Nascholing alumni MANP: Een leven lang leren?! Geaccrediteerde nascholing aan de Hogeschool Utrecht voor alumni MANP/Verpleegkundig Specialisten
Hogeschool Utrecht 2012-2013
Een samenwerkingsverband van: Centrum Verpleegkundige Studies, Gemmie van der Tol Opleiding Master Advanced Nursing Practice, Riet van Dommelen Alumnivereniging Netwerk in Functie (NIF), Ilse van Haren Coördinatie:
[email protected]
Inleiding 1. Introductie Vanuit de missie van de Hogeschool Utrecht als zijnde ‘kennisorganisatie waar we door hoogwaardig onderwijs en onderzoek werken aan innovatie en professionalisering van de beroepspraktijk en de persoonlijke ontwikkeling van talent’, is in samenwerkingsverband tussen de opleiding Master Advanced Nursing Practice (MANP) en de alumnivereniging Netwerk in Functie (NIF)geïnventariseerd welke scholingsbehoeften afgestudeerde MANP-studenten hebben. Naast de behoefte om als opleider tot Verpleegkundig Specialist ‘een leven lang leren’ te stimuleren voor alle alumni, hebben deze zorgprofessionals de noodzaak in 5 jaar 200 geaccrediteerde uren deskundigheidsbevordering te volgen om hun registratie als Verpleegkundig Specialist te behouden. De deskundigheidsbevordering moet verdeeld zijn over tenminste 3 jaar. Van deze 200 uur moet minimaal 100 uur besteedt worden aan bij- en nascholing en minimaal 40 uur aan intercollegiale toetsing (1). Verpleegkundig Specialisten kunnen zich registreren in 1 van de 5 registers t.w. geestelijke gezondheidszorg, chronische zorg bij somatische aandoeningen, acute zorg bij somatische aandoeningen, preventieve zorg bij somatische aandoeningen, intensieve zorg bij somatische aandoeningen. 2. Behoefteanalyse Om voldoende aansluiting te hebben is per mail een behoeftepeiling bij- en nascholing uitgezet onder de ruim 300 alumni. Bij deze behoeftepeiling is uitgegaan van het basisprofiel voor de beroepsgroep met de 7 competentiegebieden van de CanMeds. In de resultaten van de behoeftepeiling valt op dat het maken van onderscheid tussen bijscholingsonderwerpen voor de geestelijke en/of algemene gezondheidszorg wenselijk is. Samenvattend heeft 50% van de respondenten binnen het klinisch handelen behoefte heeft aan scholing gericht op farmacotherapie, lichamelijk/psychiatrisch onderzoek en lichamelijk/psychiatrische diagnostiek. De interesse over deze 3 onderwerpen is gelijkmatig verdeeld met lichte voorkeur voor farmacotherapie. De reacties variëren van ‘het opfrissen van kennis generiek’ tot oncologie en interpretatie van röntgen of laboratoriumwaarden. Bij het onderdeel communicatie is de interesse redelijk gespreid over de 4 genoemde onderwerpen. Motiverende gespreksvoering en gesprekken met zorgverzekeraars worden een aantal malen toegevoegd. Het doen van een patiënttevredenheidsonderzoek wordt als minder relevant (18%) ervaren in vergelijking met overleg, onderhandelen en gesprekstechnieken. Bij samenwerking is de grootste behoefte van MANP opgeleiden aan deskundigheidsbevordering met betrekking tot ketenzorg (40%). Voor het competentiegebied organisatie is meer spreiding te zien; bijna een kwart van de respondenten wil meer weten over het leiden van intercollegiale toetsing en het ontwikkelen van landelijke protocollen en standaarden. Informatie over zorgstructuur en financieringsstructuur heeft de voorkeur voor 15-17%. Onderwerpen als managementstructuur, ict-structuur en vergadertechnieken vragen minder nadruk (~8%). Maatschappelijk handelen heeft 2 grote interessegebieden: wet- en regelgeving en medische ethiek. Dit onderscheid is bij kennis en wetenschap niet te maken omdat 83 keer (54%) voorkeur wordt genoemd voor onderzoeksvaardigheden en 72 keer (46%) voor het ontwikkelen van kwaliteitsinstrumenten. Het valt op dat regelmatig in diverse opmerkingenvelden gevraagd wordt om meer handvatten gericht op het zelf uitvoeren en/of interpreteren van wetenschappelijk onderzoek en publiceren. De behoefte aan de genoemde onderwerpen bij de competentie professionaliteit zijn gelijkmatig verdeeld met een variatie tussen 8% en 16%.
3. Nascholing alumni MANP 2012-2013 De alumnivereniging MANP (NIF) verzorgt al enkele jaren bijeenkomsten voor verpleegkundig specialisten in de vorm van jaarlijkse terugkerende alumni-avonden en een alumnidag. Alle bijeenkomsten worden goed bezocht met op alumniavonden 70-100 deelnemers, alumnidag 200-300 deelnemers en voor de pilot nascholing klinisch redeneren 24 deelnemers. De alumnivereniging heeft tot doel gesteld deze nascholing verder uit te breiden om een bijdrage te leveren aan de mogelijkheid tot het behalen van geaccrediteerde punten in het verpleegkundig specialisten register. Om tegemoet te komen aan de vraag van 40 geaccrediteerde punten per jaar zijn minimaal 40 uren nascholing nodig. Een deel van de onderwerpen uit de behoeftepeiling voor nascholing is door de alumnivereniging verwerkt in de al bestaande bijeenkomsten. Daarnaast is rondom deze onderwerpen een nascholingsprogramma 2012-2013 ontwikkeld waarvoor accreditatie is aangevraagd in 2 cycli: • cyclus 1: klinisch redeneren • cyclus 2: klinisch handelen en wetenschap. Bij het tot stand komen van deze eerste 2 nascholingscycli is rekening gehouden met de behoeftepeiling, reisafstanden, keuzemogelijkheid en het huidige scholingsaanbod. Daarom is gekozen voor dagonderwijs op vrijdagen. Het is voor deelnemers mogelijk om 1 losse bijeenkomst of om meerdere bijeenkomsten bij te wonen, met uitzondering van de gekoppelde bijeenkomsten waarbij aanwezigheidsverplichting voor alle gekoppelde bijeenkomsten geldt. Op de volgende bladzijden staat het schema van de nascholing gevolgd door uitgebreide informatie per scholingsonderwerp uitgewerkt. De cursuskosten staan vermeldt in het schema en zijn exclusief catering. De Hogeschool Utrecht beschikt over restaurant- en koffiefaciliteiten waarbij u eenvoudig met uw chipknip kunt betalen. De alumnivereniging heeft geen winstbelang. De kosten voor de bijeenkomsten gaan uit van een minimum aantal deelnemers van 14 en een maximum van 24. Bent u alumnus en heeft u interesse in een of meerdere bijeenkomsten van dit nascholingsprogramma dan kunt u zich aanmelden via bijgevoegd aanmeldingsformulier. Omdat het onze eerste volledige nascholing wordt, kunnen we nog geen gebruik maken van digitale aanmelding, wij hopen op uw begrip. Na aanmelding ontvangt u uiterlijk 4 weken voor aanvang van de nascholing meer informatie. Wij hopen met dit programma tegemoet te komen aan de wensen van onze alumni! Tot ziens op onze bijeenkomsten, Namens het alumnibestuur, Ilse van Haren
.
4. Planning nascholing Alumni 2012-2013 cyclus 1: klinisch redeneren CanMeds klinisch handelen, kennis en wetenschap én samenwerking. Bijeenkomsten van 4 uur waarvan 3,5 uur nascholing en ½ uur pauze Datum
Tijd
Bijscholingsonderwerp
Bijzonderheden
Kosten
25-01-13
09-13 uur
Klinisch redeneren 1
3 bijeenkomsten van 4 uur
08-02-13
09-13 uur
Klinisch redeneren 2
22-03-13
09-13 uur
Klinisch redeneren 3
05-04-13
09-13 uur
Klinisch redeneren verdieping 1
19-04-13
09-13 uur
Klinisch redeneren verdieping 2
24-05-13
09-13 uur
Klinisch redeneren verdieping 3
3 gekoppelde bijeenkomsten 3 gekoppelde bijeenkomsten 3 gekoppelde bijeenkomsten 3 gekoppelde bijeenkomsten 3 gekoppelde bijeenkomsten 3 gekoppelde bijeenkomsten
€ 185,00 p.p. € 165,00 p.p. voor NIF-leden 3 bijeenkomsten van 4 uur € 185,00 p.p. € 165,00 p.p. voor NIF-leden
5. Planning nascholing Alumni 2012-2013 cyclus 2: klinisch handelen en wetenschap CanMeds klinisch handelen, kennis en wetenschap én samenwerking. Bijeenkomsten van 5uur waarvan 4 uur nascholing en 1 uur pauze Datum 05-10-12
Tijd 09-14 uur
02-11-12
09-14 uur
30-11-12
09-14 uur
16-11-12
09-14 uur
Bijscholingsonderwerp Neurologische anamnese en lichamelijk onderzoek
Bijzonderheden 1 bijeenkomst
Het schrijven van een wetenschappelijk artikel (1) Het schrijven van een wetenschappelijk artikel (2)
2 gekoppelde bijeenkomsten 2 gekoppelde bijeenkomsten
Psychiatrisch onderzoek opfriscursus
1 bijeenkomst door een van de grondleggers van psychiatrisch onderzoek 2 gekoppelde bijeenkomsten 2 gekoppelde bijeenkomsten
14-12-12
09-14 uur
Farmacotherapie opfriscursus (1)
11-01-13
09-14 uur
Farmacotherapie opfriscursus (2)
08-03-13 12-04-13
09-14 uur 09-14 uur
31-05-13
09-14 uur
14-06-13
09-14 uur
Kosten € 165,00 p.p. € 149,00 p.p. voor NIF-leden 2 bijeenkomsten van 5 uur € 120,00 p.p. € 105,00 p.p. voor NIF-leden € 120,00 p.p. € 105,00 p.p. voor NIF-leden 2 bijeenkomsten van 5 uur € 165,00 p.p.
Lichamelijk onderzoek opfriscursus thorax en longgeluiden
1 bijeenkomst
€ 149,00 p.p. voor NIF-leden € 165,00 p.p.
Farmacotherapie: Psychofarmaca en polyfarmacie
1 bijeenkomst
€ 149,00 p.p. voor NIF-leden € 120,00 p.p.
Kwalitatief onderzoek en meetinstrumenten (1) Kwalitatief onderzoek en meetinstrumenten (2)
2 gekoppelde bijeenkomsten 2 gekoppelde bijeenkomsten
€ 105,00 p.p. voor NIF-leden 2 bijeenkomsten van 5 uur € 165,00 p.p. € 149,00 p.p. voor NIF-leden
6. Cyclus 1
Nascholingsprogramma alumni Hu 2012-2013 cyclus 1: klinisch redeneren CanMeds klinisch handelen, kennis en wetenschap én samenwerking.
Datum/onderwerp
25 januari 2013, 9-13 uur, klinisch redeneren basis (1) 8 februari 2013, 9-13 uur, klinisch redeneren basis (2) 22 maart 2013, 9-13 uur, klinisch redeneren basis (3)
Leerdoelen:
klinisch redeneren voor verpleegkundig specialisten aan de hand van casuïstiek: met daarbij: • afnemen van speciële anamnese • voorstellen welk lichamelijk onderzoek verricht moet worden • lichamelijk onderzoek interpreteren • DD samenstellen • aanvullend onderzoek aanvragen • interpreteren aanvullend onderzoek • voorstellen van behandeling
Toetsing: Bewijs van deelname: Docent:
nee ja Dr. IJ. Jungen Werkervaring (verkort) 2010 onderwijs coördinator co-assistenten OLVG 2009- heden arts-opleider Flevoziekenhuis 2006- heden artsopleider Teaching hospital OLVG 2006-heden docent farmacologie voor sociaal agogen GGz-Ingeest 2005-heden docent an/ fysio, geneeskunde Hogeschool Amsterdam 2005- 2011 docent medische vakken centrum voor veroudereringsonderzoek Vrije Universiteit 2004 –2007 ontwikkelaar medisch curriculum Pa opleiding en docent medisch domein 2002-2010 bijscholing, somatiek/ psychiatrie, klinisch redeneren DijkenDuin 2001-2007 docent klinische vaardigheden/ behandeling; ontwikkelaar medisch domein ANP-opleiding INHolland 2000-2008 docent geneeskunde/ psychiatrie - ontwikkelaar Hogeschool INHolland pedagogiek duaal Forensische psychiatrie ( De Meren)
Programma:
Gedurende de workshop/bijeenkomst wordt aan de hand van casuïstiek, die gekozen wordt in samenspraak met de deelnemers het klinisch redeneren geoefend. Kennis betreffende klinisch handelen wordt opgefrist gericht op: • afnemen van speciële anamnese • lichamelijk onderzoek keuzes en interpretaties • DD samenstellen • Keuzes en interpreteren aanvullend onderzoek • voorstellen voor behandeling en follow up
Cyclus 1 vervolg
Nascholingsprogramma alumni Hu 2012-2013 cyclus 1: klinisch redeneren vervolg CanMeds klinisch handelen, kennis en wetenschap én samenwerking.
Datum/onderwerp
5 maart 2013, 9-13 uur, klinisch redeneren verdieping (1) 19 april 2013, 9-13 uur, klinisch redeneren verdieping (2) 24 mei 2013, 9-13 uur, klinisch redeneren verdieping (3)
Leerdoelen:
klinisch redeneren voor verpleegkundig specialisten verdieping aan de hand van casuïstiek met daarbij: • afnemen van speciële anamnese • voorstellen welk lichamelijk onderzoek verricht moet worden • lichamelijk onderzoek interpreteren • DD samenstellen • aanvullend onderzoek aanvragen • interpreteren aanvullend onderzoek • voorstellen van behandeling
Toetsing: Bewijs van deelname: Docent:
nee ja Dr. IJ. Jungen Werkervaring (verkort) 2010 onderwijs coördinator co-assistenten OLVG 2009- heden arts-opleider Flevoziekenhuis 2006- heden artsopleider Teaching hospital OLVG 2006-heden docent farmacologie voor sociaal agogen GGz-Ingeest 2005-heden docent an/ fysio, geneeskunde Hogeschool Amsterdam 2005- 2011 docent medische vakken centrum voor veroudereringsonderzoek Vrije Universiteit 2004 –2007 ontwikkelaar medisch curriculum Pa opleiding en docent medisch domein 2002-2010 bijscholing, somatiek/ psychiatrie, klinisch redeneren DijkenDuin 2001-2007 docent klinische vaardigheden/ behandeling; ontwikkelaar medisch domein ANP-opleiding INHolland 2000-2008 docent geneeskunde/ psychiatrie - ontwikkelaar Hogeschool INHolland pedagogiek duaal Forensische psychiatrie ( De Meren)
Programma:
Gedurende de workshop/bijeenkomst wordt aan de hand van casuïstiek, die gekozen wordt in samenspraak met de deelnemers het klinisch redeneren geoefend. De deelnemers hebben al een basiscursus klinisch redeneren gevolgd zodat in dit programma verdieping van deze vaardigheid ontstaat door intensieve oefening. Kennis betreffende klinisch handelen wordt opgefrist gericht op: • afnemen van speciële anamnese • lichamelijk onderzoek keuzes en interpretaties • DD samenstellen • Keuzes en interpreteren aanvullend onderzoek • voorstellen voor behandeling en follow up
Cyclus 2:
Nascholingsprogramma alumni Hu 2012-2013 cyclus 2: klinisch handelen en wetenschap CanMeds klinisch handelen, kennis en wetenschap én samenwerking. Per onderwerp uitgewerkt en op datum gesorteerd.
Datum/onderwerp Leerdoelen:
5 oktober 2012, 9 tot 14 uur, neurologische anamnese en lichamelijk onderzoek • • • •
Toetsing: Bewijs van deelname: Docenten: Programma: 9.00-9.10 9.10- 9.20 9.20-9.30
9.30-10.00 10.00-10.15 10.15-11.15 11.15-11.45 11.45-12.15 12.15-13.35
13.35-14.00
De verpleegkundig specialist kan de anatomie en fysiologie van het centraal en perifeer zenuwstelsel beschrijven. De verpleegkundig specialist kan symptomen passend bij veelvoorkomende neurologische aandoeningen herkennen. De verpleegkundig specialist kan differentiaal diagnostisch redeneren gericht op dit deelgebied. De verpleegkundig specialist kan de belangrijkste risicofactoren van veelvoorkomende neurologische aandoeningen benoemen. Ja Ja Drs. dhr. S. Broek, arts en docent MANP Hogeschool Utrecht vanaf 2006 Dr. Mw. M.H. Grol, huisarts en docent MANP Hogeschool Utrecht vanaf 2006
welkom, introductie inleiding: casusbeschrijving uit ‘het Maakbare brein’ van Margriet Sitskoorn Middels een PowerPoint presentatie wordt uitgebreid en op een interactieve wijze stilgestaan bij de anatomie van het centraal- en perifeer zenuwstelsel. Voorafgaand aan de PowerPoint presentatie wordt de aanwezige kennis van de deelnemers gericht op de verschillende onderdelen van het zenuwstelsel uitgevraagd. fysiologie: door middel van een interactieve PowerPoint presentatie wordt het principe van de prikkelgeleiding en van de reflexboog besproken en waar nodig uitgelegd. koffie/thee pauze casuïstiek: door middel van casuistiek wordt het klinisch redeneren betreffende veel voorkomende neurologische verschijnselen/klachten geoefend. bespreking van enkele ziektebeelden zoals lumboradiculair syndroom, MS, ALS en Parkinson pauze Fysische diagnostiek: tijdens dit onderdeel worden alle punten wat betreft het neurologisch onderzoek op de i gezet. Door middel van het uitvoeren van lichamelijk onderzoek op elkaar wordt stil gestaan bij bewustzijn en oriëntatie in trias, worden de hersenzenuwen getest, de verschillende reflexen, de gnostische- en vitale sensibiliteit, de vibratiezin herhaald. Hiermee kunnen eventuele ingeslopen foutieve handelingen gecorrigeerd worden. Het kunnen verrichten van een goed neurologisch onderzoek is van belang met het oog op de toename van het aantal mensen met diabetes mellitus. Daartoe willen we de vasculaire en dermatologische status van de voet bij het onderzoek betrekken. eindtoets en evaluatie
Datum/onderwerp
2 november 2012, 9-14 uur, Het schrijven van een wetenschappelijk artikel (1) 30 november 2012, 9-14 uur, Het schrijven van een wetenschappelijk artikel (2)
Leerdoelen:
De verpleegkundig specialist heeft antwoorden op de vragen: Wie is mijn lezer? Wat wil ik met mijn tekst bereiken? Hoe structureer ik mijn artikel? Hoe schrijf ik informatief, aantrekkelijk én wetenschappelijk verantwoord? Hoe vertaal ik complexe informatie naar een heldere en toegankelijke tekst? feedbackvorm ja De cursus wordt verzorgd door Tobias Reijngoud (1970), docent wetenschappelijk schrijven aan de MANP. Tobias is freelance journalist en publicist. Hij schrijft voor NRC Handelsblad, nrc.next, Trouw en de Groene Amsterdammer. Bij Lias publiceerde hij in februari 2012 “Weten is meer dan meten”, een bundel interviews met onder meer Herman Wijffels, Arnoud Boot, Abram de Swaan en Hans Achterhuis. Tobias publiceert over onderwijs, economie, ontwikkelingshulp en duurzaamheid. Hij volgde de opleiding Journalistiek voor Academici aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Eerder studeerde hij af als geograaf aan de Universiteit Utrecht.
Toetsing: Bewijs van deelname: Docent:
Programma: De cursus bestaat uit twee bijeenkomsten van elk vijf uur. De cursus is praktijkgericht en bevat veel schrijfoefeningen. Er worden tijdens de bijeenkomsten veel tips en trucs behandeld. Zo kun je de theorie direct toepassen Tijdens de cursus komen de drie niveaus van het schrijfproces aan de orde: • structureren van een tekst (hoogste niveau) • componeren en opbouwen van hoofdstukken en paragrafen (middelste niveau) • opbouwen van alinea's en formuleren van zinnen (laagste niveau). Andere onderwerpen die ter sprake komen zijn: maken van intro’s en koppen, omgaan met jargon en afkortingen, bepalen van de doelgroep, toegankelijk schrijven zonder jip-en-janneketaal.
Datum/onderwerp
16 november 2012, 9-14 uur, psychiatrisch onderzoek Psychiatrische diagnostiek is niet alleen classificeren van een psychiatrische stoornis volgens de DSM-IV met behulp van een gestructureerd interview. Het vereist kennis van een zeer groot aantal psychopathologische begrippen. Het vereist herkenning van veel meer symptomen dan alleen de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR. Het vereist de competentie om in tal van praktijksituaties de relevante symptomen van de psychiatrische patiënt te signaleren, te herkennen en vast te stellen.
Leerdoelen:
Toetsing: Bewijs van deelname: Docent:
• • • • • • •
Aan het eind van deze nascholing weet de verpleegkundig specialist: wat de voor- en nadelen zijn van een gestructureerd psychiatrisch onderzoek; waaruit het psychiatrisch onderzoek bestaat; wat de systematiek is van de status mentalis; wat een structuurdiagnose inhoudt; dat onze classificaties betrekkelijk zijn; dat zij/hij veel symptomen nog niet kent; dat zij/hij nog veel moet leren over psychiatrische diagnostiek. nee ja Michiel W. Hengeveld is emeritus hoogleraar psychiatrie en was tot 1 januari 2010 afdelingshoofd, onderwijscoördinator en opleider psychiatrie van de afdeling Psychiatrie van het Erasmus MC te Rotterdam. Van 1979-2001 was hij als psychiater verbonden aan de afdeling Psychiatrie van het Leids Universitair Medisch Centrum. Daarnaast was hij van 1988 tot 2003 bijzonder hoogleraar in de medische seksuologie bij het UMC Utrecht. In 1983 promoveerde hij bij de Rijksuniversiteit te Leiden op het proefschrift ‘Beyond the General Hospital Patient’. Hij is (mede)auteur of (mede)redacteur van 140 artikelen, 91 hoofdstukken en 32 boeken, waaronder ‘Het psychiatrisch onderzoek’ (derde druk 2003), ‘Psychiatertaal’ (2005), het ‘Leerboek psychiatrie’ (tweede druk 2009) en ‘Psychiatrie voor verpleegkundigen’ (2012). Hij was redacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en van het Tijdschrift voor Psychiatrie en hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Seksuologie. In 2006 werd hij door de Medische Onderwijs Raad Erasmus MC verkozen tot Docent van het jaar. In 2009 werd hij benoemd tot Lid van Verdienste van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. Van 1997 tot 2000 was hij lid van het tuchtcollege van de Nederlandse Vereniging voor Seksuologie en sinds 1997 is hij lid van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag. Hij is momenteel lid van twee Raden van Toezicht van ggz-instellingen en voorzitter van de redactie van MGv, medium voor ggz en verslavingszorg (www.mgv-online.nl).
Programma: • Waaruit bestaat het psychiatrisch onderzoek? • Wat is de algemene psychiatrische anamnese? • Hoe is de status mentalis opgebouwd? • Hoe stellen we de etiopathogenese vast? • Wat zijn aanwijzingen voor ‘organiciteit’? • Wat is de diagnostische formulering? • Hoe classificeren we de diagnose? Werkwijze: • Interactieve powerpointpresentatie • Bespreking van psychopathologische symptomen aan de hand van dvd-fragmenten
Literatuur: • Hengeveld MW, Schudel WJ. Het psychiatrisch onderzoek. Derde, geheel herziene druk. Utrecht: De Tijdstroom, 2003. • Hengeveld MW, Balkom AJLM van (red.). Leerboek psychiatrie. Tweede, geheel herziene druk. Utrecht: De Tijdstroom, 2009. • Stolk PJ. Hengeveld MW. Psychiatrie voor verpleegkundigen. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff, 2012.
Datum/onderwerp Leerdoelen:
14 december 2012, 9-14 uur, farmacotherapie opfriscursus (1) 11 januari 2013, 9-14 uur, farmacotherapie opfriscursus (2) • • • •
Toetsing: Bewijs van deelname: Docenten:
Programma: -
De verpleegkundig specialist kan de relatie tussen labwaarden en farmacotherapeutische behandeling toepassen. De verpleegkundig specialist verdiept kennis betreffende veelvoorkomende middelen binnen farmacotherapie. De verpleegkundig specialist is bij veelvoorkomende middelen op de hoogte van mogelijke bijwerkingen en interacties en kan hierop adequate acties formuleren. De verpleegkundig specialist herkent situaties waarbij sprake is van polyfarmacie en kan hierop adequate acties formuleren gericht op patientveiligheid. nee ja E.E. Roelofsen, ziekenhuisapotheker Haagse Ziekenhuizen, MC Den Haag – voor onderdeel van de workshop maagdarm. K. Kaasjager, internist-nefroloog, Ziekenhuis Rijnstate Arnhem, gespecialiseerd in vasculaire geneeskunde globaal programma bekend, details volgen
Interpretatie labwaarden in combinatie met farmacotherapie Veel voorkomende middelen, zoals maagzuurremmers, statines, antihypertensiva: bijwerkingen, interacties, invloed hiervan op maagdarmastelsel, nieren, lever De ouder wordende patient en polyfarmacie – met alertheid op bijwerkingen, interacties
Tijdens deze nascholing staat in het eerste deel van het programma verdieping van theorie centraal en in het tweede deel gaan de deelnemers aan de slag met toepassing van de theorie ahv diverse casuistiek.
Datum/onderwerp Leerdoelen:
8 maart 2013, 9-14 uur, LO opfriscursus thorax-en longgeluiden • • • •
Toetsing: Bewijs van deelname: Docenten: Programma: 9.00-9.10 9.10- 9.20 9.20-9.30
9.30-10.00 10.00-10.15 10.15-11.15 11.15-11.45 11.45-12.15 12.15-13.35
14.35-15.00
De verpleegkundig specialist kan de anatomie en fysiologie van hart en longen beschrijven De verpleegkundig specialist kan symptomen passend bij veelvoorkomende cardiale en pulmonale aandoeningen herkennen. De verpleegkundig specialist kan differentiaal diagnostisch redeneren gericht op dit deelgebied. De verpleegkundig specialist kan de belangrijkste risicofactoren van veelvoorkomende cardiale en pulmonale aandoeningen benoemen. ja ja Drs. dhr. S. Broek, arts en docent MANP Hogeschool Utrecht vanaf 2006 Dr. Mw. M.H. Grol, huisarts en docent MANP Hogeschool Utrecht vanaf 2006
welkom, introductie inleiding:Presentatie van het dagprogramma. Via de ‘torso’uit de kunstgeschiedenis wordt de overstap gemaakt naar de ‘thorax’. anatomie: van de thorax. Dit wordt gegeven middels een PowerPoint presentatie waarin uitgebreid in een interactieve manier stilgestaan wordt bij de anatomie van hart- en longen. Voorafgaand aan de PowerPoint presentatie krijgen de cursisten de opdracht op thoraxafbeeldingen de systemen van hart en longen in te tekenen. fysiologie: door middel van een interactieve PowerPoint presentatie wordt het principe van de ademhaling uitgelegd alsmede het principe van de hartactie en pompfunctie van het hart. koffie/thee pauze casuïstiek: door middel van 4 verschillende casussen wordt klinisch redeneren gepraktiseerd. De onderwerpen zijn: hartkloppingen, hoesten, kortademigheid en pijn op de borst. long- en hartgeluiden: door middel van aangeboden long- en hartgeluiden worden de cursisten getraind in het leren interpreteren van hart- en longgeluiden. lunch Fysische diagnostiek: In het kort wordt iets verteld over de geschiedenis van het lich. onderzoek. Tijdens dit onderdeel worden alle punten wat betreft lichamelijk onderzoek van de thorax op de i gezet. Er wordt een demonstratie gegeven van het onderzoek van de thorax en de betrokken organen. Door middel van het doen van lichamelijk onderzoek op elkaar worden inspectie, auscultatie, percussie en palpatie herhaald. Hiermee kunnen eventuele ingeslopen foutieve handelingen gecorrigeerd worden. eindtoets en evaluatie
Datum/onderwerp
12 april 2013, 9-14 uur, farmacotherapie/psychofarmaca Gebruik van antipsychotica in de praktijk van de verpleegkundig specialist De verpleegkundig specialist ontwikkelt het inzicht in onderstaande aspecten van farmacotherapie om deze toe te kunnen passen in de eigen praktijk.
Leerdoelen: • • • • • Toetsing: Bewijs van deelname: Docent:
Programma:
Indicatie voorschrijven van antipsychoticum verdieping van farmacokinetiek en farmacodynamiek hoe voor te schrijven, dosis aan te passen, en wisselen van antipsychotica. monitoring van effect en bijwerkingen veiligheid eerst: voorkom problemen!
na afloop van het onderwijs volgt een korte toets ja J.M. Oolders, psychiater • Psycho Medisch Centrum Parnassia, Psychiater : sinds april 1996 • Opname (gesloten & open ) afdeling - maart 2000 • Ambulant centrum West (Verhulstplein) (klinische opname afdeling en ambulant waren gefuseerd tot Transmuraal Centrum West) - maart 2001 • Wonen met Zorg, gesloten, open, ambulant - januari 2006 • Parnassia Ambulant Centrum Zuid - jan 2006 - heden • Freelance psychiater : sinds maart 2005 • Psychiatrische consultering - 2005 - heden • Onderwijs gebruik van de PANSS vragenlijst - 1994 – heden Farmacologie (antipsychotica gebruik) - 2007 – heden DSM IV TR. - 2009 - heden • Centrum Arbeid & psyche (Psyq Business) - mrt 2005-mrt 2006 • Forensische poli (Den Haag, Leiden ) - mrt 2006-apr 2012 • Zorginstelling More (Jeugd en Volwassenen) - april 2012 - heden • • • • •
Indicatie voorschrijven van antipsychotica verdieping van farmacokinetiek en farmacodynamiek hoe voor te schrijven, dosis aan te passen, en wisselen van antipsychotica. monitoring van effect en bijwerkingen veiligheid eerst: voorkom problemen!
Datum/onderwerp Leerdoelen:
Toetsing: Bewijs van deelname: Docent:
31 mei 2013, 9-14 uur, kwalitatief onderzoek en meetinstrumenten (1) 14 juni 2013, 9-14 uur, kwalitatief onderzoek en meetinstrumenten (2) •
De verpleegkundig specialist ontwikkelt het inzicht in methoden van kwalitatief onderzoek verder om deze toe te kunnen passen als onderdeel van praktijkgericht onderzoek en ontwerpprojecten.
Toetsing vindt plaats door middel van een verslag over resultaten van eigen verzamelde en geanalyseerde kwalitatieve data en participatie ja J-J Georges is hogeschool docent bij de MANP opleiding van hogeschool Utrecht, hij is verantwoordelijk voor de wetenschappelijke leerlijn. J-J Georges is verplegingswetenschapper en gepromoveerd in de geneeskunde, hij heeft verschillende kwalitatieve onderzoeken verricht m.n op het gebied van palliatieve zorg en medische beslissingen rond het levenseinde en begeleidt MSc studenten bij het uitvoeren van hun verplegingswetenschappelijk afstudeeronderzoek op dit gebied.
Programma: Dag 1 • Kwalitatief onderzoek inleiding, over zich van de verschillende methoden • Toepassingsmogelijkheden en voorbeelden • Kwalitatief onderzoek as onderdeel van praktijkgericht gericht onderzoeken en ontwerpprojecten, voorbeelden • Vraagstellingen en doelstellingen • Methoden en technieken van data verzameling m.n. semi-gestructureerde en focus interviews • Methode en technieken van data-analyse • Practicum gericht op het voorbereiden van eigen project waarbij geoefend wordt met het formuleren van een vraag het selecteren van passende dataverzameling methoden en technieken en het toepassen ervan • Evaluatie en doelstelling van dag 2 bespreken Dag 2 • Terugblik op dag 1 • Feedback en evaluatie van verzamelde kwalitatieve data • Inleiding kwalitatieve data analyse • Practicum data analyseren • Aandacht voor rapportage en verslaglegging • Betekenis van resultaten voor data binnen het praktijkgericht onderzoek en ontwerpproject • Evaluatie