PAREL CADZAND BAD VISIE OP RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN RELATIE TOT DE KUSTVERDEDIGING
O K RA L AN D S CAPE ARC HI T EC TS BV O UD EG R AC HT 2 3 | 3 51 1 AB U T R EC HT T H E N E T HE R L AND S | W W W.O KR A. NL
OKRA
Cadzand-Bad
Parel Cadzand-Bad,meest zuidelijke badplaats van Nederland
OKRA
OK RA L AN D SC H A P SA RC H I T EC T E N BV O U D EG RACHT 23 | 3511 AB UT RECHT T. + 31 ( 0 ) 3 0 273 4 2 49 | F. + 31 (0 )30 273 51 28 M A IL @ OKRA.NL | W W W.OKRA.NL
2
OKRA
PAREL CADZAND BAD VISIE OP RUIMTELIJKE ONTWIKKELING IN RELATIE TOT DE KUSTVERDEDIGING
Parel Cadzand-Bad,meest zuidelijke badplaats van Nederland
COLOFON Titel document:
Cadzand Bad - De Voorhoede, Integratie van kustverdediging en badplaats op langere termijn
Datum:
18 septbember 2014
Auteur :
OKRA landschapsarchitecten
In samenwerking met: Opdrachtgever :
ministerie IenM
Documentnaam:
123_192_Voorhoede Cadzand-Bad
Status: definitief
Voor het samenstellen van dit document heeft OKRA getracht alle auteurs, fotografen en andere rechthebbenden te benaderen. Mocht iemand in dit document een illustratie aantreffen, waarop hij of zij rechten kan doen gelden of een niet correcte bronvermelding aantreffen, gelieve zich dan te melden. Alle rechten zijn voorbehouden, zowel voor het gehele werk als delen ervan. Niets uit dit document mag in enige vorm of op enige wijze worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, fotocopie en digitale vermenigvuldiging in begrepen. Voor iedere vorm van gebruik is schriftelijke toestemming van OKRA vereist.
O K RA L AN D SCH AP S ARC HI T EC T EN BV O UD EG R AC H T 23 | 3 51 1 AB U T R EC HT T. +31 ( 0 ) 3 0 273 4 2 49 | F. + 31 (0)3 0 273 51 2 8 MA IL @ O K R A . N L | W W W.O KR A. NL
OKRA
INHOUD
PAREL CADZAND BAD Visie op ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot de kustverdediging
Inhoud Inleiding 1. Ambities 2. Bestaande situatie 3. Kaders 4. Visie op het duinlandschap 5. Richtlijnen voor permanente bebouwing in de waterkeringzone 6. Conclusies en aanbevelingen
3
4
OKRA
Overzicht kustversterking Nederland met harde en zacht kustverdediging
OKRA
5
INLEIDING
INLEIDING Hoe kunnen we omgaan met nieuwe bebouwing in een dynamisch kustlandschap? De les uit het verleden is dat het kustlandschap voortdurend in beweging is, en dat op een aantal plaatsen bebouwing in de kustzone op gespannen voet is komen te staan met de kustveiligheid. Dat heeft geleid tot een strikt beleidskader in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening, dat elke vorm van flexibiliteit mist en dat vrijwel elke nieuwe vorm van bebouwing in het kustfundament uitsluit. Aan de andere kant is de hechte relatie tussen een badplaats en de kust dermate waardevol dat we ons af moeten vragen hoe we toekomstbestendige plannen kunnen maken die onder voorwaarden innovatieve vormen van bebouwing in de kustverdedigingszone mogelijk maken. In de nationale Kustvisie, opgesteld door Deltaprogramma Kust, is een aantal parels langs de kust benoemd, waaronder Cadzand-Bad. Deze badplaats maakt een verdere ontwikkeling door, die moet leiden tot een kwalitatief hoogwaardige badplaats met een jaarrond toeristisch product. Cadzand-Bad heeft recentelijk de badstatus gekregen. In het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad (2006) en in de Schilvisie Cadzand-Bad (2011) zijn heldere kaders geschetst voor de verdere ontwikkeling van de badplaats. In de Strandnota (2011) is ruimte gegeven voor verdere ontwikkelingen op het strand. Deze gemeentelijke beleidskaders konden nog geen rekening houden met de actualisering van het rijksbeleid rond kustveiligheid. Binnen de gemeentelijke beleidskaders is een investeringsklimaat ontstaan, waarin diverse private (grotendeels streekgebonden) partijen willen en kunnen investeren in de opwaardering van de badplaats. Spraakmakend voorbeeld daarvan is de aanleg van een zeejachthaven.
Deze visie in het kader van de Voorhoede is bedoeld om alle initiatieven te stroomlijnen en keuzes te maken. Daarin wordt de relatie gelegd tussen de veelheid aan initiatieven en het heersende gemeentelijk beleid met de impact van mogelijke kustversterkingen op langere termijn. Belangrijk is dat een toekomstige kustversterking in zeewaartse richting of een consoliderende kustversterking in de toekomst mogelijk is. Bebouwing moet sporen met de visie op hoe de hoogwaterveiligheid op langere termijn gewaarborgd wordt. Het gaat dan om mogelijke toekomstige versterkingen, na afronding van het project Zwakke Schakels eind 2015 twee jaar. De bedoeling is dat het Voorhoedeproject de visie geeft op bebouwingsmogelijkheden in de waterkeringszone. De visie op bebouwing in de waterkeringszone heeft vooral een lange termijn karakter, in ieder geval voor wat betreft de afstemming met de kustveiligheid. Daarbij geldt te allen tijde dat bebouwing het waterkerend vermogen niet mag aantasten en moet sporen met de visie op hoe de hoogwaterveiligheid op lange termijn gewaarborgd wordt. Voor de kortere termijn wordt een set uitgangspunten geformuleerd.
6
OKRA
Westkappele
Zoutelande
Vlissingen
Nieuwvliet
Breskens
Cadzand-Bad
jachthaven
Positionering Cadzand-Bad gerelateerd aan kustverdediging West Zeeuws Vlaanderen en Walcheren
duinhof
OKRA
7
1. AMBITIES
1. AMBITIES Cadzand Bad schudt het imago van een ingeslapen badplaats van zich af. Nieuwe ontwikkelingen tonen de opmaat naar Cadzand Bad als een badplaats van de 21e eeuw en betekenen een herpositionering langs de kust. De veranderingen zijn nodig, niet alleen omdat delen van de badplaats al oud en sleets beginnen te worden, maar ook omdat de ontwikkelingen in het toerisme om een continue aanpassing vragen. Langs de Zeeuws-Vlaamse kust wordt Cadzand Bad enerzijds de meest verstedelijkte kern. De aanzienlijke toename in verblijfstoerisme (deels gerealiseerd, deels in concrete planvorming) maakt dat er een kritische massa ontstaat, voldoende voor de omslag van seizoensexploitatie naar jaarrondexploitatie. Het jaarrond functioneren van de badplaats betekent ook dat de ruimtelijke inrichting van de kuststrook in een ander perspectief komt te staan. Anderzijds wordt Cadzand Bad een badplaats met allure, niet in de laatste plaats door het verwerven van de badstatus, inspelend op de toenemende aandacht voor wellness. ‘Bad’ geeft de grandeur van vroeger in combinatie met moderne faciliteiten en services. Daartoe moet de badplaats voldoen aan een aantal internationale criteria, waaronder de ligging in een aantrekkelijke natuurlijke omgeving, een hoge kwaliteit van diensten en service en de locatie moet symbool staan voor positief leven, zinnelijkheid en genot. In het licht hiervan wordt ingezet op het uitbouwen van de uitstekende culinaire reputatie van Zeeuws-Vlaanderen met gezondheid en wellness in een kwalitatieve omgeving. CadzandBad moet in de toekomst een eigentijds badverblijf aan zee bieden met een hoogwaardig en professioneel aanbod van vitaliteit, wellness en gezondheid. Bij de ontwikkeling van de kuststrook is het zaak om de ambities op het gebied van wellness een plaats te geven en ruimtelijk tot uitdrukking te brengen.
De ruimtelijke structuur van de badplaats is opgespannen tussen twee clusters, ieder met hun eigen karakteristiek. Aan de oostkant is er de bebouwingscluster Cadzandria / de Blanke Top / Duinhof en aan de westkant is er de nieuwe Jachthaven met in de nabijheid een aantal hotels. Tussen de clusters vormt de Boulevard de Wielingen de verkeersdrager van de badplaats en worden de duinen en het strand intensief benut voor recreatie. Cadzand-Bad is grotendeels een badplaats achter de duinen. Op en voor het duin is wel een beperkt aantal gebouwde voorzieningen of zijn er voorstellen om deze te plaatsen of te veranderen. Om deze te laten bijdragen aan het nieuwe imago van de badplaats is het van belang om een goede kwaliteitsdefinitie van bouwen aan de kust te formuleren. Het spanningsveld tussen de ‘tijdelijkheid’ langs de kust (onder meer strandpaviljoens) en de toplocatie vraagt om een heldere kwaliteitsslag, die tegelijkertijd ook realistisch is. Daarbij is het zaak het samenspel meer te laten zijn dan de som der delen.
8
periode 1375-1398
OKRA
periode 1404-1450
periode 1532-1570
2. HISTORISCH PERSPECTIEF De toekomst voor de kust is niet los te zien van de dynamiek, waaraan de West Zeeuws Vlaamse kust onderhevig is. Gezien de dynamiek in het verleden is het logisch te veronderstellen dat ook in de toekomst sprake zal zijn van een hoge dynamiek. Naar alle waarschijnlijkheid zal er eerder sprake zijn van een situatie waarbij er sprake is van natuurlijke versterking en aangroei van de kust dan van afslag. Achter relatief smalle duinen heeft in de afgelopen eeuw de badplaats zich ontwikkeld. In de loop van de tijd heeft een deel van de bebouwing plaats heeft moeten maken voor kustverdedigingswerken. Op markante plekken resteert bebouwing op of in het duin of in het kustfundament. 2.1 Kustgenese vanaf de Middeleeuwen De kustgenese in Zeeuws Vlaanderen heeft gemaakt dat het landschap van lage eilanden in de zee, gescheiden door geulen gaandeweg zich heeft ontwikkeld tot een gesloten kust met op de voormalig eilandscheidingen restanten van de geulen. Kijkend vanaf 1550, toen de eerste enigszins betrouwbare kaarten gemaakt worden, met een terugblik naar 1300 waarvan ook kaarten beschikbaar zijn, naar nu wordt de dynamiek van het eilandenrijk in het estuarium zichtbaar. Het besef van die dynamiek is relevant voor het plaatsen van kustverdedigingswerken in een langer tijdsgewricht. Het is ook van belang omdat de zone in zee voor de kustlijn effecten heeft op het bestaande land. In de loop van de geschiedenis zijn eilanden van positie verschoven, gedeeltelijk in de zee verdwenen of compleet verdwenen. Het eiland Schoneveld en het erop gelegen dorp verdween in 1375 in zee, waarna alleen de zandbank Schoneveldsbank resteert. Ook Waterdunen, gelegen in de monding van de Westerschelde verdween al in de veertiende eeuw in zee. Het eiland, gelegen tussen de eilanden Wulpen en Koezand, verdween in 1357 in zee, werd opnieuw bedijkt en verdween op het eind van de vijftiende eeuw definitief in de golven van de Noordzee. De West Zeeuws Vlaamse kust had in de middeleeuwen vaak last van overstromingen, maar het land voor de huidige kust had het zwaarst. Het
OKRA
9
2. HISTORISCH PERSPECTIEF
periode 1640-1700
periode 1802-1850
Huidige dijkenstructuur 2001
meest noordelijk gelegen Koezand, bedijkt in 1244, had al in de beginperiode last van overstromingen. Nadat het eiland overstroomd raakte is het aan het eiland Wulpen vastgedijkt, maar het verdween tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 in de golven. Het meest zuidelijk gelegen Wulpen, al vermeld in 1049, was een eiland met vier dorpen. In 1377 verwoestte een stormvloed het grootste deel van het eiland. Vooral de westzijde werd getroffen. Westende, Avenkerke en Runckendorp gingen voorgoed ten onder. Oost- Wulpen - een paar poldertjes - bleef behouden, maar kon zich maar moeilijk handhaven. In 1436 plunderde een Engels leger alles wat nog over was. In oktober 1513 vernielde de zee de rest van het eiland. Een paar jaar later ontstond er echter weer een duinplaat die tot ongeveer de 16e eeuw te zien was, waarna ook deze verwoest werd. Eind 17e eeuw verdwenen de laatste resten. Behalve de eilanden zijn er ook de zandbanken. De Paardenmarkt, een ondiepe zandbank net ten zuiden van Cadzand voor de Vlaamse kust, is vermoedelijk een deel van het eiland Wulpen geweest. Dat zou mogelijk de naam verklaren. Op dit moment is de zandbank vooral berucht vanwege de storting van oorlogsmunitie, naar schatting 30.000 ton. Op oude kaarten is te zien hoe de Paardenmarkt in de Zwinmonding is gelegen. De huidige zandbank Paardenmarkt ligt westelijker van de oude zandbank. De huidige Paardenmarkt is zoals blijkt uit zeekaarten na 1800 geen overblijfsel van de oude zandbank Paardenmarkt, maar een nieuwere plaat, waarvan de naam is ontleend aan de oude plaat die in de buurt gelegen heeft. Door de verzanding van het Zwin verarmde de stad Brugge en kon deze de kosten niet meer betalen voor het droogleggen van de polders en het onderhouden van de dijken. De eilanden werden gevoeliger voor overstromingen. Eilanden verdwenen in zee, maar omgekeerd was er het effect van verzandingen van het Zwin, een proces dat al eeuwenlang aan de gang is, versterkt wordt door het verdwijnen van de eilanden voor de kust, en zonder menselijk ingrijpen nu ook doorgaat.
10
OKRA
. DE DYNAMISCHE KUSTLIJN VAN ZEEUWS VLAANDEREN 2000
2000
1300
1550
OKRA
2000
2000
1700
1850
11
12
OKRA
1946
1984
1953
1993
1962
1972
2013
2015
OKRA
13
2.2 ONTWIKKELINGEN IN DE LAATSTE HONDERD JAAR Het Zwin en de Zwarte Polder markeren het voormalig eiland van Cadzand. De duinzone in dit deel van West Zeeuws Vlaanderen is relatief jong. Een deel van de duinen bestaat uit verduinde dijken. In de Middeleeuwen zijn de verduinde dijken meermalen overstroomd, om weer opgehoogd te worden en weer te verduinen. Ten opzichte van andere duinen zijn de Zeeuws Vlaamse duinen relatief smal. In een aantal gebieden is er de overgang van hoge duintoppen naar lage en natte duinvalleien en een onderscheid tussen winderige plekken tegenover plekken in de luwte, maar dit is niet overal het geval. In de laatste eeuw is de dynamiek van de kustgenese afgenomen en de kustlijn grotendeels gefixeerd. Door de huidige bebouwing lijkt de zone stabiel, maar op bescheidener schaal is er nog steeds sprake van dynamiek. Iets meer dan een eeuw geleden is er een eerste haven aangelegd, in 1902. Het strand is aan het begin van de twintigste eeuw zo breed dat op het strand van Cadzand in de eerste wereldoorlog vliegtuigen landen in het neutrale Nederland, omdat ze een noodlanding moeten maken vanwege motorpech, navigatiefouten of omdat ze neergeschoten zijn. De haven en de zeesluis vormen wel al een zwakke plek in de kustverdediging. Het is echter niet de zee, maar menselijk ingrijpen dat ervoor zorgt dat land onder water komt te staan. In 1944 wordt de sluis bij Cadzand door de bezetter opengezet, waardoor de Passageule linie onder water loopt. De bedoeling van de inundatie is om de oprukkende geallieerde troepen tegen te houden. Ondanks dat in de tweede wereldoorlog de zeesluis en wachtsluis behoorlijk beschadigd zijn, is de schade bij de watersnoodramp van 1953 beperkt. Oostelijk van Cadzand is er de dijkdoorbraak van de Zwarte Polder en er is duinafkalving die zorgt dat de duinvoet 10 tot 40 meter naar achter schuift. Niettemin wordt na de ramp van ’53 de haven gedempt. Er wordt een nieuwe zeesluis gebouwd om de zwakke
schakel veiliger te maken. De gedempte haven wordt een parkeerplaats en een 9 meter hoge dijk wordt aangelegd in het verlengde van het gemaal. In 1980 is de volgende kustversterkingsoperatie aan de orde. Bebouwing in de duinzone wordt landinwaarts verplaatst. Op de plek van de parkeerplaats op de gedempte haven worden de huidige hotels De Wielingen en Noordzee gebouwd. Tien jaar later worden de dijken van het Zwin en een gedeelte van Tienhonderdpolder versterkt. Tegelijkertijd wordt het voorliggende strand verhoogd. De ontwikkelingen van de laatste 50 jaar zijn vooral merkbaar bij het Zwin, met forse aangroei van duinen en bij het uitwateringskanaal, waar de oude haven gedempt is en de sluis gemaakt is. Het Zwin had rond 1950 duinen van circa 3 meter hoog, nu is dat 13 meter. Die verhoging is sinds 1990 het resultaat van natuurlijke aanwas in combinatie met zandsuppleties. Het beleid is om elke 4 jaar zand te suppleren. Naar waarschijnlijkheid zal de hoogte van de duinen bij het Zwin in de toekomst nog toenemen.
14
OKRA
Zwarte polder
Het Zwin
Kust Cadzand-Bad opgespannen tussen natuurgebieden Het Zwin en Zwartepolder, relicten van de voormalige zeearmen
2.3 BESTAANDE SITUATIE: DUINEN De huidige duinzone bij Cadzand kenmerkt zich in verschillende gedaanten. Op de grens met België is er het Zwin, de voormalige zeearm en een natuurgebied met internationale betekenis. Haaks op de kustlijn langs het Zwin is het huidig duin eigenlijk een verstoven dijk. Tussen het Zwin en het kanaal in Cadzand-Bad is een relatief brede duinenrij met aan de landzijde een overgangszone. Zilte kwel maakt dat deze gebiedjes uit ecologisch oogpunt interessant zijn. Het Zwin en de Kievittepolder vallen onder de habitatrichtlijnen. De spui van het uitwateringskanaal is de stenige zone, die de duingordel onderbreekt. Buitendijks staat het gebouw van de KNRM, binnendijks het gemaal. De aansluiting bij de oostelijke dam bestaat uit een dijk en asfalt glooiing. Tussen uitwateringskanaal en de Blanke Top bevindt zich het meest verstedelijkte gebied achter de duinzone. De grens van het duin wordt gevormd door Boulevard de Wielingen, op het westelijk gedeelte na. Hier zijn onderaan de duinen forse bouwblokken aanwezig. In de wat bredere duinzone bevindt zich een markante villa, ‘Villa Leopold’. Het hoogste punt van de duinen, aan de oostzijde van Boulevard de Wielingen, is gemarkeerd door de bebouwing van De Blanke Top en Cadzandria. Ten oosten hiervan, tussen De Blanke Top en de Zwarte Polder is de duinzone relatief smal en bestaat gedeeltelijk ook uit een overstoven zeedijk. Horizontaliteit is een belangrijk kenmerk van de zeereep. Behalve de horizon op zee is er de min of meer gelijke hoogte van de duinen, met slechts enkele gebouwen erop of hogere accenten erachter. Er is een geschiedenis van bebouwing in de duinen. Karakteristiek zijn het inmiddels verdwenen badhuis bij de Blanke Top en het oude hotel Noordzee, dat afgebroken is vanwege eerdere kustversterking. De duinzone in Zeeuws Vlaanderen heeft tijdens de tweede wereldoorlog deel uitgemaakt van de Atlantikwall. Veel is er niet meer van over, maar er bevinden zich in de duinen nog enkele bunkers die in de afgelopen decennia niet opgeruimd zijn. Inmiddels zien we deze bunkers als cultuurhistorisch erfgoed en zijn ze waardevol om te behouden.
OKRA
15
De badplaats Cadzand-Bad is als recreatiedorp langs de West Zeeuws Vlaamse kust steeds verder ontwikkeld als een breed lint achter de duinen. De eerste bebouwing stamt uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. Gaandeweg is er recreatiebebouwing in de Vlamingpolder erbij gekomen en aan de westzijde, aan de andere kant van het kanaal, Sincfal en zomerdorp ’t Zwin. De uitbreiding heeft echter weinig relatie gehad met de oorspronkelijke kern, en de badplaats is enigszins op zijn retour geraakt voor wat betreft uitstraling. De laatste jaren zijn de eerste ontwikkelingen zichtbaar van de impuls, die de badplaats moet krijgen. De opbouw van de kust en kustplaats bestaat uit min of meer lineaire structuren parallel aan zee, uitwaaierend naar het westen. Allereerst strand en duin, dan de boulevard en de oorspronkelijke badplaats en vervolgens de Noorddijk en het daarachter gelegen Cavelot. Hoewel de badplaats bijna geheel achter de duinen ligt is de afstand tot het strand kort. Het strand is een van de drukste stranden in Zeeuws Vlaanderen. Op het strand is er tijdelijke bebouwing aanwezig in de vorm van strandpaviljoens op drie locaties, ongeveer 600 meter uit elkaar, en ongeveer 90 badhokjes. Voor de strandbewaking zijn er op dit moment in Cadzand twee strandposten. Net als op veel andere plaatsen zijn deze gekoppeld aan de locatie van strandpaviljoens. Bij ’t Zwin is er de strandpost naast paviljoen de Zeemeeuw en in Cadzand-Bad is er de strandpost naast paviljoen Caricole. Net als de andere strandposten langs de Zeeuws Vlaamse kust zijn deze strandposten sterk verouderd en moeten ze een kwaliteitsslag ondergaan.
16
OKRA
Opbouw van de badplaats gerelateerd aan lange lijnen met op de koppen de stedelijke clusters Maritiem Balkon en Strand Balkon
OKRA
17
2.4 BESTAANDE SITUATIE: LANDSCHAP EN STEDENBOUW De groei van de badplaats heeft geresulteerd in een badplaats die grotendeels achter de duinen ligt, maar op cruciale plekken in het stedelijk netwerk sterk verbonden is met de zee. Recentelijk is de badplaats sterk gegroeid. De badplaats is opgebouwd uit oost-west lijnen min of meer parallel aan de kust en lijnen haaks op de kust De kern van Cadzand-Bad is opgespannen tussen lange lijnen haaks op de kust: aan de ene kant het uitwateringskanaal, aan de andere kant de Ringdijk Noord, de begrenzing van het Oudeland van het voormalig eiland Cadzand. De oost-west lijnen kennen een heldere karakteristiek. Het duin tussen de twee stedelijke knopen kent een intensief routenetwerk. Interessant is dat het duingebied, hoewel intensief gebruikt, over grote delen nog steeds het beeld van natuurlijk duin oproept. De Noorddijk is een voetgangersroute met ecologische betekenis. De Boulevard de Wielingen is opgespannen tussen Duinhof en Maritiem Balkon. Stedelijke knopen zijn geschakeld aan de lange lijnen. Deze plekken kennen een interactie met de kustverdediging. Nieuwe ontwikkelingen bieden kansen voor ruimtelijke verbetering van deze knopen. De nieuwe entree bij de Ringdijk Noord markeert een groene laan. De stedelijke knoop wordt hier gevormd door het ‘Strandbalkon’, een horecacluster op het duin bij de Blanke Top. Het cluster wordt geïntensiveerd; voor beide gebouwen bovenop het duin zijn er uitbreidingsplannen. Onderaan het duin is het cluster verbonden met het Duinhof. Het uitwateringskanaal wordt opgevat als een ‘blauwe laan’ en op de ontmoeting van uitwateringskanaal en waterkering vormt de stedelijke knoop ‘Maritiem balkon’. Hier maakt de kustversterking het mogelijk om het artificieel deel van de strekdammen bij het gemaal van het uitwateringskanaal uit te bouwen tot een kustwerk, waarbinnen ook de jachthaven wordt gerealiseerd. Dit biedt de mogelijkheid voor Cadzand-Bad om op deze plek een sterke relatie te leggen tussen badplaats en zee. Bij het Duinplein is een derde cluster te onderscheiden, het Duinbalkon, zij het dat deze zich alleen aan de landzijde van het duin bevindt. Het Duinplein is het stedelijk centrum van Cadzand-Bad. Het Strandhotel aan het Duinplein wordt vergroot.
18
OKRA
Overzicht kustversterking Nederland met harde en zacht kustverdediging
OKRA
19
3.KADERS
3. BESTAANDE BELEIDSKADERS Diverse visies op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau zetten in op integratie van kustveiligheid, ruimtelijke kwaliteit en economische ontwikkelingskansen voor de badplaats. Voor Cadzand-Bad worden in ontwikkelingen in de kernzone mogelijk. De voorgestane ontwikkelingen passen niet in het huidige besluit Algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), dat te weinig flexibel is in het licht van de huidige ontwikkelingen en geactualiseerd moet worden. 3.1 KUSTVEILIGHEID In de Nationale Visie Kust ‘Kompas voor de kust’ wordt ingezet op veiligheid, economie en de integratie tussen veiligheid, aantrekkelijkheid en economie. Ten aanzien van de veiligheid wordt het programma Zwakke Schakels uitgevoerd, hetgeen in Cadzand Bad resulteert in zeewaartse kustversterking met zand op het kustvak tussen een punt ongeveer 300 meter ten westen van het uitwateringskanaal en tussen uitwateringskanaal en Villa Leopold. In verband met de kustverdedigingswerken moet het paviljoen de Piraat worden verplaatst in zeewaartse richting. De veiligheidsnorm voor de Zeeuwse kust is op dit moment 1:4000 jaar. Het nieuwe rijksveiligheidsbeleid zet in op zacht waar het kan en hard waar het moet. De kustversterking bestaat in Cadzand grotendeels uit een duinenrij. Grenzend aan de daadwerkelijke kustverdediging zijn zowel landwaarts als zeewaarts reserveringszones ingesteld, waar geen of weinig ruimtelijke ontwikkeling is toegestaan of waar deze ontwikkeling aan extra voorwaarden onderhevig is. In principe zijn deze bepaald om versterking in de toekomst mogelijk te maken. De huidige kustversterking zal bij ongewijzigd beleid voor een langere termijn voldoen. Er is zelfs een 200 jaar scenario mogelijk, als men maar het uitgangspunt hanteert van elke 5 jaar in zeewaartse richting suppleren.
Voor wat betreft de economische aantrekkelijkheid wordt ook in de Nationale Visie Kust gesignaleerd dat in sommige gebieden de toeristisch recreatieve aantrekkelijkheid van badplaatsen achteruitgaat. Door gebrek aan natuurlijke dynamiek gaat de kwaliteit van natuurgebieden eveneens achteruit. Om die reden wordt kwaliteitsverbetering voorgestaan op bijzondere plekken langs de kust. Het spanningsveld tussen veiligheid en het voorkomen dat badplaatsen zich niet meer verder kunnen ontwikkelen en in kwaliteit verder achteruitgaan wordt ondervangen door nieuwe combinaties van veiligheid en andere functies te creëren. In, op, of rondom de keringzone vraagt dat om het ontwikkelen van innovatieve bouw- en meegroeiconcepten, waarmee de bouwontwikkeling en de veiligheid en gebiedsontwikkeling in onderlinge samenhang vormgegeven worden. Concepten moeten zodanig zijn dat er altijd op voortgebouwd kan worden. Bouwconcepten kunnen tevens aangegrepen worden om ecologische prestaties te vergroten.
20
OKRA
3.2 ONDERZOEK In Cadzand zal nadat de komende kustversterking is gerealiseerd, de zeewering voldoen aan de huidige eisen. Dat is nodig want oude keringen zijn vaak niet bestand tegen een extra zware storm; er is bij de oude keringen niet voldoende rekening gehouden met diepe ontgrondingskuilen die zich tijdens een zware stormvloed aan de teen van de kering kunnen ontwikkelen. Speciale aandacht vragen overgangsgedeelten tussen harde kering en zachte kering. Met name het gedeelte net ten oosten van de jachthaven zal onder invloed staan van veranderingen. Effecten van gebouwen en bouwwerken (niet waterkerende objecten, NWO) op duinafslag zijn gedeeltelijk in te schatten, maar de onderzoeken houden een slag om de arm (Deltares, 2009). De invloed wordt bepaald door een aantal factoren: - Sterkte van het object - Ligging van de fundering - Omvang van het object - Afstand van het object tot de waterlijn - Bebouwingsdichtheid van de objecten Voor de beoordeling van toekomstige ingrepen in Cadzand-Bad is het relevant of elementen in brokstukken uiteen kunnen vallen of dat de constructie in stand zal blijven en in welke gevallen er bij bebouwing mogelijk een bres op treedt. Allereerst zijn er in de duinen nog een paar bunkers aanwezig, ook al zijn de meeste verwijderd. De sterkte van het object bepaalt of het object tijdens de storm in brokstukken uiteen valt of dat de constructie in stand blijft. Bunkers blijven vaak in stand. De situatie van de duinwaterkering bij Cadzand, waar onder hotel ‘de Blanke Top’ enkele bunkers aanwezig zijn, is in een duinafslagproef gesimuleerd in de Deltagoot (Waterloopkundig Laboratorium, 1982). Uit de proef blijken de grote krachten, die op kunnen treden op het gebouwde object, zij het dat de effecten op de afslaglijn beperkt zijn. De eerste bunker is in de simulatie 6 meter zeewaarts geschoven en 4 meter weggezakt. Op de tweede bunker is geen effect zichtbaar, omdat de afslagrand deze bunker nauwelijks bereikt. In de tweede plaats zijn er gebouwen in de duinen en het kustfundament aanwezig en is nieuwbouw voorzien. Wanneer de constructie in stand blijft kan ernaast extra afslag plaatsvinden of kan het object ondergraven worden en afschuiven naar zee, met een gat in het duin als
gevolg. Als de afslagrand het object passeert kan er ook effect plaatsvinden op de golfbelasting. Bij een ligging van de fundering hoog boven het afslagprofiel zal het object of helemaal bezwijken of afschuiven naar zee. Omvang is belangrijk vanwege de relatie tussen hoogte en zwaarte van de fundering. De kans wordt groter dat het gebouw zich als een monoliet gedraagt als het hoog is en een zware fundering heeft. Daarnaast is de oppervlakte relevant, omdat dit bij afschuiven de grootte van het achterblijvende gat bepaalt. Hoe groter het oppervlak, hoe groter het effect op de golfbelasting en lokale extra duinregressie. De effecten van het object zijn het grootst als het op of nabij de afslaglijn is gelegen. Bij grotere afstand of bij ligging dicht bij het strand zijn de effecten minder. Tot slot de dichtheid: Dicht bebouwde gebieden vormen bij een storm mogelijk een hybride kering, maar als de bebouwing lokaal ontbreekt, bijvoorbeeld bij een straat, dan is er de kans op een bres. Om die reden wordt voor de bebouwing in het kustfundament voorzien in een verzwaarde uitvoering van de wand van de parkeergarage en zullen eisen gesteld worden aan de minimum maat tussen vrijstaande gebouwen. Bij het plaatsen van gebouwen moet gelet worden op: - zijdelingse herverdeling: doordat ter plaatse van een gebouw dat tijdens de storm stand houdt, de afslag van zand wordt gestopt, zal ter compensatie bij die storm afslag aan weerszijden van de bebouwing plaatsvinden. - turbulentie: bebouwing kan extra turbulentie veroorzaken met hinderlijke uitstuiving als gevolg. Dit moet zo veel mogelijk beperkt worden. Daarnaast kan de bebouwing de natuurlijke voeding van zand naar het achterliggende duin blokkeren.
OKRA
3.3 NATUUR EN ECOLOGIE De kustzone in Zeeuws Vlaanderen vormt een dynamisch natuurlijk systeem. Zowel de mariene omstandigheden als de overgangszones tussen zee en land vormen een gevarieerde habitat, waar rekening mee moet worden gehouden. Op grotere schaal zijn samenhangende structuren van natuurgebieden van belang. Een groot netwerk van Europese natuurgebieden is verankerd door de Europese vogel- en habitat richtlijnen, zoals vastgelegd in Natura 2000. De Westerschelde is een Natura 2000 gebied, de voordelta met Zwarte Polder, Zwin en de daar achter liggende Kievittepolder ook, maar de stranden en duinen van Zeeuws Vlaanderen vallen erbuiten (Omgevingsplan, 2012). Natura 2000 stelt ook randvoorwaarden aan de ruimtelijke ontwikkeling van de kust. Het netwerk van natuurgebieden is door de provincie vastgelegd in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Versterking van de ecologische relaties tussen de natuurgebieden rond Cadzand-Bad (groene verbindingszones tussen het Zwin en de Herdijkte Zwarte Polder en aandacht voor de duinvoetontwikkeling (embryonale duintjes) kan hand in hand gaan met verbetering van recreatieve routestructuren. Koppelingen worden gelegd in het kader van de uitvoering van compenserende en/of mitigerende maatregelen.
21
3.4. STEDENBOUW, INFRASTRUCTUUR EN RECREATIE Ingezet wordt op een zich verder verdichtende badplaats, refererend aan de luxe Normandische badplaatsen. Markante hoekpunten in het straatbeeld, accenten bij de entrees en detailleringen die inspelen op de sequentie van beleving en menselijke maat maken deel uit van het instrumentarium. Stedenbouwkundige richtlijnen zijn opgesteld in het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad, natuurlijk stijlvol. Bebouwing bevindt zich voornamelijk achter de duinen Het beleid is daarin restrictief: toestaan van bebouwing in de duinen past niet bij het landelijk karakter van deze regio. In het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad worden bij wijze van uitzondering op het restrictieve beleid drie “balkons” benoemd waar de relatie tussen badplaats en zee wordt gelegd. Voor deze drie balkons zijn specifieke stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld. Het gaat om: - het Maritiem Balkon ter plaatse van het uitwateringskanaal, waar een zeejachthaven wordt gerealiseerd en op een van de strekdammen een havengebouw is gesitueerd; - het Duinbalkon tegenover het Duinplein (het centrum van de badplaats) waar het Strandhotel zich in de duinvoet verder ontwikkelt; - het Strandbalkon bij de Blanke Top en Cadzandria, die zich als een landgoed in de duinen manifesteren. De bebouwing van de badplaats ontwikkelt zich verder, leidend tot verdichting maar tegelijkertijd ook een kwaliteitsimpuls. Parallel hieraan neemt het aantal toeristen toe en is een hoger kwaliteitsniveau van het product en dienstverlening noodzakelijk. In de strandnota worden voor Cadzand-Bad (het gebied tussen de nieuwe haven tot en met strandpaviljoen The First Wave (nu Moio Beach Club) meer paviljoens toegestaan.
22
OKRA
3.1 Kustversterking d.m.v. eiland in zee
3.2 Kustversterking d.m.v. uitbreiding duinreep. laandwaarts
3.2 Kustversterking d.m.v. uitbreiding duinreep. zeewaarts
3.3 Kustversterking d.m.v. NWO multikering
Scenarios van kustverdediging op langere termijn
OKRA
23
4.VISIE
Cadzand-Bad is benoemd tot parel. Een goede integratie tussen veilige kust, bebouwing en lokale economie is de basis voor de transformatie tot een volwaardige badplaats. De verdere ontwikkeling van Cadzand-Bad vraagt om toekomstbestendige plannen waarbij innovatieve vormen van bebouwing in de kustverdedigingszone onder voorwaarden mogelijk zijn. Voor een toekomstbestendige ontwikkeling van de badplaats moet geanticipeerd worden op mogelijk zeewaartse kustversterking dan wel een consoliderende kustlijn met ophoging van het duin tot twee meter. Uiteraard zijn er diverse scenario’s voor kustontwikkeling in de komende vijftig jaar te voorzien, maar gelet op de kustdynamiek in Zeeuws Vlaanderen en de ontwikkeling van de badplaats is deze richting het meest reëel om rekening mee te houden. Voorgesteld wordt om een zonering te maken naar een kernzone met invloed van stedelijke activiteiten en natuurlijker flanken. De zonering is gerelateerd aan stedenbouwkundige en landschappelijke structuren. Binnen de kernzone van Cadzand-Bad wordt een nadere onderverdeling in kustvakken gemaakt, met per kustvak spelregels. 4.1. KANSEN OPENHOUDEN De kustdynamiek uit het verleden maakt dat de situatie als gevolg van natuurlijke processen over 50 jaar weer anders zal zijn dan nu. De geschiedenis leert dat de Zeeuws Vlaamse kust dynamisch is, zeker in vergelijking met de rest van de Nederlandse en Vlaamse kust. Als gevolg van een doorzetting van de zandsuppleties in combinatie met natuurlijke aanwas is het erg waarschijnlijk dat de kustzone zal aangroeien en dat de aanpak van de zwakke schakel ter hoogte van het huidige uitwateringskanaal voldoende is. Niettemin is het niet uitgesloten dat in de toekomst strengere eisen worden gesteld aan het overstromingsrisico of dat andere maatregelen nodig zijn voor bescherming. Vanwege die dynamiek is het noodzakelijk om nu al met diverse scenario’s rekening te houden. De mogelijke range aan opties voor de kustverdediging in de toekomst is breed, gezien de tijdshorizon. Denkbaar zijn: - nieuwe eilanden in de voordelta, die leiden tot minder golfslag op de kust;. - Zeewaartse kustversterking van de huidige duinenrij, mede als gevolg van het doorzetten van zandsuppleties; - op sommige plekken landwaartse kustversterking; - zones met een verschillend veiligheidsregime - verhoging van de huidige duingordel met maximaal twee meter,
Gezien de geschiedenis van kustdynamiek en badplaats is het reëel te veronderstellen dat er of sprake zal zijn van zeewaartse kustverdediging of dat nieuwe plannen moeten passen binnen consolidatie van de huidige kustlijn. Het scenario van een terugtredende kustlijn is niet voor de hand liggend. Er is of een aanwas van duinen door zandsuppleties te voorzien of een situatie met minder golfslag op de kust wanneer het scenario van de Vlaamse baaien in beeld zou komen. Los van de scenario’s is het belangrijk om voor de badplaats een visie op de duingordel te ontwikkelen, waarbij een goede relatie tussen badplaats en kust uitgangspunt is. Met een andere tijdsamplitude kent de verstedelijking van Cadzand-Bad ook haar dynamiek. De bedoeling is dat kustverdediging en badplaatsontwikkeling integraal beschouwd worden. De visie op het duingebied vormt de basis voor het formuleren van de uitgangspunten voor de bebouwing. Algemene uitgangspunten zijn: - Voor gebouwde objecten moet rekening gehouden worden met een toekomstige kustversterking als dijk en/of duin bijvoorbeeld door een zeewaartse duinverbreding van ca. 10 meter of een ophoging van ongeveer één meter. - Specifieke aandacht is nodig voor de aansluitingspunten tussen harde onderdelen en zachte onderdelen. - Voor bebouwing in de waterkeringzone geldt dat zij de kustversterking niet mag verzwakken. - Bebouwing mag ook de aanwezige bunkers in het duin niet aantasten
24
Zonering van druk en rustig
OKRA
OKRA
25
4.2. HOOFDZONERING VAN HET DUINGEBIED In de toekomstvisie voor Cadzand-Bad moeten we uitgaan van een uitgekiende afstemming tussen badplaats en front. Om die reden wordt uitgegaan van een zonering van de badplaats, en wordt de zonering gerelateerd aan de aanwezigheid van stedelijke en landschappelijke structuren. Van grof naar fijn wordt in deze visie eerst de relatie tussen de badplaats en de zee bepaald, in het licht van kustverdediging op langere termijn. Dit geeft het kader voor de langere termijn voor het duingebied van Cadzand-Bad. Binnen het duingebied is er de duiding van natuurlijke zones en cultuurlijke zones, resulterend in een zonering. Gecombineerd met de stedenbouwkundige hoofdlijnen en karakteristieken zijn plaatsen te benoemen waar versterking van de relatie tussen badplaats en zee kansrijk is en zijn er plaatsen te duiden waar een wat natuurlijker setting is. De visie geeft een ontwikkelingsbeeld op langere termijn, met daarbij ook de consequenties voor ingrepen op kortere termijn. Op het niveau van doorvertaling naar integraal kustbeheer worden mogelijkheden en onmogelijkheden aangegeven. De zonering van de Zeeuws Vlaamse kust kent een onderscheid tussen rustigere en drukkere gebieden, met accenten op natuur en extensieve recreatie versus intensieve recreatie, gedefinieerd in de visie Integraal Kustzonebeheer (2002). Analoog aan die zonering wordt bij Cadzand-Bad een hoofdzonering voor kustverdediging voorgesteld met een onderscheid in drie zones: de kernzone van Cadzand-Bad en haar twee flanken. De hoofdzonering biedt kansen om de verstedelijking in de kernzone op een goede manier aan te laten sluiten op duin en zee, en de natuurlijke kwaliteiten van Zwin en Zwarte Polder verder uit te bouwen.
26
Hoofdzonering cultuurlijke kernzone versus natuurlijke flanken
OKRA
OKRA
27
ZWINFLANK De Zwinflank wordt gekarakteriseerd door het Zwin, de schorren, dynamiek in duinvorming bij de monding en de duinzone erachter. De toekomstige jachthaven en het daarachter gelegen uitwateringskanaal vormt een duidelijke grens in de kustzone, omdat ze een artificiële onderbreking is van de duinenrij. Alleen net ten westen bevindt zich nog bebouwing van De Wielingen en Noordzee net achter de duinen. Deze breuk vormt de begrenzing: het gedeelte ten westen van het kanaal en deze bebouwing zou zich moeten ontwikkelen als de flankzone van het Zwin. Aangrenzend aan het natuurgebied ligt een breed duingebied ontstaan op een oude kleidijk, dat onderdeel is van de natuurlijke dynamiek. De dynamiek gaat in de richting van duinaanwas, en maakt dat in het Zwin zelf gezorgd moet worden dat het eeuwenlange proces van verzanding een halt toegeroepen moet worden om de kwaliteiten van het slik en schor en het vogelbiotoop te behouden. De badplaats moet op een natuurlijke manier aansluiten bij de duinzones. De samenhang tussen duin, binnenduin en grasland onder invloed van kwel net achter het duin vraagt erom dat de open ruimte niet meer bebouwd wordt. Dit gebied ligt buiten de stedelijke zone en bebouwing op of bij het strand of is incidenteel en tijdelijk van aard. ZWARTE POLDER FLANK De Zwarte Polder flank biedt kansen om de natuurlijke kwaliteiten van het aanwezige natuurgebied uit te bouwen. De Herdijkte Zwarte Polder zal zich tot een inlands verlengstuk van het schorre ontwikkelen. Verdere kansen aan de flanken van Cadzand- Bad ontstaan door nabij de Zwarte polder de duinzone inlands te verruimen met areaal voor natuur en recreatie. Dicht bij de Zwarte Polder ontstaan zo kansen voor het vergroten van biodiversiteit door overgangen van hoog naar laag duin en door een onderscheid tussen luwe plekken en ruimte voor plekken waar de wind op in kan spelen. Bij de Zwarte Polder liggen ook kansen voor verschillen tussen zout en minder zout, wat zal leiden tot een grotere verscheidenheid aan planten door de vele mini-milieus. KERNZONE CADZAND-BAD In Cadzand Bad is sprake van een drukke zone met intensief gebruikt strand en frequent bezochte duinen. De zone tussen het uitwateringskanaal en De Blanke Top vormt de kern van de badplaats en is het meest stedelijke deel. In deze kernzone is sprake van een sterke menging van stedelijkheid in de vorm van recreatie en toerisme met de natuurlijke kwaliteit van de duinen. Door de op handen zijnde uitbreiding van het duin in zeewaartse richting ontstaat wel het beeld van een natuurlijk duin en is natuurlijke variatie in het duin wel mogelijk, maar ze beperkt zich tot variatie binnen de hoge duinen. Over de lengte van de badplaats blijft de karakteristiek van de duinzone van relatief vlakke duinen met een hoogte van circa 12m+ NAP bij de nu op handen zijnde kustversterking intact. Op langere termijn zal dat beeld niet sterk veranderen. In de dwarsdoorsnede van het duin kent het duin het onderscheid tussen zeezijde, top van het duin en landzijde. Tot aan de boulevard de Wielingen is het duin over grotere lengte ervaarbaar en die kwaliteit moet ook in de toekomst geborgd blijven. Sterker nog: Het is de bedoeling om het beeld van semi-natuurlijke duinen zoveel mogelijk aan de binnenzijde van het duin te versterken. Aan de binnenduinzijde wordt ingezet op vergroening van de boulevard en het op een stedelijke manier expressief maken van de duinen in het bebouwd gebied. Binnen de hoofdzonering moet de Kernzone Cadzand-Bad nog verder onderverdeeld worden, zodat de verschillen in stedelijkheid en natuurlijkheid en de daaraan verbonden consequenties voor veiligheid geduid kunnen worden. Gezien de karakteristiek van de duinzone en de op handen zijnde ontwikkelingen in Cadzand- Bad is het voor de hand liggend om een onderscheid te maken in de stedelijke clusters en het gebied daartussen. Op die manier zijn verschillende typen gebieden te noemen met elk hun eigen wetmatigheden (zie paragraaf 4.5).
28
OKRA
Zonering in ruimtelijke eenheden; twee stedelijke clustersop de knopen Maritiem balkon en Strand balkon
OKRA
4.3 BADPLAATS EN DUIN De veranderende badplaats ontwikkelt zich tot een meer stedelijke badplaats met een badstatus. Binnen die context en de nieuwe duinontwikkeling bepaalt het stedelijk netwerk van Boulevard de Wielingen en de drie balkons Maritiem Balkon(inclusief nieuwe jachthaven), Duinbalkon (inclusief vernieuwd Strandhotel) en Strandbalkon (bebouwing op en achter het duin) in grote mate de relatie tussen badplaats en kust. In de loop van de tijden heeft de badplaats naast een kern ook bebouwing aan de flanken gekregen, die met de ontwikkeling en herstructurering van de badplaats sterker op de kern betrokken kunnen worden, zodat een badplaats met meer samenhang ontstaat en voorkomen wordt dat er louter een verdikt lint achter de duinen aanwezig is. Het betrekken van de flanken op de kern van de badplaats gaat samen met het vrijwaren van bebouwing in de duinzone in de flanken.
29
30
OKRA
Opbouw van de badplaats gerelateerd aan lange lijnen met op de koppen de stedelijke clusters Maritiem Balkon en Strand Balkon
OKRA
31
4.4. INTEGRALE BENADERING: CREËREN VAN EEN HECHT NETWERK VAN OPENBARE RUIMTEN De werkelijke kwaliteitsslag voor de badplaats is gelegen in de integratie tussen veiligheid, economie en kwaliteit openbare ruimte. De opgave van kustversterking wordt aangegrepen om een meerwaarde te creëren voor Cadzand-Bad. De op handen staande operatie is niet los te zien van de visie op de langere termijn. Het wat verlopen imago van de badplaats krijgt een impuls door een integrale aanpak van de openbare ruimte. De huidige centrale ader, de Boulevard de Wielingen is geen klassieke boulevard met direct zicht op zee. Ze ligt achter de duinen, er is veel ruimte voor de auto en ze kent weinig programma. De bedoeling is dat de transformatie van de Boulevard de Wielingen de badplaats gaat versterken en een economische impuls voor ontwikkeling wordt. Ruimtelijk wordt ingezet op het maken van een openbare ruimte netwerk, met herkenbare hoogtepunten.
De sleutel voor succes ligt in het goed verbinden van deze boulevard met haar omgeving, in het bijzonder de duinen en de zee. De werken voor de kustverdediging bieden vooral bij de aanleg van nieuwe strekdammen ter bescherming van het gat in de duinenrij ter hoogte van het uitwateringskanaal een uitgelezen kans om de badplaats zich te laten heroriënteren. Door de strekdammen wat verder uiteen te leggen wordt in Cadzand-Bad een zeejachthaven gerealiseerd. Die plek kan ook een nieuw focuspunt worden, wanneer de openbare ruimtes geschakeld worden aan deze nieuwe jachthaven. De dammen hebben een continue hoogte en zijn bij elk tij waarneembaar. Ze worden toegankelijk voor voetgangers. Door de openbare ruimte achter de dijk te verhogen wordt een er een balkon aan zee gemaakt, met zicht over de jachthaven. Voor degene die de badplaats binnenkomt ontstaat er een ‘sense of arrival’. De jachthaven zelf wordt een recreatieve bestemming door het maken van een promenade naar de kop van de pier, een paar plekken aan zee en de aanleg van een havenplein. De verbreding van de duinen als gevolg van de kustversterking wordt aangegrepen om het recreatieve routenetwerk te versterken. Cadzand Bad krijgt een route langs zee. Waar de badplaats nu een route langs de zee mist, wordt er in de nieuwe duinen een duinboulevard (uitsluitend voor langzaam verkeer) voorgesteld. Met de verdere ontwikkeling van de badplaats wordt de aanwezigheid van natuur en het beleven van het duin nog meer dan nu het geval is een kwaliteit. Het nieuwe gedeelte van de verbrede duinen is te benutten om fietsers en wandelaars een eigen plek te geven. Aan duinboulevard zitten een paar bijzondere plekken, die inspelen op het thema ‘wellness’ in Cadzand Bad: een plek voor bezinning (stiltekapel) en een uitkijkplek (de oneindigheid en de zee). Het gebied wordt zo ingericht dat zonder prikkeldraad afscheiding het betreden van het duin niet vanzelfsprekend en niet wenselijk is. Op strategische punten worden half verscholen plekken gemaakt voor fietsparkeren, zodat de meest prominente plekken bij de duinovergangen aantrekkelijk blijven voor publiek dat rustig over de zee wil kijken.
De huidige Boulevard de Wielingen wordt in de toekomst de verbindende route tussen plekken; ze voert van ‘plek naar plek’ in plaats van ‘niets naar niets’ en schakelt duin en badplaats op een vanzelfsprekende manier aan elkaar. Haar rol verandert van verkeersverbinding naar verblijfsgebied. Voorgesteld wordt een groene flaneerboulevard, waar gemotoriseerd verkeer te gast is in een ruimte met ‘shared space’. In de sequentie spelen de ‘kop’ en de ‘staart’ een cruciale rol. Het Duinhof bij de entree van de badplaats krijgt een heldere begrenzing en aan de andere kant zorgt een nieuw hellend houten plein met daaronder parkeren voor de link met de jachthaven. Het groene karakter is uiteraard het sterkst op de Groene Wielingen. Daar wordt de ruimte interessanter door de dubbele infrastructuur in de vorm van ventweg en hoofdweg te integreren tot een rijloper met groene middenberm. De Groene Wielingen wordt een ontspannen ruimte, beplant met vrijstaande bomen, van duin tot aan de kavels. Brede banden langs verhoogde plantvakken vormen ‘natuurlijke zitgelegenheid’ . Het meer intensief bebouwde deel van de boulevard, de Rode Wielingen wordt omgevormd tot een attractieve straat, die de nabijheid van de zee uitstraalt. Tussen deze twee gedeelten van de boulevard wordt het Duinplein tot een centraal verblijfsplein gemaakt. Programmatisch wordt het karakter van de badplaats versterkt met wellness. Deze thematiek kan worden geïntegreerd in de aanpak van de openbare ruimte. Meditatieve plekken en plekken voor yoga, sport en activiteit. Buitenpodia voor groepsactiviteit. Bij het thema ‘wellness’ wordt ingespeeld op het karakter van de badplaats: zeewater, duin en daarmee onderscheidend zijn van spa’s in het buitenland. Op strategische punten zijn er plekken voor bezinning. Zo wordt de Walk of Freedom een prominent element voor de boulevard en onderdeel van het houten plein. Het aanwezige monument voor de vrede krijgt daarmee meer kritische massa en daarmee wordt het thema op een prominentere manier naar voren gebracht.
32
OKRA
06 05 01
02
4 03 0
Zonering in ruimtelijke eenheden; zes verschillende zones
OKRA
33
4.5. ZONERING KERNZONE CADZAND-BAD De voorgestelde zonering houdt in dat er alleen in de kernzone Cadzand-Bad op een innovatieve manier in de kustverdedigingszone gebouwd mag worden. In principe geldt voor de Zwinflank en voor de Zwarte Polder flank dat in de waterkeringzone geen bebouwing is toegestaan, dus geen bebouwing op de duinen. Binnen de kernzone CadzandBad wordt ter verdere verfijning een typologie van kustverdedigingsvakken voorgesteld met verschillende condities voor bebouwing. De kustverdedigingsvakken zijn: - kustverdedigingsvak Wielingen/Noordzee - kustverdedigingsvak Jachthaven - kustverdedigingsvak Rode Wielingen - kustverdedigingsvak Duinbalkon/ Duinplein - kustverdedigingsvak Groene Wielingen - kustverdedigingsvak Blanke Top/Duinhof
34
OKRA
06 05 01
02
4 03 0
Zonering in ruimtelijke eenheden; zes verschillende zones
01 D
02
03
Ro
Noo en n ge ielin eW
ht Jac
ie de W
hav
ling
en
en
r d ze
e
OKRA
04
05
nd St r a
G ro
h ote
W ene
l
ielin
gen
Duin to p e k Blan 06
hof
35
36
OKRA
01 De Wielingen en Noordzee
02 Jachthaven
Indeling zones gerelateerd aan plan openbare ruimte Cadzand-Bad 2014
03 Rode Wielingen
04 Strandhotel
OKRA
37
5. RICHTLIJNEN VOOR BEBOUWING IN KUSTVERDEDIGINGSZONE In het licht van de verdere hechting van badplaats en zee wordt de betekenis van het cluster Blanke Top en het cluster Jachthaven belangrijker. In feite zijn dit de twee stedelijke fronten, met daartussen een breder duingebied, waar alleen een intern duinbalkon ontwikkeld wordt, gekoppeld aan het duinplein. Voor deze twee clusters worden spelregels geformuleerd wanneer nieuwbouw ontwikkeld wordt of vervanging van een huidig gebouw aan de orde is. Bebouwing moet toekomstbestendig zijn bij zeewaartse duinverbreding van circa 10 meter of een ophoging tot twee meter. Bij de stedelijke clusters is het essentieel dat met name de kelders en parkeergarages passend in het waterkerende duinprofiel worden gesitueerd. Buiten het kustverdedigingsvak Blanke Top / Duinplein waar op het duin gebouwd wordt, en buiten de kustverdedigingsvakken met harde zeewering is geen bebouwing op het duin mogelijk. Op het duin is de duinboulevard de artificiële route met daarlangs openbare ruimte objecten. Vanuit waterkering gedacht moeten die objecten af kunnen slaan zonder grote schade aan de waterkering toe te brengen. De traptribunes langs de route kunnen in de toekomst onderdeel uitmaken van de duinverhoging. De bunkers die zich nog in de duinen bevinden zijn gebouwde objecten die net in of achter de afslagzone zich bevinden. Hier is het wenselijk om de kustverdediging zo te construeren dat ze in het duin als stille getuigen van het verleden aanwezig kunnen blijven.
05 Groene Wielingen
06 Blanke top Duinhof
38
Bestaande kustprofiel
Mogelijke kustverdediging over 50 jaar
Kustverdedigingsvak De Wielingen en Noordzee
OKRA
OKRA
39
5.1. RICHTLIJNEN PERMANENTE BEBOUWING IN DE WATERKERINGZONE KUSTVERDEDIGINGSVAK DE WIELINGEN EN NOORDZEE. Het kustverdedigingsvak bestaat uit een natuurlijk ogende duinenrij voor en op een kleidijk, waar alleen bebouwing achter de duinen is toegestaan. Het grensprofiel wordt gevormd door de dijk (aangelegd in 1980), die als kleikade door in westelijke richting doorloopt. Als alle duin wegslaat voor dat kleiprofiel, dan moet deze in elk geval blijven liggen. Het niveau van de publieke functies in de bebouwing bevindt zich op het niveau van de top van de duinen. Indien kustversterking noodzakelijk is dan kan het duin voor de bebouwing zeewaarts verbreed worden of een meter verhoogd worden, waarbij vanwege ruimtelijke kwaliteit (aansluiting huidig niveau publieksfuncties en top van het duin) meer gewenst is dan verhoging. De bebouwing bevindt zich in principe achter de waterkering, hoewel de parkeergarage van de bebouwing net iets in de waterkering steekt. Dat is mogelijk ten opzichte van het bestaande grensprofiel van de duinen mits er in het gebouw een zeewerende functie opgenomen wordt. Het vervangen van een kleidijk als grensprofiel door verticale wanden vergt specifiek onderzoek maar is soms mogelijk. Bebouwing in de afslagzone is niet toegestaan. De begrenzing van bebouwing wordt bepaald door de grenzen van het Natura 2000 gebied.
40
Bestaande kustprofiel
Mogelijke kustverdediging over 50 jaar
Kustverdedigingsvak Jachthaven
OKRA
OKRA
41
extra ophoging tbv ruimtelijke kwaliteit
kustverdediging Schematische weergave extra ophoging aan de landzijde
KUSTVERDEDIGINGSVAK JACHTHAVEN Het kustverdedigingsvak Jachthaven beslaat de harde kustverdediging ter hoogte van het uitwateringskanaal. In geval van toekomstige verzwaring valt te denken aan het ophogen van de dam met een meter of aan verbreding van de dam. Als verbreding van de dammen in de toekomst noodzakelijk mocht zijn, ligt gelet op de aanwezigheid van een jachthaven tussen de strekdammen verbreding in buitenwaartse richting in de rede. Voor het kustverdedigingsvak Jachthaven geldt dat incidentele bebouwing onder voorwaarden mogelijk is op de harde zeewering. Het ontwerp voor het paviljoen op de strekdammen in de vorm van een clubhuis voor de jachthaven voldoet aan dit principe. In geval van aanpassingen in de toekomst is het denkbaar dat de onderste verdieping van het clubhuis wordt vervangen voor een uitbreiding boven de kritieke waterlijn. Het KNRM gebouw is gesitueerd op een bestaand buitendijks plateau, lager dan de buitenberm. Wanneer er ooit nieuwbouw wordt voorgesteld moet dit hoger dan huidige situatie. Op basis van een risico-analyse wordt dan het vloerpeil bepaald.
42
Bestaande kustprofiel
Mogelijke kustverdediging over 50 jaar
Kustverdedigingsvak De Rode Wielingen
OKRA
OKRA
43
KUSTVERDEDIGINGSVAK RODE WIELINGEN Het kustverdedigingsvak Rode Wielingen bestaat uit een harde zeewering, die met duin afgedekt is. Bebouwing bevindt zich achter de kustverdedigingslijn. Dat geldt ook voor nieuwe bebouwing in de vorm van het voorgestelde parkeerdek met houten plein. In dit kustverdedigingsvak is het maken van een wellness paviljoen mogelijk, gerelateerd aan het wellness programma voor Cadzand Bad. Voor het maken van een wellnesspaviljoen gelden dezelfde principes als voor het paviljoen in de jachthaven. Een dergelijk paviljoen is alleen te realiseren op de harde zeewering met voldoende stabiliteit tegen optredende golfbelasting. Een eventuele aanvulling met duin is voor de kustverdediging ‘cosmetisch’: constructief moet de harde zeewering voldoen en het duin kan eventueel afslaan.
44
Bestaande kustprofiel
Mogelijke kustverdediging over 50 jaar
Kustverdedigingsvak Strandhotel
OKRA
OKRA
45
KUSTVERDEDIGINGSVAK STRANDHOTEL Het kustverdedigingsvak Strandhotel bestaat uit een duinvak met de huidige zeedijk als grensprofiel. Achter de zeewering is het Strandhotel gebouwd, met de publieke functies op het niveau van het top van het duin. Aan de landzijde wordt een parkeergarage gebouwd overdekt met duin. In principe is het duin ook hier ‘cosmetisch’ en niet onderdeel van de zeewerende functie. Bebouwing in de afslagzone van het duin is niet toegestaan. In geval van kustversterking kan het duin zeewaarts verbreed of opgehoogd worden. Net als in het kustverdedigingsvak De Wielingen/Noordzee heeft verbreding de voorkeur vanwege de relatie tussen publieke voorzieningen in de bebouwing en de top van het duin. Verdere bebouwing in de duinen is niet toegestaan.
46
Bestaande kustprofiel
Mogelijke kustverdediging over 50 jaar
Kustverdedigingsvak De Groene Wielingen
OKRA
OKRA
47
KUSTVERDEDIGINGSVAK GROENE WIELINGEN Het gebied dat zich nu kenmerkt als natuurlijk duin, waar alleen onderaan het duin Villa Leopold gebouwd is. De zeewering is een zachte zeewering. In dit kustverdedigingsvak zone wordt geen verdere duinbebouwing toegestaan. Als in de toekomst versterking van de zeewering noodzakelijk is kan het duin zeewaarts opgehoogd of verbreed worden.
48
Bestaande kustprofiel
Mogelijke kustverdediging over 50 jaar
Kustverdedigingsvak Blanke top / Duinhof
OKRA
OKRA
49
extra ophoging tbv ruimtelijke kwaliteit
kustverdediging Schematische weergave extra ophoging aan de zeezijde
KUSTVERDEDIGINGSVAK BLANKE TOP / DUINHOF Bebouwing in duinzone is in Cadzand-Bad alleen mogelijk in dit deelgebied. Blanke Top en Cadzandria gaan vernieuwen en vergroten. Beide bouwplannen gaan uit van een parkeergarage in de duinen. Uit oogpunt van een veilige situatie op lange termijn is het wenselijk dat de parkeergarages gekoppeld worden of dat deze parkeergarages een minimum afstand van 14 meter tot elkaar hebben. De noordwand van de parkeergarage heeft een functie als verdedigd grensprofiel in de landzijde van de kustverdediging. In de afslagzone is geen bebouwing toegestaan, tenzij met specifieke berekeningen is aangetoond dat er hierdoor geen veiligheidsprobleem is. Wanneer in de toekomst kustversterking noodzakelijk is kan het duin een meter opgehoogd worden of zeewaarts verbreed worden. Bij de bouwplannen moet rekening gehouden worden met beide opties.
50
OKRA
Standaard kustprofiel waarbij bebouwing in de kering (duinen) niet is toegestaan
OKRA
51
OBJECTEN IN DE DUINEN Bebouwing in de duinen is niet toegestaan, behalve in het kustverdedigingsvak Blanke Top / Duinhof. Kleine openbare elementen in de duinen zijn mogelijk wanneer zij onderdeel uitmaken van een integraal openbaar ruimte plan. In dit geval geldt voor kustveiligheid de analogie met bestaande bunkers in de duinen. De elementen kunnen in principe in zijn geheel afslaan bij een extreme storm. Op dit moment zijn naast balkons (bij jachthaven en bestaand balkon bij Blanke Top) een uitkijkpunt (oneindigheid en de zee) en een besloten plek (stiltekapel) voorzien als openbare ruimte objecten. In zijn algemeenheid is duinprivatisering ongewenst en niet toegestaan. Initiatieven, zoals de aanleg van een midgetgolf in de duinen zijn niet gewenst. BEGROEIING Natuurlijke beplanting van de duinen is onlosmakelijk verbonden met de kwaliteiten van het duin. Betreding buiten de paden moet in principe voorkomen worden. Gestreefd wordt naar natuurlijke afscheiding in de vorm van duindoornvegetatie, en zo min mogelijk toepassing van prikkeldraad en andere vormen van zichtbare afscheiding. De natuurlijke beplanting sluit ook aan bij de wens om het ecologisch functioneren van de duinen als migratieroute tussen Zwin en Herdijkte Zwarte Polder verder gestalte te geven. Daarbij wordt ook gedacht aan het aanbrengen c.q. op orde brengen van een aantal amfibieënpoelen. 5.2. RICHTLIJNEN TIJDELIJKE BEBOUWING OP STRAND STRANDPAVILJOENS Op dit moment zijn er drie strandpaviljoens in de kernzone Cadzand-Bad. Uitbreiding van het aantal paviljoens, zoals genoemd in de strandnota in de vorm van drie extra paviljoens wordt ingevuld door in plaats van extra paviljoens in te zetten op specifieke voorzieningen met een onderscheidende programmering en een beperkt oppervlak. Met andere woorden: de bouw van extra paviljoen wordt niet meer toegestaan, nu het Wellnesspaviljoen bij de Rode Wielingen en het clubhuis bij de jachthaven aan de orde zijn. Alleen een extra specifieke functie in een paviljoen op het strand van maximaal 250 m2 is mogelijk, mits deze op minimaal 200 meter afstand van bestaande strandpaviljoens geplaatst wordt en net als strandpaviljoens demontabel is. Strandpaviljoens hebben nu mogelijkheid tot uitbreiding tot 1000 m2, conform huidig bestemmingsplan buitengebied. De strandpaviljoens zijn demontabel. De afstand tot duinvoet is vastgelegd op 5 meter. Vanwege opschuiven van de duinvoet moeten strandpaviljoens in sommige gevallen verplaatsen. Natuurlijk transport van zand naar duin moet mogelijk blijven. Dat is wel een voorwaarde, die een noodzakelijke innovatie betekent. Het belemmert het zandtransport van zand naar duin, als de constructie te groot wordt of te veel ingestoven raakt. Om ruimtelijke redenen wordt de hoogte herzien, gerelateerd aan de hoogte van de duinen. STRANDSLAAPHUISJES Voor strandslaaphuisjes geldt bestaand beleid. De Pilot Groede is afgerond. Recent heeft Gemeente Sluis een besluit genomen tot twee nieuwe ontwikkellocaties. Tevens is besloten geen strandslaaphuisjes toe te staan op intensieve stranden, dus ook niet in Cadzand-Bad. PAVILJOENS IN DE DUINEN Een strandpaviljoen op het strand is mogelijk, achter duin kun je bouwen maar voor een duinpaviljoen in de duinen is geen beleid. Een tijdelijk of permanent paviljoen in de duinen zit in de afslagzone, waar bebouwing vanwege kustveiligheid ongewenst is. In het duinfront mag niet gebouwd worden. De enige optie is bouwen op de harde zeewering: constructief is dit een paviljoen dat niet in het duinfront staat maar gelijkwaardig is aan het clubhuis in de jachthaven.
52
OKRA
6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Het kustlandschap in Cadzand biedt kansen om de badplaats en de kustverdediging aan elkaar te verankeren. De dynamiek in kustgenese en in stedelijke ontwikkeling wordt aangegrepen om aan de hand van een zonering de natuurlijke processen aan de flanken van de badplaats de ruimte te geven en in de kern van de badplaats te zoeken naar schakels tussen badplaats en zee. In de kernzone Cadzand-Bad wordt de duinzone robuuster door zeewaartse versterking. In het kader van de huidige kustwerken wordt het duin verbreed en worden strekdammen verlengd en uit elkaar gelegd, ruimte makend voor een zeejachthaven. De kernzone wordt gedifferentieerd naar kustverdedigingsvakken, met voor elke zone waterkeringseisen, gerelateerd aan mogelijke bebouwing en aan restricties voor bebouwing. Een doorzetting van het beleid van zandsuppleties in combinatie met natuurlijke aanwas door zandsuppleties biedt mogelijkheden om blijvend zeewaarts te versterken. Deze optie verdient op voorhand de voorkeur. Uitgaande van deze voorkeur en de ontwikkelingen in Cadzand-Bad valt op dat het bestaande wettelijk kader ernstig beperkend is. Het huidige Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (barro) biedt nauwelijks flexibiliteit. Deze flexibiliteit mag niet gezocht worden in eisen aan de waterkering, maar wel in de mogelijkheden om daar waar blijvend aan de waterkeringseisen voldaan kan worden, ruimte te kunnen bieden aan initiatieven met een positieve maatschappelijke en/of economische uitwerking. Op grond van artikel 3.2 van het Barro jct artikel 4.3a Wro kan de minister op aanvraag van het college van burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van de Barrobepalingen indien de verwezenlijking van het gemeentelijk ruimtelijk beleid wegens bijzondere omstandigheden onevenredig wordt belemmerd in verhouding tot de met die regels te dienen nationale belangen. Beoordeeld zal dus moeten worden of er bij de voorgenomen ontwikkelingen sprake is van: - bijzondere omstandigheden (een ontwikkeling die ten tijde van de vaststelling van het Barro niet was te voorzien of een wenselijke innovatieve ruimtelijke ontwikkeling, die van zodanig groot belang wordt geacht dat in dat concrete geval de algemene regels buiten toepassing zou moeten blijven), én: - onevenredige belemmering van de gemeentelijke/regionale belangen. Verder lijkt er enige ruimte te zijn voor een ontheffing voor een (wel) voorzienbare ontwikkeling, wanneer evident is dat de beoogde activiteit geen nadeel toebrengt aan het met de algemene regels te beschermen belang. Uit de context van de Kamerbehandeling zoals hiervoor aangehaald, kan worden afgeleid dat dit criterium soelaas kan bieden aan een enkele incidentele ontwikkeling.
HERZIENING BELEIDSLIJN KUST EN BARRO Mede gelet op de bestaande praktijkervaringen rond de toepassing van de Beleidslijn kust en de Barro-bepalingen voor het kustfundament is in het voorjaar een project tot herziening van de Beleidslijn kust en daaropvolgend het Barro van start gegaan. Het project heeft tot doel om de Beleidslijn kust en het Barro aan de huidige beleidsinzichten aan te passen en zo mogelijk, met behoud van de te beschermen waarden in het kustfundament, meer bandbreedte en flexibiliteit in te bouwen voor ontwikkelingen binnen gemeenten. Bij de herziening zijn naast vertegenwoordigers van de beleidsdirecties van IenM en Rijkswaterstaat diverse vertegenwoordigers van gemeenten, provincies en waterschappen betrokken. Praktijkervaringen zoals in Cadzand-Bad worden bij deze herziening ingebracht. De herziening van de Beleidslijn kust wordt begin 2015 vastgesteld. Deels parallel hieraan wordt aan de herziening van het Barro gewerkt. Vanwege de formele voorbereidingsprocedure zal de herziening van het Barro waarschijnlijk op 1 januari 2016 in werking treden. Mogelijk kan op enig moment met een ontheffing op de voorgenomen herziening van het Barro vooruit worden gelopen. Crisis- en herstelwet Onlangs heeft de ministerraad een aantal projecten in het kader van de Crisis-en herstelwet aangewezen als innovatief experiment. Andere projecten kunnen gebruik maken van bestuursrechtelijke versnellingen. Het gaat daarbij op dit moment om projecten van de negende tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Op dit moment wordt bekeken of de voorgenomen ontwikkelingen in Cadzand-Bad voor de tiende tranche in aanmerking kunnen komen. Gelet op de formele voorbereidingsprocedure duurt het ongeveer een jaar voordat de tiende tranche van het Besluit uitvoering Chw in werking kan treden.
OKRA
53
AANBEVELINGEN: VERVOLGSTAPPEN Binnen de kern is het zaak om aan de hand van kustverdedigingsvakken een typologie te beschrijven die de spelregels per segment vastlegt. Het is verstandig de ruimtelijke zones zo te definiëren dat je voor de kustversterking in zeewaartse richting vooruit kan. In het licht van de kustgenese ligt het in de rede te verwachten wanneer er een nieuwe normeringsdiscussie plaatsvindt dit deel van de kust niet een heel extra zware normering krijgt. Het scenario voor Zwakke schakel, zoals nu is gehanteerd bij de huidige kustversterking, kan dan worden doorgezet. In dat geval liggen er vanuit veiligheidsoverwegingen niet al te veel ruimtelijke beperkingen. Om de plannen te laten corresponderen is het nodig dat het Waterschap de gewenste contouren rond Cadzand-Bad opneemt in een nieuwe legger. Aan de landzijde is vooral een stabiliteitsreservering benodigd en in mindere mate een ruimtereservering. Voorstellen voor de nieuwe contouren worden breed gedragen en conformeren zich aan het bestaand beleid van de gemeente Sluis, zoals vastgelegd in het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad en de Schilvisie Cadzand-Bad. Voor de ruimtelijke kwaliteit is het belangrijk om de criteria voor bebouwing verder te verfijnen naar beeldkwaliteitseisen. Voor permanente en tijdelijke bouwwerken in het kustfront en op het strand, zoals paviljoens, zijn binnen de beschreven spelregels specifiekere eisen te stellen ten aanzien van hoogte, grootte en uitstraling.
54
OKRA