Pasen 2014
In de Voorhof te Woudenberg op 20 april 2014 aanvang 10.00 uur
Voorganger: ds Pieter Koekkoek Organist: Ton van Dienst Solist: Ton Kaljee Klarinet: Werner van de Burgh Dwarsfluit: Anneke Methorst Gerjanne Schilperoort-Haalboom Lector: Anja Veltman
Vanaf ongeveer 9.45 wordt gezongen: Lied 630
Lied 637
Ev. liedbundel 625
Verdreven is de schaduw van de nacht, en wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuis gebracht. Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht. refrein Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, dat uitstraalt van het kruis. Dat eens voor ons werd opgericht; en voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht. refrein
Na binnenkomst kerkenraad: Lied 216
Stilte en orgelspel Welkom en drempelgebed Psalm 139:10,11 met antifoon 614 Solo: antifoon Halleluja! Ontwaak ik, nog ben ik bij U, uw hand draagt mij door de nacht. Halleluja!
Allen
Solo: antifoon Allen:
Solo: Antifoon Bemoediging en groet Gebed voor de nood van de wereld. Steeds na de woorden: “Zo bidden wij u samen” zingen wij:
Gloria lied 624
Gebed KND
Schriftlezing: Jesaja 25:6-9 Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan: uitgelezen gerechten en belegen wijnen, een feestmaal rijk aan merg en vet, met pure, rijpe wijnen. Op deze berg vernietigt hij het waas dat alle volken het zicht beneemt, de sluier waarmee alle volken omhuld zijn. Voor altijd doet hij de dood teniet. God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg- de HEER heeft gesproken. Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop: hij zou ons redden. Hij is de HEER, hij was onze hoop. Juich en wees blij: hij heeft ons gered!’ Wij zingen: lied 608:1,3
Schriftlezing: Johannes 20:1-10 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan. De leerlingen gingen terug naar huis.
Wij zingen in wisselzang: Lied 617:7, 8,9,10,11,12,13,16,18,19 Engel:
Engel:
Vrouwen:
Engel:
Maria:
Engel:
Allen:
Preek The holy city Solo:
Last night I lay asleeping There came a dream so fair I stood in old Jerusalem Beside the temple there I heard the children singing And ever as they sang Methought the voice of Angels From Heaven in answer rang "Jerusalem, Jerusalem! Lift up your gates and sing, Hosanna in the highest. Hosanna to your King!"
And then methought my dream was chang'd The streets no longer rang Hushed were the glad Hosannas The little children sang The sun grew dark with mystery The morn was cold and chill As the shadow of a cross arose Upon a lonely hill "Jerusalem, Jerusalem! Hark! How the Angels sing, Hosanna in the highest, Hosanna to your King!" And once again the scene was changed New earth there seemed to be I saw the Holy City Beside the tideless sea The light of God was on its streets The gates were open wide And all who would might enter And no one was denied No need of moon or stars by night Or sun to shine by day It was the new Jerusalem That would not pass away Allen:
Dankgebed
Collecte Slotlied: 634
Zegen