het centrum van het zelf of identiteit. Het zelf is het resultaat van een individuatieproces waarin diverse aspecten binnen de persoonlijkheid worden geïntegreerd.73 Door middel van een zogenaamde ‘ego differentiatie’ probeert het individu zichzelf in de buitenwereld te verankeren. Wanneer het Ego op een probleem stuit dat moeilijk op te lossen lijkt, gaat het individu volgens Jung binnen zichzelf op zoek naar een regulerend mechanisme. Het individu wordt als het ware uitgedaagd om het zelf op bewuste wijze te herontdekken. In dit proces keert het individu terug naar het innerlijke centrum van het zelf. Dit zorgt voor een continue reorganisatie, herdefinitie en revaluatie van het Ego. Kortom: de zoektocht naar de ‘ware zelf’ blijft gaande. 74 Dit sluit goed aan bij het idee dat de adolescent de taak heeft om continu de eigen identiteit te vormen en hervormen.
70
Rosenberg, 1979 (12) Meeus (43-44) en Gullotta et al., 1999 (23-24) 72 Henderson, Josepf L. “Oude mythen en de moderne mens” (vert. E. Camerling) De mens en zijn symbolen. Red. Carl Gustav Jung. Rotterdam: Lemniscaat, 1964. 104-149. (120) 73 Zweig, Connie. Meeting the Shadow. Los Angeles: J.P. Tarcher, 1991. (24) 74 Franz, M.L. von “Het individuatieproces” (vert. A.J. Blits) De mens en zijn symbolen. Red. Carl Gustav Jung. Rotterdam: Lemniscaat, 1964. 158-218. (161-62 & 169) 71
~ 27 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Structurele identiteitsbenadering: Jean Piaget (1896 – 1980), Jane Loevinger (1918 – 2008) en Robert Kegan (geb. 1946 )
Volgens de structurele identiteitsbenadering vinden er in diverse stadia veranderingen plaats binnen het ego. Jean Piaget benaderde de ontwikkeling van de mens als een proces dat fasegewijs verloopt. Vanaf een jaar of elf ontwikkelt het kind zich volgens het model van Piaget tot een formeel operationeel denkend wezen.75 Zoals al eerder werd gesteld houdt dit een abstracte, logische en hypothetiserende denkwijze in. Het individu Figuur 6: Jean Piagets’ Cognitieve Ontwikkelingsstadia
kan nadenken over de realiteit, maar ook over
mogelijkheden en alternatieven. Volgens de structurele identiteitsbenadering ontwikkelen de verschillende aspecten van de persoonlijkheid zich tot één geheel aan de hand van een analytische reflectie op het eigen denken. Identiteit is volgens Piaget een product van dit ontwikkelingsproces.76 Jane Loevinger omschreef de identiteitsontwikkeling als een
Figuur 7: Jane Loevingers’ Fasenmodel
proces waarbij de identiteit wordt beschouwd als een referentiekader om de eigen wereld te construeren en te interpreteren.77 De ontwikkelingstheorie van Loevinger kent negen fases. De adolescent bevindt zich tussen de conformistische (4) en de zelfbewuste fase (5). In de conformistische fase, om en nabij de jong-adolescentie, bekijkt het individu zichzelf en anderen conform sociaal geaccepteerde normen en voorschriften: gedrag wordt extern beoordeeld. De peergroup speelt hierbij een belangrijke rol. 78 Tijdens de midden-
en
laat-adolescentie
ontwikkelt
het
individu
betekenisvolle
levensfilosofieën, religieuze en spirituele oriëntaties en sociale waarden. De zelfbewuste fase wordt volgens Loevinger gekenmerkt door een toename in zelfbewustzijn en zelfkritiek en een vermogen om over
meerdere
79
mogelijkheden tegelijkertijd na te kunnen denken.
75
Dieleman (62) Kroger (12-13) en Gullotta et al., 1999 (52-53) 77 Witherell, S. en V. Erickson. "Teacher Education as Adult Development" Theory into Practice. 17.3 (2001): 229-235.(231) 78 Meeus (40-41, 125-26 & 145-46) 79 Witherell en Erickson (231) en Young-Eisendrath, Pauline. "Ego Development: Inferring the Client's Frame of Reference" Social Casework 63 (1982): 325-330. (328-29) 76
~ 28 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Robert Kegan beschrijft de ontwikkeling van een individu aan de hand van een zestal ‘evenwichtsfasen’. Tijdens de vroeg-adolescentie probeert het individu vooral een interpersoonlijke balans (fase 3) te bewerkstelligen, waarbij eigen en andermans behoeften worden gecoördineerd. In de laat-adolescentie wordt deze balans institutioneel van aard (fase 4): de zelfdefinitie ligt ingebed in sociale en maatschappelijke instituties.80 De ideeën uit de structurele identiteitsbenadering kunnen worden gekoppeld aan het onderzoek, omdat zij het individu beschrijven aan de hand van diverse stadia die de adolescent doorgaat bij het vormen van een identiteit. Een weergave
van
de
fasen-gerelateerde
taken
en
veranderingen biedt inzicht in de ontwikkeling van de Figuur 8: Robert Kegan’s Evenwichtsfasen
∗
adolescent.
Psychosociale identiteitsbenadering: Erik Erikson (1902 – 1994) en James Marcia (± 1966)
De psychosociale benadering onderzoekt de relatie tussen het opgroeiende individu en zijn of haar psychologische aanpassing aan de sociale omgeving. Erik Erikson heeft in relatie tot het identiteitsconcept vooral een bijzondere betekenis gehad voor de psychosociale ontwikkeling in de adolescentie. Voor Erikson is de adolescentie een belangrijke levensfase en periode van persoonlijkheidsversterking. Centraal in zijn werk staat de continue wisselwerking tussen de ontwikkeling van het individu en de sociale omgeving. 81 Erikson beschouwde
identiteitsvorming
als
‘het
continue werk van het zelf’, een constante herziening en aanpassing van het zelfbeeld. 82 Identiteitscreatie is volgens hem een proces waarin het individu diverse identiteitsfases doorloopt. De overgang Figuur 9: Erik Erikson's Identiteitsfasen
naar een volgende fase vindt plaats wanneer de ‘crisis binnen het
individu’ uit de voorafgaande fase is opgelost. Uit de opgeloste identiteitsfases of -crises resulteert een mogelijke identiteit. Erikson ziet een tweetal uitkomsten van de identiteitscrisis: het individu vindt een identiteit of ervaart identiteitsverwarring. De identiteit kan volgens Erikson worden beschouwd als een gevoel dat gebaseerd is op een tweetal aspecten: het gevoel van samenhang en continuïteit binnen het 80
Meeus (134) Meeus (44) 82 Erikson (118) 81
~ 29 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
zelf en de her- en erkenning van dit gevoel door anderen. 83 In het kader van het onderzoek is de theorie van Erikson interessant, omdat hij de adolescentie beschouwt als een cruciale periode voor het vormen van een identiteit. Het individu blijft het zelfbeeld continu aanpassen aan de hand van de interactie met de sociale omgeving. Het acteren zou als middel kunnen dienen om de adolescent te ondersteunen bij het onderzoeken, wijzigen en aanvullen van de persoonlijkheid. Een aantal psychologen hebben kritische kanttekeningen geplaatst bij het concept crisis, zoals geformuleerd door Erik Erikson, in relatie tot de identiteit. Gordon Allport (1897-1967) definieerde ‘crisis’ als een situatie van emotionele en mentale stress, waarbij bepaalde progressieve en regressieve wijzigingen in de persoonlijkheidsstructuur zijn vereist.84 David Elkind stelt dat er niet kan worden gesproken van een identiteitscrisis. Hij geeft de voorkeur aan identiteit als een ‘zoektocht naar geloof en vertrouwen’. De identiteitsvorming stelt, volgens Elkind, een min of meer stabiele wereld met voorspelbare toekomst voor, waarin volwassenen aan de hand van bepaalde waarden richting kunnen geven aan het eigen leven.85 James Marcia spitst zijn identiteitstheorie eveneens toe op de psychosociale ontwikkeling van de adolescent. Volgens Marcia is het zoeken van een identiteit een proces waarin het individu uiteindelijk een plaats krijgt toegewezen in de sociale wereld.86 Marcia stelt dat er niet zozeer kan worden gesproken van identiteitsoplossing óf identiteitsverwarring. De adolescentie kan, wat hem betreft, beter worden begrepen in relatie tot de mate waarin het individu heeft gezocht naar een identiteit en serieuze verplichtingen is aangegaan. Marcia stelt dat het individu in zijn of haar zoektocht naar een identiteit vier mogelijke ‘identity statuses’ zou kunnen ervaren: 1. ‘Foreclosure’:
verplichtingen worden aangegaan zonder
voorafgaand ‘onderzoek’. Zo zou de adolescent een door anderen of door de samenleving voorgeschreven identiteit kunnen gaan aannemen. 2. ‘Identity diffusion’: de adolescent wordt overweldigd door de taak van identiteitsvorming; het individu doet geen onderzoek en gaat geen verplichtingen aan. Het individu zou een negatieve identiteit kunnen gaan aannemen. 3. ‘Moratorium’: de adolescent zit midden in een crisis, maar gaat geen of vage verplichtingen aan. Deze status wordt gekarakteriseerd door een actieve exploratie van verscheidene alternatieven.
83
Figuur 10: James Marcia's Identiteitsstatussen
Erikson (118) Adams en Berzonsky (77) 85 Elkind, David. The Child and Society. New York: OUP, 1979. (11) 86 Archer, Sally L. (ed.) Interventions for Adolescent Identity Development. London: SAGE Publications, 1994. (17) 84
~ 30 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
4. ‘Identity achievement’: individuen hebben een crisis ervaren, diverse identiteiten onderzocht en zijn verplichtingen aangegaan.
Bovenstaande categorieën kunnen niet worden verbonden aan specifieke levensfasen, maar dienen te worden beschouwd als momentopnames.87 Het vinden van een stabiele (volwassen) identiteit (‘identity achievement’) is afhankelijk van de mate van onderzoek door het individu naar alternatieve manieren van handelen, denken en begrijpen.88 Hierbij zijn twee variabelen volgens Marcia essentieel: crisis (tijdens de adolescentie is het individu actief bezig met het kiezen van alternatieve beroepen en overtuigingen; er wordt naar ‘antwoorden’ gezocht) en verplichting (de mate van persoonlijke investering in een beroep of overtuiging; de betekenisvolle keuze voor het sturen van gedrag). 89 Marcia’s theorie kan worden gerelateerd aan het onderzoek, omdat ook hij beschrijft hoe de adolescent zijn of haar identiteit zou kunnen onderzoeken en vormen. Tijdens de levensloop worden diverse alternatieven onderzocht en verschillende posities ingenomen. Hierbij zal het individu constant tussen diverse statussen schakelen. ∗
Narratieve identiteitsbenadering: Paul Ricoeur (1913 – 2005), Ulrich Neisser (1928 – 2012) en Dan McAdams (geb. 1954) “The narrative constructs the identity of the ‘character’, what can be called his or her narrative identity, in constructing that of the ‘story’ told. It is the identity of the ‘story’ that makes the identity of the ‘character’.” 90 Paul Ricoeur (1992).
Paul Ricoeur stelde dat onze identiteit als narratief kan worden beschouwd. Aan de hand van dit narratief kunnen individuen verbindingen leggen tussen diverse gebeurtenissen, ervaringen, gevoelens en ideeën binnen en buiten het zelf. Ricoeur vergeleek de identiteit van een individu met dat van een personage. Door als individu je eigen verhaal te ‘vertellen’ worden diverse gebeurtenissen en ervaringen geïncorporeerd in de eigen persoonlijkheid. De identiteit is constant in beweging en bevat geen vaste structuur of inhoud. Het ‘levensverhaal’ (of identiteit) van een individu kan onophoudend worden herzien. Het leven dat je als individu leeft is altijd verbonden aan die van anderen, zij kunnen als onderdeel van de eigen identiteit worden beschouwd. Door het narratieve karakter van de persoonlijke identiteit geeft het individu zichzelf betekenis in interactie met anderen. In elke situatie kan de identiteit een andere betekenis hebben, zodat het individu vanuit meervoudige identiteiten bekeken kan worden.91
87
Papalia (393) Moshman, David. Adolescent rationality and development. Cognition, Morality and Identity. New York: Psychology Press, 2011. (121) 89 Marcia, J.E. "Development and validation of ego identity status." Journal of Personality and Social Psychology. 3 (1967): 551-58. (119) 90 Ricoeur, Paul. (vert. Kathleen Blamey) Oneself as Another. Chicago: University of Chicago Press, 1992. (147–48) 91 Ricoeur (148) 88
~ 31 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren” “Selves do not exist in isolation. Each of us lives and has grown up in some specific cultural setting. That setting was the context in which we developed our ideas about human nature in general and about ourselves in particular. (…) Different cultures may stress different kinds of self-concept and thus, to some extent, support the development of different selves.” 92 Ulrich Neisser (1997).
Volgens Ulrich Neisser zijn levensverhalen voor het individu een manier om het zelf te kunnen definiëren.93 Door de interactie met anderen krijgt het individuele verhaal betekenis. Het zelf wordt niet alleen begrepen in verschillende culturele contexten, maar dient tegelijkertijd, zo stelt Neisser, als sociaal cultureel proces te worden beschouwd: “Just as the self is situated in interpersonal space, the components of the self reflect the dynamic social contexts in which we dwell.” Het zelfbegrip wordt door de omringende cultuur gemedieerd. Het zelf en de sociale interacties zijn in continue wisselwerking: de eigen ervaringen vertellen ons wie we zijn en wie we zijn vertelt ons wat onze ervaringen betekenen.94 “The self comes to terms with society through narrative identity. (…) Once narrative identity enters the developmental scene, it remains a project to be worked on for much of the rest of the life course.” 95 Dan McAdams (2008).
Dan McAdams omschrijft de identiteit eveneens als levensverhaal. Aan de hand van dit verhaal zou het individu een gevoel van eenheid kunnen ervaren en zichzelf een definitie kunnen geven. Dit doet hij of zij door zogenaamde ‘persoonlijke mythes’ te construeren en te internaliseren. De narratieve identiteit wordt door McAdams dan ook gedefinieerd als het door het individu ‘geïnternaliseerde, evoluerende en integratieve verhaal’ van het zelf. Tijdens de laat-adolescentie en jongvolwassenheid wordt het eigen leven, zo stelt McAdams, gevormd tot een ontwikkelend verhaal dat het ‘gereconstrueerde verleden en de geanticipeerde toekomst’ tot een eenheid integreert.96 Om betekenis te krijgen dient het ‘verhaal’ in een sociale context te worden verteld. Voor het onderzoek is de narratieve identiteitsbenadering relevant, omdat de adolescent in het acteren zijn of haar eigen verhaal kan vertellen en tegelijkertijd verschillende identiteiten en rollen kan uittesten. Het toneel kan jongeren de ruimte bieden om bepaalde gevoelens, gedachten en belevenissen te uiten of te verwerken. Dit zou kunnen resulteren in leerzame of kwetsende ervaringen. De individuele identiteit kan met behulp van het acteren worden gevormd en hervormd en zal aan verandering onderhevig blijven. Ricoeur, Neisser en McAdams zien allen het belang in van de sociale omgeving bij de constructie van een eigen verhaal.
92
Neisser, Ulrich and David A. Jopling. The Conceptual Self in Context. Cambridge: Cambridge University Press, 1997.(4) Neisser, Ulrich and Robyn Fivush (ed.) The Remembering Self – Construction and accuracy in the self-narrative. Cambridge: Cambridge University Press, 1994. (1) 94 Neisser en Jopling, 1997 (8, 128 & 176-181) 95 McAdams, Dan. “Personal Narratives and Life Stories.” Handbook of Personality: Theory and Research. Red. John, Robins en Pervin. New York: Guilford Press, 2008. 242-262.(243 & 252) 96 McAdams (242-43) 93
~ 32 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
De identiteit en het zelfconcept “Identity is generally seen as related to the self, with the understanding that neither term is easy to define and that the relationship of the two concepts is far from clear.” 97 David Moshman (2011).
Telkens wanneer de identiteit wordt gevormd of hervormd, vindt er een herziening van het zelfbeeld plaats. De idee van identiteit lijkt dan ook nauw verbonden te zijn aan het zelfconcept. Sociaal psycholoog Roy Baumeister (geb. 1953) stelt dat het zelfconcept en de identiteit verschillende betekenissen hebben. Het zelfconcept is volgens hem het beschrijvende en evaluerende deel van het individu, dat kan worden vormgegeven door middel van zelfwaarneming en de reflectie op de eigen ideeën; de identiteit omschrijft Baumeister als definiërend: het verbindt de biologische en psychologische factoren, die het individu vormen, aan de sociale context waarin hij of zij zich bevindt. Het zelfconcept zou dan ook kunnen worden beschouwd als een soort ideaalbeeld waarin het individu bepaalde eigenschappen aan zichzelf toeschrijft om zo een gevoel van samenhang binnen het zelf te creëren.98 Dit zelfconcept is een georganiseerd, consistent, maar vloeiend patroon van eigenschappen en behelst een veld met stabiele karakteristieken.99 Gerald Adams en Michael Berzonsky (2006) omschrijven het zelfconcept als een complex psychologisch construct waarmee het individu de essentiële aspecten van zijn of haar individualiteit aan de samenleving kan laten zien.100 Een stabiel zelfconcept zorgt voor een samenhangend referentiekader waar vanuit het individu kan handelen en het eigen gedrag kan evalueren.101 In verschillende contexten krijgt het zelfconcept een andere betekenis, Ruth Strang (1957) noemt het zelfconcept dan ook ‘kameleonachtig’.102 Er zijn een aantal voor dit onderzoek relevante theorieën met betrekking tot identiteit uiteengezet. Maar hoe wordt een identiteit eigenlijk vormgegeven? Welke processen, factoren en actoren spelen hierbij een belangrijke rol? In de volgende paragrafen zal dit kort worden besproken.
Identiteitsvorming “In psychological terms, identity formation employs a process (…) by which the individual judges himself in the light of what he perceives to be the way in which others judge him in comparison to themselves and to a typology significant for them.” 103 Erik Erikson (1902-1994).
Identiteitsvorming is een proces dat afhankelijk is van de interactie tussen het individu en de omgeving.104 Het hebben van een identiteit kan het individu zelfvertrouwen geven ten opzichte van de aspecten waaruit de persoonlijkheid is opgebouwd. Het zorgt ervoor dat de adolescent doelgericht het eigen leven 97
Moshman (117) Van Hoof (81), Harter (142) en Strang, Ruth. The Adolescent Views Himself. New York: McGraw-Hill Book Company, 1957 (72) 99 Manaster (81 & 262-63) 100 Adams en Berzonsky (95-99) 101 Van Hoof (119-20) 102 Strang (101) 103 Van Hoof (41) 104 Baker Sommer, Barbara. Puberty and Adolescence. Oxford: OUP, 1978. (105) 98
~ 33 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
kan leiden en zich sociaal gewaardeerd voelt.105 Manuela Du Bois-Reymond (1995) noemt twee processen die samenkomen in het identiteitsvormingsproces: individuatie (de eigen individualiteit naar voren brengen) en integratie (regels van de sociaal culturele realiteit worden eigengemaakt).106 David Elkind (1979) maakt een soortgelijk onderscheid tussen individualiteit (unieke potenties) en socialiteit (aangepast aan de samenleving). Beiden dienen met elkaar in harmonie te worden gebracht, zodat een stabiel zelfconcept kan ontstaan en een gevoel van samenhang binnen het zelf kan worden ervaren.107 Het vormen van een identiteit vindt volgens Anne van Hoof (1997) plaats aan de hand van verschillende ontwikkelingsfactoren en omgevingsinvloeden.108 Een individu kan zelf actief (in interactie met anderen) een rol of identiteit selecteren die al dan niet in overeenstemming is met anderen in de samenleving of kan een door de maatschappij aangereikte rol, zonder voorafgegane overwegingen, aan gaan nemen.109 Dit maakt de vorming van een identiteit een dynamisch, adaptief en sociaal proces dat meervoudig van aard is.
∗
Het dynamische en adaptieve aspect van de identiteit
“[Identity is a] dynamic fitting together of parts of the personality with the realities of the social world so that a person has a sense both of internal coherence and meaningful relatedness to the real world.” 110 Ruthellen Josselson (2003).
Identiteitsvorming is een levenslang proces dat begint noch eindigt tijdens de adolescentie. Een identiteit is bovendien geen kant-en-klaar gegeven, maar is continu aan verandering onderhevig.111 Gerald Adams en Michael Berzonsky (2006) stellen dat de identiteitsvorming kan worden beschouwd als een dynamisch proces waarin zelfbeelden, rollen, persoonlijke ideologieën en relaties worden onderzocht, getest, geselecteerd en geïntegreerd.112 Volgens A.J. Dieleman (1993) is dit proces een zogenaamd ‘dynamisch schema’: het individu construeert een identiteit en verwerkt tegelijkertijd de invloeden vanuit de omgeving. Als gevolg van de aanpassing aan de sociale wereld wordt er door het individu, zo stelt Sally Archer (1994), voorbereidt op het volwassen leven. In dit proces is het individu actief bezig met de vorming van een eigen identiteit.113 “Bij de aanpassing van individuen aan de sociale omgeving, moeten eigen ideeën en vaardigheden worden aangepast aan de rollen die worden aangedragen vanuit de samenleving.” 114 Erik Erikson (1902-1994).
105
Adams et al. (51, 66 & 173) Du Bois- Reymond (292) en Dieleman (107) 107 Elkind (129 & 133) 108 Van Hoof (39) 109 Adams et al. (1-2) 106
110
Adams et al. (73) Rice (38) 112 Adams en Berzonsky (77) 113 Archer (12) en Moshman (154) 114 Van Hoof (2) 111
~ 34 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Het sociale aspect van de identiteit
De vorming en ontwikkeling van een identiteit vinden plaats binnen een sociale context. Deze context biedt een individu de ruimte om met verschillende alternatieven te experimenteren. Naast de eigen perceptie speelt de perceptie van anderen een belangrijke rol bij de identiteitsvorming.115 Door te interacteren met anderen krijgt de persoonlijke identiteit sociale waarde. Stephen Worchel (1998) stelt dat de persoonlijke identiteit een sociale constructie en representatie is: door middel van sociale interactie positioneert het individu zich binnen een sociaal frame.116
∗
Het meervoudige aspect van de identiteit
“The achievement of a positive, coherent identity is a fundamental goal for adolescents. Their critical task is to select and integrate childhood identifications, together with personal inclinations and the opportunities afforded by society, in order to construct a sense of who they are and what they will become.” Gerald Adams (1992).
117
De ontwikkeling van een identiteit is veelzijdig: het incorporeert waarden en sociale rollen afkomstig uit diverse contexten. De hieruit voortvloeiende zelfstructuur zorgt voor een gevoel van innerlijke eenheid en continuïteit.118 De manier waarop iemand zichzelf ervaart in het heden is een uitkomst van de manier waarop het zelf in het verleden is ervaren. Dit valt terug te voeren naar Erik Erikson toen hij stelde dat een identiteit deels wordt gevormd door de ervaringen en identificaties die het individu in het verleden is aangegaan.119 Ook Karen van der Zee (2010) is van mening dat het individu dient te worden bekeken vanuit meervoudige identiteiten. 120 Erika Fisher-Lichte (2002) zou dit aan kunnen vullen wanneer zij stelt dat de identiteit niet is gefixeerd en dient te worden beschouwd als een sociale constructie. De identiteit is dan ook afhankelijk van de contexten waarin het individu zich bevindt en waarin hij of zij verschillende betekenissen kan hebben. Fisher-Lichte stelt dat de identiteit het potentieel in zich draagt om iets te worden, iets met meerdere betekenissen tegelijkertijd.121
115
Adams et al. (2) en Erikson (53-54) Worchel (13 & 23) 117 Adams et al. (145) 118 Adams et al. (193) en Verhofstadt-Denève (152) 119 Jackson en Goossens (101) 120 Zee, K.J. van der. Grenze(n)loos vertrouwen. Assen: Koninklijke van Gorcum, 2010. (19) 121 Fisher-Lichte, Erika. History of European Drama and Theatre. London: Routledge, 2002.(309) 116
~ 35 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Identiteitsvorming in de adolescentie “The search for identity – which Erikson defined as a coherent conception of the self, made up of goals, values and beliefs to which the person is solidly committed – comes into focus during the teenage years. Adolescents’ cognitive development enables them to construct a theory of the self.” 122 David Elkind (geb. 1931).
Hoewel de identiteitsvorming als een geleidelijk ontwikkelingsproces kan worden beschouwd, wordt het tijdens de adolescentie sterker en bewuster: sociale rollen en verwachtingen dringen zich aan de adolescent op.123 Gerald Adams et al. (1992) stellen dat de adolescentie algemeen erkend wordt als het stadium dat verbonden is met substantiële veranderingen binnen het zelf; een belangrijke levensfase voor de vorming van een identiteit. 124 Volgens Richard Lerner (1980) is de adolescentie de eerste ontwikkelingsfase waarin het vinden van een definitie van en identificatie met het zelf de belangrijkste taak is, omdat het de adolescent een gevoel van individualiteit geeft en een rol in de samenleving.125 De adolescent wordt geacht om het zelfconcept te organiseren in overeenstemming met lichamelijke en sociale – in de omgang met en op het niveau van leeftijdsgenoten en volwassenen – veranderingen. Als gevolg van deze veranderingen zou de jongere een identiteitscrisis kunnen ervaren.126 Tijdens het vormen van een identiteit bevindt het individu zich in een, zoals Erikson dat noemt, ‘psychosociaal moratorium’ waar diverse rollen tegelijkertijd kunnen worden onderzocht. In de zoektocht naar het zelf is de adolescent, zo stellen Thomas Gullotta et al. (1990), ‘onderzoeker, wetenschapper en therapeut’. De jongere wordt gezien als een actieve begeleider in de eigen ontwikkeling. 127 Langzamerhand ontwikkelt het interactieve individu zich tot een autonome actor in de sociale wereld. Als onderdeel van de maatschappij krijgt het individu een identiteit ‘toegewezen’.128 De peergroup biedt de adolescent de mogelijkheid om diverse rollen te ‘spelen’. Op die manier kan de jongere reflecteren op de ervaringen uit relationele contexten en deze integreren binnen het zelf. 129 In de adolescentie ontwikkelt het zelfconcept zich steeds meer van de sociale buitenkant naar het innerlijk. De samenleving brengt sociale rollen voort en zorgt voor een socialisatie tussen componenten van individueel en sociaal functioneren. Op die manier kan het individu actief en doelgericht op zoek gaan naar de eigen persoonlijkheid. In de laat-adolescentie wordt het individu steeds autonomer en gaat andersoortige relaties aan.130 Na geruime tijd diverse potentiële en alternatieve volwassen rollen te hebben uitgeprobeerd, wordt er een identiteit ‘vastgelegd’.131 Aan het eind van de adolescentie, zo
122
Papalia (390) Erikson (94) 124 Adams et al. (1 & 73) 125 Lerner (330) 126 Strang (67), Baker Sommer (109) en Lerner (338) 127 Gullotta, Thomas P. et al. Developing Social Competency in Adolescence. London: SAGE Publications, 1990. (19) 128 Lapsley en Narvaez (267-69) en Meeus (134-35) 129 Gullotta, 1990 (29-30) 130 Meeus (126); Kroger (89) en Adams en Berzonsky (206) 131 Jackson en Goossens (101) 123
~ 36 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
suggereerde Erik Erikson heeft het individu een mogelijk zelfbeeld gevonden en een uitgestippeld levensplan opgesteld. Aan de hand van de uiteindelijk gevormde identiteit functioneert de adolescent in de relaties binnen de samenleving. 132 De ontwikkelingen en ervaringen uit de adolescentie zullen van invloed zijn op de levensfasen daarna. Er kan dan ook worden gesteld dat de identiteitsvorming in de adolescentie een fundamentele betekenis heeft voor de verdere persoonlijkheidsgroei. In deze periode wordt de basis gelegd voor het aangaan van duurzame menselijke relaties in de volgende levensfasen. Naast een duidelijker zelfbeeld krijgt het individu een objectiever beeld van de sociale omgeving. De overgang naar de volwassenheid is een belangrijke mijlpaal voor de identiteit: het individu wordt geacht de ‘aangenomen’ identiteit in de werkelijkheid toe te passen. De gevormde identiteit blijft flexibel en open voor verandering of aanvulling.
“The wholeness to be achieved at this stage [adolescence] I have called a sense of inner identity. The young person, in order to experience wholeness, must feel a progressive continuity between that which he has come to be during the long years of childhood and that which he promises to become in the anticipated future.” 133 Gerald Adams (1992).
Sociale identiteit “People define themselves either as individual persons or as social categories, in terms of personal or social identity, and that as their self-perception shifted from personal to social identity they would perceive themselves as the relatively interchangeable members of a shared social category.” 134 John Turner (1987).
De persoonlijke identiteit varieert als gevolg van het individu’s lidmaatschap aan diverse groepen.135 David Moshman (2011) stelt dat de persoonlijke en sociale identiteit dienen te worden gezien als twee losse aspecten van de identiteit in plaats van verschillende vormen van identiteit. Stephen Worchel (1998) zou dit aan kunnen vullen wanneer hij stelt dat beide identiteiten los van elkaar kunnen worden gezien, maar tegelijkertijd persoonlijk en sociaal zijn.136 De persoonlijke en sociale identiteit zijn constant in beweging en blijven zich, onder invloed van elkaar, ontwikkelen tijdens de levensloop. Tom Postmes en Nyla Branscombe (2010) spreken van een zogenaamd ‘creatief samenspel’ tussen beide identiteiten: door middel van sociale vergelijking zou het individu een zelfbeeld kunnen vormen.137 Het doel van de interactie tussen het individu en de omgeving is het vinden van een ‘sociaal equilibrium’ tussen ontwikkelingen op persoonlijk en sociaal vlak.138 Morris Rosenberg (1979) stelt dat de persoonlijke 132
Kroger (92, 141 & 144) Adams et al. (53) 134 Postmes en Branscombe (21) 135 Postmes en Branscombe (19 & 325) 136 Moshman (140) en Worchel (160) 137 Postmes en Branscombe (13) 138 Shaffer (121); Du Bois-Reymond (292) 133
~ 37 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
identiteit verwijst naar het individu’s diepste gedachtes, gevoelens en wensen. In het proces refereert de adolescent aan anderen en maakt deel uit van een sociale categorie. Wanneer dit lidmaatschap door de andere leden wordt erkend, kan het individu een sociale identiteit vormen.139 Dit is relevant voor het onderzoek, omdat het laat zien dat een identiteit meervoudig van aard is. Niet alleen wordt de identiteit vormgegeven onder invloed van de omgeving, ook is zij een weergave van de maatschappij. De erkenning door anderen maakt de identiteit tegelijkertijd persoonlijk en sociaal. Een individu leeft niet alleen in een cultuur met bepaalde normen, waarden en gebruiken, maar geeft deze regels een eigen betekenis in het verlengde van de identiteit. David Ausubel (1977) stelt dat het proces van socialisering tweerichtingsverkeer is: “(…) the child is not a social creature on whom socialization ‘acts’ to form a member of a society; he or she is essentially social, biologically predisposed to seek out and interact with other individuals and by so doing to naturally become a member of the society into which he is born.”140 De verwachtingen vanuit de samenleving vormen de persoonlijkheid en beïnvloeden de rollen die het individu aanneemt. De voorwaarden van de samenleving kunnen helpen om de eigen behoeften te bevredigen, maar zouden ook kunnen zorgen voor meer spanningen en frustraties.141
De sociale identiteitstheorie: Henri Tajfel (1919 – 1982) en John Turner (1947 – 2011) “Social identity is that part of an individual’s self-concept which derives from his knowledge of his membership of [or identification with] a social group together with the value and emotional significance attached to the membership.” 142 Henri Tajfel en John Turner (1979).
Om het sociale identiteitsconcept uit te leggen kan de theorie van Henri Tajfel en John Turner worden gebruikt. Uit bovenstaand citaat blijkt dat de sociale identiteit het ‘resultaat’ is van het individu’s deelname aan diverse sociale groepen en categorieën. Zoals eerder gesteld speelt de sociale omgeving vooral tijdens de adolescentie een cruciale rol bij de vorming en ontwikkeling van een identiteit. De erkenning door anderen kan er onder andere voor zorgen dat het individu zelfvertrouwen ervaart. Tom Postmes (2010) stelt dat de sociale identiteitstheorie zo invloedrijk is, omdat het onderzoekers in staat stelt om belangrijke aspecten van sociaal gedrag te begrijpen en uit te leggen. Volgens Henri Tajfel liggen er een drietal processen aan de sociale identiteit ten grondslag: sociale categorisatie, sociale vergelijking en een positief gevoel over het zelf op psychologisch, cognitief en emotioneel vlak.143 Door de intersectie van de persoonlijke en sociale identiteit is het individu constant aan het vergelijken, onderhandelen en
139
Rosenberg, 1979 (10-11) en Postmes en Branscombe (19-20) Ausubel (22-23) 141 Rice (19) 142 Azmitia, Margarita et al. The Intersection of Personal and Social Identities. San Francisco, Jossey-Bass, 2008.(4); en Postmes en Branscombe (80) 143 Azmitia (21) en Postmes en Branscombe (5 & 16) 140
~ 38 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
(her)positioneren. De samenleving of groep waarin het individu vertoeft, biedt interne referentiekaders in de vorm van sociale normen, waarden, regels, ideeën en gebruiken, die kunnen worden gebruikt om het zelf en de wereld om het zelf heen te vormen.144 De sociale identiteit kan volgens Tajfel worden beschouwd als een subsysteem van het zelfconcept: het kan worden aangepast aan bepaalde situaties.145 Deze dynamiek zorgt voor een wisselwerking tussen de persoonlijke en sociale aspecten van de identiteit, waarmee de identiteit zowel “interpersonal” (de differentiatie tussen het zelf en de ander) als “intergroup” (de differentiatie tussen groepen) kan zijn. Mensen interacteren aan de hand van persoonlijke kwaliteiten, als onderdeel van hun persoonlijke identiteit. Dit gedrag wordt beïnvloedt door de sociale omgeving en de groepen waarin het individu zich bevindt.146 Dit is wat John Turner ‘sociale identificatie’ noemt, dat hij definieert als de plaatsing van het zelf in een systeem van sociale categorieën. Dit maakt het zelf volgens Turner dynamisch, relationeel, vergelijkend en contextafhankelijk.147
∗
Het belang van het sociale
Individuen functioneren niet in een sociaal vacuüm, zij denken en handelen als leden van de samenleving binnen een veelheid aan culturen. In de omgang met anderen leert het individu de eigen identiteit ontwikkelen.148 De sociale context waarbinnen het individu een identiteit kan ontwikkelen is van belang voor het cognitief functioneren van de individuen: op die manier kunnen cognitieve, emotionele en sociale competenties worden getoond en ontwikkeld. Naast een persoonlijke identiteit, die gericht is op de individuele verschillen of specifieke kenmerken van het individu ten opzichte van anderen in de groep, heeft het individu een collectieve identiteit, zo stelt Stephen Worchel (1998). Deze collectieve identiteit zorgt voor gelijkheid ten opzichte van anderen aan de hand van categorische eigenschappen. De sociale identiteit ziet Worchel als een actief proces en gedragsmechanisme.149 Henri Tajfel en John Turner stellen dat een positieve sociale identiteit erg belangrijk is: als je je goed voelt in de groep, is dit van invloed op persoonlijk vlak.150 Door sociale interactie ontwikkelt het individu zelfbegrip en betekenis: het zelf is gelegen in een netwerk van sociale relaties en wordt hierdoor erkend, beïnvloed, gevormd en uitgebreid. Het individu wordt in dit proces toegeschreven aan een groep en wordt op die manier ‘sociaal geconstrueerd’, waarbij het individu probeert de ideeën die anderen van hem of haar hebben in samenhang te brengen. De sociale identiteit wordt door het individu gebruikt om posities in de samenleving in te nemen en met anderen te communiceren.151 Rosamund Billington (1998) zou dit kunnen samenvatten wanneer zij stelt dat het zelf zich niet alleen in een sociale context bevindt, maar
144
Dweck, Carol S. Self-Theories: Their Role in Motivation, Personality and Development. Lillington: Taylor & Francis, 2000. (130-31) Tajfel, Henri (ed.) Social identity and intergroup relations. Cambridge: Cambridge University Press, 1982. (20-21) en Postmes en Branscombe (213) 146 Cotterell, John. Social Networks: in Youth & Adolescence. London: Routledge, 2007. (24) 147 Worchel (163) 148 Lapsley en Narvaez (53) en Archer (134) 149 Worchel (1-3 & 160) 150 Tajfel (33) 151 Kroger (66) 145
~ 39 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
tegelijkertijd een reflectie is van deze context: individuen en groepen worden vormgegeven door de samenleving en zijn op hetzelfde moment actoren in deze samenleving.152
De sociale identiteit in de adolescentie Door in interactie te treden met anderen om het zelf heen probeert het individu de eigen opinies en overtuigingen te laten gelden en gelijktijdig de ideeën van de groep te incorporeren. Het sociale is tijdens de adolescentie gericht op de volwassen wereld, leeftijdsgenoten zorgen in deze fase voor een interim status, een nieuw referentiekader en een veilige omgeving.153
∗
De peergroup als socialiseringsmiddel
De adolescente peergroup is samengesteld uit jongeren van eenzelfde leeftijd, belangstelling of sociale status, is een sociaal en dynamisch systeem en georganiseerde relatie op diverse interactieniveaus.154 Door het toepassen van sociale regels en vaardigheden in deze relaties probeert het individu met anderen te ‘onderhandelen’ binnen dit systeem. Vooral tijdens de adolescentie speelt sociale acceptatie een belangrijke rol. De peergroup wordt beschouwd als primaire context om vriendschappen aan te gaan, een identiteit te ontwikkelen en voor te bereiden op een plek in de samenleving.155 Leeftijdsgenoten fungeren als rolmodel en kader voor het experimenteren met en aanleren van sociale gedragspatronen. Tevens zorgt de groep voor solidariteit, vriendschap, sturing en emotionele en sociale steun.156 Edward Tory Higgins (geb. 1946) stelt dat er door de adolescent zogenaamde ‘self-guides’ worden gevormd die kunnen worden toegepast in de diverse relationele contexten. De invloed van peers kan, zo stelt Higgins, plaatsvinden op verschillende niveaus en manieren (multidimensionaal) en kan leiden tot gezond of schadelijk gedrag (multidirectionaal).157 Er zijn psychologen die stellen dat de peergroup zo’n belangrijke rol heeft, omdat de relaties gebaseerd zijn op gelijkheid, wederkerigheid en samenwerking. De zogenaamde sociale vergelijking die hierbij plaatsvindt, is een fundamenteel onderdeel van de vorming van het zelfconcept. Ook hieruit blijkt dat de maatschappij waarin het individu zich bevindt een groot aandeel heeft in de vorming en ontwikkeling van een individuele identiteit.
“Ideally, participation in a peergroup should lead to self-discovery and thus foster individuality. The adolescent obtains acceptance and recognition from the group, he becomes sure of himself as a person of what he can and what he cannot do.” 158 Ruth Strang (1957).
152
Billington, Rosamund et al. Exploring Self and Society. New York: Palgrave, 1998. (14 & 58) Billington (51), Gullotta, 1990 (29-30) en Ausubel (313) 154 Jackson en Goossens (175-78) en Nelis en Van Sark (91) 155 Adams en Berzonsky (331) en Jackson en Goossens (181) 156 Shaffer (564-65) en Strang (297) 157 Nelis en Van Sark (92)en Harter (74 & 144) 158 Strang (309) 153
~ 40 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Zelfvertrouwen “Self-esteem is a positive or negative attitude toward a particular object, namely, the self.” 159 Morris Rosenberg (1965).
De basis van een identiteit is volgens Thomas Gullotta et al. (1990) gelegen in een gezond gevoel van zelfvertrouwen. Zelfbewustwording vormt de grondslag voor een leven in harmonie met het zelf, waarbij er ten volle kan worden beschikt over de eigen mogelijkheden.160 Mary Guindon (2010) definieert zelfvertrouwen als “the attitudinal, evaluative component of the self; the affective judgments placed on the self-concept consisting of feelings of worth and acceptance which are developed and maintained as a consequence of awareness of competence and feedback from the external world.” Het zelfvertrouwen geeft aan hoe iemand zich voelt over zichzelf, het is de evaluatie van het zelfconcept.161 Guindon stelt dat het zelfvertrouwen de samenkomst van een drietal ‘personen’ binnen het individu behelst: de ideale zelf (de persoon die je graag wilt zijn), het zelfbeeld (de persoon die je denkt dat je bent) en de ‘ware’ zelf (de persoon die je bent).162 De interne constructie en regulering van het zelfsysteem in relatie tot de omringende wereld bepaalt uiteindelijk de mate van zelfvertrouwen. Deze zelfverzekerdheid schommelt en varieert als gevolg van veranderende rollen, verwachtingen en reacties van anderen.163 Erik Erikson omschreef het zelfvertrouwen als een vrij constant gevoel en een samenhangende psychologische basis voor het individu. Hij stelde hierbij dat “self-esteem grows to be a conviction that one is learning effective steps toward a tangible future (…) that one is developing a defined personality within a social reality which one understands.” Tijdens de adolescentie is het zelfvertrouwen het zogenaamde eindproduct van de mate van succesvolle oplossing van elke crisis: hoe onbevredigender deze is, des te lager het zelfvertrouwen dat wordt opgebouwd. Dit zou de kans op langdurige identiteitsverwarring en twijfels mogelijk kunnen vergroten. 164 In relatie tot het onderzoek kan er worden gesteld dat zelfvertrouwen een al dan niet positieve beoordeling van de zelf behelst. In de adolescentie zullen de grootste schommelingen in het zelfvertrouwen te constateren zijn, als gevolg van diverse veranderingen en verwachtingen. Ook hieraan heeft de wereld buiten het individu zonder meer een belangrijke bijdrage. De combinatie van eigen gevoelens en de positionering van het individu binnen een sociale realiteit zullen van invloed zijn op het zelfvertrouwen.
159
Rosenberg, Morris. Society and the Adolescent Self-image. New Jersey: Princeton University Press, 1965. (30) Gullotta, 1990 (21) 161 Guindon, Mary H. (ed.) Self-esteem across the Lifespan. London: Routledge, 2010. (12) 162 Guindon (7) 163 Guindon (11) en Beets (21) 164 Lerner (339) 160
~ 41 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Theorieën met betrekking tot het zelfvertrouwen “Self-esteem has been conceptualized as an outcome, motive, and buffer, but there is no overall theory of self-esteem. (…) it is suggested that identity theory can provide a theoretical framework for the integration of the various conceptualizations of self-esteem. We suggest that self-esteem is an outcome of, and necessary ingredient in, the self-verification process that occurs within groups, maintaining both the individual and the group.” 165 Alicia Cast en Peter Burke (2002).
In bovenstaand citaat wordt gesteld dat er geen alomvattende theorie of definitie voor zelfvertrouwen voorhanden is. Cast en Burke verbinden het zelfvertrouwen aan persoonlijke en sociale identiteitstheorieën. In de volgende paragrafen zullen de theorieën die relevant zijn voor het onderzoek uiteen worden gezet.
∗
Historische (socio-culturele) zelfvertrouwensbenadering: William James (1842 –1910), George H. Mead (1863 – 1931) en Charles Cooley (1864 – 1929)
William James omschreef het zelfvertrouwen als een gevoel dat wordt vormgegeven door de vergelijking van het ideale zelf met het daadwerkelijke zelf. Het hebben van zelfvertrouwen is het gevolg van een positieve evaluatie van het zelfconcept en een goede relatie tussen de waargenomen en de ideale zelf.166 Dit betreft een dynamisch proces dat openstaat voor verbetering en wordt beïnvloed door positieve en negatieve ervaringen. De eigen ambities en waarden spelen een essentiële rol in het bepalen van het zelfvertrouwen: de prestaties worden gemeten aan de hand van de eigen aspiraties.167 Charles Cooley beschouwde het zelfvertrouwen in relatie tot andermans percepties en beoordelingen. Anderen fungeren
Figuur 11: James, Cooley en Mead's 'Reflected Appraisal'
als een zogenaamde ‘sociale spiegel’ voor het individu. Ook George H. Mead ziet het zelf als een product van sociale interacties. Mead spreekt niet van zelfvertrouwen, maar beschrijft een zelfevaluatie als houding ten opzichte van het zelf.168 James, Cooley en Mead omschrijven het zelfvertrouwen allen als een vorm van “reflected appraisal”. Het gaat hier om een zelfwaardering die op basis van andermans beoordelingen van het zelf wordt gevormd. De historische benadering van het zelfvertrouwen laat wederom zien dat er een significante interactie plaatsvindt tussen het individu en de maatschappij.
165
Cast, Alicia D. en Peter Burke. “A Theory of Self-Esteem.” Social Forces 80.3 (2002): 1041-1068. (1041) Guindon (6) en Pope et al. (4, 10-11, 16 & 24) 167 Coopersmith, Stanley. The antecedents of self-esteem. San Francisco: Freeman, 1967. (29) 168 Guindon (6) 166
~ 42 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Behavioristische zelfvertrouwensbenadering: Stanley Coopersmith (1929 – 1979) en Abraham Maslow (1908 – 1970)
Stanley Coopersmith definieerde zelfvertrouwen als een houding die kan worden gekoppeld aan eigenwaarde. De zelfevaluatie is een uiting van goedkeuring of afwijzing ten opzichte van het zelf en geeft de mate aan waarin het individu zichzelf als
ZELFVERTROUWEN = PRETENTIES
waardevol en capabel acht. Het zelfvertrouwen is dan ook, zo stelt Coopersmith, geheel afhankelijk van hoe het individu zichzelf beschouwt. Het wordt bepaald door de ratio van onze ‘actualities’ ten opzichte van Figuur 13: Abraham Maslow’s Hiërarchie van Behoeften
SUCCESSEN ___________:
Figuur 12: Stanley Coopersmith’s Zelfvertrouwensratio
onze veronderstelde ‘potentialities’. 169 Abraham Maslow beschouwt het zelfvertrouwen als onderdeel van zijn ‘hiërarchische model van behoeften’. Zelfvertrouwen bestaat volgens hem uit twee onderling verbonden aspecten: de behoefte aan een innerlijk zelfvertrouwen en de behoefte om gerespecteerd te worden door anderen.170 Om zelfvertrouwen te kunnen ervaren is respect, erkenning en acceptatie door
anderen van groot belang. Voor de adolescentie zijn de bovenste drie ‘hogere fundamentele behoeften’ van de piramide van belang. De adolescent gaat zich steeds meer verdiepen in sociale relaties en wil erkend worden door de anderen om hem of haar heen, waarna zelfverwezenlijking plaats zou kunnen vinden. Als gevolg hiervan ontwikkelt het individu zich op persoonlijk, cognitief en sociaal vlak.171 Beide theoretici zouden een bijdrage kunnen leveren aan het onderzoek. Coopersmith definieert het zelfvertrouwen als een zelfwaardering, waarbij het individu een vergelijking maakt tussen wie hij of zij is en wie hij of zij zou willen zijn. Maslow vult dit aan door te stellen dat het individu naast een innerlijk zelfvertrouwen, ook de behoefte voelt om door anderen te worden gerespecteerd. Wanneer de adolescent bijvoorbeeld een goede acteerprestatie neerzet en hierin door anderen wordt erkend, zal hij of zij zelfvertrouwen kunnen ervaren. ∗
Socio-culturele zelfvertrouwensbenadering: Morris Rosenberg (1922 – 1992)
Volgens Morris Rosenberg kan zelfvertrouwen worden gedefinieerd als een houding ten opzichte van het zelf. Rosenberg stelde dat zelfvertrouwen een product is van invloeden vanuit de cultuur, de samenleving, familie en interpersoonlijke relaties. Hoe hoog of laag het zelfvertrouwen is, is afhankelijk van de mate waarin de eigen ambities en waarden worden vervuld.172
169
Bachman, Jerald G et al. Youth in Transition: Adolescence to Adulthood – Change and Stability in the Lives of Young Men. Michigan: MUP, 1978. (101-02) en Coopersmith (4 & 29) 170 Maslow, A.H. Motivation and Personality. New York: Harper & Row, 1987. 171
Maslow, A.H. “Self-actualization and beyond.” Challenges of Humanistic Psychology. Red. J.F.T. Bugenthal. New York: McGraw-Hill, 1967. (279-86)
172
Rosenberg, 1965 (30-31)
~ 43 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Psychoanalytische of -dynamische zelfvertrouwensbenadering: Robert White (± 1963)
Net als William James (1842-1910) ziet Robert White het zelfvertrouwen als een ontwikkelingsproces. White stelde dat het zelfvertrouwen wordt beïnvloed door individuele ervaringen, gedragingen en competenties. Vice versa, is het zelfvertrouwen van invloed op deze factoren. Volgens de psychoanalytische of -dynamische benadering heeft het zelfvertrouwen een interne en een externe bron. De interne bron omvat de eigen vervullingen van bepaalde wensen en competenties; de externe bron bestaat uit de bevestigingen die anderen het individu geven. Zelfvertrouwen staat volgens White gelijk aan zelfrespect: het is een individueel gevoel van competentie en doeltreffendheid.173 ∗
Humanistische zelfvertrouwensbenadering: Carl Rogers (1902 – 1987) en Nathaniel Branden (geb. 1930)
Carl Rogers was het in grote mate eens met wat Abraham Maslow (1908-1970) stelde. Hij voegde hier aan toe dat een individu de samenleving nodig heeft om zich geaccepteerd te voelen. Rogers stelde daarnaast dat het individu als subject dient te worden beschouwd in plaats van een object dat ontleed, beoordeeld en gemanipuleerd kan worden. Het streven van het individu is gericht op zelfrealisatie (het vervullen van de eigen potenties) en de instandhouding en vervolmaking van het zelf als ervarend en bewust wezen. Zintuiglijke en innerlijke waarnemingen worden geïntegreerd tot een consistent zelfbeeld en zelfvertrouwen. Het zelfvertrouwen wordt vanuit de humanistische benadering gezien als een onvervreemdbaar recht voor elk individu.174 Ook Nathaniel Branden verbindt het zelfvertrouwen aan zelfrespect. Branden stelt dat het zelfvertrouwen zich in een dynamisch en contextafhankelijk proces bevindt en uit een drietal componenten bestaat: 1. 2.
Het is een essentiële menselijke behoefte die bijdraagt aan een gezonde ontwikkeling. Het ontstaat automatisch van binnenuit, aan de hand van het individu’s bewustzijn en overtuigingen.
3.
Het komt naar voren in combinatie met de eigen gedachten, gedragingen, gevoelens en acties.
175
Ook in de socio-culturele, psychoanalytische/dynamische en humanistische benadering komt duidelijk naar voren dat de sociale omgeving een belangrijke rol speelt in hoe het individu zichzelf evalueert. We zouden haast kunnen stellen dat er zonder de beoordeling van anderen geen identiteit en zelfvertrouwen zouden kunnen bestaan. “Every human being, with no exception, for the mere fact to be it, is worthy of unconditional respect of everybody else; he deserves to esteem himself and to be esteemed.” 176 Jose-Vicente Bonet (1997).
173
Wells, L. Edward and Gerald Marwell. Self-esteem: its conceptualization and measurement. Beverly Hills: SAGE Publications, 1976. (62) Rogers, Carl. “A Theory of Therapy, Personality and Interpersonal Relationships as Developed in the Client-centered Framework.” Psychology: A Study of a Science. Red. S. Koch. New York: McGraw-Hill, 1959. 175 Branden, Nathaniel. The Psychology of Self-Esteem. [s.l.]: Jossey-Bass, 1969. 176 Bonet, Jose-Vicente. Se Amigo De Ti Mismo: Manual de Autoestima. Santander: Sal Terrae, 1997. 174
~ 44 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Cognitief-ervaringsgerichte zelfvertrouwensbenadering: Seymour Epstein (1924 – 2012)
Net als Carl Rogers (1902-1987) beschouwde Seymour Epstein het zelfvertrouwen als basisbehoefte van de mens. Deze behoefte motiveert het individu bewust en onbewust. Epstein stelt dat zelfvertrouwen kan worden gezien als een gevolg van het individu’s begrip van de wereld en anderen waarmee relaties worden aangegaan. Er wordt door het individu gestreefd naar een balans binnen het zelf. Epstein stelt dat er binnen het zelfvertrouwen diverse niveaus bestaan: 1.
Globaal zelfvertrouwen: het algemene, totale zelfvertrouwen.
2.
Specifiek zelfvertrouwen: ligt tussen diverse domeinen in, bijvoorbeeld competentie of sympathie.
3.
Situationeel zelfvertrouwen: de alledaagse manifestaties van het zelfvertrouwen. Dit niveau van zelfvertrouwen wordt beïnvloed door het globale en specifieke zelfvertrouwen.
∗
177
Sociometrische zelfvertrouwensbenadering: Mark Leary (± 1999)
Vanuit de sociometrische zelfvertrouwensbenadering wordt het zelfvertrouwen beschouwd als een middel om de eigen status en acceptatie binnen sociale groepen te peilen. Tegelijkertijd kan het worden gebruikt om sociale devaluering en afwijzing te voorkómen. Volgens Mark Leary zijn individuen gemotiveerd om het eigen zelfvertrouwen te beschermen. Een zogenaamde ‘sociometer’ kan door het individu worden gebruikt om te ‘meten’ hoe anderen hem of haar zien en waarderen. Leary stelt dat ieder mens een inherente wens bezit om interpersoonlijke relaties aan te gaan en deze in stand te houden; het is een goed hulpmiddel bij sociale interacties.178 Ook de cognitief-ervaringsgerichte en sociometrische benadering benadrukken het belang van de sociale wereld bij de ontwikkeling van het zelfvertrouwen. Als gevolg van deze invloed is het zelfvertrouwen afhankelijk van de context of sociale groep waarin de adolescent zich bevindt. Wanneer de jongere samen met anderen acteert, kan het al ontwikkelde zelfvertrouwen worden ingezet en nieuw zelfvertrouwen worden ontplooid.
177
Epstein, Seymour. “Cognitive-experiential self-theory of personality” Comprehensive Handbook of Psychology, Volume 5: Personality and Social Psychology. Red. Millon, T. & Lerner, M.J. Hoboken: Wiley & Sons, 2003. (159-184) 178 Leary, Mark R. “Making Sense of Self-Esteem.” Current Directions in Psychological Science 8.1 (1999): 32-35. (32–35)
~ 45 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Kenmerken van het zelfvertrouwen “The importance of self-esteem lies in the fact that it concerns ourselves, the way we are and the sense of our personal value. Thus, it affects the way we are and act in the world and the way we are related to everybody else. Nothing in the way we think, feel, decide and act escapes the influence of self-esteem.” 179 Nathaniel Branden (1987).
Zelfvertrouwen ligt niet vast in de persoonlijkheid, maar verandert geleidelijk aan onder invloed van de contexten waarin het individu zich bevindt. Het is een reactie op hoe iemand zichzelf waarneemt.180 Volgens Alice Pope (1988) en Wim Meeus (1994) is zelfvertrouwen gebaseerd op een combinatie van objectieve informatie over het zelf en de subjectieve evaluatie hiervan.181 Carol Dweck (2000) zou dit aan kunnen vullen wanneer zij stelt dat het zelfvertrouwen kan worden beschouwd als een positieve manier om het zelf te ervaren: wanneer je als individu volledig geëngageerd bezig bent en je je capaciteiten gebruikt om dingen na te streven die je van waarde acht. Deze ‘interne kwaliteit’ wordt gevoed door succesvolle prestaties en kan naar beneden worden gehaald door teleurstellingen en fouten. Zelfvertrouwen heeft, zo stelt Dweck, een performance doel: het individu gaat op zoek naar erkenning en groei door uitdagingen aan te gaan, de eigen capaciteiten te verbreden en vaardigheden en kennis op te doen om anderen te helpen en zich goed te voelen over het zelf.182 Volgens Edward Wells en Gerald Marwell (1976) heeft het zelfvertrouwen een viertal belangrijke kenmerken. Allereerst kan het zelfvertrouwen worden beschouwd als een object of houding, omdat het de gedachten, gevoelens en het gedrag van het individu ten opzichte van het zelf behelst. Ten tweede maakt dit zelfvertrouwen onderdeel uit van het zelfsysteem, naast het zelfconcept en de controle over het zelf. Ten derde is het zelfvertrouwen psychologisch van aard, omdat het een emotionele reactie of evaluatie ten opzichte van het zelf inhoudt. Ten vierde is het zelfvertrouwen relationeel en reactioneel van aard, omdat het de relatie tussen diverse houdingen ten opzichte van het zelf weergeeft en een vergelijking is tussen de werkelijke en ideale zelf. 183
Zelfvertrouwen en de identiteit Wells en Marwell (1976) stellen dat een individu enkel zelfvertrouwen kan hebben in relatie tot een identiteit.184 Het hebben van een zelfconcept en zelfvertrouwen is belangrijk, omdat het het individu helpt om zich te focussen op de aanpassing aan de omgeving, zijn of haar levenskwaliteit en de toekomstplanning.185 Socioloog Neil Smelser (geb. 1930) stelt dat het zelfvertrouwen uit een drietal
179
Branden, Nathaniel. How To Raise Your Self-Esteem.[s.l]: Jossey-Bass, 1987. (9) Bachman (114) 181 Meeus (128-29) en Pope et al. (2) 182 Dweck (3-4, 47 & 128) 183 Wells en Marwell (5, 38 & 64) 184 Wells en Marwell (59) 185 Jackson en Goossens (99) 180
~ 46 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
componenten bestaat: een cognitief, een affectief en een evaluatief aspect. Het cognitieve aspect is het beschrijvende deel van het zelf en het zelfvertrouwen. Hoe dit zelfvertrouwen wordt ervaren is afhankelijk van het affectieve aspect. Andrew Mecca (1989) spreekt onder andere van trots als gevolg van bepaalde successen en schaamte als gevolg van falen. Het derde, evaluatieve aspect is gebaseerd op de waarde die aan het zelfvertrouwen wordt toegekend. 186 Gevoelens van zelfverzekerdheid en zelfbewustzijn kunnen worden verbonden aan het zelfconcept. De evaluatie van het zelfconcept (het zelfvertrouwen) zorgt voor een balans binnen het individu en zijn of haar identiteit.187
Zelfvertrouwen en het sociale vlak Susan Harter (1999) stelt dat sociale steun en begrip van groot belang zijn voor het zelfvertrouwen.188 Om succesvolle relaties op te bouwen en te functioneren in groepen heeft een individu zelfvertrouwen nodig, zodat het eigen gedrag kan worden gereguleerd. Tijdens de adolescentie fungeert de peergroup als een belangrijk sociaal vergelijkings- en waarderingsmiddel. Ruth Strang (1957) stelt dat de sociale relaties die worden aangegaan als laboratoria voor het ontdekken van het zelf fungeren en een plek zijn waar het individu zich onafhankelijk, verantwoordelijk en zeker kan voelen.189 Naast een persoonlijk zelfvertrouwen bezit een individu een collectief zelfvertrouwen, zo stelt Stephen Worchel (1998). Het persoonlijke zelfvertrouwen is de evaluatieve component van de persoonlijke identiteit. Het collectieve zelfvertrouwen omschrijft Worchel als het behoren tot of onderdeel zijn van een sociale categorie.190 Binnen deze categorie kan het individu acceptatie, waardering en betekenis ervaren. In elk van de sociale contexten ervaart het individu een ‘ander zelfvertrouwen’ als gevolg van specifieke eisen en verwachtingen. De groep waartoe een individu behoort is dan ook een belangrijke determinant voor en positieve bijdrager aan het zelfvertrouwen.191
Zelfvertrouwen in de adolescentie “Having built a concept of the self, the adolescent must deal with the esteem with which he views himself. If a person is to have self-esteem, there must be a correspondence between his concepts of self and its self-ideals.” 192 Philip Rice (1975).
De adolescentie is een onderscheidende periode van persoonlijkheidsontwikkeling waarmee unieke, doch universele veranderingen gepaard gaan. Voor deze ontwikkeling is een uitgebreide reorganisatie van de persoonlijkheidsstructuur vereist. 193 Naarmate het individu zich ontwikkelt, wordt er een steeds ingewikkelder zelfportret gevormd. Tevens begint de adolescent de eigen kwaliteiten te evalueren. 186
Mecca, Andrew M. et al. (ed.) The Social Importance of Self-Esteem. London: University of California Press, 1989. (81), Guindon (5) en Mecca et al. (10) 187 Wells en Marwell (9 & 94); Pope et al. (2 & 7) en Guindon (11) 188 Harter (174) 189 Strang (297) 190 Worchel (212 & 220-21) 191 Rosenberg, 1965 (60) en Harter (190) 192 Rice (141) 193 Ausubel (35)
~ 47 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Volgens Erik Erikson ervaren voornamelijk jong-adolescenten zelfvertrouwenserosie, wanneer zij op zoek gaan naar een eigen identiteit.194 David Shaffer (1994) zou dit aan kunnen vullen wanneer hij stelt dat tijdens de adolescentie het zelfvertrouwen onder druk komt te staan als gevolg van sociale vergelijking, zelfkritiek en tegenstrijdigheden in de persoonlijkheid.195 David Ausubel (1977) spreekt daarentegen juist van een ‘inflatie van het ego’, omdat in deze periode, in tegenstelling tot de periode van de crises, kan worden gesproken van een revaluatie van het ego.196 De adolescent zou zelfvertrouwen kunnen ervaren als hij of zij in zekere mate de eigen ambities en talenten heeft nagestreefd. Persoonlijk welzijn stimuleert het individu en kan van invloed zijn op het latere functioneren.197 In het begin van de adolescentie is het zelfvertrouwen vooral afhankelijk van andermans’ beoordelingen, later probeert het individu een goede balans te vinden tussen eigen en andermans beoordelingen.198 Spelenderwijs leert de adolescent over de persoonlijke en sociale identiteit. Met behulp van belangrijke normen en waarden van interpersoonlijk en sociaal gedrag ontwikkelt het individu een gevoel van zelfwaarde of zelfvertrouwen. Tijdens de adolescentie ontwikkelt het individu steeds meer een zelfbeeld, waarbij hij of zij zich richt op de aanpassing aan de sociale omgeving. Door het zelfconcept te evalueren en hieraan waarde toe te kennen zou de adolescent een balans binnen zichzelf kunnen ervaren. Het hebben van zelfvertrouwen is voor het individu van groot belang, omdat het hem of haar helpt om het eigen gedrag te reguleren en te functioneren binnen sociale groepen. Naast een persoonlijke waardering speelt de sociale waardering een belangrijke rol. Zo zou het bij kunnen dragen aan gevoelens van waardering, acceptatie, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Afhankelijk van de context waarin de adolescent zich bevindt en de eisen en verwachtingen die vanuit deze omgeving worden gesteld, zal het zelfvertrouwen een betekenis krijgen. Het zelfvertrouwen zal ongetwijfeld als gevolg van deze sociale voorwaarden onder druk komen te staan, toch acht ik het mogelijk dat er sprake kan zijn van een hoge mate van zelfvertrouwen tijdens de adolescentie. De adolescent zou bijvoorbeeld bepaalde acteerprestaties neer kunnen zetten, waardoor hij of zij zichzelf zal gaan waarderen en zich gewaardeerd voelt om wie hij of zij is en wat hij of zij doet.
194
Shaffer (220-22 & 233) Guindon (160) 196 Ausubel (160) 197 Dweck (130) en Guindon (3-4) 198 Shaffer (221) en Guindon (191) 195
~ 48 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Acteren “The purpose of all forms of art, and the theatre in particular has been to express emotion, that is, to project it to the external world from its natural internal location by means of expressive signs.” 199 Mike Howard Abrahms (geb. 2012). “[The goal of the actor is] the creation of inner life of a human spirit, and its expression in artistic form” 200 Konstantin Stanislavsky (1863-1938). “Drama was to concern itself with the inner search for truth in the inner space of self.” 201 John Harrop (1992).
Het theater zou als middel kunnen fungeren om na te denken over het zelf en de cultuur waarin je je als individu bevindt. Acteurs zijn gevoelig voor de veranderingen in de omgeving om hen heen, hun spel zou bij kunnen dragen aan het persoonlijk functioneren en de ontwikkeling van sociale competenties. Zo leert een acteur zijn of haar fantasie gebruiken en zich in te leven in andermans leefwereld en emoties. Aan de hand van de eigen fantasie reflecteert de acteur op zichzelf, waarna inzicht, confrontatie, zelfkennis, zelfbeleving, acceptatie of afwijzing zouden kunnen gaan ontwikkelen. In het spel kunnen acteurs het onbekende onderzoeken en het onvoorspelbare ontdekken.202 Door als persoon te groeien, ‘groeit’ het individu als het ware in de omgeving. Door daarbij in interactie te treden met anderen wordt hij of zij een sociaal wezen.203 Philip Zarrilli (1995) haalt diverse theatertheoretici aan om het acteren te beschrijven. Zo stelde theaterregisseur en –pedagoog Joseph Chaikin (1935-2003) dat het acteren een manier is om het zelf ‘met of zonder vermomming te demonstreren’. Ter aanvulling hierop haalt Zarrilli theatertheoreticus Konstantin Stanislavsky (1863-1938) aan met de woorden “(…) this disguise must be based on the actor’s own emotional experience.”204 De rol die een acteur kan spelen wordt door Jerzy Grotowski (1933-1999) vergeleken met ‘het scalpel van een chirurg’: in de rol ontleedt het individu zichzelf. Volgens Grotowski dient de acteur de rol te gebruiken als een “(…) a trampoline, an instrument with which to study what is hidden behind our everyday mask, the innermost core of our personality, in order to sacrifice it and expose it.”205 De mogelijke functies en effecten van het acteren zullen in de volgende paragrafen worden besproken.
199
Hurley, Erin. Theatre & Feeling. New York: Palgrave Macmillan, 2010. (5) Hurley (71) 201 Harrop, John. Acting. London: Routledge, 1992. (37) 202 Harrop (31) en Way, Brian (vert. Beb de Beer). Vorming door Drama. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1967. (156) 203 Way (24-25) 204 Zarrilli, Philip B. (ed.) Acting (Re) Considered. London: Routledge, 1995. (60) 205 Zarrilli (64) 200
~ 49 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Het acteren als persoonlijk uitingsmiddel Pedagoog Friedrich Fröbel (1782-1852) stelde dat het ontstaan van vrije expressie en fantasie één van de hoogste uitingen van ontwikkeling uit de kindertijd is. In het spel, kinderlijk en theatraal, kan het kind innerlijke conflicten en gevoelens overbrengen aan de hand van gebaren, geluiden, gezichtsuitdrukkingen en woorden.206 Het acteren kan door het individu worden gebruikt om binnen de sociale omgeving de eigen individualiteit te onderzoeken en de innerlijke mogelijkheden te ontplooien. Op die manier wordt er door het individu geprobeerd om diverse facetten binnen het zelf met elkaar in harmonie te brengen. Hij of zij wordt in dit proces geconfronteerd met bepaalde problemen en spanningsvelden en probeert deze weg te nemen of te beheersen. Dergelijke processen zouden zowel positieve als negatieve uitwerkingen kunnen hebben. Zo kan de confrontatie met het zelf heel leerzaam, maar tegelijkertijd kwetsend zijn. Hoewel het theater als veilige plek – los van de buitenwereld – zou kunnen dienen, kan deze veiligheid door sommige adolescenten niet als zodanig worden ervaren. In het acteren wordt het individu uitgedaagd om origineel en creatief te zijn en gevoelens en emoties, de eigen verbeelding en sociaal gedrag te ontwikkelen. Dit is vooral een persoonlijke uitdaging: zelfvertrouwen en zelfbewustwording zouden kunnen groeien waarna een rationele zelfanalyse volgt en naar harmonie binnen het zelf wordt gezocht. Niet alleen leert iemand zichzelf beter te begrijpen, ook ontwikkelt hij of zij sociaal besef en inlevingsvermogen. 207 Fergus Hughes (1999) zou dit aan kunnen vullen wanneer hij stelt dat het acteren een goed socialiseringsmiddel is, omdat het het individu leert samenwerken, interacteren en reflecteren op de eigen ervaringen en relaties. Op die manier kan hij of zij zich bewust worden van het zelf en de omgeving en kan een ontvankelijke houding ontwikkelen. 208 Als gevolg van het acteren zou het individu, zo stelde Hans van den Bergh (1932-2011), een psychologische groei door kunnen maken. In het acteren kan er worden ‘gesleuteld’ aan de ziel, waardoor de eigen emoties daadwerkelijk kunnen worden gevoeld.209 De acteur wordt op het toneel de ruimte geboden om het zelf op verschillende manieren te ontdekken. Dit kan resulteren in een herkenning, uitdaging, confrontatie, acceptatie of afwijzing van het zelf. “Het gaat erom wat er allemaal in je zit en waar het zit. Waar zit de pijn? Waar zit je kwaadheid? Daar moet je mee in contact kunnen komen. Maar je moet op een nuchtere manier met je gevoelens leren omgaan, zoals een timmerman met spijkers. Er zijn ook ambachtelijke oefeningen om bij gevoelens te komen die je liever niet aan de buitenwereld wilt tonen, omdat het te pijnlijk is. Maar daar moet je doorheen, vind ik. (…) Gevoelens kun je namelijk niet altijd faken, die moet je ook echt laten zien.” 210 Gijs Scholten van Aschat (s.a.).
206
Hodgson, John (ed.) The uses of drama: acting as a social and educational force. London: Eyre Methuen Ltd, 1972. (46 & 86) Way (17-18 & 79, 143-45 & 164) 208 Hughes (30-31, 69 & 89-90) 209 Bergh, Hans van den. De sterren van de hemel: de kunst van het toneelspelen. Amsterdam: Theater Instituut Nederland, [s.a.] (82) 210 Van den Bergh (83) 207
~ 50 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
De koppeling van het acteren en het dagelijkse, sociale leven “Vanuit de ontwikkelingspsychologie weten we dat het kind in zijn spel de wereld nabootst en leert begrijpen. In de kunsten creëert de mens een domein, waarbinnen alles wat in het ‘gewone leven’ gemeden dient te worden, alles waarover het verboden is te communiceren of waarover niet afdoende gecommuniceerd kan worden, aan de orde gebracht kan worden.” 211 Mart-Jan Zegers (2008).
Volgens Brian Way (1967) kan het spel worden beschouwd als een kopie van het dagelijks leven. Tegelijkertijd fungeert het als een voorbereiding op en oefening met het leven. Dit wordt in de adolescent meer en meer de realiteit.212 Erin Hurley (2010) stelt dat “via emotional labor, theatre intervenes in how we as a society come to understand ourselves, our values and our social world.” Het zet een cognitief proces van zelfreflectie en sociale reflectie in gang.213 In het kader van het onderzoek zou dit betekenen dat het acteren bij zou kunnen dragen aan gevoelens van ontspanning, plezier en een koppeling van emotionele ervaringen aan het bewustzijn. Daarnaast zou het kunnen zorgen voor frustraties, teleurstellingen en onzekerheden. Het acteren zou ook wel als een, wat John Hodgson (1972) noemt, ‘geexternaliseerde uiting van emotionele, innerlijke ervaringen’ kunnen worden omschreven.214 Zo zou de identificatie met bepaalde rollen of karakters bij kunnen dragen aan het zelfbegrip en een gevoel van identiteit. Fergus Hughes (1999) zou dit aan kunnen vullen wanneer hij stelt dat het acteren de ontwikkeling van sociale vaardigheden, gevoelens van behoren en interesse in anderen vergroot. Aan de hand van de eigen fantasie kan de adolescent anticiperen en zich voorbereiden op toekomstige rollen.215
Het mogelijke effect van het acteren Brian Way (1967) concludeerde dat het drama de totale persoon treft, omdat het de verbeelding verrijkt en hart en ziel kan raken. Het theater behelst een directe ervaring en communiceert tussen de acteurs en het publiek. 216 Fergus Hughes (1999) stelt dat het dramatische spel op een drietal punten een belangrijk effect kan hebben. Zo zou het acteren bij kunnen dragen aan
Figuur 14: Brian Way’s Peroonlijkheidsfacetten in Relatie tot het Drama
gevoelens
van
zelfbewustzijn
en
zelfverzekerdheid. Daarnaast leert het individu
211
Zegers, Mart-Jan. Theatermaken: Pragmatische Theorieën. Amsterdam: Uitgeverij International Theatre & Film Books, 2008. (16-17) Way (20) 213 Hurley (10) 214 Hodgson (53) 215 Hughes (120-121) 216 Way (15-16) en Zarrilli (17) 212
~ 51 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
de fantasie uit de breiden, te doen alsof en alternatieve werelden te creëren. Tevens ontwikkelt hij of zij een sociaal bewustzijn en leert met anderen samen te werken.217 Dit is relevant voor het onderzoek, omdat het beschrijft dat het acteren niet alleen effect zou kunnen hebben op persoonlijk, maar ook op sociaal vlak. Way heeft een model ontworpen waarin de ontwikkeling die het individu al acterend door zou kunnen maken is weergegeven. In het model staat het individu centraal die op creatieve wijze de eigen gevoelens kan ontdekken. Tegelijkertijd ziet het individu dat anderen om hem of haar heen bepaalde gevoelens, gedachtes en ervaringen hebben, waardoor een bewustere sensitiviteit ten opzichte van anderen kan gaan ontwikkelen.218 Het acteren kan de adolescent helpen om de eigen mogelijkheden te ontdekken. Door middel van de eigen rol leert hij of zij het zelf beter kennen en ervaren. Dit zou kunnen resulteren in een groei van of deuk in het zelfvertrouwen dat een (levenslang) proces van zelfreflectie in gang kan zetten.219 Het individu bevindt zich continu in een sociale context. Deze omgeving kan door middel van het acteren worden onderzocht. Op die manier treedt de adolescent in contact met de omgeving en gaat verbintenissen met anderen aan. Uiteindelijk, zo stelt Way, wordt deze omgeving door het individu geïnternaliseerd: invloeden van binnen en buiten de eigen omgeving worden geassimileerd.220 De persoonlijkheid en het zelfbewustzijn kunnen verder worden ontwikkeld, als gevolg van nieuwe zienswijzen en een hypothetiserend denkvermogen. “We beelden ons in drama het echte in om de menselijke conditie te onderzoeken. Een rol spelen in een toneelstuk, of een rol spelen in een drama is een mentale houding, een manier om twee werelden tegelijk in gedachten te houden: de echte wereld en de wereld van de dramatische fictie. De betekenis en waarde van het drama komt voort uit de dialoog tussen deze twee werelden en de menselijke onderwerpen achter diens representaties: het echte en het uitgebeelde; de kijker en de deelnemer, de acteur en het publiek. Drama is een daad van ‘zelfcreatie’.” 221 Het DICE project (s.a.)
∗
Drama als maatschappelijke vorming of identiteitsoplossing
Brian Way (1967) beschouwt het acteren als een vorm van maatschappelijke vorming. In het theater kan het individu oefenen met maatschappelijke, sociale en volwassen rollen en verantwoordelijkheden. Het bredere persoonlijke en sociale bewustzijn dat als gevolg van het acteren kan worden ontwikkeld, kan hierbij goed worden gebruikt.222 John Harrop (1992) omschrijft het acteren als middel om op het zelfbewustzijn en de communicatie met anderen te reflecteren. Niet alleen geeft het het individu een gevoel van persoonlijke identiteit, ook worden sociale vaardigheden, gevoelens van behoren en interesse in anderen ontwikkeld. De fictieve ik, dit zorgt voor een toenemend zelfbegrip, zou een ontwikkelend 217
Hughes (90-91) Way (146) 219 Way (80-81) 220 Way (26, 36 en 160) 221 [DICE]. The DICE has been cast. Een DICE hulpbron bestemd voor beoefenaars van educatief theater en drama. Europa: DICE Consortium, 2010. (16) 222 Way (23, 254 & 262) 218
~ 52 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
effect kunnen hebben op het zelf.223 Harrop en Philip Zarrilli (1995) noemen het acteren een rite de passage: het acteren is een reis en zoektocht naar het zelf. De acteur is continu in onderhandeling met het zelf en de omringende culturele praktijken. In deze wisselwerking bevindt de acteur zich in een zelfexpressieve modus: het acteren is een middel om het zelf te demonstreren.224 Erin Hurley (2010) stelt dat de zogenaamde ‘emotionele beloningen’ die deze ontlading tot gevolg heeft, de voornaamste motivatie voor het acteren is.225 In relatie tot het onderzoek betekent dit dat het acteren (positieve) gevoelens met betrekking tot identiteit en zelfvertrouwen zal bevorderen. Hans van den Bergh (1932-2011) stelde dat het individu in de ‘ontdekkingsreis naar het zelf’ nieuwe inzichten over het zelf vergaart en zich beter zou kunnen gaan realiseren hoe hij of zij in elkaar zit. Het individu leert over zichzelf, test mogelijke zelven uit, kan bepaalde grenzen opzoeken en overschrijden, zonder hiervan directe consequenties te hoeven ervaren.226 Ook hieruit zouden we kunnen concluderen dat het acteren als veilige plek kan worden beschouwd om te experimenteren met de eigen identiteit. Daarnaast leert het het individu over bepaalde maatschappelijke kwesties, rollen en verantwoordelijkheden. “Wat je in het normale leven nodig hebt, dat heb je op het toneel in schoongemaakte vorm nodig, zuiverder, completer. Je moet je kunnen concentreren, je moet nadenken, je moet je gevoelens herkennen, in actie kunnen komen, luisteren en ontvangen. Dat moet je allemaal leren hanteren. Op die manier leer je in dit werk jezelf in de hand te houden, zodat je het ook in het dagelijks leven kunt gebruiken. In die zin is mijn werk [het acteren] een ontdekkingsreis naar mezelf geweest.” 227 Peter Faber (s.a.)
Het acteren en de adolescentie Eén van de essentiële functies van het spel is de aanpassing aan de sociale wereld, waarbij maatschappelijke conventies en sociale rollen door het individu eigen kunnen worden gemaakt. Het individu geeft door middel van een ‘imitatie’ van de werkelijkheid, de realiteit een nieuwe, creatieve betekenis. Norman Denzin (1977) stelt dat het spel anticipeert op socialisering, omdat het het individu toelaat om de realiteit symbolisch te transformeren tot een nieuwe vorm.228 Sociale competenties kunnen binnen de speelruimte worden verkregen en tegelijkertijd leert het individu om het eigen en andermans’ gedrag en emoties te begrijpen.229 Dorothy Singer (2006) stelt dat het individu een wereld kan creëren waarin bepaalde rollen kunnen worden gespeeld.230 Binnen deze wereld van denkbeeldige situaties kan het individu zich ontwikkelen op emotioneel en sociaal vlak, door personen, situaties en handelingen tot iets figuurlijks te maken. In het rollenspel kan een individu doen alsof hij of zij iemand anders is. Op die manier leert de jongere representatief te denken, imiteren, fantaseren en doen alsof. Het acteren kan, zo
223
Harrop (69) Harrop (27 & 118-19) en Zarrilli (23-24) 225 Hurley (2 & 77) 226 Van den Bergh (154) 227 Van den Bergh (150) 228 Denzin, Norman. Childhood Socialization. San Francisco: Jossey-Bass, 1977. (156) 229 Singer, Dorothy G. Play=learning: how play motivates and enhances children’s cognitive and social-emotional growth. Oxford: OUP, 2006. (7) 230 Singer (232) 224
~ 53 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
stelt Singer, worden beschouwd als een manier om jezelf voor te bereiden op de volwassenheid en bepaalde vaardigheden en kennis te ontwikkelen die nodig zijn voor het functioneren als volwassene.231 Door de interactie met anderen leert het individu een zelfstandige en zelfverzekerde speler in de maatschappij te worden. In het kader van het onderzoek dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen adolescenten die het acteren als positief ervaren en zij die als gevolg hiervan een deuk in het zelfvertrouwen of zelfbeeld zouden kunnen ondervinden. Dit hoofdstuk is bedoeld als weergave van diverse theoretische benaderingen en de mogelijke bijdragen en effecten die het acteren zouden kunnen hebben. “Je gaat je zoveel beter realiseren hoe je in elkaar zit. Dit werk [het acteren] geeft je waarschuwingen en maakt dingen helderder, je groeit en gaat langzamerhand ontdekken wat er nu echt wezenlijk is voor jezelf, waar je werkelijk voor staat.” 232 Anne-Wil Blankers.
∗ In het licht van het onderzoek is de adolescentie gedefinieerd om inzicht te krijgen in welke veranderingen er tijdens deze periode plaatsvinden en hoe de adolescent deze ontwikkelingen zou kunnen ervaren. Op die manier heb ik als interviewer een beeld kunnen vormen van de factoren die een rol zouden kunnen spelen in en mogelijk van invloed zouden kunnen zijn op de levens van de verschillende respondenten. Tijdens de adolescentie is de vorming van een identiteit een belangrijke ontwikkelingstaak en kan als cruciaal onderdeel van deze levensfase worden beschouwd. De theorieën die zijn gebruikt om het concept identiteit een betekenis te geven, laten zien dat de vorming hiervan een combinatie is van persoonlijke gevoelens en sociale invloeden. In het kader van het onderzoek geven de hierin naar voren gekomen hypotheses inzicht in hoe een identiteit kan worden vormgegeven en welke processen hierop van invloed kunnen zijn. Afhankelijk van de contexten waarin het individu zich bevindt zal de identiteit een betekenis krijgen, die zowel persoonlijk als sociaal zou kunnen zijn. Voornamelijk in de adolescentie gaat er met de ontwikkeling van de identiteit een zelfevaluatie gepaard. Dit zelfvertrouwen zorgt ervoor dat een individu zichzelf al dan niet positief beoordeeld. Net als bij de identiteit hebben leeftijdsgenoten, hierin een belangrijk aandeel. Het leek dan ook niet overbodig om me in te lezen in de opvattingen met betrekking tot het zelfvertrouwen. Dit alles is uiteindelijk gekoppeld aan het acteren, het middel dat in dit onderzoek wordt onderzocht op basis van haar potentiële functies en effecten. Zo kan zij het individu helpen om de eigen identiteit te onderzoeken, vormen, ontwikkelen, hierin aanvullingen of wijzigingen aanbrengen en hem of haar leren over de maatschappij, sociale relaties en de volwassenheid.
231 232
Singer (24 & 62) Van den Bergh (153)
~ 54 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Aan de hand van het theoretisch kader is er geprobeerd om de focus en grenzen van het onderzoek aan te geven. De diverse concepten geven enige sturing en referentie aan het onderzoek. Het theoretisch kader is de basis waar vanuit de vragen- en topiclijst van het interview zijn vormgegeven. Een grote hoeveelheid van de codes die naar voren zijn gekomen in het coderings- en fragmenteringsproces, bestonden als het ware al voorafgaand aan het onderzoek. Op die manier is er geprobeerd om de verschillende concepten uit het theoretisch kader onderling aan elkaar te verbinden (zie bijlage A: Stroomschema). De theorie wordt in het onderzoek gebruikt als achterliggend verklaringskader waarmee bepaalde concepten kunnen worden geïnterpreteerd. De data uit de interviews zullen worden vergeleken met en geïnterpreteerd aan de hand van het theoretisch kader. Ook al is er geprobeerd om een eenduidige definitie aan de verschillende concepten te geven, het zou kunnen zijn dat de concepten aan de hand van de verkregen data nieuwe, andere, betere of meerdere betekenissen hebben gekregen. Dit maakt het onderzoek tegelijkertijd een soort van theoretische exploratie.
Begripsdefiniëring In onderstaande begripsdefiniëring is getracht om elk van de concepten kort samen te vatten. Het effect van het acteren op de identiteitsvorming en -ontwikkeling van adolescenten is onderzocht en er zal uiteindelijk een conclusie worden getrokken over de maatschappelijke waarde van het acteren. De hieraan belangrijkste gerelateerde concepten zijn dan ook gedefinieerd.
ADOLESCENTIE – De overgangsperiode van de kindertijd naar de volwassenheid, veelal omschreven als een emotionele en onrustige periode. Tijdens de adolescentie ondergaat de jongere diverse rijpende veranderingen op biologisch (puberteit), sociaal (belang van de peergroup), persoonlijk (identiteit, zelfconcept), cognitief (formeel operationeel denkvermogen) en intellectueel (zelfbewustwording) vlak. In de zoektocht naar het zelf experimenteert de adolescent met diverse toekomstige, potentiële rollen en verantwoordelijkheden en probeert zich voor te bereiden op de volwassenheid. De sociale omgeving speelt bij deze ontwikkeling een belangrijke rol.
IDENTITEIT – TIJDENS de adolescentie speelt de zoektocht naar een identiteit een belangrijke rol. Het hebben van een identiteit verbindt de adolescent aan de omgeving en geeft hem of haar een rol en referentiekader waar vanuit kan worden gehandeld en geïnteracteerd. Deze zelfdefinitie wordt vormgegeven aan de hand van de eigen gedachten en gevoelens en beïnvloed door de interactie met de sociale omgeving. Vooral tijdens de adolescentie speelt deze omgeving een belangrijke rol bij de identiteitsvorming. De identiteit is aan verandering onderhevig en past zich aan verschillende situaties aan. Het identiteitsvormingsproces is dynamisch (continu in beweging), adaptief, sociaal (koppelt het individu en de samenleving) en meervoudig (heeft meerdere, verschillende betekenissen in diverse contexten). De identiteit blijft tijdens de levensloop flexibel en open voor verandering of aanvulling.
~ 55 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
SOCIALE IDENTITEIT – De sociale identiteit is, zoals Henri Tajfel en John Turner stellen, het gedeelte van het individu’s zelfconcept dat is afgeleid van het lidmaatschap van of de identificatie met een sociale groep en de waarde die het individu aan dit lidmaatschap hecht. Door middel van sociale interactie ontwikkelt het individu zelfbegrip en betekenis: het zelf is gelegen in een netwerk van sociale relaties en wordt hierdoor erkend, beïnvloed, gevormd en uitgebreid. Bij het vormen van een identiteit refereert de adolescent aan anderen en maakt onderdeel uit van een sociale categorie, op die manier wordt de identiteit sociaal geconstrueerd. Met behulp van een sociale identiteit neemt het individu bepaalde posities in de samenleving in. Tijdens de adolescentie speelt de peergroup een belangrijke rol, zij fungeert als primaire context om een identiteit te ontwikkelen en om met sociale gedragspatronen te experimenteren en voor te bereiden op een plek in de samenleving. Net als de persoonlijke identiteit is de sociale identiteit dynamisch, zij heeft in diverse contexten een andere betekenis.
ZELFVERTROUWEN – HET zelfvertrouwen kan worden beschouwd als het evaluatieve component van het zelfconcept op basis van gevoelens van acceptatie en waarde. Deze gevoelens kunnen worden gerelateerd aan persoonlijke competenties en feedback uit de omgeving. Zelfvertrouwen zorgt voor een balans binnen het individu en zijn of haar identiteit. Tijdens de adolescentie komt het zelfvertrouwen onder druk te staan als gevolg van sociale vergelijking, zelfkritiek en tegenstrijdigheden in de persoonlijkheid. Het zelfvertrouwen ligt niet vast in de persoonlijkheid, maar verandert geleidelijk aan, onder invloed van de diverse contexten waarin het individu zich bevindt. Als gevolg van de specifieke eisen, rollen en verwachtingen vanuit de diverse contexten ervaart het individu steeds een ander soort en mate van zelfvertrouwen. Anderen fungeren in dit proces als een zogenaamde ‘sociale spiegel’. De groep waartoe een individu behoort, geldt als belangrijke determinant voor en positieve bijdrager aan het zelfvertrouwen. Het proces van zelfvertrouwen is dynamisch van aard, staat open voor verbetering en wordt beïnvloed door positieve en negatieve ervaringen. Het zelfvertrouwen bestaat uit een drietal aspecten: cognitief (het beschrijvende deel van het zelf), affectief (trots als gevolg van bepaalde successen, schaamte als gevolg van falen) en evaluatief (de waarde die aan het zelfvertrouwen wordt toegekend). Deze aspecten samen zorgen voor een gevoel van zelfvertrouwen.
ACTEREN – HET acteren zou kunnen worden beschouwd als een zoektocht naar het zelf. In het spel kan de acteur innerlijke conflicten en gevoelens overbrengen aan de hand van gebaren, geluiden, gezichtsuitdrukkingen en woorden. Tegelijkertijd zou een zelfreflectie in gang kunnen worden gezet, waarna inzicht, zelfkennis, zelfbeleving en acceptatie of afwijzing zouden kunnen worden ontwikkeld. Een dergelijke confrontatie met het zelf zou zowel leerzaam, als kwetsend kunnen zijn. In de zoektocht naar het zelf probeert het individu de eigen mogelijkheden te ontdekken en nieuwe inzichten over zichzelf te vergaren. Dit behelst een persoonlijke uitdaging: zelfbewustwording en zelfvertrouwen zouden kunnen groeien, waarna een rationele zelfanalyse volgt en er naar harmonie binnen het zelf kan worden gezocht. De identificatie met bepaalde rollen of personages zou bij kunnen dragen aan zelfbegrip, zelfverzekerdheid en het ontwikkelen van een sociaal bewustzijn en inlevingsvermogen. Brian Way ziet het acteren als een vorm van aanpassing aan de sociale wereld: in het theater kan het individu oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden. Door middel van een ‘imitatie’ van de werkelijkheid kan de realiteit een nieuwe, creatieve betekenis worden gegeven. Naast een kopie van het dagelijks leven fungeert het theater als een voorbereiding op en oefening met het (volwassen) leven.
~ 56 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Hypothese Met behulp van mijn onderzoek verwacht ik aan te kunnen tonen dat het acteren van invloed kan zijn op de identiteitsvorming en het zelfvertrouwen van adolescenten. Binnen de theatrale speelruimte kan er worden geëxperimenteerd met gevoelens, gedachten, identiteiten en rollen zonder hiervan de directe consequenties te ervaren. Persoonlijke, sociale en maatschappelijke kwesties kunnen aan bod komen en spelenderwijs kunnen individuen inzicht krijgen in het zelf en anderen, waarmee gevoelens van zelfvertrouwen kunnen worden opgebouwd. Dit kan zorgen voor vele leermomenten, maar kan tegelijkertijd als confronterend of kwetsend ervaren worden. De adolescent is op een leeftijd waarop hij of zij met vele veranderingen, onzekerheden en tegenslagen te maken krijgt. Ik verwacht dat het acteren van invloed kan zijn op persoonlijk en sociaal vlak, de identiteit en zelfverzekerdheid van de jongere. De door mij benaderde projecten, gezelschappen en opleidingen hebben aangegeven dat hun werk, wat hen betreft, een maatschappelijke waarde heeft. Ik hoop hen aan de hand van de verzamelde data een advies te kunnen geven over het effect en de bijdrage van het acteren. Door de diverse werkwijzen, motivaties en niveaus van de gezelschappen naast elkaar te leggen, verwacht ik belangrijke verschillen aan te kunnen tonen. Tegelijkertijd zullen de respondenten aan de hand van hun leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, ervaring en aspiratie met elkaar worden vergeleken. Om mijn verwachtingen waar te kunnen maken zijn er data verzameld die betrekking hebben op de relatie tussen het acteren en de mogelijke veranderingen die het teweeg zou kunnen brengen in de identiteitsvorming en -ontwikkeling van het individu. Het is van belang dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de effecten als gevolg van het acteren en de effecten vanuit invloeden van buitenaf. Naast effecten op persoonlijk vlak, verwacht ik dat ik veranderingen op sociaal vlak als gevolg van het acteren zal constateren. Door in het spel te worden uitgedaagd om bepaalde rollen en verantwoordelijkheden aan te nemen, leert het individu omgaan met veranderingen in de eigen identiteit en de verhouding ten opzichte van anderen in de maatschappij. Wat mij betreft, zou er dan ook wel degelijk een relatie kunnen bestaan tussen de diverse variabelen. In het acteren kan de adolescent te maken krijgen met bepaalde successen, bijvoorbeeld als hij of zij een goede acteerprestatie neerzet. Dit zou kunnen zorgen voor zelfvertrouwen, dat onderdeel wordt van hoe het individu zichzelf ziet. Bepaalde teleurstellingen of confrontaties kunnen zorgen voor een deuk in het zelfvertrouwen. Ik beschouw het acteren dan ook als zoektocht of ontdekking naar het zelf: dit kan zowel leerzaam, als confronterend zijn. Dergelijke ervaringen zullen van invloed zijn op hoe iemand zichzelf ziet en ervaart en de mate van zelfvertrouwen.
~ 57 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Methodologie Om te kunnen onderzoeken of het acteren effect heeft op, of een verandering teweeg zou kunnen brengen in de identiteitsvorming- en ontwikkeling van adolescenten is er in dit onderzoek gekozen voor een kwalitatieve invalshoek. Kwalitatief onderzoek wordt door Earl Babbie (2010) gedefinieerd als “nonnumerical examination and interpretation of observations, for the purpose of discovering underlying meanings and patterns of relationships.”233 In het kader van dit onderzoek zal er dan ook worden gekeken naar persoonlijke gevoelens, betekenissen en interpretaties van die diverse respondenten aan de hand van een topiclist. Er is in dit onderzoek geprobeerd om een dieper en vollediger beeld te krijgen van het effect van het acteren op de adolescente identiteitsvorming. De gekozen onderzoeksmethode is die van een semigestructureerd interview. Kathleen Gerson en Ruth Horowitz (2002) stellen dat de mens zijn of haar leven niet ervaart als een aantal losse factoren of variabelen, maar eerder als het zich ontvouwen van gebeurtenissen, waarnemingen en gevoelens. Een effectief interview dient de respondent dan ook, zo stellen Gerson en Horowitz, in korte tijd te begeleiden door wat zij ‘een doolhof aan levenservaringen in een geschikte volgorde’ noemen. De gedeeltelijke structuur van het interview kan zorgen voor een samenhangend narratief in de ervaringen van het individu.234 Om een effect of verandering te kunnen constateren, is het van belang dat de periode tussen een tweetal referentiepunten wordt onderzocht: ‘voorafgaand’ aan het acteren (pre-meting) en na afloop van deze ‘ervaring’ (post-meting). Er is in het onderzoek gedeeltelijk gebruikgemaakt van een ‘longitudinale studie’, waarbij het fenomeen over een langere tijdsperiode is onderzocht. Op die manier kan er een patroon van verandering worden bestudeerd. Ranjit Kumar (1996) stelt dat pre- en postmetingen geschikt zijn voor het meten van de reikwijdte van verandering in een fenomeen of houding.235 In dit onderzoek is tevens een zogenaamde ‘cohort studie’ gedaan: de adolescent en zijn of haar verandering in de tijd, als gevolg van een bepaalde invloed, is onderzocht.236
Het interview Gerson en Horowitz (2002) beschrijven het interview als een uitstekend middel om motieven, betekenissen en tegenstrijdigheden te achterhalen, die worden ervaren door individuen wanneer zij reageren op ‘sociale en interpersoonlijke situaties en conflicten’.237 Babbie (2010) schetst het kwalitatieve interview als “an interaction between an interviewer and a respondent in which the interviewer has a general plan of inquiry, including the topics to be covered, but not a set of questions that must be asked
233
234
235 236 237
Babbie, Earl. The Practice of Social Research. USA: Wadsworth, Cengage Learning, 2010. (394) Gerson, Kathleen & Horowitz, Ruth “Observation and Interviewing: Options and Choices in Qualitative Research” Qualitative Research in Action. May, Tim (ed.) London: SAGE Publications, 2002. (204-10)
Kumar, Ranjit. Research Methodology: a step-by-step guide for beginners. London: SAGE Publications, 1996. (85) Babbie (108) Gerson & Horowitz in May (215)
~ 58 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
with particular words and in a particular order.”238 De antwoorden van de voorafgegane vragen vormen de basis voor daaropvolgende vragen. Als interviewer stel ik een vraag, luister aandachtig naar het antwoord en interpreteer de betekenis om zo een volgende vraag te kunnen formuleren. De opbouw van het interview is semigestructureerd: de besproken onderwerpen zijn systematisch en samenhangend geordend, maar de volgorde ligt niet vast. In plaats van het interview volledig te structureren aan de hand van de topics, wilde ik de adolescenten de tijd en ruimte geven om vrijuit te spreken over hoe zij over het aangehaalde onderwerp denken. Wanneer ik dieper op een bepaald antwoord in wilde gaan, heb ik doorgevraagd. Dit heeft mij als interviewer, zo stelt ook Keith Punch (2005), de vrijheid gegeven om zo nu en dan af te dwalen en verder te gaan dan de gestandaardiseerde vragen.239 Robert Walker (1985) stelt dat “In order to understand other persons’ constructions of reality, we would do well to ask them (…) and to ask them in such a way that they can tell us in their terms (rather than those imposed rigidly and a priori by ourselves) and in depth which addresses the rich context that is the substance of their meanings.”240 Door het interview niet al te veel te structuren en te sturen, heb ik geprobeerd om begrip te vormen van het complexe gedrag van adolescenten. De vragen uit het interview zijn een combinatie van open vragen, vragen op basis van theorie en hypothese en een aantal enigszins confronterende vragen. De eerste ‘prikkelende’ vraag van het interview (Waarom heb je ervoor gekozen om je met het acteren bezig te gaan houden?) heeft ervoor kunnen zorgen dat de respondent gelijk aan het denken werd gezet. In dit onderzoek zijn twee verschillende ‘groepen’ respondenten geïnterviewd. De eerste groep (negenentwintig respondenten) heb ik slechts eenmalig reflectief geïnterviewd; de tweede groep (vijf respondenten) heb ik zowel voorafgaand aan, als na de acteerervaring geïnterviewd. Gezien praktische en tijdsgebonden aspecten was het niet mogelijk om de respondenten uit beide groepen op een tweetal momenten te interviewen. De tweede groep respondenten is dan ook intensief gevolgd in de periode vanaf maart 2012 tot en met oktober 2012.
De opbouw van het gesprek
∗
De vragenlijst
Voorafgaand aan het interview hebben de respondenten een korte vragenlijst ingevuld met een aantal vragen. De algemene vragen hadden betrekking op het theatergezelschap/project/opleiding waar zij deel van uitmaakten, geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en huidige of afgeronde opleiding. Onderwerpen als de eerst bezochte voorstelling, het aantal jaren ervaring met het theater, de frequentie van het
238 239 240
Babbie (318) Punch, Keith F. Introduction to social research: quantitative and qualitative approaches. London: SAGE, 2005. (194) Walker, Robert (ed.) Applied Qualitative Research. Aldershot: Gower, 1985. (46)
~ 59 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
theaterbezoek per jaar en waarom en met wie zij de voorstelling bezochten kwamen aan bod bij de specifieke vragen. Tevens is hen op de vragenlijst gevraagd naar hun favoriete genres en is er een begrippenlijst voorgelegd met woorden die voor de respondenten, al dan niet, van toepassing zijn op het begrip theater. Het laten invullen van de vragenlijst had een tweetal doeleinden: ik kon kennismaken met de respondenten aan de hand van hun algemene gegevens en interesses en er kon tijdens het interview dieper in worden gegaan op de ingevulde informatie. De vragenlijst kan worden beschouwd als een soort ‘opstapje’ naar het interview en is gebruikt bij het analyseren van de data. De focus van het onderzoek ligt op het acteren, maar is gedeeltelijk gekoppeld aan ervaringen, competenties en interesses met betrekking tot het bezoeken van voorstellingen. Beide groepen respondenten hebben dezelfde vragenlijst (zie bijlage B en C) ingevuld. Het enige verschil was de begrippenlijst: de eerste groep kreeg zesendertig begrippen, de tweede groep tweeënzeventig. Dit heb ik gedaan zodat ik de respondenten uit de tweede groep op basis van een pre- en postmeting kon vergelijken en veranderingen zou kunnen constateren. Zowel voorafgaand aan het preinterview, als bij het post-interview is de begrippenlijst aan hen voorgelegd, deze lijsten zijn met elkaar vergeleken.
∗
De topiclist van het interview
Aan de hand van de definities uit het theoretisch kader heb ik geprobeerd een link te leggen tussen de diverse concepten. Het doel van het theoretische kader was de literatuur te gebruiken om inzicht te krijgen in het effect dat het acteren zou kunnen hebben op de identiteitsvorming van de acterende adolescent. De topiclist is opgebouwd rondom een viertal ‘thema’s’ (zie bijlage D). In het eerste deel van het interview stel ik vragen over de ervaring die de respondenten hebben het bezoeken van theater en het acteren zelf en probeer ik de redenen waarom zij begonnen zijn met het acteren en wat het acteren voor hen zo leuk maakt te achterhalen. Het effect van het acteren op persoonlijk vlak (in relatie tot de persoonlijke identiteit en het zelfvertrouwen) en vragen over het effect op sociaal vlak (gekoppeld aan de sociale identiteit en de invloed vanuit omgeving) komen in het tweede en derde deel aan bod. Vragen met betrekking tot wat het individu kwijt kan in het acteren, of hij of zij het als een middel van ontspanning of inspanning beschouwt, in hoeverre de gespeelde rollen in overeenstemming zijn met of anders zijn dan het zelf en de belangrijkste leermomenten die zij hebben ervaren, komen aan bod in de vragen met betrekking tot het persoonlijke vlak. Tevens probeer ik in dit tweede gedeelte te achterhalen hoe de geïnterviewde het begrip zelfvertrouwen zou definiëren. Op het sociale vlak hebben de vragen onder andere betrekking op de mogelijke veranderingen als gevolg van het acteren, het gerespecteerd voelen door anderen, het ervaren van vrijheid en veiligheid in de speelruimte en de mogelijke koppeling van het acteren aan het dagelijkse, sociale leven. In het vierde en laatste gedeelte van het interview stel ik vragen over hun (toekomstige) verwachtingen in relatie tot het acteren. Als afsluiting vraag ik de respondenten of zij de ontwikkelingen en ervaringen van de afgelopen periode (vanaf het begin van het acteren tot nu)
~ 60 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
beschouwen als een groei, ontwikkeling, verandering, verbetering of verslechtering. Net als bij de vragenlijst heb ik voor de pre- en post-respondenten een andere topiclijst gebruikt dan bij de eenmalige interviews (zie bijlagen E en F). Voor de pre-interviews heb ik de thema’s en vragen voornamelijk toegespitst op wat de spelers verwachtten qua veranderingen, verbeteringen, ontwikkelingen of groei op persoonlijk en sociaal vlak. In de postinterviews heb ik de vragen toegespitst op de data die ik heb verkregen uit en vergeleken met de pre-interviews, om te kunnen concluderen of bepaalde voorspellingen zijn uitgekomen.
Duur van het onderzoek De negenentwintig reguliere interviews heb ik afgenomen tussen 10 februari en 17 april 2012. De vijf preinterviews heb ik afgenomen in de periode tussen 27 maart en 10 april 2012. De vijf postinterviews heb ik halverwege juli 2012 afgenomen. Tussen eind maart en begin oktober 2012 heb ik regelmatig met de vijf respondenten gesproken en hen geobserveerd.
Duur van het interview Ik had verwacht dat het interview per persoon, inclusief het invullen van de vragenlijst, ongeveer 30 minuten zou duren. Veelal hebben de gesprekken langer dan 30 minuten geduurd, waarbij het invullen van de vragenlijst niet is meegerekend (dit was gemiddeld 5 minuten per persoon). Het gemiddelde gesprek duurde 33 minuten (met uitschieters van 22 en 47 minuten). De interviews zijn opgenomen met een voicerecorder. Deze heb ik aan gezet nadat de respondent de vragenlijst had ingevuld.
De onderzoeksobjecten Voor dit onderzoek heb ik ervoor gekozen om mij te richten op de populatie adolescenten in de leeftijdscategorie van 12 tot 24 jaar (op basis van het onderscheid van Manuela Du Bois-Reymond (1995): vroeg adolescentie: 12-14 jaar; midden adolescentie: 15-17 jaar; laat adolescentie: 18-20 jaar; post adolescentie: 21-24 241
jaar).
Er is specifiek gekeken naar het sample van de acterende adolescent in de leeftijd van 14 tot 24
jaar. Er zijn twee respondenten geïnterviewd (26 en 28 jaar) die niet onder de gekozen leeftijdscategorie vallen. Toch zijn zij, gezien inhoudelijke aspecten en in relatie tot de jongere respondenten, interessant en relevant om bij het onderzoek te betrekken. Het is interessant om de verschillende leeftijdscategorieën binnen de adolescentie met elkaar te kunnen vergelijken. Door de diversiteit aan leeftijden onder de respondenten zijn in het onderzoek de verschillende facetten binnen de adolescente ontwikkeling onderzocht; niet alleen belangrijke veranderingen tijdens de puberteit, maar ook de invloed van de sociale omgeving en de zelfbewustwording van de jongeren.
241
Du Bois-Reymond (230)
~ 61 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Sampling
Om een sample te vormen is er gebruikgemaakt van een combinatie van non-probability sampling en stratified sampling. Dit betekent dat de respondenten gekozen zijn aan de hand van categorieën, eigenschappen en variabelen die interessant zijn voor het onderzoek en niet iedereen dezelfde kans heeft gehad om in het sample terecht te komen.242 De gekozen subjecten passen in een specifieke definitie binnen de studie, die hen representatief maakt voor het onderzoek en de populatie waaruit zij zijn geselecteerd. Dit is wat Earl Babbie (2010) ook wel veroordelende, doelgerichte of quota sampling noemt.243 Aan de hand van een klein sample uit een grotere populatie is er geprobeerd om algemene conclusies te trekken over het effect en de mogelijke veranderingen die het acteren teweeg zou kunnen brengen in de identiteitsvorming en het zelfvertrouwen van de adolescent. In eerste instantie verwachtte ik een sample van zo’n dertig tot vijftig respondenten. Ik heb in totaal vierendertig respondenten geïnterviewd: negenentwintig eenmalig en vijf op een tweetal momenten. De respondenten zijn afkomstig van theatergezelschappen Theater te Water, De Steeg en de Productiegroep van De Noorderlingen, het theaterproject NNT Dichterbij, de opleiding Kunst, Theater en Media aan het Noorderpoort College (richtingen Artiest Drama en Artiest Musical) en de Jeugdtheaterschool. Deze gezelschappen zijn interessant, omdat zij allen verschillende werkwijzen, doelgroepen en doeleinden hebben. Het is dan ook interessant om de verschillende manieren van werken met elkaar te vergelijken om zo een advies te kunnen formuleren met betrekking tot de maatschappelijke waarde van het acteren.
242 243
Babbie (192 & 214) Babbie (193-94)
~ 62 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten ∗
De Noorderlingen PROFIEL
Totaal aantal leerlingen Leeftijden Locatie Respondenten ∗ Jongens ∗ Meisjes Opleidingsniveau respondenten Contactpersonen
69 leerlingen 12-18 jaar (Productiegroep 18-21 jaar) De Noorderlingen (Moesstraat) 7 4 respondenten (18-20 jaar) 3 respondenten (18-19 jaar) VMBO, HAVO, VWO, Gymnasium en MBO Nicolette Klein Bleumink (zakelijk leider) Koen Jantzen (artistiek leider)
De Noorderlingen, opgericht in 1984, is een combinatie van een productiehuis voor jongerentheater en een vooropleiding voor de toneelschool. Op de eigen website staat De Noorderlingen omschreven als “een plek voor jonge bevlogen theatergekken in het noorden”. Er wordt lesgegeven aan jongeren tussen de twaalf en achttien jaar. Door de Productiegroep (jongeren vanaf achttien jaar) worden voorstellingen gespeeld die worden geregisseerd door professionele regisseurs. Het theater dat De Noorderlingen maakt is, zo staat op de website omschreven, “met beide voeten geworteld in de maatschappij”. Jongeren doen auditie in de vorm van een workshop, waarbij wordt gekeken naar de mogelijkheden van het individu: “spontaan reageren, creatief zijn, open staan en het gebruiken van de fantasie.” Tevens wordt er gekeken naar discipline, het doorzettingsvermogen en het vermogen om met anderen samen te werken. Als de jongere naar aanleiding van de auditie is aangenomen bij De Noorderlingen, zit hij of zij het eerste half jaar in de Introductiegroep. Gedurende deze periode ontdekt het individu of het theatervak echt wat voor hem of haar is. In de lessen worden de jongeren getraind in het toneelspelen. Er wordt kennis gemaakt met allerlei vormen van en opvattingen over het theater (maken). De spelers werken toe naar een presentatie in het productiehuis, de Groningse theaters of op andere locaties. Als een jongere het eigen talent verder wil ontwikkelen kan er worden doorgestroomd naar de lesgroepen op drie niveaus. In deze lesgroepen wordt lesgegeven door professionele docenten, acteurs en regisseurs. Belangrijke aspecten bij deze lessen zijn beweging, dans, improvisatie en teksttoneel. De lessenreeks wordt afgesloten met een openbare presentatie.244
244
www.denoorderlingen.nl (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013)
~ 63 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
◊
De Productiegroep “De Productiegroep is het gezicht van De Noorderlingen. Deze wordt jaarlijks samengesteld uit de meest getalenteerde Noorderlingen, die hun middelbare schooldiploma hebben behaald en die de ambitie hebben om van het theatervak hun beroep te maken. Onder regie van professionele en vaak jonge theatermakers, ontwikkelen zij vier voorstellingen per seizoen.” 245
In het onderzoek zijn de zeven jongeren van de Productiegroep 2011-2012 van De Noorderlingen geïnterviewd. Zij worden omschreven als ‘talentvolle en ambitieuze’ jongeren die allen verder willen naar de toneelschool. In het programmaboekje van het Jonge Harten Festival van 2011 staat in een kort interview beschreven hoe onder andere docent Taco van Dijk te werk gaat: hij geeft de spelers slechts een kader en legt op voorhand niet tot nauwelijks iets vast. De spelers krijgen vervolgens de ruimte om hieraan een eigen invulling te geven. Hij stelt: “Dit is in eerste instantie een kwestie van zoeken, van heel veel materiaal verzamelen en alle mogelijkheden onder de loep nemen. Op deze manier blijft er ruimte over voor het ontstaan van iets nieuws. Het verhaal wordt in een later stadium belangrijk.”246
“De Noorderlingen heeft een unieke positie in het Nederlandse theaterbestel. Al sinds de oprichting in 1984, overspoelen veel jonge acteurs uit het noorden de landelijke toneelscholen. Daar wordt De Noorderlingen betiteld als hofleverancier.”247
245
Brochure van De Noorderlingen, gedownload van www.denoorderlingen.nl (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013) Programmaboekje Jonge Harten Festival 2011. 247 Brochure van De Noorderlingen, gedownload van www.denoorderlingen.nl (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013) 246
~ 64 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Het NNT Dichterbij project PROFIEL
Totaal aantal deelnemers Leeftijden Locatie Respondenten ∗ Jongens ∗ Meisjes Opleidingsniveau respondenten Contactpersoon
60 jongeren 14-18 jaar Theater de Machinefabriek 3 1 respondent (14 jaar) 2 respondenten (14-16 jaar) VMBO en VWO René de Haan (hoofd educatie NNT)
Het idee voor het project is afkomstig van Ria Rottier, hoofd educatie bij het NNT Groningen. Zij vond dat er iets ‘voor en door jongeren’ moest komen. Al gauw kwam zij met het NNT Dichterbij, een project waarin zestig jongeren tussen de veertien en achttien jaar uit Groningen, Friesland en Drenthe in Theater de Machinefabriek van het Noord Nederlands Toneel samen een theatervoorstelling maken. Dit project is gestart in 1999 en vindt altijd plaats tijdens de voorjaarsvakantie. Er wordt sinds 2008 samengewerkt met Club Guy & Roni. Onder begeleiding van studenten van diverse regieopleidingen en de opleiding theatervormgeving van Academie Minerva en de medewerkers van het NNT en Club Guy & Roni wordt in een week tijd een eigen theaterstuk in elkaar gezet. De uiteindelijke voorstelling wordt aan het eind van de week drie à vier keer opgevoerd in Theater de Machinefabriek.248 Veel van de voorstellingen zijn gebaseerd op een bestaand theaterstuk: De Meeuw (1999), Faust (2002), Woyzeck (2004) en Romeo en Julia (2006). Daarnaast zijn er verhalen opgevoerd uit populaire genres zoals thrillers, detectives en sciencefiction. De voorstellingen uit 2010 (Alice in Wonderland), 2011 (Teiresias) en 2012 (Hamlet) waren een opmaat naar de voorstelling die het Noord Nederlands Toneel vlak daarna zelf op de planken zou brengen. Het doel van het project is “jongeren in [te] wijden in het soort totaaltheater dat we [het Noord Nederlands Toneel] maken” en hen een kijkje te laten nemen en laten ervaren wat het is om theater te maken in een professioneel gezelschap.249 De jongeren kunnen tijdens het project deelnemen aan verschillende disciplines: acteren, dansen, muziek maken, podiumtechniek, video filmen en monteren. Al deze onderdelen worden door elk van de deelnemers beoefend en komen in het maakproces samen. Deelname aan het project staat voor iedereen open en wordt dan ook niet voorafgegaan door een auditie, want “iedereen moet een kans hebben om mee te doen, ongeacht of iemand nou veel of weinig met toneel doet, veel ervaring of talent heeft.”250 In elk van de toneelstukken wordt door de jongeren een eigentijdse visie gegeven op de thematiek van de voorstelling.
248
In 2010 werd het stuk opgevoerd in de Stadsschouwburg te Groningen. http://www.nnt.nl/nnt-in-groningen/ (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013) 250 http://www/nnt.nl/nnt-in-groningen/ NNT Archief 2008 “Made in Holland” (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013) 249
~ 65 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Kunsten, Theater, Media en Muziek (Noorderpoort College) PROFIEL
Totaal aantal leerlingen Leeftijden Locatie Respondenten ∗ Jongens ∗ Meisjes Opleidingsniveau respondenten Contactpersoon
± 100, verdeeld over 4 leerjaren Vanaf 16 jaar School voor de Kunsten 6 3 respondenten (18-20 jaar) 3 respondenten (17-19 jaar) MBO en HAVO Linda Jacobsen (docent eerstejaars) Marieke Voorzee (docent tweedejaars)
De School voor de Kunsten (onderdeel van het Noorderpoort College Groningen) kent een breed scala aan opleidingen op het gebied van kunst en multimedia: Art & Design, Drama, Evenementenorganisatie, Grafische vormgeving, Mediamanagement, Musical, Muziek en Podium- en evenemententechnicus (algemeen, toneel, licht of geluid). Voor dit onderzoek zijn eerste- en tweedejaars leerlingen van de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek geïnterviewd. In deze opleiding wordt de leerling voorbereid op verschillende projecten, zoals een voorstelling of expositie, waarbij publiek wordt betrokken. De opleiding wordt gekoppeld aan de praktijk door middel van stages en projecten binnen en buiten de school. Daarnaast worden er door de leerlingen regelmatig workshops gevolgd, verzorgd door mensen uit de praktijk. De opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek kent een viertal richtingen: Artiest (Algemeen), Artiest (Drama), Artiest (Musical) en Artiest (Muziek). Voor dit onderzoek zijn leerlingen van de richtingen Drama en Musical geïnterviewd. In beide richtingen houdt de leerling zich naast het acteren bezig met zang, muziek en dans. Samen met anderen worden stukken voorbereid en opgevoerd. Sectoren waar de leerlingen in de toekomst eventueel aan de slag zouden kunnen gaan zijn onder andere het theater maken, in een film of tv-studio of als dramadocent. Na de afronding van de opleiding heeft de leerling een MBO niveau-4 diploma en kan doorstromen naar het HBO. Opleidingen die hierop aansluiten zijn de Kleinkunstacademie,
acteeropleidingen,
dansopleidingen,
muziekopleidingen
(waaronder
het
conservatorium te Groningen of de Academie voor Popcultuur te Leeuwarden) of docentenopleidingen in dans, muziek of theater.251
251
http://www.noorderpoort.nl/opleidingen/artiest/drama/ (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013)
~ 66 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
De Jeugdtheaterschool
PROFIEL
Totaal aantal leerlingen Leeftijden Locatie Respondenten ∗ Jongens ∗ Meisjes Opleidingsniveau respondenten Contactpersoon
± 450 leerlingen 8-18 jaar Theaterwerkplaats / Prinsentheater 6 2 respondenten (16-17 jaar) 4 respondenten (17-26 jaar) VWO, MBO, HBO en WO Annemiek Dijkstra (artistiek leider en docent)
De Jeugdtheaterschool – Theaterwerkplaats ‘De Prins van Groningen’ biedt jongeren tussen de acht en achttien jaar de mogelijkheid om theater te (leren) spelen aan de hand van verschillende cursussen voor diverse leeftijden en op verschillende niveaus. Op dit moment volgen ongeveer 450 kinderen en jongeren lessen aan de Jeugdtheaterschool. De redenen hiervoor zijn, zo staat op de website beschreven, dat jongeren “het spelen leuk en interessant vinden” of dat “ze hun beroep willen maken van dit bijzondere vak”. Bij de kindercursussen (van acht tot twaalf jaar) wordt er geprobeerd om op een laagdrempelige manier fantasie en samenspel bij de kinderen te stimuleren. Bij de jongerengroepen (vanaf twaalf jaar) wordt er “met inzet en betrokkenheid gewerkt aan het verbeteren en ontdekken van het spel vanuit stem, beweging en verbeelding.”252 Onder het motto ‘wie traint moet spelen’ maakt de Jeugdtheaterschool elk jaar eigen producties. Meestal worden de voorstellingen in eigen beheer geproduceerd, af en toe in samenwerking met andere organisaties, waaronder Theatergroep DOX en het Jonge Harten Festival. Wie twaalf jaar of ouder is, kan zich inschrijven voor één van de Introductiecursussen (twaalf tot dertien jaar of veertien tot achttien jaar). Voor deze Introductiecursus geldt: “Iedereen mag meedoen. Ervaring is een voordeel, maar zeker geen noodzaak.” In de laatste les van de Introductiecursus hoort de jongere of hij of zij door mag naar de Bovenbouw. In de Bovenbouw van de Jeugdtheaterschool wordt er samen met de docent verder gewerkt aan de eigen spelontwikkeling. In de twee basisjaren krijgt de leerling gevarieerd les in tekst, improvisatie en beweging. Aan de hand van deze basisjaren worden de cursisten ingedeeld in één van de vier niveaus. De niveaugroepen en lessen sluiten aan bij het eigen spelniveau. Leerlingen die het vierjarige traject van de Jeugdtheaterschool met succes hebben doorlopen en zich verder willen ontwikkelen, komen in aanmerking voor Het Peloton/De Topgroep. In deze groep kunnen de spelers zich verdiepen in een bepaald onderwerp, werken aan individuele leerwensen of een eigen, speciale voorstelling maken.253
252 253
http://www.theaterwerkplaatsgroningen.nl/jeugdtheaterschool/ (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013) Idem. (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013)
~ 67 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
De Steeg PROFIEL Totaal aantal spelers Leeftijden Locatie Respondenten ∗ Jongens ∗ Meisjes Opleidingsniveau respondenten Contactpersoon
Verschilt per productie 17-20 jaar Prinsentheater en op scholen 2 1 respondent (19 jaar) 1 respondent (18 jaar) MBO Karin Noeken (artistiek leider en regisseuse)
De Steeg is een productiehuis voor professioneel jeugdtheater. Dit productiehuis maakt jaarlijks, met een team van, zo staat op de website omschreven, ervaren, talentvolle en bevlogen theatermakers, diverse voorstellingen voor jongeren vanaf twaalf jaar. De voorstellingen worden gespeeld op scholen in het voorgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Er wordt gewerkt met jonge acteurs in opleiding (zeventien tot twintig jaar). De actuele onderwerpen van de voorstellingen zouden ervoor kunnen zorgen dat de het voor de jongeren herkenbaar is: “dat maakt de drempel van onze voorstellingen laag en de impact groot.” De voorstellingen zouden dan ook goed kunnen aansluiten op diverse schoolvakken, waaronder Culturele en Kunstzinnige Vorming, maatschappijleer en geschiedenis.254 De voorstellingen hebben een tweetal ‘doeleinden’: jongeren komen in contact met het theater als kunstvorm en worden uitgenodigd om mee te discussiëren over het thema van de voorstelling. Het lesmateriaal dat bij de voorstelling is ontwikkeld, biedt hiervoor diverse handvaten. Door het combineren van de actualiteit met ervaringen, is er getracht om toegankelijke voorstellingen te maken waarin de jongere zichzelf zou kunnen herkennen. Er worden, naar eigen zeggen, voorstellingen gemaakt “die prikkelen en aan het denken zetten.” De voorstellingen bieden een ander perspectief op dingen. De gelaagdheid van de voorstellingen maakt hen toegankelijk voor jongeren van alle opleidingsniveaus en (culturele) achtergronden: “De voorstellingen zijn zodanig opgebouwd dat iedereen er op zijn of haar eigen niveau uithaalt wat er in zit.”255 De inzet van jonge acteurs zou de herkenbaarheid en impact van de voorstellingen ten goede kunnen komen: zij spreken dezelfde taal en brengen eigen verhalen en ervaringen in. Op die manier is er een goede aansluiting mogelijk op de leefwereld van het publiek. Door de professionele begeleiding wordt de artistieke kwaliteit gewaarborgd. De Steeg onderhoudt nauwe banden met het onderwijs, maar wordt ook regelmatig benaderd door organisaties om specifieke onderwerpen onder de aandacht van jongeren te brengen. Aan de voorstellingen wordt een belangrijke maatschappelijke waarde toegekend.
254 255
http://www.desteeg.info/pages/desteeg/algemeen.htm (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013) Idem. (Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013)
~ 68 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Theater te Water PROFIEL
Aantal spelers Leeftijden Locatie
Respondenten Eenmalig geïnterviewd Pre- en postinterview ∗ Jongens ∗ Meisjes Opleidingsniveau respondenten Contactpersoon
6 spelers per productie Vanaf 17 jaar Aan boord van theaterschip De Verwondering (Zomerproductie) en in diverse buurt- en dorpshuizen in de Noordelijke provincies (Winterproductie) 10 5 respondenten 5 respondenten 7 respondenten (18-28 jaar) 3 respondenten (18-22 jaar) HAVO, VWO, MBO, HBO en WO Ien Oostindie (zakelijk leider) Just Vink (artistiek leider)
Theater te Water is een gezelschap dat in 1982 is opgericht door regisseur Just Vink. Het gezelschap maakt twee producties per jaar, één in de zomerperiode, en één in de winter. Theater te Water heeft een tweetal belangrijke functies: zij brengt het theater naar de mensen toe en is een platform en kweekvijver voor (jong) talent. Van oorsprong was het concept van Theater te Water voornamelijk gericht op het spelen van de producties aan boord van het theaterschip ‘De Verwondering’. Tegenwoordig wordt alleen de zomerproductie gespeeld aan boord van het theaterschip, waarbij wordt aangelegd in verschillende plaatsen in Groningen, Drenthe en Friesland. In de winter wordt de voorstelling gespeeld in diverse dorpshuizen, theatertjes en buurtcentra in de Noordelijke provincies. Het gezelschap wil een zo’n breed mogelijk publiek aanspreken en hen laten zien dat “toneel zo mooi is en het zonde is als dat alleen maar beperkt blijft tot een soort bovenlaag”. De spelers worden spelmatig gecoacht, in dit proces wordt getracht om het eigen talent te laten ontdekken en deze verder te ontwikkelen. De spelers hebben verschillende achtergronden en motivaties om mee te werken aan een productie van Theater te Water: een leerzame stageplaats (vooral vanuit de opleiding Kunst, Theater, Muziek en Media van het Noorderpoort College), oriënteren of het theatervak wat voor hem of haar is, een halfjaartje ertussenuit of ervaring opdoen om daarna naar één van de toneelscholen te kunnen gaan. Door de diverse interesses wordt de spelersgroep elke productie een gemêleerd gezelschap. * Bij dit gezelschap heb ik, omdat ik hier tijdens het schrijven van mijn scriptie stage heb gelopen, naast eenmalige, reflectieve interviews (vijf spelers van de Winterproductie 2011-2012), tevens pre- en postinterviews kunnen doen, waarbij ik vijf spelers van de Zomerproductie 2012 vanaf halverwege maart tot begin oktober 2012 van dichtbij heb kunnen volgen.
~ 69 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Praktische aspecten In eerste instantie hoopte ik op een respons van minimaal veertig adolescenten voor het invullen van de vragenlijst. Het idee was om van deze veertig respondenten er tien tot vijftien te interviewen. Er hebben uiteindelijk negenendertig interviews plaatsgevonden, waarvan iedereen voorafgaand aan het gesprek de vragenlijst heeft ingevuld. Negenentwintig respondenten zijn ‘reflectief’ geïnterviewd, dit betekent dat zij slechts eenmalig zijn geïnterviewd. De andere vijf respondenten zijn op een tweetal momenten: eind maart/begin april en halverwege juli geïnterviewd. Deze groep (de spelers van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water) heb ik vanaf begin maart tot begin oktober 2012 gevolgd. Het was praktisch gezien niet haalbaar om alle vierendertig respondenten op een tweetal momenten te interviewen. Om ervoor te zorgen dat de juiste data worden verzameld voor de pre- en postmeting zijn, zoals al eerder genoemd, de begrippenlijst, als onderdeel van de vragenlijst, en de topiclijst van deze interviews aangepast.
∗
Benadering van de respondenten
De respondenten zijn als volgt benaderd: er is een mail gestuurd naar de contactpersoon van het gezelschap, het project of de opleiding, waarin ik heb uitgelegd wat ik graag wil gaan onderzoeken en waarom hun leerlingen of spelers hier mogelijk geschikt voor zouden kunnen zijn. De desbetreffende contactpersoon heeft mij vervolgens contactgegevens gegeven van geïnteresseerden of zelf contact opgenomen met de jongeren die mogelijk interesse zouden kunnen hebben in een interview. Voor elk van de gesprekken heb ik gekozen voor een geschikte locatie, veelal in een voor de respondenten bekende omgeving, bijvoorbeeld het Prinsentheater, de School van de Kunsten of aan boord van Theaterschip ‘De Verwondering’. Naast de zes benaderde en meewerkende gezelschappen heb ik ook een vijftal andere gezelschappen benaderd, die helaas af hebben gezien van deelname aan het onderzoek:
∗
PeerJong (reden: de jongeren werden, gedurende twee jaar, al intensief gevolgd en geïnterviewd.)
∗
NiznO (reden: geen interesse, veel van deze soort onderzoeken werden al gedaan.)
∗
Wonderboom (reden: de jongerencursus was afgelopen in verband met de naderende examens.)
∗
De Citadel (reden: werken alleen voor jongeren, niet met jongeren.)
∗
Zwart Wit Theater (zouden op zoek gaan naar geïnteresseerde jongeren, helaas niks meer van gehoord. Ik heb wel een aantal respondenten kunnen interviewen die ook bij dit theatergezelschap spelen of hebben gespeeld.)
~ 70 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Betrouwbaarheid, validiteit en objectiviteit Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te waarborgen, is er geprobeerd om de gebruikte methode zo op te stellen dat deze opnieuw kan worden gehanteerd om tot een vergelijkbaar resultaat te leiden. Voor de validiteit van dit onderzoek is geprobeerd om datgene te meten wat daadwerkelijk bruikbaar en van belang is voor het onderzoek. Er is dan ook zoveel mogelijk geprobeerd om andere factoren, die van invloed kunnen zijn op de adolescent en zijn of haar (identiteits)ontwikkeling, buiten beschouwing te laten. In dit onderzoek kan er worden gesproken van ‘content validity’ (de beschreven concepten dragen meerdere betekenissen tegelijkertijd in zich) en ‘construct validity’ (er bestaat een logische relatie tussen de diverse variabelen).256 Om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te geven aan de hand van de verzamelde data, zijn adolescenten van verschillende gezelschappen, leeftijden, opleidingsniveaus en jaren ervaring – met het spelen bij theatergezelschappen, theaterscholen, dramalessen op school en het bezoeken van voorstellingen met familie, vrienden en school – geïnterviewd. Met dergelijke verschillen is bij het verwerken van de data rekening gehouden. De keuze om vragenlijsten en interviews te combineren met observatie zal tevens bijdragen aan de validiteit van het onderzoek: er kunnen hiermee belangrijke inzichten worden vergaard en veronderstellingen worden ondersteund. Met behulp van een objectieve houding is er geprobeerd om, als interviewer, zo min mogelijk van invloed te zijn op de antwoorden en interpretaties, zodat een dergelijk onderzoek ook door andere onderzoekers kan worden uitgevoerd.
Ethische verantwoording Deelname aan het onderzoek was voor de benaderde respondenten geheel vrijwillig. De verkregen data zijn anoniem verwerkt, zodat de privacy van de respondenten is gegarandeerd. Alleen algemene gegevens als leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en ervaring met theater bezoeken en het acteren zijn genoemd. De overige gegevens zijn anoniem gebruikt. Zowel tijdens het interview, als bij het analyseren van de data ben ik zo onvooringenomen mogelijk en zonder voorkeuren te werk gegaan.
Beperkingen Problemen als reactiviteit en reflexiviteit hebben van invloed kunnen zijn op de verkregen data. Door als interviewer direct te observeren zullen antwoorden worden beïnvloed en kunnen de respondenten sociaal wenselijk gedrag gaan vertonen. Hierdoor worden er eigen gedachten en gevoelens mogelijk minder geuit. De data zouden daarnaast door mijn eigen interpretatie een andere betekenis kunnen krijgen. Ook zou er sprake kunnen zijn van beïnvloedende factoren van buitenaf, zoals het milieu waaruit de adolescent afkomstig is. Deze invloeden zijn in acht genomen, maar zo min mogelijk bij het onderzoek
256
Babbie (154-55)
~ 71 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
betrokken. De concepten zijn naar mijn mening goed gedefinieerd, toch kan er sprake zijn van andere betekenissen, ideeën, misinterpretaties of misvattingen ten opzichte van het concept. Op basis van een klein aantal gegevens is een algemene conclusie getrokken, wat overgeneralisatie zou kunnen betekenen. In dit onderzoek is er vooral gekeken naar de effecten die het acteren als zodanig teweegbrengt. De getrokken conclusies zijn uiteindelijk, in de vorm van een adviesrapport, gekoppeld aan de maatschappelijke waarde van de diverse gezelschappen, hun werkwijzen, motivaties en aspiraties.
Data-analyse De data-analyse wordt vaak als een enigszins losstaande fase in het onderzoek beschouwd: de data zijn verzameld en worden vervolgens geanalyseerd. Het proces van data-analyse dient eigenlijk continu te worden gekoppeld en teruggekoppeld aan de dataverzameling. Het analyseren van de data zorgt voor een uiteenrafeling van belangrijke thema’s, categorieën, hoofd- en sub-codes. De onderzoeksvragen worden op deze manier onderverdeeld in categorieën, die zijn afgeleid uit het theoretisch kader. Naast het uit elkaar halen van data, worden zij tevens met elkaar in samenhang gebracht om zo patronen te kunnen ontdekken. Door de data te labelen met codes kunnen zij worden gecategoriseerd, gekoppeld en schematisch worden weergegeven. 257 Matthew B. Miles en A. Michael Huberman (1994) definiëren het analyseren van data als “consisting of three concurrent flows of activity: data reduction, data display and conclusion drawing or verifying.”258 Het reduceren van de data zorgt voor een opdeling en samenvatting van de diverse data in thema’s, patronen en clusters. Aan de hand van grafieken, diagrammen en andere schema’s kunnen de data worden georganiseerd en weergegeven. De laatste stap in de data-analyse is het trekken van conclusies en de verificatie hiervan. De continue interactie tussen de verschillende fasen staat in onderstaand schema weergegeven.
Figuur 25: Matthew Miles' en Michael Huberman’s Data-analyse
Als gevolg van de datacodering zouden nieuwe ideeën op kunnen komen die worden toegevoegd aan de al weergegeven data. Tussentijds kunnen er conclusies worden getrokken, waarna opnieuw kan worden gezocht naar thema’s en patronen. Ook zal de informatie opnieuw met elkaar in samenhang worden gebracht.259
257
Punch (198-201) Miles, Matthew B. en A. Michael Huberman. An Expanded Sourcebook: Qualitative Data Analysis. London: SAGE Publications, 1994. (10) 259 Miles en Huberman (12) 258
~ 72 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Het coderingsproces Om de mogelijke veranderingen in de houdingen en gedragingen van adolescenten als gevolg van het acteren te begrijpen is de verzamelde data gecodeerd. Op die manier kunnen patronen, onderliggende betekenissen, motivaties, meningen en gevoelens worden ontdekt. In het coderingsproces worden door Hennie Boeije (2010) en Keith Punch (2005) een drietal fasen onderscheiden: een open, axiale en selectieve codering.260 Punch stelt dat de onderzoeksgegevens door het toekennen van open codes uiteengerafeld kunnen worden, waarna zij aan de hand van het axiaal en selectief coderen meer geordend en gestructureerd worden. Het open coderen (1) kan worden omschreven als het opdelen van de data in fragmenten en het toekennen van codes aan deze fragmenten. De open codes zijn trefwoorden of een korte samenvatting van het tekstfragment. Bij het axiaal coderen (2) worden de open codes op basis van hun inhoudelijke overeenkomst in algemenere, abstracte categorieën ondergebracht in het kader van de vraagstelling. Boeije definieert het axiaal coderen als het achterhalen van de betekenis van relevante codes en het illustreren van deze betekenis aan de hand van citaten. In het selectief coderen (3) wordt er gezocht naar meer alomvattende kerncategorieën waarbinnen de axiale codes kunnen worden ondergebracht. In deze laatste fase ligt de nadruk op het leggen van verbanden tussen de gevormde categorieën. Op die manier kan er een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de hoofd- en subcodes en het verband tussen de verschillende codes. 261 In dit onderzoek zijn de kerncategorieën voorafgaand aan de interviews vormgegeven aan de hand van de theoretische concepten. Deze categorieën zijn ‘ingevuld’ met de (hoofd- en sub-) codes, fragmenten en citaten. Figuur 16: Open, axiaal en selectief coderen
1. CODEREN
2. CATEGORISEREN
3. THEMATISEREN
Fragmenten en codes
Categorieën en citaten
Codeboom en verbanden
Het onderzoek heeft in een drietal stappen plaatsgevonden: waarneming (grote hoeveelheden data zijn verzameld), selectie (de relevantie van de data is in het kader van de vraagstelling aan de hand van fragmenten, codes en categorieën weergegeven) en interpretatie (de gevonden data – gefragmenteerd, gecodeerd en gecategoriseerd – krijgen een betekenis in relatie tot het theoretisch kader). De door mij gevonden codes en categorieën zijn vergeleken met de theoretische concepten, waarna de data zijn geïnterpreteerd. Daarnaast zijn de respondenten en hun diverse achtergronden met elkaar vergeleken. Er is geprobeerd om een nomothetische uitleg te geven waarin kan worden geconcludeerd of het acteren effect heeft gehad op de identiteitsvorming en –ontwikkeling van de adolescenten en welke effecten dat zijn. Deze uitleg heeft betrekking op identiteits- en zelfconceptstructuren, de mogelijke invloed van het 260 261
Boeije, Hennie. Analysis in qualitative research. London: SAGE Publications, 2010. (83) Punch (205-211) en Boeije (85, 99, 106)
~ 73 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
acteren op de identiteit en het zelfvertrouwen. De conclusies die uit de data zijn getrokken, zijn in een adviesrapport aan de benaderde gezelschappen, opleidingen en projecten weergegeven.
Stapsgewijs te werk Stap 1: fragmenteren en coderen
CODE Waarom theater? Hoe in aanraking? Huidig gezelschap
Plezier Werkwijze
Effect op persoonlijk vlak: ontwikkeling Zelfkennis Leerzaam Effect op sociaal vlak: ontwikkeling Onzekerheid
FRAGMENT E: Ik zou willen beginnen met jou te vragen waarom je gekozen hebt om je met het acteren en het theater bezig te gaan houden. K2: Nou, ik was zelf al wel heel lang bezig met het acteren en toen kwam een vriendinnetje van mij, die kwam met het idee om naar de JeugdTheaterSchool te gaan en dat heb ik direct aangepakt en toen sindsdien zit ik hier. E: Dus dat is ook al weer de tien jaar dat je aan het acteren bent, is ook allemaal hier. K2: Nee, acteren op school, maar ik zit hier [bij de Jeugdtheaterschool] nu bijna zes jaar. E: En dat bevalt goed? K2: Ja, nog steeds heel veel plezier. E: En wat vind je van de manier van werken? K2: Ja, ik vind het wel goed eigenlijk. Soms zijn er natuurlijk wel dingen waarvan je denkt dat had wel anders gekund, maar dat kunnen we gewoon overleggen. E: En is het voor jou ook een soort van persoonlijke ontwikkeling? Ervaar je dat zo? K2: Jazeker. [een telefoon gaat af] E: Dus je hebt nieuwe dingen over jezelf ook geleerd? K2: Ja, ook. Maar ik ben mezelf ook gewoon sociaal veel beter gaan ontwikkelen, ik had altijd wel mijn mond vooraan staan, zeg maar. Maar toch was ik wel een beetje zenuwachtig, dat is nu, of zenuwachtig of onzeker, dat is nu totaal niet meer het geval. E: En dat is ook echt of mede door het acteren gekomen? K2: Ja, denk ik wel. Figuur 17: Voorbeeld van één van de uitgetypte gesprekken
Toelichting: o o o o o
E = de interviewer. K2 = de geïnterviewde (de 2 betekent dat er ook andere respondenten zijn met dezelfde voorletter). Tekst schuin, tussen haakjes zijn handelingen, acties, geluiden etc. van buiten het interview of geven een toelichting op een bepaald woord, begrip of zin weer. Doorstreepte tekst is irrelevant voor het onderzoek. De schuine codes in de linkerkolom zijn sub-codes, de anderen hoofdcodes.
~ 74 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Stap 2: lijst met hoofd- en sub-codes, onderverdeeld in zeven categorieën
ERVARINGEN EN VERWACHTINGEN
WAAROM THEATER?
Hoe in aanraking? Ervaring Huidig gezelschap, project, opleiding: keuze Producties, huidige productie Proces <> product Werkwijze
Waarom theater? Leuk, plezier Persoonlijke interesse, passie Fysiek bezig zijn Uitlaatklep Ontspanning <> inspanning: balans
∗ Sturing, aanwijzing
∗ Vrijheid ∗ Eigen invulling, initiatief, input ∗ In het diepe gegooid ∗ Richten op een specifieke doelgroep Thematiek, onderwerpen
Verbeeldingskracht, verbeelding, fantasie
∗ Kritische blik ∗ Op situaties inspelen, situaties aanvoelen
∗ Discussie aanwakkeren Opleiding Combinatie van gezelschappen: vergelijking Soorten theater ∗ Genres ∗ Interesses ∗ Bezoek ∗ Luchtig, humor <> serieus
Bezoeken van voorstellingen ∗ Soorten theater ∗ Met wie: alleen / samen ∗ Keuze ∗ Genieten ∗ Inspirerend ∗ Ontspannend <> kritisch kijken, oordelen, analyseren
Jezelf erin kwijt kunnen Rust Mening geven over bepaalde kwesties, onderwerpen aanhalen, bespreken
Opwinding, enthousiasme, blijdschap, gek doen, genieten, vrolijkheid
∗ Notities maken ∗ Voorbeeldfunctie
Theater en muziek; theater en dans Boodschap: communiceren met het publiek Soorten publiek Het theaterwereldje, het beeld van theater Toekomst, verwachtingen Leermomenten, leerpunten, leerproces Reflectie, terugblik Anders tegen dingen aan gaan kijken ∗ Visies, inzichten
Ervaring(en) opdoen Vragenlijst
Energie erin kwijt kunnen Aandacht Voldoening Mooi Frustraties eruit gooien Verhalen vertellen Creatief bezig zijn Interactie, communiceren met het publiek, het publiek betrekken: eenheidsgevoel Ervaring, kennis opdoen, mening vormen Aanraden
∗ Begrippen
∗ Bezoek van voorstellingen Uitdaging, vernieuwend <> sleur
Diversiteit, brede interesse
~ 75 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
EFFECT OP PERSOONLIJK VLAK Effect op persoonlijk vlak ∗ Groei ∗ Ontwikkeling ∗ Verandering ∗ Stimulans
EFFECT OP SOCIAAL VLAK Effect op sociaal vlak
∗ Proces ∗ Verrijking ∗ Zoektocht ∗ Verbetering
∗ Ontdekking ∗ Bloei Jezelf presenteren, jezelf kunnen laten zien, durven jezelf te laten zien Zelfkennis, zelfbegrip Verwachtingen, nieuwe inzichten Confronterend Herkenning Eigenschappen, kwaliteiten ∗ Koppig, eigenwijs ∗ Gedrevenheid, doorzettingsvermogen ∗ Leergierig ∗ Perfectionisme ∗ Gevoeligheid ∗ Optimistisch, positief ∗ Motiverend ∗ Bescheiden ∗ Vindingrijkheid ∗ Directheid ∗ Ongeduldig ∗ Focus, concentratie ∗ Spontaniteit
∗ Geen schaamte Zelfrespect Openheid <> geslotenheid Identiteit, eigenheid, op zoek naar eigen weg Zelfbewustwording (Verschillende kanten van) jezelf leren kennen Leerzaam, leerpunten, -momenten, breekpunten Grenzen opzoeken, bewaken, verleggen, overgaan Jezelf blootleggen, met jezelf bezig zijn, leren met jezelf om te gaan Teveel nadenken, dingen loslaten, relativeren Zelfreflectie Jezelf kunnen zijn, jezelf blijven Aan het denken zetten Bevrijdend, losser, vrijer Op jezelf letten Kritisch kijken naar jezelf en de maatschappij Zelfexpressie Dichtbij jezelf blijven Positiviteit <> negativiteit
∗ Verandering ∗ Ontwikkeling ∗ Verdieping
Samenwerken Sociale goedkeuring: gevoelig Sociaal gerespecteerd Interactie Openheid <> geslotenheid Groep ∗ Vrijheid, ruimte ∗ Veiligheid, warmte, vertrouwen ∗ Benauwend ∗ Plezier, leuk, gezellig ∗ Stimulerend ∗ Verschillende ideeën, moeilijk samen te brengen, aanvulling ∗ Proces ∗ Acceptatie ∗ Jezelf kunnen zijn ∗ Steun, behulpzaam ∗ Vriendschap ∗ Dingen bespreken ∗ Vermoeiend, druk, intensief
∗ Jezelf blootgeven ∗ Sfeer, familiegevoel ∗ Geen klik, verschillen, negatieve energie ∗ Naar elkaar toe groeien ∗ Jaloezie ∗ Eerlijkheid ∗ Comfortabel ∗ Wederzijdse invloed ∗ Leidende rol ∗ Teveel op elkaars lip ∗ Rekening houden met elkaar ∗ Frustraties, strubbelingen, spanningen
Anderen helpen Sociale vaardigheden Mensenkennis: verdieping Leerzaam Luisteren naar anderen Meedenkend Sociale kennis, sociaal begrip Voorbeelden ∗ Herkenning ∗ Inspirerend Verplaatsen, inleven in anderen Aanpassen aan anderen Sociale acceptatie Makkelijke prater Anders voordoen dan jezelf Omgang met anderen Spiegel
~ 76 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
ZELFVERTROUWEN
ACTEREN
Zelfvertrouwen Streven naar beter (On)zekerheid
Jezelf erin kwijt kunnen: ideeën Vrijheid, ruimte Veiligheid: experimenteren met mogelijkheden zonder directe
(On)tevredenheid Twijfel Zelfverzekerdheid Loslaten Uitdaging Kwetsbaarheid
Ervaring opdoen Persoonlijke en sociale verbreding Koppeling persoon en personage: leren van het personage Vernieuwend Diversiteit, brede interesse Verschuilen achter de rol, verdwijnen in de rol, iemand anders zijn, ontsnappen aan jezelf, de rol zijn, buiten jezelf stappen Geloofwaardigheid Rollen ∗ Anders, veraf <> herkenning, dichtbij ∗ Doen alsof <> echt voelen, masker ∗ Inleven, identificatie ∗ Uitersten ∗ Uitvergroting van het zelf ∗ Begrip ∗ Uitstraling ∗ Koppeling, toepassing ∗ Grenzen overgaan
consequenties
Durf, lef, uit je schulp komen Kritiek ∗ ∗
Meenemen, verwerken, toepassen Op het goede moment erop reageren
∗ ∗
Knop omzetten Een typetje spelen
Angsten overwinnen, blokkades, moeilijk, gespannenheid
Soorten theater
Schaamte, verlegenheid Geloven in het eigen kunnen Trots, voldoening Confronterend
Uitdaging Confrontatie Functie, bijdrage, effect, invloed van het acteren Emoties, gevoelens
∗ ∗
∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗
Humor: mensen aan het lachen maken Luchtig <> serieus
Uiten Ontdekken Inleven, meeleven Gebruiken, oproepen Beheersen Herkennen Koppelen Ermee om leren gaan
Lekker in je vel zitten Zelfacceptatie Voor jezelf opkomen Sociaal gerespecteerd Zelfrespect Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Zelfbeoordeling Eigenschappen, kwaliteiten Erkenning
~ 77 ~
∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗
Overbrengen Vergroten Aanvoelen Overnemen Ontroeren Overspoelen Uitschakelen Voelen
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
KOPPELING (Los) koppeling: het acteren en de realiteit Invloed vanuit de omgeving ∗ Stimulerend ∗ (On)begrip ∗ Trots ∗ Familie, ouders, vrienden, leeftijdsgenoten.
∗ Verwachtingen Feedback Kritiek Rust: ontspanning <> inspanning Delen van ervaringen Interactie Oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Terugkoppeling Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Een rolletje spelen Leeftijdsfase (Voorbereiding op de) volwassenheid Verantwoordelijkheid Zelfstandigheid
Figuur 18: Lijst met categorieën, hoofd- en sub-codes
Stap 3: categorieën en bijbehorende hoofd- en sub-codes schematisch weergeven Bovenstaande zeven categorieën, met bijbehorende hoofd- en sub-codes, zijn per categorie weergegeven in een ‘woordspin’. Onderaan staat aangegeven welke codes relatief veel zijn voorgekomen en welke codes relatief minder zijn voorgekomen (zie bijlagen G t/m M).
Figuur 19: Voorbeeld woordspin categorie Zelfvertrouwen
~ 78 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Stap 4: codeboom per categorie met hoofd- en sub-codes Een codeboom zorgt voor de onderverdeling en rangschikking van de verschillende codes; dit is af te lezen aan de inspringingen. ‘Zelfvertrouwen’ is in onderstaand voorbeeld de categorie, daaronder staan diverse hoofdcodes, veelal definities van deze categorie. Onder de hoofdcodes staan diverse sub-codes, die horen bij de hoofdcode (zie bijlagen N t/m T).
Figuur 20: Voorbeeld codeboom categorie Zelfvertrouwen
Stap 5: citaten per categorie onderbrengen Ervaringen en verwachtingen Nee, ik heb nog wel genoeg tijd, dat zeker. Ik zeg ook niet, ik sluit ook niks uit, ik zet het ook niet zwart op wit, maar ik weet wel dat ik zelf het één en ander nog heb uit te zoeken, wil ik het leven op het toneelschool, en ik ga er zeker voor en ik spring wel in het diepe, ik zie wel wat er wordt aangereikt, het is niet zo dat ik me laat weerhouden of zo. Waarom theater? Ja, dat vooral. Het acteren is zeg maar een soort hoer in het leven, je kan zeg maar alles kwijt wat je opkropt of waar je mee zit of ja, alles kun je er op het podium uitgooien, omdat het kan en alles mag, heerlijk. Effect op persoonlijk vlak Heel erg met jezelf omgaan, inderdaad. Je groeit van een jong persoon naar een volwassene eigenlijk op een hele verrijkte manier, maar gewoon een brede manier. Je bent alleen maar echt heel erg met jezelf bezig, je leert jezelf heel goed kennen, echt heel goed. (…) Ook wel eens confronterend, absoluut, maar daar leer je echt mee om te gaan. En je raakt natuurlijk nooit uitgeleerd als acteur, je bent nooit (…) Ja, je komt altijd wel weer dingen tegen en, maar ja, ik ben zeker wel veranderd daardoor. Ik ben denk ik meer mens geworden daardoor.
~ 79 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Effect op sociaal vlak Als het… je leert van elkaar ook heel veel, maar ook opbouwende kritiek en zo, dat vind ik heel fijn en het stimuleert me als ik, ook als ik aan anderen laat zien wat ik doe en het pakt goed uit, dat is heel fijn. Ja, dat vooral, absoluut. Je leert wel de mens kennen en hoe eigenlijk we toch allemaal hetzelfde in elkaar zitten of zo. Zelfvertrouwen Oké, op een podium heb ik echt zelfvertrouwen en dan doe ik wat ik moet doen en dan vind ik het supergaaf, dat geeft me echt een kick, maar als ik bijvoorbeeld in school is dat heel anders, dan heb ik echt helemaal niet zoveel zelfvertrouwen eigenlijk. Alleen dat zal ik niet uiten, ik ben geen zielig iemand, maar ik ben echt wel onzeker, dat ben ik wel. Ik denk dat zelfvertrouwen heel veel te maken heeft met dat je je prettig voelt met wie je bent, wat je denkt, dat je uitspreekt wat je denkt, hoe je eruit ziet, dat je daar blij mee bent. Nou en als je een voorstelling hebt dan je haar wel wil opscheren, omdat je denkt van nou, ja, het is niet het einde van de wereld. (…) elke sterke kant die je hebt is ook meteen je valkuil, maar ik kan echt gigantisch gedreven zijn. Acteren Je kunt natuurlijk niet anders, je kunt niet iemand anders zijn dan jezelf, dus je gebruikt altijd wel iets van jezelf in een rol, maar… dus in die zin is het wel altijd een stukje van mezelf, een deel. Ik voel me veel vrijer tijdens het acteren, dan kan ik dingen zeggen terwijl ik dat echt voel en dan denken ze dat dat acteerwerk is. Dat kan ik gewoon wel zeggen. (Los) Koppeling Nou, je moet niet echt gaan acteren buiten natuurlijk, maar ook weer wel, want je moet wel overkomen, je moet niet alles weggeven van kijk, dit heb ik, dit is er met mij aan de hand. Dat moet je ook wel een beetje verbergen soms. Dat je inderdaad volwassener wordt door wat je doet en wat je leert. Maar sowieso ben ik wel een puber natuurlijk, dus dat… [lacht] komt er allemaal wel bij, ja.
Omdat het onderzoek is gekoppeld aan een advies aan de verschillende gezelschappen heb ik tevens een categorie ‘ontwikkeld’ die betrekking heeft op de gezelschappen en hun werkwijze. Gezelschappen, werkwijze Nee! Ik heb het liefste nog dat ik zoveel mogelijk zelf mag bedenken eigenlijk. Wel dat er enigszins richtlijnen zijn, vind ik het prettigst, maar dat ik daarin nog wel heel vrij ben en met z’n allen kunnen creëren.
Figuur 21: Voorbeeld citaten per categorie
~ 80 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Stap 6: de frequentie van de codes weergeven
Figuur 22: Voorbeeld codes en frequentie De Noorderlingen
Figuur 23: Voorbeeld codes en frequentie alle gezelschappen
(Zie bijlage U t/m CC voor alle overzichten)
Stap 7: de codes definiëren De definities van de meeste codes zijn vrij duidelijk, andere codes zijn minder voor de hand liggend en zijn dan ook in het kader van het onderzoek gedefinieerd (zie bijlage DD voor de definities van alle codes). Definities van de codes in het kader van het onderzoek Anders tegen dingen aan Een mogelijk effect van het acteren, zo heeft het individu bijvoorbeeld nieuwe gaan kijken visies of inzichten gekregen ten opzichte van het zelf of bepaalde kwesties. Confronterend Door te acteren kan het individu met zichzelf in aanraking worden gebracht, wat zowel positieve, als negatieve gevolgen zou kunnen hebben. Deze confrontatie zou een proces van zelfreflectie en zelfbeoordeling in gang kunnen zetten, waarna zelfvertrouwen kan worden vergroot of verminderd. Koppeling persoonlijk en De verbinding tussen de ontwikkelingen op persoonlijk en sociaal vlak. sociaal vlak Wanneer het individu op persoonlijk vlak iets meemaakt zou dit kunnen doorwerken op sociaal niveau. En vice versa. Zelfvertrouwen Het vertrouwen in wie je bent en wat je kan, het gevoel dat je er toe doet. Zoektocht Een ontdekkingsreis naar jezelf als gevolg van het acteren.
Figuur 24: Voorbeeld definities van de codes in het kader van het onderzoek
~ 81 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Resultaten In het onderzoek naar het mogelijke effect van het acteren op de identiteitsvorming en ontwikkeling van adolescenten zijn 39 interviews gehouden met 34 verschillende respondenten. Deze respondenten zijn afkomstig uit een drietal gezelschappen (De Noorderlingen [7], De Steeg [2] en Theater te Water [10]), twee ‘opleidingen’ (Kunst, Theater, Media en Muziek aan het Noorderpoort College [6] en de Jeugdtheaterschool [6]) en één project (het NNT Dichterbij Project [3]). Het verschil tussen deze gezelschappen is gelegen in hun werkwijzen, motivaties, aspiraties en doelstellingen. De respondenten verschillen op een aantal vlakken van elkaar: geslacht, leeftijd (14-16 jaar, 17-20 jaar of 21+ jaar), opleidingsniveau (VMBO, HAVO, VWO, Gymnasium, MBO, HBO of WO), jaren acteerervaring (0-1 jaar, 1-2 jaar, 3-5 jaar, 6-8 jaar of 8+ jaar) en hun aspiraties en verwachtingen voor de toekomst (wel of niet een professionele acteercarrière). (Zie bijlage EE voor het overzicht van ‘de feiten’ van de geïnterviewde respondenten) Deze gegevens heb ik gehaald uit de door de respondenten voorafgaand aan de interviews ingevulde vragenlijsten. De data van de interviews zijn uitgetypt, gefragmenteerd en gecodeerd. De hieruit verkregen data zijn weergeven in codebomen en woordspinnen. Dit proces heeft zeven categorieën opgeleverd, waarin de verschillende meest voorkomende (10 of meer keer) codes zijn ondergebracht: 1. Ervaringen en verwachtingen; 2. Waarom theater?; 3. Het effect op persoonlijk vlak; 4. Het effect op sociaal vlak; 5. Zelfvertrouwen; 6. Acteren en 7. Koppeling. De verschillende data zijn met elkaar vergeleken en de belangrijkste bevindingen zullen uiteen worden gezet.
De respondenten: geslacht, leeftijd en opleidingsniveau Van de 34 respondenten zijn er 29 reflectief (eenmalig) geïnterviewd en 5 respondenten twee keer (preen postmeting). Van alle respondenten is 47% een meisje (16 respondenten) en 53% een jongen (18 respondenten). 4 respondenten (2 meisjes, 2 jongens) vallen onder de leeftijdscategorie 14-16 jaar, 22 respondenten (10 meisjes, 12 jongens) zijn tussen de 17 en 20 jaar oud en 8 van de respondenten (4 meisjes, 4 jongens) is 21 jaar of ouder. De jongste respondent is 14 jaar, de twee oudste respondenten 26 en 28 jaar. De gemiddelde leeftijd van alle respondenten samen is 18,87 jaar. In de meeste gezelschappen liggen de leeftijden van de respondenten vrij dicht bij elkaar, uitschieters hierbij zijn Theater te Water (18-28 jaar) en de Jeugdtheaterschool (16-26 jaar). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat veel van de gezelschappen en opleidingen gericht zijn op een specifieke leeftijdsgroep. De productiegroep van de Noorderlingen bestaat uit jongeren tussen de 18 en 21 jaar; de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek is een MBO-opleiding en zal hoogstwaarschijnlijk worden gevolgd door jongeren vanaf 16, 17 jaar tot 21, 22 jaar; het NNT Dichterbij project is bedoeld voor jongeren vanaf 14 tot en met 18 jaar en De Steeg maakt voorstellingen met jongeren tussen de 17 en 22 jaar. Qua opleidingsniveau zijn 15 respondenten (44,1%) afkomstig van het MBO (de opleiding Kunst,
~ 82 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Theater, Media en Muziek aan het Noorderpoort College) en 6 van de respondenten (17,6%) van het VWO. De andere 11 respondenten hebben als opleidingsniveau VMBO (5,8%), HAVO (8,8%), Gymnasium (8,8%), HBO (8,8%) of WO (5,8%). (Zie bijlage FF t/m KK)
De meest voorkomende codes en categorieën Door de data te fragmenteren en coderen heb ik een overzicht op kunnen stellen van zeven categorieën, de meest voorkomende codes en de gemiddelde frequentie van een code in een bepaalde categorie. Deze informatie is zowel per gezelschap, project of opleiding, als voor de gezelschappen samen geordend. Bij de codering van de interviews zijn in totaal 289 verschillende codes naar voren gekomen, waarvan de codes die 10 of meer keer zijn voorgekomen (107 codes) in acht zijn genomen. De 107 codes zijn ondergebracht in de categorieën waartoe zij behoren (zie bijlage LL). De categorie Ervaringen en verwachtingen bevat codes die te maken hebben met de ervaring van de respondenten met het bezoeken van voorstellingen, de werkwijzen van (verschillende) gezelschappen, hoe zij in aanraking zijn gekomen met het theater, wat zij in de toekomst graag zouden willen doen en wat zij verwachten. Waarom theater? is een categorie met codes die kunnen worden gerelateerd aan de keuze voor het acteren en wat het hen biedt (bijvoorbeeld plezier, passie, inspiratie, verbeeldingskracht of fantasie). De categorieën Effect op persoonlijk vlak en Effect op sociaal vlak bevatten codes die het effect van het acteren op het individu (ontwikkeling, groei, verandering, zelfkennis, leermomenten en confrontatie) en op het individu in de groep of samenleving (samenwerken, mensenkennis, interactie, sociale vaardigheden en sociale goedkeuring) weergeven. De categorie Zelfvertrouwen bevat onder andere codes als durf, trots, uitdaging, (on)zekerheid, streven naar beter, zelfverzekerdheid en het overwinnen van angst(en). Acteren is een categorie waaronder codes vallen die te maken hebben met het voelen en uiten van emoties en gevoelens, het spelen van rollen (herkenbaar of anders dan het zelf), het inleven in personages en de vrijheid om mogelijkheden uit te proberen. In de laatste categorie Koppeling worden het acteren en de realiteit en het persoonlijke en sociale vlak aan elkaar gekoppeld. Codes als kritiek, feedback, invloed vanuit de omgeving, het acteren als een voorbereiding op de volwassenheid en een oefening met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden vallen onder deze categorie.
De frequentie van de codes en categorieën Om te kijken hoe vaak de verschillende codes en categorieën zijn voorgekomen, is onderstaande tabel (figuur 25) gemaakt. In deze tabel staan de zeven categorieën weergegeven en het aantal codes van de 107 codes in deze categorie. Ook heb ik gekeken naar de frequentie waarin de verschillende codes zijn voorgekomen. De frequenties van de verschillende codes in deze categorie zijn bij elkaar opgeteld en gedeeld door de frequenties van de 107 codes bij elkaar. Op die manier heb ik het aandeel van de verschillende categorieën in percentages weer kunnen geven. In de laatste kolom staat de gemiddelde
~ 83 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
frequentie van een code in de categorie (het totaal van de frequenties van alle codes in deze categorie gedeeld door het aantal codes in de categorie). Categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
Aantal codes die 10+ keer voor zijn gekomen 22/107 (20,6%) 13/107 (12,1%) 18/107 (16,8%) 13/107 (12,1%) 14/107 (13,1%) 11/107 (10,3%) 16/107 (15%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 1207/5575 (21,7%) 377/5575 (6,8%) 1093/5575 (19,6%) 586/5575 (10,5%) 692/5575 (12,4%) 728/5575 (13,1%) 892/5575 (16%)
Gemiddelde frequentie per code in de categorie 55x 29x 61x 45x 49x 66x 56x
Figuur 25: Codes en frequenties voor alle categorieën.
Als we kijken naar de tweede kolom van de tabel valt er te constateren dat de categorieën Ervaringen en verwachtingen (20,6%), Effect op persoonlijk vlak (16,8%) en Koppeling (15%) het grootste aandeel hebben. In de laatste kolom ‘de gemiddelde frequentie per code in de categorie’ scoort de categorie Acteren (66x) het hoogst. Dit is een interessant gegeven, aangezien deze categorie het kleinst aantal codes (10,3%) in de top-107 heeft. Hoewel er van de 107 codes slechts 11 onder Acteren vallen, zijn deze codes veelvuldig aan bod gekomen. Andere categorieën die hoog scoren zijn Effect op persoonlijk vlak (61x), Koppeling (56x) en Ervaringen en verwachtingen (55x). De categorie die wat betreft het aantal codes in de middenmoot valt (Waarom theater? 12,1%), heeft de laagste gemiddelde frequentie (zie bijlage LL). Als bovenstaande gegevens worden gerelateerd aan het onderzoek kan er worden gesteld dat er in de interviews relatief meer is gesproken over onderwerpen die kunnen worden gerelateerd aan het effect dat het acteren kan hebben op persoonlijk vlak, welke ervaringen er door de respondenten zijn opgedaan, wat zij verwachten en zouden willen bereiken in de toekomst en de koppeling tussen het theater en de wereld daarbuiten. Er is relatief minder gesproken over onderwerpen met betrekking tot het effect van het acteren op sociaal vlak, het zelfvertrouwen en het acteren zelf.
Hiërarchie van de categorieën op basis van de codes Naast een algemeen overzicht van de categorieën, het aantal codes per categorie en de frequenties van de codes, is dit ook per gezelschap bekeken. De linkerkolom in onderstaande tabel (figuur 26) geeft weer in welke mate de categorieën van alle gezelschappen samen voorkomen. Ervaringen en verwachtingen (1) en Effect op persoonlijk vlak (2) komen relatief het meest voor, Acteren (7) het minst. De verschillende gezelschappen staan in de andere kolommen (de interviews met de spelers van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water zijn opgedeeld in twee delen), specifieke gegevens van het aantal codes en hun percentages zijn te vinden in bijlage MM.
~ 84 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren” Alles
Noorderlingen
NNT Dicht.
E&V
Pers. vlak
E&V
-
X
Koppeling
X
X
X
X
X
X
X
2
Pers. vlak
X
Pers. vlak
Pers. vlak
Pers. vlak
Koppeling
Pers. vlak
Pers. vlak
E&V
X
X
X
X
X
X
X
X
ZV
E&V
Acteren
ZV
ZV
Pers. vlak
Koppeling
Koppeling
X
X
X
X
X
X
X
1
3 Koppeling
TTW WP E&V
KTM
JTS
E&V
E&V
De Steeg
TTW ZP1
E&V
E&V
TTW ZP2 Pers. vlak
-
X
X
Koppeling
4
ZV
Acteren
X
Acteren
Koppeling
ZV
Acteren
Acteren
Soc. vlak
-
X
X
X
Koppeling
X
X
X
X
Koppeling
5
Soc. vlak
ZV
ZV
X
Acteren
Acteren
ZV
ZV
X
-
WT?
X
X
X
X
X
X
Soc. vlak
X
6
X
Soc. Vlak
WT?
WT?
WT?
Soc. vlak
Soc. vlak
X
WT?
-
X
X
Soc. vlak
X
X
X
WT?
X
Acteren
7
Acteren
WT?
X
Soc. vlak
Soc. vlak
WT?
X
WT?
X
Figuur 26: Hiërarchie van de categorieën op basis van de codes.
De categorieën die bij De Noorderlingen het meest aan bod zijn gekomen zijn Effect op persoonlijk vlak (20%), Koppeling (20%), Ervaringen en verwachtingen (18%) en Acteren (16%). De categorie Waarom theater? (4%) scoort met slechts 2 codes het laagst. In het geval van het NNT Dichterbij Project staat de categorie Ervaringen en verwachtingen (26%) ver bovenaan, gevolgd door het Effect op persoonlijk vlak (18%). Waarom theater? en Effect op sociaal vlak scoorden bij dit gezelschap het laagst met 8%. In de interviews met de spelers van de Winterproductie 2011-2012 van Theater te Water hebben Ervaringen en verwachtingen (22%) en Effect op persoonlijk vlak (20%) eveneens hoog gescoord, gevolgd door de categorie Zelfvertrouwen (16%). De categorie Effect op sociaal vlak (6%) scoort hier het laagst. In de interviews met leerlingen van de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek zijn Ervaringen en verwachtingen (22%), Effect op persoonlijk vlak (20%), Zelfvertrouwen (18%) en Koppeling (16%) het vaakst aan bod gekomen. In de interviews met leerlingen van de Jeugdtheaterschool zijn Ervaringen en verwachtingen (22%) en Koppeling (18%) de meest voorgekomen categorieën. De categorie Ervaringen en verwachtingen (24%) is ook bij De Steeg het meest aan bod gekomen. Gevolgd door Effect op persoonlijk vlak (20%) en Koppeling (16%). De categorie Effect op sociaal vlak (8%) scoort ook hier het laagst. In de pre-interviews (deel 1) met de spelers van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water zijn de categorieën Ervaringen en verwachtingen (24%), Effect op persoonlijk vlak (22%) en Koppeling (16%) het best vertegenwoordigd. In de post-interviews (deel 2) is dit anders: Effect op persoonlijk vlak (28%) komt het vaakst voor; gevolgd door Zelfvertrouwen (18%) en Ervaringen en verwachtingen (16%). Deze data laten zien dat in de verschillende gesprekken bepaalde onderwerpen meer zijn besproken dan anderen. De volgorde van de categorieën in figuur 26 is een weergave van de relatief veel aangehaalde thema’s in relatie tot het effect van het acteren en de ontwikkelingen die het in gang zou kunnen zetten. In de tabel komen een aantal interessante dingen naar voren. Zo lijken De Noorderlingen, in vergelijking tot de andere gezelschappen, veel waarde te hechten aan de ontwikkelingen op persoonlijk
~ 85 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
vlak en de koppeling van het acteren met de wereld buiten het theater. Ook bij de Jeugdtheaterschool speelt deze koppeling een belangrijke rol, maar lijkt het effect op het persoonlijke vlak minder van belang te zijn. Voor Theater te Water – de Winterproductie en Zomerproductie deel 2 – lijkt deze koppeling minder significant te zijn. Gelet op het zelfvertrouwen, valt op dat dit meer betekenis heeft voor Theater te Water en de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek. Wat betreft het effect op het sociale vlak eindigt deze categorie voor elk van de gezelschappen op een lagere positie dan voor de gezelschappen samen. De enige uitzondering hierbij is de Zomerproductie van Theater te Water (deel 1 en 2). Het is opvallend dat de categorie Waarom theater? over het algemeen op een vijfde plek komt, maar in elk van de gezelschappen afzonderlijk op een zesde of zevende plek. Er lijkt minder te worden gefocust op het acteren als mogelijke effecthebber op het sociale vlak. Voor de categorie Acteren is dit juist andersom; hoewel zij in het algemene klassement op de zevende plek komt, scoort deze categorie per gezelschap aanzienlijk hoger. Zo staat Acteren bij het NNT Dichterbij Project op de derde plek. De rangschikkingen van de Winterproductie van Theater te Water en de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek zijn zo goed als gelijk. Dit is ook het geval voor de volgordes van De Steeg en de Zomerproductie van Theater te Water deel 1. Als we het bovenstaande koppelen aan de werkwijze van de gezelschappen zou dit als volgt kunnen worden geïnterpreteerd. De Noorderlingen wordt beschouwd als een vooropleiding voor de toneelschool, waarin jongeren niet alleen een persoonlijke ontwikkeling, maar ook een maatschappelijke en sociale ontwikkeling door zouden kunnen maken. Niet alleen zou de jongere zelfkennis op kunnen doen, ook kan hij of zij leren over de maatschappij en haar sociale regels. Voor het NNT Dichterbij Project staat de acteerervaring zelf meer centraal, omdat dit project probeert de jongere ‘in te wijden’ in het theater maken. De Winterproductie van Theater te Water en de opleiding Kunst, Theater en Media vertonen interessante gelijkenissen. In relatie tot hun werkwijzen zou het volgende kunnen worden gesteld: de jongere doet in het acteren zelfkennis op en gaat op zoek naar het eigen levenspad. In het geval van de Jeugdtheaterschool staat de koppeling boven het persoonlijke vlak, hieruit zou kunnen worden opgemaakt dat dit gezelschap wellicht net iets meer waarde hecht aan het leren over de samenleving dan aan de ontwikkeling van jezelf als persoon. Hierbij speelt het zelfvertrouwen een belangrijke rol. Als de twee delen van de Zomerproductie met elkaar worden vergeleken wordt de invloed van de groepsdynamiek zichtbaar. In eerste instantie (deel 1) lag de nadruk op wat de respondenten verwachtten, het leren acteren en de koppeling aan de wereld buiten het theater. ‘Na afloop van de acteerervaring’ (deel 2) hadden zij vooral effecten op het persoonlijke vlak, het sociale vlak en op het vlak van het zelfvertrouwen ervaren. De koppeling aan de maatschappij en het acteerproces lijken in het tweede deel minder relevant te zijn geweest.
~ 86 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Hiërarchie van de categorieën op basis van de frequenties Onderstaande tabel is een weergave van de ordening van de categorieën op basis van de frequentie. Dit is als volgt gedaan: de frequenties van alle codes in de categorie zijn bij elkaar opgeteld, vervolgens zijn de uitkomsten van elk van de categorieën bij elkaar opgeteld waarna het eerste getal is gedeeld door het totaal. Het percentage dat hiervan de uitkomst is, geeft het aandeel van de codes in die categorie weer. In de 3e kolom van bijlage MM zijn deze berekeningen voor elk van de gezelschappen terug te vinden. Tevens is de gemiddelde frequentie per code in de categorie berekend (zie bijlage MM, 4e kolom). Om dit uit te kunnen rekenen is het aantal codes (tweede kolom) gedeeld door het totaal van de frequenties van de codes in één categorie (derde kolom). Het getal dat hier uitkomt, is de gemiddelde frequentie van een code in een bepaalde categorie. Op basis van deze gegevens is onderstaande tabel vormgegeven. Alles
Noorderlingen
NNT Dicht.
TTW WP
KTM
JTS
De Steeg
TTW ZP1
TTW ZP2
1
E&V
Koppeling
E&V
Pers. vlak
E&V
E&V
E&V
E&V
Pers. vlak
-
X
X
X
X
X
X
X
X
X
2
Pers. vlak
Pers. vlak
Pers. vlak
E&V
Pers. vlak
Koppeling
Koppeling
Pers. vlak
E&V
X
X
X
X
X
X
X
X
X
3 Koppeling
E&V
Acteren
Acteren
ZV
Pers. vlak
Pers. vlak
Koppeling
Koppeling
-
X
X
X
X
X
X
Acteren
X
X
4
Acteren
Acteren
Koppeling
Koppeling
Acteren
Acteren
X
Acteren
ZV
-
X
X
X
X
X
X
X
X
X
5
ZV
Soc. vlak
ZV
ZV
Koppeling
Soc. vlak
ZV
ZV
Soc. vlak
-
X
ZV
X
X
X
X
X
X
X
6
Soc. vlak
X
Soc. vlak
Soc. vlak
WT?
ZV
Soc. vlak
Soc. vlak
Acteren
-
X
X
X
X
X
X
X
X
X
7
WT?
WT?
WT?
WT?
Soc. vlak
WT?
WT?
WT?
WT?
Figuur 27: Hiërarchie van de categorieën op basis van de frequentie.
Bij bovenstaande gegevens zou ik graag een kanttekening willen plaatsen, omdat het aantal respondenten per gezelschap niet gelijk is. In onderstaande tabel heb ik dan ook een extra berekening gedaan. Gezelschap & aantal respondenten
Hoogste gemiddelde frequentie
Frequentie : aantal respondenten
20x 6,5x 16x 16x 8x 16x 16x 10x
3,33 3,25 3,20 3,20 2,66 2,66 2,28 2,00
Jeugdtheaterschool (6) De Steeg (2) Theater te Water WP 2011-2012 (5) Theater te Water ZP 2012, deel 1 (5) NNT Dichterbij (3) Kunst, Theater, Media en Muziek (6) De Noorderlingen (7) Theater te Water ZP 2012, deel 2 (5) Figuur 28: Frequentie gedeeld door het aantal respondenten.
~ 87 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Bij De Noorderlingen hebben de categorieën Koppeling (16x), Acteren (15x) en Effect op persoonlijk vlak (14,5x) het hoogst gescoord qua gemiddelde frequentie. In de interviews met de deelnemers aan het NNT Dichterbij Project heeft de categorie Effect op sociaal vlak (8x) de hoogste en Waarom theater? (3,5x) de laagste gemiddelde frequentie. Effect op sociaal vlak (16x) en Acteren (14x) scoren in de interviews met de spelers van de Winterproductie 2011-2012 van Theater te Water het hoogst. In de interviews met de leerlingen van de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek hebben alle categorieën vrij hoog gescoord (minimaal 10x). Ervaringen en verwachtingen (16x), Effect op persoonlijk vlak (15x) en Effect op sociaal vlak (14,5x) voeren hierbij de boventoon. Als we kijken naar de gemiddelde frequentie van de verschillende codes in een categorie voor de Jeugdtheaterschool, dan scoren Effect op persoonlijk vlak (20x), Effect op sociaal vlak (20x), Acteren (19x) en Koppeling (19x) het hoogst. In het geval van De Steeg zijn Ervaringen en verwachtingen (6,5x), Zelfvertrouwen (6x) en Acteren (6x) de meest voorkomende categorieën. In de pre-interviews met de spelers van Theater te Waters’ Zomerproductie (2012) scoorden de categorieën Acteren (16x), Ervaringen en verwachtingen (14x) en Koppeling (12,5x) het hoogst. In de post-interviews is de categorie Koppeling (10x) het vaakst voorgekomen. Daarna volgen Effect op persoonlijk vlak, Effect op sociaal vlak en Acteren (allen 8x). De categorie Waarom theater? (9x) kwam in de pre-interviews het minst aan bod; in de post-interviews was dat Zelfvertrouwen (5x). Als de eerste kolom wordt vergeleken met de gegevens van de diverse gezelschappen valt op dat deze veelal met elkaar overeenkomen. Een uitzondering hierop is bijvoorbeeld De Noorderlingen, de koppeling van het acteren aan de realiteit lijkt een belangrijke rol te spelen. De categorie Ervaringen en verwachtingen staat, in tegenstelling tot de andere gezelschappen, op een derde plek. Ook bij de Jeugdtheaterschool en De Steeg lijkt de Koppeling hoog in het vaandel te staan, het Effect op het persoonlijke vlak scoort in beide gezelschappen juist lager. Voor het NNT Dichterbij Project, Theater te Water Winterproductie en Kunst, Theater, Media en Muziek lijkt de Koppeling minder van belang te zijn. Voor het tweede deel van de interviews met de spelers van de Zomerproductie is het Acteren minder van belang, dan voor de andere gezelschappen. Wat betreft het Zelfvertrouwen is dit voor de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek en Theater te Waters’ Zomerproductie deel 2 belangrijker dan voor de andere gezelschappen. In het geval van de Jeugdtheaterschool staat het Zelfvertrouwen op de zesde plek. Wederom staan de categorieën Effect op sociaal vlak en Waarom theater? onderaan in de ranglijst. Voor De Noorderlingen, de Jeugdtheaterschool en Theater te Water Zomerproductie deel 2 is het Effect op sociaal vlak van groter belang dan voor de andere gezelschappen. Bij de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek staat deze categorie zelfs helemaal onderaan. Net als bij de vergelijking van de categorieën op basis van de codes vallen er belangrijke verschillen te constateren tussen de twee delen van de Zomerproductie van Theater te Water. Waar de nadruk in eerste instantie lag op de verwachtingen ten opzichte van het acteren, was dit bij de post-interviews het effect op het persoonlijke vlak. In het geval van het acteren was dit in het eerste deel meer van belang, dan bij het tweede deel. Het effect op het sociale vlak was in het tweede deel van de interviews significanter dan de respondenten in eerste
~ 88 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
instantie hadden verwacht. Op basis van de frequenties zijn er nog meer overeenkomstige rangschikkingen te zien, met uitzondering van De Noorderlingen en het tweede deel van de interviews met de respondenten van de Zomerproductie van Theater te Water, ziet de volgorde van de categorieën er voor elk van de gezelschappen ongeveer hetzelfde uit.
Vergelijking van de tabellen Figuur 26 – hiërarchie op basis van de codes – en figuur 27 – hiërarchie op basis van de frequenties – zijn naast elkaar gelegd om te kijken of er significante verschillen kunnen worden vastgesteld. In het geval van De Noorderlingen, Het NNT Dichterbij Project, De Steeg en Theater te Water Zomerproductie (deel 1 én 2) zijn er niet of nauwelijks verschillen. Als de zeven categorieën zouden worden opgedeeld in een tweetal secties (nummer 1 t/m 4 als ‘bovenste’ sectie; nummer 5 t/m 7 als ‘onderste’ sectie) blijven de categorieën voor deze gezelschappen in beide kolommen (kolom 1 = figuur 26; kolom 2 = figuur 27) op ongeveer dezelfde hoogte. De volgorde van de categorieën bij de Winterproductie (2011-2012) van Theater te Water is slechts op één niveau gelijk: alleen Koppeling staat in beide kolommen op dezelfde hoogte, alle andere categorieën staan op verschillende hoogtes. De categorieën voor Kunst, Theater, Media en Muziek zijn bijna helemaal gelijk, alleen staat Koppeling in kolom 1 op nr. 4 en Acteren op nr. 5, in kolom 2 is dit precies andersom. In het geval van de Jeugdtheaterschool wisselen Zelfvertrouwen (kolom 1: nr. 4; kolom 2: nr. 6), Acteren (kolom 1: nr. 5; kolom 2: nr. 4) en Sociaal vlak (kolom 1: nr. 6; kolom 2: nr. 5) elkaar af. Als we kijken naar de overzichten per gezelschap (zie bijlage NN) waarin de hiërarchie op basis van de codes en de hiërarchie op basis van de frequenties naast elkaar zijn weergegeven, zijn er significante verschillen te constateren. Ook al komen er van een bepaalde categorie slechts een aantal codes voor, de voorkomende codes komen relatief vaak in de gesprekken naar voren. Over het algemeen zijn deze verschillen vooral zichtbaar in de categorie Effect op sociaal vlak. Ondanks dat deze categorie slechts 5 codes kent, is de gemiddelde frequentie vrij hoog (14x). Dit geldt ook voor de categorie Waarom theater?: slechts 2 codes, maar een gemiddelde frequentie van 11x. Voor het NNT Dichterbij komen er in de categorie Effect op sociaal vlak slechts 4 van de 50 meest voorkomende codes voor, toch is de frequentie hier het hoogst van allemaal (8x). Ook voor de Winterproductie van Theater te Water geldt dit, met slechts 3 codes heeft Effect op sociaal vlak toch de hoogste gemiddelde frequentie (16x). De categorie Effect op sociaal vlak is in de interviews met leerlingen van de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek eveneens in mindere mate vertegenwoordigt (slechts 2 codes), toch belandt deze categorie op de derde plek met 14,5x als gemiddelde frequentie. Dit is ook het geval voor de Jeugdtheaterschool: 5 van de 50 codes, maar een gemiddelde frequentie van 20x. In het geval van De Steeg zijn de gemiddelde frequenties ongeveer gelijk voor elk van de categorieën, ook al ligt de verdeling van de hoeveelheid codes per categorie veel verder uit elkaar. De pre- en postinterviews met de spelers van de Zomerproductie van
~ 89 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Theater te Water laten zien dat er zo goed als geen significante verschillen zijn tussen de hoeveelheid codes en de gemiddelde frequenties van deze codes. Wanneer figuur 26 en figuur 27 voor beide delen van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water naast elkaar worden gelegd, zijn er een aantal verschillen zichtbaar. Deel 1 komt in beide overzichten het meest overeen met het algemene overzicht. Deel 2 wijkt hier op basis van de codes volledig van af, op basis van de frequenties vallen er meer overeenkomsten te constateren. Hoewel de rangschikkingen op basis van de codes en op basis van de frequenties voor deel 1 bijna helemaal met elkaar overeenkomen, verschillen deze twee ordeningen voor deel 2 totaal van elkaar. Als we deel 1 en deel 2 met elkaar vergelijken wordt duidelijk dat er ontwikkeling heeft plaatsgevonden: de koppeling van het acteren aan de wereld buiten het theater en het acteren spelen een belangrijkere rol in de preinterviews; in de post-interviews zijn dit het zelfvertrouwen, het effect op het sociale vlak en de koppeling. Ook ligt in deel 2 meer de nadruk op het effect op persoonlijk vlak dan dat voor deel 1 het geval is. Op basis van deze bevindingen zou ik willen stellen dat de nadruk uiteindelijk minder heeft gelegen op de verwachte punten. Zo heeft de acteerervaring bij deze respondenten een belangrijk effect gehad op het persoonlijke vlak en het zelfvertrouwen.
Vergelijking van de codes Om te kijken welke codes het meest zijn voorgekomen, zijn de 50 meest voorkomende codes van elk van de gezelschappen vergeleken met de 107 codes van alle gezelschappen samen. Het schema dat naar aanleiding van deze gegevens is gemaakt is terug te vinden in bijlage OO. Er is slechts één code bij gezelschap De Steeg die niet is terug te vinden in de lijst met 107 codes: ‘Doelgroep’, behorend tot de categorie Ervaringen en verwachtingen. 18 van de 107 codes komen in de 50 meest voorkomende codes van elk gezelschap voor. In de categorie Ervaringen en verwachtingen zijn dit: werkwijze; huidig gezelschap/project/opleiding en ervaring(en) (opdoen). In Effect op persoonlijk vlak gaat het om het effect op persoonlijk vlak; leerzaam; (nieuwe) inzichten en visies; (persoonlijke) ontwikkeling en confronterend. Effect op sociaal vlak en samenwerken komen in de categorie Effect op sociaal vlak in elk van de ‘acht’ gezelschappen voor. Voor de categorie Zelfvertrouwen zijn dit zelfvertrouwen en durf, durven. Voor de categorie Acteren zijn emoties/gevoelens; de rol(len); inleven en vrijheid de in elk gezelschap voorkomende codes. (Los, terug) koppeling en kritiek zijn de twee codes die in de categorie Koppeling bij alle gezelschappen voorkomen. De codes in de categorie Waarom theater? komen geen enkele keer in de acht gezelschappen voor. Ook zijn er 18 codes die geen enkele keer terug zijn gekomen in de top-50 van de gezelschappen. Dit zijn onder andere aanraden, verbeeldingskracht, ontspannend, zelfrespect, warmte, sociale vaardigheden, gezelligheid, (on)tevredenheid, vernieuwend en het oefenen met maatschappelijke rollen, verantwoordelijkheden en gedrag. Deze aspecten komen relatief minder terug in de interviews en lijken dan ook minder van belang dan andere begrippen.
~ 90 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Vergelijking van de begrippenlijsten: reflectieve interviews (29 respondenten) 26
24
Figuur 29: Begrippenlijst en frequentie reflectieve interviews, deel 1
24 21
21
20
20 17
15
14
14
13
11
10
9
9
8
7
In figuur 29 en figuur 30 zijn de 36 begrippen van de begrippenlijst, als onderdeel van de vragenlijst voor de reflectieve interviews, weergegeven. Deze begrippen vallen in 5 van de 7 categorieën in te delen: Waarom theater? (9), Effect op persoonlijk vlak (6), Effect op sociaal vlak (6), Zelfvertrouwen (8) en Acteren (7). De meest aangekruiste begrippen (19+) vallen onder de categorieën Acteren (4) en Waarom theater? (3). De minst aangekruiste begrippen (6-12x) vallen eveneens onder deze twee categorieën. De begrippen die 13 tot 18 keer zijn gekozen, zijn vooral afkomstig uit de categorieën Effect op persoonlijk vlak (4), Effect op sociaal vlak (4) en Zelfvertrouwen (5). Het begrip dat het vaakst (26x) is aangekruist is ‘plezier’, daarna volgen ‘emotie’ en ‘vrijheid’ met 24 keer. Voor twintig van de respondenten is het theater een ‘passie’ of ‘uitdaging’ en spreekt het de ‘verbeelding’ aan. Begrippen die weinig zijn gekozen zijn ‘inzicht’ (9x), ‘rust’ (8x), ‘ontspannend’ (7x), ‘doen alsof’ (7x), ‘warmte’ (7x) en ‘schaamte’ (6x). (Zie ook bijlage PP) Op basis van beide figuren kan er worden gesteld dat het acteren voor een groot aantal van de respondenten (20/29) een passie is. De woorden die zij hebben gekozen hebben voornamelijk betrekking op de (positieve!) combinatie van het sociale vlak en het zelfvertrouwen. Door de interactie en samenwerking met anderen zou de jongere plezier en vrijheid kunnen ervaren. Het samen zijn en de gezelligheid die hiermee gepaard gaat, zou gevoelens van trots en durf en een overwinning van de eigen angsten in gang kunnen zetten. De zelfreflectie die hiermee gepaard gaat kan de jongere als leerzaam, inspirerend en uitdagend ervaren. De ‘acteerervaring’ zou naast een persoonlijke ontwikkeling, kunnen zorgen voor de ontwikkeling van emoties, inleving, verbeelding. Niet alleen voelt de adolescent zich vrij en veilig in de groep, ook zal hij of zij zichzelf kunnen zijn en zichzelf kunnen uiten.
~ 91 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
20
19
Figuur 30: Begrippenlijst en frequentie reflectieve interviews, deel 2
18
18
17
17
16
16
15
15
14
14
13 10
9
7
7
6
Vergelijking van de begrippenlijsten: pre- en post-interviews (5 respondenten) Vijf respondenten van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water zijn twee keer geïnterviewd. Voorafgaand aan beide interviews hebben zij een begrippenlijst van 72 woorden ingevuld. (Zie bijlage QQ en RR). In de pre-interviews hebben alle respondenten de begrippen ‘zelfvertrouwen’, ‘energie’ en ‘uitdaging’ aangekruist. ‘Enthousiasme’, ‘grensoverschrijdend’, ‘angst overwinnen’, ‘mensenkennis’ en ‘zelfexpressie’ zijn in de pre-interviews door vier van de respondenten gekozen. In de post-interviews is de code ‘samenwerken’ (4x) het vaakst gekozen, in de pre-interviews werd dit begrip slechts twee keer aangevinkt. In het pre-interview koos één van de respondenten voor het begrip ‘zelfrespect’, in het postinterview waren dat er drie. Hoewel het zelfvertrouwen in het pre-interview door alle respondenten is aangekruist, is dit begrip in het post-interview slechts twee keer gekozen. Ook al verwachtten alle respondenten in het pre-interview dat het acteren hen energie zou geven, in de post-interviews werd dit door drie van de respondenten gekozen. Een zelfde soort daling is terug te zien bij het begrip ‘ontspannend’: in eerste instantie werd dit nog door twee respondenten gekozen, in het post-interview werd dit begrip niet meer aangekruist. Dit geldt ook voor het begrip ‘veiligheid’: dit begrip werd in het pre-interview aangekruist door drie respondenten, in het post-interview was dit er slechts één. Hoewel vier respondenten het theater in eerste instantie koppelden aan ‘zelfexpressie’, waren dit in het postinterview slechts twee respondenten. Een dergelijke vermindering is ook te zien bij het begrip ‘uitdaging’: pre-interview vijf respondenten, post-interview drie respondenten. ‘Verlegenheid’ is in de pre-interviews twee keer aangekruist, in de post-interviews niet meer. Het begrip ‘negatief’ is door niemand aangekruist. Door de ingevulde begrippenlijsten van beide interviews met elkaar te vergelijken, kunnen een aantal ontwikkelingen worden geconstateerd (zie bijlage SS). Sommige begrippen zijn in eerste instantie minder vaak gekozen dan in tweede instantie en vice versa, andere begrippen in beide interviews even vaak. Uiteraard is dit willekeurig van aard, omdat het niet per se betekent dat dezelfde respondent het begrip twee keer heeft aangekruist. Onderstaande tabel geeft de ontwikkelingen weer.
~ 92 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren” Blijdschap Fictie Improvisatie Negatief Nieuwsgierigheid Ontwikkeling Openheid Bewustzijn Plezier Twijfel Streven Durf Inspirerend Frustratie Leergierig Spontaniteit Waardering Rust Erkenning Opwinding Zelfkennis Groei Voldoening
0 0 0 0 (x) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Samenwerken Zelfrespect Doen alsof Genieten Interactie Reflectie Leuk Vernieuwing Impulsief Sociaal Tevredenheid Volwassenheid Inzicht Verbetering Gevoel Persoonlijke betekenis Inspannend Fantasie Leerzaam Verbeelding Trots Vermaak Warmte Woede
+2 +2 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1
Zelfvertrouwen Verlegenheid Ontspannend Zelfexpressie Uitdaging Veiligheid Energie Mensenkennis Grensoverschrijdend Emotie Enthousiasme Passie Ontroering Inleving Vrijheid Angst overwinnen Lichamelijkheid Jezelf kunnen zijn Mooi Positief Samen zijn Onzekerheid Herkenning Schaamte Gezelligheid * (x) =
Figuur 31: Ontwikkeling begrippenlijsten pre- en post-interviews
-3 -2 (x) -2 (x) -2 -2 -2 -2 -2 -2 -2 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
0x | niet (meer) gekozen
De begrippen in de eerste kolom zijn in de pre- en postinterviews even vaak gekozen. In de tweede kolom staan de woorden die in het tweede gesprek vaker zijn gekozen dan in het eerste gesprek. Hierin is voornamelijk een stijging te zien bij de begrippen ‘samenwerken’ en ‘zelfrespect’. Er zou kunnen worden gesteld dat de respondenten in eerste instantie de samenwerking met de anderen in de groep minder van belang achtten, maar dat deze toch een belangrijkere rol heeft gespeeld dan verwacht. Ook zijn de respondenten zichzelf, als gevolg van de acteerervaring meer gaan respecteren. Als we kijken naar de begrippen in de tweede kolom zijn er voornamelijk positieve woorden ‘bijgekomen’. Een uitzondering hierop zijn ‘woede’ en ‘inspannend’. Het sociale aspect lijkt enigszins belangrijker te zijn geworden, dit is terug te zien bij de begrippen ‘sociaal’, ‘warmte’ en ‘interactie’. Toch ligt de nadruk op effecten op het persoonlijke vlak en het zelfvertrouwen (o.a.: ‘leerzaam’, ‘trots’, ‘inzicht’, ‘verbetering’, ‘reflectie’, ‘tevredenheid’ en ‘genieten’) en de koppeling aan de realiteit (‘volwassenheid’). In het acteren hebben een aantal daarnaast hun ‘gevoel’, ‘fantasie’ en ‘verbeelding’ kunnen ontwikkelen. De laatste kolom bestaat uit de woorden die in het tweede deel van de interviews minder zijn gekozen dan in het eerste deel. De meest opvallende begrippen hierbij zijn ‘zelfvertrouwen’, ‘verlegenheid’ en ‘ontspannend’. Deze laatste twee zijn in het tweede gesprek zelfs helemaal niet gekozen. Ook hier lijken de ontwikkelingen binnen de groep van invloed te zijn geweest. Zo is de acteerervaring door een aantal respondenten als minder positief, ontspannend en gezellig ervaren dan in eerste instantie werd aangenomen. Ook is de verwachte mensenkennis door een aantal niet of nauwelijks opgedaan. Als we kijken naar het persoonlijke vlak, valt op dat de jongeren zich minder veilig, vrij en uitgedaagd hebben gevoeld dan verwacht (‘uitdaging’ en ‘angst overwinnen’). Het leren kennen, voelen
~ 93 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
en uiten van emoties (‘zelfexpressie’, ‘ontroering’, ‘emotie’, ‘herkenning’, ‘inleving’) lijken minder uit het acteren te zijn voortgevloeid dan werd gedacht. Over de acteerervaring zijn de respondenten uiteindelijk minder enthousiast dan verwacht. Het heeft hen dan ook meer energie gekost dan gegeven en ze hebben minder zichzelf kunnen zijn. Toch heeft het ook positieve ontwikkelingen tot gevolg gehad: minder schaamte, onzekerheid en verlegenheid. Er zijn ook een aantal begrippen waarin geen wijziging heeft plaatsgevonden. Dit zijn onder andere ‘ontwikkeling’ (3), ‘plezier’ (3), ‘groei’ (3) en ‘zelfkennis’ (3), ‘streven’ (2), ‘durf’ (2), ‘erkenning’ (1) en ‘twijfel’ (1). Als de tweede en derde kolom met elkaar worden vergeleken, kunnen een aantal conclusies worden getrokken. Hoewel het samenwerken en de interactie met anderen belangrijker lijkt te zijn geworden voor sommigen, is dit door anderen als inspannend ervaren. De sociale ontwikkelingen binnen de groep lijken ervoor te hebben gezocht dat de acteerervaring als minder ontspannend, uitdaging, veilig en vrij is ervaren. Als we kijken naar het persoonlijke vlak lijkt het zelfvertrouwen veel minder de nadruk te hebben gehad, toch heeft een aantal respondenten zelfrespect, tevredenheid, trots en verbetering ondervonden. Kortom, de verschillende ervaringen hangen nauw met elkaar samen en zullen in hun uitwerking per persoon verschillen. Het ene individu laat zich meer beïnvloeden door hetgeen om hem of haar heen gebeurt dan de ander.
Vergelijking van de interviews aan de hand van citaten: ervaringen en verwachtingen “Het acteren is zeg maar een soort hoer in het leven, je kan zeg maar alles kwijt wat je opkropt of waar je mee zit of ja, alles kun je er op het podium uitgooien, omdat het kan en alles mag, heerlijk.”
In deze paragraaf zal aan de hand van de thema’s en categorieën die centraal staan in de gesprekken een globale weergave worden gegeven van de antwoorden uit het interview. (Voor alle ‘interessante’ citaten zie bijlage TT)
∗
Waarom theater?
De keuze om te gaan acteren had diverse redenen. Over het algemeen werd het acteren door de respondenten als plezierig omschreven, omdat er samen met anderen een productie ten tonele wordt gebracht. Een enkeling beschouwde de aandacht, het leuk worden gevonden door anderen, als een belangrijke reden om te gaan acteren. Het gros van de jongeren stelde dat zij op het toneel de vrijheid ervoeren om het zelf te gaan verkennen. Het doen alsof wordt hierbij als voordeel beschouwd, omdat dit het veilige experimenteren met bepaalde rollen, kwesties en mogelijkheden mogelijk maakt, zonder hiervan directe consequenties te hoeven ervaren.
~ 94 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Ik weet niet waarom ik op het toneel wil staan. Aan de ene kant is het heel narcistisch. (…) Het is eigenlijk puur narcisme, want je wil dat mensen naar je kijken en dat je leuk gevonden wordt en zo, wat ik wel belangrijk vind zelf is iets meegeven aan het publiek, het kan ook al een klein ding zijn (…) Maar verder heb ik geen flauw idee waarom ik op het toneel sta.” “Ja. Het biedt zeker een vrijheid. En het is, het is een speelveld waar je op speelt, en als je daar, als je van de vloer af bent dan ben je gewoon weer jezelf. Maar op dat moment kun je gewoon even, even helemaal jezelf laten gaan en je bent even een ander personage.”
∗
“Dat je je ideeën kwijt kan. Het is heel vaak zo dat mensen op andere plekken, op school vinden mensen je ideeën maar raar, hier zit wel wat meer een andere waarde aan.”
Effect op persoonlijk vlak “Ik denk dat om goed te acteren moet je jezelf gewoon goed kennen.”
De respondenten hebben diverse ontwikkelingen en veranderingen ervaren als gevolg van het acteren. Zo heeft het acteren onder andere gezorgd voor een verrijking en verbreding van het zelf in de vorm van bepaalde inzichten en zelfkennis. In het acteren kan de jongeren leren over de eigen sterke en zwakke kanten en de punten die zouden kunnen worden verbeterd. Dit proces kan zowel als leerzaam, als confronterend worden ervaren. Op persoonlijk vlak zou het acteren een ontwikkeling en groei in gang kunnen zetten en kunnen zorgen voor gevoelens van zelfvertrouwen. “Je leert jezelf als instrument te bespelen, omdat je toch veel dingen die je niet kent bij wil leren en steeds maar meer noten wil leren spelen, zeg maar.” “Nou ja, in die mate wel dat je jezelf snel en goed leert kennen. Waar sommige mensen op hun vijftigste nog niet achter zijn, zijn wij op ons achttiende al achter.”
“(…) iedereen gaat natuurlijk een groei en ontwikkeling aan, want je wordt volwassen en zo dus. Maar het acteren heeft dat wel… heeft dat nog sterker in gang gezet.”
“Ik denk dat je je als acteur zijnde altijd zult blijven ontwikkelen, want ik bedoel alles verandert natuurlijk ook en je blijft naar anderen kijken en ieder heeft zo zijn eigen manier van spelen. En ik denk dat je van iedereen altijd nog kunt blijven leren en je kunt blijven ontwikkelen.” “Je bent alleen maar echt heel erg met jezelf bezig, je leert jezelf heel goed kennen, echt heel goed. (…) Ook wel eens confronterend, absoluut, maar daar leer je echt mee om te gaan. En je raakt natuurlijk nooit uitgeleerd als acteur, je bent nooit… (…) Ja, je komt altijd wel weer dingen tegen en, maar ja, ik ben zeker wel veranderd daardoor. Ik ben denk ik meer mens geworden daardoor.” “Heel erg met jezelf omgaan, inderdaad. Je groeit van een jong persoon naar een volwassene eigenlijk op een hele verrijkte manier, maar gewoon een brede manier.”
“Ja… of ik veranderd ben als persoon, ik denk dat het door het toneel, want ik was best jong toen ik begon. Ik was tien, dus ik eigenlijk mijn hele puberteit tot aan het volwassen worden ben ik, heb ik leren toneelspelen. Dus ik denk dat het samengaat met de persoon die ik nu ben geworden, doordat ik ook toneelspeelde in die periode van mijn leven. Maar ik zou niet weten hoe ik was geworden als ik niet op mijn tiende was gaan acteren dus, vind ik heel moeilijk om te zeggen. Ik denk eigenlijk wel dat ik me in positieve zin heb ontwikkeld en dat ik dat nog steeds doe.”
~ 95 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Effect op sociaal vlak
“Ik ben altijd al wel een sociaal type geweest, in het acteren ben ik een soort kameleon in geworden, dat ik me gewoon heel snel leer aan te passen aan als ik met iemand praat of zo.”
Naast effecten op het persoonlijke vlak als het gevolg van het acteren is er gevraagd naar de mogelijke effecten op het sociale vlak. Hierin komen een aantal aspecten naar voren. Zo heeft een groot deel van de respondenten het samenwerken met de anderen in de groep voornamelijk als veilig en leerzaam ervaren. Op die manier hebben zij zichzelf leren kennen en leren openstellen, mensenkennis opgedaan en geleerd van anderen en hun kritiek en feedback. “Ja, en het wordt steeds vertrouwder en fijner en we durven ons steeds meer bloot te geven. Het wordt veiliger.” “Ja, dat vooral, absoluut. Je leert wel de mens kennen en hoe eigenlijk we toch allemaal hetzelfde in elkaar zitten of zo.”
“Ik weet niet, het schept natuurlijk wel direct een band en wat het ook is, is dat je op het toneel wel, je moet wel kwetsbaar durven zijn. En dat, als je dat van elkaar ziet, dat schept wel een band, denk ik. Dat zorgt er in ieder geval wel voor dat je mensen beter, op school is het heel gemakkelijk om heel oppervlakkig met mensen te blijven.”
“Je wordt bewuster van jezelf en anderen en hoe anderen doen en reageren en misschien dat dat nog wel het meeste is wat je van toneel dan krijgt, dat je toch wel snel door hebt hoe of sneller door hebt hoe mensen… denken of zo of dat je…”
“Als het… je leert van elkaar ook heel veel, maar ook opbouwende kritiek en zo, dat vind ik heel fijn en het stimuleert me als ik, ook als ik aan anderen laat zien wat ik doe en het pakt goed uit, dat is heel fijn.”
“Je gaat je toch in andere mensen verdiepen, dus je begint ook te begrijpen hoe mensen in elkaar zitten. Er zijn mensen die roepen dingen, waarvan ze soms niet eens weten waarom ze het roepen en hoe het zit. Maar in ieder geval door dit vak leer je eigenlijk verder kijken dan die uitspraak alleen, je kunt ook kijken naar de persoon op zich, eerdere uitspraken en waarom deze uitspraak eigenlijk tot iets geleid heeft.”
∗
Zelfvertrouwen “Dat je lef hebt dat je zomaar op het podium durft te staan en gaan acteren, dat is voor mij zelfvertrouwen.”
“Zelfvertrouwen is voor mij is dat je zeker bent van jezelf, dat je van jezelf houdt, dat je jezelf bent en kunt zijn en wilt zijn.”
In het kader van het zelfvertrouwen is er door de respondenten gesproken over durf en zelfacceptatie. Iemand heeft volgens de respondenten zelfvertrouwen als hij of zij nieuwe dingen uitprobeert en uitdagingen aangaat. Dit resulteert voornamelijk in leerzame ervaringen. Het zelfvertrouwen wordt door een aantal van de adolescenten gekoppeld aan tevredenheid en trots. Hiermee gaat een continu proces van zelfreflectie en een streven naar beter gepaard. “Zelfvertrouwen. Ik denk dat het meeste zelfvertrouwen is, is ontstaan door durven. Gewoon durven, en…daar kun je ontzettend op je bek gaan daarmee, maar je kunt er ook gewoon echt, maar je kunt het ook gewoon maken daarmee. (…) Het is heel leerzaam. En dat, dat verbreedt het zelfvertrouwen ook enorm.”
~ 96 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Sowieso dat je jezelf accepteert zoals je bent natuurlijk. Simpel gezegd. En dat de dingen die je denkt, zegt, maakt of creëert dat je daar volledig achterstaat en op het moment dat jij iets mooi vind of goed vind, dat je daar ook volledig achterstaat.”
“Durven onbekende straten in te gaan en als je zo’n onbekende straat in gaat, is dat eerst een diep gat of zo waar je in komt, waar je eigenlijk niet weet wat je moet doen. Dat je gewoon echt naar jezelf luistert en jezelf daar in ontwikkelt.”
“Ja, iedereen heeft z’n onzekerheden, op welk gebied dan ook, ik ook. En… maar ik straal wel meer zelfvertrouwen uit dan onzekerheid. En zo voel ik me ook. En ik durf ook mijn onzekerheden te laten, en misschien is dat, dat is het misschien wel, zelfvertrouwen is misschien wel als je je onzekerheden durft te laten zien. (…) Maar heel veel onzekere mensen of als je onzeker bent, dan ga je doen alsof je dat niet bent, dan ga je er juist tegen in. Maar ik denk dat als je echt zelfverzekerd bent en je bent dan ergens onzeker over, dat je dat ook durft te laten horen.”
∗
“Zelfvertrouwen… ik denk, als je gewoon… lekker in je vel zit, als je gewoon ergens lekker durft te staan, als je gewoon de mensen durft aan te kijken, dat vind ik ook heel erg belangrijk, als je iets vind, dat je dat gewoon kan zeggen, maar niet, wel gewoon op een normale manier, maar dat je gewoon, dat je niet gewoon bang bent om te laten zien wie je bent en dat, en ook al ben je anders, ook al ben je totaal anders dan iemand anders, dat je mag laten zien dat je er bent. En dat je gewoon lekker in je vel zit, dat vind ik zelfvertrouwen.”
Acteren
“Ik heb bijvoorbeeld iemand gehad die zei tegen mij: ‘het mooiste is dat als je een rol hebt dat die negentig procent jou is, dus dat je negentig procent bent wat je op het podium staat te doen, dat slechts tien procent de rol is. Want als je honderd procent die rol bent, die rol is slechts papier, dat is iets ontastbaars, daar kun je heel weinig mee’.”
In het acteren dient het individu volgens de respondenten te proberen om de rol vormgegeven in het verlengde van en in overeenstemming met het zelf. De verschillende respondenten is dan ook gevraagd of zij liever een rol spelen die dichtbij henzelf ligt of juist een rol die ver van hen afstaat. Hierover zijn de meningen verdeeld: de één vindt het fijn als zij zichzelf kunnen herkennen in de rol, de ander vindt de uitdaging juist interessant. In de gesprekken komt naar voren dat wat de jongere leert in het theater wordt gekoppeld aan het leven daarbuiten. Dit blijft een constant, aan verandering onderhevig proces.
“Je kunt natuurlijk niet anders, je kunt niet iemand anders zijn dan jezelf, dus je gebruikt altijd wel iets van jezelf in een rol, maar… dus in die zin is het wel altijd een stukje van mezelf, een deel.”
“Nou, je probeert altijd iets van jezelf erin te leggen. In elke rol. Maar de ene is natuurlijk veel buitensporiger wat dat betreft dan de ander. … Nee, als het verder van je afstaat, of iets dat je nog niet eerder gedaan hebt, er zit wel meer uitdaging in dus het is ook leuker als het lukt.”
“Je moet toch wel een beetje in een constant proces zitten. Dus dan, tenminste, dat helpt het beste bij je rol.”
“Ja, maar je kiest ook vaak iets wat je moeilijk vindt. In plaats van iets wat je leuk vindt. Nou ja, je doet allebei wel. Maar als je wat wilt leren, dan doe je er één die ver van je afstaat.”
“Elke rol is weer een nieuwe ervaring en iets wat je nieuw hebt geleerd en wat je meeneemt in een volgend personage.”
“Ik vind het heel fijn om een rol te krijgen, om een keertje in een anders’ huid te spelen, in een anders’ huid te kruipen. Maar als je dat doet dan kan je je later ook weer beter in mensen gaan verplaatsen en dat komt heel erg vanuit theater en drama.”
~ 97 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Ja, omdat het juist uitdagender is, vind ik het leuker om te doen, omdat ik veel meer kan leren. Als ik iets neem wat bij mezelf ligt, dan weet ik hoe zou ik zelf daarop reageren? Dan kan ik dat gebruiken, maar nu denk ik hoe zou het personage reageren? Zo moet ik heel erg nu gaan denken.”
∗
“Ik denk dat allebei heeft een moeilijk en een gemakkelijk deel, want als verder weg staat, kun je er makkelijker van distantiëren en dan is het iets waarvoor ik bij mezelf heel diep moet graven om te kijken of oh, goh stel ik maak zelf iets mee, wat zou ik ermee doen? Wat je dus wel hebt als het meer met jezelf te maken heeft, dan ben je veel meer bezig van nou, goh hoe doe ik dit? Hoe zou ik dit zelf doen? Maar als het dichter bij jezelf staat, is het ook makkelijker om dat ergens vandaan te halen.”
De (los)koppeling van het acteren en de realiteit
“Nee, ik vind het niet moeilijk om het te scheiden van elkaar, alleen toneel, theater is wel zo belangrijk in mijn leven dat het wel altijd speelt in mijn leven. Maar… nee, ik kan het theater nog wel onderscheiden van het echte leven.”
De meeste respondenten stellen dat het acteren inderdaad haar doorwerking heeft in hun leven buiten het theater. Het toneel biedt hen de vrijheid om mogelijkheden uit te proberen en zelfkennis op te doen. Uiteraard speelt de omgeving waarin de jongeren zich bevinden een belangrijke rol bij de vorming en ontwikkeling van het zelf. Een aantal respondenten stelt dat het acteren hen voorbereidt op de volwassenheid en het leven in de maatschappij. “Ja, ik denk wel, het is in feite gewoon… ja, inderdaad een soort van voorbereiding. Je komt, zoals ik al zei, zoveel verschillende situaties tegen, zoveel verschillende personages ook, dat als je die tegenkomt in het echte leven dat je daar in feit al ervaring mee hebt.” “(…) het is wel zo dat als je toneel speelt, zeker hier is het wel zo dat je wel een soort van groter bewustzijn krijgt over je eigen gevoel en over hoe je in elkaar zit of zo. Je wordt er wat bewuster van wat je voelt, op een bepaalde manier. En ik denk dat dat wel in het dagelijks leven misschien wel doorwerkt. Dat je een groter bewustzijn hebt over hoe je… ja, weet ik niet, hoe je tegen dingen aankijkt of zo. Dat je een groter bewustzijn hebt over wie je zelf bent.”
“Doordat je als je theater maakt, ben je op één of andere manier ook heel kritisch hè, want je maakt natuurlijk stukken die kritisch zijn, maar je bent ook heel kritisch naar jezelf. Maar als je iets… bij voorbaat al als ik iets schrijf dan ben ik meteen aan het denken schrijf ik dit wel goed? Je wordt steeds kritischer naar wat je doet, wat je zegt en hoe je denkt dus ook, dat is het eigenlijk. En dat trekt door, doordat je kritisch op de vloer bent, trekt dat door doordat je kritisch wordt over wat je denkt, hoe je van binnen zit.” “Je wordt toch volwassener of zo, iets meer, je weet meer, je hebt meer gezien en meer meegemaakt. Daardoor kun je dingen beter beoordelen.”
“Ja, dat je toch eerder wel patronen ziet of zo, omdat je heel vaak toch wel voorbeelden van heftige dingen op het toneel ziet, dat je dan toch eerder die patronen in het dagelijks leven herkent. (…) Ja, omdat je, wat op het toneel speelt, je ziet allemaal echte mensen die iets proberen te spelen, dus dan dat komt wel ergens vandaan.”
∗
Het acteren als middel
“Ja, het sterkt me wel of zo in mijn identiteit, omdat ik steeds, omdat ik er afgelopen jaren wel steeds mee bezig ben geweest, dat geeft een soort van stevigheid van oh ja, ik ben daar mee bezig en dat is gewoon mijn ding en dat hoort bij mij en dat is wel fijn om te weten. Het is fijner om een soort richting te hebben dan dat je denkt ik weet totaal niet wat ik moet en ik weet niet wie ik ben. Maar ik denk ook, vooral het in groepen functioneren, dat is misschien niet alleen door het spelen zelf, maar ook gewoon met mensen omgaan. Ik merkte dat ik dat lastig vond. Dat ik daar wel beter in geworden ben.”
~ 98 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren” “Wat ik denk is gewoon, het hangt er gewoon vanaf wat je meemaakt en hoe je dat meemaakt… En op welke leeftijd. Daarbij is het toneel wel een goed hulpmiddel, een uitlaatklep, een soort therapie, vind ik meteen zo’n zwaar woord.”
In het interview heb ik de respondenten gevraagd of zij het acteren beschouwen als een middel dat daadwerkelijk een bijdrage zou kunnen leveren aan de ontwikkeling van het zelf. Een aantal respondenten noemt het theater een goed hulpmiddel en uitlaatklep voor gedachten, gevoelens en frustraties. Dit biedt mogelijkheden en de ruimte om met bepaalde kwesties uit het dagelijks leven te oefenen. Daarnaast helpt het het individu om zelfkennis op te doen, de eigen emoties te leren kennen en het zelf te uiten. Ook zou het de adolescent kunnen helpen om het zelf bloot te geven, bepaalde verlegenheden te overwinnen, meer dingen te durven en bepaalde uitdagingen aan te gaan. Het acteren was voor de meesten een veilige omgeving waarin deze aspecten konden worden onderzocht.
“Wat ik de grootste pre aan toneelspelen vind, en waarom ik vind waarom iedereen eigenlijk toneel zou moeten spelen is dat je jezelf heel erg leert kennen. Je leert heel erg jezelf kennen, mede omdat je dus weet, met je emoties speelt, je weet waar je wat kan vinden in je lichaam, klinkt wat abstract en vaag en zo, je weet zeg maar waar je verdriet zit en hoe je dat moet uiten en… in een scene kun je wel dingen opkroppen, maar dan komt het eruit en dat betekent ook dat je in het leven als je dingen opkropt dat je het er gewoon uit moet laten, dat soort dingen ontdek je gewoon. Je leert gewoon hoe je met je emoties moet omgaan en dat vind ik een grote pre.” “Ja, ontzettend. Want ik, met acteren ben je constant bezig met jezelf. Dus door acteren leer je jezelf beter kennen… en ga je daardoor ook een ander proces in. Ik denk dat acteren voor heel veel mensen acteerlessen of wat dan ook, ook best wel goed voor ze zou zijn. Want dan leer je gewoon verschillende emoties te plaatsen en je kunt ermee omgaan en je mag hier ook gewoon alles laten zijn, dus als je wil huilen, huil je, als je wilt lachen, gek wilt zijn, dan kan dat. Alles kan, alles mag, alles kan kapot, mag kapot, dus dat kun je ook voor je persoonlijke groei kun je dat heel goed gebruiken.” En… ik denk dat, en ik merk ook gewoon heel goed, ik merk ook dat ik gewoon een soort van schaamte, ik had niet echt een schaamte over mij, maar durf meer door theater. Ik zeg ook vaak tegen mensen die misschien onzeker zijn, of schaamte hebben: ga misschien een cursus theater doen, of om gewoon een beetje daar over te komen, overheen te komen.” “Ja, ik denk het wel. Omdat op je zestiende, heel veel mensen die zijn op zoek naar zichzelf nu, zeg maar. Laten we het zo maar even zeggen en daarmee helpt het mij wel om dingen te zien als het ware. Als iemand moeilijk zit met zichzelf, dan heb ik dat bijvoorbeeld eerder door dan iemand die elke zaterdag aan het voetballen is, denk ik.”
“Ja, maar dat heeft mede te maken met omstandigheden die je meemaakt, gewoon in je leven. Toneel is een hulpmiddel daarbij. Therapie vind ik een groot woord, maar ik denk dat iedereen wel bij de dingen die je meemaakt in je leven een hulpmiddel heeft. Of het is muziek als uitlaatklep of toneel of schrijven of wat dan ook. En… ik heb wel veel dingen in mijn leven meegemaakt, waardoor ik me altijd wel ouder voelde dan mijn leeftijdsgenoten en daarbij hielp het ook dat ik dat hier dus kwijt kon en ook hier oudere mensen om me heen had.” “En in het theater kan je dan juist heerlijk, ook omdat je jezelf er ook gewoon van overtuigt van nee, maar nu neem ik een rol in, dit ben ík niet. (…) En in het theater kan je dan juist heerlijk, ook omdat je jezelf er ook gewoon van overtuigt van nee, maar nu neem ik een rol in, dit ben ík niet. (…) je bent wel best veilig omdat jij op dat moment toneel aan het spelen bent. (…) je kan heel veel flikken, want het is op de vloer, dus het is niet echt of zo.”
~ 99 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Vergelijking van de interviews aan de hand van citaten: werkwijzen “Ja, sowieso je eigen idee dat wil je heel graag erin kwijt kunnen, ja het is… je probeert gewoon met een goed idee te komen, dat iedereen daar een beetje mee eens. Je kunt natuurlijk niet, als de meningen verschillen, je eigen zin toch doordrukken. Het is geven en nemen, dat is het ook vooral.”
Om de werkwijzen van de diverse gezelschappen te ‘beoordelen’ en hierbij conclusies te kunnen trekken over de maatschappelijke waarde van de gezelschappen, heb ik de respondenten gevraagd over de werkwijzen te omschrijven. Sommige respondenten vinden het fijn als er wordt gewerkt vanuit een vast script of als er een rol voorhanden is. Anderen stellen de vrijheid van een eigen invulling op prijs. Weer anderen vinden het prettig om enigszins richtlijnen te hebben in de vorm van een concept, maar dat daaraan een eigen interpretatie kan worden gegeven. De één vindt vooral het proces van een voorstelling interessant, de ander vind het uiteindelijk opvoeren van de voorstelling – het eindproduct -
het
belangrijkste. “Ik heb het liefst nog dat ik zoveel mogelijk zelf mag bedenken eigenlijk. Wel dat er enigszins richtlijnen zijn, vind ik het prettigst, maar dat ik daarin nog wel heel vrij ben en met z’n allen kunnen creëren.”
“Vrijheid op de vloer heb je altijd wel, maar je moet die vrijheid altijd zoeken binnen wat je opgedragen krijgt, of dat een tekst is of een scene gegeven, moet je toch altijd zoeken naar manieren voor jezelf om het elke keer weer opnieuw te laten gebeuren en dat is de vrijheid die je moet zoeken, denk ik.”
“Het eindproduct. Ik vind het proces ook heel leuk, om er gewoon mee bezig te zijn en te zoeken van wat je willen dat soort dingen, maar ik vind het ook heel leuk om het voor het publiek te spelen, dus dat is toch het eindproduct.”
“Ik denk het proces wel. Want dat is, daar kun je inderdaad zelf dingen in stoppen… en het product weerspiegelt zo weinig van ja, de totale persoonlijke input die erin zit. (…) Nou ja, minder. Daar is alsnog heel veel aan af te lezen, maar er is een stuk minder af te lezen, dan wat er echt achter de schermen is gebeurd. Want er zit zoveel emotie achter en ook persoonlijke ontwikkeling, bij ieder proces.”
De Noorderlingen Uit de gesprekken met de jongeren van De Noorderlingen blijkt dat er veel vanuit henzelf wordt gewerkt. Hierin krijgen zij de vrijheid om zelf dingen te bedenken. Deze zelfstandigheid achten zij van belang, omdat je uiteindelijk zelf een ontwikkeling door moet gaan maken. Toch zien zij in dat het wel belangrijk is dat er enigszins richtlijnen of aanwijzingen worden gegeven. De persoonlijke ontwikkeling die deze werkwijze mogelijk tot gevolg zou kunnen hebben, wordt door de respondenten besproken. Het is niet alleen gericht op de ontwikkeling van de adolescent als acteur, maar ook op de ontwikkeling van de adolescent in de maatschappij. “Ja, sowieso. In principe wordt hier altijd gewerkt vanuit onszelf, maar het is wel zo dat we in de lessen gewoon teksten krijgen en die moesten we gewoon doen, gewoon spelen. Daar heb je ook nog best wel vrijheid in. Dat is ook wel echt zo, het is ook wel leuk om echt je eigen ding, dat is ook wel heel moeilijk, het is echt heel moeilijk, het klinkt heel fantastisch van je mag doen wat je wil. Maar als je niet genoeg handvaten hebt, ik heb heel vaak geen idee, dan zeggen ze doe maar iets met die stoel. Ja, weet ik veel, weet je wel. Je leert gewoon weer even wat nieuws. Je bent met nieuwe mensen bezig, maar het is zo fascinerend hoe alle regisseurs anders zijn. Dat vind ik echt heel mooi.”
~ 100 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Het NNT Dichterbij Project De jongeren die hebben deelgenomen aan het NNT Dichterbij Project in februari 2012 leggen met name de nadruk op de combinatie van het acteren en het sociale vlak. De samenwerking met de andere jongere en het proces waarin wordt toegewerkt naar een mooi uitproduct staat hierbij centraal. Het uitgangspunt van het project is de eigen invulling van een bestaand verhaal, waarbij het acteren en theater maken aan de deelnemers wordt geleerd. “Ik vind het heel gaaf om te laten zien wat je kan en een stuk te maken met anderen, dat zien ontwikkelen, ik vind het ook heel leuk om voor mensen te staan en hun te laten zien wat we, wat we hebben gemaakt in die periode.”
Theater te Water (Winterproductie 2011-2012) Ook de spelers van de Winterproductie 2011-2012 van Theater te Water stellen dat het acteren dient te worden gerelateerd aan de ontwikkeling die je als individu zou kunnen door maken. In het concept van Theater te Water worden er zo’n 50 voorstellingen gespeeld in een paar maanden tijd. Zij beoordelen dit als een uitdaging in plaats van eentonig, omdat zij proberen om elke avond weer op een hoog niveau te presteren. De werkwijze wordt omschreven als een vast script waarin hen structuur en handvaten wordt geboden om de voorstelling in te vullen. Dit brengt zo stellen de respondenten uiteraard een streven met zich mee, omdat je als individu wilt ontwikkelen en steeds beter wilt worden. “Ja, ik vind het heel erg interessant, omdat je heel veel leert, dat je elke avond weer op hetzelfde niveau moet zitten. Dat is heel heftig eigenlijk, want het klinkt heel saai, om elke dag hetzelfde te doen, maar dat is totaal niet saai, omdat je gewoon, het is elke dag weer anders, dus je staat voor een andere zaal, je zit, de een voelt zich blijer dan de ander en dat kun je soms ook… dan heb je een keer ruzie, dan ben je moe en dan vind je die stom en dan heb je dat in je hoofd, je zit met examenstress in je hoofd. Elke dag is heel anders.”
Kunst, Theater, Media en Muziek In de gesprekken met de leerlingen van de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek komt naar voren dat de manier van werken hen zelfvertrouwen geeft en hen voorbereidt op de volwassenheid. De ene jongere ervaart een leerzame persoonlijke ontwikkeling, de juist ervaart het als confronterend en kwetsbaar. De respondenten leggen in de gesprekken de nadruk op de manier van werken en het sociale vlak. Hierbij is het van belang, zo stelt één van de respondenten, dat je je als individu kwetsbaar opstelt en de kritiek die je ontvangt verwerkt. Een ander voegt hieraan toe dat het belangrijk is dat je je blijft ontwikkelen en er continu naar streeft om beter te worden. “Ja! Ik moet zeggen dat als je op de opleiding zit dan ga je inderdaad het eerste jaar bij jezelf ook heel veel dingen ontdekken en bij theater kijk je heel veel naar jezelf, hoe sta je op het podium en eigenlijk wordt alles, want ja, je krijgt ook best wel vaak kritiek over je heen, over hoe je bent en hoe je doet. Soms heb je hele moeilijke periodes dat je bijvoorbeeld met scènes moeite hebt of zo en daar moet je dan doorheen. Het is niet, het vak theater is wel heel erg kwetsbaar.”
~ 101 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
De Jeugdtheaterschool De respondenten van de Jeugdtheaterschool geven aan dat zij in de werkwijze veel vrijheid ervaren. Het samenwerken met en de feedback van anderen speelt bij dit gezelschap een zeer belangrijke rol. De combinatie van een persoonlijke en sociale ontwikkeling staat dan ook centraal. Het groepsgevoel wordt veelal als prettig ervaren: het wordt steeds vertrouwder en er wordt een band opgebouwd. Dit heeft gevolgen voor gevoelens van zelfvertrouwen. “(…) met repetities en zo, je bouwt gewoon met de groep waarmee je werkt bouw je gewoon een band op en als jij die band hebt opgebouwd, dan vertrouw je die mensen ook en dat is ook eigenlijk ook wel een soort van, niet een geschreven regel, maar het is wel gewoon een regel. Dat als er iets besproken wordt, iets persoonlijks, dan vertel je dat niet door of zo. En daar ga je dan wel van uit, want stel je voor dat jij daar zou staan en jij je zo bloot zou geven.”
De Steeg De werkwijze van De Steeg kan worden omschreven als een combinatie van een bestaand concept en de vrijheid van een eigen invulling. Samen met de andere jongeren worden de eigen ideeën samengevoegd en gemaakt tot een voorstelling. De zelfstandige, doch samenwerkende manier van werken wordt door hen als fijn ervaren. De respondenten hebben dan ook bewust gekozen om bij dit gezelschap te gaan spelen, omdat de werkwijze en het soort theater dat zij maken hen aanspreekt. De effecten die hun voorstellingen op de doelgroep zouden kunnen hebben is voor hen het belangrijkste. “Ik heb voor De Steeg gekozen, omdat ik ook voorstellingen van hen heb gezien vorig jaar, en ik weet dat ze educatieve voorstellingen maken, voor jongeren en dat vind ik zelf ook heel erg leuk en interessant. En de onderwerpen waar het altijd over gaat, dat ligt ook heel dicht bij mij, dus daarom vind ik het ook fijn om dat te doen.”
Theater te Water (Zomerproductie 2012) De respondenten van de Zomerproductie 2012 van Theater te Water stellen dat het van belang is dat zij zich veilig voelen in en gerespecteerd voelen door de groep. In het acteren wordt volgens hen veel zelfkennis en mensenkennis opgedaan. De manier van werken wordt door hen omschreven als een intensief proces, omdat het tegelijkertijd leerzaam en confronterend kan zijn. De manier van werken is door een paar van de respondenten als benauwend ervaren en heeft ervoor gezorgd dat de focus meer heeft gelegen op de ontwikkelingen in het groepsgebeuren en minder op de eigen ontwikkeling en het acteren. Ondanks dat geven een aantal spelers aan dat zij voornamelijk prettige en leerzame ervaringen hebben gehad. (Voor alle citaten met betrekking tot de werkwijzen, zie bijlage UU) “Het bleef vrij lang wazig, maar dat ligt aan jezelf. Dat ligt aan de spelers zelf. Hoe sneller jij het kan en zoveel mogelijk laat zien, totdat de regisseur zegt ‘we geven de rem erop en dit is waar je moet zijn’. Want als jij, als de speler dit doet, maar de regisseur wil dit, ja, daar kan de regisseur vrij weinig mee.”
~ 102 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Andere belangrijke bevindingen Naast de weergave van de resultaten op ‘kwantitatieve’ (diagrammen, grafieken, frequenties en percentageberekeningen) en ‘kwalitatieve’ wijze (citaten), zou ik een drietal kanttekeningen bij het onderzoek willen plaatsen.
De ontwikkeling in de pre- en postinterviews Als de pre-interviews en post- (de begrippenlijsten en de interviews zelf) naast elkaar worden gelegd, is goed zichtbaar dat de respondenten in eerste instantie positiever waren dan bij het tweede interview. Deze omslag is vooral terug te voeren naar de strubbelingen binnen de groep. Het was duidelijk merkbaar dat deze ontwikkelingen van invloed zijn geweest op de productie en de spelers. Het groepsgevoel is dan ook langzamerhand steeds minder te worden. Uit een aantal van de interviews komt duidelijk naar voren hoe dergelijke gebeurtenissen van invloed waren op de respondenten. Sommige respondenten lieten zich hier (te veel) door beïnvloeden, anderen lieten zien – opvallend genoeg de jongsten van de groep – dat zij zich hiervan probeerden te distantiëren. Ondanks de onenigheden lieten deze respondenten duidelijk weten dat zij de acteerervaring en werkwijze in essentie als prettig en zeer leerzaam hebben ervaren. Dit is een goed voorbeeld van hoe de invloed van ‘buitenaf’ – buiten het acteren, in het sociale, dagelijkse leven – bepaalde processen in gang kan zetten en gevoelens teweeg kan brengen.
Vergelijking van twee respondenten op basis van leeftijd en ambities Tijdens het onderzoek heb ik verschillende respondenten geïnterviewd. Zoals eerder genoemd was de jongste respondent 14 jaar en de oudste 28 jaar. Als zij met elkaar worden vergeleken vallen duidelijke verschillen te constateren. Respondent 1 Dit 14 jarige meisje heeft eind februari 2012 meegedaan aan het NNT Dichterbij Project, acteert op het moment bij De Noorderlingen en heeft nu al 10 jaar ervaring met het acteren (onder andere bij de Jeugdtheaterschool). Zij bezoekt het theater 6 of meer keer per jaar, met vrienden of ouders of alleen. Toneel en cabaret zijn haar favoriete genres en bij het begrip theater denkt zij onder andere aan ‘emotie’, ‘inleving’, ‘uitdaging’, ‘zelfrespect’, ‘passie’, ‘inspirerend’ en ‘leerzaam’. Ik heb haar eenmalig geïnterviewd. Respondent 2 Deze respondent is een 28 jarige man die een wetenschappelijke opleiding aan de Rijksuniversiteit heeft gevolgd en afgerond. Hij heeft meegespeeld in afgelopen Zomerproductie (2012) bij Theater te Water en heeft nu ongeveer 2 jaar ervaring met het acteren. Hij bezoekt 1 tot 2 keer per jaar het theater met vrienden of ouders. Zijn favoriete genres zijn cabaret en improvisatietheater. Respondent 2 is door mij
~ 103 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
twee keer geïnterviewd, de begrippen die hij onder andere heeft aangekruist zijn ‘angst overwinnen’, ‘jezelf kunnen zijn’, ‘spontaniteit’, ‘ verlegenheid’, ‘ontwikkeling’, ‘vrijheid’, ‘mensenkennis’, ‘groei’, ‘inspannend’ en ‘zelfkennis’. Significante verschillen tussen Respondent 1 en Respondent 2 Wat gelijk opviel is het grote leeftijdsverschil in relatie tot het aantal jaren acteerervaring. Ook al is Respondent 1 is slechts 14 lentes jong, zij is al vanaf haar vierde levensjaar bezig met het acteren. Respondent 2 is 28 jaar oud en heeft slechts twee jaar ervaring met het acteren. Op de vraag waarom ze ooit is begonnen met het theater antwoordt Respondent 1: “ik vind het heel erg leuk om op het toneel te staan, in de aandacht. En me in te leven in andere situaties en dat onderzoeken ook.” Met betrekking tot de inleving in een personage stelt zij dat ze zichzelf altijd meeneemt in de rol, wat een uitdaging blijft, omdat zij bijna nooit tevreden is. (“Tijdens het repetitieproces ben ik op zoek naar mijn rol en meestal als de première, als de première bijna is dan heb ik hem ongeveer. Dan blijf ik ook nog zoeken, dan blijf ik dingen uitproberen.”) Het acteren heeft voor haar diverse effecten op persoonlijk vlak, zo geeft het haar zelfvertrouwen, zet het een ontwikkeling in gang en wordt ze aan het denken gezet. De omgang met kritiek begint zij steeds beter onder de knie te krijgen: “Ik vind het heel moeilijk om kritiek te krijgen, maar ik ben er de laatste tijd wel heel erg mee bezig en ik vraag ook of mensen me extra veel kritiek willen geven, zodat ik ermee om leer gaan.” Op het moment zit Respondent 1 bij De Noorderlingen, waar zij de werkwijze (vanuit een script werken) als prettig omschrijft. Wat zij vooral heeft geleerd bij dit gezelschap is dat het handig is om bepaalde emoties echt te voelen, in plaats van te doen alsof. (“Ik hoef niet elke avond als ik verdrietig moet spelen, om elke avond verdrietig te zijn. Ik vind wel dat je moet weten hoe het is om verdrietig te zijn als je verdrietig wil spelen.”) Als we het hebben over het sociale vlak stelt Respondent 1 dat ze het moeilijk blijft vinden om met mensen vrienden te worden als zij hen nog niet kent, “Als ik vrienden met iemand ben, dan ben ik ook goed vrienden, maar ik ben niet snel vrienden.” In het geval van het NNT Dichterbij Project heeft zij gemerkt dat je als groep naar elkaar toegroeit, omdat je eenzelfde doel nastreeft: het maken van een productie. Uiteindelijk hoopt Respondent 1 in het theaterwereldje verder te kunnen gaan, om zo zichzelf steeds meer te ontdekken. (“Het is, ik blijf eigenlijk altijd wel mezelf, wel een beetje anders, maar dan gewoon in een andere situatie. Dat is wel heel interessant om te ontdekken.”) Toch blijft ze realistisch naar de toekomst kijken, ze wil het liefst actrice worden, maar merkt op dat er een hele kleine kans bestaat dat zij daar echt haar beroep van kan maken. Respondent 2 heeft voor het theater gekozen om zichzelf beter te leren uiten, meer rust te vinden in zijn leven, spontaner te worden en alle energie in een rol te kunnen stoppen. Vlak voor het preinterview heeft Respondent 2 overwogen om te stoppen, omdat hij aanliep tegen dingen die hij lastig vond, maar zoals hij zelf ook stelt: “de dingen waar ik tegenaan loop wil ik wel overwinnen.” Het acteren is voor hem dan ook een confronterende en heftige ervaring geweest, als gevolg van een overspoeling aan
~ 104 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
emoties en spanningen. Ten tijden van het pre-interview voelde hij zich nog niet veilig genoeg om met de andere spelers hierover te praten. (“Ik voel me nog niet veilig genoeg, maar dat heeft in principe niets met de groep te maken, dat is gewoon iets dat ik zelf… de ruimte is er, zeg maar.”) Wat hij hoopte te leren in het acteren zou hij willen gebruiken om te oefenen met bepaald gedrag, wat hij vervolgens zou kunnen toepassen in het dagelijks leven. Respondent 1 gaf qua werkwijze de voorkeur aan structuur en sturing, Respondent 2 houdt meer van de vrijheid van improvisatie en eigen invulling. In de afsluiting van het preinterview stelde hij: “Ik denk niet dat ik als een compleet ander persoon eruit kom, maar ik hoop wel weer een stukje verder.” In het post-interview kwam duidelijk naar voren dat de afgelopen periode door hem als heftig en confronterend was ervaren (“Als ik nu weer die keus zou maken zeg maar, zou ik ermee stoppen. Maar ik ga door, omdat ik… als ik het uiteindelijk afmaak voor mezelf, dan ben ik wel trots op mezelf.”) De negatieve ervaringen die had opgedaan hadden voornamelijk effect op sociaal vlak, het ‘op elkaars lip zitten’ ervoer hij als erg benauwend. Hij stelde wel dat bepaalde reflectieve groepsgesprekken hier wellicht verandering in hadden kunnen brengen. Toch zijn deze ervaringen voor hem ook zeer leerzaam: “(…) de kennis die ik hier heb gekregen, ook door het groepsgebeuren, dat neem ik zeker mee. Dat ik daarin nog beter mijn grenzen leer kennen. (…) gegroeid in zelfkennis, grenzen leren kennen, maar ja, ik had nog wel veel meer kunnen bereiken en willen, zeg maar. Maar dat is ja, ook een stukje accepteren.” Het uiteindelijke oordeel van Respondent 2 ten opzichte van het theater is dan ook: “Minder dan ik had verwacht. Ik had sowieso een verkeerd beeld, denk ik, bij theater. Theater is echt een prestatie, zeg maar. (…) ik wil gewoon niet dat het een prestatie wordt, mijn basis is het moet leuk zijn en zodra het richting dat het goed moet zijn gaan, dat snijdt bij mij al. Dus ja, kritiek, als het kritiek is dat het goed moet zijn, ja, daar kan ik niet zoveel mee. Dat is niet mijn drijfveer, zeg maar.” Bij beide respondenten is goed te zien wat het theater teweeg kan brengen en of dit als leerzaam of kwetsend wordt ervaren. In hoeverre je met bepaalde ervaringen en confrontaties omgaat, lijkt dan dus ook in grote mate afhankelijk van hoe je je als persoon opstelt en in welke mate je je laat beïnvloeden door de omgeving en bepaalde invloeden om je heen.
Combinaties van gezelschappen Tijdens de gesprekken met de verschillende respondenten is het mij opgevallen dat veel van de respondenten op het moment of in het verleden bij meerdere, verschillende gezelschappen spelen of hebben gespeeld. Dit zijn combinaties van de zes gezelschappen onderling, maar ook van deze gezelschappen en andere initiatieven. Dit is interessant voor het advies dat is gegeven aan de diverse gezelschappen, opleidingen en projecten met betrekking tot de maatschappelijke waarde van het acteeronderwijs dat zij aanbieden. Naast de voorkomende combinaties zijn er een zevental combinaties die mogelijk interessant zijn (zie bijlage VV). Hier wordt in het adviesrapport uitgebreider op in gegaan.
~ 105 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Samenvatting van de resultaten “Het is toch heel gek, maar je kunt mensen toch niet helemaal inzicht geven in wat hier dan gebeurt op de één of andere manier, het is toch een soort van wereldje apart. Ja, je moet, het zijn toch wel vaak dingen van je had er bij moeten zijn. Ja, ik weet niet, het is aan mensen die niet toneelspelen wel lastig om uit te leggen wat er op de vloer gebeurt en waarom dat dan, waarom jij dat dan interessant vindt of boeiend. Het is toch al iets, weet niet, iets aparts.”
Op verschillende manieren zijn de data geanalyseerd en met elkaar vergeleken. De belangrijkste bevindingen zullen in deze samenvatting worden besproken. De interviews met de diverse respondenten zijn uitgetypt en gecodeerd en gefragmenteerd en de gegevens van de vragenlijsten zijn schematisch weergegeven aan de hand van grafieken en tabellen. De codering en fragmentering van de data heeft geleid tot een aantal hoofd- en sub-codes (in totaal 289 codes). Deze codes zijn ondergebracht in een zevental categorieën – Ervaringen en verwachtingen; Waarom theater?; Effect op persoonlijk vlak; Effect op sociaal vlak; Zelfvertrouwen; Acteren en Koppeling. Van de 289 codes zijn er 107 gebruikt, die tien of meer keer zijn voorgekomen als we kijken naar alle interviews samen. Dit is vergeleken met de bovenste 50 codes van elk van de gezelschappen. De categorieën en de bijbehorende codes zijn schematisch weergegeven aan de hand van codebomen en woordspinnen. Aan de diverse categorieën zijn citaten uit de gesprekken gekoppeld die een goed beeld geven van de verschillende ideeën van de respondenten.
1 2 3 4 5 6 7
Hiërarchie op basis van de codes Ervaringen en verwachtingen Effect op persoonlijk vlak Koppeling Zelfvertrouwen Effect op sociaal vlak Waarom theater? Acteren
Hiërarchie op basis van de frequenties Ervaringen en verwachtingen Effect op persoonlijk vlak Koppeling Acteren Zelfvertrouwen Effect op sociaal vlak Waarom theater?
Gemiddelde frequentie Acteren Effect op persoonlijk vlak Koppeling Ervaringen & verwachtingen Zelfvertrouwen Effect op sociaal vlak Waarom theater?
In bovenstaande tabel is te zien dat de categorieën op verschillende manieren kunnen worden geordend. In de analyse van de data aan de hand van de hiërarchieën op basis van de codes en op basis van de frequenties komen de volgende punten naar voren:
• Hoewel bepaalde categorieën relatief minder aan bod zijn gekomen – qua het aantal codes in deze categorie – zijn deze codes relatief vaak voorgekomen.
• Bovenstaand overzicht is een weergave van het gemiddelde van alle gezelschappen samen en komt dan ook niet op alle punten overeen met de overzichten per gezelschap. Het verschilt per gezelschap waar de nadruk op wordt gelegd. o
De Noorderlingen zijn hiervan een goed voorbeeld; in verhouding tot de andere gezelschappen staat de categorie ervaringen en verwachtingen [3] vrij laag. Zowel aan de hand van de codes, als aan de hand van de frequenties staan het effect op persoonlijk vlak en
~ 106 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
koppeling wisselend op de eerste of tweede plek. Naast een persoonlijke ontwikkeling, lijkt een maatschappelijke vorming bij dit gezelschap hoog in het vaandel te staan. o
In het geval van het NNT Dichterbij Project staat het acteren [3] ten opzichte van de andere gezelschappen het hoogst. Dit zou kunnen worden uitgelegd aan de hand van de doelstelling van het project: de jongeren worden ingewijd in het theater (maken). De Zomerproductie deel 2 scoort hier juist het laagst, het acteren komt op een zesde plek.
o
Op basis van de codes én de frequenties staat het leren over de samenleving (koppeling [2]) bij de Jeugdtheaterschool boven de ontwikkeling van de persoon (het effect op persoonlijk vlak [3]). Voor De Steeg geldt hetzelfde op basis van de frequenties. Op basis van de codes is dit juist andersom: het effect op persoonlijk vlak [2] staat boven de koppeling [3].
o
Bij de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek scoort het zelfvertrouwen [3] – zowel op basis van de codes, als op basis van de frequenties – als één van de hoogste. Ook de Winterproductie en Zomerproductie deel 2 van Theater te Water scoren hoog met betrekking tot het zelfvertrouwen [3 & 2] op basis van de codes.
o
In het geval van Theater te Water staat de koppeling [4] bij de Winterproductie en de Zomerproductie deel 1 lager dan het algemene klassement. …
o
De categorieën ervaringen en verwachtingen en het effect op persoonlijk vlak staan in beide overzichten – op basis van de codes en op basis van de frequenties – bovenaan. Interessante uitzonderingen hierbij zijn De Noorderlingen en de Zomerproductie van Theater te Water deel 2; de eerste categorie staat bij hen lager dan het algemene klassement, de tweede categorie juist hoger.
o
Als we aan de hand van het overzicht op basis van de codes kijken naar het effect op sociaal vlak dan scoort deze categorie per gezelschap lager dan het algemene klassement. Een uitzondering hierop is de Zomerproductie (deel 1 en 2) van Theater te Water [4 & 5]. In de hiërarchie op basis van frequenties scoort het effect op sociaal vlak [5] bij De Noorderlingen, Jeugdtheaterschool en de Zomerproductie van Theater te Water (deel 2) hoger dan de andere gezelschappen.
o
Ook voor de categorie waarom theater? is het bovenstaande het geval. In het algemene klassement op basis van de codes staat zij op een 5e plek, per gezelschap op een 6e of 7e plek. Als we kijken naar de hiërarchie op basis van de frequenties staat deze bij elk van de gezelschappen op een 7e plek, alleen bij Kunst, Theater, Media en Muziek komt deze categorie op een 6e plek.
o
In het geval van de categorie acteren is dit juist andersom. Hoewel deze categorie in het algemene overzicht op de 7e plek staat, staat deze per gezelschap alleen maar hoger [3 t/m 6].
~ 107 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
o
Als we kijken naar het overzicht aan de hand van de frequenties scoren het NNT Dichterbij Project, de Winterproductie van Theater te Water en de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek in de categorie koppeling het laagst [4 & 5].
• De volgordes van de Winterproductie van Theater te Water en de opleiding Kunst, Theater, Media en Muziek zijn op basis van de codes ongeveer gelijk. Dit geldt ook voor de overzichten van De Steeg en de Zomerproductie van Theater te Water (deel 1). Op basis van de frequenties komen bijna alle gezelschappen met elkaar overeen, de enige uitzonderingen hierbij zijn De Noorderlingen en de Zomerproductie van Theater te Water (deel 2).
• Als de pre- en postinterviews van Theater te Waters’ Zomerproductie met elkaar worden vergeleken valt op dat in deel 1 de categorieën ervaringen & verwachtingen, het effect op persoonlijk vlak, acteren en koppeling het belangrijkst zijn – zowel aan de hand van de codes, als de frequenties – en in deel 2 het zelfvertrouwen, het effect op persoonlijk vlak, ervaringen en verwachtingen en het effect op sociaal vlak. Als er wordt gekeken naar de frequenties komt de koppeling op de plaats van het effect op sociaal vlak.
• 18 van de 107 codes – onder te verdelen in 6 van de 7 categorieën – zijn in elk van de gezelschappen voorgekomen. De meeste codes vielen onder te verdelen in het effect op persoonlijk vlak [5], acteren [4] en ervaringen & verwachtingen [3].
• Er zijn ook 18 codes die geen enkele keer in de top-50 van de gezelschappen zijn voorgekomen. Naast een vergelijking aan de hand van de categorieën en hun bijbehorende codes en frequenties is de data geanalyseerd aan de hand van de door de respondenten ingevulde begrippenlijsten.
• Bij de vergelijking van de begrippenlijsten van de reflectieve interviews heeft minimaal 50% van de respondenten (15+ van de 29 respondenten) gekozen voor de begrippen plezier, emotie, vrijheid, leuk, inleving, verbeelding, uitdaging, interactie, mooi, passie, samenwerken, sociaal, inspirerend, zelfvertrouwen, leerzaam, gezelligheid, vermaak, reflectie en jezelf kunnen zijn.262 De nadruk lijkt hier voornamelijk te liggen op het sociale vlak en het zelfvertrouwen, wat van invloed is op de persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling als acteur. De gekozen begrippen zijn voornamelijk positief.
• Voor de pre- en post interviews is er gekeken welke begrippen door 50% van de respondenten (3+ van de 5 respondenten) zijn gekozen. o
In het eerste interview waren dit: emotie, passie, vrijheid, zelfvertrouwen, jezelf kunnen zijn, mooi, positief, mensenkennis, veiligheid, zelfexpressie en gezelligheid.
o
In het tweede interview waren dit: genieten, reflectie, leuk, inzicht, samenwerken, zelfrespect en gevoel.
262
De onderstreepte begrippen komen overeen met de begrippen die zijn aangekruist door de respondenten in de pre- en post-interviews.
~ 108 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
o
In zowel het eerste als tweede interview waren dit: enthousiasme, ontwikkeling, plezier, angst overwinnen, spontaniteit, rust, energie, zelfkennis, groei en uitdaging.
•
Wanneer de omcirkelde begrippen van de reflectieve interviews worden vergeleken met die van de pre- en postinterviews valt op dat er 12 woorden (1/3 van de 36 begrippen van de reflectieve interviews, 1/6 van de 72 begrippen van de pre- en post-interviews) door meer dan de helft van de respondenten is gekozen. Al deze woorden hebben een positieve connotatie.
•
Als we kijken naar de ontwikkeling van de pre- en postinterviews aan de hand van de begrippen komt duidelijk naar voren dat het samenwerken en het zelfrespect in aanzienlijke mate zijn toegenomen. Daarnaast zijn schaamte, onzekerheid en verlegenheid opmerkelijk minder geworden. Als er wordt gekeken naar de ‘toename in relevantie’ van de begrippen komt naar voren dat dit vooral positief is, met uitzondering van woede en inspannend. Naast de sociale ontwikkeling en het acteren, lijken het persoonlijke vlak en de koppeling aan de realiteit een belangrijke rol te spelen. Ten opzichte van de ‘afname in relevantie’ van de begrippen kan er worden gesteld dat deze voornamelijk negatief is: zelfvertrouwen, ontspannend, zelfexpressie, uitdaging, veiligheid, energie, emotie en mensenkennis lijken allen minder te zijn geworden.
Een andere manier waarop de data zijn ontleed is aan de hand van citaten met betrekking tot de verschillende categorieën en de diverse werkwijzen van de gezelschappen.
•
Aan de hand van een aantal citaten met betrekking tot ervaringen en verwachtingen heb ik per categorie een beeld kunnen schetsen van meningen, gevoelens en gedachten van de verschillende respondenten. o
Waarom theater? – plezier, samenwerken, aandacht, vrijheid, zelfkennis, doen alsof & veiligheid.
o
Effect op persoonlijk vlak – verrijking/verbreding van het zelf, inzichten, zelfkennis, zelfbewustzijn, leerzaam, confronterend, ontwikkeling, groei & zelfvertrouwen.
o
Effect op sociaal vlak – samenwerken, veiligheid, leerzaam, mensenkennis, kritiek/ feedback, kwetsbaarheid, jezelf blootgeven, vertrouwen & sociaal bewustzijn.
o
Zelfvertrouwen – lef, durf, zelfverzekerdheid, jezelf kunnen zijn, uitdaging, leerzaam, tevredenheid, trots, zelfreflectie, onzekerheid & streven naar beter.
o
Acteren – de rol(len), iemand anders zijn, uitdaging, herkenning, proces <> product, koppeling, ervaring opdoen, leerzaam, inspirerend & veraf <> dichtbij.
o
(Los) koppeling – vrijheid, mogelijkheden uitproberen, zelfkennis, (invloed vanuit de) omgeving, voorbereiding op volwassenheid, maatschappelijke verantwoordelijkheden/ rollen, vorming, bewustwording, gevoel/emoties, herkenning & zelfreflectie.
o
Acteren als middel – bijdrage, hulpmiddel, uitlaatklep (voor gedachten, gevoelens en frustraties), mogelijkheden, oefenen met maatschappelijke rollen, koppeling, zelfkennis,
~ 109 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
emoties,
zelfexpressie,
durf,
jezelf
blootgeven,
verlegenheid
overwinnen,
zelfvertrouwen, uitdagingen aangaan, confronterend, groei, veiligheid, doen alsof & persoonlijke ontwikkeling. •
Aan de hand van de citaten met betrekking tot de werkwijzen zijn de volgende punten naar voren gekomen. o
De Noorderlingen: vrijheid, eigen invulling, persoonlijke ontwikkeling.
o
Het NNT Dichterbij Project: leren acteren, concept, eigen visie.
o
Theater te Water Winterproductie: confronterend, uitdaging, streven naar beter.
o
Kunst, Theater, Media en Muziek: zelfvertrouwen, voorbereiding op de volwassenheid, persoonlijke ontwikkeling, sociaal vlak, kritiek verwerken, kwetsbaar opstellen.
o
De Jeugdtheaterschool: veel vrijheid, samenwerken, feedback, vertrouwde omgeving. Sociaal vlak belangrijk, van invloed op het zelfvertrouwen.
o
De Steeg: combinatie van concept en eigen invulling, samenvoegen van ideeën, zelfstandig werken, educatief theater, doelgroep.
o
Theater te Water Zomerproductie: veiligheid, sociaal gerespecteerd, zelfkennis, mensenkennis, leerzaam, confronterend, teveel op elkaars’ lip.
•
De vergelijking van twee respondenten: 14 jaar (10 jaar acteerervaring) en 28 jaar (2 jaar acteerervaring). Groot verschil in het verwerken van kritiek en het omgaan met bepaalde confrontaties en tegenslagen. Respondent 1 legt vooral de nadruk op de koppeling van het leren acteren en de persoonlijke ontwikkeling (emotie, inleving, uitdaging, zelfrespect, passie, inspirerend en leerzaam). Respondent 2 legt vooral nadruk op de persoonlijke groei en het zelfvertrouwen (angst overwinnen, jezelf kunnen zijn, spontaniteit, verlegenheid, ontwikkeling, vrijheid, mensenkennis, groei, inspannend en zelfkennis).
Bovenstaande bevindingen zullen in de conclusie aan elkaar worden verbonden en op basis hiervan zullen de hoofd- en deelvragen worden beantwoord.
~ 110 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Conclusie In deze scriptie is onderzocht of het acteren van invloed zou kunnen zijn op de vorming en ontwikkeling van de identiteit van de adolescent. De hoofdvraag is dan ook als volgt: Heeft het acteren effect op de vorming en ontwikkeling van de (sociale) identiteit van de adolescent? En zo ja, welk(e) effect(en)? Uit de bestudeerde literatuur is gebleken dat het vormen van een identiteit als de belangrijkste taak van de adolescentie wordt beschouwd en van invloed wordt geacht op hoe de jongere zichzelf evalueert en hoe hij of zij in de sociale omgeving functioneert. Het zelfvertrouwen en de samenleving waarin het individu zich bevindt zijn daarnaast van invloed op de identiteitsvorming. De diverse variabelen die in het onderzoek centraal staan zijn in het theoretisch kader gedefinieerd en met elkaar in samenhang gebracht. Op die manier is er een beeld gevormd van hoe een adolescent zijn of haar identiteit kan vormgeven en welke factoren en processen hierbij een belangrijke rol kunnen spelen. De mogelijke effecten, functies en bijdragen van het acteren zijn hieraan verbonden. Aan de hand van 29 eenmalige, reflectieve interviews en 5 pre- en post-interviews is er gekeken of, en hoe, het acteren effecten teweeg zou kunnen brengen in de identiteitsvorming van het individu. De hieruit voortgekomen data zijn geanalyseerd met behulp van coderings-, fragmenterings- en categoriseringsprocessen en zijn op verschillende manieren en vlakken met elkaar vergeleken. Er is weinig bekend over de relatie tussen het acteren en de vorming van een identiteit. Brian Way (1967) noemde een tweetal ‘functies’ van het acteren: als vorm van identiteitsoplossing en als maatschappelijke vorming. Op het toneel kan het individu kennis en inzichten over het zelf vergaren en ontdekken hoe het zelf in elkaar steekt. Daarnaast kan er door het individu worden geoefend met maatschappelijke rollen, verantwoordelijkheden en sociale relaties en worden voorbereid op de volwassenheid. Een eerste conclusie die ik zou willen trekken is dat het acteren inderdaad, zoals verwacht, als ontdekkingsreis en zoektocht naar het zelf kan worden beschouwd. Binnen de speelruimte kan er door de acteur op veilige wijze, zonder directe gevolgen, worden geëxperimenteerd met identiteiten, rollen, ideeën en gevoelens. De adolescent zou op het toneel bepaalde persoonlijke, sociale en maatschappelijke kwesties kunnen onderzoeken en tegelijkertijd bepaalde ervaringen, frustraties en problemen kunnen verwerken. Deze zoektocht zet een proces van zelfreflectie in gang, wat als leerzaam of confronterend kan worden ervaren. Dit heeft ongetwijfeld invloed op het persoonlijke vlak, het sociale vlak en het zelfvertrouwen. Niet alleen zou het een persoonlijke en sociale verbreding tot gevolg kunnen hebben, ook zou het kunnen zorgen voor gevoelens van onzekerheid en twijfel. Als we dit koppelen aan het theater kan er worden gesteld dat succesvolle acteerprestaties, leermomenten en andere prettige ervaringen zullen bijdragen aan een positieve zelfevaluatie, daarentegen zullen bepaalde teleurstellingen, tegenslagen en confrontaties mogelijk resulteren in een deuk in het zelfvertrouwen. Hoe dit uiteindelijk door het individu wordt ervaren en verwerkt is afhankelijk van de persoonlijkheid van het individu en hoe hij of zij in het leven staat.
~ 111 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Allereerst zijn de interviews geanalyseerd aan de hand van een codering en fragmentering van de data. De hieruit voortgekomen codes zijn in een zevental categorieën onderverdeeld. De relevantie van de categorieën – op basis van de hoeveelheid codes in de categorie en de gemiddelde frequentie van een code in een categorie – verschilt per gezelschap. Er kan worden geconcludeerd dat er over het algemeen relatief meer nadruk wordt gelegd op het effect van het acteren op persoonlijk vlak, het zelfvertrouwen en de koppeling van het acteren aan de wereld daarbuiten. Gemiddeld gezien ligt het accent minder op het effect op sociaal vlak en het acteren zelf. De volgordes van de categorieën zijn veelal terug te voeren naar de doeleinden en werkwijzen van de gezelschappen. Zo ligt de nadruk bij de Noorderlingen, als vooropleiding voor de toneelschool, op het effect op het persoonlijke vlak en bij het NNT Dichterbij Project, als soort van inwijding in het theater maken, meer op het acteren zelf. Het is ingewikkelder om hierin een daadwerkelijk effect of ontwikkeling te kunnen constateren, omdat er slechts eenmalig is gemeten. In de interviews met de spelers van Theater te Waters’ Zomerproductie 2012 is wel een duidelijke ontwikkeling waar te nemen. In het eerste deel stonden het effect op persoonlijk vlak, het acteren en de koppeling van het acteren aan de buitenwereld centraal. In het tweede deel lag de nadruk op het effect op persoonlijk vlak, het effect op sociaal vlak en het zelfvertrouwen. De invloed van de werkwijze en de invloed van ontwikkelingen binnen de groep is hier duidelijk zichtbaar. Vervolgens zijn de data vergeleken op basis van de door de respondenten ingevulde begrippenlijsten. Ook hier kan een onderscheid worden gemaakt tussen de reflectieve en pre- en postinterviews. De gekozen begrippen bij de reflectieve interviews hebben vooral een positieve connotatie – onder andere plezier, uitdaging, vrijheid, samenwerken, zelfvertrouwen, leerzaam en reflectie – en hebben voornamelijk betrekking op het sociale vlak en het zelfvertrouwen, gekoppeld aan de persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling als acteur. Als we kijken naar de pre- en post-interviews valt er wederom een ontwikkeling te constateren. Een klein aantal begrippen neemt toe in relevantie, bijvoorbeeld samenwerken en zelfrespect, maar een groot aantal begrippen vertoont juist een daling in relevantie, waaronder zelfvertrouwen, uitdaging, veiligheid en ontspannend. De toename in relevantie is voornamelijk positief, afgezien van woede en inspannend. De afname in relevantie is vooral negatief, met uitzondering van schaamte, onzekerheid en verlegenheid. Uit deze data kan worden opgemaakt dat de verwachtingen van de respondenten in eerste instantie positiever waren, dan wat zij uiteindelijke hebben ervaren. Hoewel zij hebben geleerd van het samenwerken, heeft het hen minder uitgedaagd en is het acteren als minder ontspannend ervaren dan verwacht. Een andere manier waarop de data zijn ontleed is aan de hand van citaten. Uit alle gesprekken zijn de meest representatieve citaten gedestilleerd en ondergebracht in de verschillende categorieën. Op die manier heb ik een beeld kunnen vormen van de diverse gedachten, gevoelens en meningen van de respondenten. Bij de vraag waarom de respondenten ervoor hebben gekozen om zich met het acteren bezig te gaan houden komen een tweetal belangrijke redenen naar voren. De respondenten ervaren
~ 112 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
vrijheid om op het toneel het zelf te gaan onderzoeken, verkennen en uiten aan de hand van diverse rollen. Daarnaast halen zij plezier uit het samenwerken met andere jongeren, wat zij koppelen aan veiligheid en vertrouwen. Wat betreft het effect op persoonlijk vlak wordt er door de respondenten gesproken over een ontwikkeling of groei van het zelf, omdat het hen inzichten en kennis biedt die zouden kunnen zorgen voor een verrijking van het zelf. In dit proces worden zij met zichzelf geconfronteerd wat als leerzaam, maar ook als onprettig kan worden ervaren. Het acteren zou dan ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen. Naast effecten op persoonlijk vlak werd er door de respondenten, in mindere mate, gesproken over de effecten op sociaal vlak. Zo werd door hen gesproken over de veilige, vertrouwde omgeving waarin zij zichzelf kwetsbaar op kunnen te stellen en het zelf bloot kunnen te geven. Daarnaast hebben zij door het samenwerken met anderen mensenkennis opgedaan en een sociaal bewustzijn ontwikkeld. Met betrekking tot het zelfvertrouwen kwam duidelijk naar voren dat een groot deel van de respondenten door het acteren meer is gaan durven en zelfverzekerdheid heeft ontwikkeld. Het zelfvertrouwen werd door een aantal respondenten beschreven als een vorm van zelfacceptatie, waarin de eigen zwakke punten en onzekerheden worden geaccepteerd. Dit resulteerde in een proces van zelfreflectie, waarmee gevoelens van trots gepaard kunnen gaan en waarin het individu continu blijft streven naar beter. Het theater is bij uitstek een plek waar bepaalde uitdagingen kunnen worden aangegaan, omdat het individu in de rollen die hij of zij speelt zichzelf kan gaan herkennen of juist even helemaal iemand anders kan zijn. Wat de jongeren leren door het acteren proberen zij te koppelen aan het leven buiten het theater. Op het toneel kan de adolescent zich bewust worden van het zelf door mogelijkheden uit te proberen, zelfkennis op te doen en zich voor te bereiden op de volwassenheid en het leven in de maatschappij. Op basis van de verschillende bevindingen zou ik willen stellen dat het acteren inderdaad een effect kan hebben op de identiteitsvorming – zowel persoonlijk, als sociaal – en het zelfvertrouwen van de adolescent. Ook de respondenten zien het acteren als een goed hulpmiddel bij de zoektocht naar en ontwikkeling van het zelf. Het toneel zou hierbij als ultieme uitlaatklep kunnen fungeren om de eigen gedachten, gevoelens en frustraties eruit te gooien, te verwerken en te oefenen met emoties, rollen en mogelijkheden. Wanneer de adolescent bepaalde uitdagingen aangaat leert hij of zij zichzelf bloot te geven en kan zelfkennis worden opgedaan. De leerzame en confronterende ervaringen die hiermee gepaard kunnen gaan kunnen resulteren in een groei. Dit betekent onder andere meer durven, een overwinning van verlegenheden en angsten en een vergroting van het zelfvertrouwen. Uit de geanalyseerde data blijkt dat er vooral sprake is van een effect op persoonlijk vlak en in minder mate een effect op sociaal vlak. Toch blijkt de koppeling van beiden en de koppeling van het acteren aan de wereld daarbuiten en de volwassenwording voor elk van de respondenten van belang. Als we dit betrekken op de diverse gezelschappen, is duidelijk te zien dat de werkwijze en de aandacht die aan de persoonlijke identiteitsontwikkeling wordt besteed van invloed is op de verschillende jongeren en hun identiteit. Niet alleen maakt de jongere een persoonlijke ontwikkeling door, ook wordt er door het individu
~ 113 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
maatschappelijke en sociale kennis opgedaan die hem of haar helpen om zich tot een zelfverzekerde actor in de samenleving te ontwikkelen. Hierbij kan de identiteit worden gebruikt als referentiekader voor het eigen handelen en de communicatie met de anderen om hem of haar heen. Het acteren is dan ook een interessant middel om een bijdrage te kunnen leveren aan een positief zelfbeeld en het individueel functioneren op persoonlijk en sociaal vlak. De doelstelling van dit onderzoek was het beoordelen en aantonen van de maatschappelijke waarde van de diverse gezelschappen. Dit zal uitgebreid in het aan deze scriptie gekoppelde adviesrapport worden besproken.
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek De conclusies die uit het onderzoek naar voren komen, zijn gebaseerd op een kleine, specifieke groep adolescenten die in ongelijke hoeveelheden afkomstig zijn van diverse gezelschappen. Ik zou willen aanraden om in het vervolgonderzoek een grotere groep respondenten te vormen, die in gelijke mate vertegenwoordigd zijn binnen de gezelschappen. Op deze manier zou het onderzoek betrouwbaarder kunnen worden, omdat het gemiddelde effect dichterbij de realiteit komt te liggen en minder zal worden beïnvloed door incidentele gevallen. Daarnaast wordt elk gezelschap in dezelfde mate in het onderzoek gerepresenteerd. In het huidige onderzoek zijn van alle respondenten slechts vijf op een tweetal momenten geïnterviewd, de anderen eenmalig. Voor verder onderzoek is het eveneens aan te raden om bij een grotere groep pre- en post-metingen te doen in combinatie met directe observatie. Om een duidelijke ontwikkeling, verandering en/of effect aan te kunnen tonen als gevolg van het acteren, is het belangrijk dat de ervaringen en verwachtingen van de respondenten op minimaal twee momenten worden vastgelegd. Tevens is het aan te raden om hierbij ook direct te observeren, om zo het veranderingsproces tussen de twee peilingen waar te kunnen nemen. Adolescentie en identiteit zijn geen eenduidige concepten. Om een ontwikkeling, verandering en/of effect waar te kunnen nemen is het belangrijk dat externe invloeden zoveel mogelijk worden beperkt. Dit zou bijvoorbeeld gedaan kunnen worden aan de hand van een controlegroep, zodat een effect zoveel mogelijk kan worden toegeschreven aan het acteren. Uiteraard verschilt iedere persoon en zal elk individu de adolescentie dan ook anders ervaren, evenals de rol en bijdrage van het acteren hierin.
° In het aan deze scriptie gekoppelde adviesrapport zullen de aanbevelingen voor de praktijk – de diverse theatergezelschappen – uiteen worden gezet.°
~ 114 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Bibliografie
THEORETISCH KADER: Boeken Adams, Gerald R. et al (ed.) Adolescent Identity Formation. London: SAGE Publications, 1992. Adams, Gerald R. en Michael D. Berzonsky (ed.) Handbook of Adolescence. Malden: Blackwell Publishing, 2006. Archer, Sally L. (ed.) Interventions for Adolescent Identity Development. London: SAGE Publications, 1994. Ausubel, David P. et al. Theory and Problems of Adolescent Development. New York: Grune & Stratton, 1977. Azmitia, Margarita et al. The Intersection of Personal and Social Identities. San Francisco, Jossey-Bass, 2008. Bachman, Jerald G et al. Youth in Transition: Adolescence to Adulthood – Change and Stability in the Lives of Young Men. Michigan: MUP, 1978. Baker Sommer, Barbara. Puberty and Adolescence. Oxford: OUP, 1978. Beets, Nicolaas. Persoonsvorming In de Adolescentie – Kanttekeningen bij de educatieve uitdaging. Utrecht: Bijleveld, [s.a.] Bergh, Hans van den. De sterren van de hemel: de kunst van het toneelspelen. Amsterdam: Theater Instituut Nederland, [s.a.] Billington, Rosamund et al. Exploring Self and Society. New York: Palgrave, 1998. Bleeker, Maaike e.a. Multicultureel Drama. Amsterdam: AUP, 2005. Bois-Reymond, Manuela du et al. Childhood and Youth in Germany and the Netherlands: Transitions and Coping Strategies of Adolescents. Berlin: Walter de Gruyter, 1995. Bonet, Jose-Vicente. Se Amigo De Ti Mismo: Manual de Autoestima. (= Wees je eigen vriend: handleiding voor zelfvertrouwen) Santander: Sal Terrae, 1997. Branden, Nathaniel. The Psychology of Self-Esteem. [s.l.]: Jossey-Bass, 1969. Branden, Nathaniel. How to Raise Your Self-Esteem. [s.l.]: Jossey-Bass, 1987. Coopersmith, Stanley. The Antecedents of Self-Esteem. San Francisco: Freeman, 1967.
~ 115 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Cotterell, John. Social Networks: in Youth & Adolescence. London: Routledge, 2007. Denzin, Norman. Childhood Socialization. San Francisco: Jossey-Bass, 1977. Dieleman, A.J. e.a. Jeugd in meervoud. Utrecht: Uitgeverij De Tijdstroom, 1993. Dweck, Carol S. Self-Theories: Their Role in Motivation, Personality and Development. Lillington: Taylor & Francis, 2000. Elkind, David. The Child and Society. New York: OUP, 1979. Epstein, Seymour. “Cognitive-experiential self-theory of personality” Comprehensive Handbook of Psychology, Volume 5: Personality and Social Psychology. Red. Millon, T. & Lerner, M.J. Hoboken: Wiley & Sons, 2003. Erikson, Erik H. Identity and the life cycle. New York: W.W. Norton & Company, 1959. Erikson, E. en B. Inhelder. The Growth of Logical Thinking from Childhood to Adolescence. New York: Routledge, 1999. Fisher-Lichte, Erika. History of European Drama and Theatre. London: Routledge, 2002. Franz, M.L. von. “Het individuatieproces” (vert. A.J. Blits) De mens en zijn symbolen. Red. Carl Gustav Jung. Rotterdam: Lemniscaat, 1964. 158-218. Guindon, Mary H. (ed.) Self-esteem across the Lifespan. London: Routledge, 2010. Gullotta, Thomas P. et al. Developing Social Competency in Adolescence. London: SAGE Publications, 1990. Gullotta, Thomas P. et al. The Adolescent Experience. New York: Academic Press, 1999. Harrop, John. Acting. London: Routledge, 1992. Harter, Susan. The Construction of the Self – A Developmental Perspective. New York: The Guilford Press, 1999. Henderson, Josepf L. “Oude mythen en de moderne mens” (vert. E. Camerling) De mens en zijn symbolen. Red. Carl Gustav Jung. Rotterdam: Lemniscaat, 1964. 104-149. Heuves, Wilhemus. Pubers: ontwikkeling en problemen. Assen: Koninklijke Van Gorcum, 2006. Hodgson, John (ed.) The uses of drama: acting as a social and educational force. London: Eyre Methuen Ltd, 1972. Hoof, Anne van. Identity formation in adolescence: structural integration and guiding influences. Enschede: Febodruk bv., 1997.
~ 116 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Hughes, Fergus P. Children, Play and Development. London: Allyn and Bacon, 1999. Hurley, Erin. Theatre & Feeling. New York: Palgrave Macmillan, 2010. Jackson, A.E. en Luc Goossens (ed.) Handbook of Adolescent Development. Hove: Psychology Press, 2006. Kroger, Jane. Identity Development: Adolescence through Adulthood. London: SAGE Publications, 2000. Lapsley, Daniel K. and Darcia Narvaez (ed.) Moral Development, Self, and Identity. London: Lawrence Erlbaum Associates, 2004. Lerner, Richard M. and Graham B. Spanier. Adolescent Development: a life-span perspective. New York: McGraw-Hill Book Company, 1980. Lewin, Kurt. A dynamic theory of personality: selected papers. New York: McGraw-Hill Book Company, 1935. Manaster, Guy J. Adolescent Development and the Life Tasks. Boston: Allyn and Bacon Inc., 1977. Maslow, A.H. “Self-actualization and beyond.” Challenges of Humanistic Psychology. Red. J.F.T. Bugenthal. New York: McGraw-Hill, 1967. 279-86. Maslow, A. H. Motivation and Personality. New York: Harper & Row, 1987. McAdams, Dan. “Personal Narratives and Life Stories.” Handbook of Personality: Theory and Research. Red. John, Robins en Pervin. New York: Guilford Press, 2008. 242-62. Mecca, Andrew M. et al. (ed.) The Social Importance of Self-Esteem. London: University of California Press, 1989. Meeus, W. (red.) Adolescentie: een psychosociale benadering. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1994. Moshman, David. Adolescent rationality and development. Cognition, Morality and Identity. New York: Psychology Press, 2011. Muuss, Rolf E. (vert. L. Rijkens) Visie op de adolescentie. Meppel: Boom, 1972. Muuss, Rolf E. Adolescent behavior and society: a book of readings. New York: Random House, 1975. Neisser, Ulrich and Robyn Fivush (ed.) The Remembering Self – Construction and accuracy in the selfnarrative. Cambridge: Cambridge University Press, 1994. Neisser, Ulrich and David A. Jopling. The Conceptual Self in Context. Cambridge: Cambridge University Press, 1997. Nelis, Huub en Yvonne van Sark. Puberbrein binnenstebuiten: Wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar. Utrecht: Kosmos Uitgevers, 2009.
~ 117 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Papalia, Diane E. et al. Human Development. New York: McGraw-Hill, 2009. Pope, Alice W. et al. Self-esteem enhancement with children and adolescents. New York: Pergamon, 1988. Postmes, Thomas Theodoor and Nyla R. Branscombe. Rediscovering Social Identity: key readings. New York: Psychology Press, 2010. Rice, F. Philip. The Adolescent: Development, Relationships and Culture. Boston: Allyn and Bacon Inc., 1975. Ricoeur, Paul. (vert. Kathleen Blamey) Oneself as Another. Chicago: University of Chicago Press, 1992. Rogers, Carl. “A Theory of Therapy, Personality and Interpersonal Relationships as Developed in the Client-centered Framework.” Psychology: A Study of a Science. Red. S. Koch. New York: McGraw-Hill, 1959. Rosenberg, Morris. Society and the Adolescent Self-image. New Jersey: Princeton University Press, 1965. Rosenberg, Morris. Conceiving the Self. New York: Basic Books, Inc. Publishers, 1979. Shaffer, David R. (ed.) Social & Personality Development. California: Brooks/Cole Publishing Company, 1994. Singer, Dorothy G. Play=learning: how play motivates and enhances children’s cognitive and socialemotional growth. Oxford: OUP, 2006. Strang, Ruth. The Adolescent Views Himself. New York: McGraw-Hill Book Company, 1957. Sugar, Max. Female Adolescent Development. New York: Brunner/Mazel, Publishers, 1979. Tajfel, Henri (ed.) Social identity and intergroup relations. Cambridge: Cambridge University Press, 1982. Verhofstadt-Denève, Leni. Adolescentiepsychologie. Apeldoorn: Garant, 1998. Way, Brian (vert. Beb de Beer). Vorming door Drama. Groningen: Wolters-Noordhoff, 1967. Wells, L. Edward and Gerald Marwell. Self-esteem: its conceptualization and measurement. Beverly Hills: SAGE Publications, 1976. Worchel, Stephen et al (ed.) Social Identity: international perspectives. London: SAGE Publications, 1998. Zarrilli, Philip B. (ed.) Acting (Re)Considered. London: Routledge, 1995. Zee, K.J. van der. Grenze(n)loos vertrouwen. Assen: Koninklijke van Gorcum, 2010. Zegers, Mart-Jan. Theatermaken: Pragmatische Theorieën. Amsterdam: Uitgeverij International Theatre & Film Books, 2008.
~ 118 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Zweig, Connie. Meeting the Shadow. Los Angeles: J.P. Tarcher, 1991. ∼ [Niet bekend]. The DICE has been cast. Een DICE hulpbron bestemd voor beoefenaars van educatief theater en drama. Europa: DICE Consortium, 2010. De Kunstraad “Kunst en Cultuur in de gemeente Groningen – Advies over de plannen van de culturele instellingen in de gemeente Groningen in het licht van de gemeentelijke cultuurnota 2013-2016” Groningen: De Kunstraad, 2012.
Tijdschriften Arnett, Jeffrey Jensen. “Adolescent Storm & Stress Reconsidered.” American Psychologist 54.4 (1999): 317-326. Cast, Alicia D. en Peter Burke. “A Theory of Self-Esteem.” Social Forces 80.3 (2002): 1041-1068. Leary, Mark R. “Making Sense of Self-Esteem.” Current Directions in Psychological Science 8.1 (1999):3235. Marcia, J.E. "Development and validation of ego identity status." Journal of Personality and Social Psychology. 3 (1967): 551-58. Witherell, S. en V. Erickson. "Teacher Education as Adult Development" Theory into Practice. 17.3 (2001): 229-235. Young-Eisendrath, Pauline. "Ego Development: Inferring the Client's Frame of Reference" Social Casework 63 (1982): 325-330.
METHODOLOGIE: Boeken Babbie, Earl. The Practice of Social Research. USA: Wadsworth, Cengage Learning, 2010. Boeije, Hennie. Analysis in qualitative research. London: SAGE Publications, 2010. Gerson, Kathleen & Horowitz, Ruth. “Observation and Interviewing: Options and Choices in Qualitative Research” Qualitative Research in Action. Red. Tim May. London: SAGE Publications, 2002. Kumar, Ranjit. Research Methodology: a step-by-step guide for beginners. London: SAGE Publications, 1996. Miles, Matthew B. en A. Michael Huberman. An Expanded Sourcebook: Qualitative Data Analysis. London: SAGE Publications, 1994.
~ 119 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Punch, Keith. Introduction to Social Research: Quantitative and Qualitative Approaches. London: SAGE Publications, 2005. Walker, Robert (ed.) Applied Qualitative Research. Aldershot: Gower, 1985
‘Tijdschrift’ Programmaboekje Jonge Harten Festival, 2011.
Websites
(Laatst geraadpleegd op 27 februari 2013)
http://www.denoorderlingen.nl (Website De Noorderlingen) http://www.nnt.nl/nnt-ingroningen/ (Website NNT Dichterbij Project) http://www.theaterwerkplaatsgroningen.nl/jeugdtheaterschool/ (Website Jeugdtheaterschool) http://www.desteeg.info/pages/desteeg/algemeen.htm (Website De Steeg) http://www.theatertewater.nl (Website Theater te Water) http://www.noorderpoort.nl/opleidingen/artiest/drama/ (Website Noorderpoort College, School voor de Kunsten)
AFBEELDINGEN: “Sigmund Freuds’ Ich, Es en Uberich” (Theoretisch kader, figuur 4) http://powerbrands.blogg.de/files/2012/07/persoenlichkeitsmodell.jpg “Carl Jung’s Zelf” (Theoretisch kader, figuur 5) http://t3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcSBAE5O5LhA_Paxp0tp6VVbXVbeOn1rX407xlKIjqPDCDYOYE4 nGchFXtyy “Jean Piaget’s Cognitieve Ontwikkelingsstadia” (Theoretisch kader, figuur 6) http://childpsych.umwblogs.org/files/2011/10/Piaget_1.jpg “James Marcia’s Identiteitsstatussen” (Theoretisch kader, figuur 10) http://uv-blog.uio.no/wpmu/seyran/files/2012/01/psp_69_3_544_fig1a.gif “James, Cooley en Mead’s ‘Reflected Appraisal’” (Theoretisch kader, figuur 11) http://www.schmittdoes.com/wp-content/uploads/2012/04/lionmirror.jpg
~ 120 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Abraham Maslow’s Hiërarchie van Behoeften” (Theoretisch kader, figuur 13) http://4.bp.blogspot.com/MoTCQZeyVhU/TjIVA5vue_I/AAAAAAAAAmE/u6vxreqOEkg/s1600/Abraham+Maslow%2527s+Hierarchy+ of+Needs.png “Logo De Noorderlingen” (Methodologie, profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten) http://denoorderlingen.nl/plaatjes/achtergrond/linkerstrook.gif “Logo NNT Dichterbij Project” (Methodologie, profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten) http://www.stadspodia.nl/media/detail/org/noord-nederlands-toneel-don-ju_2.jpg “Logo School voor de Kunsten” (Methodologie, profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten) http://www.noorderpoort.nl/Pers/PublishingImages/Logo_Corporate.jpg “Logo Jeugdtheaterschool Groningen” (Methodologie, profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten) http://www.theaterwerkplaatsgroningen.nl/assets/logoPvG.gif “Logo De Steeg” (Methodologie, profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten) http://www.desteeg.info/images/algemeen/logo_header.jpg “Logo Theater te Water” (Methodologie, profiel van de geïnterviewde gezelschappen, opleidingen en projecten) http://theatertewater.nl/ttw_tekstbeeld.jpg “Data-analyse volgens Miles en Huberman” (Methodologie, data-analyse, figuur 15) http://www.palgrave-journals.com/kmrp/journal/v5/n4/images/8500144f2.gif
~ 121 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Bijlagen De inhoudsopgave van de bijlagen is als volgt: A
Stroomschema n.a.v. het theoretisch kader
124
B
Vragen- en begrippenlijst voor het interview
125
C
Begrippenlijst voor de pre- en postinterviews
127
D
Topiclist voor de reflectieve interviews
128
E
Topiclist voor de pre-interviews
131
F
Topiclist voor de post-interviews
132
G
Woordspin met codes voor de categorie ‘Ervaringen en verwachtingen’
133
H
Woordspin met codes voor de categorie ‘Waarom theater?’
134
I
Woordspin met codes voor de categorie ‘Effect op persoonlijk vlak’
135
J
Woordspin met codes voor de categorie ‘Effect op sociaal vlak’
136
K
Woordspin met codes voor de categorie ‘Zelfvertrouwen’
137
L
Woordspin met codes voor de categorie ‘Acteren’
138
M
Woordspin met codes voor de categorie ‘Koppeling’
139
N
Codeboom voor de categorie ‘Ervaringen en verwachtingen’
140
O
Codeboom voor de categorie ‘Waarom theater?’
141
P
Codeboom voor de categorie ‘Effect op persoonlijk vlak’
142
Q
Codeboom voor de categorie ‘Effect op sociaal vlak’
143
R
Codeboom voor de categorie ‘Zelfvertrouwen’
144
S
Codeboom voor de categorie ‘Acteren’
145
T
Codeboom voor de categorie ‘Koppeling’
146
U
Frequentie van de codes voor De Noorderlingen
147
V
Frequentie van de codes voor het NNT Dichterbij Project
151
W
Frequentie van de codes voor Theater te Water, Winterproductie 2011-2012
153
X
Frequentie van de codes voor Kunst, Theater, Media en Muziek
157
Y
Frequentie van de codes voor de Jeugdtheaterschool
160
Z
Frequentie van de codes voor De Steeg
163
AA
Frequentie van de codes voor Theater te Water Zomerproductie 2012 | deel 1
166
BB
Frequentie van de codes voor Theater te Water Zomerproductie 2012 | deel 2
169
CC
De frequenties van de codes voor alle gezelschappen samen
172
DD
De definities van de codes in het kader van het onderzoek
179
EE
Overzicht van ‘de feiten’ m.b.t. de geïnterviewde respondenten
184
FF
Grafiek totaal aantal respondenten: jongens-meisjes/leeftijdscategorie
185
~ 122 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
GG
Grafiek alle respondenten: opleidingsniveau
186
HH
Grafiek respondenten: opleidingsniveau/meisjes-jongens
187
II
Grafiek respondenten: bezoekfrequentie
188
JJ
Grafiek respondenten: ervaring met het bezoeken van voorstellingen
189
KK
Grafiek respondenten acteerervaring: meisjes-jongens/leeftijd
190
LL
De codes en frequenties alle gezelschappen die 10+ x voorkomen, per categorie.
191
MM
De 50 meest voorkomende codes per categorie en gezelschap
194
NN
Hiërarchie v/d categorieën per gezelschap o.b.v. de codes en frequenties
202
OO
Hiërarchie v/d categorieën per gezelschap o.b.v. de codes en frequenties t.o.v. de 107 codes
204
PP
De begrippenlijsten van de reflectieve interviews: hoe vaak komen de begrippen voor?
205
QQ
De begrippenlijsten van de pre- en post- interviews: hoe vaak komen de begrippen voor?
207
RR
De begrippenlijsten van pre- en post-interviews: grafieken/frequentie van de begrippen
213
SS
Ontwikkeling begrippenlijsten pre- en post-interviews
215
TT
Citaten voor de diverse categorieën
216
UU
Citaten bij de (beoordeling van de) werkwijzen van de diverse gezelschappen
226
VV
Grafiek met de voorkomende combinaties van gezelschappen
231
×
De uitgetypte gesprekken (460 pagina’s) zijn gezien hun omvang als twee aparte bijlagen vormgegeven.
×
De ‘uitgebreide versie’ van de citaten per categorie (32 pagina’s) zijn eveneens een aparte bijlage.
×
De ingescande vragen- en begrippenlijsten (73 pagina’s) zijn in een tweetal PDF-bestanden samengevoegd.
~ 123 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
A:
Stroomschema n.a.v. het theoretisch kader
Identiteit 2
I VI
III
Zelfvertrouwen 5 Persoonlijk 3
II
Sociaal
Acteren 1
IV
VIII
4
X
Omgeving 6
V
Adolescentie 7 VII
IX
1 = Rollenspel, inleving 2 = Zelfbeeld + hoe anderen je zien of benoemen 3 = Zelfconcept 4 = Identificatie met een groep 5 = Evaluatie van het zelf, al dan niet positief. 6 = Anderen, de maatschappij 7 = Jongeren in de leeftijd 12-24 jaar, vele belangrijke veranderingen op individueel en sociaal vlak. Belangrijkste vraag: Wie ben ik?
I = Het acteren leert het individu rollen spelen die zij zich eigen kunnen maken of waarmee kan worden geoefend. De identiteit is van invloed op het spel van het individu. II = De persoonlijke identiteit en de sociale identiteit vormen samen een zelfbeeld. III = Een positieve persoonlijke identiteit geeft het individu een gevoel van zelfvertrouwen. IV = De sociale identiteit wordt gevormd aan de hand van de omgeving en vice versa. Daarnaast is er sprake van een wederzijdse beïnvloeding. V = In de adolescentie krijgt het individu te maken met vele veranderingen en ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het zelfvertrouwen. VI = De mate van zelfverzekerdheid is van invloed op het acteren. Daarnaast beïnvloedt het spel gevoelens van zelfvertrouwen. VII = Er vindt een continue, invloedrijke wisselwerking plaats tussen de adolescent en zijn of haar omgeving. De adolescent wordt gevormd door middel van de omgeving en vice versa. VIII = De omgeving om het individu heen is van invloed op het acteren. Rollen in het theater zijn al dan niet in overeenkomst met maatschappelijke rollen. IX = De processen, ervaringen en ontwikkelingen uit de adolescentie zijn tevens van invloed op het acteren. X = De diverse processen in het schema zijn constant in beweging: zij veranderen, ontwikkelen en beïnvloeden elkaar. Tevens is er sprake van een constante herziening van de diverse variabelen en hun invloeden en effecten. Alle variabelen staan met elkaar in verbinding en zouden diverse effecten en veranderingen teweeg kunnen brengen.
~ 124 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
B:
Vragen- en begrippenlijst voor het interview
Hallo! Ik doe onderzoek naar het effect dat het theater heeft op de ontwikkeling van jou als persoon. In onderstaande vragenlijst worden een aantal korte, algemene vragen gesteld. Deze vragen hebben te maken met jouw ervaringen met het theater en het acteren. Je bent vrij om de vragen wel of niet te beantwoorden. De gegevens zal ik als achtergrondinformatie gebruiken bij mijn onderzoek. Deze worden allemaal anoniem verwerkt. Bij de meerkeuzevragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Alvast bedankt voor je medewerking! Groetjes Esther. Naam theatergezelschap (of project/school) Geslacht Leeftijd Opleidingsniveau Opleiding (afgerond of mee bezig)
Eerst bezochte voorstelling (naam, genre en leeftijd) Ervaring met theater (in jaren of maanden)
Bezoek:
Acteren: Theaterbezoek (per jaar naar voorstelling toe)
1-2 keer
3-5 keer
6 of meer keer
Met wie bezoek je de voorstelling?
Alleen
Met vrienden
Met familie
Het onderwerp spreekt mij aan
Mijn ouders en/of vrienden gaan naar de voorstelling
(meerdere antwoorden mogelijk)
Ik ken het gezelschap, het stuk en/of eerdere voorstellingen
Gaan je ouders ook naar het theater?
Vaak
Soms
Nooit
Heb je vrienden die zich bezighouden met theater? (zelf acteren of voorstellingsbezoek)
Ja, veel van mijn vrienden.
Een aantal van mijn vrienden.
Nee, niemand van mijn vrienden.
Favoriete genre(s)
Toneel
Ballet
(meerdere antwoorden mogelijk)
Cabaret
Bewegingstheater, acrobatiek
Musical
Mime
Moderne dans
Muziektheater
Opera
Improvisatietheater
Jeugdtheater
Anders, namelijk: ____________________________________________ __________
(meerdere antwoorden mogelijk) Waarom kies je voor een bepaalde voorstelling?
Drama Poppenspel
~ 125 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren” Welke begrippen zijn op jou van toepassing bij het woord Theater?
Emotie
Uitdaging
Inspirerend
Plezier
Mooi
Zelfexpressie
Verbeelding
Zelfrespect
Ontspannend
Vernieuwing
Durf
Warmte
Leuk
Angst overwinnen
Erkenning
Rust
Opwinding
Zelfvertrouwen
Interactie
Reflectie
Schaamte
Samen zijn
Positief
Vermaak
Inleving
Passie
Leerzaam
Vrijheid
Gezelligheid
Trots
Doen alsof
Samenwerken
Jezelf kunnen zijn
Inzicht
Sociaal
Herkenning
(meerdere antwoorden mogelijk)
Als je op de hoogte wil worden gehouden van de uitkomsten van het onderzoek, zou je dan hier je emailadres kunnen noteren? Verdere opmerkingen:
~ 126 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
C:
Begrippenlijst voor de pre- en postinterviews
Blijdschap
Angst overwinnen
Energie
Doen alsof
Durf
Erkenning
Emotie
Inspirerend
Onzekerheid
Enthousiasme
Frustratie
Gevoel
Fictie
Lichamelijkheid
Herkenning
Genieten
Impulsief
Opwinding
Grensoverschrijdend
Jezelf kunnen zijn
Persoonlijke betekenis
Improvisatie
Leergierig
Inspannend
Interactie
Mooi
Fantasie
Reflectie
Samenwerken
Leerzaam
Passie
Sociaal
Zelfkennis
Leuk
Spontaniteit
Ontspannend
Negatief
Tevredenheid
Verbeelding
Nieuwsgierigheid
Volwassenheid
Schaamte
Ontroering
Verlegenheid
Trots
Ontwikkeling
Positief
Veiligheid
Openheid
Mensenkennis
Groei
Bewustzijn
Zelfrespect
Vermaak
Inleving
Samen zijn
Voldoening
Plezier
Waardering
Warmte
Twijfel
Inzicht
Woede
Vernieuwing
Rust
Zelfexpressie
Vrijheid
Verbetering
Uitdaging
Streven
Zelfvertrouwen
Gezelligheid
~ 127 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
D:
Topiclist voor de reflectieve interviews
Topiclist voor het reflectieve interview Op basis van de literatuur heb ik een beeld kunnen vormen van hoe jongeren hun (sociale) identiteit zouden kunnen ontwikkelen en hoe het acteren hierbij een interessant en bijdragend middel zou kunnen zijn. De onderwerpen op de topiclist zijn van toepassing op de adolescent en zijn of haar identiteitsontwikkeling en de rol van het acteren. Het interview is als volgt opgebouwd: de ervaringen met theater en acteren (het verleden), de effecten op persoonlijk en sociaal vlak (het heden) en de verwachtingen (de toekomst). De ingevulde vragenlijst wordt ter achtergrondinformatie gebruikt bij het interview. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de ervaringen en verwachtingen van de respondenten begint het interview met vragen met betrekking tot hoe de respondent in aanraking is gekomen met het theater en waarom het theater hem of haar zo aanspreekt. Vervolgens richten de vragen zich op het mogelijke effect van het acteren op het persoonlijke vlak, in relatie tot de persoonlijke identiteit en gevoelens van zelfvertrouwen. In dit gedeelte van het interview wordt er geprobeerd om door middel van de vragen een proces van zelfreflectie in gang te zetten. Naast het persoonlijke vlak, komt het sociale vlak aan bod met vragen die gericht zijn op de sociale identiteit en de relatie van het individu tot de omgeving. Met dergelijke vragen wordt het effect of de invloed van het acteren op het sociale vlak onderzocht door het acteren hieraan te koppelen. Het laatste gedeelte van het interview is gericht op de verwachtingen ten opzichte van de toekomst en de mogelijke ontwikkeling, verandering of groei die het individu als gevolg van het acteren door heeft kunnen maken. ∗
De ervaring met het theater en het acteren ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝
∗
Waarom heb je ervoor gekozen om je met het acteren bezig te gaan houden? Wanneer en hoe kwam je in aanraking met het theater? Wat vind je zo leuk/spreekt je aan aan het theater? Zijn er familieleden en/of vrienden die ook acteren? Welke acteurs en/of actrices en gezelschappen vind je goed? Waarom? Welk soort theater spreekt je aan? In wat voor opzicht stimuleert het je?
Het effect van het acteren op persoonlijk vlak [persoonlijke identiteit & zelfvertrouwen] ∝ Waarom acteer je? Is het een passie? ∝ Vind je het leuk om te doen? Wat kun je er in kwijt? ∝ Welke functie heeft het acteren voor jou? o Beschouw je het als een middel om te ontspannen, jezelf te vermaken of plezier te hebben? o Spreekt het je verbeeldingskracht aan? Wordt je verbeeldingskracht uitgedaagd?
~ 128 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Helpt het je om bepaalde kennis op te doen? Leert het je dagelijkse routines, problemen en gewoonten doorbreken? o Daagt het je bestaande visies en inzichten uit? Geeft het nieuwe visies en inzichten? Merk je dat je veranderd bent door het acteren? In wat voor zin heeft het je veranderd? Positief, negatief? In hoeverre zijn de door jou gespeelde rollen in overeenkomst met of verschillend van jezelf? Is het doen alsof een voordeel? Heb je geleerd om je emoties anders of beter te voelen of beleven? Kun je je gemakkelijk inleven in emoties die ‘nieuw’/anders voor je zijn? Kun je je eigen persoonlijkheid in het acteren laten zien? Beschouw je het als een vorm van zelfexpressie? Is jouw eigen persoonlijkheid ontwikkeld als gevolg van het acteren? Merk je, als gevolg van het acteren, een verandering in het geloof in eigen kunnen? Durf je meer? Ben je trots op jezelf? Wat zijn je kwaliteiten? ∼ Heb je het idee dat je door de leeftijdsfase waarin je je bevindt extra problemen ondervindt? Wat is zelfvertrouwen voor jou? Hoe uit dat zich bij jou? Ben je zeker over jezelf? Respect je jezelf zoals je bent? Ben je gevoelig voor kritiek? Voel je je vrij om te doen en laten wat je wil en te zijn wie je wil? Hoe bevalt de manier van werken met de regisseur? Is dit van invloed op jouw zelfvertrouwen? Kun je belangrijke leermomenten noemen? o
∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝
∝ ∝ ∝ ∝ ∗
Het effect van het acteren op sociaal vlak [sociale identiteit & omgeving] ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝ ∝
Merk je veranderingen in sociaal opzicht? Voel je je gerespecteerd door anderen? Geeft het je warmte en plezier? Heb je voorbeelden waaraan je je optrekt? Zijn dat anderen of ‘helden’? Ben je veel in interactie met anderen, de omgeving en de maatschappij? Deel je ervaringen? Wat kun je erin kwijt? Voel je je vrij binnen de speelruimte? Voel je je veilig binnen de speelruimte? Heb je door het acteren bepaalde sociale vaardigheden opgedaan? Kun je gemakkelijk in andermans emoties inleven? ∼ Heb je in de speelruimte kunnen oefenen met (maatschappelijke) rollen en verantwoordelijkheden? Ben je gevoelig voor sociale goedkeuring? Voel je je beïnvloedt vanuit de omgeving of maatschappij? Op wat voor manier? Voel je je beïnvloedt door vrienden en peers? In wat voor opzicht? Merk je extra problemen in verband met je leeftijd op sociaal vlak? Vind je goede vrienden belangrijk? Waarom? Zie je het acteren als een voorbereiding op de volwassenheid? Kun je belangrijke leermomenten opnoemen op sociaal vlak waarin het acteren van invloed is geweest?
~ 129 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
∗
Verwachtingen ∝ Als je op je eigen leven, ontwikkelingen en ervaringen reflecteert, zou je dan kunnen spreken van een groei, ontwikkeling, verandering of verbetering? Op wat voor manier? ∝ Ben je anders tegen dingen aan gaan kijken? ∝ Welke invloeden zijn hier met name van belang geweest? ∝ Denk je dat je in de toekomst vaker naar het theater zal gaan? ∝ Denk je dat je hierna nog bezig gaat houden met theater of acteren?
~ 130 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
E:
Topiclist voor de pre-interviews ∗
ERVARING • Waarom heb je ervoor gekozen om te gaan acteren? • Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met het theater? • Wat vind je zo leuk, spreekt je aan aan het theater? • Zijn er familieleden of vrienden die ook acteren of zich met het theater bezig houden? • Welk soort theater spreekt je aan? Waarom? • In wat voor opzicht stimuleert het theater je? Waar zet het je toe aan?
∗
EFFECT OP PERSOONLIJK VLAK • Is het acteren voor jou een passie? Wat wil je ermee gaan doen? • Wat denk je er in kwijt te kunnen? • Waarom heb je gekozen voor Theater te Water? Hoe bevalt de werkwijze? • Hoe bevalt het tot nu toe? • Daagt het je uit tot nieuwe inzichten? • Verwacht je dat het acteren een verandering in je teweeg zou kunnen brengen? Op wat voor manier? • Wat lijkt je leuker om te doen? Een rol die overeenkomstig is aan jezelf of juist één die anders is dan jezelf? • Verwacht je een groei, ontwikkeling of verandering in jezelf? Op welke vlakken? Emotioneel? Qua inleving. Psychologisch? Qua persoonlijkheid. Zelfvertrouwen, geloof in het eigen kunnen? • Wat zijn sterke eigenschappen, kwaliteiten en kanten van jezelf? • Ben je gevoelig voor kritiek? Hoe ga je hier mee om? • Voel je je vrij in de manier van werken bij Theater te Water? • Wat hoop je te bereiken? Wat hoop je te leren over jezelf? • Denk je, verwacht je dat het je persoonlijk zal veranderen? • Expressie in het theater <> expressie in het dagelijks leven koppeling?
∗
EFFECT OP SOCIAAL VLAK • Voel je je gerespecteerd in de anderen? • Hoe functioneer je in de groep? Individu/ interactie. • Sta je open voor anderen? • Verwacht je bepaalde sociale kwaliteiten of vaardigheden goed toe te kunnen passen? • Heb je bepaalde voorbeelden waaraan je je optrekt? • Vind je sociale goedkeuring belangrijk? • Voel je je beïnvloedt vanuit de omgeving of maatschappij? • Verwacht je socialer te worden door het acteren?
∗
TOEKOMST, VERWACHTINGEN • Verwacht je nog vaker naar het theater te zullen gaan? • Verwacht je dat je je nog zal bezighouden met theater/acteren?
∗
Vragenlijst bespreken: bezoek van voorstellingen en de begrippenlijst!
~ 131 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
F:
Topiclist voor de post-interviews ∗
ALGEMENE VRAGEN (voor elk van de respondenten hetzelfde) • Hoe heb je de afgelopen periode ervaren? Bevalt het nog steeds goed, nog steeds leuk om te doen? • Hoe bevalt de manier van werken? • Merk je veel veranderingen? Hoe? Positief/ negatief? Merk je dat je gegroeid bent? • Heeft het je uitgedaagd? Heb je nieuwe dingen gedaan, uitgeprobeerd? • Is het leerzaam? Heb je veel over jezelf geleerd, zelfkennis opgedaan? • Ben je tot nieuwe inzichten gekomen, anders tegen dingen aan gaan kijken? Over jezelf? Andere kwesties? • Heb je veel geleerd van je rol? • Kun je (een) belangrijk(e) leermoment(en) noemen? • Heb je er veel van jezelf in kwijt gekund? Wat? • Heb je het als ontspanning of inspanning ervaren? • Heeft het je geleerd om je eigen emoties beter te voelen en te uiten? • Heeft het je geleerd om je beter in te leven in (de emoties van) anderen? • Ben je meer gaan geloven in je eigen kunnen? • Ben je op sociaal vlak gegroeid? Waarin zie je dat terug? • Heb je het acteren en het dagelijks leven goed kunnen, weten (los) te koppelen, scheiden? • Zou je kunnen spreken van een groei, verandering, ontwikkeling of verbetering? Op persoonlijk vlak? Op sociaal vlak? • Welke factoren en invloeden hebben hierin een belangrijke rol gespeeld?
∗
SPECIFIEKE VRAGEN (verschilt per respondent, op basis van de antwoorden uit interview 1) • Heb je kunnen genieten? Was het gezellig met de anderen samen? • Hoe is het samenwerken bevallen? Heb je je goed open kunnen stellen naar anderen? • Heb je je veilig gevoeld in de groep om jezelf te kunnen zijn en jezelf te laten zien? • Heeft het je uitgedaagd? Heb je blokkades of een sleur ervaren? • Heb je veel op jezelf gereflecteerd tijdens het proces? • Heb je gemakkelijker dingen los weten te laten? Heb je een bepaalde rust binnen jezelf gevonden? • Heb je kunnen ontsnappen aan jezelf? Ben je grenzen overgegaan? • Heb je er je emoties, gevoelens en frustraties in kwijt gekund? Wat heb je er voor teruggekregen? • Heb je je fantasie goed kunnen gebruiken? Ben je in je rol gegroeid? • Was het confronterend? Heb je bepaalde knelpunten en angsten weten te overwinnen? • Ben je meer gaan durven? Heb je meer zelfvertrouwen gekregen? Heb je veel getwijfeld? • Wat heb je gedaan met de kritiek en feedback die je hebt gekregen? • Heb je mensenkennis opgedaan? • Heb je je eigen (sociale) vaardigheden weten te verrijken? • Wil je nog verder met het theater?
Bovenstaande lijst is samengesteld uit een aantal van de vragen die ik de verschillende respondenten in interview 2 heb gesteld. Ik heb zo nu en dan een aantal citaten uit interview 1 aangehaald en de respondenten gevraagd of zij die mening nog steeds waren toegedaan.
~ 132 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
G:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Ervaringen en verwachtingen’
Veel voorkomende code
Subcode
Minder voorkomende code Vragenlijst Opleiding
Ervaring Keuze
Begrippen
Hoe in aanraking?
Combinatie van gezelschappen
Vergelijking
Thematiek, onderwerpen
Bezoek voorstellingen
Huidig gezelschap, project, opleiding
Kritische blik Discussie aanwakkeren
Producties, huidige productie
Op situaties inspelen, situaties aanvoelen
Proces <> product
Het theaterwereldje, beeld van theater
Werkwijze
Toekomst, verwachtingen
ERVARINGEN en VERWACHTINGEN
Sturing, aanwijzing
Bezoek voorstellingen
Vrijheid
Soorten theater, keuze
Eigen invulling, initiatief, input
Met wie: alleen/samen In het diepe gegooid Voorbeeldfunctie Richten op een specifieke doelgroep
Genieten
Theater en muziek; theater en dans
Inspirerend
Boodschap: communicren met het publiek
Notities maken
Soorten theater Ontspannend <> kritisch kijken, oordelen, analyseren
Soorten publiek Bezoek
Leermomenten, leerproces, leerpunten
Anders tegen dingen aan gaan kijken
Luchtig <> serieus
Reflectie, terugblik
Genres Interesses
Uitdaging, vernieuwend <> sleur
~ 133 ~
Ervaring(en) opdoen
VIsies, inzichten
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
H:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Waarom theater?’ Waarom theater? Vrolijkheid Leuk
Opwinding Diversiteit, brede interesse
Persoonlijke interesse Passie
Verbeeldingskracht
Uitlaatklep
Ontspanning, relaxt
Rust
Balans
Interactie | communiceren met het publiek
Inspanning Fysiek bezig zijn
Het publiek betrekken: eenheidsgeovel
Jezelf erin kwijt kunnen
WAAROM THEATER? Plezier
Fantasie
Genieten Voldoening Gek doen Enthousiasme, blijdschap
Mooi
Aandacht
Creatief bezig zijn Energie erin kwijt kunnen Veel voorkomende code
Mening geven over bepaalde kwesties, onderwerpen aanhalen, bespreken
Frustraties eruit gooien
Verhalen vertellen
Minder voorkomende code
~ 134 ~
Narcisme
Aanraden
Ervaring, kennis opdoen, mening vormen
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
I:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Effect op persoonlijk vlak’ Veel voorkomende hoofdcode
Veel voorkomende subcode
Minder voorkomende hoofd-subcode Jezelf presenteren, jezelf kunnen en durven te laten zien
Grenzen opzoeken, bewaken, verleggen, overgaan
Bevrijdend, losser, vrijer Op jezelf letten, dichtbij jezelf lijven
Verwachtingen, nieuwe inzichten
Openheid <> geslotenheid Zelfbewustwording Identeit, eigenheid, op zoek naar eigen weg
Zelfkennis, zelfbegrip Confronterend
Eigenschappen, kwaliteiten Herkenning Zelfrespect
Gedrevenheid, doorzettingsvermogen
EFFECT OP PERSOONLIJK VLAK
Koppig, eigenwijs Leergierig
Perfectionistisch
Effect op persoonlijk vlak Ontwikkeling
Groei
Gevoeligheid
Positief, optimistisch
Verandering
Verbetering
Motiverend
Bescheiden
Stimulans
Ontdekking
Vindingrijkheid
Directheid
Proces
Verrijking
Ongeduldig
Spontaniteit
Bloei
Zoektocht
Focus, concentratie
Geen schaamte
Verschillende kanten van jezelf leren kennen
Leermomenten, leerpunten, breekpunten, leerzaam
Teveel nadenken, dingen loslaten, relativeren Zelfreflectie
Jezelf kunnen zijn, jezelf blijven Jezelf blootleggen, met jezelf bezig zijn, leren met jezelf om te gaan
Zelfexpressie Aan het denken zetten Positiviteit <> negativiteit
~ 135 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
J:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Effect op sociaal vlak’
Verandering
Sociaal gerespecteerd Ontwikkeling
Interactie
Aanpassen aan de ander
Effect op sociaal vlak
Openheid <> geslotenheid
Verdieping
Anderen helpen
Mensenkennis
Sociale vaardigheden
Samenwerken
Voorbeelden
Meedenkend Herkenning
Interactie
EFFECT OP SOCIAAL VLAK
Groep Spiegel Vrijheid, ruimte Veiligheid Leid Plezier, leuk Stimulerend Aanvulling
Gezellig
Luisteren naar anderen
Rekening houden met elkaar
Steun, behulpzaam Vriendschap
Leerzaam
Vertrouwen Eerlijkheid
Jaloezie
Sfeer, familiegevoel Geen klik
Sociale kennis, sociaal begrip
Verplaatsen, inleven in een ander
Leidende rol
Frustraties, strubbelingen, spanningen Jezelf blootgeven
Acceptatie
Sociale goedkeuring: gevoelig
Verschillende ideeën, moeilijk samen te brengen
Warmte
Proces
Inspirerend
Dingen bespreken Jezelf kunnen zijn
Vermoeiend, druk, intensief Verschillen
Omgang met anderen Sociale acceptatie Makkelijke prater Anders voordoen dan jezelf
Benauwend, teveel op elkaars lip, negatieve energie
Naar elkaar toe groeien
Wederzijdse invloed
Comfortabel
Veel voorkomende code
Veel voorkomende subcode
Minder voorkomende code
Minder voorkomende subcode
~ 136 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
K:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Zelfvertrouwen’ Koppeling persoonlijk en sociaal vlak
Zelfverzekerdheid
Twijfel
Loslaten
Zelfvertrouwen Streven naar beter
Kwetsbaarheid
(On)zekerheid
Durf, lef
(On)tevredenheid
Uit je schulp komen
Uitdaging
Schaamte
Lekker in je vel zitten
Trots
ZELFVERTROUWEN Geloven in het eigen kunnen
Confronterend Voldoening
Zelfbeoordeling Zelfacceptatie
Verlegenheid
Voor jezelf opkomen
Erkenning
Gespannenheid
Blokkades
Angsten overwinnen Kritiek Zelfrespect Meenemen, verwerken, toepassen
Op het goede moment erop reageren
Eigenschappen, kwaliteiten
Moeilijk Veel voorkomende code Social gerespecteerd Minder voorkomende code
~ 137 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
L:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Acteren’
Ideeën
Koppeling: persoon & personage
Veiligheid Knop omzetten
Jezelf erin kwijt kunnen
Experimenteren met mogelijkheden zonder consequenties
Leren van het personage
Grenzen overgaan
Geloofwaardigheid Functie, bijdrage, effect, invloed van het acteren
Confrontatie
Koppeling, toepassing
Uitdaging
Masker
Vrijheid, ruimte
Uitstraling
Soorten theater
Uitvergroting van het zelf
ACTEREN
Humor: mensen aan het lachen maken
Rollen
Luchtig <> serieus
Anders, veraf <> herkenning, dichtbij
Ervaring opdoen, persoonlijke en sociale verbreding
Diversiteit, brede interesse
Vernieuwend
Emoties en gevoelens Voelen Ontdekken
Uiten Inleven, meeleven K
Iemand anders zijn, de rol zijn, verschuilen achter de rol, verdwijnen in de rol, buiten jezelf stappen, ontsnappen aan jezelf
Aanvoelen
Doen alsof <> echt voelen Inleven Identificatie Uitersten
Een typetje spelen
Beheersen
Oproepen, gebruiken
Ermee om leren gaan
Herkennen
Overbrengen
Overnemen
Overspoelen
Koppelen
Vergroten
Ontroeren
Uitschakelen
Begrip
Veel voorkomende hoofdcode Minder voorkomende hoofd/subcode
~ 138 ~
Veel voorkomende subcode
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
M:
Woordspin met codes voor de categorie ‘Koppeling’ Persoonlijk en sociaal vlak
Acteren en de realiteit
Koppeling Familie, vrienden, leeftijdsgenoten
(Voorbereiding op de) volwassenheid Interactie Feedback
Invloed vanuit de omgeving
Kritiek
Stimulerend Rust: ontspanning <> inspanning
(On)begrip
KOPPELING
Trots Delen van ervaringen Verwachtingen Loskoppeling Oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden
Een rolletje spelen Leeftijdsfase
Terugkoppeling Verantwoordelijkheid
Zelfstandigheid
Hoofdcodes
Subcodes
~ 139 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
N:
Codeboom voor de categorie ‘Ervaringen en verwachtingen’
Ervaringen en verwachtingen Hoe in aanraking? Ervaring Opleiding Het theaterwereldje, het beeld van theater
Bezoeken van voorstellingen Soorten theater Met wie: alleen / samen Keuze Genieten Inspirerend Ontspannend <> kritisch kijken, oordelen, analyseren Voorbeeldfunctie Notities maken
Huidig gezelschap, project of opleiding Keuze Combinatie van gezelschappen Vergelijking Theater en muziek; theater en dans Uitdaging, vernieuwend <> sleur
Producties Huidige productie Richten op een specifieke doelgroep Soorten publiek
Werkwijze Proces <> product Sturing, aanwijzing Vrijheid, eigen invulling, initiatief, input In het diepe gegooid
Thematiek, onderwerpen Kritische blik Op situaties inspelen, situaties aanvoelen Discussie aanwakkeren Boodschap Communiceren met het publiek
Soorten theater Genres Interesses Bezoek Luchtig, humor <> serieus
Toekomst, verwachtingen Anders tegen dingen aan gaan kijken Visies, inzichten Ervaring(en) opdoen
Reflectie, terugblik Leermomenten, leerpunten, leerproces
Vragenlijst Begrippen Bezoek van voorstellingen
~ 140 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
O:
Codeboom voor de categorie ‘Waarom theater?’
Waarom theater? Leuk, mooi Opwinding, blijdschap, vrolijkheid Enthousiasme Gek doen Genieten Plezier
Persoonlijke interesse, passie Aandacht Diversiteit, brede interesse
Fysiek bezig zijn Rust Energie erin kwijt kunnen Voldoening
Uitlaatklep Jezelf erin kwijt kunnen Ontspanning <> inspanning Balans Frustraties eruit gooien Verhalen vertellen
Verbeeldingskracht, verbeelding, fantasie Creatief bezig zijn
Mening geven over bepaalde kwesties, onderwerpen aanhalen, bespreken Interactie Communiceren met het publiek Het publiek betrekken Eenheidsgevoel
Ervaring, kennis opdoen, mening vormen Aanraden
~ 141 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
P:
Codeboom voor de categorie ‘Effect op persoonlijk vlak’
Effect op persoonlijk vlak Groei, bloei, ontwikkeling Openheid <> geslotenheid Jezelf kunnen zijn, jezelf blijven Bevrijdend, losser, vrijer Leerpunten, leermomenten, leerzaam, breekpunten Jezelf presenteren, jezelf kunnen laten zien, durven jezelf te laten zien
Verandering Positiviteit <> negativiteit
Stimulans Zelfrespect Grenzen opzoeken, bewaken, verleggen, overgaan Aan het denken zetten Kritisch kijken naar jezelf en de maatschappij Zelfexpressie
Ontdekking, zoektocht, verrijking Zelfkennis, zelfbegrip Herkenning Identiteit, eigenheid, op zoek naar eigen weg Zelfbewustwording Nieuwe inzichten (Verschillende kanten van) jezelf leren kennen
Proces Eigenschappen, kwaliteiten Koppig, eigenwijs Gedrevenheid, doorzettingsvermogen Leergierig Perfectionisme Gevoeligheid Optimistisch, positief Motiverend Bescheiden Vindingrijkheid Directheid Ongeduldig Focus, concentratie Spontaniteit Geen schaamte Zelfreflectie Op jezelf letten, dichtbij jezelf blijven
Verbetering Verwachtingen Confronterend Teveel nadenken, loslaten, relativeren
~ 142 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Q:
Codeboom voor de categorie ‘Effect op sociaal vlak’
Effect op sociaal vlak Verandering Ontwikkeling Sociale vaardigheden Sociale kennis, sociaal begrip
Verdieping Samenwerken, omgang met anderen Interactie Openheid <> geslotenheid Mensenkennis
Leerzaam Sociale goedkeuring Gevoelig, spiegel Sociaal gerespecteerd Sociale acceptatie
Voorbeelden Inspirerend Herkenning
Groep Vrijheid, ruimte Jezelf kunnen zijn Makkelijke prater Veiligheid Warmte, comfortabel Jezelf blootleggen Acceptatie Vertrouwen Sfeer, familiegevoel Luisteren naar anderen Intensief Benauwend, vermoeiend, druk Plezier, leuk, gezellig, vriendschap Stimulerend Behulpzaam, steun, anderen helpen Wederzijdse invloed Leidende rol Meedenkend, verplaatsen, inleven in anderen Proces Dingen bespreken, eerlijkheid Naar elkaar toe groeien, rekening houden met elkaar, aanvulling, aanpassen aan anderen Frustraties, strubbelingen, spanningen Verschillende ideeën, moeilijk samen te brengen, Geen klik, verschillen Negatieve energie, jaloezie, Teveel op elkaars lip Anders voordoen dan jezelf
~ 143 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
R:
Codeboom voor de categorie ‘Zelfvertrouwen’
Zelfvertrouwen Zelfverzekerdheid (On) zekerheid Twijfel Schaamte Blokkades Moeilijk Verlegenheid Gespannenheid
(On) tevredenheid Streven naar beter Kritiek Meenemen, verwerken, toepassen Op het juiste moment erop reageren Confronterend Zelfbeoordeling
Durf, lef Loslaten Kwetsbaarheid Uit je schulp komen Uitdaging Angsten overwinnen Voor jezelf opkomen
Geloven in het eigen kunnen Lekker in je vel zitten Zelfacceptatie Zelfrespect
Trots Voldoening
Sociaal gerespecteerd Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Erkenning
~ 144 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
S:
Codeboom voor de categorie ‘Acteren’
Acteren Vrijheid, ruimte Jezelf erin kwijt kunnen Ideeën
Veiligheid Experimenteren met mogelijkheden zonder directe consequenties
Ervaring opdoen Persoonlijke en sociale verbreding Diversiteit, brede interesse
Rollen Anders, veraf <> herkenning, dichtbij Grenzen overgaan Uitdaging Confrontatie Doen alsof <> echt voelen, masker Inleven, identificatie, begrip Uitersten Knop omzetten Uitvergroting van het zelf Uitstraling Koppeling, toepassing
Koppeling persoon en personage Leren van het personage Typetje spelen Verdwijnen in de rol Verschuilen achter de rol Iemand anders zijn Ontsnappen aan jezelf De rol zijn Buiten jezelf stappen Geloofwaardigheid
Uitdaging Vernieuwend
Soorten theater Humor: mensen aan het lachen maken Luchtig <> serieus
Functie, bijdrage, effect, invloed van het acteren Emoties, gevoelens Voelen, uiten, overbrengen Ontdekken, herkennen, gebruiken, oproepen, overnemen Inleven, meeleven, aanvoelen Beheersen, ermee om leren gaan, uitschakelen Koppelen Vergroten Ontroeren, overspoelen
~ 145 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
T:
Codeboom voor de categorie ‘Koppeling’
Koppeling Koppeling Oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Een rolletje spelen Leeftijdsfase (Voorbereiding op) de volwassenheid Verantwoordelijkheid Zelfstandigheid
(Los)koppeling Het acteren en de realiteit Persoonlijk en sociaal vlak Invloed vanuit de omgeving Familie, ouders, vrienden, leeftijdsgenoten Stimulerend (On)begrip Trots Verwachtingen Rust Ontspanning <> inspanning
Terugkoppeling Feedback, kritiek Delen van ervaringen, interactie
~ 146 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
U:
Frequentie van de codes voor De Noorderlingen
CODE (Los)Koppeling Emoties, gevoelens Effect op persoonlijk vlak Toekomst, verwachtingen Huidig gezelschap Groep Invloed vanuit de omgeving Leerzaam Zelfvertrouwen Herkenning, herkennen Vrijheid Werkwijze Effect op sociaal vlak Zelfkennis (Nieuwe) inzichten, visies Trots Feedback Ontwikkeling Verandering De rol, rollen Leeftijdsfase Stimulerend, stimulans Uiten Vrienden, ouders, familie Confronterend, confrontatie Delen van ervaringen Ervaring, ervaring opdoen Groei Jezelf erin kwijt kunnen Kritiek Sociale goedkeuring Waarom theater (leuk)? (On)zekerheid, onzekerheden Leermoment(en) Proces, proces <> product Samenwerken Soorten theater Veiligheid Durf Inleven Anders Eigen initiatief Eigenschappen, kwaliteiten Hoe in aanraking? Reflectie Streven naar beter Voorbeelden
FREQUENTIE 50x 33x 27x 26x 24x 22x 19x 19x 19x 15x, 3x 18x 18x 16x 16x 11x, 4x 15x 14x 14x 14x 13x 12x 10x, 2x 12x 6x, 5x, 1x 6x, 5x 11x 10x, 1x 11x 11x 11x 11x 11x 9x, 1x 10x 4x, 6x 10x 10x 10x 9x 9x 8x 8x 8x 8x 8x 8x 8x
~ 147 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Voorbereiding op de volwassenheid Zelfexpressie Doen alsof, echt voelen, echtheid Ontdekking, ontdekken Verbeeldingskracht Voelen Zelfreflectie Anders tegen dingen aan gaan kijken Bezoek voorstellingen Geloven in je, het eigen kunnen Inspirerend Ruimte Vragenlijst (On) tevredenheid Aanraden Andere, verschillende kanten van jezelf leren kennen Combinatie gezelschappen Leuk Ontspanning <> inspanning Openheid, openheid <> geslotenheid, openstellen Opleiding Twijfel(s) Warmte Zelfverzekerdheid Aan het denken gezet, zetten Beheersen Grenzen overschrijden, experimenteren met mogelijkheden zonder consequenties, mogelijkheden uitproberen Mensenkennis Oefenen met maatschappelijke rollen, verantwoordelijkheden Ontspanning Thematiek Uitdaging Zelfbewustwording, zelfbewustzijn Creatief bezig zijn, creativiteit Interactie Jezelf kunnen zijn Kwetsbaarheid Passie Plezier Sociaal gerespecteerd Sociale vaardigheden Vernieuwend Zelfacceptatie Zelfrespect Begrippen
~ 148 ~
8x 8x 4x, 2x, 1x 4x, 3x 7x 7x 7x 6x 6x 6x 6x 6x 6x 5x 5x 3x, 2x 5x 5x 5x 3x, 1x, 1x 5x 5x 5x 5x 4x 4x 1x, 2x, 1x
4x 4x 4x 4x 4x 3x, 1x 1x, 2x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 2x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Boodschap, iets meegeven aan het publiek Diversiteit Durven jezelf te laten zien Effect, bijdrage, invloed van het theater Ideeën Jezelf zijn Producties Steun Toepassing Uitlaatklep Verdieping Aandacht, narcisme Aanvulling Afwisseling Angst overwinnen Balans Beeld van theater Begrip Blootgeven Directheid Effect persoonlijk en sociaal vlak Elkaar helpen Empathie Energie Ermee om leren gaan Familiegevoel Frustraties eruit gooien Gedrevenheid Genieten Gevoeligheid Gezellig Humor Identiteit Iedereen heeft eigen idee, moeilijk samen te brengen In contact blijven Input Inspanning Intensief Interesses Kennis, mening over theater Kritisch kijken naar jezelf en de maatschappij Leergierig Leren naar elkaar te luisteren Met jezelf bezig zijn Negatief Niet te missen Onrustig Overbrengen Perfectionistisch
~ 149 ~
2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Respect Rol als uitvergroting van het zelf Schaamte Sociaal Sociale acceptatie Sociale kennis Sturing, handvaten Uitersten Verlegenheid Vertrouwen Voldoening Volwassener Vriendschap Wederzijdse invloed Zelfbegrip Zelfbeoordeling Zelfbescherming Zwakke kanten
1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
~ 150 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
V:
Frequentie van de codes voor het NNT Dichterbij Project
CODE Effect op persoonlijk vlak (Los) koppeling Zelfvertrouwen Huidig project Samenwerken Effect op sociaal vlak Emoties Toekomst, verwachtingen Inleven, inleving Werkwijze Bezoek voorstellingen Combinatie van gezelschappen De rol Herkenning, herkennen Invloed vanuit de omgeving Kritiek Leerzaam Soorten theater Verandering Vragenlijst (On)zekerheid Ervaring, ervaring opdoen Groep Ontwikkeling Stimulerend Vrijheid (Nieuwe) inzichten, visies Doen alsof, echt voelen Durf Jezelf erin kwijt kunnen Proces <> product Reflectie Thematiek Trots Anders tegen dingen aan gaan kijken Eigenschappen, kwaliteiten Leermoment Sociale goedkeuring Streven naar beter Voorbereiding op de volwassenheid Anders Begrippen Confronterend Feedback Groei Hoe in aanraking? Inspirerend
FREQUENTIE 17x 16x 13x 12x 11x 10x 10x 10x 8x, 1x 9x 8x 8x 8x 5x, 3x 8x 8x 8x 8x 7x 7x 6x 5x, 1x 6x 6x 6x 6x 5x 3x, 2x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x
~ 151 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Leuk Ontspanning <> inspanning Plezier Sociaal Voorbeelden Waarom theater leuk? Zelfkennis (On) tevredenheid Aan het denken zetten, zet aan tot nadenken Diversiteit Eigen initiatief Geloven in het eigen kunnen Gezellig Leeftijdsfase Oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Ontdekking Openheid Schaamte Sociale vaardigheden Uitdaging Uiten Zelfexpressie Zelfreflectie Zelfrespect Zelfverzekerdheid Delen van ervaringen Effect op persoonlijk en sociaal vlak Interesses Invloed van het acteren Kritisch kijken en oordelen Opleiding Sociaal gerespecteerd Verbeeldingskracht Verbetering Warmte Zelfacceptatie Zelfstandigheid Moeilijk Jezelf blijven Beheersen Verwachtingen
~ 152 ~
3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
W:
Frequentie van de codes voor Theater te Water, Winterproductie 2011-2012
CODE (Los) Koppeling Effect op persoonlijk vlak Emoties, gevoelens Effect op sociaal vlak De rol, rollen, masker opzetten Huidig gezelschap Toekomst, verwachtingen Leerzaam Groep Herkenning, herkennen, dichtbij Invloed vanuit de omgeving (Nieuwe) inzicht(en), visies Doen alsof, doen alsof <> echt voelen Trots Inleven Zelfvertrouwen Leuk Opleiding Samenwerken Groei Ontspanning, ontspanning <> inspanning Soorten theater Uitdaging(en) (aangaan) Voelen Werkwijze Zelfkennis Confronterend Eigenschappen, kwaliteiten Ervaring Feedback Huidige productie Leermoment(en), breekpunten Leeftijdsfase Ontwikkeling Plezier Streven naar beter Thematiek Verandering Vragenlijst Vrienden, familie, ouders Vrijheid, bevrijdend Waarom theater (leuk)? Zelfverzekerdheid Anders tegen dingen aan gaan kijken Durf Eigen initiatief, invulling Inspirerend, inspiratie
FREQUENTIE 29x 29x 21x, 2x 22x 19x, 1x 20x 20x 17x 16x 9x, 5x, 1x 15x 10x, 3x 8x, 5x 13x 12x 12x 11x 11x 11x 10x 3x, 7x 10x 10x 10x 10x 10x 9x 9x 9x 9x 9x 8x, 1x 8x 8x 8x 8x 8x 8x 8x 5x, 2x, 1x 7x, 1x 8x 8x 7x 7x 4x, 3x 7x
~ 153 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Kritiek Onzekerheid Reflectie Stimulerend Voorbeelden Anders, veraf Bezoek voorstellingen Sociale goedkeuring Volwassenheid, volwassener Voorbereiding op de volwassenheid Warmte Delen van ervaringen Grenzen opzoeken, overgaan Hoe in aanraking? Interactie Jezelf erin kwijt kunnen Openheid Rust Schaamte Uiten Veiligheid (On) Tevredenheid Ervaring opdoen, verbreding Geloven in het eigen kunnen Ontdekking, jezelf ontdekken Proces, proces <> product Sociale vaardigheden Verbeeldingskracht, fantasie Zelfacceptatie Aanraden Begrippen Diversiteit Energie erin kwijt kunnen Gek doen <> serieus zijn, luchtig <> serieus Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Mensenkennis Naar elkaar toe groeien Oefenen voor maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Overnemen Passie Publiek Sfeer, familiegevoel Sociaal gerespecteerd Twijfel Vernieuwend, vernieuwing Aan het denken zetten, gezet Aanvoelen Anders naar jezelf kijken Combinatie van gezelschappen
~ 154 ~
7x 7x 7x 7x 7x 5x, 1x 6x 6x 4x, 2x 6x 6x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 4x 3x, 1x 4x 3x, 1x 1x, 3x 4x 3x, 1x 4x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 1x, 2x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 2x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Concentratie Genieten Identificatie Identiteit, eigenheid behouden Luisteren naar anderen Mogelijkheden uitproberen Nieuwe kanten van jezelf leren kennen Positief Producties Steun Structuur Theater <> muziek Uit je schulp kruipen Van jongere naar volwassene, van puberteit naar volwassenheid Verantwoordelijkheid Zelfexpressie Zelfreflectie Aanpassen aan de groep waarin je vertoeft Acceptie van onzekerheden Afzonderen als individu Analyseren Angst overwinnen Begrip Beheersen Bloei Dichtbij jezelf blijven Doorbreken van een sleur Doorbreken van routines, problemen, frustraties Doorzettingsvermogen Druk Enthousiasme Experimenteren zonder consequenties Fantasie Focus Functie van het acteren Gebruiken in de rol Gedachten loslaten Geen klik Gerespecteerd voelen Gezelligheid Het theaterwereldje In de aandacht staan Inspannend Intensief Jaloezie Je anders voordoen Jezelf blootleggen Jezelf kunnen zijn Jezelf ontdekken
~ 155 ~
2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Kibbelen Knop omzetten Koppig, eigenwijs Kost energie Leren met jezelf om te gaan Meedenkend Mening vormen Moeilijk om erover te praten Nuchterder Onplezierig Ontspanning <> kritisch kijken Persoonlijke interesse Persoonlijke ontwikkeling Realistischer Reflectie op het zelf en de maatschappij Ruimte Spanning Spontaniteit Strubbelingen Sturing Uitlaatklep Uitschakelen Verdiepen Verdwijnen in de rol Verlegenheid Verrijking Verschillen Vertrouwen Voor jezelf opkomen Zelfrespect Zoektocht
1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
~ 156 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
X:
Frequentie van de codes voor Kunst, Theater, Media en Muziek CODE (Los) Koppeling Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Samenwerken De rol, rollen, rolletje, typetje Bezoeken van voorstellingen Toekomst, verwachtingen Inleven, meeleven Groep Leeftijdsfase Huidig gezelschap Emoties, gevoelens Invloed vanuit de omgeving Ontwikkeling Soorten theater Herkenning, herkennen Leerzaam Vrijheid Durf Eigenschappen, kwaliteiten Verandering Zelfkennis Zelfvertrouwen Feedback Visies, (nieuwe) inzichten Vragenlijst Ervaring, ervaring opdoen Onzekerheid Stimulerend, stimulans Werkwijze Openheid Uitdaging Eigen initiatief, persoonlijke invulling Kritiek Leuk Ontspanning, ontspanning <> inspanning Plezier Thematiek Anders Confronterend Inspirerend Jezelf erin kwijt kunnen Voorbeelden Opleiding Proces <> product Sociaal gerespecteerd Streven naar beter
FREQUENTIE 53x 43x 27x 27x 25x, 1x 25x 25x 22x, 1x 22x 21x 20x 16x, 3x 19x 19x 19x 13x, 5x 18x 18x 17x 17x 17x 17x 17x 16x 2x, 14x 15x 13x, 1x 14x 8x, 6x 14x 13x 13x 8x, 4x 12x 12x 6x, 6x 12x 12x 11x 11x 11x 11x 11x 10x 10x 10x 10x
~ 157 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Voorbereiding op de volwassenheid, volwassener Waarom theater (leuk)? Twijfel Veiligheid Vrienden, familie Groei Reflectie Doen alsof Gezelligheid Grenzen opzoeken, overgaan, verleggen Passie Begrippen Delen van ervaringen Geloven in het eigen kunnen Hoe in aanraking? Mensenkennis Oefenen voor maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Ontdekking, ontdekken Sociale goedkeuring Trots Zelfacceptatie Zelfverzekerdheid (On) Begrip Diversiteit Interactie Leermoment(en), leerpunten Ontspanning <> kritisch kijken Productie(s) Schaamte Sociale vaardigheden Uiten Verbeeldingskracht, verbeelding Warmte Aanraden Boodschap Combinatie van gezelschappen Mogelijkheden uitproberen, experimenteren met Rust Samen met vrienden en/of familie, alleen Vernieuwend, vernieuwing Zelfexpressie Zelfrespect (Makkelijker dingen) relativeren (On) Tevredenheid Aan het denken zetten, worden gezet Anders tegen dingen aan gaan kijken Jezelf kunnen zijn Jezelf presenteren, presentatie ten opzichte van anderen Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Luchtig <> serieus
~ 158 ~
6x, 4x 10x 9x 9x 5x, 4x 8x 8x 7x 7x 7x 7x 6x 6x 6x 6x 6x 6x 5x, 1x 6x 6x 6x 6x 5x 5x 5x 4x, 1x 5x 5x 5x 5x 5x 4x, 1x 5x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 3x, 1x 4x 4x 3x 3x 3x 3x 3x 2x, 1x 3x 3x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Nieuwen kanten van jezelf leren kennen, ontdekken Uitlaatklep Voelen Zelfreflectie Zoektocht Acceptatie Anderen, elkaar helpen Effect op persoonlijk en sociaal vlak Humor, mensen aan het lachen maken Jezelf blootgeven Leermoment <> leerproces Luisteren naar anderen Ruimte Situaties aanvoelen, aan situaties aanpassen Vertrouwen Zelfbewustwording, zelfbewustzijn Andere kanten van jezelf leren kennen Angst overwinnen Bewondering Buiten jezelf stappen Comfortabel Complimenten Direct Discussie opwekken bij het publiek Een verhaal vertellen Elkaar helpen Facetten Fantasie Focus Fysiek bezig zijn Genieten Geslotenheid Identiteit Kwetsbaarheid Leren van het personage Loslaten Losser, vrijer Makkelijke prater Masker Motiverend Optimistisch Socialer Structuur Uitvergroting van het zelf Verbetering Verwachtingen Vindingrijkheid Voorbeeldfunctie Vriendschap Verantwoordelijkheid
~ 159 ~
3x 3x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x, 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x x1
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Y:
Frequentie van de codes voor de Jeugdtheaterschool CODE (Los) Koppeling Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Samenwerken De rol, rollen, rolletje, typetje Bezoeken van voorstellingen Toekomst, verwachtingen Inleven, meeleven Groep Leeftijdsfase Huidig gezelschap Emoties, gevoelens Invloed vanuit de omgeving Ontwikkeling Soorten theater Herkenning, herkennen Leerzaam Vrijheid Durf Eigenschappen, kwaliteiten Verandering Zelfkennis Zelfvertrouwen Feedback Visies, (nieuwe) inzichten Vragenlijst Ervaring, ervaring opdoen Onzekerheid Stimulerend, stimulans Werkwijze Openheid Uitdaging Eigen initiatief, persoonlijke invulling Kritiek Leuk Ontspanning, ontspanning <> inspanning Plezier Thematiek Anders Confronterend Inspirerend Jezelf erin kwijt kunnen Voorbeelden Opleiding Proces <> product Sociaal gerespecteerd Streven naar beter
FREQUENTIE 53x 43x 27x 27x 25x, 1x 25x 25x 22x, 1x 22x 21x 20x 16x, 3x 19x 19x 19x 13x, 5x 18x 18x 17x 17x 17x 17x 17x 16x 2x, 14x 15x 13x, 1x 14x 8x, 6x 14x 13x 13x 8x, 4x 12x 12x 6x, 6x 12x 12x 11x 11x 11x 11x 11x 10x 10x 10x 10x
~ 160 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Voorbereiding op de volwassenheid, volwassener Waarom theater (leuk)? Twijfel Veiligheid Vrienden, familie Groei Reflectie Doen alsof Gezelligheid Grenzen opzoeken, overgaan, verleggen Passie Begrippen Delen van ervaringen Geloven in het eigen kunnen Hoe in aanraking? Mensenkennis Oefenen voor maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Ontdekking, ontdekken Sociale goedkeuring Trots Zelfacceptatie Zelfverzekerdheid (On) Begrip Diversiteit Interactie Leermoment(en), leerpunten Ontspanning <> kritisch kijken Productie(s) Schaamte Sociale vaardigheden Uiten Verbeeldingskracht, verbeelding Warmte Aanraden Boodschap Combinatie van gezelschappen Mogelijkheden uitproberen, experimenteren met Rust Samen met vrienden en/of familie, alleen Vernieuwend, vernieuwing Zelfexpressie Zelfrespect (Makkelijker dingen) relativeren (On) Tevredenheid Aan het denken zetten, worden gezet Anders tegen dingen aan gaan kijken Jezelf kunnen zijn Jezelf presenteren, presentatie ten opzichte van anderen Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Luchtig <> serieus
~ 161 ~
6x, 4x 10x 9x 9x 5x, 4x 8x 8x 7x 7x 7x 7x 6x 6x 6x 6x 6x 6x 5x, 1x 6x 6x 6x 6x 5x 5x 5x 4x, 1x 5x 5x 5x 5x 5x 4x, 1x 5x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 3x, 1x 4x 4x 3x 3x 3x 3x 3x 2x, 1x 3x 3x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Nieuwen kanten van jezelf leren kennen, ontdekken Uitlaatklep Voelen Zelfreflectie Zoektocht Acceptatie Anderen, elkaar helpen Effect op persoonlijk en sociaal vlak Humor, mensen aan het lachen maken Jezelf blootgeven Leermoment <> leerproces Luisteren naar anderen Ruimte Situaties aanvoelen, aan situaties aanpassen Vertrouwen Zelfbewustwording, zelfbewustzijn Andere kanten van jezelf leren kennen Angst overwinnen Bewondering Buiten jezelf stappen Comfortabel Complimenten Direct Discussie opwekken bij het publiek Een verhaal vertellen Elkaar helpen Facetten Fantasie Focus Fysiek bezig zijn Genieten Geslotenheid Identiteit Kwetsbaarheid Leren van het personage Loslaten Losser, vrijer Makkelijke prater Masker Motiverend Optimistisch Socialer Structuur Uitvergroting van het zelf Verantwoordelijkheid Verbetering Verwachtingen Vindingrijkheid Voorbeeldfunctie Vriendschap
~ 162 ~
3x 3x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x, 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Z:
Frequentie van de codes voor De Steeg CODE (Los) Koppeling Zelfvertrouwen Effect op persoonlijk vlak Vrijheid Werkwijze Toekomst, verwachtingen Feedback Herkenning Opleiding Thematiek Combinatie van gezelschappen Durf De rol, rollen Eigen initiatief, invulling Eigenschappen, kwaliteiten Inleven Openheid Passie Productie(s) Ervaring Huidig gezelschap Inspirerend Samenwerken Uitdaging Voorbeelden Bezoek(en) van voorstellingen Boodschap Effect op sociaal vlak Emoties Fantasie Groep Inzichten Leeftijdsfase Leerzaam Soorten theater Zelfkennis Aan het denken zetten, aan het denken worden gezet Anders Confronterend Doelgroep Eerder volwassen, volwassener Geloven in het eigen kunnen Grenzen opzoeken Huidige voorstelling, productie Invloed vanuit de omgeving Jezelf erin kwijt kunnen Jezelf kunnen zijn, zijn en blijven
~ 163 ~
FREQUENTIE 13x 11x 10x 10x 10x 9x 8x 8x 8x 8x 7x 7x 3x, 3x 3x, 3x 6x 6x 6x 6x 6x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 3x 3x 3x 3x 1x, 2x 3x 3x 3x 3x 3x 2x, 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Kritiek Leermoment(en) Ontwikkeling Onzekerheid, onzeker Proces <> product Reflectie Sociaal gerespecteerd Stimulerend, stimulans Trots Twijfel Veiligheid Verandering Vragenlijst Waarom theater? Zelfrespect Alleen of samen met anderen gaan Begrippen Geloofwaardigheid Genieten Groei Hoe in aanraking? Kwetsbaarheid Leermoment Leuk Luchtig <> serieus Mening geven over theater, bepaalde kwesties Oefenen voor maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Ontspanning <> inspanning Perfectionisme Structuur Verbeeldingskracht, verbeelding Volwassener Zelfacceptatie Zelfreflectie Aanpassen aan doelgroep Anders tegen dingen aan gaan kijken Angsten overwinnen Communiceren met het publiek Delen van ervaringen Diversiteit Doen alsof Eigen weg gevonden Erkenning Extra druk Gezelligheid Het theaterwereldje Iets meegeven Intensief
~ 164 ~
3x 3x 3x 3x 2x, 1x 3x 3x 3x 2x, 1x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x, 1x 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Interactie Jezelf blootgeven Jezelf laten zien Jezelf tegenkomen Lekker in je vel zitten Nieuwe kanten van jezelf ontdekken Ontdekking Ontspanning <> kritisch kijken Positief Rekening houden met de doelgroep Ruimte Schaamte Sociale goedkeuring Streven naar beter Uit je schulp komen Uitlaatklep Verdieping, verbreding van het zelf Vernieuwing Vriendschap Zelfexpressie Zoektocht
1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
~ 165 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
AA:
Frequentie van de codes voor Theater te Water Zomerproductie 2012 | deel 1 CODE Effect op persoonlijk vlak (Los) Koppeling De rol, het personage Emoties, gevoelens Opleiding Werkwijze Verwachtingen, hoop Herkenning, herkennen, dichtbij Ontwikkeling Huidig gezelschap Toekomst, verwachtingen Feedback Zelfvertrouwen Ervaring, ervaring opdoen Combinatie van gezelschappen Effect op sociaal vlak Eigenschappen, kwaliteiten Groei Inleven Soorten theater Groep Kritiek Openheid Uitdaging Verandering Waarom theater? Anders, veraf Durf, durven Leerzaam (Niet) Stimulerend, stimulans Invloed vanuit de omgeving Rust Samenwerken Veiligheid Vragenlijst Zelfkennis (Nieuwe) inzichten Delen van ervaringen Inspirerend Ontspanning <> inspanning, ontspanning Structuur Thematiek Vrijheid Zelfexpressie Confronterend Eigen initiatief, invulling Grenzen overgaan, bewaken, grensoverschrijdend
~ 166 ~
FREQUENTIE 34x 32x 21x, 4x 19x, 6x 25x 23x 20x, 1x 13x, 4x, 1x 18x 17x 15x 14x 14x 11x, 2x 12x 12x 12x 12x 12x 12x 11x 11x 11x 11x 11x 11x 9x, 1x 8x, 2x 10x 5x, 4x 9x 9x 9x 9x 9x 9x 8x 8x 8x 6x, 2x 8x 8x 8x 8x 7x 6x, 1x 6x, 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Jezelf kunnen zijn Passie Twijfel(s) Voorbeelden Bezoek voorstellingen Anders tegen dingen aan gaan kijken Diversiteit, brede interesse Geloven, geloof in het eigen kunnen Genieten Grappig, luchtig <> serieus Onzekerheid Proces, proces <> product Schaamte Sociaal gerespecteerd Sociale goedkeuring Uiten Verlegenheid Begrippen Frustraties Hoe in aanraking? Leermoment, breekpunt Mensenkennis Spontaniteit Trots Zelfverzekerdheid Angsten overwinnen Doen alsof Enthousiasme Experimenteren met mogelijkheden, rollen en grenzen Gezelligheid Het theaterwereldje Huidige productie Jezelf erin kwijt kunnen Kritisch leren kijken Ontdekken van het zelf, sterke punten Positiviteit <> negativiteit Productie(s) Streven naar beter (On) geduld(ig) Begrip Boodschap Diepgang, verdiepen Energie Fantasie Interactie Uit je schulp komen, kruipen Voelen Voldoening Warmte Zelfacceptatie
~ 167 ~
7x 7x 7x 7x 6x 5x 4x, 1x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 4x 4x 4x 3x, 1x 4x 4x 4x 4x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 1x, 1x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Zelfreflectie Aan het denken zetten, gezet Aanvoelen Acteren <> maken Behulpzaam Blijdschap Blokkade Directheid Droom Eerlijkheid Effect op persoonlijk en sociaal vlak Eigen mening vormen en geven Fascinatie voor mensen Gericht op een specifieke doelgroep Gespannen Het publiek betrekken, eenheidsgevoel Iemand anders zijn Improvisatie Jezelf laten zien Koppeling het zelf en het personage Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Leeftijdsfase Leergierig Leidende rol Leuk Maatschappij Niet in een sleur terechtkomen Oefenen voor maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Omgang met anderen Onrustig Ontroeren Oproepen Plezier Routines Sociaal leven Sociale vaardigheden Spanning Teveel nadenken Tevredenheid Theater en dans Uitlaatklep Verbetering Vergroting Verrijking Verschuilen achter de rol Vrienden, familie Vrolijkheid Zelfbewustwording Zelfrespect
2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
~ 168 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
BB:
Frequentie van de codes voor Theater te Water Zomerproductie 2012 | deel 2 CODE Effect op persoonlijk vlak Groep (Los, terug) koppeling De rol, rollen Leerzaam Feedback Reflectie, terugblik Toekomst, verwachtingen Groei Zelfkennis Ervaring, ervaring(en) opdoen Rust Emoties, gevoelens Jezelf erin kwijt kunnen Anders tegen dingen aan gaan kijken Uitdaging Verandering Zelfvertrouwen Diversiteit Zelfexpressie Effect op sociaal vlak Genieten Huidig gezelschap Ontspanning, ontspanning <> inspanning Samenwerken Sleur Streven naar beter, jezelf verbeteren Werkwijze Zelfreflectie (Nieuwe) inzichten Confronterend Eigen grenzen leren kennen, aangeven, overgaan Frustraties uiten Geloven in het eigen kunnen Kritiek (verwerken, toepassen) Ontdekken Twijfel Verwachtingen Vrijheid Inleven Leermomenten Leuk Mensenkennis Ontwikkeling Onzekerheid Veiligheid Zelfverzekerdheid
~ 169 ~
FREQUENTIE 20x 18x 16x 15x 15x 13x 13x 12x 11x 11x 4x, 6x 10x 9x 9x 8x 8x 8x 8x 7x 7x 6x 6x 6x 1x, 5x 6x 6x 5x, 1x 6x 6x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x 4x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Angst(en) overwinnen Durf Eigen initiatief, invulling Eigenschappen, kwaliteiten Energie Geduld Herkenning, herkennen Jezelf kunnen zijn en blijven Openheid Trots Combinatie van gezelschappen Delen van ervaringen Eerlijkheid Inspanning Koppeling, combinatie het zelf en personage Kost energie, negatieve energie Nieuwe kanten van jezelf leren kennen Opleiding Proces Sfeer Structuur Uiten Vermoeiend Vernieuwend Voelen Zelfacceptatie Zelfbewustwording (On) tevredenheid Aan het denken zetten, gezet Aanraden Anders dan jezelf zijn Beheersen Benauwend Bewust zijn van emoties Blokkade De rol zijn Dingen bespreken Doen alsof Draai gevonden Druk Fantasie Gedachten vastleggen Gemoederen Gespannenheid Gesprekken Huidige productie In de rol blijven Inspirerend Invloed van het acteren Jezelf niet kunnen laten zien
~ 170 ~
3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 2x 2x 2x 2x 2x 1x, 1x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Knelpunten herkennen Leeftijdsfase Loslaten Mogelijkheden uitproberen Mooi Naar elkaar toe groeien Oefenen met nieuw (maatschappelijk) gedrag Onbewust de rol spelen Ontsnappen aan jezelf Op jezelf letten Op zoek naar het eigen levenspad Overspoelen Plezier Producties Rekening houden met elkaar Schaamte Sociale acceptatie Soorten publiek Spanningen in de groep Strubbelingen Teveel op elkaars lip Uitlaatklep Uitstraling Veel nadenken Verlegenheid Voldoening Waarom theater? Weinig uitdieping Zelfconfrontatie Zoektocht
~ 171 ~
1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
CC:
De frequenties van de codes voor alle gezelschappen samen CODE (Los, terug) koppeling Effect op persoonlijk vlak Toekomst, verwachtingen (Bewust zijn van) emoties, gevoelens De rol, rollen, rolletje, typetje, personage Zelfvertrouwen Effect op sociaal vlak Leerzaam Werkwijze Groep Huidig gezelschap, project Herkenning, herkennen, herkenbaar, dichtbij Opleiding (Nieuwe) inzichten, visies Invloed vanuit de omgeving Inleven, inleving, meeleven (Persoonlijke) Ontwikkeling Samenwerken Ervaring, ervaring(en) opdoen Zelfkennis Vrijheid Feedback Soorten theater Verandering Bezoek(en) voorstellingen Durf, durven Groei Eigenschappen, kwaliteiten Kritiek (verwerken, toepassen) (On) zekerheid, onzekerheden Confronterend, confrontatie Trots Uitdaging(en) (aangaan) Waarom theater (leuk)? (Niet) stimulerend, stimulans Thematiek Combinatie van gezelschappen Leeftijdsfase Reflectie, terugblik, gesprekken Inspirerend, inspiratie Jezelf erin kwijt kunnen Anders, veraf Vragenlijst Eigen initiatief, persoonlijke invulling Openheid, openheid <> geslotenheid, openstellen
~ 172 ~
FREQUENTIE 244x 214x 141x 138x 131x 130x 114x 109x 106x 105x 104x 76x, 24x, 1x, 2x 98x 95x 94x 90x, 2x, 1x 91x 91x 70x, 15x 85x 84x 83x 80x 79x 73x 65x, 4x 68x 66x 65x 64x 56x, 5x 61x 61x 59x 42x, 16x 58x 57x 57x 55x 53x 53x 48x, 4x 52x 50x 47x, 1x, 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Leermoment(en), leerpunten, breekpunten, knelpunten Voorbeelden Streven naar beter Proces, proces <> product Geloven, geloof in je, het eigen kunnen, jezelf Ontspanning <> inspanning, balans Anders tegen dingen aan gaan kijken Delen van ervaringen Veiligheid Sociale goedkeuring Twijfel(s) Leuk Vrienden, ouders, familie, leeftijdsgenoten Doen alsof, doen alsof <> echt voelen, echtheid Voorbereiding op de volwassenheid Hoe in aanraking? Diversiteit, brede interesse Ontdekking, (jezelf, sterke punten) ontdekken Zelfexpressie Zelfverzekerdheid Grenzen leren kennen, aangeven, opzoeken, overgaan, overschrijden, verleggen Sociaal gerespecteerd Uiten Passie Rust, rust <> opwinding Jezelf kunnen zijn en blijven, dichtbij jezelf blijven Schaamte Verwachtingen, hoop Voelen Plezier Mensenkennis Oefenen met maatschappelijke rollen, verantwoordelijkheden, gedrag Zelfacceptatie Begrippen Genieten Productie(s) Sturing, structuur, handvaten Verbeeldingskracht, verbeelding aanspreken Ontspannend, ontspanning Ruimte Warmte Zelfreflectie Zelfrespect Aan het denken gezet, zetten, zet aan tot nadenken
~ 173 ~
45x, 3x 46x 45x 7x, 36x 42x 42x 41x 40x 40x 39x 39x 37x 17x, 6x, 13x, 1x 36x 36x 35x 32x, 2x 21x, 13x 34x 34x 33x 32x 32x 31x 30x 29x 28x 28x 28x 27x 26x 25x 25x 22x 22x 22x 21x 21x 20x 20x 20x 20x 20x 19x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Boodschap, dingen, bespreken iets meegeven aan het publiek Interactie (On) tevredenheid Sociale vaardigheden Energie erin kwijt kunnen, kost (negatieve) energie Huidige voorstelling, productie Luchtig, humor, gek doen, grappig <> serieus Gezellig(heid) Vernieuwend, vernieuwing Aanraden Andere, verschillende, nieuwe kanten van jezelf leren kennen, ontdekken Ontspanning <> kritisch kijken en oordelen (On) begrip Volwassen(er) dan leeftijdsgenoten, vrienden Angst(en) overwinnen Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Doorbreken van routines, problemen, (niet in een) sleur terechtkomen Fantasie Experimenteren met mogelijkheden, rollen, grenzen zonder consequenties, mogelijkheden uitproberen Uitlaatklep Verdieping, diepgang, verdiepen, verbreding Zelfbewustwording, zelfbewustzijn Effect op persoonlijk en sociaal vlak Mogelijkheden uitproberen, experimenteren met Verlegenheid Beheersen Kwetsbaarheid Positief, negatief, positiviteit <> negativiteit Zoektocht naar het zelf (Aanpassen aan) doelgroep Alleen of samen met anderen gaan Direct(heid), direct zijn Het theaterwereldje Identiteit, eigenheid (behouden) Jezelf (niet kunnen) laten zien, jezelf presenteren Koppeling, combinatie van het zelf en het personage, de rol zijn, in de rol blijven, onbewust de rol spelen Kritisch kijken naar jezelf en de maatschappij, kritische blik Perfectionistisch, perfectionisme Socialer, sociaal leven
~ 174 ~
18x 18x 17x 17x 16x 16x 16x 15x 15x 14x 13x 13x 12x 12x 11x 11x 10x 10x 9x
9x 9x 7x, 2x 8x 8x 8x 7x 7x 3x, 1x, 3x 7x 6x 6x 6x 6x 6x 6x 6x
6x 6x 6x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
(On) geduld(ig) Effect, bijdrage, functie invloed van het theater Elkaar, anderen helpen, behulpzaam Enthousiasme Frustraties eruit gooien Jezelf blootgeven Mening geven, vormen over theater, bepaalde kwesties Spontaniteit Uit je schulp komen, kruipen Verbetering Aanvoelen Druk Focus, concentratie Fysiek bezig zijn Inspanning, inspannend Jezelf tegenkomen, spiegel Luisteren naar anderen Naar elkaar toe groeien Publiek betrekken, eenheidsgevoel Spanning, gespannenheid Steun Theater en muziek, theater en dans Voldoening (Makkelijker dingen) relativeren Communiceren met het publiek Creatief bezig zijn, creativiteit Denken uitschakelen, teveel nadenken Eerlijkheid Eigen weg, richting, levenspad zoeken, gevonden Familiegevoel Gedachten loslaten Humor, mensen aan het lachen maken Intensief Interesses Je anders voordoen, iemand anders zijn, anders dan jezelf zijn Masker opzetten Omgang met anderen Rol als uitvergroting van het zelf Sfeer Situaties aanvoelen, aan situaties aanpassen, op situaties inspelen Spanningen, strubbelingen in de groep Verantwoordelijkheid nemen Verrijking Vertrouwen Vriendschap (In de) aandacht (staan), narcisme
~ 175 ~
5x 5x 4x, 1x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 5x 4x 4x 4x 4x 4x 3x, 1x 4x 4x 4x 4x 4x 3x, 1x 4x 3x 3x 1x, 2x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 3x 2x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Acceptatie Acteren <> bezoek Anders naar jezelf kijken Balans effect op persoonlijk en sociaal vlak Durven jezelf te laten zien Eigenwijs, koppig Erkenning Geloofwaardigheid Ideeën Identificatie Kennis, mening over theater Leergierig Leermoment <> leerproces Lichamelijkheid, lichaam inzetten Losser, vrijer, bevrijdend Met jezelf bezig zijn, leren met jezelf omgaan Moeilijk (om erover te praten) Moeite met bepaalde rollen, ongemakkelijk voelen Notities maken, gedachten vastleggen Onrustig Persoonlijke interesse Sociale acceptatie Toepassing Van jongere naar volwassene, van puberteit naar volwassenheid Verdwijnen in, verschuilen achter de rol Vermoeiend Verplaatsen in een ander Aanpassen aan de groep Aanvulling Acteren <> produceren Afwisseling Afzonderen Analyseren Beeld van theater Benauwend Bewondering Blijdschap Bloei Blokkade Buiten jezelf stappen Comfortabel Complimenten De knop omzetten Discussie opwekken bij het publiek Doorzettingsvermogen Draai gevonden Droom Een verhaal vertellen
~ 176 ~
2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Empathie Ermee om leren gaan Facetten Fascinatie voor mensen Gebruiken in de rol Gedrevenheid Geen klik Gemoederen Geslotenheid Gevoeligheid Iedereen heeft eigen idee, moeilijk samen te brengen Improvisatie In contact blijven In het diepe gegooid Input Jaloezie Je mag fouten maken Jezelf ontdekken Kibbelen Lef Leidende rol Lekker in je vel zitten Leren naar elkaar te luisteren Leren van het personage Maatschappij Makkelijke prater Meedenkend Mooi Motiverend Niet te missen Nuchterder Onplezierig Ontroeren Ontsnappen aan jezelf Op jezelf letten Oproepen Optimistisch Overbrengen Overnemen Overspoelen Realistischer Rekening houden met elkaar Respect Sociaal begrip Sociale kennis Soorten publiek Teveel op elkaars lip Theater als medium Theorie <> praktijk
~ 177 ~
1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Uitersten Uitschakelen Uitstraling Verhalen vertellen Verschillen Vindingrijkheid Voor jezelf opkomen Voorbeeldfunctie Vrolijkheid Wederzijdse invloed Weinig uitdieping Zelfbegrip Zelfbeoordeling Zelfbescherming Zelfconfrontatie Zelfinzicht Zelfontdekking Zwakke kanten
1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
~ 178 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
DD:
De definities van de codes in het kader van het onderzoek Definities van de codes in het kader van het onderzoek Aandacht Aanraden
Anders tegen dingen aan gaan kijken Bezoek voorstellingen
Bloei Combinatie van gezelschappen Confronterend
Creatief bezig zijn
Delen van ervaringen Dichtbij jezelf blijven
Dingen loslaten, relativeren
Diversiteit, brede interesse
Een rolletje spelen Eigenschappen, kwaliteiten
Emoties, gevoelens Energie erin kwijt kunnen
Op het podium staan en bekeken worden door anderen. De focus is op het jou gericht. Of de respondenten het acteren zien als invloed en effect op de identiteitsontwikkeling van individuen en of hij of zij het acteren dus adviseren als een goed middel hiervoor. Een mogelijk effect van het acteren, zo heeft het individu bijvoorbeeld nieuwe visies of inzichten gekregen ten opzichte van het zelf of bepaalde kwesties. De ervaring van de respondent met het bezoeken van voorstellingen, gekoppeld aan de soorten theater, met wie de voorstellingen worden bezocht, waarop de keuze van een voorstelling wordt gebaseerd of hij of zij een voorstelling bezoekt om te genieten of te ontspannen, zichzelf te laten inspireren of om kritisch te kijken, te oordelen of te analyseren. Kan worden gekoppeld aan het effect van het acteren op het persoonlijke vlak, de mogelijke ontluiking, groei, ontwikkeling of ontplooiing van het individu. Een aantal van de respondenten zijn (gelijktijdig) verbonden aan of hebben ervaring met verschillende theatergezelschappen of projecten en hun (diverse) werkwijzen. Door te acteren kan het individu met zichzelf in aanraking worden gebracht, wat zowel positieve, als negatieve gevolgen zou kunnen hebben. Deze confrontatie zou een proces van zelfreflectie en zelfbeoordeling in gang kunnen zetten, waarna zelfvertrouwen kan worden vergroot of verminderd. Het origineel, vindingrijk en scheppend bezig zijn en bedenken en maken van nieuwe, vernieuwende, uitdagende, inventieve, artistieke, fantasierijke ‘producten’. In interactie treden met anderen om het zelf heen en bepaalde belevenissen, gevoelens, emoties en gedachtes met hen delen. Trouw blijven aan jezelf, bewuste keuzes maken die in overeenstemming zijn met het eigen gevoel. In het acteren zou dit bijvoorbeeld het goed nadenken over bepaalde rollen en de verhouding van het zelf en het personage kunnen betekenen. De betrekkelijkheid van dingen erkennen of benadrukken, dingen nuchterder bekijken. Het acteren zou een middel kunnen zijn om bepaalde frustraties eruit te gooien of tot bepaalde inzichten te komen. Een verscheidenheid of variatie aan belangstelling voor dingen. Dit zouden bijvoorbeeld genres in het theater, ervaringen (acteren en bezoeken van voorstellingen) of het samenwerken met diverse mensen kunnen zijn. In het kader van de (los)koppeling van het acteren en de realiteit zou dit een anders voordoen dan jezelf kunnen betekenen. De karaktertrekken die een individu zou kunnen bezitten en waar hij of zij al dan niet tevreden mee is en die kunnen worden gebruikt bij het acteren of in de omgang met anderen. Gevoelens of reacties als gevolg van bepaalde zintuiglijke waarnemingen of mentale ervaringen. Een aantal respondenten gebruiken het acteren om bepaalde ervaringen, gevoelens, frustraties of gedachten eruit te kunnen gooien. Dit zou kunnen resulteren in een voldaan en afgepeigerd gevoel.
~ 179 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Erkenning Ervaring
Ervaring(en), kennis opdoen
Frustraties eruit gooien Geloofwaardigheid Geloven in het eigen kunnen Grenzen opzoeken, overgaan, verleggen, bewaken Groei
Groep Herkenning
Identiteit, eigenheid, op zoek naar de eigen weg Interactie, communiceren met het publiek Invloed vanuit de omgeving
Jezelf erin kwijt kunnen Jezelf presenteren, jezelf kunnen laten zien, durven jezelf te laten zien Jezelf kunnen zijn en blijven, op jezelf letten Jezelf blootleggen, met jezelf bezig zijn, leren met jezelf omgaan Kwetsbaarheid Koppeling persoonlijk en sociaal vlak
De erkenning van het zelf door het individu zelf en anderen om hem of haar heen. Bepaalde (praktische) kennis en belevenissen die door het individu zijn opgedaan in het verleden. In het acteren zou dit kunnen worden gezien als het aantal jaren dat het individu bezig is met het acteren, de soorten theater en werkwijzen waarmee hij of zij bekend is en of dergelijke ervaringen als positief of negatief zijn ervaren. Het individu is bedreven of bekwaam in een bepaald kennisgebied of praktijk. In het theater kunnen door het individu ervaringen en kennis worden opgedaan waarna een persoonlijke en sociale verbreding zou kunnen volgen en een brede, diverse interesse kan worden ontwikkeld. Bepaalde teleurstellingen kunnen door het individu in het acteren worden gebruikt of verwerkt. De mate waarin er in het spelen van de eigen rol door het individu wordt geloofd en het geloof in deze rol door het publiek. Kan worden gekoppeld aan het zelfvertrouwen, geloven in hetgeen je als individu denkt, voelt en waar je goed in bent. Tijdens het acteren kan het individu met het zelf worden geconfronteerd, tevens kan het individu bepaalde nieuwe kanten van zichzelf ontdekken en bepaalde drempels overgaan. De ontwikkeling van het individu als gevolg van het effect van het acteren op het persoonlijke vlak. Het individu zou zichzelf mogelijk kunnen ontdekken en ontplooien wat een verrijking tot gevolg zou kunnen hebben. De medeacteurs (gezelschappen), klasgenoten (opleidingen) of deelnemers (projecten) waarmee de respondent samenwerkt. Dit kan gekoppeld worden aan het acteren in de zin van de rollen die het individu kan spelen, en of hij of zij zichzelf op bepaalde vlakken in de rol of thematiek kan herkennen. Het gevoel van een eigen persoonlijkheid, weten wie je zelf bent en/of wilt zijn. Het contact en wisselwerking tussen de respondenten en de anderen in de groep en tussen de respondenten en het publiek. Onder de omgeving worden familie, ouders, vrienden en leeftijdsgenoten verstaan die al dan niet trots zijn, de respondent steunen of stimuleren, hem of haar begrijpen en van invloed zijn op het denken en handelen van het individu. De vrijheid en mogelijkheid die de respondent zou kunnen ervaren om het zelf, de eigen ideeën en gevoelens in de rol of het proces kwijt te kunnen. De mogelijkheid om het zelf, de eigen ideeën en gevoelens in de rol of het proces te laten zien aan anderen, zonder hierin door anderen te worden belemmerd of zich te hoeven schamen. De mogelijkheid om het zelf, de eigen ideeën en gevoelens naar voren te brengen en je niet anders voor te gaan doen als dat je bent. Durven jezelf te zijn en laten zien en dit lef meer en meer bij jezelf ontwikkelen, jezelf leren accepteren en op jezelf leren reflecteren. Jezelf openstellen en de eigen gevoeligheid tonen. De verbinding tussen de ontwikkelingen op persoonlijk en sociaal vlak. Wanneer het individu op persoonlijk vlak iets meemaakt zou dit kunnen doorwerken op sociaal niveau. En vice versa.
~ 180 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Leeftijdsfase
Leerzaam, leermomenten, leerproces, leerpunten, breekpunten (Los)koppeling Mening vormen, geven over bepaalde kwesties, onderwerpen aanhalen, bespreken Mensenkennis
Oefenen met maatschappelijke rollen en verantwoordelijkheden Ontspanning <> inspanning Ontdekking
Ontwikkeling
(On)tevredenheid (On)zekerheid Openheid <> geslotenheid
Opleiding Persoonlijke en sociale verbreding Proces <> product Reflectie, terugblik Rollen Rust Sociaal gerespecteerd, sociaal geaccepteerd Sociale goedkeuring
De adolescentie, het individu tussen de 12 en 24 jaar, zou bepaalde kenmerken (bijvoorbeeld twijfel of onzekerheid) kunnen vertonen, die worden toegeschreven aan de adolescentie. Als gevolg van het acteren kan de respondenten tot bepaalde inzichten komen waarvan hij of zij kan leren en die kunnen worden gebruikt of toegepast in het verdere leven. De verbinding of scheiding tussen het acteren en de realiteit en tussen het persoonlijke en sociale vlak. In het acteren kunnen individuen door bepaalde rollen te spelen of zich te verdiepen in bepaalde thematiek en een oordeel vormen en vellen met betrekking tot specifieke onderwerpen. Inzicht in hoe mensen en hun emoties, gedachtes, gedrag en handelen in elkaar kunnen steken. Aan de hand hiervan zou het individu kunnen inschatten hoe hij of zij met anderen om zou kunnen gaan. Door in het acteren bepaalde rollen te spelen of je met bepaalde thematiek of onderwerpen bezig te houden kan het individu oefenen voor de wereld daarbuiten. In het theater kan er enigszins veilig, zonder directe consequenties, met het dagelijks leven worden geëxperimenteerd. Het acteren kan zowel vermakelijk als een energieke bezigheid zijn. Deze inspanning kan als prettig worden ervaren of als last. Dit is één van manieren waarop het acteren effect kan hebben op het persoonlijk vlak. In het acteren kan het individu nieuwe dingen over het zelf en de omgeving ervaren en ontdekken. De ontplooiing als effect op persoonlijk vlak als gevolg van het acteren kan worden beschouwd als een voortgang van het zelf gekoppeld aan nieuwe inzichten en visies. Al dan niet tevreden met het zelf. Kan worden gekoppeld aan het zelfvertrouwen. Al dan niet zeker over jezelf. Kan worden gekoppeld aan het zelfvertrouwen. Het individu kan een ontvankelijke of terughoudende houding aannemen in het samenwerkingsproces. Deze houding kan zowel positief (opener), als negatief (geslotener) worden beïnvloed door ervaringen in het acteren en het samenzijn met anderen. Dit is het huidige of het reeds afgeronde opleidingsniveau van het individu. Ervaringen in het acteren en het samenwerkingsproces kunnen van invloed zijn op het persoonlijke en sociale vlak. Dergelijke ervaringen zouden kunnen zorgen voor een groei en verruiming van het zelf. De verhouding tussen het toewerken naar een voorstelling en de uiteindelijke voorstelling zelf. Het terugkijken op de ervaringen en leerpunten die een individu in een bepaalde periode heeft opgedaan. Personages in een voorstelling. Kunnen dicht bij het zelf liggen of hier juist ver vanaf staan. Een ontspannen gevoel voorafgaand, tijdens en na afloop van een voorstelling. Het gewaardeerd en erkend voelen door anderen om jezelf heen. De waarde die wordt toegekend aan de mening en waardering van anderen.
~ 181 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Sociale kennis, sociaal begrip
Sociale vaardigheden Soorten publiek Soorten theater Spiegel Stimulans
Streven naar beter Terugkoppeling Thematiek
Toekomst, verwachtingen Uitdaging
Uitlaatklep Veiligheid Verandering
Verantwoordelijkheid
Verbeeldingskracht, verbeelding, fantasie Verbetering
Verdieping
Vernieuwend Verrijking Voorbeelden
Het besef dat je als individu samenleeft met anderen en met anderen rekening dient te houden. Het individu weet hoe er met anderen om kan worden gegaan. Belangrijke competenties die het individu zou kunnen toepassen in de omgang met anderen. Verschillende doelgroepen, achtergronden en locaties (dorp-stad). Verschillende genres en interesses om zowel zelf te doen als te bezoeken. Het zelf wordt afgespiegeld aan anderen. Deze anderen fungeren als spiegel. Als gevolg van het acteren kan het individu een impuls of aanmoediging ervaren om bepaalde dingen te doen of te veranderen aan het zelf of de omgeving om het zelf heen. Het acteren kan het individu aan het denken zetten. Het individu probeert zich continu te verbeteren naar aanleiding van bepaalde feedback of kritiek. Naar aanleiding van een bepaalde feedback of kritiek kan het individu op zichzelf gaan reflecteren en bepaalde dingen wijzigen. De onderwerpen en thema’s die in de voorstellingen naar voren komen. Een acteur kan op bepaalde situaties inspelen, een discussie aan wakkeren of een kritische blik geven. Geeft weer wat de respondenten zouden willen bereiken of doen en waar zij op hopen qua verandering, ontwikkeling, groei en inzichten. Een streven om nieuwe dingen uit te proberen en bepaalde persoonlijke grenzen over te gaan. Zo kan het spelen van een rol die heel anders is dan het zelf een uitdaging zijn. In het acteren kunnen individuen bepaalde spanningen en frustraties uiten. In het theater kan een individu experimenteren zonder daarvan de directe consequenties te ervaren. Als gevolg van het acteren zou het individu bepaalde aanpassingen aan het zelf en zijn of haar manier van denken en handelen kunnen gaan doen. Er wijzigt iets of er komt iets anders voor in de plaats. Ervoor zorgen dat iets goed verloopt. Het individu is verantwoordelijk voor het eigen handelen, dit wordt steeds belangrijker in de overgang van de adolescentie naar de volwassenheid. De mogelijkheid om bepaalde voorstellingen van dingen te maken, het bedenken en mogelijk uitvoeren van originele dingen. In het theater bestaat er een doen alsof, hierin kan het individu veilig mogelijkheden uitproberen. De herziening en vooruitgang van het zelf als gevolg van het acteren. Door bepaalde ervaringen of inzichten zou het individu kunnen gaan streven om zich te verbeteren. Een intensivering of diepgang van kennis op persoonlijk en sociaal vlak. Het individu zou als gevolg van het acteren kunnen proberen om zich te verdiepen in bepaalde kennis, kwesties, situaties of personen . Het individu zou kunnen proberen om zichzelf te ontwikkelen, uit te dagen en de eigen grenzen te verleggen door nieuwe dingen uit te proberen. Als gevolg van het acteren zou het individu zich op persoonlijk en sociaal vlak kunnen verbreden en zichzelf kunnen ontwikkelen. De respondenten kunnen zich geïnspireerd voelen door mensen om hen heen, in de nabije omgeving of bepaalde acteurs, actrices of gezelschappen. Het zou zowel een concreet, als een abstract persoon (bepaalde eigenschappen) kunnen zijn.
~ 182 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Vragenlijst
Vrijheid, ruimte Werkwijze
Zelfacceptatie Zelfbeoordeling Zelfbewustwording Zelfexpressie Zelfkennis, zelfbegrip Zelfreflectie Zelfrespect Zelfstandigheid Zelfvertrouwen Zoektocht
De vragenlijst is voorafgaand aan het interview door de respondenten ingevuld en heeft betrekking op het bezoeken van voorstellingen, de ervaring met het theater en begrippen die de respondent relateert aan het theater. De vrijheid en ruimte om jezelf te kunnen uiten en jezelf te kunnen zijn. De verschillende gezelschappen, opleidingen en projecten hebben diverse manieren van werken, zo kan er sprake zijn van sturing of aanwijzing (bijvoorbeeld een vast script) of vrijheid om een voorstelling zelf in te vullen of input te geven. Het individu zou zichzelf, zijn of haar kwaliteiten én zwakheden, kunnen accepteren en blij zijn met het zelf. Kritisch kijken naar jezelf. Het bewust zijn van jezelf, de eigen gedachten, gevoelens en drijfveren. Het uiten van het zelf, de eigen gevoelens, gedachten. Het begrijpen en kennen van hoe je in elkaar zit en hoe je op dingen reageert. Het overdenken van de eigen gevoelens, gedachten en ervaringen. Je aanvaardt en waardeert jezelf zoals je bent. Het onafhankelijk kunnen zijn, op eigen benen kunnen staan. Het vertrouwen in wie je bent en wat je kan, het gevoel dat je er toe doet. Een ontdekkingsreis naar jezelf als gevolg van het acteren.
~ 183 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
EE:
Overzicht van ‘de feiten’ m.b.t. de geïnterviewde respondenten
Onderzoek naar het effect van het acteren op adolescenten: de feiten. Aantal interviews
39
∗
Reflectief
29 respondenten
∗
Voor en na
5 respondenten (x 2)
∗
Gem. duur
33 minuten
Aantal gezelschappen
6
∗
De Noorderlingen
7 respondenten
∗
Jeugdtheaterschool
6 respondenten
∗
KTM
6 respondenten
∗
NNT Dichterbij
3 respondenten
∗
Theater te Water
10 respondenten (waarvan 5 reflectief en 5 voor en na)
∗
De Steeg
2 respondenten
Leeftijden ∗
14-16 jaar
4 respondenten (2 jongens – 2 meisjes)
∗
17-20 jaar
22 respondenten (12 jongens – 10 meisjes)
∗
21+ jaar
8 respondenten (4 jongens – 4 meisjes)
Jongens
18 respondenten
Meisjes
16 respondenten
Opleidingsniveau ∗
VMBO
2 respondenten (1 jongen – 1 meisje)
∗
HAVO
3 respondenten (2 jongens – 1 meisje)
∗
VWO
6 respondenten (4 jongens – 2 meisjes)
∗
Gymnasium
3 respondenten (2 jongens – 1 meisje)
∗
MBO
15 respondenten (7 jongens – 8 meisjes)
∗
HBO
3 respondenten (1 jongen – 2 meisjes)
∗
WO
2 respondenten (1 jongen – 1 meisje)
Jaren acteerervaring ∗
0-1 jaar
2 respondenten (2 jongens: 14-16 jr [1] en 21+ jr [1])
∗
1-2 jaar
1 respondent (1 jongen: 21+ jr)
∗
3-5 jaar
9 respondenten (3 jongens – 6 meisjes: 14-16 jr [1]; 17-20 jr [6]; 21+ jr [2])
∗
6-8 jaar
10 respondenten (6 jongens – 4 meisjes: 14-16 jr [1]; 17-20 jr [8]; 21+ jr [1])
∗
8+ jaar
12 respondenten (6 jongens – 6 meisjes: 14-16 jr [1]; 17-20 jr [8]; 21+ jr [3])
~ 184 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
FF:
Grafiek totaal aantal respondenten: jongens-meisjes/leeftijdscategorie
Aantal jongens - meisjes per leeftijdscategorie 20
18
18
16
16 14
12
12
10
10 8 6 4
4
4
2
2
2 0 Meisjes 14-16 jaar
Jongens 17-20 jaar
21+ jaar
Totaal
NB: De leeftijden van de respondenten zijn ten tijde van de afname van de interviews.
~ 185 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
GG:
Grafiek alle respondenten: opleidingsniveau
Opleidingsniveau: alle respondenten (34) WO; 2
VMBO; 2
HBO; 3 HAVO; 3 VMBO HAVO VWO; 6
VWO Gymnasium MBO HBO
MBO; 15
WO Gymnasium; 3
~ 186 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
HH:
Grafiek respondenten: opleidingsniveau/meisjes-jongens
Aantal jongens - meisjes per opleidingsniveau 15
16 14 12 10
8
8
6
6 4 2
1 1
2
1
2
3
4 2
1
2
7
3
2
3 1
1 1
0 VMBO
HAVO
VWO
Gymnasium Meisjes
MBO
Jongens
~ 187 ~
Totaal
HBO
WO
2
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
II:
Grafiek alle respondenten: bezoekfrequentie
Bezoekfrequentie 18
16
16 14
12
12
11
10 8 4
4 3
4 2
6
5
6
3
2 1 0
1 0
0
0 1-2 keer per jaar Meisjes
3-5 keer per jaar Jongens
14-16 jaar
17-20 jaar
~ 188 ~
6+ keer per jaar 21+ jaar
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
JJ:
Grafiek respondenten: ervaring met het bezoeken van voorstellingen
Ervaring met het bezoeken van voorstellingen 10
9
9 8
7
7
6
6
5
5
4
4
4
4 3 2
6
3 2
3
3
2 1 1 1 1
2 1
1
1
1
1 0
0
0
0 0-2 jaar
3-5 jaar Meisjes
Jongens
6-8 jaar 14-16 jaar
9-11 jaar 17-20 jaar
~ 189 ~
21+ jaar
12+ jaar
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
KK:
Grafiek respondenten acteerervaring: meisjes-jongens/leeftijd
Acteerervaring in jaren - geslacht en leeftijd 25
22
20 15
12 9
10 6
2 0 0
8 8
6 6
6 4
5
10
3 1
8
6 4 2
1
1
0
1 1 1
0 0
1 1
2
3 1
0 Meisjes
Jongens
Totaal
14-16 jaar
17-20 jaar
0-1 jaar acteerervaring
1-2 jaar acteerervaring
3-5 jaar acteerervaring
6-8 jaar ervaring
8 + jaar ervaring
Totaal in de leeftijdscategorie
~ 190 ~
21+ jaar
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
LL:
De codes en frequenties alle gezelschappen die 10+ x voorkomen, per categorie
CODE
FREQUENTIE
(Los, terug) koppeling Effect op persoonlijk vlak Toekomst, verwachtingen (Bewust zijn van) emoties, gevoelens De rol, rollen, rolletje, typetje, personage Zelfvertrouwen Effect op sociaal vlak Leerzaam Werkwijze Groep Huidig gezelschap, project Herkenning, herkennen, herkenbaar, dichtbij Opleiding (Nieuwe) inzichten, visies Invloed vanuit de omgeving Inleven, inleving, meeleven (Persoonlijke) Ontwikkeling Samenwerken Ervaring, ervaring(en) opdoen Zelfkennis Vrijheid Feedback Soorten theater Verandering Bezoek(en) voorstellingen Durf, durven Groei Eigenschappen, kwaliteiten Kritiek (verwerken, toepassen) (On) zekerheid, onzekerheden Confronterend, confrontatie Trots Uitdaging(en) (aangaan) Waarom theater (leuk)? (Niet) stimulerend, stimulans Thematiek Combinatie van gezelschappen Leeftijdsfase Reflectie, terugblik, gesprekken Inspirerend, inspiratie Jezelf erin kwijt kunnen Anders, veraf Vragenlijst Eigen initiatief, persoonlijke invulling Openheid, openheid <> geslotenheid, openstellen Leermoment(en), leerpunten, breekpunten, knelpunten Voorbeelden Streven naar beter Proces, proces <> product Geloven, geloof in je, het eigen kunnen, jezelf Ontspanning <> inspanning, balans Anders tegen dingen aan gaan kijken
244x 214x 141x 138x 131x 130x 114x 109x 106x 105x 104x 76x, 24x, 1x, 2x 98x 95x 94x 90x, 2x, 1x 91x 91x 70x, 15x 85x 84x 83x 80x 79x 73x 65x, 4x 68x 66x 65x 64x 56x, 5x 61x 61x 59x 42x, 16x 58x 57x 57x 55x 53x 53x 48x, 4x 52x 50x 47x, 1x, 1x 45x, 3x 46x 45x 7x, 36x 42x 42x 41x
~ 191 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Delen van ervaringen Veiligheid Sociale goedkeuring Twijfel(s) Leuk Vrienden, ouders, familie, leeftijdsgenoten Doen alsof, doen alsof <> echt voelen, echtheid Voorbereiding op de volwassenheid Hoe in aanraking? Diversiteit, brede interesse Ontdekking, (jezelf, sterke punten) ontdekken Zelfexpressie Zelfverzekerdheid Grenzen leren kennen, aangeven, opzoeken, overgaan, overschrijden, verleggen Sociaal gerespecteerd Uiten Passie Rust, rust <> opwinding Jezelf kunnen zijn en blijven, dichtbij jezelf blijven Schaamte Verwachtingen, hoop Voelen Plezier Mensenkennis Oefenen met maatschappelijke rollen, verantwoordelijkheden, gedrag Zelfacceptatie Begrippen Genieten Productie(s) Sturing, structuur, handvaten Verbeeldingskracht, verbeelding aanspreken Ontspannend, ontspanning Ruimte Warmte Zelfreflectie Zelfrespect Aan het denken gezet, zetten, zet aan tot nadenken Boodschap, dingen, bespreken iets meegeven aan het publiek Interactie (On) tevredenheid Sociale vaardigheden Energie erin kwijt kunnen, kost (negatieve) energie Huidige voorstelling, productie Luchtig, humor, gek doen, grappig <> serieus Gezellig(heid) Vernieuwend, vernieuwing Aanraden Andere, verschillende, nieuwe kanten van jezelf leren kennen, ontdekken Ontspanning <> kritisch kijken en oordelen (On) begrip Volwassen(er) dan leeftijdsgenoten, vrienden Angst(en) overwinnen Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Doorbreken van routines, problemen, (niet in een) sleur terechtkomen Fantasie
~ 192 ~
40x 40x 39x 39x 37x 17x, 6x, 13x, 1x 36x 36x 35x 32x, 2x 21x, 13x 34x 34x 33x 32x 32x 31x 30x 29x 28x 28x 28x 27x 26x 25x 25x 22x 22x 22x 21x 21x 20x 20x 20x 20x 20x 19x 18x 18x 17x 17x 16x 16x 16x 15x 15x 14x 13x 13x 12x 12x 11x 11x 10x 10x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Categorie
Aantal codes die 10+ keer voor zijn gekomen
Som van de frequentie van alle codes in de categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
22/107 (20,6%) 13/107 (12,1%) 18/107 (16,8%) 13/107 (12,1%) 14/107 (13,1%) 11/107 (10,3%) 16/107 (15%)
1207/5575 (21,7%) 377/5575 (6,8%) 1093/5575 (19,6%) 586/5575 (10,5%) 692/5575 (12,4%) 728/5575 (13,1%) 892/5575 (16%)
Gemiddelde frequentie per code in de categorie 55x 29x 61x 45x 49x 66x 56x
Verdeling van de codes in categorieën Ervaringen en verwachtingen
15,00% 20,60%
Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak 10,30%
Effect op sociaal vlak 12,10%
Zelfvertrouwen Acteren 13,10% 16,80%
Koppeling 12,10%
~ 193 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
MM: De 50 meest voorkomende codes per categorie en gezelschap DE NOORDERLINGEN Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
9/50 (18%) 2/50 (4%) 10/50 (20%) 5/50 (10%) 6/50 (12%) 8/50 (16%) 10/50 (20%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 123/703 (17,5%) 22/703 (3,1%) 145/703 (20,6%) 69/703 (9,8%) 69/703 (9,8%) 118/703 (16,8%) 157/703 (22,3%)
Gemiddelde frequentie 14x 11x 14,5x 14x 11,5x 15x 16x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Toekomst, verwachtingen Huidig gezelschap
Waarom theater (leuk)? Jezelf erin kwijt kunnen x
Effect op persoonlijk vlak Leerzaam
Groep
Zelfvertrouwen
(Los) Koppeling
Effect op sociaal vlak Sociale goedkeuring Samenwerken
Trots
Emoties, gevoelens Herkenning, herkennen Vrijheid De rol, rollen
Leeftijdsfase
Veiligheid
Uiten
Stimulerend, stimulans Vrienden, ouders, familie Delen van ervaringen Kritiek
Werkwijze
Zelfkennis
(On)zekerheid, onzekerheden Durf
Ervaring, ervaring opdoen Proces <> product
x x
(Nieuwe) inzichten, visies Ontwikkeling
Soorten theater
x
Verandering
x
Eigenschappen, kwaliteiten Streven naar beter
Eigen initiatief
x
x
x
Anders
Hoe in aanraking?
x
Confronterend, confrontatie Groei
x
x
Reflectie
x x
Leermoment(en) Zelfexpressie
x x
x x
Doen alsof, echt voelen, echtheid x x
x
~ 194 ~
Inleven
Invloed vanuit de omgeving Feedback
Voorbeelden Voorbereiding op de volwassenheid
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
HET NNT DICHTERBIJ PROJECT Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
13/50 (26%) 4/50 (8%) 9/50 (18%) 4/50 (8%) 6/50 (12%) 7/50 (14%) 7/50 (14%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 89/325 (27,4%) 14/325 (4,3%) 57/325 (17,5%) 31/325 (9,5%) 37/325 (11,4%) 49/235 (15,1%) 48/235 (14,8%)
Gemiddelde frequentie 7x 3,5x 6x 8x 6x 7x 7x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Huidig project
Inspirerend
Samenwerken
Zelfvertrouwen
Emoties
(Los) Koppeling
Toekomst, verwachtingen Werkwijze Bezoek voorstellingen Combinatie van gezelschappen
Leuk
Effect op persoonlijk vlak Leerzaam
Effect op sociaal vlak Groep Sociale goedkeuring x
(On) zekerheid
Inleven, inleving De rol Herkenning, herkennen Vrijheid
Invloed vanuit de omgeving Kritiek Stimulerend
Plezier Jezelf erin kwijt kunnen x
Soorten theater
x
Vragenlijst Ervaring, ervaring opdoen Proces <> product Reflectie Thematiek Begrippen Hoe in aanraking?
Verandering Ontwikkeling (Nieuwe) inzichten, visies
Durf Trots Eigenschappen, kwaliteiten
x
Streven naar beter
x
Anders tegen dingen aan gaan kijken Leermoment
x
x
x
Confronterend
x
x
x
x x x x x
Groei
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x
~ 195 ~
Doen alsof, echt voelen Anders
Voorbereiding op de volwassenheid Feedback
Ontspanning <> inspanning X X X X X X
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
THEATER TE WATER: WINTERPRODUCTIE 2011-2012 Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
11/50 (22%) 4/50 (8%) 10/50 (20%) 3/50 (6%) 8/50 (16%) 7/50 (14%) 7/50 (14%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 119/583 (20,4%) 34/583 (5,8%) 120/583 (20,6%) 49/583 (8,4%) 74/583 (12,7%) 101/583 (17,3%) 86/583 (14,8%)
Gemiddelde frequentie 11x 8,5x 12x 16x 9x 14x 12x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Huidig gezelschap
Leuk
Opleiding
Waarom theater (leuk)?
(Nieuwe) inzicht(en), visies
Samenwerken
Uitdaging(en) (aangaan)
Soorten theater
Inspirerend, inspiratie
Groei
x
Eigenschappen, kwaliteiten
Emoties, gevoelens De rol, rollen, masker opzetten Herkenning, herkennen, dichtbij Doen alsof, doen alsof <> echt voelen Inleven Voelen
(Los) koppeling
Plezier
Effect op sociaal vlak Groep
Trots
Toekomst, verwachtingen
Effect op persoonlijk vlak Leerzaam
Zelfvertrouwen
Werkwijze Ervaring
x x
Zelfkennis Confronterend
x x
Streven naar beter Zelfverzekerdheid
Huidige productie
x
x
Durf
Thematiek Vragenlijst Eigen initiatief, invulling
x x x
x x x
Onzekerheid x x
Reflectie
x
Leermoment(en), breekpunten Ontwikkeling Verandering Anders tegen dingen aan gaan kijken X
x
~ 196 ~
x
Vrijheid, bevrijdend x x x
x
Invloed vanuit de omgeving Ontspanning <> inspanning Feedback
Leeftijdsfase Vrienden, familie, ouders Kritiek x x x
x
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
KUNST, THEATER, MEDIA EN MUZIEK Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
11/50 (22%) 3/50 (6%) 10/50 (20%) 2/50 (4%) 9/50 (18%) 7/50 (14%) 8/50 (16%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 180/704 (25,6%) 30/704 (4,3%) 151/704 (21,4%) 29/704 (4,1%) 123/704 (17,5%) 100/704 (14,2%) 91/704 (12,9%)
Gemiddelde frequentie 16x 10x 15x 14,5x 14x 14x 11x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
(Huidige) opleiding
Inspirerend
De rol, rollen, typetjes Inleven, inleving Herkenning, herkennen, herkenbaar
(Los) koppeling
Waarom theater (leuk)? Ervaring(en), kennis (van het theater) opdoen x
Effect op sociaal vlak Samenwerken
Zelfvertrouwen
Toekomst, verwachtingen Bezoeken van voorstellingen
Effect op persoonlijk vlak (Persoonlijke) ontwikkeling Leerzaam
Emoties
Leeftijdsfase
Anders, veraf, moeite met bepaalde rollen, ongemakkelijk voelen Vrijheid
Ontspanning <> inspanning, balans
(On)zekerheid
Invloed vanuit de omgeving Kritiek
x
Durf, durven
x
x
(Nieuwe) inzicht(en), visies Zelfkennis
Eigenschappen, kwaliteiten Trots
Werkwijze
x
Confronterend
x
Ervaring
x
Groei
x
Geloven in het eigen kunnen, in jezelf Schaamte
Thematiek
x
Verandering
x
Uitdaging
x
Reflectie Diversiteit, brede interesse
x x
x x
Twijfel x
x x
Hoe in aanraking?
x
Leermoment(en) Anders tegen dingen aan gaan kijken X
Voorbereiding op de volwassenheid Stimulerend, stimulans Delen van ervaringen x x
x
x
x
Combinatie van gezelschappen Soorten theater
x
x
~ 197 ~
Doen alsof
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
JEUGDTHEATERSCHOOL Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
11/50 (22%) 5/50 (10%) 7/50 (14%) 5/50 (10%) 7/50 (14%) 6/50 (12%) 9/50 (18%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 176/852 (20,7%) 56/852 (6,6%) 141/852 (16,5%) 99/852 (11,6%) 97/852 (11,4%) 115/852 (13,5%) 168/852 (19,7%)
Gemiddelde frequentie 16x 11x 20x 20x 14x 19x 19x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Bezoeken van voorstellingen
Leuk
Effect op persoonlijk vlak
Effect op sociaal vlak
Durf
(Los) koppeling
Toekomst, verwachtingen Huidig gezelschap
Plezier
Ontwikkeling
Samenwerken
Inspirerend
Leerzaam
Groep
Eigenschappen, kwaliteiten Zelfvertrouwen
Soorten theater
Waarom theater (leuk)? Jezelf erin kwijt kunnen x
Verandering
Openheid
Onzekerheid
Zelfkennis
Sociaal gerespecteerd x
Uitdaging
De rol, rollen, rolletje, typetje Inleven, meeleven Emoties, gevoelens Herkenning, herkennen Vrijheid
Streven naar beter
Anders
Vragenlijst Ervaring, ervaring opdoen Werkwijze
x
Visies, (nieuwe) inzichten Confronterend
x
x
Twijfel
Eigen initiatief, persoonlijke invulling Thematiek
x
X
x
x
x
x
X
x
x
x
Opleiding Proces <> product
x x
X X
x x
x x
x x
~ 198 ~
Leeftijdsfase Invloed vanuit de omgeving Feedback Stimulerend, stimulans Kritiek Ontspanning <> inspanning Voorbeelden
Voorbereiding op de volwassenheid, volwassener X X
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
DE STEEG Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
12/50 (24%) 5/50 (10%) 10/50 (20%) 4/50 (8%) 5/50 (10%) 6/50 (12%) 8/50 (16%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 78/270 (28,9%) 22/270 (8,1%) 40/270 (14,8%) 19/270 (7%) 32/270 (11,9%) 37/270 (13,7%) 42/270 (15,6%)
Gemiddelde frequentie 6,5x 4x 4x 5x 6x 6x 5x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Werkwijze
Passie
Openheid
Zelfvertrouwen
Vrijheid
(Los) koppeling
Toekomst, verwachtingen Opleiding
Inspirerend
Effect op persoonlijk vlak Inzichten
Samenwerken
Durf
Herkenning
Feedback
Fantasie
Leerzaam
Voorbeelden
Jezelf erin kwijt kunnen Boodschap
Zelfkennis
Eigenschappen, kwaliteiten Uitdaging
De rol, rollen
Thematiek
Effect op sociaal vlak Groep
Inleven
Leeftijdsfase
Geloven in het eigen kunnen
Emoties
Eerder volwassen, volwassener
Anders
Invloed vanuit de omgeving Koppeling persoonlijk en sociaal vlak Kritiek
Combinatie van gezelschappen
x
x
x
Eigen initiatief, invulling Huidige voorstelling, productie (s) Ervaring
x
Aan het denken zetten, aan het denken worden gezet Confronterend
x
Grenzen opzoeken
x
x
x
x
x
x
x
Huidig gezelschap Bezoek(en) voorstellingen Soorten theater Doelgroep
x x
Jezelf kunnen zijn en blijven Leermoment(en) Ontwikkeling
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
X X
~ 199 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
THEATER TE WATER: ZOMERPRODUCTIE 2012 | deel 1 Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
12/50 (24%) 3/50 (6%) 11/50 (22%) 5/50 (10%) 5/50 (10%) 6/50 (12%) 8/50 (16%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 170/631 (26,9%) 26/631 (4,1%) 131/631 (20,8%) 52/631 (8,2%) 54/631 (8,6%) 98/631 (15,5%) 100/631 (15,8%)
Gemiddelde frequentie 14x 9x 12x 10x 11x 16x 12,5x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Opleiding
Waarom theater? Inspirerend
Effect op persoonlijk vlak Ontwikkeling
Effect op sociaal vlak Groep
Zelfvertrouwen
(Los) koppeling
Passie
Groei
Openheid
Eigenschappen, kwaliteiten Uitdaging
Huidig gezelschap
x
Verandering
Samenwerken
Durf, durven
De rol, personage Emoties, gevoelens Herkenning, herkennen, dichtbij Inleven
Toekomst, verwachtingen Ervaring, ervaring opdoen Combinatie van gezelschappen Soorten theater
x
Leerzaam
Veiligheid
Twijfel(s)
Anders, veraf
x
Zelfkennis
x
x
Vrijheid
x
(Nieuwe) inzichten
x
x
x
x
Zelfexpressie
x
x
x
Vragenlijst Structuur
x x
x x
x x
x x
Thematiek Eigen initiatief, invulling
x x
Confronterend Grenzen overgaan, bewaken, grensoverschrijdend Jezelf kunnen zijn x
Delen van ervaringen Ontspanning <> inspanning, ontspanning X X
x x
x x
x x
X X
Werkwijze Verwachtingen, hoop
~ 200 ~
Feedback Kritiek
(Niet) stimulerend, stimulans Invloed vanuit de omgeving Rust
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
THEATER TE WATER: ZOMERPRODUCTIE 2012 | deel 2 Categorie
Aantal codes in categorie
Ervaringen en verwachtingen Waarom theater? Effect op persoonlijk vlak Effect op sociaal vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling
8/50 (16%) 5/50 (10%) 14/50 (28%) 5/50 (10%) 9/50 (18%) 4/50 (8%) 5/50 (10%)
Som van de frequentie van alle codes in de categorie 62/373 (16,6%) 30/373 (8%) 114/373 (30,6%) 38/373 (10,2%) 46/373 (12,3%) 33/373 (8,8%) 50/373 (13,4%)
Gemiddelde frequentie 8x 6x 8x 8x 5x 8x 10x
Ervaringen & verwachtingen
Waarom theater?
Persoonlijk vlak
Sociaal vlak
Zelfvertrouwen
Acteren
Koppeling
Reflectie, terugblik
Jezelf erin kwijt kunnen
Effect op persoonlijk vlak
Groep
Uitdaging
De rol, rollen
(Los, terug) koppeling
Toekomst, verwachtingen Ervaring, ervaring(en) opdoen Diversiteit
Genieten
Leerzaam
Zelfvertrouwen
Groei
Emoties, gevoelens Vrijheid
Feedback
Sleur
Effect op sociaal vlak Samenwerken
Frustraties uiten
Zelfkennis
Mensenkennis
Geloven in het eigen kunnen
Inleven
Huidig gezelschap
Leuk
Anders tegen dingen aan gaan kijken Verandering Zelfexpressie Zelfreflectie
Veiligheid
Twijfel
x
Ontspanning, ontspanning <> inspanning Kritiek
Onzekerheid Zelfverzekerdheid Angst(en) overwinnen Durf x x
x x x
X X X
x x x
X X X
x x x
X X X
Werkwijze Verwachtingen Eigen initiatief, invulling x x x
x x x
x x x x x x
x x x
(Nieuwe) inzichten Confronterend Eigen grenzen leren kennen, aangeven, overgaan Ontdekken Leermomenten Ontwikkeling
x x x x x x
x x x
~ 201 ~
Streven naar beter, jezelf verbeteren
x x x
Rust
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
NN:
Hiërarchie van de categorieën per gezelschap o.b.v. de codes en frequenties
De Noorderlingen Aantal codes Persoonlijk vlak Koppeling Ervaringen & verwachtingen Acteren Zelfvertrouwen Sociaal vlak Waarom theater?
Frequentie Koppeling Persoonlijk vlak Ervaringen & verwachtingen Acteren Sociale vlak | Zelfvertrouwen Waarom theater?
Het NNT Dichterbij Project Aantal codes Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Acteren | Koppeling Zelfvertrouwen Waarom theater? | Sociaal vlak
Frequentie Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Acteren Koppeling Zelfvertrouwen Sociaal vlak Waarom theater
Theater te Water: Winterproductie 2011-2012 Aantal codes Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Zelfvertrouwen Acteren | Koppeling Waarom theater? Sociaal vlak
Frequentie Persoonlijk vlak Ervaringen & verwachtingen Acteren Koppeling Zelfvertrouwen Sociaal vlak Waarom theater?
Kunst, Theater, Media en Muziek Aantal codes Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Zelfvertrouwen Koppeling Acteren Waarom theater? Sociaal vlak
Frequentie Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Zelfvertrouwen Acteren Koppeling Waarom theater? Sociaal vlak
~ 202 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Jeugdtheaterschool Aantal codes Ervaringen & verwachtingen Koppeling Persoonlijk vlak Zelfvertrouwen Acteren Sociaal vlak Waarom theater?
Frequentie Ervaringen & verwachtingen Koppeling Persoonlijk vlak Acteren Sociaal vlak Zelfvertrouwen Waarom theater?
De Steeg Aantal codes Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Koppeling Acteren Zelfvertrouwen Sociaal vlak | Waarom theater?
Frequentie Ervaringen & verwachtingen Koppeling Persoonlijk vlak | Acteren Zelfvertrouwen Sociaal vlak Waarom theater?
Theater Te Water Zomerproductie 2012 | deel 1 Aantal codes Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Koppeling Acteren Zelfvertrouwen | Sociaal vlak Waarom theater?
Frequentie Ervaringen & verwachtingen Persoonlijk vlak Koppeling Acteren Zelfvertrouwen Sociaal vlak Waarom theater?
Theater Te Water Zomerproductie 2012 | deel 2 Aantal codes Persoonlijk vlak Ervaringen & verwachtingen | Zelfvertrouwen Sociaal vlak Koppeling Waarom theater? Acteren
Frequentie Persoonlijk vlak Ervaringen & verwachtingen Koppeling Zelfvertrouwen Sociaal vlak Acteren Waarom theater?
~ 203 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
OO:
Hiërarchie van de categorieën per gezelschap o.b.v. de codes en frequenties t.o.v. de 107 codes
ERVARINGEN & VERWACHTINGEN Toekomst, verwachtingen
WAAROM THEATER? Waarom theater (leuk)?
PERSOONLIJK VLAK Effect op persoonlijk vlak
ZELFVERTROUWEN Zelfvertrouwen
Leerzaam
SOCIAAL VLAK Effect op sociaal vlak Groep
Werkwijze
Inspirerend, inspiratie
Huidig gezelschap, project, opleiding
Jezelf erin kwijt kunnen
(Nieuwe) inzichten, visies
Samenwerken
Opleiding
Leuk
(Persoonlijke) ontwikkeling
Ervaring, ervaring(en) opdoen Soorten theater
Passie Plezier
Zelfkennis Verandering
Openheid <> geslotenheid, openstellen Veiligheid Sociale goedkeuring
Eigenschappen, kwaliteiten (On) zekerheid, onzekerheden
Bezoek(en) voorstellingen
Genieten
Groei
Thematiek
Verbeeldingskracht, verbeelding aanspreken Ontspannend, ontspanning
Confronterend, confrontatie
Combinatie van gezelschappen Reflectie, terugblik, gesprekken Vragenlijst Eigen initiatief, persoonlijke invulling
Proces, proces <> product
Hoe in aanraking?
Boodschap, dingen bespreken, iets meegeven aan het publiek Energie erin kwijt kunnen Doorbreken van routines, problemen, (niet in een) sleur terechtkomen Fantasie
Sociaal gerespecteerd Mensenkennis
Durf, durven
Trots Uitdaging(en) (aangaan) Streven naar beter
Leermoment(en), leerpunten, breekpunten, knelpunten Anders tegen dingen aan gaan kijken Ontdekking, (jezelf, sterke punten) ontdekken Zelfexpressie
Ruimte
Geloven, geloof in eigen kunnen, jezelf Twijfel(s)
Warmte
Zelfverzekerdheid
Interactie
Schaamte
Sociale vaardigheden
(On) tevredenheid
Grenzen leren kennen, aangeven, opzoeken, overgaan, overschrijden, verleggen Jezelf kunnen zijn en blijven, dichtbij jezelf blijven
Gezellig(heid)
Angst(en) overwinnen
Diversiteit, brede interesse
Zelfacceptatie
Verwachtingen, hoop
Zelfreflectie
Begrippen Sturing, structuur, handvaten
Zelfrespect Aan het denken gezet, zetten, zet aan tot nadenken Andere, verschillende, nieuwe kanten van jezelf leren kennen, ontdekken
Huidige voorstelling, productie(s) Aanraden Ontspanning <> kritisch kijken en oordelen
ACTEREN (Bewust zijn van) emoties, gevoelens De rol, rollen, rolletje, typetje, personage Herkenning, herkennen, herkenbaar, dichtbij Inleven, inleving, meeleven
KOPPELING (Los, terug) koppeling
Vrijheid Anders, veraf
(Niet) stimulerend, stimulans Leeftijdsfase
Doen alsof, doen alsof <> echt voelen, echtheid Uiten
Voorbeelden
Voelen Luchtig, humor, gek doen, grappig <> serieus Vernieuw(ing)(end),
Invloed vanuit de omgeving Feedback Kritiek (verwerken, toepassen)
Ontspanning <> inspanning, balans Delen van ervaringen Vrienden, ouders, familie, leeftijdsgenoten Voorbereiding op de volwassenheid Rust, rust <> opwinding
Oefenen met maatschapp. rollen, verantwoordelijkheden, gedrag (On) begrip Volwassen(er) dan leeftijdsgenoten, vrienden Koppeling persoonlijk en sociaal vlak
~ 204 ~
8 keer 7 keer 6 keer 5 keer 4 keer
3 keer 2 keer 1 keer 0 keer
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
PP:
De begrippenlijsten van de reflectieve interviews: hoe vaak komen de begrippen voor?
Hoe vaak komt het begrip voor? 29 28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
26 24
24 21
21 20
20 17
15 14
14 13
11 10 9 8 7
~ 205 ~
9
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Hoe vaak komt het begrip voor? 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
20 19 18
18 17
17
16
16
15
15 14
14 13
10 9 7
7 6
~ 206 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
WAAROM THEATER?
EFFECT OP PERSOONLIJK VLAK
EFFECT OP SOCIAAL VLAK
ZELFVERTROUWEN
ACTEREN
Plezier
Zelfrespect
Interactie
Uitdaging
Emotie
Leuk
Inzicht
Samen zijn
Angst overwinnen
Vrijheid
Mooi
Leerzaam
Samenwerken
Durf
Inleving
Opwinding
Reflectie
Sociaal
Zelfvertrouwen
Verbeelding
Rust
Jezelf kunnen zijn
Gezelligheid
Positief
Vernieuwing
Passie
Zelfexpressie
Warmte
Trots
Doen alsof Herkenning
Inspirerend
x
x
Erkenning
Vermaak
x
x
Schaamte
Ontspannend
x
x
x x
x
6-12x 13-18x 19-26x
~ 207 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
QQ:
De begrippenlijsten van de pre- en post- interviews: hoe vaak komen de begrippen voor? Respondent: M6 Eerste interview: 27 maart 2012 (nr. 22) | Tweede interview: 11 juli 2012 (nr. 35)
Blijdschap
Angst overwinnen
Energie
Doen alsof
Durf
Erkenning
Emotie
Inspirerend
Onzekerheid
Enthousiasme
Frustratie
Gevoel
Fictie
Lichamelijkheid
Herkenning
Genieten
Impulsief
Opwinding
Grensoverschrijdend
Jezelf kunnen zijn
Persoonlijke betekenis
Improvisatie
Leergierig
Inspannend
Interactie
Mooi
Fantasie
Reflectie
Samenwerken
Leerzaam
Passie
Sociaal
Zelfkennis
Leuk
Spontaniteit
Ontspannend
Negatief
Tevredenheid
Verbeelding
Nieuwsgierigheid
Volwassenheid
Schaamte
Ontroering
Verlegenheid
Trots
Ontwikkeling
Positief
Veiligheid
Openheid
Mensenkennis
Groei
Bewustzijn
Zelfrespect
Vermaak
Inleving
Samen zijn
Voldoening
Plezier
Waardering
Warmte
Twijfel
Inzicht
Woede
Vernieuwing
Rust
Zelfexpressie
Vrijheid
Verbetering
Uitdaging
Streven
Zelfvertrouwen
Gezelligheid
~ 208 ~
1e interview 2e interview 1e & 2e interview
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Respondent: S Eerste interview: 27 maart 2012 (nr. 23) | Tweede interview: 24 juli 2012 (nr. 36)
Blijdschap
Angst overwinnen
Energie
Doen alsof
Durf
Erkenning
Emotie
Inspirerend
Onzekerheid
Enthousiasme
Frustratie
Gevoel
Fictie
Lichamelijkheid
Herkenning
Genieten
Impulsief
Opwinding
Grensoverschrijdend
Jezelf kunnen zijn
Persoonlijke betekenis
Improvisatie
Leergierig
Inspannend
Interactie
Mooi
Fantasie
Reflectie
Samenwerken
Leerzaam
Passie
Sociaal
Zelfkennis
Leuk
Spontaniteit
Ontspannend
Negatief
Tevredenheid
Verbeelding
Nieuwsgierigheid
Volwassenheid
Schaamte
Ontroering
Verlegenheid
Trots
Ontwikkeling
Positief
Veiligheid
Openheid
Mensenkennis
Groei
Bewustzijn
Zelfrespect
Vermaak
Inleving
Samen zijn
Voldoening
Plezier
Waardering
Warmte
Twijfel
Inzicht
Woede
Vernieuwing
Rust
Zelfexpressie
Vrijheid
Verbetering
Uitdaging
Streven
Zelfvertrouwen
Gezelligheid
~ 209 ~
1e interview 2e interview 1e & 2e interview
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Respondent: B3 Eerste interview: 28 maart 2012 (nr. 24) | Tweede interview: 11 juli 2012 (nr. 37)
Blijdschap
Angst overwinnen
Energie
Doen alsof
Durf
Erkenning
Emotie
Inspirerend
Onzekerheid
Enthousiasme
Frustratie
Gevoel
Fictie
Lichamelijkheid
Herkenning
Genieten
Impulsief
Opwinding
Grensoverschrijdend
Jezelf kunnen zijn
Persoonlijke betekenis
Improvisatie
Leergierig
Inspannend
Interactie
Mooi
Fantasie
Reflectie
Samenwerken
Leerzaam
Passie
Sociaal
Zelfkennis
Leuk
Spontaniteit
Ontspannend
Negatief
Tevredenheid
Verbeelding
Nieuwsgierigheid
Volwassenheid
Schaamte
Ontroering
Verlegenheid
Trots
Ontwikkeling
Positief
Veiligheid
Openheid
Mensenkennis
Groei
Bewustzijn
Zelfrespect
Vermaak
Inleving
Samen zijn
Voldoening
Plezier
Waardering
Warmte
Twijfel
Inzicht
Woede
Vernieuwing
Rust
Zelfexpressie
Vrijheid
Verbetering
Uitdaging
Streven
Zelfvertrouwen
Gezelligheid
~ 210 ~
1e interview 2e interview 1e & 2e interview
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Respondent: M7 Eerste interview: 4 & 10 april 2012 (nr. 25) | Tweede interview: 11 juli 2012 (nr. 38)
Blijdschap
Angst overwinnen
Energie
Doen alsof
Durf
Erkenning
Emotie
Inspirerend
Onzekerheid
Enthousiasme
Frustratie
Gevoel
Fictie
Lichamelijkheid
Herkenning
Genieten
Impulsief
Opwinding
Grensoverschrijdend
Jezelf kunnen zijn
Persoonlijke betekenis
Improvisatie
Leergierig
Inspannend
Interactie
Mooi
Fantasie
Reflectie
Samenwerken
Leerzaam
Passie
Sociaal
Zelfkennis
Leuk
Spontaniteit
Ontspannend
Negatief
Tevredenheid
Verbeelding
Nieuwsgierigheid
Volwassenheid
Schaamte
Ontroering
Verlegenheid
Trots
Ontwikkeling
Positief
Veiligheid
Openheid
Mensenkennis
Groei
Bewustzijn
Zelfrespect
Vermaak
Inleving
Samen zijn
Voldoening
Plezier
Waardering
Warmte
Twijfel
Inzicht
Woede
Vernieuwing
Rust
Zelfexpressie
Vrijheid
Verbetering
Uitdaging
Streven
Zelfvertrouwen
Gezelligheid
~ 211 ~
1e interview 2e interview 1e & 2e interview
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Respondent: G Eerste interview: 10 april 2012 (nr. 26) | Tweede interview: 11 juli 2012 (nr. 39)
Blijdschap
Angst overwinnen
Energie
Doen alsof
Durf
Erkenning
Emotie
Inspirerend
Onzekerheid
Enthousiasme
Frustratie
Gevoel
Fictie
Lichamelijkheid
Herkenning
Genieten
Impulsief
Opwinding
Grensoverschrijdend
Jezelf kunnen zijn
Persoonlijke betekenis
Improvisatie
Leergierig
Inspannend
Interactie
Mooi
Fantasie
Reflectie
Samenwerken
Leerzaam
Passie
Sociaal
Zelfkennis
Leuk
Spontaniteit
Ontspannend
Negatief
Tevredenheid
Verbeelding
Nieuwsgierigheid
Volwassenheid
Schaamte
Ontroering
Verlegenheid
Trots
Ontwikkeling
Positief
Veiligheid
Openheid
Mensenkennis
Groei
Bewustzijn
Zelfrespect
Vermaak
Inleving
Samen zijn
Voldoening
Plezier
Waardering
Warmte
Twijfel
Inzicht
Woede
Vernieuwing
Rust
Zelfexpressie
Vrijheid
Verbetering
Uitdaging
Streven
Zelfvertrouwen
Gezelligheid
~ 212 ~
1e interview 2e interview 1e & 2e interview
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
RR:
De begrippenlijsten van pre- en post-interviews: grafieken/frequentie van de begrippen
Hoe vaak komt het begrip voor? 5
4
4 3
3 22
2
4 3
3
2 1
3
2 1
2
2
11
11
3
2
3 2
33
2
22
33
2
1
22 1
1
3
2
11
2 1
11
22
2
1 1e interview
00
0
2e interview
Hoe vaak komt het begrip voor? 5 4 3 2
4
4 3
3 22
22
22
2
2 1
1
4
3 2
33 2
11
5
2
3
2 1
2 1
2
2
2
1
1
~ 213 ~
2
3 2
1 0
0
3
33
2 1
11
2 1
2 1e interview 2e interview
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Hoe vaak komt het begrip voor?
5
5
5 4 4 3
3
33
3
33
3
3
3 2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
22
2
2
2
2
2 11
1
1
11
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1 1e interview
1 0
2e interview
0
~ 214 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
SS:
Ontwikkeling begrippenlijsten pre- en post-interviews Blijdschap Fictie Improvisatie Negatief Nieuwsgierigheid Ontwikkeling Openheid Bewustzijn Plezier Twijfel Streven Durf Inspirerend Frustratie Leergierig Spontaniteit Waardering Rust Erkenning Opwinding Zelfkennis Groei Voldoening
0 0 0 0 (x) 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Samenwerken Zelfrespect Doen alsof Genieten Interactie Reflectie Leuk Vernieuwing Impulsief Sociaal Tevredenheid Volwassenheid Inzicht Verbetering Gevoel Persoonlijke betekenis Inspannend Fantasie Leerzaam Verbeelding Trots Vermaak Warmte Woede
+2 +2 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1
* (x) = 0x | niet (meer) gekozen
~ 215 ~
Zelfvertrouwen Verlegenheid Ontspannend Zelfexpressie Uitdaging Veiligheid Energie Mensenkennis Grensoverschrijdend Emotie Enthousiasme Passie Ontroering Inleving Vrijheid Angst overwinnen Lichamelijkheid Jezelf kunnen zijn Mooi Positief Samen zijn Onzekerheid Herkenning Schaamte Gezelligheid
-3 -2 (x) -2 (x) -2 -2 -2 -2 -2 -2 -2 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1 -1
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
TT:
Citaten voor de diverse categorieën Theater als middel •
Aanraden
“Wat ik denk is gewoon, het hangt er gewoon vanaf wat je meemaakt en hoe je dat meemaakt… En op welke leeftijd. Daarbij is het toneel wel een goed hulpmiddel, een uitlaatklep, een soort therapie, vind ik meteen zo’n zwaar woord.” “Wat ik de grootste pre aan toneelspelen vind, en waarom ik vind waarom iedereen eigenlijk toneel zou moeten spelen is dat je jezelf heel erg leert kennen. Je leert heel erg jezelf kennen, mede omdat je dus weet, met je emoties speelt, je weet waar je wat kan vinden in je lichaam, klinkt wat abstract en vaag en zo, je weet zeg maar waar je verdriet zit en hoe je dat moet uiten en… in een scene kun je wel dingen opkroppen, maar dan komt het eruit en dat betekent ook dat je in het leven als je dingen opkropt dat je het er gewoon uit moet laten, dat soort dingen ontdek je gewoon. Je leert gewoon hoe je met je emoties moet omgaan en dat vind ik een grote pre.” “(…) ik heb niet zoiets van je moet met toneel beginnen of toneel is goed, omdat je er zelf op persoonlijk vlak verbetert. Ik vind het, het is heel fijn om te doen, omdat het heel veel ruimte biedt en dingen die in het dagelijks leven niet mogelijk zijn, zijn in het theater wel mogelijk. En het creatief denken en het freaken dat vind ik leuk op het theater en ik denk niet zozeer dat het, dat heeft zeker wel invloed op de wereld buiten de vloer, maar dat zit deels ook in jezelf, anders zou je niet voor theater kiezen, denk ik.” “Ik zou het wel aanraden. Je hoort wel eens dat mensen op een toneelcursus gaan of zo om hun verlegenheid te overwinnen of zo. En dat geloof ik wel dat dat best wel bijdrage kan leveren.” “Nou, ik zou, als je het echt over puur over mezelf hebt, denk ik wel dat het mezelf zou helpen als ik, (…) dat schot wat er vaak nog tussen zit, als dat wat weg gaat. Dus wat expressiever, of ja wat makkelijker de binnenkant naar buiten laten komen.” “Ja, ontzettend. Want ik, met acteren ben je constant bezig met jezelf. Dus door acteren leer je jezelf beter kennen… en ga je daardoor ook een ander proces in. Ik denk dat acteren voor heel veel mensen acteerlessen of wat dan ook, ook best wel goed voor ze zou zijn. Want dan leer je gewoon verschillende emoties te plaatsen en je kunt ermee omgaan en je mag hier ook gewoon alles laten zijn, dus als je wil huilen, huil je, als je wilt lachen, gek wilt zijn, dan kan dat. Alles kan, alles mag, alles kan kapot, mag kapot, dus dat kun je ook voor je persoonlijke groei kun je dat heel goed gebruiken.” “Ja, ik denk het wel. Omdat op je zestiende, heel veel mensen die zijn op zoek naar zichzelf nu, zeg maar. Laten we het zo maar even zeggen en daarmee helpt het mij wel om dingen te zien als het ware. Als iemand moeilijk zit met zichzelf, dan heb ik dat bijvoorbeeld eerder door dan iemand die elke zaterdag aan het voetballen is, denk ik.” “Ik denk het kunnen, gewoon het verplaatsen in verschillende personages en, gewoon, je bent op dat moment even niet gewoon jezelf, het is gewoon even een personage die je neerzet. En het is ook een uitdaging vind ik. Het is gewoon een uitdaging om iedere keer die personages zo goed mogelijk neer te zetten. En…..ik denk dat, en ik merk ook gewoon heel goed, ik merk ook dat ik gewoon een soort van schaamte, ik had niet echt een schaamte over mij, maar durf meer door theater. Ik zeg ook vaak tegen mensen die misschien onzeker zijn, of schaamte hebben: ga misschien een cursus theater doen, of om gewoon een beetje daar over te komen, overheen te komen.” ““Ja, als mensen onzeker zijn, is het in het begin denk ik heel erg moeilijk, omdat je je moet blootgeven. Maar ik denk dat als je eenmaal over die drempel heen bent, dat het dan een stijgende lijn wordt, omdat het ook helpt bijvoorbeeld bij presentaties op school.” “Binnen toneel, dan gaat het heel makkelijk eigenlijk. Maar je gaat altijd op een hele goede manier met elkaar om en ik denk dat dat in andere situaties, als ik niet goed met iemand om kan gaan, dat ik dat dan wel moeilijk vind, dat merk ik wel aan mezelf. Dan heb ik minder geduld zeg maar. Hier op toneel is dat allemaal heel veilig.”
~ 216 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
Waarom theater? •
Uitlaatklep om frustraties en gedachten eruit gooien
“Het acteren is zeg maar een soort hoer in het leven, je kan zeg maar alles kwijt wat je opkropt of waar je mee zit of ja, alles kun je er op het podium uitgooien, omdat het kan en alles mag, heerlijk.” “(…) ik denk toch wel, het is ook wel ergens een uitlaatklep of zo. Nou ja, niet direct voor heftige emoties, dat, zo zie ik het niet, als soort van therapie, maar meer het is gewoon een fijne manier om creatief bezig te zijn.” “Ja, het is ook wel een beetje een uitlaatklep. Ik bedoel ik kan hier ook staan schreeuwen en doen en alles. Dan kan ik alle frustraties die ik in me heb, die kan ik er gewoon uitgooien en als ik dat wil.” “Ja, maar dat heeft mede te maken met omstandigheden die je meemaakt, gewoon in je leven. Toneel is een hulpmiddel daarbij. Therapie vind ik een groot woord, maar ik denk dat iedereen wel bij de dingen die je meemaakt in je leven een hulpmiddel heeft. Of het is muziek als uitlaatklep of toneel of schrijven of wat dan ook. En… ik heb wel veel dingen in mijn leven meegemaakt, waardoor ik me altijd wel ouder voelde dan mijn leeftijdsgenoten en daarbij hielp het ook dat ik dat hier dus kwijt kon en ook hier oudere mensen om me heen had.”
•
Aandacht
“Ik weet niet waarom ik op het toneel wil staan. Aan de ene kant is het heel narcistisch. (…) Het is eigenlijk puur narcisme, want je wil dat mensen naar je kijken en dat je leuk gevonden wordt en zo, wat ik wel belangrijk vind zelf is iets meegeven aan het publiek, het kan ook al een klein ding zijn (…) Maar verder heb ik geen flauw idee waarom ik op het toneel sta.”
•
Plezier
“Ik vind het heerlijk om gewoon lekker plezier te hebben in wat je doet en dat je gewoon overal blind in duikt. En dat je er gewoon vanuit gaat dat je impulsen het werk wel doen. En die doen ook meestal het werk wel, dat je een impuls krijgt om iets te doen en dat je dat ook gelijk doet.”
•
Even niet jezelf hoeven zijn, doen alsof
“En in het theater kan je dan juist heerlijk, ook omdat je jezelf er ook gewoon van overtuigt van nee, maar nu neem ik een rol in, dit ben ík niet. (…) En in het theater kan je dan juist heerlijk, ook omdat je jezelf er ook gewoon van overtuigt van nee, maar nu neem ik een rol in, dit ben ík niet. (…) je bent wel best veilig omdat jij op dat moment toneel aan het spelen bent. (…) je kan heel veel flikken, want het is op de vloer, dus het is niet echt of zo.” “Nou, je kan gewoon als je zelf acteert, kun je gewoon of jezelf zijn of je, totaal iemand anders zijn en gewoon doen zonder iemand ermee te kwetsen, zeg maar. En dat is wel prettig, gewoon je frustraties of iets wat je juist heel leuk vind om te delen.” “Nou, gewoon even niet jezelf hoeven te zijn. Gewoon even lekker gek kunnen doen, alsof je iemand anders bent, dat je niet zelf daar op aan wordt gekeken. Dat is voor een rol, oh goed, weet je wel. Even geen schaamte ook kennen.” “Dat je je personage gewoon goed kent, dat je zeven personages in je kast hebt hangen en dat je zegt van ‘oh, een klus, nou deze, want deze is zo en zo, dit kan dit en dat en dat’.” •
Jezelf leren kennen en verbreden
“Dat vind ik er zo ontzettend leuk aan en gewoon het feit van jezelf moeten verkennen, tot het uiterste drijven.” “Ja, het sterkt me wel of zo in mijn identiteit, omdat ik steeds, omdat ik er afgelopen jaren wel steeds mee bezig ben geweest, dat geeft een soort van stevigheid van oh ja, ik ben daar mee bezig en dat is gewoon mijn ding en dat hoort bij mij en dat is wel fijn om te weten. Het is fijner om een soort richting te hebben dan dat je denkt ik weet totaal niet wat ik moet en ik weet niet wie ik ben. Maar ik denk ook, vooral het in groepen functioneren, dat is misschien niet alleen door het spelen zelf, maar ook gewoon met mensen omgaan. Ik merkte dat ik dat lastig vond. Dat ik daar wel beter in geworden ben.”
~ 217 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
•
Vrijheid om te zijn en te doen wie je bent
“Die vrijheid om op het toneel te doen en te zijn wat je wilt. Als ik een junk wil zijn, dan ben ik een junk, als ik een homo wil zijn op het toneel, dan ben ik homo. Dat kan gewoon, dat wordt gewoon geaccepteerd.” “Dat je je ideeën kwijt kan. Het is heel vaak zo dat mensen op andere plekken, op school vinden mensen je ideeën maar raar, hier zit wel wel wat meer een andere waarde aan.” “Ik voel me veel vrijer tijdens het acteren, dan kan ik dingen zeggen terwijl ik dat echt voel en dan denken ze dat dat acteerwerk is. Dat kan ik gewoon wel zeggen.” “Ja. Het biedt zeker een vrijheid. En het is, het is een speelveld waar je op speelt, en als je daar, als je van de vloer af bent dan ben je gewoon weer jezelf. Maar op dat moment kun je gewoon even, even helemaal jezelf laten gaan en je bent even een ander personage.”
Effect op persoonlijk vlak •
Zelfkennis, inzichten, verrijking
“Ik denk dat om goed te acteren moet je jezelf gewoon goed kennen.”
“Je leert jezelf als instrument te bespelen, omdat je toch veel dingen die je niet kent bij wil leren en steeds maar meer noten wil leren spelen, zeg maar.” “Heel erg met jezelf omgaan, inderdaad. Je groeit van een jong persoon naar een volwassene eigenlijk op een hele verrijkte manier, maar gewoon een brede manier. “Je bent alleen maar echt heel erg met jezelf bezig, je leert jezelf heel goed kennen, echt heel goed. (…) Ook wel eens confronterend, absoluut, maar daar leer je echt mee om te gaan. En je raakt natuurlijk nooit uitgeleerd als acteur, je bent nooit… (…) Ja, je komt altijd wel weer dingen tegen en, maar ja, ik ben zeker wel veranderd daardoor. Ik ben denk ik meer mens geworden daardoor.” “Het is iedere keer weer nieuw, een verrijking of zo, dat je erbij geleerd hebt. Een soort verrijking, denk ik.” “Ja, het biedt me vooral nieuwe inzichten over mezelf, over hoe ik ook met dingen omga en hoe mensen op mij reageren. En daar leer ik het meeste van.” “Je kijkt wat breder, omdat je natuurlijk heel veel moet nadenken over dingen, je kijkt veel breder naar de wereld of zo.” “Je leert ook heel erg wat zijn je sterke punten en wat zijn je zwakke punten. En dat is ook wel goed, want dan kun je daar gebruik van maken. En dat leer je eigenlijk wel allemaal.” “Absoluut, ja zeker. Eigenlijk zou iedereen zo’n opleiding moeten volgen, omdat je jezelf zo goed leert kennen, dat het uiteindelijk zo goed is om dan uiteindelijk iets anders te kiezen, omdat je, je weet gewoon wie je zelf bent en waar dingen vandaan komen en als er iets opborrelt dat je dat kwijt kan.” “Nou ja, in die mate wel dat je jezelf snel en goed leert kennen. Waar sommige mensen op hun vijftigste nog niet achter zijn, zijn wij op ons achttiende al achter. (…) Ja, daar ben ik heel blij mee. Daar ben ik echt heel blij mee. Maar je ziet gewoon heel veel mensen die doordat ze dan problemen hebben met zichzelf, wat ze niet kennen. Dat ze zelf ook weer problemen veroorzaken. Dat klinkt heel vaag en zo. Heel veel vreemdgaande mensen van in de vijftig, dan denk ik van ja, als jij gewoon dit of dit van jezelf had leren kennen op je achttiende, dan had je dat waarschijnlijk niet gedaan, omdat je met die opgekropte gevoelens zit” “Dat ik mezelf vooral door theater goed heb leren kennen en veel dingen over mezelf te weten ben gekomen, zowel positief als negatief die… je kunt reflecteren en daar… Ja, absoluut. Er zijn dingen die je in je dagelijks leven ook probeert te verbeteren, dingen die ook in het werk soms een muur kunnen blijken te zijn of dat soort dingen en die muur probeer je dan doorbreken, door ergens doorheen te gaan en te komen op een punt dat je denkt nou…”
~ 218 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Ja, ik leer heel duidelijk waar mijn ontwikkelpunten, waar mijn angsten liggen, waar de spanning zit, waar de emoties binnenkomen en ja, op die manier leer ik heel erg veel over hoe te dealen met emoties en wat voor impact het op mij heeft.” “Ik weet niet. Ik denk dat ik op dit moment redelijk goed weet hoe ik elkaar zit. Dus daar heb ik het acteren niet meer voor nodig, wel gehad in het begin, toen ik veertien was misschien vijftien. Maar de afgelopen jaren weet ik dat wel.”
•
Geloven in jezelf, zelfvertrouwen
“Ja, wat dat betreft misschien wel, juist omdat je al best wel snel dingen over jezelf komt te leren en soms moeilijke tijden hebt gehad of zo, dat je dat overwint en dat je dat daarna misschien kan afsluiten. Het is ook heel erg belangrijk dat je zelfvertrouwen hebt als je met theater bezig bent. Misschien dat je dat wel makkelijk zou kunnen creëren, als je met theater bezig bent.” “Nou, ik weet niet, ik denk het juist niet, maar dat komt misschien ook wel omdat mensen die toneelspelen over het algemeen wel iets zekerder zijn over zichzelf. (…)Ja, maar ik weet niet welke kant het dan op werkt. Of het zo is dat je, dat mensen die toneelspelen sowieso al iets zekerder in hun schoenen staan of dat dat komt door het toneel. Dat weet ik niet. Maar je word op het toneel wel altijd, je moet wel durven jezelf te laten zien en dat is wel een drempel misschien waar je door het toneel overheen geholpen kunt worden.”
•
Ontwikkeling, verandering
“(…) je ontwikkelt je op een andere manier. Ik denk dat het een hele gezonde manier is, namelijk een veel vrijere manier van denken, je stapt sowieso een onzeker leven in als acteur zijnde en nou, als je dat alleen al aan durft te gaan dan sta je sowieso anders in het leven. En daarbij ben je altijd aan het freaken en aan het gek en dat kan ook allemaal, voor zover je het als gek doen ziet natuurlijk.” “Ik denk dat je je als acteur zijnde altijd zult blijven ontwikkelen, want ik bedoel alles verandert natuurlijk ook en je blijft naar anderen kijken en ieder heeft zo zijn eigen manier van spelen. En ik denk dat je van iedereen altijd nog kunt blijven leren en je kunt blijven ontwikkelen.” “Ja… of ik veranderd ben als persoon, ik denk dat het door het toneel, want ik was best jong toen ik begon. Ik was tien, dus ik eigenlijk mijn hele puberteit tot aan het volwassen worden ben ik, heb ik leren toneelspelen. Dus ik denk dat het samengaat met de persoon die ik nu ben geworden, doordat ik ook toneelspeelde in die periode van mijn leven. Maar ik zou niet weten hoe ik was geworden als ik niet op mijn tiende was gaan acteren dus, vind ik heel moeilijk om te zeggen. Ik denk eigenlijk wel dat ik me in positieve zin heb ontwikkeld en dat ik dat nog steeds doe.” “(…) iedereen gaat natuurlijk een groei en ontwikkeling aan, want je wordt volwassen en zo dus. Maar het acteren heeft dat wel… heeft dat nog sterker in gang gezet.”
•
Ervaring opdoen, leerzaam, zet aan tot nadenken
“Nou, dat je je steeds meer ontwikkelt en dat je steeds meer kan, ervaring opbouwt, dat is ook heel belangrijk. Dat ik dat later mee kan nemen.” “Eigenlijk is alles leer… je leert, hoe vaker je op het podium staat, hoe meer dat voor jezelf een leermoment is. En je maakt gewoon steeds meer vlieguren, dat is het gewoon.” “Je kijkt toch wel tegen dingen aan, je gaat over dingen nadenken. Ik had ook vorig jaar, toen ik voor het eerst Hamlet speelde, Hamlet is, het stuk is heel diepgaand. Dus dat, dan ga je wel over dingen nadenken.”
•
Confronterend
“(…) je staat gewoon steeds met jezelf op de vloer, wat heel confronterend kan zijn, maar waardoor je heel snel dingen van jezelf te weten komt.” “Je bent er altijd wel onzeker over of je het wel goed doet, denk ik. En dat houd je wel, het is wel, je komt jezelf wel heel erg tegen op het toneel.”
~ 219 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Dan heb je wel een breekmomentje, maar uiteindelijk heeft het allemaal wel geholpen. Het klinkt heel diep, maar het maakt je wel tot een schone zelf, waar iemand anders weer beter mee kan werken.”
Acteren •
De rol, (los) koppeling
“Ik neem mezelf mee in de rol.” “Nou ja, wel gedeeltelijk eigenlijk, want binnen ben ik wel aan het acteren, maar ook ben ik ook een beetje mezelf in die rol.” “Het is toch altijd wel een stukje van jezelf of zo, waar je grootste fantasieën over hebt, dus het is altijd wel iets van jezelf.” “Je kunt natuurlijk niet anders, je kunt niet iemand anders zijn dan jezelf, dus je gebruikt altijd wel iets van jezelf in een rol, maar… dus in die zin is het wel altijd een stukje van mezelf, een deel.” “Het is, ik blijf eigenlijk altijd wel mezelf, wel een beetje anders, maar dan gewoon in een andere situatie. Dat is wel heel interessant om te ontdekken.” “Het is een buiten jezelf stappen, zoiets. En dan kijken of dat werkt of niet.” “Het is eigenlijk gewoon meer dat je gewoon gelooft wat je doet, dat is wel heel belangrijk, geloof ik. Dat je gewoon gelooft dat je zo’n rol hebt, en zo’n karakter hebt.” “Nou, je probeert altijd iets van jezelf erin te leggen. In elke rol. Maar de ene is natuurlijk veel buitensporiger wat dat betreft dan de ander. … Nee, als het verder van je afstaat, of iets dat je nog niet eerder gedaan hebt, er zit wel meer uitdaging in dus het is ook leuker als het lukt.” “Dat verschilt, soms, het is dubbel, het is een soort van en het is heel hard werken, maar het is ook als je gewoon een beetje kan verdwijnen in een rol of zo, als je daar een beetje in op kan gaan, zodat je niet meer de gedachtes hebt die je in het dagelijks leven constant hebt, dan is het ook ontzettend ontspannend en bevrijdend.” “Ik heb bijvoorbeeld iemand gehad die zei tegen mij: ‘het mooiste is dat als je een rol hebt dat die negentig procent jou is, dus dat je negentig procent bent wat je op het podium staat te doen, dat slechts tien procent de rol is. Want als je honderd procent die rol bent, die rol is slechts papier, dat is iets ontastbaars, daar kun je heel weinig mee’.” “Het is altijd wel weer, het is altijd een uit… als jij een rol speelt of je moet iets maken, dan is het altijd wel een uitdaging om dat zo goed mogelijk te doen.” “Je moet toch wel een beetje in een constant proces zitten. Dus dan, tenminste, dat helpt het beste bij je rol.”
•
De rol, herkenning of anders dan jezelf, uitdaging
“Elke rol is weer een nieuwe ervaring en iets wat je nieuw hebt geleerd en wat je meeneemt in een volgend personage.” “Maar ik vind vaak hoe confronterender, hoe leuker.” “Ja, omdat het juist uitdagender is, vind ik het leuker om te doen, omdat ik veel meer kan leren. Als ik iets neem wat bij mezelf ligt, dan weet ik hoe zou ik zelf daarop reageren? Dan kan ik dat gebruiken, maar nu denk ik hoe zou het personage reageren? Zo moet ik heel erg nu gaan denken.” “Ik vind het ook wel interessant om iets te doen wat totaal niet met mij te maken heeft, omdat je dat dan moet zoeken hoe dat dan zou gaan.” “Nou, het is juist fijn als het wat verder van me afstaat, dan… ja, dan vermijd je, vermijd ik als het ware automatisch mijn pijnpunten.”
~ 220 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Ja, maar je kiest ook vaak iets wat je moeilijk vindt. In plaats van iets wat je leuk vindt. Nou ja, je doet allebei wel. Maar als je wat wilt leren, dan doe je er één die ver van je afstaat.” “Ja, ik vind het wel een uitdaging altijd, om een soort van mix van hele, een rol die heel ver van me af staat en mezelf, dat gaat toch wel automatisch, omdat je het zelf speelt, zeg maar. Maar het is toch wel leuk als dat een beetje bij elkaar gaat komen uiteindelijk.” “Dat is wel makkelijker, iets wat verder van je af ligt, daar hoef je je niet voor te schamen of zo. Dan krijg je dat, dan moet je dat doen, je bent gewoon jezelf. Jij bent jezelf als acteur.” “Ik vind het heel fijn om een rol te krijgen, om een keertje in een anders’ huid te spelen, in een anders’ huid te kruipen. Maar als je dat doet dan kan je je later ook weer beter in mensen gaan verplaatsen en dat komt heel erg vanuit theater en drama.” “Ik denk dat allebei heeft een moeilijk en een makkelijk deel, want als verder weg staat, kun je er makkelijker van distantiëren en dan is het iets waarvoor ik bij mezelf heel diep moet graven om te kijken of oh, goh stel ik maak zelf iets mee, wat zou ik ermee doen? Wat je dus wel hebt als het meer met jezelf te maken heeft, dan ben je veel meer bezig van nou, goh hoe doe ik dit? Hoe zou ik dit zelf doen? Maar als het dichter bij jezelf staat, is het ook makkelijker om dat ergens vandaan te halen.”
Effect op sociaal vlak •
Leerzaam
“Ik ben altijd al wel een sociaal type geweest, acteren ben ik een soort kameleon in geworden, dat ik me gewoon heel snel leer aan te passen aan als ik met iemand praat of zo” “Ik denk dat als je al die dingen meemaakt en je leert daarvan, je neemt het allemaal, je krijgt, op school krijg je zelfvertrouwen. Ik denk dat je dat wel allemaal meeneemt naar sociaal vlak. Ik denk dat als je meer zelfvertrouwen krijgt, dat je dan veel vaker met je vrienden wat durf te doen of van oh, dat heb ik een keer in een voorstelling gedaan en misschien wil ik dit en dat wel maken. Dat je zelf ook meer bezig kan gaan of dat je meer ja, veel meer kan doen.”
•
Samenwerken, de groep
“Ja, maar het is ook, je maakt samen een productie, dus je hebt samen gewoon een doel om iets te doen. Dan komt er al snel een klik, ook als het niet…” “Ja, en het wordt steeds vertrouwder en fijner en we durven ons steeds meer bloot te geven. Het wordt veiliger.” “Ik weet niet, het schept natuurlijk wel direct een band en wat het ook is, is dat je op het toneel wel, je moet wel kwetsbaar durven zijn. En dat, als je dat van elkaar ziet, dat schept wel een band, denk ik. Dat zorgt er in ieder geval wel voor dat je mensen beter, op school is het heel makkelijk om heel oppervlakkig met mensen te blijven.”
•
Kritiek
“Als het… je leert van elkaar ook heel veel, maar ook opbouwende kritiek en zo, dat vind ik heel fijn en het stimuleert me als ik, ook als ik aan anderen laat zien wat ik doe en het pakt goed uit, dat is heel fijn.” “Ja, ik merk wel dat ik nog niet heel erg goed weet of ik het goed doe. Ik heb vaak wel bevestiging nodig of zo. Maar als ik merk, maar als ik zelf echt denk dat ik het goed doe, dan heb ik het vaak ook wel goed. Dus ja, ik merk het wel, dat ik nog niet, dat ik er nog niet helemaal zeker van ben.”
•
Mensenkennis
“Ja, dat vooral, absoluut. Je leert wel de mens kennen en hoe eigenlijk we toch allemaal hetzelfde in elkaar zitten of zo.” “Je wordt bewuster van jezelf en anderen en hoe anderen doen en reageren en misschien dat dat nog wel het meeste is wat je van toneel dan krijgt, dat je toch wel snel door hebt hoe of sneller door hebt hoe mensen… denken of zo of dat je…”
~ 221 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Je gaat je toch in andere mensen verdiepen, dus je begint ook te begrijpen hoe mensen in elkaar zitten. Er zijn mensen die roepen dingen, waarvan ze soms niet eens weten waarom ze het roepen en hoe het zit. Maar in ieder geval door dit vak leer je eigenlijk verder kijken dan die uitspraak alleen, je kunt ook kijken naar de persoon op zich, eerdere uitspraken en waarom deze uitspraak eigenlijk tot iets geleid heeft.”
•
Veiligheid
“Het is wel zo dat ik me gewoon veilig voel en mijn emoties hier makkelijk kan uiten, maar ik denk dat het ook gewoon… ja, misschien ook doordat ik dat hier doe dat het dan… en dat ik het op de vloer doe.”
Zelfvertrouwen •
Zelfkennis
“Zelfvertrouwen… iets wat je uitstraalt… (…) Ja, ja, ja, absoluut. Ja, dat je, zelfvertrouwen is wel een vorm van… dat je jezelf goed kent, waardoor je weet wat je goed vind, wat je slecht vind en wat je juist wel laat durven horen. Iedereen heeft wel een mening. Maar dat je dat en gewoon durft te laten weten, dat is absoluut zelfvertrouwen.”
•
Durf, durven, angsten overwinnen
“Durven onbekende straten in te gaan en als je zo’n onbekende straat in gaat, is dat eerst een diep gat of zo waar je in komt, waar je eigenlijk niet weet wat je moet doen. Dat je gewoon echt naar jezelf luistert en jezelf daar in ontwikkelt.” “Zelfvertrouwen. Ik denk dat het meeste zelfvertrouwen is, is ontstaan door durven. Gewoon durven, en…daar kun je ontzettend op je bek gaan daarmee, maar je kunt er ook gewoon echt, maar je kunt het ook gewoon maken daarmee. (…) Het is heel leerzaam. En dat, dat verbreedt het zelfvertrouwen ook enorm.” “Nou ja, op je bek durven gaan ook eigenlijk hè? (…) Nieuwe dingen uitproberen. Kunnen, durven proberen.” “Ja, ik durf wel doordat ik wat opener ben geworden, durf ik in mijn spel meer te doen, zeg maar. Of meer uit te proberen, dat wel. Ook naar medespelers toe, dat je niet heel erg veilig blijft, maar dat je ook wel opeens dingen anders durft te doen, omdat je ook zelf, omdat je meer zelfvertrouwen hebt en niet bang bent dat het helemaal fout gaat. Maar dat je hen dan ook vertrouwt, dat het wel goed komt. Wat dat betreft, durf ik dan wel meer in het spel. Daardoor, zeg maar.” “Dat is wel een angst die ik wel een beetje overwonnen heb, dus daarom, zo heb je altijd wel dingen, een grens, waarvan je denkt ik kan daar overheen, maar ik weet niet of ik het durf. Ik weet dat ik het kan, maar ik weet niet of ik het durf, dus dat soort dingen.”
•
Lef
“Dat je lef hebt dat je zomaar op het podium durft te staan en gaan acteren, dat is voor mij zelfvertrouwen.” “Dat je gewoon dat als een regisseur een aanwijzing geeft van doe dit is, doe dat is, dat je gewoon het lef hebt om jezelf maar gewoon erin te storten en… (…) Ja, het is wel zelfvertrouwen. Het is gewoon, ja natuurlijk, voor iedere voorstelling ben ik nog steeds ontzettend zenuwachtig, maar dat beheers je dan en dat probeer je om te zetten in een energie dat je heel erg alert ben, dus als je op het podium staat, dat je gewoon zenuwachtig bent, maar dat dat je juist heel erg alert maakt voor allerlei dingen, dat je gewoon alles meeneemt.” “Ik denk dat ik het vooral koppel aan lef hebben, een soort ongeremdheid, een soort, het is het tegenovergestelde van onzeker hè, weinig zelfvertrouwen, een beetje bang voor de wereld.”
•
Geen schaamte, zelfacceptatie
“Ik bedoel juist dat ik geen schaamte ken. Als ik dingen doe, ken ik geen schaamte” “Ja, iedereen heeft z’n onzekerheden, op welk gebied dan ook, ik ook. En… maar ik straal wel meer zelfvertrouwen uit dan onzekerheid. En zo voel ik me ook. En ik durf ook mijn onzekerheden te laten, en misschien is dat, dat is het misschien wel, zelfvertrouwen is misschien wel als je je onzekerheden durft te laten zien. (…) Maar heel veel onzekere mensen of als je
~ 222 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
onzeker bent, dan ga je doen alsof je dat niet bent, dan ga je er juist tegen in. Maar ik denk dat als je echt zelfverzekerd bent en je bent dan ergens onzeker over, dat je dat ook durft te laten horen.” “Sowieso dat je jezelf accepteert zoals je bent natuurlijk. Simpel gezegd. En dat de dingen die je denkt, zegt, maakt of creëert dat je daar volledig achterstaat en op het moment dat jij iets mooi vind of goed vind, dat je daar ook volledig achterstaat.” “ (…) je krijgt meer zelfvertrouwen en je zet je op een, op een bepaalde hoogte van een soort van schaamte, zet je, zet je je over. En…ja daar ben ik wel in veranderd.” “Nee, ik denk dat theater geen plek is voor verlegenheid, omdat je daar niet zo heel veel aan hebt. Omdat je dan wel een enorme barrière hebt waar je je overheen moet zetten. En verlegenheid is toch ergens een schaamte voor iets.”
•
Trots
“Ik ben wel… trots op wat ik neerzet qua theater, maar ook qua eigenschappen die ik ontwikkeld heb, denk ik. Dus het sociale deel ook, dat dat een stuk beter is geworden, het feit dat ik opener ben geworden qua gedachten, dat vind ik ook, daar ben ik wel blij mee, dat vind ik wel goed dat dat is gebeurd.”
•
Tevredenheid, het geloof in het zelf, lekker in je vel zitten
“Er zijn… wel eens momenten waarvan… waar je tevreden over bent. Maar ook heel veel momenten waarbij je denkt van nee, dat had echt anders gemoeten.” “Ik denk dat zelfvertrouwen heel veel te maken heeft met dat je je prettig voelt met wie je bent, wat je denkt, dat je uitspreekt wat je denkt, hoe je eruit ziet, dat je daar blij mee bent. (…) elke sterke kant die je hebt is ook meteen je valkuil.” “Als je gelooft in je eigen kunnen op een positieve manier, ik vind dat het arrogant is zodra het negatief… en onrealistisch wordt. Maar zolang het gewoon… ik denk als je gewoon in jezelf gelooft, tevreden met wie je bent…” “Zelfvertrouwen beschouw ik een beetje als het geloven in jezelf, het geloven in je eigen kunnen. Dat is het voornaamste, want zodra dat niet zo is dan kom je ook eigenlijk… nergens. Dat vind ik het voornaamste aan het hele zelfvertrouwen. En gewoon inderdaad schijt hebben aan wat mensen van je denken. Want je bent, je zit je hele leven met jezelf opgescheept, maar niet met hen.” “Zelfvertrouwen… ik denk, als je gewoon… lekker in je vel zit, als je gewoon ergens lekker durft te staan, als je gewoon de mensen durft aan te kijken, dat vind ik ook heel erg belangrijk, als je iets vind, dat je dat gewoon kan zeggen, maar niet, wel gewoon op een normale manier, maar dat je gewoon, dat je niet gewoon bang bent om te laten zien wie je bent en dat, en ook al ben je anders, ook al ben je totaal anders dan iemand anders, dat je mag laten zien dat je er bent. En dat je gewoon lekker in je vel zit, dat vind ik zelfvertrouwen.” “Ja, zeker. Ik ben wel meer gaan geloven… want ik was wel heel onzeker over mezelf, echt… dat ik echt heel erg lang tegen mezelf zei, misschien in mijn hoofd, van ik kan het niet, weet je wel. Maar ik heb gewoon hier geleerd dat alles kan, als je maar vaak genoeg tegen jezelf zegt ‘ik kan het niet’, dan kan je het ook niet.”
•
Streven naar beter
“Nee, maar meer gewoon, ja ik weet niet, niet zozeer onzekerheid, maar meer toch een drang om het altijd beter te willen doen. Jawel, maar het kan ook tegen jezelf in gaan werken, omdat je dan denkt oh, shit, ik doe het niet goed, terwijl je dat ook los moet kunnen laten.”
•
Zelfverzekerdheid
“Zelfvertrouwen is voor mij is dat je zeker bent van jezelf, dat je van jezelf houdt, dat je jezelf bent en kunt zijn en wilt zijn.” “Nou jawel, ik denk eigenlijk wel dat door het theater… dat ik wel zekerder was, in bepaalde, over dingen die me bezig hebben gehouden. (…) En dat ik, dat ik nu zo zeker ben heeft wel te maken met toneel en dat ik daar ook niet onzeker over ben.”
~ 223 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Zeker zijn van jezelf… Aan de ene kant wel, maar aan de andere kant vind ik wel dat je altijd je best moet doen om altijd te veranderen, dus. (…) Nou, ik denk wel dat je altijd bewust moet zijn van je, van je… hoe noem je dat? Van je leerpunten en dat je nooit helemaal perfect bent. Maar dat je wel je best doet.”
•
Reflectie
“Ik, ik denk wel dat het er invloed op heeft. Ik ben natuurlijk al wel al sinds mijn twaalfde dat aan het doen, maar ik denk wel dat het invloed heeft want je gaat toch ook op toneel, ook zoiets doen wat je niet kan en als je het dan doorzet lukt het gewoon wel bijvoorbeeld. En ook wel inderdaad wel de gesprekken die je wel hebt van ‘hoe kom je nou over? Hoe pak je dat nou aan?’. Dat kan wel, ja, echt versterken. Ja, wel zelfvertrouwen versterken, ja.”
Koppeling acteren en realiteit •
Loskoppeling
“Nou, je moet niet echt gaan acteren buiten natuurlijk, maar ook weer wel, want je moet wel overkomen, je moet niet alles weggeven van kijk, dit heb ik, dit is er met mij aan de hand. Dat moet je ook wel een beetje verbergen soms.” “Nee, ik vind het niet moeilijk om het te scheiden van elkaar, alleen toneel, theater is wel zo belangrijk in mijn leven dat het wel altijd speelt in mijn leven. Maar… nee, ik kan het theater nog wel onderscheiden van het echte leven.” “(…) de wereld daarbuiten is ook een toneelspelletje. Een groot deel is daarvan een toneelspelletje en je vult dat op je eigen manier in. Dus in principe als ik nu zou denken ‘oh, ik vind dat ik op deze situatie heel anders zou moeten reageren’ dan zou ik dat wel kunnen. Ik denk dat je dat heel vaak niet denkt.” •
Doorwerking, zelfkennis
“Doordat je als je theater maakt, ben je op één of andere manier ook heel kritisch hè, want je maakt natuurlijk stukken die kritisch zijn, maar je bent ook heel kritisch naar jezelf. Maar als je iets… bij voorbaat al als ik iets schrijf dan ben ik meteen aan het denken schrijf ik dit wel goed? Je wordt steeds kritischer naar wat je doet, wat je zegt en hoe je denkt dus ook, dat is het eigenlijk. En dat trekt door, doordat je kritisch op de vloer bent, trekt dat door doordat je kritisch wordt over wat je denkt, hoe je van binnen zit.” “(…) het is wel zo dat als je toneel speelt, zeker hier [bij De Noorderlingen] is het wel zo dat je wel een soort van groter bewustzijn krijgt over je eigen gevoel en over hoe je in elkaar zit of zo. Je wordt er wat bewuster van wat je voelt, op een bepaalde manier. En ik denk dat dat wel in het dagelijks leven misschien wel doorwerkt. Dat je een groter bewustzijn hebt over hoe je… ja, weet ik niet, hoe je tegen dingen aankijkt of zo. Dat je een groter bewustzijn hebt over wie je zelf bent.” “Ja, dat je toch eerder wel patronen ziet of zo, omdat je heel vaak toch wel voorbeelden van heftige dingen op het toneel ziet, dat je dan toch eerder die patronen in het dagelijks leven herkent. (…) Ja, omdat je, wat op het toneel speelt, je ziet allemaal echte mensen die iets proberen te spelen, dus dan dat komt wel ergens vandaan.” “Ik denk het wel. Ook omdat je wordt eigenlijk gedwongen om over het leven en over verschillende dingen uit de maatschappij een mening te vormen en als je dat niet hebt, dan zit je eigenlijk zonder inspiratie en zonder… kennis eigenlijk over wat er gaande is. En dat heb je nodig, als je in de kunstwereld zit.” •
Vrijheid
“(…) je kunt op het toneel in principe alles doen. In het dagelijks leven kun je niet zo makkelijk iemand uitschelden, maar dat kan op het toneel wel. Ja, je kunt, op het toneel kun je meer, maar op het toneel is meer, op het toneel moet ook altijd iets gebeuren, het kan niet, als je gewoon normaal leeft dan sta je in de supermarkt, en dan gebeurt er niet zoveel. Maar op het toneel, waar altijd actie moet zijn en altijd conflict en weet ik veel wat. Het is toch wel de intense momentjes uit het leven die worden uitgetild op het toneel.” “Ja, in de zin van in het, op het podium voel ik me heel vrij alsof ik alles kan doen, en eigenlijk kan dat in het dagelijks leven ook, maar ik ervaar dat helemaal niet zo. Alleen dat heeft me wel doen nadenken van waarom doe ik dat nou eigenlijk niet? Want dat zou ik wel wat meer willen gaan doen.”
~ 224 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
•
Invloed vanuit de omgeving, ontwikkeling
“Ik denk dat je vrienden en je familie, zijn wel belangrijke factoren die bepalen hoe je tegen dingen aankijkt. En het toneel doet dat ook. Dat doen de mensen met wie je omgaat, die zorgen daar ook voor.” “Nou, ik… daarin ben ik, blijf ik vooral hetzelfde, maar je went aan je omgeving op een gegeven moment. Ieder mens went aan een omgeving en daar, hoe langer je daar blijft met nieuwe mensen, met andere mensen, kun je steeds vaker, omdat je de andere mensen leert kennen, daar meer op inspelen of duidelijker reageren zodat anderen dat weer… en dat is absoluut gebeurd.” “Je wordt toch volwassener of zo, iets meer, je weet meer, je hebt meer gezien en meer meegemaakt. Daardoor kun je dingen beter beoordelen.” “Ja, ik denk wel, het is in feite gewoon… ja, inderdaad een soort van voorbereiding. Je komt, zoals ik al zei, zoveel verschillende situaties tegen, zoveel verschillende personages ook, dat als je die tegenkomt in het echte leven dat je daar in feit al ervaring mee hebt.”
Doorwerking, toekomst en verwachtingen “Ja, ik zou, het is wel het liefste wat ik wil doen, actrice worden, maar ik heb sinds twee maanden wel van, ja, oké, het is natuurlijk een hele kleine kans dat ik daar echt mijn beroep van kan maken. (…) als ik actrice wil worden, dan wil ik het ook gewoon goed doen. Dat het gewoon mijn beroep is, dat ik daarmee geld kan verdienen.” “Ja, sinds ik mijn richting heb gevonden, wat nog niet zo lang geleden is begin ik het leuker te vinden, want ik had nog niet, ik merkte dat ik er nog niet helemaal voor had gekozen, omdat ik een beetje in stukjes zit van ik vind dit ook leuk, en dit ook leuk. Maar nu ik er wel echt voor heb gekozen en echt een richting heb, dan merk ik dat het me veel meer zelfvertrouwen geeft en ook binnen de lessen, dan kun je veel meer. Want als je steeds gaan twijfelen van kan ik dit wel? Dat werkt niet, dat gaat je zo tegenwerken.” “Nou ja, misschien in de zin van dat ik door wil gaan met acteren dat dit een voorbereiding is op wat ik later wil gaan doen, maar ik zie het sowieso als een goede les van stel ik ga iets anders doen, dan heb ik toch nog allemaal dit bij me, zo’n bagagerek van allemaal emoties die ik allemaal weet te plaatsen.” “Ik weet niet of ik socialer ben geworden, direct door het toneel. Indirect… misschien wel bewuster of zo, maar ik kan niet zeggen of dat direct door het toneel komt, maar alles heeft invloed op wat je meemaakt, of je socialer bent of dit of dat.” “Ja, misschien dat ik over twee jaar denk van nou… maar dan zal het altijd een soort van uitbloei zijn van wat ik nu heb. Dat ik daar weer groter van word en dan kom je bij een punt waar je eigenlijk… Dat je elke keer weer nieuwe dingen kan zoeken of andere vormen kan bedenken.” “Ja, daarop moet je altijd vertrouwen inderdaad. Dus ik denk niet dat ik als een compleet ander persoon eruit kom, maar ik hoop wel weer een stukje verder.”
~ 225 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
UU:
Citaten bij de (beoordeling van de) werkwijzen van de diverse gezelschappen
Werkwijzen •
Samenwerken
“Ja, sowieso je eigen idee dat wil je heel graag erin kwijt kunnen, ja het is… je probeert gewoon met een goed idee te komen, dat iedereen daar een beetje mee eens. Je kunt natuurlijk niet, als de meningen verschillen, je eigen zin toch doordrukken. Het is geven en nemen, dat is het ook vooral.”
•
Eigen invulling, vrijheid <> structuur, sturing
“Nee. Je krijgt zeg maar een rol, dat maak je dan of dat probeer je je eigen te maken en vanuit daar laat je je er door inspireren en laat je je fantasie erop los en dan kun je die rol heel erg aanvullen met je eigen, dat is denk ik ook het beste om goed te spelen. Gewoon echt dat je er achter staat.” “Nee! Ik heb het liefst nog dat ik zoveel mogelijk zelf mag bedenken eigenlijk. Wel dat er enigszins richtlijnen zijn, vind ik het prettigst, maar dat ik daarin nog wel heel vrij ben en met z’n allen kunnen creëren.” “Vrijheid op de vloer heb je altijd wel, maar je moet die vrijheid altijd zoeken binnen wat je opgedragen krijgt, of dat een tekst is of een scene gegeven, moet je toch altijd zoeken naar manieren voor jezelf om het elke keer weer opnieuw te laten gebeuren en dat is de vrijheid die je moet zoeken, denk ik.” “Ja. En met theater heb ik dat gevoel iets minder, zeg maar. Vind ik het wat enger om te doen. Daarom vond ik het op zich wel fijn dat de regisseur gewoon een script gaf en aanwijzingen. Maar af en toe probeer je, in het spel probeer je wel zelf dingen en dan hoor je later van de regisseur wel of het werkt of niet.” “Want ik weet wat er van me verwacht wordt en dat vind ik wel fijn om te weten. Kijk, improvisatie is weer heel anders en dat vind ik soms wel lastiger, dat ik denk ja, hoe moet ik hier nou op reageren? (…) met theater, dat vind ik dan toch wel moeilijker om dan iets te improviseren, daarom vind ik het heel fijn om een stuk, wel gewoon een stuk te hebben. En ja, we mogen wel gewoon onze eigen invulling, van zou ik mijn stem even anders mogen proberen, zou ik er met een andere energie in mogen stappen? Ja, dat kunnen we zeker, we mogen, we hebben wel de vrijheid om dat te proberen. Zeker wel.”
•
Proces <> product
“Ik denk het proces wel. Want dat is, daar kun je inderdaad zelf dingen in stoppen… en het product weerspiegelt zo weinig van ja, de totale persoonlijke input die erin zit. (…) Nou ja, minder. Daar is alsnog heel veel aan af te lezen, maar er is een stuk minder af te lezen, dan wat er echt achter de schermen is gebeurd. Want er zit zoveel emotie achter en ook persoonlijke ontwikkeling, bij ieder proces.” “Het eindproduct. Ik vind het proces ook heel leuk, om er gewoon mee bezig te zijn en te zoeken van wat je willen dat soort dingen, maar ik vind het ook heel leuk om het voor het publiek te spelen, dus dat is toch het eindproduct.”
… Naast wat algemene citaten over mogelijke werkwijzen, heb ik ook per gezelschap een aantal citaten waarin de manier van werken wordt ‘beoordeeld’ door de respondenten. •
De Noorderlingen
“Het is wel een bewustwording voor jezelf in ieder geval.” “ Ja. Je bent nooit klaar en dat merk je ook als je, als we een voorstelling hebben gedaan bijvoorbeeld en je denkt oh, deze voorstelling ging echt heel erg goed, betekent dat A niet dat de volgende voorstelling goed gaat en B dat als we dan weer bezig gaan met een andere regisseur, dat hij dat dan helemaal niet goed vindt. Dus je moet gewoon ontzettend divers zijn en dus in zekere zin ben je nooit klaar met alle diversiteiten die iedereen aan smaak heeft te kennen of zo.”
~ 226 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Het is heel veel leren over mezelf, heel veel leren over het theater, leren over de maatschappij, heb ik ook wel het gevoel. Nou, de artistiek leider geeft ons ook wel eens geschiedenislesjes, en die vind ik ook echt, volgens mij niet als enige, maar als enige echt heel erg leuk en we lezen ook best wel vaak teksten, dat is wel leuk. Wat het ook is, ik weet niet hoe ik dat moet noemen, maar ik vind het leuk om mensen te ontmoeten die ergens heel erg goed en heel erg lang in gedreven zijn.” “Ja, ik denk het, je moet toch, je moet zelf ontwikkelen, je moet het zelf doen. Zij kunnen ook niet meer dan je proberen, van probeer zus, probeer zo. Dus, daar leer je denk ik wel het meest van, om het zelf te doen, in plaats van maar alles uitgekauwd te krijgen.” “Ik merk sowieso dat ik het heel fijn vind dat ze met jou bezig gaan, niet zozeer, ja hoe zeg je dit, je kunt zeg maar op de vloer bezig gaan en zeggen doe het meer zo of doe het meer zo. Maar bij De Noorderlingen kijken ze ook heel erg naar jou buiten de speelvloer en of je het echt wil en hoe je er voor inzet, dat soort dingen krijg je.” “Ja, sowieso. In principe wordt hier altijd gewerkt vanuit onszelf, maar het is wel zo dat we in de lessen gewoon teksten krijgen en die moesten we gewoon doen, gewoon spelen. Daar heb je ook nog best wel vrijheid in. Dat is ook wel echt zo, het is ook wel leuk om echt je eigen ding, dat is ook wel heel moeilijk, het is echt heel moeilijk, het klinkt heel fantastisch van je mag doen wat je wil. Maar als je niet genoeg handvaten hebt, ik heb heel vaak geen idee, dan zeggen ze doe maar iets met die stoel. Ja, weet ik veel, weet je wel. Je leert gewoon weer even wat nieuws. Je bent met nieuwe mensen bezig, maar het is zo fascinerend hoe alle regisseurs anders zijn. Dat vind ik echt heel mooi.”
•
Het NNT Dichterbij Project
“Ik vind het heel gaaf om te laten zien wat je kan en een stuk te maken met anderen, dat zien ontwikkelen, ik vind het ook heel leuk om voor mensen te staan en hun te laten zien wat we, wat we hebben gemaakt in die periode.” “Ja, dat kan ik op zich wel, maar er moet wel structuur in zitten. Van je moet nu dit doen en je moet nu dat doen.” “Hier, moet je een beetje nadenken over hoe denkt Hamlet en daar zijn we eigenlijk op door gegaan. Dus je hebt een beetje een verhaal, maar allemaal heel vaag.” “Ik had wel verwacht dat er een vast script was, maar ik vind dit ook heel leuk dus. “Nou, ik vind niet alleen gewoon script krijgen en spelen leuk. Maar ik vind het ook leuk om zomaar uit het niets iets te spelen.”
•
Theater te Water (Winterproductie 2011-2012)
“Precies, precies. Want je wordt natuurlijk wel in het diepe gegooid. Je staat natuurlijk voor een publiek, en je geeft jezelf eigenlijk dan en….nou ik merk dat ik daar toch een soort van overheen ben gegroeid denk ik dan ook.” “Nou, toen ik hier kwam vond ik de sfeer ook heel erg belangrijk. Ik merkte dat iedereen anders was en iedereen lekker zichzelf kon zijn.” “Ja, het is een beetje kennismaken met, je wordt eigenlijk heel erg geconfronteerd met nou ja, dit moet je kunnen en nou is het niet zo, je moet het, als je het te eng vind, dat ze dan zeggen ja, niks mee te maken, je doet het maar gewoon, omdat het natuurlijk ook heel erg persoonlijk is en het acteren heeft gewoon heel erg veel met jezelf te maken.” “Ja, ik vind het heel erg interessant, omdat je heel veel leert, dat je elke avond weer op hetzelfde niveau moet zitten. Dat is heel heftig eigenlijk, want het klinkt heel saai, om elke dag hetzelfde te doen, maar dat is totaal niet saai, omdat je gewoon, het is elke dag weer anders, dus je staat voor een andere zaal, je zit, de een voelt zich blijer dan de ander en dat kun je soms ook… dan heb je een keer ruzie, dan ben je moe en dan vind je die stom en dan heb je dat in je hoofd, je zit met examenstress in je hoofd. Elke dag is heel anders.” “Dat is heel erg interessant, want ik heb nog nooit zo’n regisseur gehad die je letterlijk verteld wat je moet doen. Hij schrijft alles, hij weet eigenlijk precies hoe je het moet zeggen, hoe je het moet doen. Ik vind dat best lastig. Ook wel weer fijn dat je die structuur hebt en dat je niet alles zelf moet bedenken. Maar het heeft ook wel weer wat lastigs. En vooral als je die druk voelt van beter willen zijn.”
~ 227 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
•
Kunst, Theater, Media en Muziek
“Je wordt wel wat eerder volwassen inderdaad, maar dat komt ook weer een beetje door de manier van werken hier op school en samenwerken en dat alles. Maar ik merk ook nog wel, door de puberteit weet ik soms ook nog niet helemaal wat ik precies wil en wanneer ik dan een les in stap en ik moet iets doen, ja dan, die onzekerheid over wat wil ik nou, dan werkt dat niet echt mee in de les of zo, dan doe ik het halfjes, omdat ik niet weet of ik dit wel wil.” “Ik denk niet echt door het acteren zelf, nou ja door meer ervaring steeds krijg ik wel meer zelfvertrouwen in het spelen zelf, maar verder heeft het me niet echt veranderd als persoon. Meer de school zelf, de manier van werken en hoe er met mensen wordt omgegaan, dat wel.” “Dat is het leuke aan deze opleiding geweest, denk ik. Naarmate ik hier zit, naarmate ik hier twee blokken had doorgebracht, ik merk nu dat ik verhalen vind in mensen, dat je mensen ziet en dat je zelf gaat invullen van dit heb jij gedaan, dit heb je meegemaakt et cetera. Dat houdt het wel heel interessant eigenlijk. En dat je, ja, dat je toch je tijd op een andere manier gaat leren besteden en dingen bewuster meemaakt op één of andere manier.” “En dat je ook heel veel leert over jezelf, vooral bij Artiest, dat sprak me heel erg aan. En ja, theater, ik wil zoveel mogelijk leren over theater, ik weet niet of ik na deze opleiding er direct ook op HBO-niveau mee verder ga, maar zijn zeker geen vier jaar geweest van zomaar even… Je leert echt heel veel.” “Ja! Ik moet zeggen dat als je op de opleiding zit dan ga je inderdaad het eerste jaar bij jezelf ook heel veel dingen ontdekken en bij theater kijk je heel veel naar jezelf, hoe sta je op het podium en eigenlijk wordt alles, want ja, je krijgt ook best wel vaak kritiek over je heen, over hoe je bent en hoe je doet. Soms heb je hele moeilijke periodes dat je bijvoorbeeld met scènes moeite hebt of zo en daar moet je dan doorheen. Het is niet, het vak theater is wel heel erg kwetsbaar.” “Of maar een heel kleine, een beetje een aanwijzing. (…) Het moet wel een beetje inderdaad. Helemaal niks, dat gaat nergens heen. Ja, ik denk van jezelf, maar ook van je eigen ideeën. Want hier krijg je dan ook de mogelijkheid om je ideeën uit te voeren en als je het uitvoert zie je het heel anders dan wanneer het in je hoofd zit en ik denk dat daar de reflectie wel heel veel meer naar voren komt.” “(…) in het begin, dan ja, dan kom je in zo’n jaar en dan leer je dingen. Maar goed, dan weet je natuurlijk niet hoe je het doet. Maar, daarbuiten hoorde ik ook wel mensen zeggen van: ‘Ja je hebt wel, je hebt er talent voor en je moet het gewoon blijven doen’. Dus het was ook iedere keer ook mijn streven van, ik wil daar ook in blijven ontwikkelen. En ik wil daar ook gewoon dingen voor doen om, om beter te worden.”
•
De Jeugdtheaterschool
“Dat je vanaf jonge leeftijd al feedback op elkaar geeft en zo, ik denk dat dat wat uitmaakt.” “Nou, je hebt hier niet zo heel veel regels. Ik denk dat dat mij heel erg aanspreekt. Normaal op school krijg je opdrachten en dan moet je je aan de regels houden en hier is het vooral van goh, doe maar en als het niet goed is dan hoor je het wel als het anders moet. Dus ik denk dat dat veel vrijheid geeft.” “Ja, vooral toen ik nog jonger was, je wordt heel, omdat je heel erg moet samenwerken, wordt er ook heel erg naar je persoon gekeken en hoe je op dingen reageert. Of je bijvoorbeeld een haantje de voorste bent of juist heel verlegen bent.” “(…) met repetities en zo, je bouwt gewoon met de groep waarmee je werkt bouw je gewoon een band op en als jij die band hebt opgebouwd, dan vertrouw je die mensen ook en dat is ook eigenlijk ook wel een soort van, niet een geschreven regel, maar het is wel gewoon een regel. Dat als er iets besproken wordt, iets persoonlijks, dan vertel je dat niet door of zo. En daar ga je dan wel van uit, want stel je voor dat jij daar zou staan en jij je zo bloot zou geven.” “Ja, als ik zelf met iets kom en dat wordt echt geaccepteerd en wordt goed ondervonden, dan ja, dan is dat wel fijner, dat helpt ook wel qua zelfvertrouwen, maar het is ook weer omgekeerd, dat als je bijvoorbeeld bij een persoonlijk personage, als je er dan iets ingooit van jezelf en het wordt afgebrand, dan kan dat heel erg pijn doen.”
•
De Steeg
“Ik heb nu pas sinds twee jaar dat ik me helemaal vrij voel op het podium. Dat ik kan doen wat ik wil, behalve als er een regisseur op zit, want dan moet je gewoon doen wat hij wil, daar kun je wel je eigen ding bij doen, maar sinds ik zelf
~ 228 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
dingen maak, heb ik de totale vrijheid, dat het me niks meer kan schelen wat mensen er van vinden, als ik maar mijn ding kan doen.” “Ik heb voor De Steeg gekozen, omdat ik ook voorstellingen van hen heb gezien vorig jaar, en ik weet dat ze educatieve voorstellingen maken, voor jongeren en dat vind ik zelf ook heel erg leuk en interessant. En de onderwerpen waar het altijd over gaat, dat ligt ook heel dicht bij mij, dus daarom vind ik het ook fijn om dat te doen.” “Nou, eigenlijk wel heel erg zelfstandig. (…) heel veel zelfstandigheid, zelf opdrachten maken, zelf scènes maken en dat laat je dan zien en dan geeft zij commentaar. En dan samen maak je een voorstelling, dus het is echt, de opdrachten doe je zelfstandig en dan ga je samen scènes maken en een stuk maken en ideeën bij elkaar inbrengen.” “Binnen een uur heb je jongeren gewoon aan het denken gezet, en dat vind ik zelf heel erg mooi. Dat je eigenlijk gewoon alles mag doen.” “Wij hebben het gemaakt en wij zijn ook jongeren natuurlijk. Dus dingen die wij daar in doen, daar herkennen jongeren zich ook heel erg in. We gebruiken dan bijvoorbeeld bepaalde muziek en de voorstelling moet heel erg flitsend blijven, er moet heel veel energie in zitten, omdat je gewoon weet dat die jongeren heel snel afgeleid zijn. En dat wordt van ons ook gevraagd, dus daar moeten wij veel rekening mee houden, dat die jongeren de hele tijd geboeid blijven, want ja, misschien kennen ze het toneel wel helemaal niet en dan haken ze af, en dat willen we niet.” “Nou, je hebt wel een bepaald concept wat er dan is, maar daar binnenin bij het begin van het maakproces hebben wij inderdaad wel heel veel vrijheid gekregen.”
•
Theater te Water (Zomerproductie 2012)
“Het is, het moet niet teveel worden, want je moet je lekker en een beetje veilig voelen in een groep, en een beetje dat je alles kan zeggen, dat je gerespecteerd wordt inderdaad, dat je gewoon een beetje je ding kan doen. Dat je niet constant bezig moet zijn met randdingen of groepsdingen en ja, inderdaad een beetje conflict is nooit verkeerd inderdaad, dat kan ook mooie dingen…” “Ja precies, je leert heel veel over jezelf en de mens als sociaal dier, laat ik het zo zeggen. Dus je leert daar echt ontzettend veel over. Ook omdat je ook zo lang met elkaar, je bent gewoon vier maanden… of nou… nee, twee en een half, vier maanden in totaal plusminus. Vier, vijf maanden ben je of zo ben je zo intens met elkaar bezig en je leert enorm veel van elkaar en over elkaar en al die dingen. Dat zeker.” “Ja, de regisseur zegt wel dingen, maar het zit heel erg op het grensvlak ik wil gewoon niet dat het een prestatie wordt, mijn basis is het moet leuk zijn en zodra het richting dat het goed moet zijn, dat gaat bij mij, dat snijdt bij mij al. Dus ja, kritiek, als het kritiek is dat het goed moet zijn, ja, daar kan ik niet zoveel mee. Dat is niet mijn drijfveer, zeg maar.” “Het was meer dat ik nooit echt genoot van het nu, maar meer zat te denken aan, dat ik verlangde naar de toekomst en of dat wel goed zou komen of dat ik dacht van ‘oh, pff, morgen nog een voorstelling’. Dat ik gewoon meer in het nu moest gaan leven, weet je wel. En dat is moeilijk voor iedereen, dat kun je niet in één keer doen. Ik ben daar wel heel veel mee bezig en zo. Alleen ja, veranderd… het is wel zo dat ik nu weet dat ik zoiets niet weer wil gaan doen. Kijk, ik kan het [de werkwijze] gewoon niet.” “Nee. Nee. Dat is juist door die verplichting om zo op elkaars lip te zitten. Ik heb wel, ik probeer me wel een beetje los te maken van de groep. Ik probeer die rust wel te vinden, maar dat ja, dat is wel moeilijk hier.” “Ja, nou ja, de kennis die ik hier heb gekregen, ook door het groepsgebeuren, dat neem ik zeker mee. Dat ik daarin nog beter mijn grenzen leer kennen.” “Het bleef vrij lang wazig, maar dat ligt aan jezelf. Dat ligt aan de spelers zelf. Hoe sneller jij het kan en zoveel mogelijk laat zien, totdat de regisseur zegt ‘we geven de rem erop en dit is waar je moet zijn’. Want als jij, als de speler dit doet, maar de regisseur wil dit, ja, daar kan de regisseur vrij weinig mee.” “Ja, ja. Ook de manier van spelen, maar dan ook meteen met jezelf. De regisseur die zegt hele directe reflectie. Dus als hij iets ziet wat hem niet bevalt en je gaat… of hij gaat erover door of jij gaat erover door en je vraagt hem, dan zegt hij gewoon de waarheid. En de waarheid is, als het goed is, confronterend.”
~ 229 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
“Soms wel, soms niet. Soms heb ik dat kritiek wordt geleverd, waar ik me totaal niet in kan vinden, dat ik denk waar haal je het vandaan? Dan kan ik het ook niet hebben. Maar meestal ja, kritiek. Het is fijn dat je kritiek krijgt en je kan je er ontwikkelen eraan.” “Ja, natuurlijk. Eigenlijk kan je met alles wat de regisseur zegt wel iets. Het is alleen de vraag waar ga je dat vandaan halen, waar ga je het zoeken en waar ga je het vinden? En dat soort dingen meer. Maar… vooral de wetenschap van ik ben een denker en daar moet ik gewoon iets mee, zodat ik dat goed kan inzetten en dat het niet een, zoals het nu is, een…” “Sowieso… omdat ik op dit moment toch wel heel erg me openstel, dat heb ik eigenlijk, ja wel eerder, maar nu is het echt dat ik me openstel om dingen te leren. En ik geloof echt dat de regisseur daar heel veel aan kan bijdragen, zeg maar. En ik heb nu al het gevoel dat ik veranderingen doormaak. Dat ik me meer open kan stellen op het toneel en dat ik toch wel de dingen groter kan maken, dat ik toch wel wat meer dingen slik, dan dat ik eerder heb gedaan. Omdat ik eerst helemaal boos werd, als er kritiek op mij werd gegeven. Terwijl dat het wel terecht was, dat weet ik dan ook wel, maar dan voel ik me zo, dan komt het, dan komt er zo’n negativiteit over me heen.”
~ 230 ~
E.G. Bulder | s1712209 “De maatschappelijke waarde van het acteren”
VV:
Grafiek met de voorkomende combinaties van gezelschappen
Combinaties van gezelschappen (huidig en/of ervaring) 5
4
4
3
3 2
4
4 3
3
2
2
1 1
3
2
3
2
1 1
2
1 1
3
2
1 1
1
1
2 1
1 1
2
3 2
1
2 1 1
2 2 1
1 0 KTM en De Noorderlingen
KTM en TTW
KTM en De Steeg
KTM en JTS
KTM en anderen
Meisjes
De Noorderlingen en JTS
Jongens
De De Noorderlingen Noorderlingen en NNT en anderen Dichterbij Project
14-16 jaar
17-20 jaar
De Steeg en anderen
NNT Dichterbij TTW en anderen JTS en anderen Project en anderen
21+ jaar
NB. Onder ‘anderen’ wordt verstaan: Projecten op school, Jonge Harten Festival, Groninger Studenten Toneel, Zwart Wit Theater, Jonge Sla Theater, Shakespeare Theater Diever, Slochteren Project, DNA (een zelf opgericht cabaretduo), Tryater, de Amateurtheaterschool, plaatselijke jeugdtheaterscholen en andere projecten. (Nog) niet voorkomende, doch interessante combinaties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
KTM en NNT Dichterbij Project De Noorderlingen en Theater te Water De Noorderlingen en De Steeg NNT Dichterbij Project en De Steeg NNT Dichterbij Project en JTS Theater te Water en De Steeg Theater te Water en Jeugdtheaterschool
~ 231 ~