Partnerschappen voor een leven lang leren
1
Inhoud Partnerschappen voor een leven lang leren
3
Partnerschappen in Comenius
4
Design Ecological De preventie en de aanpak van agressie op school Be Well and Tell Fit as a Fiddle Lego C(omputer) A(ided) T(echnology) International
Partnerschappen in Leonardo Da Vinci Stimulate entrepreneurship in the provision of social services for people with disabilities Interculturele Competenties voor Sociale beroepen Thermovalorisations: practices and careers Stimulating Entrepreneurial Education and Training Partners Pro Internship
Partnerschappen in Grundtvig Reading Clubs for Adult Learning Communities Opening Doors: Developing learning disabled people’s participation in the arts across Europe I volunteer! The Stimulation of eLearning Sharing the Understanding of Identity through Culture, Art & Self-Expression Programma Een Leven Lang Leren / EPOS vzw
2
colofon Verantwoordelijke uitgever: Samenstelling: Ontwerp en drukwerk:
Annemie Dewael - Algemeen directeur EPOS vzw - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel COMMiX graphic solutions - www.commix.be
5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22
Partnerschappen voor een leven lang leren Het Programma Een Leven Lang Leren heeft als doel ertoe bij te dragen dat de Europese Unie door middel van een leven lang leren een geavanceerde kennismaatschappij wordt met duurzame economische groei, meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. Via financiële ondersteuning van een ruim scala aan acties wil het de onderlinge uitwisseling, samenwerking en mobiliteit tussen de onderwijs- en opleidingsstelsels in de deelnemende landen bevorderen. Binnen drie deelprogramma’s (Comenius, Leonardo da Vinci en Grundtvig) wordt die samenwerking en uitwisseling onder andere gerealiseerd via partnerschapsprojecten. Deze partnerschapsprojecten zijn kleinschalige netwerken die de deelnemende organisaties toelaten om 2 jaar lang informatie en ervaringen uit te wisselen rond een thema dat relevant is voor elk van de 3 betrokken programma’s. Zowel binnen Comenius als binnen Grundtvig zijn dit de belangrijkste acties die op Vlaams niveau beheerd worden. In Leonardo zijn ze een recente aanwinst (2008). Ook al is de financiering die een organisatie ontvangt voor deelname vrij beperkt (momenteel variërend van € 7.000 tot € 20.000), toch is duidelijk uit onderstaande tabel dat het Vlaamse veld via de partnerschapsprojecten een aanzienlijke financiële stimulans krijgt om met Europese partners samen te werken. Aantal geselecteerde aanvraagdossiers + gepland budget 2008
2009
2010
COMENIUS
87
1.265.000 €
89
1.533.000 €
87
1.497.000 €
LEONARDO
24
385.000 €
30
415.000 €
24
366.000 €
GRUNDTVIG
22
295.000 €
26
385.000 €
23
367.000 €
133
1.945.000 €
142
2.333.000 €
134
2.230.000 €
Via deze brochure willen we u een staalkaart bieden van projecten waaraan Vlaamse organisaties participeren of geparticipeerd hebben. We hopen ten zeerste dat ze u kunnen stimuleren om ook uw Europese projectideeën te realiseren via partnerschappen voor een leven lang leren.
Wim Cloots coördinator Comenius
Marc De Vlieger coördinator Leonardo da Vinci
Renilde Reynders coördinator Grundtvig
3
COMENIUS Partnerschappen in COMENIUS De “partnerschappen” vormen de grootste actie binnen het Comeniusprogramma. Er zijn 3 types van partnerschappen: Regio Partnerschappen (bilaterale samenwerking tussen lokale of regionale onderwijsoverheden), bilaterale schoolpartnerschappen (bilaterale klasuitwisselingen tussen scholen) en multilaterale schoolpartnerschappen. Die laatste zijn veruit het talrijkst (jaarlijks ongeveer 85 nieuwe projecten in Vlaanderen, tegenover een 5-tal van de beide andere types). In deze brochure focussen we daarom op het laatste type van partnerschappen. De multilaterale schoolpartnerschappen beogen de versterking van de Europese dimensie in het onderwijs via internationale samenwerking tussen scholen, leerkrachten en leerlingen. Een multilateraal Schoolpartnerschap vereist minimum 3 scholen uit 3 verschillende landen. Eén van de scholen fungeert daarbij als coördinator. Sommige projecten mikken vooral op actieve betrokkenheid van en samenwerking tussen leerlingen (= “leerlinggeoriënteerde projecten”). Andere projecten focussen op aspecten van school- en/of pedagogisch beleid waarbij de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen leerkrachten, directies en administratief personeel centraal staat (= “schoolgeoriënteerde projecten”). Nog andere projecten maken een mix van beide. De projectactiviteiten bestaan zowel uit lokale activiteiten (leeractiviteiten, veldwerk, onderzoek) als uit mobiliteitsactiviteiten naar de partners (projectvergaderingen, studiebezoeken, uitwisseling van personeel, trainingen, …). Multilaterale schoolpartnerschappen worden beoordeeld op basis van de kwaliteit van het werkprogramma, de kwaliteit van het partnerschap als geheel, de impact en de Europese toegevoegde waarde van het project en de verspreiding en het gebruik van de resultaten.
4
www.epos-vlaanderen.be > Programma’s > Comenius > Acties > Schoolpartnerschappen
COMENIUS
Design Ecological PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM DECO 1-9-2009 – 30-6-2011 www.comenius-deco.net
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
Campus D’Hek Tiensestraat 57, 3400 Landen Elke Ceuleers 011 88 13 74
[email protected]
Vergina Lyceum Polarsirkelen Upper Secondary school Senefelder-Schule LEGT Raoul Follereau Koninklijk Atheneum D’HEK Middenschool D’HEK (coördinator)
PROJECTBESCHRIJVING In dit project werken leerlingen uit België, Noorwegen, Duitsland, Frankrijk en Cyprus samen rond het actuele thema ‘ecologisch bouwen’. De studenten van de verschillende partnerscholen reizen van Noord- naar Zuid-Europa om een studie te maken over typische bouwstijlen en over de verschillende manieren van ecologisch bouwen.
Het project ging van start in september 2009. In alle partnerscholen werd een logowedstrijd georganiseerd. Alle leerlingen uit de verschillende partnerlanden mochten een ontwerp indienen. Na de selecties binnen elke partnerschool werd in Noorwegen een tentoonstelling georganiseerd met de drie beste logo’s uit ieder land. De leerlingen van de kunstschool uit Noorwegen kozen ten slotte het winnende logo en zorgden voor de digitalisatie ervan.
Een project kunnen uitwerken en organiseren dat onderwijsvormoverstijgend (ASO/TSO/BSO) is en een doelgroep omvat van leerlingen uit het 1ste leerjaar van de 1ste graad tot en met leerlingen uit het 2de leerjaar van de 3de graad is een echte uitdaging voor de school.
Cyprus Noorwegen Duitsland Frankrijk België België
Een tweede fase in het project was de creatie van een DVD met daarop informatie over bouwstijlen en architectuur in ieder partnerland. De studie bevat informatie uit heden en verleden. De Franse studenten verzamelden alle informatie en maakten er een DVD van die in de toekomst zal gebruikt worden in de lessen. Om ervoor te zorgen dat leerlingen naast Engels ook iets oppikken van de andere vreemde talen, maakten we een woordenboek met daarin zowel dagelijkse taal als typische bouwterminologie. Niet alleen de schrijfwijze, maar ook de uitspraak van de woorden werd vastgelegd. Dit product ‘the glossary’ zal de komende jaren zeker nog van pas komen in de taallessen. Een laatste stap naar het eindproduct is de studie van verschillende technieken om ecologisch te bouwen in de toekomst. In ieder partnerland wordt een studie gemaakt van deze technieken, die zeer afhankelijk zijn van de regio. De leerlingen bundelen alle informatie en gaan op zoek naar de verschillen tijdens de meeting in Cyprus. Tot slot gebruiken de studenten alle eerder gemaakte producten om een plan en een maquette te maken van hun ecologische huis van de toekomst! Wij hebben ervoor gekozen om met zo veel mogelijk verschillende leerlingen te reizen. Het is dan ook onze doelstelling om zo veel mogelijk leerlingen te betrekken bij dit internationale project. De selecties voor deelname aan de reizen gebeuren voornamelijk op basis van inzet voor het project.
5
COMENIUS
De preventie en de aanpak van agressie op school PROJECT duurtijd website
CONSORTIUM 1-9-2008 – 31-7-2010 www.comeniusproject.be
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
Secundaire scholen Sint-Ferdinand OV3-OV4 Sint-Ferdinandstraat 1 3560 Lummen Marc Hermans 013/530 630
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING Steeds vaker rapporteert men in de media over agressie in onze maatschappij, niet alleen ‘op straat’ maar ook in scholen. In dit Comeniusproject werkten leerkrachten en directies uit vier Europese scholen samen rond het thema agressie op school. Uitgangsvragen hierbij waren: wat kunnen we preventief doen om agressie op school te voorkomen en hoe gaan we best om met agressie in de schoolcontext? Via overleg en bezoeken aan elkaars scholen leerden we niet alleen over agressie in de schoolcontext maar ontwikkelden we ook acties om agressie op school een halt toe te roepen.
6
Internationale samenwerking rond preventie en aanpak van agressie op school verruimde onze blik op het onderwijs van vandaag en morgen. Gedurende het eerste werkjaar lichtte elke school toe hoe zij probeerde agressie te voorkomen op verschillende niveaus: -de intake -de klasorganisatie -de schoolorganisatie
Juhola school, Järvenpää Purísima Concepción “Las Nieves”, Avilla Mugla Turgut Reis High School, Mugla BuSO Sint-Ferdinand, Lummen (coördinator)
Finland Spanje Turkije België
Zo bleek de intake van een jongere op school een cruciaal moment te zijn in het kader van preventie van agressie. We stelden bijvoorbeeld vast dat het belangrijk is dat een schoolteam voldoende achtergrondinformatie verkrijgt tijdens de intake over een leerling. Deze informatie geeft het schoolteam de kans om de leerling gepast te begeleiden (bij de keuze van de klas en de opleiding in functie van wat de jongere aankan, handelingsgerichte adviezen,…). Dit alles om de jongere meer kansen op slagen te bieden en hem of haar terug een nieuwe positieve ervaring te laten opdoen. Ook de invloed van de klasorganisatie op gedrag werd onder de loep genomen. niet alleen de klassamenstelling was hier belangrijk, maar ook de inrichting en zelfs het meubilair kwamen ter sprake. We onderzochten ook hoe er op organisatorisch vlak aanpassingen konden gebeuren ter preventie van agressie. Zo vonden we het beter om de leerlingen verantwoordelijk te stellen voor hun eigen klaslokaal en indien nodig de reparaties zelf te laten uitvoeren. Daarnaast besloten we dat het versterken of belonen van goed gedrag beter werkt dan steeds het negatieve gedrag te sanctioneren. Tijdens het tweede jaar observeerden we gedurende verschillende lesmomenten het gedrag van een groep (moeilijke) leerlingen, net als onze interventies. Dit observatiemateriaal werd besproken op één van onze meetings. We wisselden hierbij van ideeën omtrent de beste leerkrachtenstijl in de verschillende ‘agressieve’ observatiemomenten. Zo groeide het idee om een “STOP IT- day” te organiseren op de vier Europese scholen. Bedoeling was om samen met leerlingen en leerkrachten een symbolische STOP te tonen aan elke vorm van agressie op school, onder andere door hier rond te werken tijdens de lesmomenten. Vanuit de bekommernis dat een school meer moet zijn dan enkel een centrum voor kennisoverdracht, brainstormden de comeniuspartners in een volgende fase over onze ideale school. Slotstuk van ons project was dan ook een adviesrapport, waarbij we aanbevelingen uitwerkten ten aanzien van het beleid van de school. Met deze suggesties wilden we de participerende scholen stimuleren om werk te maken van een warme, agressieloze school die ons ideaal benaderde.
COMENIUS
Be Well and Tell PROJECT duurtijd website
CONSORTIUM 1-8-2009 - 31-7-2011 www.comeniusbewellandtell.eu
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
ONDERWIJS STAD GENT Kleuterschool Ter Leie Gordunakaai 58, 9000 Gent Patrick D’haenens 09 2227896
[email protected]
Enniskillen Nursery School (coördinator) Basisschool van het GO “De Groene Vijver”, Lede Evangelischer Michaeliskindergarten Blankenloch Istituto Comprensivo Di Barisardo Kulturparken Barnehage Escoles Bressol Municipals De Lleida GKS Ter Leie, Gent
Groot-Brittannië België Duitsland Italië Noorwegen Spanje België BE WELL AND TELL cOMENIUS 2009-2011
PROJECTBESCHRIJVING In “Be Well and Tell” werken kleuterscholen uit Vlaanderen, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Noorwegen samen rond het emotionele welbevinden van jonge kinderen. Via magische dozen met fotomateriaal, videoreportages, werkjes, brieven, materialen in functie van alle zintuigen… wordt elke school bij de partnerschool geïntroduceerd. Zo leren de kinderen hun nieuwe vriendjes beter kennen. Bij de start van het project hebben de kinderen van elke school een mascotte gekozen die samen met de leerkrachten naar elke partnerschool reist. Dit maakt het voor jonge kinderen zeer visueel en levend. Voor onze kinderen was het een zeer duidelijke keuze, natuurlijk zou Jules meegaan en reisverhalen meebrengen. Na ieder bezoek brengt Jules een verhaal mee, in alle verhalen zijn verschillende emoties verweven. Die verhalen worden voorgelezen, gespeeld, gebracht door middel van een schimmenspel… Hij introduceert ook zijn nieuwe vriendjes zoals: Patrick, Bruno, Miss Chicita, Dracomenius en Oskelon. Een belangrijke gebeurtenis bij elke ontmoeting. In het eerste jaar wordt ook een enquête rond welbevinden door leerkrachten en ouders ingevuld, zij zijn de belangrijkste schakel in ons onderzoek. Dit is het startpunt voor het ontwikkelen van een brochure met goede praktijkvoorbeelden. Praktijkvoorbeelden die we op het einde van het project willen delen met onze ouders. Ook ontluikende geletterdheid in een andere, toch onbekende taal is aan de orde, kunnen tellen, de kleuren kunnen benoemen, elkaar kunnen begroeten of een liedje op een gekende melodie kunnen zingen, zijn toch magische momenten voor de kleuters. We ontwikkelen ook een passend logo.
In het tweede jaar zetten we de bezoeken verder. Alle verhalen zullen in boekvorm uitgebracht worden en van 3 liedjes wordt een CD aangemaakt in de verschillende talen. Dit jaar wordt ook een nieuw verhaal ontwikkeld, elke mascotte introduceert
Het is een unieke kans om ook op Europees niveau te werken rond welbevinden van kinderen, hun ouders, leerkrachten, kortom alle schoolparticipanten. Het project is tweeledig, er wordt zowel op leerlingenniveau als op schoolniveau gewerkt. een nieuw personage, de verhaallijn groeit… een verhaal om naar uit te kijken. Door middel van videoconferenties zullen de kleuters elkaar ook “echt” kunnen zien en tegen elkaar kunnen spreken, wat het voor hen nog zichtbaarder en levendiger maakt. Op het einde van het schooljaar zal elke school ook een Comeniusdag organiseren, een mooie afsluiter waar alle eindproducten worden voorgesteld. Door “Be Well and Tell” staan we ook stil bij het eigen welbevinden en functioneren binnen de school, wat de teamgeest maar ten goede komt. Met dit project willen we onze kinderen aanmoedigen om naar de wereld te kijken als een plaats waar alle kinderen kunnen samenspelen, samenwerken en samen leren. Al van zeer jonge leeftijd af, kunnen van elkaar leren en openstaan voor elkaars verschillen en gelijkenissen, is een uitdaging. We kunnen dit enkel maar bereiken door dit uit te proberen, er over te vertellen en over te discussiëren. Een internationale werking verruimt dit standpunt nog meer. Onze kleuters zijn de Europese burgers van de toekomst!
7
COMENIUS
Fit as a fiddle PROJECT duurtijd
CONSORTIUM 1-8-2009 – 30-06-2011
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
BS.GO! Veltwijck Veltwijcklaan 235, 2180 Ekeren Bianca Krinstinsky 03/ 645 10 33
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING In dit project werken kinderen en leerkrachten uit Duitsland, Italië, België, Spanje en Litouwen samen rond het thema gezondheid. Het streefdoel is het bevorderen van het zich zowel mentaal als fysiek ‘kiplekker’ ofwel ‘fit as a fiddle’ voelen. Elk deelnemend land is een gastland en zorgt voor een leerrijke invulling binnen een vastgelegd thema. Naast de schoolbezoeken worden er ook gezamenlijke activiteiten op school uitgewerkt en uitgewisseld.
Volksschule Ebersdorf (coördinator) Istituto Comprensivo Mons.A.Caselle C.P. José Lloret Taléns Seta Secondary school BSGO Veltwijck, Ekeren
Duitsland Italië Spanje Litouwen België
Dit bezoek stond in het teken van de landbouw. Vier kinderen en leerkrachten van onze school konden van nabij zien en proeven hoe mozarella en olijfolie geproduceerd wordt. Bij elke verplaatsing logeren kinderen bij gastgezinnen, waardoor ze als het ware ondergedompeld worden in een andere eet- en leefcultuur. Een hele belevenis! Na elk bezoek vertellen de kinderen die meereisden aan de hand van foto’s wat ze gezien, geleerd en geproefd hebben.
Deelnemende kinderen worden ondergedompeld in een andere cultuur ... In juni 2010 vond een Gamesday plaats. Alle landen zonden drie typerende sportspelletjes naar elkaar. Deze spelletjes werden op een gezamenlijke dag door alle scholen gespeeld en vastgelegd op DVD, die eveneens werd uitgewisseld. Onze school was in oktober 2010 het gastland. Dit bezoek stond in het teken van de gezondheidsdriehoek dat feestelijk werd afgesloten met een kookatelier waarbij gerechten van elk land werden bereid. Hieruit groeide een kookboek met dertig ‘Fit as a fiddle gerechten’. In april 2011 staat het bezoek in Spanje volledig in het teken van sport en dans. Als slot organiseert Litouwen in mei 2011 een atletiekmeeting, waarbij de kinderen van de deelnemende landen samen sporten om een welverdiende ‘Fit as a fiddle medaille’ te kunnen bemachtigen.
8
Begin schooljaar 20092010 ging het project van start met het ontwerp van een logo. Alle kinderen van de deelnemende scholen kregen de kans om een origineel logo te creëren. Na stemmingen binnen de klas en school reisden vijf laureaten samen met drie leerkrachten in oktober naar Duitsland om de slotfinale met de andere buitenlandse finalisten bij te wonen. De uiteindelijke winnaar is het vaste logo van het project geworden. Via een webconferentie brachten de kinderen verslag uit aan het thuisfront. Als eerste activiteit stelde elke school een ‘That’s me book’ samen, waarin verschillende kinderen zich zoals in een vriendenboek voorstellen. De gebundelde boeken werden via post uitgewisseld. Een uitgelezen kans om voedingsgewoonten en sporten te vergelijken. De tweede verplaatsing vond in mei 2010 plaats naar het zuiden van Italië.
COMENIUS
Lego C(omputer) A(ided) T(echnology) International PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM LEGOCAT 1-9-2007 – 31-7-2009 http://www.legocat.eu
Portalens Gymnasium Uddevalla Vocational High School of Orestiada
Zweden Griekenland
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
VTI Veurne Iepersesteenweg 90, 8630 Veurne Lut Hoornaert 058/31 15 09
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING De projectnaam staat voor LEGO C(computer) A(aided) T(teaching/ technology). De bedoeling van het project was om leerlingen op een attractieve en creatieve manier kennis te laten maken met de principes van techniek en technologie. In alle deelnemende scholen werd geprobeerd om leerplandoelstellingen te vertalen naar praktische oefeningen met het pakket LEGO Mindstorms. Het project werd gecoördineerd door de leerlingen van de 6e klas Industriële
Comeniusprojecten leerden ons dat leerlingen in de loop van zo’n project voorheen ongekende talenten ontwikkelen. Wie in de klas stil op zijn bankje zit, blijkt uiteindelijk een volle zaal te woord te kunnen staan. Ook in dit project stelden we vast dat onze leerlingen vlot het voortouw nemen, ook zij waarvan we het niet verwachtten. Wetenschappen van VTI VEURNE die in hun Belgische luik lespakketten ontwierpen voor 13- à 14-jarige leerlingen TSO. In België dient dit lesmateriaal voor de lessen “Experimentele mechanica” , “ICT” en “Elektriciteit” in de tweede graad TSO. Het was bovendien de bedoeling dat het cursusmateriaal grensoverschrijdend kon worden gebruikt en in 5 talen werd aangeboden. De “educational manager” van de LEGO/DACTA Company zorgde ervoor dat leerplan- en projectdoelstellingen enerzijds en beschikbaar didactisch materiaal anderzijds op elkaar werden afgestemd. Een grote inspanning werd daarnaast geleverd om ook het basisonderwijs in het project te engageren. In België werd een ontwerpwedstrijd uitgeschreven waarbij lagere scholen werden uitgedaagd om een LEGO “CAT” te ontwerpen die het officiële logo van het project zou worden. Onze leerlingen trokken op pad naar de basisscholen en maakten de kinderen uit het 6e leerjaar enthousiast met een demonstratieles. Ook onze Griekse partners probeerden basisscholen bij het project te betrekken. Belangrijk vonden wij om onze leerlingen eerst en vooral voldoende tijd te gunnen om hun partners te leren kennen.Van bij de start, maar later ook doorheen het project kregen de leerlingen de kans om – meestal in het Engels – sociale contacten te leggen, maar ook projectoverleg te plegen met leeftijdsgenoten uit andere landen.
Hedendaagse technologieën als webcam en heuse videoconferencing werden daarbij gebruikt. De motor van het project bestond uit een opeenvolging van projectmeetings in de partnerscholen die telkens werden opgebouwd rond een specifiek thema. In Griekenland richtten we ons op de zonne-energie en de eerste kennismaking met de LEGO-robot. Internationale teams bouwden een energie-efficient wagentje met zonnepanelen en een resem sensoren. De Zweedse meeting focuste op de eerste technische lespakketten die alweer door gemengd Belgisch-Griekse-Zweedse teams werden uitgetest. Een bezoek aan een waterkrachtcentrale bracht ons in contact met een tweede vorm van alternatieve energieopwekking.
9
In België restte ons nog windenergie, maar concentreerden we ons vooral op de eindafwerking van de technische lessen en de inbreng van de basisscholen. Een internationale jury bestaande uit de buitenlandse partners en de educational manager van LEGO/DACTA selecteerden de winnaars. Een resem projectmateriaal werd via de projectwebsite, eTwinning en klasCement ter beschikking gesteld van geïnteresseerde leerkrachten in binnen- en buitenland.
LEONARDO DA VINCI Partnerschappen in LEONARDO DA VINCI Alhoewel het Leonardo da Vinci-programma, het Europese programma voor beroepsonderwijs en –opleiding, er al is sinds 1995, toch is het pas sinds 2008 dat de partnerschapsactie hier ook mogelijk is. Partnerschappen zijn 2-jarige kleinschalige netwerken tussen organisaties die rond een specifiek thema willen werken. Op die manier kunnen de medewerkers, cursisten, leerlingen, … van de betrokken organisaties van elkaar leren en samen resultaten ontwikkelen die kunnen verspreid en toegepast worden.. Dit resultaat kan een handleiding zijn, een opleidingsconcept, een rapport, een instrument, een website, train the trainer-materiaal, … De projectactiviteiten bestaan zowel uit lokale activiteiten (leeractiviteiten, veldwerk, onderzoek) als uit mobiliteitsactiviteiten naar de partners (projectvergaderingen, studiebezoeken, uitwisseling van personeel, trainingen, …). Ook al is Leonardo het programma voor beroepsonderwijs en –opleiding, toch is het er niet enkel voor formele opleidingsverstrekkers zoals technische en beroepsscholen. Alle actoren die betrokken zijn bij beroepsonderwijs en –opleiding kunnen aan een partnerschap participeren: dus ook andere opleidingsinstellingen, sectorale organisaties, bedrijven, vakbonden, kamers van koophandel, overheden, …
www.epos-vlaanderen.be > Programma’s > Leonardo da Vinci > Acties > Partnerschappen
10
LEONARDO DA VINCI
Stimulate entrepreneurship
in the provision of social services for people with disabilities PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM STEPS 1-8-2009 – 31-7-2010 sites.google.com/site/stepsprojectsite/
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
ADO Icarus vzw Kempische steenweg 293/8, 3500 Hasselt Jacques Geurts 003211858485
[email protected]
ADO Icarus vzw Independent Living Institute Inima de Copil Friends Academy of Management
PROJECTBESCHRIJVING MOTIVATIE:
In de loop van de laatste decennia werden organisaties die ondersteuning bieden aan personen met een handicap in heel Europa in stijgende mate geconfronteerd met en uitgedaagd door twee belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen: • De de-institutionalisatie: In alle lidstaten van de EU maakt de zorg voor en ondersteuning van personen met een handicap een overgang door van zorg voor personen met een handicap in grote institutionele voorzieningen naar ondersteuning binnen de gewone maatschappij en in familiaal verband. • Sociaal ondernemerschap: In dezelfde periode veranderde de wijze waarop sociale diensten worden georganiseerd en gefinancierd ingrijpend: van sociale diensten (non for profit) evolueren ze naar sociale ondernemingen en worden ze in toenemende mate geconfronteerd met de benaderingen en methodieken uit de bedrijfswereld (for profit).
DOELSTELLINGEN:
Dienstverlenende organisaties uit alle lidstaten van de EU worden met deze nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen geconfronteerd. Daarom wil het project: • Werkbezoeken organiseren in drie West-Europese lidstaten waarbij vooral gefocust wordt op het bezoeken van goede praktijkvoorbeelden en de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de partnerorganisaties. • Trainingen organiseren voor het management van organisaties in de drie landen uit Centraal- en Oost-Europa, met de bedoeling de managementscapaciteiten te vergroten en het sociaal ondernemerschap te introduceren. • Een handboek opstellen waarin modellen van goede praktijken worden opgenomen alsook een aantal aanbevelingen en technieken om sociaal ondernemerschap ingang te doen vinden binnen dienstverlenende organisaties in heel Europa.
België Zweden Roemenië Bulgarije Polen
“Ik ben er reeds heel lang van overtuigd dat inzet, creativiteit en leiderschap over alle grenzen heen terug te vinden zijn en dat wij als ‘lerende organisatie’ zo de kans krijgen om kennis en ervaring te delen met mensen en organisaties die in een totaal andere context vanuit dezelfde visie werken en dezelfde doelen nastreven.” ACTIVITEITEN:
• Drie werkbezoeken georganiseerd door de partners uit de West-Europese landen: Nederland, Zweden en Spanje. Omdat in het oorspronkelijk consortium zowel de Nederlandse als de Spaanse partner niet weerhouden werden, zal ADO Icarus een werkbezoek in België (Limburg) organiseren. • Drie trainingen in de landen uit Centraal- en Oost-Europa (Polen, Roemenië en Bulgarije) bedoeld om de leiding en het management van een aantal dienstverlenende organisaties op te leiden op het vlak van management en sociaal ondernemerschap. • Een afsluitende conferentie (in België) waarop de resultaten van het project toegelicht en besproken worden. • Zeven ontmoetingen (werkvergaderingen) tussen de partnerorganisaties om de ontwikkelingen binnen het project op te volgen, te evalueren en eventueel bij te sturen. Deze ‘partnermeetings’ worden telkens gekoppeld aan een andere projectactiviteit.
11
LEONARDO DA VINCI
Interculturele Competenties voor Sociale Beroepen
PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM INCOSO 1-8-2008 – 31-7-2010 www.incoso.wikidot.com
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
CVO-SSH Sociale School Heverlee Groeneweg 151, 3001 Heverlee Kathelijne De Vriendt 016 378 183
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING Het project had als thema interculturele competenties voor werkers in sociale beroepen. Een aantal onderwijsinstellingen en NGO’s wilden interculturele kennis, vaardigheden en waarden in de aangeboden opleiding verbeteren. Men deelde informatie over de wijze waarop kwesties rond interculturele competenties in de verschillende landen zich voordeden, en hoe ermee omgesprongen werd.
Temidden van de moeilijkheid ligt de mogelijkheid (Einstein) Opleidingsbehoeften werden per land in kaart gebracht. De resultaten werden gedeeld en bediscussieerd. We zagen hoe gevarieerd het denken en handelen in ieder land was. Dit omdat de context in elk land zo verschillend is. Zodoende ontwikkelden we algemene en specifieke aanbevelingen per land. Deze aanbevelingen werden getest en pilootacties zagen het licht.
12
Aanvankelijk wisten we niet dat de situaties in de andere landen zo complex en gevariëerd waren. Door met vallen en opstaan te leren luisteren naar de anderen, ontdekten we hoe interculturele stress, meerderheid- en minderheidsstress ook in ons eigen project een rol speelde. We ervaarden hoe moeizaam je werkt als je verschillende talen spreekt, en dit niet alleen letterlijk. We leerden telkens naar contexten kijken, dit bracht begrip en waardering.
Kolping-Bildungswerk Württemberg CVO - Sociale School Heverlee Printel Oy/ Edufin Cardiff School of Health Sciences, University of Wales Institute, Cardiff Hellenic Regional Development Centre -HRDC Berufsförderungsinstitut Steiermark, bfi Mittetulundusühing Inimeselt Inimesele NGO people to people Tallin
Duitsland België Finland GrootBrittannië Griekenland Oostenrijk Estland
LEONARDO DA VINCI
Thermovalorisations: practices and careers PROJECT acroniem duurtijd
CONSORTIUM Thermovalor 1-8-2009 - 31-7-2011
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
PISO Tienen Alexianenweg 2, 3300 Tienen Wim Geuvens 016 81 45 11
[email protected]
Hogeschool Gent PISO Tienen Technical University of Sofia - R and D sector Salpaus Further Education (Lahti Region Educational Consortium) Greta Quercy Rouergue Lycee Louis VICAT
België België Bulgarije Finland Frankrijk Frankrijk
PROJECTBESCHRIJVING Het doel van dit project is om de regelgeving in verband met “low energy” gebouwen in de verschillende partnerlanden met elkaar te vergelijken. Het gaat hier voornamelijk over renovatie en bestaande gebouwen, hoewel nieuwbouw niet wordt uitgesloten. Tijdens de verschillende samenkomsten, telkens in andere landen, worden de verschillende reglementeringen met elkaar vergeleken. Bij deze ontmoetingen worden ook leerlingen betrokken. Zij voeren testen uit met infraroodcamera’s om op die manier warmteverliezen op te sporen. De testresultaten
Wij denken er sterk aan om een specialisatiejaar rond het Energie Prestatie Certificaat op te richten, na het beëindigen van dit project worden per land en de inherente reglementering verwerkt en vergeleken met de testresultaten van de andere partners. In gemengde groepen worden testen uitgevoerd door leerlingen, begeleid door specialisten uit de verschillende partnerlanden. We proberen de groepjes zo divers mogelijk samen te stellen om op deze manier de Europese dimensie te accentueren en te versterken. Door deze vergelijkende testen willen we met z’n allen tot een gestandariseerde maatstaf komen die kan dienen als referentie voor een opleiding die moet leiden tot een certificaat, of getuigschrift of een diploma voor het uitvoeren en opstellen van een energie prestatie berekening en het afleveren van een goedgekeurd certificaat. Het einddoel is het opstellen van een curriculum voor een dergelijke opleiding.
13
LEONARDO DA VINCI
Stimulating Entrepreneurial Education and Training
PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM SEET 1-8-2008 – 30-9-2010 www.seetnetwork.eu
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming SYNTRA Vlaanderen Kanselarijstraat 19, 1000 Brussel Ben Bruyndonckx 02 227 49 40
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING SEET werd als project opgericht als antwoord op het gebrek aan Ondernemerszin in Europa: de projectpartners onderschreven expliciet de aanbevelingen van de “Oslo Agenda voor Ondernemend Onderwijs (oktober 2006), en meer bepaald deze over het “opzetten van gemeenschappelijke Europese en nationale platformen van bestaande programma’s, projecten en opleidingsmaterialen, en dit om het wederzijds delen van info en ervaring en disseminatie te versterken”.
14
De algemene doelstelling van SEET was en is dan ook het “creëren van de basis voor een transnationaal netwerk om het valoriseren en de disseminatie van bestaande instrumenten, materialen en methodes voor de implementatie van nationaal of regionaal beleid om ondernemerschap in beroepsopleiding te stimuleren, en om de transfer van ondernemerscompetenties naar jongeren te verbeteren.” Via SEET werd een totaal van 218 mobiliteiten gerealiseerd (waarvan 197 gefinancierd door het project), hiervan werden er 87 besteed aan 5 georganiseerde transnationale studiebezoeken, 76 zorgden voor deelnemers aan de vier georganiseerde transnationale seminaries of conferenties, 18 dienden voor bilateraal overleg en 37 werden besteed aan de 5 transnationale stuurgroepen.
Syntra Vlaanderen Dienst Beroepsopleiding Onderwijs - DBO Agentschap NL (voorheen: Senternovem) The Association of Icelandic Innovation and Entrepreneurship Education Teachers - FIKNF Confederation of Norwegian Enterprise, Telemark - NHO Telemark Scienter España Welsh Assembly Government Centro de Educação de Empreendedorismo em Portugal - CEEP (voorheen: Audax)
België België Nederland IJsland Noorwegen Spanje Groot-Brittannië Portugal
Naast de bovenvermelde transnationale evenementen, werden door de projectpartners diverse regionale activiteiten georganiseerd in het kader van SEET. Daarenboven formuleerde het partnerschap beleidsaanbevelingen in reactie op zowel de “Oslo Agenda voor Ondernemend Onderwijs” als het rapport “Towards Greater Cooperation and Coherence in Entrepreneurship Education” van de Europese Commissie (2010). Tot slot werd de basis van een transnationaal kenniscentrum over ondernemend onderwijs en opleiding gelegd via www.seetnetwork.eu
Het engagement van het partnerschp ging veel verder dan normaal verwacht wordt in een Leonardo Partnerschap Project; het bewijst dat je niet zeer veel geld nodig hebt om te doen wat je gelooft dat moet gedaan worden. Het project heeft een duidelijke impact gerealiseerd op het vlak van Ondernemende Onderwijs en Opleiding, en heeft het beleidsdebat op nationaal en regionaal niveau beïnvloed. (Geassocieerde) partners hebben ideeën en praktijken vanuit partnerlanden getransfereerd naar de eigen regio, en onderlinge netwerkverbanden en projecten opgestart. Ook het SEET netwerk zelf heeft de intentie om te blijven bestaan.
LEONARDO DA VINCI
Partners Pro Internship PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM PPI 1-8-2009 - 1-7-2011 https://sites.google.com/site/ partnersprointernship/home
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
VTI WAREGEM VOLVO CARS GENT GOTHENBURG TECHNICAL COLLEGE BERUFLICHES SCHULZENTRUM I COBURG
België België Zweden Duitsland
VTI WAREGEM Toekomststraat 75, 8790 Waregem Pol Ostyn 056 77 93 19
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING Het Partnerschapsproject Partners Pro Internship is een vervolg op het project ‘Internship to Industry’ (i2i) dat liep van november 2007 tot november 2009. Het doel is buitenlandse stages voor leerlingen uit het nijverheidsonderwijs meer kwaliteitsvol laten verlopen. Het eindproduct van het vorige (i2i) project bestaat uit 3 online handleidingen (een voor de coördinerende school, een voor de stagementoren in de bedrijven en een voor de stageleerlingen) samengebracht op een website (zie http://www. internship2industry.eu).
Het onvoorziene resultaat is dat we als extra tool een goede trainingscursus voor stagementoren in bedrijven zullen kunnen aanbieden. De cursus zal niet alleen van nut zijn voor het begeleiden van buitenlandse studenten maar zal ook gebruikt kunnen worden in de voorbereiding van de gewone stages (in het binnenland). Als school kun je zo’n training bovendien veel goedkoper aanbieden dan andere trainingscentra. Op die manier kunnen we een tegenprestatie bieden aan de bedrijven op wie we een beroep doen om ons stageplaatsen te bezorgen.
Het h o o fd d o e l van het vervolgproject Partners Pro Internship is de i2i-website verder promoten en uittesten in eigen mobiliteitsprojecten en tegelijk ook een netwerk scholen-stagebedrijven te creëren. Het tweede doel van het PPI-project is bespreken hoe elke partner een netwerk van stagebedrijven in het eigen land en in het buitenland kan uitbreiden en verstevigen. Om tot een win-win situatie te komen is het de bedoeling bij het einde van het project aan de bedrijven een trainingscursus voor stagementoren aan te bieden. Aan alle betrokkenen bij het organiseren van stages worden tenslotte ook tools aangeboden waarmee de Kritische Succesfactoren kunnen bepaald worden die beslissen over de kwaliteit van een stageproject.
15
GRUNDTVIG Partnerschappen in GRUNDTVIG In het Grundtvig-programma noemen we de partnerschappen steevast ‘LEERpartnerschappen’. Dit betekent dat hier in deze actie de klemtoon ligt op het LEER-proces dat ontstaat door de onderlinge samenwerkingsverbanden. Dit leerproces kan zowel gebeuren binnen de betrokken organisaties, de eraan verbonden personeelsleden als de ‘cursisten’ of de ‘volwassen lerenden’. De hoofddoelstelling van een Leerpartnerschap (LP) is immers de uitwisseling van informatie en ervaringen rond een thema dat belangrijk is voor de volwasseneneducatie. Een LP betekent met andere woorden uitwisseling van voorbeelden van goede praktijk, het gezamenlijk bediscussiëren en uittesten van vernieuwende methodes. Dit leidt tot creativiteit, het leren van elkaar en een dieper inzicht in de volwasseneneducatie in de deelnemende landen. Hoewel het geen vereiste is, leiden LP’s meestal toch tot concrete resultaten zoals een gezamenlijke tentoonstelling, een DVD enz. Een bijzonder kenmerk van de Grundtvig-acties is dat het programma zich niet alleen richt tot de formele volwasseneneducatie (CVO, TKO, Basiseducatie, H.O. enz) waarin diploma’s en officiële certificaten worden uitgereikt, maar ook tot de hele non-formele sector. Dit wil zeggen dat elke organisatie die vorming / onderwijs verstrekt aan volwassenen, in aanmerking komt voor het Grundtvig-programma (dus bv bibliotheken, musea, vakbonden enz). In de LP’s zien we dan ook interessante samenwerkingsverbanden tussen non-formele en formele volwassenenorganisaties over de grenzen heen. In het Grundtvig-programma zijn er net als bij COMENIUS en LEONARDO 4 types van LP’s. Bijzonder bij Grundtvig is echter het type met 24 mobiliteitsactiviteiten. Dit soort partnerschappen stimuleert bij uitstek de mobiliteit van volwassen lerenden: er moeten immers minimaal 16 verschillende cursisten aan deze mobiliteitsactiviteiten deelnemen.
16
www.epos-vlaanderen.be > Programma’s > Grundtvig > Acties > Leerpartnerschappen
GRUNDTVIG
Reading Clubs for Adult Learning Communities PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM READCOM 2006 - 2008 www.readcom.info
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
Katholieke Hogeschool Leuven Departement Lerarenopleiding Hertogstraat 178, 3001 Heverlee Annemie Leysen 016 37 56 00
[email protected]
Wladyslaw Jan Grabski Public Library Ursus Warsaw Volkshochschule Donaustadt Vienna Instituto Politécnico De Castelo Branco Instituto Politécnico de Portalegre Ministry of Culture and Tourism – General Directorate of Libraries and Publications Yada Foundation Katholieke Hogeschool Leuven - DLO
Polen Oostenrijk Portugal Portugal Turkije Turkije België
PROJECTBESCHRIJVING Lezen en leren over grenzen heen! Het Leerpartnerschap ‘Readcom, Reading Clubs for Adult Learning Communities’ werd in 2006 opgestart door de Poolse coördinator Pjotr Jankowski. De nadruk lag daarbij vooral op het begeleiden van leeskringen met volwassenen. Als Lerarenopleiding wilden we een aanvullend accent leggen. We kozen voor het ontwikkelen van een ‘Course for mentors’ voor leesgroepen met jongeren en volwassenen. De focus lag op cross-overliteratuur met een duidelijke interculturele dimensie. Uit de lectuur van en discussies over romans uit de betrokken landen
op de strategieën van onze partners en werd in hun praktijk overgenomen. Omgekeerd leerden we, als Vlaamse leeskring, heel wat uit de specifieke benadering van lezen in groepen van senioren en achtergestelde ‘communities’ aangebracht door onze partners. Het project leverde multilateraal zeer verrijkende leer-en leeservaringen op, die ook onze studenten ten goede kwamen. Heel wat eindscripties werden door die ervaringen geïnspireerd. Bovendien werkte de Leuvense bibliotheek Tweebronnen actief mee aan de uitbouw van ‘gemengde’ leesgroepen en ging een Leuvense jongerentheatergroep aan de slag met fragmenten uit de romans, om die vervolgens tijdens een theaterfestival op de planken te brengen. Ook auteurs namen enthousiast deel aan het project. Kortom: er werden heel wat bruggen gebouwd over vele grenzen heen. distilleerden we didactische strategieën om interculturele literatuur bespreekbaar te maken met jongeren én volwassenen. Romans zoals ‘The white Citadel’ van de Turkse Orhan Pamuk, ‘De stad der blinden’ van de Portugese schrijver Jose Saramago, poëzie van de Poolse dichteres Wislawa Szymborska en een heel aantal internationale cross-overromans lagen aan de basis van de didactische aanpak, ontwikkeld vanuit onze expertise als lerarenopleiders. Die bleek perfect toepasbaar
Interculturele verrijking, een inspirerende didactische aanpak, een leerrijke uitwisseling van ideeën tussen de projectpartners en een verrassende link met theatertoepassingen blijven de nog steeds actieve Vlaamse leesgroep enthousiasmeren.
17
GRUNDTVIG
Opening Doors:
Developing learning disabled people’s participation in the arts across Europe PROJECT duurtijd website
CONSORTIUM 1-8-2007 - 31-7-2009 www.grundtvigopeningdoors.blogspot.com
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
Cultureel Centrum Leopoldsburg Headway Theatre Company St. James Cavalier Centre for Creativity
België UK Malta
Cultureel Centrum Leopoldsburg vzw Kastanjedreef 1, 3970 Leopoldsburg Leen Bouwens 011/346548
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING Met dit project creëerden we mogelijkheden voor volwassenen met een leerstoornis om deel te nemen aan culturele en creatieve activiteiten, zowel lokaal als in andere Europese landen. Het imago van mensen met een leerstoornis en de bijdrage die zij aan hun gemeenschap kunnen leveren, werden hierbij in een positief daglicht gezet. In de drie deelnemende landen kwamen de deelnemers wekelijks bijeen voor een dramasessie en de deelnemers toonden het resultaat van hun creatieve proces op een festival in Malta, Engeland en België. De dramadocenten ontwikkelden verschillende methodologieën en wisselden deze uit. Voorwaarde was wel dat het gevolgde leerproces belangrijker was dan het uiteindelijke resultaat. Het eindresultaat kon en mocht dus steeds anders zijn. Deze uitwisseling leidde tot een online ‘Good Practice Guide’.
liedje ten gehore bracht. Ook leerden ze hun lichaam te verplaatsen in de ruimte en deze ruimte zo goed mogelijk in te nemen en te benutten. In het kader van dit project werd ook een blog opgezet, waardoor de deelnemers in contact kwamen met ICT. Al snel groeide de blog uit tot een contactinstrument tussen de deelnemers uit de verschillende landen. Met behulp van de begeleiders werd er lustig op los geblogd! Nog steeds praten
De belangrijkste meerwaarde van het project is het feit dat een hele nieuwe wereld openging voor de deelnemers. 18 Impact op de deelnemers Dit project had op vele gebieden een impact op de deelnemers. Ten eerste gaf het hen de mogelijkheid om verschillende vaardigheden te ontplooien. Ze leerden hun stem gebruiken en trainden op volume en intonatie. Dit had als gevolg dat één deelnemer die voordien zelden sprak op het eerste festival in Malta een
sommige Vlaamse deelnemers met hun buitenlandse tegenhangers via msn. Deelname aan dit project zorgde bij de meeste deelnemers voor een verhoogd zelfvertrouwen. Eén deelneemster, die voordien altijd onder begeleiding naar haar dansles ging, besloot na de trip naar Malta het volgende: “als ik alleen naar Malta kan gaan, dan kan ik ook alleen naar de dansles!”. Een andere deelneemster schreef zich in voor een zangworkshop uit het reguliere aanbod van het Cultureel Centrum. De toegangsdrempel tot het Cultureel Centrum werd trouwens wel op meer vlakken verlaagd. Op uitnodiging van het CC bezocht de groep een voorstelling uit het avondaanbod. De deelnemers en begeleiders waren hierover zo enthousiast dat ze nadien nog enkele keren een voorstelling bijwoonden, ook met andere bewoners uit het dagcentrum.
GRUNDTVIG
I volunteer! PROJECT duurtijd website
CONSORTIUM 1-10-2007 - 31-7-2009 www.ivolunteer.eu
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
Het Perspectief Henleykaai 83, 9000 Gent Carine Devolder 09 267 12 90
[email protected]
Kansalaisareena ry./The Citizen Forum, Helsinki Förderkreis für Personalenentwicklung, Weiterbildung und Neue Medien e.v., Schwerin, Verein Amimbo, Krems Afyonkarahisar Belediyesi, Afyonkarahisar Brivpratïgais, Riga Het Perspectief
PROJECTBESCHRIJVING Het Leerpartnerschap “I Volunteer!” promoot vrijwilligerswerk als een middel tot sociale integratie. Het project steunt op 4 peilers nl. het recruteren, opleiden, inzetten en motiveren van vrijwilligers. Dit laat de vrijwilligers toe de nodige competenties te verwerven om inzetbaar te zijn in het integratieproces van mensen die met sociale uitsluiting worden bedreigd.
Een onvoorzien resultaat was de bijzonder goede samenwerking met het buurtwerk van Stad Gent en de vraag van de vrijwilligers zelf naar verdere Europese samenwerking. Ze formuleerden een concreet projectidee dat aan de basis lag van het nieuwe leerpartnerschap “I am your guide!”.
Finland
Duitsland Oostenrijk Turkije Letland België
Elke partner werkt op een verschillend terrein maar steeds met het doel om mensen uit hun sociale uitsluiting te halen door hen te laten deelnemen aan een vorm van LLL. Zo probeert Oostenrijk via het verbouwen van “slow food” werklozen te activeren terwijl Turkije vrijwilligers opleidt in gebarentaal om jonge doven basiscomputervaardigheden bij te brengen. Ook Het Perspectief Gent werkt mee aan het dichten van de digitale kloof. Haar doelgroep zijn laagopgeleide senioren. In samenwerking met Stad Gent, geassocieerde partner in dit project, worden er in de seniorenclubhuizen van de wijken De Muide en Meulestede gratis computers ter beschikking gesteld. Na een gratis opleiding van 5 maanden in basiscomputervaardigheden ondersteunen de vrijwilligers de senioren in het gebruik van de PC. Dit kan zijn: uitleggen van de basisfuncties van de PC, helpen bij het zoeken van informatie of het gebruik van het internet. Belangrijk aspect van dit project is het tussen de partnerinstellingen uitwisselen van goede praktijkvoorbeelden ivm vrijwilligerswerk. Zo had Letland geen enkele traditie op dit vlak terwijl het vrijwilligerswerk in Finland en in Vlaanderen zeer goed is uitgebouwd.
19
GRUNDTVIG
The Stimulation of eLearning PROJECT titel acroniem duurtijd website
CONSORTIUM The Stimulation of eLearning -web based learning and mobile learning - for Life Long Learning for adults steLLLa 2.0 1-8-2009 – 31-7-2011 stellla.mixxt.eu
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
CVO HIK Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel Manuella Borghs 0473 47 39 35
[email protected]
PROJECTBESCHRIJVING Sociale netwerken en afstandsleren stimuleren levenslang leren. SteLLLa 2.0 ontwikkelt en test methodieken uit met SMS- en podcast-leren in verschillende contexten en interessevelden. De groei en de resultaten van dit project zijn voorgesteld op onze website en meer specifiek in onze wiki. Zo willen we levenslang leren tastbaar maken en promoten.
Een lerend partnerschap is een exponentiële verrijking voor alle rechtstreekse en indirecte deelnemers. 20
Dankzij ons gevarieerd en heel aanvullend partnerschap, zowel geografisch als professioneel, staat onze synergetische samenwerking garant voor een hoogstaand project. Om de competenties van elke partner voldoende in te zetten hebben we voor bepaalde projectactiviteiten de groep in twee gedeeld, zodat elk zijn expertise ten volle kan inzetten. Sommige partners werken vooral rond podcast-leren terwijl anderen zich focussen op SMS-toepassingen. De leermethodes en de goede praktijkvoorbeelden worden uitgetest, besproken en aangepast tijdens projectmeetings met cursisten, leraars en ontwikkelaars. Elke projectactiviteit is ook door minstens twee andere partners begeleid, waardoor er voldoende interne controle is om het ontwikkelingsproces te garanderen en bij te sturen. Het project zelf en de globale werking worden op regelmatige
CVO HIK Cyprus Neuroscience and Technology Institute HAMK University of Applied Sciences Université d’Avignon et des Pays de Vaucluse (U.A.P.V.) ANOVA Multimedia Studios GmbH RESEARCH ACADEMIC COMPUTER TECHNOLOGY INSTITUTE (RACTI) ANFE DELEGAZIONE REGIONALE SICILIA Radviliskio rajono savivaldybės svietimo ir sporto paslaugu centras suaugusuiju ir jaunimo neformaliojo ugdymo skyrius Zespół Szkół Elektronicznych i Telekomunikacyjnych, Centrum Kształcenia Ustawicznego Centro Navarro de Autoaprendizaje de Idiomas, .-S.A
België Cyprus Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Italië
Litouwen Polen Spanje
tijdstippen geëvalueerd op verschillende niveaus. Tijdens de coördinatorenvergaderingen worden de evaluatieresultaten besproken en gebruikt om de kwaliteit van het project in al zijn facetten te verbeteren. De projectresultaten zijn onmiddellijk beschikbaar op onze website, en dit voor een heel heterogeen publiek van lerenden en trainers van over heel Europa. Naast goede praktijkvoorbeelden van SMS- en podcast-leren, het gebruik van een wiki… voorziet de website ook ruimte om reflecties van meetings neer te pennen en te delen met elkaar. De deelnemers kunnen nieuwtjes uitwisselen en elkaar berichten sturen. De foto’s van de meetings en samenkomsten getuigen van de positieve sfeer en de veelheid aan indrukken die we bij elk contact ervaren. Tijdens een internationale workshop zullen alle ontwikkelde materialen getoond worden en aangeleerd aan een nieuw doelpubliek. SteLLLa 2.0 laat elk lid toe om de werkomgeving van elke partner te ontdekken en te leren waarderen, om elkaars historische, politieke, sociale context te leren waarderen. Tijdens reële bezoeken en virtuele ontmoetingen ontdekken we elkaars levenswijze, leren we elkaars taal en leren we onze partners’ werkwijze begrijpen en zien we hoe ze in het leven staan. Wederzijds respect en tolerantie zijn een automatisch gevolg van de vriendschap die we dankzij dit project ontwikkelen voor elkaar en elkaars landgenoten. Kortom: dankzij SteLLLa 2.0 ontdekken we nieuwe leermethodes en steunen we op de specifieke expertise van elke partner om een optimaal projectresultaat neer te zetten. Podcasts en SMS-toepassingen vinden hun weg in elk van de deelnemende instellingen, bij collega’s dankzij toonmomenten. Maar zeker even belangrijk is de vriendschap en de samenhorigheid en de eenheid die het project geeft aan de deelnemers.
GRUNDTVIG
Sharing an Understanding
of Identity Through Culture, Art & Self-Expression PROJECT acroniem duurtijd website
CONSORTIUM SUITCASE 1-8-2005 - 31-7-2008 www.cvoantwerpen.be > projects
BEGUNSTIGDE organisatie adres contact telefoon e-mail
CVO Antwerpen-Zuid Distelvinklaan 22, 2660 Hoboken Koen Daenen 03 830 4105
[email protected]
Darndale Belcamp Resource Centre - coördinator CVO Antwerpen-Zuid Vraa Folk High School Circolo Didattico Portici Gerede Municipality Presidency
Ierland België Denemarken Italië Turkije
PROJECTBESCHRIJVING ‘Identiteit’ heeft als begrip een aantal veranderingen ondergaan in de afgelopen decennia, zowel op sociaal als op cultureel vlak. Factoren zoals het openen van de Europese grenzen, migratie, de versnelde technologische ontwikkeling en de brede verspreiding van nieuwe communicatiemiddelen hebben deze veranderingen beïnvloed. SUITCASE werkte met volwassen cursisten rond het verkennen van dit steeds veranderende concept ‘identiteit’ op persoonlijk, lokaal/ regionaal en Europees niveau, om zo wederzijds begrip te bevorderen en mogelijk nieuwe vormen van culturele uitwisseling te verkennen.
deze gecreëerd werd als van de identiteit van degene die de ‘arte-facten’ creëert. Deze objecten - foto’s, video’s, geluidsopnames, schilderijen … - werden vervolgens naar cursisten in de partnerlanden gestuurd. De ontvangers in de partnerlanden vervaardigden dan een reactie in de vorm van een nieuw kunstwerk: op deze manier ontstond tussen de partners een dialoog waarbij zowel rechtstreeks als onrechtstreeks thema’s als stereotypes, cultuur, kunst, identiteit, vooroordelen, Europa, eigenwaarde, communicatie, individu en gemeenschap aan bod kwamen. Transnationale meetings speelden dan ook een belangrijke rol in het project: zowel medewerkers als cursisten werden betrokken bij vergaderingen, workshops en culturele activiteiten die georganiseerd werden door het gastland: op deze manier konden zowel ervaringen als deskundigheid uitgewisseld worden.
De partner - onderwijsinstellingen uit Finland, Italië, Denemarken, Ierland, Turkije, Litouwen en België(co)- stelden binnen de eigen organisatie een projectwerkgroep samen waarin docenten, medewerkers en cursisten nadachten over en werkten rond kunstuitwisseling tijdens workshops of projectvergaderingen. We gingen ervan uit dat informatie over de cultuur van de afzender inherent is aan dergelijke werken; kunst is altijd in zekere zin een weerspiegeling van zowel de cultuur waarin
Tijdens SUITCASE verkenden volwassen cursisten verschillende invalshoeken op het concept ‘identiteit’ op persoonlijk, lokaal, regionaal en Europees niveau, zodat wederzijds begrip werd aangemoedigd en nieuwe vormen van culturele uitwisseling mogelijk werden.
Het project werd in mei 2008 afgesloten met een overzichtstentoonstelling in partnerland Denemarken.
21
Programma Een Leven Lang Leren De Europese Commissie heeft zijn verschillende onderwijs- en opleidingsinitiatieven gebundeld in één enkel Programma Een Leven Lang Leren. Dit programma laat individuen toe om gedurende alle fasen van hun leven stimulerende leermogelijkheden te volgen over heel Europa. Het bestaat uit vier sectorale programma’s: Comenius (voor scholen, inclusief lerarenopleiding), Erasmus (voor hoger onderwijs), Leonardo da Vinci (voor beroepsonderwijs en -opleiding) en Grundtvig (voor volwasseneneducatie). Een transversaal programma complementeert deze vier sectorale programma’s. Vier sleutelactiviteiten focussen op beleidssamenwerking, talen, informatie- en communicatietechnologieën, effectieve disseminatie en benutting van projectresultaten. Het Jean Monnet programma ten slotte stimuleert het onderwijs, reflectie en debat over het Europese integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs verspreid over de hele wereld.
EPOS vzw
22
EPOS staat voor ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’. De hoofdtaak van EPOS is het implementeren van het Europees Programma ‘Een Leven Lang Leren’ als Nationaal Agentschap voor Vlaanderen van 2007 tot 2013. Daarnaast is EPOS ook het Vlaamse coördinatieagentschap voor een aantal andere programma’s zoals Erasmus Belgica. Ook het Nationaal Europass Centrum maakt deel uit van EPOS vzw. EPOS vzw is het resultaat van een samenwerking tussen het Ministerie van Onderwijs en Vorming, VDAB en Syntra Vlaanderen, de drie stichtende partners van EPOS.
[email protected] www.epos-vlaanderen.be
23
Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Europese Commissie De inhoud van dit document behoort tot de verantwoordelijkheid van de uitgever; de Europese Commissie is niet aansprakelijk voor de inhoud ervan. Verantwoordelijke uitgever: Annemie Dewael, algemeen directeur, EPOS vzw Depotnummer: D/2010/3241/495