Patiënteninformatie Plastische Chirurgie Carpaal tunnelsyndroom Wat is carpaal tunnel syndroom De neuroloog heeft de oorzaak voor de tintelingen en pijn in uw hand(en) gevonden. Deze klachten worden veroorzaakt door een peesblad ter hoogte van de pols dat drukt op één van de zenuwen die naar de hand gaat. Dit wordt in medische termen een “carpaal tunnel syndroom” genoemd.
De behandeling De behandeling voor deze aandoening bestaat uit het doorsnijden van dit peesblad waardoor de druk van de zenuw afgaat. De plastisch chirurg gaat deze operatie polikinisch bij u verrichten U wordt hiervoor schriftelijk opgeroepen. U ontmoet de plastisch chirurg op de dag van de operatie voor het eerst. Hij zal u dan onderzoeken en met u praten. En kan dan uw eventuele vragen beantwoorden en verdere uitleg geven.
De operatie Dit doet hij door een ongeveer 3 cm lange snede te maken die van de overgang van de pols en de handpalm in de richting van de ringvinger loopt. Vervolgens wordt het peesblad doorgesneden en de wond na plaatsen van een draintje (klein slangetje voor het overtollig bloed en wondvocht) gehecht. En u krijgt een drukverband. De drain wordt dezelfde middag verwijderd.
Nabehandeling Na de operatie mag u 2 weken niet zwaar tillen of sporten. 3 tot 6 maanden na de operatie kunt u last houden van: • • • • •
verlies van kracht flink littekenpijn gevoeligheid van de duim- en/of pinkmuis gevoelsvermindering (herstel kan langzaam verlopen, soms na een jaar merkt u nog verbetering) tintelngen (slechts in geringe mate)
Oefentherapie Direct na de operatie kunt u beginnen met oefenen door de vingers tot een vuist te maken, maar wel met de pols naar achteren gebogen. Onderstaand ziet u peesglij- en zenuwglijoefeningen. Elke positie 5 seconden aanhouden en 10 keer herhalen. Deze oefensessie 5 keer per dag uitvoeren.
Ook kunt u op de computer een filmpje bekijken voor oefeningen: Op You-tube> handtherapie na de operatie carpaal tunnelsyndroom van Xpertclinic. Een handtherapeut geeft oefeninstructie aan een patient die net geopereerd is aan het carpaaltunnelsyndroom.
Complicaties Zoals bij iedere ingreep kan er een nabloeding of infectie optreden. Nabloedingen treden kort na de ingreep op. De verpleegkundige op de behandelpoli let op de eerste aanwijzingen hiervan. De behandeling van een nabloeding is het geven van druk op de wond. Het op de behandelkamer aangelegde drukverband geeft deze druk. Tevens wordt het overtollige bloed opgevangen in de drain, deze wordt in principe verwijderd voordat u naar huis gaat. Infecties treden over het algemeen 2 dagen na de ingreep op. Dit gaat gepaard met toename van de pijn, roodheid en functie beperking van de hand. Als dit bij u het geval is, is het raadzaam contact op te nemen met de polikliniek plastische chirurgie. Infecties kunnen over het algemeen goed worden behandeld met behulp van antibiotica. Een ander risico is het optreden van zenuw schade. Dit gebeurt zeer zelden en kan tijdens de operatie vaak al worden hersteld. De klachten van pijn en tintelingen zullen direct na de operatie al sterk verbeterd zijn. Het verminderde gevoel in de vingers en de eventuele krachtvermindering in de duim neemt veel langer om te genezen. Soms herstelt dit zelfs niet helemaal. Dit is afhankelijk hoe lang u al klachten had voordat u behandeld werd. Ook is het goed te beseffen dat dit weliswaar een kleine ingreep is maar dat uw hand na de ingreep nog langere tijd stijf kan aanvoelen en dat u nog wel tot 6 maanden na de ingreep flinke pijn in de duimmuis/pols kunt houden. Deze klachten zullen wel steeds minder worden. Leefregels na de ingreep • • •
• • • • •
Vingers goed oefenen (zie eerder oefeninstructie in het boekje) Verband zelf na 2 a 3 dagen verwijderen U gaat naar huis met uw arm in een mitella. Hierbij bevindt uw hand zich ongeveer op de hoogte van uw hart, zodat de operatiewond niet gestuwd en mogelijk pijnlijk wordt. Thuis mag u de mitella eventueel afdoen, maar u wordt geadviseerd om de hand de eerste twee dagen hoog te houden. Dit kan als u zit met een groot kussen op schoot, waarbij u zorgt dat de hand hoger ligt dan de elleboog. Ook in bed kunt u uw hand naast u op een kussen wat hoger leggen. Er hoeft geen verband of pleister meer op de wond, de hechtingen zijn oplosbaar, kunnen al los gaan zitten of eruit vallen binnen twee weken Eerste 2 weken niet zwaar belasten, tillen met pols naar boven (scheppend tillen) Douchen mag (De eerste 2 dagen de hand in een plastic zak, u mag niet in bad gaan of de hand weken!) Bij pijn mag u Paracetamol slikken, de 1e dag 3 maal daags 2 tabletten, daarna afbouwen 2 weken niet fietsen / autorijden
Als u uw werkzaamheden weer kunt hervatten hangt af van de werkzaamheden, en/of uw dominante hand is geopereerd. • • •
Lichte handelingen zoals toetsenbord bedienen, hand en vingergebruik, schrijven worden vanaf 2 weken na de operatie ( ongecompliceerd verlopen) weer mogelijk geacht. Middelzware handelingen zoals schroefbewegingen met hand-arm, duwen of trekken worden vanaf 6- 8 weken na de operatie weer mogelijk geacht. Zwaardere handelingen zoals frequent zware lasten hanteren, frequent reiken, tillen en dragen worden vanaf 12 weken na de operatie weer mogelijk geacht.
Afspraken en informatie U kunt op maandag, dinsdag en donderdag contact opnemen met de afdeling Plastische Chirurgie tussen 08.30 en 17.00 op telefoon nummer 0229 -25 72 50. (liever niet tussen 12.30 en 14.00 uur) Als er buiten deze tijden problemen zijn die directe aandacht behoeven kunt u het algemene nummer van het ziekenhuis bellen: 0229 257257. zie ook www.nvpc.nl (Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie) Tot slot Dit is een brochure met algemene informatie over het carpaal tunnel syndroom en zijn behandeling. Een dergelijke beschrijving kan echter nooit volledig zijn voor iedere individuele situatie of patiënt. Deze brochure is bedoeld als aanvulling op het gesprek dat u voor de ingreep zult hebben. U kunt de brochure gebruiken als richtlijn voor uw vragen. De vragen kunt u in het gesprek stellen. Plastische Chirurgie\web\11\Jan2014