HET VERSNELDE VERVAL VAN DE EUROPESE BESCHAVING 1. WAT MIJ HEEFT BEWOGEN
opwarming van de aarde wekken voorlopig mondiaal bij de burgers nog grotendeels verwondering, omdat die verschijnselen voor de meesten te abstract en te weinig merkbaar zijn. De onderdanen van de Europese Unie raken echter steeds meer verontrust over het stelselmatig uitstellen van noodmaatregelen tegen de al decennia voorspelbare en steeds zichtbaarder wordende vreemdelingenproblematiek, omdat deze ongetwijfeld het eerst tot een acute crisis zal leiden. In Nederland, koploper bij het onverschillig toelaten van vreemdelingen, spraken bij mijn volkskapper in het Oude Noorden van Rotterdam al in de zeventiger jaren van de vorige eeuw arbeiders zich fris van de lever uit over het domweg toelaten van Spaanse en Turkse "gastarbeiders" en over de voor onze samenleving schadelijke gevolgen van hun zeden en gewoonten. Niet hun geringste vrees daarbij was dat deze buitenlanders hun het brood uit de mond zouden gaan stoten. Die "gastarbeiders" waren onder druk van de werkgevers tot ons land toegelaten met het twijfelachtige argument dat zij het eenvoudige werk konden doen waartoe, zo werd althans beweerd, Nederlandse arbeiders niet meer bereid waren. Iedereen kon natuurlijk met zijn klompen aanvoelen dat deze arbeiders zich grotendeels blijvend in Nederland zouden vestigen, dat zij zich voortvarender dan de autochtone bevolking zouden voortplanten, dat vervolgens hun kinderen in Nederland zouden willen blijven wonen en dat dus ook de ouders niet zouden willen remigreren. Dat de problemen zouden toenemen was voorspelbaar! Een wakkere overheid had dan ook toen al, op gronden die ik hierna vermeld, behoren te beseffen dat dit kritiekloze toelatingsbeleid bij voortzetting daarvan onze samenleving stukje bij beetje zou gaan ontwrichten en verdelen.
Mijn in deze beschouwing geuite opvattingen ontleen ik al tientallen jaren aan de lering die ik heb getrokken uit elementaire biologische en psychologische wetmatigheden, alsmede uit het verloop van de wereldgeschiedenis. Deze beschouwing heb ik in 2012, toen allochtonen nog geen vluchtelingen werden genoemd, geschreven ten behoeve van mijn kinderen en kleinkinderen. Uit hun reactie daarop kon ik toen, zoals ik vermoedde, hun mening niet afleiden. Hierna probeer ik aan te tonen, dat de rampzalige en in 2015 pas goed op gang gekomen exodus van vreemdelingen uit westerse en niet-westerse landen naar de EU al sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw door dwalende overheden van welvarende WestEuropese staten zodanig is bevorderd, om niet te zeggen aangewakkerd dat, mede daardoor, het zich nu sterker aftekenende verval van de Europese beschaving kon worden voorzien. Om aan te tonen, dat de voorstanders van het huidige zelfvernietigende beleid zich in steeds meer bochten moeten wringen om dit beleid te rechtvaardigen heb ik in de loop van 2015 in de hoofdstukjes 6, 7 en 8 enige kleine voorbeelden daarvan opgenomen zonder de inhoud of de strekking van deze beschouwing noemenswaard te wijzigen.
2. SOMBERE VERWACHTINGEN TEN AANZIEN VAN DE 21STE EEUW In Europa is steeds meer verzet merkbaar tegen de toeneming van het aantal vreemdelingen en de door hen veroorzaakte problemen. Tevens groeit het besef van het overige culturele en sociale verval dat zich sluipenderwijs in ons continent begint af te tekenen. Vermoedelijk is de verbazing en de verontrusting daarover bij veel van mijn generatiegenoten, die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun puberteit beleefden, het grootst. Daarom veroorloof ik mij hierna beknopt toe te lichten welke oorzaken van de neergang zij waarnemen en wie zij daarvoor verantwoordelijk achten.
4. AANHOUDENDE MISKENNING VAN DE LESSEN VAN DE PSYCHOLOGIE EN DE GESCHIEDENIS Historici, sociologen en vooral psychologen hadden, wanneer zij eerlijker, empathischer, moediger en sensitiever waren geweest, hun regeringen tijdig voldoende psychologische en geschiedkundige basiskennis kunnen bijbrengen om deze te doen inzien welk toekomstig onheil zij door hun immigratiebeleid over hun bevolkingen zouden afroepen. Als het meest eenvoudige bewijs daarvoor
3. HET ONBERADEN TOELATEN VAN VREEMDELINGEN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG Passiviteit van overheden bij het bestrijden van onbelemmerde voortplanting, uitputting van grondstoffen, milieuvervuiling en 1
hadden zij bv. de oorlogen die in de loop der eeuwen zijn voortgevloeid uit etnische en godsdienstige conflicten kunnen aanvoeren. Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog bleken o.m. de Amerikaanse presidenten Wilson resp. Roosevelt nog terdege te begrijpen tot welke misère de aanwezigheid en de immigratie van etnisch of godsdienstig afwijkende minderheden door de eeuwen heen hadden geleid. Zij lieten dat zo goed mogelijk uitkomen in de opgelegde vredesverdragen, waardoor miljoenen vluchtelingen naar gebieden met etnisch of godsdienstig verwante volken zijn gemigreerd of daartoe werden gedwongen. Na de Tweede Wereldoorlog was al onmiddellijk de vorming van de staat Israël de uitzondering op dit beleid, hoewel deze toen vergeeflijk was onder de grote druk van de Holocaust en zionistische opvattingen. Nu tonen de gevolgen van de vorming van de staat Israël het dwingendst de juistheid van mijn opvatting aan. Ook uit andere historische gebeurtenissen hadden de Europese overheden keer op keer de lering kunnen trekken dat zij de toenemende druk van etnische en godsdienstige minderheden op de culturele en sociale identiteit van hun naties tot elke prijs hadden moeten beletten. Om dit te staven laat ik een aantal karakteristieke voorbeelden volgen. In 1947 werd het koloniale Brits-Indië verdeeld in het hindoeïstische India en het islamitische Pakistan met als gevolg ruim tien miljoen vluchtelingen en honderdduizenden doden. Tussen 1968 en 1998 vonden de bloedige "Troubles" in Noord-Ierland plaats tussen de katholieke minderheid en de protestantse meerderheid van de bevolking. In 1974 werd Cyprus – na een lange aanloop sinds 1955 – verdeeld in een Grieks en een Turks deel. Na de dood van Tito in 1980 maakte het toenmalige Joegoslavië eerst een reeks onrustige jaren door. Vervolgens vond tussen 1991 en 2001 een aantal onafhankelijkheidsoorlogen plaats die o.m. geleid hebben tot het katholieke Kroatië en Slovenië, het islamitische Bosnië en het orthodoxe Servië, met de kleinst mogelijke minderheden in die staten. De laatste historische les voor Europa zou het etnische conflict in de Oekraïne kunnen zijn. Daaruit blijkt bovendien hoe dom het is te trachten de invloedssfeer van de EU te verschuiven naar die van Rusland, wetende hoeveel gegronde achterdocht deze staat in dit opzicht door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. Er is een onmiskenbare overeenkomst
tussen de naïeve mening over de toelating van vreemdelingen tot de EU en die over toelating van de Oekraïne tot de EU. Over de situatie in Afrika zwijg ik maar, dus ook over die in Zuid-Afrika, waar de rollen nu zijn omgedraaid en een groot deel van de blanken zich letterlijk in hun woningen heeft moeten verschansen. De Nederlandse regering juicht inmiddels over de vermeende lichte afneming van de criminaliteit. Zou zij misschien vergeten zijn, dat onze bevolking steeds meer veiligheidsmaatregelen moet nemen en steeds meer behoedzaamheid aan de dag moet leggen? Het meest dwingende bewijs dat samenlevingen er verstandig aan doen hun homogene karakter zo veel mogelijk te handhaven wordt natuurlijk geleverd door de voorspelbare excessen waaraan de sektarische bevolkingen in het Midden-Oosten en de daaraan grenzende gebieden zich al eeuwenlang overgeven. Die culturen tonen onverbiddelijk aan, dat daarin de tijd stilstaat en daarmee de voortgang naar een hoger beschavingspeil. Indien de Europese regeringen dan ook na de Tweede Wereldoorlog oorzaken en aard van de godsdienstige en etnische conflicten in het verleden juist hadden geanalyseerd, hadden de zich na 1947 in Israël en elders voortslepende drama's hun telkens opnieuw duidelijk behoren te maken op welke uitslaande branden zij hun volken ten gevolge van het voortdurend toelaten van vreemdelingen aan het voorbereiden waren. Hun nalatigheid is des te groter, omdat in vergelijking met het WestEuropese beschavingspeil de culturele en sociale achterstand in de landen waaruit die vreemdelingen afkomstig zijn algemeen bekend is. Ook konden zij weten, dat in die achterstand al eeuwenlang weinig verandering ten goede valt te bespeuren. Deze grootste naoorlogse dwaling, om niet te zeggen wandaad, van de Europese regeringen is m.i. voor een groot deel te wijten aan de irreële, verkrampte en doorgeschoten wijze waarop onder invloed van de Holocaust, de naoorlogse dekolonisering en de welvaart(!) het politiek oordelen over culturen is ontmoedigd en het multicultureel samenleven is aangemoedigd. Een mogelijke oorzaak van het feit dat bovendien de menselijke aard in zo'n ernstige mate is miskend zou kunnen zijn, dat de nuancering en de verfijning van de in het Interbellum levende generaties door de ontwikkelingen na de Tweede Wereldoorlog geleidelijk zijn weggeschuurd. O.m. Sigmund Freud en Rudolf 2
Steiner zouden nog in staat zijn geweest culturele en sociale eigenschappen van bevolkingsgroepen ongehinderd te analyseren en te beschrijven zonder fascistisch of racistisch te worden genoemd. In hun tijd durfde men de Ieren nog vechtlustig te noemen, de zigeuners diefachtig, de Italianen theatraal en corrupt en de Russen grof en drankzuchtig. Men hoefde er zelfs niet bij te zeggen, dat dit niet generaliserend bedoeld was. Waarschijnlijk hebben in de westerse wereld de na de Tweede Wereldoorlog geboren generaties ten gevolge van de langdurige periode van vrede en de daarmee gepaard gaande welvaart een zo "verwende", om niet te zeggen genotzuchtige, levensstijl ontwikkeld dat er op hun overlevingsdrang nauwelijks een beroep behoefde te worden gedaan. Zij konden zich dus amper de mogelijkheid van oorlog op hun continent voorstellen. Ten slotte mag m.i. gevoeglijk worden vastgesteld dat het bijna volledig om zeep helpen van het geschiedenisonderwijs mede heeft bijgedragen aan een vertekend wereldbeeld bij het merendeel van de bevolking!. Dit alles zou kunnen verklaren dat bij de naoorlogse generaties het analytische en empathische vermogen is verminderd en dat veel van mijn leeftijdgenoten de huidige opwekkingen in de media tot antiracisme, alsmede tot multicultureel en participerend samenleven als masochistische, onrealistische en narcistische uitingen van een vroom exhibitionisme ervaren, wat overigens ook geldt voor sommige eigentijdse uitingen van medeleven en rouw. Ook kan dit verklaren dat tegenwoordig de echte problemen vaak óf pover worden geanalyseerd óf oppervlakkig ad hoc en technisch worden opgelost. Soms krijgt men de neiging regeringsbeslissingen te vergelijken met gehaast in elkaar geknutselde legobouwwerkjes; zij kunnen een dag later al gedemonteerd worden en worden vervangen door een soortgelijk product. We zouden het onderhuidse en er dus werkelijk toe doende gevoel van de gemiddelde autochtone Nederlander eens kunnen peilen door hem te vragen met welk cijfer van 0 t/m 10 hij de veronderstelde aanwezigheid van de volgende percentages allochtonen in ons land zou waarderen: — 25% uit Irak, Libië en Syrië; — 30% uit India; — 25% uit Bulgarije — 35% uit het Verenigd Koninkrijk;
— 21,5% westerse en niet-westerse allochtonen (de huidige situatie); — 51% westerse en niet-westerse allochtonen; — 25% uit China; — 20% uit de Centraal Afrikaanse Republiek en Zimbabwe. Vermoedt u niet dat uit de uitkomst van deze kleine enquête duidelijke "racistisch" getinte voorkeuren zullen spreken? Heeft u zich ook niet soms afgevraagd hoe allochtonen onder elkaar over de westerse (Nederlandse) samenleving oordelen? Zou het antwoord op die vraag misschien evenmin kunnen pleiten voor multiculturele saamhorigheid? Het is m.i. dan ook zeer naïef en ronduit onverantwoordelijk dat westerse regeringen gedurende een aantal decennia met name vreemdelingen uit culturen waarin verdraagzaamheid ver te zoeken is tot hun landen hebben toegelaten en zo de rode loper hebben uitgelegd voor aanzwellende stromen soortgenoten. De bewering dat de uittocht van burgers uit het Midden-Oosten en Afrika naar Europa in 2015 niet voorzienbaar was of niet voorkomen had kunnen worden is dan ook even naïef en onverantwoordelijk.
5. DAARNA AANHOUDEND RATIONALISEREN, VERDRINGEN EN ONTKENNEN VAN DE PROBLEMEN In de decennia na 1970 was het in Nederland niet moeilijk karakteristieke momenten aan te wijzen waarop het minder naieve deel van onze bevolking zijn weerstand tegen het steeds maar groeiende aantal vreemdelingen heeft geuit. De eerste uiting was het oprichten van de Centrumpartij in 1980. Hoewel deze partij tamelijk gematigd en bovendien verdeeld was, zagen onze overheid en een groot deel van onze bevolking ook toen al de bui niet hangen. Hans Janmaat, die in die partij na 1981 een prominente rol speelde, werd zelfs nog min of meer als een cryptofascist beschouwd. Daardoor kon, ook door de passiviteit van het braafste jongetje in de klas, de PvdA, uit de hoek van linkse vlegels in 1986 betrekkelijk moeiteloos een aanslag op een vergadering van de Centrumpartij worden gepleegd waardoor Janmaats vrouw in een rolstoel belandde. Veelzeggend was dat die aanslag toen, in tegenstelling tot die na de moord op Fortuyn in 2002, nog nauwelijks woede opwekte door de geringe invloed van die partij (1 zetel in 1982), de gebrekkige presentatie 3
van Janmaat, maar vooral door de maar al te menselijke behoefte om het geweten, zoals meestal gevoed door naïviteit en onbetrouwbaar idealisme, te sussen met rationalisaties, verdringing en ontkenning. Tot mijn grote verbazing bleven op deze voze voedingsbodem na de tachtiger jaren de Nederlandse regeringen en werkgevers, met steun van het Koninklijk Huis als deftig en dus duur reclamebureau, tegen beter weten in lijdzaam en zelfs instemmend toezien hoe een wassende stroom vreemdelingen in Nederland aan woonruimte en sociale voorzieningen werd geholpen, hoewel toen al overduidelijk was dat die vreemdelingen onze samenleving per saldo meer schade berokkenden dan voordeel opleverden. Helaas werd deze onverschilligheid nauwelijks verstoord door de aanslag op het World Trade Center in New York in 2001, die een "wake upcall" voor de gehele Europese beschaving had moeten zijn. In de jaren na die aanslag leidden de moord op Pim Fortuyn in 2002, het ontstaan van de Groep Wilders in de Tweede Kamer in 2004, de moord op Theo van Gogh twee maanden later in dat jaar en meer en meer moorden en aanslagen door allochtone daders wereldwijd in latere jaren tot een toenemend mompelend gemor onder de Nederlandse bevolking. Desondanks bracht dat onze regering merkwaardigerwijs niet tot het inzicht, dat inmiddels onder haar ogen een steeds grotere schade aan de Nederlandse samenleving en haar homogene karakter werd toegebracht en dat de kiemen voor rassenrellen en burgeroorlog op de langere termijn waren gelegd.
men bedenkt hoeveel haat de bijna gestoord lijkende activisten uit deze overwegend compromisloze oog-om-oog-tand-om-tandculturen jegens joden (en Amerikanen) met rollende ogen en verwrongen gelaatstrekken letterlijk uitspugen. Allochtonen ontvangen een even hoog bedrag aan bijstandsuitkeringen als de bijna 80% autochtonen, hun leerachterstand is ten opzichte van autochtonen onevenredig groter (taal!) en zij verlangen ten opzichte van autochtonen onevenredig meer overbodige medische aandacht. Het ziet er naar uit, dat de ontwikkeling in andere ontwikkelde West-Europese landen niet sterk afwijkt van die in Nederland. Hoe onherstelbaar het gevoerde beleid is blijkt treffend uit het feit dat de Europese overheden inmiddels ook het jihadisme hebben geïmporteerd, wat zij ongetwijfeld als niet voorzienbare "collateral damage" zullen beschouwen. En wat denkt de Nederlandse regering aan te moeten met 37.000 Somaliërs, die grotendeels analfabetisch zijn en waarvan de helft een bijstandsuitkering heeft? (De Volkskrant van 12 mei 2015).
7. HET FAILLISSEMENT VAN DE ZGN. MULTICULTURELE SAMENLEVING Het asielbeleid is in de afgelopen decennia grotendeels irrationeel, symbolisch, willekeurig en contraproductief geweest, omdat het grootste deel van de vreemdelingen immers tot West-Europa is toegelaten zonder een relevante grond voor asiel. Zij werden immers o.m. geleid door de gevolgen van verzet tegen hun machthebbers en hun landgenoten met andere opvattingen over de islam dan zij. Hun voornaamste drijfveer leek echter de wens naar meer welvaart te zijn, hoewel zij in hun eigen landen blijkbaar zo welvarend waren dat zij hun kostbare reis naar het Westen konden betalen. Die vreemdelingen zijn vaak weldoorvoede jonge mannen die in veel gevallen hun vrouw en kinderen achterlaten in het vertrouwen dat deze zich wel zullen redden en dat zij voor hen ook wel een overtocht kunnen regelen. Om in islamitische schuld- en schaamteculturen te overleven zijn fabuleren, leugenachtigheid, ontkenning en schijnheiligheid onvermijdelijk. Bij asielaanvragen worden dan ook vaak motieven verzonnen die soms ten onrechte als waar worden aanvaard. In strafzaken ontkennen verdachten, zelfs bij keihard bewijs, opmerkelijk vaak. Ook de bewering van asielzoekers uit
6. DE ONHERSTELBAARHEID VAN DE IN WEST-EUROPA VEROORZAAKTE CULTURELE EN SOCIALE SCHADE Allochtonen (1ste en 2de generatie) maakten op 1 januari 2014 21,36% van de Nederlandse bevolking en ongeveer 50% van de bevolking van onze grote steden uit. Een beduidend deel van hen blijft zich nog altijd gedragen volgens de achtergebleven cultuur van hun landen van herkomst en past zich dus onvoldoende aan, zodat "achterstandswijken" en gettovorming in de grote steden met een onevenredig hoge criminaliteit, die zich vooral uit in gewelddelicten, zijn ontstaan. Vooral niet-westerse allochtonen plegen, geheel overeenkomstig hun volksaard, naar verhouding onderling meer gewelddelicten dan zij doen ten opzichte van bv. Nederlandse joden! Dat is opmerkelijk, wanneer 4
betrekkelijk veilige islamitische landen, dat terugkeer naar hun land levensgevaarlijk is, levert gegarandeert toelating tot het Westen op. Wanneer die wens tot terugkeer al zou bestaan is het immers voorzienbaar dat zij na die terugkeer in dergelijke landen bijna altijd zo verdacht zijn dat zij gemarteld en zelfs gedood kunnen worden. Zoals de ervaring echter al heeft geleerd keert vrijwel niemand terug of maken zij die terugkeer bijna onmogelijk door zo snel mogelijk nakomelingen te verwekken en daarna een beroep te doen op het medelijden van de autochtone bevolking. De laatste vernuftige toelatingsgrond die wordt aangevoerd ligt blijkbaar in de bekering tot een vorm van christendom. Toelating op die grond is uiteraard verzekerd, omdat afvallige islamieten na terugkeer in ieder geval in levensgevaar verkeren. Zonneklaar is echter dat zij zich, indien zij al terugkeren, onmiddellijk weer strikt islamitisch zullen noemen! Westerse gezagsdragers willen graag schijnheilig of misschien wel naïef propageren dat de jihad uitzondering is en de vreedzame islam regel. De jihad is echter regel en IS voert deze slechts met naar westerse opvattingen barbaarse middelen. Blijkbaar begon de overheid in de loop der tijd steeds beter te beseffen dat de door allochtonen meegebrachte en hier geschapen problemen fundamenteel onoplosbaar waren. Daarom werd in de loop der jaren uiteindelijk ook nutteloos gebleken rituele dressuur toegepast, zoals de herhaalde machteloze mantra van de "multiculturele samenleving" en later die van de "participatie-samenleving". Het toppunt van nutteloze beïnvloeding zijn natuurlijk de pogingen van enige hoofden van achterhaalde vorstenhuizen om in hun jaarlijkse kerstpreken met een vrome tekst de door de eigen regeringen teweeggebrachte aantasting van de culturele eigenheid van hun samenlevingen zo goed mogelijk op te lappen! Uit de mond van landgenoten kan men soms kluchtige argumenten beluisteren op grond waarvan een zonnige multiculturele samenleving wél mogelijk zou zijn. Zij verwijzen dan naar de eeuwen geleden naar West-Europa getrokken joden en hugenoten. Deze vergelijking moet ik helaas te onzindelijk achten om er zelfs maar nader op in te gaan. Een typisch voorbeeld van rationalisering en verdringing biedt het boek van Frans Verhagen "Hoezo mislukt" (De nuchtere feiten over de integratie in Nederland), Nieuw Amsterdam, 2010, waarin de schrijver ons zalvend in de waan brengt dat alles na de derde generatie allochtonen pais en vree zal zijn. Daarbij
verliest hij o.m. uit het oog dat volken zich gedragen als echtgenoten die niet bij elkaar passen: naar mate de onderhuidse spanningen langer voortduren zal de uitbarsting heftiger zijn. Bij volken pleegt dat doorgaans pas na de derde generatie te gebeuren, nog daargelaten dat er de komende decennia telkens opnieuw een eerste generatie Europa zal binnenstromen. Een ander kras staaltje van rationaliserend en sussend denken lees ik in De Volkskrant van 18 april 2015 (Ten eerste, blz. 7). Blijkens de daar geciteerde "migratie-expert", prof. dr. L.A.C.J. Lucassen, zou het idee dat Europa overspoeld wordt door een onhanteerbare migrantenstroom niet terecht zijn. Hij wijst erop, dat de huidige toeloop een minderheid betreft die nog geen 10% is van de volksverhuizingen binnen Afrika, Azië en Zuid-Amerika. En vervolgens: "Alleen in China zijn meer dan 200 miljoen mensen in beweging." De heer Lucassen verliest blijkbaar uit het oog dat die door hem bedoelde volksverhuizingen zich bijne geheel afspelen binnen het eigen cultuurgebied en bovendien onder een dictatuur. Naar ik vrees zullen de Europese Unie en de nationale overheden in hun reactie op de in hun samenlevingen steeds meer toenemende onrust blijven steken in het nemen van wanhopige halfbakken maatregelen, het prevelen over menselijk mededogen en het roeren van de solidariteitstrom. Zo hoorde ik onlangs onze vicepremier eerst pochen over het terugbrengen van de werkloosheid van 700.000 naar 600.000 personen en twee zinnen later bezield verkondigen hoe hij de waardevolle dokter en ingenieur uit het Midden-Oosten aan een baan zou gaan helpen. Voorlopig krijgen de regeringen van de EU voor hun beleid mondjesmaat nog steun van hun parlementen en van hun weldoorvoede en de kop in het zand stekende linkse, godvruchtige of welgestelde onderdanen, waartoe misschien inmiddels ook de al genoemde Rotterdamse arbeiders behoren! Die onderdanen hebben in ieder geval tot dusverre zoveel tolerantie aan de dag gelegd, dat nu nog slechts sommige autochtone politici, cartoonisten en schrijvers dankzij permanente bewaking op straat kunnen lopen!
8. DE REACTIE VAN AUTOCHTONEN OP DE ONTWRICHTING VAN HUN SAMENLEVING Autochtone Europeanen hebben het lange tijd nauwelijks aangedurfd een onbevangen 5
mening over de onmiskenbare negatieve gevolgen van de raciale, culturele en sociale kloof tussen autochtonen en allochtonen te uiten. Zij hebben ervaren, dat zij zich verkrampt gedroegen bij het uiten van hun mening en hun voorkeur voor bv. de Nederlandse PVV of dat zij schichtig om zich heen keken voordat zij dat waagden. Zij hebben ook waargenomen dat zich langzamerhand in de West-Europese landen een vorm van door allochtonen afgedwongen censuur heeft ontwikkeld en dat gevreesd moet worden dat ook de strafrechter zich daarnaar allengs kan gaan richten, bv. door in ons land Wilders te veroordelen. Naar ik vrees hebben veel Nederlandse arabisten bewust of onbewust aan die censuur bijgedragen door jarenlang passief of met wetenschappelijke schijnargumenten hun nu overleden collega Hans Jansen in zijn opvatting over de islam in de kou te laten staan. Onthullend vind ik in dit verband dat er in de opvatting over de islam veel naïever door de generaties na 1968 wordt gedacht dan door de voorafgaande generaties die onmiskenbaar meer psychologisch en historisch inzicht hadden. Zoals ik al opmerkte is het geschiedenisonderwijs bijna om zeep geholpen en bovendien onderworpen aan de bovengenoemde censuur. Aan het begin van deze eeuw begon duidelijk te worden dat de (latente) angst van de autochtone Europese bevolkingen voor vreemdelingen in hun landen in dezelfde mate toenam als hun (latente) agressie ten aanzien van hen. Met het dagen van dat besef en in ieder geval in verband met de sinds begin 2015 nauwelijks meer beheersbare immigrantenstroom wordt langzamerhand ook begrepen, dat de West-Europese overheden in 1970 hun bevolkingen wellicht nog hadden kunnen behoeden voor de voorzienbare ontwrichting van hun samenlevingen, maar dat zij zich sindsdien willoos hebben laten afdrijven in de richting van een toekomstige historische ramp van de soort, waarvan ik hiervoor een aantal voorbeelden heb genoemd. De verontrustende voortekenen waren immers al beetje bij beetje steeds zichtbaarder geworden en hadden door besluitvaardige regeringen niet over het hoofd gezien mogen worden, vooral gezien de omstandigheden in de grote steden, ook elders in Europa, met hun getto's waar het meer en meer was gaan gisten. Uit deze ontwikkeling vloeit onvermijdelijk voort, dat in Europa steeds heftiger het Palestijnse conflict zal worden uitgevochten en dat verdwaasde allochtonen steeds vaker
solidariteit zullen tonen met verdwaasde fanatici in hun landen van herkomst in plaats van te integreren in de westerse "beschaving". De bloedige aanslag op het kantoor van Charlie Hebdo in Parijs in januari 2015 en latere aanslagen in Europa tonen zonneklaar het falen van het "multiculti"-beleid aan, even zonneklaar als de onvermijdelijkheid waarmee in geheel West-Europa in de komende decennia de wederzijdse uitingen van xenofobie zullen toenemen. Het siert de Duitsers die nog altijd enigszins kampen met schuldgevoel wegens de Tweede Wereldoorlog, dat ook in hun land kleine groeperingen begonnen zijn hun weerstand tegen vreemdelingen, hoewel overeenkomstig hun aard ingetogener dan de Nederlandse bevolking, te tonen. De extreem rechtse "Hooligans gegen Salafisten" (Hogesa), de "Patriotische Europäer gegen die Islamisierung des Abendlandes" (Pegida) en de veel redelijker "Alternative für Deutschland" zijn in Duitsland in korte tijd bekend geworden. Ik ben ervan overtuigd dat, mede door die bewegingen, nu ook een groter deel van de Duitse bevolking veel meer begrip heeft voor de ernst van de aanslag die door de niet te stuiten stroom asielzoekers sinds het begin van 2015 op de Europese beschaving en identiteit wordt gepleegd. Ook uiten de Duitsers tegenwoordig veel duidelijker hun wantrouwen in de Duitse politiek (bv. ten aanzien van het Oekraïne-conflict) en de Duitse media. Duitsland mag zich gelukkig prijzen dankzij zijn hechtere culturele en sociale samenhang in een trager tempo in verval te raken dan Nederland. Desondanks zal ook dit land niet het initiatief nemen tot het uitroepen van de noodtoestand en zeker niet tot de staat van beleg als zelfverdediging tegen de onstuitbare groei van het aantal allochtonen in de EU na 1970. Niet alleen zou zo'n maatregel het zich aftekenende toekomstige onheil niet meer kunnen afwenden, maar ook maakt de Europese Richtlijn Asielprocedures dat onmogelijk. Daardoor zal de huidige onheilspellende situatie geleidelijk verslechteren en dus een radicale oplossing, indien deze al overwogen zou worden, onmogelijk worden. Misschien ligt hierin wel de voornaamste reden voor o.m. de PVV om uittreding uit de EU te bepleiten. Anno 2015 is de tijd voorbij dat de Europese regeringsleiders nog kunnen ontkennen dat zij de rampzalige ontwikkeling na 1970 in de hand hebben gewerkt. Evenmin kunnen zij hun gevoerde beleid nog rechtvaardigen of 6
daarover krokodillentranen plengen. De tijd lijkt nu werkelijk aangebroken dat zij de al jaren aanhoudende toevloed van vreemdelingen, asielzoekers of niet, als een directe aanval op de Europese beschaving gaan beschouwen en gaan beseffen dat zij daarop dienovereenkomstig, in uiterste noodzaak helaas militair, zullen moeten reageren. In deze geest handelen nu al besluitvaardiger landen in Zuidoost-Azië, Australië voorop ("No Way!"). In Europa begonnen in 2015 de op de Balkan gelegen lidstaten van de EU, Hongarije als eerste, te tonen zich de lessen van de bloedige conflicten op de Balkan en die van irrationeel, maar relevant, menselijk handelen ter harte te hebben genomen. Ik ben echter bang dat dit besef pas goed zal doodringen wanneer er meer binnenlandse onlusten, opstanden of burgeroorlogen uitbreken of wanneer, al dan niet als gevolg daarvan, werkelijk barre economische tijden aanbreken. Dan zouden de "gastarbeiders" van weleer en de daarna massaal toegelaten vreemdelingen wel eens zeer ongewenst kunnen blijken te zijn! Welk soort onvermijdelijk toekomstig onheil zich ook aan Europa zal voltrekken, men kan m.i. de toelating van vreemdelingen nu al zonder twijfel als de meest verwijtbare politieke blunder na de Tweede Wereldoorlog beschouwen. Even stellig geloof ik, dat toekomstige geschiedschrijvers over dit beleid een hard oordeel zullen uitspreken, zoals zij ook hebben gedaan ten aanzien van etnisch en godsdienstig beleid in het verleden en de daaruit voortvloeiende conflicten.
sociale en digitale revolutie na 1968 als oorzaken zie van een egocentrischer, gehaaster, genotzuchtiger en individualistischer menstype, dat gepaard gaat met de volgende onderling samenhangende verschijnselen: — het bestrijden van de gevolgen van een ongezonde levenswijze, zoals vraatzucht en andere verslavingen, vergt aanzienlijke (medische) kosten; — de verslaving aan apparaten schaadt de geestelijke gezondheid, wat zich o.m. uit in concentratiestoornissen, haast, oppervlakkigheid, slaaptekort en dus fouten; ADHD schuilt tegenwoordig in iedereen een beetje; — het empathisch vermogen en daardoor het vermogen om goed te luisteren en adequaat te communiceren en te handelen neemt hinderlijk af. Dit wreekt zich steeds meer in de kwaliteit van de dienstverlening (als gevolg van mijn eigen ervaringen kocht ik daarom in 2014 een computer in Duitsland); — er is een toeneming van slechte omgangsvormen en uitingen van egocentriciteit, narcisme, exhibitionisme en platvloersheid. Dat uit zich bv. hierin dat men op het internet en in zakelijke e-mails met "JE" wordt aangesproken. Helaas echter meen ik deze achteruitgang ook waar te nemen in de moderne kunst en muziek, alsmede in het vermaak, dat internet, media en tv-programma's bieden; — het is waarschijnlijk geen toeval, dat de achteruitgang van het onderwijs, de grove en onesthetische klanken waarmee tegenwoordig Nederlands wordt gesproken, alsmede het feit dat het aantal taalfouten in e-mails, brieven, kranten en stukken, zelfs die van de overheid, onrustbarend toeneemt, verband houden met de bovengenoemde verschijnselen en met de taalachterstand van allochtonen; — is het ten slotte verwonderlijk dat ook de humor tegenwoordig meer en meer verfijning en een intelligente pointe ontbeert?
9. OVERIGE OMSTANDIGHEDEN DIE AAN HET VERVAL VAN DE EUROPESE BESCHAVING BIJDRAGEN Helaas dragen ook andere omstandigheden dan de bovengenoemde bij aan het sluipende verval van de westerse beschaving; daarop zinspeelde ik al onder 4. Hier vermeld ik duidelijker, dat ik de welvaart, de drang om die te behouden, alsmede de
Leidschendam, september 2015. G.F. Palm (gepensioneerd schadeverzekeringsjurist, geb. 1928), Spechtlaan 383, 2261 BK Leidschendam (tel. 070-3201703).
7