Parcours “Portretten” Geselecteerde werken
1. Cornelis de Vos Zelfportret van de kunstenaar en zijn familie
2. Antoon van Dyck Portret van Porzia Imperiale en haar dochter Maria Francesca
3. Antoon van Dyck Vermeend portret van de beeldhouwer François du Quesnoy
4. Frans Hals Drie kinderen met een bokkenwagen
5. Rik Wouters De dame met het gele halssnoer
6. Jules Schmalzigaug Baron Francis Delbeke
7. Prosper De Troyer De naaister
Parcours « Portretten » 1
Parcours “Portretten” Herinner je nog je eerste verjaardag ? Wie zat er dan rond je verjaardagstaart ? Welke kleren had je aan ? Weet je het niet meer ? Ik ook niet! Maar er zijn thuis misschien nog foto’s van die dag met iedereen rond jou om je eerste kaarsje uit te blazen ? Is het gemakkelijk om foto’s te maken ? Een fototoestel is een ingewikkeld toestel maar je moet enkel door het kleine venster kijken en op de knop drukken. Dan wordt de foto afgedrukt op papier en kan je ze bekijken en misschien ophangen in een mooi kader in je kamer. Zo kan je de herinnering aan je verjaardag bewaren, maar ook van een persoon die je graag ziet. Men zegt dan: het is een “portret”! Door die foto kan je dan de herinnering aan het gezicht van die persoon bewaren, zelfs als je groot bent! Op school maakt men ook foto’s van al je vrienden en leraars. Elk kind in de klas krijgt dezelfde foto omdat je zoveel kopies kan maken als je wilt.
A) Selectie van schilderijen vóór de uitvinding van de fotografie Lang geleden waren er nog geen fototoestellen (en ook geen auto’s, televisie, …). Als men een portret van zichzelf of van zijn familie wilde hebben, ging men naar een schilder. Het was iets heel belangrijks en ernstigs. Het kostte veel geld en duurde erg lang. Je moest “poseren”, dat betekent dat als je een portret wou hebben, je verschillende dagen naar de schilder moest gaan, steeds dezelfde houding aannemen en gedurende een lange tijd niet mocht bewegen. Het verschil met een foto is dat, als het portret af is, het een uniek schilderij is van de afgebeelde personages in een houding die nooit zo spontaan of natuurlijk zal zijn zoals op een foto. Aangezien een schilderij zal worden opgehangen aan de muur van een paleis of een huis, moet het flatteren. Het moet het beste beeld geven van die persoon. Daarom zijn bijvoorbeeld de kleren altijd heel mooi. Een schilderij moet ook lijken op de afgebeelde persoon: de uitdrukking van het gezicht verandert naargelang het karakter (serieus en streng of teder en zacht) maar ook naargelang de gevoelens (blij, droevig of kalm). Het waren vaak belangrijke mensen die hun portret lieten maken: koningen, koninginnen, ridders. Maar je zal ook schilderijen zien van gezinnen waarop de ouders omringd zijn door hun kinderen.
Ter informatie: de afmetingen van de werken worden uitgedrukt in centimeters, eerst de hoogte en dan de breedte. Parcours « Portretten » 2
Ga naar de sectie Oude Kunst - Neem de trap en volg de borden “XVIIe - XVIIIe eeuw”. Op de verdieping ga je naar zaal 63, die langs het Forum ligt. Voorbij de ingang van zaal 54, eerste kleine, verhoogde zaal.
1. (Schilderij in het midden)
Cornelis de Vos Zelfportret van de kunstenaar en zijn familie - 1621 Doek - 188 × 162
Wat zie je ? Het is het portret van een gezin : een vader, een moeder et hun twee kinderen De titel van het schilderij leert ons dat het een portret is van de kunstenaar en zijn gezin. De kunstenaar heeft zichzelf geschilderd tussen zijn geliefden. Hoe is hij zelf afgebeeld ? Wie kijkt naar ons ? Zien ze er gelukkig uit? Vriendelijk? Glimlachen ze ? Hoe zijn ze gekleed ? Zijn ze in hun huis Kijk naar de twee kinderen. Zie je twee meisjes of een jongen en een meisje ? Wat vind je van de kleuren ?
Parcours « Portretten » 3
In dit portret kijken de ouders, net zoals in zoveel portretten van families die geschilderd zijn in die periode, niet naar de kinderen. Ze kijken naar de schilder. En zo ontmoet hun blik ook de jouwe, de mijne, … De vader is “frontaal” geschilderd. Hij kijkt ernstig. Is het een strenge papa ? Hij lijkt wat afstandelijk maar wel lief. Zijn hand ligt op de leuning van de zetel, net achter de schouder van één van de kinderen, alsof hij het wil vastpakken. Met de andere hand neemt hij het kleine handje dat hem wat druiven aanreikt. En de moeder ? Op het eerste gezicht lijkt ze heel kalm en onbewogen, maar als je goed naar haar ogen kijkt, zie je dat ze fonkelen en lachen. Aan haar mondhoeken zie je het begin van een glimlach: ze lijkt een heel leuke moeder. Je zou zeggen dat ze zich niet op haar gemak voelt want ze zit oncomfortabel in haar zetel. Haar voet rust op een klein krukje. Eigenlijk is haar zetel te hoog en raken haar voeten de grond niet. Ze draagt rond haar hals een hoog wit kraagje, een “pijpkraag”. Dat moet haar ook storen. Net zoals haar jurk, die gemaakt is uit een zware luxueuze stof en een rijk borduursel heeft. Ze toont, onder haar jurk die ze een beetje heeft opgetrokken, een mooi geborduurde onderrok. Het kind dat neerzit en die een tros druiven in de plooi van zijn schort houdt, is een jongen! We weten dat hij Jan-Baptist heet en dat hij twee jaar oud is. Toch draagt hij een jurk! In de tijd waarin dit schilderij gemaakt werd, droegen kleine jongens tot de leeftijd van zes jaar lange jurken. Het was gemakkelijker om verschillende redenen: vergeet bijvoorbeeld niet dat ritsen niet bestonden en dat men zijn broek moest dichtknopen. In een zeer mooie beweging, strekt de kleine jongen zijn arm om een paar druiven aan zijn vader te geven, terwijl hij naar zijn moeder kijkt. Al lachend toont hij al zijn tanden. Hij ziet er ondeugend uit! We weten ook dat het kind dat rechtstaat naast de mama een klein meisje is dat Magdalena heet en drie jaar is. Ze is wat verlegen. Om zich veilig te voelen, legt ze haar hand op de rok van haar moeder.
Wanneer ik naar dit schilderij kijk, heb ik de indruk dat de papa en mama aan hun kinderen gezegd hebben: ‘wees braaf, hou jullie goed en zwijg terwijl we poseren voor dit portret’. De kleine jongen was een beetje wild, hij had zin om te spelen, te bewegen, hij maakte iedereen aan het lachen. Daarom heeft de schilder de opbouw van het familieportret veranderd om JanBaptist een meer lachende en spontane houding te geven. En jij, kan je je inbeelden dat je elke keer terug naar de schilder moet gaan, dezelfde houding moet aannemen, je arm moet opheffen en breed moet glimlachen ?
Wat belangrijk is, is dat we dankzij schilderijen zoals deze veel dingen kunnen leren: bijvoorbeeld hoe men zich kleedde, welk kapsel men had, …
Parcours « Portretten » 4
Welke kleren hebben ze aan ? Ze hebben allemaal hun mooie kleren aan die gemaakt zijn uit fraaie stoffen, met rijk “borduurwerk” en mooie kant. Kijk naar de kleren van de twee kinderen: je kan je voorstellen dat het niet gemakkelijk moest zijn om te bewegen, om te spelen in die lange en brede jurken. Opdat de jurken mooi zouden vallen, plaatste men onder de jurk en rond de heupen, een groot linnen kussen, ook onder de onderrokken. Kijk naar de rechterarm van het kleine meisje: ze was verplicht om haar arm ver van haar lichaam te houden (kan jij het nadoen ?). Alleen rijke mensen konden zich kleren aanschaffen met zulke stoffen en zo een borduurwerk. Denk eraan dat er toen geen wasmachines bestonden. Kleren wassen was moeilijk en vermoeiend werk. Maar in het dagelijkse leven waren de kleren veel eenvoudiger: ze waren beter aangepast aan verplaatsingen of om te spelen en waren gemakkelijker om te wassen. De jongen draagt net zoals zijn moeder een pijpkraag. Als jij hetzelfde rond je hals zou dragen, zou je je hoofd niet gemakkelijk meer kunnen draaien, of kunnen eten of op de grond spelen!
Hoe is hun haar ? Ze hebben alle vier dezelfde kleur haar. De papa heeft een snor en een baard. Het haar van de mama is naar achteren getrokken waardoor ze een groot voorhoofd heeft. Onder hun mutsen kunnen we zien dat de kinderen golvend haar hebben. Ze droegen die mutsen dag en nacht, zo wordt hun haar niet zo snel vuil. Shampoo bestond toen nog niet! De mutsen waren ook een bescherming tegen de kou want er was geen verwarming in huis, alleen maar een haardvuur.
Andere details ? Juwelen ? Het kleine meisje heeft een mooie halsband met een kruisje en armbandjes rond haar polsen. De jongen heeft een halssnoer met een dubbele rij rode parels. De mama draagt ringen, oorbellen en een diadeem in haar haar. Draagt de papa juwelen ? Welke ? Een ring aan zijn rechterhand en een gouden ketting die erg opvalt op zijn donker pak.
Waar zijn ze ? Ze zijn geschilderd alsof ze thuis zijn. Je ziet een tapijt, een tafelkleed op een zuil, een erg donker decor op de muur achter de papa en een rood gordijn. Op de grond ligt de tak van een wijnstok en een paar druiven. Maar het is ook mogelijk dat de schilder in zijn atelier werkt en dat hij een decor heeft verzonnen om het familieportret te maken.
De opbouw Kijk naar het spel van de handen. Kijk eerst eens naar de grote handen van de ouders: de rechterhand van de papa rust op de schouder van de jongen en de linkerhand van de mama ligt op haar rok (en niet op de armleuning van de zetel): de twee handen, staan aan elke kant van het schilderij zodat een hand van elke ouder het portret van de familie omkadert.
Parcours « Portretten » 5
De handen van de kinderen staan in het midden van het schilderij. De hand van Jan-Baptist en deze van de papa houden elkaar vast, in een schitterend contrast van licht op de donkere kleding van de papa, net zoals deze van de kleine Magdalena op de benen van haar mama.
De kleuren Beschrijf de kleurenzones: het rood van het gordijn boven het gezicht van de mama, de donkere kleur van het tapijt achter de papa die in het zwart is gekleed en vooraan de witte kleren van Magdalena. Het is het wit dat het schilderij verlicht. Zoals in de pijpkraag van de mama en van JanBaptist, in de kanten kraag van de papa, in de mutsen van de kinderen, op de jurk van Magdalena, … Let ook op hoe de schilder rood gebruikt in de details: het gordijn, de veters van de witte schoenen van de kleine jongen en zijn parelen halssnoer, het topje van de onderrok onder de rok van de mama.
Het schilderij Hoe is het vlak van het schilderij ? Het is glad. De verflaag is dun en de schilder gebruikt zijn penselen zodat we de streken van het penseel niet zien. De details van de borduurwerken en het haar zijn geschilderd met een zeer fijn penseel. Er is veel tijd nodig om zo een mooi schilderij te maken. Dit schilderij is zeer groot omdat heel de familie er van kop tot teen opstaat. Er zijn ook kleinere portretten waar we alleen maar het hoofd of de romp zien.
Parcours « Portretten » 6
2. (Links van het schilderij van Cornelis de Vos)
Antoon van Dyck Portret van Porzia Imperiale en haar dochter Maria Francesca Doek - 184, 5 × 134
Wat zie je? Het portret van een mama en haar dochter Glimlachen ze ? Hoe zijn ze gekleed ? Welke kleuren zie je ? Het is het portret van een Italiaanse familie. Net zoals veel mensen in die tijd, heeft de schilder veel gereisd. Hij heeft in Italië gewoond waar hij veel portretten van belangrijke families heeft geschilderd om zijn brood te verdienen. De mama, die in de zetel zit, is de vrouw van een bankier. Ze heeft een ernstig gezicht. Ze glimlacht niet en haar mond is gesloten. Het was in die periode een regel van de portretkunst (kijk eens terug naar het voorgaande schilderij en let op het gezicht van de mama). Ze is geschilderd zoals een voorname en majestueuze dame. Ze neemt veel plaats in het schilderij in. Naast haar, een beetje op de achtergrond, lijkt haar dochter heel klein. Het lijkt alsof de schilder de belangrijkste plaats aan de moeder wilde (of moest) geven.
Parcours « Portretten » 7
(Hef het kind op om het op ooghoogte van een volwassene te brengen)
Heb je niet de indruk dat ze ons vanuit de hoogte aankijken ? De schilder heeft ze afgebeeld alsof hij een beetje onder hen stond. Als je op de grond gaat zitten, moet je je hoofd oprichten, je bekijkt me van laag naar hoog. Je blik naar mij is “in kikvorsperspectief”. Dat is wat het meest gebeurt in je dagelijkse leven want je bent nog klein. Hier in het museum bijvoorbeeld zijn de schilderijen opgehangen op de hoogte van de volwassenen. Als we allebei hetzelfde beeld willen hebben, moet ik je dragen. Maar als ik op de grond ga zitten en jij staat rechtop, bekijk je me van hoog naar laag, alsof je neer duikt. Dat is wat we een “vogelperspectief” noemen, gericht van hoog naar laag.
Welke kleren hebben ze aan ? De moeder draagt een lange zwarte jurk. Op dat zwart heeft de schilder fijne, witte accenten aangebracht om de details weer te geven: het kant van de boord en de manchetten, de knopen op de jurk, de parels van haar halssnoer, de oorbellen en de ringen aan haar rechterhand. Bekijk deze hand goed: ze ligt op de leuning van de zetel en lijkt klein. Maar als ik in dezelfde houding zou staan, zou mijn hand misschien ook klein lijken ? Haar donker haar wordt naar achteren gehouden door een diadeem en een bloem is vastgemaakt aan de zijkant. De bloem is rood zoals het zware gordijn boven haar. Doet dit je aan iets denken ? In dit deel van het schilderij, brengen alleen het gezicht en de handen van de dame lichtere toetsen. Het andere deel van het schilderij is lichter: het jonge meisje draagt een lichte en schitterende jurk. De kleuren doen denken aan die van een “parelmoer”, het zijn kleuren die veranderen met het licht en dat heb je al gezien in sommige schelpen. Let ook nog eens op de lange plooien van de jurk en de details van het borduurwerk. Het bovenste deel van de jurk is bedekt met een cape waar je je arm in kan glijden. Hier steekt het jonge meisje haar linkerarm uit. De uitgestrekte vingers van haar hand rusten op de toetsen van het klavier van een “virginaal”. Het is een klein, plat muziekinstrument. Het bovenste deel lijkt, in het klein, op het klavier van een piano.
Het schilderij Het is een groot schilderij, indrukwekkend, waar twee personages helemaal op afgebeeld staan. Laten we naar een ander soort “portret” kijken waar de schilder alleen maar het bovenste deel van het lichaam heeft afgebeeld.
Parcours « Portretten » 8
3. (In de volgende kleine zaal)
Antoon van Dyck Vermeend portret van de beeldhouwer François du Quesnoy Doek - 77,5 × 61
Dit schilderij is kleiner: het was niet nodig om een groot schilderij te maken aangezien de schilder heeft beslist om alleen maar de “buste” van een man te schilderen. Hij beeldt de persoon slechts af vanaf het middel. Zijn gezicht is niet frontaal afgebeeld maar in “drie kwart”. De titel geeft aan dat het om het portret van een beeldhouwer gaat.
Hoe weten we dat ? Hij houdt een klein beeldhouwwerk in zijn handen. Wanneer een kunstenaar het portret maakt van een bekende persoon, voegt hij er vaak details aan toe die deel uitmaken van zijn leven en van zijn beroep. We weten ook dat de schilder gereisd heeft in Italië en dat hij die beeldhouwer heeft leren kennen. Het is zelfs een vriend geworden.
Het beeldhouwwerk Een grijnzend gezicht, volledig behaard met een sikje. Het is het hoofd van een halfgod uit de legendes, een “sater”.
Parcours « Portretten » 9
Kijk naar de hand van de beeldhouwer en naar het hoofd van de sater Wat een contrast tussen de zeer elegante hand van de beeldhouwer, de perfect geslaagde positionering van de vingers en het lelijke hoofd van de sater.
Een detail dat we al gezien hebben en ook nog zullen aantreffen bij de andere schilderijen De grote, platte kraag en de witte manchet tegenover de sombere kleur van de kleren en de achtergrond van het schilderij.
Parcours « Portretten » 10
Keer terug en ga naar rechts naar zaal 54.
4. (Op de rechtermuur, aan het einde van de zaal)
Frans Hals Drie kinderen met een bokkenwagen - +/- 1620 Doek - 152 × 107, 7
Wat zie je ? Een klein meisje in een wagen die getrokken wordt door een bok. Er staan kinderen rondom haar: een jongen en een meisje. Zijn ze blij ? Ik vind dit schilderij heel mooi. Jij ook ? Waarom? Het is het portret van drie kinderen. De ouders hadden dit portret van hun voltallig gezin besteld. Aangezien ze zeven kinderen hadden, heeft de schilder een groot schilderij gemaakt. Jammer genoeg dit schilderij was in twee delen gesneden. Het deel met de ouders en de andere kinderen is niet in dit museum te zien.
Parcours « Portretten » 11
Zien ze er gelukkig uit ? Hoe zie je dat ? De drie kinderen hebben rode wangen van plezier. De jongen kijkt ons aan en glimlacht. De grote zus buigt zich over haar kleine zus en glimlacht teder naar haar. De schilder heeft de kinderen een meer spontane houding laten aannemen dan in de schilderijen die we al gezien hebben.
Welke kleren hebben ze aan ? Alsof ze speelden ? Alsof ze een grote wandeling gemaakt hadden ? De kleren zijn gemaakt uit mooie stoffen met mooie witte kragen. Op hun hoofd dragen de kleine meisjes een muts met een boord in kant. De jongen heeft een grote, bruine hoed, een cape op de schouders (zoals het meisje in het vorige portret ?) en schoenen met gespen en hakken… Het is geen gemakkelijke kledij om te gaan wandelen in het bos! Weet je nog toen een vader en een moeder vroegen om het portret van hun kinderen te laten maken, dat ze er trots op wilden zijn dat ze goed gekleed waren. Je ziet dat de jongen een broek draagt.
Zijn ze buiten, in een tuin ? Ze staan op een weg, aan de rand van een bos dichtbij een dorp met een kerk op de achtergrond. Sommige schilders houden er specifiek van om landschappen te schilderen, het uitzicht op plaatsen waar ze wonen. Later gebruiken ze die dan als achtergrond voor hun portretten.
Er zijn veel kleine details die moeilijk moeten zijn om te schilderen Het kantwerk van de mutsen en de boorden. De vacht van de bok. Wat zie je rond zijn nek ? Welke andere details zijn in het rood geschilderd ? Wat zijn de heldere punten tussen de donkere kleuren ?
Parcours « Portretten » 12
A) Selectie van schilderijen na de uitvinding van de fotografie Laten we naar een paar andere schilderijen gaan kijken die gemaakt zijn toen de fotografie al bestond. De schilders zijn blijven portretten maken maar ze konden vrijer werken zonder verplicht te zijn om een portret te maken dat sterk lijkt op de realiteit. Je zal het zien in de kleuren, de penseelvoering, de uitdrukkingen van de mensen, hun houdingen, … Keer terug naar het Forum en ga naar het museum van Moderne Kunst. Neem de roltrap en dan de trap (volg de panelen 19de-20ste eeuw) en ga naar de verdieping -8.
5. (Aan de ingang van de verdieping, derde schilderij op de linkermuur)
Rik Wouters De dame met het gele halssnoer - 1912 Olie op doek - 121, 5 × 110
(ga een paar meter van het schilderij gaan staan)
Wat zie je ? Het is het portret van een vrouw die in een grote zetel zit. Ze draagt een blauwe jurk en een geel halssnoer. Het is een heel kleurrijk schilderij, welke kleuren zie je ?
Parcours « Portretten » 13
De schilder maakt een portret van zijn vrouw Haar naam is Nel. We weten dat hij veel van haar hield en zij ook van hem. Ze bewonderde hem zeer en hielp hem veel zodat hij zich helemaal op zijn schilderkunst kon richten. Er was een heel mooi liefdesverhaal tussen hen. Ze zit in een zetel en richt haar hoofd op om naar de schilder te kijken. We zien haar van hoog naar laag. We hebben een “vogelperspectief”. Het is het omgekeerde van wat we gezien hebben in het portret van de Italiaanse dame en haar dochter. Nel draagt een lange, blauwe jurk omzoomd met een kleine, witte boord en witte manchetten. De details die we al gezien hebben in andere schilderijen maken het voor de schilder mogelijk om de donkere zones wat lichter te maken. Op de muur boven het hoofd van Nel hangt een zwart/wit afbeelding. Ik denk dat het een foto is (in die tijd bestonden er nog geen kleurenfoto’s). Het is misschien het portret van de kunstenaar die staat afgebeeld op het schilderij. Wat zie je op de andere muur achter Nel ? Een zicht vanuit het raam ? een schilderij ? een weerspiegeling in een spiegel ?
(kom nu dichter bij het schilderij)
Hoe plaatst de kunstenaar de verschillende kleuren ? In dit schilderij is de verf minder dik aangebracht, ze is verdund en op sommige plaatsen zie je zelf het doek waarop de schilder heeft gewerkt. Hij gebruikt de verf op zeer zuinige wijze, brengt ze aan op het doek en schraapt ze dan af. Kijk eens goed naar de jurk, de kraag van de jurk, het halssnoer, de bloemen op het behang: het zijn alleen maar kleurvlekken, de ene naast de andere. Van veraf, zie je de bloemen op het behangpapier van de muren. Van dichtbij zijn het alleen maar kleurvlekken. Kijk naar de handen van Nel: de vingers zijn niet zo precies getekend; je kan ze nauwelijks tellen! In dit schilderij zijn de kleuren levendig en vrolijk. Het licht komt vanuit het raam en kleurt de schaduwen van het gezicht en de handen van Nel rood, groen en blauw.
Waarom deze verandering in de manier van schilderen ? De realiteit naschilderen heeft niet echt veel nut meer omdat fotografie daar eigenlijk voor bestaat. Dus voelen de schilders zich niet meer verplicht om alle details op zeer nauwkeurige wijze weer te geven. Maar ze houden van kleuren, licht en het resultaat is veel vrolijker.
Laten we een verhaaltje verzinnen De kunstenaar heeft een zwaar leven gehad. Hij is altijd arm geweest. Maar wanneer hij schildert, dan vergeet hij zijn zorgen. In al zijn werken, bezingt hij de schoonheid, het geluk dat hij met Nel deelt. Wat als jij nu een verhaaltje verzint bij het schilderij ? Dan zal ik jou het mijne vertellen. ……………………………………. ……………………………………..
Parcours « Portretten » 14
Nu is het mijn beurt! Op een dag zegt de kunstenaar aan Nel: “het is mooi weer vandaag en het licht valt zo mooi in de kamer, ik ga je portret schilderen! Doe je blauwe jurk aan en ga in de zetel zitten voor het raam. Met de gekleurde gordijnen achter je en het gebloemde behangpapier zal het een mooi decor zijn. OK, we zijn klaar.” Hij begint, stopt dan en zegt aan Nel: “Ik ga er nog een stoel bijzetten met een rode stof zodat het blauw van je jurk beter uitkomt.” De kunstenaar schildert vlug en spreekt ondertussen met haar. En Nel, die haar hoofd eerst op haar arm laat rusten, richt haar gezicht op om naar hem te luisteren. Een beetje later, wanneer hij bijna klaar is, zegt hij haar: “ Als je nu eens je mooie, gele halssnoer zou aandoen dat ik je voor je verjaardag gegeven heb ?” En zo komt het dat het schilderij “De dame met het gele halssnoer” heet.
Parcours « Portretten » 15
6. (Op het bord rechts)
Jules Schmalzigaug Baron Francis Delbeke - 1917 Gouache en pastel op karton - 89,5 × 125, 5
Wat zie je ? Een man zit aan zijn bureau. Hij is zeer duidelijk afgebeeld: we zouden hem zo kunnen herkennen. Hij steekt af tegen een somberder deel van het doek dat geschilderd is in groene tinten. Het decor bestaat uit driehoekige vormen in het geel, grijs en wit. Je vindt ze overal in dit schilderij.
Is het portret van een belangrijke man ? Hij werkt aan zijn bureau: terwijl hij met zijn rechterhand zijn pen vasthoudt, houdt hij met zijn linkerhand de bladzijden van een schrift of een boek vast. Hij ziet er zeer geconcentreerd uit. Hij draagt een bril, heeft een kleine snor en heeft golvend haar in een scheiding. Hij draagt een donker pak met een wit hemd met een mooie kraag zoals de belangrijke mensen die droegen wanneer hun portret werd geschilderd. De manchetten van zijn witte hemd komen onder de mouwen van het pak uit. Het doet me er aan denken dat, in alle schilderijen die we gezien hebben, er altijd details in het wit geschilderd zijn om de duistere kleren wat licht te geven. Denk aan de pijpkragen, de kragen en manchetten van kant, de kappen, de mutsen, …
Parcours « Portretten » 16
Een zeer helder schilderij Het licht komt langs twee ramen binnen, overstroomt het schilderij en omgeeft de personages. Het geel toont ons hoe de zonnestralen op alle oppervlaktes spelen terwijl de details worden weggelaten. De muur tussen de ramen staat in de schaduw. We kunnen niets duidelijk onderscheiden, het zijn alleen maar kleurenvlekken.
De sfeer van het schilderij Het schilderij bestaat uit een rustig deel, dat van het portret (we voelen de rust die nodig is om te kunnen werken) en een dynamisch deel, dat waar het licht speelt en verandert in de ruimte.
Parcours « Portretten » 17
7. (Links van het vorige schilderij)
Prosper De Troyer De naaister - 1920 Olie op hout - 150 × 99
Zie je wat er op dit schilderij staat ? Het is een “naaister”. Haar gezicht is naar voren gebogen: je ziet haar “in profiel”. Een beetje hoger is er een ander beeld van haar gezicht met een donker oog dat ons “frontaal” bekijkt. De schilder wil ons de verschillende bewegingen van het gezicht van de naaister tonen terwijl ze werkt. Kijk eens naar haar handen: de rechterhand wordt drie keer afgebeeld in verschillende houdingen alsof ze bewegen. De schilder plaatst deze beelden boven elkaar om ons de indruk te geven dat ze heel vlug werkt. Op een vlak doek wil hij de indruk wekken dat ze beweegt. De personages op televisie bewegen ook zoals in het echte leven. Hoe heet de uitvinding waarmee we bewegende beelden kunnen weergeven ? De naaister is rechtshandig: met haar rechterhand trekt ze aan de naald terwijl ze met haar linkerhand haar naaiwerk vasthoudt.
Parcours « Portretten » 18
De schilder herhaalt verschillende vormen Welke ? Het lijkt wel alsof hij een puzzel heeft gemaakt met stukjes die onregelmatige vormen hebben en waarvan elk is omgeven door een zwarte lijn.
De kleuren zijn levendig De kleuren groen, rood en geel trekken de aandacht. Het zijn felle, intense kleuren. Het wit van de jurk van de naaister verlicht het schilderij. Er is ook grijs: deze kleur verzacht de felle kleuren en omkadert de personages.
***** *** *
Een kort besluit na ons parcours ? Welk schilderij vond je het mooist ? Welk zou je graag terugzien ? Zou het mooi zijn in jouw huis ? Denk eens aan jouw portret: - alleen of in met de familie ? - Met een dier ? - In welk decor ? - Welke kleren zou je aandoen ? - In welke kleuren ?
Parcours « Portretten » 19