Carpaal tunnelsyndroom Behandeling door de plastisch chirurg
Albert Schweitzer ziekenhuis november 2013 pavo 0695
Wat is het carpaal tunnelsyndroom ? Het carpaal tunnelsyndroom is een aandoening waarbij een zenuw in de pols beklemd is geraakt. Deze zenuw, de middelste armzenuw, loopt door een soort tunnel aan de binnenkant van de pols (afbeelding 1). De beknelling ontstaat meestal door een zwelling van het bindweefsel. De oorzaak van het carpaal tunnelsyndroom is onbekend.
Afbeelding 1 De middelste armzenuw aan de binnenkant van de pols.
1 van 5
De klachten De klachten zijn nogal verschillend van aard. U kunt bijvoorbeeld een prikkelend gevoel of een gezwollen gevoel in uw hand hebben. Het kan ook voorkomen dat er een doof gevoel in de vingertoppen ontstaat. Een andere klacht is uitstralende pijn naar de onderarm, elleboog en schouders. Door de beknelde zenuw treedt vaak krachtverlies van de hand op, waardoor u zomaar iets kunt laten vallen. De klachten treden vaak 's nachts op en komen meestal aan één hand voor.
Voorbereiding Wanneer de operatie poliklinisch onder plaatselijke verdoving gedaan wordt, hoeft u niet nuchter te zijn. U mag op de dag van de operatie eten en drinken zoals u gewend bent. Wij raden u aan om op de dag van de operatie in de ochtend te douchen of in bad te gaan. Wij vragen u uw sieraden thuis te laten, geen ring(en) te dragen en eventuele piercings uit te doen. Na de ingreep mag u niet autorijden. Zorg ervoor dat er vervoer naar huis geregeld is. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dient u dit door te geven aan uw plastisch chirurg. Gebruikt u medicijnen of bent u ergens overgevoelig of allergisch voor (bijvoorbeeld voor pleisters, jodium, latex en antibiotica)? Bespreek dit voor uw behandeling met de plastisch chirurg. Dit moet u ook bespreken als in de tussentijd uw medicijnen veranderd zijn.
2 van 5
De operatie De verpleegkundige brengt u naar de behandelkamer. U wordt onder plaatselijke verdoving geopereerd. De verdoving (meestal twee prikken) zijn gevoelig, daarna zal de ingreep zonder pijn verlopen. Er wordt een sneetje aan de binnenkant van de hand gemaakt (afb. 2). De tunnel, waardoor de middelste armzenuw loopt, wordt verbreed. In de zenuw zelf wordt niet gesneden.
Afbeelding 2: De plaats van de snede De operatie duurt ongeveer 20 minuten. Na de operatie krijgt u een drukverband om de hand. Ook krijgt u een mitella om, hiermee kunt u de hand hoog houden en zwelling voorkomen.
Na de operatie
U blijft na de operatie nog ongeveer één uur op de polikliniek Plastische Chirurgie, zodat we uw wond kunnen controleren.
3 van 5
Na de operatie werkt de verdoving nog gemiddeld twee tot drie uur door. De pijn na een poliklinische operatie valt meestal erg mee. Als u thuis toch last heeft, kunt u de eerste avond en nacht een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) gebruiken. Het verband mag u zelf na drie dagen verwijderen. De huidkleurige pleister moet u op de wond laten zitten, totdat de hechtingen worden verwijderd. Deze hechtpleister ondersteunt de wond(genezing) en is waterbestendig. U kunt hier mee douchen. Smeer echter geen crème of olie op uw huid, want daardoor laat de pleister los. Na ongeveer 10 tot 14 dagen kunnen de hechtingen verwijderd worden. U krijgt na de operatie hiervoor een afspraak mee. Oefen uw hand en vingers, door er zoveel mogelijk dagelijkse dingen mee te doen, maar maak geen bewegingen die pijn veroorzaken. Het oefenen zal in het begin moeilijk gaan, maar na verloop van tijd zult u merken dat het steeds gemakkelijker gaat.
Resultaat In hoeverre de operatie een succes zal zijn, hangt af van de klachten die u voor die tijd had. Het kan zijn dan u enige tijd in en om de pols pijn houdt en/of nog tintelingen in de vingers heeft.. Bij sommige patiënten duurt het soms enkele maanden voordat zij weer alles normaal met hun hand kunnen doen.
Een arts waarschuwen Het is nodig dat u een arts waarschuwt als: De wond rood en pijnlijk aanvoelt. Er zwelling en koorts optreden. Als de wond blijft bloeden. Als de pleisters gaan jeuken, ruiken of uitslag veroorzaken.
4 van 5
Tijdens kantooruren kunt u contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie, tel. (078) 652 32 66. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met uw huisarts of de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis via het algemene nummer van het Albert Schweitzer ziekenhuis, tel. (078) 654 11 11. De Spoedeisende Hulp neemt zo nodig contact op met de dienstdoende plastisch chirurg.
Tot slot In deze folder hebben wij u ingelicht over de operatie en de nabehandeling. Een dergelijke beschrijving kan echter nooit volledig zijn. Ook komt deze informatie niet in plaats van een gesprek met uw arts. De plastisch chirurg zal steeds bereid zijn om u persoonlijk één en ander uit te leggen en op uw vragen in te gaan. Uit deze folder kunt u geen garantie ontlenen betreffende resultaten. Garantie op de resultaten of op een ongestoord beloop kunnen wij u nimmer geven. Complicaties kunnen altijd optreden. Soms is het noodzakelijk om een aanvullende operatie uit te voeren voor het verkrijgen van een goed eindresultaat. Als u nog vragen heeft, kunt u telefonisch contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie, tel. (078) 652 32 66.
Tip:
Het is handig voor uzelf om deze folder mee te nemen wanneer u wordt behandeld. U kunt dan alle relevante informatie nog eens nalezen.
5 van 5