D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
nieuws nieu w s brief nr. 34, september 2001
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598 - 633 313 Telefax: 0598 - 633 413 / 633 412 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
Redactie: Jan Tromp - Leo Kroon - Schelte Fokkema Laurens Tinsel - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek bno In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan:
Folders NVvP: waardevolle aanvulling in de praktijk
NVvP–bestuursorganogram 2001 3 Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology 3 Het NVvP-Lustrumcongres: dit mag u niet missen! 5 Weet u dit... over de EFP? 8 Professor Heinz Renggli met emeritaat 8
Het lidmaatschap van de NVvP biedt u tal van voordelen. Zo kunt u diverse folders op het gebied van parodontologie met soms aantrekkelijke korting bestellen. Daarmee haalt u een waardevolle ondersteuning van uw praktijkvoering in huis!
Prof.dr Eijkman: ‘Diagnostiek moet je niet delegeren’ 10 Artsen geïnformeerd over parodontitis 11 NVvP in het nieuws 12 NVvP website: boeiend voor leden én niet-leden 12 Agenda 13 Informatie van onze sponsors 15
De folder ‘Uw tandvlees krijgt een cijfer’ bijvoorbeeld biedt de patiënt een eerste kennismaking met parodontitis en vormt zo een nuttige follow-up op de DPSI. De patiënt kan thuis nog eens rustig doorlezen wat er geconstateerd is en welke behandeling eventueel te wachten staat. De brochure ‘Mondhygiëne, waarom en hoe’ behoeft voor velen van u nauwelijks toelichting: deze ‘topper’ verklaart in duidelijke foto’s en teksten de vorming en de gevolgen van plak én de manier waarop een goede mondhygiëne tot stand komt. Afgestemd op de patiënt De twee nieuwste NVvP-folders zijn getiteld ‘Parodontitis, mondhygiëne en gebitsreiniging’ (1) en ‘Parodontitis, mondhygiëne, gebitsreiniging en flapoperatie’ (2). Beide brochures zijn een opsplitsing van de ‘oude’ NVvP-brochure ‘Parodontitis’, waarbij gekozen is voor een ‘eenvoudige’ en een ‘uitgebreide’ brochure. Het voordeel van deze nieuwe brochures? De eenvoudige brochure is bestemd voor patiënten waarbij de behandelaar verwacht dat de initiële behandeling zal leiden tot genezing bij alle gebitselementen zonder
Woord van de voorzitter: Achter de schermen 2
Mission Statements NVvP De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat een gezond parodontium de basis vormt van duurzame tandheelkundige zorg en spant zich ervoor in effectieve parodontale zorg voor iedereen bereikbaar te maken. De NVvP ondersteunt tandheelkundige zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis en behartigt de belangen van haar leden.
dat operatieve behandeling nodig is. In deze brochure wordt de operatieve fase daarom niet beschreven. De tweede brochure is bestemd voor patiënten waarbij de behandelaar verwacht dat de initiële behandeling niet zal leiden tot volledige genezing bij alle gebitselementen en waar dus ook nog operatieve behandeling nodig is. In deze brochure komt de operatieve fase dus wel aan bod. Zo beschikt u voor iedere patiëntendoelgroep over een passende brochure.
Makkelijk en snel bestellen Alle NVvP-folders zijn eenvoudig en snel te bestellen: via de NVvP-website (zie elders in deze Nieuwsbrief) of bij het NVvP-secretariaat. Eén telefoontje of faxbericht is voldoende!
Paro
U komt toch ook?! (zie pag.5)
Carte
à la
N V v P
M EMBER
OF
EUROPEAN FEDERATION
OF
6 5
J A A R
PERIODONTOLOGY
De NVvP, omdat een goed gebit op een gezond fundament staat.
brief
NVvP-bestuursorganogram 2001
Woord van de voorzitter
Bij het succesvol houden van een grote organisatie als de NVvP is een groot aantal mensen betrokken. Onderstaand overzicht biedt u een blik achter de schermen:
Achter de schermen Eén van de mission statements van de NVvP luidt als volgt: ‘De NVvP ondersteunt tandheelkundige zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis’. Het tweemaal per jaar organiseren van een congres vormt hiertoe een belangrijk instrument. Wat komt er zoal kijken bij de organisatie van een NVvP-congres?
Bestuur: Dr N.H.C. Corba (voorzitter) L.B.G.M. Tinsel (vice-voorzitter) W.H. van Dannis (secretaris) Mw. M.E. de Wit (penningmeester) Dr B.G. Loos (oud-voorzitter) D.S. Barendregt (assessor) J.A.C. de Kock van Leeuwen (assessor) C.J.W.M. Aardening (assessor) Mw. M.Th. van Straalen (assessor)
den op de beurs. Drie maanden vóór het congres wordt het definitieve congresprogrammaboekje toegestuurd aan alle leden plus alle tandartsen en mondhygiënisten. Tevens gaan er uitnodigingen naar NVvP-ereleden, besturen van Nederlandse wetenschappelijke verenigingen, beroepsverenigingen, zusterverenigingen in het buitenland en de redacties van de diverse tandheelkundige tijdschriften.
De eerste stap wordt gevormd door een brainstormsessie waarin het bestuur mogelijke congresonderwerpen bespreekt. Dit gebeurt in speciale weekendvergaderingen waarbij ruimschoots vooruit wordt gewerkt. Ter informatie: het NVvP-bestuur houdt zich nu al bezig met de congressen die in 2003 plaatsvinden. Ook de congreslocatie wordt drie à vier jaar vooraf vastgelegd waarbij de centrale ligging, goede bereikbaarheid met openbaar vervoer en auto én voldoende parkeergelegenheid belangrijke criteria vormen.
Welke activiteiten vinden er nog meer plaats? De faciliteiten binnen de congresorganisatie (zoals lunches, audiovisuals, koffieuitschenkpunten etcetera) worden vastgelegd en het NVvP-bestuur plus secretariaat nemen het draaiboek door. Dit draaiboek, dat een groot aantal jaren geleden gemaakt werd, is inmiddels een sterk ontwikkeld handboek geworden waarin alle details zijn opgenomen. Bij het doornemen van dit draaiboek krijgen bestuursleden en de secretariaatsmedewerkers ieder een taak toebedeeld zodat het congres vlekkeloos verloopt. Dit laatste is van groot belang: het organiseren van de congressen is immers één van de belangrijkste activiteiten van de NVvP. Een activiteit die bovendien zeer gewaardeerd wordt: de al jaren door congresgangers ingevulde evaluatieformulieren én de visitaties van congressen hebben voor de NVvP-congressen geleid tot toekenning van het ‘Q’-kwaliteitskeurmerk voor een periode van drie jaar. De NVvP is daar terecht trots op.
Nadat de onderwerpen vastgesteld zijn worden geschikte sprekers gezocht. De voorkeur gaat hierbij uit naar sprekers die NVvP-bestuursleden al eerder hebben horen spreken. Zo kan immers het congresniveau zo hoog mogelijk worden gehouden. Scouting door het NVvPbestuur van binnen- en buitenlandse congressen is derhalve erg belangrijk: hier worden de eerste contacten met sprekers gelegd. Mocht de know-how op dit gebied niet in het bestuur aanwezig zijn dan worden eventueel deskundigen buiten het bestuur geraadpleegd. Het NVvP-bestuurslid dat belast is met de congresorganisatie (momenteel is dat Chris Aardening) maakt vervolgens afspraken met de sprekers over data en onderwerpen. Het feit dat de NVvP vér vooruit plant komt hierbij goed van pas: sprekers in het internationale circuit moeten meestal zo’n twee jaar van te voren worden gereserveerd!
Het organiseren van ieder congres blijft een pittige uitdaging, mensenwerk waarbij teamwork en een gedegen planning voorop staan. In dat kader wil ik met name Ali Woltman en Jolanda Exalto van het NVvP-secretariaat bedanken: zonder hen zouden onze congressen niet van een zo hoge organisatorische kwaliteit kunnen zijn. Ook vormgever Aat Doek, die de aantrekkelijke vormgeving van het NVvP-congresdrukwerk verzorgt, heeft onze hoge waardering.
Is de organisatie van het congres eenmaal rond dan kan met de werving van deelnemers gestart worden. Ongeveer zes maanden vóór het congres verschijnen de eerste aankondigingen in de NVvP-Nieuwsbrief en diverse tandheelkundige tijdschriften. De NVvP-leden ontvangen een vooraankondiging zodat zij de mogelijkheid hebben om zich tijdig in te schrijven. Een belangrijk congresonderdeel is de vakbeurs voor NVvPsponsors en commerciële bedrijven. Deze worden ongeveer vier maanden vóór het congres benaderd over standmogelijkhe-
Tot slot: bent u benieuwd geworden naar het resultaat van al onze inspanningen? Dan hoop ik u graag te zien tijdens ons komende lustrumcongres op 16 november aanstaande! Nico Corba, voorzitter
2
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
Congrescommissie C.J.W.M. Aardening Dr B.G. Loos Dr N.H.C. Corba A. Woltman
Commissie Tarieven en Verrichtingen / Paroprotocol J.A.C. de Kock van Leeuwen
Sectie TandartsParodontologen H.J.Y. van Drie J.T.J. Hanssen J. Reiker Dr G.A. van der Weijden
Kascommissie 2001: J.G. Hoogteijling J.W. Hutter
1. Nieuwsbrief: Dr J.A.H. Tromp L.B.G.M. Tinsel Sch. Fokkema S. Eikenboom T.L.J.M. Kroon
Werkgroep Mankrachtplanning Dr L.J. van Dijk Dr J. Jansen J. Reiker Dr N.H.C. Corba
Commissie PAO J.A.C. de Kock van Leeuwen Prof. dr H.H. Renggli R.W.R. Steures P.G.G.L. van der Avoort H.M. Bulthuis
2. NVvP-brochures: L.B.G.M. Tinsel T.L.J.M. Kroon
Beleidsadviescommissie BAC T.E. Vangsted Dr L.J. van Dijk Dr E.G. Winkel L.O. Nelemans
Consilium Parodontologicum
Prof. dr U. v.d Velden Dr J.A.H. Tromp H. Hamming R.W.R. Steures
Commissie EFP
Commissie Media en PR:
3. NT-columns L.B.G.M. Tinsel S. Eikenboom
4. Internet - Homepage L.B.G.M. Tinsel
5.Commissie Media & PR: pers & publiek C.J.M.A Karsten L.B.G.M. Tinsel
Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology A) plasma levels of lidocaïne and prilocaïne after application of oraqix ®, a new intrapocket anesthetic, with advanced periodontitis. J.Clin.Periodont. 2001;28:425-429. Friskopp J, Huledal G. B) the anesthetic onset and duration of a new lidocaine/prilocaïne gel intra-pocket anesthetic (oraqix ®) for periodontal scaling/root planing. J. Clin Periodont. 2001; 28:453-45. Friskopp J, Nilsson M, Isacsson G. Het scalen en planen van de wortel-
oppervlakken (verder genoemd SRP) is veelal pijnlijk en onplezierig. De gebruikte verdovingsmiddelen en de gebruikelijke oppervlakte-, blok- en infiltratietechnieken hebben hun beperkingen. Bekende nadelen zijn te korte duur, moeilijk aan te brengen, onvoldoende diepte, lip- en tongverdoving en angst voor de naald (geschat wordt dat ± 25% van de populatie deze angst ervaart, Milgram 1997). Astra Zeneca heeft nu een locaal anestheticum ontwikkeld, Oraqix®, dat direct in de pocket wordt aangebracht
3
en dat bestaat uit een combinatie van lidocaïne en prilocaïne, beiden in een concentratie van 25 mg/g. Oraqix® is een gel die een temperatuurafhankelijke viscositeit heeft; bij kamertemperatuur is het materiaal vloeibaar en bij 370C wordt de gel stroperiger. Het product is uitgetest in Zweden in een kliniek voor Parodontologie. In studie A werden de biologische veiligheid en de systemische effecten van het middel uitgetest door de plasmaspiegels bij proefpersonen te meten. Hiervoor
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
werden bij 10 patiënten met parodontale problemen alle pockets volgespoten met Oraqix®. Vervolgens werden alle gebitselementen gesondeerd en ondergingen 3 elementen een SRP-procedure. Op de tijdstippen 10, 20, 30, 40, 60, 75 en 90 minuten nà de applicatie werden in het plasma de concentraties van lidocaïne, prilocaïne en de metabolieten 2,6-xyline resp. o-toluidine bepaald. De gemeten piekconcentraties van alle 4 stoffen bleven ver onder de toxische waarden voor het centraal zenuwstelsel. Zowel lidocaïne als prilocaïne bereikten hun maximale dosis in het plasma na 30 minuten. Daarentegen werd de maxi-male dosis voor hun metabolieten veel later bereikt: 75 resp. 67,5 min. Bovendien bereikten deze metabolieten ook een veel lagere concentratie in het plasma. De hoogte van de maximale plasmaspiegels correleerde met de toegediende dosis; verdubbeling van de dosis verhoogde de maximale concentratie in het plasma met een factor 1,48. Verder werd een aantal bijwerkingen geconstateerd zoals een nare smaak (n=1), tong- of keelverdoving (n= 2) en pijn bij applicatie (n=2). Er werden geen mucosa-irritaties of algemene toxische symptomen geregistreerd. Lidocaïne bereikte hogere maximale plasmaspiegels dan prilocaïne. Het is bekend dat prilocaïne een hoger distributievolume heeft dan lidocaïne evenals een hogere klaring. Verder waren de bereikte plasmaspiegels veel lager dan de spiegels die bereikt worden bij infiltratieanaesthesie met xylocaïne 2% + epinefrine (toegediende dosis 200 mg). Bovendien is de opname vanuit de gel onvolledig en trager dan die bij de conventionele anaesthesie. Tenslotte zullen kleine hoeveelheden via de maag opgenomen worden doordat de gel na afloop uitgespoeld wordt in de mond. De auteurs concludeerden dat Oraqix®, direct geappliceerd in de pocket, veilig is en dat slechts 10 % van de toxische dosis wordt bereikt. Overigens komt niet duidelijk naar voren waarom nu gekozen is voor een combinatie van prilocaïne en lidocaïne. In studie B werd in dezelfde kliniek
de snelheid van het in werking treden, de duur en de eventuele bijwerkingen van de Oraqix®-applicatie bepaald. De onderzochte patiënten hadden tenminste 1 pocket ≥ 6 mm, pijn bij het sonderen van de pockets of een historie met pijn bij het scalen en planen. In totaal werden 30 proefpersonen onderzocht, die verdeeld werden over 3 groepen en waarbij na applicatie van Oraqix® steeds 2-3 elementen werden gescaled en geplaned. Groep 1 (n=9; m/v = 2/7): gemiddelde pocketdiepte 5 mm; 30 seconden na de applicatie SRP. Groep 2 (n=10, m/v= 5/5): gemiddelde pocketdiepte 4,5 mm; 2 minuten na de applicatie SRP. Groep 3 (n=11, m/v=3/8): gemiddelde pocketdiepte 5 mm; 5 minuten na de applicatie SRP. In totaal werden 30 frontelementen, 17 premolaren en 6 molaren behandeld. De pijnintensiteit (en ander ongemak) werd op 2 wijzen vastgesteld: via een visueel door de patiënt uit te drukken methode (kwantitatief) en via een verbaal uit te drukken methode (kwalitatief). Bij beide methoden werd zowel direct na afloop van SRP van een element de pijnintensiteit vastgesteld alsook na de totale behandeling. Verder werd de pocket na afloop van elk behandeld element gedurende 30 minuten elke 5 minuten gesondeerd om de totale anaesthesieduur te bepalen. De pijn die de patiënten direct na afloop van SRP van een element ervoeren lag voor groep 1 lager dan voor groep 2. Het verschil tussen groep 1 en 3 was niet statistisch significant, maar vertoonde wel een zelfde trend. Er werden in groep
nieuws 4
2 pijnscores geregistreerd van 50% van de maximale aan te geven pijnintensiteit, in groep 3 werd zelfs een keer tot 70% van de ergst denkbare pijn geregistreerd. Verder was er een duidelijke correlatie tussen de geregistreerde pijnintensiteit na de behandeling van één gebitselement en de geregistreerde pijnintensiteit na afloop van alle te behandelen gebitselementen. De duur van de anaesthesie was per groep gemiddeld 18, 17 en respectievelijk 19,5 minuten. Er was geen aantoonbare correlatie tussen de geregistreerde pijnintensiteit per element en de pocketdiepte. De eventuele slechte smaak van Oraqix® leidde bij niemand tot het afwijzen van een vervolgbehandeling; de behandelaar ondervond geen hinder bij de applicatie en ervoer geen interferentie van de gel bij het SRP. Het vaststellen van de anaesthesieduur door middel van het regelmatig sonderen in de pocket gaf geen exact beeld van de effectiviteit van de anaesthesie bij het scalen en planen. Er zijn echter veel pijngevoelige elementen (het front) behandeld, waardoor de vergelijking in de pijnbeleving tussen het sonderen en het scalen en planen, volgens de auteurs, redelijk representatief zou moeten uitvallen. Op basis van de uitkomsten van deze studie werd geconcludeerd dat 30 seconden na de applicatie van Oraqix® gestart kan worden met het scalen en planen van de worteloppervlakken. Echter, er dient gerealiseerd te worden dat pijnbeleving, ondanks de daarvoor speciaal ontwikkelde en algemeen geaccepteerde meetmethodes, een subjectief te beoordelen emotie is. Het is aanbevelenswaardig dat in grotere onderzoekspopulaties Oraqix® en de traditionele anaesthesievormen met elkaar vergeleken worden. Toch kan intra-pocket anaesthesie als alternatief worden aangeboden, zeker gezien de genoemde veiligheid en voordelen. Abstract uitgezocht en bewerkt door: Mirjam Bollen, tandarts in Zeist. Eindredactie: Schelte Fokkema, tandarts-parodontoloog in ’s Hertogenbosch.
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
brief
Het lustrumcongres ‘Paro à la Carte’
Paro
Dit evenement mag u niet missen! Ter ere van het bereiken van haar 65-jarige leeftijd heeft de NVvP een congres georganiseerd dat uitgebreider is dan ooit. Deelnemers kunnen kiezen uit drie preconference workshops (op donderdagavond 15 november) en uit een A-congres, een B-congres en twee workshops op vrijdag 16 november. Het congres wordt op feestelijke wijze afgesloten en voor degenen die daarop hebben ingetekend, vormt de musical Saturday Night Fever werkelijk de grandioze finale. De eerste preconference workshop op donderdag 15 november wordt verzorgd door Gianfranco Carnevale. Hij zal de lange termijn resultaten van diverse chirurgische en niet-chirurgische behandeltechnieken met elkaar vergelijken. Ook bespreekt hij de voor- en nadelen van botresectie bij chirurgie evenals wortelresectie bij meerwortelige elementen. Tot slot komen ook de lange termijn behandelresultaten aan bod van 300 patiënten die met voornoemde technieken behandeld zijn. Restauratieve prothetische behandelingen gingen vroeger gepaard met veel weefseldestructie van de behandelde gebitselementen. In de tweede preconference workshop gaat Sverker GIANFRANCO CARNEVALE Toreskog uitgebreid in op de diverse voordelen van moderne bondingprocedures, nieuwe materialen en technieken. Vooral de cervicale randaansluiting en recessie van de gingiva krijgen veel aandacht. Speciaal voor de mondhygiënist Workshop III is met name bedoeld voor de mondhygiënist. Het doel van deze workshop is om het ultrasoon reinigen zowel theoretisch als praktisch te onderbouwen. In het eerste deel worden de werking en effectiviteit besproken op basis van wetenschappelijke studies. Tevens worden de indicatie-gebieden aangegeven waar de SVERKER TORESKOG ultrasone reiniging het best tot haar recht kan komen. Door middel van een live demonstratie krijgt de deelnemer een beeld van de praktische toepassing van het ultrasone reinigingsapparaat. Na deze demonstratie krijgen de deelnemers in koppels van twee personen onder begeleiding van de cursusgevers en enkele ervaren mondhygienisten de kans om op artificiële elementen (in fantoomkoppen geplaatst) een zo realistisch mogelijke oefening te doen in het verwijderen van supra- en subgingi-
Carte
à la
N V v P
6 5
J A A R
A - Congres ‘Paro à la Carte’ vrijdag 16 november 2001 • Implicating periodontics in total patient care • NVvP - Braun Oral B® - onderzoeksprijs KLAUS LANG • Hans Rodenburglezing BRUNO LOOS • Management of furcated molars: root-resective techniques GIANFRANCO CARNEVALE • The clinical application of supragingivally placed superthin bonded porcelain techniques from anorexia to bruxers SVERKER TORESKOG • Fausse route: Perforaties een furcatieprobleem voor de tandarts?
vaal tandsteen. Afwisselend programma Het A-congres op vrijdag 16 november wordt gekenmerkt door een zeer afwisselend karakter. De NVvP is er trots op dat Klaus Lang wederom op een NVvP-congres als spreker aanwezig is. In zijn lezing laat Lang zien hoe de patiënt met uitgebreide parodontale problematiek behandeld dient te worden waarna reconstructie van de den-titie kan plaatsvinden. Infectiecontrole in de mond speelt hierbij een cruciale rol, het gebruik van implantaten vormt bij de reconstructie een relevante schakel. Gedurende de totale behandeling is herhaald evalueren van de mondgezondheid van eminent belang. Lang heeft een klinisch evaKLAUS LANG luatiesysteem ontwikkeld zijn dat kwaliteit garandeert; in lezing presenteert hij dit systeem. Vervolgens wordt de NVvP-Braun Oral-B®-Onderzoeksprijs uitgereikt. Klaus Lang zal als voorzitter van de jury de winnaar bekend maken.
5
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
B - Congres ‘Paro à la Carte’ vrijdag 16 november 2001
Winnaars van de NVvPOnderzoeksprijs vanaf 1986
Tandvlees in de algemene praktijk HEINZ RENGGLI & JAN SMEEKENS Supragingivale plaque en gingivitis • acute vormen van gingivitis • niet-plaque gerelateerde aandoeningen van de gingiva - borsteltrauma - recessie - herpes Subgingivale plaque/bacteriën en parodontitis • tandsteen • restauratieranden • contactpunten • occlusie • endoproblemen • acute vormen van parodontitis • regelmatige plaque-interventie
Tijdens het lustrumcongres vindt de uitreiking plaats van de NVvP–Braun Oral B®–Onderzoeksprijs. Sinds 1986 vormt de uitreiking van de NVvP Onderzoeksprijs een waardevolle stimulans voor onderzoekers in de parodontologie. Onderstaande personen mochten de prijs tot nu toe in ontvangst nemen:
• NVvP-Colgate Onderzoeksprijs fl. 3.500,=: 17 april 1986 - Amsterdam: dr U. van der Velden Van der Velden U, Abbas, F, en Hart AAM: Experimental gingivitis in relation to susceptibility of periodontal disease. I. Clinical observations. J Clin Periodontol 1985; 12: 61.
Gianfranco Carnevale bespreekt de problematiek bij de behandeling van meerwortelige gebitselementen. Hoewel er in de literatuur grote verschillen zijn te vinden ten aanzien van de behandelresultaten van met name wortel-resecties, zal hij een behandelprotocol presenteren dat zo veel mogelijk zekerheid biedt.
BRUNO LOOS
22 april 1988 - Amsterdam: dr F. Abbas Abbas F, Van der Velden U, Hart AAM, Moore WR, Vroom ThM, Scholte G: Bleeding frequency and the development of gingival inflammation. J Clin Periodontol 1986; 13: 774-782. 18 mei 1990 - Maastricht: Mevr. dr W. Reuland-Bosma. Cellular aspects of and effects on the gingiva in children with Down’s syndrome during experimental gingivitis. J Clin Periodontol 1988; 15: 303-311.
De Hans Rodenburglezing vormt het laatste programmaonderdeel vóór de lunch, een driejaarlijkse lezing ter nagedachtenis aan de enorme inzet van Hans tijdens zijn leven voor de parodontologie in Nederland. Deze keer verzorgt Bruno Loos de lezing met als onderwerp de klinische relevantie van erfelijkheid bij parodontale ontstekingen.
10 juni 1995 - Gothenburg: mevr. dr M.D.A. Petit Petit MDA, Van Steenbergen TJM, De Graaff J, Van der Velden U: Transmission of Actinobacillus actinomycetemcomitans in families of adult periodontitis patients. J Per. Research 1993; 28: 335 - 345.
en drankjes. Natuurlijk worden deze geserveerd door als musicalsterren verklede serveersters/ serveerders. Ook ú kunt ter plaatse dansen en swingen!! Dit feest gaat door tot ongeveer 19.45 uur. Voor de musicalgangers gaat het spektakel om 19.15 uur dóór in de bovengelegen foyer van HEINZ RENGGLI de Jaarbeurs met een buffet in American Style, met de musical als thema. In de pauze van de musical krijgen zij bovendien nog een verrassend dessert en koffie aangeboden. Voor degenen die zelfs aan het eind van de musical geen afscheid kunnen nemen is er nog een afsluitend drankje of een opwekkend kopje koffie.
De workshops IV en V bestaan voor de helft uit de theoretische en praktische cursus over ultrasoon reinigen door Fridus van der Weijden en Dick Barendregt. Het andere deel van de workshops wordt ingevuld met het programma van het hoofdcongres.
De NVvP hoopt u allen op 15 en 16 november in groten getale te ontmoeten om samen met u dit lustrum te vieren!
FRIDUS VAN DER WEIJDEN
Na deze ongetwijfeld leerzame dag slaat in de expohal de discokoorts toe en gaan de congresdeelnemers over in de sferen van de jaren ’70. Een swingende band speelt muziek van de film Saturday Night Fever en de congresdeelnemers worden gefêteerd op smakelijke hapjes
20 maart 1992 - Den Haag: dr S.H. Sastrowijoto Sastrowijoto SH, Van der Velden U, Van Steenbergen TJM, Hillemans P, Hart AAM, de Graaff J & Abraham-Inpijn L: Improved metabolic control, clinical periodontal status and subgingival microbiology in insulin-dependent diabtes mellitus. A prospective study. J. Clin. Periodontol 1990: 17: 233 - 242
Bondingsprocedures en fausse route Na de lunch spreekt Sverker Toreskog over de ingrijpende wijze waarop bondingsprocedures ons prothetisch werk hebben veranderd. Met name procedures met porcelein komen aan de orde, waarbij esthetiek en vriendelijkheid voor de parodon-tale weefsels voorop staan.
DICK BARENDREGT
Congressprekers scouten in Schotland
• NVvP-Corsodyl® Onderzoeksprijs fl. 5.000,=:
Halverwege de middag vindt een bijzondere gebeurtenis plaats, die nu nog even geheim wordt gehouden. Het wetenschappelijke programma wordt afgesloten met een lezing door de ons aller welbekende collega Michiel de Cleen. Hij behandelt problemen die ontstaan door een fausse route in het furcatiegebied en toont tevens nieuwe materialen en technieken om deze complicatie, vaak met ernstige parodontale gevolgen, het hoofd te bieden.
sprekers, te weten Heinz Renggli en Jan Smeekens, zijn bereid gevonden om een hele dag te verzorgen over het onderwerp ‘tandvlees in de algemene praktijk’. Beide sprekers zullen de relatie tussen plaque, gingivitis en parodontitis bespreken. Ook niet-plaque gerelateerde onderwerpen komen aan de orde evenals de invloed van de restauratieve behandeling op het parodontium. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de rol van de preventieassistente als lid van het tandheelkundig team én binnen het paroprotocol. JAN SMEEKENS
14 november 1997 - Utrecht: dr E. van der Zee Van der Zee E, Everts V, Beertsen W: Cytokine-induced endogenous procollagenase stored in the extra cellular matrix of soft connective tissue results in a burst of collagen breakdown following its activation. J Periodont Res 1996 31: 483-488.
• NVvP–Braun OralB®–Onderzoeksprijs fl. 5.000,=: 19 november 1999 – Utrecht: Sch. J. Fokkema Fokkema SJ, Timmerman MF, Van der Weijden GA, Wolffe GN, Renggli HH: A possible association of a1-antitrypsin deficiency with the periodontal conditions in adults. J Clin Periodontol 1998; 25: 617-623.
MICHIEL DE CLEEN
Tandvlees in de algemene praktijk Het B-congres is speciaal toegesneden op assisterenden in de tandheelkunde, met name preventieassistenten. Twee vermaarde
nieuws 6
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
Volgens een jarenlange traditie organiseert de NVvP congressen op hoog niveau waardoor de congresganger gestimuleerd wordt om zijn werkwijze aan te passen aan de laatste wetenschappelijke inzichten. De NVvP is er zich bewust van dat niet alleen de aangeboden informatie nieuw en wetenschappelijk verantwoord dient te zijn maar dat ook de wijze van presentatie van essentieel belang is om de congresganger te kunnen boeien. Om dit te kunnen realiseren is het bestuur van de NVvP voortdurend bezig met het verzamelen van informatie over potentiële sprekers. Zo is een delegatie van het bestuur bestaande uit Nico Corba (voorzitter, links op de foto) en Herman van Dannis (secretaris, rechts) in mei van dit jaar naar Glasgow, Schotland, geweest om daar het gemeenschappelijk congres van de British Society of Periodontology, de international Academy of Periodontology en the British Dental Hygienists Association mee te maken. Zij hebben daar contacten gelegd met enkele voor de NVvP interessante sprekers en concludeerden bovendien dat de NVvP-congressen qua niveau en organisatie zeker niet onderdoen voor die van onze Engelse zustervereniging. De NVvP-delegatie met eigen vervoer op weg naar Glasgow.
7
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
Weet u dit. . . over de EFP?! • Nederland goed vertegenwoordigd! Bij de komende 4th European Workshop on Periodontology (2-6 februari 2002) zijn van Nederlandse zijde Prof. dr U. van der Velden, dr B.G. Loos, dr A.J. van Winkelhoff, dr G.A. van der Weijden en dr E.G. Winkel uitgenodigd. Op deze wijze is de NVvP goed vertegenwoordigd op deze European Workshop waarbij de op dat moment geldende richtlijnen voor de parodontologie worden vastgesteld. Het daarbij behorende boek zal wederom worden uitgegeven door de Quintessence uitgeverij.
• Financiële steun Op het vorig jaar georganiseerde EuroPerio III-congres was een groot aantal Nederlanders aanwezig. In totaal namen 164 landgenoten deel aan dit grote evenement in Geneve. Naast het feit dat dit natuurlijk van groot belang is voor het kennisniveau in Nederland wordt het aantal deelnemers ook gehanteerd voor de verdeling van de eventuele recettes van deze evenementen. Door dit forse aantal Nederlandse deelnemers, zeker in vergelijking tot de andere landen binnen de EFP, betekent het winstaandeel voor de NVvP een forse financiële steun voor het bereiken van haar doelen voor de parodontologie in Nederland.
Professor Heinz Renggli met emeritaat Op 20 april j.l. nam Heinz Renggli officieel afscheid van de Katholieke Universiteit Nijmegen met het uitspreken van een rede onder de titel ‘Hart voor het tandvlees’. Hierin ging hij in op het verband tussen systemische aandoeningen als hart- / herseninfarct en premature geboorten enerzijds en parodontitis anderzijds. Heinz heeft de leerstoel Parodontologie aan de KUN, op enkele maanden na, vijfentwintig jaar lang bekleed. De afscheidsplechtigheid, die plaats vond in de aula van de universiteit en die onder leiding stond van rector magnificus professor Blom, werd na het uitspreken van de rede verder gevuld met dankbetuigingen van professor Vooijs namens de Raad van Bestuur van het UMC St. Radboud (waarvan het Cluster Tandheelkunde deel uitmaakt), professor Fons Plasschaert als collega proximus en door ondergetekende namens de afdeling Parodontologie. Een drukbezochte receptie sloot de plechtigheid af. Enkele huidige en oud-medewerkers van de afdeling Parodontologie hadden Heinz de daaropvolgende dag met recht een verrassing bereid door (zonder dat Heinz daarvan ook maar iets had meegekregen) zoveel mogelijk (oud)medewerkers uit de voorbije vijfentwintig jaar voor een nostalgisch
brief
De papieren patiënt
Terug van (even) weggeweest: de patiëntencasus. In deze Nieuwsbrief treft u weer een pittige uitdaging: kunt u, aan de hand van onderstaande gegevens, de juiste diagnose en het bijbehorende behandelplan bepalen? In de volgende NVvP-Nieuwsbrief leest u of uw oplossing correct is. Naam, leeftijd: J.M., man, 26 jaar bij intake Intake: juni 1998 Reden verwijzing: behandeling van parodontale problemen. Primaire klacht van de patiënt: bloedend tandvlees, pijn in het bovenfront en de molaargebieden en mobiliteit van een aantal elementen. Geen problemen met de esthetiek.
samenzijn bijeen te brengen in kasteel Doddendaal in Ewijk. Velen gaven die dag inderdaad acte de présence (zie foto) en daarmee het afscheid van Heinz natuurlijk een heel bijzonder tintje. Hun en ons afscheids- en dankgeschenk aan Heinz betrof een schilderij van een hem heel dierbaar plekje in Gstaad, zijn geliefde ski-oord in zijn geboorteland Zwitserland. Omgekeerd liet Heinz zichzelf ook niet onbetuigd met het aan zijn afdeling aanbieden van een speciaal voor deze gelegenheid door collega Adrie Jeurissen gemaakt schilderstuk, waarop de achterblijvers van de afdeling op
nieuws 8
Medische anamnese: geen bijzonderheden, geen medicatie, ASA-score I, nietroker. Tandheelkundige historie: • Regelmatige (halfjaarlijkse) controles • Moeder heeft een volledige prothese, vader heeft al op jonge leeftijd veel elementen verloren Extra-oraal onderzoek: geen bijzonderheden Intra-oraal onderzoek: • Redelijke mondhygiëne • Verdiepte pockets tot 11 mm met bloeding bij sonderen • Recessies tot 2 mm • Pusafvloed t.p.v. 17, 11, 21, 22, 37, 43, 45, 46
• Furcatieproblemen t.p.v. 17, 16, 15, 26, 27, 36 • Verhoogde mobiliteit (diverse elementen) • Fremitus 11, 21, 22 Röntgenologisch onderzoek: • Onregelmatig botverlies tot locaal 90% • Angulaire botdefecten t.p.v. 17m, 16m en d, 15d, 11m, 21m, 22m, 24d, 25d, 26m, 37m, 36d, 43m, 45d, 46m en d • Interradiculaire radiolucentie t.p.v.16 • Subgingivaal tandsteen Deze patiëntencasus is verzorgd door Spiros Paraskevas, MSc- opleiding Parodontologie KUN, Nijmegen.
typisch Jeurisseniaans humorvolle wijze zijn vereeuwigd. Afscheid nemen is altijd een beetje pijnlijk: voor Heinz die gaat en voor ons die inderdaad achterblijven. Het zal voor iedereen even wennen zijn, straks elkaars vertrouwde gezicht niet meer te zien. Maar zover is het nog niet. Voorlopig blijft Heinz zich nog inzetten voor keuze-onderwijs en PAOT. Als vrijwilliger. Heinz, bedankt! Het ga je goed. Ruud Karsten
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
9
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
brief
Prof. dr Michiel Eijkman: ‘Diagnostiek moet je niet delegeren’ Over het nut van samenwerken is volgens hem geen discussie mogelijk, het werken in een team heeft vele voordelen. Wanneer er echter gesproken wordt over bepaalde vormen van teamwork als ultieme oplossing voor het menskrachtprobleem, is er volgens prof. dr Eijkman sprake van eenzijdig propageren. ‘Mondhygiënisten en andere hulpkrachten hebben hun waarde al lang bewezen. Maar het inzetten van hun krachten moet wel in een gestructureerde setting geschieden’.
De komende jaren zal het tekort aan tandartsen steeds verder toenemen zodat naar verwachting meer dan één miljoen mensen over enkele jaren geen eigen tandarts meer heeft. In het rapport ‘Capaciteit Mondzorg’ geeft het Ministerie van VWS aan dat steeds meer taken gedelegeerd kunnen en moeten worden, alsmede dat er behoefte is aan een ander type tandarts die in het rapport mondarts wordt genoemd. Het teamconcept wordt in het rapport gepropageerd. Binnen de NVvP heeft een werkgroep van de sectie tandartsparodontologen het mankrachtprobleem voor de tandarts (-parodontologen) in kaart gebracht. Ook hieruit komt een toenemend tekort aan tandarts-parodontologen naar voren. Los van het toenemende tekort aan tandheelkundige zorg kan teamapproach bij uitstek in de parodontologie worden toegepast. Wel dienen de kaders en randvoorwaarden van het teamconcept dan voor een ieder helder en duidelijk te zijn. De NVvP hoopt met dit artikel een bijdrage te leveren aan deze discussie.
In zijn artikel ‘De toekomst van de tandheelkundige zorgverlening’ (Het Tandheelkundig Jaar 2001) geeft Michiel Eijkman een duidelijke uiteenzetting van de toekomstige tandheelkundige situatie in Nederland. Zoals te verwachten biedt dit artikel de lezer geen rooskleurig beeld: ‘De komende decennia zal de vraag naar toenemende tandheelkundige hulp groter blijven dan het aanbod. (...) Inmiddels is de cariësafname bij jonge kinderen tot stilstand gekomen. (…) De verwachting over de gebitstoestand van de lagere sociaaleconomische klassen is dat die verder zal afnemen. (…) De verwachting is dat de regering, ondanks de conclusies van de Adviesgroep Capaciteit Mondzorg (2000) een weinig vooruitstrevend beleid zal voeren als het gaat om de opleiding van voldoende tandartsen’, aldus enkele constateringen van de auteur. Geen voorstander Te weinig menskracht dus voor te veel vraag naar zorg. Zou het vooral door de overheid gestimuleerde systeem van teamwork, zoals beschreven in het eindrapport van de Adviesgroep Capaciteit Mondzorg (2000), een oplossing kunnen vormen voor het dreigende menskrachtprobleen? Eijkman gelooft daar niet in. ‘Ik ben absoluut geen voorstander van een teamconcept waarin mondhygiënisten (met een vierjarige opleiding) en preventie-assistenten zich gaan bezighouden met diagnostiek. Dan vraag ik me toch af waar we met de tandheelkunde naar toe gaan. Het verrichten van de diagnostiek is mijns inziens één van de moeilijkste onderdelen van het vak en moet dus beslist voorbehouden blijven aan de tandarts’. In goed georganiseerde setting Tegenstander van het teamconcept is Eijkman evenmin maar dan moet één en ander wel in een goed georganiseerde setting plaatsvinden, bij voorkeur in bepaalde deelgebieden van de tandheelkundige verzorging. ‘In de parodontologie heeft het werken in teamverband (in strikt goed gecontroleerde dienstverbanden) zich inmiddels bewezen. Ook in de jeugdtandverzorging kan het werken in teamverband een oplossing voor menskrachtproblemen vormen. De Nederlandse proefschriften van Burgersdijk en van Van Amerongen, die zo’n 25 jaar geleden verschenen, zijn in deze nog steeds relevant. Een
de patiënt over dit alles denkt. ‘Hij wordt straks behandeld door minder gekwalificeerd personeel, weet in zo’n ingewikkelde setting steeds minder waar hij aan toe is en betaalt ondertussen gewoon dezelfde tarieven als voorheen. Is dat een positieve ontwikkeling in het kader van kwaliteitszorg? Wie zegt trouwens dat de tandarts wel wíl delegeren? Het werken in groepsverband en het delegeren van taken heeft ook nadelen. De status van het beroep vermindert erdoor en méér personeel geeft méér kans op personeelsproblemen. Ook die aspecten van taakverdeling zouden eerst onderzocht moeten worden voordat een aanbeveling kan worden gedaan’, aldus Eijkman.
goed voorbeeld is ook het Dental Nurse System in Nieuw Zeeland: hier werken diverse kindertandverzorgsters onder verantwoordelijkheid van één kindertandarts. Zo’n systeem zou ook in Nederland op landelijk niveau moeten worden ingevoerd, willen we de kwaliteit van de jeugdige gebitten niet kwijtraken. Dergelijke kindertandverzorgsters zouden zich dan bovendien méér met preventie bezig kunnen houden. Want dat risico ligt op de loer: de preventiecampagnes die we in de jaren ’80 bedreven, zijn er niet meer en er zijn aanwijzingen dat de cariës bij de jonge jeugd weer toeneemt. En wat te denken van de kwaliteit van de tandheelkundige verzorging in bejaardenhuizen? Ook daar zouden hulpkrachten heel goed ingezet kunnen worden’. Let op kwaliteit Eijkman pleit dus voor een teamconcept in een gestructureerd verband. Echter zó maar stellen dat het inzetten van hulpkrachten een antwoord biedt op het capaciteitsprobleem vindt hij een ongefundeerde uitspraak, vooral in het kader van kwaliteitszorg. ‘Het is toch merkwaardig: de kwaliteit van de zorg is onderhand een axioma geworden en het werk van de tandarts wordt uitgebreid binnen de Wet BIG gecontroleerd, maar op het werk van de vrijgevestigde mondhygiënist vindt middels het kwaliteitsregister uitsluitend op vrijwillige basis enige controle plaats. Men zal me dit niet in dank afnemen, maar
nieuws 10
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
ik ben dus ook geen voorstander van de vrijgevestigde mondhygiënist. Ook van de vierjarige opleiding voor mondhygiënist, die ons door de politiek wordt aangedragen, is vrijwel niemand een voorstander. Wat is het gevolg van al deze ontwikkelingen voor de kwaliteit van de zorg?’ Een ander punt is het feit dat er in dit kader alleen wordt gesproken over de mogelijke voordelen van het werken in teamconcept, zoals de sociale steun voor de tandarts als solist. Wat echter niet wordt onderzocht is de manier waarop
Toekomstverwachtingen Tot slot nog enkele constateringen uit het artikel ‘De toekomst van de tandheelkundige zorgverlening’: ‘De Nederlander is kritischer geworden ten opzichte van de tandheelkundige zorgverlening, wil meer bij zijn eigen behandelingen betrokken worden, is meer op kwaliteit ingesteld en is zich beter bewust van zijn rechten dan zijn generatiegenoot dertig jaar geleden. (…) Deskundigen twijfelen er niet aan dat er voor de tandartsen de komende decennia voldoende werk zal zijn. Alleen de aard van het werk (vooral in de grote steden) zou wel eens kunnen veranderen doordat tandartsen meer ondernemerstaken krijgen en minder aan de stoel zullen staan. Er zal meer gebruik worden gemaakt van hulpkrachten en dit personeel zal moeten worden begeleid. Communicatie, zowel met het personeel als met de patiënt, zal de tandarts in de toekomst veel tijd gaan kosten. (…) Verwacht wordt dat preventieve maatregelen op het gebied van ergonomie tegen werkstress en burn-out meer ingang zullen vinden. (…) Met dat uitgangspunt in het achterhoofd kan iedere tandarts-algemeen practicus, rekening houdend met de komende ontwikkelingen, vertrouwen hebben in de eigen mogelijkheden en zelfs innovatieve veranderingen in zijn praktijk bewerkstelligen’.
Artsen geïnformeerd over parodontitis In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (2001 24 maart;145(12), pag. 557-563) stond eerder dit jaar een uitgebreid artikel over parodontitis. Onder de titel ‘Parodontitis: een verborgen chronische infectie’ informeren de auteurs A.J. van Winkelhoff, E.G. Winkel en C.M.J.E. Vandenbroucke-Grauls de lezers over de oorzaken en verschijningsvormen van gingivitis en parodontitis. Ook het verloop van de aandoening, de behandeling ervan, risicofactoren én etiologie komen in het artikel uitvoerig aan bod. Extra aandacht wordt bovendien besteed aan niet-orale manifestaties van parodontitis, voor (huis)artsen ongetwijfeld van extra praktisch nut. Het artikel vormt een waardevolle bijdrage om de communicatie tussen (huis)arts en tandheelkundig behandelteam over dit onderwerp te bevorderen. Bent u geïnteresseerd in dit artikel? U vindt het op de NVvP-website of bel voor een kopie met het NVvP-secretariaat.
11
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
brief
Agenda
NVvP in het nieuws Ook de afgelopen maanden publiceerde de NVvP maandelijks in het Nederlands Tandartsenblad over relevante ontwikkelingen in het vakgebied. In de recente NVvP-columns werden onder andere de volgende onderwerpen besproken: ‘Nieuwe brochures méér toegespitst op doelgroepen’, ‘MSc-opleiding Parodontologie: boeiende uitdaging’ en ‘Het belang van erfelijke factoren’.
Deze agenda wordt samengesteld uit gegevens zoals bekend bij de NVvP. De redactie van deze Nieuwsbrief tracht een zo volledig mogelijk overzicht te publiceren, maar is daarbij afhankelijk van de informatie die zij van derden krijgt toegezonden. Ook úw nascholingsinformatie is daarom, mede in verband met de recente opheffing van PAO-T, méér dan ooit welkom.
Heeft u deze publicaties gemist en bent u alsnog geïnteresseerd? Neemt u voor een kopie gerust contact op met het NVvP-secretariaat.
Congressen t/m 2003
NVvP website: boeiend voor leden én niet-leden •
•
In één van de laatste NVvP-columns in het Nederlands Tandartsenblad ((NT 56/11/2001 pagina 503-505) werd aandacht besteed aan de vernieuwde NVvP-folders ‘Parodontitis, mondhygiëne en gebitsreiniging’ (1) en ‘Parodontitis, mondhygiëne, gebitsreiniging en flapoperatie’ (2). De reacties op dit artikel in het NT waren positief én kwamen vooral via de NVvP-website binnen: er werden heel veel folders besteld! Het bestellen van NVvP-folders via de NVvP- website is (ook voor niet NVvP-leden) een prettige en eenvoudige manier om snel aan uitstekende folders op het gebied van de parodontologie te komen: kies ‘eshop’ in het keuzemenu en geef uw bestelling door. Tegelijk met de levering van uw bestelling ontvangt u een nota. In de toekomst (2002) hoopt de NVvP dat u tevens met creditcards kunt betalen.
•
Ander websitenieuws: tot voor kort waren de rubrieken ‘Nieuws’ en ‘Congressen’ uitsluitend toegankelijk voor de NVvP-leden. Genoemde rubrieken konden via een inlogprocedure met een accountnaam en wachtwoord worden geraadpleegd. Dit leidde tot veel verwarring, ook bij NVvP-leden, omdat accountnaam en wachtwoord bij menigeen niet (meer) bekend waren. Het bestuur van de NVvP heeft derhalve gemeend de genoemde rubrieken voor een ieder vrij toegankelijk te maken. In de rubriek ‘Nieuws’ treft u onder andere aan de NVvP-Nieuwsbrieven, alle NVvP-columns in het NT en positionpapers van de American Academy of Periodontology. Met behulp van een zoekfunctie kan op trefwoorden worden gezocht. In de rubriek ‘Congressen’ vindt u meer informatie over het afgelopen- én het eerstvolgende congres. Beide rubrieken zijn zeker de moeite van uw bezoek waard.
Eenzelfde service wil de NVvP congresdeelnemers bieden met betrekking tot het registeren en betalen van congressen. Momenteel kunt u op de NVvPwebsite (www.nvvp.org) wel alle informatie over de congressen vinden, online registeren is echter nog niet mogelijk. Per 2002 hoopt de NVvP u de mogelijkheid te bieden om online met behulp van uw creditcard te registreren.
• • • • • • • •
Annual Meeting AAP 6-10 oktober 2001, Philadelphia, USA NVvP lustrumcongres 2001 15 en 16 november 2001, Jaarbeurs, Utrecht NVvP voorjaarscongres 2002 15 maart 2002, Jaarbeurs, Utrecht Annual Meeting AAP 25-28 september 2002, New Orleans, USA NVvP najaarscongres 2002 14-15 november 2002, Jaarbeurs, Utrecht NVvP voorjaarscongres 2003 14 maart 2003, Jaarbeurs, Utrecht EuroPerio IV 19-22 juni 2003, Berlijn NVvP najaarscongres 2002 13-14 november 2003, Jaarbeurs, Utrecht
Cursussen, Compact Clinics, Workshops september t/m december 2001 • • • • • • • • • • • • • •
Paro Initieel 17 september 2001, ACTA Amsterdam Paro Electrochirurgie 21 september 2001, ACTA Amsterdam Paro-Invasief 25 september, 2, 9 en 16 oktober en 11 december 2001, ACTA Amsterdam Paro Interactief 27 en 28 september 2001 (en op aanvraag), ACTA (op locatie in Zeist) MH-1 cursus voor mondhygiënisten 29 september 2001, Kliniek voor Parodontologie Amsterdam Tandheelkundige preventie en Mondhygiëne voor de tandartsassistent 8 oktober 2001, Centrum Onderwijs Parodontologie Tilburg Paro Initieel vanaf 29 oktober 2001, ACTA Amsterdam Paro-Initieel vanaf november 2001, Centrum Onderwijs Parodontologie Tilburg Parodontaal chirurgische behandeling: een praktische cursus met diermodellen 2 november 2001, Faculteit der Medische Wetenschappen/ Disciplinegroep Tandheelkunde-Mondhygiëne, Groningen Paro Interactief, basiscursusparodontologie 2 en 3 november 2001, KUN Nijmegen Parodontale nazorg in de algemenepraktijk 7 november 2001, Centrum Onderwijs Parodontologie Tilburg Het slijpen van instrumenten 12 november 2001, ACTA Amsterdam Paro Refresher 23 november 2001, ACTA Amsterdam (op locatie in Montfoort) Paro machinaal 13 december 2001, KUN Nijmegen
Voor informatie over internationale congressen verwijzen wij u tevens naar de desbetreffende agenda in het Journal of Clinical Periodontology.
nieuws 12
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001
13
NVvP Nieuwsbrief nr. 34 september 2001